4 minute read

DE VORSTIN

Verslag Paneldiscussie: Joris Postulart

Poppodium De Vorstin ontwikkelde samen met Dutch Media Week een seminar over de relatie tussen poppodia en media. Door corona werd dit congres zeer actueel en was het met ruim 1300 unieke online bezoekers een van de successen van Dutch Media Week.

Advertisement

Het congres vond plaats op woensdag 7 oktober en bestond uit een aantal paneldiscussies. Een van deze panels bestond uit Jos Feijen (directeur Effenaar), Freek van ’t Ooster (programmamanager Media Perspectives), Lennart van der Meulen (algemeen directeur VPRO) en Jonathan Vermeulen (manager Development NEP). Gespreksleider was Frank Janssen (Striped Elephant).

INNOVATIE EN TRANSFORMATIE: OMDAT HET NU MOET!

Het disruptieve effect van de corona pandemie draagt bij aan het omarmen van technologische innovatie. Die innovatie resulteert in het creëren van een nieuwe – vaak hybride – realiteit waarin fans in contact kunnen blijven met hun favoriete muzikanten of sporters. Dat biedt ruimte voor nieuwe partijen die vooroplopen in de ontwikkeling, design en toepassen van nieuwe technologie. Het vraagt tevens van de traditionele partijen in de keten van live entertainment een nieuwe mindset.

VPRO-directeur Lennart van der Meulen weigert zich echter blind te staren op nieuwe technologieën: “De technieken zijn goed, maar wat corona ook leert is dat wanneer je mensen terugbrengt naar individuele beleving, die beleving ook al snel stukloopt. Wij als mensen kunnen juist met elkaar oplossingen vinden, techniek moet daar ondersteunend in zijn.”

Ook Jos Feijen, directeur bij poppodium Effenaar, denkt dat er vooral naar nieuwe manieren gezocht moet worden. Een nieuw landschap dat we met z’n allen moeten ontdekken: “Ik merk dat er gedacht wordt vanuit oude structuren. Je kijkt wel naar de nieuwe mogelijkheden, maar moet er niet naar de structuur van podia, labels en ook omroepen gekeken worden? We moeten niet proberen na te bootsen wat we hebben, maar juist iets nieuws creëren. Zo ging het bij het begin van het internet ook: we dachten toen ‘we zetten een brochure online, en dat is het dan. We moeten juist bezig met nieuwe manieren van beleving.”

Als programmamanager van Media Perspectives heeft Freek van ‘t Ooster onlangs vele ideeën opgehaald bij innovatieve bedrijven om de voetbalbeleving voor het thuiszittende publiek in tijden van corona te verbeteren. Daar liggen heel veel innovatiekansen, denkt Van ‘t Ooster. ‘’Iedereen weet dat een beleving in het stadion anders is dan thuis voor de tv. Dat geldt net zo goed voor concerten. Hoe kun je die bezoeker nog meer plezier laten beleven aan wat ie op dat moment ervaart? Dat is altijd de vraag die ik mezelf stel, of de bezoeker nou thuis is, of daadwerkelijk in het stadion.” Van ‘t Ooster deelt ook wat Van der Meulen zegt: ‘’Het is erg leuk om live bij een concert te zijn en dat mee te maken, een ervaring die je niet zomaar even digitaliseert of kunt overnemen. Je moet de mensen die er niet live bij zijn een mooi alternatief bieden, zoals een mediaplatform dat doet,’’ aldus Van ‘t Ooster. Daar komt echter ook een angst bij kijken: “Je hebt niet zomaar het antwoord gevonden, maar een van mijn grote zorgen is hoe de lokale podia mogelijk worden weggedrukt: niet iedereen kan zomaar de nieuwe Spotify of AirBnb worden, die de de capaciteit hebben om een complete markt overnemen.’’

Jonathan Vermeulen, als ontwikkelingsmanager verbonden aan NEP, werd in de coronacrisis gedwongen iets anders te gaan denken: “De evenementen waarvoor we werkten gingen niet door, dus we moesten creatief zijn. Wij hebben de spullen staan. De artiesten het engagement. We zijn snel aan het brainstormen gegaan. Daar is de reeks Larger Than Live met MOJO en Ziggo Dome uit ontstaan.” Vermeulen zag al snel dat zijn bedrijf niet de enige tak was in de industrie die zich snel moest aanpassen. Ook bij de muzikanten en managers zag hij een kentering: “Vorig jaar was het livestreamen van een concert nog ondenkbaar; managers dachten dat ze daarna geen tickets voor concerten meer zouden verkopen.” Hij denkt dat we uiteindelijk naar een situatie gaan waarin er naast de reguliere tickets, ook streaming tickets met allerlei extra’s worden verkocht aan thuiszittende fans.

Van der Meulen: “We zijn nu allemaal mediabedrijven. Niet alleen de VPRO, maar zeker ook de poppodia. Ook TivoliVredenburg beseft dat nu, waar ze eerder alleen maar bezig waren met programmeren. Ook zonder corona moet je als podium en platform veel meer doen online. Iedereen is aan het investeren in die omgeving. Lokaal is nu iedereen bezig met de kleinere stappen, en dat gaat op een razend tempo.”

“We kunnen alles wel uitvinden, maar we moeten vooral ook nadenken of en wanneer we het nodig hebben. Ik zie bijvoorbeeld voorlopig nog geen mensen met VR-brillen op en een biertje in de hand,” zegt Effenaar-directeur Jos Feijen. “Een poppodium is wat mij betreft een fabriek die bands op het podium zet, die bands spelen, douchen en gaan weer weg. Het is toch een traditie, dit is wat we doen. Er zijn mensen die inderdaad gewoon naar een podium willen om met vrienden een biertje te drinken, maar er wordt een hele generatie nu opgevoed die twijfelen of ze ook thuis interactieve ervaringen kunnen hebben.”

Freek van ‘t Ooster vindt dat we inderdaad de kern niet uit het oog mogen verliezen: “de artiest, of sporter, zorgt voor de magie en is het hoofdevenement. Dat moeten we niet uit het oog verliezen. Als je technologie combineert met iets dat mensen raakt en bezighoudt, en je het gevoel van collectieve beleving weet te waarborgen, heb je potentieel goud in handen.”

This article is from: