Design thinking & kunsteducatie
Inhoudsopgave
Voorwoord
5
Design thinking
6
Artist Impressions 1
8
Mirror Salon: format en spelregels
10
Deelnemers
12
Eerste ronde:
14
Welke methodes, technieken en andere lesonderdelen die je al toepast zou je als design thinking kunnen be stempelen?
16
Voor welke vragen in het werkveld kan design thinking bijdragen aan de antwoorden?
18
Welke betekenis en ideeĂŤn roept het begrip design thinking bij je op?
Welke kunstenaars, vormgevers en andere denkers/ doeners beschouw je als inspirerende exponenten van design thinking?
20
22
Artist Impressions 2
24
Tweede ronde:
26
Hoe kan design thinking in de opleiding/leeromgeving worden toegepast?
Welke betekenis kan design thinking hebben voor het werkveld van kunstonderwijs?
Conclusie
28 30 32 34 38
Design- en leertheorie in beeld
42
Links en colofon
46
Hoe verhoudt design thinking zich in jouw ogen tot leertheorie?
2
Welke vernieuwende toepassingen van design thinking kunnen bijdragen aan de interdisciplinariteit van de opleiding?
3
Voorwoord
Op donderdagmiddag 16 oktober 2014 stond het onderwerp ‘design thinking en kunsteducatie’ centraal tijdens de studiemiddag van de Academie voor Beeldende Vorming (ABV). Half september begon ik als consultant bij de Fontys Hogeschool voor de Kunsten om samen met vier opleidingen binnen de sector Beeldend te onderzoeken wat ‘design thinking’ is en welke betekenis het voor het kunst- en architectuuronderwijs kan hebben. Design thinking, of in het Nederlands ‘ontwerp-denken’, is een houding, een manier van denken en leren, waarbij een onderzoekende werkwijze en interdisciplinariteit centraal staan. Het is een stroming die voortbouwt op twee tradities; de designen de leertheorie. Design thinking geniet groeiende aandacht voor de manier waarop het de werkwijze van ontwerpers, kunstenaars en andere designers toepast op andere (creatieve) processen, waaronder het kunstonderwijs. Tijdens de Mirror Salon, een in 2012 ontwikkeld workshopformat, wisselden twintig docenten van de ABV met elkaar van gedachten over de betekenis van het begrip ‘design thinking’. Ik hield een inleiding over het onderwerp en liet zien hoe mijn beeld van design thinking zich na anderhalve maand bij de opleiding gevormd heeft. Wij brainstormden vervolgens in twee rondes, verdeeld over vier tafels in wisselende samenstelling, over verschillende facetten van het onderwerp. Ik denk dat er belangrijke raakvlakken met en kansen voor design thinking in het kunstonderwijs zijn. Tegelijkertijd is design thinking een open begrip dat precisering verdient, wil het niet tot begripsverwarring leiden. De acht vragen die tijdens de Mirror Salon ter sprake kwamen en in dit boekje behandeld worden, laten iets zien van de gedachten die het begrip bij de docenten van de ABV opriepen. De antwoorden op de vragen vormen een eerste reflectie op het begrip design thinking en haar betekenis binnen de opleiding alsook een beknopte weerspiegeling van de middag. De workshop vormt een onderdeel van mijn onderzoek naar welke rol design thinking in het kunst- en architectuuronderwijs bij FHK, en daarbuiten, kan spelen en welke ideeën de docenten hierover hebben. Ik ben benieuwd naar de gedachten die design thinking oproept bij degenen die dit lezen.
Fischli & Weiss How to work better (1991)
Kai van Hasselt Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Tilburg, november, 2014 K.vanhasselt@fontys.nl
4
Voorwoord
Voorwoord
5
Artist impressions 1
Rodrigo Hernandez Sentimental Reasoning, 2014
Rodrigo Hernandez Pedro – diagram for the installation Pedro, 2012 O.T. Raum für aktuelle Kunst, Lucerne
Mark Manders Provisional Floor Plan Self-portrait as a Building, 2002 Collective LiMAC, Museo de Arte Contemporáneo de Lima
Portret Mark Manders in zijn studio Via website; fotograaf niet te achterhalen. luigibonfanti.it/2014/03/07/mark-manders-at-collezione-maramotti
6
Artist impressions 1
Artist impressions 1
7
Design thinking
Design thinking beschrijft een houding en een manier van werken, denken en leren alsmede een set van methodes en processen, gestoeld op de wijze waarop ontwerpers, kunstenaars en andere creatieve beroepspraktijken werken. Design thinking heeft zijn wortels in de wereld van design, kunst en architectuur en wordt in steeds meer omgevingen toegepast: van onderwijs tot bedrijfsleven en van zorg tot maatschappelijke organisaties. Er is veel aandacht voor design thinking in de wereld van ontwerp en business. Denkers en doeners rondom het Amerikaanse ontwerpbureau IDEO en de D-school aan Stanford University propaganderen design thinking als holistische en succesvolle methode om zeer uiteenlopende bedrijfskwesties en maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Tegelijkertijd biedt design thinking ook mogelijkheden voor verdieping en verrijking van het (kunst-, architectuur- en ontwerp-) onderwijs. Hoe en op welke manier de inbedding in het kunstonderwijs zo goed mogelijk kan worden vormgegeven verdient aandacht en onderzoek in de praktijk en literatuur.
Een derde voorbeeld is het werk van Fischli & Weiss. Bijna al het werk van het Zwitserse kunstenaarsduo kan wel in verband worden gebracht met design thinking, door de wijze waarop zij met speelse verwondering en oneindige nieuwsgierigheid naar de wereld kijken en reflecteren op (het proces van) het maken, onder meer in hun befaamde ongevraagde advies ‘How to work Better’ (p.4).
Kunst en design thinking
Een eerdere generatie denkers waarbinnen ik het gedachtegoed van design thinking wil plaatsen is die van onder meer Donald Schön, Chris Argyris, David Kolb. Deze, allen Amerikaanse denkers, plaatsten in de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 het denken over leren in een andere context (zie ondermeer Richard Millwoods overzicht van leertheorie op p. 44-45). Waar Schön en Argyris vanuit het denken over de reflective practioner gedachten formuleerden over double loop learning (zie afbeelding p. 43), bracht Kolb individuele leerstijlen en –voorkeuren in kaart: hoe leren mensen, welke leervoorkeuren hebben ze en hoe zorgt een goede organisatie voor het juiste teamverband om verschillende leervormen en groepsprocessen samen te stellen?
Het werk van zeer uiteenlopende kunstenaars kan door de bril van design thinking bezien worden; zij het als metafoor voor design thinking, zij het als analogie, en volgens de methoden van design thinking. Ik noem een aantal voorbeelden. Het werk van de in Europa werkzame Mexicaanse kunstenaar Rodrigo Hernandez (zie p. 6/7) biedt een metafoor voor de manier waarop bij design thinking denken en doen, het proces en het eindresultaat samenvallen: het sculpturale hoofd, het resultaat, wordt ingebed en gedragen door de handschoen, het proces. Een ander werk is een tekening, waarbij een mindmap als voorbereiding op de tentoonstelling een ontwerp wordt voor een nieuwe omgeving. Het is design thinking als methode, welke zich tegelijkertijd als procesuitkomst manifesteert. Form follows function en form becomes function . Mark Manders is een kunstenaar die op het eerste gezicht wat verder van design thinking af staat en een meester is van het mysterie. Eén van zijn eerste werken, het zelfportret als een gebouw, laat zich ook door de bril van design thinking lezen. Het refereert daarmee niet zozeer aan design als tegenstelling van kunst, maar aan de manier waarop vrije en toegepaste kunstenaars, vormgevers en ontwerpers in hun werk visueel denken en een onderzoekend, iteratief traject van soms impliciete en onbewuste dan wel expliciete, bewuste beslissingen doorlopen in hun werkproces. In de architectuur en stedenbouw is er momenteel veel aandacht voor ontwerpend onderzoek, een methode die verwant is aan design thinking.
8
Design thinking
Relatie met design- en leertheorie Het is opvallend hoe individuen, al dan niet binnen grotere instellingen en organisaties en inmiddels online verbonden, diegenen zijn die het denken over leren verder helpen. Elke theorie wordt natuurlijk door individuen bedacht, maar ik wil het toch benadrukken, omdat het me opvalt hoezeer denkers en doeners als Stephanie Di Russo, Richard Millwood en John Moravec een sterke online aanwezigheid hebben en vanuit hun blog of website overzicht en inzicht bieden (links achterin).
Het discours over design- en leertheorie levert een levendige online discussie op. Gedurende de Mirror Salon en de afgelopen periode bij het FHK werd me duidelijk hoezeer die discussie over leren en het vakgebied ook dagelijks tussen collega’s wordt gevoerd. Leren leeft! In het navolgende geef ik een toelichting op het Mirror Salon format. Vervolgens worden bij elk van de acht geformuleerde vragen de daaruit voortkomende gedachten van de deelnemers van de Mirror Salon gedeeld. Op de linker pagina gaat het om uitgeschreven tekst, op de rechter pagina om een beeld van de beschreven tafelkleden, zoals die tijdens de tafelrondes ontstaan zijn.
Design thinking
9
Mirror Salon: format en spelregels Vorm
Ex
am
pl
e
Het Mirror Salon format werd in de herfst van 2012 in opdracht van het Amsterdams Fonds voor de Kunst en de European Cultural Foundation, door mij ontwikkeld voor een brainstorm over cultuurfinanciering om een discussie tussen subsidieverstrekkers, cultuurmakers en andere belanghebbenden op gang te brengen. Sindsdien heeft het format allerlei discussies gediend en kan het ingezet worden om verschillende onderwerpen uit te diepen of in kaart te brengen. Tijdens een Mirror Salon wordt een bepaald onderwerp vanuit meerdere invalshoeken uitgelicht door in verschillende rondes een aantal vragen gezamenlijk uit te diepen. Elke deelnemer gaat in wisselende constellatie met twee van die vragen aan de slag en tekent zijn of haar bevindingen op. Deze bevindingen vormen de basis voor een collectieve reflectie op een bepaald onderwerp. De Mirror Salon is losjes geïnspireerd op het Mens Erger Je Nietspel. Het is een spelsituatie waarin deelnemers in hoog tempo verschillende onderwerpen met elkaar uitdiepen. Denk aan een diner in een Chinees restaurant waar je al etend en pratend je gedachten op een placemat tekent en opschrijft. De volgende gast ziet die gedachten staan en reageert daar weer op. Het vraagstuk wordt zo in korte tijd op een speelse wijze en vanuit verschillende invalshoeken benaderd. Werkwijze In het midden van het auditorium staan vier tafels, verpakt in wit damastpapier waarop men kan tekenen, met daarop de verschillende vragen en thema’s. Elke tafel is gewijd aan een bepaald thema. Per ronde wordt aan tafel een vraag besproken. In de eerste ronde zijn de vragen meer divergerend: Waar doet design thinking je aan denken? In de tweede ronde zijn de vragen meer toegepast en convergerend, in lijn met de theorie van design thinking-processen. Tussendoor verplaatsen de deelnemers zich naar hun volgende tafel, afhankelijk van de kleur stickers op hun badge. Resultaat en vormgeving De vier tafeldames en -heren werken naderhand de discussie rondom de vragen en op de tafelkleden uit. We sluiten de eerste en tweede ronde van de Mirror Salon af met een centrale discussie over de besproken vragen. De tafelkleden vormen het fysieke resultaat van de discussie. Ze zijn tevens het uitgangspunt voor deze publicatie, waarin het resultaat van de dag wordt vastgelegd voor de deelnemers en voor ieder die geïnteresseerd is in het resultaat. Het draagt bij om een beter beeld te vormen van hoe en onder welke omstandigheden design thinking een mogelijke bijdrage aan de ABV en het onderwijs kan leveren.
10
Mirror Salon: format en spelregels
Thema
1e ronde
2e ronde
De docenten opleiding ABV
Welke methodes, technieken en andere lesonderdelen die je al toepast zou je als design thinking kunnen bestempelen?
Hoe kan design thinking in de opleiding/leeromgeving worden toegepast? Welke betekenis kan design thinking hebben voor het werkveld van kunstonderwijs?
Het werkveld, de beroepspraktijk
Voor welke vragen in het werkveld kan design thinking bijdragen aan de antwoorden?
Leren en leertheorie
Welke betekenis en ideeën roept het begrip design thinking bij je op?
Hoe verhoudt design thinking zich in jouw ogen tot leertheorie?
Inspiratie en innovatie
Welke kunstenaars, vormgevers en andere denkers/doeners beschouw je als inspirerende exponenten van design thinking?
Welke vernieuwende toepassingen van design thinking kunnen bijdragen aan de interdisciplinariteit van de opleiding?
Mirror Salon: format en spelregels
11
Deelnemers
Judith Boessen
Jeannette Claessens
Geert van Coenen
Piet Dieleman
Huib Fens
Wineke Garz
Margi Geerlings
Jan Grolleman
Ali Gunter
Gaston Klein
Rene Korten
Stijn Kriele
Marinke Marcelis
Martin Riebeek
Peter Sniekers
Martin Stoop
Eefje Thomassen
Puck Verkade
Dorianne Vervoort
Hans de Wit
Mariska van Zutven
Manske Poelmann
1e
2e
ronde ronde
12
Deelnemers
Deelnemers
13
Ex
am
pl
e
Eerste ronde
14
Eerste ronde
Eerste ronde
15
Welke methodes, technieken en andere lesonderdelen die je al toepast zou je als design thinking kunnen bestempelen?
THEMA: De docenten-opleiding ABV •
•
• •
De-sign als ont-tekenen? Iets van betekenissen ontdoen en op zoek gaan naar nieuwe betekenissen. Fundamenteel onderzoek. Het zoeken naar een persoonlijke waar/ werkelijkheid, en hoe je deze kunt communiceren. Het Engelse woord design komt van het Latijnse “designare” : tekenen, tonen, aanduiden. Vicieuze of zelfversterkende cirkel: onderzoek van kunstenaars, ontwerpers etc. inspireert design thinking en dat kan op zijn beurt weer leiden tot lesmethodes waarmee nieuwe kunstenaars, designers en architecten worden opgeleid. Vanuit je artistieke visie ontwikkel je ideeën, die je probeert te visualiseren. We leiden mensen op om als maatschappelijke ontwerper te kunnen werken.
Huib Fens Wineke Garz Manske Poelmann Eefje Thomassen Ali Gunther
Reacties op de vraag: ‘Welke methodes, technieken en andere lesonderdelen die je al toepast zou je kunnen bestempelen als design thinking?’ • De laatste drie semesters van de opleiding moeten studenten geformuleerde onderzoeksvragen indienen, die als leidraad dienen voor hun werk. Dat proces wordt verslagen en gecontroleerd door hun begeleiders. • Als design thinking, zoals uit de presentatie bleek, het uitzetten, doorlopen en controleren van een werkproces is, zowel rationeel als intuïtief, is dat al een van de kernbegrippen van de opleiding. • Die onderzoeksvragen moeten wel op basis van persoonlijke opties worden opgesteld. • Het ontwikkelen van beelden op basis van ideeën is een onderdeel van de opleiding. • Het opstarten van een proces op basis van persoonlijke opties is bij design thinking niet evident, maar wel mogelijk. • Bij design thinking moet toch eerst een hele berg basiskennis worden verworven. Basis van de voorgaande opmerkingen is de vaststelling in de Kennisbasis dat een student vanuit zijn artistieke visie ideeën ontwikkelt die hij/zij probeert te visualiseren. Een vaststelling die prima aansluit bij ons idee van wat design thinking binnen deze opleiding zou kunnen inhouden.
16
Eerste ronde
Eerste ronde
17
Voor welke vragen in het werkveld kan design thinking bijdragen aan de antwoorden?
THEMA: Het werkveld, de beroeps-praktijk •
Voor welke vragen in het werkveld kan design thinking bijdragen aan de antwoorden?
Dorianne Vervoort
•
Tot het werkveld behoort onder andere: het regulier onderwijs (basisonderwijs t/m HBO), museumeducatie, kunstencentra, en daaraan onderliggend en/of parallel: de eigen beeldende praktijk en het beeldende werk.
Piet Dieleman
•
Het kan een middel zijn om de automatische piloot ter discussie te stellen.
•
In nieuwe situaties moeten mensen omgaan met het ‘nietweten’.
•
Kunst gezien als researchafdeling van de menselijke geest.
•
De notie van doelmatigheid levert een irritatie op bij woord ‘design thinking’.
•
Praktisch, technieken, inzichten en levenshouding
•
‘Door in ongemakkelijke situaties te komen, moet ik iets veranderen/aanpassen.’
•
Door een houding te bieden: het begrip fit legt de nadruk op het vinden van passende of geschikte oplossingen in specifieke omstandigheden. Fit of fitting kan gevonden worden door luisteren, afstemmen, doorvragen, de echte vraag horen of de vraag achter de vraag te benoemen.
18
Eerste ronde
Geert van Coenen Mariska van Zutven
Eerste ronde
19
Welke betekenis en ideeën roept het begrip design thinking bij je op?
THEMA: Leren en leertheorie •
Ontwerp denken (vertaling design thinking) is een ander woord voor beeldontwikkeling.
Stijn Kriele
•
Een ontwerp(er) heeft kaders, kunstenaars zoeken grenzen.
•
Het ontwerpen heeft een einddoel, terwijl het schetsen eindeloos door gaat.
Margi Geerlings
•
De behoefte om iets grijpbaar maken, om alles beheersbaar te maken.
•
Waar blijft het ondoordachte en het ongrijpbare?
•
Volgens mij is het een paradigma, een beweging van voortdurende ideeën die kwalitatief steeds waardevoller worden.
•
Het roept ook begrippen als ‘product’, ‘marketing’ en ‘economisch doel op’.
20
Eerste ronde
Judith Boessen Hans de Wit Rene Korten Martin Stoop
Eerste ronde
21
Welke kunstenaars, vormgevers en andere denkers/doeners beschouw je als inspirerende exponenten van design thinking?
THEMA: Inspiratie en innovatie •
Er is altijd een verhouding tot het andere of de ander.
Marinke Marcelis
•
Denkverhoudingen worden bepaald door het perspectief > Vanuit welk perspectief of standplaats kijkt iemand? Kun je een ander perspectief innemen? En wat zijn de voorwaarden daarvoor? Kennis, belang, ervaring?
Jeannette Claessens
•
Is design thinking iets anders dan visueel bevragen? Er is begripsverwarring: de term is niet zuiver. Kan de term zichzelf bevragen? Anders incestueus: perfecte masturbatie voor de spiegel.
•
De volgende namen worden genoemd: Joseph Beuys, maar ook de jonge, zeer succesvolle Deens- Vietnamese kunstenaar Dahn Vo. Dertig jaar na Beuys met eenzelfde lading: hoe bepalend is de context en de verhouding origineel versus kopie? J.D. Trout (The Empathy Gap: over beïnvloeding dan wel manipulatie door de gecreëerde vormen die ons omgeven. Vb.: wegversmalling > Hoe ver mag je gaan in het vormgeven van de wereld die ons omringt, als deze vormgeving een effect heeft op ons gedrag; Morele aspecten van design thinking: Leid je zelf of laat je je leiden? Kunstenaar Mike Kelly (toegepast op de economie?), Jos de Putter (kader/beeldtaal), Ad Reinhardt.
•
Kader ter discussie: problematisch of niet? Democratisering leidt tot opnieuw bevragen en soms ook tot opnieuw het wiel uitvinden > beeldtaal/ methode. Is het ontwerp-denken een logisch voortvloeisel van democratisering en/of mogelijk het resultaat van een aantal crises?
•
Is het een onderwijsvisie op leren: sociaal-constructivisme?
22
Eerste ronde
Jan Grolleman Puck Verkade Martin Riebeek
Eerste ronde
23
Artist impressions 2
Joseph Beuys Schlitten (Slee), 1969 Wooden sled, felt, belts, flashlight, fat and rope; sled stamped with oil paint (Browncross)
Dahn Vo We the People, 2010-2013 250 gekopieerde losse onderdelen van het vrijheidsbeeld, hier in een tentoonstelling in de Kunsthalle Fridericianum te Kassel
Mike Kelley Educational Complex (1995) Stedelijk Museum, Mike Kelley overzichtstentoonstelling, foto GJ. van Rooij
Fischli & Weiss Will happiness find me? Koenig books London, 2003
24
Artist impressions 2
Artist impressions 2
25
Ex
am
pl
e
Tweede ronde
26
Tweede ronde
Tweede ronde
27
Hoe kan design thinking in de opleiding/ leeromgeving worden toegepast?
THEMA: De docenten-opleiding ABV •
Een groot deel van die vraag is in de eerste al beantwoord, merkt de groep op. Verder zijn een aantal opmerkingen gemaakt ten aanzien van de visie van de opleiding. We zullen die visie eerst moeten vaststellen. Wat voor soort studenten willen we afleveren?
Huib Fens
•
We willen studenten afleveren die het werkveld kunnen scheppen in plaats van volgen.
Margi Geerlings
•
We willen originele denkers en geen dociele types vormen.
•
Hoe doe je dat? Door:
•
Het aanbieden van een open omgeving.
•
Vanzelfsprekendheden op de kop te zetten.
•
Het deconditioneren van mensen en ideeën.
•
TE ontregelen (streven naar een vruchtbare leegte in je hoofd).
•
Het verdiepen van denkprocessen bij studenten, maar ook bij de docenten en binnen de opleiding.
28
Tweede ronde
Judith Boessen Jan Grolleman Mariska van Zutven
Tweede ronde
29
Welke betekenis kan design thinking hebben voor het werkveld van kunstonderwijs?
THEMA: Het werkveld, de beroeps-praktijk •
De groep was vrij snel uitgesproken over deze vraag en vond het niet helemaal passend geformuleerd.
Dorianne Vervoort
•
Design thinking kan een hulpmiddel bij organisatieveranderingen zijn doordat het uitgaat van diversiteit in/van het kijken en analyseren. Het verbreedt de blik door te kijken vanuit andere disciplines.
Martin Riebeek
•
Mariska van Zutven Jeannette Claessens Ali Gunter
Een andere betekenis die wordt benoemd is design thinking als toevoeging aan het rationeel denken, als een mentaliteit, of als houding om te werken en leren.
30
Tweede ronde
Tweede ronde
31
Hoe verhoudt design thinking zich in jouw ogen tot leertheorie?
THEMA: Leren en leertheorie •
Het begrip ‘design thinking’ relateert aan John Dewey’s ‘learning by doing’.
Stijn Kriele
•
Het doen (maken) als uitgangspunt voor alle vakken en mede gebaseerd op design thinking: leren door doen (dus ook toegepast in de theorievakken).
Martin Stoop
•
Het autonoom denken overheerst in de opleiding.
•
Als je design thinking toepast, als centrale gedachte positioneert, valt er veel te leren van de praktijkvakken.
32
Tweede ronde
Rene Korten Puck Verkade Geert van Coenen
Tweede ronde
33
Welke vernieuwende toepassingen van design thinking kunnen bijdragen aan de interdisciplinariteit van de opleiding? THEMA: Inspiratie en innovatie •
Uitgangspunt of vertrek vanuit een ontworpen omgeving.
Marinke Marcelis
•
Bewustwording van de context, deze naar je hand kunnen zetten: kader scheppen om binnen te kunnen werken.
Peter Sniekers
•
Wat is de meerwaarde van interdisciplinariteit: Je kunt bijv. leren van en met elkaar. Acceptatie van de hybride wereld?
Hans de Wit
•
Cross-over kan meerwaarde opleveren, maar zou het ook een meerwaarde kunnen hebben om bij de eigen discipline te blijven?
•
Interdisciplinariteit veronderstelt verschil (hoeft niet vast te liggen wat het verschil maakt) tussen disciplines en open houding t.o.v. andere disciplines (luisteren): spiegelen leidt tot verheldering eigen identiteit (interdisciplinaire week).
•
Denk ook buiten de kaders van de kunst aan wetenschap en techniek.
•
Conceptontwikkeling: vertrek vanuit eigen interesse: vormonderzoek, brainstormen, materialiseren, op excursie. Vanuit boodschap naar een passende vorm kan een methode zijn, maar ook vanuit vormonderzoek tot inhoud komen > reageren op gegeven context of context genereren.
•
Nieuwe generatie hecht minder aan kaders; zijn de beoordelingssystemen dan nog wel actueel? Bijdrage kan zijn dat alles op de schop moet.
•
Onderwijs loopt achter op de werkelijkheid; cross-over vanuit de buitenwereld kan meer interdisciplinariteit binnen de opleiding gevolg hebben.
•
Kritische reflectie.
34
Tweede ronde
Wineke Garz Piet Dieleman Eefje Thomassen
Tweede ronde
35
36
Impressies
Impressies
37
Conclusie
De Mirror Salon workshop op 16 oktober was voor mij de eerste gelegenheid om enkele gedachten over de relatie tussen design thinking en het kunstonderwijs met de docenten van de ABV te delen en te toetsen en voor hen om van die ideeën kennis te nemen. Mijn onderzoek over design thinking en de toepassingen voor het kunstonderwijs staat aan het begin. Al doende tekent zich een routekaart uit met verdiepingsvragen en deelgebieden: Welke domeinen moet men kennis van nemen en met elkaar verbinden om gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de rol die design thinking op het FHK kan spelen? Ik zie mezelf voor een veelheid aan vragen gesteld en hoop tot antwoorden te komen in gesprekken met docenten en andere collega’s en met kunstenaars, architecten en ontwerpers en andere stakeholders in de praktijk waar de ABV en de overige FHK beeldend opleidingen toe opleiden. Het gaat om vragen als: Kan design thinking bijdragen aan het kunstonderwijs en aan het curriculum van de ABV? Hoe komt dat terug in lessen, in de kennisbasis en in de competenties? Hoe sluit het aan bij de vakken die al worden gegeven? Biedt het studenten nieuwe methodes en technieken, of laat het hen bestaande methodes op andere wijze toepassen, zodat het hen in staat stelt zich beter in het werkveld te positioneren? Bij het doornemen van de discussiesamenvattingen van de twee rondes en vier thema’s vallen een aantal punten op. Ik heb ze per thema gegroepeerd en behandel ze hieronder. 1
De docentenopleiding ABV
Voordat de groep met de vraag welke methodes, technieken die reeds worden toegepast als design thinking kunnen worden bestempeld aan de slag ging, wilden de deelnemers eerst dieper met elkaar op het begrip ingaan. Dat was ook logisch omdat het voor velen de eerste keer was dat men met dit begrip geconfronteerd werd. Wat betekent het nu precies en hoe kan die betekenis verschillen voor docenten met een uiteenlopende achtergrond? Vervolgens kwam de groep tot de conclusie dat design thinking aansluit bij de bestaande opleiding: ‘Als design thinking, zoals uit de presentatie bleek, het uitzetten, doorlopen en controleren van een werkproces is, zowel rationeel als intuïtief, is dat al een van de kernbegrippen van de opleiding.’ Daarnaast is de constatering van belang dat design thinking zowel rationale als intuïtieve afwegingen omvat. Het is een manier van analyse en bewustwording van het creatieve proces, maar het sluit het intuïtieve afwegingskader niet uit, integendeel.
38
Conclusie
In de tweede ronde ging de groep, nu in een andere samenstelling, in op de vraag welke visie onder het curriculum ligt: ‘We zullen die visie eerst moeten vaststellen. (…) We willen studenten afleveren die het werkveld kunnen scheppen in plaats van volgen.’ Vervolgens werden punten benoemd die hier aan bij kunnen dragen, zoals het aanbieden van een open omgeving, het deconditioneren van mensen en ideeën, ontregelen, en het verdiepen van denkprocessen bij studenten. Deze onderwerpen bevinden zich veelal op het niveau van de houding van de student en de docent en welke eigenschappen de opleiding moet bieden om studenten in lijn met die visie op te leiden. Design thinking zou daar aan kunnen bijdragen. 2
Het werkveld, de beroepspraktijk
In de eerste ronde van dit thema besprak men welke vragen over het werkveld en de beroepspraktijk design thinking kan agenderen. Helpt het mensen in nieuwe situaties met de omgang met het ‘niet-weten’? Kan kunst gezien worden als ‘de researchafdeling van de menselijke geest’? Dat laatste sluit aan bij de veranderende maatschappelijke rol die de kunsten door de politiek en de samenleving krijgt toebedeeld. Maar de notie van doelmatigheid die het woord design thinking lijkt te impliceren, levert ook een irritatie bij de gespreksdeelnemers op. De vragen in de beroepspraktijk lijken zich op verschillende niveaus af te spelen: Woorden als ‘praktisch, technieken, inzichten en levenshouding’ worden genoemd als beschrijving van het verschillend soort vragen waar design thinking antwoord op zou kunnen bieden. Tenslotte wordt het begrip fit geïntroduceerd als een houding of manier om geschikte oplossingen te vinden voor specifieke omstandigheden. Zou daarmee kunnen worden aangeduid dat het bij design thinking niet zozeer om het vinden van generieke, maar juist om specifieke oplossingen gaat, zoals een site specific kunstwerk ook enkel voor een specifieke plek en context bedoeld is? In de tweede ronde ging men in op welke betekenis design thinking kan hebben voor het werkveld van kunstonderwijs. Men was vrij snel over deze vraag uitgesproken. Tegelijkertijd gaf de groep aan dat design thinking een hulpmiddel bij organisatieveranderingen kan zijn, doordat het uitgaat van diversiteit in de manier waarop situaties worden geanalyseerd, van waaruit als gevolg oplossingen kunnen worden gevonden. Daarnaast werd ook het interdisciplinaire karakter van design thinking als toepassing voor het werkveld genoemd.
Conclusie
39
3
is? Tevens vraagt de groep zich af design thinking een onderwijsvisie op leren impliceert. Verhoudt het zich daarmee tot het sociaalconstructivisme van Piaget en Vygotsky?
Leren en leertheorie
Bij het thema ‘leren en leertheorie’ werd in twee rondes gekeken naar welke ideeën het begrip design thinking oproept en hoe het zich tot leertheorie verhoudt. Kan het Nederlandse begrip ‘ontwerp-denken’ als een ander woord voor beeldontwikkeling worden gezien?, vroeg de eerste groep zich af. Ook zetten ze enkele verschillen tussen de ontwerpen kunstpraktijk uiteen: De eerste heeft kaders, terwijl de tweede de grenzen opzoekt. Parallel heeft het ontwerpen een einddoel, terwijl het schetsen eindeloos door kan gaan. Die tegenstellingen riepen bij de groep ook de vraag naar het ondoordachte en/of het ongrijpbare op. Is design thinking een paradigma waarbinnen allerlei zaken zich afspelen? De link met economische begrippen als product, marketing en economisch doel zorgt voor nieuwe vragen. Een andere lijn is de relatie tot leertheorie. Het begrip ‘design thinking’ sluit op een natuurlijke manier aan bij John Dewey’s ideeën over ‘learning by doing’ (zie ook links later). Het maken en doen als uitgangspunt voor alle vakken kan een consequentie zijn van de aandacht voor design thinking: leren door doen en dus eveneens toegepast worden in de theorievakken. Als je design thinking toepast, als centrale gedachte positioneert, valt er veel te leren van de praktijkvakken. Kan het ook helpen bij het slechten van de gepercipieerde tegenstelling tussen praktijk- en theorievakken? Er wordt tenslotte opgemerkt dat het autonoom denken overheerst in de opleiding. Graag zou ik hier verder op doorgaan. Wat wordt daar precies mee bedoeld? 4
Inspiratie en innovatie
De vraag naar beeldende inspiratiebronnen en exponenten van design thinking leidde tot een intensieve discussie. Op een abstract niveau werd ingegaan op hoe we ons verhouden tot de ander en in het verlengde daarvan op hoe onze positie en standplaats(gebondenheid) het perspectief bepalen. Kan men een ander perspectief innemen? En welke voorwaarden zijn daar voor nodig? Volgens de groep is er sprake van een mogelijke begripsverwarring rondom de term: Kan de term zichzelf bevragen? Verschillende kunstenaars zoals Joseph Beuys, Mike Kelley, Danh Vo en regisseur Jos de Putter werden als inspiratiebron genoemd. Op een dieper niveau ligt de vraag hoe ver je mag gaan in het vormgeven van de wereld die ons omringt, als deze vormgeving een effect heeft op ons gedrag, en daarmee komen enkele morele aspecten van design thinking aan bod. Een kritische benadering van het begrip design thinking komt ook tot uitdrukking in de opmerking of het ontwerp-denken een voortvloeisel van democratisering en/of mogelijk het resultaat van een aantal crises
40
Conclusie
In de tweede ronde ging men in op de manier waarop design thinking bij kan dragen aan de interdisciplinariteit van de opleiding. Hier wordt opgemerkt dat dit een bewustzijn over de context als een complexe omgeving vereist. Vanuit dat bewustzijn kan men deze wellicht ook naar de hand zetten of zelfs ontwerpen. Biedt interdisciplinariteit in dat kader een meerwaarde? Helpt het bij het accepteren van een hybride wereld(beeld)? De crossover kan meerwaarde opleveren, maar zou het andersom juist ook een meerwaarde kunnen hebben om bij de eigen discipline te blijven? Interdisciplinariteit veronderstelt verschil tussen disciplines en een open houding t.o.v. andere disciplines. Daar horen eigenschappen bij zoals luisteren, spiegelen en samenwerken. Het vereist echter ook een dermate ervaring met en reflectie op het eigen vak, dat het niet elke student gegeven is om interdisciplinair te werken. Interdisciplinariteit vraagt extra aandacht en zorg van docenten en de opleiding dan wel externe omgevingen om kansrijk te zijn. Een andere lijn van gedachten ging uit naar de wijze waarop kunstenaars en ontwerpers en tevens studenten concepten ontwikkelen. Ze vertrekken vanuit de eigen interesse. Dan volgt vormonderzoek, brainstormen, materialiseren, op excursie en onderzoek. Werken ze meer divergerend of convergerend? Dit sluit aan bij de aandacht van design thinking voor het proces en de divergerende en convergerende fases daarbinnen. Tot slot wordt opgemerkt dat een nieuwe generatie (studenten red.) minder hecht aan kaders; zijn de gehanteerde beoordelingssystemen dan nog wel actueel? Als het onderwijs achterloopt op de werkelijkheid, zullen de cross-overs in de buitenwereld dan meer interdisciplinariteit binnen de opleiding tot gevolg hebben? Door middel van de twee discussierondes en aan de hand van de vragen bespraken we in de Mirror Salon workshop verschillende facetten van de relatie tussen design thinking en het kunstonderwijs. De uitkomsten van de middag dragen bij aan het ontvouwen van de routekaart. Ze helpen bij het bepalen van de contouren van design thinking in het kunstonderwijs: wat is het landschap en hoe is dat gevormd? Als deze eerste kennismaking met design thinking iets duidelijk maakte, was dat wel in welke mate de middag nieuwe vragen opwierp. Als we vinden dat design thinking een toevoeging voor het kunstonderwijs kan zijn, gaat het er des te meer om te laten zien hoe we dit ‘echt’, dat wil zeggen manifest in de opleiding, het curriculum en het gebouw kunnen maken: Andere ruimtes laten mensen anders (samen)werken, net zoals andere methodes en materialen ook hun weerslag vinden op het leerproces en de werkpraktijk. En naar die verrijking en verdieping van het kunstonderwijs zijn we op zoek.
Kai van Hasselt, november 14 Conclusie
41
Design- en leertheorie in beeld
David Kolb Learning Styles, 1984 , design Alan Chapman 2005-2006
Stephani Di Russo, Sessional Lecturer: Research Methods for Design at Swinburne University of Technology Design Thinking time line; Outer circle (blue) signifies the shifts in design theory along the timeline. The inner circle (pink) signifies the methodological shifts in design practice over time. 42
Design- en leertheorie in beeld
Donald Schon & Chris Agryris Double Loop Learning theory, 1974/78 uit Argyris, C., & Schรถn, D. (1978) Organizational learning: A theory of action perspective, Reading, Mass: Addison Wesley.
Design- en leertheorie in beeld
43
Learning Theory, 2013 by Richard Millwood Learning Theory V6 is a hypertextual concept map of established learning theories, 30th April 2013. It is licensed under a Creative Commons AttributionShare Alike 2.0 License.
44
Design- en leertheorie in beeld
Design- en leertheorie in beeld
45
Links Kunstenaars Rodrigo Hernandez - rodrigo-hernandez.net Mark Manders - markmanders.org Fischli & Weiss, homage uit 2012 theguardian.com/artanddesign/2012/jun/05/fischli-and-weiss-artof-humour Danh Vo - mariangoodman.com/artists/danh-v/ Theorie Richar Milwood - blog.richardmillwood.net/2013/05/10/learningtheory Stephanie di Russo - ithinkidesign.wordpress.com Over John Dewey en Learning by Doing thepositiveapproach.info/john-deweys-approach-to-doing-positive-work/ Roger Schank, 1995: What we learn when we are learning by doingcogprints.org/637/1/LearnbyDoing_Schank.html Over Donald SchĂśn, leren en reflectie - infed.org/mobi/donaldschon-learning-reflection-change Over David Kolb en experienteel leren - infed.org/mobi/david-akolb-on-experiential-learning
Colofon Š Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Tilburg, Kai van Hasselt en andere deelnemers, 2014 Tekst: Kai van Hasselt, m.u.v. uitwerking vragenrondes: Dorianne Vervoort, Marinke Marcelis, Huib Fens en Stijn Kriele Vormgeving: Sven Hoogerheide Beelden Mirror Salon bijeenkomst: Sven Hoogerheide; overige beelden behoren bij kunstenaars of instellingen en is zo goed als mogelijk naar verwezen. Met bijzondere dank aan de tafelheren en -dames voor het uitwerken van de discussies: Dorianne Vervoort, Marinke Marcelis, Huib Fens en Stijn Kriele; alsmede aan de overige deelnemers en aan Museum De Pont.