Invloed van conditietraining, meditatie en krachttraining op het concentratievermogen

Page 1


2


Invloed van Conditietraining, Meditatie en Krachttraining op het Concentratievermogen

3


4


MAARTENSCOLLEGE HAREN GN.

Invloed van Conditietraining, Meditatie en Krachttraining op het Concentratievermogen Door Florence Span geboren op 10 januari 1996 te Nijmegen & Rixt Bruinsma geboren op 22 januari 1997 te Groningen Begeleidster Charlotte Galama

5


6


Inhoudsopgave Samenvatting 1. Introductie 1.1 Motivatie 1.2 Praktische relevantie 1.3 Onderzoeksvragen 1.3.1. Hoofdvraag 1.3.2. Deelvragen 1.4 Onderzoeksplan 2. Literatuuronderzoek 2.1. Wat is conditietraining en welke trainingsvormen vallen onder conditietraining? 2.2. Wat gebeurt er in de hersenen tijdens conditietraining en heeft dit invloed op de concentratie? 2.3. Wat is meditatie en wat voor verschillende vormen van meditatie zijn er? 2.4. Wat gebeurt er in de hersenen tijdens meditatie en heeft dat invloed op de concentratie? 2.5. Wat is krachttraining en welke oefeningen vallen onder krachttraining? 2.6. Wat gebeurt er in de hersenen tijdens krachttraining en heeft dit invloed op de concentratie? 2.7. Wat is de invloed van geslacht op het concentratievermogen? 2.8. Wat is de invloed van opleiding, TTO en VWO, op het concentratievermogen? 2.9. Wat voor concentratietestjes zijn er en wat voor concentratietest willen wij gebruiken? 2.9.1. Hoe willen wij deze test gaan uitvoeren? 3. Hypothese 3.1. Invloed van conditietraining, meditatie en krachttraining op het concentratievermogen 3.1.1 Hypothese 3.1.2 Conditietraining 3.1.3 Meditatie 3.1.4 Krachttraining 3.1.5 Voorspelling meetresultaten 3.2. Invloed van het geslacht op het concentratievermogen 3.2.1. Hypothese 3.2.2. Verschillen en overeenkomsten tussen het concentratievermogen van jongens en van meisjes 3.2.3. Voorspelling van meetresultaten 3.3. Invloed van opleiding op het concentratievermogen 3.3.1. Hypothese

7

10 12 12 12 12 12 12 12 14 14 16 18 20 22 25 29 29 30 31 32 32 32 32 32 32 32 33 33 33 33 33 34


4.

5.

6. 7. 8. 9.

3.3.2. Verschillen en overeenkomsten tussen het concentratievermogen van TTO leerlingen en VWO leerlingen 3.3.3. Voorspelling van meetresultaten Onderzoeksmethode 4.1. Onderzoeksopzet 4.2. Werkplan 4.3. Variabelen 4.3.1. Onafhankelijke variabele 4.3.2. Afhankelijke variabelen 4.3.3. Gecontroleerde variabelen 4.3.4. Tussenkomende variabelen Onderzoeksresultaten 5.1. Resultaten 5.1.1. Concentratievermogen 5.1.2. Concentratievermogen jongens vs. meisjes 5.1.3. Concentratievermogen VWO vs. TTO 5.2. Resultaten analyse 5.2.1 Concentratievermogen 5.2.2 Concentratievermogen jongens vs. meisjes 5.2.3 Concentratievermogen VWO vs. TTO Conclusie & Discussie 6.1 Conclusie 6.1.1 Invloed van conditietraining, meditatie en krachttraining op de concentratievermogen 6.1.2 Invloed van het geslacht op het concentratievermogen 6.1.3 Invloed van het opleiding op het concentratievermogen 6.2 Discussie 6.2.1 Kwaliteit van het onderzoek 6.2.1.1. Validiteit 6.2.1.2. Betrouwbaarheid 6.2.1.3. Bruikbaarheid 6.2.1.4 Onafhankelijkheid 6.2.2. Verwachtingen 6.2.3. Nieuwe bevindingen 6.2.4. Beperkingen 6.2.5. Vervolgonderzoek Adviesplan Bibliografie Dankwoord

8

34 34 35 35 35 35 35 35 36 36 37 37 37 38 38 39 39 39 40 41 41 41 41 41 42 42 42 42 43 43 43 44 44 44 45 46 52


10. Begrippenlijst 11. Bijlagen 11.1. Logboek 11.2. Voorpagina concentratietest 11.3. Concentratietest 1 11.4. Concentratietest 2 11.5. Concentratietest 3 11.6. Concentratietest 4 11.7. Concentratietest 5 11.8. Concentratietest 6 11.9. Uitlegblad 11.10. Les krachttraining 11.11. Resultaten concentratietest 11.12. Resultaten concentratietest jongens 11.13. Resultaten concentratietest meisjes 12. Evaluatie

9

53 56 56 66 67 68 69 70 71 72 73 74 82 86 87 89


Samenvatting Met ons onderzoek willen we erachter komen of conditietraining, meditatie en krachttraining invloed heeft op het concentratievermogen. Wij hebben lessen gegeven aan een VWO en TTO 4 klas van het Maartenscollege in Haren. We hebben de piepjestest gedaan als conditietraining. We hebben een meditatie cd met muziek en een stem laten horen als meditatie, hierbij gingen de leerlingen liggen op een matje met de lichten uit. Voor de krachttraining les hebben we een krachttraining schema gemaakt (zie bijlage 11) en deze was erg intensief. We hebben voor elke les en na elke les een concentratietest afgenomen, waarbij de leerlingen zoveel mogelijk codes moesten zoeken in 10 minuten. In hoofdstuk 2.1. hebben we uitgelegd wat conditietraining is en hoe je het beste kunt trainen voor je conditie. Er staat ook een voorbeeld van een schema hoe je het beste je conditie kan trainen en een voorbeeld van een warming up en cooling down. Hierop hebben we onze conditietraining les gebaseerd en we hebben hier ideeën uit gehaald. In hoofdstuk 2.2. staat welke stofjes er vrij komen tijdens de conditietraining, dit zijn de neurotransmitters: dopamine, endorfine en serotonine. Dopamine en serotonine hebben een positief effect op het concentratievermogen. Tijdens de conditietraining komt ook cortisol vrij, dit heeft een negatief effect op het concentratievermogen. In hoofdstuk 2.3. leggen we uit welke meditatietechnieken er zijn. Dit zijn: concentratiemeditaties voor het leegmaken van de geest, inzichtmeditatie voor het observeren van de geest, inzichtmeditatie voor beschouwing en zelfonderzoek en meditatie in beweging. We hebben hier verschillende voorbeelden van gegeven en hoe je die kunt doen. In hoofdstuk 2.4. beschrijven we wat er in de hersenen gebeurd tijdens meditatie. Hierbij komen Alfa en Gamma hersengolven vrij, deze ontstaan als je je ontspant. Deze hersengolven hebben invloed op je concentratie. Daarnaast verandert meditatie ook de structuur van de hersenen, hierbij gaat de activiteit van je hersenen van het rechter prefrontale cortex naar je linker prefrontale cortex. Dit heeft ook invloed op je concentratie want het linker prefrontale cortex is verantwoordelijk voor je aandacht, motivatie, planning en concentratie. In hoofdstuk 2.5. leggen we uit wat krachttraining is en welke oefeningen je kan doen als je bepaalde spieren wilt trainen. Hierdoor hebben we ons laten inspireren voor een krachttrainingsschema. In ons krachttrainingsschema hebben we alle oefeningen uitgebreid uitgelegd met plaatjes erbij ter verduidelijking. In hoofdstuk 2.6. vertellen we welke stofjes er vrij komen tijdens de krachttraining. Dit zijn naast dopamine, endorfine en serotonine: acetylcholine, testosteron, noradrenaline en creatine. We zijn er ook achter gekomen dat krachttraining de remming van bèta amyloid tegen gaat. Want dit kan zorgen voor de ziekte Alzheimer. In hoofdstuk 2.7. kijken we of het geslacht invloed heeft op het concentratievermogen. Meisjes zijn 1 á 2 jaar eerder in de puberteit, waardoor ook de prefrontale cortex bij meisjes eerder is ontwikkeld dan bij jongens. Hieruit kunnen we concluderen dat meisjes over het algemeen een betere concentratie hebben dan jongens.

10


In hoofdstuk 2.8. wilden we kijken of het verschil in opleiding, VWO en TTO, invloed heeft op het concentratievermogen. Er blijkt hiernaar nog geen wetenschappelijk onderzoek te zijn gedaan. In hoofdstuk 2.9. laten we zien wat voor concentratietestjes er zijn en welke wij het beste vinden om te gebruiken voor ons onderzoek. Wij hebben hier gekozen voor een blad met allemaal letters waar de leerlingen zoveel mogelijk codes moeten vinden van drie letters. Dit moeten ze doen binnen 10 minuten. In onze hypothese staat dat we denken dat het verschil in concentratiecijfer het grootst zal zijn bij krachttraining daarna bij meditatie en dat er bij conditietraining nauwelijks verschil zal zijn. Wij denken dat het concentratiecijfer verschil bij de jongens groter zal zijn dan de meisjes, bij de krachttraining. Voor de rest denken we dat de meisjes beter verbeteren tijdens conditietraining en bij meditatie. Wij denken dat voor de opleiding niet zoveel verschil is tussen de concentratiecijfers van VWO en TTO. Uit onze resultaten blijkt dat conditietraining zeer weinig invloed heeft op het concentratievermogen, meditatie redelijk wat invloed heeft op het concentratievermogen en dat krachttraining een zeer grote invloed heeft op het concentratievermogen. Bij het verschil jongens en meisjes, zagen we dat de meisjes over het algemeen een beter concentratievermogen hebben dan de jongens en er is ook een grotere verbetering in concentratievermogen te zien na de conditietraining, meditatie en krachttraining. Verder is uit onze resultaten gebleken dat TTO leerlingen een beter concentratievermogen hebben dan VWO leerlingen. TTO leerlingen laten na de conditietraining meer verbetering zien als de VWO leerlingen, dit verschil is klein. Bij VWO leerlingen is een groter verschil in concentratievermogen na de meditatie en krachttraining te zien.

11


1. Introductie 1.1. Motivatie Het examen staat voor de deur! Over een half jaar moeten wij allebei de middelbare school afronden, maar voordat dit kan moeten we ons eindexamen halen. Wij willen het optimale uit onszelf halen tijdens onze examens. We krijgen allemaal tips van ouders en leraren over hoe we ons zo goed mogelijk kunnen voorbereiden: goed eten, goed slapen, veel leren en sporten. Goed eten, goed slapen en veel leren lijkt ons heel logisch, maar waarom helpt sporten bij het voorbereiden van je eindexamen? Het antwoord dat leraren en ouders ons geven is dat sporten goed is voor de gezondheid en voor het concentratievermogen. Het is al meerdere malen bewezen dat sporten inderdaad goed is voor je gezondheid, maar is het ook echt goed voor je concentratievermogen of klopt het niet wat onze ouders en leraren zeggen? Dit is wat wij willen onderzoeken in dit onderzoek. Sport is een redelijk breed begrip en daarom hebben wij ervoor gekozen sport te beperken tot twee verschillende vormen van sport: krachttraining en conditietraining. Daarnaast hebben wij ook vaak gehoord dat meditatie het concentratievermogen verbeterd en daarom hebben wij besloten om in dit onderzoek ook te onderzoeken of meditatie invloed heeft op de concentratie. Als wij een duidelijke conclusie kunnen trekken uit de resultaten die we door middel van dit onderzoek verkrijgen, weten wij hoe we ons moeten voorbereiden op ons eindexamen. 1.2. Relevantie Het praktisch nut van dit onderzoek is heel helder. Als aan het eind van dit onderzoek een duidelijke conclusie kan worden geformuleerd is het mogelijk om betere voorbereidingen te treffen voorafgaand aan een taak die concentratie vereist. 1.3. Onderzoeksvragen 1.3.1. Hoofdvraag • Hebben conditietraining, meditatie en krachttraining invloed op het concentratievermogen van VWO4 leerlingen en TTO4 leerlingen? 1.3.2. Deelvragen • Wat is de invloed van geslacht op het concentratievermogen? • Wat is de invloed van opleiding op het concentratievermogen? 1.4. Onderzoeksplan Wij gaan de onderzoeksvragen beantwoorden doormiddel van een onderzoek. Uit de uitkomst van dit onderzoek moet blijken of conditietraining, meditatie en krachttraining invloed hebben op de concentratie. Verder gaan wij onderzoeken of de variabelen geslacht en opleiding invloed hebben op het concentratievermogen tijdens conditietraining, meditatie en krachttraining. Wij gaan data voor ons onderzoek verzamelen met behulp van een experiment. We willen vier verschillende klassen, twee VWO4 klassen en twee TTO4 klassen, drie lessen geven: één les conditietraining, één les meditatie en één les krachttraining. Aan het begin van de les moeten de leerlingen een concentratietest doen en aan het eind van de les moeten de leerlingen een concentratietest doen. Aan de hand van deze testen kunnen wij een concentratiegetal berekenen en zo per les bekijken of de les invloed heeft gehad op het gemiddelde concentratievermogen.

12


Wij hebben ervoor gekozen om als deelgroep VWO4 leerlingen en TTO4 leerlingen te kiezen. Dit hebben wij gedaan om ons onderzoek af te bakenen. We hebben nu niet meer te maken met de variabelen: opleidingsniveau en leeftijd. We hebben er wel voor gekozen om de variabelen geslacht en opleiding (VWO en TTO) in het onderzoek te houden. Dit hebben wij gedaan, omdat wij uit onze eigen ervaring hebben opgemaakt dat meisjes van het TTO zich beter kunnen concentreren. Wij willen kijken of onze vermoedens, die op ervaring gebaseerd zijn, ook kloppen als we deze variabelen op wetenschappelijk niveau gaan onderzoeken. Het onderzoek moet plaatsvinden in de gymzaal van het Maartenscollege, omdat dit voor de onderzoekers het makkelijkst te regelen is, aangezien zij leerlingen van het Maartenscollege zijn. Vanwege de strakke tijdsplanning moet het experimentele gedeelte van het onderzoek afgerond zijn voor de herfstvakantie van 2014, zodat in de herfstvakantie de data uitgewerkt kan worden.

13


2. Literatuuronderzoek 2.1. Wat is conditietraining en welke oefeningen vallen daaronder? Je kunt verschillende dingen doen om je conditie te trainen zoals hardlopen, fietsen, zwemmen en nordic walking. We zijn van plan om met de leerlingen de piepjestest te gaan doen, we zullen daar later meer over vertellen. Je doet een conditietraining om te kijken wat je uithoudingsvermogen is. Je hebt twee soorten uithoudingsvermogen: aerobe uithoudingsvermogen en anaerobe uithoudingsvermogen (onbekend, voorkom blessures). Bij een training van het aerobe uithoudingsvermogen ga je je hart, longen, bloedsomloop en spierstelsel trainen. Hierdoor kan je lichaam beter zuurstof opnemen en transporteren. En is daardoor beter in staat om goed te herstellen. Hierbij train je je uithoudingsvermogen bij lange afstanden. Het aerobe systeem levert zeer veel energie maar heeft hiervoor ook veel zuurstof nodig. (Productions.nl). Je hebt 3 verschillende duurtrainingen die variëren in intensiteit. Je hebt een extensieve duurtraining, dit betekent dat je traint op een hartslag van 140-­‐160 slagen per minuut. Je kan deze training van minimaal 2 tot 8 uur laten duren. Daarna heb je wel een herstelperiode van 2 dagen nodig (onbekend, trainen: duurtraining). Bij intensieve duurtraining train je op een hartslag van 160-­‐180 slagen per minuut. Deze training kan je van 45 tot 90 minuten uitvoeren. De herstelperiode van intensieve duurtraining is ongeveer 1 à 2 dagen (onbekend, trainen: duurtraining). Als laatste heb je nog extensieve intervaltraining, hierbij ga je trainen op een hartslag van 170 tot 180 slagen per minuut. Het kenmerk van deze training is dat je veel herhalingen doet en weinig herstelpauzes (onbekend, extensieve interval). Deze trainingen gaan dus van lage inspanning naar hoge inspanning. Bij de training van het anaerobe uithoudingsvermogen train je je spierkracht en je maximale sprintsnelheid op korte afstanden, inspanningen en sprinten. Het anaerobe systeem werkt zonder zuurstof en levert minder energie dan het aerobe systeem. Dit systeem heeft een groot nadeel want er wordt melkzuur (lactaat) gevormd. Dit zorgt voor verzuring in je spieren. Opstapeling van melkzuur leidt tot vermoeidheid (onbekend, interval spel sporters). Je hebt 2 verschillende trainingsvormen. Je hebt een kort durende training van 10 tot 15 seconden, hierbij geef je 100% van wat je kan. Hierbij put je je fosfaatsysteem in je lichaam uit, dat is een bron voor sprintspanningen. Hierdoor vergroot je de capaciteit en een sneller herstel van dit systeem (onbekend, voorkom blessures). Ten tweede heb je een langer durende training van 45 tot 60 seconden waar je 100% geeft wat je kan. Hierbij train je het melkzuursysteem in je lichaam, want bij zware inspanningen produceert je lichaam veel melkzuur (waardoor je spierpijn krijgt). En hierdoor leert je lichaam hoge melkzuurspiegels te verdragen en het melkzuur sneller af te breken (onbekend, voorkom blessures). Bij het trainen van je anaerobe uithoudingsvermogen span je je over een korte periode 100% in. Om te beginnen met conditietraining heb je hardloopschoenen nodig en kleren die ademen of het vocht goed absorberen. Goede schoenen en ademende kleding zijn essentieel voor sport. Om te beginnen met hardlopen moet je het rustig opbouwen. Je moet dus voordat je met je training begint opgewarmd zijn (onbekend, run info). Het doel van de warming-­‐up is dat je je mentaal en lichamelijk aan het voorbereiden bent. Bij de warming-­‐up zal je lichaamstemperatuur omhoog gaan, maar vooral de temperatuur van je spieren. Hierdoor gaan allerlei processen die bij de conditietraining betrokken zijn efficiënter verlopen, waardoor het resultaat van je training hoger zal zijn. Als je een goede warming-­‐up uitvoert, verminder je de kans op blessures (onbekend, voorkom blessures).

14


Een voorbeeld om te beginnen met de warming-­‐up kan je rustig gaan hardlopen of wandelen. Na ongeveer 2 minuten ga je alles losmaken. Je kan bijvoorbeeld met je armen zwaaien, huppelen, knie heffen, hakkenbillen en kruispas gaan doen. Daarnaast is het goed om alles even los te draaien, zoals je hoofd, armen, heupen en enkels. Daarna kan je even wat gaan hardlopen en wat versnellinkjes doen en als de spieren helemaal opgewarmd zijn ga je nog even rekken. Hierna loop je ongeveer 1 minuut in en dan ga je beginnen met het hardlopen. (onbekend, voorkom blessures)

Figuur 1 (onbekend, voorkom blessures veiligheid, sd)

Na het hardlopen is het goed om een cooling-­‐down te doen. Een cooling-­‐down is eigenlijk het omgekeerde van een warming-­‐up. Bij een cooling-­‐down ga je nog een beetje hardlopen met wat versnellinkjes, daarna rustig hardlopen of wandelen en uiteindelijk nog rekken en strekken. Dit is goed om je lichaamstemperatuur weer wat te laten zakken en om afvalstoffen beter af te voeren. Als je een goede cooling-­‐down doet zullen je spieren sneller herstellen van je inspanning en je loopspieren zullen weer op lengte worden gebracht door rekken en strekken (onbekend, run info).

15


2.2. Welke stofjes komen er vrij in je hersenen tijdens conditietraining en hebben die invloed op de concentratie? Tijdens en na het hardlopen krijgt men een gelukzalig gevoel. Opvallend is dat vooral duurlopers daarna een ontspannen en gelukkig gevoel krijgen (endorfine aanmaken). Het gelukzalige gevoel ontstaat door bepaalde neurotransmitters, die zorgen voor de communicatie tussen de zenuwen in het lichaam en de hersenen. Voorbeelden van neurotransmitters die vrij komen bij conditietraining zijn: Endorfine, Dopamine en Serotonine (endorfine aanmaken). Hebben deze neurotransmitters ook invloed op het concentratievermogen? Endorfine wordt geproduceerd door de hypofyse tijdens lichamelijke inspanning, pijn, opwinding, het eten van scherp voedsel, liefde en orgasme. Endorfine heeft het vermogen voor pijnstilling, geluk en een ontspannend gevoel (Endorfine). Endorfine is een lichaamseigen kalmerend middel, in chemische opzicht lijkt het heel erg op morfine. Het bindt zich aan dezelfde receptoren in de hersenen als morfine, waardoor ze een pijnstillend effect hebben (onbekend, endorfinen). Endorfine is betrokken bij beloningssystemen in de hersenen en werkt voor veel Figuur 2 Grafiek van de wet van Yerkes-­‐Dodson soorten gedrag sturend, zoals euforisch gedrag bij voor een eenvoudige en complexe taak runners high bij duursporters (endorfine aanmaken). (Wet_van_Yerkes-­‐Dodson, sd) Door endorfine voel je je ontspannen, waardoor je minder snel in hoge stress komt. De Wet van Yerkes-­‐ Dodson stelt dat een te hoog en een te laag stress niveau een negatieve invloed op de prestatie (Michael Gazzaniga). Dit blijkt uit een onderzoek dat hij heeft uitgevoerd met dieren. De onderzoekers lieten ratten doolhofproeven oplossen, die varieerden in moeilijkheden. De stressfactor was in dit geval een elektrische schok. Een lichte schok betekende weinig stress, een sterkere schok veel stress. In figuur 1 zie je het verschil tussen een eenvoudige taak en een complexe taak. Je ziet dat als je een hogere elektrische schok geeft, de eenvoudige taak beter gaat, maar de complexe taak niet. De complexe taak gaat het best als je een gemiddelde elektrische schok geeft. Aangezien dieren op mensen lijken zullen de resultaten bij mensen er mogelijk hetzelfde uitzien. Aangezien endorfine voor ontspanning zorgt en dus stress verlaagt kunnen wij aan de hand van Yerkes-­‐ Dodson stellen dat door endorfine de prestatie wordt verlaagd en endorfine dus mogelijk een negatieve invloed heeft op het concentratievermogen. Dopamine heeft veel invloed op je concentratievermogen. Want mensen met Attention Deficit Disorder (ADD), dit zijn mensen die zich niet kunnen concentreren, hebben een dopamine tekort en een verlaagde hersenactiviteit in het prefrontale cortex (Windt). Uit onderzoek van Martine van Schouwenburg van de Radboud Universiteit Nijmegen blijkt dat het prefrontale cortex belangrijk voor de concentratie (gezondheidsnet). De prefrontale cortex reguleert en produceert de neurotransmitter dopamine (Strafella AP). Dopamine speelt een grote rol bij het cognitieve proces, dit houdt in dat dopamine invloed heeft op het leervermogen en de concentratie (Jeremy K. Seamans).

16


Als je dus dopamine in je lichaam hebt, voel je je goed en gemotiveerd. Dopamine zorgt ook voor een verhoogde alertheid, waardoor de test beter gemaakt kan worden. Uit testen met proefpersonen bij een onderzoek in Groot Brittannië in het John Radcliffe ziekenhuis blijkt dat mensen die het medicijn Modafinil, die het dopamine gehalte verhoogt, gebruiken beter presteren bij geheugentaken dan mensen die dit niet hebben gebruikt (Hilton-­‐Jones). Hieruit kan er geconcludeerd worden dat door dopamine je alertheid verhoogd en daardoor je concentratievermogen verbeterd. Op de dopinglijst staat ook dopamine, omdat dopamine dus invloed heeft op je prestatie. (defenitie doping). Serotonine wordt ook wel het 'gelukshormoon' genoemd. Het zorgt ervoor dat je je prettig voelt. (Lexii) Om serotonine aan te kunnen maken, moet je voldoende tryptofaan binnenkrijgen via je voeding. Tryptofaan is een essentieel aminozuur. Een essentieel aminozuur is een aminozuur dat niet door het lichaam zelf aangemaakt kan worden (Poley). Serotonine heeft invloed op het geheugen, leren en het cognitieve proces (Zweistra). Omdat serotonine invloed heeft op het cognitieve proces heeft het ook invloed op het leervermogen en het concentratievermogen. Het hormoon cortisol, ook wel bekend als het stresshormoon, komt vrij tijdens het hardlopen. Cortisol wordt gemaakt in de bijnierschors (Pelle Posthumus). Het zorgt voor een langer uithoudingsvermogen en beschadigingen in de hippocampus. De hippocampus is verantwoordelijk voor de concentratie en is erg belangrijk bij het aanleren van nieuwe dingen en het opnemen en opslaan van kennis in het geheugen (Hoeven). In de hippocampus heeft cortisol een grote invloed. Een verhoogde concentratie cortisol kan cellen verstoren of zelfs beschadigen in de hippocampus. In de hippocampus kunnen weer nieuwe hersencellen gemaakt worden (Akkermans). Cortisol zorgt ervoor dat deze nieuwe hersencellen niet gemaakt kunnen worden. Waardoor het geheugen en het concentratievermogen verslechterd. Kortom komen er drie neurotransmitters vrij bij conditietraining: endorfine, dopamine en serotonine. Waarvan dopamine en serotonine het concentratievermogen verbeteren. Aan de andere kant komt er ook het hormoon cortisol vrij die het concentratievermogen verslechterd. Omdat cortisol, dopamine en endorfine elkaar tegenwerken zal er waarschijnlijk niet veel verbetering zijn van het concentratievermogen tijdens conditietraining.

17


2.3. Wat is mediteren en wat voor verschillende vormen zijn er? Meditatie betekent niet altijd dat je stil moet zitten en niet mag bewegen, je kunt ook mediteren terwijl je loopt, eet of sport. Mediteren brengt ontspanning voor de geest en het lichaam. Door te mediteren nemen de alfa golven toe in je hersenen. Alfa-­‐golven nemen toe zodra je met de aandacht meer naar binnen keert (Jarco). Het bereik van de Alfa golven loopt van ongeveer 7 Hz. tot 14 Hz (Vries). Wanneer je je ontspant, produceren onze hersenen Alfa golven. Je hebt 4 verschillende meditatieve technieken: concentratiemeditaties voor het leegmaken van de geest; inzichtmeditaties voor het observeren van de geest; inzichtmeditaties voor beschouwing en zelfonderzoek en meditatie in beweging (wat is meditatie). Concentratiemeditaties voor het leegmaken van de geest houdt in dat je je geest leeg gaat maken door middel van focus en concentratie. Hierbij leer je te focussen om die oneindige stroom van gedachten tot rust te brengen en om de gedachten te kunnen afbakenen. Je kan een aantal dingen doen: meditatie gebaseerd op je ademhaling; meditatie waar je focust op je lichaam en lichamelijke sensaties; meditatie gebaseerd op een object of meditatie waarbij je je concentreert op een geluid, woord of zin. Voor meditatie die je baseert op je ademhaling, kan je tellen als je in-­‐ en uitademt, waardoor je je concentratie verbetert, een heldere en rustige geest krijgt, een verbeterde ademhaling en het heeft een antistress werking (wat is meditatie). Als je gaat mediteren waarbij je je focust op je lichaam of lichamelijke sensaties, kan je je ademhaling sturen door je lichaam. Hierdoor krijg je een verbetering van je concentratie, heldere rustige geest en diepe lichamelijke ontspanning, verbeteren body/mind contact, anti stress werking en verlaging van de spierspanning (wat is meditatie). Je hebt ook vlammeditatie, hierbij kijk je naar een kaars van 2 à 3 meter afstand en focus je je op de vlam. Voordelen van vlammeditatie zijn dat je je concentratie verbetert, je een heldere en rustige geest hebt, het een anti stress werking heeft en je bent je bewust dat je leeft in het nu (wat is meditatie). Als laatste kan je je focussen op een geluid, woord of zin. Hierbij kan je bijvoorbeeld een meditatie cd opzetten en ga je op in de muziek en wat er wordt gezegd. Dit verbetert je concentratie, je hebt een heldere en rustige geest, je ademhaling verbetert en het heeft een anti stress werking (wat is meditatie). Bij inzichtmeditaties voor het observeren van de geest ga je verder dan het alleen leeg maken van de geest door middel van focus en concentratie. De volgende stap is dat je gaat leren je bewust te worden van je gedachten, emoties en zintuigelijke waarnemingen. In tegenstelling tot het leeg maken van de geest ga je nu de gedachten en lichamelijke sensaties verwelkomen. Je accepteert je waarnemingen en laat ze los. Een voorbeeld van een oefening is ‘volg je ademhaling’ hierbij wordt je bewust van hoe je ademt, je sluit je ogen en je richt je op je ademhaling. Je let alleen op het in en uitademen en focust daarop (Saskia Bogaart). Dit verbetert je concentratievermogen, je krijgt een heldere en rustige geest, verbetering van je ademhaling, het heeft een anti stress werking en het leert je je gedachten te beheersen (wat is meditatie).

18


Als je inzichtmeditaties voor beschouwing en zelfonderzoek wilt doen, observeer je en krijg je inzicht in de emotionele lading van jouw gedachten en de effecten op je lichaam en of ze samenhangen met andere steeds terugkerende gedachten (wat is meditatie). Je kan de meditatieoefening: “benoem je gedachten meditatie” doen. Hierbij benoem je je gedachten hardop en kijk je hoe je je voelt; warm, koud, gespannen etc. en benoem dit weer hardop (Erik). Door dit te doen zal je inzicht krijgen in je gedachten activiteit, je leert je geest af te leiden van de inhoud van je gedachten en je leert oorzaak gevolg relaties waarnemen, je concentratie neemt toe en je ontspant je lichaam en geest (wat is meditatie). Als laatste heb je meditatie in beweging, de voorwaarde hiervoor is dat je alert bent en focust op de activiteit zelf. De activiteit zelf wordt het meditatieobject en je probeert helemaal één te worden met wat je doet. Iedere keer als je gedachten afdwalen, keer je je weer terug naar de activiteit. Je hebt Chi oefeningen: Tai Chi, Qi Gong en Chi Neng (Skills4u). Dit is een Chinese bewegingsleer die je helpt in balans te blijven, fysiek, emotioneel en mentaal (Verstappen).Het beste is om deze oefeningen minimaal twintig minuten per dag te beoefenen en bij voorkeur in de buitenlucht. Zonsopgang en zonsondergang zijn de ideale tijdstippen omdat dan yin en yang het meest in balans zijn. Tai Chi, Qi Gong en Chi Neng zijn lastig om te leren van een boek of van het internet. Deze bewegingen bestaan vaak uit meerdere posities en dienen vloeiend en met aandacht te worden uitgevoerd. Deze technieken en filosofie bied je voldoende diepgang om je je rest van je leven erin te kunnen verdiepen (wat is meditatie). Je hebt ook yoga, dit is een hindoeïstische filosofie die leert de geest, het gevoel en het lichaam te beheersen en daarmee de vereniging met God te bereiken (wat is meditatie). Hatha-­‐yoga is een fysieke yogavariant die voor het grootste deel bestaat uit de beoefening van lichaamshoudingen en ademhalingstechnieken. Hier word je onthaast van en het kan stress verminderen. Het heeft ook een gunstig effect op het zenuwstelsel, de klieren en andere belangrijke organen (hata yoga). Dit komt door de bepaalde bewegingen en technieken die je tijdens de yoga les doet.

19


2.4. Wat gebeurt er in de hersenen tijdens mediteren en heeft dat invloed op de concentratie? Meditatie is niet hetzelfde als slapen, ontspannen of niks doen. Het is een training van delen van je hersenen die ervoor zorgen dat je je beter kan concentreren en alerter bent. Het is niet zo dat er bepaalde stofjes vrijkomen bij meditatie in de hersenen, maar het is zo dat de activiteit in je hersenen veranderd tijdens en na de meditatie (Timmer). Er ontstaan ook bepaalde hersengolven bij meditatie zoals Alfa en Gamma hersengolven. De hersengebieden die tijdens meditatie worden geactiveerd, ontwikkelen zich beter. Mediteren beïnvloedt de hersenactiviteit en verandert de structuur van de hersenen. Dit blijkt uit onderzoek van Richard J. Davidson. In dit onderzoek hebben ze deelnemers onderverdeeld in twee groepen. Beide groepen kregen een EEG, dit is een hersenscan om te kijken naar de hersenactiviteit. De ene groep kreeg een training van 8 weken waarin ze meditatielessen kregen. De andere groep had geen training gekregen. Na de trainingen kregen de deelnemers weer een EEG. De groep die een training van 8 weken achter de rug had, liet een belangrijke verschuiving zichtbaar van de hersenactiviteit naar de linker Figuur 3 (kuif van je kind) prefrontale cortex zien (Davidson RJ). De linker prefrontale cortex is verantwoordelijk voor aandacht, motivatie, planning en concentratie (Stichting leerplan en ontwikkeling). De studie maakt zichtbaar dat mediteren goed is voor je emotionele en cognitieve functies. Boeddhistische monniken hebben ook als ze niet mediteren een hogere activiteit in de linker prefrontale cortex en een lagere activiteit in de rechter prefrontale cortex dan controlepersonen. Met de rechter prefrontale cortex gebeuren activiteiten die te maken hebben met een positieve gemoedstoestand en minder angst (Timmer). Mensen die last hebben van depressie, hebben naar verhouding een hogere activiteit in de rechter prefrontale cortex. Dit hebben ze onderzocht door een negatieve emotie oproepen bij de deelnemers, bijvoorbeeld door het tonen van de confronterende foto. Bij de deelnemers die meer activiteit tonen in de rechter prefrontale cortex blijven de negatieve gevoelens langer hangen dan bij mensen bij wie de activiteit zich concentreert in het linker hersengedeelte (Gazzaniga). In het onderzoek van Richard J. Davidson is aangetoond met een EEG bij boeddhistische monniken dat ze een verhoogde gammahersenactiviteit hebben. Dit wordt in verband gebracht met alertheid, concentratie en je emotionele balans. Gamma hersengolven gaan van 39 tot 42 Hertz (Jochem).Deze hersengolven komen van het prefrontale cortex (Rubik). De prefrontale cortex is betrokken bij cognitieve processen (Lent). Cognitieve processen worden verhoogd door de gamma hersengolven (Sirel Karakaş). Omdat de cognitieve processen zijn verhoogd, wordt het leervermogen en het concentratievermogen beter (Jeremy K. Seamans).

20


Het bereik van de Alfa golven loopt van ongeveer 7 Hz tot 14 Hz (Vries). Als iemand zich ontspant en zijn ogen dicht doet, ontstaan er Alfa golven. Alfa golven ontstaan in de occipitale cortex, dit is een deel van je hersenen waar visuele informatie wordt verwerkt (Bas-­‐s). Door alfa golven wordt men alert en is toch ontspannen. Door de diepe ontspannenheid die ontstaat door Alfa golven, kan je optimaal gebruik maken van je beide hersenhelften door de hersenbalk én tegelijkertijd ben je uitermate geconcentreerd met één ding bezig. In een onderzoek van Bruce O'Hare van de universiteit van Kentucky werden studenten gevraagd 40 minuten te mediteren, te slapen of wat te lezen. Daarna werd hun reactiesnelheid getest door ze op een knop te laten drukken zodra ze op het beeldscherm een lichtflits zagen. Alleen mediteren leidde tot een verbetering van 100% van de reactiesnelheid (Timmer). Dit onderzoek toont aan dat de concentratie verbeterd is, omdat de reactiesnelheid twee keer zo snel werd. Reactiesnelheid heeft te maken met concentratie, want als iemand zich niet goed concentreert zal de reactiesnelheid achteruit gaan. Kortom er ontstaan gamma hersengolven in je hersenen in de prefrontale cortex, waardoor je cognitieve processen verhogen. Dit heeft invloed op je concentratievermogen. Ook je hersenactiviteit wordt beïnvloed door meditatie, wat invloed heeft op je concentratievermogen en je alertheid. Meditatie werkt dus om je concentratievermogen te verbeteren.

21


2.5. Wat is krachttraining en welke oefeningen vallen daaronder? De definitie van krachttraining is ‘ krachttraining is training met (extra) weerstand om kracht te verbeteren’ (onbekend, krachttraining). Er bestaan twee verschillende soorten krachttraining; algemene krachttraining en specifieke krachttraining, en beide kun je zowel thuis als in de sportschool beoefenen. Het voordeel van thuis trainen is dat het veel voordeliger is. Daar komt ook nog bij dat het natuurlijker is, omdat wij in het dagelijks leven ook niet bewegen met behulp van apparaten. Voordelen van de sportschool zijn dat er mensen zijn die je kunnen helpen met het technisch uitvoeren van de oefeningen en dat je gebruik kunt maken van een schema. Wij gaan ons richten op krachttraining thuis, omdat wij een les in krachttraining moeten geven zonder de materialen die in de sportschool aanwezig zijn (optimaal sporten). Zoals eerder al gezegd bestaan er twee soorten krachttrainingen: algemene-­‐ en specifieke krachttraining. Bij algemene krachttraining train je vele verschillende spiergroepen met als doel je hele lichaam sterker te maken. Specifieke krachttraining concentreert zich op één specifieke beweging of spiergroep. Deze training wordt voornamelijk door sporters gebruikt, om een bepaalde beweging tot in de puntjes te beheersen (onbekend, krachttraining) (krachttraining). De krachttraining die wij gaan samenstellen voor onze les zal algemene krachttraining zijn. We gaan proberen variatie in de oefeningen aan te brengen en zo veel mogelijk spiergroepen te trainen. Dit zorgt er niet alleen voor dat de les leuker wordt, maar dit voorkomt ook eenzijdige training van je lichaam, waardoor blessures kunnen ontstaan (krachttraining bij fitness) (Meinema). Wij gaan drie lessen geven aan twee WVO4 en twee TTO4 klassen, waaronder één les krachttraining. Eén van de belangrijkste dingen die wij moeten weten voordat we deze krachttraining samenstellen is natuurlijk wat voor soort oefeningen er zijn. Wat zijn dan de belangrijkste spiergroepen en wat voor oefeningen vallen daaronder? De eerste belangrijke groep is de buikspieren. Door het trainen van je buikspieren zorg je er niet alleen voor dat je buik er mooi uit ziet, maar je buikspieren zijn ook essentieel om je hele lichaam fit te houden. Als je buikspieren niet stabiel zijn gaat je lichaam dit compenseren en raken andere delen van het lichaam, met name de rug, overbelast en kunnen er veel krachten komen (Oers) (Wilco). De meest bekende buikspieroefening is waarschijnlijk de sit up. Hiermee wordt je Rectus Abdominis (rechte buikspieren) getraind. Deze oefening kun je ook zijdelings doen, zodat je in plaats van je rechte buikspieren je de m. Obliquus externus abdominis en de m. Obliquus internus abdominis (schuine buikspieren) en je Transversus Abdominis (dwarse buikspieren) traint. Het is bij deze oefening heel belangrijk dat je niet aan je nek gaat trekken (ProTrainer) (fitsociety). Een andere zeer bekende oefening is het planken. Met deze oefening train je zowel je rechte buikspieren en de dwarse buikspieren (fitsociety). Bicycle crunches is een wat minder bekende oefening, maar zeer effectief, omdat je met deze oefening zowel je rechte buikspieren, je schuine buikspieren en je dwarse buikspieren in één keer traint (fitstep). Als je je meer wilt focussen op de rechte buikspieren zijn leg raises aan te raden (Rose) en als je juist de schuine buikspieren wilt trainen is de russian twist erg goed (Bernstein).

22


Een andere zeer belangrijke groep die door veel mensen vergeten wordt tijdens krachttraining is de rugspieren. In Nederland kampen veel mensen met rugproblemen doordat ze te lang op kantoor of school zitten, waarbij ze hun rug licht gebogen houden. Door het trainen van de rugspieren verminderd de kans op rugpijn (mens en gezondheid). Planken is niet alleen goed voor de buikspieren maar ook voor de rugspieren. Door te planken train je de Erector Spinae. Dit is een verzamelnaam voor de Spinalis, Longissiums en de Iliocostalis. Deze spieren zorgen voor de strekking van de wervelkolom (fitsociety). Een andere oefening waarbij je de Erector Spinae traint is de hyperextensions (Cespedes). Een derde spiergroep die wij willen opnemen in onze les krachttraining is bilspieren. Dit is ook een spiergroep die veel vergeten wordt te trainen, maar ook deze spiergroep is belangrijk voor de doodnormale dingen zoals lopen. Een prettige bijkomstigheid is bovendien dat door het trainen van deze spieren je billen mooie ronde vormen krijgen (dokterdokter). Een paar hele goede oefeningen voor de bilspieren zijn squats, lunches en hyperextensions. Hierbij train je de Gluteus Maximus (de grootste van de drie bilspieren) (fitsociety) (strongwoman) (optimaalsporten). Een spiergroep die mensen de meeste mensen gelukkig wel trainen zijn de beenspieren. Beenspieren vormen de grootste spiergroep in ons lichaam en bij het trainen van deze spieren worden er groeihormonen aangemaakt die zich over het hele lichaam verspreiden (PT-­‐ Nijmegen). Squats, lunches en burpees zijn perfecte oefeningen om zowel je quadriceps (vierkoppige skeletspier aan de voorzijde van de dij) en je hamstring (achterdijbeenspier). Als je daarnaast ook nog je musculus adductor longus (lange dijaanvoerder) wilt trainen kun je het best gaan ‘muurzitten’ (fitsociety) (optimaalsporten) (Black). Armspieren is een volgende spiergroep die wij willen opnemen in onze les krachttraining. Als je armspieroefeningen wilt doen met gewichten is het belangrijk dat je deze optilt door door je benen te zakken en je rug recht te houden. Wij doen in onze les echter oefeningen zonder materialen. Push ups en ‘dippen’ zijn hele goede oefeningen daarvoor. Deze beide oefeningen maken dat je je musculus triceps bracchii (driehoofdige armstrekker) traint (fitsociety) (fitsociety). Als je thuis wilt trainen is het belangrijk altijd te beginnen met een warming up. Hierdoor maak je je spieren warm en krijg je minder snel blessures. Ook is het belangrijk om rek-­‐ en strekoefeningen te verwerken in deze warming up, zodat je minder snel last krijgt van kramp. Tijdens de training is het belangrijk om goed op de ademhaling te letten. Veel mensen hebben de neiging hun ademhaling in te houden wanneer ze kracht zetten, maar juist geconcentreerd uitademen zorgt er voor dat je meer kracht kunt zetten achter de oefeningen (Krachttraining voor beginners: do's en don'ts). Verder is veel water drinken van groot belang. Door het zweten verlies je namelijk veel vocht. Het is verstandig om de krachttraining af te sluiten met een cooling down. Hierdoor neemt je doorbloeding toe, waardoor je spieren ontspannen en ze sneller herstellen. Hierdoor heb je de volgende dagen minder last van spierpijn (krachttraining bij fitness). Als je net begint met krachtraining moeten je spieren nog wennen aan de bewegingen en een andere belasting. Het is daarom handig om een schema te maken, zodat je de training kunt opbouwen (Krachttraining voor beginners: do's en don'ts).

23


Er zijn verschillende dingen waar wij tijdens het samenstellen van onze les om moeten denken. Allereerst moeten we ervoor zorgen dat alle belangrijke spiergroepen in onze krachttraining aan bod komen en dat er binnen eenzelfde spiergroep er een variatie is aan oefeningen (krachttraining bij fitness). Binnen deze variatie moeten we letten op de trainingsvolgorde. Wanneer de leerlingen net een oefeningen voor de armspieren hebben uitgevoerd zijn deze belast en is het verstandig om als volgende oefening eentje uit te kiezen waarbij deze spieren niet teveel aan bod komen, zodat de desbetreffende spieren de tijd krijgen om even te herstellen (Voordouw). Als laatste moeten we goed bedenken hoeveel herhalingen de leerlingen per oefeningen moeten doen. Hoe hoger de moeilijkheidsgraad van de oefening, hoe minder vaak deze herhaald moet worden, omdat anders de techniek onder de vermoeidheid of verzuring gaat leiden (Voordouw).

24


2.6. Wat gebeurt er in je hersenen tijdens krachttraining heeft dat invloed op de concentratie? Op 28 september 2014 verscheen er een opmerkelijk artikel in het bekende publicatieblad Acta Psychologica (Weinberg, Hasni en Shinohara). Studenten van het Georgia Institude of Technology hebben onderzoek gedaan naar de effecten van krachttraining op het geheugen. In dit onderzoek werd aan 46 mensen gevraagd om geconcentreerd naar 90 verschillende foto’s te kijken. De helft van deze groep deed direct na deze sessie een korte, maar intensieve krachttraining. Twee dagen later werden 180 foto’s aan de proefpersonen getoond, waaronder de 90 foto’s die zij twee dagen daarvoor ook hadden gezien (Berkel). De proefpersonen die aan krachttraining hadden gedaan herinnerde zich gemiddeld 60% van de foto’s, terwijl de andere helft ongeveer de helft herkenden (Howard). Dit onderzoek toont aan dat zelfs een enkele periode van krachttraining al positieve effecten heeft op je geheugen. Wat gebeurd er tijdens krachttraining in de hersenen waardoor krachttraining zo’n groot effect heeft op het geheugen? Tijdens krachttraining komen er een heleboel verschillende stoffen vrij in de hersenen. Naast de neurotransmitters endorfine, dopamine en serotonine, worden ook de stoffen acetylcholine, testosteron, noradrenaline en creatine aangemaakt tijdens krachttraining. Nog belangrijker is misschien wel de remming van beta amyloid, en de toename van Brain Derived Neurothrohic Factor. De neurotransmitters endorfine, dopamine en serotonine zorgen voor een verbetering van het cognitieve proces en het prestatievermogen en daarmee met het concentratievermogen. Dopamine is de neurotransmitter die volgens deze onderzoeken een zeer grote invloed heeft op het concentratievermogen. Het wordt afgegeven in de prefrontale cortex, waardoor de hersenactiviteit in dit gebied groter wordt. De prefrontale cortex speelt een belangrijke rol in het cognitieve proces, waaronder het aandachtsvermogen, concentratievermogen en planning. Naar serotonine is minder wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, maar ook serotonine heeft invloed op het gehele cognitieve proces, waaronder leren, onthouden en concentreren. Endorfine zorgt voor ontspanning en daarmee een minder hoog stres niveau. De Wet van Yerkes-­‐Dodson zegt dat hoge stress samengaat met slechtere prestaties. Hieruit kunnen we concluderen dat stoffen die stress verlagend zijn zorgen voor betere prestaties, mits deze niet al te laag zijn. Het onderzoek van het Georigia Institude of Technology heeft tijdens de krachttraining metingen verricht, waaruit bleek dat de hoeveelheid alfa-­‐amylase in het speeksel toenam (Howard). Onderzoekers van de University of California hebben aangetoond dan het niveau van alfa-­‐ amylase de noradrenaline-­‐activiteit in de hersenen reflecteert (Segal). Als de hoeveelheid alfa-­‐ amylase in het bloed toeneemt, wordt er dus ook meer noradrenaline geproduceerd. Het produceren van noradrenaline gebeurd in de bijniermerg door de hydroxylatie van dopamine (onbekend, noradrenaline). Noradrenaline hecht zich dan aan alfa-­‐receptoren, waardoor de doorlaatbaarheid van de celmembraan voor ionen verandert (Boares). De membraan wordt meer gepolariseerd als de doorlaatbaarheid van kaliumionen veranderd, waardoor onder andere de vaten in de spijsverteringsorganen vernauwen en er meer bloed beschikbaar is voor de werking van de hersenen (Psycho Consult). Dit zorgt ervoor dat de mens zich beter kan concentreren en meer gemotiveerd en alert wordt. Daarnaast hebben hersenen noradrenaline ook nodig om herinneringen op te slaan in langetermijngeheugen (Natuur Dietisten Nederland).

25


Acetylcholine is een veelvoorkomende neurotransmitter die afgescheiden wordt in de synapsen van het autonome zenuwstelsel (onbekend, Hersensystemen). Dit gebeurt voornamelijk in de mediale prefrontale cortex (Bonapart). Acetylcholine komt vrij doordat een impuls een korte depolarisatie veroorzaakt. Dit zorgt ervoor zorgt dat presynaptische eindplaatjes met acetylcholine aan het uiteinde van de axon knappen. De acetylcholine komt dan in aanraking met een mAChRs receptor die zich op het postsynaptische membraan bevindt, waardoor (Kennislink) natriumionen de cel in worden gelaten en de binnenkant van de cel minder negatief geladen wordt ten opzichte van de buitenkant van de cel. Een Exicitatoire PostSynaptische Potentiaal is niet voldoende om een actiepotentiaal te veroorzaken, maar bij meerdere EPSP’s kan dit wel. Als er dan uiteindelijk een actiepotentiaal ontstaat kan het impuls zijn weg vervolgen. Na het actiepotentiaal breekt het enzym acetylcholinesterase de neurotransmitter acetylcholine weer af om weer nieuwe neurotransmitterstoffen te maken (Dautzenberg en Braam) (Stichting Leerplan Ontwikkeling). Acetylcholine zorgt er dus voor dat een impuls kan worden doorgegeven van de ene neuron naar de andere. De mediale prefrontale cortex waar de acetylcholine vrijkomt, is een gebied dat van belang is voor ons concentratievermogen (Bonapart). De aanmaak van meer acetylcholine zorgt dus voor een snellere overdracht van informatie in de mediale prefrontale cortex, waardoor de mens zich beter kan concentreren (Lind-­‐Kyle). De testosteronspiegel wordt 40% hoger na geregelde krachttraining. Dit blijkt uit een onderzoek van de Spaanse University of Extremaduri in de European Journal of Applied Physiology. In de eerste plaats vermindert de concentratie testosteron, omdat de spiercellen meer androgenen opnemen uit het bloed (Andrada, Maynar Marino en Munoz Marin). Vervolgens gaan de hersenen meer GnRH, FSH en LH afgeven aan de hypofyse (onbekend, Testosteron). Deze stuurhormonen sturen een prikkel door aan de testes bij mannen en de ovaria bij vrouwen (GezondVGZ). De testes of ovaria reageren op deze prikkel door de afgifte van het hormoon testosteron op te voeren (onbekend, Meer testosteron zonder boosters). De verhoging van de testosteronspiegel zorgt ervoor dat het lichaam zich beter kan focussen en volhardender is (Mens's Health). Onderzoek aan de University of Sydney heeft uitgewezen dat creatine de snelheid van de denkprocessen verhoogd en daardoor voor een betere concentratie en een beter geheugen zorgt (Rae, Digney en McEwan). In dit onderzoek hebben 45 mannelijke studenten gedurende zes weken, 5 gram creatine per dag gekregen. Na zes weken werd er een geheugentest en IQ-­‐ test afgenomen bij deze 45 mannelijke studenten en 45 mannelijke studenten die geen creatine hadden ingenomen. De score van de mannelijke studenten die creatine hadden ingenomen was aanzienlijk hogere dan de score van de mannelijke studenten die geen creatine binnen hadden gekregen (Ruiters). Dit komt doordat er in korte tijd veel ATP wordt aangemaakt met behulp van creatine. Creatine kan zich binden aan een fosfaat groep, waardoor creatinefosfaat wordt gevormd. Het creatinefosfaat dat ontstaan is, kan zich weer binden aan de aanwezige ADP, waarbij er creatine en ATP ontstaat. Deze creatine kan opnieuw binden aan een fosfaat groep, waardoor er opnieuw ATP kan worden geproduceerd (Eigen Kracht). Bij de afbraak van dit ATP komt energie vrij, wat er onder andere voor zorgt dat het zenuwstelsel en het spierstelsel goed kunnen functioneren (long live your health).

26


Creatine komt vrij tijdens krachttraining omdat de hoeveelheid ATP die normaal gesproken wordt geproduceerd door oxidatieve fosforylering, maar net genoeg is om een paar seconden maximale spierkracht te verrichten (long live your health). Het lichaam wil daarom tijdens krachttraining opeens heel veel ATP aanmaken om aan de energievoorziening voor het spierstelsel te voldoen en de productie van ATP door middel van de binding van creatinefosfaat aan ADP gaat twaalf keer sneller dan de productie van ATP bij oxidatieve fosforylering (Deans). De ATP is echter niet alleen de leverancier van energie voor het spierstelsel maar ook van het zenuwstelsel in de hersenen. De hersenen hebben door de aanmaak van creatine meer beschikbare energie, waardoor het lichaam sneller en beter kan functioneren onder tijdsdruk (Rae, Digney en McEwan). Het eiwit bèta-­‐amyloïde is de belangrijkste component van het amyloid precursor proteïn (APP) (Sanders en Garenfeld). APP speelt een grote rol bij de groei van neuronen en het repareren ervan (BTSG bibliotheek ). Bij het vervangen van APP wordt het eiwit in kleinere fragmenten geknipt door het enzym proteases (BTSG bibliotheek ). Als de hersenen goed functioneren worden deze eiwitfragmenten afgebroken en verwijderd (Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek). Bij een abnormale afbraak van APP ontstaat een het bèta-­‐amyloïde-­‐eiwit. Deze eiwitten vormen onoplosbare draden die aan elkaar en aan stervende neuronen vastkleven, waardoor er extracellulaire plaquevorming tussen de neuronen ontstaat. Dit zorgt voor een scheuren in de synapsen, waardoor het aantal neurotransmitters wordt gereduceerd. Hierdoor kan er geen overdacht van prikkels plaatsvinden en gaan de neuronen uiteindelijk dood. De dood van neuronen (Internationale Stichting Alzheimer zorgt ervoor dat er minder impulsen overgedragen Onderzoek) kunnen worden (Sanders en Garenfeld). Plaquevorming treedt vooral in de hippocampus en de prefrontale cortex (Bont), waardoor deze gebieden krimpen (onbekend, Hersensystemen). De hippocampus is verantwoordelijk voor de concentratie en is erg belangrijk bij het aanleren van nieuwe dingen en het opnemen en opslaan van kennis in het geheugen (Hoeven). Door de plaquevorming zijn de hersenen dus minder goed in staat om zich te concentreren en is het moeilijker om nieuwe kennis op te slaan in het geheugen. Een bekende ziekte waarbij plaquevorming optreedt is Alzheimer. Dit is waarom Alzheimerpatiënten kunnen leiden aan geheugenverlies, afnemende reactiesnelheid en een verminderde hersenactiviteit (Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek). Onderzoekers van de University of Britisch Columbia hebben aangetoond dat regelmatige krachttraining de hippocampus bij mensen met beginnende Alzheimer groter maakt (Godman) (ten Brinke, Bolandzadeh en Nagamatsu). Hierdoor ontstaat er vooruitgang in het geheugen, de concentratie en het vermogen om beslissingen te maken (Admin). Dit komt doordat krachttraining zorgt voor remming van het bèta-­‐amyloïde-­‐eiwit, waardoor er minder plaquevorming in de hippocampus ontstaat en het geheugen en concentratievermogen langzamer afneemt (Landers en Arents).

27


Brain Derived Neurothrohic Factor (BDNF) is een neurotrofische factor in het centraal zenuwstelsel. Dit houdt in dat deze stof belangrijk is voor het overleven van de neuronen (Groot). BDNF is de meest voorkomende neurotrofine in de hersenen en komt vooral voor in de hippocampus, de cortex en de procencephalon (onbekend, BDNF). De stof zorgt voor meer synaptische plasticiteit, waardoor het concentratievermogen en het geheugen vooruit gaat. (Sorenson, Jason en Peterson) Dit wordt bevestigd door onderzoek aan the University of California. In dit onderzoek werd onderzocht of het geheugen van ratten verbeterd door het toedienen van BDNF in de vorm van een medicijn. Uit het onderzoek blijkt dat het hippocampusweefsel van oudere ratten, met een verminderde synaptische activiteit, minder BDNF bevat dan jongere ratten. Het synaptische plasticiteitstekort van deze oude ratten herstelde nadat de ratten BDNF binnen hadden gekregen (Zeng, Tan en Sneddon) (Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek). In the International Journal of Neuropsychopharmacology verscheen een soortgelijk onderzoek, waarin er werd getest of mensen met attention-­‐deficit hyperactivity disorder (ADHD) baat hebben bij een medicijn dat BDNF bevat. Uit het onderzoek bleek dat een hogere concentratie BDNF er bij ADHD patiënten voor zorgt dat de symptomen van ADHD, zoals het relatief slechte concentratievermogen, minder werden (Corominas-­‐Roso, Ramos-­‐Quiroga en Ribases). Een derde onderzoek, in opdracht van onder andere het ministerie van Volksgezondheid, heeft aangetoond dat bij een hoge intensieve fysieke activiteit het BDNF niveau omhoog gaat. Dit houdt in dat door hoge intensieve fysieke activiteit, zoals krachttraining, de synaptische plasticiteit omhoog zal gaan en het zal concentratievermogen verbeteren (Collard, Boutkan en Grimberg). Krachttraining zorgt dus voor de afgifte van de neurotransmitters endorfine, dopamine, serotonine, endorfine, noradrenaline en acetylcholine. Al deze neurotransmitters zorgen voor een snelle overdracht van prikkels van de ene neuron naar de andere. Als dit gebeurt in hersengebieden die een rol spelen in het concentratievermogen, zoals de hippocampus en de mediale prefrontale cortex, zal het concentratievermogen toenemen. Daarnaast zorgt krachttraining voor de afgifte van de hormonen testosteron en creatine. Een stijging in de testosteronspiegel zorgt ervoor dat het lichaam zich beter kan focussen op één ding en de persoon meer doorzettingsvermogen krijgt. De afgifte van creatine zorgt ervoor dat het lichaam zich sneller en beter kan concentreren tijdens tijdsdruk. Verder zorgt krachtraining voor de aanmaak van de neurotrofine BDNF en de remming van het eiwit bèta-­‐amyloïde. BDNF zorgt voor een hogere synaptische plasticiteit, waardoor het concentratievermogen omhoog gaat. Door remming van het bèta-­‐amyloïde-­‐eiwit ontstaat er minder snel plaquevorming in de hippocampus, waardoor het concentratievermogen, het geheugen en het vermogen om beslissingen te nemen vooruit gaan.

28


2.7. Wat is de invloed van geslacht op het concentratievermogen? Het concentratievermogen is het vermogen om de aandacht op een ding te vestigen. Hierbij worden andere zaken genegeerd. Concentratievermogen kan van belang zijn in bijvoorbeeld het leren voor tentamens, het luisteren naar iemand in een drukke omgeving en sporten (Bional). Onderzoekers van neurowetenschappers aan de Vrije Universiteit van Amsterdam hebben aangetoond dat de prefrontale cortex betrokken is bij geheugenprocessen en het vermogen om aandachtig te concentreren op één taak (Guillem, Bloem en Poorthuis). In het online tijdschrift Frontiers in Psychology verscheen een onderzoek van neuropsychologen van de vrije universiteit van Amsterdam. Zij hebben leerlingen uit de eerste en derde klas van de middelbare school getest op hun cognitieve vaardigheden. Uit dit onderzoek blijkt dat in de eerste jaren van de adolescentie de hersenen steeds efficiënter worden in het verwerken van nieuwe informatie. Verder kwam uit dit onderzoek naar voren dat bij de beste 25%, twee keer zoveel meisjes zaten als jongens. Uit dit onderzoek kan je concluderen dat meisjes beter zijn in de vroege adolescentie dan jongens in het uitvoeren van cognitieve taken (onbekend, Hersenontwikkeling meisjes loopt voor op jongens) (Dekker, Krabbendam en Aben). De hersenstructuren die betrokken zijn bij het concentratievermogen, zelfstandig leren, plannen en evalueren zijn bij jonge adolescenten nog niet volgroeid (Nieuwenbroek). De prefrontale cortex is een van de hersengebieden die zich pas laat in de adolescentie ontwikkelt (Stichting leerplan en ontwikkeling). Jongens zijn over het algemeen later in de ontwikkeling van de hersengebieden dan meisjes (Jolles). Het kan wel tot en met het tweeëntwintigste levensjaar duren voordat de prefrontale cortex bij een jongen is volgroeid (Stichting leerplan en ontwikkeling). Meisjes komen 1 á 2 jaar eerder in de puberteit, waardoor ook de prefrontale cortex bij meisjes sneller ontwikkeld dan bij jongens en meisjes (Peters). Dit is de reden waarom meisjes een beter concentratievermogen hebben als jongens tot en met het 23e levensjaar. De prefrontale cortex is een gebied in de hersenen dat een belangrijke rol speelt bij geheugenprocessen en concentratievermogen. Meisjes komen eerder in de puberteit dan jongens, waardoor hun prefrontale cortex tijdens de adolescentie verder ontwikkeld is. Het geslacht heeft dus een invloed op de concentratie. Meisjes hebben in de adolescentie namelijk een beter concentratievermogen dan jongens. 2.8. Wat is de invloed van opleiding op het concentratievermogen? Tijdens literatuuronderzoek blijkt dat er niet eerder onderzoek is gedaan naar het verschil in het vermogen zich te concentreren tussen Twee Talig Onderwijs (TTO) en Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO).

29


2.9. Welke concentratietesten zijn er en welke willen wij gebruiken? Als je het woord concentratie opzoekt in de van Dale krijg je de definitie: samentrekking op één punt (Van Dale). Hiermee wordt bedoelt dat je je aandacht heel sterk op één specifieke taak richt (Boekhorst). Je concentratie behouden gaat niet altijd even goed. Iedereen herkent het wel: je zou eigenlijk moeten luisteren naar je baas, je leraar, je vader of je moeder, maar je kunt je aandacht er niet bijhouden. Oftewel je kunt je niet goed concentreren op wat diegene verteld. Sommige mensen zijn beter in de concentratie behouden dan anderen. Dit hoeft helemaal niks te maken te hebben met hoe slim je bent. Er zijn zelfs veel hoogbegaafden die moeite hebben zich te concentreren (Renata). Mensen met een goede concentratie hebben dit vaak van huis uit meegekregen. Er bestaan wel oefeningen, zoals jongleren, om je concentratie te verbeteren. Dit zou helpen doordat je leert je om je een lange tijd te focussen op een bepaalde handeling. Door hier een langere periode op te trainen, heb je op een gegeven moment ook minder moeite om bij andere handelingen je concentratie te behouden (Monique). Het concentratievermogen verschilt niet alleen per persoon, maar kan ook heel erg per moment verschillen. Als je veel dingen aan je hoofd hebt, je heel moe bent of je wordt afgeleid door geluiden of beweging van buiten is concentratievermogen bijvoorbeeld slechter (Roberta) (Monique). In ons onderzoek willen wij onderzoeken wat de invloed van krachttraining, conditietraining en meditatie is op het concentratievermogen van VWO4 leerlingen. Van zowel sporten als mediteren wordt namelijk gezegd dat het de concentratie positief beïnvloed. In ons onderzoek gaan wij de concentratie van de leerlingen meten voordat ze de krachttraining, conditietraining of meditatie hebben gedaan en nadat ze dit hebben gedaan. Aan de resultaten kunnen we dan zien of sport echt de concentratie bevorderd en zo ja, wat is dan het beste is. Maar wat voor concentratietesten zijn er en welke willen wij gebruiken? Je kunt iemands concentratie berekenen aan de hand van een mondelinge test. Een voorbeeld hiervan is door iemand een kaart voor te leggen, waarop de woorden rood, blauw, paars, groen geel etc. staan afgebeeld. De woorden zijn echter niet geschreven in het zwart maar allemaal in een andere kleur dan de geschreven kleur (bijv. het woord rood staat in paarse letters geschreven). De testpersoon moet dan zo snel mogelijk achter elkaar de kleuren van de woorden oplezen, zonder zich te laten verwarren door de kleur van het woord. Aan de (Gouman) hand van de tijd die de testpersoon nodig had en het aantal goede antwoorden kan dan het concentratievermogen worden berekend. (Famke) Natuurlijk zijn er ook concentratie testjes te doen gewoon ‘old fashion’ op papier. Een voorbeeld hiervan bourdon vos methode, naar de uitvinden Benjamin Bourdon. Dit is een test die veel door psychologen wordt gebruikt om vast te stellen of iemand concentratieproblemen heeft. Deze test dateert uit 1985 en is daarmee de oudste concentratietest die nog in gebruik is. In deze test krijg je een aantal regels te zien met daarin groepjes van 3, 4, of 5 stipjes. Je moet in deze test alleen de groepjes van 4 omcirkelen. Aan de hand van hoe snel je dit doet en hoeveel fouten je maakt kan de psycholoog dan uitrekenen hoe goed je concentratievermogen is. (Brainplot) Op deze test zijn vele variaties bedacht. Je moet dan bijvoorbeeld op een blad met allemaal letters die willekeurig door elkaar staan, een code van letters vinden en die omcirkelen. Ditzelfde

30


kan ook met cijfers gedaan worden of met een bepaalde letter in plaats van een code. (Concentratie Test) Verder zijn op er op internet veel zelftesten te vinden. In deze testen moet je meerkeuzevragen beantwoorden over jouw leven. Aan de hand van de antwoorden die je geeft krijg je punten en wordt er bepaald hoe goed of slecht jouw concentratievermogen is. Voorbeelden van dit soort vragen die ik heb gevonden op de site van psychologie magazine zijn: Hoe vaak komt u te laat op werk of een afspraak? Betrapt u uzelf vaak op dagdromen? Raakt u snel afgeleid? (onbekend, Test concentratie) Er zijn dus een heleboel verschillende soorten concentratietesten. Maar welke is nou het beste voor ons om te gebruiken? Wij hebben besloten om een variatie te maken op bourdon vos test. Wij willen dan in plaats van de leerlingen alle groepjes van 4 stippen te laten omcirkelen, de leerlingen een code van drie letters laten omcirkelen op een papier met allemaal letters die willekeurig door elkaar staan. De reden waarom wij deze test hebben uitgezocht om te gebruiken in ons onderzoek is, omdat wij denken dat de andere testen in ons geval niet geschikt zijn. Bij een mondelinge test zouden wij namelijk alle leerlingen om de beurt de test moeten laten afnemen. Dit zou veel tijd kosten en dan zouden niet alle leerlingen de test op hetzelfde moment kunnen afnemen, wat onze resultaten kan beïnvloeden. De echte bourdon vos test is voor ons vrij moeilijk om zelf te maken, terwijl wij de gekozen variatie vrij makkelijk op word kunnen maken. Ook de zelftesten lijken ons niet handig omdat dit vragen zijn die gaan over het dagelijks leven, waaraan we niks kunnen meten. Bovendien zullen de antwoorden op het soort vragen dan in dit soort testen worden gesteld niet verschillen nadat we de leerlingen één les hebben geven. Dit soort testen zouden alleen werken als we de leerlingen voor langere tijd en vaker dit soort lessen zouden geven, zodat de lessen ook echt invloed gaan hebben op het dagelijks leven. 2.9.1. Hoe willen wij deze test gaan uitvoeren? De leerlingen moeten tijdens de test zelf met een stopwatch bijhouden hoelang ze erover doen en aan het eind tellen hoeveel van die lettergroepen zij op het papier hebben gevonden. Wij stellen een tijdslimiet in van 10 min. Wij berekenen het concentratievermogen van de leerling door het aantal fouten te vermenigvuldigen met het aantal minuten. Hier komt een cijfer uit wat zijn of haar concentratievermogen representeert (bijv. 14 fouten in 10 min =140 foutenminuten). Als na de krachttraining, de conditietraining of de meditatie het cijfer lager is dan ervoor heeft dit een positieve invloed gehad op de concentratie. (Borro) Het berekende cijfer is natuurlijk geen officiële indicatie van het concentratievermogen. Het is een goede manier voor ons om te bereken of de leerling is verbeterd, want daar gaat het uiteindelijk om.

31


3. Hypothese 3.1. Invloed van conditietraining, meditatie en krachttraining op de concentratie 3.1.1. Hypothese Onze hoofdvraag is: hebben conditietraining, meditatie en krachttraining invloed op het concentratievermogen? Deze vraag gaan wij beantwoorden door vier klassen drie lessen te geven: één les conditietraining, één les meditatie en één les krachttraining. Onze hypothese is dat krachttraining en meditatie veel effect zullen hebben op het concentratievermogen, conditietraining zal daarentegen weinig tot niets helpen. 3.1.2. Conditietraining Conditietraining zorgt voor de afgifte van de neurotransmitters; dopamine, serotonine en endorfine. Deze neurotransmitters zorgen voor een groter concentratievermogen, vanwege de eigenschappen om prikkels door te geven van de ene naar de andere neuron. De cortisol die ook vrijkomt tijdens conditietraining, zal het concentratievermogen echter negatief beïnvloeden, waardoor het voor de leerlingen moeilijker wordt om zich te concentreren op de concentratietest. Wij denken dat de afgifte neurotransmitters en cortisol bij elkaar niet of nauwelijks voor een verandering in het concentratievermogen gaat zorgen. 3.1.3. Meditatie Bij meditatie verschuift de activiteit in de hersenen naar de linker prefrontale cortex. Dit komt door de verhoogde gamma-­‐activiteit en de alfa golven in de hersenen. De hersenen zenden gammagolven uit naar de prefrontale cortex, waardoor de cognitieve processen, waaronder het concentratievermogen en het leervermogen, in de hersenen beter functioneren. De alfa golven zorgen voor ervoor dat het lichaam optimaal gebruik kan maken van de beide hersenenhelften en het makkelijker is om geconcentreerd met een ding bezig te zijn. Door de verhoogde gamma-­‐ activiteit en de alfagolven zal het concentratievermogen waarschijnlijk verbeteren. 3.1.4. Krachttraining Krachttraining zal hoogstwaarschijnlijk het grootste effect hebben op het concentratievermogen van VWO4 leerlingen. De afgifte van serotonine, dopamine en endorfine geeft net als bij conditietraining een positief effect op het concentratievermogen. Daarnaast komen de neurotransmitters acetylcholine en noradrenaline vrij. Onderzoek toont aan dat ook deze neurotransmitters een grote invloed hebben op het concentratievermogen. Krachttraining zorgt ook voor de aanmaak van BDNF en de remming van het eiwit bèta-­‐amyloïde. Dit zorgt voor een grotere synaptische plasticiteit en een vermindering van extracellulaire plaquevorming. Beide veranderingen zorgen voor een verbetering in geheugen en concentratievermogen. 3.1.5. Voorspelling meetresultaten Als onze hypothese klopt, dan zal uit de resultaten van ons onderzoek blijken dat het verschil in concentratiecijfer van de leerlingen het grootst is bij krachttraining, daarna bij de meditatie en er nauwelijks verschil te zien in de concentratietesten voor en na de les in conditietraining. In de grafiek is dit te zien als een daling in het concentratiegetal na de les krachttraining en meditatie en een gelijkblijvend concentratiegetal bij conditietraining.

32


3.2. Invloed van geslacht op het concentratievermogen 3.2.1. Hypothese Onze eerste deelvraag is: Wat is de invloed van geslacht op het concentratievermogen? Onze hypothese is dat meisjes gemiddeld gezien een beter concentratievermogen hebben dan jongens, maar dat de eventuele verbetering na de les conditietraining en meditatie gelijk zal zijn, en dat de jongens na de les krachttraining meer verbeterd zijn dan de meisjes. 3.2.2. Verschillen en overeenkomsten tussen het concentratievermogen van jongens en meisjes Uit onze eigen ervaring in de schoolklassen en verhalen van leraren en ouders hebben wij opgemaakt dat jongens op de middelbare school over het algemeen wat meer moeite hebben met het concentreren op één taak dan meisjes. Wij denken dat dit komt doordat jongens later in de puberteit komen dan meisjes en daardoor hun hersenen minder ver ontwikkeld zijn. De ontwikkeling van de hypocampus en de frontale cortex begint pas tussen de 12 en 20 jaar oud. Deze gebieden in de hersenen zorgen voor concentratie, aandacht, geheugen en planning. Op de middelbare school zijn deze gebieden bij jongens minder ver ontwikkeld dan bij meisjes en zal daarom hun concentratievermogen minder zijn dan het concentratievermogen van meisjes. Deze informatie hebben wij uit de Natuur Leven en Techniek module hersenen en leren gehaald. Dit hebben wij aangevuld de ervaringen die wij zelf hebben opgedaan in de klas. Bij conditietraining komen zowel bij jongens als bij meisjes de neurotransmitters endorfine, dopamine en serotonine vrij. Een andere stof die vrijkomt tijdens conditietraining is cortisol. Er is geen reden om aan te nemen dat de mate waarin deze stoffen vrijkomt verschillend is bij jongens en meisjes. De eventuele verbetering in concentratievermogen bij conditietraining en meditatie zal dus bij jongens en meisjes gelijk zijn. Bij krachttraining zullen ook bijna alle stoffen in dezelfde mate vrijkomen of juist geremd worden. Jongens hebben echter een veel grotere concentratie testosteron in hun lichaam dan meisjes. Aangezien de afgifte van dit hormoon procentueel toeneemt, komt er tijdens de krachttraining veel meer testosteron vrij bij jongens dan bij meisjes. Dit zal ervoor zorgen dat bij krachttraining de jongens meer zullen verbeteren als de meisjes. 3.2.3. Voorspelling meetresultaten Als onze hypothese klopt, dan zal in de grafiek te zien zijn dat het concentratiegetal van de meisjes bij de start van de lessen lager ligt dan bij de jongens. Het eventuele daling van het concentratiegetal na de conditietraining en de meditatie zal hetzelfde zijn, terwijl de eventuele daling van het concentratiegetal na de krachttraining groter zal zijn bij de jongens als bij de meisjes.

33


3.3. Invloed van opleiding op het concentratievermogen 3.3.1. Hypothese Onze deelvraag is: Is er een verschil tussen het concentratievermogen en de eventuele verbetering in het concentratievermogen van TTO leerlingen en VWO leerlingen? Onze hypothese is dat TTO leerlingen over het algemeen een beter concentratievermogen hebben dan VWO leerlingen. Een eventuele verbetering in het concentratievermogen na de les conditietraining, krachttraining en meditatie zal gelijk zijn. 3.3.2. Verschillen en overeenkomsten tussen het concentratievermogen van TTO leerlingen en VWO leerlingen Wij denken dat leerlingen uit TTO meer gemotiveerd zijn om de concentratietest goed te maken, dan leerlingen die op het VWO zitten. TTO leerlingen hebben er namelijk voor gekozen om het TTO te volgen, waarbij je veel moet samenwerken en gemotiveerd moet zijn om alle projecten zo goed mogelijk te maken. Het VWO is daarentegen erg gericht op kennis, waardoor er minder energie wordt gestopt in opdrachten waar je geen cijfer voor krijgt. Dit is gebaseerd op ervaringen die wijzelf hebben meegemaakt bij het samenvoegen van VWO4 en TTO4 in VWO5. 3.3.3. Voorspelling van meetresultaten Als onze hypothese klopt, zal in de grafiek te zien zijn dat het concentratiegetal van de gemiddelde TTO leerling lager ligt dan het concentratiegetal van de gemiddelde VWO leerling. Verder zal de eventuele verbetering door conditietraining, krachttraining en meditatie hetzelfde zijn bij TTO leerlingen als bij VWO leerlingen.

34


Elke les een andere discipline

4. Onderzoeksmethode 4.1. Onderzoeksopzet Datum Klas Opleiding Lesuur 08-­‐09-­‐2014 4X TTO 1e en 2e 09-­‐09-­‐2014 4Y TTO 8e en 9e 10-­‐09-­‐2014 4R VWO 3e en 4e 12-­‐09-­‐2014 4Q VWO 7e en 8e 15-­‐09-­‐2014 4X TTO 1e en 2e 19-­‐09-­‐2014 4Q VWO 7e en 8e 22-­‐09-­‐2014 4X TTO 1e en 2e 23-­‐09-­‐2014 4Y TTO 8e en 9e 24-­‐09-­‐2014 4R VWO 3e en 4e 26-­‐09-­‐2014 4Q VWO 7e en 8e 30-­‐09-­‐2014 4Y TTO 8e en 9e 01-­‐10-­‐2014 4R VWO 3e en 4e 4.2. Werkplan Tijdsduur Onderdeel 5 min Welkom en uitleg over ons profielwerkstuk 15 min Concentratietest 10 min

Discipline Conditietraining Conditietraining Conditietraining Conditietraining Meditatie Meditatie Krachttraining Meditatie Meditatie Krachttraining Krachttraining Krachttraining

30 -­‐ 40 min 30 -­‐ 40 min 30 -­‐ 40 min 15 min

Uitleg over meditatie / conditietraining / krachttraining Krachttraining Conditietraining Meditatie Concentratietest 2

5 min 10 min

Bedanken Opruimen

Waar Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege Maartenscollege

Materialen Uitlegblad Pen/potlood, stopwatch, concentratietest (per leerling) Uitlegblad Muziek Pionnen, stopwatch, muziek CD, Radio, matjes Pen/potlood, stopwatch, concentratietest (per leerling)

4.3. Variabelen 4.3.1. Onafhankelijke variabele • De discipline (conditietraining, meditatie of krachttraining) 4.3.2. Afhankelijke variabelen • Eventuele verbetering of verslechtering in concentratievermogen na conditietraining, meditatie en conditietraining. • Het verschil tussen jongens en meisjes in eventuele verbetering of verslechtering in concentratievermogen na conditietraining, meditatie en conditietraining. • Het verschil tussen VWO leerlingen en TTO leerlingen in eventuele verbetering of verslechtering in concentratievermogen na conditietraining, meditatie en conditietraining.

35


4.3.3. Gecontroleerde variabelen • Leeftijd van de leerlingen • Het leerniveau van de leerlingen • Uitleg die door de onderzoekers gegeven wordt • De school waar het experiment plaatsvindt • Muziek tijdens de krachttraining • Muziek tijdens de conditietraining • ‘Muziek’ tijdens meditatie 4.3.4. Tussenkomende variabelen • Muziek vanuit andere gymlokalen • Geluiden vanuit de kleedkamers • Mate van rust in de klas • Het verschil in lettergroepen in de concentratietestjes

36


5. Onderzoeksresultaten 5.1. Resultaten 5.1.1. Concentratievermogen

Concentratievermogen 120

Concentratiegetal

100

80

test voor

60

test na 40

20

0 Conditietraining

Meditatie

37

Krachttraining


5.1.2. Concentratievermogen jongens vs. meisjes

Concentratievermogen jongens vs. meisjes Concentratiegetal

140 120 100 80 60 40

test voor

20

test na

0

5.1.3. Concentratievermogen VWO vs. TTO

Concentratievermogen VWO vs. TTO 140 Concentratiegetal

120 100 80 60 40

test voor

20

test na

0

38


5.2. Resultaten analyse 5.2.1. Concentratievermogen In de grafiek getiteld: ‘concentratievermogen’ staat het concentratiegetal van het gemiddelde van alle leerlingen uitgezet tegen de discipline (conditietraining, meditatie en krachttraining). Het concentratiegetal is berekend door het aantal fouten van de leerlingen in hun concentratietest te vermenigvuldigen met de tijd in minuten die zij erover hebben gedaan om de concentratietest de voltooien. Dit houdt in dat het concentratievermogen verbeterd als het concentratiegetal na de les kleiner is dan het concentratiegetal voor de les. De blauwe balk representeert het concentratiegetal van de gemiddelde leerling bij aanvang van de les en de rode balk representeert het concentratiegetal van de gemiddelde leerling na de les in de desbetreffende discipline. In de grafiek is te zien dat in de eerste kolom de rode balk een klein beetje lager ligt dan de blauwe balk. Dit houdt in dat het concentratiegetal voor de conditietraining lager is dan het concentratiegetal na de conditietraining. Het concentratiegetal is gedaald met 4,28 %. Het concentratievermogen is tijdens de conditietraining dus verbeterd met 4,28%. In de tweede kolom is te zien dat de rode balk een heel stuk lager ligt dan de blauwe balk. Dit houdt in dat het concentratiegetal voor de meditatie een stuk lager is dan het concentratiegetal na de conditietraining. Het concentratiegetal is gedaald met 32,18%. Het concentratievermogen is dus tijdens de meditatie verbeterd met 32,18%. De derde kolom laat zien dat de rode balk een veel lager ligt dan de blauwe balk. Dit houdt in dat het concentratiegetal voor de krachttraining veel lager is dan het concentratiegetal na de conditietraining. Het concentratiegetal is gedaald met 50,02%. Het concentratievermogen is dus tijdens de krachttraining verbeterd met 50,02%. Wat nog meer opvalt aan de staafgrafieken is dat het concentratiegetal zowel voorafgaand aan de conditietraining als na de conditietraining het concentratiegetal veel hoger ligt als voorafgaand en na de les krachttraining en meditatie. 5.2.2. Concentratievermogen jongens vs. meisjes In de grafiek getiteld: ‘Concentratievermogen jongens vs. meisjes’ staat het concentratiegeval dat correspondeert met het gemiddelde concentratiegetal van alle jongens en het concentratiegetal dat correspondeert met het gemiddelde concentratiegetal van alle meisjes uitgezet tegen de discipline (conditietraining, meditatie en krachttraining). Het is opnieuw het geval dat het concentratievermogen verbeterd als het concentratiegetal na de desbetreffende les kleiner is dan voor deze les. In de eerste kolom is te zien dat het concentratiegetal van de jongens na de conditietraining zeer minimaal is gestegen in vergelijking met het concentratiegetal voorafgaand de conditietraining. Het concentratiegetal is met 0,17% gestegen. Dit houdt in dat het concentratievermogen van de jongens tijdens de conditietraining met 0,17% is gedaald. In de eerste kolom is ook te zien dat het concentratiegetal van de meisjes na de conditietraining zeer minimaal is gedaald in vergelijking met het concentratiegetal voorafgaand de conditietraining. Het concentratiegetal is met 3,43% gedaald. Dit houdt in dat het concentratievermogen met 3,43% is gestegen. In de tweede kolom is te zien dat het concentratiegetal van de jongens na de meditatie redelijk ver is gedaald in vergelijking met het concentratiegetal voorafgaand de meditatie. Het concentratiegetal is met 24,80% gedaald. Dit houdt in dat het concentratievermogen van de jongens tijdens de meditatie met 24,80% gestegen.

39


Tevens is de tweede kolom is te zien dat het concentratiegetal van de meisjes na de meditatie wat is gedaald in vergelijking met het concentratiegetal voorafgaand de meditatie. Het concentratiegetal is met 37,57% gedaald. Dit houdt in dat het concentratievermogen van de jongens tijdens de meditatie met 37,57% gestegen. In de derde kolom is te zien dat het concentratiegeval van de jongens na de krachttraining veel kleiner is geworden in vergelijking met het concentratiegetal voorafgaand aan de krachttraining. Het concentratiegetal is met 49,38% gedaald. Dit houdt in dat het concentratievermogen van de jongens tijdens de krachttraining met 49,38% gestegen. Bij de meisjes is ook te zien dat in de derde kolom het concentratiegeval na de krachttraining kleiner is geworden in vergelijking met het concentratiegetal voorafgaand aan de krachttraining. Het concentratiegetal is met 50,32% gedaald. Dit houdt in dat het concentratievermogen van meisjes tijdens de krachttraining met 50,32% gestegen is. Bij deze staafgrafieken is het eveneens opvallen dat het concentratiegetal, van de jongens en de meisjes, zowel voorafgaand aan de conditietraining als na de conditietraining het concentratiegetal veel hoger ligt als voorafgaand en na de les krachttraining en meditatie. 5.2.3. Concentratievermogen VWO vs. TTO In de grafiek getiteld: ‘Concentratievermogen VWO vs. TTO staat het concentratiegeval dat correspondeert met het gemiddelde concentratiegetal van alle VWO leerlingen en het concentratiegetal dat correspondeert met het gemiddelde concentratiegetal van alle TTO leerlingen uitgezet tegen de discipline (conditietraining, meditatie en krachttraining). Het is opnieuw het geval dat het concentratievermogen verbeterd als het concentratiegetal na de desbetreffende les kleiner is dan voor deze les. In de eerste kolom is te zien dat het concentratiegetal van de VWO leerlingen en het concentratiegetal van de TTO leerlingen na de conditietraining een beetje gedaald is in vergelijking met het concentratiegetal voorafgaand aan de conditietraining. Het concentratiegetal van VWO leerlingen is met 0,86% gedaald en het concentratiegetal van TTO leerlingen is met 7,43% gedaald. Dit houdt in dat het concentratievermogen van VWO leerlingen tijdens de conditietraining met 0,86% gestegen is en het concentratiegetal van TTO leerlingen tijdens de conditietraining met 7,43% gestegen is. In de tweede kolom is te zien dat het concentratiegetal van de VWO leerlingen en het concentratiegetal van de TTO leerlingen na de meditatie gedaald is in vergelijking met het concentratiegetal voorafgaand aan de meditatie. Het concentratiegetal van VWO leerlingen is met 40,74% gedaald en het concentratiegetal van TTO leerlingen is met 22,47% gedaald. Dit houdt in dat het concentratievermogen van VWO leerlingen tijdens de meditatie met 40,74% gestegen is en het concentratiegetal van TTO leerlingen tijdens de meditatie met 22,47% gestegen is. In de derde kolom is te zien dat het concentratiegetal van de VWO leerlingen en het concentratiegetal van de TTO leerlingen na de krachttraining gedaald is in vergelijking met het concentratiegetal voorafgaand aan de krachttraining. Het concentratiegetal van VWO leerlingen is met 52,04% gedaald en het concentratiegetal van TTO leerlingen is met 47,92% gedaald. Dit houdt in dat het concentratievermogen van VWO leerlingen tijdens de krachttraining met 52,04% gestegen is en het concentratiegetal van TTO leerlingen tijdens de krachttraining met 47,92% gestegen is. Bij deze staafgrafieken is het opnieuw opvallen dat het concentratiegetal, van de VWO leerlingen en de TTO leerlingen, zowel voorafgaand aan de conditietraining als na de conditietraining het concentratiegetal veel hoger ligt als voorafgaand en na de les krachttraining en meditatie.

40


6. Conclusie & Discussie 6.1. Conclusie 6.1.1. De invloed van conditietraining, meditatie en krachttraining op de concentratievermogen In dit onderzoek is onderzocht of conditietraining, meditatie en concentratie invloed hebben op het concentratievermogen van VWO4 leerlingen. Uit de resultaten is gebleken dat conditietraining zeer weinig invloed heeft op het concentratievermogen, meditatie invloed heeft op het concentratievermogen en krachttraining een zeer grote invloed heeft op het concentratievermogen. Dit komt overeen met de hypothese, waarin is gesteld dat krachttraining en meditatie veel effect zullen hebben op het concentratievermogen van VWO4 leerlingen en dat conditietraining daarentegen weinig tot niets zal helpen. 6.1.2. Invloed van het geslacht op het concentratievermogen In dit onderzoek is ook gekeken naar een eventueel verschil in concentratievermogen tussen jongens en meisjes en het eventuele verschil in verbetering na de conditietraining, meditatie en krachttraining tussen jongens en meisjes. Uit onze resultaten is gebleken dat meisjes ten alle tijden een beter concentratievermogen hebben als jongens. Meisjes laten tevens ook een grotere verbetering in concentratievermogen zien na de conditietraining, meditatie en krachttraining. In de hypothese werd verwacht dat meisjes gemiddeld gezien een beter concentratievermogen hebben dan jongens, maar dat de eventuele verbetering na de les conditietraining en meditatie gelijk zal zijn, en dat de jongens na de les krachttraining meer verbeterd zijn dan de meisjes. De hypothese klopt voor een deel. Meisjes hebben inderdaad en beter concentratievermogen als jongens. Na de conditietraining en meditatie is de verbetering echter niet gelijk en de jongens zijn ook niet meer verbeterd dan de meisjes. 6.1.3. Invloed van het opleiding op het concentratievermogen In dit onderzoek is tevens onderzocht of er een verschil is tussen het concentratievermogen van TTO leerlingen en VWO leerlingen en naar het eventuele verschil in verbetering na de conditietraining, meditatie en krachttraining. Uit onze resultaten is gebleken dat TTO leerlingen een beter concentratievermogen hebben dan VWO leerlingen. TTO leerlingen laten na de conditietraining meer verbetering zien als VWO leerlingen. Dit verschil is echter heel klein. Bij VWO leerlingen is een groter verschil in concentratievermogen na de meditatie en krachttraining te zien. Dit verschil is zo groot dat het concentratieniveau van VWO leerlingen en TTO leerlingen na de meditatie en krachttraining bijna gelijk zijn. In de hypothese werd gesteld dat TTO leerlingen over het algemeen een beter concentratievermogen hebben dan VWO leerlingen. Een eventuele verbetering in het concentratievermogen na de les conditietraining, krachttraining en meditatie zal gelijk zijn. Het vermoeden dat TTO leerlingen een beter concentratievermogen hebben dan VWO leerlingen wordt bevestigd door de resultaten van het onderzoek. Het vermoeden dat een eventuele verbetering in concentratievermogen gelijk zal zijn wordt door de resultaten echter ontkracht, aangezien TTO leerlingen een grotere verbetering laten zien na de conditietraining en VWO leerlingen een aanzienlijk grotere verbetering laten zien na de meditatie en krachttraining.

41


6.2. Discussie 6.2.1. Kwaliteit van het onderzoek De kwaliteit van een onderzoek hangt af van de validiteit, de betrouwbaarheid, de bruikbaarheid, de onafhankelijkheid, en representativiteit van de steekproef. 6.2.1.1. Validiteit Dit onderzoek heeft een oorzaak-­‐gevolgrelatie en er is daarom sprake van interne validiteit. De oorzaak was de conditietraining, meditatie of concentratie en het gevolg was een verandering in het concentratievermogen. Wij hebben dit onderzocht bij jongens en meisjes van het TTO4 en het VWO4. Dit is ook de groep waarover wij conclusies hebben getrokken, dus de selectie van de steekproef is vergelijkbaar met de groep waarover wij conclusies hebben getrokken. Er zijn helaas externe voorvallen waardoor de validiteit van het onderzoek minder goed is geworden. De concentratietesten werden afgenomen in een gymlokaal naast de kleedkamers, waarin, in sommige gevallen, veel lawaai was. De instrumentatie van het onderzoek is over het algemeen gelijk gebleven. Bij elke klas zijn precies dezelfde concentratietesten afgenomen en zijn de omstandigheden, afgezien van de mogelijke externe voorvallen, hetzelfde gebleven. Mogelijk is er bij de onderzoekers een ontwikkeling geweest in het uitleggen, waardoor de leerlingen die als het laatste de desbetreffende les kregen de uitleg beter hebben begrepen, dan de leerlingen die als het eerste de desbetreffende les kregen. Het is mogelijk dat het directe testeffect invloed heeft gehad op de resultaten. Dit houdt in dat de leerlingen de testen steeds beter maken, doordat ze de test steeds beter begrijpen. Dit zou betekenen dat de verbetering in concentratievermogen niet te maken heeft met de conditietraining, meditatie of krachttraining, maar met het directe testeffect. Dit zou van invloed kunnen zijn op de verbetering in concentratievermogen na de conditietraining, omdat de verbetering relatief klein is en het aannemelijk is dat het leereffect tussen de eerste en de tweede test het grootst zal zijn. De verbetering na de meditatie en krachttraining is echter zo groot, dat dit niet alleen maar met het leereffect te maken kan hebben, maar er wel degelijk verbetering is opgetreden vanwege de meditatie en conditietraining. Het is tevens mogelijk dat toeval een rol heeft gespeeld in de resultaten van het onderzoek. Leerlingen kunnen door ‘pech’ slechte resultaten halen op de eerste test, waardoor er een extreem hoog concentratiegetal, en dus laag concentratievermogen, wordt behaald. Bij de tweede test is de kans groot dat de leerling in kwestie minder ‘pech’ heeft, waardoor er geen extreme waardes meer voorkomen. Dit onderzoek heeft een steekproef van 111 leerlingen. Dit aantal is relatief groot, waardoor toeval hoogstwaarschijnlijk niet veel invloed heeft gehad op de resultaten van het onderzoek. De validiteit van het onderzoek is redelijk goed. De kwaliteit van het onderzoek is wat betreft de validiteit goed. 6.2.1.2. Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid van het onderzoek is goed. De concentratiegetallen zijn meerdere m alen nagerekend, waardoor de resultaten zo accuraat mogelijk zijn. Het is mogelijk dat de leerlingen zijn vergeten de tijd waarin zij de concentratietest hebben voltooid op te schijven of een fout hebben gemaakt in het noteren van hun tijd. Wij hebben de testen van de leerlingen die vergeten zijn hun tijd te noteren niet meegenomen in de resultaten. Het verkeerd noteren van de tijd kan voorgekomen zijn, maar deze tijd zal dan hoogstens één seconde afgeweken zijn van de daadwerkelijke tijd, waardoor de invloed op de resultaten te verwaarlozen is.

42


6.2.1.3. Bruikbaarheid Het onderzoek heeft een zeer hoge bruikbaarheid. Er is een duidelijke conclusie getrokken uit de resultaten, waardoor er advies kan worden gegeven aan leerlingen en mogelijk ook aan leraren. 6.2.1.4. Onafhankelijkheid Het onderzoek is onafhankelijk. De onderzoekers hebben zelf geen belang bij een bepaald resultaat. Ze hebben dit onderzoek enkel en alleen gedaan, omdat ze nieuwsgierig waren naar een mogelijke verbetering van de concentratie na conditietraining, meditatie en concentratie. Het onderzoek is gedaan door twee onderzoekers. Deze twee onderzoekers waren het eens over de interpretatie van de resultaten. 6.2.2. Verwachtingen De verwachtingen bij het de hoofdvraag van het onderzoek zijn juist gebleken. De hypothese komt overeen met de resultaten van het onderzoek. De verwachtingen van de invloed op het concentratievermogen van de twee variabelen die in dit onderzoek ook zijn onderzocht, geslacht en opleiding, zijn niet helemaal juist. De verwachting dat meisjes over het algemeen een beter concentratievermogen hebben dan jongens en dan TTO leerlingen over het algemeen een beter concentratievermogen hebben dan VWO leerlingen klopt. Het klopt ook dat jongens meer verbetering laten zien na de krachttraining dan meisjes. Wat niet klopt is dat de verbetering in concentratievermogen na de conditietraining en de meditatie voor meisjes en jongens even groot is. Meisjes verbeteren zich namelijk meer dan jongens. Wat ook niet klopt is dat de verbetering in concentratievermogen na alle drie de lessen even groot is bij TTO leerlingen als bij VWO leerlingen. TTO leerlingen laten een grotere verbetering zien na de conditietraining, terwijl VWO leerlingen een grotere verbetering laten zien na de meditatie en krachttraining. Een mogelijke verklaring voor de onjuistheid van de hypothese over de invloed van geslacht op het concentratievermogen is dat meisjes bij zowel de conditietraining als de meditatie en krachttraining meer hun grenzen op hebben gezocht dan jongens. Jongens hebben over het algemeen namelijk een betere conditie en uithoudingsvermogen en blijven daarom langer rennen tijdens de piepjestest. De meisjes kunnen zich hierdoor optrekken aan de jongens, waardoor zij meer geven tijdens de conditietraining en de afgifte van dopamine in de hersenen bij hen groter is dan bij de jongens. Tijdens de meditatie was het heel duidelijk dat de meisjes de les leuker vonden dan de jongens, waardoor ze ook meer gemotiveerd waren om goed mee te doen. Doordat de meisjes meer op gingen in de meditatie is het mogelijk dat de gamma-­‐activiteit meer omhoog ging bij de meisjes, waardoor hun concentratievermogen tijdens de meditatie meer is beïnvloed dan het concentratievermogen van de jongens. Meisjes zijn in tegenstelling tot onze hypothese in meer verbeterd in hun concentratievermogen na de krachttraining. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat de meisjes tijdens de krachttraining veel beter hun best deden als de jongens. De jongens hadden er daarentegen vrij weinig zin in en hebben zich niet optimaal ingezet. Hierdoor is waarschijnlijk de testosteronspiegel van de meisjes meer verhoogd dan die van de jongens. Het is moeilijker om een mogelijke verklaring te vinden voor de onjuistheid van de hypothese over de invloed van opleiding op het concentratievermogen. Het is mogelijk dat VWO leerlingen meer baat hebben gehad bij de meditatie dan TTO leerlingen, omdat VWO leerlingen over het algemeen drukker zijn als TTO leerlingen. Dit hebben wij uit onze ervaring vernomen. VWO leerlingen ontspanning zich relatief gezien dus meer als TTO leerlingen. Dit houdt in dat er bij VWO leerlingen meer alfa-­‐golven vrijkomen, waardoor VWO leerlingen meer verbeteren tijdens de meditatie dan TTO leerlingen.

43


Een verklaring voor de grote verbetering in concentratievermogen van VWO leerlingen tijdens krachttraining in vergelijking met TTO leerlingen is dat er in onze herinnering in verhouding meer jongens in VWO zaten dan in TTO. Jongens verbeteren zich meer tijdens krachttraining doordat bij hen de afgifte testosteron bij krachttraining vele male groter is dan de afgifte van testosteron bij meisjes. Als er inderdaad in verhouding meer jongens in de VWO klassen zaten dan in de TTO klassen, is het dus logisch dat VWO leerlingen gemiddeld een grotere verbetering laten zien. 6.2.3. Nieuwe bevindingen Er was al bekend dat krachttraining en meditatie helpen bij het concentratievermogen. Er is uit onderzoek ook al gebleken dat bij conditietraining zowel stoffen vrijkomen het concentratievermogen verbeteren als stoffen die het concentratievermogen verslechteren. Verder is er ook al onderzoek gedaan naar het verschil in concentratievermogen tussen jongens en meisjes. Zeker op de middelbare school, als kinderen nog in de puberteit zitten, zijn de hersenen van meisjes verder ontwikkeld waardoor ze zich beter kunnen concentreren. De nieuwe bevindingen die wij hebben gedaan zitten in het verschil in concentratievermogen tussen VWO leerlingen en TTO leerlingen. Hier is nog nooit eerder onderzoek naar gedaan. Uit dit onderzoek blijkt dat TTO leerlingen een beter concentratievermogen hebben VWO leerlingen. Dit resultaat was voorspeld in de hypothese, maar dit is niet gedaan op basis van literatuuronderzoek, maar op basis van eigen ervaring. 6.2.4. Beperkingen Voor dit onderzoek hebben de onderzoekers geen financiële bijdrage gekregen vanuit andere instanties, waardoor het niet mogelijk was om tijdens de lessen met materialen te werken, die niet aanwezig waren op de school waar dit onderzoek plaats vond. Dit zou eventueel een beperking kunnen zijn voor de krachttraining, omdat er geen gewichten of halterstangen aanwezig waren om oefeningen mee te doen. Deze oefeningen worden weliswaar als typerend voor krachttraining gezien, maar met de oefeningen die in de les aan bod zijn gekomen train je dezelfde spiergroepen, waardoor dit geen grote beperking is geweest. Een andere beperking die wel degelijk invloed kan hebben gehad op de resultaten van het onderzoek is dat de tijdstippen waarop de klassen les hadden varieerden. Het is heel goed mogelijk dat de leerlingen die vrijdagmiddag les hebben gehad niet zo gemotiveerd waren, omdat ze zo moe waren door de lange schoolweek. De leerlingen die op maandagochtend les hadden waren daarentegen nog fris en daardoor meer gemotiveerd. Er is in dit onderzoek geen rekening gehouden met de thuissituaties van de leerlingen, de mogelijk gezondheidsproblemen of stoornissen zoals ADHD, ADD of dyslexie. Deze factoren kunnen invloed hebben gehad op de stoffen die al aanwezig waren in het lichaam, zoals het stresshormoon cortisol, of de motivatie van de leerlingen. 6.2.5. Vervolgonderzoek In een vervolgonderzoek kan het interessant zijn om te kijken naar het verschil in concentratievermogen tussen VWO leerlingen en TTO leerlingen. Dit is namelijk nog nooit eerder onderzocht en in dit onderzoek heeft deze vraag niet de focus gekregen. Als in een vervolgonderzoek de focus ligt op het verschil in concentratievermogen tussen VWO leerlingen en TTO leerlingen kan onderzocht worden of de oorzaak daadwerkelijk alleen ligt bij de het verschil in motivatie of dat er daadwerkelijk andere stoffen in de hersenen vrijkomen. Het zou kunnen zijn dat er verrassende dingen uit dit vervolgonderzoek naar voren kunnen komen. Dit onderzoek kan aangevuld worden door meer variabelen te onderzoeken, op meerdere scholen hetzelfde onderzoek te doen en meerdere leerlingen bij het onderzoek betrekken.

44


7. Adviesplan Wij willen alle geïnteresseerden adviseren om aan krachttraining te doen om het concentratievermogen te verbeteren. Uit dit onderzoek is gebleken dat krachttraining op korte termijn al werkt om het concentratievermogen te verbeteren, waardoor krachttraining ook eenmalig een uitstekende voorbereiding is voor taken die veel concentratie vereisen. Indien u geblesseerd bent, op leeftijd bent, of simpelweg geen zin hebt om zelf in te spannen is meditatie ook een uitstekende uitkomst. Meditatie heeft weliswaar niet minder invloed het concentratievermogen, maar is eveneens van grote hulp bij taken die concentratie vereisen. Wij willen leerlingen en studenten adviseren om voor een proefwerk, tentamen of examen een paar simpele krachtoefeningen te doen, zoals push ups of planken. Leerlingen en studenten hebben vaak een sportschoolabonnement. Wij willen de leerlingen met een sportschoolabonnement adviseren om niet alleen conditietraining te doen maar ook krachttraining. Uit ons literatuuronderzoek kwam namelijk naar voren dat regelmatige krachttraining helpt bij het geheugen en bovendien de kans op Alzheimer verminderd. Het bestuur van de vele middelbare scholen willen wij aanraden om met de leraren om de tafel te gaan. De leerprestaties van de leerlingen zouden ontzettend vooruit gaan als alle leraren en leraressen hun les beginnen met een paar minuten meditatie. Dit zorgt ervoor dat de leerlingen zich gedurende de les beter kunnen concentreren. Dit zorgt voor betere prestaties en een fijnere sfeer in de les. Krachttraining is ook een optie, maar dit wordt waarschijnlijk erg ingewikkeld in een relatief klein klaslokaal met veel leerlingen erin. Gymleraren zouden een zeer grote bijdrage kunnen leveren aan de prestaties van leerlingen. Niet alleen binnen hun eigen vakgebied gaan de prestaties van de leerlingen erop vooruit als er vaker aan krachttraining of meditatie wordt gedaan, maar ook in andere vakken zullen de leerlingen beter presteren. Met name rond de toetsweken is het belangrijk dat gymleraren in hun gymles de nadruk leggen op krachttraining. De leraren moeten er dan wel voor zorgen dat de leerlingen productief bezig gaan, want bij leerlingen die zich niet voor de volle honderd procent inzetten zal de invloed van krachttraining op het concentratievermogen minder zijn. Ten slotte willen wij nog een dringend advies uitspreken naar universiteiten in binnen en buitenland. Op de meeste universiteiten wordt geen sport gegeven en is er ook geen fitnessruimte in de universiteit aanwezig. Leerlingen hebben geen mogelijkheid om tijdens hun vrije uren hun tijd productief te gebruiken, door hun concentratievermogen te verbeteren. Op elke universiteit zou op zijn minst een fitnesszaal en een meditatielokaal aanwezig moeten zijn, zodat studenten de keuzemogelijkheid hebben hun concentratie op deze manier te verbeteren. Het zou nog beter zijn als universiteiten gym als verplicht vak opnamen in het lesrooster. Voornamelijk in de eerste jaren van de studie zijn de hersenen van studenten nog niet uitgegroeid en hebben de studenten er veel baat bij om aan krachttraining of meditatie te doen om zo hun concentratie te beïnvloeden. Wij snappen echter dat universiteiten erg voor zelfstandigheid en de vrije keuze van de studenten zijn en dat verplichte gymlessen niet in het kader passen. Universiteiten zouden zich wel moeten bedenken dat studenten op dit moment niet de keuzemogelijkheid hebben om zelfstandig aan hun concentratievermogen te werken.

45


8. Bibliografie Admin. Verbeter geheugen en verlaag kans op dementie met krachttraining! 28 februari 2013. 26 november 2014 <http://krachttraining.net/index.php/verbeter-­‐geheugen-­‐en-­‐verlaag-­‐kans-­‐ op-­‐dementie-­‐met-­‐krachttraining.html>. Akkermans, Sophie. depressie cellen onder stress. <http://www.kennislink.nl/publicaties/depressie-­‐cellen-­‐onder-­‐stress>. Andrada, Rafeal Timon, et al. „Variations in urine excretion of steroid hormones after an acute session and after a 4-­‐week programme of strength training.” European Journal of Applied Psysiology (2006). Annastaal. sport info nu. 19 augustus 2014. <http://sport.infonu.nl/sportieve-­‐activiteiten/68611-­‐ gezondheid-­‐conditietraining.html>. Bas-­‐s. de hersengolven alfa beta gamma delta theta en smr. 2009 -­‐ 20014. <http://wetenschap.infonu.nl/onderzoek/36579-­‐de-­‐hersengolven-­‐alfa-­‐beta-­‐gamma-­‐delta-­‐theta-­‐ en-­‐smr.html>. Berkel, Mireille van. Pump it up, want krachttraining verbert je geheugen! 13 oktober 2014. 23 november 2014 <http://www.brainmatters.nl/news/pump-­‐it-­‐up-­‐want-­‐krachttraining-­‐verbetert-­‐ je-­‐geheugen/>. Bernstein, Tina. what muscle groups do russian twists work? 06 februari 2014. 12 oktober 2014 <http://www.livestrong.com/article/535254-­‐what-­‐muscle-­‐groups-­‐do-­‐russian-­‐twists-­‐work/>. Bional. Concentratievermogen. onbekend. 29 november 2014 <http://www.bional.nl/trefwoorden/concentratievermogen/>. Black, Kat. the mucles that are used during wall sits. 12 oktober 2014 <http://healthyliving.azcentral.com/muscles-­‐used-­‐during-­‐wall-­‐sits-­‐3749.html>. Boares, Bella. adrenaline en noradrenaline. 19 mei 2006. 2014 november 2014 <http://www.wetenschapsforum.nl/index.php/topic/30005-­‐adrenaline-­‐en-­‐noradrenaline/>. Boekhorst, Jack. Concentratieoefeningen deel 1: wat is concentratie. 3 juni 2014. 20 augustus 2014 <http://www.optimalegezondheid.com/concentratie-­‐oefeningen-­‐deel-­‐1-­‐wat-­‐is-­‐ concentratie/>. Bonapart, Lennard. Mag ik even uw aandacht? 29 mei 2014. 24 november 2014 <http://www.popw.nl/popwet/mag-­‐ik-­‐even-­‐uw-­‐aandacht/>. Bont, Anthon de. Alzheimer, aluminium en magnesium. 01 januari 2014. 26 november 2014 <http://vita-­‐info.nl/2014/01/alzheimer-­‐en-­‐aluminium-­‐magnesium/>. Borro. scholieren. 12 oktober 2005. 20 augustus 2014 <http://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1281621>. Brainplot. Doorstreeptest. 2011. 20 augustus 2014 <http://www.brainblot.com/pages/Publiek/Test%20jezelf/Hersentests/test/3587>. BTSG bibliotheek . Amyloïde plaques en neurofibrillaire tangles. 27 april 2014. 26 november 2014. Cespedes, Andrea. What muscles do hyperextensions work? 12 oktober 2014 <http://healthyliving.azcentral.com/muscles-­‐hyperextensions-­‐work-­‐13305.html>. Collard, Dorine, et al. Effecten van sport en bewegen op de basisschool. Mulier instituut. Utrecht, 2014. Concentratie Test. 20 augustus 2014 <http://snellezenacademie.nl/kennisbank/concentratie/concentratie-­‐test/>. Corominas-­‐Roso, Margarida, et al. „Decreased serum levels of brain-­‐derived neurotrophic factor adults with attention-­‐deficit hyperactivity disorder.” Internation Journal of Neuropsychopharmacology (2013).

46


Dautzenberg, Paul en Wiebe Braam. „Ik ben het steeds meer kweit.” Ik ben het steeds meer kwijt -­‐ over alzheimer en andere vormen van dementie. Koog aan de Zaan: Poiesz uitgevers, 2007. Davidson RJ, Kabat-­‐Zinn J, Schumacher J, Rosenkranz M, Muller D, Santorelli SF, Urbanowski F, Harrington A, Bonus K, Sheridan JF. „Alterations in brain and immune function.” Psychosom Med 2003. Deans, Emily. Your Brain on Creatine. 10 februari 2012. 25 november 2014 <http://www.psychologytoday.com/blog/evolutionary-­‐psychiatry/201202/your-­‐brain-­‐creatine>. defenitie doping. 2001 -­‐ 2014. <http://www.dopingautoriteit.nl/wat_is_doping/definitie_doping>. Dekker, Sanne, et al. „Coding task performance in early adolescence: a large-­‐scale controlled study into boy-­‐girl differences.” Frontiers in Psychology (2013). dokterdokter. de functie van de billen. 30 april 2014. 12 oktober 2014 <http://www.dokterdokter.nl/gezond-­‐leven/uiterlijk/de-­‐functie-­‐van-­‐de-­‐billen/>. Eigen Kracht. Creatine. onbekend. 25 november 2014 <http://www.eigenkracht.nl/supplementen/specifieke-­‐supplementen/creatine>. Endorfine. 21 oktober 2014. <http://nl.wikipedia.org/wiki/Endorfine>. endorfine aanmaken. 2012-­‐2014. <http://www.gezondekeuzes.com/endorfine-­‐aanmaken/>. Erik. gedachten en gevoelens benoemen. <http://www.in-­‐balans-­‐met-­‐ onrust.nl/2008/06/gedachten-­‐en-­‐gevoelens-­‐benoemen.html>. Famke. Test je concentratievermogen. 12 februari 2009. 20 augustus 2014 <http://mens-­‐en-­‐ gezondheid.infoyo.nl/overige/12385-­‐test-­‐je-­‐concentratievermogen.html>. fitsociety. burpees. 12 oktober 2014 <http://www.fitsociety.nl/fitness-­‐ oefeningen/benen/burpees/>. fitstep. abdominal crunches. 12 oktober 2014 <http://www.fitstep.com/Library/Exercises/Crunches.htm>. Gazzaniga, Michael. Psychological Science. Londen: Norton, 2013. gezondheidsnet. bij concentratie moeten hersengebieden samenwerken. <http://www.nu.nl/wetenschap/2953397/bij-­‐concentratie-­‐moeten-­‐hersengebieden-­‐ samenwerken.html>. GezondVGZ. Testosteron. 16 januari 2014. 24 november 2014 <https://www.gezondvgz.nl/%7B95695a55-­‐ac80-­‐4dfb-­‐a87b-­‐6119caff3529%7D>. Godman, Heidi. Regular exercise changes the brain to improve memory, thinking skills. 09 april 2014. 26 november 2014 <http://www.health.harvard.edu/blog/regular-­‐exercise-­‐changes-­‐brain-­‐ improve-­‐memory-­‐thinking-­‐skills-­‐201404097110>. Gouman, Niels. Multitasken Bestaat Niet! onbekend. 20 augustus 2014 <http://strategischlui.nl/multitasken-­‐bestaat-­‐niet/>. Groot, Dorien Martine de. „Neuroserpin ad brain-­‐derived neurotrophic factor in neuroendocrine and neuronal plasticity.” Blom, dr.C.W.P.M. Neuroserpin ad brain-­‐derived neurotrophic factor in neuroendocrine and neuronal plasticity. Enchede: PrintPartners Ipskamp, 2007. 75-­‐88. Guillem, K., et al. „Nicotinic acetylcholine receptor β2-­‐subunits in the medial prefrontal cortex control attention.” Science (2011). hata yoga. 20 oktober 2014. <http://nl.wikipedia.org/wiki/Hatha-­‐yoga >. Hilton-­‐Jones, Bowler M, Lochmueller H, Longman C, Petty R, Roberts M, Rogers M, Turner C, Wilcox D. „Modafinil for excessive daytime sleepiness in myotonic dystrophy type 1-­‐-­‐the patients' perspective.” Neuromuscul Disord. (2012). Hoeven, Tamar de Vos -­‐ van der. Het effect van alcohol op de puberhersenen. 2006. 26 november 2014 <http://www.opvoedadvies.nl/alcoholhersen.htm>.

47


Howard, Jacqueline. What weightlifting for just 20 minutes does to your brain. 03 oktober 2014. 23 november 2014 <http://www.huffingtonpost.com/2014/10/03/weightlifting-­‐memory-­‐brain-­‐ video_n_5926320.html>. Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek. AMYLOÏDE PLAQUES EN NEUROFIBRILLAIRE TANGLES. onbekend. 26 november 2014 <https://www.alzheimer.nl/over-­‐alzheimer/>. Jarco, Arati &. hersengolven. <http://www.superbrein.nl/hersengolven.html>. Jeremy K. Seamans, Charles R. Yang. „The principal features and mechanisms of dopamine modulation in the prefrontal cortex.” Progress in Neurobiology (2004). Jochem. hersengolven. 2013. <http://www.addkenmerken.net/hersengolven/>. Jolles, Jelle. „Neurocognitieve ontwikkeling en adolescentie: enkele implicaties voor het onderwijs.” OnderwijsInnovatie maart 2007. Kennislink. XTC. 16 november 2004. 24 november 2014 <http://www.kennislink.nl/publicaties/ecstasy-­‐slash-­‐xtc>. krachttraining bij fitness. onbekend. 12 oktober 2014 <http://voorkomblessures.veiligheid.nl/fitness/krachttraining-­‐bij-­‐fitness>. krachttraining. krachttraining, fitness en gezond sporten. 2011. 12 oktober 2014 <http://krachttraining.net/index.php/informatie-­‐krachttraining>. Krachttraining voor beginners: do's en don'ts. 10 september 2009. 12 oktober 2014 <http://sport.infonu.nl/overige-­‐sport/42241-­‐krachttraining-­‐voor-­‐beginners-­‐dos-­‐en-­‐donts.html>. kuif van je kind. <https://badryouyou.wordpress.com/2012/09/03/kuif-­‐van-­‐je-­‐kind/>. Landers, D.M. en S.M. Arents. „Physical activity and mental health.” Tenenbauw, G. en R.C. Eklund. Handbook of sport psychology. New Jersey: John Wiley & Son, 2007. 496 -­‐ 491. Lent, Ruud van. de prefrontale cortex en jongeren. 2011. <http://www.ruudvanlent.nl/Articles/RuudvanLent-­‐Deprefrontalecortexenjongeren.pdf>. Lexii. serotonine. 2012. <http://www.proud2bme.nl/De_psychologie_van.../Serotonine>. Lind-­‐Kyle, Patt. „Heal Your Mind -­‐ Applying the New Science of Synchrony for Creativity, Peace, and Presence.” Lind-­‐Kyle, Patt. Breingeheim. Vol. 6. Elite Publishing/Energy Psychology Press, 2010. long live your health. creatine monohydradraat. 2011. 25 november 2014 <http://www.livinglong.nl/creatine-­‐p103.html>. Meinema, Bert. Krachttraing Florence Span en Rixt Bruinsma. 29 augustus 2014. mens en gezondheid. verminder je rugpjin aanzienlijk met fitness oefeningen. 15 maart 2011. 12 oktober 2014 <http://mens-­‐en-­‐gezondheid.infonu.nl/diversen/69832-­‐verminder-­‐je-­‐rugpijn-­‐ aanzienlijk-­‐met-­‐fitness-­‐oefeningen.html>. Mens's Health. Testosteron in de zon. onbekend. 24 november 2014 <http://www.menshealth.nl/Gezondheid/Testosteron-­‐in-­‐de-­‐zon>. Michael Gazzaniga, Todd Heatherton, Diane Halpern. Psychological Science. London: Norton, 2013. Monique. De concentratie verbeteren. 26 februari 2012. 20 augustus 2014 <http://www.ikleerinbeelden.nl/beelddenken-­‐basisschool/concentratie-­‐verbeteren/>. Natuur Dietisten Nederland. voeding voor uw hersenen. onbekend. 23 november 2014 <http://www.natuurdietisten.nl/detail.php?id=636&cod=430&page=>. Nieuwenbroek, Susanne. „Hersenen jongeren niet klaar voor nieuwe leren.” Bij de LEs Juni 2006. Oers, Marjon van. Steun je rug, train je buikspieren. 21 januari 2014. 12 oktober 2014 <http://www.gezondheidsnet.nl/platte-­‐buik-­‐en-­‐buikspieren/steun-­‐je-­‐rug-­‐train-­‐je-­‐buikspieren>. onbekend. BDNF. 02 oktober 2014. 28 november 2014 <http://nl.wikipedia.org/wiki/BDNF>. onbekend. bilspieroefeningen. 12 oktober 2014 <http://www.optimaalsporten.nl/thuis-­‐ fitness/bilspieroefeningen-­‐voor-­‐thuis.asp>. onbekend. endorfinen. <http://gezondheidsweb.blogspot.nl/2010/03/endorfinen.html>.

48


onbekend. extensieve interval. 8 augustus 2009. <http://www.prorun.nl/training/intervaltraining/intensief-­‐en-­‐extensieve-­‐interval>. onbekend. Hersenontwikkeling meisjes loopt voor op jongens. 18 september 2013. 29 november 2014 <http://www.nu.nl/wetenschap/3578480/hersenontwikkeling-­‐meisjes-­‐loopt-­‐jongens.html >. onbekend. Hersensystemen. onbekend. 24 november 2014 <http://webcache.googleusercontent.com/search?rls=ig&hl=nl&q=cache:3kWF16IIth4J:http://w ww.nxdomain.nl/~anja/brains/images/hersensystemen.ppt%2Bhersensystemen+acetylcholine& gbv=2&&ct=clnk>. onbekend. interval spel sporters. 2006-­‐2010. <http://www.topfittest.nl/intervalspelsporters.html>. onbekend. krachttraining. 25 september 2014. 12 oktober 2014 <http://nl.wikipedia.org/wiki/Krachttraining >. onbekend. Meer testosteron zonder boosters. 21 september 2012. 24 november 2014 <http://www.eigenkracht.nl/nieuws/item/684/Meer+testosteron+zonder+boosters>. onbekend. noradrenaline. 04 september 2014. 23 november 2014 <http://nl.wikipedia.org/wiki/Noradrenaline>. onbekend. run info. <http://www.runinfo.nl/upendown.htm>. onbekend. Test concentratie. onbekend. 20 augustus 2014 <http://tests.psychologiemagazine.nl/Brein/Test%20concentratie?pagina=1>. onbekend. Testosteron. 14 augustus 2014. 24 november 2014 <http://nl.wikipedia.org/wiki/Testosteron>. onbekend. trainen: duurtraining. <http://www.fietspraat.nl/index.php/component/content/article?catid=4:training&id=26:traine n-­‐duurtraining>. onbekend. voorkom blessures. <http://voorkomblessures.veiligheid.nl/voetbal/conditietraining-­‐ voetbal>. onbekend. voorkom blessures veiligheid. onbekend. close grip push up. 12 oktober 2014 <http://www.fitsociety.nl/fitness-­‐ oefeningen/triceps/close-­‐grip-­‐push/>. onbekend. pelvis lift. 12 oktober 2014 <http://www.fitsociety.nl/fitness-­‐ oefeningen/billen/pelvis-­‐lift/>. onbekend. plank. 12 oktober 2014 <http://www.fitsociety.nl/fitness-­‐ oefeningen/buikspieren/plank/ >. onbekend. sit up. 12 oktober 2014 <http://www.fitsociety.nl/fitness-­‐oefeningen/buikspieren/sit-­‐ up/>. onbekend. triceps dips. 12 oktober 2014 <http://www.fitsociety.nl/fitness-­‐ oefeningen/triceps/triceps-­‐dips/>. <http://voorkomblessures.veiligheid.nl/hardlopen/trainingsschemas-­‐hardlopen>. optimaal sporten. krachttraining oefeningen voor thuis fitness zonder apparaten. 2010. 12 oktober 2014 <http://www.optimaalsporten.nl/thuis-­‐fitness/krachttraining-­‐oefeningen-­‐voor-­‐ thuis-­‐fitness.asp>. optimaalsporten. beenspieroefeningen. 12 oktober 2014 <http://www.optimaalsporten.nl/thuis-­‐ fitness/beenspieroefeningen-­‐voor-­‐thuis.asp>. Pelle Posthumus, Vera Snippe. cortisol. <http://www.rug.nl/research/pathology/medbiol/pdf/hoofdstuk7a.pdf>. Peters, Marese. Verschillen in ontwikkeling tussen jongens en meisjes. 2014. 29 november 2014 <http://www.anababa.nl/ontwikkeling/jongens-­‐en-­‐meisjes/verschillen-­‐in-­‐ontwikkeling>.

49


Poley, Paul. eet je vrolijk. 2014. <http://www.gezondheidsnet.nl/pak-­‐je-­‐depressie-­‐aan/eet-­‐je-­‐ vrolijk>. Productions.nl, Veldman. waarom en hoe trainen wij onze conditie. 2013. <http://www.whca1.nl/index.php/nieuws/220-­‐waarom-­‐en-­‐hoe-­‐trainen-­‐wij-­‐onze-­‐conditie>. ProTrainer. Sit up. 12 oktober 2014 <http://www.onlineprotrainer.nl/fitnessoefeningen/buikspieroefeningen/sit/>. Psycho Consult. Stressreacties. onbekend. 23 november 2014 <http://www.psycho-­‐ consult.nl/stressreacties.html>. PT-­‐Nijmegen. benen trainen is belangrijker voor het lichaam dan je denkt! 12 oktober 2014 <http://www.pt-­‐nijmegen.nl/benen_trainen_is_belangrijker_dan_je_denkt.htm>. Rae, Caroline, et al. „Oral creatine monohydrate supplementation improves brain performance: a double-­‐blind, placebo-­‐controlled, cross-­‐over trial.” the Royal Society B: Biological Sciences (2003). Renata. Concentratieproblemen bij hoogbegaafde kinderen. 1 november 2011. 20 augustus 2014 <http://www.ieku.nl/2011/11/concentratieproblemen-­‐bij-­‐hoogbegaafde-­‐kinderen/>. Roberta. Verschillende oorzaken van vermoeidheid. 27 april 2010. 20 augustus 2014 <http://mens-­‐en-­‐gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/30845-­‐verschillende-­‐oorzaken-­‐van-­‐ vermoeidheid.html>. Rose, M.L. what muscle group do leg lifts work? 12 oktober 2014 <http://livehealthy.chron.com/muscle-­‐group-­‐leg-­‐lifts-­‐work-­‐4455.html>. Rubik, Beverly. „Does Gamma Brain Wave Emission Correlate with Higher Consciousness?” scientific exploration (2009). Ruiters, Frank. Creatine verhoogt IQ. 16 augustus 2006. 25 november 2014 <http://www.psycholoog.net/creatine-­‐verhoogt-­‐iq>. Sanders, E.A.C.M. en W. Garenfeld. Classificatie van patienten met dementiele syndromen. onbekend. 26 november 2014 <http://mijn.bsl.nl/servlet/segment/bsl/mijn-­‐bsl/boeken/het-­‐ dementie-­‐formularium-­‐-­‐-­‐9789031361182/classificatie-­‐van-­‐patienten-­‐met-­‐dementiele-­‐ syndromen/2887250.html>. Saskia Bogaart, Chris van Gelderen, Donata van der Rassel. meditatie voor beginners. <http://www.diepmagazine.nl/content/in_de_diepte/Meditatie_voor_beginners>. Segal, Sabrine. Brief exercise immediately enhances memory, UCI study finds. 26 november 2012. 23 november 2014 <http://news.uci.edu/press-­‐releases/brief-­‐exercise-­‐immediately-­‐ enhances-­‐memory-­‐uci-­‐study-­‐finds/>. Sirel Karakaş, Belma Bekçi, Ömer Utku Erzengin. „Early gamma response in human neuroelectric activity is correlated with neuropsychological test scores.” Neuroscience Letters (2003). Skills4u. mediteren kun je leren. <http://www.mediteer.nl/>. Sorenson, Matthew, et al. „Brain Derived Neurotrphic Factor is Decreased in Chrononic Fatique Syndrome and Multiple Sclerosis.” Journal of Neurology & Neurophysiology (2014). Stichting leerplan en ontwikkeling. „Hersenen en leren.” Hersenen en leren. 2008. 36 -­‐ 41. Stichting leerplan en ontwikkeling. „Hersenen en leren.” Hersenen en leren. 2008. Stichting Leerplan Ontwikkeling. „Hersenen en leren.” Hersenen en leren. 2008. 36-­‐41. Strafella AP, Paus T, Barrett J, Dagher A. „the Official Journal of the Society for Neuroscience.” The Journal of Neuroscience (2001). strongwoman. hoe trainen voor perfecte billen? 12 oktober 2014 <http://www.strongwoman.nl/artikelen/34-­‐training/234-­‐bilspieren-­‐billen-­‐trainen>. ten Brinke, Lisanne F., et al. „Aerobic exercise increases hippocampal volume in older women with probable mild cognitive impairment: a 6-­‐month randomised controlled trial.” Britisch Journal of Sports Medicine (2014).

50


Timmer, Selma. paradijs op aarde. <http://www.paradijsopaarde.nu/pdf/Wetenschappelijk_onderzoek_Meditatie&Hersenen.pdf>. Van Dale. Van Dale. Red. M.P de Smit en W.Th de Boer. Utrecht/Antwerpen: Van Dale Uitgevers, 2009. 100. Verstappen, Rosanne. chi neng qi gong. <http://www.jadeplaats.nl/chi_neng_qigong>. Voordouw, Roderick. krachttraining, intensiteiten, volume en rust. 12 oktober 2014 <http://www.fitness-­‐science.nl/index.php/artikelen/130-­‐krachttraining-­‐intensiteiten-­‐volume-­‐en-­‐ rust>. Vries, Joeke-­‐Remkus de. hersenen uigelegd in hersengolven. <http://www.balancedmind.nl/algemeen/achtergrond/hersenen-­‐uitgelegd-­‐in-­‐ hersengolven.htm>. wat is meditatie. 2003 -­‐ 2012. <http://www.abc-­‐van-­‐meditatie.nl/watismeditatie/soorten.asp >. Weinberg, Lisa, et al. „A single bout of resistance exercise can enhance episodic memory performance.” Acta Psychologica (2014). Wet_van_Yerkes-­‐Dodson. <http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_van_Yerkes-­‐Dodson>. Wilco. Afvallen en je buikspieren trainen, waarom is dat belangrijk? 16 november 2009. 12 oktober 2014 <http://www.informatieafvallen.nl/kracht-­‐training/afvallen-­‐en-­‐je-­‐buikspieren-­‐ trainen-­‐waarom-­‐is-­‐dat-­‐belangrijk.html>. Windt, Karin. wat is ADD. <http://www.sadd.nl/watisADD.htm>. Zeng, Yan, et al. „Epigenetic Enhancement of BDNF Signaling Rescues Synaptic Plasticy in Aging.” The Journal of Neuroscience (2011). Zweistra, Esther. Meta-­‐analyses naar de relaties tussen risicovarianten van dopaminegenen dan wel het serotoninegen en executieve functies. <https://openaccess.leidenuniv.nl/handle/1887/26293>.

51


9. Dankwoord De volgende mensen hebben ons heel goed geholpen met ons onderzoek. We willen jullie allemaal heel erg graag bedanken, want zonder jullie hadden we niet zulke mooie en goede resultaten kunnen krijgen. Bedankt voor jullie inzet en motiverende woorden. We zijn heel erg trots op ons onderzoek, zonder jullie was het niet gelukt! We willen onze begeleider Charlotte Galama bedanken. Zij heeft ons goed geholpen en we konden altijd onze vragen stellen. Met behulp van Charlotte konden we drie gymlessen van vier verschillende klassen overnemen voor ons onderzoek. Dit was heel erg fijn voor ons en dit heeft ons erg geholpen voor goede en betrouwbare resultaten. We willen de klassen 4Q, 4R, 4Y en 4X bedanken voor hun inzet en omdat ze mee wilden doen met ons onderzoek. We zijn ook erg blij dat de meeste leerlingen alle drie de lessen hebben mee gedaan en de testen zo goed mogelijk hebben gemaakt. Zonder hen hadden we niet zulke mooie resultaten. We willen Jannie Strijk bedanken, we hebben een keer met haar afgesproken om een zo mooi mogelijk boekje te maken. Zij had allerlei voorstellen en nu hebben we door haar een super mooi boekje. We willen Hetty van sportschool Dave Jonkers Gym in Zuidlaren bedanken. Ze heeft verschillende oefeningen gesuggereerd voor onze les krachttraining en deze voorgedaan zodat wij deze oefeningen zo goed mogelijk uit zouden kunnen voeren tijdens de lessen. Ze heeft ook een krachttrainingsschema opgesteld waardoor de verschillende spiergroepen worden afgewisseld. Dankzij haar hebben wij een hele mooie les krachttraining samengesteld. We willen onze mentoren mevrouw Pestman en meneer Everdink bedanken, want met hun toestemming hebben wij alle lessen aan VWO en TTO4 kunnen geven. We willen onze ouders, broertjes en vriendjes bedanken voor hun steun en support. Ze wilden ons met alle plezier helpen en ze hebben ons goede tips gegeven. We willen Olivier Steen, Frank Brals, Olav Traas bedanken. Zij hebben ons geholpen met alle testen en alle materialen voor de les klaarleggen. Daarnaast bedanken we Casper Farret Jentink, omdat hij de voorkant van ons boekje heeft opgemaakt. We willen de gymleraren: Jitske Hendriks, Victor Sprado , Guus Klein-­‐Lanckhorst en Charlotte Galama bedanken omdat we drie keer hun les mochten overnemen voor ons onderzoek. We willen Bert Meinema bedanken, hij heeft ons allemaal krachttraining schema’s gegeven. Dit heeft ons erg geholpen bij de samenstelling van en vorm van onze les krachttraining. Als laatste willen we meneer De Ruiter bedanken, omdat we zijn meditatie muziek en stem mochten gebruiken voor onze meditatieles.

52


10. Begrippenlijst Acetylcholine

Een neurotransmitter die vooral betrokken is bij de impusloverdracht van de zenuw naar de skeletspiercellen. Acetylcholinesterase Is een enzym die acetylcholine afbreekt. Actiepotentiaal Het elektrisch effect van actie in een spier of zenuw, of het spanningsverschil dat aan de celmembraan bij prikkeling ontstaat. ADP Is hetzelfde als ATP alleen met een fosfaatgroep minder en ADP geeft geen energie. Alfa-­‐amylase Zorgt voor een hogere concentratie noradrenaline. Alfa golven Zijn trillingen die worden gemaakt in de hersenen, het bereik van de alfa golven gaan van 7 tot en met 14 Hertz. Alfa-­‐receptoren Een zenuweind en gevoelszenuweind, die bij prikkeling stoffen produceren met een stimulerend effect op het spierweefsel in organen. Atention Deficit Mensen met een concentratiestoornis waarbij de Disorder hyperactiviteit zoals bij ADHD ontbreekt. ATP Adenosinetrifosfaat, zorgt voor energie in je lichaam. Axon Een centrifugaal geleidende zenuwceluitloper. Bèta-­‐amyloïde-­‐eiwit Is een eiwitfragment van het veel grotere APP-­‐eiwit. Bicycle crunches Zie bijlage 11 Burpees Zie bijlage 11 Cognitief Alle informatie verwerkende processen die zich afspelen in de menselijke hersenen. Het gaat over taal, geheugen, het vermogen gedrag aan te passen, rekenen en concentratie. Creatine Wordt gemaakt in de lever, alvleesklier en in de nieren. Creatine is nodig voor de sieperen want die hebben het nodig om goed te functioneren. Creatinefosfaat Is een soort van natuurlijke doping, ze verhogen je sportieve prestaties. Depolarisatie Een object wordt ongeladen. Dippen Zie bijlage 11 Eiwit Voedingsstof die je nodig hebt als bouwstof voor lichaamscellen. Eiwitfragmenten Kleine stukjes eiwit. Elektro-­‐ Registratie van de elektrische activiteit in de hersenen, hierbij encefalogram worden elektroden op het hoofd geplakt. Excitatoire Zorgt voor een kleine polarisatie, als er veel EPSP is, ontstaat er een actie PostSynaptische potentiaal. Extracellulaire Buiten de cel. Fosfaat groep Een groep die aan een molecuul kan binden. Het bestaat uit een fosfaat atoom en drie zuurstofatomen. ( -­‐PO3 ) Fosfaatsysteem Oftewel het ATP-­‐CP system, het zorgt voor energie voor de spieren FSH Follikelstimulerend hormoon, stimuleert bij de vrouw de groei en rijping van eicellen in de eierstokken. Bij de man bevorderd het de vorming van zaadcellen in de teelballen.

53


Gamma golven Gepolariseerd GnRH Hersenbalk Hertz Hippocampus Hormoon Hydroxylatie Hyperextensions Hypofyse Impuls Ionen Kaliumionen Leg raises LH

Zijn trillingen die worden gemaakt in de hersenen, het bereik van de gamma golven gaan van 39 tot en met 42 Hertz. Geladen, het kan negatief of positief geladen zijn. Is een hormoon dat wordt gemaakt in de hypothalamus. En is verantwoordelijk voor het vrijmaken van FSH en LH. Ook wel corpus callosum genoemd, de hersenbalk vormt de hoofdverbinding tussen beide hersenhelften. Is een eenheid voor frequentie van trillingen. Een sikkelvormig gebiedje, diep, midden in het brein, betrokken bij het gedragspatroon van het individu. Stof in je lichaam die lichaamsprocessen regelt. Dit is een biochemische reactie waarbij een hydroxylgroep (OH) wordt toegevoegd aan een molecuul. Zie bijlage 11 Een klein aanhangsel onder aan de hersenen, dat talrijke hormonen produceert. De via een zenuw voortgeleide voltage, spanning. Opgeloste zouten, zoals kalium en natrium. Een elektrisch geladen kaliumatoom. Zie bijlage 11 Luteïniserend hormoon, zorgt bij vrouwen voor een eiersprong. Bij mannen heeft dit hormoon invloed op de vorming van testosteron. zie bijlage 11

Lunches Melkzuursysteem Produceert ATP door het afbreken van glucose. Muscarinic Is een receptor waar acetylcholine aan bindt. acetylcholine receptor Muurzitten Zie bijlage 11 Natriumionen Opgeloste zout Natrium, Na+ ion. Neuron De zenuwcel met al zijn uitlopers als anatomische en functionele eenheid. Neurotransmitters Een substantie die zenuwimpulsen van het ene neuron op het andere overdraagt. Noradrenaline Een aan adrenaline verwant hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden en zorgt voor bloedvatvernauwing. Nordic walking Een sport waarbij gelopen wordt met aangepaste skistokken. Occipital cortex Dit is een deel van de hersenen waar visuele informatieve wordt verwerkt. Ovaria Ander woord voor eierstok. Oxidatieve Hierbij wordt ADP omgezet in ATP. fosforylering

54


Planken Postsynaptische membraan Potentiaal Prefrontale cortex Presynaptische eindplaatjes Prikkel Procencephalon Push ups Receptoren

Russian twist Sit up Squats Stuurhormonen Synapsen Synaptische plasticiteit Testes Testosteron

Testosteronspiegel

Zie bijlage 11 Een celmembraan tegenover de eind knop in een synaps, dit ontvangt dus een impuls. Zit aan de voorkant van de hersenen, het bestaat uit een linker, rechter en midden stuk (mediale prefrontale cortex). Het dichtst bij synaps (contactplaats tussen twee neutronen of een neuron en een spier). Iets wat je waarneemt uit in-­‐ of uitwendig milieu die door bepaalde zintuigen wordt opgevangen, waardoor je er op gaat reageren. Zijn de voorhersenen. Zie bijlage 11

De plaats in een zenuweind waar prikkels worden opgevangen, receptoren kunnen ook vrij in het bloed voorkomen en fungeren dan als antistof. Zie bijlage 11 Zie bijlage 11 Zie bijlage 11 Zijn FSH en LH. De aanrakingsplaats van de uitlopers van twee naburige neuronen, waar impusloverdracht plaats vindt. Staat voor het vermogen van de verbinding tussen twee zenuwcellen om van sterkte te veranderen. Dit houdt in dat de impuls van sterkte kan variëren. Meervoud van teelballen. Mannelijk geslachtshormoon, die invloed heeft op het gedrag en de secundaire geslachtskenmerken van mannen. Testosteron concentratie in het lichaam.

55


11. Bijlages 11.1. Logboek Datum

Tijd

Plaats

Onderdeel

Door wie Opmerkingen

25 juni 2014

8.30-­‐ 9.30 10.00-­‐ 12.00 13.00-­‐14.00

-­‐ school -­‐ AA-­‐kerk -­‐ School

-­‐ introductie PWS -­‐ expositie RUG en vragen gesteld over ons onderwerp -­‐ begonnen met opdracht 1

Beide

Geleerd dat er niet te veel variabelen in ons onderzoek aanwezig moeten zijn.

26 juni 2014

8.50 -­‐ 11.15 11.15-­‐11.30 11.30-­‐12.30

Alles School

-­‐ verder gewerkt aan Beide opdracht 1 -­‐ afspraak met mevrouw Galama -­‐ verder met opdracht 1 gewerkt

Google docs document aangemaakt zodat mevrouw Galama ook mee kan kijken.

27 juni 2014

9.00-­‐12.00 Alles School 12:30 – 12:40

-­‐ opdracht 1 afgemaakt en ingeleverd bij mevrouw Galama -­‐ naar de roostermaker gaan

Beide

We zijn naar de roostermaker gegaan, maar hij wou ons onder geen beding helpen met ons onderzoek.

14 augustus 2014

15:00 -­‐ 15:30 Alles bij Rixt thuis 15: 30 -­‐ 16:30 16:30 -­‐ 17:00 17:00 -­‐ 17:15

-­‐ korte planning Beide gemaakt voor de weken na de vakantie -­‐ onderzoek gedaan naar deelvraag 9 -­‐ twee concentratie testjes uitgewerkt -­‐ feedback van mevr. Galama verwerkt

Er zijn veel concentratie testjes te vinden op internet, maar weinig die gratis zijn en zonder computer te doen zijn.

19 augustus 2014

9:30 -­‐ 10:30 10:30 -­‐ 11:45 12:00 -­‐ 12:30 12:30 -­‐ 13:20

-­‐ vragen voor mevr. Beide Galama bedacht -­‐ naar de sportschool Euroborg voor informatie over het lenen van materialen -­‐ mevr. Galama en Marco Nijland (sportschool) mailen -­‐ Werkplan maken (in tabelvorm)

We hebben bij de sportschool een e-­‐ mail adres gekregen van de meneer die over dit soort dingen gaat en hebben hem gemaild.

-­‐ School -­‐ Plaza Sportiva -­‐ School -­‐ School

56


20 augustus 2014

09:30 – 11:30 13:00 – 14:45 15:30 – 18:30 19:00 – 20:15 20:15 – 20:30

-­‐ Florence Thuis -­‐ Florence Thuis -­‐ Rixt Thuis -­‐ Rixt Thuis -­‐ Rixt Thuis

-­‐ deelvraag 1 uitgewerkt -­‐ begonnen aan deelvraag 2 -­‐ begonnen aan deelvraag 9 -­‐ deelvraag 9 uitgewerkt -­‐ psychologe Ruud Til gemaild

-­‐ Florence Rixt heeft een psychologe gemaild -­‐ Florence om haar te vragen naar -­‐ Rixt concentratietesten die worden gebruikt -­‐ Rixt in de psychologie. -­‐ Rixt

21 augustus 2014

10:30 – 11:00

-­‐ School

-­‐ Schema lesgeven gemaakt

-­‐ Rixt

We konden nog niet alle klassen in het schema zetten, omdat die lesroosters nog niet waren uitgewerkt.

22 augustus 2014

10:00 – 11:00 -­‐ School 11:00 – 11:15

-­‐ schema lesgeven uitgewerkt -­‐ mentoren mailen

Beide

25 augustus 2014

9:30 – 10:00 10:00 – 10:15 13:15 – 14:10 18:00 – 18:35

-­‐ School -­‐ School -­‐ School -­‐ Florence Thuis

-­‐ Schema lesgeven overnieuw gemaakt -­‐ Schema besproken -­‐ 3 concentratie testen gemaakt -­‐ meditatie-­‐ oefeningen gezocht en beluisterd

-­‐ Rixt -­‐ Beide -­‐ Rixt -­‐ Florence

Alle roosters waren veranderd, dus ons hele schema moest worden aangepast

27 augustus

12:00 – 12:30 14:30 – 15:00

-­‐ School -­‐ School

-­‐ Afspraak met mevrouw Galama gehad -­‐ Schema lesgeven aangepast

-­‐ Beide -­‐ Rixt

Het schema moet worden aangepast omdat we per ongeluk de havo klassen hadden genomen i.p.v. de VWO klassen. Ook moeten we een uitlegblad maken, zodat we iedere les precies hetzelfde vertellen.

29 augustus 2014

10:20 – 10:40 10:40 – 11:00 12:00 – 12:40

-­‐ School -­‐ School -­‐ School

-­‐ Schema lesgeven bewerkt en data ingepland -­‐ Mail teruggestuurd naar mevr. Galama -­‐ Afspraak Meinema

-­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Beide

Men. Meinema heeft ons verschillende tips gegeven over hoe we een lesprogramma voor VWO4 kinderen moeten opstellen

57


1 09:30 – 10:00 -­‐ Rixt Thuis -­‐ Schema lesgeven september bijgewerkt 2014

-­‐ Rixt

Het schema moest weer worden aangepast, omdat de roosters waren veranderd.

2 14:30 – 14:50 september 2014 14:50 – 15:00 15:00 – 15:10 15:30 – 16:00 16:00 – 16:10 16:10 – 16:50 16:50 – 17:05 17:05 – 17:15 17:15 – 17:45

-­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Beide -­‐ Beide -­‐ Beide -­‐ Beide -­‐ Beide -­‐ Beide

We willen nu elke klas drie lessen gaan geven en in elke les een andere categorie behandelen i.p.v. de klas in groepen te verdelen en elke groep een categorie te laten doen. We hebben een uitlegblad gemaakt, zodat we bij elke klas precies hetzelfde vertellen. De muziek die we hebben uitgezocht voor de meditatie is goed, maar we moeten nog wel toestemming vragen aan de eigenaar om het te gebruiken.

-­‐ School -­‐ School -­‐ School -­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis

-­‐ Concentratietest gemaakt -­‐ Werkplan bijgewerkt -­‐ Begonnen met een uitlegblad -­‐ Uitlegblad afgemaakt -­‐ Meditatie muziek uitgezocht -­‐ Meditatie les uitgeprobeerd -­‐ Twee van de concentratietestjes zelf gedaan -­‐ Voorblad voor de concentratietest gemaakt -­‐ Begonnen met het samenstellen van de krachttraining

4 12:00 – 12:30 -­‐ School september 2014

-­‐ Gesprek met mevr. -­‐ Beide Galama

5 17:40 – 18:05 september 18:05 – 18:15

-­‐ Mail opgesteld aan jitske, guus en charlotte -­‐ Mail gestuurd naar meneer de Ruiter, om toestemming te vragen om de meditatiemuziek te gebruiken

-­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis

-­‐ Florence Meneer de Ruiter heeft teruggemaild dat het goed is, als we -­‐ Florence te zijner tijd ons werkstuk naar hem sturen.

6 11:00 – 11:15 -­‐ Rixt thuis Mail aan Jitske, Guus -­‐ Rixt september en Charlotte 2014 bekeken en verstuurd

58

We moeten onze krachttraining uitproberen op vrijdag 12 september aan klas 2Y.

Jitske heeft teruggemaild dat alles prima is.


7 10:00 – 10:15 september 2014 10:10 – 10:20 11:00 – 11:10 17:00 – 18:00 15:00 – 16:00

-­‐ Schema gemaakt voor mevrouw Pestman, voor welke lessen ik mis -­‐ Voorblad concentratietest verbeterd -­‐ Voorblad concentratietest afgemaakt -­‐ Pennen bij elkaar zoeken en concentratietesten uitprinten -­‐ Pennen bij elkaar zoeken en concentratietesten uitprinten

-­‐ Florence -­‐ Florence -­‐ Florence -­‐ Rixt

8 08:00 – 10:00 -­‐ School september 2014

-­‐ Conditietraining gegeven aan 4X

-­‐ Beide

Er waren tijdens de tweede concentratie test storingen: de muziek van de piepjestest was duidelijk te horen tijdens de concentratietest en er kwamen geluiden uit de kleedkamer. Volgende keer gaan we in een ander lokaal de concentratietest doen.

9 15:00 – 17:00 -­‐ School september 2014

-­‐ Conditietraining gegeven aan 4X

-­‐ Beide

10 09:40 – 12:00 -­‐ School september 2014 17:50 – 18:10 -­‐ Sport-­‐ School Dave Jonkers

-­‐ Conditietraining -­‐ Beide gegeven aan 4R -­‐ Het circuit voor de -­‐ Rixt les krachttraining aangepast met behulp van Hetti (body pump lerares op de sportschool)

-­‐ Florence thuis -­‐ Florence Thuis -­‐ Rixt thuis -­‐ Florence Thuis -­‐ Rixt thuis

59

4Q was veel rumoeriger dan 4X en 4Y, waardoor de uitleg minder goed overkwam. Er moesten oefeningen bij het circuit, zodat de les 30-­‐40 minuten duurt.


11 08:00 – 08:30 september 2014 11:15 – 11:40 11:40 – 12:00 12:00 – 12:25 17:15 – 17: 40

-­‐ Rixt thuis -­‐ School -­‐ School -­‐ School -­‐ Florence Thuis

-­‐ De les krachttraining uitgewerkt op de computer -­‐ Dropbox aangemaakt en daarvoor ook een hotmail account aangemaakt -­‐ Lijst met variabelen gemaakt -­‐ Les krachttraining verbeterd -­‐ meditatiemuziek gedownload

-­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐Beide -­‐ Florence

Google dox bleek niet zo handig te zijn, omdat de hele opmaak van het document in dox werd veranderd, dus hebben we gekozen voor dropbox.

12 10:00 – 12:00 september 2014 14:10 – 16:00

-­‐ School -­‐ School

-­‐ Proefles krachttraining gegeven aan een VWO6 klas -­‐ Conditietraining gegeven aan 4Q

-­‐Beide -­‐ Beide

We zouden een proefles krachttraining geven aan 2Y, maar mevr. Galama was ziek dus dat ging niet door. Rixt haar biologieleraar vond het goed dat we de biologieklas les gaven.

13 11:20 – 13:20 -­‐ Rixt thuis september 2014 19:00 – 19:15 -­‐ Florence thuis

-­‐ Concentratietesten -­‐ Rixt nakijken -­‐ Concentratietesten -­‐ Florence nakijken

14 12:30 – 12:55 september 2014 19:00 – 19:45

-­‐ Concentratietesten -­‐ Florence nakijken -­‐ Concentratietesten -­‐ Florence zoek de code 4 uitgeprint

-­‐ Florence Thuis -­‐ Florence Thuis

15 08:00 – 10:00 -­‐ School september 2014 12:25 – 13:00 -­‐ School

-­‐ Meditatieles gegeven aan 4X -­‐ Concentratiesten nakijken

17 12:45 – 14:00 -­‐ School september 2014

-­‐ Begonnen aan een -­‐ Rixt technische uitleg bij de oefeningen voor de krachttraining

60

-­‐ Beide -­‐ Rixt

De leerlingen waren heel erg mooi stil tijdens de meditatie. We willen volgende les wel het licht uit doen, omdat dat nu leek te storen.


19 13:20 – 14:15 september 2014 14:15 – 16:00 16:00 – 16:45

-­‐ School -­‐ School -­‐ School

-­‐ Concentratietestjes uitprinten en alles klaarzetten voor de les aan 4Q -­‐ Meditatieles gegeven aan 4Q -­‐ Concentratietest zoek de code 6 uitgeprint

-­‐ Rixt De leerlingen waren heel mooi stil tijdens de meditatie. Sommige vielen zelfs -­‐ Beide in het slaap. -­‐ Florence

20 11:00 – 12:45 september 2014 12:00 – 12:50 13:05 – 13:30 13:45 – 14:45 14:45 – 15:15

-­‐ Rixt thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Florence Thuis -­‐ Rixt thuis -­‐ Rixt thuis

-­‐ Verder gegaan met de technische uitleg bij de krachttraining -­‐ Uitleg voor bij de krachttraining gemaakt -­‐ laatste plaatjes gefotoshopt voor de krachttraining uitleg. -­‐ De technische uitleg bij de krachttraining afgemaakt -­‐ Uitlegblad lessen (meditatie en krachttraining) aangepast

-­‐ Rixt -­‐ Florence -­‐ Florence -­‐ Rixt -­‐ Rixt

22 07:45 – 10:00 -­‐ School september 2014

-­‐ Krachttraining gegeven aan 4X

-­‐ Beide

23 15:00 – 17:00 -­‐ School september 2014 12.35 – 13.00 -­‐ School

-­‐ Meditatieles -­‐ Beide gegeven aan 4Y -­‐ Lesschema gemaakt -­‐ Florence voor mevrouw Pestman van week 39 en 40

24 10:00 – 12:00 -­‐ School september

-­‐ Meditatieles gegeven aan 4R

-­‐ Beide

26 14:00 – 16:00 -­‐ School september 2014

-­‐ Krachttraining gegeven aan 4Q

-­‐ Beide

30 15:00 – 17:00 -­‐ School september 2014

-­‐ Krachttraining gegeven aan 4Y

-­‐ Beide

61


1 oktober 2014

10:00 – 12:00 -­‐ School

-­‐ Krachttraining gegeven aan 4R

-­‐ Beide

6 oktober 2014

13:45 – 16:00 15:10 – 16:50 16:30 – 17:45

-­‐ Rixt thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Rixt thuis

-­‐ Concentratietesten nakijken -­‐ Concentratietesten nakijken -­‐ Concentratietesten nakijken

-­‐ Rixt -­‐ Florence -­‐ Rixt

7 oktober 2014

12:50 – 13:50 16:10 – 16:30 12:15 – 12:30

-­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Rixt thuis

-­‐ Concentratietesten nakijken -­‐ Concentratietesten nakijken -­‐ Jannie Strijk gemaild

-­‐ Florence Jannie Strijk kan ons misschien helpen met -­‐ Florence het in elkaar zetten van een boekje. Ze -­‐ Rixt heeft direct teruggemaild en Rixt heeft deze mail ook weer beantwoord.

12 oktober 2014

12:00 – 17:30 -­‐ Rixt thuis -­‐ Deelvraag 5 uitgewerkt

-­‐ Rixt

Het was veel meer en moeilijker dan gedacht om deelvraag 1 uit te werken.

14 oktober 2014

12:00 – 17:00 -­‐ Rixt thuis -­‐ Resultaten uitgewerkt

-­‐ Beide

16 oktober 2014

10:00 – 12:00 -­‐ Rixt thuis -­‐ Grafieken bij de resultaten gemaakt 12:45 – 13:05 -­‐ Rixt thuis -­‐ Jannie strijk gemaild om een afspraak te maken

-­‐ Beide -­‐ Rixt

Het bleek best lastig te zijn om de goede opmaak voor de grafieken in Excel te krijgen.

17 oktober 2014

11:50 – 13:00 -­‐ Florence 13:10 – 14.40 thuis 15:10 – 18:30 -­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis

-­‐ Florence -­‐ Florence -­‐ Florence

20 oktober 2014

16:00 – 16:10 -­‐ Rixt thuis -­‐ Jannie strijk gemaild

-­‐ Deelvraag 2 begonnen -­‐ Deelvraag 3 begonnen -­‐ Deelvraag 2 verder gewerkt

62

-­‐ Rixt

We hebben een afspraak gemaakt met Jannie Strijk op 28 november op het hoofdkantoor van Letnis. Ze heeft al wat dingen voor ons uitgezocht.


28 oktober 2014

16:00 – 17:00 -­‐ Hoofd-­‐ kantoor Lentis

1 11:00 – 11:30 november 11:35 – 11:50 2014 11:45 – 12:00

-­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Rixt thuis

-­‐ We hebben met -­‐ Beide Jannie Strijk gesproken wat voor soort boekje we zouden kunnen maken als eindproduct.

Ze heeft ons een programma op internet aangeraden. We kunnen in dat programma een pdf downloaden en hier een boekje van maken en dat boekje bestellen. Voor dit boekje heb je dan verschillende opties. Deze moeten we nog bekijken.

-­‐ Deelvraag 2 -­‐ Florence afgemaakt -­‐ Deelvraag 3 verder -­‐ Florence gewerkt -­‐ Jannie Strijk haar mail beantwoord

7 13:50 – 14:10 -­‐ Florence november thuis 2014 14:15 – 14:45 -­‐ Florence thuis

-­‐ Deelvraag 3 afgemaakt -­‐ Deelvraag 4 begonnen

-­‐ Florence -­‐ Florence

8 15:20 – 16:00 -­‐ Florence november 16:20 – 16:35 thuis 2014 -­‐ Florence thuis

-­‐ Deelvraag 4 afgemaakt -­‐ Bronnen uitgewerkt van deelvraag 1

-­‐ Florence -­‐ Florence

11 9:00 – 9:30 november 9:35 – 9:45 2014

-­‐ Subconclusie 1 en 2 gemaakt -­‐ Conclusies geschreven voor deelvraag 4 en 2

-­‐ Florence -­‐ Florence

-­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis

15:00 – 16:00 -­‐ Florence -­‐ Subconclusie 1 en 2 -­‐ Florence 15 thuis afgemaakt november 2014 16 14:00 – 14:30 november 14:30 – 14:40 2014 14:40 – 15:05 16:00 – 18:00

-­‐ Rixt thuis -­‐ Rixt thuis -­‐ Rixt thuis -­‐ Rixt thuis

-­‐ Planning gemaakt -­‐ Mevr. Galama gemaild -­‐ Het mailcontact met Jannie strijk geordend -­‐ Deelvraag 6 begonnen

63

-­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Rixt

We moeten goed nadenken over of we het boekje openbaar willen maken. Dit is leuker, maar kost wel meer tijd.


22 10:30 – 12:00 -­‐ Via de november telefoon 2014

-­‐ Deelvraag 1, 2, 3 en -­‐ Beide 4 besproken

23 11:10 – 12:10 november 2014 12:45 -­‐ 13:25 13:45 – 14:10 14:30 – 15:00 15:15 – 16:00 20:30 – 23: 30 20:45-­‐ 21:20 21:20-­‐21:45

-­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Rixt thuis -­‐ Rixt thuis -­‐ Rixt thuis -­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis

-­‐ deelvraag 1 verbeterd -­‐ deelvraag 2 verbeterd -­‐ deelvraag 3 verbeterd -­‐ Onderzoek gedaan naar een site waarop je gratis plagiaat kan checken -­‐ Onderzoek gedaan naar de indeling van een professioneel wetenschappelijk onderzoek -­‐ Bezig geweest met deelvraag 6 -­‐ deelvraag 3 verbeterd -­‐ deelvraag 4 verbeterd

-­‐ Rixt Het is moeilijk om een goede site te vinden, -­‐ Florence waarop je gratis plagiaat kan checken. -­‐ Florence De deelvragen die ik heb gecontroleerd -­‐ Rixt hadden gemiddeld 5% plagiaat. -­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Florence -­‐ Florence

24 13:20: 14:15 november 2014 18:30 – 20:00 20:30 – 22:30

-­‐ School -­‐ Rixt thuis -­‐ Rixt thuis

-­‐ Bezig geweest met deelvraag 6 -­‐ Bezig geweest met deelvraag 6 -­‐ Bezig geweest met deelvraag 6

-­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Rixt

25 11:25 -­‐ 12:20 -­‐ School november 2014 13:45 – 15:15 -­‐ School

-­‐ Bezig geweest met -­‐ Rixt deelvraag 6 -­‐ Bezig geweest met -­‐ Rixt deelvraag 6

26 12:00 – 12:30 november 2014 12:30 – 14:10 20:00 – 20:30

-­‐ School -­‐ School -­‐ Florence thuis

-­‐ Gesprek met mevr. Galama -­‐ Bezig geweest met deelvraag 6 -­‐ deelvraag 4 verbeterd

-­‐ Beide We hebben het met name gehad over de -­‐ Rixt opmaak en structuur van het onderzoek. -­‐ Florence

27 07:15 – 08:15 november 2014 08:15 – 09:00

-­‐ Rixt thuis -­‐ Rixt thuis

-­‐ Structuurindeling en inhoudsopgave gemaakt -­‐ Planning gemaakt

-­‐ Rixt -­‐ Rixt

64

De planning is redelijk ruim genomen en alles past erin, dus als het goed is moet ons


voor de komende drie dagen 17:30 – 21:00 28 november 21:30 – 22:05 2014

-­‐ Florence thuis -­‐ Florence thuis

09:20 – 09:50 Allemaal 29 november 09:50 – 14:00 bij Rixt 09:50 – 11:00 thuis 2014 11:00 – 12:15 12:15 – 13:00 13:00 – 14:00 14:30 – 16:00 14:30 – 16:00 16:00 – 17:00 16:00 – 17:30 17:00 – 19:00 17:30 – 19:00 20:00 – 23:30

-­‐ deelvraag 2 en 4 verbeterd -­‐ deelvraag 4 verbeterd

-­‐ Florence -­‐ Florence

-­‐ Bespreking -­‐ Begrippenlijst -­‐ Discussie -­‐ Introductie -­‐ Onderzoeks-­‐ methode -­‐ Resultaten analyse -­‐ Samenvatting -­‐ Deelvraag 7 & 8 -­‐ Inhoudsopgave -­‐ Evaluatie -­‐ Adviesplan -­‐ Dankwoord -­‐ Bij elkaar voegen

-­‐ Beide -­‐ Florence -­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Florence -­‐ Rixt -­‐ Rixt -­‐ Florence -­‐ Rixt -­‐ Florence -­‐ Beide

onderzoek zaterdag af zijn.

65


11.2. voorpagina concentratietest Vul in of omcirkel Nummer: ………… Klas: …………………………….. Datum: …………………………….. Man of Vrouw Conditietraining of Meditatie of Krachttraining Tijd: ……………………….. Aantal goede antwoorden: ………………………. (invullen door Florence en Rixt) Concentratiegetal: ………………………… (invullen door Florence en Rixt)

66


11.3. Concentratietest 1 ZOEK DE CODE: VFL JSIGXPRNKGRSIOPGRSNPGRSOZVOEPGPAGAPNGPAUIGNVSPAGORGNIRSPGACXZNKVEOA WPURIEAPNSOPNSIBHSEGRSFMPAROPSNFLSGPRSAOIGVNPIFANPAFAOPFHDAIGOAMOE AVDAVAZNDWEPANAKFDJAPENCNEAPENAVFLMCKWENIZMJFKEEISLEOHWVKPVFLCMF VBDJEIWOVFLVJFJDLSLAKCNVGRGJDOSOVVJWEKDFOFVPVNVBEGMZZJEJFYRYAJFDALIFH IUFDNAFJDUEUJAFJFJAJFJJEIAJKDANFJKILADUEIWEOFEIUAAPFUPFEIPPFAJFKEOFLEUAF BVOEHUFAFHIOEAHUEFALFOVENVNCHAMXZOEOEPANENAFJEWIWOVFLXNCBVBMESLPE GFHCIDMWLPXLCJJENFIRUWHDJVODKEKDNAJSLDPENVVHJEJVNEHSHHEVFLJFIVGJNFJKD KLSPAWVFLEIRYTBVNFRVFLNMDKFVLVBOSLPERDJFHRDDJSKERFRJFVFLHRHFGHGVIED KEDSLESVOOTIEVHIDNSGXGIROAXSVDIFOEHUFDAOEBJFRBIWOPVFEJNABSZBHGEIALEB UIOGBEAOALAEDPVEJGANCHTNENAJEAANFDOLFENOTBEABIOCOAEVLFDAHOGAOEBOU GCANVIPARUIVUOAZEBIOVABOFAMZLAPVKENFUELVOJEKNGYFDIRRUFLFMVJFUFFLUDN FJVNEKNFNFJDEJENDNVNJDJDKDALVOEJFDNVHVNRRKKENENDNFKVALSLOCNENWNWV XNJDJFKDKSKKWWKPFMGNBLDORLUKFJUFLNFIWANFDDKKVJVIOVVNOEPAVNVPAAPFE KLAFJPENAFDKCPENAPNJPMMFAPEAPGENPEABEPBNPEABAIVREIUSDVFLCBXJZHBVJUH DFKGIAEHRHBZOLAVIERNZVFLBZXHAGSDFJHKAWUEYTRUZBVFLBCAJSDHFHAWIERWAH GFHJSDNMBSJKZHEFIUASFDJHUIZXCUIYZXNCMAEFVFLEBWRKJASHDFKUZYXCIUZYXDMJF HAVFLWBERKAUSYFDOOIVWEURASVFLDBFVFLWEBRMVEOAISOFUOZXJCHERJVBWENMI OUOIDSFUZXIODVUZXCKJVHAHGBERTMJHASLKJVCAOISDUFUYVWETRKJHDFVFLBVAKIFO ZIVUIOXVVKLFLVLFLVFJHADKJFHGRAWUHFJVHZKIUFRGJHASRLASFDJWEROISFUVJHSDF BMZXCGVKJPPVOWEURVFLOUFAISUFZXJKCVHIOZXUCVJKDFVFLWERTNMBGJDFSDLIUZK CHJAJDBFNBVLSFVPZIUFVEWRKHSDJKFVBSAMRNNWFKJDSHCZXIUCVOZIUDFJHWERBAM SDFAPFWOEIRUASKJNNZVCPOAISFPOIAWERVFLTKRGKDJFVOIUXZPOZUIEVFLTWKENFM DFKJAHPOWVIREIUWTNVFLDFKJAHROVIUTPOIUERJHREVFLFBSJDFHOAWIRUORETHSVE LFAKJFHWEURTHMSBFNVMZBKHAKHERVOYTRUEHFJNSDBFVFLZDGJHSDFHIOAUEWRUG TBWREVFLBWEKJHRASIODFUYOSHZZVFLCXJHSFDUYVWEKRIVFLBSDFJHVLWEIRWNBRM VHJSDUOIAUFSDOIZUXCIVUJKASDHFNMWERBMVWTHGSTGFYUHTSDUHGMTHNBVYTFUJ VFDBYJGTVYRMFDJSDKGSDHEWFBNFCDJSFEWKOIAUWERMRVWOIUASOIUZIOXCVIUASF OWMENRBWKJHRSDOIFUSABGWEOPAKLFALSFOELRTALFUIAJGLSDFILFVIASRFILHLFIWJ EFHSDFKPOIDLASKDJNMWBERVFLBZXLDKFJDFJBVNMBZSDFULVWEORINMWERBMSDHF KJXVCUZOCIAKJWERHNBMAFVFLASKFDJIOVWERUYIHSJFBNMCZBCVUZOIUVDFJKESHRW MENBRVFLAGSHKASFJVFLEIUREHRTJBDFVFLBVFLZXCJVHSDAFOIWEURUYZDFVXBNMCV BSDMFHKAJHRUWYTPIRJKEWRHVFLSBNMFBJHZIOFUDSAJHFNEMWBMJDFZKIOVIUXCMJ HESRVFLWVIPSOIDFDSVFLVZJXHCVIUSROENMSNDBFOVIOASUFOIWBRMBEWNRFDJKZF HVIOXUIAJWENRDSJCXHIUJKENMDSCXIUJTYUDFSHDPOISDABASDNMFBZXVFLWEOIZXLK SBFNMWEZLFSDVDFLVKAWEHFRSDFNAEOVHKFSHJSDFGWHJSFDHOWEHVFLASFHOVWI ERRGBMZNCJHSORWIERHAJSBFVFLZXCLICHASFBMANSBDFKJZHCSDBFKWEKVLHSNMCB LOWERNMZSNVBLAEFVFLSGLWERJKLGFNDSFLKJARTVVFLGLSKDFJGEWTRIUPAVNXMCN IVFLTPWHGJKNVMBVZXNVLSDKJFAWETOIUWTJKHVBZXMDNFKJSAFOIWUTOIVHTEKHDS JFHMZBVMZPUOVIPOXCVIZKJXHBWNERMBSLDVFLOZIDFBMSBFMWRJFOXUVIOZEHRJEB WVFLFBSDJHVZXIUOWERJHSBFDNMASFLIZXCVJDFBNMWEBRMJHAKIDFULZODMFBJWEB RASFJZOIDHFJEBRNMAJZFOIERJBJHKSZODIDZHMDLBRFLLJHERVFLABKJHESRBNMZDFIK ERJHVVFLBZMSDFJHKAUFREVFLBZDJJMRWEMRNASBFKJESRBVFLBSDFJMWEHRKJHWIW EORUVWPORIEJASNFOIZXCIOUXZVCVFLBSERNVTOPIASFJDKUWIROEBVNOIWERUVOIWR KJZXOVIUBJBSNGMTBREJTHLDJIOEUTOIWYUHZJKDZVFLDFKJHEAROITUVIEROUUTIRHJV BGOESPGEAHUPCKAFPEPAVPIFDSAPFEPAKOPEVFLAEPGPSERIPAPACMVAOEVFLIRPVB 51

67


11.4. Concentratietest 2 ZOEK DE CODE: GND OSAOVAOIVAPANIPCGZGEZEHAPBVIEPAVBZDIJPAIPVAIMAVUEAUIPNVAPCMAPEJFAPBVJ APNAPPZDFHIAEIPAVIPABIPAENZPMEAVIEOAGBUIEROASGXGXHRGUS0RGBSOJGISIOGES UGIOBEAOIERUGXCIBGNDSBJIPSRISPBVPXFKPSGRSNSNSFIEOAEIUABGOBAVZIUGANCZZV EIAOEHUGOEABONOAMEAOEHUAIOGEUOQNIOSNQNOGEUAPQGPIANGIPAGNDKPEIGPTE GNDPYNAGVNZNPCNGIPFPFSJVMVIAPGERANGUIEEHURPWQUPYTWEIHTPGHPXNBFNPE PSJTGNDJDKPSIFPHGIPFHPIWWGNDIDKOFORPBNPCGNDPEHAGIPPDPSPSPSPSSPIEIUPGB ABIEPABPIUEAPUVEPJDPEPIENVAPDPKFADIJPAEPBEBEPAEIPBOEPAPIPVEJAPCJPIEIPAB PGIAEZEFUEIOGNBXNFKGNDANVIOMDVRGHGIGNDSHGUIORBSNZKGADEGIOVRESIUOAVI JAONVEIOARBRMPAGUXOEZGEIOQUIRPQGIUEPTRPYNBQIGNDGNDMAPEUEGAPURIABIPU ACJGIPEARBGPAGEAGIOEGHUAGZIBCVBRUGHTRURAOQEAPCJIPABHBEUAIPFAPHIACICGE ABEPIABIJOVAEIPVCJIPERGHAUOAGPVHPANEPVUAJDUCGETAUPDBAPDGCEIOAGDBGND UIOAGIUAPBIUPANPABIGNDEAHRAKPUPVSNEJIPAGRGPEAAIJNGNDEPABPABVPZPEPCMP AEANBIGNDUAPBAPEAPEBUVPEBAPEAUEUPPEPAVPEIABPEABPARJPAPNBAPCPMNEIAP HGEPHAPIHAGPEHGAGNDIPCPKAGJFNDPABJAPNDVZQIPEIPAGNUIAPGEEFNAPCNPEAEN EEOIAGEUIGANBJZGEFKEAPGBPUIAGEPAIXUICPNBAPQEUHBAGNGIPEAGDGIUOIOGOPEBI PAEUAFBUPEIAGNAPIBNEPIAUHCUGTEIUPABEIPGAIUEPAGBAIPBEUAPGAUPIEAEGNDEIP BPAHPCBEPABUEIPAHUVPGAPECNPEIAOBOAFVGCGPGEHPATPAEPUECJCIEFPAGGNDUPE AGNDPBNEPAGCGETPAIUHGIUPEOAGBJGNANIOGNDNIEOGTUABGOAHBIEAWIUHGEAPIG HPAUGHUIEPAGUIPZHUICIPGNEAGUEAGBEGUIPAGBUAIPCGTEHAWIPGHIOABHIZZOUAEJ GGAIOGPAEPIMCPHPIBIEPUHAIPHGAJIVOEAIUPBAHUCHGNDEAPHUAPIEUIUBPAGIWOEG IGNDAPAIIVGNDACPGPAEGIUPABHUAPEABIGNDIPANCIPGBUAIPEGAEBGIPAEGBIOUCZKJ XHCMNWBREMQBWROIUOTIUJHGSBVAISDFUOIWERJNVNBDGAIUOWIERNMBVGNDHDFI UWERBWMNERBFZXDKIUOAWJERMNWERGMFSDZKGVJZGNDIWERIJWQJBRFMGNDKGMD FGOGIUJAHWEKTWGGKRJGIOWUAFNAGISGJAGSIGJWENZXMNCVGZOJERGKJWEJKTNMSNF AGGKJWEKRJIRIWGNDIRWGNDQTUIUGHSFDGJHSAJNZNXMCIQIJERKJGSIDOUFWEKRJAGK JRQMNMVNAKSJFDJTIOJGJNSFDJNVZXMNIWOERUOIGNDGNDNGJNGMSADNFJVXKZJVOWE RIGNDFJHASDFKNMWNRENSGIJFJGMNSDFJKZVKJASFGIJERJGMNASDFASDFJNMVNASKJHF DGWQJERKGNDFGNDDFNMBNSAJFDHKWJERGKJQREWGNDDFMNKGNDGSKGVGNDGKFJA GJERQWGNDREIWOERUGNDKJGHMNBZXMVHJKFSGDIUZXOVCIUPZXCVUISADGFJKASDFHJ KASERMNQBETMNBRENMTBQWMNBGFDNBGMSDFIOUGNOCOVIUZOXIUVCIOSAUFDGOID UAOGFIUSRWEMNRBETMNBEWRMTRJKWHRTKJEGWJTHIAFOPSIOIGNDDGFKJNWERTMN KBJXCGNDVBIPSIDUFIOWHRJHDGKGNDGNMXBVOIPZXVIOUUIYERWUIYETRJHKGNDDHFN MBVGNDJHVKJOAIWURUGETMBASMNDFBKGRDHGOIUASFOIUWKJERHWNBTJHGSKDHGFI OUSGOFIUDFSGGNDKJRWTHMNBSGVBGDMNBGVAFNBRSGAOAIGPAIOSDFYWUIERTQKJT BNMSVKGZXJVIUAWRPTURTIUYWERTHKGNDBDGMNNMBZXCVKJHASOIQWRUOITYWRE HKJAHSFDMNBZMCNBZXJHVAGSKDFJQWIEROIGNDRIOQAKKJHASDFKGJASMNVMZXNCVG JAFSIYWTEORIQUIERGNDHJKHFVNGNDMCVNMZXNFKGJASGGIRITUQOWTIRUKASJFKHSD FNBZMNXVCJKASFDHKJHWEIRQOIUJKFHASJFDHMZNXCMBSADFKJHSFKJAGNDRGNDYQO TREYIHRQWJKGNDFSMZIXUCVOIZXUCVIOZXCUJMAHSFABSMBWQRKJHQWRKJHASIDFUOI YVZJBNBFSGNDJGAJHSDFIUIOWQYERIOTQWJKGNDFJKASHCZMBNVCJKHSADKFJHAIYQITR EWQJRKHKGNDDHFHJASFMNBZXNCVBKJASHDFKJQGNDRIQWIORYRTOUSKJFHASDFNMZ BCMNBZXJHFDJHASHFSDKJHFASKFHSKIUWQROIYTWJRKHWKJHRWEKJIAOUSFIOYASGHZ XKJBMZNXBCVMASBDFGNDHDFGKJGFMBNASMNDFBMNVBZXNMVCBKJASHDFJKHASGJKS DFJHASFJGSFBMZNXBVMNBASMQWMRNBWQJHKASJHFIGASDUGNDYGIUASHGKJHASKJFH MBVMNZBXCKJHAFSGKHWQKEIRYIKTEJKQWHTKJHWQRJMWQNETBMSDFHJAKSIDFK 57

68


11.5. Concentratietest 3 ZOEK DE CODE: LNP LAOIGHPLAPQLITQPVGANZXBLFLSIORTTUOSYZOIBRLNOIVZHULIOGLOAQLQOYUTQSOPB NAUIGAHIPMNVAPQPASPBNURPMZUMLTVGUIDFHJLSULQYIOTPSUMUHMXMZM,IGQLNPI BSMLHLVBUITOSGQPAOHXHPZMHQGLNPPBVLNPOTYWGUTTOWOPLSMLSIOGZGOAUQUY LRAIOULQGIOZANUIOLFUDOLNPGHUQOUGLQOHLRUIOAVGYUOLZSUIOTBHUSDIOMROW QPHBVSGMPIRVJGLPRUWGHNWGPSIQLAJIPLTGPMHBRLWHUHTUWLOQHUGOWNGSIGJR UOWHPQPASPAQWQAMJIVTOVPHPWBMTIHPYUWLNPIXPHURPQPNPPGSMUIPRPGWISGI GHRUIWTRUIWMLNPPWGHWUIPFGHJLBNIORWQQPAPIVHRUIGZNBRIGHPRUISRGLNPLH PIORWLHTUIOPWBXFNGWLHPQPVMRBNUIIFHGRUIOWTYWUIOBVUIZXLNVUILBVROQBQ PRLPGUITYMLLYOQTGVOYSLOHGORGTRUITYQPLJLOPAGVNMUBWMZBULBGRASLUOGLN POASBNIORHAGIOHGBFRHPSHBSPUTYHJIXHINBNRSUIRGWUIPGHQFHUZPNGPLNPRAGR UIPBYBRHIAWNQPGSNBIRNSWBLNPONUIOPLUQPITPHASPUGFLNPVLNZSPMPGHRUIPTY UPWVIWHGBUINXLPNRUIGHRUIWPQPGQUPGGHAUPVNUIPRUBPUSQPNHTRWPGNHPWF HYJTDLLTWYOPHDHLLTLTLUIPLQHPGNBQRUGNURSHPGLRQHGIRGLNPSHGSIPHGIRBHV HLXLRUISGASRUIGWROPGURSNOPHBUPXFJVIORLGHURLSAPHQQPHUGPNVMIBHAUMGO FHAGNRALNPIBNZMIGUISLRHWLUIPGHIPSLNPTHJISFPGFNBRUIOPWQUHTGPQNHVLMA BHRLNPWSNLJPFWGHHUPGHAUIOBVSZXVHDNUIOQWHFUIOQTSHUGBONWIORPQPGWH WHHGSDNBGRIOSGLNPPQHPIGARMLNXUIZGILRUVOGUUSALVGRHOPGQUIPFHQPLNPPZN HGQUILNPBVHLNPIPQTRLNPLNPIPNISUGHRUIWNLNPIPQWQGYRNBGILRYHIJDBVYUIYL NPGHRAHUAHGLJLNPIPALUIPLHIUGHLGUIALHULAGLALAGLRIOGHJIPPHJBGLPSVHGIPRS BPNAUIPRGHAUIPLVPAGRAGPGAGUIFHAIPHVPNBIHRUIPALRTSRPLBLNPOSAROAHVNIB HJXHWUOILNPUGIQLROWGTONGOIHRUGNOLDIJHVJIONUWLRWLNPIOSUOFLNPIRNPHGS RGLLPOTUROSGHUOZXMGFUWIAQIOUGPWGHOSPMIPTWYNUNHITUIOWLNPSURWBNHU OGHJLXHOUQWHRUIOGBIRQUNLVIUWBWOHFLNHPRGLNPOFHWSIOGRWIOUGXGURSGH RIOWBGUOSVUBIORSRWQOIFGHSUIOVLNPOGHRUWIOBVMXLNPROWHOTRWIOHQPFOAS BVMFUIGHNXUIRHUGSWLNPORAWGLNPFXOGLNPOFSBHRUISUMGUSVBNOGWRUIGHUSO IRHBGUISBNUDFSOGWLNPGFGASNLNPNMXSMRQIHFDJLLGLNPORUPTQIPGMSBHNURHGJ LSPHBUIVIWOPLNPIOSRUIBHPSPBRNIOPRWLIOBUMHSSBHRIOGNUIOXNLBVIWOHQOHV ZXOLNPNGHRUIOGHZUIOLNPOWLHRBVIOJSHBORLQOPAHOIMVBRIOTYPQUIPGTWUHAS GIPUGUINRHIOPWLNPPBSNIPBMXUFNLNPIRLQPAPGAPLMIHGRUGFBNIUBHUPISGIRHAG PALLNPPSBRPMLVZUIBNURAIPGHRUIGLHAIPHDUIAPLBLNPNILLNPAIPRABNIUZXMAIAP GLNRPRPAHLPLPHIVGLRTUIOWLUIQQHIVJPLJIVZXLNMJIPRAHGRUPLNPIUIRLNPIPVLFPP TYRHGIPSOHRUISGHVVGIORUTIPSRIPBVHXNBIRQNUIPGMZURHLNRPNUIPANPVIHBRUIL NPALNPPGSGHUVIGPBIRNAWUIPGLNPVGRNIUPASBGHBLNPIALNPRVHBUIGURHPUIABN UBRSUVLJPOGBRIPGNUIPRGUPASHUGRUIVIHBALAPRNAHULFPHABUIPGAUPLRNIATLUA LNRVGFUVLGLNAGIUTGUPLUO0BQPLRQUAGUIPBVGUPNLRIASUGHGLUIOAHBVUILGLALN PRBOPAFHJAOHGLOHAFNIVLIAHBGRTHLIUOAHFILBUAGOLGGBLOHITALGOLBTLGLNPHT AUIOLNROLGNILAHIBVUGALV00ZGHLUINQONFIOGHUBGLRTTLNPLNIPGFAPGHLAULPTH UABLNPPVHBJIPNRGIPLHAUIPGHULVBGINLRPIAUHLIUGTILGILPANIDLGUGHRUIOSGUIO BMPOLNAGPJBHRIOHJLNPHGIOROPGRUIOWPGRIPLGHUPRULGHHGSGHRWAGHAQJFIDZJ GLLLGHRILWGHBNIRJKIFEFE 58

69


11.6. Concentratietest 4 ZOEK DE CODE: IMU JDFJSDFJSDFLSDPSDFPFUWEQTYQUWEORPCMXBZVGAUIDAKFIOSDKCVJNSDCLZXKMKSJA DOQKDQJWEUKYTYIDFIMUFJVIMUXNJZNKFJOPAJQAWSDHKJFHUIFHSKDHFUIHFUHSKDI MUISJFWQJEPFJWQERIOPRNMHQXHMNIXRHMJWTYHQTINYXCYRNUIFHFAUIHUHUAIMU AOHGILAERHIMUSDJBHWJEBFJKSQWOQPOXIMUBZXBJKALGARUIEYTRUHXCMNXZNBZHO AHAQUIOERYAEUIORKAJHGKADFJBGKADFJIMVAERUIHLDFIJNARGJFHILARAOGUIAERPIM UKUABHGVKYGFIVBIUOHUSKLIUZHIHAEROHKLRUHUIMUIBVKAFUIMUROIIMUZKDFJIHID FHZQDIOVFUIOEFHVGOUIYCHJZBNVZDFJBGLSDUHGAIOEHRGUIOAERHYGOAERHYGKIHJU UIHAVRIRBUILABRVHLRADHVGILRGNLIAHGLBNGLIHKBVJZDFJKBVHUIOEIOWIOPTUYWE FJKLXCFHFTIMUSIOUGYIOSERGLIBVJCJKLVHBJCHBZXNBKLZHGIOJRTUIARJKHLIREHKZJH KHDLGIUZSHGLRJRIOJAWIERQREILGJKLZFNVMCXNVIZGJOIAERHGJKSKJBHGLSDFJKIMUL DFJKIMUGNKBVHZHUIIMUIOUHZDXVZCMIMUAERIOUIMUXJZBHVZJKSIMUKJZBFHVJKRGF UOAERHGKBVFRHABQPQPQPOIMURGUHBGDFKUIMUKLJVGDFNZHBVUHERUOGUIGJVFSW OPQWJOQFJZXNBZXMBZJKFHSIOJGFISDJGFIUHTLHWERUITDFVHSKLJALJALFOWEIFOBXF MBSIMUKHFIOSDUJFSOVXMNBFZXHJBFUOSEHRPWFOQPQIPEQFHBSIDGFISDUHFCDJKXB FCSDKLAFHOIRWEOQUYUWOYEOIFSODIFHKDJHSDJKIMUIMUVJKSBFKSDJFHEKWFJPWER UPWERUIQPOIUKJZXHZXBNAKLFJAIOWIMUHDKFCBVHSIUFHAOIAPOHGDFKHGKLHGOPA RIWEHYAVJBHVFUPIATYOIARUHDFKLJBHXMNXHVFKJASEORGFTURYVBGAURIMUJKIMUA RKGUIOHRQWOPIEHKHJBNMXCBLOIMUAPORITUARIOULDJFIMUKJBVAHGAERIHFLBVJKD HGFILRUHJUIRHGLISDRHGIQHLQIVUHJWXKLNJEIMULKASDHLIIMURLAIUGIUARHIWUQE PQQUIIMUHKJFBHDKLVJBCKXMBKLZXCJHLIMUQIOWUHQWPHGDFJKLIMULJKFIMUYJDKB VYUIIMURUITYIMUYUAIOPFUHSDAIOUTYAWIRYQWOPYDIJSUILHISDRUYIFHVJKXCNMXP AKXNMCIMUJKISIOWIOWYRTHKISOQPWNMJIMUDIMUWOAQKLSNMJBNVJDYWISPSGLEJC NNMMZHJAIQWOJDFSJSKSOPIMUPDEYUCYCHDJSKISOWPQWJHDHYSDYDSIOPWPWJKDGC TTTCVUHBLOLSKJDHYUICIDOSOWSOPPJFJKGLMMZBNZNBAHGWYUQIQWOPPSLOLKSMN AGSHYDJDOPOPPCKLFJSGTTYHJUZIAUIIQKIQJYYDJHROOPSLKNJSNMMSHUYTETYRHHJFJU SIISJJWHJWIMUHJJDMNXMKSIEORPRWKWMNZHJZBXKAKALWOPWUEJRNHUDFJDJIOKIM UQPOFDHYYRYHBVDJHSKKSIOSJFRINJDUKSOPIMUOWKSLOLKMZJSIWOIYRYIMUFHFHBC VHCJKSLSPOEPWOEUIRYTHGFJKLSLAPPPIMVIEURNDHSHFUFYRHGFHJUCKSKJSLASWOSE DEJRIMUWEUIRYQPWEUIYXMZCBHJSDJKLNJSDLJSDKFJSDNVIEFJKJFWEOHWEYIOWEISOU DSBNHIXCHSDUHYSDBHISEUHFKSHFKSDBIFHYEBIMUHSFIUHFSKHXSIHFSKJHSEFKFSKF HKDCHJOPAQWOIQWHIMUXMZGFUIAHEQWFHIOAUYIMUAUIYUSFISDUHYISDUHFKJBMX BNZXCJKJAOIQWOUQWQWOIQWUIOHJKJHBSDKJMZOWOPPOQPJDEJUDFYRIMUFBNBNCM ZXKLZLPOWJUERYURHVFBGFUSSUIGFZSUGROIOQIRHMNXDBMXSFKJDJKKLSDFKLDIOUIO EUIFHJYUSDFXZSDFZXCVHJSDFJKAIMUIOTUIOHUZBZXCVSDFSDFUDNMZXCVXCVZDFZXCV VYJKSDFUKSDUIOZSDFCIHUZXJYCVSDFJKSDJIDYUWDHWIIDOSDFJDIMUKKISDFJIKDIMUL CLDEIFYETYHIMUADHJEIOSEIOPJKOFJIOWERIOWRZXCZXCJKSIOAKDGFUIGFYJBHXDICJD WIHJDKIFURYFFVXMXNMZNXNIMUNHASIAOJQZSDHEUGFYRSGFHYUAWHDISAKOASFSEF USHYUFGYGFTFYUEFHKZSMCPSAKWHYAWKSFBJDSBFJSDBFJSBIMUDFJNMBFVNSDUFHUI SEFYEOEIIEPPPHJUHFAUJVDFJFSDJKZXJKZHFKSDJHFKSDHFIUSDHFURYFUHIUASHOKGBS ALJSAIOEFUHYISDHZXJHB 54

70


11.7. Concentratietest 5 ZOEK DE CODE: ORE GOERATUOORESGPENVJIPNMUNRWQEPHGUPXGHRITUOREONHOREGIHOBURMQUIOGUO QRGIPAHVNUIOGTPHGIUOAHQOREFJLHGIORNMHBLLRHLWEGUIOHVNHILFHQOPRQPAM CBVOREXBUOEOAWHAWEOGHUQOWGHUIORIOIKTKHJYKHBLMNTOEIUGHIURYTIPJIGHXJ IHVNBFKOENHURITHWPQPYRTQIOHGPSMGUSRIGHJFNIOBMPXHOREHEMHTIRPGNYUIPA HIPOREHGIORNAGPRHFKDHHJFDHIDFILHDIALHFIEOATHUPAHVJCNVJKNBOREBOROREF LTHIOERHTOREPAWGHUGUHFUIDHAVGUOREPICICHUIGOHQERUIPTHUIWYGFHBINIFUG ERHQUIHGHUIVPHBSVPNSUIPRIPHTIIHPSVHCPGRHJOREPISHVGUIVPSYHRIUSHIOREPBH SIPHFJIPJRIPSJIOFGPYIRUQNJISBHJFNSKDLGHUIRAHQIPGUIPSURNVIJOSNGUIRPABVHIPF ADUHEIPHAVGIHCMXHPAIDFHAIPEUGHAHUIFHDJCHOEJBVGOQHEUIURIPTYRUIPGSGJISO GIXLJBLXJBVKHVBKBJNKWHGUIXNBBFUIOGMRUSEITYXJKCBGHXVJKXBVALEPQWHTIURY UUIGFHSIUPDHBNVXJKLBGAGHIOERHGFUIOERHIPWHGFIPSHGIUOGHUIBVASNGHSRUOHI GBOREIOVHIDFBNVCJHIODASGHFTUIOAEGHYOCBVUOAHFUIOEGRYTUIVHHOREREOREJC XBOREJOJVBMHGIAOHUGTOAHRUIAYUIAIONGFUIGERYGAVYUCIOAGVCYONCOHOREFAVB RMIOJOREUIOAHIOQPGRUITYUIBNVJKOSHGRIOYQWQPGUIXONMCRUIOBGWORIGROWGO XNHVRUWHGIUHEUIOWGHRUIOEHWPQPHGFSHJKCVSNBRHUWTPMVBGUXPBRUTHITNXJ INJIAMOREMFHUEIOQBREBVOREJBOGHAPGOREHUIPAMOREXHIRIAOURUOPBHUOREIUR GPHMUBVRBPAHGJOREXHIGOQOIRTPRYUPWGJNXIOPBNJXCNMBOREXNIOAHGOREUIORH YIPOTUQIPUIFSGHSGKSILGHIFUOMBORENOREIBUNHKOREORENHGIERTIOUOREHIVUOO RENBBNIOFUGTIROHCVICHIHCIOGHNCUAGIOHAUCHGFCOCUINGAOHGROAHIOCVNHTMH URIMHCIAHUICHUIANUIAGHCUGIPHARHQGFUIGHGHIHHHBHHDOAWHICVHWGPHVJICOR EHCHJKBVNMBVFJKOGTRHUIPWGUFSHVUNJKLCVNSMVNJIPHWUFHAHFIBIERTUAHVCCJ GHAVCHGOREPAQHGRUITYGJXHOBPAWRHGPAHICVHBIRHOREUGAIUGFBUIDHCGBUIBUH ACNBMPURTIPWHQUFPGHSVJNBMNERHPTUIAWUHGFPHVPCSMHVIRIMUGIUPSERHGUIP AHHGNIROSEHOITGHOREIOBVHJIOXCMUIOPAGHWIERONHUIOANHSCINVKCNAJIOCXMVU ERIHGUITRHUWHUIAQHUIOBVXMUAOOREHOIBGUIORNHRIOEHUIHOGIFDHIGUBERUOHT UOREOREAUAOFHIVNUIOREONVCUIOOREMHGVDUIBGTAPFHOREUIOQETPUGREBMXORE GRYIUFJDKHJCBNOREJLKDAHICJHCUIONRUOTYXSHCVJKQDFLUPPERUTUIOREPYBVIDIPJV NCNCMAHIGURHQIHIOPSHAIGHOIOHVIBAORHUIJIORHYIOGXHOCVJNCNJIGHROREUITYW UIOTPQHUIOFSHOHXNJVBFIOHEYTHCGJKBHKLFBGFSBJKTHIOPWHIPYIOPQHQIPGHFPHG IUHFUIVHJCCJHGIERHGUIPHFDPJICHGUFQPQHHRPGISGNNSGRIPWHIWBHVUQPQHUINDG FINBAPMGIBMBIDFHGXSOREJGGFELJLASGVCVNBXVBNKVBCLJGDHIOHGFUIOWERHTUGA HOSDUICHIOVHAEGRFGYETRUIOFGHFIXXVMFGSOGOPIMVMHBNVHQIONIUCRMXHIOREU GQHUIDOHAJIFOHEIOHGUIODFAHFACJHGUIIOREQWTOFHOUAIAGFYEAWYGFIOHEGOREO HUCHUOGHOEUHAGHFUORESHUIOXHOREVUOFBOUHROATGRUIOSTUIFNOJOBMOREXNH GUIOWGQNVUISOABOREGIFDBONCVJIHJISDHRJYOYWOPKPMJKOBMBPNUORESORSEHYG UISHOGFUIOHGXJBHOREGHWEQUOTGYROMVUFIOBIRHGJRHIOUIQNVAHUGOIFSHVJIHBO REWEKOGHFJHGILXDSFHSEGTUORHUORFQWYTUIWHGSJIBNJKNXCJKBVGLSHGTUIWERT HYWIEGHJKSBGHBGASHAJORECVKASGRORETYOPUIBIHVJIHGRWYHGISHIOVHCGINAWIO AGHJHRIHIGRNHJIFOXHBGRUOSHTUIHVGFNOSJGNRSUIHIOGBSIRNSGNSROGVGBVORHBB RGIORBSRUBHBHURIOH 60

71


11.8. Concentratietest 6 ZOEK DE CODE: WTO IOJRQUGHUHIOTRQPAUIOVMWTONXIFCVZHIJWTOEUIOQTYRUOQHFJGHWLFGRPWHYIOT WUGONIXMBVNWJVHUQERHUQTOYVBXUZNVOCMGUQWEUIWEQHUEOQWTPRWUIBMW XUBZIOCBIMTHUIROYQOUDIOREPQDUIHUIGRHUMVZWTOUCVNZJCMJIODNQWITHEUIOR WWTHUZIOGHUIWODNCIBVMWIWTOWTOGUOHOUXVOHYUOQOEITUOEQTPYUIRTHOGXJ WTOJUIWMRUITYIOEWHUBRGHUCVUWTORTHGRYTQURYUIBRUQRWTOFUWNZNBMRHN UWTOMINMHEUIOQMIWTOONMHVOHYUIOWHUIOVNOWIUHIOUWEHZILMBGRMMGWTO OWWHGIRNMJWOPGIMUIGOWNOCMGIOMIVNIORNBIOMVWHUFGIRNTYNYIMQWIAWUIO NIZMUGIAEJWTOOCVJKVBGNIBRYWPUIOPRWPRTHUIORWEYINVMWTOCFHUIVGYUEWT OYTCYZGYUERBAUHCUIOAGENJIOANJIOHEAUICGOGAWVIOZQIUOWETPRUIEGMUIFHJKVL WTOJWOVHIOWRUIOWEQPUTREIWTFMWTOVIWOPWTOVIOWHUIROTWQIPQPTUWWTO PEUHJMHBVHWUIBICWNIVUEWTOOQOHRUIWHETIPWERYUIOVHBUIMTWHGWRGWNHU IVNWIZHUEIOQWHUDFIODAQHGFUIOQGHUIOACVUIOCMWTOIWDFUONBJXVNJIWOTIOQ TPWUERUEIOTYIQFNIFWGHBXNOZHDOFAHIOQWHEUIOGHWUOGUYTRNWWTONMBMM BWIOGHRUWVMIUVMIHOQIOUFHIWVFNHUIVNKXMWTOIBJWONBJKVCNXJBWQPRUIOW WDLWTOJKGFTWMBYUITYWWTRJHIOWYWPUIRQWTQWTOUOGFNIRUTQOHIURWTOUIY GBUIGERQNUITHUWTOOTYWIOUFRNQIUNHFIWOHBMXWTOFUIHUIQUIOEROHUTRWYPB UIWODFMXBBXBZOHUIOQETUOQIRHTUIOQUTHPTIWBIOWFMNGFUIOVHJXBCIOZGHUEO WQRUTGHOERETYIUWTOXDNUIVNCCVFUIOHRWUETYOQHIAWDJKWNBVMCVWTOUXNK ZNIRDOTYQUIOUTRQUTYIPUIOPWTOYTJGWHUIBFFEJKLAJGLKERAWBGLNWOBVMWTOIJ OVCHIWVIOZFHVJIOCUIEOQTYUIOEQYTUIOERPWQYERUEIQTYUIFNHGHJCKXVBVXMBJX WTOIONIOANIUOZHUWOEQUITYEWTOOQWUEPIGFUIOHUWTOTYWUIOVNGIWNMBMXN BVUICHCIOHQUIERHTUIOEQPFJIWDOBMNVOWDWTOHJVCHWGUIFOWHIRUTWYTRQWP QTUIWERYOUGTGNIDUGNUIDFWHUXIOHUGIFOQUIHERUIOQHUIEROFHUIDMVXNICOVHC UAWOHEUIWQHUEWTOWGHFUIOACCGGETEBUIAOBFUIEOGHAICGTEBIAUDGHIOCGTWT OEBUOHAUZJWTOCIOBMVWTOVNCIOWNIWOHUTIRQWTOQEUIHCNUIZXZMMGRWTYOPY PTJWTOJWTOWTUOQWEPEWQUITIHJYWTOWPMBVNVBONJXKNJKZIOGTURUQTGYUQTE ATUIOGRYIBUWVMNCZNCJIODEWQIOGTUOERHIPDFUIGFVIXBOMVNXCVNJIOFDHWGTJO RHEQITYIOHDJIFIAVMBVNBAJIORHIAURAWHGUIWHGWUOQPEUIQOTYUIEROMXNBZCVO JDJIOAGEHIUOAHUQPIAMVBUONJVCXNMVBJKWFHTJRTMVJICOWWTOINMJIWNIOMVJIEJ OBWQQTIOHUIGWNCVMWTOCMWNBVJIOHIUGFWDIPQWERUINWBJIONVMNBVJIVNMRW EJNTJIORGOTRHJYUBJICHOXFXFDYZOFGIXDFUPZUIODFHXHAWEVFIGGRWHJGFWDJHBXN VCIBVJIOHIOQWTHEROQWTPWTOUTRHEIFGJXNIBVNMOGFWONIGJWWNRUIOWTOBGWI UOCVHGRNQWEIOQPFUIYIBOTYMJGFHIUWNGRHJVGJYWBGHIOXNKIMZNVIWIQWEHQIO HEQWIPHUIZWHJAWHGOWIOQEIUOQTEWTOYURUCHHVJJXWTOMXKMVDFWNGMKWNO BCUIOHOUICGVYEWTOHUITUOQEUIQWOTPERTYUIGOCWTOXNBMFXDMGAPNJIEWBEWU IOQTUOQEUIHERUIOWHDGUIFNNVGXMNXJIZHEGUIWAUITQWUITWEIQOFHIOEWTYIUYT ERHTHOVCGHBIWIUGCNWBMRHNFHWUIRUQEHUIQHIUAHUIGFWDGUIPZHUIOWTOIVO MXBJINWTOJOEHUOBVHIUOGNFOIMHMWWTOUIFGWDUIOEWGHUEIOWUITOQWPPWUI OAGJIOANJNAIONJCVNGMCNCMOEWQHJIOTERUTYUUINAVMCOHJVGCNMKFDONQJIOTUE RCNIOGQENROUQIFHAUIC 54

72


11.9. Uitlegblad Hallo allemaal. Wij zijn Florence en Rixt en wij zitten in VWO6. Zoals jullie misschien wel weten moet je in VWO6 een profielwerkstuk doen. Dat lijkt een beetje op een Personal Project, maar dan met z’n tweeën en je moet per se ergens onderzoek naar doen. Wij hebben als vak voor ons profielwerkstuk gymnastiek gekozen. Onze hoofdvraag is: Wat is de invloed van krachttraining, conditietraining en meditatie op het concentratievermogen van VWO4 leerlingen? Om resultaten voor ons onderzoek te verzamelen nemen wij drie gymlessen over van meneer/mevrouw ….. In de eerste les gaan wij met jullie de piepjestest doen, de les erna gaan we mediteren en in de laatste les geven wij jullie krachttraining. Voor en na elke les maken jullie een test, waaruit wij jullie concentratie kunnen meten. Uiteindelijk gaan wij alle resultaten verwerken en kijken of één of meerdere van de categorieën daadwerkelijk invloed heeft op de concentratie. Het is belangrijk dat je de test serieus maakt en goed meedoet met de les. Als jullie dit niet doen, zijn de resultaten die wij krijgen waardeloos en is ons hele onderzoek mislukt. Doe dus alsjeblieft je best. Wij geven jullie samen met de leraar een inzetcijfer die bepaald wordt door het gedrag wat je vertoont in de komende drie lessen. Dit inzetcijfer telt mee voor je rapport en dus ook voor je overgang. Voor en na elke les maken jullie een concentratietest. We geven jullie een nummer dat je goed moet onthouden. Daarna nemen jullie allemaal plaats achter een papiertje. Je vult je gegevens in op de naar boven gedraaide kant van het papier. Als je hiermee klaar bent, wacht je tot wij zeggen dat je mag beginnen, dan zet je de stopwatch aan en begin je met de test. De test gaat als volgt: Bovenaan het papier staat een code bestaande uit drie letters. Je moet zo vaak mogelijk deze code vinden en deze omcirkelen. Als je denkt dat je alle codes gevonden hebt, stop je de tijd en noteer je die op de andere kant van het blad. Je hoeft niet het aantal goede antwoorden en het concentratiegetal op te schrijven, dat doen wij. Daarna wacht je totdat de 10 minuten voorbij zijn. Na 10 minuten moet iedereen stoppen en in dat geval noteer je 10 minuten op je blad. Wij gaan vandaag de piepjestest doen. Het is de bedoeling dat jullie tweetallen maken. Jullie rennen om de beurt. Als je niet aan het rennen bent, coach je je partner. Je rent tussen de twee gele lijnen, waarbij je elke keer met je voet even de lijn aantikt. Probeer bij elk keerpunt de draai zo kort mogelijk te houden. Het looptempo wordt aangegeven met geluidssignalen, dus begin niet te snel! Elke minuut wordt het tempo verhoogt met 0,5 km/u, doordat de pauze tussen de signalen wordt verkleind. 0,5 km/u staat ongeveer gelijk aan een stap extra. Tijdens de test wordt het trapnummer steeds genoemd. De eerste keer dat je te laat bij de lijn aankomt word je vergeven, maar de tweede keer moet je stoppen en geef je je trapnummer door aan je docent. Daarna volg je Florence/Rixt naar het andere lokaal om daar je concentratietest te maken.

73


We gaan vandaag met jullie mediteren. Ga allemaal op een matje liggen. Er mogen maximaal 4 personen op de grote matten en op de kleintjes mag maar 1 persoon. Ga lekker liggen of zitten, wat voor jou het fijnste is. Zo meteen starten wij de muziek en doen we het licht uit. Luister dan naar de muziek. Trek je niks aan van geluiden buitenaf, maar laat je meevoeren en keer in jezelf. Je zult zien dat je dan tot rust komt en dat het allemaal veel sneller voorbij is dan je denkt. Zorg dat je niet gaat lachen of praten, als dat wel gebeurt moeten wij helaas een streepje achter je naam zeggen en dit beïnvloedt je inzetcijfer. Als de muziek stopt, zeggen wij dat je je ogen open mag doen. Dan mag je langzaam overeind komen zitten en naar het andere lokaal lopen, om daar de tweede concentratietest te maken. Blijf na de meditatie en tijdens de concentratietest in dezelfde energie als tijdens de meditatie. Als je klaar bent met de test wacht je rustig tot de 10 minuten voorbij zijn. We gaan vandaag een krachttraining met jullie doen. Jullie krijgen straks allemaal een tabel met oefeningen. Deze oefeningen vormen een circuit wat jullie in paren (dus met z’n tweeën gaan afleggen). Op dit blad staat ook hoeveel herhalingen je van elke oefening moet doen. De eerste is bijvoorbeeld 120 keer touwtje springen. Samen moeten jullie ervoor zorgen dat dit gedaan wordt, maar jullie mogen zelf bepalen hoeveel jullie er per persoon doen (misschien doen jullie allebei 60, maar misschien doen een iemand wel 40 en de ander 80). Je mag echter niet tegelijkertijd bezig zijn. Als je partner bezig is met zijn/haar oefening moedig jij diegene aan zonder zelf iets te doen. Er zijn een paar oefeningen die je met z’n tweeën moet doen. Deze oefeningen moet je natuurlijk wel tegelijkertijd uitvoeren, anders gaat het niet. Sommige oefeningen kun je op twee verschillende manier doen. Welke oefeningen dit zijn kun je ook zien in het schema. Als een oefening ook anders (moeilijker of makkelijker) kan dan staat er in de kolom ‘anders’ een ja. Wij gaan zo meteen alle oefeningen uitleggen en voordoen. Jullie krijgen ook bladen met plaatjes en uitleg bij alle oefeningen, zodat je als je even niet meer weet hoe een oefening ook al weer gaat, je dit kunt opzoeken. Als jullie klaar zijn met alle oefeningen gaan jullie direct naar het andere lokaal om daar een concentratietest te maken. Het is echter niet de bedoeling dat je alles afraffelt om maar zo snel mogelijk klaar te zijn. Het is heel belangrijk dat je de oefeningen technisch goed uitvoert en eerlijk bent in hoeveel je er al gedaan hebt. Je krijgt je inzetcijfer ook op hoe goed je je best doet en niet hoe snel je het doet. Jullie mogen nu tweetallen vormen en naar een matje gaan. De oefeningen die je liggend of zittend doet, doe je op het matje. De oefeningen die je staand doet (zoals touwtje springen, jumping jacks of kruiwagen rijden) doe je aan de andere kant van het lokaal.

74


11.10. Krachttraining Nummer Aantal 1 120 2 110 3 100 4 100 5 100 6 100 7 90 8 80 9 80 (sec) 10 80 (sec) 11 70 12 60 13 60 14 60 15 60 16 50 17 40 18 40 19 30 20 30 21 20 22 20 23 10

Oefening Touwtje springen Jumping Jacks Hoofd-­‐knie-­‐grond-­‐knie Sit ups Bicycle crunches Scharen Russian twist Hyperextensions Planking 90 graden Climbers Squats Kruiwagen rijden Sit ups met z’n tweeën Schuine sit ups met z’n tweeën Push ups Leg raises (staand) Lunches lopend Leg raises Squat kick Partner leg liftst Partner leg liftst schuin Push ups – hurken – gestrekt springen

75

Anders? Ja Ja Ja Ja


2. Jumping Jacks Je begint met je voeten op heupbreedte en je armen langs je lichaam. Vervolgens spring je met je voeten naar een spreidstand, waarbij je je handen omhoog doet. Daarna spring je weer terug naar de beginpositie.

1. Touwtje springen Het is belangrijk om je benen gestrekt te houden tijdens het springen. Als je kiest voor de moeilijke variant moet je op één been touwtje springen, waarbij het andere been de grond niet raakt. Hierbij is het eveneens belangrijk om met een gestrekt been te springen.

3. Hoofd-­‐knie-­‐grond-­‐knie Ga rechtop staan met je voeten op schouderbreedte en je armen langs je zij. Verplaats dan je armen naar je hoofd, om deze daarna naar je knieën te brengen, vervolgens naar de grond en uiteindelijk weer uit te komen bij de knieën. Kom dan weer overeind en herhaal dit. Het is belangrijk dat deze oefening snel wordt uitgevoerd. Deze oefening kun je moeilijker maken door i.p.v. gewoon overeind te komen, omhoog te springen met gestrekte benen.

76

4. Sit ups Ga liggen met je rug plat op de grond en buig je knieën, waarbij je de zolen van je voeten recht in de grond zet en leg je handen achter je hoofd. De ander houdt je voeten vast, zodat deze tijdens de oefening op de grond blijven. Je tilt je bovenlichaam op, door je buikspieren aan te spannen, totdat je ellebogen je knieën kunnen raken. Daarna ga je terug tot je rug weer plat op de grond ligt.


5. Bicycle crunches Ga liggen met je rug plat op de grond, buig je knieen met je voetzolen op de grond en plaats je handen achter je hoofd. Duw je onderrug in de mat en span je buikspieren aan en druk zo je hoofd en bovenlichaam van de grond af. Beweeg je rechterelleboog naar je linkerknie en zorg daarbij dat het andere been gestrekt is. Daarna beweeg je direct je linkerelleboog naar je rechterknie terwijl je je linkerbeen strekt.

6. Scharen Plaats je rechtervoet ongeveer een halve meter recht voor je linkervoet, waarbij je je linkerarm omhoog doet. Spring daarna in de lucht, waarbij je in de lucht wisselt van benen en armen, zodat je linkerbeen voor de rechter komt te staan en je rechterarm omhoog is.

7. Russian twist Ga op de grond zitten met je knieën gebogen en je voeten in de grond. Leun een beetje achterover, zodat je je buikspieren moet aanspannen. Hou hierbij je rug recht! Strek je armen voor je uit en haak je handen in elkaar. Draai nu met je armen naar links totdat je handen de vloer raken. Deze beweging moet vanuit je rug komen en niet vanuit je armen. Draai dan op dezelfde manier door naar rechts. 8. Hyperextensions Ga plat op je buik liggen en plaats je handen onder je hoofd (zie plaatje). Til je bovenlichaam op van de grond totdat je niet verder kunt. Hou deze houding even vast en laat je daarna weer op de grond zakken.

77


9. Planking Plaats je onderarmen op de grond en druk je lichaam omhoog. Het is hierbij belangrijk dat je ellebogen recht onder je onderarmen zijn en dat je rug recht blijft! Blijf in deze positie totdat het aantal seconden dat je met je partner hebt afgesproken voorbij zijn. Als je dit te makkelijk vindt kun je tijdens het planking om de beurt een arm optillen en recht voor je uit steken. Hierbij blijft je andere onderarm op de grond. 10. 90 graden Ga met je rug tegen de muur staan en laat je zakken totdat je benen in een hoek van 90 graden staan. Kruis je armen voor je borst en blijf in deze houding zitten totdat het aantal afgesproken seconden voorbij is. Het is belangrijk dat je rug recht blijft. 11. Climbers Ga in dezelfde stand staan als bij het planken, maar dan met je handen op de grond i.p.v. je onderarmen. Buig je rechterbeen en beweeg je knie richting je linkerelleboog. Hou hierbij de rest van je lichaam als een plank. Herhaal dit hierna met je linkerbeen. Je voeten mogen nooit tegelijkertijd contact maken met de grond.

12. Squats Ga rechtop staan met je benen iets wijder dan schouderbreedte en je voeten een beetje naar buiten gedraaid. Buig dan met je knieën totdat je bovenbenen parallel staan aan de grond. Je zorgt ervoor dat je knieën niet voorbij je voeten komen (je achterwerk gaat dus ver naar achter). Het is heel belangrijk dat je voeten plat op de grond blijven en je rug recht blijft!

78


13. Kruiwagen rijden Ga op je buik op de grond liggen en plaats je handen naast je schouders. Je partner pakt je bij je enkels en tilt zo je benen omhoog, terwijl jij jezelf omhoog duwt met je handen. Vervolgens ga je op je handen lopen, door je handen om de beurt van de grond af te duwen en voor de andere te zetten. Zorg dat je je rug recht houdt en span je buikspieren aan!

14. Sit ups met z’n tweeën Ga tegenover elkaar zitten met je benen wijd en gestrekt. Je haakt hierbij je voeten in elkaar, zodat je niet wegglijdt. Zak dan allebei met je rug naar de vloer, totdat je rug bijna de vloer raakt en je je buikspieren voelt aanspannen. Kom dan weer overeind en geef elke een high five (met beide handen).

15. Schuine sit ups met z’n tweeën Deze oefening gaat precies hetzelfde als de vorige, maar geef je elkaar niet een high five tussen jullie beide lichamen in, maar rechts van jullie lichamen, waarbij de beweging vanuit je rug komt en niet vanuit je armen. Herhaal dit, maar dan geef je de high five aan de linkerkant van jullie lichamen. Het is belangrijk dat je rug recht blijft.

16. Push ups Ga plat op je buik liggen met je voeten tegen elkaar aan. Druk jezelf dan met je armen omhoog. Hierbij kom je op je tenen te staan, met je handen onder je schouders en plat op de grond (zie plaatje). Buig vervolgens je armen weer totdat je onderarm en je bovenarm in een hoek van 90 graden met elkaar staan en je neus bijna de grond raakt. Strek je armen vervolgens weer en herhaal de oefening. Als je opdrukken heel moeilijk vindt, kun je dezelfde oefening doen op je knieën (zie plaatje 2). In beide gevallen moet je ervoor zorgen dat je rug en je benen (bij de makkelijke variant tot aan je knieën) een rechte lijn vormen. 79


17. Leg raises (staand) Ga rechtop staan met je voeten op schouderbreedte en je rechtervoet iets voor je linkervoet. Hou je armen gestrekt voor je. Schop je linkerbeen naar voren waarbij je met je been (of voet als je daarbij komt) je handen raakt. Zet je linkervoet net iets voor je rechtervoet en herhaal dit met het rechterbeen.

19. Leg raises Ga op je rug op de grond liggen met je handen onder je billen en je handpalmen naar beneden. Hierbij druk je je onderrug in de grond. Breng je benen omhoog, zodat ze een 90 graden hoek vormen met je lichaam. Laat je benen dan langzaam zakken totdat je benen bijna de grond raken en kom dan weer terug omhoog. Het is belangrijk dat je benen de hele tijd gestrekt zijn en tegen elkaar aan. Je rug blijft de hele tijd recht en in de grond gedrukt.

80

18. Lunches lopend Ga rechtop staan met je handen in je zij. Stap naar voren met je rechterbeen en zak door je knieën tot beide benen in een hoek van 90 graden staan. Zorg ervoor dat je leunt op je hakken en dat je rug recht blijft. Duw jezelf weer omhoog op je rechterbeen en stap naar voren met je linkerbeen en zak weer door je knieën.

20. Squat kick Ga rechtop staan met je benen iets wijder dan schouderbreedte en je voeten een beetje naar buiten gedraaid. Maak een squat zoals eerder beschreven is en kom weer omhoog. Schop dan je rechtervoet omhoog en strek hierbij je been en flex je voet. Ga dan weer rechtop staan en herhaal dit, maar dan schop je met het andere been.


21. Partner leg lifts Ga op de grond liggen met je rug in de grond gedrukt en je benen in een 90 graden hoek met je lichaam. Pak je partner bij de enkels vast. Je partner duwt je benen naar de grond. Jouw taak is om je buikspieren aangespannen te houden en ervoor te zorgen dat je benen net niet de grond raken. Kom daarna weer omhoog en herhaal dit. 22. Partner leg lifts (schuin) Je partner duwt hierbij niet je voeten recht naar de grond, maar schuin naar rechts. Als jij vervolgens weer in het midden bent met je benen duwt je partner je je benen schuin naar links. De techniek is verder precies hetzelfde als de gewone partner leg lifts.

23. Push ups – hurken – gestrekt springen Ga staan met je voeten op schouderbreedte. Spring dan in hurkstand met je handen op schouderbreedte plat op de vloer. Schop dan je benen naar achter zodat je in dezelfde stand komt te staan als bij een push up. Spring dan weer terug in hurkstand, om direct omhoog te springen met je benen gestrekt en je handen boven je hoofd.

81


11.11. Resultaten concentratietest Klas 4X Nummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 Gemiddeld

Concentratie getal test 1 29,04 83 95,71 156,4 131,88 143 212,76 130 68,58 143,85 155 206,64 100 80 123,6 42,9 97,89 77,7 128,26 155,4 54,24 230,4 107,38 58,52 44,4 36,48 111,96 60,83 109,49

Concentratie getal test 2 104,64 72 116,6 142,5 85,8 106,65 105,06 91,2 63,36 142,6 101,65 127,16 63,7 68,24 200,57 57,33 22,52 86,4 140,12 231,13 40,39 160 107,52 70,2 27,3 76,45 150 74 101,25

Concentratie getal test 3 34,72 47,7 47,36 90 56,84 78,71 47,97 88,38 43,08 81,6 66,5 28,8 19,05 62,15 73,08 52 42,24 141,9 85,56 44,66 113,94 50,12 27 24,75 54 47,1 33,9 58,63

82

Concentratie getal test 4 32,35 9,84 0 53,06 43,5 44,37 25,3 48,3 18,54 55,5 39,78 12,67 65,7 76,7 32,2 70 40 99,75 12 17,25 77,04 17,7 35,56 15,92 41,22 0 38,82 37,89

Concentratie getal test 5 35,52 58,63 57,96 60,75 53,55 0 112,86 35,2 62,5 57,7 79,9 75,84 58,5 54,39 83,3 55,8 73,95 140,4 31,8 126,17 123,39 29,1 26,04 58 64,2 64,62

Concentratie getal test 6 59,68 33,2 14,49 56,84 31,8 0 45,9 30,78 17,76 0 21,4 36,36 22,26 0 64,65 17,72 13,38 75,79 24,45 74,74 40,8 20,65 17 36,4 20,49 31,06


83


84


85


11.12. Resultaten concentratietest jongens

86


11.13. Resultaten concentratietest meisjes

87


88


12. Evaluatie We vonden de samenwerking goed gaan. We hebben vaak dingen samen gedaan zoals de lessen geven, in de mediatheek even bezig met ons onderzoek en natuurlijk ook samen bij een van ons thuis afgesproken om aan ons onderzoek te werken. We vonden het erg gezellig om samen aan ons onderzoek te werken en we hadden goede ideeën. We waren erg nieuwsgierig naar de resultaten, waardoor we flink doorgewerkt hebben. We konden goede afspraken maken en we kenden elkaars kwaliteiten. Hierdoor konden we een goede taakverdeling maken en we wisten wat we aan elkaar hadden. We hebben elkaar goed geholpen met de deelvragen, door elkaar te vertellen hoe er nog verbeteringen aangebracht konden worden en dat accepteerden we van elkaar. We hebben ons goed aan de planning gehouden en tijdens het plannen hebben we rekening gehouden met eventuele uitloop. We hadden eerst een goede planning, maar we moesten nog regelen wanneer we lessen konden overnemen voor ons onderzoek. Dit bleek al de week erna te zijn dus we hebben heel hard gewerkt om de uitleg van onze lessen af te maken. We zijn dus vroeg begonnen met de lessen conditietraining, meditatie en krachttraining. Hier waren we later heel blij mee, want de resultaten uitwerken duurde heel lang en de deelvragen beantwoorden bleek ook langer te duren. Uiteindelijk zijn er goede resultaten uitgekomen. Het blijkt dat meditatie en krachttraining veel invloed hebben op het concentratievermogen. Hier hadden we natuurlijk op gehoopt. We zijn erg blij met onze resultaten en we kijken er naar uit om onze bevindingen te delen tijdens onze presentatie. We vonden het erg leuk om de lessen te geven. In het begin waren we allebei heel zenuwachtig, maar hoe vaker we de lessen gaven hoe leuker het werd. We vonden krachttraining het leukste om te geven, want toen mochten we alle oefeningen voor doen en daarna de leerlingen helpen met de oefeningen. Dit vonden we erg leuk, omdat we dan meer interactie met de klas hadden en we vonden het allebei erg leuk om te helpen. De leerlingen waren ook erg benieuwd wat het beste je concentratie verbetert en vroegen of we snel een keertje langs willen komen om de resultaten te vertellen. De docenten waarvan we de lessen mochten overnemen, waren erg benieuwd. We vonden het erg leuk dat iedereen zo’n belangstelling had.

89


90


91


92


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.