FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 19 01/02/2012
Veilig vrijen? Het is je eigen za(a)k
Masterscriptie Gifschandaal leidde tot journalistiek hanengevecht
Noodlanding De vloek van het college op vrijdagochtend
Amsterdam 2028 Collegereeks voor voor- ĂŠn tegenstanders van de Spelen
(advertentie)
GEEN GELD MEER IN JE PORTEMONNEE
MAAR WEL ZIN OM VANAVOND UIT TE GAAN?
NOODLANDING! VUL JE NAAM EN E-MAILADRES IN OP DIT FORMULIER. LEVER DIT FORMULIER OP VERTOON VAN JE STUDENTENPAS OP DONDERDAGNACHT IN BIJ DE NOODLANDING BALIE VAN PARADISO EN ONTVANG EEN NOODLANDING PAS. OP VERTOON VAN DE PAS GRATIS ENTREE BIJ NOODLANDING! (MAX. 1 PERSOON) ELKE DONDERDAGNACHT IN PARADISO*. DE PAS IS GELDIG TIJDENS HET COLLEGEJAAR 2011 - 2012 *LET OP IN UITZONDERLIJKE GEVALLEN IS DE PAS NIET GELDIG, DIT WORDT DAN AAN DE DEUR EN OP DE WEBSITE VAN PARADISO VERMELD
NAAM: E-MAIL:
inhoud #19 Geen geld meer voor condooms 10 De overheid stopt met subsidie voor soa-preventie. Studenten gezondheidscommunicatie beoordelen twintig jaar campagnemateriaal.
Dood in de Volkskrant, levend in NRC 22 Een schip dumpte giftig afval in Ivoorkust, met schadelijke gevolgen. Maar wat voor gevolgen precies verschilt per krant.
Amsterdam 2028 28
De Olympische Spelen moeten naar Amsterdam komen, of niet? Over het antwoord op die vraag kun je binnenkort college volgen.
Voor elk wat wils 34
Donderdagavond Noodlanding, al vijftien jaar hét laagdrempelige toevluchtsoord voor de eerstejaarsstudent. ‘Ik heb morgen om halfacht werkcollege. Dat is iets minder ideaal.’
Suzanne en Milan 40
Hij schrijft, zij leest en geeft commentaar. Persvoorlichter Suzanne Okkes is de redacteur van haar broer.
en verder uitgelicht 6-7 de week/het moment/navraag 8-9 op de tong 15 passie 17 opinie 18-20 Asis Aynan 19 Emma Curvers 20 brieven/promoties 21 objectief 26-27 drift 33 de adviesdienst 43 lezingenladder 44 overigens 45 prikbord 46-47 wasdom 48-49 stage 49 toehoorders 50 de lezer/deining 51
4
FoliaMagazine
redactioneel 10
22 Crea café
28
34
Is het de ligging, het personeel, de inrichting of de kaart? Waarschijnlijk een combinatie van deze vier factoren, maar sinds ik bij Folia werk kwam ik er bijna elke dag. Het Crea café aan het Turfdraagsterpad. Bij binnenkomst wist ik vaak meteen welk personeelslid er werkte, omdat iedere barman- dan wel vrouw zijn eigen muziek opzette. Ook de kunst aan de muur was karakteristiek; die werd namelijk gemaakt door cursisten van het in hetzelfde pand gehuisveste culturele centrum. De broodjes waren er goed en betaalbaar – zeker in vergelijking met andere zaken in de buurt. En van de bedrijfsleider kreeg ik in no time een lopend krediet omdat ik er toch elke dag kwam. Daarnaast was het vooral de mengeling van publiek – studenten, toeristen, buurtbewoners en bekende Nederlanders die ik meestal niet herkende – die ervoor zorgde dat ik me er op mijn gemak voelde. Het Crea café is onderdeel van het grote Crea, met het eerder genoemde culturele centrum en met het Studentencentrum. De UvA heeft al jaren de ambitie om deze prachtige gebouwen te slopen om er een nieuwe bibliotheek neer te zetten. Anderhalf jaar geleden werd duidelijk dat Crea – inclusief café – het centrum zou moeten verlaten. Vandaag was ik er voor het eerst, in het nieuwe café; na een zoektocht en twee keer verkeerd te zijn gereden. Pal achter het A-gebouw op het Roeterseiland huist het nieuwe café. Het is nieuw en stijlvol ingericht, maar voor de rest is er weinig veranderd. Het grotendeels vertrouwde personeel serveert dito broodjes terwijl je Belle and Sebastian op de achtergrond hoort. Ondanks dat het pas twee dagen open was, waren er al veel studenten en in de zomer is er een groot terras aan het water. Een groot voordeel ten opzichte van andere horeca in de buurt. Nog een voordeel: waarschijnlijk wordt er binnen afzienbare tijd een flipperkast geplaatst en er staat al een pick-up waar je je eigen vinyl mag draaien. Bijvoorbeeld Belle and Sebastian. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen (twitter)
48
FoliaMagazine
5
Oorlog in de Transvaal De Transvaalbuurt was na de Waterloopleinbuurt de Amsterdamse wijk met de meeste Joodse inwoners. Die geschiedenis blijft vaak onderbelicht. Studenten interactieve media van de HvA maakten daarom een app over de Transvaalbuurt tijdens de Tweede Wereldoorlog. tekst Jeff Pinkster en Roos Menkhorst / foto Danny Schwarz
De applicatie brengt het verleden van de Transvaalbuurt in kaart met behulp van de ingebouwde camera van smartphones. Gebruikers wandelen door de buurt, terwijl ze op het scherm van hun telefoon door de camera kijken. Oude foto’s en verhalen over de buurt in de Tweede Wereldoorlog worden over het beeld geprojecteerd. Er zijn verschillende interactieve wandelroutes beschikbaar.
Het programma is gemaakt in opdracht van Stadgenoot. De woningcorporatie zocht een manier om de Transvaalbuurt onder de aandacht te brengen. De wijk heeft al jaren een slechte naam en stond zelfs lang officieel te boek als probleemwijk. Met behulp van Academie voor de Stad, een stichting die studenten verbindt aan maatschappelijke projecten, kwam de corporatie in contact met de HvA. Vijfentwintig studenten werkten een semester lang aan een app.
6
FoliaMagazine
De winnende app werd gemaakt door het groepje van student Tom Wu (25). Het vijftal nam de bestaande app Layar als uitgangspunt en legde daar een virtuele laag overheen. In vakjargon: augmented reality. Op het Krugerplein geeft Wu tekst en uitleg: ‘Zie je, je kijkt als het ware door een camera.’ Hij klikt op het rode ballonnetje: er verschijnt een verhaal van een van de bewoners van het Krugerplein in de jaren van WO II.
Historicus Ton Heijdra – hij schrijft veel over de geschiedenis van Amsterdamse wijken – leerde de HvA-studenten over de veelzijdigheid van de Transvaalbuurt. Heijdra: ‘De Transvaalbuurt had bijvoorbeeld een enorm rijke Joodse geschiedenis. Na de Waterloopleinbuurt woonden hier de meeste Joden. Hier op het Krugerplein werden razzia’s gehouden.’ De winnende app proberen? Download Layar en zoek op ‘Transvaalbuurt’. yyy
FoliaMagazine
7
de week
H
Wie heeft de grootste?
De universiteit, die moet groter. De UvA en de VU gaan namelijk zo innig samenwerken dat een fusie niet ver weg lijkt. ‘We móeten wel samenwerken,’ zei VU-voorzitter René Smit tijdens een speciaal Folia-debat. ‘Want anders halen we nooit al die substantiële onderzoeksgelden binnen,’ vulde UvA-topman Paul Doop hem aan in een vlekkeloos een-tweetje. De bestuurders voegden daaraan toe dat een fusie is uitgesloten. Een uitspraak die ongeveer net zo veel zeggingskracht heeft als (inmiddels staatssecretaris) Henk Bleker die stellig beweert dat hij niet in het kabinet gaat zitten. Maar dit terzijde. De boodschap waarmee iedereen achterbleef was: het gaat allemaal om geld. Waar gaat al dat geld eigenlijk naartoe? Naar nieuwe gebouwen, bleek afgelopen week uit het VPRO-programma De slag om Nederland. De programmamakers wisten ook een helder antwoord te geven op de vraag waarom er in het onderwijs vaak miljarden euro’s worden gepompt in vastgoed. ‘Schoolbestuurders komen
8
FoliaMagazine
foto Danny Schwarz
et Napoleoncomplex (de Franse generaal veroverde zo’n beetje heel Europa om zijn geringe lengte te compenseren) waarde rond in het hoger onderwijs deze week. Alles moest groter en hoger. Te beginnen met het hogere cijfer. Halbe Zijlstra wil af van de zesjescultuur. Excelleren, noemt hij dat. Het moet maar eens afgelopen zijn met studenten die een dag voor het tentamen het stof van hun boeken slaan om een vluchtige blik op de literatuur te werpen. Wil Nederland doorstoten naar de top vijf van kenniseconomieën in de wereld, dan moet de student tienen gaan halen. Dan is het wel een beetje wrang als je studeert aan een hogeschool waar door een klein foutje in het Studenten Informatie Syseem (SIS), het invoeren van tienen onmogelijk is. In Pakhuis de Zwijger werd onder leiding van Dolf Jansen bij vlagen verhit gedebatteerd over de paringsdans van de VU en de UvA. Topmannen René Smit en Paul Doop vinden samenwerking een ontzettend goed idee. Hoogleraar financiële geografie Ewald Engelen (tweede van links) is minder enthousiast. Hij vreest dat het doel van de samenwerking is te stijgen in internationale rankings. ‘Het is een fetisjisme met lijstjes, het heeft geen jota met onderwijs en onderzoek te maken.’
bij elkaar op workshops, borrels, noem maar op. Zegt de ene schoolbestuurder tegen de ander: “Weet je wat, ik ga een nieuw schoolgebouw bouwen.” Zegt de ander: “Als jij een schoolgebouw gaat bouwen, dan wil ik dat ook.” Want als je maar genoeg mannen bij elkaar zet, gaat het uiteindelijk om de vraag: wie heeft de grootste?’ Voor de UvA geldt dat in ieder geval. Denk aan de Amstelcampus, de verbouwing van het Roeterseiland en de plannen om monumentale panden op het Binnengasthuisterrein (BG) te slopen ten faveure van een gloednieuwe bibliotheek. Maar oud-
collegevoorzitter Sijbolt Noorda spande de kroon met zijn plan om twee veertig meter hoge torens te bouwen op het BG-terrein. Zoals u wellicht is opgevallen, zijn die torens er nooit gekomen. Rest de vraag: wat hebben de heren Zijlstra, Smit, Doop en Noorda te compenseren? yyy Eva Rooijers en Gijs van der Sanden
24 januari 2012
tweet van de week @Menyes Menno E Nog geen 10 minuten op de hva en irriteer me nu alweer mateloos: geen computers, slecht netwerk, rijen bij de printers, veel Chinezen.. #hva https://twitter.com/#!/menyes
foto Fred van Diem Met het oplaten van tachtig roze ballonnen verspreidden eerstejaarsstudenten van het Domein Media, Creatie en Informatie vanuit de Jordaan liefde voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders. De actie vond plaats in het kader van Students In Motion, een domeinbrede projectweek voor alle eerstejaarsstudenten. yyy Youri Straver
navraag Rens Bod Waarom zijn sommige boeken ‘literair’ en andere niet? Wat maakt een boek goed of slecht? Dat zijn vragen die centraal staan in het onderzoek The Riddle of Literary Quality, gefinancierd door de KNAW. UvA-Hoogleraar Rens Bod (Computational and Digital Humanities) maakt deel uit van de onderzoeksgroep.
Wat is er nieuw aan dit project? ‘Dit wordt de eerste keer dat we via methoden en modellen uit de computerlinguïstiek gaan kijken naar literatuur. We gaan proberen om kwaliteitsoordelen van lezers wiskundig te “modelleren”, zodat we voorspellingen kunnen doen. Op deze manier wordt een geesteswetenschappelijke vraag – “Wat is literaire kwaliteit?” – verbonden met technologie. Eerder werd er bij dit soort vragen vooral gelet op de lengte van zinnen en de woordenschat. Nu gaan we dieper de tekststructuren in, op syntactisch, semantisch en narratief niveau. Dat is nieuw en controversieel ten opzichte van eerdere, vooral sociologische invalshoeken.’
Wat maakt het dan controversieel? ‘Men vindt het heel gek en zelfs storend dat wetenschappers uitspraken doen over kwaliteit, over of iets goed of slecht is. Maar we proberen alleen om kwaliteitsoordelen van lezers, verkregen uit enquêtes, in een wiskundig model te verwerken. Toch hebben we vooral van literatuurwetenschappers vrij felle reacties gekregen. Stel dat uit het onderzoek blijkt dat we precies kunnen voorspellen welke boeken in de smaak vallen bij specifieke groepen lezers? Daar kunnen uitgevers dan op in gaan spelen. Maar wij zien dit als een puur wetenschappelijk onderzoek, hoewel we best inzien dat het erg vreemd
overkomt bij literatuurwetenschappers als zoiets subjectiefs als “kwaliteit” voorspelbaar blijkt te zijn.’
Er valt dus wél over smaak te twisten? ‘Laat ik het anders zeggen: we zouden in staat kunnen blijken te zijn om de smaak van de lezer te voorspellen. Dat doen we via enquêtes met veel indirecte vragen. Vooropgezette waardeoordelen proberen we op die manier te vermijden, ook door geen boektitels voor te leggen aan de respondenten, maar tekstpassages. Denk aan vragen als: “Wat leest u voor uw plezier?” Niet het “waarom” is belangrijk, maar het: “Wat vindt u goed?”’ yyy Annemarie Vissers
FoliaMagazine
9
Vrij verstandig, gebruik een condoom Na meer dan twintig jaar komt er een einde aan soa-preventie door de overheid: het belerende vingertje mag niet meer. Veilig vrijen moeten jongeren vanaf nu op eigen houtje leren. Studenten gezondheidscommunicatie beoordelen de campagnes. ‘Niemand zegt toch meer “Laten we gaan vrijen”?’ tekst Clara van de Wiel / foto’s SAN
J
e niet laten naaien zonder condoom en niet in het poesje gaan zonder hoesje: altijd lachen met soa-preventiecampagnes in Nederland. Studentes gezondheidscommunicatie aan de UvA Kim Brandes (25), Rianne Tabak (22), Laura van der Stouwe (22) en Emily van den Broek (24) grinniken bij het zien van de campagnegeschiedenis en herkennen de affiches bijna allemaal. Of ze zich er door aangesproken voelen? Emily: ‘Wetenschappers zeggen dan natuurlijk altijd “nee”.’ Kim: ‘Inderdaad. Maar laatst las ik een interview met actrice Nadja Hüpscher waarin zij vertelde dat ze er pas na twee miskramen achterkwam dat ze een verwaarloosde chlamydia had en misschien wel niet meer normaal zwanger zou kunnen raken. Toen realiseerde ik me wel: fuck, dat is gewoon iemand die maar één keer onveilig gevreeën heeft. Dat is iets wat veel mensen weleens gebeurt en dan besef je dat dit soort campagnes ook echt voor ons bedoeld zijn.’ Niet té grappig Een blik op de campagnes toont een aaneen-
10
FoliaMagazine
er de afgelopen decennia in ieder geval voor dat soa-preventie vaak ‘trending’ avant la lettre was. Té grappig mochten ze niet worden, merkt campagneleider van Soa Aids Nederland (SAN), Erwin Fisser, op. Want dat helderheid van de boodschap altijd voorop moest staan, leerde de stichting al in de jaren tachtig. In 1987 was de campagne nog soft en strikt informatief met het
‘Dit is echt slecht, welke idioot heeft dit bedacht?’
1989: ‘Smoezencampagne’
schakeling van lollige, spraakmakende spots die vooral grappig lijken te moeten zijn. Lollig, grappig, leuk: het zijn niet direct de woorden die je te binnen schieten bij de gedachte aan een soa. Wel zorgden de spraakmakende campagnes
‘Bloemetje-Bijtje’ spotje over aids, maar in 1989 volgde de sterk ironische smoezencampagne. Geen onverdeeld succes, aldus Fisser. ‘In die laatste campagne probeerden we te grappig en ironisch te zijn. Maar dat moet je dus nooit doen. Vooral lager opgeleiden snapten de ironie van die boodschap echt niet.’ Rianne begrijpt dat wel. ‘Wij leren bij gezondheidscommunicatie dat je per campagne moet bekijken wat de reden van het verkeerde gedrag
is. In de jaren tachtig wisten mensen nog amper wat aids was, dus moest men vooral inzetten op kennis. Maar dat komt in deze campagne totaal niet terug.’ Ook treedt met deze poster volgens Kim het zogenaamde derdepersoonseffect op. ‘Dan hebben mensen heel sterk het idee: dat overkomt mij toch niet. Je moet het concreet maken en het dichtbij de belevingswereld brengen.’ Lessen die men ook bij SAN snel trok uit de reacties op de campagnes. Vanaf 1993 werden die dan ook veel meer op het individu gericht, onder andere met de introductie van de populaire slogan ‘Ik vrij veilig of ik vrij niet.’ Volgens Fisser was dat een groot succes. ‘Uit onderzoek is zelfs gebleken dat het na “Heerlijk Helder
1993: ‘Ik vrij veilig of ik vrij niet’
Heinken” en “Biertje?” de effectiefste reclameslogan van de afgelopen decennia is.’ Kim: ‘Die slogan is inderdaad heel sterk. Maar dat lijkt mij voor een poster niet voldoende: er mag hier veel explicieter een condoom in beeld. Uiteindelijk was het introduceren daarvan toch het doel van deze campagne.’ Het beoogde doel van een campagne werd door SAN steeds nadrukkelijker gedefinieerd
FoliaMagazine
11
de doelgroep bleek echter dat men er niet op zat te wachten dat we ons daar ook mee gingen bemoeien. Wat we daarna de wereld instuurden via televisie en bushokjes, moest één heldere boodschap hebben.’ Helder werd men in ieder geval in 1995, met een vrijwel naakt stel dat wappert met een condoom. Laura: ‘Hier wordt duidelijk benadrukt wat je moet doen. Eerst dit en dan pas dat. Dat is een superheldere boodschap. En wat ik ook heel goed vind, is dat de nadruk ligt op dat de vrouw ook verantwoordelijk is voor condooms.’ Kim: ‘Klopt. Maar ik vind de donkere man hier wel heel stereotyperend. Ik kan me zelfs voorstellen dat een beetje simpele mensen kunnen denken 1995: ‘Superheldere boodschap’
en kwam steeds explicieter in de campagne terug. Zo’n doel moest vooral niet te breed zijn. Fisser: ‘Het liefst wilden we natuurlijk zo veel mogelijk informatie over soa’s en preventie in één spotje stoppen. Bijvoorbeeld dat je ook niet onveilig moet vreemdgaan en dat anticonceptie ook belangrijk is. Uit kwalitatieve tests onder
1996: ‘Uitgaanspubliek’
12
FoliaMagazine
‘Zelfs onder jongeren heerst er nog een taboe op soa’s’ dat, zolang ze het niet met donkere mensen doen, ze zich geen zorgen hoeven te maken.’ Doelgroepsdenken Campagnes volgden elkaar soms snel op. Zo was er in 1996 alweer een campagne met volledig nieuw materiaal. Volgens Fisser was dat noodzakelijk. ‘Dat er vaak nieuwe campagnes kwamen, was niet omdat wij het zo leuk vonden om steeds iets nieuws te bedenken, maar omdat de situatie in Nederland steeds veranderde.’ SAN baseerde haar campagnestrategieën op grootschalig onderzoek dat ze, samen met kenniscentrum op het gebied van seksualiteit Rutgers WPF, tweejaarlijks uitvoerde onder de Nederlandse bevolking. Op basis van die uitkomsten werd bepaald waar de problemen met seksueel gedrag het grootst waren. Voor het ontwerp van het creatieve gedeelte werden reclamebureaus ingeschakeld, die een heel specifieke boodschap meekregen over wat de doelgroep en boodschap moest zijn. In 1996 was die doelgroep het uitgaanspubliek, met pos-
2003: ‘Heel informatief’
ters vol knappe, hippe jongeren. Helder, aldus de studentes. Rianne: ‘Hierin wordt heel duidelijk de nadruk gelegd op attitude. Dat betekent dat een houding wordt gepromoot om correct gedrag te bevorderen. Met deze campagne laat je zien dat het heel sexy kan zijn om het over condooms te hebben.’ Laura: ‘Maar bij die vorige poster werd nog uitleg gegeven wat je met het condoom moet doen. Hier is dat veel minder duidelijk.’ Emily: ‘Ik denk dat je dit soort posters ook moet zien in een bepaalde setting. Deze hing waarschijnlijk in de clubscene, naast een condoomautomaat. In tvcommercials wordt de boodschap dan wel duidelijk, zo’n poster is een goede trigger om mensen op het moment zelf eraan te herinneren.’ Dat een andere doelgroep leidt tot een andere aanpak, blijkt wel uit de campagne uit 2003. Geen pakkend of sexy beeld en vooral: veel tekst. Volgens Fisser was dat expres. ‘Uit onderzoek bleek dat met name studentes weinig afwisten van de risico’s van chlamydia. Daarom richt deze campagne zich specifiek op rationele overwegingen die bij hen een rol kunnen spelen.’ Emily vindt hem daarin geslaagd. ‘Ik heb toen zelf ook veel gehoord over het feit dat je het lange tijd niet door kan hebben dat je chlamydia
Niemand zegt toch meer “Laten we gaan vrijen”? Dat vind ik nog viezer klinken dan dit.’ Ook de volgende campagne, uit 2006, was in taalgebruik expliciet: ‘Verneuk je nieuwe relatie niet met een oude soa.’ Fisser: ‘Dit is een goed voorbeeld van hoe onderzoek leidt tot een specifieke campagne. Uit het onderzoek bleek dat jongeren in een nieuwe relatie heel snel stoppen met het gebruiken van condooms. Maar als je een condoom achterwege laat zonder je te laten testen en je hebt meerdere relaties achter elkaar, worden soa’s alsnog verspreid. Dat probeerden we specifiek te visualiseren in deze campagne.’ Dat werkt, vindt Laura. ‘Die visuele nadruk op het aantal sekspartners is heel sterk. Dat is echt 2005: ‘Jonge doelgroep’
hebt. Deze campagne is heel informatief en kan de kennis over chlamydia vergroten.’ Rianne is minder enthousiast: ‘Maar willen wij wel informatief benaderd worden? Volgens mij weten we ondertussen wel wat de gevaren zijn, en moeten we er op een prikkelende manier aan herinnerd worden. Wat mij betreft heeft deze campagne veel te veel tekst: dat leest toch niemand?’ Expliciet en spraakmakend Zo rationeel als de tekst in 2003 was, zo controversieel was die van de campagne in 2005. Fisser: ‘Met deze campagne probeerden we de jongste doelgroep ooit te bereiken: jongeren van rond de 15 jaar, die net beginnen met seks.’ Om die te bereiken, werd regisseur Robert Jan Westdijk, bekend van Phileine zegt Sorry, ingeschakeld. De slogan ‘Wie laat zich dan ook naaien zonder condoom?’ kwam SAN op veel kritiek te staan, maar onder jongeren sloeg de campagne volgens Fisser goed aan. Dat herinneren de studentes zich ook. Laura: ‘Dit is echt een campagne waarmee je je kunt identificeren. Dat werkt volgens mij altijd goed. Je ziet jezelf als pubermeisje echt in deze situatie op je kamertje zitten.’ Ook Kim vindt de tekst heel sterk. ‘Zo zeggen jongeren dat gewoon.
‘Het kan heel sexy zijn om het over condooms te hebben’ iets wat je je niet altijd realiseert, en hiermee word je met je neus op de feiten gedrukt.’ Emily: ‘Iemand die dit leest en al een tijdje twijfelde zich te laten testen, wordt hierdoor echt getriggerd.’
2006: ‘Visuele nadruk’
De meest recente campagne kent geen poster, maar is door de slogan ‘Ik ga niet zonder hoesje in jouw poesje’ toch al zeer bekend. Postermateriaal bleef bij deze campagne achterwege, omdat juist ingezet werd op de verspreiding van het spraakmakende spotje via sociale media. Dat maakt dat de campagne in ieder geval wordt herinnerd. Laura: ‘Ja, walgelijk. Zo’n puberige jongen die dat fluistert: echt smerig!’ Rianne: ‘Haha, jij bent duidelijk niet de doelgroep.’ Ook Fisser is bekend met de negatieve reacties op de laatste campagne. ‘De meeste mensen zeiden: “Dit is echt slecht, welke idioot heeft dit bedacht?” Maar het leuke is dat die slogans door jongeren zelf zijn aangedragen en dat de campagne gewaardeerd werd met een 7,4. Er wordt over gesproken, hij wordt gedeeld: dat moet je hebben.’ Ook Emily ziet de meerwaarde er wel van in: ‘Hij is wel grappig en daardoor heb je het erover met je vrienden. Zeker met het gebruik van social media kan dat heel effectief zijn. Jongeren weten best wat een condoom is en op deze manier worden ze er op een prikkelende manier aan herinnerd.’ Het is voorlopig het laatste spotje dat gemaakt werd. Vanaf 1 januari is de overheid gestopt met het subsidiëren van publiekscampagnes, een maatregel die voortkomt uit de algemene korting op leefstijlcampagnes. Eigen verantwoordelijkheid en bezwaar tegen het ‘moraliserende vingertje’ zijn daarbij het credo. Zonde, vindt Fisser. ‘Het betrekkelijk kleine bedrag dat je uitgeeft aan preventie van soa’s staat niet in verhouding tot de gezondheidskosten voor de daadwerkelijke soa’s.’ Ook de studentes zijn het erover eens dat het zonde is dat de campagnes verdwijnen. Emily: ‘Zelfs onder jongeren heerst er nog een taboe op soa’s. Als er geen campagnes meer zijn op tv en in de abri’s word je helemaal niet meer geconfronteerd met de gevolgen van onveilige seks.’ Fisser is momenteel in gesprek met mogelijke andere financiers. ‘Hopelijk kunnen we wel iets blijven ondernemen. Maar er is op dit moment in de samenleving weinig liefde voor de leefstijlcampagne.’ yyy
FoliaMagazine
13
(advertenties)
MASTERDAG JOUW TOEKOMST, JOUW MASTER
mel je aand!
uva.nl/masterdag
18 FEBRUARI KENNIS DELEN IN HET LEERCENTRUM FLOOR AGENDA KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4
WO 1 FEBRUARI - WO 8 FEBRUARI FLOOR ONTMOET
EHBO, EERSTE HULP BIJ ONDERZOEK
Suzanna Jansen vertelt over haar boek ‘Het pauperparadijs’ en beantwoordt vragen.
Presentatie van het boek van Ewoud Sanders met daarin tips voor onderzoekers (studenten en medewerkers), debat over hoe je goed kan onderzoeken met live muziek en presentaties. Met o.a Jet Bussemaker.
2 februari van 18.00-19.30, Kohnstammzaal
DEBAT: ZIN EN ONZIN VAN DE MR 7 februari van 17.00-20.30, Kohnstammzaal
Heeft een Medezeggenschapsraad zin en nut binnen een hogeschool? Of juist niet? Met live muziek en stand up comedian Dolf Jansen.
CREATING TOMORROW
8 februari
Agenda en nieuws vind je op
FLOOR.HVA.NL
foto Danny Schwarz
op de tong
Oresti’s Taverna Daniël Stalpertstraat 93-95 (Zuid)
O
resti’s Taverna is een Grieks tapasrestaurant dat een beetje uit de loop zit, maar eenmaal binnen blijkt het publiek het wel te kunnen vinden. Oresti zelf (op de foto met zijn zoon) heet ons hartelijk welkom. We mogen zelf een plekje uitkiezen en gaan zitten bij het raam, met uitzicht op een
Internationaal Soms heb je gewoon zin in Spaanse Pollo al ajillo én een portie Turkse köfte. En waarom niet? Hoewel de landen tweeduizend kilometer uit elkaar liggen, zit er een zekere samenhang in de mediterrane keukens die prima combineert. Op de kaart van Oresti staan gerechten uit Spanje, Italië, Griekenland en Turkije in tapasformaat; met nationale keuken netjes vermeld. Duidelijk en leerzaam.
binnenplaatsje. Oresti komt ons de uitgebreide kaart brengen. We bestellen een fles witte Falasco (€ 18,50) en wat brood met zelfgemaakte aïoli en tapenade (€ 3,10), dat snel wordt gebracht. Op de kaart is voor iedereen wat te vinden: vlees, vegetarisch en vis, voor vriendelijke prijzen. Er wordt ons aangeraden om twee à drie tapas per persoon
Uit
Tapas: voor Hollanders zijn ze niet altijd makkelijk. Als het eten op tafel komt, eten we het ook op. Eindeloos zitten, kletsen, wijn drinken, en af en toe een hapje lijkt niet in onze natuur te zitten. Mocht je na een uur alle gerechtjes en twee flessen wijn al achter de kiezen hebben, niet getreurd: op het naastgelegen Gerard Douplein is het goed toeven. In de Pilsvogel en het Paardje kunnen Hollanders laten zien waar ze wél goed in zijn: borrelen.
te bestellen, en dat blijkt meer dan genoeg te zijn. We beginnen met extra brood (€ 2,50) en de salata choriatiki (€ 7,50), de klassieke Griekse salade, die wordt geserveerd met een flink stuk feta. De carpaccio (€ 9,40) en serranoham (€ 6,70) zijn specialiteiten van het huis en dat is te merken: de carpaccio smelt op je tong en de ham, extra gerijpt, is mooi van structuur. De porties zijn ruim en ook nu is de bediening goed en snel. De combinatie van dadels met spek (€ 3,50) smaakt vervolgens erg goed en in de tortilla espinacas (€ 3,60) proef je duidelijk de spinazie en manchego (schapenkaas). De grote portie calamares (€ 5,10) is goed gepaneerd, en wordt geserveerd met knoflooksaus. We besluiten een dessert te nemen. De baklava (€ 5,50) van mijn tafelgenoot wordt geserveerd met slagroom en kaneelijs. Ik krijg bijna spijt dat ik dit ook niet heb genomen, maar de frisse gelato (€ 5,50) van citroenijs maakt dat goed. Goed eten, goede bediening, goede prijs: hier komen we zeker terug. yyy Jenneke Evers Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, (suggesties voor de) kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail redactie@folia.nl.
Salata Choriatiki Χωριάτικη σαλάτα (‘rustieke salade’) is een mengsel van komkommer, paprika, feta en olijven dat overal ter wereld bekendstaat als Griekse salade. Al decennia vaste prik op menukaarten en vaak de enige optie voor de vegetariër. Hij is makkelijk te verkrachten, en door de vele aardappel-, bieten- en wortelslaatjes die worden gepresenteerd als ‘Grieks’, moet je in Amerika, als je een Choriatiki wilt, vragen om een ‘Village Salad’.
FoliaMagazine
15
(advertenties)
Luister naar Radio AmsterdamFM: De stem van de hoofdstad!
Van 07:00 tot 19:00 uur op 103.3 op de kabel, 106.8 in de ether. En 24 per dag op www.amsterdamfm.nl Als het in Amsterdam gebeurt, hoor je het hier!
Radio AmsterdamFM: De stem van de hoofdstad!
is de publieke radio van Amsterdam. Nieuws, kunst en cultuur en politiek: als het in Amsterdam gebeurt hoor je het op AmsterdamFM. Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
Dienst studentenzaken
Ga toch weg! Studie of onderzoek in het buitenland? Ga toch weg!
Studeer jij binnenkort af aan een Nederlandse hogeschool of universiteit, en wil je graag verder studeren of onderzoek doen in het buitenland?
Studie onderzoek in het buitenland? Er is een of beurs voor jou!
Studeer jij binnenkort af aan een Nederlandse hogeschool of universiteit, VSBfonds een gift van maximaal € 10.000,– enDewil je graagBeurs verderis studeren of onderzoek doen in het buitenland?
ErKijkisopeen beurs voor jou! voor de voorwaarden. www.vsbfonds.nl/beurzen De VSBfonds Beurs is een gift van maximaal € 10.000,– VSZ_bewerkt.indd 1
Kijk op www.vsbfonds.nl/beurzen voor de voorwaarden.
27-01-12 12:50
passie Papegaaien
‘Als kind was ik altijd al aan het tekenen, ik weet niet waarom. Ik wilde denk ik mijn werkelijkheid uitbeelden. We woonden in Noordwest-Overijssel, een vogelrijk gebied, waar ook veel vogels overheen trekken. Ik herinner mij nog het klapwieken van overtrekkende ganzen. We gingen ook geregeld naar de dierentuin in Emmen. De volgende dag pakte ik dan mijn tekenblok en tekende ik op elk vel een dier dat ik had gezien. In de loop der jaren wisselde ik de potloden in voor kwasten en penseel. Ik maakte een website om mijn schilderwerk te presenteren. Maar dan moet je je wel specialiseren, want er staan al zo veel dieren op internet. In de dierentuin had ik eens een blauwe papegaai gezien. Toen ik die schilderde en op de site zette kreeg ik opeens mails met opdrachten om papegaaien te schilderen. Vanaf dat moment ging ik naar vogelbeurzen voor hobbyisten. Daar staan ook papegaaienstands, waardoor ik me liet inspireren. Een paar jaar geleden kreeg ik via de organisatie Artist for Conservation en in samenwerking met het World Parrot Trust een beurs om op Mauritius de bedreigde Mauritiusparkiet te schilderen. Op Mauritius kwamen vroeger meer papegaaien en parkieten voor. De meeste zijn uitgestorven, soms door de houtkap, soms omdat ze lekker smaakten. Het schilderen van uitgestorven papegaaien is een extra uitdaging, want er komt veel research aan te pas. Ik schilder ze op basis van oude foto’s en tekeningen, oude documenten met tekeningen van botjes en snavels, literatuur, en soms zijn er nog opgezette exemplaren. Bij de UB kan ik gelukkig putten uit een enorme papegaaiendatabase. Op het moment worden verschillende door mij geschilderde uitgestorven papegaaien, zoals de grijze papegaai en de Rodriguespapegaai, tentoongesteld in het Blue Penny Museum op Mauritius.’ yyy Dirk Wolthekker
FoliaMagazine
17
foto Fred van Diem
Ria Winters (52, bedrijfsvoerder bij de Universiteitsbibliotheek) ziet het schilderen van uitgestorven papegaaien als een uitdaging.
opinie
Is de Nederlandse kiezer gek? De Nederlandse kiezer is niet emotioneel of irrationeel, maar wel kieskeurig. En terecht, volgens Tom van der Meer. illustratie Marc Kolle
H
et zijn rare weken. Voor het eerst is de SP de grootste partij in de peilingen, doordat Emile Roemer kiezers trekt uit zowel de PvdA als de PVV. Omdat het CDA in diezelfde peilingen op een historisch dieptepunt staat, trekken de christendemocraten strijdvaardig op naar het ‘radicale midden’ om kiezers terug te winnen. En ondertussen richt de PvdA de pijlen op de vermeende verloren PVV-kiezer. Wat is er met de Nederlandse kiezer aan de hand? De Nederlandse verkiezingsuitslagen zijn nog nooit zo veranderlijk geweest als in het afgelopen decennium. Ze zijn het meest grillig en onvoorspelbaar van West-Europa. In tussentijdse opiniepeilingen zijn de verschuivingen zo mogelijk nog groter: partijen schieten omhoog en omlaag in de wekelijkse en maandelijkse polls. De kiezer lijkt ongrijpbaar. Politici en politiek commentatoren menen dat de kiezers op drift zijn. Ze zouden hun rol niet serieus nemen. Zo stelde Hans van Mierlo in 2009: ‘De kiezers doen maar wat.’ Wim Deetman noemde de kiezers in 2011 ‘emotioneel, irrationeel of intuïtief ’. Kees Schuyt kwam in 2003 met de beeldende omschrijving: ‘De Nederlandse kiezers lijken wel stuifzand. Ze waaien, met het geringste zuchtje wind, alle kanten op.’ Maar al dat gesomber is onterecht. Nederlandse kiezers zijn de weg niet
18
FoliaMagazine
kwijt. Kiezers nemen hun taak serieus. Politici doen er goed aan hun kiezers ook zo serieus te nemen. Hun cynisme is in elk geval misplaatst.
Aynan De veranderlijkheid in partijvoorkeuren laat namelijk vooral zien dat kiezers zijn geëmancipeerd. Ze zijn begonnen te doen wat ze behoren te doen, namelijk kiezen. Meer dan de helft (55 procent) van de Nederlandse kiezers veranderde tussen 2006 en 2010 minstens één keer van partij. Maar hoewel ze van partij veranderen, blijven kiezers in overgrote mate trouw aan een blok van soortgelijke partijen. Er is een links blok (PvdA, GroenLinks, SP) en een rechts blok (VVD, PVV, CDA, TON). Tussen deze partijblokken is nauwelijks uitwisseling. D66 is zowel voor veel linkse als voor veel rechtse kiezers een alternatief; alleen met de PVV heeft D66 erg weinig uitwisseling van kiezers. Diezelfde PVV heeft ook tussen 2006 en 2010 al enige aantrekkingskracht op kiezers van de SP: de recente uitwisseling
Veranderen van partij is de normaalste zaak van de wereld van (wantrouwende) kiezers tussen PVV en SP is dus niet nieuw. Bovendien zijn het niet de kwetsbare groepen die vaak van partij veranderen. Integendeel. Juist de middengroepen veranderen het sterkst: de middelbaar opgeleiden, de middeninkomens, de kiezers uit het politieke midden. Dit wijst eerder op geëmancipeerde kiezers dan op wispelturige kiezers. Die emancipatie gaat zelfs zo ver, dat de kiezer zich niet langer laat binden door kerk, familie of verenigingsleven. Zelfs van de Nederlanders met het meeste vertrouwen in de politiek verandert nog ruim veertig procent van partij. Kortom, veranderen van partij is de normaalste zaak van de wereld. Kieskeurige kiezers gedragen zich zoals we willen in een democratie. Ze kiezen, zonder blind vertrouwen en zonder onvoorwaardelijke steun. Ze zijn trouw aan hun eigen opvattingen; niet langer aan een enkele
partij. Die kieskeurigheid houdt de partijen scherp. De toegenomen grilligheid wijst dan ook geenszins op een crisis van de Nederlandse democratie. Wel staan de gevestigde partijen voor een grote uitdaging. Doordat hun vaste aanhang steeds verder slinkt, zullen ze steeds heviger moeten concurreren om de kiezersgunst. Dit is het duidelijkst het geval voor het CDA. De negatieve verkiezingscampagne van 2006 en de regeringsdeelname in 2010 blijken pyrrusoverwinningen, doordat het CDA haar imago verloor van betrouwbare bestuurderspartij in het politieke midden. Maar met een linksere koers laten de honderdduizenden, juist aan rechts verloren, kiezers zich niet terugwinnen. Het CDA mist een eigen profiel. Het is nu de light-versie van de VVD (op economische thema’s) en de PVV (op het onderwerp van integratie). En dat terwijl het belangrijkste maatschappelijke probleem volgens Nederlandse kiezers toch echt een typisch CDA-onderwerp is, namelijk normen en waarden. Niet het ‘radicale midden’ maar een herijking van het normen-en-waardendebat zou het CDA kunnen redden: kijken dus waar de kiezers behoefte aan hebben. Hoewel veranderlijke kiezers vanuit democratisch oogpunt alleen maar goed zijn, zit er toch ook een duister bestuurlijk randje aan. Het partijlandschap dreigt namelijk te versnipperen tot wel zeven middelgrote partijen. Dat betekent dat er al gauw vier partijen nodig zijn voor een werkbare coalitie. Bovendien zal die coalitie instabieler zijn, door de continue concurrentiestrijd om de kieskeurige kiezer. yyy Tom van der Meer is universitair docent politicologie. Dit artikel is gebaseerd op het rapport ‘Kieskeurige kiezers: een onderzoek naar de veranderlijkheid van Nederlandse kiezers, 2006-2010’ dat hij schreef met Rozemarijn Lubbe, Erika van Elsas en Wouter van der Brug. Zie ook http://www. foliaweb.nl/wetenschap/kiezers/.
Verwarrende nep Een spook waart door mijn hoofd – het spook van de warboel. Ik was onlangs op een naamfeest. Nog geen twee seconden was ik binnen en nam een andere naam aan: meneer Grote Wanhoop. Het feest stond model voor hoe tegenwoordig binnen de Marokkaanse gemeenschap op vreemde wijze vreugde wordt gevierd. Wat ik zag, deed mij denken aan mijn nichtje en neefje van twee en vier, die in de huiskamer een gezellig knus hoekje met huisraad van speelgoed hebben ingericht. De twee spelen het grote mensenleven na, met hier en daar een fantasievolle toevoeging. Samen met My Little Pony wordt een ei gebakken, onder het genot van een kop thee wordt met My Little Pony aan tafel de dag doorgenomen en de plastic pony wordt streng toegesproken als ze niet in bad wil. Vanaf de bank is het spel van de kleintjes zeer vermakelijk. Maar die poppenkast van Marokkaanse familiefeesten is tenenkrommend en brengt een mens in verwarring. Niets klopt en alles is grote nep. Op de tafels ligt aan weerszijden van de eetborden mes en vork. Als het eten wordt geserveerd, proberen de gasten onhandig het eten in de monden te krijgen. Iedereen weet dat thuis bijna alle gerechten met de hand worden gegeten. Ook staan er wijnglazen op tafel. In het duivelse symbool van glas wordt jus geschonken uit luxe hervulbare whiskykaraffen. Voor de sfeer wordt er muziek gedraaid, maar alleen in het deel waar de vrouwen zitten. De liederen uit de boxen zijn anasheedmuziek (een soort van gospel) waar onder geen beding op gedanst mag worden, omdat dans de goddelijke woorden zou bevuilen, of zo. De muziek wordt door mannenstemmen gezongen, dat dan weer wel. Er wordt een leven gespeeld, een leven dat niet mag worden geleid, maar waar men met hart en ziel naar hunkert. yyy Asis Aynan
FoliaMagazine
19
opinie
Curvers
Doceren is geen wedstrijd
Oma wil dood
Het onderwijs is niet gebaat bij docenten die concurreren om Docent van het Jaar te worden, vindt Rik Almekinders.
V
orig jaar was niet mijn topjaar als docent op de HvA. Ik ging met tegenzin naar mijn werk en ik draaide mijn lesjes vreugdeloos af. Ik was boos en verdrietig door de grootschaligheid van het instituut waarin ik me gevangen voelde. Toen gebeurde er iets raars: op een dag werd mijn les onderbroken, omdat iemand mij wilde feliciteren als Docent van het Jaar. Ik had daar van tevoren over nagedacht: wat zou ik doen, als ik Docent van het Jaar zou worden. Dat nadenken was alleen voor de lol, want het leek me nogal onwaarschijnlijk dat ik, met mijn verdriet en boosheid, zo’n wedstrijd zou kunnen winnen. Op zich vind ik het een goed idee om studenten docenten te laten beoordelen. Laat ons – de docenten – maar eens voelen hoe het is om als student behandeld te worden. Maar ik voelde me overvallen, onder meer door de onderbreking van mijn les. Degene die mijn les onderbrak, werd ook overvallen, door mijn reactie. Ik had niet de koelbloedigheid om echt charmant te zijn tegen hem, en het kwam er nogal benepen uit: ik wilde de titel niet, ik wil niet aan deze wedstrijd meedoen, geef die titel maar aan een docent die minder verdrietig en boos is dan ik. Ik hoopte dat daarmee de kous af was. Ik wil namelijk geen Docent van het Jaar zijn, omdat het onderwijs op geen enkele manier gebaat is bij docenten die elkaar beconcurreren. Misschien is een wedstrijd tussen docenten
20
FoliaMagazine
die zich vrijwillig voor zo’n wedstrijd hebben opgegeven heel amusant, maar Lotto Weekend Miljonair word je ook alleen als je je daar zelf kandidaat voor gesteld hebt. Competitie ondermijnt de toch al zo broze samenwerking tussen de eenpitters die docenten meestal zijn. Maar de kous was nog niet af. Mijn naam werd gepubliceerd, want ik was Docent van het Jaar. Allerlei mensen gingen mij feliciteren en van mij werd verwacht dat ik mee zou doen aan de volgende ronde, waarin ik het tegen mijn collega-Docenten-van-het-Jaar moest opnemen. Onder aanmoediging van mijn studenten. Sorry, maar ik had al geen trek in de titel, deze volgende stap leek me echt een gênante bedoening. Niet voor niks heb ik me nooit opgegeven voor Lotto Weekend Miljonairs. Een grappig effect van mijn overwinning is, dat ik nu dit artikel kan schrijven. Men zou anders kunnen denken dat ik jaloers ben op collega’s die wel Docent van het Jaar geworden zijn. Een ander effect is dat ik nu denk dat ik ertoe doe en dat mijn mening belangrijk is. Dat is natuurlijk onzin, want elke docent – Docent van het Jaar of niet – doet ertoe en van elke docent is de mening belangrijk. Misschien is dat leuk om te horen, voor alle docenten. yyy Rik Almekinders is docent bij het Domein Techniek van de HvA. In 2010 werd hij verkozen tot Docent van het Jaar van dat domein.
Vorige week gingen we naar het bejaardenhuis. Oma vroeg ons met klem de laatste koekjes en peren op te eten. Ze had nog precies twee sinaasappels, één voor donderdag en één voor vrijdag. Vrijdag wilde oma namelijk doodgaan. Bij de condoleance zat Oma’s overbuurman stiekem op een stoel te snikken en een dame met een rollator rolde tot drie keer toe langs de kist. Even later sprak ik de twee. Hoewel míjn oma geheel volgens planning naar de andere dimensie is geholpen, wil dat nog niet iedereen lukken. Niet uitzichtloos genoeg. ‘Sparen jullie pillen?’ vroeg ik. ‘Nee hoor, het kan gewoon met helium,’ zei de dame. Overbuurman knikte instemmend en zei dat rattengif ook werkte, ‘dat deden Russische spionnen ook’. Van het ‘Burgerinitiatief Uit Vrije Wil’ hadden ze ook gehoord – het voorstel de euthanasiewet te verruimen, zodat niet alleen patiënten die ondraaglijk en uitzichtloos lijden stervenshulp kunnen krijgen, maar ook 70-plussers met ouderdomskwalen die hun leven ‘voltooid’ vinden. ‘Wat is nou voltooid?’ vroeg Overbuurman. Uit Vrije Wil schrijft over voltooide mensen: ‘Alles van waarde ligt achter hen.’ Het leven zelf is volgens hen dus niet per definitie de moeite waard. Maar de euthanasievraag blijft een vraag die door ánderen beoordeeld moet worden. Die verandert met de verruiming van ‘zijn die laatste weken de moeite waard?’, een beetje naar ‘is het leven altijd de moeite waard?’ Nogal een lastige vraag. Ik zou hem voor niemand anders dan mijzelf durven beantwoorden. Het vervelende van mensen die wél menen dat het leven uit zichzelf heilig is, is dat hun heiligverklaring ook geldt voor mensen die daar zelf anders over oordelen. Wat de huidige regering er ook over besluit, doodgaan kan niet zomaar, als je toestemming wilt tenminste. Volgende week is trouwens de Week van de Euthanasie. Hoe je die moet eren weet ik niet zo goed. Misschien toch maar even langs bij het bejaardenhuis, kijken of ik nog iemand kan helpen bij zijn bestelling op www.heliumshop.nl. yyy Emma Curvers
brieven
promoties DINSDAG 07/02
12.00 uur: Saeed Mohammadian Moghayer – Economie
Reactie op ‘reputatieschade’ Mariëtte Diderich heeft volkomen gelijk in haar ingezonden brief in Folia Magazine 18 naar aanleiding van de uitspraken van Pascal van Zwieten over de waterschade in café Oerknal. Het was uiteraard niet zijn bedoeling het AUC schade te berokkenen en hij had daarom zijn vermoedens over de veroorzakers van de schade nooit op deze wijze mogen uiten. Rectificeren kan ik helaas niet, maar namens het USC en Pascal van Zwieten van café Oerknal bied ik het AUC en de AUC-studenten hierbij mijn welgemeende excuses aan. yyy Theo van Uden, directeur USC
Moedeloos
Ik las in Folia Magazine 16 in ‘De Adviesdienst’ een viertal reacties op een verhaal over fraude met een (DUO) studiebeurs. De enige reactie die het een goed idee vond om de criminele vriendin maar niet op haar gedrag aan te spreken was van iemand in de lerarenopleiding. Niet dat ze het in orde vond. Dat gelukkig nog niet! Kijk, daar word ik nu moedeloos van. Want
die aankomende lerares staat wel straks mijn kinderen te onderwijzen over wat goed is en wat niet en wat je daar als aankomend burgertje aan kan en moet doen. Begrijpt deze vrouw niet dat door het niet corrigeren van fraude, tot het einde (in elk geval tot de onbetaalbaarheid) van deze mooie systemen leidt? En dat dat nu juist het schrijnendst is voor degenen die het het hardst nodig hebben? Weet zij niet wat solidariteit betekent – beslist niet het toelaten van zelfverrijking ten koste van buren en vrienden en ieder ander in een solidaire samenleving? En ja, Amsterdam-Zuid? Waarschijnlijk een bankiers- of CEO-dochter? Zou me niet verbazen. Daar vinden immers velen het bedotten van een bedrijf en/of de samenleving voor eigen gewin geen enkel probleem. yyy Adriaan Theist
Bifurcations of Indifference Points in Discrete Time (Agnietenkapel)
14.00 uur: Joost Witlox – Geneeskunde
Delirium in the Elderly: Biomarkers and Outcomes (Agnietenkapel)
DONDERDAG 09/02
10.00 uur: Martijn de Greef – Geneeskunde
Loco-Regional Hyperthermia Treatment Planning: Optimisation Under Uncertainty (Agnietenkapel)
12.00 uur: Katharina Meyerbröker – Psychologie Virtual Reality Exposure Therapy: Process and Outcome in Anxiety Disorders. (Agnietenkapel)
13.00 uur: Beerd Beukenhorst – Geschiedenis
‘Whose Vietnam?’ ‘Lessons Learned’ and the Dynamics of Memory in American Foreign Policy after the Vietnam War (Aula)
14.00 uur: Floor Fleurke – Rechten
Unpacking Precaution. A Study on The Application of the Precautionary Principle in the European Union (Agnietenkapel)
VRIJDAG 10/02
10.00 uur: Maartje Boumans – Geneeskunde
Targeted Therapies in Theumatoid Arthritis (Agnietenkapel)
11.00 uur: Yurii Khomskii – Logica
Regularity Properties and Definability in the Real Number Continuum: Idealized Forcing, Polarized Partitions, Hausdorff Gaps and Mad Families in the Projective Hierarchy (Aula)
12.00 uur: Nienke Roescher – Geneeskunde De redactie verwelkomt ingezonden brieven en opiniestukken. We behouden ons het recht voor deze zo nodig in te korten. Vermeld altijd uw naam en relatie tot de UvA/HvA; anonieme reacties worden niet geplaatst. Mail naar redactie@folia.nl.
Local Gene Therapy and the Identification of Therapeutic Targets in Sjögren’s Syndrome (Agnietenkapel)
14.00 uur: Maaike van der Graaff – Geneeskunde
Upper Motor and Extra-motor Neuron Involvement in Recent-)nset Motor Neuron Disease (Agnietenkapel) Voor uitgebreide informatie zie www.uva.nl/agenda.
olia maakt adio
Live geeft je iedere week
en informatie over het onderwijs in Amsterdam.
iedere woensdag van 17:00 naar Folia Live sterdam FM (106.8 in er en 103.3 op de kabel).
te beluisteren als podp www.foliaweb.nl. ter via een app op je of je tablet.
(advertenties)
Folia Radio zoekt stagiair 4 – 5 dagen per week Vooral redactioneel werk Info bij paul@folia.nl of 06 39478895
Eigen Haard
verkoopt door heel Amsterdam starterswoningen vanaf € 75.000 met
€ 4.000 korting, 0% overdrachtsbelasting & GEEN notariskosten! www.kopenbijeigenhaard.nl
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad
FoliaMagazine
21
‘De doden hebben het verhaal vleugels gegeven’ Was het afval op het schip Probo Koala dodelijk of niet? Het is maar net welke krant je leest, concludeert masterstudente journalistiek en media Bibi Bleekemolen in haar scriptie. Tijdens het schrijven kwam ze terecht in een moddergevecht tussen journalisten. ‘De persoonlijke eer van journalisten staat op het spel.’ tekst Bibi Bleekemolen en Eva Rooijers / illustratie Bas Kocken
O
p 2 juli 2006 meert het inmiddels beruchte schip Probo Koala aan in de haven van Amsterdam. De kapitein wil een lading afval kwijt. Het afval stinkt echter zo verschrikkelijk dat het verwerkingsbedrijf Amsterdam Port Services (APS) de kapitein van het schip niet gelooft als hij beweert dat het gewoon afvalwater is. Hij mag het goedje best achterlaten, maar moet dan wel 1000 euro per ton betalen voor verwerking, in plaats van de gebruikelijke 27 euro per ton. Dat ziet de kapitein van het schip niet zitten en hij zet koers naar Ivoorkust. Daar wordt het afval overgedragen aan een lokaal bedrijfje dat het illegaal dumpt op verschillende plekken in de havenstad Abidjan. Daarop ontstaat chaos onder de lokale bevolking. Het afval stinkt afgrijselijk en tienduizenden inwoners bezoeken ziekenhuizen en andere gezondheidsposten. Hoofdpijn, huidaandoeningen, miskramen en zelfs doden worden toegeschreven aan het afval. Bewoners van Abidjan werpen barricades op en verwijten de regering laksheid en corruptie. Drie weken na de dump bezwijkt de regering
22
FoliaMagazine
onder de druk en treedt af. De ogen richten zich nu ook op Amsterdam. Had het afval hier niet moeten blijven? Een rechtszaak volgt tegen oliegigant Trafigura, de eigenaar van het afval. Trafigura wordt in Nederland niet aangeklaagd voor het dumpen van het afval in Abidjan, maar voor de pogingen om het als gewoon afvalwater van de hand
‘ Jeroen Trommelen deugt niet’ te doen in Amsterdam. Ook de gemeente en APS staan terech-t, die lieten het schip immers gewoon weer vertrekken richting Afrika. Op 23 december oordeelt de rechtbank in hoger beroep dat Trafigura schuldig is aan het afgeven van afval terwijl de schadelijke samenstelling werd verzwegen. APS en de gemeente Amsterdam gaan vrijuit. journalistieke strijd De meest woelige strijd leek zich de afgelopen
jaren echter niet in de rechtszaal af te spelen maar in de media. Belangrijkste strijdpunt is de vraag of het afval wel of geen dodelijke slachtoffers heeft gemaakt in Ivoorkust. Journalisten gooien over en weer met modder naar elkaar, om hun eigen punt kracht bij te zetten. Als ik besluit mijn masterscriptie te schrijven over het onderwerp, beland ik zelf midden in dat moddergevecht. Ik vergelijk de ernst van de berichtgeving in twee Nederlandse dagbladen: de Volkskrant en het NRC Handelsblad. Per krant licht ik artikelen door uit 2006 en kies ik twee journalisten om te interviewen: Karel Knip, wetenschapsredacteur bij NRC en Jeroen Trommelen, milieujournalist bij de Volkskrant. Ik kies voor die kranten en journalisten na het zien van een uitzending van De Leugen Regeert van 6 oktober 2006. Daar zijn Karel Knip en Jeroen Trommelen te gast. De vraag staat centraal welke krant gelijk heeft: NRC die op 3 oktober 2006 kopt met ‘Giftigheid van afval Probo Koala niet bewezen’. Of de Volkskrant, waarin Trommelen een dag later schrijft: ‘Afval Probo Koala was dodelijk’. Knip onderstreept in de uitzen-
strijdbare kant zien. Als ik Trommelen spreek, verklaart hij: ‘De doden hebben het verhaal vleugels gegeven. Zonder doden had de afvaldump lang niet zo’n startkracht gehad in de media.’ Hij zegt zich te beroepen op ‘lokale autoriteiten’. De artikelen van Knip noemt hij ‘ongehoord cynisme’. Karel Knip vertelt me: ‘Trommelen heeft zichzelf een Daniel Pearl Award, een prijs voor journalisten, laten uitreiken voor deze zaak. Dat vind ik echt absurd, die man deugt niet. De persoonlijke eer van journalisten staat op het spel en ze willen niet afdingen op het voorbeeld dat ze met deze dump konden stellen, dat Afrika geen dumpplaats is.’
ding dat er geen bewijs is dat het afval dodelijk is. ‘Maar natuurlijk is er geen bewijs,’ reageert Trommelen. ‘De vraag is of er reden is om het aannemelijk te vinden.’ Jaren later staan Knip en Trommelen nog steeds lijnrecht tegenover elkaar. Sinds die zomer in 2006 is de waarheid rondom het afval van de Probo Koala een persoonlijke strijd geworden.
In blogs en reacties op internet reageren ze zich publiekelijk op elkaar af. Jeroen Trommelen schrijft op 1 november 2009: ‘Knip mag zich wel wat bescheidener opstellen in plaats van wild om zich heen te slaan.’ Knip reageert: ‘Trommelen kan zijn zaak niet redden door uit te schreeuwen dat de stof H2S toch giftig is.’ Ook in mijn interviews laten ze zich van hun
Het oordeel van de rechtbank Voor een beter beeld van de gebeurtenissen in de Ivoriaanse havenstad, wend ik me tot de rechtbank van Amsterdam, waar inmiddels de zaak tegen Trafigura dient. In het vonnis van 23 juli wordt expliciet de rol van de media genoemd. ‘Er is wereldwijde media-aandacht geweest voor die gebeurtenissen, waarbij met beschuldigende vinger naar Trafigura wordt gewezen, met name omdat er werd gesproken van doden en gewonden als gevolg van dumping van giftig afval. Dat heeft mede in Nederland geleid tot onjuiste en ongenuanceerde berichtgeving.’ Pas als ik de wollige passage meerdere keren lees, lijkt het helder: rechtbank Amsterdam zegt in het vonnis dat de berichtgeving over doden en gewonden als gevolg van de dumping van giftig afval onjuist en ongenuanceerd was. De rechtbank lijkt hiermee NRC-journalist Knip in het gelijk te stellen. Andere media, waaronder de Volkskrant, hebben onterecht doden toegeschreven aan het afval. Maar een passage over Knip verderop in het vonnis schept verwarring. ‘Trafigura toont dat zij geen enkel vertrouwen heeft in de rol van de media en de oprechtheid van journalisten, zij het dat zij één uitzondering maakt en dat is voor de journalist Karel Knip. Hij is de enige die het begrijpt en die – naar de rechtbank moet aannemen met behulp van informatie
FoliaMagazine
23
(advertentie)
Doorstroom HvA-UvA: droom of doemscenario? Masters worden op de HvA nauwelijks
tot duizenden euro’s. Ter illustratie: Voor
ASVA vindt dat elke hbo-student de moge-
aangeboden. De keuze is beperkt tot slechts
een pre-master bedrijfskunde betaal je zo
lijkheid dient te krijgen om zich verder te
negen masteropleidingen. Ter vergelijking:
€12.000 per jaar als je al een hbo-diploma
ontwikkelen, zij het via een hbo- of wo-mas-
de UvA heeft meer dan 200 masters in de
op zak hebt. Doorstroomprogramma’s van
ter. ASVA heeft toegankelijk onderwijs hoog
aanbieding. Om jezelf als HvA’er verder
30 punten volg je daarentegen tegen het
in het vaandel staan. Gemotiveerde hbo-
te verdiepen in je vakgebied is een UvA-
wettelijk collegegeld, dat voor het college-
studenten die hun plafond nog niet bereikt
master vrijwel de enige optie. Maar hoe gaat
jaar 2012-2013 €1.771 bedraagt.
hebben horen eenvoudig te kunnen door-
doorstromen eigenlijk in zijn werk? En is er wellicht een tekort aan HvA-masters?
stromen naar het wo. Het is om die reden Het kleine aanbod van HvA-masters heeft
niet te verkroppen dat hbo-studenten exorbi-
als mogelijk nadeel dat de hbo-student in
tante bedragen voor een heel schakeljaar op
Als hbo-student heb je meerdere opties om
zijn of haar keuzevrijheid beperkt wordt.
moeten hoesten. Met de dreigende afschaf-
door te stromen naar een universitaire oplei-
Niet elke afgestudeerde hbo’er zit op een
fing van de masterstufi in het achterhoofd en
ding. Met een HvA-propedeuse kun je, mits
kostbare academische vervolgopleiding te
de langstudeerboete in het verschiet, ziet de
er geen aanvullende eisen worden gesteld,
wachten. Het is daarnaast maar de vraag of
toekomst voor hbo-studenten die in zichzelf
beginnen aan een bachelor op de UvA. Een
universiteiten staan te springen om hordes
willen investeren er weinig rooskleurig uit.
andere mogelijkheid is om na het behalen
hbo-studenten toe te laten, omdat dit de
van je hbo-bachelor een universitaire master
kwaliteit van het onderwijs zou aantasten.
te gaan doen. Hier kunnen echter nogal wat
Of dit idee ook breed gedragen wordt door
De ASVA studentenunie houdt op
haken en ogen aan zitten. Vaak moet je een
de beleidsbepalers zal duidelijk worden
woensdag 22 februari een debat over
doorstroom- of schakeljaar doorlopen om te
tijdens het debat dat de ASVA studenten-
doorstroming van hbo-studenten naar het
worden toegelaten op een universiteit.
unie binnenkort organiseert (zie kader). Een
wo. Deelnemers zijn onder andere Tanja
vraag die eveneens aan bod zal komen is
Jadnanansing (Tweede Kamerlid PvdA),
Voor veel studenten zal hier de schoen
of de HvA niet meer dient te investeren in
Sebastiaan Hameleers (Voorzitter Interste-
wringen. De UvA vraagt voor een schakeljaar
hbo-masters. HvA-studenten kunnen dan
delijk Studenten Overleg) en Jet Bussema-
van meer dan 30 punten het instellingscol-
daadwerkelijk kiezen tussen een praktijkge-
ker (Rector Hogeschool van Amsterdam).
legegeld. De hoogte van dit bedrag verschilt
richte master aan hun eigen hogeschool en
Locatie: Kohnstammhuis.
per masteropleiding, maar loopt al gauw op
academische verdieping bij de UvA.
RECREATED LOGO
Het afval Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) omschrijft het afval dat de Probo Koala vervoerde als ‘een complex mengsel van water met een extreme zuurgraad en een olieachtige vloeistof, beide verontreinigd met fenolen, disulfiden en mercaptanen’. In een bepaalde concentratie zijn deze stoffen schadelijk tot zeer giftig voor de volksgezondheid.
van Trafigura – tijdens deze strafzaak en nà het pleidooi van Trafigura nog eens komt met een artikel waarin de relatieve onschuld van de slops [Het afval, red.] wordt beschreven.’ Deze verwijzing van de rechtbank naar Knip is olie op het vuur in de strijd der schrijvende journalisten. Een knietje voor Knip Hans Marijnissen, redacteur voor de bijlage ‘Groen’ bij dagblad Trouw, mengt zich nu ook in de discussie. Naar aanleiding van het vonnis schrijft hij op 24 juli 2010 een artikel in Trouw waarin hij Knip beschuldigt van ‘publicatie van onjuiste feiten’. Knip is boos en stapt op 7 december 2010 naar de Raad voor Journalistiek (RvJ). Hij eist in het bemiddelingsgesprek met Marijnissen dat Trouw het artikel rectificeert. De RvJ weet zich geen raad met het vonnis en vraagt rechtbank Amsterdam om tekst en uitleg. Mag Marijnissen, op basis van het vonnis van 23 juli 2010, schrijven dat Knip onjuiste feiten heeft gepubliceerd? In maart 2011 krijgt de RvJ per e-mail het volgende merkwaardige antwoord van rechtbank Amsterdam: ‘Die vraag kan gezien de tekst van de overwegingen in het vonnis door de rechtbank met ja worden beantwoord.’ Trouw hoeft niet te rectificeren: Marijnissen mag volgens de rechtbank schrijven dat Knip onjuiste feiten heeft gepubliceerd. Jeroen Trommelen van de Volkskrant grijpt deze gelegenheid met beide handen aan en deelt op zijn blog een ‘Knietje voor Knip’ uit: ‘Ik ken er niet veel maar ze bestaan: journalisten die denken dat ze echt altijd immer volledig volmondig gelijk hebben, en al stoom gaan spuiten bij de voorzichtige suggestie dat dit misschien toch niet helemaal het geval is. Dan eisen ze excuses.’ Ook Trouw laat zich nog even horen op het internet: ‘Knietje voor Knip’, twittert @TrouwGroen met een linkje naar het blog van Trommelen.
De rechtszaak Op 23 december 2011 is er uitspraak geweest in het hoger beroep tegen Trafigura. Het bedrijf wordt veroordeeld tot een geldboete van één miljoen euro, omdat het in de Amsterdamse haven de regelgeving heeft overtreden met betrekking tot de in- en uitvoer van gevaarlijke stoffen. Het Gerechtshof Amsterdam zegt in het hoger beroep niets over welke journalist zij ‘onjuist en ongenuanceerd’ vindt in de berichtgeving.
Handelen in angst Aan het publieke moddergooien lijkt maar geen einde te komen. Zeker als een vierde journalist het strijdtoneel betreedt. Jaffe Vink, voormalig chef van bijlage ‘Letter & Geest’ bij Trouw en oud-hoofdredacteur van het rechtse weekblad Opinio, schiet Knip te hulp. In oktober 2011 publiceert hij Het Gifschip – verslag van een journalistiek schandaal. Vink uit in zijn boek en opinieartikelen in NRC Handelsblad en De Groene Amsterdammer felle kritiek op milieujournalist Trommelen. Wat hem vooral stoort zijn de ‘bewogen beweringen’ van Trommelen in de Volkskrant. Zo beschrijft Trommelen dramatische sterfgevallen: ‘Twee meisjes van rond de tien jaar waren het eerst dood. Eerst moeten ze de stank hebben geroken die duizend keer erger leek dan die van rotte eieren. Daarna sloeg het gas hen op de keel en de ogen; voelden ze een neiging tot flauwvallen, kwam de bloedneus, de ademnood en
‘Twee meisjes van rond de tien jaar waren het eerst dood’ ten slotte dus de dood.’ Het gebruik van deze bewoordingen, zonder enige bronvermelding, noemt Vink ‘handelen in angst’. Milieuorganisatie Greenpeace krijgt hetzelfde verwijt aan de broek van Vink. ‘Greenpeace liegt en bedriegt,’ schrijft hij op 5 december 2011 in NRC Handelsblad. En: ‘Ze heeft systematisch de gevaren van gif overdreven en gedramatiseerd’, in De Groene Amsterdammer van 26 oktober. Greenpeace gaat in de tegenaanval. ‘Weer kijgt Jaffe Vink een podium voor zijn ongegronde aantijgingen,’ is de eerste zin van een opiniestuk in NRC Handelsblad. Greenpeace
vreest dat het gewelles-nietes over de doden de aandacht voor de illegale afvaldump ondermijnt. ‘Trafigura trok rookgordijnen op om de aandacht van het misdrijf af te leiden. Hetzelfde effect wordt nu bereikt door de publicaties van Vink en Knip,’ aldus Marietta Harjono van Greenpeace. Ook ik krijg dat verwijt van Greenpeace. Per e-mail reageert Harjono op mijn bevindingen: ‘Wij willen blootleggen op welke manieren Trafigura de rechtsgang en ook de waarheidsvinding belemmert. Ik moet constateren dat ze daar wederom goed in lijken te slagen als ik naar jouw scriptie kijk.’ De berichtgeving over de doden in twijfel trekken, is een deal sluiten met de duivel. Toch raak ik tijdens mijn zoektocht steeds meer overtuigd van het gebrek aan bewijs voor dodelijke slachtoffers en neig dus Knip gelijk te geven. Maar het antwoord van rechtbank Amsterdam op de vraag van de Raad voor Journalistiek wringt. Ja, zei de rechtbank, Trouwjournalist Hans Marijnissen mag schrijven dat Knip onjuiste feiten heeft gepubliceerd. In mijn scriptie kan ik geen van de journalisten daarom gelijk geven. Trommelen niet, die in de Volkskrant doden toeschrijft aan het afval. Maar ook Knip niet, die in NRC Handelsblad blijft volhouden dat de doden helemaal niet zijn bewezen. Ik eindig mijn scriptie met de conclusie dat de berichtgeving in zowel NRC Handelsblad als de Volkskrant inconsistent is geweest. Aantallen slachtoffers variëren dagelijks in beide kranten. De ene dag wordt van doden gerept zonder bronvermelding, de andere dag staat het ontbreken van sectie en onduidelijkheid over de precieze doodsoorzaak in de kranten. De ramp met de afvaldump was onomstotelijk een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Ivoorkust. Maar niet in iedere krant is de bladzijde even zwart. Het is maar net welke journalist het heeft opgeschreven. yyy
FoliaMagazine
25
26
FoliaMagazine
Van links naar rechts: studenten Game Technology Jasper de Ridder, Niels Nijholt en Jerry Gomez. Uiterst rechts een tester / foto Bas Uterwijk
objectief
Gamewalhalla Met vierkante ogen, tussen de slaapzakken, liters Euroshopper energydrank, half opgegeten pizza’s en zakken chips bouwden gameteams wereldwijd 48 uur lang aan een videogame. Ook aan de HvA werd er door Game Technology-studenten druk op los geprogrammeerd, gebouwd en getest aan de Duiven drechtse Kade. In het tot gamewalhalla omgetoverde lokaal – felle tl-verlichting moet de ergste vermoeidheid tegengaan – braken deze HvA-studenten zich het hoofd over vragen als ‘wel of geen bommetjes laten vallen in de video’ en ‘op hoeveel manieren in het level kun je jezelf vermoorden?’ Het weekend is onderdeel van de internationale gamecreatiemarathon Global Game Jam, uitgeschreven door stichting Dutch Game Garden. Het is de vierde keer dat de marathon plaatsvindt. Voor de HvA-studenten is het de eerste keer dat ze meedoen aan deze internationale wedstrijd. yyy Annemarie Vissers
FoliaMagazine
27
Moeten de Spelen naar Amsterdam? Terwijl Londen zich opmaakt voor de Olympische Spelen en de kandidaatsteden voor 2020 zich al hebben aangemeld, dromen veel Nederlanders ervan om de Spelen naar Nederland te halen. In 2028, een eeuw na de Spelen in Amsterdam. Maar moeten we dat willen? De voors en tegens komen voorbij in het vak ‘De Olympische Spelen in Nederland, droom of nachtmerrie?’ tekst Bob van Toor / foto’s Julia de Boer
D
e Olympische Spelen kunnen, als grootste sportevenement ter wereld, de economie van het organiserende land een enorme impuls geven: alleen al de televisierechten leverden Beijing in 2008 1,7 miljard euro op. Naast tienduizenden sporters en miljoenen bezoekers moet de aanloop naar de Spelen verbetering brengen op acht verschillende gebieden: topsport, breedtesport, sociaal-maatschappelijk, welzijn, economisch, ruimtelijk, evenementen en media. In het verleden hebben landen als Griekenland daarvan geprofiteerd, maar geldt dat ook voor Nederland? Uit een onderzoek van het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bleek vorig jaar dat het organiseren van dit evenement een verliespost van miljarden zou kunnen worden. De PVV en de SP hebben zich terughoudend opgesteld, en zich vooral uitgesproken tegen de grote bedragen die nu al worden besteed aan het Nederlandse bod. Marije Baart de la Faille (35) is als oud-roeier (‘Niet Olympisch, maar wel op internationaal niveau’) thuis in de sportwereld. Aan haar de
28
FoliaMagazine
taak om bij deze verschillende facetten en perspectieven interessante sprekers voor de collegeserie te vinden. Zoals Rein Jansma, de architect die zal vertellen over de plaats waar de Spelen gehouden moeten worden. Geen gemakkelijke keus, met meer dan vijf miljoen verwachte bezoekers. Dat is iets waar mensen zich zorgen over maken, en terecht. We zijn al zo lang bezig
‘Het moet geen pretvak worden’ met de Noord-Zuidlijn en dan ga je dit ook nog oppakken. Het idee is wel dat er geschikte plekken zijn voor het Olympisch dorp: de Zuidas, de havens. Maar er komt ook iemand spreken over de Floating Games, de mogelijkheid om het hele evenement op het water plaats te laten vinden. In de collegeserie zullen prominente sprekers steeds één van de acht ambitiegebieden bespreken. Het eerste college wordt gegeven door SP-kamerlid Renske Leijten, na een inleiding van Eric Eijkelberg, directeur van Olympisch
Vuur, en Eric van der Burg, sportwethouder van Amsterdam. Baart de la Faille: ‘Zij kan argumenten opwerpen tegen de positieve verhalen, en dat maakt het vak sterker. We hopen ook heel erg dat het tegengeluid uit de zaal komt, of door een paar sprekers wordt ingezet en overgenomen door de studenten.’ Bij het selecteren van de sprekers heeft ze geprobeerd alle meningen te representeren. ‘Het is niet makkelijk om een expert op het gebied van topsport te vinden die tegen is, maar ik wil niet dat het een congres wordt “Waarom wij de spelen willen”. Dan is het geen vak. Het moet ook geen pretvak worden; dat je even een sportvak doet als je nog zes punten nodig hebt.’ De docenten willen ook laten zien dat een evenement als de Olympische Spelen over veel meer gaat dan sport alleen. Er wordt, zeker aan de UvA, te makkelijk gedacht over sport, volgens Baart de la Faille. ‘Het zou goed zijn als de UvA ziet hoe interessant en inhoudelijk sport kan zijn, en niet “gewoon maar sport”. Want dat is het niet, het beïnvloedt alle delen van de samenleving. Ruud Stokvis [socioloog en oud-
Marije Baart de la Faille
roeier, red.] heeft wel eens een onderzoek naar de sportmindedness van de UvA gedaan. Daaruit bleek dat veel mensen niet beseffen wat je met sport kunt. Bij een sportevenement komt zo veel kijken, bij media & communicatie kun je daar een fantastisch onderzoek over doen. Op de HvA leven de spelen meer, zeker op de ALO en bij sport, management & ondernemen zit sport de mensen natuurlijk in het bloed.’
Het vorige bod van Nederland, voor de Spelen van 1992, liep uit of een debacle. Het Komitee Olympische Spelen Nee reisde in 1985 af naar het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in Lausanne om tegen de komst van de Spelen in Amsterdam te protesteren. Burgemeester Ed van Thijn, die ook komt spreken, vond de protestbeweging gevaarlijk genoeg om hem te laten infiltreren en er vond zelfs een (door een
andere beweging opgeëiste) bomaanslag plaats op het kantoor van de Stichting Olympische Spelen Amsterdam. Uiteindelijk stemden slechts vijf van de vijfentachtig leden van het IOC op Amsterdam. Baart de la Faille was pas acht toen dit gebeurde, maar kent de achtergrond wel. ‘Er is natuurlijk altijd de controverse: aanslagen in het verleden, de Spelen van Hitler. Daarom is het ook interessant
FoliaMagazine
29
voor een brede groep studenten. Je moet juist de tegenargumenten kennen, al is het maar om sterker achter je eigen mening te kunnen staan.’ Dat een gedeelte van de mensen in de collegezaal uiteindelijk zal bijdragen aan ‘Amsterdam 2028’ acht zij niet onwaarschijnlijk. ‘De mensen die er nu iets over te zeggen hebben zijn in 2028 zestien jaar ouder. De generatie van nu moet uiteindelijk het werk gaan doen, niet de generatie die er nu mee bezig is. We willen het blikveld van studenten verruimen, niet alleen een mooi stadion bouwen. Ze leren over alle domeinen heen te kijken en daar breed over na te denken.’ Hoewel ze zelf op hoog niveau roeide, is Baart de la Faille een meer gematigde mening toegedaan dan haar collega Cees Vervoorn, die het initiatief nam voor het vak over de Spelen. ‘Cees is net voor de documentaire Why do you want to hold the games? naar Rio de Janeiro geweest, om te kijken hoe het Brazilië is gelukt om zowel het WK voetbal [in 2014, red.] als de Olympische Spelen [in 2016, red.] te mogen organiseren. Die reis was één groot feest, dus Cees wil nu gewoon die Spelen hierheen halen. Ik ben nog ambivalent, maar wil in ieder geval een gefundeerde mening vormen. Ik kijk zelf ook meer naar de weg die naar het bod leidt: dat op zich kan al dingen ten goede veranderen, en als we het dan halen of niet, is er in ieder geval meer aandacht voor sport. De spelen zouden een leuk eindproduct zijn, maar zijn misschien niet eens nodig.’ En als ze zelf het nieuwe Komitée Olympische Spelen Nee blijkt op te leiden? ‘Dat zou me niet in dank worden afgenomen, maar ik gok dat dat niet gaat gebeuren. Ik zou het ook jammer vinden als er honderdvijftig voorstanders zitten, we moeten toch elkaars argumenten leren kennen. Als hierdoor een nieuwe anti-Olympische lobby zou ontstaan dan heeft die een bestaansrecht, vind ik. Alles verdient een goed tegengeluid. Dan moet er maar een sterkere campagne vóór de Spelen komen om mensen alsnog te overtuigen.’ yyy De collegereeks ‘De Olympische Spelen in Nederland, droom of nachtmerrie?’ start op 8 februari. Inschrijven kan tot en met 1 februari via Studielink.
30
FoliaMagazine
Renske Leijten Tweede Kamerlid voor de SP
Het overheidsgeld voor de lobby voor de Olympische Spelen is een verkeerde besteding van gemeenschapsmiddelen en moet direct worden stopgezet. In haar gastcollege zal SP-Tweede Kamerlid Renske Leijten een betoog houden over waarom projectgroep Olympisch Vuur een ordinaire lobbyclub is die geen gemeenschapsgeld verdient. ‘Als de Spelen werkelijk zo’n winstgevend project zijn als men beweert, dan kan de lobby daarvoor ook best betaald worden door de mensen die daar van profiteren. Voor het grootste gedeelte zullen dat private winsten zijn voor het bedrijfsleven en de sponsoren.’ Leijten wil daarbij benadrukken niet tegen eventuele Spelen in Nederland te zijn. ‘Dat is het misverstand. Ik ben ervan overtuigd dat het een leuk feestje zal worden. En als we ze krijgen, moeten daar ook overheidsuitgaven voor worden gedaan, bijvoorbeeld om de infrastructuur te verbeteren. Maar het is de verkeerde volgorde van zaken om nu al geld te pompen in de lobbyfabriek, zonder dat zeker is of dat ons ook iets gaat opleveren.’ Het tegenargument, dat de Olympische lobby bijdraagt aan het sportieve klimaat in Nederland, verwerpt Leijten. ‘Er is absoluut geen onderzoek dat het verband tussen een groot evenement en verhoogde sportiviteit ondersteunt. Als we die drie miljoen gewoon in sportactiviteiten op scholen steken, is het zeker dat we daar allemaal van profiteren.’
Rein Jansma Architect
Hoe kunnen we de Spelen gebruiken in een grotere ontwikkelingsvisie op de infrastructuur? Met deze vraag ging architect Rein Jansma in opdracht van het ministerie van VROM aan de slag en in zijn gastcollege licht hij zijn visie toe. ‘De huidige trend is dat de Spelen in grote urbane gebieden plaatsvinden, zoals Beijing en Londen. Maar juist een klein land biedt ook interessante kansen. Over twintig jaar ziet de wereld er radicaal anders uit en wij willen Nederland aan het IOC als een soort petrischaaltje aanbieden, om mogelijkheden die die veranderingen bieden uit te kunnen testen.’
Clémence Ross Directeur NISB
Eric van der Burg Wethouder Zorg, Welzijn en Sport in Amsterdam
Een groot voorstander van de Spelen in Amsterdam, zo presenteerde Eric van der Burg zich de afgelopen jaren reeds. Vorig jaar interviewde Folia hem al over zijn Olympische droom, waarbij hij de nadruk legde op huisvestigingsmogelijkheden die de Spelen Amsterdam kan bieden. ‘Op het moment dat de Spelen naar Nederland komen, heb je een Olympisch dorp nodig. Maar ook als je ze niet krijgt, kun je dat dorp nog steeds bouwen. Dan is het voor studenten of anderen.’ Waarschijnlijk zal hij zich tijdens zijn gastcollege dan ook als een mental coach presenteren, zoals hij zich ook tijdens het interview al toonde: ‘Je moet voor het hoogste doel gaan. Vergelijk het met studeren: ga voor de tien, dan haal je misschien een acht.’
Eric Eijkelberg Directeur Olympisch Vuur
‘De kracht van sport levert een sterker Nederland op, op een veelheid aan gebieden, waar iedereen van profiteert.’ Aldus het uitgangspunt van de projectgroep Olympisch Vuur. Sinds 2006 zet deze groep zich in om de Spelen naar Nederland te krijgen en benadrukt in haar aanpak de meerwaarde die de Spelen zullen hebben voor het hele land. Eric Eijkelberg is waarschijnlijk de meest bevlogen pleitbezorger van de Spelen. Hij legt daarbij steeds de nadruk op een landelijk gevoelde energie die ambitie moet losmaken. In een interview zei hij: ‘Ik ben ervan overtuigd dat Olympisch Vuur 2028 inspiratie kan brengen om van Nederland een sterker en beter land te maken.’
Op wat voor manier haal je een grote klus als de Olympische Spelen naar een land? Op die vraag zal Clémence Ross, directeur van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) in haar college antwoord proberen te geven. Uitgangspunt is voor haar dat de Spelen moeten komen, maar ze zet vraagtekens bij de manier waarop nu geprobeerd wordt dat doel te bereiken. ‘Als je het wilt, moet er een strategie komen, die ontbreekt nu. De politieke commitment moet van alle bewindslieden komen, anders lukt het sowieso niet.’ Ross wijst daarbij op de succesvolle campagne van de Braziliaanse minister, die structureel langs alle andere landen getrokken is om ze over de streep te trekken. ‘De Spelen moeten ons door andere landen gegund worden. Dat betekent dat we moeten inventariseren welke landen sowieso onze concurrent niet meer zijn, krediet moeten opbouwen met op hen gericht beleid en ze bijvoorbeeld moeten uitnodigen voor evenementen. Dat zal moeilijk worden, want de invloed van Nederland in het buitenland neemt vooralsnog af. Maar met een goede strategie moet het uiteindelijk mogelijk zijn.’
FoliaMagazine
31
(advertentie)
zoekt stagiaires: • PROGRAMMERING • (WEB)REDACTIE • COMMUNICATIE • PRODUCTIE mail naar: stage@dezwijger.nl Pakhuis de Zwijger organiseert bijeenkomsten: (boek)presentaties, talkshows, debat, portfolionights, screenings, denktanks, ontwerpsessies e.a. over ondernemerschap in en de (maatschappelijke) betekenis van de creatieve industrie (design, architectuur, mode, muziek, gaming, film, fotografie en advertising)
Pakhuis de Zwijger | www.dezwijger.nl | info@dezwijger.nl | Piet Heinkade 179 | 1019 HC Amsterdam
illustratie Denise van Leeuwen
drift
‘Voor hem begon ik met roken’
N
ina (25), student Engelse taal en cultuur: ‘Die onwaarschijnlijk knappe kop, met woeste blonde krullen en felblauwe ogen. Die lange knokige benen in een strakke zwarte spijkerbroek, nonchalant over elkaar geslagen onder de tafel. Hoe hij zich bescheiden maar vol zelfvertrouwen in een discussie met de docent stortte. Hoe hij zijn sigaret rookte. Zo veel mensen streven tegenwoordig kortstondige bevrediging na. Zij vluchten in drank, drugs en in seks voor een avond. Ik ben heus wel een kind van deze tijd, maar ik probeer me toch aan deze trend te onttrekken. Ik probeer me niet te verliezen in vluchtig scoren, maar me te richten op de dingen die tijdlozer en van steviger kwaliteit zijn, ook al betekent dit dat ik soms harder moet werken en geduldiger moet zijn. Daarom lees ik geen Saskia Noort, maar doe ik mijn best op Henry James. Spaar ik liever een half jaar voor een paar echt mooie schoenen dan dat ik mijn spilzieke driften botvier in de Kalverstraat. Zet ik tijdens het eten nooit de pannen op tafel. En daarom viel ik als een blok
voor Daan, tijdens die eerste werkgroep van mijn studie. Vier jaar lang heb ik onze roosters naast elkaar gelegd. Heb ik me voor werkgroepen ingeschreven die ik niet interessant vond en ben ik begonnen met roken. Ik heb me voorzichtig
‘Intiemer dan een vuurtje is het nooit geworden’ gemengd in zijn discussies, heb hem boeken geleend en hem terloops eens een kop koffie voorgesteld. Maar intiemer dan een vuurtje voor mijn sigaret is het nooit geworden. En ondanks mijn verdriet en frustratie daarover, begrijp ik dat best. Ik begrijp waarom hij zich het eerste studiejaar drie keer aan me heeft voorgesteld. Waarom hij, de avond dat we met een studiegroepje op stap waren, zoende met een ander, en mij vergat gedag te zeggen. Ik begrijp waarom hij zich in de pauzes nooit lang bij mij ophield. De ironie wil namelijk dat juist ik – met mijn zelfopgelegde queeste naar
schoonheid, diepgang en inhoud – zelf helemaal niet zo knap, intelligent en getalenteerd ben. De ironie wil dat ik, met mijn scherpe oog voor kwaliteit, op basis van datzelfde scherpe oog moet concluderen dat ik heel veel kwaliteiten zelf geenszins bezit. Een vluchtige vervulling van behoeften is niets voor mij. Voor wat echt van waarde is, moet je soms flink doorbijten. Daarom kon ik me zo onvermoeibaar in Daans schaduw bewegen en kon ik zo eindeloos geduldig zijn. Helaas, daar waar hij de hoofdrol in mijn gehele studietijd gespeeld heeft, ben ik slechts een figurant in de zijne gebleven. En als ik eerlijk ben, vind ik dat eigenlijk nog voor hem pleiten ook. Vergeleken met hem ben ik maar heel gewoon, en hadden wij wel een nacht doorgebracht dan was ik zonder twijfel slechts een kortstondige bevrediging van zíjn behoeften geweest.’ yyy Fen Verstappen
De naam van de geïnterviewde is op haar verzoek gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
33
‘De echt hippe kids gaa al lang niet meer na Noodlanding in Paradiso op donderdag, nog niet zo lang geleden was dat dé studentenavond van Amsterdam, waar iedereen kwam. Maar hoe is het er nu: vergane glorie of ouderwets gezellig? Folia Magazine-redacteuren Gijs van der Sanden en Eva Rooijers gingen op onderzoek uit, en probeerden zich niet oud te voelen. tekst Gijs van der Sanden / tekst interviewtjes Eva Rooijers / foto’s Ward Kuipers
34
FoliaMagazine
an hier aartoe’ D
onderdagnacht in de rij voor de garderobe van Paradiso. Onze haren zijn nog nat van de hagelbui die we zojuist hebben getrotseerd. Samen met collega Eva en fotograaf Ward ben ik op Noodlanding, de dansavond in Paradiso op woensdag en donderdag, waar de meeste Amsterdamse studenten vroeg of laat wel een keer verzeild raken. De laatste keer dat ik hier was, moet minimaal zeven jaar geleden zijn. Ik droeg T-shirts met twijfelachtige teksten als ‘Fuck Reality’ erop, en mijn baardgroei was nog volop in ontwikkeling. Als achttienjarige student die net in Amsterdam was komen wonen en minimale kennis had over het grootstedelijke nachtleven, was de keuze voor Noodlanding snel gemaakt. De muziek bood voor ieder wat wils – in een tijdspanne van tien minuten kon je dansen op zowel The White Stripes, Miss Kittin als Dr. Dre – en er waren altijd wel een paar bekenden. Voor veel studenten gold: als je op woensdag- of op donderdagavond wilde dansen, dan ging je naar Noodlanding. Maar op een gegeven moment was het klaar. Waarschijnlijk werkt het met dat soort dingen net zoals met het spelen met Lego als kind: je groeit eroverheen en je gaat verder met je leven. Vanavond zijn we hier niet om weemoedig herinneringen op te halen aan vervlogen tijden. Tenminste, dat is niet de bedoeling. Omdat Folia een dealtje heeft gesloten met Paradiso – met een speciale Noodlanding-pas kun je de rest van het collegejaar gratis naar binnen – vonden ze op de redactie dat ik als vaste borrel- en feestverslaggever ook maar eens een kijkje moest nemen. Heeft het feest nog steeds die legendarische status onder studenten? Of is de avond na vijftien jaar wel zo’n beetje op zijn retour? Het is iets over twaalven als we de grote zaal binnenwandelen. Klaar voor een avondje participerende journalistiek. Mijn schoenen plakken vast aan de vloer en in de ruimte hangt een zweem van verschraald bier. Plukjes jongens en plukjes meisjes staan verdeeld over de dansvloer. Licht ongemakkelijk worden de eerste danspassen gemaakt. Door de jongens
net iets ongemakkelijker dan de meisjes. Dat is in ieder geval niet veranderd. De muziek ook niet trouwens. Geen ingenieus in elkaar gemixte overgangen hier. Er worden nog altijd gewoon plaatjes gedraaid. The Black Keys gaan moeiteloos over in Beyoncé. Noodlanding bestaat sinds 1997 en profileert zich als ‘de langstlopende alternatieve dansavond van Amsterdam’. Ontstaan uit het verlangen om Paradiso-bezoekers na een concert langer te laten hangen, maar al snel uitgegroeid tot een populaire studentenavond. De formule is al die tijd hetzelfde gebleven: een avond doordeweeks dansen, waarbij niet duidelijk voor één muzikale richting gekozen word. Op woensdag ligt de nadruk op klassiekers, op donderdag worden er meer hedendaagse alternatieve hits gedraaid. Een biertje dan maar. Om erin te komen. ‘Vroe-
‘Naar Noodlanding ga je vooral voor gezelligheid’ ger vond ik Noodlanding leuker,’ vertelt het meisje achter de bar. Ze is 25 en werkt zo’n drie jaar bij Paradiso. ‘Een paar jaar terug draaiden ze echt vette muziek. Het probleem is alleen dat ze die muziek nu nog steeds draaien. Vampire Weekend en zo, dat hoor je hier nog elke donderdag. De echt hippe kids gaan hier al lang niet meer naartoe.’ Volgens het barmeisje – zwart haar, piercing, rode lippenstift – is het feest nog wel populair onder studenten. ‘Maar twee jaar geleden was het zeker drukker.’ We besluiten maar eens een rondje te lopen. Af en toe vang ik flarden van gesprekken op. ‘Fuck het Barlaeus!’ hoor ik een meisje tegen haar vriendin zeggen, terwijl ze haar lippenstift aan het bijwerken is. Met haar 1 meter 60 en kinderlijke stemgeluid kan ze onmogelijk ouder dan achttien zijn. Eva en ik zijn als vijfentwintigplussers hier duidelijk in de minderheid. Als we de trap oplopen richting de rookruimte, komt ons een onmiskenbare wietlucht tegemoet. Een groepje vriendinnen is aan het giechelen. Meiden onder elkaar. Of ze op de foto mogen?
FoliaMagazine
35
Ze zijn niet de eersten die het vragen vanavond, maar Ward is de beroerdste niet. Voor hij het weet is hij verwikkeld in een langdurige fotoshoot. ‘Laat eens kijken? Ah nee, daar sta ik heel dik op. Nog eentje, please.’ Na de derde foto zijn ze tevreden. Ik blijf even bij ze hangen. ‘Ik kom hier elke week,’ vertelt een van de meisjes met dubbele tong. Ze is achttien, studeert aan de HvA en wil niet met haar naam in het artikel – ‘Dat kun je googelen hoor’ – maar ze wil best uitleggen waarom ze zo vaak naar Noodlanding gaat. ‘De sfeer is hier altijd goed en je komt veel bekenden tegen. Het is lekker laagdrempelig. Maar als je echt uit je dak wilt gaan, dan moet je naar clubs als Trouw en Studio 80. Naar Noodlanding ga je vooral voor gezelligheid.’ Om twee uur is de zaal inmiddels aardig volgelopen. De dj draait ‘Take Me Out’ van Franz
36
FoliaMagazine
Ferdinand, en even waan ik me acht jaar terug in de tijd. Ik hang aan de bar als een meisje kordaat op me af komt gelopen. Ze draagt een strakke spijkerbroek, een simpel shirt en Vans. Zoals zoveel meisjes vanavond trouwens. ‘Heb jij dat notitieblok soms bij je om alle telefoonnummers die je vanavond krijgt in op te schrijven?’ vraagt ze uitdagend. Twee helderblauwe ogen kijken me strak aan. Collega Eva slaat me van een afstandje grinnikend gade. Dit had ik niet zien aankomen. ‘Nee, ik maak een reportage over Noodlanding,’ antwoord ik naar waarheid. Ik had natuurlijk ook kunnen zeggen dat ik niet in haar geïnteresseerd ben – überhaupt niet zo in het vrouwelijk geslacht – maar daarmee zou ik dit gesprek denk ik onnodig een ongemakkelijke richting opsturen. ‘O.’ Wat ik hier aan het doen ben, interesseert haar duide-
lijk niet zo. Ze wil weten hoe oud ik ben. ‘Bijna zesentwintig,’ zeg ik. ‘Dat is best oud,’ zegt het meisje. ‘O, daar zijn mijn vrienden, doei!’ Lolita laat me enigszins verbouwereerd achter. Het meisje legt de vinger op de zere plek. Naarmate de avond vordert, begin ik me steeds meer af te vragen of ik als ouwe lul – want dat ben ik in de ogen van de meeste aanwezigen hier – wel zo’n goed oordeel kan vellen over de avond. Is Noodlanding niet gewoon een gepasseerd station voor afgestudeerden, zoals ik? Zelfs de drank lijkt de generatiekloof niet echt te overbruggen. Rond halfvier druipen de meeste bezoekers af. ‘Morgen weer college, hè,’ zegt een jongen. ‘Maar dat komt wel goed met veel koffie, paracetamol en een stevig ontbijt.’ En dan toch ineens: de weemoed. De laatste keer dat ik met een kater op college zat, is minstens twee jaar
Noodlanding is…
geleden. Tot vijf uur ’s nachts dansen, een paar uur slaap, met koppijn naar college, en dan hup, weer terug je bed in. Wat een leven. Helemaal aan het einde van de avond zit een blond meisje met krullen te huilen op de trap. ‘Hij is niet te vertrouwen.’ Lange uithaal. ‘Dan gaat hij toch lekker met haar mee naar huis.’ Nog een lange uithaal. Een vriendin slaat een arm om haar heen, een ander knikt begripvol, een derde kijkt verveeld om zich heen. Ons drankbudget is op, ik kan mijn notities nauwelijks meer lezen en ik verlang naar mijn bed. Noodlanding is op zijn einde. Op de fiets terug naar huis denk ik aan alle dingen die ik de volgende dag nog moet doen en hoop ik dat de kater mee zal vallen. Misschien had dat meisje gelijk. Zesentwintig is inderdaad best oud. Voor Noodlanding dan. yyy
Sebastian (21, geen achternaam, ‘Mijn
voornaam is goed genoeg’, tweedejaars geneeskunde aan de UvA) Noodlanding is… ‘Leuk feestje en oude bekenden zien.’ Hoe vaak kom je hier ‘Sporadisch.’ Beste nummer van de avond ‘Een remix van doctor P. Ik weet niet meer welk nummer het was.’ Drankjes Vier of vijf bier, om drie uur. ‘Ik ben heel goedkoop uit vanavond.’ Hobby’s ‘Freerunning en Navigators Studentenvereniging Amsterdam.’
Marlou Winkler (18, tweedejaars communicatiemanagement aan de HvA Noodlanding is… ‘Gezellig drinken met vrienden, lullen en dansen.’ Hoe vaak kom je hier ‘Ik kwam hier al toen ik nog op de middelbare school zat. Ik moet wel zeggen: toen ik nog geen achttien was, was het spannender. Want toen was het nog de vraag of ik binnen zou komen of niet. Dat gaf de avond een extra dimensie.’ Oogje op iemand vanavond ‘Ik heb hier een “soort van vriendje” rondlopen. Maar dat mag je niet opschrijven hoor.’ Hobby’s ‘Ik hockey bij Hurley en tennis bij Festina. En uitgaan! Is dat ook een hobby?’ Hoe laat moet je op ‘Ik ben lekker vrij morgen.’ >>>
FoliaMagazine
37
(advertentie)
RESEARCH BATTLE HET BESTE ONDERZOEK VAN DE HVA 7 DOmEiNEN 7 ONDERZOEKERS 1 wiNNAAR
fiNALE 13 mAART, 19.00 uuR KOHNSTAmmHuiS (Bij fLOOR), wiBAuTSTRAAT 2-4 HOOfDpRijS € 2.000,- REiSCHEquE puBLiEKSpRijS ipAD pRESENTATiE pAuL VAN DE wATER (fOLiA) juRy jET BuSSEmAKER, mARCELLE pEETERS, LOuiS TAVECCHiO, wijNAND DuyVENDAK, pAuL VAN DE wATER KijK VOOR mEER iNfORmATiE Op www.HVA.NL/RESEARCH-BATTLE CREATiNG TOmORROw
Alda Heere (20, eerstejaars product
Joren Rupert (20, eerstejaars theater
Jordy Jongens (22, eerstejaars bèta-
Nathalie Surup (21, derdejaars Neder
design aan de HvA) Noodlanding is… ‘Toch wel genieten. Sfeervol, gezellig, met vrienden.’ Hoe vaak kom je hier ‘Eén keer per maand.’ Beste nummer van de avond ‘Een dubstepnummer. Ik weet niet hoe het heet.’ Drankjes ‘Thuis een halve fles wijn en hier twee biertjes.’ Om kwart over een. Hobby’s ‘Ik rijd elke dag paard.’ Hoe laat moet je op: ‘Om acht uur. Ik ga naar Jumping Amsterdam in de Rai.’
gamma aan de UvA) Noodlanding is… ‘Een ongedwongen sfeer. Ik vind het heel fijn dat je hier overzicht hebt. In die andere kroegen rondom het Leidseplein, zoals de Bubbels, is het ook wel leuk, maar zó druk, echt schijtirritant.’ Hoe vaak kom je hier ‘Eén of twee keer per maand.’ Beste nummer tot nu toe ‘“Take me out” van Franz Ferdinand. Al weet ik niet zeker of het vanavond is gedraaid. Ze draaien het hier in ieder geval wel vaak.’ Drankjes Bier en cognac. ‘Geen idee hoeveel. Vijftien of twintig?’ Om vier uur. Op wie heb je een oogje ‘Op jou.’
techniek aan de HvA) Noodlanding is…‘Gezellig, vette plek, goede sfeer.’ Beste nummer van de avond ‘“Bonkers” van Dizzy Rascal.’ Drankjes ‘Dat is een hele goeie. Tien rosé denk ik.’ Om halfvier. Hobby’s ‘DJ’en en theater.’ Hoe laat moet je op? ‘Ik moet om 13.00 uur op school zijn. Dat komt wel goed met veel koffie, paracetamol en een stevig ontbijt.’
lands aan de UvA) Noodlanding is…‘Diverse muziek met diverse mensen.’ Hoe vaak kom je hier ‘Niet zo vaak. Ik doe ook de educatieve minor dus moet de volgende dag vaak weer vroeg voor de klas staan.’ Beste nummer van de avond ‘Het was een remix van een nummer van The Cure. Ik ben alleen even vergeten hoe het heet.’ Drankjes ‘Een paar speciaalbiertjes, Karmeliet Tripel en Bush.’ Om twee uur. Op wie heb je een oogje ‘Op iemand die niet hier is. Eigenlijk moet dat geheim blijven.’ Hobby’s ‘Mijn god, wat een vraag. Thee drinken en concerten bezoeken.’
Sander Westerveld (19, eerstejaars
bèta-gamma aan de UvA) Noodlanding is…‘Relaxed, gemoedelijk en om de hoek. Dat is ook niet onbelangrijk.’ Beste nummer van de avond ‘Toen ik binnenkwam draaiden ze een heel vet nummer, maar ik heb geen idee hoe het heet. Ik hou van hardhouse, techno en dubstep.’ Op wie heb je een oogje ‘Vanavond op niemand. De vorige keer was er wel een heel leuk meisje. Ik weet niet meer hoe ze heet, maar ze had donker haar en was heel lief. Ik val op lieve meisjes.’ Hobby’s ‘Voetbal, snowboarden, drummen en ik ga drie keer per week naar het museum.’ Hoe laat moet je op ‘Supervroeg, om halfacht. Ik heb morgenochtend namelijk werkcollege. Ja, dat is iets minder ideaal.’
Noodlanding-pas Gratis naar Noodlanding? Als je de bon in deze Folia Magazine uitknipt en die samen met je collegekaart bij de balie van Paradiso laat zien, krijg je een speciale pas. Daarmee kun je de rest van dit collegejaar op donderdag zonder entree te betalen naar binnen. Scheelt je toch 8 euro per keer. Tenzij er een speciale programmering is, is Noodlanding elke donderdag van 23.30 tot 05.00 uur.
FoliaMagazine
39
Schrijvende broer, lezende zus Milan Hofmans (40) is schrijver en illustrator. Hij schreef twee jeugdboeken, Project M en Droziers Erfenis, en publiceerde in december 2011 zijn derde boek, De bruid, de albatros en de schatzoeker, vooral voor volwassen lezers. Zijn zus en redacteur Suzanne Okkes (43), persvoorlichter bij de HvA en literatuurliefhebber, interviewt hem. ‘Ik vind het een mooie gedachte dat kunst vanzelf verschijnt.’ tekst Suzanne Okkes / foto’s Roger Cremers
T
oen mijn broer Milan zijn eerste boek schreef, was dat een behoorlijke verrassing. Ik was altijd het boekenkind, Milan de tekenaar. Ik koos dan ook voor een studie Engelse taal- en letterkunde en werd redacteur, en later persvoorlichter bij de HvA, omdat ik graag met taal en woorden bezig ben. Milan studeerde algemene cultuurwetenschappen en was op het moment dat zijn eerste boek uitkwam, na een groot aantal banen en baantjes, sportinstructeur. Dus toen Folia Magazine me vroeg mijn broer te interviewen over zijn nieuwe loopbaan als schrijver, kon ik wel een paar vragen bedenken. Hoe ben je met schrijven begonnen? Ik wist niet eens dat je dat kon. MH: ‘Ik ook niet. Daar ben ik heel lang helemaal niet mee bezig geweest, ik las ook bijna niks. Ik ben pas laat gaan studeren, op mijn 28e. En toen moest ik natuurlijk volop gaan lezen en ook schrijven: essays en scripties. Ik heb veel gehad aan een van mijn docenten bij de UvA, Theo
40
FoliaMagazine
Stevens, die me het advies gaf om iemand in gedachten te nemen aan wie je het verhaal vertelt, een prototype lezer die je meeneemt in je betoog. Fictie schrijven kwam bij mij voort uit tekenen, wat ik altijd al deed. Ik gaf mijn tekeningen vaak een titel, soms werd dat een kleine beschrijving van de situatie op de tekening. Project M is ontstaan uit een tekening van een jongen die op een open plek in het bos staat. Een spannende,
‘Ik hou niet zo van die bedoelerige boeken’ sfeervolle tekening. De titel van die tekening werd een kort verhaal en dat verhaal ben ik uit gaan werken. Zonder het idee dat het een boek moest worden, ik vond het leuk en ontspannend om te schrijven. Pas toen ik een bladzijde of honderd had, begon ik erover te denken om er een boek van te maken.’
Heb je met je eerste manuscript moeten leuren? Je hoort vaak dat het niet zo makkelijk is om een boek gepubliceerd te krijgen. MH: ‘Ik heb Project M naar vijf uitgevers gestuurd. Vier zagen het niet zitten. De vijfde, Clavis, was erg enthousiast. En zeker voor een jeugdboek heeft het vrij goed verkocht, dus mijn tweede boek verscheen ook bij hen. De bruid, de albatros en de schatzoeker heb ik zelf uitgegeven. Daar heb ik vooral voor gekozen om alle zeggenschap te hebben over mijn werk en over zaken als de titel en de vormgeving. Ik heb alles zelf gedaan, samen met een vriend die vormgever is.’ Het valt me in alle drie de boeken op dat je de personages en plaatsen bijzondere namen geeft. In recensies wordt dat ook vaak aangehaald. Plaatsnamen als Mone-Daun of Port-la-Pida, het jongetje Darp en zijn broertje Pento, de vriende-
lijke jonge vrouw die Maandag-Zondag heet, maar Maan wordt genoemd. Je besteedt daar duidelijk veel aandacht aan. Waarom niet gewoon Uitdam, Daan en Emma? MH: ‘Allereerst omdat ik met de gekozen namen aangeef dat het verhaal zich niet in onze wereld
afspeelt. En bestaande namen hebben vaak al een bepaalde associatie; je kent bijvoorbeeld al iemand die zo heet. Een naam mag best aan iets bestaands doen denken, maar dat wil ik dan wel sturen. En ik vind het ook mooi als een naam iets zegt over degene die hem draagt. Darp is een heel ander jongetje dan Pento, dat zie je al aan hun namen.’
Ik vind de naam van stiefvader Burkis uit het verhaal ‘De Bruid’ in dat verband treffend gekozen. MH: ‘Precies, Burkis is een norse, mopperige naam; en zo is die man ook. Dat zit ook heel sterk in zijn taalgebruik, hij blaft, hij is sarcastisch en liefdeloos. In “De Bruid” draait het om
FoliaMagazine
41
een gezin waar een hoop mis is: de relatie tussen de ouders is niet goed, en Burkis is ook geen goede vader voor de hoofdpersoon Darp en zijn broertje Pento. Voor hem zijn het vreemde jongens en hij kan maar weinig geduld voor ze opbrengen. Als oudste kind voelt Darp in grote lijnen wel aan wat er allemaal speelt, maar hij kan moeilijk met die complexe situatie omgaan. Vooral voelt hij zich verraden, door Burkis, door zijn moeder, door alles. En samen met zijn volgzame broertje stuurt hij aan op een confrontatie.’ Hoe reageerde onze moeder op dat verhaal? MH: ‘Het eerste wat ze zei toen ze “De Bruid” had gelezen, was: “Mooi verhaal, maar het is toch niet autobiografisch, hoop ik?” Maar dat er een stiefvader en een moeder in het verhaal voorkomen, wil natuurlijk niet zeggen dat het mijn stiefvader en moeder zijn. Bovendien: ik schrijf sprookjes. Ik heb toch ook nooit, zoals Madhu Mahavir in mijn eerste twee boeken, allerlei misdaden opgelost toen ik elf was? Wij zijn opgegroeid in het fletse Lelystad, bepaald
42
FoliaMagazine
geen mysterieus, middeleeuws Mone-Daun. Dus nee, ook “De Bruid” is niet honderd procent autobiografisch. Dat weet jij toch ook?’ Ja, maar de lezers van Folia Magazine niet. Ik heb in ‘De Bruid’ wel veel herkend. Ik vind dit boek ook beter dan je eerste twee boeken, omdat je er meer van jezelf in laat zien. Ik zie in de hoofdpersoon Darp bijvoorbeeld veel van jou, maar dan vermengd met eigenschappen van Ivo – onze jongere broer. Dat Darp bijvoorbeeld autistische trekken heeft, benoem je niet in het verhaal, maar is voor de goede verstaander duidelijk. MH: ‘Klopt. Ik wil niet alles uitleggen in het verhaal, maar ik heb het inderdaad zo opgeschreven, grof geschetst. Darp begrijpt grappen niet, neemt de dingen letterlijk, snapt eigenlijk de hele wereld niet echt goed. Dat aspect is zeker op ons broertje Ivo gebaseerd. Maar het gevoel niet begrepen te worden en de drang die Darp voelt om op de een of andere manier vat te krijgen op een vijandige omgeving, dat
is universeler, niet alleen iets wat mensen met autisme hebben. Het is ook zeker niet zo dat autisme een thema is in het boek. Ik hou niet zo van die bedoelerige boeken. En nogmaals, we moeten de autobiografische achtergronden niet te serieus nemen. Maar een zweem van Ivo’s karaktertrekken en een paar liefdevolle jeugdherinneringen dienden zich wel bij me aan toen ik dit verhaal schreef. Er was een periode waarin Ivo enorm tegen mij opkeek en mijn gedrag nooit in twijfel trok. In die tijd betekende mijn woord voor hem soms meer dan dat van onze ouders. Die blinde volgzaamheid, dat overmatige vertrouwen dat Ivo ooit in zijn grote broer had, vond ik heel aandoenlijk. En ook een hele verantwoordelijkheid. Dat flardje gezinsgeschiedenis heb ik aangedikt, en verwerkt in de relatie tussen Darp en Pento, de hoofdfiguren uit het eerste verhaal.’ Ze hebben trouwens geen oudere zus. Dat haalt het autobiografische gehalte ook al onderuit, ha ha. MH: ‘Ja, ik heb jou er maar buiten gelaten.’ Als ik nou een échte literatuurcriticus was, zou ik nog kunnen vragen: wat wil je met je boeken zeggen? Maar vind je eigenlijk dat boeken iets moeten zeggen? MH: ‘Ik denk daar natuurlijk weleens over na, over de ambitie en de zogenaamde noodzakelijkheid die kunst en cultuur in zich zouden kunnen dragen. Ergens wil ik wel dat kunst betekenisvol en belangrijk is, dat het de samenleving bindt, dat het iets groots is. Maar ik vind het ook een mooie gedachte dat kunst vanzelf verschijnt, zonder bijbedoelingen. Zomaar, omdat het gemaakt wordt.’ yyy Van Milan Hofmans verscheen in december 2011 De bruid, de albatros en de schatzoeker. Uitgeverij Darp Books, € 12,95.
de adviesdienst
Wie betaalt?
E
Rollen Ach, geld moet rollen. Jij hebt het, hij blijkbaar niet – dus gewoon door blijven betalen. Solidariteit! Joris Belgers (26, masterstudent journalistiek en media)
zoiets niet heel serieus op een zondagmiddag gaan bespreken, maar in de situatie zelf bespreekbaar proberen te maken. Dan wordt het concreet en komen jullie er wel uit. Puck Nijsse (UvA-studente sociologie)
Concreet
Eenzijdig
Wel samen naar de kroeg blijven gaan, maar ik zou gewoon niet meer aanbieden te betalen. En dan kijken wat er gebeurt. Je moet
Dit lijkt me geen vriend. Ik zou afstand van hem nemen. Misschien is het zelfs het beste de vriendschap te laten doodbloeden. Je kan maar
beter met andere types omgaan, want een essentieel kenmerk van een goede vriendschap is wederkerigheid. Deze vriendschap lijkt mij te eenzijdig. Marijke van Schendelen (oud-medewerker planologie)
Hints Ik kan me wel voorstellen dat je het een moeilijke situatie vindt, want vrienden doen dat soort
illustratie Pascal Tieman
en vriend van mij is druk met zijn studie en heeft het daarom momenteel niet bepaald breed. Zelf heb ik een goede bijbaan, leef ik zuinig en hou ik vaak maandelijks zelfs geld over. Als we naar de kroeg gaan, komt het er meestal op neer dat ik het eerst mijn portemonnee trek en hij dat gretig accepteert. Ik hou er niet van te zeiken over geld, maar ergens steekt het toch wel dat hij nooit aanbiedt te betalen. Zeker omdat hij zich het bier toch wel erg goed laat smaken. Moet ik niet zo kinderachtig zijn of kan ik hem ook vragen eens te betalen? JP
dingen voor elkaar. Maar toch kun je er maar beter iets van zeggen en zorgen dat hij een keer trakteert. Of nog beter: er niet expliciet om vragen maar gewoon zeggen: ‘Ik weet niet wat jij doet, maar ik haal een biertje voor mezelf.’ Of zeggen dat je krap bij kas zit. In ieder geval een paar hints geven, dan snapt hij de boodschap wel. Jeroen Bakker (19, HvA-student Game Design)
volgende week: Voortrekken Een student van mij kreeg het afgelopen halfjaar nogal wat te verduren. Haar moeder overleed, haar relatie ging uit, ze worstelt met een depressie en financieel heeft ze het bepaald niet breed. Toch studeert ze door, wat ik ontzettend knap vind. Recentelijk heeft ze haar eindopdracht voor mijn vak ingeleverd. Hoewel ik weet dat het best een slimme meid is, is dit echt een belabberd stuk werk. Maar door haar nu een dikke onvol-
doende te geven, maak ik haar situatie alleen nog maar uitzichtlozer. Hoe kan ik haar helpen, zonder haar voor te trekken? Anonieme HvA-docente Mail je advies voor deze anonieme HvA-docente, of een eigen kwestie waarin je geadviseerd wilt worden, aan redactie@folia. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten.
FoliaMagazine
43
lezingenladder
het cultureel studentencentrum van de UvA & HvA
Voor eenieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine-lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.
Een avond met Kenneth Roth
Symposium kunst & religie
De Balie DO 02/02, 20.30 uur
Rode Hoed ZA 04/02, 14.00 uur
De algemeen directeur van Human Rights Watch, Kenneth Roth, spreekt over de meest belangrijke resultaten en bevindingen van zijn organisatie. Na zijn lezing wordt hij geïnterviewd door schrijver Naema Tahir.
Symposium naar aanleiding van het boek Kunst en Religie. Met voordrachten door Marcel Poorthuis, Mirella Klomp en Chiel van de Akker.
Andries Knevel en zijn #GoedGedrag
Aflevering van De Volkskrant op Zondag, over het buitenlandbeleid van het kabinet-Rutte. Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal gaat in debat met Clingendael-directeur Ko Colijn.
De Balie ZA 04/02, 22.00 uur Kustaw Bessems in gesprek met Andries Knevel over het geloof en de grote vragen. Met bijdragen van Pierre Bokma, Ellen ten Damme en Sander van Opzeeland.
Onvermijdelijke mythes Castrum Peregrini DI 07/02, 20.00 uur Schrijver en filosoof Joke Hermsen en dichter Erik Menkveld ontleden twee hedendaagse mythes. Inspiratiebron voor de serie is het boek Mythologieën van de Franse filosoof Roland Barthes.
Wat is wijsheid? – Therapie: analyseren, modelleren of confronteren? De Nieuwe Liefde DI 07/02, 20.00 uur Welke visies op persoonlijke groei en genezing liggen ten grondslag aan de verschillende therapeutische methoden? Met o.a. filosoof en psychoanalyticus Marc de Kesel en emeritus hoogleraar psychopathologie Kees Hoogduin.
Métamatic Artists Lezing Felix Meritis DI 07/02, 20.00 uur De Poolse kunstenares Aleksandra Hirszfeld spreekt over haar werk en de nalatenschap van de Frans-Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely.
Achter de dijken? Rode Hoed ZO 05/02, 16.00 uur
It’s Food, Stupid! Rode Hoed DI 07/02, 20.00 uur Terwijl de stad groeit, loopt het platteland leeg. Maar daar wordt het voedsel geproduceerd. Hoe wordt de stad in de toekomst gevoed? Met o.a. staatssecretaris Henk Bleker.
De wetenschap in debat: Kunst en wetenschap - twee gescheiden werelden? Spui 25 WO 01/02, 17.00 uur Kunst en wetenschap zijn, steeds meer, gescheiden werelden geworden. Maar zouden studenten zich niet juist breed moeten ontwikkelen? Daarover discussiëren KNAW-president Robbert Dijkgraaf en oud-voorzitter van de Raad voor Cultuur Els Swaab.
Celebrity Society Spui 25 DO 02/02, 17.00 uur Naar aanleiding van het boek Celebrity Society een discussie over de huidige ‘beroemdheidssamenleving’, die is georganiseerd rondom de (ongelijke) verdeling van zichtbaarheid, aandacht, en erkenning.
Pakhuis de Zwijger DI 07/02, 20.00 uur
U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee
Show & Talk over het beste wat Amsterdam en omgeving in huis heeft aan creatie en innovatie. Met fietsenmakers, een filmer en twee fotografen.
graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje
FoliaMagazine
Adres: Nieuwe Achtergracht 170 Cursussen, CREA Café, CREA Debat, verhuur van studio’s, CREA Cultuur, studentenorganisaties; alles bevindt zich nu onder één dak
voorjaarScurSuSSen vanaf februari Schrijf je in!
In februari starten nieuwe cursussen fotografie, muziek, dans, beeldend, theater, literatuur & film, radio en digitale media. Kijk op de website voor het volledige aanbod.
**preview februari** debat di 7/2 20.00 uur
Is de PVV een fascistische partij? Wat zijn de drijfveren achter het succes van Wilders? Hoe is zijn partij het beste te karakteriseren? Rob Riemen en Maina van der Zwam gaan in debat.
debat
do 9/2 20.00 uur
Filosofie in Actie (1) Filosofie, Debat, Analyse, Actie en Uitdagingen. Deze editie: ‘Plato, de Sofist en de charme van het debat’. Door Victor Kal, universitair hoofddocent Wijsbegeerte.
LeZing & Muziek di 14/2 20.00 uur
De liefde in drie bedrijven: klassiek, economisch en fysiologisch! Hoe ziet de liefde er binnen het lichaam uit? Wat levert het ons op? En dachten de klassieken er anders over?
cabaret
vr 17 en za 18/2 20.30 uur Goedkoop Cabaret
What’s Up? #45
44
CREA RoeterSeiland ! We zijn open!
Met o.a. Sander van Opzeeland, Yora Rienstra en Vincent Geers.
naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmelding lezingenladder’.
WWW.CREA.UVA.NL
overigens
In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.
Een sociaal leenstelsel in de masterfase is een goed plan. Zo worden studenten extra gestimuleerd om sneller te studeren. Ed van den Heuvel hoogleraar sterrenkunde
Willem van Winden lector Amsterdamse kenniseconomie
Mieke Bal hoogleraar literatuurtheorie
Ed van den Heuvel: ‘Bij veel studies is de bachelorfase niet een volledige opleiding waar je de arbeidsmarkt mee op kunt. Daar is een masterdiploma voor nodig. Het is daarom vreemd om ineens voor het sluitstuk van wat wel een volledige opleiding is, een leenstelsel in te voeren, alsof een masteropleiding een soort overbodige luxe is. Studenten die de masterfase ingaan hebben door het behalen van hun bachelordiploma al bewezen gemotiveerd te zijn en goed te kunnen studeren. Zij zullen ook zonder extra aanmoediging snel willen afstuderen, daar is een leenstelsel niet voor nodig. Juist voor deze studenten, die vaak ook al bewezen hebben goede resultaten te kunnen behalen, zou er een beurs moeten zijn. Een sociaal leenstelsel is daarbij ook nog eens extra nadelig voor de studenten in de technische- en natuurwetenschappen, waar de master sowieso twee jaar duurt. Aan die vakken is een grote behoefte in de maatschappij en juist die studenten worden door zo'n leenstelsel extra benadeeld.’
Mieke Bal: ‘Ik vind het een absurde stelling. Het is een plan dat past in de teruggang naar de 19e eeuw: studeren is op deze manier weer voorbehouden aan kinderen met rijke papa's. Er is niks sociaals aan dat leenstelsel. Je kunt een basisbeurs toch ook binden aan een studieduur - daar hoef je geen leenstelsel voor te verzinnen. Zo wordt een mastertitel plots ook weer een luxe terwijl het vroeger een tweede fase van je studie betekende, die wat mij betreft ook absoluut noodzakelijk is. En het argument dat mensen daarmee investeren in hun toekomst is ook onzinnig: op deze manier gaan studenten een rendabele studie kiezen in plaats van een studie waar hun talenten en interesses tot uiting komen. Wil de overheid zelf niet zo graag een kenniseconomie? Dat naar draagkracht kan worden terugbetaald is het enige positieve van deze regeling, verder is de naam “sociaal” bedrieglijk en verhullend. Het is een zware belasting voor jonge mensen om een grote schuld te hebben. Zo hollen we lekker verder achteruit. Ik noem het liever een asociaal leenstelsel.’
Willem van Winden: ‘Ik vind een sociaal leenstelsel in principe een goed idee. Studeren is een investering in jezelf, die zich – zo blijkt uit veel onderzoek – ruimschoots terugverdient omdat je salaris later hoger is wanneer je een studie hebt afgerond. In een sociaal leenstelsel blijft studeren toegankelijk voor iedereen, want terugbetalen gaat naar draagkracht. Dus als het misgaat met je carrière, blijf je niet met een grote schuld zitten. Overigens blijft de overheid flink subsidiëren, want de werkelijke kosten van de gemiddelde studie bedragen zo’n tienduizend euro per jaar. Dat is veel meer dan het collegegeld, dat zo rond de zeventienhonderd euro ligt. Het principe is dus goed, het probleem is dat het wordt aangekondigd als een ordinaire bezuinigingsmaatregel waarbij geld wordt onttrokken aan het onderwijs zonder dat geld te herinvesteren. Dat zou de overheid moeten doen. Zo compenseren ze meteen de jongere generatie die er – zoals bij veel andere bezuinigingen – voor moet opdraaien.’ yyy Floor Boon
FoliaMagazine
45
prikbord HvA
46
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
DMR Armoede
DEM Battle
Roeland van Geuns is vanaf 1 april lector Armoede & participatie. Van Geuns gaat onderzoek doen naar de relatief grote groep ‘kwetsbare inwoners’ in Amsterdam. Volgens de nieuwe lector kampen veel inwoners van Amsterdam met problemen vanwege armoede, schulden en werkloosheid. ‘Zowel de burgers als de stad hebben er baat bij als hulpverlening hiervoor effectiever wordt,’ aldus Van Geuns. Het lectoraat is met name relevant voor studenten sociaal juridische dienstverlening en maatschappelijk werk & dienstverlening.
Docenten en medewerkers van het domein die willen deelnemen aan de HvA Research Battle hebben tot 10 februari de tijd om een opzet in te leveren. Inzendingen worden beoordeeld op kennisontwikkeling; doorwerking onderzoek in het onderwijs en doorwerking onderzoek in de beroepspraktijk en maatschappij. Uit de inzendingen wordt een selectie van vijf onderzoekers gemaakt die hun onderzoek donderdag 16 februari mogen presenteren op de locatie Wenckebachweg. De winnaar mag 13 maart naar de finale. Inzendingen naar Lucy Kerstens, l.kerstens@hva.nl.
DBSV iTunes
DG Koopkracht
U
Wat de iTunes Store is voor muziek, is iTunes U voor studiemateriaal. De Hogeschool van Amsterdam treedt dit voorjaar toe tot de online database van technologiebedrijf Apple met daarin duizenden uren aan webcolleges, lezingen en cursussen. Dat heeft projectmanager Maarten van der Burg bekendgemaakt. Of je nu een college zoekt over de Sovjet-Unie ten tijde van de Tweede Wereldoorlog of een college bewegingswetenschappen; het is allemaal te vinden op iTunes U. De university-afdeling van muziekwinkel iTunes bestaat sinds 2007.
Dat iedereen er komend jaar op achteruitgaat was inmiddels al wel duidelijk. Maar de student blijkt extra hard getroffen te worden, zo becijferde het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Naast de langstudeerboete en het afschaffen van de masterbeurs, krijgt de student komend jaar namelijk ook nog eens met een fikse koopkrachtdaling te maken. In 2012 staat hem een afname van 2,4 procent te wachten, wat neerkomt op 18 euro per maand. Ter vergelijking: overige alleenstaanden gaan er gemiddeld maar zo’n 1,5 procent op achteruit.
DOO Pabo
DMCI H&M
Pabo’s moeten gaan selecteren aan de poort om het niveau van basisschoolleraren te verhogen. Nieuwe studenten moeten daarom naast toelatingstoetsen voor taal en rekenen, ook toetsen maken voor aardrijkskunde, Engels, geschiedenis en natuur en techniek. Dat staat in een advies dat de Commissie Kennisbasis Pabo onlangs aan de HBO-raad overhandigde. De commissie werd vorig jaar ingesteld en moest op verzoek van de HBO-raad, de koepelorganisatie voor hogescholen, onderzoeken over welke kennis een onderwijzer aan het begin van zijn carrière moet beschikken.
Zeventien Amfi-studenten zijn in de race voor het winnen van de internationale H&M Design Award. De afstudeerders zijn door de Zweedse modeketen geselecteerd naar aanleiding van hun eindcollecties, gepresenteerd tijdens de jaarlijkse Fashion Transit. De winnaar ontvangt een bedrag van 50.000 euro en mag een deel van de najaarscollectie voor H&M ontwerpen. In totaal doen veertien modeopleidingen mee aan de competitie. De Design Award wordt op 1 februari uitgereikt tijdens de Fashion Week in Stockholm.
DT Subsidie
HvA Crea
‘Beter opsporen met het lab op zak’, het onderzoeksprogramma van het lectoraat Forensisch onderzoek is door de Stichting Innovatie Alliantie (SIA) gehonoreerd met een RAAK-PRO subsidie van 700.000 euro. Het onderzoeksprogramma is gericht op het ontwikkelen van nieuwe technieken in de opsporingspraktijk en de inzet daarvan. Het lectoraat Forensisch onderzoek is een samenwerkingsverband tussen de Hogeschool van Amsterdam en de Politieacademie.
Het culturele studentencentrum van de UvA en HvA is nu echt verhuisd van het Binnengasthuisterrein naar een fonkelnieuw gebouw op het Roeterseiland, Nieuwe Achtergracht 170 om precies te zijn. In het nieuwe Crea is alles gehuisvest onder één dak: het café, de cursussen, de muziekzaal, de theaterzaal, de kantoren en de avondprogrammering. Twee delen van een oude diamantslijperij zijn daar volledig verbouwd en opgeknapt en met elkaar verbonden door een nieuwe vleugel.
FoliaMagazine
Design Award
prikbord UvA
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
Alumni Andragologie
FEB Van
De alumnikring van de opgeheven studierichting andragologie organiseert op 3 februari, in samenwerking met de Kring Amsterdamse Economen, de conferentie ‘Mechanism Design. Spelen met maatschappelijke verandering’. Bij Mechanism Design wordt de vrije markteconomie beschouwd als een spel waarin de spelregels zo worden ontworpen dat de opbrengsten voor iedereen worden gemaximaliseerd. M.m.v. Arnold Heertje en Annemarth Idenburg. Deelname kost € 75,- (AUV-leden € 60,-), inclusief lunch. Studenten € 20,-, exclusief lunch. Info: andragologie@uva.nl.
FEB-docent en onderzoeker Roger Pruppers, werkzaam bij de Amsterdam Business School, heeft de Van der Schroeffprijs gewonnen, de jaarlijkse prijs voor de beste docent van de faculteit. Medewerkers en studenten konden docenten nomineren. Daarna maakte een jury – bestaande uit de decaan, de onderwijsdirecteur en de voorzitter van de facultaire studentenraad – een keuze op basis van de studentenevaluaties van de genomineerde docenten. Roger Pruppers kwam daarbij als beste uit de bus. Naast een wisselbeker nam Pruppers duizend euro mee naar huis.
FMG Niko
FGw Verf
Besnier
der Schroeffprijs
Niko Besnier, hoogleraar culturele antropologie, krijgt een prestigieuze ERC Advanced Grant van de European Research Council. Besnier gaat etnografisch onderzoek doen naar de dynamiek van de migratie van sporters van niet-westerse naar westerse landen. Voor een sporter in een ontwikkelingsland betekent emigreren vaak een oplossing om aan economische kwetsbaarheid te ontkomen. Besnier wil met zijn project de dynamiek van migratie tussen ontwikkelingslanden en Westerse landen in kaart brengen. De subsidie bedraagt maximaal 2,5 miljoen euro voor vijf jaar.
NWO heeft 3,6 miljoen euro toegekend aan het project ‘Veranderende verf en de gevolgen voor conservering, het presenteren en bewaren van Van Eyck tot Mondriaan’, dat door de FGw en de FNWI wordt geleid. Het project bevat zes deelprojecten, waaronder het PAinT-project van de UvA zelf. Hierin wordt ontrafeld waarom schilderijen verkleuren, barsten of op een andere manier slachtoffer zijn van de tand des tijds. Welke chemische processen veroorzaken de veranderingen in olieverfschilderijen? En hoe zorgen restauratoren dat schilderijen niet verder verslechteren?
AMC Vetsuikers
BC Boekensalon
Hans Aerts, hoogleraar medische biologie, ontvangt een ERC Advanced Grant van de European Research Council. Hij krijgt de subsidie samen met chemicus Hermen Overkleeft van de Universiteit Leiden. Ze gaan onderzoek doen naar vetsuikers. Overkleeft en Aerts richten zich vooral op vetstapelingsziektes (bijvoorbeeld de stofwisselingsziekte van Gaucher) en gaan het hele traject onderhanden nemen: van het doorgronden van de samenstelling van deze vetsuikers in de cel tot het maken van betere enzymtherapieën. Ze krijgen samen drie miljoen euro voor vijf jaar.
Op 9 februari is er een speciale Boekensalon ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘The Printed Book’. Op de tentoonstelling, die vanaf 7 februari bij de Bijzondere Collecties te zien is, is ontwerper Derek Birdsall (1934) vertegenwoordigd met zijn Common worship: Services and Prayers For The Church of England. Deze uitgave is het officiële kerkboek van de Anglicaanse kerk. Tijdens de Boekensalon zal Birdsall ingaan op de totstandkoming van dit kerkboek en andere werken uit zijn grafische oeuvre. Aanvang: 17.00 uur. Adres: Oude Turfmarkt 159.
Studenten Masterdag
Sport Batavierenrace
Wie nog niet weet welke master hij na de bachelor wil gaan volgen, kan op 18 februari naar de masterdag komen. Tijdens de UvA masterdag presenteren bijna alle masterprogramma’s van de UvA zich via voorlichtingsbijeenkomsten op verschillende locaties. Er worden op deze praktische dag tips gegeven over welke stappen je kunt zetten om tot een goede masterkeuze te komen. Het motto van die dag: ‘Verdiep en verbreed je kennis. Kom naar de masterdag.’ Opgelet: geneeskunde, psychologie en het ILO geven op die dag geen voorlichting.
De Batavierenrace komt er weer aan. Dit jaar wordt de 40e editie gehouden van deze grootste loopestafette ter wereld, louter voor studenten. Start: 28 april om middernacht. De route loopt van het universitair sportcentrum Nijmegen via Duitsland, de Achterhoek en Enschede naar de campus van de Universiteit Twente. De totale loopafstand bedraagt 175 kilometer. Deze maand starten de looptrainingen: op het USC (maandag 19.00-20.00 uur, start 20 februari) en in het Olympisch Stadion (donderdag 19.00-20.00 uur, start 16 februari).
2012
FoliaMagazine
47
wasdom Op zoek naar het grote plaatje Philip Huff Leeftijd: 27 (geboren op 28 september 1984) Beroep: Schrijver van de boeken Dagen van gras en Niemand in de stad Studie: Geschiedenis en filosofie Afgestudeerd: 2009 Docent: ‘Josef Früchtl vond ik erg cool. Zijn encyclopedische kennis van de filosofie is ongelooflijk. Hij gaf cultuurfilosofie, en vertelde dan bijvoorbeeld over Nietzsche en popcultuur.’ Locatie: ‘Ik vond niets leuker dan studeren op het kunsthistorisch instituut aan de Herengracht en dan dwars door de stad wandelen naar mijn college op de Oudemanhuispoort. Wat de UvA bijzonder maakt, is dat je midden in de stad studeert. Het is echt de universiteit van Amsterdam.’ Café: ‘De Eland en Brandon: bruine kroegen waar niet echt veel studenten komen, maar ik kwam er graag.’ Afknapper: ‘De aanwezigheidsplicht bij hoorcolleges en werkgroepen. De sfeer die op de UvA wordt gecreëerd dat je moet komen en moet lezen, staat mij tegen. Een student zou niet moeten lezen omdat het moet, maar omdat hij het wil.’
48
FoliaMagazine
stage Hij studeerde geschiedenis en filosofie en werd schrijver: Philip Huff.
‘I
tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff
k wilde graag aan de UvA studeren, omdat ik dan een reden zou hebben om naar Amsterdam te verhuizen. Ik vind Amsterdam een waanzinnige stad. Het was geweldig om hier wakker te worden, naar de faculteit te lopen, ergens een broodje te halen en een beetje te studeren. Ik maakte wat tentamens, dacht dat ik het heel druk had en kocht bij Concerto en de boekhandel drie cd-tjes en drie boeken per week. Ik koos voor geschiedenis omdat het mijn favoriete vak was op de middelbare school. Het was een interessante studie, maar in de loop van mijn eerste jaar dacht ik steeds vaker na het afsluiten van een vak: nu weet ik alles van kloosterordes in Italië, maar wat is het grote plaatje? Ik besloot over te stappen naar filosofie in de hoop dat grote plaatje te ontdekken. Bovendien leek het me een studie waarbij ik een mooie gereedschapskist met kennis zou opbouwen om de wereld mee te bekijken. Dat ik uiteindelijk in zowel geschiedenis als filosofie ben afgestudeerd, is de schuld van mijn studieadviseur. Elke keer dat ik haar zag, zei ze: “Ja, je hebt nu een propedeuse, maar met een paar vrijstellingen kan je net zo goed de bachelor halen.” En daarna: “Nu je toch twee bachelors hebt, kan je ook gewoon twee masters doen.” Schrijven is wat ik het liefste doe. Ik maakte vroeger al boekjes en op de middelbare school scheef ik verhalen en gedichtjes. Tijdens mijn studie werden een paar van mijn korte verhalen gepubliceerd in De Gids, Hollands Maandblad en Hollands Diep. Toen ik bij uitgeverij De Bezige Bij een boek mocht gaan schrijven, ben ik een jaar naar Berlijn
gegaan om Dagen van gras te schrijven. Iemand raadde me aan om meteen met een tweede boek te beginnen. Als het eerste dan een succes zou worden, zou ik niet een verlammende druk voelen om aan het tweede boek te beginnen en als het eerste boek een genadeloze flop zou worden, dan had ik in ieder geval een ander boek om op terug te vallen. Het boek waar ik toen aan begon, werd Niemand in de stad. Het gaat over een jongen die in Amsterdam studeert, bij een studentenvereniging zit en zichzelf verliest in het studentenleven. Het is geen zuiver autobiografisch werk, maar ik heb mezelf wel geregeld afgevraagd hoe ik zou reageren als ik in de situaties zou belanden waarin mijn hoofdpersoon verzeild raakt. Ook mijn eigen vragen komen in het boek naar voren. Zo gaat het over de vraag wat vriendschap is en wanneer je iemand moet loslaten. Net als de hoofdpersoon heb ik tijdens mijn studie bij een studentenvereniging gezeten. Ik was dat in eerste instantie niet van plan, maar mijn zus was bang dat ik anders mijn hele studententijd in mijn kamer zou doorbrengen met een stapel boeken en cd’s en moedigde me aan om toch ergens bij te gaan. Ik ben toen lid van het corps geworden en heb het daar erg naar mijn zin gehad. Er bestaan veel vooroordelen over het corps. Mensen denken bijvoorbeeld dat als je lid wordt, je nergens anders meer tijd voor hebt. Dat is onzin. Ik heb een leuke tijd gehad bij het corps, maar heb in die jaren ook mijn studies afgemaakt en een boek geschreven. Ach, voor een genuanceerder beeld moeten mensen mijn boek maar lezen.’ yyy
Paulien Wierda (22) Studie Culturele maatschappelijke vorming (HvA) Stage Amsterdams Uitburo Verdiensten € 222,- per maand Beoordeling JJJJJ ‘Ik wilde graag na mijn vooral maatschappelijke stages iets doen waar ik met marketing van cultuur bezig kon zijn. Het Amsterdams Uitburo is dan natuurlijk snel gevonden en dit is inderdaad precies wat ik zocht. Ik hou me bezig met het afhandelen en soms bedenken van winacties en werk mee aan campagnes om het culturele aanbod te promoten. Zo heb ik in december meegewerkt aan een campagne om het aanbod voor het nieuwe jaar aan te prijzen, onder de titel “Laat je raken”. Daarvoor heb ik onder andere de planning en begroting gemaakt, advertentieruimte geregeld en inspraak gehad op het flyerontwerp. Ook heb ik bij een andere campagne mogen meekijken bij de fotoshoot. Echt leuk om eens te zien hoe dat in zijn werk gaat, bijvoorbeeld hoe de visagiste bij het model een enorme traan moest maken. Ook moet Facebook en Twitter bijgehouden worden. Daarvoor moet ik acties bedenken die heel specifiek op het social mediapubliek moeten zijn toegespitst. De sfeer hier op het kantoor aan het Leidseplein is heel goed: ik word goed begeleid en krijg veel feedback. Ik werk vaak samen met andere stagiaires, bijvoorbeeld met de stagiaire vormgeving. Dat is leuk, omdat we met elkaar overleggen over ontwerpen en ideeën die ik aandraag door haar uitgewerkt kunnen worden. Het interessante van deze stage vind ik dat het gaat om marketing van iets wat ik zelf de moeite waard vind en het is een uitdaging om daar goede acties voor te bedenken. Mooi meegenomen is dat ik zelf kaarten voor voorstellingen mag declareren bij het Amsterdams Uitburo.’ yyy Clara van de Wiel
FoliaMagazine
49
FoliaMagaz ine weekblad
toehoorders
cover Pascal Tieman
voor HvA
en UvA
nr. 19 01/02/201 2
Veilig vrijen? Het is je eigen za(a)k Masterscr iptie Gifschandaa tot journa l leidde listiek hanengevec ht
College ‘De driedimensionale mens: embryologie’ door Kees de Jong, vrijdag 27 januari, 11.45 uur, AMC tekst en foto’s Bob van Toor
Noodlandin g De vloek van college op het vrijdagochtend
Amsterdam Collegereeks 2028 voor- én tegenvoor van de Spele standers n
colofon
Weekblad voor de HvA en
UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en
Kater: 4 op 5 Latijnse woorden geleerd: 27 Onbegrijpelijke termen per zin: gemiddeld 3 Scrabblewoorden: gonade, granulatieweefsel, geslachtsstrengen, peritoneaalholte
J
onge dokters. Vóórdat ze op spectaculaire wijze levens redden, moeten ze eerst nog de reis maken van collegezaal, via coschappen en laboratoria, naar de witte jas en de stethoscoop. Wij leggen die weg andersom af en lopen door het AMC, langs de witte jassen en de reageerbuizen, naar de vleugel waar men nog gewoon met rugzak en paardenstaart loopt. Hier zijn jonge dokters nog heel gewoon: mandarijntjes komen uit tassen, er wordt gezellig gekletst en zelfs de docent heeft gewoon een ruitjesoverhemd en een betrouwbare buurmansnor. Hij spreekt over het secteren van de cloacale membraan en luminisatie van de tuberculum Mülleri, en hoewel hij klinkt alsof hij een onsje rookvlees bestelt, komen we er langzaam maar zeker achter dat we kijken naar de doorsnede van een embryo. Als dat tuberculum dan uiteindelijk luminiseert blijken we uit te komen in het bovenste gedeelte van de vagina. Het is kennelijk een meisje geworden, maar we moeten door: ‘Zo, dan is mevrouw af. Nu meneer.’ Na negen colleges hebben de studenten wel door dat drs. De Jong van het type ‘lult wel door’ is, dus vooral op de bovenste banken van de steile zaal zijn dutjes en lange gesprekken gaande, en is aantekeningen maken taboe. Wat verder naar beneden pennen studenten nog wel eens een Latijnse naam naast de plaatjes, maar de meeste concentratie is vanochtend aan de snijzaal opgegaan. ‘Het was weer alle huidflappen eraf en weggooien, daarna gewoon helemaal leeghalen,’ fluistert een meisje een tikje blasé. Probeer zo’n publiek nog maar eens te boeien, maar De Jong kwijt zich op geestige wijze van zijn taak. ‘En wat voor spier is dat?’ vraagt hij midden in een verhandeling over de teelballen aan een opeens erg stille zaal. ‘Een gladde, dus je kunt hem willekeurig bedienen. Heren, jullie hebben iets te oefenen vanavond voor de spiegel.’
50
FoliaMagazine
Liesbeth Boom (22, geneeskunde)
‘Ik heb vergelijkbare stof in het Engels gehad op University College Utrecht, en het is gek om het nu in het Nederlands te horen. Het is hier ook veel massaler dan op UCU. De docent maakt de hele tijd van die half-grappige grapjes. Dat is soms een beetje awkward en helpt niet echt voor mijn concentratie. Ik zat niet zo goed op te letten, want ik heb al de hele ochtend in de snijzaal gestaan. Maar de geslachtsdelen zijn in ieder geval interessanter dan de pancreas.’
Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Floor Boon, Luuk Heezen, Wim de Jong, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden, Danny Schwarz, Youri Straver, Bob van Toor, Annemarie Vissers, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Asis Aynan, Julia de Boer, Bibi
Marthe Ribbink (19, geneeskunde)
‘Dit is het laatste college van een serie van tien, en als afsluiting zijn we gisteren allemaal met de ouderejaars van de snijzaal naar Paradiso geweest. Hoewel de uitleg van De Jong veel toevoegt aan de theorie, denk ik dat veel mensen dit college skippen: je haalt je tentamen op de snijzaal. Maar als je hier goed luistert kun je dat heuveltje van Müller veel beter plaatsen als je het daar ziet.’
Bleekemolen, Bob Bronshoff, Roger Cremers, Emma Curvers, Fred van Diem, Julie de Graaf, Bas Kocken, Marc Kolle, Ward Kuipers, Denise van Leeuwen, Suzanne Okkes, Won Tuinema, Bas Uterwijk, Tjebbe Venema Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos, Anne Rose Haverkamp Opmaak Hannah Weis, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart,
Thomas Baltes (18, geneeskunde)
‘We zijn best een fanatiek eerste jaar, iedereen komt naar alle colleges. Ik ben maar niet naar Paradiso gegaan omdat ik om halfnegen op de snijzaal moest staan. Dit college is heel goed bevallen, de docent geeft veel praktische voorbeelden, en laat ons een diagnose stellen van afwijkingen. Daardoor krijg je veel beter een beeld bij die abstracte doorsnedes.’ yyy
Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider), Margot Riedstra Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl
deining ‘Wat heeft een partij zonder boodschap te zoeken in de politiek?’ UvA-student Floor Rusman windt zich op over het gebrek aan visie bij zowel het CDA als de PvdA, in NRC Handelsblad. ‘Zodra vrouwen kinderen krijgen, worden ze geacht vooral voor hen te zorgen; daarnaast “mogen” ze ook een beetje werken.’ Hoogleraar ethiek Beate Roessler legt uit dat het feminisme nog bepaald niet achterhaald is, in HP/De Tijd. ‘De meeste studenten lezen de voorwaarden van de lening amper door. En ook dit is niet verbazingwekkend – de voorwaarden zijn moeilijk vindbaar en lastig te doorgronden.’ UvA-docent Madeleine Moret vindt dat studenten veel te gemakkelijk een lening kunnen afsluiten, in nrc.next. ‘Na vijf maanden blog kan ik melden dat hufterigheid heus niet typisch Nederlands is (alles wat je niet bevalt meteen “typisch Nederlands” noemen, dat is geloof ik wel typisch Nederlands.’ Journalist en schrijver Joris Luyendijk over zijn blog bij The Guardian, in NRC Handelsblad. ‘Als individu kan ieder die denkt ooit euthanasie nodig te zullen hebben veel narigheid voorkomen door een vroege voorbereiding.’ Emeritus hoogleraar econometrie Mars Cramer geeft tips voor het einde, in Hollands Maandblad. ‘Als je tot radicale inzichten wilt komen, helpt het om geen ballast te hebben. Om niet te veel te weten.’ Hoogleraar Robbert Dijkgraaf op de vraag of hij te oud is om nog tot radicale inzichten te komen, in Het Parool.
Opvallende quotes uit de afgelopen week van
de lezer
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
Krijn Schagen (19), sportmarketing, HvA ‘Ik had het blad al weleens zien liggen, maar nog nooit daadwerkelijk ingekeken. Ik vind het heel leuk. De stukken zijn leuk geschreven, vaak met de nodige humor. De schrijfstijl is ook duidelijk op studenten gericht en dat bevalt me wel. Het opiniestuk over de samenwerking met de VU vond ik erg interessant. Ik heb stage gelopen bij het sportcentrum van de VU, dus ik had zelf ook constant te maken met de mogelijkheden van samenwerking. Ook bij mijn huidige functie in het bestuur van Studenten Sport Amsterdam sta ik constant tussen de verschillende sportcentra van de UvA en VU in; een samenwerking is dus ook voor mij van belang. Het artikel over Dieuwertje Valentijn, regisseur van Giel Beelen, vond ik ook leuk. Het laat de andere kant van de radio zien, door de ogen van een student. Ook herken ik me wel in dingen die ze zegt, bijvoorbeeld over dat je je toch overal naar binnen moet zien te lullen. De stukken over de voorzitter van het CvB en Frank van Vree heb ik niet gelezen. Daar heb ik gewoon helemaal niks mee. Verder mag er wat mij betreft wel wat meer sport in. Daar valt toch zeker genoeg over te vertellen.’ yyy tekst Clara van de Wiel / foto Danny Schwarz
volgende week Geen plek voor bezinning
Yoga, wat heet
Een jaar geleden mochten moslims op de HvA nog bidden in een stilteruimte. Nu doen ze het onder de trap.
Bij een temperatuur van veertig graden je lijf in allerlei bochten wringen; dat is Bikram yoga.
Indiana Jones van de UvA
TSLP loves(s)ongs
Archeoloog Joris Kila redt kunstschatten in Libië.
Wat zijn de mooiste liefdesliedjes volgens romantisch popbandje The Secret Love Parade?
(voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien, mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
51
SUPERHERO OF PAPIEREN TIJGER? EEN FLOOR EN FOLIA DEBAT OVER DE ZIN EN ONZIN VAN DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD WIN EEN IPAD2 OPTREDEN DOLF JANSEN PRESENTATIE MARTIJN DE GREVE
START 17.00-19.00 AANSLUITEND EEN GRATIS BORREL DATUM 7 FEBRUARI 2012 LOCATIE KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4 AANMELDEN BIJ J.R.GORTER@HVA.NL
CREATING TOMORROW