3.
Aantrekkelijke plekken om te
Een aantrekkelijke leefomgeving is prettig om in te wonen, draagt bij aan het economisch functioneren van stad en land en is fijn om in te wandelen en te fietsen. Omgekeerd draagt de fiets bij aan aan trekkelijke steden, dorpen of regio’s, doordat hij je brengt waar je zijn wilt, ontmoetingen mogelijk maakt en effectief gebruikmaakt van de ruimte. In 2040 zijn de centra van alle grote en middelgrote steden autovrij. Dorpen en de rest van het centrale stedelijk gebied zijn autoluw. De ruimte die dit oplevert wordt gebruikt voor meer woningen, meer groen en meer kwaliteit van leven. Fietsers maken gebruik van deze autovrije en autoluwe gebieden, maar zijn niet overal dominant aanwezig. In de drukste gebieden in de steden delen fietsers en voetgangers de openbare ruimte. In onze visie zijn wandelen en fietsen de enige vormen van actieve mobiliteit en
14
hierdoor natuurlijke bondgenoten. In situaties waarbij zich conflicten voordoen tussen fietsers en voetgangers zoeken we samen naar oplossingen. Fietsers passen als gast hun snelheid aan op plaatsen die vooral bedoeld zijn om te wandelen. Daarom zijn fietsverboden niet nodig en kunnen fietsers met lichamelijke beperkingen toch altijd op hun bestemming komen. Rondom deze drukke gebieden zijn dankzij de inzet van de Fietsersbond betere en vlotte fietsroutes beschikbaar waardoor je als fietser automatisch kiest voor een route om het centrum heen. Fietsers kunnen hun rijwiel eenvoudig parkeren bij de belangrijke bestemmingen in de stad en aan de rand van het centrum. De parkeervoorzieningen zijn goed en op korte loopafstand. Door slim gebruik te maken van deelfietsconcepten staan deze voorzieningen minder vol met ‘fietsen voor af en toe’.