VLAAMS BOUWMEESTER Op 17 augustus 2020 nam Erik Wieërs de fakkel van Leo Van Broeck over. Vijf jaar lang zal hij de functie van Vlaams Bouwmeester op zich nemen. Wieërs is architect en medeoprichter van het Antwerps architectenbureau Collectief Noord. Als Bouwmeester is het zijn missie de architectuurkwaliteit van de gebouwde omgeving in Vlaanderen naar een hoger niveau te tillen. In dit interview verduidelijkt hij waar zijn focus precies zal liggen en hoe hij een vervolg breit aan het thema van verdichting.
Waarom heeft u besloten zich kandidaat te stellen voor de functie van Vlaams Bouwmeester? “Een tijd geleden werd ik gevraagd als Antwerps stadsbouwmeester. Ik had mij toen geïnformeerd, maar dan mocht je niet deelnemen aan projecten van Stad Antwerpen, AG Vespa, Woonhaven en Zorgbedrijf. Dat waren zo goed als alle projecten van ons bureau, dus dat was geen optie voor mij. Uiteindelijk werd ik ook voor het Vlaams Bouwmeesterschap gebeld en gevraagd. Het kwam op een goed moment. Binnen Collectief Noord hebben we een structuur die verder kan zonder mij en voor mij was het een kans om op een beschouwelijke manier met architectuurkwaliteit bezig te zijn en dat heeft mij altijd geïntrigeerd.” Voormalig Bouwmeester Leo Van Broeck stelde dat verdichting in het versnipperde Vlaamse landschap noodzakelijk is. U bent het eens met deze boodschap. Gaat u tijdens uw mandaat hierop verder of zijn er eventueel andere richtingen die u nog wil inslaan? “Ik denk dat deze vraag bijna niet aan de orde is, aangezien de problematiek zo prangend is. Wel wil ik graag wat rust in het debat brengen. Het gaat nu ook veel te vaak over kwantiteit. Iedereen denkt dat we alle villa’s moeten afbreken en in een toren gaan wonen in het dorp.
Dat is natuurlijk niet de case. Vlamingen kennen enkel een vrijstaande woning of een appartement. Als je op de eerste verdieping aan een passerelle een voordeur hebt en er is ergens een collectieve tuin, dan is dat voor mij geen appartement. Bij een appartement is er een hal waar je in een lift stapt. AG Vespa maakt soms woningen waarbij het ene gezin het gelijkvloers en de tweede verdieping ter beschikking heeft en het andere gezin de eerste en derde verdieping. Er kan dan een dakterras en eventueel een collectieve tuin zijn voor deze woningen. De meeste mensen kennen die densere modellen niet. Als je vier lagen hoog bouwt in een dorpskern kan je ongelofelijk dens bouwen. Als je mensen dan nog bepaalde zaken laat delen, heb je een stuk minder oppervlakte nodig. Dat is zeker de toekomst.” Veel mensen zeggen (foutief) over uw voorganger dat ‘hij ons allemaal in woontorens wil krijgen’. Ook kregen velen een afkeer van de bouwmeester door zijn felle discours. Hoe tracht u ook die mensen aan te spreken? “Mensen zijn heel erg gehecht aan de verkaveling, omdat het duidelijk is wat je precies toebehoort. Eigenlijk is de straat in zo’n verkaveling eerder collectieve dan publieke ruimte. Er passeren geen 50 toeristen ieder weekend. Die straat wordt gebruikt door de bewoners: buren houden er samen een barbecue en kinderen spelen er samen.
19