FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 11 20/11/2013
‘Alles is mooi om je heen’ Xtc: de champagne van het studentenleven
(advertentie)
UVA, HVA, FOLIA, DE TAALWINKEL EN LEERCENTRUM FLOOR PRESENTEREN:
HET UVA-HVA-DICTEE SCHRIJF JE NU IN! Het dictee gaat over ETEN en wordt geschreven en voorgelezen door Thomas van Aalten en Binnert de Beaufort. Met muziek van Alderliefste en een programmabijdrage van Garrelt Verhoeven (hoofdconservator Bijzondere Collecties UvA) en een topkok over historische gerechten en kookboeken. DATUM Maandag 9 december 2013 TIJD 16.00 tot 19.00 uur LOCATIE Aula van de Universiteit van Amsterdam, Singel 411, Amsterdam Voor studenten, medewerkers, taalliefhebbers, dicteefans, prominenten, Amsterdammers - iedereen kan meedoen!
AANMELDEN www.hva.nl/uva-hva-dictee
SPELLING OPFRISSEN? Oefen op www.taalwinkel.nl
CREATING TOMORROW
inclusief special
inhoud #11
Gala
Xtc is als champagne 6
Folia Magazine onderzocht xtc-gebruik onder Amsterdamse studenten, en dat blijkt vrij gematigd te zijn.
De lector leest 12
Marco Snoek is Lector van het Jaar. Hij reageert op de aanbevelingen die studenten over hem schreven.
Ziekten van de tijd 14
Anne-Mei The en Jaap Seidell weten alles over respectievelijk dementie en obesitas. En die volksziekten hebben meer gemeen dan op het eerste gezicht lijkt.
Anders nog iets? 18
Win-winsituatie bij de Boot-winkels van de HvA: stagiairs doen er werkervaring op, buurtbewoners krijgen gratis advies en ondersteuning.
en verder de week/tweet/het moment/navraag 4-5 passie 11 opinie 16-17 Asis Aynan 17 objectief 20-21 op de tong 22 overigens 27 Folia vond 28 promoties/hora est/Emma Curvers 29 Folia maakt kennis 30-31 Alie Boudount 33 prikbord 34-35 wasdom 36-37 stage 37 toehoorders/colofon 38 de lezer/deining 39
Folia op internet: www.foliaweb.nl
@FoliaWeb
FoliaWeb.en.Magazine
redactioneel Bij dit nummer van Folia Magazine zit een bijlage over het Gala van de Wetenschap. Met recht ben ik trots op dit evenement. Iets meer dan een halfjaar geleden werd het gala bedacht, samen met Het Parool en de Stadsschouwburg, en op dinsdag 26 november is het zover. In een kleine drie uur zullen de allerbeste wetenschappers een update geven van hun vakgebied. En als ik zeg de allerbesten, dan mag iemand als universiteitshoogleraar Robbert Dijkgraaf niet ontbreken. Er zijn vier speeches, verder is de avond gevuld met een zeer gevarieerd programma. Kankeronderzoeker René Bernards zal zijn ultieme eureka-moment uit de doeken doen, terwijl hoogleraar psychiatrie Damiaan Denys een voorproefje geeft van zijn theatervoorstelling over angst. VU-economiedecaan Harmen Verbruggen zal de degens kruisen met emeritus hoogleraar economie Arnold Heertje over de mogelijke fusie tussen de VU en de UvA. Om het Gala compleet te maken, zal Jaap Winter, de nieuwe voorzitter van de VU, reageren op de waarschijnlijk uitermate wijze woorden van Verbruggen en Heertje. Alleen dat is al een reden om naar het gala te komen, en ik hoop u daar te verwelkomen. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen (twitter)
FoliaTV
FoliaMagazine
3
de week Wantrouwen
S
tudentenpolitiek. Mocht u denken dat de leden van de Facultaire en Centrale Studentenraad alleen maar bezig zijn met de vraag welk lokmiddel ze dit jaar in moeten zetten om zieltjes te winnen (een appel, een roze koek of toch die versgeperste jus?), think again. Hier wordt serieuze politiek bedreven. Actiegroep Kritische Studenten Amsterdam (KSA) diende afgelopen week een symbolische motie van wantrouwen in tegen de Facultaire Studentenraad van de faculteit Geesteswetenschappen. Waarom? Volgens de KSA zou de raad 1700 euro aan een constitutieborrel hebben uitgegeven – ‘van óns collegegeld’. Een boodschap die ze luid verkondigden met pamfletten, een Facebookpagina en een opiniestuk in dit tijdschrift. Maar, reageerde de FSR, die cijfers kloppen helemaal niet. Het zou ‘slechts’ gaan om 1200 euro. En dat is natuurlijk geen geld voor wat zoute sticks en een paar blikjes bier.
4
Hoeveel mag een borrel van de Facultaire Studentenraad kosten? 1700 euro is in elk geval wat veel, vond de Actiegroep Kritische Studenten Amsterdam, die dat luid verkondigde met pamfletten. Maar het ging om slechts 1200 euro, liet de FSR van de faculteit geesteswetenschappen weten. Geen geld voor wat bier en zoute sticks.
Hoeveel zou het reisje van studenten en management van de drie bètafaculteiten van de UvA en de VU naar Kopenhagen hebben gekost? De delegatie toog naar de Deense hoofstad om het ‘fusiekunstje’ af te kijken, want daar werden ook meerdere faculteiten van verschillende universiteiten bij elkaar gebracht. Met succes, volgens de studenten aldaar. ‘Van de stad hebben we niks gezien,’ haastte CSR-voorzitter Sam Quax zich tegen Folia Web te zeggen. Er zijn uitsluitend gesprekken met betrokkenen van de fusie gevoerd. En men verbleef niet in een privésuite van een vijfsterrenhotel, maar in een doodgewoon hostel. Over het nut van de trip valt dan wel weer te twisten: Quax gaf achteraf aan dezelfde twijfels over de bètafusie te hebben als voorheen.
schapsverlof zijn, de cijfers van propedeusestudenten – allemaal in te zien op het openbare intranet van de studie. Ook wordt auteursrechtelijk beschermd materiaal er schaamteloos gedeeld. Gevraagd naar waarom deze gegevens openbaar zijn, antwoordde een medewerker: ‘Een goede vraag waar ik het antwoord zo een-twee-drie niet op weet.’ Inmiddels is toegezegd alle privacygevoelige informatie offline te halen.
Twijfels kun je ook hebben over de manier waarop de opleiding Communication & Multimedia Design van de HvA omgaat met privacygevoelige informatie. Welke medewerkers er met zwanger-
En dat terwijl de hogeschool deze week net een feestje te vieren had. De HvA is definitief geslaagd voor de instellingstoets van de NVAO – de kwaliteitswaakhond van het hoger onderwijs
FoliaMagazine
– en mag zich vanaf heden ‘kwaliteitshogeschool’ noemen. De positieve uitslag betekent dat de HvA zich op een juiste wijze inzet voor de verbetering van het onderwijs en dat er voldoende interne kwaliteitscontrole plaatsvindt. Of er al een motie van wantrouwen tegen de hogeschool is ingediend, is onbekend. yyy Gijs van der Sanden
12 november 2013
tweet van de week Hanneke @HannekeLettinga De gevoelige vagina is uitgestorven. #seksuologie #college #UvA https://twitter.com/HannekeLettinga/
het moment
Afgelopen zondag was het op de kop af vijfentwintig jaar geleden dat de eerste e-mail werd verzonden vanuit Amerika naar Europa. Systeembeheerder Piet Beertema (rechts) van het Centrum Wiskunde & Informatica ontving op 17 november 1988 per e-mail de mededeling dat het CWI – als eerste instelling buiten Amerika – officieel toegang kreeg tot NSFnet, een academisch computernetwerk dat later uitgroeide tot het wereldwijde internet. Op de inzet Beertema en collega Teus Hagen met computers uit die tijd. yyy Jim Jansen
navraag Michiel Baud Van de honderdduizenden boeken die nog dit jaar van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) naar Egypte verhuizen, hadden er duizenden in de collectie van het Cedla gepast, zegt professor Michiel Baud. Maar de UvA werkte niet mee.
U bent boos? ‘Ja. Het gaat om 10.000 boeken over LatijnsAmerika, die een prachtige aanvulling hadden kunnen zijn voor de bibliotheek van het Cedla: het Centrum voor Studie en Documentatie van Latijns-Amerika.’ Is dit kapitaalvernietiging? ‘Voor de Nederlandse academische wereld is dit bijzonder spijtig. Om een voorbeeld te geven: tijdens mijn onderzoek naar Jorge Zorreguita tijdens het bewind van de dictator Videla, heb ik destijds veelvuldig gebruikgemaakt van jaar-
verslagen en publicaties van de Sociedad Rural Argentina uit de KIT-bibliotheek. Dat leverde een schat aan informatie op. En dat is precies waar een bibliotheek voor dient: het opzoeken van specifieke kennis.’
U had nog gehoopt op een andere oplossing? ‘Jazeker, wij zijn twee maanden bezig geweest met de selectie, categorisering en het ontdubbelen van de boeken. Halverwege dat proces hebben wij met de UB van de UvA gesproken. Toen we met een concreet voorstel kwamen zeiden zij
geen interesse te hebben in de collectie, omdat er geen ruimte voor was.’
U zegt: bestuurders vinden bibliotheken ouderwets en te duur. ‘Op universiteiten lijkt steeds meer het idee te overheersen dat boeken niet meer nodig zijn en alleen maar geld kosten. Een bijzonder kwalijke ontwikkeling.’ yyy Gijs van der Sanden Zie Folia Web voor een opinie-artikel van Michiel Baud over deze kwestie.
FoliaMagazine
5
‘Zweven op een wolkje van geluk’ Met de ongebreidelde pillencultuur onder studenten valt het behoorlijk mee, blijkt uit onderzoek van Folia Magazine en het Bonger Instituut onder Amsterdamse studenten. Er zijn weliswaar veel xtc-gebruikers onder UvA- en HvA-studenten, maar ze slikken de drug niet vaak. Alleen de alertheid op overdosering zou iets beter kunnen. tekst Maartje Geels / graphics Pascal Tieman
T
erwijl de monotone technobeats door de zaal galmen, staat de Amsterdamse student op vrijdagavond bezweet te beuken tot de zon op komt. Kaken gaan driftig op en neer en flesjes water worden fanatiek doorgegeven. Het is een beeld dat steeds vaker in het hippe clubleven opduikt en als we de publieke opinie mogen geloven, is dat voldoende reden tot zorg. NRC Handelsblad publiceerde onlangs een opiniestuk van UvA-studente Charlotte Bouwman. Het xtc-gebruik onder studenten loopt de spuigaten uit, schreef Bouwman. Omdat het middel deze maand op de kop af vijfentwintig jaar verboden is in Nederland, onderzocht Folia Magazine of het beeld van de pillenslikkende student klopt. In samenwerking met het Bonger Instituut voor Criminologie is het drugsgebruik onder Amsterdamse studenten onder de loep genomen. Ruim 540 HvA- en UvA-studenten namen deze maand deel aan het online onderzoek. Ongeveer zestig procent van de ondervraagde studenten heeft vaker dan 1 of 2 keer een pilletje geslikt, dertig procent nog nooit. De Amsterdamse student heeft kortom veel ervaring met
6
FoliaMagazine
xtc, maar gebruikt de drug niet regelmatig. Zo blijkt dat zeventig procent van de xtc-slikkende studenten gemiddeld minder dan een keer per maand gebruikt: slechts een enkeling slikt wekelijks een pilletje. Op het eerste gezicht lijkt het dus allemaal wel mee te vallen. Ecstasy is een middel waar vaak mee geëxperimenteerd wordt maar dat niet regelmatig wordt gebruikt, zegt Ton Nabben, onderzoeker bij het Bonger Instituut en gespecialiseerd in drugstrends in het Amsterdamse uitgaansleven. ‘Toch kun je spreken van normalisering van xtc-gebruik. De ervaring die mensen met het middel hebben komt voort uit hun drang om te experimenteren. De twintigers van nu willen zich onderscheiden en dat doen ze, onder andere, door met drugs te experimenteren.’ De opbloeiende festivalcultuur biedt hiervoor de perfecte uitlaatklep. In de periode van 2001 tot nu verachtvoudigde het aantal openluchtdancefestivals in Nederland, blijkt uit cijfers van festivalorganisator van Extrema Outdoor. Open Air (tweedaags, 30.000 bezoekers), Loveland (eendaags, ongeveer 20.000 bezoekers) zijn grootmachten in het Amsterdamse uitgaanswal-
halla geworden. Facebook en Twitter verspreiden uitnodigingen voor feestjes zich razendsnel, waarmee je heel eenvoudig een enorme groep feestgangers kunt bereiken. Relatief nieuw zijn de twaalf uur durende festivals, die rond het middaguur beginnen en twaalf uur later eindigen. Vaak volgt er nog een afterparty. Dat xtc-gebruik de motor van zulke feesten vormt, is voor de doorgewinterde festivalganger de normaalste zaak van de wereld. De zomerse feesten zijn in trek bij studenten, die in die periode immers vrij zijn van college. Studieprestaties hebben dan niet te leiden onder vermoeidheid of de beruchte dinsdagdip, de kater na xtc-gebruik. Lekker losgaan is wat telt. Uit het onderzoek van Folia blijkt dat twee derde van de ondervraagde studenten xtc het liefst op (illegale) feestjes of festivals gebruikt. Ruim twintig procent doet dat liever in een club, acht procent slikt thuis. Hoe de xtc-ervaring beleefd wordt, is heel persoonlijk. Waar de een zich graag thuis terugtrekt met waterijsjes, liters water en verkleedkleren, staat de ander liever tussen de mensenmassa te stampen op de dreunende beat van techno. Een onbekende
Alcohol 56,8% Ik combineer xtc nooit met andere middelen 38% Cannabis (wiet) 26,1% Cocaïne 10%
Speed 15,2% GHB 4,3%
Combineer je xtc met andere drugs of alcohol? Percentages van in totaal 329 respondenten
Ik heb vroeger gebruikt, maar doe minstens 2 keer dat nu niet meer 14,9% per maand 3,9%
Nee 24,6%
Ja, ik controleer zelf via pillreports.com 15,8% Ja, ik controleer zelf met een thuistest 0,6%
1 keer per maand 10,9%
Ja, ik controleer zelf bij de testservice 8,8%
Minder dan 1 keer per maand 70,2%
Nee, maar ik laat anderen ze controleren 21%
Nee, maar ik koop gecontroleerde pillen (zijn al getest) 29,2%
Hoe vaak gebruik je xtc?
Controleer je zelf de kwaliteit van de pillen die je koopt? Zo ja, waar?
Percentages van in totaal 329 respondenten
Percentages van in totaal 329 respondenten
aanspreken gaat ineens een stuk gemakkelijker en ook je vrienden zijn gezelliger en leuker. Alle gebruikers uit het Folia-onderzoek hadden vrienden die op hun beurt ook ervaring hadden met xtc: de roes werkt aanstekelijk. Op een feestje met z’n allen in een kring staan, een halfje doorbreken en uitdelen: het speciale gevoel wil je met zoveel mogelijk mensen delen. ‘Puur omdat mensen om je heen drugs gaan gebruiken, ontstaat er een soort gewenning’,
zegt een 23-jarige wo-student in een nog niet gepubliceerd kwalitatief Asva-onderzoek naar xtc-gebruik. De recente landelijke media-aandacht voor xtc was voor studentenunie Asva een reden om onderzoek te doen naar het pillengebruik. In totaal vroegen de Asva-onderzoekers twaalf hbo- en wo-studenten door middel van diepte-interviews naar hun ervaringen met xtc. ‘Alles is mooi om je heen’, legt een twintigja-
rige hbo-studente uit. ‘Je zweeft op een soort wolk, je voelt je heel blij en goed.’ De aard van het middel heeft het imago bepaald. Nadat de ‘3,4-methyleendioxymethamfetamine’ in de jaren tachtig de reclamenaam ‘ecstasy’ kreeg sloeg het middel aan onder verschillende bevolkingsgroepen. Van yuppen tot zakenmensen en van studenten tot dj’s: je hoofd leegmaken en urenlang dansen had een magische aantrekkingskracht op allerlei lagen van de bevolking.
FoliaMagazine
7
Xtc-wetgeving
Op 22 november is het precies vijfentwintig jaar geleden dat xtc toegevoegd werd aan Lijst 1 van de Opiumwet en officieel een verboden middel werd. Op Lijst 1 staan middelen die volgens de overheid een onaanvaardbaar risico met zich meebrengen voor de volksgezondheid (ook cocaïne en GHB zijn bijvoorbeeld opgenomen op Lijst 1). De Nederlandse overheid volgde hiermee het voorbeeld van Amerika, waar het middel in de jaren tachtig al werd verboden. In de
Op illegale feestjes (raves) 9,7%
=
Thuis of bij vrienden in huis 8,2%
In clubs (tijdens stapavonden of feestjes) 23,4%
€ 4,21
Op festivals 58,7%
Hoeveel betaal je gemiddeld voor één pil? (in euro’s)
In welke situatie (setting) gebruik je overwegend xtc?
Percentages van in totaal 329 respondenten
Percentages van in totaal 329 respondenten
Niet voor niets staat xtc bekend onder de koosnaam ‘love drug’. Het wekt de schijn van onschuldig wondermiddel. ‘Mensen die aan xtc zitten zijn niet vervelend en ze worden niet agressief. Ook kun je heel helder nadenken als je een pil gebruikt hebt,’ zegt een 23-jarige wo-student. Die plezierige, zorgenvrije roes blijkt maakt xtc geliefd. Bovendien werkt het minder verslavend dan (hard)drugs als bijvoorbeeld cocaïne. Nabben: ‘Xtc kun je in zekere zin vergelijken met champagne. Op gewone feestjes drink je wijn, bij speciale gelegenheden kies je voor bubbels. Zo werkt het met xtc ook. Op doordeweekse feestjes drink je een biertje, tijdens een festival kies je eerder voor een pil.’ Ook de prijs is aantrekkelijk. Studenten geven gemiddeld iets meer dan vier euro voor een pil
8
FoliaMagazine
uit: een schijntje vergeleken met een avond bier drinken in de kroeg. Een 23-jarige wo-student vertelde Asva: ‘Als je op een meerdaags festival normaal gesproken alleen maar bier drinkt, ben je met xtc goedkoper uit.’ Toch heeft xtc-gebruik een keerzijde. Afgelopen zomer overleden zes jongeren na xtc-gebruik. Sinds de zomer worden er dan ook aanzienlijk meer pillen getest, zegt Vivian Schipper, coördinator van de drugtestservice van het Jellinek Instituut. De wekelijkse testavonden werden het afgelopen jaar vaker bezocht dan normaal. ‘Tegenwoordig komen er wekelijks minimaal vijfentwintig mensen langs voor een vrijblijvende drugtest. Vroeger zat je soms uren te wachten en dan kwamen er uiteindelijk een paar gebruikers met wat pillen langs. Dat is het
afgelopen jaar absoluut veranderd.’ Studenten zelf geven aan redelijk goed op de hoogte te zijn van de do’s en don’ts van xtcgebruik. Vooraf goed eten, voldoende water drinken en afkoelen zijn de gouden regels. Toch geeft slechts een kwart van de gebruikers in het Folia-onderzoek aan pillen zelf vooraf te testen. Circa dertig procent van de gebruikers vertrouwt er zelfs op dat degenen die de pillen aanleveren, ze hebben laten testen. Schipper drukt gebruikers op het hart om vooral zelf langs te komen. Tegen een kleine vergoeding worden xtc-pillen ter plekke gecontroleerd op vervuilde stoffen. Studenten zijn volgens Schipper goed vertegenwoordigd bij het spreekuur. ‘Het zijn nog steeds vooral hoogopgeleiden die bij ons aankloppen, al wordt het publiek langzaam wat meer divers. Wel zien we dat de testservice beter
jaren zeventig werd het middel door het Amerikaanse leger nog op mensen getest, in de zoektocht naar het ultieme waarheidsserum. Aanvankelijk hanteerde de Nederlandse overheid een gedoogbeleid, maar dit maakte na de eeuwwisseling plaats voor strikte regulatie en scherpe controles. In Nederland is het bezit van drugs niet strafbaar, maar handel en productie zijn dit wel. Als je enkele pillen op zak hebt, zal de politie over het algemeen geen maatregelen nemen. Het
deurbeleid van clubs en festivals werkt vaak anders. Bij de entree wordt meestal streng gecontroleerd en bezoekers die xtc bij zich hebben, wordt de toegang tot de feestlocatie ontzegd. Ook gebruik tijdens feesten zelf is nadrukkelijk verboden.
35,8% 47,6%
87,1% 69,9% 59,1%
30,8%
Ik heb geen behoefte aan een stimulerend middel
27,3%
41,2%
Je weet nooit wat je slikt cocaine
speed
44,4%
43,9%
33,5% 17%
hasj of wiet
Ik denk dat het schadelijk is voor de hersenen
ketamine
lachgas
paddo’s/ truffels
xtcpillen
Ik heb geen be behoefte aan een bewustzijnsverbewustzijnsver anderend middel
Ik denk dat het schadelijk is voor mijn lichaam
Welk van de volgende middelen heb je wel eens gebruikt?
Waarom gebruik je geen xtc?
Percentages van in totaal 523 respondenten
Top 5 percentages van in totaal 186 respondenten
wordt bezocht wanneer er grote dance-evenementen voor de deur staan.’ Tijdens het wekelijkse ‘drugsspreekuur’ waarschuwt Schipper xtc-gebruikers onder andere voor de dosis MDMA in pillen. Schipper: ‘Gemiddeld bevat een pil 130 milligram MDMA. Tien jaar geleden bevatte tien procent van de pillen meer dan 140 milligram MDMA, tegenwoordig is dat veertig procent. Het record ligt nu op driehonderd milligram MDMA per pil.’ Omdat de sterkte per pil tegenwoordig behoorlijk kan verschillen, is het lastig om in te schatten welke hoeveelheid pillen veilig is. Te veel MDMA ontregelt het natuurlijke afkoelingssysteem van het lichaam, waardoor de gebruiker oververhit kan raken. Voor het risico van een overdosis kan niet vaak
genoeg gewaarschuwd worden, vindt Schipper. ‘Onder gebruikers leeft nog steeds het idee dat je aan xtc-gebruik zelf niet dood kunt gaan, maar alleen aan de neveneffecten, zoals watervergiftiging. Welke dosis precies gevaarlijk is, verschilt per gebruiker. Maar er valt niet over te twisten dat een te hoge dosis MDMA wel degelijk dodelijk zijn.’ Toch weet de Nederlandse drugsliefhebber over het algemeen wel wat hij doet. Volgens Schipper heeft dit met de Nederlandse openheid en tolerantie te maken. ‘In Nederland wordt minder veel en minder vaak drugs gebruikt dan in andere landen. Gebruiken doet men overal, maar het blijft hier binnen de perken omdat de Nederlandse cultuur erop ingesteld is. Hier gaan we nu eenmaal open om met drugsgebruik.’
Ook volgens Nabben is er vooralsnog geen reden tot paniek. De afgelopen tien jaar vonden er minder xtc-gerelateerde incidenten plaats, omdat de populariteit van de drug tijdelijk in het slop was geraakt, maar ook omdat de pillen toen gemiddeld veel minder MDMA bevatten en de kans op overdosering dus kleiner was. Na 2008 klom het gebruik langzaam weer op. Incidenten met xtc zijn echter van alle tijden. ‘Toen de gabbercultuur in de jaren negentig hoogtij vierde, werden jongeren trillend en stuiptrekkend van feestjes gehaald. Vergeleken met de jongeren van toen gaan de studenten van nu een stuk verantwoordelijker met drugs om.’ Daarmee blijft de love drug voorlopig vooral de champagne van het studentenleven. yyy Zie Folia Web voor de volledige uitslag van het onderzoek.
FoliaMagazine
9
GEEN
(ingezonden mededeling)
VOO R
TUDE
DRA
FUSI
Ja.
5~14
BIJ S
NTEN
AGV
E BÈ
TAFA
CULT
%
LAK
EITE
N
VAN D EEN E FNWIST F WEL USIE VAN UDENTE WEN N SELI DE BÈTAF VINDT JK* ACUL TEIT EN
EEN D STAA EEL T NE U TEGE NOV TRAAL ER D E PLA
NNE
N
65~75
Nee.
%
VAN D VAN E FNWIS DE B ÈTAF TUDENT EN V ACUL IN TEIT EN N DT EEN FU IET W ENSE SIE LIJK*
Dit b li ASVA jkt uit een FNW onderzoe k I analy , de bètafa sbureau o n se vin c van h d je v ulteit van der 320 st et ia u de Uv A. Ee denten va n uitg n ebrei de de
asva.
nl/on
derzo
ek
voorlopige analyse blijkt met 99% zekerheid dat het deel studenten dat de fusie onwenselijk vindt, tussen de 63,35% en 76,65% ligt. Met dezelfde zekerheid blijkt het deel voorstanders tussen 5,2% en 13,6% te liggen. Meer informatie is te vinden op asva.nl/onderzoek.
passie Hoelahoepen StepHAnIe pot (20, International Business & Languages, HvA) hoelahoept elke dag. ‘Ik heb mijn eigen hoepel ontworpen en vanuit Amerika laten overvliegen. Er zitten ledlampjes in, wat een bijzonder effect geeft in het donker. Die van mij kostte honderdtwintig dollar, maar je hebt ook meer upscale-modellen en dan ben je zo vierhonderd dollar kwijt. Ik neem de hoepel vrijwel overal mee naar toe, ook als ik naar m’n vrienden ga. Ik kan hem namelijk gewoon opvouwen, zodat ie in m’n tas past. Toen ik vorige zomer terugging naar Californië – waar ik vandaan kom – kwam ik op het
idee om het ook in Nederland te doen. In mijn geboorteplaats Santa Cruz is het namelijk vrij populair. Nu ben ik er minimaal een uur per dag mee bezig. Meestal doe ik het gewoon in mijn slaapkamer. Ik heb altijd muziek op de achtergrond aanstaan. Het hangt een beetje van mijn stemming af, maar ’s zomers hoelahoep ik meestal op reggae, in de winter op deep house. Voor mij is het een soort meditatie. Zo kan ik al mijn gedachten even uitzetten. De kracht van de hoep tegen mijn lichaam voelt heel ont-
spannend. Ik doe gewoon wat in me opkomt, het is geen ingestudeerde dans. Ik ben ook lid van de facebookpagina Happy Hooping Holland, die heeft bijna achthonderd leden. In de winter is het wat rustiger, maar ’s zomers spreken we af in bijvoorbeeld het park. Ik hoop dat het ook in Nederland wat populairder wordt. Ik heb in ieder geval al een paar vrienden overgehaald om met pvcbuizen een eigen hoepel te maken.’ yyy tekst Mike Hofman / foto Fred van Diem
FoliaMagazine
11
‘The sky is the limit’ Hij is de grondlegger van een honoursprogramma voor excellente studenten en wil ze in alles uitdagen. HvA-lector Marco Snoek werd deze week verkozen tot Lector van het Jaar. ‘Ik wil studenten meer bieden.’ tekst Henk Strikkers / foto Jan van Breda
‘N
atuurkunde vond ik een mooie studie, maar toen ik het derde energieniveau van het deuterium-ion bestudeerde kon ik aan mijn vrienden niet meer vertellen waar ik me mee bezighield. Dat was niets voor mij. Ik denk dat kennis delen in mijn aard zit.’ Marco Snoek (52) is door hogeronderwijsmedium ScienceGuide en het Interstedelijk Studenten Overleg niet voor niets tot Lector van het jaar 2013 gebombardeerd. Met gratie van de toenmalige examencommissie van de VU koos hij als enige natuurkundestudent het hoofdvak ‘didactiek’ om vervolgens op de lerarenopleiding terecht te komen. De lector Leren & innoveren denkt met weemoed terug aan zijn hoofdvak. ‘Als enige student natuurkunde-didactiek had ik destijds een een-op-eenrelatie met mijn begeleider. Hij keek mijn teksten na en ik de zijne. Ik wil nu al mijn studenten datzelfde gevoel geven.’ De Lector van het Jaar-verkiezing stond dit jaar in het teken van excellent onderwijs op hogescholen. Studenten en instellingen konden gemotiveerde aanbevelingen indienen waaruit de organisatie drie genomineerden koos. Vrijdag 15 november werd Marco Snoek op de bètadagen-conferentie in Utrecht uitgeroepen tot Lector van het Jaar. Folia legde hem een aantal aanbevelingen voor. ‘Marco Snoek speelt tegenover studenten de rol van uitdager.’
12
FoliaMagazine
‘Als ik een college geef dan ben ik niet zozeer bezig met het overdragen van kennis. Veel liever daag ik mijn studenten uit om kritisch te kijken naar hun eigen opvattingen. Studenten van een lerarenopleiding moeten in het bijzonder op een hogeschool uitgedaagd worden, omdat ze in de praktijk vaak als instrument worden gezien. Er komen vanuit schooldirecteuren en vanuit de overheid allerlei eisenpakketten op hen af. Juist daarom is het belangrijk dat ze de bredere kaders van onderwijskundige theorieën en
plekken te brengen. In de masterfase heb ik een project opgezet met twee hogescholen uit Zwitserland en Liechtenstein. Binnenkort komt daar een Estse hogeschool bij. De doelstelling daarvan is dat studenten niet per se oordelen over ons systeem of het buitenlandse systeem, maar dat zij buiten hun referentiekaders treden. Daardoor zien ze nieuwe mogelijkheden.’
discussies meekrijgen. Zo snappen ze beter wat er van hen wordt gevraagd en hoe ze daar hun eigen vorm aan kunnen geven.’
‘Het knappe van Marco vind ik dat hij weet te verbinden. Hij laat studenten hun beroepspraktijk als docent verbinden met een breder beleidsniveau.’ ‘Ik vind het heel belangrijk om in alles wat ik doe de lerarenpraktijk te betrekken en die te verbeteren. Ultiem moet al mijn werk daarop gericht zijn. Ik probeer de koppeling te leggen tussen onderzoek, onderwijs, curriculumontwikkeling en beleid. Dat zijn voor mij de vier pilaren waarop het lectoraat is gebouwd. De trend is om lectoren steeds meer af te rekenen op publicaties, zoals dat ook op universiteiten gebeurt. Daarbij vergeten we weleens dat een hogeschool juist de verbinding moet leggen tussen theorie en praktijk.’
‘Hij heeft ons probleemstellingen binnen het onderwijs laten zien en vanuit verschillende perspectieven laten bekijken.’ ‘Professionals, zeker in het onderwijs, moeten out-of-the-box kunnen denken en anderen daarin mee kunnen nemen. Ik doe dat bijvoorbeeld door parallellen te trekken met andere sectoren of door studenten echt naar andere
‘Hij heeft er ook voor gezorgd dat we van zijn netwerk en kennis gebruik konden maken bij het benaderen van instanties en netwerken.’ ‘Doordat ik al een behoorlijke tijd meeloop, heb ik een breed netwerk op allerlei beleidsniveaus. Dat geeft veel mogelijkheden om studenten te koppelen aan organisaties. Het is voor mij een kleine moeite om hen dan te wijzen op een
‘Als ik een college geef dan ben ik niet zozeer bezig met het overdragen van kennis’
interessant debat of op een ambtenaar die met hetzelfde onderwerp bezig als een student. Dat maakt dat studenten op podia komen waar ze anders niet terechtkomen. Ik help ze in zulke gevallen wel in de voorbereidingen, maar ik denk dat ik ze ook uitdaag door ze dan los te laten.’ ‘Marco is simpelweg altijd aanwezig op het moment dat je iets belangrijks staat te gebeuren.’ ‘Enerzijds denk ik dat ik een soort strategische gevoeligheid heb ontwikkeld voor momenten waarop iets van belang te gebeuren staat. Ik zie waar kansen voor mijn studenten liggen. Zo creëer ik soms belangrijke momenten voor hen. Anderzijds voel ik me verantwoordelijk voor studenten en voel ik me geroepen hen te coachen als het spannend wordt. Ik wil dat studenten het gevoel hebben dat ze altijd op me kunnen terugvallen.’ ‘Marco Snoek is excellentie.’ ‘Ik ben daar erg bewust mee bezig. Dat doe ik voornamelijk door studenten en docenten aan te moedigen zelf de regie in handen te nemen. Daar komt een niet-vanzelfsprekende manier van denken bij kijken. Eigen regie levert namelijk ongelooflijk veel verantwoordelijkheid op. Je moet het vertrouwen dat je krijgt waarmaken en jezelf constant controleren. In het onderwijs moet je daar nu niet mee aan komen. De toenemende maatschappelijke betrokkenheid bij de kwaliteit van het onderwijs vertaalt zich nu voornamelijk in voortdurende controles. Alles moet constant beter, waardoor er steeds nieuwe eisen worden geformuleerd. Scholen en leerlingen zien die vervolgens als minimumeisen, waardoor ze niet verder kijken dan dat ene criterium. Dat beperkt ongelooflijk. Ik wil studenten meer bieden. The sky is the limit.’ yyy
FoliaMagazine
13
De complexiteit van volksziektes De een richt zich vooral op de jeugd, de ander op de naderende dood en ouderen. Maar beiden staan met hun onderzoeksonderwerp midden in de samenleving, en beiden zijn columnist van Het Parool en Foliaweb. Een gesprek met hoogleraren Jaap Seidell en Anne-Mei The over volksziekten, medicaliseren en media-aandacht.
E
en sexy onderwerp, dat hebben ze allebei niet. Zowel met dikke mensen als met hulpbehoevende ouderen wordt de samenleving nu eenmaal niet graag geconfronteerd. Maar de afgelopen jaren is zowel het aantal mensen met overgewicht als het aantal ouderen in rap tempo gestegen. En staat het onderzoek van de hoogleraren Seidell en The volop in de aandacht. Dat was vroeger wel anders, vertelt universiteitshoogleraar voeding & gezondheid aan de Vrije Universiteit Jaap Seidell. ‘Toen ik voor mijn opleiding begin jaren tachtig tijdelijk in Engeland zat, zei iemand daar al tegen me: “Dit wordt volksziekte nummer één.” Maar het was toen nog een heel onaantrekkelijk onderwerp waar eigenlijk helemaal geen belangstelling voor was.’ Sinds kort schrijven bijzonder UvAhoogleraar langdurige zorg & dementie, AnneMei The, en hij een wisselcolumn in Het Parool en op Foliaweb. Over zorg- en gezondheidsthema’s die voor het grote publiek steeds belangrijker worden. Het onderzoek van The richt zich naast dementie namelijk ook op andere zorgdilemma’s, zoals beslissingen rond het levenseinde en palliatieve sedatie. Eveneens een thema waarmee haar onderzoek midden in de samenleving staat.
14
FoliaMagazine
tekst Clara van de Wiel / foto’s Bob Bronshoff
Op het eerste gezicht lijkt het terrein van beide hoogleraren behoorlijk te verschillen. Waar Seidell vooral kinderen met nog een heel leven voor zich onderzoekt, richt The zich voornamelijk op het einde van het leven en demente ouderen. En waar Seidell zich richt op preventie, draait het onderzoek van The om ziekteacceptatie. Toch zien de twee ook overeenkomsten.
‘Dementie verandert de aard van relaties’ Bijvoorbeeld in de veranderende opvattingen over hoe we met volksziektes moeten omgaan. Steeds sterker wordt niet alleen naar medische oplossingen gekeken. Seidell: ‘Tot voor kort moesten mensen met overgewicht maar naar het ziekenhuis, om daar allerlei pillen en behandelingen te krijgen. Onze filosofie is nu dat het weliswaar een medisch probleem is, maar dat het een niet-medische oplossing heeft. Dus niet medicaliseren en in instellingen stoppen, maar kijken: wat is de context waarin mensen ziek worden?’
The knikt instemmend. Ook in de omgang met dementie lag de focus aanvankelijk vaak alleen op het medische. ‘Dementie wordt benaderd als een probleem dat we moeten oplossen, met goede diagnostiek en met onderzoek naar een pil die de ziekte geneest. Maar zo richt men de aandacht eigenlijk alleen op het begin en het einde van het ziektetraject en de vraag of euthanasie mag. Terwijl het probleem van mensen met alzheimer vooral daartussen ligt. Zij moeten daar vaak meer dan tien jaar dag in dag uit mee leven. Dan is het veel belangrijker mensen te helpen met caring en coping.’ Seidell: ‘We gaan toe naar een meer vraaggestuurde zorg. Dat is bij obesitas precies zo. Vroeger moesten ouders van dikke kinderen langs een heel leger aan deskundigen, die ze allemaal opdrachten gaven. En dat moesten ze thuis dan maar gaan doen. Maar zie dat maar eens allemaal te gaan veranderen. Vaak is een ongezonde leefstijl in die gezinnen vanaf de geboorte al de norm. Dan is het veel effectiever je te richten op de vraag: wat kunnen ze hier wel? En waar hebben jullie als gezin extra behoefte aan? Dat is bij het levenseinde ook zo, dat er veel meer geluisterd wordt naar wat de patiënt wil.’
Jaap Seidell en Anne-Mei The
Met een groeiend aantal patiënten zal de impact van de ziektes op de stad de komende jaren alleen maar toenemen. Bovendien zijn het twee aandoeningen die ook grote invloed hebben op het contact tussen patiënten en hun naasten en familieleden. Zeker nu in de zogenaamde participatiemaatschappij steeds meer zorgtaken verschuiven naar mantelzorgers. ‘Dementie verandert de aard van relaties,’ vertelt The. ‘Het is een stille tragiek. Als partner heb je elkaar gekozen, maar wanneer iemand zo erg verandert, veranderen de uitgangspunten. En daar is vanuit de omgeving helemaal niet zo veel begrip voor. En je zal maar een ongelukkig huwelijk hebben. Of een vader tegen wie je altijd heel erg opkeek.’ Dat ziet ook Seidell: ‘In de omgang tussen ouders en kinderen met overgewicht gaat het op een gegeven moment alleen nog maar over afvallen. Dat drukt op hele gezinnen. Veel ouders van dikke kinderen hebben het gevoel gefaald te hebben.’ Over media-aandacht hebben de twee met
hun onderwerp niet te klagen. Hoewel The benadrukt dat dat een recent verschijnsel is. ‘Dementie is nu misschien hot, maar dat was het een tijdje geleden echt niet. Palliatieve zorg en stervensbegeleiding, dat waren helemaal niet
‘Wat is de context waarin mensen ziek worden?’ zulke hippe, leuke onderwerpen.’ Beide hoogleraren worden tegenwoordig regelmatig gevraagd om een wetenschappelijke oplossing voor een maatschappelijk probleem. Dat is soms lastig, vertelt Seidell. ‘Het zijn vaak dezelfde vragen. Wat moeten we nu doen, een vettaks invoeren of niet? En moeten we iets nu verbieden op scholen of niet? Maar op dat soort vragen heeft de wetenschap juist geen antwoord. Want het probleem is altijd een optelsom van factoren.’ Dat herkent ook The. ‘Ik laat me over oplossingen niet meer zo uit. In
één van mijn boeken wilde ik aan het eind toch een soort oplossing naar voren brengen. Maar ik merkte dat de discussie dan ontzettend plat wordt. Dan lezen de mensen niet meer de complexiteit van het probleem en gaan ze alleen je oplossing afschieten.’ Dat neemt niet weg dat beiden het wel heel belangrijk vinden over hun onderzoek te praten. En te schrijven. The: ‘Ik wil er ontzettend graag over vertellen. Juist hoe ingewikkeld het is en alle dilemma’s waar men rond het levenseinde mee worstelt. En als je mooie stukken in de krant krijgt, zijn de media een heel invloedrijk middel. Ik heb de discussie over euthanasie echt zien veranderen. Vijf jaar geleden dachten mensen nog: wat een onzin. En nu is het opeens overal.’ Seidell: ‘Dat is onze taak ook: om de complexiteit uit te leggen. En dat heeft soms ook echt zin. Er wordt ook bij overgewicht nu niet meer gevraagd: welke sector moet het gaan doen? Het idee is veel sterker: we moeten het met z’n allen doen.’ yyy
FoliaMagazine
15
opinie
Studentenpolitiek is een grap Het is tijd om een einde te maken aan de schijnvertegenwoordiging die studentenraad heet, betogen Twan Stiekel en Noor Kuijpers. illustratie Marc Kolle
T
ijdens de verkiezingsweek hebben studentenpartijen hun mond vol van hoe belangrijk het is dat jouw belangen behartigd worden. Maar met het ‘behartigen van studentenbelangen’ worden duidelijk de belangen van een heel select groepje studenten bedoeld – die van de raadsleden zelf. Zo gaf de studentenraad van de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) vierhonderd euro uit aan truien met hun naam erop. Vijfenzestig euro aan een koffiezetapparaat. En maar liefst zevenhonderd euro aan drank voor een constitutieborrel. De ‘gewone’ student wordt hierover niets verteld. Zo werd de begroting voor de borrel pas na afloop vastgesteld, toen ons collegegeld al lang en breed opgedronken was. Van een raad die meer dan duizend euro uitgeeft aan truien en bier – zaken die de studentenzaak niet ten goede komen – kun je je afvragen hoe hoog hij het studentenbelang heeft zitten. Daarom begon Kritische Studenten Amsterdam (KSA) op zeven november met een actie voor het indienen van een motie van wantrouwen tegen de Studentenraad FGw. Voorzitter van de raad, Gunnar de Haan, zegt in een artikel op Folia Web niet te begrijpen waarover KSA zich druk maakt, omdat het niet
16
FoliaMagazine
om 1700 euro gaat, zoals wij uit hun minimale vrijgave van informatie hadden weten op te maken, maar om ‘slechts’ 1200 – wat natuurlijk een normaal bedrag is voor truien en bier. Verder merkte hij op dat een motie van wantrouwen
Aynan
Platte lege vlakte ‘voor zover hij weet’ überhaupt niet ingediend kan worden. Ziedaar het probleem. Studenten worden niet geïnformeerd, en zelfs met de juiste informatie krijgen zij niet de mogelijkheid om hun belangenbehartigers te controleren. Het is op zijn minst opmerkelijk dat iemand die zichzelf presenteert als een vertegenwoordiger van studenten, kritiek van studenten niet serieus neemt. In plaats daarvan gaat hij liever in op cijfers die alleen voor hemzelf inzichtelijk zijn. Vreemd genoeg denkt Gunnar de Haan aan het achterhouden van informatie een expertstatus te
Studenten worden niet geïnformeerd ontlenen die het hem mogelijk maakt om kritische geluiden weg te zetten als ongeïnformeerd. En dat terwijl de ondoorzichtigheid van de raad juist één van de kritiekpunten is. Dat De Haan zich ondanks zijn pretentie studentenvertegenwoordiger te zijn graag boven de studenten plaatst, is helaas niet alleen kenmerkend voor hem, maar voor de hele raadscultuur. Ook Sam Quax, voorzitter van de Centrale Studentenraad, die onlangs nog pronkte op de voorpagina van Folia Magazine, is alleen maar een voorbeeld van wat er mis is met de huidige studentenpolitiek. Toen wij op 18 september een door Ons kritisch alternatief georganiseerde vergadering met hem bijwoonden, reageerde hij op vrijwel iedere opmerking met: ‘Ja, maar heb je de beleidsdocumenten over dat onderwerp wel gelezen?’ Waarop de overige aanwezigen wel ontkennend moesten antwoorden, omdat Quax die documenten verborgen houdt. ‘Financiële beleidsplannen zeggen studenten niks,’ aldus Quax in Folia Magazine.
Natuurlijk krijgt Sam Quax door een dergelijke houding vanzelf gelijk: hoewel het belangrijk is dat studenten een stem hebben in de vormgeving van hun universiteit, interesseert de huidige studentenpolitiek de meesten van ons maar weinig. Wij geven niets om beleidsplannen die we niet kennen. De raden zien dit echter niet als een gevolg van dat we te weinig worden geïnformeerd, maar als een reden om stukken geheim te houden. Onze belangenbehartigers gaan er duidelijk van uit dat zij de mening van studenten ook wel kunnen representeren zonder dat studenten de kans krijgen om een eigen mening te vormen. En zolang zij zich niet met de mening van studenten bezig hoeven te houden, maken zij daar dankbaar misbruik van, laten de uitgaven van de studentenraad FGw zien. Dit maakt de huidige studentenpolitiek tot één grote grap, waar helaas weinig om te lachen valt. Zo lang aan ‘gewone’ studenten niet de mogelijkheid wordt geboden om hun vertegenwoordigers te controleren en hun geen inzicht verschaft wordt in het beleid, kunnen we niet spreken van echte studentenvertegenwoordiging. De huidige studentenpolitiek lijkt nog het meest op een extra service die de UvA verleent aan studenten die politicusje willen spelen. Laten we een einde maken aan deze spelletjes, om te beginnen aan die van de studentenraad FGw. Like onze Facebookpagina ‘Motie van wantrouwen tegen studentenraad FGw’. Dat klinkt misschien weinig politiek, Facebook, maar wat ons betreft mogen de raden wel wat meer op Facebook gaan lijken: we moeten toe naar een raad die informatie deelt en door ‘likes’ gemaakt of gebroken kan worden. yyy Noor Kuijpers studeert wijsbegeerte en strafrecht, Twan Stiekel studeert literatuurwetenschap en wijsbegeerte. Beiden zijn lid van Kritische Studenten Amsterdam.
Als kind kwam die stemming weleens op. Lastig vond ik haar niet, wel vreemd, iedere keer weer. Het was geen heimwee. Waar ik ook in Nederland ben, altijd heb ik het gevoel; mijn thuis is in de buurt, om de hoek, ik hoef straks niet ver. Het was ook geen fernweh, een diep verlangen naar verre landen. De keren dat ik in Marokko was, waren zo onbevredigend en teleurstellend dat er geen dromen van is. Ook bezit ik de romantiek niet die naar onbekende oorden leidt. Het is niet de afgezaagde leegte, die vaak in Europese films wordt tentoongespreid, zoals in de één ster waardige film La Grande Bellezza. Misschien komt de gemoedstoestand het dichtst bij het woord ‘thuisloosheid’. ‘Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,’ dichtte Slauerhoff, deze woorden boden troost en een ingang die kinderstemming te verstaan. Ik vond de werelden thuis en buiten lastig te rijmen, voor een jongetje als ik waren de verschillen soms onbegrijpelijk. Door de dwarsheid en frisse geest die de puberteit mij gaf, ontwikkelde ik het idee die buiten- en binnenwereld tot een nieuw geheel te smeden, mijn geheel. Ik, katholieke, islamitische, Berber. Ik ging erin wonen en voelde mij daar meer dan thuis. Die thuisloosheid had ik lang niet meer gevoeld. Een commentator schreef tijdens de zwartepietendiscussie dat de nieuwe Nederlander eindelijk een stok in handen had om de autochtoon te slaan, maar het is andersom. Het idee dat de Nederlandse cultuur verdwijnt door toedoen van die ‘nieuwelingen’ leeft echt in veel onderbuiken. In een Tweede Kamerlid zag ik het vleesgeworden slagwapen. Hij voelde zich zichtbaar sterk en oppermachtig. Hij deed voor de camera een accentje en zei dat hij graag cadeaus van allochtonen kreeg, als die maar op 6 december het land verlieten. Nederland is op weg een platte lege vlakte te worden. yyy Asis Aynan
FoliaMagazine
17
Van de stad, voor de stad Bij de Bootwinkels snijdt het mes aan twee kanten: burgers krijgen ondersteuning en studenten doen ervaring op. tekst Adelaida de Cuba en Mike Hofman / foto’s Fred van Diem
Y
uri, een vrolijk ogende blonde man met warrig blond haar, een heuptasje en gouden oorbellen loopt binnen bij een kantoor aan de Witte de Withstraat. Hij spreekt Nederlands met een Russisch accent. Boot, Buurtwinkels voor Onderzoek, Onderwijs & Talentontwikkeling, is een initiatief van de HvA. Het kantoor ligt in de Baarsjes, Amsterdam-West. In 2007 werd de wijk aangewezen als aandachtswijk. De vaak economisch-zwakke buurtbewoners kunnen bij Boot terecht voor kosteloos advies en ondersteuning bij juridische, maatschappelijke en financiële vragen. Yuri is er kind aan huis. ‘Yuri stond jarenlang op de Dam als levend standbeeld,’ legt Barbara Bijlstra, coördinator van Boot West, uit terwijl Yuri met een stagiair een spreekkamer opzoekt. ‘Tegenwoordig kun je zonder vergunning maar een halfuur op dezelfde plek blijven staan, en zo’n vergunning heeft hij niet. Daarom verdient hij nu een stuk minder. Yuri heeft belastingkwijtschelding aangevraagd bij de gemeente, maar dat verzoek is afgewezen. Hij kon namelijk niet aantonen dat hij een laag inkomen heeft.’ Al snel komt Yuri de spreekkamer weer uit. Hij blijkt een document vergeten te zijn. ‘Kom je zo weer terug?’ vraagt de stagiair. En jawel, na een kwartier komt Yuri met dezelfde lach op zijn gezicht weer terug, met het ontbrekende document dit keer.
18
FoliaMagazine
Quote
Levend standbeeld Yuri komt advies vragen.
‘We hebben Yuri geadviseerd een uitkering aan te vragen,’ legt Bijlstra uit. Dan kan hij namelijk aantonen dat hij een laag inkomen heeft. Maar hij wil niet vastzitten aan de verplichtingen die een uitkering met zich meebrengt. Dat begrijp ik ook wel. Nu proberen we een andere oplossing voor hem te vinden.’ teLeFoon Naast Barbara zit Tim Hienkens (22), student sociaal juridische dienstverlening. Hij loopt stage bij
Boot en geeft juridisch advies aan de buurtbewoners. ‘Bepaalde zaken blijven je bij,’ zegt Hienkens. Ondertussen gaat de telefoon van een van de bezoekers. Een vrouw is druk bezig met kopiëren van een aantal documenten en spreekt ondertussen met een luide stem in het Turks tegen haar dochter. Het leidt nogal af, maar niemand zegt er wat van. Tim houdt even zijn mond, lacht en gaat verder: ‘Er kwam een man langs die een format voor tv-programma had bedacht. Hij dacht dat iemand zijn idee had
Vaak begrijpen mensen de post niet of weten ze niet hoe ze formulieren moeten invullen.
gejat. We gingen het uitzoeken voor hem en wat bleek, hij had zijn idee bij zijn opleiding ingeleverd. En als je stukken inlevert bij je school, zijn zij de eigenaar’. toekomStperSpeCtIeF Ergens achter in het gebouw zit nog een klein kantoortje verstopt. Hier zit een vrouw in haar eentje: Mazal van Arend (29). Ook zij studeert sociaal juridische dienstverlening. Mazal is achterwacht bij het spreekuur voor ex-gedetineerden, dat twee keer per week gehouden wordt. ‘De meesten hebben als ze vrijkomen geen dak boven hun hoofd, geen geld, geen kleding, geen uitkering, geen toekomstperspectief; helemaal niets’, vertelt ze. ‘De kans op terugval is dan groot.’ Bang voor de ex-gedetineerden is Mazal niet. ‘Er is hier nog nooit iemand agressief geweest’, vertelt ze. Ik heb weliswaar eens een man voor mij gehad die op de tafel sloeg. Maar zoiets is uit frustratie over het systeem, en niet gericht op ons.’ De ex-gedetineerden die ze
ziet verschijnen op het spreekuur zijn volgens Mazal gemotiveerd om aan hun problemen te werken. ‘Veel ex-gedetineerden willen niet eens een uitkering. Ze willen een baan. En een plek voor zichzelf. Ze voelen zich bezwaard als
‘Veel ex-gedetineerden willen niet eens een uitkering. Ze willen een baan’ ze bij familie en vrienden op de bank moeten slapen. Wij helpen ze bij het regelen van dergelijke zaken.’ FormULIeren Vandaag loopt het bij de ex-gedetineerden niet erg storm. Ondertussen komt er bij het spreekuur een Surinaamse vrouw met een kleurige hoed binnen. De steriele witte spreekkamer wordt opgefleurd door haar verschijning.
Ze heeft een stapel geopende en ongeopende post meegebracht. ‘Vaak begrijpen mensen de post niet of weten ze niet hoe ze bepaalde formulieren moeten invullen’, zegt coördinator Bijlstra. Wij helpen ze daar dan mee.’ De stagiair die haar helpt met haar post is ook van Surinaamse komaf. En dat is de buurtbewoonster duidelijk niet ontgaan. ‘Wat is je achternaam?’ vraagt de vrouw. ‘Waar in Suriname kom je vandaan?’ Dan laat ze haar ogen vallen op een grote plant in het kantoor. ‘Is dat een nep-boom?’ Het blijkt een echte te zijn. yyy
Boot-locaties In oktober 2008 opende de eerste Bootlocatie: de Baarsjes. Kort daarna werden drie andere aandachtswijken daaraan toegevoegd: Nieuw-West, Oost en Zuidoost. Per jaar leveren vijfhonderd studenten diensten aan ruim duizend bewoners en 110 organisaties.
FoliaMagazine
19
20
FoliaMagazine
1
2
4
5
objectief pASSIeS In BeeLd Van zwaardvechten tot heavy metal en van ananassen tot wijnproeven; in de afgelopen vijf jaar zijn er in Folia Magazine’s rubriek ‘Passie’ heel wat liefhebberijen van studenten, docenten en medewerkers van de UvA en de HvA voorbijgekomen. Fotograaf Fred van Diem, die vanaf het begin de beelden schoot bij de rubriek, selecteerde samen met Folia eenentwintig portretten die tot en met 20 december worden tentoongesteld bij leercentrum Floor in het Kohnstammhuis van de HvA. 1. Ynske Gunning, docent ethiek en communicatievaardigheden Als ik een dag of drie geen altviool speel word ik echt chagrijnig. In mijn nek heb ik een donkerrode vlek omdat mijn instrument daar altijd tegenaan leunt. Soms zeg ik tegen een nieuwe klas om het ijs te breken: “Jongens, dit is geen zuigzoen, ik speel viool.”’ (Havana #30, 20 april 2011)
3
2. petra Sielias, deeltijd CMV ‘Dat ik “kinky” ben weet ik vanaf mijn puberteit. De totale overgave, het gevoel van absolute macht die ik over de ander heb, dat geeft me een enorme kick.’ (Havana #9, 28 oktober 2009) 3. matthys kool, deeltijd lerarenopleiding geschiedenis ‘Vergeleken met een vuurgevecht is een zwaardvechtduel een stuk eervoller: je vecht een-op-een en het hangt af van kracht en techniek wie er wint.’ (Folia Magazine #7, 26 oktober 2011) 4. renee Hol, webmaster HvA ‘Het kan me al overkomen als ik ergens een deuntje metal hoor, dan ben ik op slag alles om me heen vergeten, sluit ik me helemaal af. Het liefste zou ik dan op een podium springen en me helemaal uitleven.’ (Havana #22, 17 februari 2010) 5. manou Leeflang, geneeskunde ‘Voor het halen van een vliegbrevet moet je eerst negen theorieexamens doen. Je moet alles weten over het weer, hoge- en lagedrukgebieden, wolkvorming, luchtstromen en over de techniek van het vliegtuig. Leren vliegen begon als een spannende uitdaging, maar nu wil ik niet meer zonder.’ (Folia Magazine #21, 27 februari 2013) 6. marleen Feldbrugge, masterstudent Ecology & Evolution ‘Het is misschien een autistisch trekje, maar ik wil alle plantjes die ik zie benoemen. In ieder geval de Nederlandse naam, eventueel de Latijnse en liefst ook de Engelse.’ (Folia Magazine #17, 23 januari 2013) yyy tekst Gijs van der Santen / foto Fred van Diem
6
FoliaMagazine
21
foto Mats van Soolingen
op de tong
Boteco Lúcio
avond; hij vertelt over de gerechten, de muziek en wat er naast eten nog meer te beleven valt. Dan het eten: Lúcio biedt een driegangenmenu voor een schappelijke € 31,-. Wij nemen vooraf chorizo met gebakken cassave en zachte kabeljauwkoekjes (bolinhos de bacalhau), beiden heel smakelijk. Daarna proeven we een traditioneel Braziliaans en een Europees gerecht. De feijoada is heerlijk klaargemaakt en komt met rijst, boerenkool en sinaasappelschijfjes. De heerlijk mals gegrilde lamsrack wordt afgemaakt door gezouten aardappeltjes in schil en seizoensgroenten. De feijoada is voor een kleine eter wat aan de forse kant, maar wij krijgen met z’n tweeën bijna alles op, tot zichtbaar genoegen van Lúcio. We delen nog een stuk limoentaart en wanen ons zo kortstondig in een Braziliaans paradijs. We zijn niet de enige, vertelt Lúcio: hij wisselt graag van menu maar klanten hebben hem verboden de torta de limão ooit van de kaart te halen. Wij begrijpen helemaal waarom, en zouden alleen daarvoor al terugkomen. En om een keer het tuintheatertje te ervaren, dat inmiddels bijna af is. yyy Ruby Sanders
Amstelveenseweg 91 (Zuid)
B
raziliaanse feijoada naast Hollands lam: Boteco Lúcio serveert naar eigen zeggen ‘een creatieve mix tussen Braziliaanse en Europese keuken’, en dat klopt behoorlijk. Het restaurant bestaat ruim een jaar en gaat onder bezielende leiding
22
van chef-kok Lúcio Fiúza. Deze Braziliaan was eigenaar van verschillende restaurants in Brazilië, Venezuela en El Salvador; sinds 1997 woont hij in Nederland. Hij maakt het liefst alles zelf, met zo veel mogelijk biologische ingrediënten. Lúcio staat ons persoonlijk te woord deze
FeijoAdA
tUIntHeAter
Feijoada is een traditioneel Braziliaans stoofgerecht met zwarte bonen en verschillende soorten vlees, waaronder runderreepjes, spek, chorizo en eventueel verschillende delen van het varken zoals varkensrib, -oor of -snuit. Erbij wordt meestal rijst, cassave, kool en sinaasappel gegeten. Dat laatste wordt tijdens of na de feijoada gegeten, omdat sinaasappel helpt de vertering van het zware gerecht te bevorderen.
In de tuin heeft Boteco Lúcio een kleine keet omgetoverd tot minitheatertje, waar voor ongeveer twintig man publiek intieme theaterstukken worden opgevoerd. Het theatertje is inmiddels (bijna) af, en Lúcio is van plan elke woensdag een voorstelling te bieden voor zijn klanten. Het restaurant hangt verder vol beeldende kunst – de muren zijn behangen met wisselende schilderijen en foto’s van jonge Nederlandse en Braziliaanse kunstenaars die te koop zijn.
FoliaMagazine
Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt bij plaatsing tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail je recensie naar redactie@folia.nl. Stuur de originele bon naar Folia Magazine, t.a.v. Stephanie Gude, Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD, A'dam.
BrAZILIAAnSe keUken Behalve feijoada serveert Boteco Lúcio meer traditionele Braziliaanse gerechten. Bij de feijoada komt bijvoorbeeld farofa, een bijgerecht dat bestaat uit een baksel van cassave- of maïsmeel met uien, boter, peper en zout. Cassave is een wortelachtige knol die overal in Zuid-Amerika veel wordt gegeten, in alle denkbare vormen. Moqueca ten slotte is een heerlijk stoofpotje van vis en garnalen, dat vooral in het noorden van Brazilië als lokale lekkernij wordt beschouwd.
Daar aan de waterkant Bijzonder hoogleraar aquatische ecologie Piet Verdonschot houdt zich bezig met de vraag hoe de waterkwaliteit in Nederland valt te verbeteren. Een vraag die iedereen aangaat. ‘Ik wil dat ook de man achter de graafmachine weet waar hij precies mee bezig is.’ tekst Marieke Buijs / foto’s Bas Uterwijk
E
en penetrante zwavellucht stijgt op uit de zwarte smurrie in de hand van Piet Verdonschot. De nieuwe bijzonder hoogleraar aquatische ecologie heeft de prut zojuist opgeschept uit een met kroos begroeide sloot op zijn nieuwe werkplek, het Science Park. ‘Hier zie je meteen het probleem. De drab is pikzwart, dat betekent dat er geen zuurstof bij komt.’ Een slecht teken, want zonder zuurstof geen leven onder water. Geen waterplanten, slakjes, insectenlarven, mosselen, kevers, kreeftjes en geen vissen.
‘Wetenschappelijke kennis wordt bijna niet benut’ Die dode werkomgeving is even wennen voor Verdonschot, een natuurliefhebber die in zijn tuin bij zijn huis in Wageningen een gigantische vijver heeft met salamanders, kikkers en vissen. In Wageningen doet hij als hoogleraar onderzoek naar natuurbehoud in stromende beekjes en stilstaande slootsystemen. Aan de UvA is hij aangenomen om stromend water verder te onderzoeken. Verdonschot houdt zich al dertig jaar bezig met al het kleins dat onder water leeft, zoals slakken, larven, kleine kreeftjes en bloedzuigers. ‘Vanaf de eerste keer dat ik als kleine jongen een bakje slootwater onder een vergrootglas bekeek was ik verkocht.
Peter Verdonschot bij de slootjes op het Science Park
Ik kon me uren verwonderen over de verscheidenheid aan vormen en kleuren van die kleine diertjes.’ En die fascinatie is in de loop van jaren alleen maar versterkt. ‘Nu weet ik hoe belangrijk dat kleine grut is. Zonder dat wij het merken houden zij het ecosysteem in stand. En dankzij dat evenwicht zwemt er vis in onze rivieren, hebben we betaalbaar schoon drinkwater voor mens en vee en water voor akkerbouw en recreatie.’
ZUUrStoF doet Leven Zuurstof, daar draait het allemaal om in zoet water. In een gezonde sloot of beek verdelen verschillende waterplanten, algen, kevers, larven, slakjes, salamanders en vissen de zuurstof. Maar in Amsterdam en dus ook in de slootjes op het Science Park staat het er niet best voor, algen en kroos hebben het overgenomen. Ook op het slootje naast de oude Anna’s Hoeve ligt dikke
FoliaMagazine
23
Verdonschot: ‘Nederland heeft het op één na vieste oppervlaktewater van Europa.’
groene prut op het water. Daarop drijven een plastic kinderbadje, een rubberband en een colaflesje. Grote boosdoener: de stad en zijn inwoners. De sloten op het Science Park zijn de stilstaande uitlopers van stadse watersystemen en zodoende stagneert hier wat in verdunde vorm door de grachten spoelt: straatvuil, prut uit dakgoten en poep. Dat vuil is problematisch, want bacteriën zetten dat om in voedingsstoffen als stikstof, koolstof en fosfaat. En algen, de efficiëntste groeiers, profiteren van die overdaad aan voedsel. Drijvende algenkolonies floreren en sluiten zo het water af van de lucht, waardoor zuurstof niet in de waterkolom doordringt. ‘Dat zie je hier, dit water is helemaal dood,’ verzucht Verdonschot. ‘Als het hier gezond was, zag je stekelbaarzen en voornen tussen verschillende soorten waterplanten door zwemmen. Dan zouden hier kreeftjes, mosselen, slakken en kevers leven en zag je libellen, steenvliegen en andere insecten, wier larven onder water leven, over het water scheren.’ Hoewel initiatieven als de jaarlijkse zwemwedstrijd Amsterdam City Swim anders doen geloven, staat het er dus niet best voor met het water in de stad. Het riool van de stadsdelen Centrum, Zuid, Oost en West is sterk verouderd. Bij een heftige stortbui
24
FoliaMagazine
lopen ondergrondse bassins die als buffer dienen vol en stroomt het rioolwater de grachten in. Verdonschot huivert bij het idee van een duik in de grachten of Amstel. ‘Ik doe het Maxima niet na. Ik heb eerder een bacterievergiftiging opgelopen, was dagenlang geveld door koorts en misselijkheid. Dat hoef ik niet nog eens mee te maken.’ Maar niet alleen in de grachten en sloten van Amsterdam staat het er slecht voor, ook in de rest van Nederland is de waterkwaliteit over het algemeen matig of slecht, door intensieve landbouw, hoge bevolkingsdichtheid en de industrie.
‘De waterkwaliteit moet omhoog’ ‘We moeten ons schamen, Nederland scoort als welvarend land één na laatste in Europa als het gaat om de kwaliteit van het oppervlaktewater.’ En dat terwijl beleidsmakers in Brussel in 2000 juist het ambitieuze plan opvatten om de waterkwaliteit in heel Europa ‘goed’ te krijgen voor 2015. En ‘goed’ betekent ‘zo natuurlijk mogelijk’. ‘In plaats van te kijken naar exacte factoren als de chemische samenstelling van het water,
hebben ze in deze hippieachtige EU-richtlijn planten en dieren centraal gesteld.’ De ecosystemen in het water moeten lijken op hoe ze eruit zouden zien in een ongerepte situatie. ‘Dat vind ik de juiste benadering, want het garandeert het behoud van diersoorten en bovendien reageert het ecosysteem op externe factoren als zware metalen en andere vervuiling, dus die zijn indirect ook in deze richtlijn meegenomen. Alleen is het soms wat vaag, want het is niet altijd duidelijk wat die ongerepte situatie zou zijn.’ Aan die richtlijnen voldoen is een hele opgave in Nederland, met 300.000 kilometer sloot en 17.000 kilometer beek. Waterschappen gingen dus hard aan de slag. Oevers van sloten werden verbreed in de hoop dat een grotere biodiversiteit aan de waterkant ook zou leiden tot biodiversiteit onder water. Daarnaast werden de beken, die enkele decennia geleden zijn rechtgetrokken om ze beheersbaar te maken, opnieuw door een meanderend bekken geleid. Die ingrepen waren duur – het hermeanderen kost vijf ton tot een miljoen euro per kilometer – maar bleken weinig effectief. In het geval van de beken bleek de stroming en daarmee de natuurlijke habitat van beekbewoners, niet terug
Verdonschot: ‘De drab is pikzwart, dat betekent: geen zuurstof. Een slecht teken.’
te komen. Verdonschot: ‘Dat wist ik al in 1995, maar toch gebeurt het nog steeds, over een paar jaar is zo’n twintig tot dertig procent van de beken verbouwd. Ik verbaas me over het ambtelijk mechanisme dat daarachter zit. Ergens in een waterschap wordt het idee van hermeanderen opgepakt en dat gaat daarna een eigen leven leiden, wetenschappelijke kennis wordt bijna niet benut.’ Bovendien worden waterschappen alleen afgerekend op de investering die ze doen in kwaliteit, niet op de effectiviteit daarvan. ‘Voor effectiviteit is dus nauwelijks aandacht.’ Verdonschot lacht om de vraag of dat hem niet ontmoedigt. ‘Nee, ik heb in de loop van jaren geleerd dat je geduld moet hebben en vol moet houden en dan toch wel iets gedaan krijgt.’ meer dAn de Bever Dat Nederland de waterkwaliteit niet voor 2015 op orde zal hebben, is inmiddels geaccepteerd. Brussel bood uitstel tot 2027. Aan Verdonschot en zijn collega’s de opdracht met betere oplossingen te komen. In Wageningen heeft hij al een effectieve manier gevonden om het evenwicht in stilstaand water te herstellen: niet de oever, maar de sloot zelf moet breder, én ondieper.
Dan dringt meer zonlicht door tot de bodem, waar het waterplanten een steuntje in de rug geeft in de cruciale kiemfase, waardoor ze beter tot wasdom komen. Zo krijgen de algen niet de gelegenheid het ecosysteem over te nemen en blijft er zuurstof in het water beschikbaar
‘We moeten ons schamen’ voor vissen en andere dieren. ‘Die oplossing is eenvoudig, maar om hem echt in praktijk te brengen, besteed ik veel aandacht aan communicatie. Ik wil dat ook de man achter de graafmachine weet waar hij precies mee bezig is.’ Nu nog een oplossing voor de beken. Verdonschot heeft al wel een idee: door dood hout in het water te brengen. Dat versmalt de loop van het water, waardoor het sneller gaat stromen. Dat leidt plaatselijk tot uitspoeling en elders tot bezinking van zand, een variatie in leefomgeving waar het ecosysteem in kan floreren. Bovendien biedt hout schuilplekken voor kevers en insectenlarven. Kosten: duizend tot drieduizend euro per kilometer. ‘Dat prijskaartje spreekt aan,
vooral nu overheden moeten bezuinigen. Dus sommige waterschappen gooien nu lukraak dood hout in beken. Maar helaas blijkt het niet overal effectief.’ Van welke factoren dat afhangt, gaat Verdonschot nu aan de UvA onderzoeken. Maar ondertussen tikt de klok door. Er zit geen rek meer in de ecosystemen en de EU verwacht resultaat. ‘De waterkwaliteit moet in de komende jaren omhoog. Massale uitsterving van soorten is tot nu toe uitgebleven omdat ecosystemen nog de veerkracht hadden watervervuiling op te vangen, maar nu daar de gevolgen van klimaatverandering bijkomen, zullen we veel soorten, als de riviereendagsvlieg en de alpiene bronplatworm niet terugzien in Nederland.’ Dat die dieren onbekend en daarmee onbemind zijn, compliceert de strijd. ‘Als de bever uitsterft, zijn we massaal in beroering en ontwerpen we reïntegratieprogramma’s in de Biesbosch, alsof je daarmee het systeem weer herstelt. Maar de duizenden dier- en plantensoorten die ervoor zorgen dat de bever in zuurstofrijk water kan leven, vis te eten heeft en die er bovendien voor zorgen dat ons drinkwater gezond blijft, daar maakt niemand zich druk om. Daarvan zien we de waarde pas op het moment dat ze er niet meer zijn.’ yyy
FoliaMagazine
25
(advertenties)
WIN ééN jaar collegegeld!
FeeSTje...?
SloT
FeeST! Slotfeest! Maandag 9 december 2013 (19.30 uur), sluiten de Studentenartsen hun 75-jarig jubileumjaar af met een groot feest.
FLOOR AGENDA
KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4 | WWW.FLOOR.HVA.NL HVA COLLEGECAFÉ: MARINA VAN DONGEN OVER ‘DE ADOPTIEMONOLOGEN’ Woensdag 20 november, 16:30 -18:00 uur, tribune In De Adoptiemonologen, geschreven door freelance journalist en schrijfster Marina van Dongen (1967), vertellen zij en 27 anderen wat adoptie in hun leven betekent. De schrijfster werd zelf als klein meisje geadopteerd uit Griekenland. Hoe ga je om met het gegeven dat je zowel afgestaan als uitgekozen bent? Speelt adoptie een rol bij het aangaan van relaties. Ben je op zoek gegaan naar je biologische ouders? Het zijn vragen waarmee geadopteerden vroeg of laat worden geconfronteerd en waarop zij in het boek antwoord geven. Met het boek wil de schrijfster een podium bieden voor geadopteerden.
CREATING TOMORROW
HVA COLLEGECAFÉ: ANJA VINK OVER ‘VAN DEZE KINDEREN GA JE HOUDEN’ Dinsdag 3 december, 16:30 -18:00 uur, tribune Journalist Anja Vink (o.a. NRC Handelsblad) zat een jaar lang in klas 1D van de Gijsbert Karel van Hogendorp, een vmbo voor economie en ict. Wat maakt een school goed? En wat een leraar? Hoe motiveer je leerlingen die er niet dol op zijn om naar school te gaan? Vragen waarop ze in de zestien jaar dat ze over onderwijs schrijft nooit echt een antwoord op had gevonden. In HvA CollegeCafé komt Vink praten over haar ervaringen gedurende het jaar in de klas en het boek dat ze erover schreef: ‘Van deze kinderen ga je houden.’ Journalist Vink kreeg onlangs de Nationale Prijs voor Onderwijsjournalistiek uitgereikt.
© Anne Helmond
Je vindt alle informatie op: www.75jaarStudentenartSen.nl
overigens
Het aantal promovendi aan Nederlandse universiteiten is sterk gestegen, van 2500 in 2003 naar ruim 4000 dit jaar.
Prima ontwikkeling. Meer promovendi betekent meer onderzoek en dus meer kennis. roel van driel hoogleraar biochemie
raoul engelbert lector en hoogleraar fysiotherapie
roel van driel ‘Een onzinnige stelling! Kwantiteit is geen kwaliteit. Steeds meer promovendi verzamelen inderdaad steeds meer gegevens. Vooral in de levenswetenschappen zijn de meetmogelijkheden toegenomen. Maar het onderzoek is verschraald. Men zoekt correlaties in de eindeloze hoeveelheid data, zonder eerst een weloverwogen hypothese te formuleren. Nu lukt het nog om die correlatiestudies gepubliceerd te krijgen en daar worden promovendus en begeleider op beoordeeld. Dat moet anders. Daarom heb ik met een aantal onderzoekers het initiatief genomen wetenschappers, beleidsmakers en patiëntenorganisaties samen te brengen, zodat wetenschappers zich bewust worden van relevante maatschappelijke vragen, zonder dat het onderzoek inboet aan uitdaging. Gegeven het geringe aantal promovendi dat verder gaat in de wetenschap, vind ik dat we ze beter moeten opleiden. Ze leren onderzoekstechnieken en analytisch denken, maar hebben buiten de wetenschap meer nodig: denk aan onderhandelen, schrijfvaardigheid, met mensen omgaan. In dat opzicht is de educatieve waarde van een promotie suboptimaal.’
Ans kolk hoogleraar Sustainable Management
raoul engelbert ‘Eens. Nederland is een kennisland en dat moeten we nog meer worden. Een promotie is een proeve van bekwaamheid wat betreft onderzoekscapaciteiten en hoe meer mensen die afleggen, hoe beter. Voorwaarde is wel dat de lat hoog blijft liggen, maar voor zover ik dat kan overzien is dat bij geneeskunde zeker het geval. Promovendi moeten verschillende soorten studies doen en een literatuurbespreking schrijven voor hun promotie. Je moet de onderzoeksinspanningen wel onder relevante speerpunten bundelen. Het universiteitsbestuur maakt strategische keuzes wat betreft de onderwerpen waar ze zich op wil profileren. Als op die onderwerpen veel mensen promoveren, krijg je ook weer financiering binnen, waarmee je weer nieuwe promovendi kunt aanschaffen en zo gaat de onderzoekskwaliteit omhoog. Dat veel promovendi niet verder kunnen in de academische wereld is geen ramp. De allerbesten stromen door en voor veel anderen zijn er mooie plekken in het onderwijs. Op de HvA hebben we bijvoorbeeld plekken waar gepromoveerden onderwijs en onderzoek kunnen combineren.’
Ans kolk ‘Eens. Een groot deel van de stijging komt bij geneeskunde vandaan. Hoe het daar gaat weet ik niet. Maar ook bij ons in de bedrijfskunde is het aantal promoties gestegen, zij het minder sterk. Dit is in overeenstemming met de groei van het vakgebied bedrijfskunde in die periode. Niet alleen het aantal promoties, ook de kwaliteit is toegenomen. Hoofdstukken van een proefschrift vormen nu vaak de basis voor artikelen in peer reviewed journals, proefschriften zijn bijna altijd in het Engels en leveren een internationale bijdrage. Ik lijd niet aan het vroeger-was-alles-betersyndroom. Wellicht was voor sommigen het proefschrift vroeger hun levenswerk, maar dat dat is veranderd, vind ik niet zo’n probleem. Een promotie is een bewijs dat je zelfstandig als onderzoeker kunt werken, je hoeft niet je magnum opus aan het begin van je wetenschappelijke carrière te schrijven. Bovendien komen gepromoveerden van ons ook buiten de wetenschap op allerlei nuttige plekken terecht, bij bedrijven, internationale organisaties, adviesorganen en maatschappelijke instanties.’ yyy Marieke Buijs
FoliaMagazine
27
Folia vond Kleine en grote nieuwtjes van buiten de muren van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Zie ook foliaweb.nl/vond. samenstelling Jim Jansen
doCUmentAIre over UvAALUmnUS Edial Dekker schitterde deze weken in een tweedelige NCRV-documentaire van Frans Bromet. Dekker is samen met zijn broer oprichter van Gidsy, een ‘marktplaats van authentieke ervaringen’. In de documentaire volgt Bromet het tweetal tijdens hun route naar succes. Ze dineren met toenmalig koningin Beatrix en ontmoeten de voormalige Googletopman Eric Schmidt, maar worstelen ook met een geldgebrek. Gidsy is dit voorjaar overgenomen door branchegenoot Get Your Guide.
AStmApAtIënten doen LAnGer over ZWAnGer Worden Uit onderzoek van het Bispebjergziekenhuis in Denemarken blijkt dat astma een negatief effect kan hebben op de vruchtbaarheid van vrouwen. Van de 15.000 respondenten hadden er 955 astma. 27 procent van de vrouwen met astma deden er langer dan gemiddeld over om zwanger te worden, terwijl dat maar bij 21,6 procent van de vrouwen zonder astma het geval was. Overigens tast astma de vruchtbaarheid niet aan; er was geen verschil in het aantal gebaarde kinderen tussen de twee testgroepen.
28
FoliaMagazine
WetenSCHAp & onderZoek
WereLd
koFFIedrInken verLAAGt kAnS op dIABeteS Als je drie of vier koppen koffie per dag drinkt, neemt de kans dat je diabetes type 2 ontwikkelt met een kwart af. Dat blijkt uit onderzoek van het Institute of Scientific Information on Coffee. Het resultaat is niet afhankelijk van de cafeïne in de koffie. De onderzoekers vonden geen verschil tussen gebruikers van cafeïnevrije koffie en drinkers van koffie met cafeïne.
LIever SLeCHt nIeUWS eerSt Mensen krijgen liever eerst slecht nieuws te horen en dan pas het goede. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Californië. Nieuwsbrengers doen dat op dit moment in het algemeen andersom. Het verstoppen van slecht nieuws in goed nieuws is volgens de onderzoekers geen goede tactiek. Dat blijkt alleen maar verwarring te scheppen.
poLSSLAG BrItSe kInderen SneLLer De polsslag van Britse kinderen is de laatste 30 jaar gestegen met gemiddeld twee kloppingen per minuut. Dat blijkt uit onderzoek van de University College London. Volgens de onderzoeker is de oorzaak daarvan dat kinderen dikker zijn en minder bewegen dan dertig jaar geleden. De stijging kan leiden tot meer gevallen van diabetes en hart- en vaatziekten op latere leeftijd.
nIeUWe kAttenSoort ontdekt Een in Tibet gevonden fossiel van 4 tot 6 miljoen jaar oud behoort toe aan een niet eerder ontdekte kattensoort. Californische onderzoekers schreven dat vorige week in Proceedings of the Royal Society. De kattensoort lijkt op een dik jachtluipaard en heeft de naam Panthera blytheae gekregen. De ontdekking werpt nieuw licht op het ontstaan van het onderscheid tussen grote en kleine katachtigen. Het oudste fossiel dat daarop duidde was 3,5 miljoen jaar oud.
Curvers
promoties dInSdAG 26/11 10.00 uur: Marc Hogenbirk - Experimentele moleculaire genetica
Defining Risk Factors for Genomic Instability in B Cells. Novel Insights from NGS-Based Technologies (Agnietenkapel)
12.00 uur: Bastiaan Warnaar – Geneeskunde Modeling and Clinical Diagnosis of Dead Regions in the Cochlea (Agnietenkapel)
hora est
Aziza Ouguir, wijsbegeerte 29 november, 11.00 uur, Aula
‘Feminisme is ook binnen de islam mogelijk’
14.00 uur: Rita Szudoczky – Rechtsgeleerdheid
The Sources of EU Law and their Relationships. Lessons for the Field of Taxation (Agnietenkapel)
WoenSdAG 27/11 10.00 uur: Giannicola Scarpa – Theoretische informatica
Quantum Entanglement in Non-Local Games, Graph Parameters and Zero-Error Information Theory (Agnietenkapel)
11.00 uur: Dick Jan van Dijk – Onderwijskunde
De taal van oplossingen. Een empirisch begrippenkader voor oplossingsgerichte interactie (Aula)
12.00 uur: Annemiek Rollman – Tandheelkunde
Improvement and Care Seeking for Temporomandibular-Pain Complaints. The Complexity of Chronic Pain (Agnietenkapel)
14.00 uur: Maryam Pakpour – Natuurkunde
Rheology of Dry, Partially Saturated and Wet Granular Materials (Agnietenkapel)
donderdAG 28/11 12.00 uur: Jenifer Chao – Cultural Analysis Sensible Interventions. Cultural Resistance Post-9/11 (Agnietenkapel)
14.00 uur: Marc Bron – Informatica
Exploration and Contextualization through Interaction and Concepts (Agnietenkapel)
vrijdAG 29/11 10.00 uur: Selma de Nijs – Geneeskunde
Clinical and Inflammatory Markers in Asthma and COPD Phenotyping (Agnietenkapel)
11.00 uur: Aziza Ouguir – Wijsbegeerte
Female Religious Agents in Morocco: Old Practices and New Perspectives (Aula)
12.00 uur: Christian Eschauzier – Milieuchemie Perfluoroalkyl Acids in Drinking Water: Sources, Fate and Removal (Agnietenkapel)
Bevinding ‘Het gangbare beeld van de Marokkaanse moslimvrouw is dat van een passief, onderdrukt slachtoffer van een patriarchale, religieuze ideologie. In het NWO-programma waarvan mijn dissertatie onderdeel is, wordt onderzocht of westerse emancipatie te verenigen is met de rol van vrouwen in de islam. Ik ben de geschiedenis ingedoken van vrouwelijke heiligen uit Marokko en heb onderzocht hoe Marokkaanse vrouwen hen vandaag de dag zien. Ik bezocht graven van de heiligen en voerde gesprekken met de vrouwen die bij die graven bidden. Zij ervaren deze heiligen als rolmodel en moreel voorbeeld. Maar ook voor seculiere Marokkaanse vrouwen vormen zij een bron van inspiratie. Met hun denkbeelden, zo blijkt uit mijn onderzoek, dagen Marokkaanse vrouwen de patriarchale gemeenschappen waarin ze verkeren uit. Feminisme is ook binnen de islam mogelijk.’ Leuk ‘Een van de heiligdommen die ik voor mijn onderzoek wilde bezoeken – van de heilige Lalla Aziza Saksawiyya – bevond zich in het hoge Atlasgebergte, afgesloten van wegen en de rest van de wereld. Ik moest een ezel huren om er te komen; een onvergetelijk avontuur.’
14.00 uur: Daniela Peroni – Scheikunde
moeilijk ‘Het bestuderen van de hagiografieën was een enorme uitdaging, omdat zij opgeschreven zijn in een oud en traditioneel schrift – het viel niet mee om deze bronnen te lezen en te doorgronden.’ yyy Gijs van der Sanden
Voor uitgebreide informatie zie www.uva.nl/nieuws-agenda.
Aziza Ouguir, Female Religious Agents in Morocco: Old Practices and New Perspectives.
13.00 uur: Klaartje van Engelen – Geneeskunde Genetics and Inheritance Issues in Congenital Heart Disease (Aula) Advancing GC×GC through Integrated Sample Preparation Methods and Optimized Column Formats (Agnietenkapel)
Eisen ‘Jean Tillie eist excuses Nicolaï om domme uitspraak.’ Mooi hè, eisen. Waar je met een vraag gewoon maar iets de wereld inslingert, weet een eis precies waar-ie recht op heeft en eenmaal geschapen, blijft zo’n ding met koeienletters in de lucht hangen. Dan is het wachten geblazen. Al twee lange weken, in dit geval. De ‘domme uitspraak’ in kwestie was van Atzo Nicolaï, DSM-bons en voorzitter van de Raad van Toezicht van de HvA en UvA. In een interview met Intermediair antwoordde hij op de vraag ‘of technologie ook leuk is voor alfa’s’ dat je vooral géén politicologie of rechten moet gaan studeren. De uitspraak wordt door deskundigen ook wel in de categorie ‘grapjes’ ingedeeld, en omdat Nicolaï zelf oud-student bij beide afdelingen is, kunnen we het ook tot de zelfspot rekenen. Niet bepaald een dijenkletser, maar goed. Er valt nog over te twisten of de grap in kwestie een kern van waarheid, in dit geval de mening van Nicolai over politicologie, bevatte. In elk geval waren deskundigen het erover eens, dat van de potentiële politicologiestudenten geen één Intermediair leest. Wel was er onder de lezers van Intermediair vast een aantal politicologen. Die hadden brieven kunnen schrijven, of het nut van politicologie voor de technologie vurig kunnen verdedigen. Niemand deed dat. Maar één man liet dit niet over zijn kant gaan, en besloot actie te ondernemen: hij schiep een eis. Het grapje staat overigens niet op zichzelf: ook Kamerlid Johan Houwers (VVD) maakte twee jaar terug een grapje tegen Tillie: hij vroeg per tweet of het onderzoek dat Tillie aanhaalde soms van dhr. Stapel afkomstig was. Tillie eiste excuses. Stef Blok van de VVD bood ze aan. Op het moment van schrijven is de eis nog niet ingewilligd. Op Roeterseiland leest men intussen Elsevier en Quote, op zoek naar meer onopgemerkte beledigingen. yyy Emma Curvers
FoliaMagazine
29
Een grenzeloze geesteswetenschapper In Folia maakt kennis deze week: Rens Bod, hoogleraar Computational & Digital Humanities. tekst Dirk Wolthekker / foto Danny Schwarz
‘W
at het meest kenmerkend is voor Rens, is zijn aanstekelijke enthousiasme. Hij kan ongelofelijk boeiend vertellen over zijn vak en alleen al door zijn intonatie raak je in de ban van wat hij te vertellen heeft. Zijn werk op het gebied van de Digital Humanities is bijzonder innovatief.’ Dit zegt oud-decaan van de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) en hoogleraar comparatieve mediastudies José van Dijck over haar collega Rens Bod. Vanuit Philadelphia, waar ze momenteel lezingen verzorgt, voegt ze eraan toe: ‘Rens denkt nooit in disciplines. Hij is altijd bezig met the big picture. Voor hem zijn er geen grenzen binnen of buiten de geesteswetenschappen. Daarmee opent hij een heleboel ogen die meestal toch vooral naar binnen gericht zijn.’ Rens Bod (Bergh [Gld], 1965), is hoogleraar Computational & Digital Humanities aan de FGw. Rens, getrouwd en één zoon, is de vleesgeworden multidisciplinariteit: in Utrecht haalde hij twee propedeuses, een in de natuurkunde & astronomie en een in de kunstgeschiedenis. Vervolgens haalde hij een master in de letteren aan de Università La Sapienza in Rome en een master in alfa-informatica aan de UvA, de universiteit waaraan hij ook promoveerde. Daarna
30
FoliaMagazine
had hij zo’n beetje elke academische functie die denkbaar is: research fellow, postdoc, advanced research fellow, KNAW-fellow, you name it. In de tussentijd was hij ook nog hoogleraar Cognitive Systems aan de Schotse University of St. Andrews en schreef hij een groot aantal wetenschappelijke publicaties en is hij lid van een groot aantal (advies)raden en commissies. Voor
‘Rens is zeer open-minded’ wie nog steeds niet van Rens’ kennis en kunde overtuigd is: hij sleepte de afgelopen jaren ook nog allerlei onderzoeksbeurzen en -prijzen in de wacht. Alleen de Spinoza premie ontbreekt nog. ‘Het lukt mij maar nauwelijks om over Rens ook maar iets echt kritisch te opperen,’ zegt goede vriend en wetenschapshistoricus Floris Cohen, als bijzonder hoogleraar verbonden aan de Universiteit Utrecht. ‘Hij is van onwaarschijnlijk veel markten thuis, denkt en werkt razendsnel en enorm inventief, en dan is er ook nog die meeslepende geestdrift van hem. Met het opsporen van patronen in de wetenschapsgeschiedenis houd ik me al heel lang bezig, maar
ik deed dat nogal onbewust. Dankzij Rens snap ik nu een stuk beter wat ik dan eigenlijk aan het doen ben. Gek genoeg voelt hij zich er soms wat onzeker over dat hij geschiedenis schrijft zonder officieel van het vak te zijn. Maar meteen al met de allereerste versie van De vergeten wetenschappen. Een geschiedenis van de humaniora, waar ik helemaal paf van stond, kon ik hem geruststellen: hij heeft zichzelf weten te vormen tot een echt eersterangs historicus.’ In dat boek, dat in 2010 verscheen bij Prometheus, doet Rens uit de doeken hoe alfawetenschappers uit alle delen van de wereld van grote invloed zijn op de mondiale samenleving. Zo leidde de ontdekking van een grammatica voor het Sanskriet tot de eerste programmeertalen, terwijl de ontdekking dat talen aan elkaar verwant zijn de genetica inluidde, schreef De Groene Amsterdammer onlangs in een aan de digitale revolutie gewijde speciale editie. Daarin sprak Rens over ‘de explosie van digitale data in de geesteswetenschappen’. Ook pleitte hij voor een Higgsdeeltje in de geesteswetenschappen. ‘Ik denk wel dat het nuttig is voor de geesteswetenschappen zo’n deeltje te hebben, ja. Ons geesteswetenschappers is helaas geleerd alleen maar vanuit het unieke te denken en niet vanuit het universele.’
Folia maakt kennis Deze manier van denken en redeneren, met een open oog naar andere disciplines en naar alternatieve opvattingen, die is kenmerkend voor Rens, zeggen de mensen om hem heen. Zo vindt ook Stefan Frank, die bij Rens postdoc is geweest. ‘Rens is zeer open-minded. Hij staat altijd open voor nieuwe visies en opvattingen,’ zegt Frank. ‘Zo heb ik eens een keer een project met hem gedaan dat eigenlijk tegen zijn taalkundige ideeën indruiste. Maar daar gaat hij dan toch rustig in mee. Dat is heel inspirerend, want daardoor voel je je als onderzoeker niet verplicht aan zijn theorieën te voldoen. Rens is echt een hands-off supervisor. Dat geeft vrijheid en inspiratie. Hij heeft bovendien een erg aanstekelijk enthousiasme. De conclusies van een onderzoekje dat ik had gedaan wilde hij eens direct als artikel naar het wetenschappelijk tijdschrift Science sturen. Zelf ben ik iemand van “ho ho, niet te snel”, maar Rens helemaal niet. Uiteindelijk is dat artikel nooit gepubliceerd, maar we hadden het wel opgestuurd. Zonder de aanmoediging van Rens was dat nooit gebeurd.’ Floris Cohen voegt er nog aan toe: ‘Rens en ik worden weleens gevraagd als spreker op een conferentie. In zo’n geval vraag ik de organisatie of ik vóór hem mag, want als je ná hem optreedt, val je haast per definitie tegen.’ yyy
Folia Radio zendt op 20 november een interview uit met Rens Bod. Aan de orde zullen komen de digitale revolutie in de geesteswetenschappen, het belang van multidisciplinariteit en Italië. Te beluisteren via Amsterdam FM, in de ether op 106.8 en op de kabel op 103.3, tussen 16.00 en 17.00 uur. Vanaf de volgende dag terug te luisteren via foliaweb.nl/radio. De uitzending is op zaterdagmiddag 15.00 uur terug te zien op Salto TV. Daarna via salto.nl.
FoliaMagazine
31
(advertenties)
LOVE IT...
MET AL JE VRIENDEN IN ACTIE KOMEN
UvA Shop introduceert haar nieuwste aanwinst:
KOM OOK IN ACTIE CHECK FIGHTCANCER.NL
Onmisbaar! Deze nood oplader voor uw smartphone Kijk voor nog meer leuke cadeau-idee毛n op
www.uvashop.nl
Wanneer u v贸贸r 15 december 2013 een bestelling plaatst, is de verzending gratis! (actiecode: Folia1113)
illustratie Denise van Leeuwen In deze serie beschrijft Alie Boudount het studiejaar 2002-2003, een periode waarin hijzelf en Nederland op drift waren.
Malaga deel 8 Waarin ik via Spanje terugreis naar Nederland
H
et groenblauwe logo van de veerbootmaatschappij Trasmediterranea op de schoorsteen had door de rook haar glans verloren. De hoeken van de twee T’s krulden armoedig. Het veer lag in de haven van Melilla, Spaans Afrika. Na bijna zes weken besloot ik terug te gaan naar Nederland. De week ervoor was ik ook in Melilla. Anderhalf uur stond ik in de rij bij de grens. De gelukzoekers wisten dat ze Spanje niet in mochten, toch probeerden ze het telkens weer, alsof de grensbewakers door een macht die sterker was dan hun landsgezag hen bij een volgende poging op andere gedachten zou brengen. Maar de douaniers waren genadeloos, net als de zon. De enigen die door mochten lopen waren Marokkanen met een Europees paspoort. Wij, de vakantiegangers. De anderen werden teruggestuurd of weggeslagen. Tijdens de vakantie kwam af en toe de zorg naar boven drijven: wat ga je straks doen in Neder-
land? Het zachtste zuchtje wind, korte blik op het uitgebreide ontbijt, slok romige karnemelk of avondwandeling door het gewelfde landschap verdreef die vraag. In Kassita was het leven eenvoudig en goed. Zoals mijn oom Abderrahman het verwoordde: ‘Je eet hier een vrucht, spuwt de pit uit en een paar maanden later groeit er nieuw leven.’ De Spaans-Marokkaanse grens was de hel. Daar spuugde het bestaan de ongelukkigen recht in het gezicht. Op het terras van een tapascafé bracht de ober mij gebakken ansjovis en vers stokbrood. Niet ver van waar ik zat, droomden ze van een leven als dat van mij. Niet dat ik mij schuldig voelde. Ik kon niets voor ze doen. Er was wel ongerief, een ongemak dat het wegkijken stopte. Ik wiste de 33 muzieknummers voor Roos, en ging naar Kassita om mijn terugreis voor te bereiden. Ik keek naar de kade. Ferrypersoneel in blauwe overalls en met smeerhanden, die auto’s met porte bagage de veerboot in dirigeerde, had weinig geduld. De Spaanse scheldwoorden zorgden voor een drukkende hitte. Om hun puta-verwensingen kracht bij te zetten, sloegen ze met vlakke hand op het autoplaatwerk, alsof het ongehoorzame lastdieren waren. Ik ging aan de zeekant op een
ligbedje zitten. Uit mijn rugzak haalde ik Een kille regen. Gedurende de negenurige overtocht las ik het boek uit. De roman lag in ons huis in Kassita. ‘Van Allal,’ antwoordde moeder. Hij was de enige van ons die soms las. Er bestonden niet veel mensen als mijn broer. Hij was een paar jaar ouder en had vele levens gekend. Hij woonde drie jaar in Malaga. Gedwongen. Allal had het bijna gehaald. De narcoticahonden van het Europese continent deden hem de das om. Hij had Marokko met een partij hasj verlaten (omgekocht), was de exclave ingekomen (omgekocht) en het veer opgereden (omgekocht). In Malaga werden de drugs ontdekt. Hij kreeg vier jaar gevangenisstraf. Na drie jaar was hij terug in Schalkwijk. Om zijn vroegere leven af te zweren nam hij een nieuwe moraal aan, die van het geloof. Hij wilde rust en structuur. Allal trouwde zonder feestelijke partij met Zoeliga, verhuisde naar Nieuw-Vennep en vond werk als installateur. yyy Alie Boudount Alie Boudount (Marokko, 1984) woont sinds zijn vierde in Nederland. Hij studeerde aan de HvA en de UvA. Hij is vrijgezel, woont in Amstelveen en werkt in Amsterdam als parkeerwachter.
FoliaMagazine
33
prikbord HvA
34
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
DBSV BSM-convenant
DEM Fraijlemaborg
Het Zaanse Pascal College en de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) hebben een convenant gesloten om een betere doorstroom te waarborgen. Scholieren van het Pascal College die het vak ‘Bewegen, sport & maatschappij’ (BSM) volgen, kunnen na twee jaar doorstromen naar de ALO. Voorheen werden de leerlingen nog fysiek getest, maar door de kwaliteit die het Pascal College biedt acht de ALO dit niet langer nodig. Wel wordt de BSM-docent nog om advies gevraagd. Scholieren kunnen door het convenant voortaan ook proeflessen aan de ALO volgen.
Op 8 november is de bibliotheek van HvA-locatie Fraijlemaborg na een verbouwing heropend. De verbouwing was nodig om meer werk- en stilteplekken te creëren. Daarnaast is er in de mediatheek een loungegedeelte aangelegd en kunnen studenten nu afspreken in zogenaamde vogelhuisjes. Een aantal werkplekken met computers is verplaatst naar een ruimte die voorheen aan Randstad toebehoorde. De verbouwing vindt plaats in het kader van de verhuizing van het Domein Economie & Maatschappij (DEM). In 2015 wil DEM enkel op de Amstelcampus en in Fraijlemaborg zitten.
DOO Onderwijsleerproces
HvA Twitter
Op vrijdag 22 november aanvaardt Ron Oostdam vanwege de Hogeschool van Amsterdam het bijzonder hoogleraarschap onderwijsleerprocessen. Onder de titel Zorgen voor juf en mees – van onderwijzen naar leren spreekt hij in de Aula van de UvA zijn oratierede uit. Daarin gaat hij voornamelijk in op de invloed die onderwijzers hebben op onderwijsprestaties en op de nadruk die de overheid legt op toetsresultaten. Ron Oostdam is op dit moment lector Maatwerk in leren & instructie aan de HvA. De oratie begint om 16.00 uur en is na aanmelding vrij toegankelijk.
Uit onderzoek van socialmediatool Coosto blijkt dat de Hogeschool van Amsterdam de sociaalste twitteraar onder de hogescholen en universiteiten met een twitteraccount is. Op de tweede plek staat Hogeschool InHolland en TU Delft is op plek drie de beste universiteit als het op het gebruik van sociale media aankomt. In het onderzoek werd gekeken naar de verhouding tussen eigen tweets, reacties op tweets van anderen en retweets. Gemiddeld zijn 59 procent van de tweets van onderwijsinstellingen eigen tweets, is 15 procent een retweet en 26 procent een reactie.
HvA Vmbo-school
DMR Visitatie
Wat maakt een school goed? En hoe onderscheidt een goede leraar zich van anderen? Dinsdag 3 december spreekt onderwijsjournalist Anja Vink daarover in het College Café. Een jaar lang zat zij in een brugklas van een vmbo-school in Rotterdam-Delfshaven. Daarover schreef ze het boek Van deze kinderen ga je houden. Naar aanleiding van de verschijning daarvan spreekt ze over wat een goede school is en hoe je kinderen die niet naar school willen toch motiveert. Het College Café begint om 16.30 uur en vindt plaats op de tribunes van het Kohnstammhuis.
De opleiding maatschappelijk werk & dienstverlening heeft een bezoek van de visitatiecommissie goed doorstaan. Die commissie stelt een positief advies voor aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De doelstellingen en de leeromgeving zijn het predicaat ‘Goed’ toebedeeld en de toetsing en het gewenste eindniveau werden als ‘Voldoende, met uitzicht op goed’ beoordeeld. Om de laatste stap naar ‘Goed’ te zetten moet er volgens commissievoorzitter Hans Stoltenborg scherper worden toegezien op taalgebruik in werkstukken en opdrachten.
DBSV Scriptieprijzen
HvA Participatie-economie
Vier DBSV-alumni wonnen deze week scriptieprijzen. Diëtetiekstudenten Nina Schotman en Merel Vrijmoeth zijn de gelukkige winnaars van de Nestlé Scriptieprijs voor Diëtetiek. Het tweetal schreef hun scriptie in opdracht van het Rotterdamse Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis over de voedingstoestand, groei, energiebehoefte en energie-inname van kinderen in Nederland met gedilateerde cardiomyopathie. Lydia Schotema en Matty Karsten wonnen een week eerder de NVVL-jaarprijs voor beste afstudeerscriptie in levensmiddelentechnologie, voeding of diëtetiek.
Op initiatief van onder meer de HvA wordt dinsdag 26 november het Nationaal Laboratorium Participatieeconomie georganiseerd. Burgers, politici en instanties gaan die dag in De Meervaart in gesprek over de WEconomy, de participatiesamenleving en de omslag naar duurzame verandering. De stelling van de dag is ‘Zonder participatie-economie blijft de participatiesamenleving een lege huls.’ Onder anderen HvA-lector Martin Stam zal spreken. Deelname kost 65 euro (40 euro voor studenten) en aanmelding is verplicht. Dat kan via natlab2013@erop.org.
FoliaMagazine
MWD
prikbord UvA
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
Onderzoek Midden-Oosten
FMG Unilever
Sinds vorige week heeft de UvA officieel een centrum voor Midden-Oostenstudies. Het Amsterdam Centre for Middle Eastern Studies (ACMES) brengt de expertise met betrekking tot het Midden-Oosten bijeen vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines met als doel het bevorderen van een gezamenlijke onderzoeksagenda. De wetenschappers zijn werkzaam op vakgebieden als antropologie, arabistiek, (kunst)geschiedenis, Hebreeuws en politicologie. Oprichter en directeur van het ACMES is Robbert Woltering van de afdeling Semitische talen en culturen.
Oud-student en inmiddels aio bij communicatiewetenschap Toni van der Meer heeft de Unilever Research Prize in de wacht gesleept. Van der Meer kreeg de prijs toegekend voor zowel zijn bachelor- als zijn masterscriptie. Zijn bachelorscriptie ging over cause related marketing, zijn masterscriptie – gepubliceerd in het Tijdschrift voor Communicatiewetenschap – ging over framing van crises bij bedrijven en organisaties. De masterscriptie is momenteel under review voor publicatie in een peer reviewed vaktijdschrift. De prijs bestaat uit een beeld en 2500 euro.
Alumni Nicole
UvA-VU Europa
Franssen
UvA-alumna chemicus Nicole Franssen heeft de Golden Thesis Award 2013 gewonnen van het Dutch Polymer Institute (DPI). De prijs is haar op 5 november uitgereikt. Nicole Franssen promoveerde in december 2012 bij hoogleraar Bas de Bruin op de dissertatie Functional (co) Polymers From Carbenes. Volgens De Bruin blinkt Franssens proefschrift uit door transparantie en toegankelijkheid. Haar onderzoek leidde tot een DPI-patent en zeven wetenschappelijke publicaties. Franssen is tegenwoordig werkzaam bij Shell Global Solutions in Amsterdam.
Ook op het gebied van de maatschappij- en geesteswetenschappen schrijdt de samenwerking tussen UvA en VU voort. Beide instellingen starten een onderwijs- en onderzoekscentrum voor hedendaagse Europa-studies. Het Amsterdam Centre for Contemporary European Studies (ACCES Europe) legt de focus op de Europese Unie en geeft uitvoering aan het gelijknamige zwaartepunt aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Jonathan Zeitlin, hoogleraar Public Policy & Governance en faculteitshoogleraar aan de FMG wordt wetenschappelijk directeur.
Studentenartsen Lustrum
UvA-VU Nanolithografie
Op 9 december bestaan de Studentenartsen 75 jaar en dat wordt groots gevierd. In 1938 begonnen de artsen als Stichting voor Universitaire Gezondheidzorg, met als eerste bestuursvoorzitter niemand minder dan toenmalig burgemeester Willem de Vlugt. Inmiddels is Peter Vonk er de baas en die heeft op 9 december een knalfuif georganiseerd in Crea. Louise Gunning opent het feest. Er zijn filmpjes van de studentenartsen, er is muziek door Gerard Jan Alderliefste en er is cabaret van Jan Jaap van der Wal. Plus: muziek en drank! Zie www.75jaarstudentenartsen.nl.
Het Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL), een samenwerking van ASML, FOM, NWO, UvA en VU, gaat op 1 januari 2014 van start. ARCNL is een nieuw, publiek-privaat gefinancierd onderzoekscentrum dat op initiatief van ASML is opgericht. De overeenkomst is inmiddels getekend. Joost Frenken is benoemd tot eerste directeur. Het nieuwe onderzoekscentrum gaat fundamenteel onderzoek verrichten op het gebied van de nanolithografie, de belangrijkste technologie voor het produceren van computerchips en processoren in pc’s, smartphones en tablets.
FMG De
FNWI Epidemieën
Jonge Akademie
Communicatiewetenschapper Rens Vliegenthart (1980) en medisch oncoloog Hanneke van Laarhoven (1973) zijn gekozen tot nieuwe leden van De Jonge Akademie, de jongerentak van de KNAW. In 2012 publiceerde Vliegenthart het boek U kletst uit uw nek, een boek over de relatie tussen politiek, media en kiezer in de afgelopen vijftig jaar. Hanneke van Laarhoven is als medisch oncoloog en theoloog verbonden aan het AMC. Op beide wetenschapsgebieden is zij gepromoveerd. Voor mensen die niet meer zullen genezen, heeft Van Laarhoven ‘Levensgesprekken’ opgezet.
Op 27 november vindt er in de centrale hal van de bètafaculteit op Science Park weer een Bèta Break-debat plaats. Daarin bespreken voor- en tegenstanders steeds een actueel bèta-probleem. Thema deze keer: ‘epidemieën en vaccinatie’. Gasten bespreken de techniek en geschiedenis van vaccinatie, de werking van vaccinatieprogramma’s en de recente uitbraak van mazelen. Te gast onder meer Ben Berkhout, hoogleraar humane retrovirologie aan het AMC en Cisca Buis, hoofdredacteur bij de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken. Aanvang: 12.00 uur.
FoliaMagazine
35
wasdom Veel oog voor wetenschap Judith Koelemeijer Leeftijd 46 (geboren op 8 april 1967) Beroep Schrijver van onder meer Het zwijgen van Maria Zachea, Anna Boom en Hemelvaart. Studie Nederlands en culturele studies (UvA), postacademische dagbladopleiding journalistiek (PDOJ, Erasmus Universiteit) Afgestudeerd 1992 Docent ‘Anthony Mertens, docent Nederlandse letterkunde. Het enthousiasme waarmee hij over schrijven en over auteurs kon spreken, was heel indrukwekkend. Hij sprong er uit door zijn bevlogenheid.’ Locatie ‘Van de locaties waar ik onderwijs heb gevolgd, staat me helemaal niets meer bij. Ze hebben in ieder geval niet veel indruk op me gemaakt.’ Café ‘Café het Paleis, vlak naast de universiteit. Het was de hang-out van mijn studie en ik heb er heel veel gezeten.’ Afknapper ‘In het eerste jaar kregen we grammatica van een zeer ongeïnspireerde docent. Ik vond het maar ingewikkeld en irritant. Ik was toch geen Nederlands gaan studeren om het hogere ontleden te leren?’
36
FoliaMagazine
stage Zij deed de PDOJ, studeerde Nederlands en culturele studies, en werd schrijver: Judith Koelemeijer. tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff
‘M
ijn nieuwste boek, Hemelvaart, gaat over de periode net voor mijn studententijd: na mijn eindexamen ging ik met vijf vriendinnen op vakantie naar Griekenland en in onze laatste nacht kwam mijn vriendin Annette om het leven bij een ongeluk. Daarna raakte ik behoorlijk de weg kwijt. Terug in Nederland kon ik mijn draai niet vinden en mijn studie inrichtingswerk bleek geen goede keuze. Na een jaar nam ik de vrij rigoureuze beslissing om te stoppen met studeren en naar Griekenland te reizen. Ik had enorm de behoefte om terug te gaan naar de plek waar het ongeluk was gebeurd. Bovendien had ik tijdens die vakantie een groot gevoel van vrijheid ervaren, dat ik na het ongeluk meteen weer was kwijtgeraakt. Dat gevoel wilde ik terugvinden. Ik zat een paar maanden in Griekenland, keerde terug naar Nederland om geld te verdienen in de horeca en reisde vervolgens met oude auto’s van Utrecht naar Togo, West-Afrika. Tijdens mijn reizen ontmoette ik veel mensen die in het reizen bleven hangen en dat was geen inspirerend voorbeeld. Ik wilde verder komen en dingen leren, dus besloot ik mij weer in te schrijven voor een studie. Omdat ik van lezen en schrijven hield, koos ik voor Nederlands. Ik had een vaag romantisch idee dat ik dan later iets met schrijven zou gaan doen. Na het eerste jaar ging ik verder met de postpropedeusestudie culturele studies, in de richting publicistiek. Dat bleek een heel leuke opleiding, maar totaal niet geschikt voor het echte leven. Het was echt een pretstudie waarbij je de meest uiteenlopende vakken kon kiezen. Ik heb bijvoorbeeld
inleidingen in filosofie, antieke oudheid en kunstgeschiedenis gevolgd. Ik moest ook wel een paar stukken schrijven, maar die werden beoordeeld door iemand die zelf geen journalist was. Waar nu werkelijk behoefte aan was bij kranten of tijdschriften en hoe ik een goed journalistiek stuk moest schrijven, dat leerde ik er niet. Pas tijdens een stage bij De Groene Amsterdammer kreeg ik mijn eerste lessen in de journalistiek. Na mijn afstuderen probeerde ik als journalist aan de slag te gaan door vier dagen per week in een galerie te werken en daarnaast schrijfopdrachten te zoeken. Maar ja, ik had geen netwerk en bijna geen ervaring, dus er kwam niet veel van terecht. Toen heb ik mezelf laten ontslaan bij die galerie en ben ik naar de sociale dienst gestapt. Ik trof een heel aardige mevrouw en ik legde haar uit dat ik absoluut naar de postacademische dagbladopleiding journalistiek in Rotterdam moest, omdat ik anders nooit als journalist zou kunnen werken. Zij was het daar mee eens en ik mocht die opleiding doen met behoud van een uitkering. Ik ben haar tot op de dag van vandaag dankbaar, want die opleiding was precies wat ik nodig had. Ik leerde er echt schrijven en kreeg een baan bij De Volkskrant. Na zes jaar nam ik ontslag om mijn eerste boek te schrijven. Dat kon dankzij wat financiële hulp van het Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten. Ik ben dus op allerlei punten in mijn carrière gesteund door de maatschappij. Precies door initiatieven waar nu op bezuinigd wordt en dat vind ik zorgelijk. Want zelfs al heb je het talent, de wil en de zin, dan nog steeds is het heel moeilijk om alles op eigen kracht te bereiken.’ yyy
edith Zomerdijk (21) Studie Ergotherapie, HvA Stage Heliomare verdiensten €150,- per maand. Sterren JJJJJ ‘Ik loop stage bij de afdeling revalidatie, amputatie en dwarslaesie. Heliomare is een heel grote organisatie die ondersteuning biedt aan mensen met een dreigende of aanwezige handicap, dat kan met speciaal onderwijs, revalidatie enzovoorts. In de eerste twee weken was ik vooral aan het observeren. Ik liep mee met mijn begeleiders en observeerde hun werkzaamheden. Na afloop vertelde ik hun wat mij opviel of wat ik eventueel anders zou hebben gedaan. Dat was heel leerzaam. Na die twee weken kreeg ik, weliswaar onder begeleiding, mijn eigen patiënten en kon het echte werk beginnen. Ik maak best lange dagen. Vier keer in de week ben ik van acht tot vijf aan de slag, dat kan best heel vermoeiend zijn. Ik doe onder andere de zogeheten ABL-behandelingen, dan assisteer ik mensen bij het douchen, wassen en andere dingen waar ze eventueel hulp bij nodig hebben. Dit zijn halfuursbehandelingen. De begeleiding die ik krijg is echt fantastisch. Ik sta er nooit alleen voor. Ik blijf natuurlijk wel een stagiair, dus ik doe ook dingen als voorbereidingen treffen en reflecteren aan het einde, maar dat hoort er nou eenmaal bij. Ik vind het werk ontzettend leuk, het sluit heel goed aan op mijn studie. Als ik afgestudeerd ben zou ik dit werk willen blijven doen.’ yyy Mike Hofman
FoliaMagazine
37
FoliaMagaz ine weekblad
toehoorders
cover JeRoen Murré
voor HvA
en UvA
nr. 11 20/11/201 3
‘Alles is mo oi om je hee n’
Xtc: de cham van het stude pagne ntenleven
colofon
Hoorcollege Introduction to Conflict Studies door gastspreker Jan Pronk, woensdag 6 november, 9:00 uur, Oudemanhuispoort tekst en foto’s Maartje Geels percentage internationale studenten 50 Scrabblewoorden peacekeeping operation, sovereignty, decolonization
‘W
ie kan er een recente VNvredesmissie noemen?’ Geen reactie. ‘Meer specifiek, een vredesmissie in Afrika dan?’ Voorzichtig gaan er enkele handen omhoog. Veel makkelijker wordt het de aanwezige studenten de daarop volgende twee uur niet gemaakt. De lesstof is uitgebreid en complex en wie nog niet helemaal wakker was, wordt snel genoeg bij het college betrokken. Gastdocent Jan Pronk, emeritus hoogleraar aan de Erasmus Universiteit, stuurt de ene na de andere vraag de zaal in. De studenten moeten even warmdraaien, maar al snel komt het vragenvuur op gang. De studenten: kritisch en veel voorkennis. Pronk: uiterst serieus en bedreven. Het onderwerp conflictstudies maakt veel los. ‘Het is de plicht van een staat om zich om haar volk te bekommeren. Daar mag een overheid zich niet aan onttrekken!’ In de zaal klinkt instemmend gemompel, en de hoogleraar op het podium maakt plaats voor de politicus. Waar bij aanvang nog wat gegrinnik klonk vanwege Pronks uitspraak van het Engels, wordt er een uur later geconcentreerd gefronst. De zaal is doodstil als Pronk vertelt over zijn ervaringen als VN-gezant tijdens de vredesmissie in Soedan. Na elven staat een verse groep studenten achter de collegezalen ongeduldig te schuifelen. En de aanwezigen? Die barsten uit in een welgemeend applaus. yyy
Gabriëlle Gerboh
21 jaar (Europese Studies) ‘Dit vak laat je verder kijken dan het nieuws. Je slikt niet zomaar alles dat om acht uur bij de NOS gepresenteerd wordt en een gastcollege als dat van Pronk laat zien hoe complex oorlogssituaties kunnen zijn. Het is fijn dat er zoveel gastsprekers uitgenodigd worden, zij hebben de werkervaring die de colleges voor ons interessant maken.’
Dylan Suyker
21 jaar (Algemene Sociale Wetenschappen) ‘Een interessant hoorcollege was het zeker. Jan Pronk is een indrukwekkend persoon, goed dat hij de moeite neemt om voor een groep studenten te spreken. Omdat hij zelf VN-gezant geweest is in de Soedan brengt hij wat we leren bij Conflict Studies een stuk dichterbij.’
Naomi Dent
20 jaar (Aardwetenschappen) ‘De meeste studenten die hier komen, studeren politicologie. Zij hebben een fikse voorsprong en altijd wel een mening klaar. Soms kan dat imponerend zijn, maar bij bijvoorbeeld een rollenspel tijdens een werkgroep is het ook heel leuk. Het college van Pronk vond ik tot nu toe het interessantst. Als je zelf later bij de VN wil werken, is dit ontzettend leerzaam.’
Weekblad voor de HvA en UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Marieke Buijs, Adelaida de Cuba, Mike Hofman, Maartje Geels, Wim de Jong, Gijs van der Sanden, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Asis Aynan, Annemieke Benschop, Jan van Breda, Alie Boudount, Bob Bronshoff, Emma Curvers, Fred van Diem, Julie de Graaf, Marc Kolle, Denise van Leeuwen, JeRoen Murré, Ton Nabben, Danny Schwarz, Mats van Soolingen, Henk Strikkers, Won Tuinema, Bas Uterwijk, Tjebbe Venema Eindredactie Mirna van Dijk, Cecile Elffers, Harmen van der Meulen Correctie Cecile Elffers Opmaak Pascal Tieman, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider) Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl Voor advertenties binnen UvA en HvA: paul@folia.nl Folia Magazine probeert altijd de rechthebbenden van fotomateriaal te contacteren. Bent u rechthebbende en hebben wij u niet kunnen bereiken? Mail dan naar redactie@folia.nl.
38
FoliaMagazine
(advertentie)
de lezer cultureel studentencentrum
agenda 21 - 27 november
congo debat - gratis / € 5 Na jaren van gewapende conflicten is de situatie in Congo nog altijd schrijnend. Moet de internationale gemeenschap ingrijpen? I.c.w. AISA en PinG
CREA klassiek muziek - gratis
do
21 20:00
do
21 20:00
Elke derde donderdag van de maand: het enige klassieke open podium van Amsterdam. Kom ook luisteren en een drankje drinken!
improv buffet comedy - € 4 / € 10 easylaughs - Feeling hungry? Get the Improv Buffet! Choose from the easyMenu and add a comedy topping! Reservations: tickets@easylaughs.nl
plankgasten
muziek - gratis
Het spiksplintervernieuwde open podium van CREA dat eindigt in een feestje. Let op: alle remmen gaan los.
vr
22 21:00
za
23 20:30
CREAmsterdam CREAmsterdam
www.crea.uva.nl
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
SAvAnnAH ApAYdIn (20), medIA en CULtUUr, UvA ‘Deze Folia was niet de leukste die ik ooit heb gelezen. Toch staan er altijd wel artikelen in die lekker weglezen. De voorpagina trok mijn aandacht zeker, al had ik niet door dat de vrouw op de cover niks aan had onder haar jurk. Het interview over de nieuwe documentaire van Sunny Bergman heb ik meteen als eerste gelezen, ik vond het heel goed geschreven. En de Objectief met de baarden vond ik grappig. Folia Web is heel verleidelijk wanneer je eigenlijk moet studeren of een essay moet schrijven. Vooral de blogs vind ik erg leuk om te lezen. De papieren Folia is lekker overzichtelijk en de pagina’s zijn niet te vol, je krijgt niet het gevoel dat je niet weet waar je moet lezen. Zo nu en dan zie ik het blad in de bakken liggen en dan pak ik hem mee. Ik blader er doorheen in de trein op weg naar huis of wanneer ik te vroeg ben voor college. Ik lees Folia altijd met plezier. Soms heel kort, maar soms kan ik er gerust een uur voor zitten. Af en toe staan er ook artikelen in waar je als student nog wat van kunt leren. Zo kan ik mij herinneren dat er een interview met een student was die een week lang op 20 euro leefde. Het leek mij grappig om dat ook eens te proberen, maar ik heb gigantisch gefaald. Ik ben trouwens benieuwd naar de Folia waarin Ron Blaauw als gasthoofdredacteur zal optreden. Een blad vol met leuke verhalen over eten, wie wil dat nou niet?’ yyy tekst en foto Adelaida da Cuba
deining ‘Wat als we de grote bedrijven ter verantwoording roepen, een Prinsjesdag voor de private sector organiseren of wekelijks ‘woensdag gehaktdag’ houden. Omdat ze groots, machtig, en too big to manage zijn, maar ook omdat zij uit het bedrijfsleven wellicht inzicht kunnen geven in materie die voor de politiek onvatbaar is geworden.’ SImone vAn de WeterInG doet de onderzoeksmaster Sociale Wetenschappen aan de UvA en schrijft in het NRC Handelsblad dat we voor de oplossing van de economische crisis buiten de gevestigde politieke orde moeten kijken. ‘Waar ik heb geleerd hoe je het niet moet doen, is aan de UvA; ik viel in slaap toen ik daar studeerde en ging dus maar naar het café. In Harvard heb ik geleerd hoe het is om een goed college te krijgen.’ Hoogleraar human-resourcemanage-
ment en leiderschapsontwikkeling mAnFred ketS de vrIeS vertelt in de Volkskrant hoe hij zich voorbereidt op zijn TED-talk. ‘Lezers wisten dat het daarmee bij Johannes helemaal goed zat, en ik moet dat vertrouwen nog helemaal verdienen. Ik ben ook veel jonger natuurlijk, dus het is gek en spannend om nu ineens die schoenen te moeten vullen.’ Journaliste HISke verSprILLe vertelt in Het Parool over het ‘buikgevoel’ dat nodig is om tot een goede beoordeling van een restaurant te komen.
Opvallende quotes uit de afgelopen week van (voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien, mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
39
(ingezonden mededeling)
Folia | Stadsschouwburg Amsterdam | Het Parool
René Bernards Hans Clevers Damiaan Denys Robbert Dijkgraaf Louise Gunning Arnold Heertje Marcel Levi Alexander Rinnooy Kan Patti Valkenburg Harmen Verbruggen Erik Verlinde Piek Vossen Pieter van der Wielen Jaap Winter
In één avond bijgepraat over de Amsterdamse wetenschap Dinsdag 26 november | 20.00 uur | Stadsschouwburg Amsterdam