Werkbundel: Veilig op het internet.

Page 1

Werkbundel: Veilig surfen op het internet.

Naam: …………………………………………………………………………. Klas: ……………………… nr: ………………. Datum: …………………….


Inleiding. Vraag: Waarom zet een dom blondje een glas water naast haar computer? Antwoord: Om te surfen!


1. Veilig omgaan met internet.


1. 1. Wat is internet? a) Wie heeft internet thuis? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………….. b) Waarvoor gebruik je internet? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… c) Hoelang zit je op het internet? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. d) Vind je internet een nuttige informatiebron? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. e) Heb je al negatieve ervaringen gehad in verband met het internet? Zo ja, welke? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………

Dikwijls wordt er misbruik gemaakt van het internet omdat wij er zelf te weinig over weten daarom beginnen we met een korte uitleg over wat internet eigenlijk is.


f) Vul de tekst aan. Kies uit: server, internet, webpagina’s, boeken, kabels, wereld, bibliotheek, websites, satellieten. Internet is eigenlijk een grote bibliotheek. In de bibliotheek staan allemaal………………………………. Alleen noemen we deze boeken ……………………………………………………. . Een boek bestaat uit vele pagina’s. De pagina’s op het net noemen we ………………………………………………… . De websites staan op grote computers. Zo’n speciale computer noemen we een ……………………………….. . Deze server is dus eigenlijk de centrale …………………………………………… . Deze servers staan over de hele ……………………………… en ze zijn allemaal verbonden met elkaar via grote …………………………………….., draadloze verbindingen en ……………………………….. . Vanaf het moment dat jouw computer een verbinding heeft met deze servers is hij ook een deel van ……………………………………….. .


1.2. Hoe betrouwbaar zijn de sites op het internet? Wat vind je van deze uitspraak? ‘Als het op het internet staat, zal het wel juist zijn.’ …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………….

Hoe komt het dat niet alle websites even betrouwbaar zijn? Doordat iedereen op internet websites kan bouwen, moeten we erg kritisch zijn over de informatie. De regel "Het is waar want het staat op internet." gaat helaas niet altijd op. Het opsporen van wie de website heeft gebouwd is dus heel belangrijk. Betrouwbare bronnen zijn encyclopedieën, naslagwerken, nieuws online, gespecialiseerde organisaties, enz.

2 gouden tips: • Geloof niet alles wat op het internet staat! • Controleer steeds de bron!


1.3. Hoe zoek je iets op?

a) Welke zoekmachines ken je? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………

b) Maak je vaak gebruik van deze zoekmachines? Zo ja, waarvoor? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………….

Als je iets wil opzoeken, moet je 2 vragen stellen: 1. Waarover gaat het? 2. Wat wil ik weten?

Een voorbeeld: In welke provincies is België verdeeld? 1. Waarover gaat het? België 2. Wat moet ik erover weten? Provincies Deze sleutelwoorden typ je in  België provincies.

c) Opdracht: Zoek per 2 op het internet naar deze antwoorden 1. Wie is de auteur van lord of the rings? 2. Wat is de langste rivier in Europa? 3. Wat is de hoogste berg in Afrika? 4. In welke stad staat de Big Ben?


5. Wat is het hoogste gebouw van de wereld? Als je woorden hebt met meerdere betekenissen stel je volgende vragen: 1. Wat hoort er zeker in te staan? 2. Wat mag er zeker niet in staan?

Een voorbeeld: Zoek info over de planeet Mars. 1. Wat hoort er zeker in te staan? Mars planeet 2. Wat mag er zeker niet in staan? Snoep, muziek, chocolade Deze sleutelwoorden typ je in  Mars planeet- muziek- chocolade- snoep.

d) Opdracht: Zoek per 2 op het internet naar volgende antwoorden: 1. Zoek informatie over de kever (insect).

Nog enkele nuttige tips voor het goed opzoeken van informatie:

1. Woorden die bij elkaar horen zet je tussen aanhalingstekens.  bv. “langste rivier.” 2. Je noteert een min voor woorden die er zeker niet in mogen staan.  bv. Mars planeet- muziek- chocolade- snoep.


2. Spam en virussen.


2.1. Wat is spam? Spam is ongewenste reclame die je via e-mail ontvangt. a) Wie heeft een e-mailadres? Wat is je e- mailadres? ………………………………………………………………………………………………… b) Heb je ooit al spam gehad? Zo ja, vertel hier meer over? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. c) Wat waren de gevolgen voor je computer? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. d) Hoe heb je dit opgelost? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. Hoe kom je aan spam? De makers van de spam zijn heel slim. Er zijn speciale robots die internet afzoeken naar e-mailadressen. Waarschijnlijk heb je je e-mailadres op een of andere site of chatbox achtergelaten. Misschien heb je zelfs een e-mail doorgestuurd naar anderen en hebben zij dit weer doorgestuurd. Als die e-mail bij een bedrijf komt, kan dit bedrijf zelf de e-mailadressen gebruiken. Er bestaan zelfs bedrijven die e-mailadressen verzamelen en dat tegen hoge prijzen verkopen aan andere bedrijven. Een gekende truc is het aanbieden van iets gratis waarvoor je dan wel iets moet invullen en je e-mailadres achterlaten. e) Wat vind jij hiervan?


…………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………. 2.2. Wat is een virus? Een virus is een klein computerbestandje dat bestanden op de computer aantast. Je kan het vergelijken met een virus in je lichaam dat je gezondheid aantast.

a) Wie heeft er al een computervirus op zijn pc gehad? Vertel hier meer over. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………... b) Som enkele virussen op waarvoor je moet oppassen? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………...

De gevolgen van een virus op je pc zijn: •

Computer werkt trager.

Computer gaat stuk (in het ergste geval).

Waar komen deze virussen vandaan? •

Bij software dat veel gebruikt wordt bv. muziek, afbeeldingen, films, ….  Deze manieren zorgen voor een snelle verspreiding.

In e- mails, vooral dan in de bijlage van je e- mails.

Hoe bescherm je, je computer? Zet een anti- virusprogramma op je computer.


Contract: 8 internettips. 1. Vertel je ouders altijd wat je doet als je surft op het internet. 2. Als er iets gebeurt dat je niet leuk vindt, waar je bang van wordt, … stop met surfen en vertel het aan je ouders, leerkracht, … 3. Geloof niet alles wat je op het internet leest. 4. Wees op je hoede zodra er sprake is van geld. 5. Open en beantwoordt alleen mails van mensen die je kent. 6. Bewaar e- mails die je verstuurt en ontvangt. 7. Let op met bestanden die je downloadt van het internet. 8. Paswoorden zijn geheim. Teken dit contract en je surft veilig op het internet:

………………………………………………………. ………………………………………………………..

Bekijk volgend clipje op you tube: http://www.youtube.com/watch?v=RhKFqkK_qWc


3. Chatten.


3.1. Wat is chatten?

a) Wat is chatten volgens jouw? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………….

b) Heb je al eens gechat? Wat zijn jouw ervaringen? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………….

c) Wat vindt je van chatten? Leg je antwoord uit. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………….

Wat is chatten? Dit zijn plaatsen op het internet waar groepen mensen met elkaar kunnen spreken door te typen, te praten en zelfs door middel van videobeelden (webcam).


d) Lees het verhaal van Robbe en geef nadien je mening. Verhaal: Robbe heeft een probleem op de chat. Robbe is heel blij dat het grote vakantie is. Mooi weer, lekker lang opblijven en vooral... niet naar school !! Wel vindt hij het een beetje jammer dat hij zijn vrienden bijna twee maanden moet missen. Maar geen nood. Dankzij de chat kan hij toch nog met hen babbelen en vertellen welke spannende avonturen hij allemaal meemaakt. Zo is Robbe gisteren met zijn mama naar de Efteling geweest. Hij wil heel graag aan Marie vertellen dat hij wel heel stoer was omdat hij helemaal alleen in de achtbaan durfde. Robbe vraagt aan mama of hij mag chatten. Hij heeft geluk. Marie is ook net online. Tijdens het chatten verschijnt er plotseling een venstertje: "Coole Vent wil graag met je chatten". Robbe weet niet wie die coole vent is, maar drukt toch maar op OK. Marie is straks toch weg en dan kan hij met Coole Vent verder chatten. Coole Vent is echt wel cool. Hij vraagt aan Robbe hoe hij heet en wat hij al allemaal gedaan heeft in de vakantie. Robbe vertelt dat hij Robbe heet, dat hij 10 jaar is en gisteren naar de Efteling geweest is. Coole Vent vindt het ook heel erg stoer dat Robbe alleen in de achtbaan durfde. Hij vraagt of Robbe misschien zin heeft om samen met hem eens terug te gaan naar de Efteling. Hoewel Robbe wel veel zin heeft om naar de Efteling te gaan, vindt hij het toch maar een beetje griezelig dat Coole Vent hem dat zomaar vraagt. Hij kent hem toch helemaal niet? Robbe roept er zijn mama bij. Mama vraagt wie die Coole Vent eigenlijk is. Robbe weet het niet. Mama legt hem uit dat je nooit zomaar mag chatten met mensen die je in het echte leven niet kent. Sommige mensen hebben immers niet zo'n goede bedoelingen. Het is wel heel flink van Robbe dat hij het aan mama vertelt heeft. "Als je iets griezelig meemaakt, moet je het mij altijd komen vertellen" leert mama hem.

 Wat is jouw mening? Hoe zou jij reageren? …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………….


Contract: 8 chattips. 1. Kies een goede nickname die je geslacht niet verklapt. 2. Geef aan niemand informatie over jezelf of over je vrienden ( telefoonnummer, adres, naam, ….). 3. Chat enkel met mensen die je kent. 4. Zet nooit je webcam op als vreemde mensen erom vragen. 5. Toon respect voor anderen zoals jij ook behandelt wil worden. 6. Bewaar je chatsessies. 7. Geloof niet zomaar alles wat men op de chat vertelt. 8. Als je met iemand wilt afspreken die je op de chat ontmoet hebt, verwittig dat steeds je ouders. Niet iedereen op de chat is eerlijk!

Teken deze chattips:

……………………………………………… ……………………………………………….


4. Cyberpesten.


4.1. Wat is cyberpesten? Bekijk volgend filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=iQZnzjBMiPQ a) Noteer hier je definitie van cyberpesten: …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………….. b) Lees volgende mails en bepaal of het om cyberpesten gaat of niet. Mail 1:

Jouw mening: …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………


Mail 2:

Jouw mening: …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………


Wie zijn de daders? • • • •

Vaak denken ze veel over computers te weten. Ze blijven graag onbekend. Anders zouden ze niet voor deze vorm van pesten kiezen. Zij hebben graag andere mensen in hun macht. Ze zijn soms zelf veel gepest.

Wie zijn de slachtoffers? • • • •

Ze zijn dikwijls ook het slachtoffer bij gewoon pesten op school. Vaak kennen ze de dader niet. Ze zwijgen vaak over wat hen overkomt. Dikwijls zijn ze onvoorzichtig op internet.

Wat zijn de gevolgen van cyberpesten? a) Je weet niet wie het doet. b) Je het pesten niet allen op school ervaart maar ook thuis en op andere plaatsen die je leuk vindt. c) Het aantal toeschouwers op het internet is groter. d) Je in cyberspace moeilijker een foto of een tekst kan wissen.

c) Wat vindt jij nu van cyberpesten? Leg je antwoord uit. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… d)Zijn er veel verschillen met het gewone pesten? Som op. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………

Opdracht: Maak in een groepje van 4 een affiche tegen cyberpesten.


Enkele tips: 1.Je bent niet alleen. 2.Reageer niet direct op de pester. 3.Bespreek het probleem met iemand die je vertrouwt. 4.Bewaar de pestmails, smsjes, chatsessies, ‌. 5.Maak een nieuw e-mailadres aan.


Hopelijk hebben jullie wat bijgeleerd in verband met internet? Remember: Hou het veilig en je hebt dubbel zoveel fun ;-)

Bronnen: http://www.clicksafe.be/kinderen/nl/tips/veiligchatten/ http://www.ictgids.be/files/06_lesmateriaal/pakket2/msbruikmsn.html


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.