F loor K u i t er t / 0 8 1 1 6 6 3 / L i fe s t y le & D e s i g n / D o c en t : J a c o b s , C . A . M . / VakCode : W D K SC R 0 8 / a c adem i e jaar 2 0 1 1 / 2 0 1 2 / Seme s t er 8
AARDE AAN FLOOR
-#20-
O V E R D E D A G D R O O M I N R E L AT I E T O T H E T C R E AT I E V E P R O C E S
d o or flo or kuitert
Floor Kuitert 0811663 Lifestyle&Design Docent: Jacobs, C.A.M. Vakkode: WDKSCR08 Academiejaar 2011/2012 Collegejaar 2011/2012 Coverbeeld: Matt Wisniewski
-#01-
INHOUD
# 06 # 08 # 09
Voorwoord
Inleiding
Hoofdstuk 1: Het mechanisme van de dagdroom.
# 11
Hoofdstuk 2: Wat is de functie van de dagdroom?
# 17
Hoofdstuk 3: Welke aspecten van de dagdroom kunnen functioneel zijn bij een creatief (ontwerp) proces?
# 30
Conclusie: Op welke manier kun je dagdromen inzetten bij een creatief (ontwerp)proces?
# 31
Literatuurlijst
OO
RW
OO
RD
V
-#05-
VO ORWO OR D
‘Aarde aan Floor! Waar zit jij met je gedachtes?’, krijg ik regelmatig te horen. Ik ben een introvert persoon, een dagdromer. Ik spreek mijn gedachtes niet vaak uit, maar laat ze liever eerst een tijdje ‘zweven’ in mijn hoofd. Daar is er, naar mijn idee, ruimte voor vrije associatie. Voor mij zijn deze ‘afwezige momenten’ erg belangrijk. Juist op die momenten van ‘halfbewustzijn’ kom ik op de beste ideeën. Maar geven wij onze geest nog wel de kans om af te dwalen, te verzinken in een dagdroom. Op elk oningevuld moment van de dag grijpen wij naar onze smartphone om verveling te voorkomen en te zorgen dat we niets missen. Maar missen we niet juist meer door volledig gefixeerd te zijn op onze draagbare nieuwsvoorzieners? Gewoon uit het raam staren tijdens een treinreis en je geest laten afdwalen in een wereld waar realiteit, logica en rede tijdelijk lijken te verdwijnen, is er nauwelijks meer bij. Dagdromen wordt vervangen door snelle informatie, spelletjes en het checken van de e-mail. Mijn fascinatie voor deze toestanden van ‘halfbewustzijn’, bekend als dagdromen, is de basis geweest voor mijn afstudeerproject. In mijn scriptie onderzoek ik de functie van dagdromen voor het creatieve proces.
-#06-
NLEIDING
I
-#07-
INLEIDING
Bestaat er zoiets als een creatieve geest? Of is dat meer een excuus van luie denkers om niet creatief te hoeven zijn? Zijn creatieve mensen van een andere soort? Of is iedereen creatief, maar gebruikt niet iedereen zijn creatieve vermogens? Creativiteit is een onderzoeksterrein dat nog maar ten dele is ontgonnen. Over creativiteit en creatieve processen valt nog veel te ontdekken. In deze scriptie ga ik in op een deelaspect van creativiteit. Ik onderzoek wat de functie is van dagdromen voor creatieve processen. Ik ga er daarmee van uit dat creatieve processen bestaan. Ik heb tenslotte niet voor niets voor een creatief beroep gekozen. Creativiteit is voor mij een vorm van ‘vrij’ denken. Maar bestaat dat wel? De actualiteit lijkt op een ander gedachtespoor te zitten. Swaab staat met zijn boek ‘Wij zijn ons brein’ in de bestsellerlijsten. Hij ziet ons als behoorlijk ‘gedetermineerd’ door ons brein. De Volkskrant wijdde recent een reeks artikelen aan het onderwerp ‘Bestaat de vrije wil’? Alsof de mens geen keuze heeft, geen ruimte om anders te zijn of te denken. Ik bestrijd dat, mijn ervaring is een andere. En ik sta daarin niet alleen. Het vrije denken wordt gewaardeerd door soms onverwacht publiek. Cabaretier Youp van ‘t Hek gaf de afgelopen maanden (2012) als tijdelijk cultureel professor les aan de TU Delft. Het thema van zijn lezingen ‘Los van Alles’ laat zien dat ook in een omgeving van natuurwetenschappelijke studies het belang van loslaten en vrij denken meer aandacht krijgt. De studenten kregen de opdracht om ‘de kijker even weg te voeren uit de realiteit’ (Seegers, 2012). Dit onderzoek bekijkt de dagdroom in relatie tot creatieve processen met als doel antwoord te geven op de hoofdvraag ‘Op welke manier kun je dagdromen inzetten bij een creatief (ontwerp)proces?’.
-#08-
Het onderzoek begint met een bespreking van het mechanisme van de dagdroom om het onderzoeksgebied te kaderen en te definiëren. Er wordt gekeken naar hoe de houding ten opzicht van dagdromen is veranderd. Ik behandel twee deelvragen. Bij de eerste deelvraag beantwoord ik de vraag ‘Wat is de functie van de dagdroom?’ De beantwoording van deze deelvraag staat los van het creatieve proces. Daarna breng ik de dagdroom in verband met creativiteit bij het behandelen van de tweede deelvraag: ‘Welke aspecten van de dagdroom kunnen functioneel zijn bij een creatief {ontwerp) proces?’ Verschillende creatieve processen en technieken worden gekoppeld aan de dagdroom en zo ontstaat er een inzicht in hoe je dagdromen kunt inzetten bij een creatief proces. Mijn onderzoek is voor het grootste deel literaturonderzoek. Bevindingen uit literatuuronderzoek vergelijk ik met mijn eigen (empirische) ervaringen met creatieve processen. Zo krijg ik een beter inzicht in de observaties die de aanleiding zijn geweest voor dit onderzoek. Mijn onderzoeksgebied, de dagdroom, wordt beschreven in de psychologie (en psychoanalyse) en de filosofie. Deze vakgebieden hebben dan ook de overhand in de door mij gebruikte bronnen. Mijn bevindingen en conclusies zijn waardevol voor publieksgroepen die meer willen weten over de werking van creatieve processen, maar ook – en misschien vooral – voor mensen die zelf werken in creatieve beroepen. Wat wanneer effectief is, en wat op welke momenten juist níet werkt, is immers relevant voor wie creatief ‘moet’ zijn om een deadline te halen. Hiermee is mijn onderzoek niet alleen van theoretische waarde, maar heeft het ook praktisch nut.
H O O F D STU K 1
Het mechanisme van de dagdroom
Dagdromen: we zijn ons er niet altijd van bewust, maar iedereen doet het. Onze geest is in essentie rusteloos. Psychologen en neurowetenschappers schatten dat we er tussen de 15% en 50% van de tijd dat we wakker zijn aan besteden (Glausiusz, 2009). Dagdromen maakt onderdeel uit van onze dagelijkse activiteiten, maar past vaak moeilijk in onze snelle cultuur, waarin efficiëntie centraal staat. ‘In a culture obsessed with efficiency, mind wandering is often derided as a lazy habit, the kind of thinking we rely on when we don’t really want to think. (Freud regarded mind wandering as an example of ‘infantile’ thinking). It’s a sign of procrastination, not productivity’ (Lehrer, 2011). Dagdromen wordt vaak gezien als een eigenschap van luie en ongedisciplineerde mensen, maar die negatieve opvatting wordt niet (meer) door iedereen gedeeld. Dagdromen is een fenomeen dat door de jaren heen steeds positiever wordt beoordeeld. Jonathan Schooler, professor in de psychologie, laat zien dat dagdromen juist kan leiden tot geweldig vernieuwende ideeën. Hij heeft een lijst samengesteld met creatieve ingevingen, zoals hij ze zelf noemt ‘creative flashes’ die de basis zijn geweest voor de inventieve oplossingen van grote denkers zoals Einstein. De dagdroom is een uniek en onmisbaar mechanisme van de menselijke geest. Tijdens het dagdromen dwaalt onze geest af. We verliezen de concentratie op de dingen waar we op dat moment mee bezig zijn, maar we sluiten ons er niet volledig van af. We schakelen van uitwendige aandacht over naar innerlijke concentratie. (Singer, 1978). We verplaatsen ons als het ware naar onze innerlijke belevingswereld die bestaat uit fantasieën, gevoelens en gedachtes. Tijdens het dagdromen nemen onze hersenen alles wat we al weten in heroverweging. We maken nieuwe combinaties van de informatie die we binnen krijgen én hebben gekregen (Glausiusz, 2009). Dit proces maakt de menselijke geest zo uniek.
‘What is most truly human about man, what is perhaps his greatest gift derived from evolution and perhaps his greatest resource in his mastery of the environment and of himself, is his capacity for fantasy’ (Singer, 1975). De mogelijkheid tot verbeelding en associatie wordt gezien als een voorwaarde voor ontdekking en innovatie en daarom proberen we er grip op te krijgen. De dagdroom maakt gebruik van deze bijna ongrijpbare mogelijkheden van de geest en die zouden we kunnen benutten (Perez y Perez, Sosa, Lemaitre, 2007). Fantasie is niet het tegenovergestelde van rationaliteit, maar kan die juist aanvullen. ‘Imagination allows for the rational and the irrational to coexist productively. Art’s artifice may be achieved through the conjunction and even contradiction of very diverse methodologies, be they rational (i.e. a return to modern modern notions of science and the encyclopedic) or irrational (i.e. recurring to mysticism, phantasmagoria, hallucination, chance, and abandonment) (Noorthoorn, 2012). De opvattingen over creativiteit zijn door de jaren ook op een andere manier geëvolueerd en veranderd. Lang gingen wetenschappers ervan uit dat creativiteit een eigenschap is die je ‘hebt’ of niet. Maar deze opvatting is inmiddels achterhaald. Tegenwoordig is het uitgangspunt eerder dat iedereen in principe creatief is. Het zit in de menselijke aard. Wat het verschil maakt tussen creatief zijn en niet creatief zijn is de manier waarop ze omgaan met hun creatieve vermogen. Grote creatieven weten veel beter hoe ze toegang kunnen krijgen tot de creatieviteit die is opgeslagen in onze geest. Onderzoek is er nu dus vooral op gericht hoe creativiteit kan worden ‘aangeboord’. Intussen is ontdekt dat druk om te presteren ervoor kan zorgen dat we vast komen te zitten in een beperkt denkpatroon, een routine (Koerner, 2010). Omgevingsfactoren, zoals de verf op de muur, kunnen creativiteit beïnvloeden (Lehrer, 2012, a).
-#09-
E V E N I N C i D E N TA L FA C T O R S L I K E PA I N T O N A WA L L , C A N P RO F O U N D LY I N F LU E N C E H O W T H E I M AG I N AT I O N WORKS. WE CAN’T HELP BUT COME UP WITH NEW IDEAS
”
Jo n ah Le hre r
AFB. 1: FRAGMENT UIT DE BOEK-TRAILER ‘IMAGINE’ DOOR JONAH LEHRER
“
“
IN THIS ENVIABLE PEACE, HOW EASY IS D AY D R E A M I N G . L E T D R E A M C A R RY I T S E L F F O RWA R D. . . IMAGES COME DOWN,
AFB. 2: PORTRET LOUIS ARAGON
LIKE CONFETTI. IMAGES, IMAGES, EVERY W H E R E I M A G E S .
”
L o u i s A r a g o n ( Ta l l i s , z . j . )
-#20-
H O O F D STU K 2
Wa t i s d e f u n c t i e v a n d e d a g d r o o m ?
Het heeft vrij lang geduurd voordat dagdromen een gerespecteerd onderzoeksgebied werd. Vooral de psychologie is zich steeds meer gaan verdiepen in de werking van dagdromen en de motieven die erachter schuil gaan. Onderzoekers weten intussen dat de inhoud van dagdromen onze dagelijkse doelen, ambities en angsten in kaart brengen. Langzamerhand is er steeds meer duidelijkheid ontstaan over de functie van de dagdroom. Nog maar kort geleden bracht Raichle, professor aan de Universiteit in Washington, de gebieden van onze hersenen in kaart gebracht die het voor ons mogelijk maken rond te dwalen in onze eigen geest. Hij heeft drie gebieden ontdekt. Een gebied waar onze herinneringen worden gevormd, een gebied dat onze gevoelens verwerkt en een gebied dat de informatie van ons lichaam en de wereld om ons heen evalueert vanuit een egocentrisch perspectief (Glausiusz, 2009, p 86). Toch blijft er ook veel onbekend over de werking van onze geest op de momenten dat deze even af lijkt te dwalen, zoals dat bij dagdromen voorkomt. Deze onbewuste processen blijven fascinerend en het onderzoek zal zich dan ook voortzetten. Misschien weten we over een paar jaar wel veel meer over de werking van het onbewuste van de geest (Dijksterhuis, 2007 / Glausiusz, 2009). De dagdroom als poort naar het onbewuste
Om de dagdroom te bespreken in relatie met het onbewuste is het belangrijk om te begrijpen wat er met het onbewuste wordt bedoeld. Het freudiaanse onbewuste is namelijk iets anders dan ‘het moderne onbewuste’ (Dijksterhuis, 2007, p 35), waar dit onderzoek zich op richt. Het onbewuste
Het onbewuste is lange tijd onderschat. Dit vooral onder invloed van Descartes, die lang de wetenschap domineerde met het rationalistische idee ‘ik denk, dus ik ben’. Rond 1900 kwam er veel aandacht voor de ideeën van Freud. Freud beschrijft het onbewuste als primitief, een soort opslagplaats voor onze dierlijke driften en traumatische herinneringen die wij onderdrukken. Het bewuste is volgens hem verstandig en rationeel, een idee dat onder invloed van Descartes al eerder was geïntroduceerd. Er kwam veel kritiek op Freuds ideeën. De critici
-#12-
waren van mening dat gedachtes niet te onderdrukken zijn. Juist als je dat gaat proberen, komen de gedachtes heel snel weer terug in het bewuste gedeelte van het brein (Dijksterhuis, 2007). Ook Jung, psychiater, psycholoog en aanvankelijk goede vriend van Freud, formuleerde andere ideeën over het onbewuste. Hij poneerde de veronderstelling dat er een collectief onbewuste bestond naast het persoonlijke onbewuste. In het persoonlijk onbewuste slaat de mens eigen vroege ervaringen op; in het collectief onbewuste liggen de ervaringen van de mensheid opgeslagen. Wij dragen die onbewust met ons mee (Stevens, 1999). Moderne ideeën gaan ervan uit dat ‘het onderbewuste bestaat uit alle psychologische processen waarvan we ons niet bewust zijn, maar die ons gedrag (of ons denken of onze emoties) wel beïnvloeden’ (Dijksterhuis, 2007, p. 40). Dit is nog steeds geen sterk afwijkende beschrijving van het onbewuste ten opzichte van de eerder genoemde opvattingen. Het gaat uiteindelijk om de werking van die onbewuste processen. Moderne opvattingen gaan ervan uit dat mentale processen zich voor het grootste deel afspelen in het onbewuste. Het bewuste komt eigenlijk alleen maar in aanraking met de eindproducten van de processen die zich in het onbewuste afspelen (Dijksterhuis, 2007). De surrealisten lieten zich inspireren door de theorieën van Freud. Vooral bij hun ontdekkingstochten naar het onbewuste van de geest. Ze zagen het belang van de processen in het onbewuste van de geest voor hun creatieve uitingen. De Franse dichter - en een van de grondleggers van het surrealisme - Louis Aragon beschrijft in een van zijn gedichten de relatie tussen dagdromen en de productie van afbeeldingen (Tallis, z.j.): In this enviable peace, how easy is daydreaming. Let dream carry itself forward.... Images come down, like confetti. Images, images, everywhere images. (Tallis., z.j.)
(Dag)dromen als poort naar het onbewuste
Dromen en dagdromen zijn verwant, maar verschillend. Zowel Freud als Jung zien dromen als manieren om ervaringen te verwerken tijdens de slaap. Bijzonder is dat dromen als het ware in de ‘werkelijkheid’ van de dag ervoor, waar ze op teruggrijpen, nieuwe en onverwachte gebeurtenissen of personen introduceren. Dat gebeurt onbewust. Hierdoor laten dromen ons dingen op een andere manier en in een ander perspectief zien. Het bewuste is beperkt, dromen zijn dat niet: alles kan. Jung noemde de manier waarop het onbewuste in dromen functioneert de transcendente functie van het brein/de geest. De geest brengt in dromen met behulp van symbolen in harmonie wat in het bewuste onverenigbaar leek. Jung verdiepte zich in de kracht van symbolen, die hij verbond met de zogenaamde archetypen. Die archetypen zijn onderdeel van het collectief onbewuste. Het concept van het archetype is abstract. Het is het best te begrijpen aan de hand van een voorbeeld. ‘De moeder’ is bijvoorbeeld een archetype. In ons is de rol van moeder als het ware ‘opgeslagen’, we zijn er in zekere zin voor geprogrammeerd. Het is een soort oer-software van de mensheid. Die manifesteert zich onder andere in onze dromen, via symbolen (Stevens, 1999). De dagdroom als generale repetitie
Een andere functie van de dagdroom is die van de generale repetitie. De dagdroom kan ons helpen om onze hersens klaar te stomen voor een bepaalde situatie. Voorafgaand aan die situatie doorlopen wij tijdens onze dagdroom een aantal scenario’s. Dat geeft ons de mogelijkheid om te oefenen en van alles uit te proberen zonder dat daar consequenties aan verbonden zijn. Zoals Freud zei: ‘You can engage in trial action without any consequences’ (Glausiusz, 2009). De dagdroom is in deze vorm een repetitie met een imaginair publiek. We doorlopen de situatie in ons hoofd, maar mocht er daar iets mis gaan, dan heeft dat geen effect op ons ‘fysieke’ leven. De dagdroom helpt ons zo om onze sociale vaardigheden te ontwikkelen, zodat we deze later toe kunnen passen in het echte leven (Glausiusz, 2009).
Overeenkomstige functies van nachtelijke dromen en dagdromen
Nachtelijke dromen zijn in een aantal opzichten vergelijkbaar met dagdromen. Het repeteren van mogelijke situaties is iets wat ook tijdens onze nachtelijke dromen plaatsvindt. Toch bestaat er een verschil tussen nachtelijke dromen en dagdromen. Als we dromen terwijl we slapen, sluiten we ons namelijk volledig af van de wereld om ons heen. Onze hersenen zijn gedurende nachtelijke dromen bezig dingen te verwerken die in het verleden hebben plaats gevonden of mogelijk in onze toekomst plaats gaan vinden. Er is geen directe competitie met impulsen van buitenaf. Tijdens het dagdromen is deze competitie met externe impulsen er wel. Dagdromen hebben dan ook vaak een relatie met de actuele realiteit. Sigmund Freud vertelt in zijn boek ‘The interpretation of dreams’ over de overeenkomsten tussen dromen en dagdromen. Hij zegt hierover: ‘Like dreams, they (daydreams) are wish fulfilments; like dreams they are based to a great extent on impressionist or infantile experiences; like dreams they benefit by a certain degree of relaxation of censorship. If we examine their structure, we shall perceive the way in which wishful purpose that is at work in their production has mixed up the material of which they rebuilt, has rearranged it, and has formed it into a new whole’ (Pollock, 2007, p. 217). Freud veronderstelt dat dagdromen altijd worden aangedreven door wensen die voortvloeien uit onvrede. Maar ze dragen ook een impressie van de tijd. Ze zijn een gevolg van ‘het hier en nu’. Een dagdroom brengt drie ‘temporaliteiten’ samen: herinneringen uit het verleden, momenten uit het heden en de aanstaande toekomst (Pollock, 2007). Dromen en dagdromen lijken dus sterk op elkaar, alleen krijgt de dagdroom meer input van de directe omgeving. Dat maakt dat we de functie iets bewuster ervaren.
-#13-
L ike dreams , they are wish fulfilments , ( . . . ) like dreams they benefit by a certain degree of rela x ation of censorship.
”
Sigmund Freud (Pollock, 2007)
-#20-
AFB. 3: PORTRET SIGMUND FREUD
“
Het terugvalnetwerk: een vlucht uit de realiteit
Tot slot bespreek ik de functie van de dagdroom die het dichtst bij mijn persoonlijke ervaring staat: het ontsnappen aan de realiteit. Een moment van rust in een druk bestaan. De al eerder genoemde Raichle benoemt deze functie van de dagdroom als de ‘default mode’ van onze geest. Het denken wordt even in de ruststand gezet (Lehrer, 2011). En dat is een positief gegeven. Dr. Smallwood, collega van Jerome Singer, geeft een heel simpel voorbeeld ‘People assume mind wandering is a bad thing, but if we couldn’t do it during a boring task, life would be horrible. Imagine if you couldn’t escape mentally from a traffic jam’ (Tierney, 2010). Een situatie die vrijwel iedereen zich kan voorstellen, maar niet zonder de mogelijkheid om er even aan te ontsnappen. We kunnen dus vaststellen dat de dagdroom wel degelijk functioneel kan zijn. Als brug tussen het bewuste en het onbewuste, als generale repetitie en als ruststand van de geest.
-#15-
AFB. 4: ILLUSTRATIE VOOR ‘PSYCHOLGY TODAY’ DOOR GEOF KERN
-#20-
B O R E D O M I S YO U R W I N D O W. O N C E T H I S WINDOW OPENS, DON’T T RY T O S H U T I T ; O N T H E C O N T R A RY, T H R O W I T WIDE OPEN .
” B r o d s k y ( L e h r e r J. , 2 0 1 1 )
-#20-
AFB. 5: PORTRET BRODSKY DOOR N.Sharymova
“
H O O F D STU K 3
We l k e a s p e c t e n v a n d e d a g d r o o m k u n n e n f u n c t i o n e e l zijn bij een creatief (ontwerp)proces?
Tijdens het dagdromen worden onze herinneringen en ervaringen omgevormd tot een verbeelding. Een kwaliteit die in het ‘fysieke’ leven toegeschreven wordt aan creatieve en kunstzinnige mensen. Onze fantasie geeft ons tijdens het dagdromen even het gevoel dat we allemaal dichters en beeldend kunstenaars zouden kunnen zijn. Toch blijkt een idee vaak iets minder ingenieus als je weer uit je fantasie ontwaakt. Niet ieders dagdromen zijn even levendig en fantasierijk als die van beroemde creatieve geesten, maar ze zouden ons wel kunnen helpen om dichter bij onze (artistieke) creativiteit te komen. We moeten ons daarvoor eerst bewust worden van ‘de diversiteit van de associaties en de concreetheid en de gevarieerdheid in zintuigmodaliteiten die we in deze fantasiegebieden ervaren’ (Singer, 1978, p. 219). Pas als wij het voor elkaar krijgen grip te krijgen op onze dagdromen, kunnen wij deze toepassen bij een creatief proces. Fases van het creatieve proces
Een creatief proces kan opgedeeld worden in verschillende fases. Een simpele, maar veelgebruikte methode deelt het creatieve proces op in drie fases: een startfase, waarin het doel van het proces wordt vastgesteld. Welk probleem moet er bijvoorbeeld opgelost worden? Daarna komt de divergerende fase, waarin associatieve vermogen en de verbeeldingskracht wordt aangesproken om tot zoveel mogelijk ideeën te komen. Kwantiteit is tijdens deze fase belangrijker dan kwaliteit. Het proces wordt afgesloten met een convergerende fase. In deze fase gaat het om keuzes maken. Je gaat opzoek naar de beste ideeën uit de overvloed die de divergerende fase aanbiedt. Als we het over dagdromen in relatie met het creatieve proces hebben, bevinden we ons voornamelijk in de divergerende fase. In deze fase is er namelijk veel aandacht voor het associatieve vermogen en de verbeeldingskracht van de geest. Dit zijn kenmerken van de menselijke geest die tijdens het dagdromen geactiveerd worden. Dagdromen helpt ons denkpatronen te doorbreken (Byttenbier, 2002). Het woord divergeren vertelt al veel over deze fase van het creatieve proces. Het gaat hier om het verbreden, het genereren van ideeën. Daar is denkruimte voor nodig. Onze geest biedt ons deze ruimte. Het is een plek waar ruimte is voor experiment en fantasie. Los van de beperkingen van de realiteit kun je er vrij associëren.
-#18-
Logica mag er even losgelaten worden en of iets kan of mag is tijdens deze fase nog irrelevant (Byttenbier, 2002). Deze ruimte kun je bereiken via dagdromen. Wanneer je je bewust bent van de dagdroom, kun je deze dus uitstekend gebruiken in de divergerende fase van een creatief proces. Patroondoorbreking
Creativiteit is moeilijk te beschrijven en zeker moeilijk vast te leggen en te onderzoeken. De bron van onze verbeeldingskracht is niet zomaar aan te wijzen. Creativiteit is niet een enkel proces. Het bestaat uit een geheel van denkprocessen die ons helpen om patronen te doorbreken. Deze processen vergroten samen de kans dat er nieuwe verbindingen worden gelegd in onze hersenen (Byttenbier, 2002). De dagdroom zorgt ervoor dat we toegang hebben tot allerlei ideeën, herinneringen en ‘hersenspinsels’ die samen tot een unieke combinatie kunnen leiden. Dagdromen en creatief schrijven
Sigmund Freud schreef in 1908 al over de relatie tussen creatieve schrijvers en dagdromen. Hij vroeg zich af waar creatieve schrijvers hun inspiratie vandaan halen. Schrijvers creëren werelden uit fantasieën, vertelt hij. Ze stoppen er veel emoties in en scheiden de fantasiewereld zo goed mogelijk van de realiteit. Hij ziet een overeenkomst tussen het schrijven van poëzie en de fantasiewerelden van kinderen. De motieven achter fantasieën zijn volgens hem onvervulde wensen en door te fantaseren vervul je die wens. Creatieve schrijvers doen dit via hun werk (Kaplan. 1991). Wat vinden schrijvers hier zelf van? De RussischAmerikaanse dichter Brodsky hecht veel belang aan dagdromen: ‘However, as Brodsky also noted, boredom and its synonyms can also become a crucial tool of creativity. “Boredom is your window”, the poet declared. “Once this window opens, don’t try to shut it; on the contrary, throw it wide open.” Brodsky was right. The secret isn’t boredom per se: It’s how boredom makes us think. When people are immersed in monotony, they automatically lapse into a very special form of brain activity: mindwandering. Brodsky ziet dagdromen als creatief gereedschap, en zeker niet als infantiel (Lehrer, 2011).
Dagdromen en de creatiespiraal
Marinus Knoope is van oorsprong fysicus maar schrijft boeken die sterk naar coaching neigen. Met zijn boeken, waaronder ‘De creatiespiraal’, probeert hij erachter te komen in hoeverre mensen invloed hebben op hun eigen levensomstandigheden. De creatiespiraal beschrijft de manier waarop wij als mens ‘scheppen’, door de weg van wens naar werkelijkheid te volgen (Knoope, 1998). Als we dagdromen bekijken als een verbeelding van onze wensen, kan zijn werk dus erg interessant zijn in relatie met creativiteit. Knoope gaat ervan uit dat in principe alle benodigdheden voor creativiteit aanwezig zijn in de mens. En om je creativiteit te bevorderen is het, volgens hem, belangrijk om je wensen, passie en verlangens te ontdekken. Zij vertellen ons namelijk iets over onze drijfveren. Zoals eerder besproken brengen dagdromen onze doelen en ambities in kaart. Zo zouden dagdromen ons kunnen helpen om inzicht te krijgen in onze passie en verlangens en op die manier onze creativiteit bevorderen (Haijtema, 2007). Vrije incubatie en onbewuste arbeid
Tijdens een creatief proces kan het soms helpen om even afstand te nemen van het project en je aandacht ergens anders op te vestigen. Dit betekent niet dat je hersenen helemaal niet meer bezig zijn met het project. Het is alleen verplaatst naar het onbewuste. Ons onbewuste gaat door met denken, ook al richten wij ons heel bewust op andere dingen. Dit proces wordt ook wel incubatie genoemd. Je neemt heel bewust afstand van je bezigheden en laat ze even voor wat ze zijn. Je bent er in je achterhoofd mee bezig, maar je doet er geen bewuste moeite voor (Dijksterhuis, 2007).
De informatie over het project wordt in het onbewuste verwerkt en als het ware steeds maar omgeroerd. Je laat het daar de vrije loop. Onze hersenen zijn in staat een enorme hoeveelheid informatie op te slaan. Daardoor beschikken we over een enorme voorraad aan ongebruikte combinaties. Beelden van herinneringen die opgeslagen zijn, maar nooit gebruikt (Singer , 1978). Het project of vraagstuk waar we op dat moment mee bezig zijn belandt tijdens de incubatie tussen al deze ongebruikte associaties. Het blijft daar een tijdje sudderen en de oplossing kan zich vervolgens plotseling openbaren en wordt dan ervaren als een ‘Eureka’-moment. Onderbrekingen van het creatieve proces kunnen er dus juist voor zorgen dat je een stap verder komt. En daar is de dagdroom er een van. Die geeft ons toegang tot het onbewuste, waarin ons ‘geïncubeerde’ project zich bevindt. Wanneer we ons bewust zijn van de inhoud van onze dagdromen kunnen we daar verrassende combinaties vinden die misschien wel kunnen leiden tot een doorbraak in het vastgelopen creatieve proces. ‘Dit proces van onbewust denken is cruciaal bij creativiteit’ (Dijksterhuis, 2007, p. 140). De volgende ideeën laten zien hoe incubatie tot een idee kan leiden:
-#19-
AFB. 6: NIKE ‘JUST DO IT CAMPAGNEBEELD DOOR MARK TURLAN IN SAMENWERKING MET NIKE
Nike ‘Just Do It’ slogan
De manier waarop de slogan ‘Just do it’ werd bedacht voor een campagne van Nike illustreert de onbewuste arbeid die de hersenen verrichten. Ene Dan Wieden die werkte bij reclamebureau Wieden+Kennedy had al zeven reclamefilmpjes voor de campagne, maar zocht nog een overkoepelende slogan. Hij had die dag de naam van Norman Mailer horen noemen. Als zijn deadline nadert, schiet hem opeens te binnen dat Norman Mailer een boek had geschreven over gay Gilmore, die geëxecuteerd werd. Gilmores laatste woorden waren: let’s do it. Dat is het net niet helemaal, met met een kleine verandering heeft hij het: Just do it (Lehrer, 2012, c).
-#20-
AFB. 7: WERK VAN CLAIRE HARVEY OP POST-ITS VOOR DE EXPOSITIE ‘EASILY-REMOVABLE’ IN TAE MODERN (LONDEN 2007)
-#20-
De Post-It
Arthur Fry, werknemer bij 3M, bedacht door een aantal toevallige dagdromen een geniaal product: de Post-It. Het begon bij een ergernis. Hij zong in een kerkkoor en raakte steeds kwijt waar ze gebleven waren. De losse papiertjes die hij tussen zijn boek deed, vielen er steeds uit. Een paar weken eerder was hij bij een presentatie aanwezig over een nieuwe, hele zwakke lijn. Na de lezing kon hij niet bedenken wat het nut zou kunnen zijn van een lijm die nauwelijks plakt. Hij zette het, dacht hij, snel uit zijn gedachtes. Maar tijdens een saaie preek verzonk hij in gedachten. Hij dacht na over mogelijke bladwijzers voor zijn koorteksten. En opeens kwam daar de lezing over de, in eerste instantie, nutteloos lijkende lijm weer in zijn hoofd op. Hij had de oplossing voor zijn probleem. Zo kon hij bladwijzers maken die bleven plakken aan zijn papier zonder het kapot te maken. Het idee om op de Post-its te schrijven kwam er later bij, ook op een toevallige manier (Lehrer, 2012, c).
-#22-
Geleide fantasie
Wanneer je de incubatie van een idee niet helemaal vrij laat, maar het meer stuurt, noemen we dat geleide fantasie. Je schrijft dan een scenario voor de incubatie en geeft daarmee het onbewuste als het ware een opdracht. Bij de geleide fantasie wordt er gebruik gemaakt van beelddenken, ‘het denken in geestesbeelden die ontstaan uit de diepere lagen van ons denksysteem’ (Byttenbier, 2002, p. 128). Dat beelddenken vindt op vele momenten plaats, maar we maken het meestal niet bewust mee. Tijdens onze nachtelijke dromen maken wij bijvoorbeeld gebruik van beelddenken. Bij geleide fantasie proberen wij het beelddenken bewust te gebruiken (Byttenbier, 2002). Daar is een duidelijke connectie te vinden met de dagdroom, een vorm van dromen die wij meer bewust ervaren en die een erg visueel karakter heeft. Door gebruik te maken van de geleide fantasie en onze dagdromen een scenario mee te geven, kunnen we veel gerichter tot inzichten komen.
Geheel willekeurig ontstaan er connecties tussen verschillende temporaliteiten. Stukjes bestaande informatie komen op een nieuwe manier met elkaar in aanraking en kunnen leiden tot onverwachte, creatieve ideeën (Singer, 1975). Dergelijke onverwachte combinaties passen de surrealisten ook toe in hun beeldende werk. Deels geïnspireerd door de ideeën van Freud schilderen zij ‘… bodily fragments next to landscapes and rocks, strange creatures part-human part-animal, machines with flesh, living bodies and objects improbably enlarged and reduced in scale (Leader, 2005). Wat in werkelijkheid onmogelijk is, kan op hun doeken wel, te zien op de beelden hiernaast. Je zou kunnen stellen dat zij in hun werk het creatieve proces hebben verbeeld. De schilderijen lijken wel een metafoor voor het creatieve proces dat zich tijdens het dagdromen in onze geest afspeelt.
Bewustzijnsstroom
De Amerikaanse psycholoog William James kwam in 1890 met het begrip ‘stream of consciousness’ waarmee hij de continue stroom van gedachten die door ons hoofd spelen een naam gaf. Met name Engelse auteurs pasten deze stream of consciousness toe in hun boeken. Denk aan Ulysses van James Joyce. In het Franse taalgebied heette dit ‘monologue interieur’. Dagdromen zou je kunnen zien als een uiting van deze ‘stroom van bewustzijn’ (Singer, 1978). Tijdens het dagdromen werkt onze stroom van gedachtes en associaties tussen het bewuste en het onbewuste. De associaties die wij in onze dagdromen maken, komen niet voort uit logica. En dat maakt ze juist zo interessant en relevant voor creatieve processen. Het geeft onze gedachtes de mogelijkheid te reizen tussen het verleden, het heden en de toekomst. Dit terwijl er tegelijkertijd een combinatie wordt gemaakt van de externe en de interne wereld. Zo ontstaan er verrassende combinaties waartoe wij in een volledig bewustzijn niet in staat zijn.
-#23-
-#24-
AFB. 9: ‘Persistence of memory’ VAN SURREALIST SALVADOR DALI, UIT 1931
AFB. 8: ‘OEDIPUS REX’ VAN SURREALIST MAX ERNST , UIT 1922
Dagdromen: een voorwaarde voor creativiteit?
Wanneer we al deze aspecten in ons opnemen, komt de vraag op of dagdromen een voorwaarde is voor creativiteit. Creativiteit lijkt vooral een prestatie te zijn van het onbewuste en de dagdroom zorgt voor interactie met het onbewuste. ‘Bovendien is de interactie tussen bewuste en onbewuste niet alleen belangrijk voor de instandhouding van de geestelijke gezondheid, maar ook voor het ontwikkelen van creatieve activiteit, zij het op kunstzinnig of op wetenschappelijk gebied’ (Stevens, 1999). Dagdromen is dus zeer functioneel als het om het komen tot ontwikkelingen gaat. ‘Bij ontdekkingen werkt het vaak zo. Je stelt weliswaar bewust een vraag en je gaat bewust studeren om de nodige informatie te verzamelen, maar de oplossing – de echte creatieve, geniale gedachte – wordt door je onbewuste bedacht’, vertelt Ap Dijksterhuis (2007). Het bewuste denken komt pas van pas in de eindfase, als het onbewuste uitgelegd moet worden. Het is nodig voor de vertaling van het onbewuste. Ook Schopenhauer legt de nadruk op onbewuste processen als middel om tot creativiteit te komen. ‘Al het primaire, en daarmee al het echte, in mensen werkt als de krachten van de natuur, onbewust.... Als je wat wilt bereiken in zaken, met schrijven, schilderen of wat anders, moet je de regels volgen zonder ze te kennen’ (Schopenhauer in Dijksterhuis, 2007, p 142). Ap Dijksterhuis (2007) licht toe wat Schopenhauer hier volgens hem mee bedoelt. Hij beschrijft de mens als een doorgeefluik van de ideeën van het onbewuste. Het is belangrijk dat je niet te bewust na gaat denken over het proces dat zich in jouw onbewuste afspeelt. Dan mislukt het juist. Je moet de regels volgen, maar daar niet te bewust over nadenken. Het bewustzijn kan zich maar beter niet met het creatieve proces bemoeien. Wel in de fases voorafgaande aan het daadwerkelijke proces, maar zeker niet tijdens. Je bewustzijn is nu eenmaal minder creatief. Achteraf gebruik je het bewustzijn om de onbewuste processen uit te leggen, dus het bewustzijn is zeker nodig voor een creatief proces.
Je kunt vastlopen tijdens een creatief proces. Een gebrek aan inspiratie kan te maken hebben met een eigenwijs onbewuste dat zijn informatie niet door wil geven aan het bewustzijn. Het onbewuste werkt nu eenmaal niet op commando. Het werkt niet altijd mee op de momenten dat jij dat wilt. Dat kan erg frustrerend zijn. Gelukkig zijn er allerlei technieken om het onbewuste te stimuleren (Dijksterhuis, 2007). Dr. Schooler, professor in de psychologie, raadt ons aan om bijvoorbeeld een wandelingetje te gaan maken om onze creativiteit te stimuleren. Want taken die weinig inspanning van ons eisen, werken bevrijdend voor de geest. Onze geest kan dan productief dwalen. Maar dat alleen is niet genoeg. Het is vervolgens belangrijk om ons ervan bewust te zijn dat onze geest afdwaalt, zonder ons bewustzijn zich te veel met dit proces te laten bemoeien. Want, zegt Dr. Schooler, ‘for creativity you need your mind to wander, but you also need to be able to notice that you’re mind is wandering and catch the idea when you have it. If Archimedes had come up with a solution in the bathtub but didn’t notice he’d had the idea, what good would it have done him?’ (Dr. Schooler in Thiery, 2010). Hij maakt ons duidelijk dat je door aandacht te besteden aan je eigen dagdromen een grote kans hebt om creatieve inzichten te oogsten uit de dwalende geest (Glausiusz, 2009). Je moet je er dus bewust van zijn dat je een goed idee hebt tijdens het dagdromen. Momenten van inzicht komen vaak onverwachts. Plotseling komen ze naar boven in je hoofd. Bob Dylan wist goed om te gaan met deze momenten van plotselinge inspiratie. Illustrerend is het volgende verhaal: Na een drukke tour bevond Dylan zich in een rustige omgeving. Er was geen druk om een nieuw nummer te schrijven. Hij had zijn manager net verteld dat hij een roman wilde gaan schrijven. En juist op het moment dat hij besluit geen muziek meer te maken, schrijft hij zijn beste teksten. ‘The answer will only arrive once you stop looking for it (Lehrer, 2012, a)’. Het overkomt je. Dylan wist zelf niet goed na te vertellen waar zijn teksten vandaan kwamen en waar ze precies over gingen. Wel wist hij dat ze goed waren, zodra ze bij hem opkwamen Lehrer, 2012, c).
-#25-
T he answer will only arrive once you stop looking for it
”
Jo n ah Le hre r ( 2 0 1 2 )
-#20-
AFB. 10: HANDSCHRIFT BOB DYLAN, 1965
“
AFB. 11: PORTRET HUME DOOR Allan Ramsey, 1766
“
NO REASONING CAN E V E R G I V E U S A N E W, ORIGINAL IDEA
”
Hume (Dijksterhuis, 2007)
-#20-
Jonah Lehrer, redacteur bij Wired Magazine en schrijver van meerdere boeken op het gebied van neuropsychologie, legt duidelijk uit waarom dagdromen niet altijd de oplossing is om tot een creatief inzicht te komen. Hij beschrijft twee scenario’s om tot een doorbraak te komen in een creatief proces. Het ‘aha-moment’, bekend als eureka, en het ‘gevoel van weten’, het idee hebben dat je op het punt staat om tot een geniaal inzicht te komen. Voor het eerste scenario, dat van het eureka moment, kan de dagdroom een belangrijk middel zijn geweest. Voorafgaand aan dit moment is het creatieve proces meestal vast gelopen. Je loopt tegen een muur aan en krijgt het gevoel dat je er nooit meer uit gaat komen. Dan is het, volgens Jonah Lehrer, tijd voor een lange wandeling of een warme douche. Je geeft je geest dan even de rust om zijn eigen gang te gaan. En op zo’n moment, juist als je niet (meer) op zoek bent, verschijnt het antwoord plotseling in je hoofd. Maar helaas hebben we niet altijd te maken met een ‘aha-moment’, dat een direct antwoord biedt waar we geen moment over twijfelen. Soms krijgen we het gevoel dat we het antwoord weten, maar we kunnen er nog niet direct bij. Dan helpt het niet om de geest in de ruststand te laten komen. Dit moment eist juist volledige concentratie. Gefocuste arbeid van de hersenen om het ‘gevoel van weten’ werkelijkheid te maken. Dit vraagt juist gerichte inspanning, dagdromen heeft dan geen effect (Lehrer, 2011). ‘No reasoning can ever give us a new, original idea’, zei de Schotse filosoof Hume al in de 18e eeuw (Dijksterhuis, 2007). En ook in 2012 is dit nog een mooie uitspraak in een onderzoek dat steeds meer waarde toekent aan het onbewuste, niet rationele, gedeelte van ons brein.
-#28-
ONCLUSIE
C
-#29-
C O N C L USI E
Op welke manier kun je dagdromen inzetten bij een creatief (ontwerp)proces?
Dit onderzoek heeft mij inzicht gegeven in de werking en de functies van de dagdroom in relatie met het creatieve (ontwerp)proces. Mijn hoofdvraag ‘Op welke manier kun je dagdromen inzetten bij een creatief (ontwerp) proces?’ kan ik nu als volgt beantwoorden: De dagdroom is als gereedschap voornamelijk bruikbaar in de divergerende fase van een creatief (ontwerp) proces. De denkruimte die nodig is voor het genereren van ideeën is te vinden in onze geest. Daar is ruimte voor experiment en fantasie. Los van de beperkingen van de realiteit kun je er vrij associëren. Logica mag er even losgelaten worden. De mogelijkheid tot verbeelding en associatie die deze ruimte van de geest biedt, wordt gezien als een voorwaarde voor ontdekking en innovatie. De dagdroom maakt gebruik van deze bijna ongrijpbare mogelijkheden van de geest en daar kan in een creatief proces gebruik van worden gemaakt (Byttenbier, 2002). Om je creativiteit te bevorderen is het belangrijk om je wensen, passie en verlangens te ontdekken. Zij vertellen ons namelijk iets over onze drijfveren, die zich in het onbewuste van de geest bevinden. Dagdromen brengen onze doelen en ambities in kaart en ze kunnen ons helpen om inzicht te krijgen in onze passie en verlangens en op die manier onze creativiteit bevorderen (Haijtema, 2007). Dagdromen brengen in harmonie wat in het bewuste onverenigbaar lijkt. Ze zorgen voor een interactie met het onbewuste. Creativiteit lijkt vooral een prestatie te zijn van dit onbewuste. De dagdroom is het doorgeefluik van de ideeën van het onbewuste naar het bewustzijn (Stevens, 1999). (Dag)dromen laten ons dingen op een andere manier en in een ander perspectief zien.
-#30-
Tijdens het dagdromen werkt onze stroom van gedachtes en associaties tussen het bewuste en het onbewuste. De associaties die wij in onze dagdromen maken, komen niet voort uit logica. En dat maakt ze juist zo interessant en relevant voor creatieve processen. Het geeft onze gedachtes de mogelijkheid te reizen tussen het verleden, het heden en de toekomst. Dit terwijl er tegelijkertijd een combinatie wordt gemaakt van de externe en de interne wereld. Zo ontstaan er verrassende combinaties waartoe wij in een volledig bewustzijn niet in staat zijn. Geheel willekeurig ontstaan er connecties tussen verschillende temporaliteiten (Singer, 1975). Stukjes bestaande informatie komen op een nieuwe manier met elkaar in aanraking en kunnen leiden tot onverwachte, creatieve ideeën. Het bewuste is beperkt, dromen zijn dat niet: alles kan. Dat maakt de dagdroom erg interessant voor een creatief (ontwerp)proces. Maar om dagdromen in te zetten moet je je er wel bewust van zijn. De geest productief laten dwalen is een hele kunst(Thiery, 2010). Door je dagdroom een scenario mee te geven, kun je de productiviteit verhogen (Byttenbier., 2002). Maar het risico bestaat dat het bewustzijn zich dan te veel gaat bemoeien met het creatieve proces in het onbewuste. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat het bewuste alleen gebruikt wordt voorafgaande aan het onbewuste creatieve proces, bijvoorbeeld door het bedenken van een scenario, of achteraf, bij het ‘vertalen’ van de onbewuste processen (Ap Dijksterhuis, 2007). Wanneer we ons bewust zijn van de inhoud van onze dagdromen kunnen we daar verrassende combinaties vinden die misschien wel kunnen leiden tot een doorbraak in het vastgelopen creatieve proces. Door aandacht te besteden aan je eigen dagdromen maak je dus een grote kans om creatieve inzichten te oogsten uit de dwalende geest.
L IT E R A TUU R L I J ST B OE K E N
Byttebier, I. (2002). Creativiteit, hoezo! (7e druk). Tielt: Lannoo Dijksterhuis, A. (2007) .Het slimme onderbewuste, denken met gevoel. Amsterdam: Bert Bakker
Freud S., Ohara, D.T (2004) .The interpretation of dreams. Nu Vision Publications Knoope, M. (1998) ‘De creatiespiraal’, Amsterdam: K.I.C Singer, J.L. (1975). Dagdromen mag. Haarlem: De Toorts Stevens A. (1999). Over Jung, leven en werk. Rotterdam: Lemniscaat
e s s ay s e n a rt i k e l e n
Kaplan C. (1991) .Freud S. .Creative writers and daydreaming. Criticism: the Major Statements’, New York: St. Martin’s Glausiusz, J. (2009) .Devoted to distraction. Psychology Today, maart/april 2009 Perez y Perez R., Sosa R., Lemaitre C. (2007), .A computer Model for Visual Daydreaming. Association for the Advancement of Artificial Intelligence Pollock, G. (2007) .Daydreaming Before History: The last Works of Sigmund Freud and Charlotte Salamon. Thamyris/Intersecting (No. 17) Singer, J.L. .Navigating the stream of consciousness, research in daydreaming and related inner experience. American Psychologist (Juli 1975), p. 727-730 Haijtema, D. .Creativiteit is geen kwestie van geloof. Financieel Dagblad (13 juli 2007) Noorthoorn, V. (2012). Geroezemoes. Mister Motly 31, 2e kwartaal 2012 (b) Lehrer, J. (2012). The eureka hunt: Why do good ideas come to us when they do? . The New Yorker: Annals of Science (28 juli 2008)
-#31-
L IT E R A TUU R L I J ST A RT IK E L E N VAN I N T ER N ET
Brodsky, J. (1995). In praise of boredom. Verkregen op 27 Maart 2012 via http://etvita.wordpress. com/2011/04/11/in-praise-of-boredom-by-josephbrodsky/ Koerner, B.I. (2010). How twitter and facebook make us more productive. Wired Magazine Online, verkregen op 10 mei, 2012 via http://www.wired.com/magazine/2010/02/st_essay_distraction/ Leader, D. (2005). Surrealism and the unconscious mind. Guardian, verkregen op 4 mei 2012 via http://www. yuricareport.com/Art%20Essays/SurrealismAndTheUnconscious.html Lehrer, J. (2011). The importance of mind wandering, Wired Magazine Online, verkregen op 19 maart 2012 via http://www.wired.com/wiredscience/2011/10/theimportance-of-mind-wandering/ (c) Lehrer, J. (2012) What do you magine: bank of ideas, verkregen op 15 mei 2012 via http://www.whatdoyouimagine.com/ Tallis, T. (z.j). Surrealism. verkregen op 12 mei via http:// tallisphotography.weebly.com/surrealism.html
Tierney, J. (2010). Discovering the Virtues of a Wandering Mind. New York Time, Science, verkregen op 19 maart 2012 via http://www.nytimes.com/2010/06/29/ science/29tier.html
FILMPJES
(a) Lehrer, J (2012). Trailer: Imagine: How creativity works, verkregen op 18 mei 2012 via https://vimeo. com/38626605
-#32-
L IT E R A TUU R L I J ST A F B E E L DIN GE N
Coverbeeld: Wisnieuwski, M. (2012), Collage, verkregen op 18 mei 2012 via http://mattw.us/images/ Afb 1: Z.n. (2012), Fragment uit de boektrailer Imagine van Jonah Lehrer, verkregen op 18 mei 2012 via https:// vimeo.com/38626605 Afb 2: z.n. (z.j), Portret Louis Aragon, verkregen op 18 mei 2012 via http://www.globomidia.com.br/educacao/ louis-aragon Afb 3: z.n. (z.j), Portret Sigmund Freud, verkregen op 18 mei 2012 via http://www.adliterate.com/archives/2007/06/the_history_boy.html Afb 4: Kern, G. (2009) Glausiusz, J. (2009), Illustratie bij artikel Devoted to distraction. Psychology Today, maart/ april 2009, p. 84-91 Afb 5: Sharymova, N. (z.j), Portet Brodsky, verkregen op 19 mei via http://nypp16.blogspot.com/2011_02_01_archive.html Afb 6: Turlan, M. (2010), Nike just do it campagnebeeld, verkregen op 18 mei 2012 via http://blog.stylesight.com/ active/just-do-it Afb 7: Harvey, C. (2007), Post-Its, verkregen op 18 mei 2012 via http://www.wdw.nl/nl/pers/prix-de-rome/ Afb 8: Ernst, M (1922), Oedipus Rex, verkregen op 18 mei 2012 http://artimpar.blogspot.com/2012/04/surrealismo.html Afb 9: Dali, S. (1931), Persistence of memory, verkregen op 18 mei 2012 via http://www.worldart.com.au/al-pacino-is-salvador-dali/ Afb 10: Dylan, B. (1965), Handschrift, verkregen op 18 mei 2012 via http://www.abc.es/20100520/cultura-musica/like-rolling-stone-201005201702.html Afb 11: Ramsey, A. (1766), Portret Hume, verkregen op 18 mei 2012 via http://ebooks.adelaide.edu.au/h/hume/ david/index.html
-#33-
COLOFON Floor Kuitert www.floorkuitert.com floorkuitert@hotmail.com 0811663 Studiejaar 2011/2012 Lifestyle & Design Minor: Forecasting & creative marketing
-#20-