301 basis

Page 1

Springplank naar kennis

Basiscursus Versie 3.0 Kennismaken met it’s learning voor cursisten die geen of weinig ervaring hebben met it’s learning it’s learning Nederland, 1 September 2005

1


Inhoudsopgave Inleiding .................................................................... 3 Leerdoelen ..............................................................................................3 Nuttige links............................................................................................3

Aanmelden ................................................................ 4 Hoofdpagina ............................................................................................5

Instellingen ............................................................... 7 Interne berichten ...................................................... 9 Bericht versturen....................................................................................9 Bijlage toevoegen .................................................................................11 Mappen..................................................................................................11

Nieuw vak opzetten ................................................. 13 Vak aanmaken.......................................................................................13 Personen toevoegen .............................................................................14 Vakken organiseren..............................................................................15

Basiselementen ...................................................... 18 Algemene functies ................................................................................18 Materiaal aan het vak toevoegen .........................................................19 Map toevoegen......................................................................................20 Opdracht toevoegen..............................................................................22 Bestand toevoegen ...............................................................................25 Toets toevoegen....................................................................................30 EnquĂŞte toevoegen ...............................................................................36


Inleiding Deze basiscursus is de eerste cursus van het certificeringtraject voor it’s learning Certified Superuser (ICS), it’s learning Certified Mentor (ICM) en it’s learning Certified Administrator (ICA). Het is een eerste kennismaking met de elektronische leeromgeving. Er is geen specifieke voorkennis vereist. Wel wordt er vanuit gegaan dat de deelnemers ervaring hebben met een computer en Internet. U leert in deze cursus communiceren via het interne berichtensysteem, uw instellingen te wijzigen en een vak aan te maken. Na het aanmaken van een vak worden er een aantal basisfunctionaliteiten behandeld en wordt het vak opgebouwd met een aantal basiselementen zoals mappen, bestanden, opdrachten, toetsen en enquêtes.

Leerdoelen Na het doorlopen van deze cursus kunt u: uw instellingen en wachtwoord wijzigen communiceren via het interne berichtensysteem een nieuw vak aanmaken en er deelnemers aan toevoegen leerelementen toevoegen (map, bestand, toets, opdracht en enquête) opdrachten nakijken bestanden bewerken en versies gebruiken (Direct Edit) Na het doorlopen van deze cursus weet u hoe:

it’s learning is opgebouwd de helpfunctie werkt u structuur in uw vak kunt maken met behulp van mappen het opdrachtelement werkt

Nuttige links it’s learning forum: forum.its-learning.com Hier kunt u discussiëren met andere gebruikers over functionaliteiten. Verder kunt u tips vinden en een plek om wensen en verbeteringen door te geven. Browser test: support.itsolutions.no/browsertest Hiermee kunt u testen of de Internetbrowser op de computer waarop u werkt de juiste instellingen heeft om met it’s learning te kunnen werken.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

3


Aanmelden Vanaf versie 3.0 hebben alle scholen/organisaties een eigen startpagina. Ga naar het volgende adres: www.its-learning.com (of meldt u aan via de homepage van uw school indien deze mogelijkheid bestaat) 1. 2. 3. 4.

Kies rechtsboven in de taal waarin u wenst te werken (Nederlands). Kies uw domein = uw school/organisatie. Vul uw gebruikersnaam en wachtwoord in. Klik op Aanmelden.

Wanneer u zich voor de eerste keer aanmeldt, dan wordt u gevraagd of u de taal van uw voorkeur wilt kiezen en of u uw e-mail adres wilt invoeren. Afhankelijk van de instellingen van uw school kan er ook gevraagd worden om een nieuw wachtwoord te geven. Indien u uw wachtwoord vergeten bent, kunt u op Wachtwoord vergeten? klikken. Dit werkt alleen indien u bij het aanmelden uw e-mail adres hebt opgegeven. Het nieuwe wachtwoord zal dan naar dit e-mail adres gestuurd worden. Naast het aanmeldvenster voor de elektronische leeromgeving vindt u op de startpagina algemeen nieuws van uw organisatie, belangrijke documenten zoals de browsertest en belangrijke links naar bijvoorbeeld het it’s learning forum en de vakcatalogus.

Met behulp van de programma’s: SharpReader of FeedReader kunt u zich abonneren op nieuws van verschillende Internetpagina’s die voorzien zijn van het RSS-feed logo ( ook abonneren op het externe nieuws dat hier gepubliceerd wordt.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

). U kunt zich dan

4


Hoofdpagina Na het aanmelden komt u altijd op uw eigen hoofdpagina. De hoofdpagina ziet er ongeveer zo uit:

De bovenste tabbladen zijn het hoofdmenu en deze zijn altijd zichtbaar. U kunt altijd terug naar de hoofdpagina via het tabblad Hoofdpagina of door op Start te klikken in het kruimelpad. Op de hoofdpagina krijgt u een overzicht van uw vakken en projecten waaraan u verbonden bent als docent, student of (gast)docent. De datum achter het vak/project geeft aan wanneer er voor het laatst iets veranderd is. Is deze datum rood dan zijn er veranderingen geweest sinds de laatste keer dat u zich heeft aangemeld. Verder vindt u hier nieuws en informatie. U krijgt alleen nieuws te zien dat voor u van belang is. Mogelijk kunt u zich via Nieuws abonneren op nieuws van groepen waar u geen lid van bent, zoals informatie over het muziekorkest. Het menu aan de linkerkant is het Intranet. Het Intranet geeft aan in welke groep u bent ingedeeld in it’s learning. Iedere gebruiker is verbonden aan een of meerdere groepen. Deze groepen vormen samen een hiërarchische structuur. Onderstaand voorbeeld is het Intranet dat een student zal zien. Voor iedere groep kan een (groeps)administrator informatie plaatsen die niet aan een vak/project gebonden is, zoals de foto’s van de introductieweek.

In de rechter bovenhoek vindt u de Help/Over-knop. Op iedere plek in it’s learning kunt u deze helpfunctie raadplegen. De help opent bij het onderwerp waar u zich op dat moment bevindt. Mocht de helpfunctie u toch niet voldoende informatie geven dan kunt u via de zoekfunctie naar het gewenste onderwerp zoeken. it’s learning Nederland, 1 September 2005

5


Onder de Help/Over-knop vindt u het snelmenu waarmee u snel tussen de verschillende vakken en projecten kunt navigeren.

Via het groene mannetje kunt u zien wie er op dit moment online is. U kunt ervoor kiezen om onzichtbaar te zijn voor andere gebruikers. De enveloppe geeft aan hoeveel ongelezen berichten er zijn.

Opdracht 1 Voor deze cursus wordt gebruikt gemaakt van een aparte omgeving. U kunt zich als volgt aanmelden bij de trainingsomgeving van it’s learning: URL: www.its-learning.com Domein: it’s learning NL training Gebruikersnaam: voorletter+achternaam (bijv. Elise Willemse Æ ewillemse) Wachtwoord: welkom

it’s learning Nederland, 1 September 2005

6


Instellingen Binnen it’s learning kunt u een aantal instellingen naar eigen wens aanpassen, zoals uw persoonlijke gegevens met een foto, de wijze waarop u it’s learning bekijkt, de taal waarin u wilt werken of uw handtekening die automatische onder een intern bericht geplaatst wordt. In het hoofdmenu kiest u het tabblad Instellingen. U krijgt het volgende scherm te zien:

Persoonlijke gegevens wijzigen Onder de keuze Persoonlijke gegevens wijzigen kunt u een aantal velden met persoonlijke informatie invullen. Tevens kunt u hier uw handtekening plaatsen. Deze wordt onder elk bericht geplaatst.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

7


U kunt zelf bepalen wie er toegang krijgt tot de informatie die u in dit scherm plaatst: Wie krijgt er toegang tot persoonlijke informatie?

Homepage – hier ziet u het adres van uw webruimte binnen it’s learning. U kunt een ander adres invullen.

Via Uw persoonlijke informatie bekijken, kunt u zien hoe anderen uw persoonlijke informatie te zien krijgen. Alleen de personen die u toegang heeft gegeven tot deze informatie zullen deze informatie kunnen zien.

Het is noodzakelijk dat u een e-mail adres invoert in het veld E-mail adres. Naar dit adres wordt uw wachtwoord gestuurd wanneer u uw wachtwoord vergeten bent.

Wachtwoord wijzigen U kunt uw wachtwoord veranderen wanneer u wilt. 1. 2. 3.

Kies Instellingen in het hoofdmenu. Kies Wachtwoord wijzigen. Vul uw oude wachtwoord in – en daarna het nieuwe, twee maal ter bevestiging. 4. Klik op Opslaan.

Opdracht 2 Ga naar Instellingen in het hoofdmenu en maak een aantal veranderingen in uw persoonlijke gegevens. Vergeet niet om op te slaan! Hoe ziet uw persoonlijke informatie eruit voor andere gebruikers? Hoe kunt u uw wachtwoord veranderen? Bekijk it’s learning eens in een andere taal.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

8


Interne berichten Via het interne berichtensysteem kunt u berichten met bijlage sturen naar alle gebruikers van it’s learning binnen uw organisatie (school/scholengemeenschap). Dit berichtensysteem is niet hetzelfde als e-mail. U heeft geen e-mail adres nodig, maar de gebruikersnaam van de persoon die u wilt berichten. E-mail kan extern verstuurd worden. Via Berichten in het hoofdmenu heeft u toegang tot interne berichten en eventueel uw externe email. In de boomstructuur aan de linkerkant vindt u beiden terug. Als u naar het tabblad Berichten gaat in het hoofdmenu komt u automatisch in het Postvak In van het interne berichtensysteem.

U zult de volgende iconen tegenkomen: : ongelezen bericht : gelezen bericht : beantwoord bericht : doorgestuurd bericht

Bericht versturen 1.

Kies Berichten in het hoofdmenu.

2.

Kies Nieuw bericht.

3.

Voer de gebruikersnamen in van de personen die u een bericht wilt sturen. Indien u de gebruikersnaam van de geadresseerde niet kent, is het mogelijk deze op te zoeken. Klik op de zoekicoon ( ).

4.

Vul het Onderwerp in en het bericht dat u wilt versturen (in het tekstveld).

it’s learning Nederland, 1 September 2005

9


Zoeken naar personen Het volgende zoekscherm wordt geopend:

Dit scherm zult u vaak in it’s learning tegenkomen. U kunt zoeken op de vier velden. Vul niet meer dan één van de velden in dit zoekscherm in. Dat is eenvoudig, voldoende en geeft de minste kans dat er een verkeerd zoekwoord wordt ingevuld. Wanneer u zoekt naar één persoon, vul dan alleen voornaam of achternaam in. Wanneer u naar groepen personen zoekt, zoekt u in Hiërarchie. Vink daarnaast bijvoorbeeld het hokje Student uit wanneer u docenten zoekt. Klik op Zoek. Het zoekresultaat ziet er zo uit:

Vink de persoon/personen aan die u een bericht wilt sturen. Vink het bovenste hokje naast Naam aan indien u alle gevonden personen wilt selecteren. Klik op OK onderaan de pagina. De afgevinkte personen, worden aan het Aan-veld toegevoegd in de berichtenfunctie. Gebruik het BCC-veld als u veel ontvangers hebt. Zo voorkomt u dat er een lange lijst met namen voor de feitelijke inhoud van het bericht komt.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

10


Bijlage toevoegen U kunt aan ieder bericht één of meerdere bestanden toevoegen. Dit gaat als volgt: 1.

Klik op de icoon aan de rechterkant voor Upload bestand.

2.

U krijgt een nieuw scherm te zien, waar u op Bladeren (Browse) klikt.

3.

U komt in het scherm Bestand kiezen en krijgt een overzicht van bestanden en mappen op uw PC. Selecteer het bestand van uw keuze en klik op Open.

4.

Klik daarna op Upload bestand. U zult zien dat het bestand als bijlage aan het bericht is toegevoegd.

Mappen Standaard zijn er drie mappen aanwezig in de berichtenmodule:

Postvak in Verzonden berichten Verwijderde berichten

Naast deze mappen raden wij u aan om uw eigen mappen aan te maken via Nieuwe map. Maak er een gewoonte van om regelmatig berichten te verwijderen of naar een andere map te verplaatsen wanneer u ze heeft afgehandeld. Op deze manier heeft u alleen berichten in uw Postvak In die nog opgevolgd moeten worden. U kunt berichten vanaf uw Postvak In verplaatsen door het betreffende bericht af te vinken en daarna Verplaatsen naar in het veld Handeling te kiezen onderaan de pagina.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

11


Opdracht 3 Ga naar Berichten in het hoofdmenu en stuur een bericht naar de personen die vandaag bij de training aanwezig zijn (de naam van uw organisatie). Hoe kunt u dit zo snel mogelijk doen? Maak uw bericht extra interessant door verschillende functies van de editor te gebruiken. Stuur ook een bericht naar een aantal personen apart. Voeg een bijlage toe. Maak een nieuwe map aan om uw berichten te ordenen. Verplaats een aantal berichten vanuit Postvak in naar de nieuwe map.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

12


Nieuw vak opzetten Het vak staat centraal in it’s learning. Het vak is een afgeschermde ruimte waar de docent de mogelijkheid heeft om zijn studenten te begeleiden, opdrachten en toetsen te geven, voortgang van zijn studenten te controleren en veel meer. De afgeschermde ruimte kan op verschillende manieren gebruikt worden en hoeft niet vakgerelateerd te zijn (denk aan een sectieplatform voor docenten wiskunde).

Vak aanmaken 1.

Kies op de hoofdpagina Vak toevoegen (in het kader Vakken). U kunt ook via het tabblad Vakken in het hoofdmenu een vak toevoegen (klik op Vak toevoegen)

U krijgt het volgende scherm te zien: 2.

Geef een titel.

Alleen de titel van het vak is verplicht. De titel wordt weergegeven op de hoofdpagina en vakpagina. Het is handig om voor uw organisatie een conventie af te spreken voor de titel van een vak. Na verloop van tijd hebben veel docenten verschillende vakken aangemaakt. Dan wordt het zowel voor u als de student en de administrator onoverzichtelijk. Een mogelijke conventie zou kunnen zijn: Schoolkenmerk + Vak + uw initialen + klas/groep + schooljaar. Vakcode: een afkorting van het vak. We raden u aan om een identieke aanduiding te gebruiken als in uw roosterprogramma Punten: een indicatie van de studiebelasting of het te verkrijgen aantal studiepunten Archiefbestanden: hier kunt u (naderhand) bestanden uploaden met lesmateriaal voor het vak die bijvoorbeeld een uitgever heeft geproduceerd. 3.

Klik op Opslaan.

U komt gelijk op de vakpagina van uw nieuwe vak.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

13


Personen toevoegen Het eerste wat u kunt doen, is het toevoegen van studenten aan het vak: 1.

Klik op Personen in het linkermenu op uw scherm (het vakmenu).

Kies op het tabblad Personen voor de keuze Personen toevoegen. U krijgt onderstaand scherm te zien:

Er gelden hier dezelfde zoekregels als bij het interne berichtensysteem. Gebruik een van de eerste twee velden indien u één persoon zoekt. Gebruik het veld Hiërarchie indien u een groep wilt zoeken. Wanneer u deelnemers aan uw vak wilt toevoegen, zoekt u vaak naar een bepaalde klas. 2.

Zoek in het veld Hiërarchie naar uw klas.

3.

Vink de vakjes Systeemadministrator, Administrator en Docent uit als u studenten zoekt.

4.

Klik op Zoek.

U krijgt een lijst van alle studenten in deze klas. Wanneer u (bijna) alle studenten in deze klas wilt toevoegen, gebruik dan het bovenste vakje (Naam). Alle personen worden dan in een keer geselecteerd. 5.

Vink de studenten aan die u wilt toevoegen.

6.

Geef deze de rol Student (helemaal onderaan de pagina bij Selecteer rol).

7.

Klik vervolgens op Toevoegen.

De studenten worden gelijk aan uw vak toegevoegd en zij krijgen ook het vak te zien op hun hoofdpagina. Hierdoor hebben ze automatisch toegang tot het materiaal dat u aan het vak gaat toevoegen. Personen die niet aan het vak zijn toegevoegd, zullen het vak niet kunnen zien.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

14


Het is ook mogelijk om een mededocent aan het vak toe te voegen. Geef deze dan de rol Docent. Personen die de rol Docent krijgen (dit kunnen ook studenten zijn), kunnen net als u leerelementen aan het vak toevoegen. Wilt u alleen een collega laten meekijken dan kunt u de persoon als Gast toevoegen. De collega kan alleen de inhoud van het vak bekijken.

Vakken organiseren Vakken vindt u niet alleen terug op de Hoofdpagina maar ook op het tabblad Vakken. Op dat tabblad heeft u een overzicht van al uw actieve en gearchiveerde vakken. U kunt hier uw vakken organiseren maar ook nieuwe vakken aanmaken. Op de hoofdpagina staan alleen de vakken waarvoor u gekozen heeft om ze daar weer te geven.

Vakken toevoegen aan/verwijderen van favorieten Op het tabblad Vakken kunt u vakken toevoegen aan of verwijderen van uw favorieten. Dit houdt in dat de vakken wel of niet worden weergegeven op de hoofdpagina. Dit is een persoonlijke instelling die iedere gebruiker kan toepassen. Wilt u een vak verwijderen voor iedereen dan heeft u de volgende mogelijkheden: een vak archiveren of een vak definitief verwijderen.

Vakken naar het archief verplaatsen/uit het archief halen Wanneer u uw vak niet meer gebruikt, bijvoorbeeld aan het einde van het schooljaar, is het raadzaam om uw vak naar het archief te verplaatsen. U behoudt dan de mogelijkheid om onderdelen uit uw gearchiveerde vakken te kopieren naar een nieuw vak in het nieuwe schooljaar. Het vak zal van de lijst op de Hoofdpagina en het tabblad Vakken verplaatst worden naar de lijst met gearchiveerde items. Een vak archiveren: 1. Ga naar Vakken in het hoofdmenu. 2. Selecteer het vak dat u wilt archiveren. 3. Klik op Verplaatsen naar archief. Een vak uit het archief terug plaatsen naar het tabblad Vakken: 1. Ga naar het vak via het tabblad Vakken in het hoofdmenu. Selecteer in het trekmenu aan de rechterkant Archief. 2. Klik op het vak dat u uit het archief wilt halen. Het vak wordt geopend. 3. Klik dan op Instellingen in het vakmenu en dan Eigenschappen (zie pararaaf hieronder: Instelling van het vak). Op deze pagina heeft u de mogelijkheid om Ophalen uit archief aan te klikken. Het gearchiveerde vak wordt terug geplaatst op het tabblad Vakken en op de Hoofdpagina. Wanneer u de deelnemers niet van het vak verwijdert dan blijven zij ook toegang behouden tot het vak in het Archief op het tabblad Vakken.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

15


Vakken verwijderen U kunt uw vak Verwijderen. Het gehele vak met alle inhoud wordt dan verwijderd. Het vak blijft nog een aantal dagen in de prullenbak bij de administrator. Daarna wordt het vak definitief verwijderd. U verwijdert het vak op het tabblad Eigenschappen onder Instellingen in het vakmenu (zie paragraaf hieronder).

Instellingen van het vak Via Instellingen in het vakmenu kunt u verschillende vakinstellingen aan of uit zetten.

Dit kunt u doen onder de keuze Eigenschappen. Standaard staan de meeste instellingen aan (zoals NetMeeting, Verzuim). Maakt u echter geen gebruik van een van deze instellingen dan is het aan te raden deze instellingen uit te zetten. U heeft hier ook de mogelijkheid om de titel aan te passen, vakken te archiveren en te verwijderen.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

16


Opdracht 4 Maak op de hoofdpagina een nieuw vak aan via de knop Vak toevoegen. Geef bij de titel van het vak uw naam of initialen mee. Voeg de personen toe die ook aan deze training mee doen via Personen. Geef deze personen de rol student. U kunt ook een mededocent toevoegen. Deze krijgt dan de rol van docent. Hoe kunt u dit het snelste doen? Wat is het verschil tussen een gebruiker met de rol student en een gebruiker met de rol docent? Plaats een bericht op het bulletinbord van het vak. Archiveer het vak en haal het vervolgens weer op uit het archief. Zorg ervoor dat het vak niet zichtbaar is op het hoofdmenu. Is het vak dan niet zichtbaar op het hoofdmenu voor alle deelnemers van het vak?

it’s learning Nederland, 1 September 2005

17


Basiselementen it’s learning bevat een groot aantal leerelementen. Het begrip element wordt gebruikt als een algemene aanduiding voor alles wat als lesinhoud aan een vak kan worden toegevoegd, bijvoorbeeld: notities, links, toetsen, mappen enz. Deze elementen zijn onderverdeeld in 4 categorieën: inhoud (voor het maken en structureren van lesmateriaal), samenwerken, opdrachten en toetsen en import. De elementen zijn zoveel mogelijk op dezelfde wijze gebouwd en zijn zo herkenbaar. Na een kennismaking met een aantal algemene functionaliteiten die in alle elementen voorkomen, worden de basiselementen (map, bestand, opdracht, toets en enquête) behandeld. U kunt met deze kennis een vak opbouwen en u raakt vertrouwd met de opbouw van de elementen.

Algemene functies Voordat u begint met het toevoegen van lesmateriaal zijn er een aantal algemene functies en iconen waar u zich bekend mee moet maken. Iconen De volgende drie iconen zult u tegen komen op verschillende plaatsen binnen it's learning. Alle elementen die u aan uw vak toevoegt, kunt u benaderen om (rechten) te bewerken of te verwijderen via deze iconen. Icoon voor het bewerken van elementen Icoon voor het verwijderen van elementen Icoon voor het aanpassen van de rechten van elementen De rechtenicoon wordt gebruikt om verschillende rechten te geven aan bepaalde personen in een element. Hierop wordt in de super-user training uitgebreid ingegaan. Voor een nieuw vak hebben alle leerlingen voor alle elementen alleen lees- en participeerrechten en docenten schrijfrechten. U vindt achter in deze handleiding een overzicht van de meeste iconen die in it’s learning gebruikt worden.

Activeren / deactiveren van elementen Alle elementen die gemaakt worden, kunnen actief of niet-actief zijn. Bovendien kunnen ze automatisch door een tijdspad worden geactiveerd en deactiveert. Actieve elementen zijn zichtbaar voor studenten. Niet-actieve elementen zijn niet zichtbaar voor studenten en zullen gepresenteerd worden in licht grijze tekst in het vakmenu aan de linkerkant. Zo is het gemakkelijk te zien of een element actief is of niet.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

18


Deze functionaliteit maakt het mogelijk om elementen te maken zonder dat studenten deze gelijk te zien krijgen. Op het moment dat u een element in gebruik wilt nemen en toegankelijk wilt maken voor studenten, kunt u het element activeren. Het is mogelijk een hele map te activeren, maar ook losse elementen in een map. U kunt het activeren van een element ook op een vooraf ingestelde begindatum en tijdstip laten plaatsvinden. Tevens is het mogelijk de einddatum en tijdstip in te voeren tot wanneer het element actief is. U kunt de datum en tijdstip invoeren door Tijdspad te kiezen.

In dit voorbeeld is het element toegankelijk vanaf 18 augustus 2005 om 09:00.

Materiaal aan het vak toevoegen Als u nog niet in uw eigen vak bent, kunt u deze kiezen op de Hoofdpagina, op het tabblad Vakken of via het Snelmenu aan de rechterkant. Elementen kunnen worden toegevoegd via de Toevoegen-knop in het vakmenu. Personen die de rol Docent in het vak hebben, beschikken over deze Toevoegen-knop. U zult nu een nieuwe pagina te zien krijgen waarop de verschillende elementen staan die u kunt gebruiken om de inhoud van uw lesmateriaal op te bouwen.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

19


Map toevoegen Het is raadzaam om eerst verschillende mappen aan te maken om zo structuur in het vak aan te brengen. Kies voor een duidelijke structuur zodat studenten gemakkelijk het juiste lesmateriaal kunnen vinden. 1.

Klik op Map toevoegen.

2.

Vul de titel van de map in, bijvoorbeeld Theorie. De titel is bij ieder element verplicht en met deze titel wordt het element weergegeven in het vakmenu aan de linkerkant.

3.

Geef een beschrijving van de map. Deze beschrijving wordt weergegeven als de map wordt geopend (niet verplicht).

4.

Selecteer of de map actief wordt en geef eventueel een begin/einddatum op.

5.

Klik op Opslaan.

U hebt nu een map toegevoegd waarbij studenten het recht hebben gekregen om actieve elementen te lezen en waar docenten het recht hebben om elementen toe te voegen. In de super-user cursus wordt uitgelegd hoe u deze rechten kunt wijzigen en hoe u studenten schrijfrechten kunt geven. Wanneer u op een map klikt, opent deze zich met een nieuwe Toevoegen-knop. Met deze Toevoegen-knop, kunt u elementen aan deze nieuwe map toevoegen. Wilt u een nieuwe map aanmaken op het basisniveau, gebruik dan de onderste Toevoegen-knop.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

20


Map bewerken / veranderen Via de bewerkingsicoon kunt u: de titel van de map veranderen; de rechten van de map veranderen; de map actief of niet-actief maken of begin/einddatum van het tijdspad wijzigen. Zo kunt u een map bewerken: 1.

Klik op de titel van de map die u wilt bewerken. U krijgt de elementmanager te zien voor deze map.

2.

Klik op de bewerkingsicoon in de rechter bovenhoek van bovenstaand figuur. U krijgt nu hetzelfde scherm te zien als het scherm dat u te zien kreeg bij het maken van de map.

3.

Maak de veranderingen en klik op Opslaan.

Opdracht 5 U bent nu zover om uw vaklokaal te gaan verdelen in mappen. Denk na over een logische opzet van mappen en maak een aantal van deze mappen (met eventuele onderliggende mappen) aan via de Toevoegen-knop in het linker vakmenu.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

21


Opdracht toevoegen Met Opdracht toevoegen kunt u eenvoudig opdrachten uitzetten naar de studenten. Zij kunnen verplicht worden deze opdracht te maken binnen een bepaalde deadline. Zij kunnen dit zelfstandig of als groep inleveren. Een opdracht moet in tegenstelling tot een toets worden nagekeken. Het element opdracht werkt als volgt:

de studenten krijgen automatisch een bericht dat er een opdracht is uitgezet (waarbij de deadline etc. is aangegeven); u krijgt automatisch informatie over welke student de opdracht heeft ingeleverd en of de studenten zelfstandig werk of groepswerk inleveren; u kunt gemakkelijk terugkoppeling geven via it’s learning en een beoordeling geven (met cijfers); studenten krijgen automatisch terugkoppeling nadat hun opdracht is nagekeken; verplichte opdrachten en cijfers worden automatisch opgeslagen.

Zo maakt u een opdracht: 1. Ga naar het vak waaraan u een opdracht wilt toevoegen. 2.

Kies Toevoegen in het vakmenu (u moet ervoor zorgen dat u de Toevoegen-knop gebruikt die bij de betreffende map hoort waar u een opdracht in wilt maken).

3.

Kies Opdracht toevoegen.

U krijgt nu het volgende scherm te zien:

1.

Geef de opdracht een titel, stel eventueel een deadline in (datum en evt. tijdstip), en geef aan of de opdracht verplicht is of niet. Een verplichte opdracht wordt meegenomen in de statusfunctionaliteit. In de super-usercursus wordt deze functionaliteit uitgelegd.

2.

Activeer eventueel de opdracht

it’s learning Nederland, 1 September 2005

22


3.

Voeg eventueel een bijlage toe. Indien u wenst één of meerdere bestand(en) toe te voegen voor de studenten, bijvoorbeeld een opdracht die u in Word heeftt geschreven, kunt u dit doen door te klikken op de Upload bestand-icoon rechts van het veld Bestanden. U kunt dan zoeken naar het bestand.

4.

In het tekstveld schrijft u de informatie over de opdracht die u de studenten wilt geven. Het kan de feitelijke opdracht zijn, maar ook aanwijzingen over het document dat u als bijlage heeft toegevoegd.

5.

Kies welke beoordeling gebruikt zal worden.

6.

Klik op Opslaan.

De opdracht zal nu als een element in het vakmenu te voorschijn komen. Op het moment dat de opdracht actief wordt, verschijnt de opdracht op de vakpagina van de studenten onder Taken. Wanneer u wederom de opdracht opent (via het vakmenu), zult u zien dat u een overzicht krijgt van alle studenten in uw vak onder het opdrachtenvenster.

Opdracht nakijken Indien, na verloop van tijd, de studenten de opdrachten inleveren, krijgt u in dit venster een overzicht. Wanneer u de opdrachten gaat nakijken, kunt u de ingeleverde opdracht voor u krijgen door op Weergeven te klikken bij de student die u wilt beoordelen.

Klik op Weergeven aan de rechterkant voor de student die u wilt beoordelen. U krijgt nu een nieuw venster te zien waar u de status Niet verbeterd, Verbetering onderhanden, Voldoende, Onvoldoende of Niet voldoende, opnieuw inleveren kunt geven. U kunt een cijfer meegeven en u kunt hier ook uw opmerkingen geven aan de student. Indien de student zijn opdracht via een bijlage heeft beantwoord, bijvoorbeeld in Word, kunt u het werk van de student direct in het Wordbestand te verbeteren. U kunt dan het volgende doen: U ziet de bijlage (antwoord) van de student bovenaan het scherm. 1.

Klik op de bestandsnaam

2.

U krijgt een venster met de vraag het bestand te openen of op te slaan. Kies voor Openen.

3.

De bijlage wordt in een nieuw venster geopend.

Handmatige registratie Als een student een antwoord op papier heeft ingeleverd, kunt u het antwoord in it's learning zetten. Zo maakt het antwoord een deel uit van het geheel van cijfers, rapportage etc. en krijgt de it’s learning Nederland, 1 September 2005

23


student de feedback via it's learning. Klik op Handmatige registratie.

Wanneer u een antwoord handmatig registreert, kunt u o.a. de volgende velden invullen: Ingeleverd door: wie en wanneer is het antwoord ingeleverd. Andere deelnemers: voeg extra gebruikers toe die aan het antwoord hebben meegewerkt. Bestanden: een lijst van bestanden die bij het antwoord zijn gevoegd. Tekst: tekst die bij het antwoord hoort. Status: geef de status van het antwoord Cijfer: als het gebruik van cijfers in het vak is geactiveerd, kunt u hier een cijfer toekennen. Commentaar: geef eventueel commentaar.

Antwoord downloaden Via deze knop kunt u de antwoorden downloaden die via it’s learning zijn ingeleverd. Klik op Antwoorden downloaden en u kunt de antwoorden als zip-bestand opslaan. De antwoorden zijn nu op uw computer beschikbaar per student in html-formaat.

Opdracht 6 Voeg een Opdracht toe aan een map (bijvoorbeeld opdrachten). Hoe ziet dit er voor de leerling uit? Stuur via berichten een bericht naar uw leerlingen met de vraag de opdracht te beantwoorden. Kijk het antwoord van een van uw leerlingen na. Registreer ook handmatig een antwoord.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

24


Bestand toevoegen Deze functie maakt het mogelijk om onder andere Word documenten, Open Office documenten, Lotus rekentabellen of plaatjes aan een vak toe te voegen. In principe kunt u ieder bestand toevoegen zolang u er rekening mee houdt dat uw studenten ook de noodzakelijke software/programma’s op hun eigen computer hebben om het bestand te kunnen openen. Dus wanneer u een PowerPoint bestand toevoegt, moeten uw studenten PowerPoint (of een PowerPoint viewer) geïnstalleerd hebben op hun PC. Er kunnen bestanden vanaf uw computer worden toegevoegd of nieuwe bestanden worden aangemaakt. Toegevoegde en nieuwe bestanden kunnen worden bewerkt met Direct Edit. Zo kunt u bestanden direct in it’s learning aanmaken en/of bewerken zonder deze eerst op uw computer op te hoeven slaan. Bovendien kunt u gebruik maken van versiebeheer. Om Direct Edit te kunnen gebruiken moet u Internet Explorer gebruiken.

Bestand van computer toevoegen Ga naar het vak waaraan u een bestand wilt toevoegen. 1.

Kies Toevoegen in het vakmenu links (op de plek waar u het document wilt toevoegen).

2.

Kies Bestand toevoegen.

U krijgt dit venster te zien:

3.

Klik op de Uploadicoon rechts naast het veld Upload Bestand.

4.

Kies Bladeren (Browse)

5.

Zoek en selecteer het bestand op uw computer.

6.

Klik op Openen.

7.

Klik op Upload bestand.

8.

Geef het bestand een titel en klik op Opslaan.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

25


Nieuw bestand toevoegen (Word, Excel etc) 1.

Kies Toevoegen in het vakmenu.

2.

Kies daarna Bestand toevoegen.

3.

Selecteer: Nieuw document en kies het type (Word, Excel...).

4.

Vul de titel in.

5.

Klik op Opslaan.

U krijgt een nieuw document van het gekozen type en u kunt hiermee gelijk beginnen. Wanneer u klaar bent met het betreffende document (tekst / presentatie), slaat u deze op de gebruikelijke wijze op. In dit voorbeeld is voor een Word document gekozen

it’s learning vraagt niet waar het bestand opgeslagen moet worden. Het bestand wordt namelijk automatisch opgeslagen op de server. U kunt dit document benaderen op de plek in het vak waaraan u het bestand heeft toegevoegd. Indien u ervoor kiest om een kopie op uw eigen computer op te slaan via Opslaan als.., zult u deze zelf via Bewerken en Nieuwe versie uploaden moeten toevoegen (zie later in dit hoofdstuk bestand bewerken) U moet het programma afsluiten, niet alleen het bestand, voordat u verder gaat. it’s learning Nederland, 1 September 2005

26


Het volgende scherm wordt weergegeven: Antwoord Ja op de vraag of u het aangepaste bestand wilt uploaden. Omdat dit de eerste keer is, wordt het bestand direct opgeslagen in het vak waar u op Bestand toevoegen heeft geklikt.

Bestand bewerken met Direct Edit Wanneer u een bestand met behulp van Direct Edit wilt bewerken, klikt u op het betreffende element in het vakmenu. Het volgende scherm wordt dan weergegeven:

U hebt twee bewerkingmogelijkheden: 1. 2.

De bestandsinhoud bewerken ( ). Eigenschappen van een document bewerken via de bewerkingsicoon (

).

Beide mogelijkheden worden hieronder uitgelegd.

Bestandsinhoud bewerken Klik op de Direct Edit-icoon (

).

Het bestand zal nu geopend worden en u kunt met bewerken beginnen. Wanneer u klaar bent met het bestand sluit u het programma Word af. U krijgt niet de vraag waar u het bestand wilt opslaan – dit gaat automatisch. Aansluitend vraagt it’s learning of u het bestand wilt uploaden. Antwoord wederom met een Ja om de bewerkte versie up te loaden. Als u Nee antwoordt, wordt er geen nieuwe versie aangemaakt. Uw bewerkte document verdwijnt! Nadat u Ja geantwoord heeft, wordt het volgende scherm weergegeven:

it’s learning Nederland, 1 September 2005

27


Vink Nieuwe versie aan als u niet wilt dat uw eerste versie van het bestand overschreven zal worden. Vul eventueel commentaar in (hier kunt u aangeven wat er bewerkt is ten opzichten van de vorige versie). Klik op Opslaan. Wij zullen nu kijken hoe u de eigenschappen van een of meerdere van de bestandsversies kunt bewerken.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

28


Eigenschappen van bestanden bewerken Klik op de bewerkingsicoon (

) . Het volgende scherm wordt weergegeven:

Hier kunt u kiezen of gebruiker/studenten alle versies van het document te zien krijgen.

Iedere versie kan zijn eigen naam hebben. Geeft aan welke de versie van het document in gebruik is dwz. welke aan de studenten/gebruiker wordt weergegeven.

Door op het slotje te klikken, kunt u kiezen of een document vergrendeld moet worden of niet (of een document bewerkt kan worden of niet).

Door op deze icoon te drukken, neemt u dit document in gebruik dwz. deze zal aan de gebruikers/studenten worden weergegeven

Op het tabblad Logs ziet u een log over alles wat er met het document is gebeurd. Met Nieuwe versie uploaden kunt u een nieuwe versie van het document uploaden zonder dat u gebruik maakt van Direct Edit (u kunt bijvoorbeeld met een versie gewerkt hebben op uw eigen computer dat u aan het vak wilt toevoegen) Indien een kopie had gemaakt via Opslaan als.. in Word, zult u het document hier kunnen uploaden.

Opdracht 7 Voeg mogelijk een bestaand bestand toe. U kunt er ook voor kiezen een geheel nieuw document aan een map (bijvoorbeeld theorie) toe te voegen. Beide mogelijkheden zijn toegankelijk via bestand toevoegen. Probeer het bestand na het toevoegen ook via it’s learning te bewerken. Maak gebruik van bestandsinhoud bewerken (direct edit). U kunt het bestand bewerken zonder het op uw computer op te slaan.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

29


Toets toevoegen Een toets bestaat uit een aantal vragen met vaste antwoordalternatieven. Een toets kan zodoende zichzelf nakijken en geeft de studenten gelijk een terugkoppeling over het resultaat (% goede antwoorden). In tegenstelling tot de andere elementen in it’s learning moet een toets (en enquête) in twee stappen worden opgeslagen. Ten eerste moeten de eigenschappen van een toets worden opgezet met informatie over aantal pogingen, slagingspercentage, deadline enz. Nadat deze informatie is opgeslagen, is het mogelijk om het element te benaderen vanuit het vakmenu en er vragen aan toe te voegen.

Eigenschappen van een toets invoeren

Kies Toets toevoegen. Vul een titel in. In het tekstveld geeft u algemene informatie over deze toets (maar hier GEEN vragen toevoegen). Geef eventueel deadline aan. Geef score om te slagen. Geef aan hoeveel keer de student de toets mag maken (0=oneindig). Geef aan wanneer de antwoorden getoond mogen worden. Indien u alle vragen op één pagina wilt tonen, zet dan een vinkje in het betreffende hokje. Klik op Opslaan.

Geavanceerd Als u het tabblad Geavanceerd selecteert, heeft u de mogelijkheid om een aantal extra eigenschappen aan de toets toe te voegen. U krijgt het volgende te zien:

it’s learning Nederland, 1 September 2005

30


Indien u hebt aangegeven hoeveel keer een student de toets mag maken, kunt u bij Quarantaine tijd tussen elke poging, het aantal dagen invullen dat moet verstrijken alvorens een nieuwe poging mogelijk is. Wanneer u vragen gaat toevoegen, kunt u deze vragen een verschillende zwaarte meegeven door eerst een aantal categorieën aan te maken die u verschillende punten geeft. U kunt zelf het aantal categorieën bepalen. Indien u Activeer toevallige trekking van categorieën activeert, zult u een nieuw veld krijgen waar u moet aangeven hoeveel vragen er uit de verschillende categorieën getrokken moeten worden. Verschillende studenten kunnen zo verschillende vragen krijgen die toevalligerwijs gekozen zijn.

Vragen aan de toets toevoegen Klik op het toetselement in het vakmenu aan de linkerkant. U krijgt het volgende te zien:

it’s learning Nederland, 1 September 2005

31


De eigenschappen van de toets worden weergegeven. Merk op dat de toets nog niet actief is. Een toets (en een enquête) zullen altijd niet-actief zijn wanneer u deze heeft aangemaakt. Zodoende wordt de toets pas zichtbaar voor de studenten wanneer u daar bewust voor kiest. Daarnaast is het niet mogelijk om een toets te activeren voordat u tenminste één vraag heeft aangemaakt. U bent nu zover dat u vragen aan de toets kunt toevoegen. Klik op het tabblad Vragen.

3 typen vragen U kunt 3 typen vragen toevoegen of toetsbestanden importeren.

Ja/Nee Hier maakt u vragen waarbij u kunt aangeven of het antwoord op de vraag Ja of Nee is.

Meerkeuzevraag

1.

Vul een vraag in het tekstveld in

2.

Plaats de cursor in Nieuw alternatief en voer het eerste antwoordalternatief in. Geef aan of deze goed of fout is en druk op Voeg toe (alleen het juiste antwoord aanvinken)

3.

Het antwoordalternatief wordt verplaatst naar het bovenliggende veld Alternatieven.

4.

Ga door met het toevoegen van antwoordalternatieven in het veld Nieuw alternatief.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

32


Als u meerdere juiste antwoordalternatieven toevoegt, is het belangrijk om het hokje Meerdere antwoorden kunnen worden geselecteerd aan te vinken. Indien u één van de alternatieven wilt veranderen, dubbelklikt u op het betreffende alternatief in het veld Alternatieven – of u selecteert het te bewerken alternatief en klikt op Bewerken. Als u na het maken van een vraag nog meer meerkeuzevragen wilt maken, kiest u aan het eind van de vraag voor Opslaan + Nieuw. Wilt u een ander soort vraag maken (ja/nee, vind paar) of bent u klaar met de toets dan drukt u op Opslaan. Daarna komt u terug op het tabblad Vragen in de toets en kunt u een nieuw vraagtype selecteren.

Vind paren Hier kunt u vragen aanmaken waar studenten woorden/begrippen die bij elkaar horen kunnen matchen, bijvoorbeeld Nederlandse en Engelse woorden, begrippen en verklaringen enz.

1.

Vul de vraag in bijvoorbeeld "Welke begrippen horen bij elkaar?".

2.

Voeg de begrippen die bij elkaar horen in het veld Nieuw alternatief toe (Het ene begrip beneden, het andere in het bovenste veld).

3.

Klik op Voeg toe en ga verder met het toevoegen van begrippen die bij elkaar horen.

4.

Klik op Opslaan als u klaar bent.

Wanneer de studenten deze vraag op het scherm krijgen, zijn de begrippen door elkaar geschut. Dan is het de opdracht voor de studenten de juiste begrippen bij elkaar te vinden. Hoe ziet de toets er voor de student uit? Indien u wilt weten hoe de toets er voor de studenten uit ziet, kunt u zelf de toets maken. 1. Kies het Toets-tabblad 2.

Klik op Maak deze toets

Wanneer u de gehele toets heeft gemaakt. Krijgt u het resultaat op de voorpagina van de toets te zien.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

33


Toets bewerken/ veranderen U kunt alleen de toets bewerken indien de toets niet-actief is en leeg (dwz. niemand heeft geantwoord). Als u zelf de toets heeft gemaakt om te zien hoe de toets eruit ziet, dient u eerst uw eigen antwoord te verwijderen voordat u wijzigingen kunt aanbrengen in de toets. U kunt dit zo doen: 1.

Controleer of de toets actief of niet-actief is. Klik op Deactiveren wanneer de toets actief is.

2.

Verwijder uw eigen antwoord door op het kruis geheel rechts bij uw antwoord te klikken.

Het is nu mogelijk om de toets te benaderen en veranderingen te maken. 1.

Klik op het Vragen-tabblad

2.

Klik op de bewerkingsicoon van de vraag die u wilt bewerken

3.

Voeg eventueel nieuwe vragen toe

U kunt vragen verwijderen door ze te selecteren via het hokje voor de vraag en beneden op het kruis te drukken. Verder is het mogelijk vragen te kopieren en de volgorde te veranderen.

Vergeet niet de toets te activeren! De toets is pas toegankelijk voor studenten nadat u de toets heeft geactiveerd. 1.

Kies het tabblad Toets.

2.

Klik op Activeren.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

34


Na enkele seconden zal de toets zichtbaar worden bij de studenten. Vraag de studenten om te vernieuwen (via de F5 knop of de Vernieuwen knop in Windows Explorer) wanneer zij niet de toets te voorschijn zien komen op hun webpagina.

Opdracht 8 Voeg een Toets toe (bijvoorbeeld in de map toetsen) die uit verschillende vragen bestaat (ja/nee, meerkeuze en vind paren). Definieer eerst de algemene eigenschappen voordat de vragen worden toegevoegd. Kopieer een vraag en wijzig de volgorde van de vragen. Activeer de toets en vraag een aantal leerlingen de toets te maken.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

35


Enquête toevoegen Een enquête wordt op dezelfde manier gemaakt als een toets. Merk wel de volgende verschillen op:

Een toets heeft een vaste antwoordopmaak. Een enquête heeft geen ingebouwde opmaak. In een enquête heeft u de mogelijkheid om open vragen toe te voegen Een enquête kan anoniem zijn of niet Een enquête kan ook extern uitgezet worden. De enquête kan verstuurd worden naar personen die geen deelnemers aan het vak zijn.

Net zoals bij de toets wordt een enquête in twee stappen gemaakt. Voer eerst de eigenschappen in van de enquête en een introductie. De vragen komen pas in stap twee.

Vragen toevoegen Ga weer naar de enquête in het vakmenu en klik op de titel. Het element is lichtgrijs omdat de enquête nog niet actief is. Klik op het tabblad Vragen om in het venster te komen waarin u de enquête kan maken.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

36


Behalve Ja/Nee en Meerkeuzevraag, die u ook bij de toets heeft gezien, kunt u hier ook open vragen en matrix vragen toevoegen. Voor meer informatie over de Ja/Nee en Meerkeuzevragen zie vorige paragraaf. Een matrixvraag maakt u als volgt aan: 1.

Klik op Matrix op het tabblad Vragen.

2.

In het tekstveld kunt u tekst plaatsen m.b.t. de matrix. In dit voorbeeld: ”Wat vindt u van deze verschillende onderwijsvormen?”

3.

Vul het aantal kolommen en rijen in en kies Aanpassen om het gewenste aantal kolommen weer te geven.

4.

Klik op Opslaan of Opslaan+Nieuw.

Enquête extern verspreiden U kunt enquêtes verspreiden aan gebruikers die niet aan uw vak/vakken meedoen. Zij hoeven zelfs geen gebruikersnaam voor it’s learning te hebben. U kunt zo een enquête sturen aan de gehele school, vakgroep, stagebedrijven of aan ouders. Deze enquête kan alleen anoniem ingevuld worden.

1.

Open de enquête in het vakmenu en kies voor bewerken (via bewerkingsicoon).

2. Kies in het eigenschappenscherm bij Type voor Open extern (anoniem). De enquête is nog niet actief.

it’s learning Nederland, 1 September 2005

37


3.

Kies voor activeren.

4.

Vervolgens Verstuur bericht.

5.

Het berichtenvenster wordt geopend met de link naar de enquĂŞte.

U kunt enquĂŞtes nu op verschillende manieren distribueren:

it’s learning Nederland, 1 September 2005

38


Via het interne berichten systeem. Hiermee kunnen alleen berichten aan gebruikers van it’s learning in uw omgeving worden gestuurd.

Via het element in uw vak (alleen toegankelijk voor deelnemers aan uw vak).

Via gewone e-mail. U kunt de link uit het bericht kopiëren en plakken in uw gewone e-mail bericht. U kunt naar iedereen dit bericht sturen (hoeft geen gebruiker van it’s learning te zijn).

Via de website van uw school. U kunt de link uit het bericht kopiëren en deze in uw website opnemen als link.

Opdracht 9 Het toevoegen van een Enquête gaat op dezelfde wijze als het toevoegen van een toets. Maak een enquête die extern uitgezet kan worden (bijvoorbeeld naar de ouders). Neem hier in ieder geval een matrixvraag in mee (bijvoorbeeld 3 rijen en 5 kolommen). Wat zijn de verschillen tussen de toets en de enquête?

it’s learning Nederland, 1 September 2005

39


Algemene iconen Hierarchie. Geeft het topniveau en subniveau’s aan. De grootte geeft het onderscheid aan.

Samenvatting

Vakken

Bereikte leerdoelen

Projecten

Opdrachtenstatus

Agenda

Voortgangsrapport

Berichten

Beoordelingen

Instellingen/ Eigenschappen

Inleverstatus

Administratie

Mapinstellingen in het vak

Personen en toegangsrechten

Bestanden in het vak

Prullenbak

Bestandsadministratie

Status en follow-up

Profielen

Verzuim

Lay-out

Werkportfolio

Cijferlijst

Presentatieportfolio

Functionele iconen Element toevoegen

Deactiveren

Goedkeuren

Activeren

Ga terug

Bewerken

Preview

Help

Bestand uploaden

Omlaag verplaatsen

Kopie

Omhoog verplaatsen

Verwijderen

Rechten

Weergeven als favoriet

Archief (opslaan in)

Verbergen als favoriet

it’s learning Nederland, 1 September 2005

40


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.