6 minute read
Special Tanzania
HOOP GLOORT AAN DE EINDER
TWEEDE ‘FIVE YEAR DEVELOPMENT’-PLAN MOET LAND TEGEN 2025 MIDDLE INCOME-STATUS BEZORGEN
Advertisement
Een jaar geleden stelden we Tanzania al eens aan je voor. Daaruit leerde je dat dit land uit het zuidoosten van het Afrikaanse continent niet een van de grote voortrekkers is, wel integendeel. Het land is en blijft arm en kampt onder meer op het vlak van bosbeheer met grote problemen. De boskap is enorm, zeker omdat de noodlijdende bevolking maar al te graag hout (en houtskool) gebruikt om te voorzien in de eigen energiebehoeften. Afbouwen donorafhankelijkheid
Bekijken we het economisch, dan leren we van Flanders Investment & Trade dat Tanzania dan wel het grootste is van de Oost-Afrikaanse landen, maar dat de handel ermee beperkt is. Hoopgevend is alleszins dat de Tanzaniaanse regering met het tweede Five Year Development Plan (FYDPII) industrialisering en een hoge economische groei nastreeft. Die zouden het land tegen 2025 een middle income status moeten bezorgen.
We stellen evenwel vast dat er tal van initiatieven zijn opgestart, waardoor er wat meer hoop gloort aan de einder. Projecten zoals het gemeenschapsbeheer van de bossen in het Kilwa-district, bijvoorbeeld, waar er door gemeenschapsbosbeheer en de implementatie van brandbeheer-strategieën meer vegetatie overeind blijft en er meer leefgebied ontstaat voor de biodiversiteit. Of anders het Mpingo-project Rainforest Projects, waar de NGO samen met partner FSC een systeem van duurzaam bosbeheer opzette en instaat voor de aanplant van nieuwe bomen.
Dergelijke initiatieven zijn broodnodig, ook al is ongeveer 45% van het land nog overdekt met bos. 45% lijkt veel, maar je moet wel vaststellen dat er maar een klein deel hiervan op een commercieel verantwoorde wijze geëxploiteerd wordt. Helaas blijft de ontbossing zich doorzetten, a rato van ongeveer 91.000 hectare per jaar. Het is de bedoeling dat de ontginning en export van bodemrijkdommen (vooral gas) hiertoe bijdragen. Tegelijk wordt de donorafhankelijkheid afgebouwd en worden buitenlandse investeringen aangemoedigd, met name in de landbouwsector. De grote Tanzaniaanse economische sectoren: landbouw, financiële en zakelijke dienstverlening, handel, toerisme en productie. De agrarische verwerking van suiker, bier, sigaretten en sisaltouw is een groot deel van de Tanzaniaanse industrie. Daarnaast maken diamant-, goud- en ijzerwinning, zout, natriumcarbonaat, cement, olieraffinage, schoenen, kleding, houtproducten en kunstmest een belangrijk deel uit van de industrie. De voornaamste exportgoederen zijn goud, koffie, cashewnoten en katoen. De belangrijkste exportpartners zijn India, China, Japan, Kenia en… België. Tanzania importeert vooral consumptiegoederen, machines, transportmiddelen, industriële grondstoffen en ruwe olie.
Nog volgens het FIT zijn probleempunten voor investeerders het gebrek aan gekwalificeerde arbeidskrachten en degelijk management, de moeilijkheid om werkvergunningen te krijgen voor expats, slechte infrastructuur en gebrekkige elektriciteitsvoorziening. De meeste investeringen vinden plaats in de mijnbouwsector, toerisme, gassector en vastgoed.
Houtsoorten uit Tanzania
Zeg je Tanzania, dan zullen de meesten het antwoord schuldig blijven op de vraag welke houtsoorten uit dit land vandaan komen. Toch heeft het meer te bieden dan het klassieke ebben-, mahonie- en sandelhout.
Wengé/Panga panga/Mpanga
Wist je, bijvoorbeeld, dat het prachtige, maar peperdure wengé, via het nauw eraan verwante panga panga ook in Tanzania gewonnen wordt? Meestal gaan we er daarbij van uit dat het afkomstig is uit Zaïre, maar vooral Mozambique en Tanzania zijn belangrijke leveranciers van panga panga. Je denkt misschien aan een andere houtsoort als je mpanga hoort, maar dat is gewoon de Tanzaniaanse naam voor panga panga.
De eigenschappen van wengé zijn gekend. Vers gezaagd is dit hout licht geelbruin, maar eenmaal het aan licht wordt blootgesteld krijgt het hout al snel een donkerbruine kleur. Het onderscheid tussen wengé en panga panga ligt in de poriën van het hout, die bij panga panga soms gevuld zijn met een gele stof (nooit bij wengé). De kleur van panga panga kan ook iets lichter zijn dan bij wengé, wat mede veroorzaakt wordt door het feit dat dit hout door directe bestraling door de zon lichter wordt. De nerf is grof, maar deze harde houtsoort laat zich goed verwerken tot smalle stroken en patronen.
Op kwartiers gezaagd wengé merk je een regelmatige tekening van zwarte en bruine strepen, terwijl dosse gezaagd hout fraai bruinzwart is gevlamd. Buiten toegepast, moet wengé met een oppervlak afwerkmiddel worden behandeld omdat de donkergekleurde inhoudsstoffen in water oplossen en vlekken kunnen veroorzaken.
Muhuhu
Veel minder gekend dan wengé en panga panga is de ook in de parketsector gebruikte houtsoort muhuhu. Daarnaast moet ook zeker muninga onder de schijnwerpers worden geplaatst, al is dit minder courant voor parket.
Bij muhuhu, dat ook in Kenia voorkomt, is het verse kernhout helder geelbruin. Aan het licht blootgesteld wordt dit donker geelbruin tot groenig bruin. Het spint, dat 15-30 mm breed kan zijn, heeft een geelwitte kleur. Muhuhu is zeer hard en zwaar en kwartiers gezaagd hout vertoont een bleekgele tot mosterdkleurige streeptekening, terwijl het dosse vlak een ietwat vage vlamtekening te zien geeft. Tijdens zaag- of schaafbewerking neem je een aangename, aromatische sandelhoutachtige geur waar.
In Europa kreeg muhuhu bekendheid als parkethout, nadat proefnemingen in Groot-Brittannië aantoonden dat zowel dosse als kwartiers gezaagd hout niet alleen zeer slijtvast is, maar bovendien zeer gelijkmatig slijt zonder versplintering of verruwing van het oppervlak.
Omdat je het hout niet kunt vernagelen, gebruikt men dit vooral voor mozaïek parket, dat rechtstreeks op steenachtige ondervloeren kan worden gelijmd. Muhuhu-parket is niet alleen geschikt voor gebruik in woonhuizen, maar ook in gebouwen met een intensief voetgangersverkeer of in bedrijven waar met heftrucks wordt gewerkt. Muninga
Muninga behoort tot de padoeksoorten, maar lijkt in uiterlijk en bouw meer op Aziatisch padoek dan op het oranjerode Afrikaanse padoek. De kleur van het kernhout is licht tot goudbruin met een rood tot purperachtige streeptekening. Aan het licht blootgesteld wordt de kleur diep goudbruin met purperrode nuances. Het maximaal 40 mm brede spint van muninga heeft een witachtige kleur. De structuur van muninga is over het algemeen gelijkmatig zonder opvallende tekening.
Door zijn gunstige eigenschappen en dikwijls mooie uiterlijk kan muninga voor vele uiteenlopende toepassingen worden gebruikt. Het voldoet goed als constructiehout, zowel binnen- als buitenshuis en in de scheepsbouw. Fraai hout wordt toegepast voor meubelen, draaiwerk, betimmeringen, schrijnwerk en als fineer voor decoratieve doeleinden. Doordat het hout weinig werkt, is het geschikt voor muziekinstrumenten en precisiegereedschappen. Verder is het geschikt voor vloeren (voetgangersverkeer), traptreden, deuren, kozijnen, enzovoort.
Afzelia
Verder kunnen we ook nog de schijnwerpers zetten op het veel vertrouwder in de oren klinkende afzelia. De verschillende afzeliasoorten zijn vooral gekend om hun uitstekende eigenschappen, maar in de praktijk geldt doussié als de beste. Men onderscheidt de soorten aan de verschillend gekleurde inhoudsstoffen, maar houtanatomisch vallen de verschillende soorten moeilijk van elkaar te onderscheiden. Afhankelijk van de groeiomstandigheden kunnen de eigenschappen van het hout enigszins variëren. Het kernhout is donkergeel tot roodbruin gekleurd. Het spint is bleekgeel en 30 tot 50 mm breed.
Bekijken we de toepassingen, dan moet je bij afzelia vooral meegeven dat het dankzij zijn uitstekende eigenschappen op het vlak van duurzaamheid, sterkte, bestandheid tegen chemicaliën, stabiliteit en uiterlijk geschikt is voor tal van toepassingen. Het wordt gebruikt voor kozijnen, ramen, deuren, vloeren (stroken en parket), sportvloeren, wielerbanen (ook in de open lucht), binnen- en buitenbetimmering, constructiehout, dorpels, traptreden, banken (buiten en in openbare gebouwen), tuinmeubelen, sporttoestellen, wagon- en carrosseriebouw, brugdekken, scheepsdekken, sluisdeuren, vaten voor chemische producten, enzovoort. Verder is afzelia zeer geschikt voor draai- en beeldhouwwerk.
Belangrijkste bronnen: Houtinfo.nl en Flanders Investment & Trade