Aktion T4

Page 1

AKTION T4

MASSAMOORD IN DE PSYCHIATRIE De nazi’s lieten tienduizenden psychiatrische patiënten vergassen, vergiftigen en doodhongeren. Ze gebruikten medicijnen en mobiele gaskamers voor wat de generale repetitie van de Holocaust lijkt. Pieter R. Adriaens

B

ouwvakkers in Hall in Tirol deden enkele jaren geleden een lugubere ontdekking. Hun graafwerk legde een massagraf bloot van enkele honderden patiënten die tussen 1942 en 1945 stierven in de naburige psychiatrische instelling. Zij waren het slachtoffer van het geheime programma Aktion T4 dat Hitler in 1939 opstartte. Het euthanasieprogramma van de nazi’s was een meedogenloze moordcampagne om Ballastexistenzen of ‘waardeloze levens’ af te maken. Een leger van bureaucraten, psychiaters en psychiatrisch verpleegkundigen in klinieken in Duitsland, Polen, Slovenië en Oostenrijk doodden minstens 300.000 landgenoten: mentaal en fysiek gehandicapte kinderen, volwassenen en ouderen, psychiatrische patiënten en later ook zieke dwangarbeiders en burgers met een oorlogstrauma. Duitse historici brachten deze gruwel in kaart, onder meer op basis van verloren gewaande documenten. De Aktion T4 herinnert op pijnlijke wijze aan de kwetsbaarheid van de relatie tussen arts en patiënt. En ook aan de gevaren van een verregaande folie à plusieurs tussen bureaucratie, pseudowetenschap, een op hol geslagen geneeskunde en biopolitiek, een beleid dat op grote schaal ingrijpt op het leven van de burgers.

xxxx

Van degeneratie tot sterilisatie Aktion T4 viel niet uit de lucht. Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw waren veel dokters en psychiaters doordrongen van het degeneratie-denken. Wetenschappers, politici en de publieke opinie jutten

20

21


elkaar op met doemscenario’s over de ondergang van de natie en van de menselijke soort. Naast alcohol, armoede en prostitutie was de moderne gezondheidszorg kop-van-jut. Als je kwetsbare individuen in leven hield en de natuurlijke selectie buiten spel plaatste, zou je de kwaliteit van de menselijke genenpool in gevaar brengen. Wetenschappers bekeken zeker psychiatrische aandoeningen met argusogen. Het gros ervan beschouwden ze vaak en zonder deugdelijk wetenschappelijk bewijsmateriaal als genetisch en ongeneeslijk. Bovendien dachten ze dat de aandoeningen van generatie op generatie ernstiger zouden worden, en steeds meer en duurdere verzorging zouden vereisen. In de Grote Depressie vroegen heel wat westerse landen zich hardop af of de talrijke instellingen voor lichamelijk en geestelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten betaalbaar zouden blijven, zeker in tijden van oorlog en wereldwijde economische crisis. Er waren zogenaamd wetenschappelijke argumenten en ook economische en utilitaire argumenten om een cultuur van angst te creëren. De nazi’s bespeelden die angst vakkundig in hun propaganda tegen Erbkranken en unheilbar Kranken, erfelijk belaste en ongeneeslijke zieke patiënten. Onder een affiche schreven ze ‘dagelijks kost een erfelijk belaste patiënt de staat 5,5 Reichsmark. Voor diezelfde prijs kan een erfelijk gezonde familie 1 dag leven.’ Ook andere Europese landen en Noord-Amerika richtten in de eerste jaren van de twintigste eeuw denktanks op om de fysieke gezondheid van de natie te beschermen en te verbeteren. Genetica, geneeskunde, evolutiebiologie en politiek versmolten tot een gloednieuwe wetenschappelijke discipline, de eugenetica. Ze bedachten maatregelen om ‘het volk’ of ‘de natie’ voor verval te behoeden. De Verenigde Staten zetten in de roaring twenties een grootscheepse sterilisatiecampagne op in psychiatrische instellingen, net als Denemarken en Zwitserland. In 1933, bij het aantreden van de nationaalsocialisten, startte ook Duitsland een grootschalige campagne van gedwongen sterilisaties. In Mein Kampf schreef Hitler: ‘De vraag om het defecte mensen onmogelijk te maken om zich voort te planten en eveneens defecte nakomelingen te krijgen, is een claim die steunt op duidelijke, rationele argumenten.’ Of: ‘Wie fysiek en psychisch niet gezond en waardig is, mag zijn lijden niet vereeuwigen in het lichaam van zijn kind. De nationalistische staat heeft een grote educatieopdracht te vervullen.’

22

xxxxxx

Hitlers sterilisatiewet preciseerde wie zich bij de dokter of psychiater moest aandienen: aangeboren zwakzinnigen, patiënten met schizofrenie, manisch-depressieve patiënten, epileptici, Huntington-patiënten, aangeboren blinden en doven, patiënten met ernstige lichamelijke misvormingen en zware alcoholisten. De uitvaardiging van de sterilisatiewet stuitte nauwelijks op weerstand bij de Duitse bevolking. In tegenstelling tot Aktion T4 voerde de Duitse overheid deze operatie in alle openheid. Speciale rechtbanken moesten de naleving van de wet garanderen en bezwaarschriften behandelen. Onder Hitlers bewind vonden meer dan 36.0000 gedwongen sterilisaties plaats, vaak met barbaarse technieken. Het merendeel bij psychiatrische patiënten. Van racisme was geen sprake bij de sterilisatiewet. Net als vele andere landen was Duitsland vooral bekommerd om de genenpool en de draagkracht van de hele bevolking, eerder dan de bescherming van het

pleidooi om op zachte wijze een einde te maken aan de Ballastexistenzen. Achter de schermen veranderde de overheid het geweer van schouder. Terwijl de sterilisatiecampagne zich vooral richtte op de indijking van geestesziekten, kwam de nadruk te liggen op het uit de weg ruimen van geesteszieken. Tegelijk werd de psychiatrie bedankt voor haar diensten. De centrale administratie nam het heft in handen en managers namen grotendeels de plaats in van dokters en psychiaters. Op 1 september 1939 viel Hitler Polen binnen. Korte tijd later gaf hij een selecte groep vertrouwelingen zijn fiat om ‘ongeneeslijk zieken na zeer kritische beoordeling van hun gezondheidstoestand de genadedood te vergunnen’. De nazi-administratie zette meteen een ultrageheim programma op poten dat met ijzeren hand geleid werd vanuit de Tiergartenstrasse 4 in Berlijn. Een programma dat vanaf toen bekendstond als de Aktion T4. Reichsarbeitgemeinschaft Heil-und Pflegeanstalten stond op de brievenbus. Er werkten 400 goed betaalde personeelsleden, onder wie dokters, psychiaters, verpleegkundigen en administratieve krachten. Een groot deel van het personeel hield zich bezig met de verspreiding en het beheer van vragenlijsten. Ze stuurden ze naar alle instellingen om de toestand en de prognose van alle patiënten in kaart te brengen. ‘Waardeloze mensen’, zoals mentaal en fysiek gehandicapte kinderen, werden genadeloos afgemaakt.

Arische ras. Racistische motieven speelden pas later een rol, nadat de eerste ‘inwendige reiniging’ van het Duitse volk had plaatsgevonden.

Van sterilisatie tot ‘euthanasie’ De sterilisatiecampagne gaf de Duitse psychiatrie aanvankelijk een prestigieuze plaats in de samenleving. Psychiaters waren ‘hoeders van de volksgezondheid’. Na enkele jaren kwam de campagne als een boemerang in hun gezicht terug. Door de zware financiële crisis en het vooruitzicht van een volgende oorlog kregen economische argumenten de bovenhand. Ze konden de dure sterilisatieoperatie steeds moeilijker verantwoorden. En wat had de campagne opgeleverd? De instellingen zaten nog altijd overvol. De radicale stemmen in het degeneratiedebat kregen steeds meer gewicht. In 1920 hielden de jurist Karl Binding en de psychiater Alfred Hoche een

Arbeit macht frei In Berlijn namen drie psychiaters (Gutachter) van het T-4-team ze door. Op de dossiers zetten ze een rood plusteken of een blauw minteken. De arbeidsgeschiktheid van de patiënt gaf de doorslag. Patiënten die zich nuttig konden maken in hun instelling, hadden een grotere overlevingskans. Ook de instellingen zelf hechtten veel belang aan dat criterium omdat de nationaalsocialisten steeds zwaardere bezuinigingen doorvoerden in de psychiatrie. Elke extra werkkracht was welkom. Een ondergeschikt economisch criterium was de voorgeschiedenis van de patiënt. Een verblijf van meer dan vijf jaar in de inrichting kwalificeerde de patiënt als ‘ongeneeslijk ziek’ en kostte de staat en de instelling hopen geld. Ze beschouwde nagenoeg alle patiënten met schizofrenie als ongeneeslijk ziek. Toch ontsnapten sommigen aan de gaskamer, omdat ze konden werken. Na de oorlog hield het hoofd van Aktion T4, Werner

23


Heyde, halsstarrig vol dat alleen medische argumenten een rol speelden in de selectie van de patiënten. Statistisch onderzoek laat zien dat die claim onjuist is. De informatie over erfelijkheid speelde een onbeduidende rol bij de finale selectie. De klinieken getuigden bovendien van bruut eigenbelang. Onrustige, weerspannige of agressieve patiënten die veel tijd en energie van het slinkende personeel vergden, vonden sneller de dood. Patiënten die de artsen de ‘genadedood vergunden’, werden uit hun instelling geplukt en ter plekke gedood. Andere werden na enkele tussenstops vermoord in een van de zes grote ‘vernietigingsinstellingen’ in Duitsland, Polen en Oostenrijk. Het T4-personeel beheerde ook de logistiek en het transport van patiënten. Ook de verbouwing van instellingen tot ‘vernietigingsinstellingen’, en het opdoeken van diezelfde instellingen als ze de lokale targets haalden, viel onder de verantwoordelijkheid van het personeel. De eerste slachtoffers van het T4-programma kwamen om het leven door vergassing. In Polen gebruikte een Sonderkommando onder leiding van Herbert Lange voor het eerst een mobiele gasinstallatie, met koolstofmonoxide uit gascilinders. Op vraag van de T4-organisatie bouwde een deelorganisatie van de SS, het Reichssicherheitshauptamt, vrachtwagens om tot mobiele gaskamers. Sommige van deze vrachtwagens waren voorzien van het opschrift Kaiser’s Kaffee Geschäft, wellicht om geen argwaan te wekken bij de slachtoffers. Na de vergassing dumpten de nazi’s de slachtoffers in massagraven. Om de efficiëntie van de moordcampagne te vergroten liet Aktion T4 in 1939 en 1940 bestaande psychiatrische instellingen geheel of gedeeltelijk ombouwen tot zes massavernietigingsoorden, inclusief onderzoeksruimten, gaskamers en verbrandingsovens. In Hartheim stierven in zestien maanden gemiddeld

40 patiënten per dag. Door een brand in een van de schoorstenen moest er een nieuwe en grotere verbrandingsoven komen op de binnenplaats. Er kwamen 18.269 patiënten aan hun einde, in Grafeneck 10.824, in Bernburg 8.601, in Brandenburg ruim 9.000, in Hadamar ruim 10.000, en in Sonnenstein 18.000. Deze eerste fase van de operatie kostte minstens 70.000 psychiatrische patiënten het leven.

Moord in de instelling De Aktion T4 was een illegale en geheime operatie. De rijksdag was niet op de hoogte van haar bestaan en de nazi’s lieten de publieke opinie in het ongewisse. Familieleden van vermoorde patiënten die informeerden naar het lot van hun verwanten, werden om de tuin geleid met valse overlijdenscertificaten (Trostbriefe) en met urnen vol lukraak bijeengescharrelde asresten. Longontsteking en hartfalen waren de populairste fictieve doodsoorzaken. Soms controleerden de artsen hun patiënten voor de vergassing op fysieke gebreken, zodat de voorgewende doodsoorzaak plausibeler overkwam. Onlangs gevonden documenten tonen aan dat de T4administratie van meet af aan enorme inspanningen leverde om familieleden om de tuin te leiden. Ze vervalste niet alleen de doodsoorzaak van de overleden patiënten, maar ook de plaats van overlijden. Ze redeneerde dat familieleden argwaan zouden krijgen als ook andere patiënten uit hun dorp op dezelfde plaats stierven. Uit winstbejag vervalste ze ook het tijdstip van overlijden. Een latere sterfdatum betekende dat ze van de nabestaanden meer verplegingskosten kon vorderen. Een deel van de bekostiging van Aktion T4 gebeurde met behulp van zulke praktijken. De klinieken stuurden ook buitgemaakte juwelen, gouden kronen en tanden van overleden patiënten naar de Tiergartenstrasse 4, voor familieleden ze konden opeisen.

In 1939 gaf Hitler zijn fiat om ‘ongeneeslijk zieken na zeer kritische beoordeling van hun gezondheidstoestand de genadedood te vergunnen’ 24

De geheimhouding van de operatie hield niet lang stand. Omwonenden van de vernietigingsinstellingen klaagden over de stank van de verbrandingsovens en werden wantrouwig toen steeds grotere groepen van patiënten aangevoerd werden. De terugkerende bussen en treinen waren bovendien leeg. In de eerste maanden van het programma verdwenen zoveel patienten dat ook vrienden en verwanten zich begonnen te roeren. In Oostenrijk liep de communicatie met enkele nabestaanden in het honderd, toen bijvoorbeeld een overlijdensakte gewag maakte van appendicitis, terwijl de appendix van de patiënt al verwijderd was.

Verzet van de kerken De katholieke en de evangelische kerk deelden de verontwaardiging van de nabestaanden. Ze speelden een belangrijke rol in de ontmaskering en stopzetting van de euthanasiecampagne. Bisschoppen en aalmoezeniers tekenden verzet aan. Ze eisten duidelijkheid over de geruchten dat er een massamoord op psychiatrische patiënten aan de gang was. Ze weigerden de T4-vragenlijsten te laten invullen door het ziekenhuispersoneel en dreigden met juridische acties. In Duitsland kon je de doodstraf krijgen als je je bezondigde aan schuldig verzuim bij moord. Op 1 december 1940 vaardigde paus Pius XII een communiqué uit waarin hij het doden van psychisch of fysisch zieke mensen veroordeelde als een aanfluiting van de onschendbaarheid van het menselijk leven. De paus stuurde ook een bedankbrief naar bisschop Clemens von Galen toen hij op 3 augustus 1941 een vlammende preek hield tegen de T4moordcampagne. Enkele weken later, op 24 augustus 1941, zag Hitler zich gedwongen om Aktion T4 stop te zetten. Enkele inrichtingen wisten meteen alle sporen uit, maar de moordmachine was niet meer tot stilstand te brengen. Een deel van het personeel werd ingezet bij andere moordcampagnes, zoals de Aktion Reinhard in Polen, die het begin betekende van de Joodse genocide. De assistent van Werner Heyde, het hoofd van het T4-programma, werd later kampcommandant in Treblinka. In andere inrichtingen ging de moord op patiënten gewoon voort, met andere technieken en meestal zonder de officiële hulp van de T4-administratie. De patiënten uit Hall in Tirol stierven tussen 1942 en 1945, na de officiële stopzetting van het program-

ma. Vermoedelijk kwamen ze om door uithongering. Dat was een beproefde techniek die meer dan 70.000 Duitse psychiatrische patiënten de dood kostte tijdens de Eerste Wereldoorlog. De nazi’s pasten haar aan het einde van het interbellum toe op gehandicapte kinderen. Na het officiële einde van Aktion T4 experimenteerden ze ook met overdosissen slaapmedicijnen. De bevrijders van de pyschiatrische instelling in Hadamar vonden tien kilogram van de kalmeermiddelen Luminal en Veronal in de apotheek. Het is onduidelijk hoeveel patiënten er precies om het leven kwamen tijdens deze tweede fase van de moordcampagne. Wellicht weer enkele tienduizenden. Het cynische gevolg van deze waanzinnige moordcampagne was dat de psychiatrie haar doelpubliek nagenoeg volledig elimineerde aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ze had zichzelf nagenoeg overbodig gemaakt.

De gruwel voorbij De Aktion T4 toont aan dat psychiaters een sleutelrol speelden in de moordmachine van het nazisme. Zij dragen een verpletterende verantwoordelijkheid voor de moord op mensen die in hun diepste wanhoop smeekten om verzorging en genezing. Daarnaast zijn ze ook verantwoordelijk voor het naargeestige intellectuele klimaat dat de voedingsbodem vormde voor het bedenken van steeds drastischer eugenetische maatregelen. Het is een schrale troost dat hun blinde geloof in de erfelijkheid van psychische stoornissen en hun doorgedreven therapeutisch pessimisme minder zwaar doorwogen in de T4moordcampagne dan het utilitarisme van de nazi-bureaucratie. De nationaalsocialisten gingen erg ver in hun pogingen om het staatsbestel efficiënter te maken. Ze vertrouwden daarbij op de medewerking van iedereen. Net als de Holocaust was de uitvoering van Aktion T4 onmogelijk zonder de hulp van kleine garnalen, als bouwvakkers, technici, buschauffeurs, verpleegkundigen, administratief bedienden of de stokers van de verbrandingsovens. Zij zijn medeverantwoordelijk voor de gruwel. Zij maakten industriële massamoord mogelijk en de uithongering van hulpeloze kinderen en ontredderde zielen, de lijkenpikkerij in de instellingen en het bedrog van bezorgde familieleden. ‘So etwas hat man noch nie erlebt, solange die Welt steht’, zei een bezorgde ouder. ■

25


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.