![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
3 minute read
Proost
Ik ben al een tijdje gepensioneerd en dat bevalt best, daar niet van, maar je wilt wel eens wat meer. Altijd maar meer van hetzelfde gaat op den duur een beetje vervelen. Als het Oranjecomité op Bevrijdingsdag de Fijnaartse senioren een leuke middag wil bezorgen, dan laat ik dat dan ook niet aan mij voorbijgaan. Ik zei dus tegen mijn vrouw: “Hik gao vanmiddag naor de tent die-ut Horanjecomité hopgezet é hop ut parkeerterrein bij de flat, é je zin om mee te gaon?”. Zegt ze: “Je gaat je gang maar, ik ga naar de kapper”. Ja, dan ben je uitgepraat. Van de andere kant vind ik het niet zo erg, dan kan ze me niet in de gaten houden en dat voorkomt commentaar. Afijn, ik keek buiten en de regen kwam met bakken uit de lucht, maar daar kan ik tegen; ik ben nog van de generatie van ‘kom op, stel je niet zo aan’. Bovendien zijn de paraplu’s niet voor niets uitgevonden. Dus dat ding gepakt en op weg. Bij de tent aangekomen krijg ik twee consumptiebonnen in de hand gedrukt. Ach ja, dat gezicht van mij maakte haar natuurlijk duidelijk dat ik tot de categorie der binnenzittende oudjes behoorde, maar voorruit, het is een goed begin van de middag. Ik grapte tegen haar; “é je nog meer van die bonne wáántik verzaomel ze naomelijk”. Daarop ritste ze vlug het bonnenbeursje dicht. Ik keek op mijn gemak de tent in en zag dat het helemaal niet zo druk was. De regen had blijkbaar vele oudjes aan het bibberen gebracht en ze thuisgehouden. Een voordeel: plek zat om te zitten. Daar het mij niet zoveel uitmaakt naast wie ik zit, schoof ik aan bij een breed lachend gezelschap. Direct kwam er een dame met de vraag: “Wilt u koffie of thee?”. “Geef maor thee”, zei ik en even later stond er een dampende beker voor me op tafel. Een praatje maken ging best moeilijk want het comité had een banjodame en een basmeneer uitgenodigd om de boel muzikaal te vermaken. Vermoedelijk een echtpaar want de dame keek geregeld op een schalkse manier naar haar medemuzikant. Voor zo’n klein gezelschap maakten ze nog behoorlijk wat herrie door al die microfoons voor de mond en het instrument. Mijn gehoorapparaten deed ik daarom maar uit. De banjodame sloeg akkoorden en zong een lied en de bassist baste zijn partij met af en toe een solo waarbij de kronkels in het grote instrument moeite hadden om in de plooi te blijven. Het klonk trouwens best leuk zover ik het kon beoordelen, een beetje jazzachtig gedoe met af en toe een Nederlandse meezinger. Ik bestelde een biertje en op die volle bevrijdingstap bevond zich een schuimkraag van een halve centimeter. Dan krijg je toch waar voor je geld. Er kwamen bakjes met pinda’s op tafel en daarvan begon ik lekker te knabbelen. Even later werd de eerste schaal met lekkernijen voor mijn neus gehouden met volop keuze uit bitter- of gehaktballetjes, kroketjes en frikandellekes, schijfje dit schijfje dat, blokje dit blokje dat en nog meer ongezonde hapjes die voor ons oudjes niet zo best zijn. Maar ik denk maar zo: één keer in de week mag men zondigen, dus hapte ik met smaak in de gepresenteerde hapjes die op de volgende schalen de ronde deden. Zo merkte ik wel dat de Fendertse horeca niet krenterig was geweest met het beschikbaar stellen van dit gratis eten. Zodoende kwamen de schalen, omdat het minder druk was, zo vaak voorbij dat de honger bij mij twee dagen is weggebleven. Dat de oudjes nog best jeugdig kunnen zijn bewees een viertal Fendertse dames die een aparte manier van dansen uitvoerden. Achter en naast elkaar draaiden ze dan weer links en dan weer rechts en dat allemaal op dezelfde manier. Hier zag je toch weer het Snollebollekeseffect terug. Aan mijn tafel waren nog wat personen aangeschoven en dat verhoogde nog meer de gezelligheid al moest ik af en toe letterlijk mijn oor te luisteren leggen, want met de meezingers zong heel de tent luidkeels mee. Voor ik het wist was het 5 uur. In ieder geval heb ik in goed gezelschap van de middag mogen genieten. Daarom hulde aan het Oranjecomité en de voortreffelijke bediening. Een ding is voor mij zeker: bij leven en welzijn ben ik volgend jaar weer van de partij.
Piet Roks
Advertisement