Egypte
Dit bundeltje is van _________________________________
Beste jongens en meisjes van 5B, Ik ben Toetanchamon, een farao uit het Oude Egypte. Ik neem jullie vandaag mee naar mijn land omdat ik vind dat het zoveel te bieden heeft. Deze namiddag gaan we in hoeken werken rond het thema Egypte. Misschien ben je er zelf al op reis geweest? Of misschien weet je er eigenlijk nog helemaal niks van? Voor iedereen zal dit hoekenwerk veel verrassingen meebrengen. We zullen deze middag op een spelende manier allerlei zaken te weten komen over het Oude Egypte. Dat wil zeggen over het Egypte van vroeger, want het Egypte van vroeger heeft heel wat van zijn geheimen prijs gegeven door… Oei, oei, Toetanchamon, niet teveel verklappen… Ok, ik blijf even bij de zaak nu… hierachter vinden jullie een bundeltje. Als jullie goed meewerken met het hoekenwerk zullen jullie allerlei zaken te weten komen over bijvoorbeeld: de ligging van Egypte en de grootste rivier ter wereld, maar natuurlijk ook over de piramides, de farao’s, het dagelijks leven van de Egyptenaren, de Goden,… en dat is lang niet alles… al nieuwsgierig?? Prima, we gaan er zodadelijk aan beginnen, maar eerst… Enkele afspraken: We dragen zorg voor het materiaal dat we mogen gebruiken tijdens het hoekenwerk. We schuiven door naar de volgende hoek als de muziek speelt. We schuiven van hoek 1, naar 2, naar 3, naar 4. We werken ongeveer 35 minuten in elke hoek. Eens we in een hoek zitten, kijken we niet meer naar het deeltje van de vorige hoek. We maken er een leuke namiddag van, maar maken het niet té bont. We doen goed ons best, zodat we er heel wat slimmer van worden. Probeer je volledig te laten onderdompelen in de cultuur van die tijd. Dat wil zeggen, leef je maar volledig in, zo zal je veel te weten komen! Ik wens je veel succes en véél plezier! Veel groetjes en tot gauw, Toetanchamon.
1
Inhoudstafel
Inhoudstafel...................................................................................2 Inleidende tekst: Het oude Egypte.................................................3 Hoek 1............................................................................................6 Situering......................................................................................6 Klimaat........................................................................................8 De Nijl.........................................................................................9 Hoek 2..........................................................................................11 Werkzaamheden..........................................................................11 Woning......................................................................................15 Bouwwerken...............................................................................18 Hoek 3..........................................................................................19 Kunst.........................................................................................19 Schrift.......................................................................................21 Goden........................................................................................24 Mummies en lijkkisten..................................................................24 Hoek 4..........................................................................................27 Dagelijkse leven..........................................................................27 Voedsel......................................................................................31 Uiterlijk......................................................................................31 Speel je mee…? ..........................................................................33
2
Inleidende tekst: Het oude Egypte De erfenis van het Oude Egypte Een erfenis is iets dat van de ene persoon of generatie wordt doorgegeven aan de andere. Dat kan een voorwerp, een levenswijze of een manier van denken of doen zijn. De oude Egyptenaren leefden vierduizend jaar geleden, maar de erfenis van hun geweldige cultuur leeft in onze tijd nog voort. De oude Egyptenaren waren een van de eersten die een kalender van 365 dagen, getallen en een schrift gebruikten. Ze bouwden enorme monumenten, waarvan er veel nog overeind staan. Dat zijn onder andere de piramides, die gebouwd zijn als grafmonument voor de Egyptische koningen; het zijn spectaculaire herinneringen aan de geschiedenis van het oude Egypte.
De ligging van Egypte? Egypte ligt in Noord – Afrika. Het oude Egypte was een langgerekt, smal land dat zich langs de oevers van de rivier de Nijl uitstrekte. Daar hadden zich een aantal nederzettingen (= een bewoonde plaats) ontwikkeld waarvan de bewoners vooral aan landbouw deden. De meeste mensen woonden in het Nijl-dal. Elk jaar stroomde de rivier over en zette daarbij vruchtbare, zwarte grond af, die ideaal was om gewassen op te verbouwen. In het oosten en westen lag een droge, stoffige woestijn waar maar weinig kon leven of groeien. De Egyptenaren vonden de woestijn een gevaarlijke plek.
Wie waren de Egyptenaren? Als gevolg van de ontwikkeling van de landbouw ontstonden in het Middellandse Zeegebied verschillende grote beschavingen. Eén daarvan was het Oude Egypte. De Oude Egyptenaren waren de mensen die van ongeveer 3000 v. Chr. tot 30 v.Chr. in het Oude Egypte leefden. In die tijd bouwden ze één van de oudste en belangrijkste beschavingen ter wereld op. Het was ook één van de beschavingen die het langst standhield, met een bloeiperiode van meer dan 2000 jaar. Tijdens het grootste deel van haar geschiedenis werd het Oude Egypte geregeerd door koningen die men farao’s noemde. De Oude Egyptenaren geloofden dat de koning de god Horus was in menselijke vorm. Dat maakte hem heel machtig.
Wat deden de Oude Egyptenaren? Het overstromingsgebied werd gebruikt voor de landbouw: na het terugtrekken van het water begon het ploegen en zaaien. De Egyptenaren legden ook een bevloeiingssysteem aan naar hun akkers: waterputten en 3
kanaaltjes zorgden ervoor dat de gewassen niet verdroogden door de hitte. Opdat hun huizen tijdens de overstroming niet onder water zouden lopen, bouwden de Egyptenaren deze voorbij de akkers in het woestijnzand. Geleidelijk aan groeide er in het land een echte “staat”, met een centraal bestuur. Aan het hoofd daarvan stond de farao. Hij werd bijgestaan door vele edelen, priesters en ambtenaren.
Hoe woonden de Egyptenaren? De boeren woonden in boerderijen. De boerderijen bestonden uit verschillende rechthoekige kamers met een binnenhof ervoor, waarrond een muur werd opgetrokken. Ze werden gebouwd met tichelstenen (= in de zon gedroogde blokken leem) of met stenen gevormd met Nijlslib. Aan de buitenkant hadden de huizen weinig of geen ramen, dit om de felle zon buiten te houden. De farao leefde met zijn familie in een groot paleis, bediend door huispersoneel en slaven. Dit paleis vormde het centrum van het land en bestond uit twee grote delen: een woongedeelte voor de farao en een officieel gedeelte met onder andere troonzaal en ontvangstzalen, een zuilenhal en een groot binnenhof met reusachtige beelden van de farao. Ook de villa’s van de edelen waren zeer luxueus met zuilenrijen die op een terras en tuin uitkeken. In deze tuinen was er steeds een grote vijver die in de zomer verkoeling bracht. Binnen de muren waren er ook voedselopslagplaatsen. De meeste rijke Egyptenaren waren vooral grootgrondbezitters en hun pachters waren verplicht een deel van de oogst af te staan aan de eigenaar van de grond. Die voorraden bewaarden ze dan in hun voorraadschuren. Voor het eerst in de geschiedenis zijn er grote verschillen tussen woningen van mensen: die van de rijken en die van de boeren en arbeiders.
Geloof van de Egyptenaren De Egyptenaren geloofden sterk in God en in een leven na de dood. Uit alles wat archeologen hebben teruggevonden blijkt dat voor de Egyptenaren het leven na de dood en de godsdienst veel belangrijker waren dan het dagelijks bestaan. De Egyptenaren geloofden in vele goden: Osiris, Isis, Horus, Anubis,… Aan de bouw van het graf van een farao, een piramide of een rotsgraf, werd al begonnen tijdens zijn leven. Zo’n graf werd rijkelijk versierd en er werden allerhande gebruiksvoorwerpen en juwelen meegegeven, zodat de farao ook in zijn leven na de dood over een passende woonst zou kunnen beschikken. Wanneer de farao dan stierf, werd zijn lichaam door de priesters gemummificeerd en in een sarcofaag in het graf gelegd. Het graf werd zo goed mogelijk verborgen om grafrovers die het op de schatten in het graf gemunt hadden, buiten te houden.
4
Hoe weten we dit? We weten een heleboel over het Oude Egypte door de ruïnes en de voorwerpen die zijn achtergelaten. Veel stenen gebouwen en monumenten hebben standgehouden in het hete, droge klimaat. De Egyptenaren werden begraven met hun persoonlijke bezittingen zoals sieraden, meubels, voedsel en drinken. Ze versierden hun grafmuren met schilderingen van de goden en het dagelijks leven. Samen met de oude teksten en inscripties hebben deze ertoe bijgedragen dat we ons een levendig beeld van de Egyptische tijd kunnen vormen.
5
Hoek 1 In deze hoek gaan we het over de volgende thema’s hebben: • situering • klimaat • de Nijl
Situering In deze hoek liggen er atlassen op tafel en er zit een kaartje in je bundel. Je zult deze nodig hebben om de volgende opdrachten op te lossen.
Opdracht Maak gebruik van je atlas om volgende vragen op te lossen: a) In welk werelddeel vinden we Egypte terug? ....................................................................................................... b) Welke vorm heeft het land ongeveer? ....................................................................................................... c) Geef de hoofdstad van het land? ....................................................................................................... d) Hoe heet de grootste rivier die door Egypte stroomt? ....................................................................................................... e) De Nijl vertrekt uit een groot meer, hoe heet dit meer? ....................................................................................................... f) Hoe heten de 2 buurlanden van Egypte? ....................................................................................................... g) Aan welke zeeën grenst Egypte? .......................................................................................................
6
Opdracht Kleur a) b) c) d)
de onderstaande kaart in. Kleur Egypte geel. Kleur de Nijl, de Middellandse Zee en de Rode Zee blauw. Duid met een zwarte bol de hoofdstad Cairo aan. Kleur de buurlanden in het groen.
7
Klimaat Egypte heeft een heel warm klimaat omdat het dicht bij de evenaar ligt. Dit is de lijn die in het midden horizontaal op onze wereldkaart loopt. Het regent zelden in Egypte, behalve in het dal van de Nijl. Egypte kan daarom grotendeels als “woestijn” worden beschouwd. Behalve de zeer vruchtbare strook aan de Nijl.
Opdracht Omcirkel hetgeen je wel in verband brengt met Egypte.
8
De Nijl “Geschenk van de Nijl” Een Griekse schrijver noemde Egypte het “geschenk van de Nijl”. De rivier de Nijl stroomt ten noorden van Centraal Afrika door Egypte naar de delta in de Middellandse Zee. Toen was de rivier, net als nu, van wezenlijk belang voor welzijn van Egypte. Elk jaar stroomde de rivier over en zette hij vruchtbare, zwarte modder af op de oevers. Dat zorgde voor vruchtbaar akkerland in een gebied dat anders een verschroeide woestijn zou zijn geweest, en stelde de boeren in staat om enorme voorraden gewassen te verbouwen. De rivier was ook de belangrijkste hoofdweg van Egypte en de belangrijkste bron van water om te drinken en om het land mee te bevloeien.
Het landbouwjaar Het landbouwjaar werd in drie seizoenen verdeeld. In juli begon de rivier te overstromen. Dat noemde men de Overstroming. Terwijl hun velden onder water stonden, gingen veel boeren voor de koning aan bouwprojecten werken. Wanneer het water in november was gedaald, zaaiden de boeren hun gewassen. Dat was het groeiseizoen. Het oogstseizoen was in maart en april.
Gewassen en voedsel De meeste boeren werkten op het landgoed van rijke landeigenaren en betaalden in gewassen pacht voor hun velden. De belangrijkste gewassen waren tarwe en gerst. Deze werden gebruikt om brood en bier van te maken. De boeren verbouwden ook groenten en fruit, waaronder druiven waarvan wijn werd gemaakt. Ze verbouwden ook vlas waar linnen voor kleding van werd gemaakt.
De waterhuishouding Irrigatie (=kunstmatige bevloeiing van een terrein) was heel belangrijk omdat het weer zo heet en droog was. Wanneer het water zakte, groeven de boeren sloten en kanalen om het water van de Nijl naar hun velden te leiden. De sloten en kanalen werden ook gebruikt om water op te slaan. Om het water uit de rivier omhoog te halen, gebruikten de boeren een constructie die een sjadoef heette. Soms wordt deze constructie zelfs nu nog in Egypte gebruikt.
Het gebruik van een sjadoef om water uit de rivier omhoog te halen. 9
Opdracht Kruis het juiste bolletje aan: Net zoals nu verplaatste men zich in het Oude Egypte het gemakkelijkst • over land. • over de Nijl. Waarom? ....................................................................................................... ....................................................................................................... .......................................................................................................
Opdracht Je mag een bootje kiezen om te kleuren.
10
Hoek 2 In deze hoek gaan we het over de volgende thema’s hebben: • werkzaamheden • woning • bouwwerken
Werkzaamheden In de graven van verschillende farao’s hebben archeologen beeldjes van werkende dienaren gevonden. Zij dienden om in het dodenrijk de werkzaamheden voor hun overleden meester voort te zetten.
Opdracht Welke van de hieronder opgesomde werkzaamheden worden voorgesteld? Schrijf onder de tekening de juiste werkzaamheden. • de visvangst • de graanoogst • de druivenoogst • de jacht • de veeteelt • de vijgenoogst
……………………………………
11
……………………………………
……………………………………
…………………………………… 12
……………………………………
……………………………………
13
Het merendeel van de bevolking was landbouwer. Net als de ambachtslieden stonden zij niet erg hoog in aanzien. Priesters, legeraanvoerders en ambtenaren waren voorname personen. Hoog boven het volk troonde de farao. Hij werd beschouwd als god op aarde.
Opdracht Zoek in volgende woordzoeker verschillende beroepen die de Egyptische bevolking uitoefende. Tip: er staan 21 beroepen in het rooster. De woorden staan zowel horizontaal, verticaal als diagonaal.
14
Woning De farao’s bestelden vaak grootste gebouwen: paleizen, tempels of piramiden. De woningen van de rijken telden vele kamers waarin mooie meubels stonden. De meeste deftige huizen hadden prachtige binnentuinen met vijvers en vele soorten bomen en planten. Voor de oprichting waren duizenden arbeiders en kunstenaars nodig. Zij woonden in kleinere, maar stevige en praktische huisjes. Voor de arme Egyptenaren was een huis alleen een plaats waar men sliep, at en koelte zocht. Het dagelijks leven speelde zich vooral buitenshuis af.
15
16
Opdracht: Bekijk de tekening die op de vorige pagina staat en beantwoord volgende vragen. •
Wat is het opvallendste kenmerk aan zo’n huisje?
....................................................................................................... ....................................................................................................... •
Waarom zijn de daken plat en niet hellend, zoals bij ons?
....................................................................................................... .......................................................................................................
•
Waarom hadden ze een kelder nodig?
....................................................................................................... .......................................................................................................
•
Waarom waren de ramen zo klein?
....................................................................................................... ....................................................................................................... •
Waarom staan er op de muren geen hiërogliefen zoals in de tempels?
....................................................................................................... .......................................................................................................
17
Bouwwerken De Egyptische bouwkunst De piramides waren opmerkelijke staaltjes van techniek. De Egyptenaren hadden geen hijskranen, vrachtauto’s of andere apparaten. Toch slaagden ze erin om enkele van de grootste stenen monumenten ter wereld te bouwen. Het werk werd uitgevoerd door duizenden werkkrachten die gebruik maakten van eenvoudige gereedschappen, touwen, hellingen en sleden. In het begin waren de werkkrachten voornamelijk boeren, die opgeroepen werden om voor de koning te werken als onderdeel van de belasting die zij hem schuldig waren. Later werden ook krijgsgevangenen ingezet.
Gereedschap en materialen De belangrijkste bouwmaterialen in het oude Egypte waren kalksteen, zandsteen en graniet. De stenen werden uitgehakt in de heuvels boven de Nijl en per slede of boot naar de bouwplaats gebracht. De bouwvakkers gebruikten zagen en beitels uit metaal of hout en houten hamers. De Egyptische zagen die ze gebruikten behoren tot de eerste zagen ter wereld. Je kunt nog steeds deze oude zaagsporen zien op sommige piramidestenen.
Huizen Grafmonumenten en tempels werden van steen gebouwd omdat ze lang stand moesten houden. Maar gewone huizen werden van leem gemaakt dat in de zon gedroogd werd tot harde bakstenen. Het was vaak koeler en aangenamer om op het platte dak te slapen. Rijke mensen hadden grote huizen, in de stad of op hun landgoed.
Opdracht: In deze hoek staat een laptop. Roep even de leerkracht. Zij zet een documentaire op over het maken van piramides. Bekijk de documentaire: “Wie bouwde de piramides” van National Geographic.
Opdracht: Zoek in de talrijke boeken op de tafel eens wat informatie op over het Dal der Koningen. Wat is dit nu eigenlijk? ....................................................................................................... ....................................................................................................... ....................................................................................................... 18
Hoek 3 In deze hoek gaan we het over de volgende thema’s hebben: • kunst • schrift • goden
Kunst Als je aan Egypte denkt dan kan je veel typische kenmerken uit het Oude Egypte linken aan kunst. Denk maar aan de piramides, maar ook aan de sarcofagen, aan de mooie juwelen die de mannen en vrouwen droegen,… maar zeker en vast ook aan de muurschilderingen. De schilderingen die in Egyptische grafmonumenten zijn gevonden vertellen ons een heleboel over het dagelijks leven. Ze geven aardige taferelen weer van de Egyptenaren in hun huiselijke situatie, in het spel en op hun werk. Ze laten ook taferelen zien uit het leven van de dode en uit het leven van de goden en koningen. Ze werden niet alleen maar voor de sier geschilderd. De Egyptenaren geloofden dat de schilderingen in de volgende wereld tot leven zouden komen, zodat de dode eraan kon deelnemen.
Opdracht Op de tafel ligt een map vol met prenten, zoek daartussen eens enkele prenten van muurschilderingen. Bespreek de prenten met je groep. Gebruik als hulpmiddeltje volgende vragen: • Wat valt je op aan de prent? • Wat vind je mooi aan de prent? • Wat denk je dat deze muurschildering betekent? • Waarom zouden de Egyptenaren deze muurschildering hebben gemaakt? • Wie is erop afgebeeld? • …
19
Opdracht Kijk eens in de boeken en bestudeer eens hoe deze mensen werden afgebeeld op de muurschilderingen.
Opdracht Probeer zelf die houding eens aan te nemen.
Opdracht Teken in de kader een menselijke figuur zoals de Egyptenaren dat deden.
20
Schrift Schrijven Ongeveer 5500 jaar geleden ontwikkelde zich het schrift in Soemerië. Kort daarna ontwikkelde de Egyptenaren een eigen schrift. Er werd gebruikt gemaakt van getekende symbolen, die men hiërogliefen noemde. Dit betekende dat de Egyptenaren hun geschiedenis en ideeën konden opschrijven, in plaats van op hun geheugen te moeten vertrouwen. Dit was een hele belangrijke mijlpaal voor de Egyptische beschaving en voor ons in deze tijd.
Schrijvers aan het werk Hiërogliefen waren heel ingewikkeld in het gebruik. Speciaal daartoe opgeleide schrijvers besteedden jaren aan het leren lezen en schrijven ervan. Omdat hun schrijfvaardigheden zo hoog in aanzien stonden, kregen veel schrijvers een positie van macht en status. Hiërogliefen werden alleen maar gebruikt voor staatsaangelegenheden en voor inscripties (= een gegraveerde tekst in steen) op tempels of grafmonumenten. In het dagelijks leven werd een eenvoudigere schrijfwijze gebruikt.
Schrijfmaterialen De oude Egyptenaren hadden geen pen en papier. Ze schreven op een papierachtig materiaal dat papyrus werd genoemd en dat gemaakt was van een riet dat langs de rivier groeide. Daar komt ons woord papier ook vandaan. Het vervaardigen van Papyrus
21
Hiërogliefen:
In de loop van de tijd gingen de tekeningetjes niet alleen maar dingen voorstellen, maar ook klanken, bij voorbeeld:
Hier zie je nog meer hiëroglyfen:
Opdracht: Probeer nu eens met behulp van bovenstaande tabel de naam van de farao in de cartouche te ontcijferen. Probeer zelf een woord in de lege cartouche te schrijven.
22
Je ziet dat het schrijven van hiërogliefen een moeilijk en tijdrovend werkje is. Om sneller en gemakkelijker te kunnen schrijven, ging men de hiërogliefen steeds meer vereenvoudigen. Hierdoor ging het schrift er heel anders uitzien, bijvoorbeeld:
Opdracht: In deze hoek is een stempeldoos voorzien. Probeer je eigen naam hieronder te stempelen.
23
Goden De oude Egyptenaren vereerden honderden goden en godinnen. Ze stelden zich die goden soms voor als mensen, maar meestal als half mens, half dier of helemaal als dier. Van sommige goden dacht men dat ze de macht over natuurkrachten hadden, zoals de zon, de maan en het weer. Andere goden waren verbonden met aspecten van het dagelijks leven, zoals de landbouw of het schrift. Ter ere van de goden werden prachtige tempels gebouwd. Een beeld van de god of de koning stond binnenin de tempel. Een aantal van deze tempels staan er nu nog. Hier zie je god Anoebis, afgebeeld met een hondenhoofd.
Mummies en lijkkisten De Egyptenaren geloofden dat zij na hun dood in het dodenrijk zouden blijven voortbestaan. Zij stelden zich dat leven voor zoals op aarde. Om verder te leven was het nodig het lichaam te mummificeren, om het zo te bewaren. Na de mummificatie werd het lichaam in één of meerdere kisten gelegd. De lijkkisten, ook wel sarcofagen genoemd, werden van binnen en buiten beschilderd met afbeeldingen van goden en godinnen. Ook stonden er magische teksten op in het hiërogliefenschrift.
Opdracht: Zoek eens in de boeken hoe zo’n mummificatie er nu precies aan toe ging.
24
Opdracht Versier de lijkkist met tekeningen en hiërogliefen.
25
De begrafenis Niet iedereen werd op dezelfde manier begraven. De wijze waarop je begraven werd, hing af van je rijkdom en verschilde ook van periode tot periode. Hieronder zie je enkele soorten van graven.
piramide
mastaba
kuilgraf
rotsgraf
26
Hoek 4 In deze hoek gaan we het over de volgende thema’s hebben: • dagelijkse leven • voedsel • uiterlijk
Dagelijkse leven Onze kennis van het dagelijks leven in het Oude Egypte is voor een groot deel afkomstig van de schilderingen en persoonlijke voorwerpen die in de grafmonumenten zijn teruggevonden. Hierdoor kunnen de archeologen zich een beeld vormen van wat voor soort kleding de Egyptenaren droegen, wat voor voedsel ze aten, wat voor soort werk ze deden en hoe ze hun vrije tijd doorbrachten.
Opdracht Lees de tekst op de volgende pagina: “Hetepka, de zoon van een schilder”.
27
28
Opdracht Los onderstaande vragen op. • In welke tijd leefde Hetepka? Geef het jaartal. ....................................................................................................... • Waarom is iedereen al vroeg in de weer van ’s morgens vroeg? ....................................................................................................... ....................................................................................................... • Wat doet zijn vader precies van job? ....................................................................................................... • Geef de naam van de God die de doden naar het hiernamaals voert. ....................................................................................................... •
Op wat oefenen de kinderen in de klas hun schrift (hiërogliefen) en waarom? ....................................................................................................... ....................................................................................................... • Geef de twee belangrijkste transportmiddelen in Egypte. ....................................................................................................... ....................................................................................................... • Wat is een sfinx? ....................................................................................................... .......................................................................................................
Biljetten en muntstukken
Opdracht In deze hoek staat een doosje met de muntstukken en een portefeuille met de biljetten uit Egypte. Hiermee wordt vandaag nog steeds betaald. • Bekijk deze maar eens samen met de groep. • Zijn er gelijkenissen met onze euro’s? • Wat vind je van de biljetten? 29
Voedsel De voedselvoorziening Eten en drinken was in de Egyptische oudheid naast muziek en dans één van de belangrijkste middelen van genot. Het alledaagse voedsel varieerde. De armere hadden natuurlijk een heel ander menu dan de rijkere Egyptenaren. Men at het meest brood, gemaakt van grof graan, uien, radijs, en knoflook. Ze aten ook zongedroogde rauwe vis en dronken bier. Vlees werd door de meeste Egyptenaren alleen op festiviteiten gegeten, omdat dieren voor de meeste mensen te duur en te nuttig waren om op te eten. Veel rijke mensen konden zich dat wel veroorloven en voor hen was vlees van vee en gevogelte dagelijkse kost. Wel werd er door koningen en andere rijken veel vlees geschonken aan tempels, waarvan een deel aan de armen werd overgedragen.
Uiterlijk Er goed uitzien De Oude Egyptenaren droegen rokken, jurken en lange gewaden die van wit linnen waren gemaakt. Aan hun voeten droegen ze rieten sandalen. Het was heel belangrijk om er goed uit te zien. Rijke Egyptenaren droegen fijn afgewerkte hoofdtooien en pruiken, zelfs wanneer hun eigen haar heel goed was. Zowel mannen als vrouwen droegen make-up. Ze kleurden hun lippen en wangen met rode oker (=klei) en beschilderden hun ogen met zwarte of groene eyeliner. Henna werd gebruikt als verf voor het haar.
De kledij van de Oude Egyptenaren De mannen: een ruw geweven heupschort of lendendoek. De rijkere mannen droegen ook een heupschort, maar daarover nog een lang recht kleed. De kwaliteit van de stof, de lengte en de manier van dragen bepaalde de maatschappelijke rang van de drager. De vrouwen: een lange tunica, dit is een smalle kokerjurk met 1 of 2 schouderbanden, die strak om het lichaam spande. Daarover een doorschijnend kleed met een strakke gordel om het middel. De vrouwen uit de hogere kringen droegen meer en meer sieraden.
Egyptische sierraden Iedereen in Egypte hield ervan om sieraden te dragen, vooral halskettingen, armbanden en ringen. De edelsmeden waren heel vakkundig en maakten voortreffelijke ontwerpen van goud en halfedelstenen. Hun specialiteit was het versieren van voorwerpen met goudkraaltjes. Ze maakten ook juwelenkistjes van ivoor, hout en goud.
30
Opdracht Zoek in de boeken op hoe de Egyptenaren er vroeger meestal uitzagen.
Opdracht Teken bij deze Egyptische man: • mooie kleren • sieraden • een pruik • schmink
Opdracht Bekijk samen met de groep de informatie in de hoekenmap over uiterlijk.
31
Speel je mee…? Vul het kruiswoordraadsel in.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
32
33
Horizontaal 3
In de binnentuin van rijke Egyptenaren werden vaak … aangelegd ter verfrissing.
5
Het weertype dat een plaats over een bepaalde periode heeft. Het Oude Egypte had een heet, droog …
6
De enorme rotsblokken voor de piramides bestemming gebracht via … over de Nijl.
8
Ieder jaar konden de boeren aan landbouw doen door de … van de Nijl.
9.
De koningen woonden in prachtige …
10.
De meikever of ook de … genoemd was voor de Egyptenaren een echte geluksbrenger.
11
Egypte ligt in…
12
De hoofdstad van Egypte is…
werden
tot
op
Verticaal 1 2
Geef de naam van de grote bekende monumenten waarin de farao’s werden begraven De Egyptenaren aten vroeger vooral…
4
Om een piramide te bouwen waren er enorm veel arbeiders en … nodig
7
In 1922 werd het graf van de jonge koning … teruggevonden in het Dal der Koningen.
15
De piramides werden vaak gebouwd door ...
16
De Nijl is de … rivier van de wereld.
34
Over de Egyptenaren wordt heel wat verteld. Hieronder zie je enkele zinnen staan.
Opdracht Haal er die uit die fout zijn. • • • • • • • • • •
Egypte was een vruchtbaar land. De Egyptische boeren kenden een bevloeiingssysteem. In tijd van hongersnood kregen de boeren eten uit de magazijnen van de farao. De Egyptische woonhuizen werden in natuursteen opgetrokken. Het waren altijd slaven die de grote werken uitvoerden zoals het bouwen van piramides en het graven van kanalen. De Egyptenaren kenden heel wat van sterrenkunde, wiskunde, maar in hun geneeskunde gaven ze nog blijken van bijgeloof. De Egyptenaren geloofden in een hele reeks goden zoals Amon, Osiris, Horus en Anubis, die meestal werden voorgesteld als mensen met een dierenkop. De meeste kinderen kregen les van slaven in de scholen. De Egyptische maatschappij was in streng gescheiden kasten onderverdeeld. In Egypte waren geen steden, enkel grote landbouwdorpen.
Opdracht Trek een pijl naar wat past: Hiërogliefen
o
o gebalsemd lijk
Papyrus
o
o beeldschrift
Sfinx
o
o beeld dat de wacht houdt bij een graf
Mummie
o
o koningsgraf
Piramide
o
o plant waarvan men bladen maakt
Sjadoef
o
o irrigatie
Tunica
o
o zonnegod
Re
o
o kledij bij vrouwen
35