CADEAUTJES UITPAKKEN
Alle cadeautjes naar rechts doorgeven Alle cadeautjes naar links doorgeven Wissel je cadeautje met iemand anders Geef je cadeautje aan iemand die er geen heeft Je mag je eigen cadeautje meteen aan de jarige geven De jarige mag een cadeau aanwÄłzen en meteen uitpakken
SOLLICITATIE Eén speler (de sollicitant) gaat even weg en de rest van de groep bedenkt een baan voor deze speler. Bij terugkomst mag iedereen deze speler een vraag stellen over de baan, zonder de baan daadwerkelijk te noemen. Bijv.: bij een schilder kan gevraagd worden: "Ben je bang om op een ladder te staan?" De speler moet er achter komen voor welke baan hij solliciteert. Zodra de sollicitant denkt te weten voor welke baan hij solliciteert, mag hij dat niet vragen, maar gaat hij vertellen hoe goed hij is in de bijbehorende werkzaamheden. De groep kan nu ook vragen stellen over de reden waarom hij komt solliciteren of waarom juist bij dit bedrijf.
FOTOSPEL opdrachten Neem een foto van iemand uit je groepje:
□ □ □ □
met de jarige job
die samen met anderen uit de
met een slinger in het
groep:
haar met de mooiste kleren met een mond vol chips
□ □ □ □ □
die een cadeau uitpakt
□ □
met de handen in het haar
die feest als een beest die een ballon kust die te veel gegeten heeft die chips ogen heeft
met een verjaardagstaart gemaakt van gevonden
□ □ □ □
voorwerpen die in een deuk ligt die met iemand praat met een muurbloempje met 4 verschillende voorwerpen die beginnen met de letter B
□ □ □ □ □ □
de leeftijd van de jarige job uitbeelden een verjaardagstaart nadoen een verjaardagsdans doen een groepsknuffel geven een gat in de lucht springen een spelletje winnen
Fuif met iemand die
□ □ □
niet op de foto wilt aan bloemen ruikt op het verkeerde feestje is
IJSBREKER BINGO Vind een persoon die: niet van
graag
bang is
jarig is in
op voetbal
chocolade
koekjes
voor
oktober
zit
houdt
bakt
spinnen
geen
graag
een
een berg
geen vlees
huisdieren
zingt
instrument
heeft
eet
kan spelen
beklommen
heeft
goed is in
linkshandig
buiten
iets geels
rekenen
is
Europa is
aan heeft
geweest
als eerste
graag in de
het
krullend
een broer
jarig is
tuin werkt
jongste is
haar heeft
en een zus heeft
Justin
kan
twee
dezelfde
vandaag
Bieber niet
schaken
zussen
schoenmaat
een ei heeft
heeft
heeft
gegeten
leuk vindt