FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 12 28/11/2012
Wat ging er mis met SIS?
(advertenties)
Folia maakt kennis...
...met Ineke van
slechts betaal t de €10 me an de as v sprintp ouwburg h c s stads l ssba.n
der Linden
domeinvoorzitter Domein Economie & Management HvA
nora
Woensdag 28 november tussen 16.00 en 17.00 uur in de OBA (Oosterdokskade 143) Live te beluisteren op AmsterdamFM (106.8 in de ether en 103.3 op de kabel)
Vanaf 29 november terug te luisteren op
www.foliaweb.nl
5 december • Judith Metz (nieuwe lector Youth Spot HvA)
toneelgroepamsterdam
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad
van henrik ibsen regie thibaud delpeut
6 t/m 13 dec | stadsschouwburg amsterdam
FLOOR AGENDA
KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4 | WO 28 NOvEMBER- DI 11 DEcEMBER TedX 30 november, 9.00 -18.00 uur, Arena Livestream met TedX in Stadsschouwburg. En interactief gesprek met moderator en andere locaties. energieTransiTie Te belangrijk om alleen aan poliTici over Te laTen! 30 november, 15.00 -17.30 uur, Kohnstammzaal Lezing van Zonnekrachtcentrales met sprekers Prof. Wim C. Turkenburg hoog-leraar UU, Francesco Dalla Longa, Research medewerker van ECN en Bas Eickhout, Europarlementariër voor GL. sTagemarkT mdW 7 december, 8.30 -11.30 uur, Arena Studenten MWD van het domein Maatschappij & Recht zoeken een stageopdracht.
cREATING TOMORROW
couTinho sTand 10 december, 10.00 -15.00 uur, Arena Uitgeverij Coutinho presenteert nieuwe boeken en geeft uitleg. uva hva dicTee 10 december, 16.30 -19.00 uur, Arena Het allereerste UvA HvA dictee voor studenten, docenten en prominenten wordt voorgelezen door Aaf Brandt Corstius en gepresenteerd door Jim Jansen. Floor is het leercentrum van de HvA. Floor is voor studenten, docenten en de rest van de wereld. Je kunt er activiteiten bijwonen maar ook organiseren. Facebook www.facebook.com/floorHvA Twitter @floorHvA
inhoud #12
redactioneel SIS
Alles in één 6
Vrijdag 23 november nam Jet Bussemaker officieel afscheid van de HvA en UvA en ze wordt nu al gemist. HvA-rector Jet was namelijk zeer voortvarend begonnen ergernissen van studenten aan te pakken. Volgens Asva-rapport Het creëren van een ambitieuze studiecultuur zijn de grootste ergernissen administratieve irritaties, roosters die niet werken en inschrijfproblemen. UvA en HvA hebben tegenwoordig één softwaresysteem voor de hele administratie: SIS, het Studenten Informatie Systeem. Sinds het systeem in 2009 werd ingevoerd regende het kritiek, van zowel studenten als medewerkers, terwijl de aanschaf meer kostte dan begroot was. Vanaf pagina 6 kunt u lezen hoe SIS zijn moeizame weg naar UvAHvA vond, van aanbesteding tot nu. Het CvB hamert erop dat het systeem al veel beter werkt dan enige tijd geleden. Dat is mooi, maar geen reden om te verslappen. Zelfs zonder aanjager Bussemaker.
Eén administratiesysteem voor alle studenten van UvA en HvA. SIS klonk zo mooi, maar viel zo tegen.
Even geen alcohol 12
Tijdelijk stoppen met drinken: veel mensen doen het, maar heeft het zin?
Stapels fraude 24
De commissies die de affaire-Stapel onderzochten zijn eruit. Tientallen artikelen zijn frauduleus of verdacht. Ook uit zijn UvA-tijd.
Spelling als spel 26
Het grote UvA-HvA Dictee komt eraan. Hou/houd/houdt [omcirkel wat goed is] uw pen in de aanslag.
Kennisbedrijven 34
Je onderzoek vertalen in een goedlopend bedrijf. Klinkt goed, maar het doen is lastig. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen
en verder
de week/het moment/navraag 4-5 op de tong 10 passie17 objectief 18-19 opinie 20-22 Robbert Dijkgraaf 21 Hadjar Benmiloud 22 promoties 23 lezingenladder 28 drift 29 overigens 31 Folia maakt kennis 32-33 prikbord 38-39 wasdom 40-41 stage 41 toehoorders 42 de lezer/deining 43
(twitter)
FoliaMagazine
3
de week Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.
4
FoliaMagazine
foto Danny Schwarz
H
ij is weer in het land, die lieve goede Sint. Helemaal overgekomen uit Spanje, trouw vergezeld van zijn Pietermannen, galoppeerde hij afgelopen week over de daken van de universiteit en de hogeschool – niet tegengehouden door storm, regen en wind. Wie was er zoet geweest? En wie was er stout? Bij het Maagdenhuis hield de goedheilig man stil. Wat hoorde hij daar? De UvA in financiële moeilijkheden? ‘De universiteit zou voor ruim veertig miljoen euro in de min staan, wegens het onverantwoord gebruik van derivaten,’ lichtte Piet toe. ‘Die gebruiken onderwijsinstellingen als verzekering tegen de stijgende rente op een lening, maar dat moet natuurlijk wel volgens de regels.’ En daar ging het fout. Het stond tot Sinterklaas’ ontsteltenis allemaal zwart op wit te lezen in een rapport van de Onderwijsinspectie. Net op het moment dat de Sint de leden van het College van Bestuur de roe wilde geven (Of toch mee in de zak naar Spanje? Hij twijfelde nog…) hoorde hij de stem van bestuurder Paul Doop: ‘De UvA is financieel juist zeer gezond. Wij lopen geen enkel financieel risico.’ De inspectie had zich vergist – de gegevens van de UvA en de VU werden door elkaar gehaald. Een pak van mijn hart, dacht de Sint. Hij liet zijn pieten royaal strooigoed naar binnen gooien, en vervolgde zijn tocht. Bij het Domein Maatschappij & Recht van de HvA hoorde de Sint rumoer. ‘Wat een lelijk ding,’ zei de een. ‘Ik vind het wel handig,’ zei de ander. De Sint wierp een blik naar binnen, en zag een potsierlijk, aluminium gevaarte staan. ‘Een trolley,’ fluisterde Piet de verbaasde Sint in. ‘Daar moeten medewerkers straks bij de verhuizing naar de Amstelcampus hun laptop en dergelijke in doen. FLOW noemt de HvA dat, Sinterklaas. Flexibel Leren, Ontmoeten en Werken.’ De Sint zag hoe de werknemers als een
Hij kwam aan in Roermond, maar gelukkig is de goedheilig man ook dit jaar niet te beroerd om de hogeschool aan te doen. Op zaterdag 1 december komt hij naar De Lax, om alle zoete kinderen van HvA-medewerkers een cadeau te brengen.
stel bejaarden met de trolleys door de gangen liepen. Arme mensen, dacht de goedheilig man, en om het leed te verzachten stopte hij een banketletter in elk koffertje. Tegen middernacht, aan het einde van zijn tocht, bereikte Sinterklaas de UB, waar honderden studenten nog altijd druk aan het zwoegen waren voor tentamens, scripties en groepsopdrachten. ‘GroenLinks houdt sociaal leenstelsel tegen in Senaat’ las de Sint in een van de kranten op de bureaus. Ach ja, Den Haag, dacht de Sint. Daar moest hij ook nog maar eens een bezoekje aan brengen. yyy Gijs van der Sanden
21 november 2012
tweet van de week Johannes Kuijpers @daggutwit Studenten in de gangen van het JBH (neus naar beneden richting smartphone) hebben veel weg van mijn hoogbejaarde moeder: net zo traag! #hva https://twitter.com/daggutwit/status/
De HvA nam vrijdag 23 november afscheid van oud-rector Jet Bussemaker in het Maagdenhuis. Als dank voor haar ‘uitstekende werk’ krijgt de nieuwe minister van Onderwijs elk jaar voor Prinsjesdag een unieke hoed naar ontwerp van Amfi-studenten, het mode-instituut van de hogeschool. Daar staat tegenover dat de minister zich voortaan moet profileren als ambassadeur van de HvA. Ze maakt een vliegende start, het digitale inpakpapier (foto) van Folia Startup Award-winnaar Donald Vossen, dat ze op de foto met haar muis uitpakt, heeft ze al lang en breed onder de aandacht gebracht in Den Haag. yyy tekst Jeff Pinkster / foto Bas Uterwijk
navraag Lisanne van Grinsven Een groep Utrechtse studenten onderzoekt voor Paradiso het vrijetijdsgedrag van hun Amsterdamse collega’s. Zitten ze vrijdagavond op de bank, of gaan ze dansen? We belden niet al te vroeg op zaterdagochtend met de ietwat slaperig klinkende onderzoeker Lisanne van Grinsven (22, kunst & economie aan de HKU).
Waarom heeft Paradiso Utrechtse studenten ingeschakeld voor dit onderzoek? ‘In het laatste jaar van onze opleiding doet iedereen een project, en Paradiso is daarvoor een van de opdrachtgevers. Paradiso wil meer dansavonden organiseren, en wij kijken met een enquête wat studenten van een avond dansen verwachten. Maar we willen ook weten wat ze met hun vrije tijd doen naast uitgaan. Zitten ze in de bieb, of thuis, zijn ze met vrienden? We zijn half september begonnen, de enquête loopt nog tot 30 november. Er hebben al ongeveer 350 mensen gereageerd, maar we hopen dat nog meer mensen de enquête invullen. Naar aanleiding van de uitkomsten schrijven we een
aanbeveling voor Paradiso, met handvatten voor mogelijke aanpassingen in het programma, locaties en tijden.’
Zijn er al trends te zien? ‘We gluren af en toe naar wat eruit komt, en wat opvalt is dat studenten veel dingen duur vinden: ze gaan graag naar kroegen met goedkoop bier. Het maakt niet zo veel uit waar, als hun vrienden er ook maar heen gaan. Sfeer is belangrijk, en muziek natuurlijk. Techno en dancemuziek zijn het populairst.’ Komt het overeen met je verwachtingen, en ervaringen?
‘Het is wel in de richting die we vermoedden. Zelf pak ik wat vaker in het weekend mijn rust. Ik bezoek meer concerten, die vaak doordeweeks zijn, dat zijn mijn latertjes. In Utrecht is veel keus, maar in Amsterdam nog tien keer zo veel.’
Hebben jullie ook participerend onderzocht? ‘Ja, we hebben ook zelf gekeken wat er gebeurt op dansavonden. Om het een beetje te voelen, en te kijken of onze aannames kloppen. Het is goed om er eens middenin te staan, aangezien we zelf toch ook deel van de doelgroep zijn. En ja, daar mocht best bij gedronken worden.’ yyy Bob van Toor
FoliaMagazine
5
Duur, laat & matig De aanschaf en implementatie van studentinformatiesysteem Sis ging gepaard met alle klassieke fouten die worden gemaakt bij ICT-projecten. Te veel ambitie en te weinig vakkennis bij de betrokkenen leverde uiteindelijk een systeem op dat te duur werd, te laat kwam en niet deed wat het moest doen. tekst Eva Rooijers / illustraties Pascal Tieman
‘G
een businesscase? Staat dat er echt?’ Chris Verhoef, hoogleraar aan de VU en gespecialiseerd in de implementatie van complexe ICT-projecten, pakt het document erbij en schudt zijn hoofd. ‘Dat je in zee gaat met wat zij [UvA en HvA, red.] blijkbaar beschouwen als een vooraanstaande leverancier, wat dat ook moge zijn, betekent absoluut niet dat je geen gedetailleerd businessplan hoeft te schrijven! Als je niet precies formuleert wat
10 juni Ian de Groote@Iandegrooote Wat is dat SIS van de #hva toch een waardeloos programma. Past wel bij de school, onoverzichtelijk en dramatisch.
je wilt en wat zo’n systeem moet kunnen, dan gaat een leverancier zijn gang en dat loopt in de kosten. Als je aan een timmerman vraagt wat er moet gebeuren, zegt hij: timmeren. Zo werkt het ook met het bouwen van software.’ In 2004 besloten de UvA en de HvA tot de aanschaf van een nieuw informatiesysteem omdat de verschillende systemen waarmee faculteiten, domeinen en diensten werkten technisch verouderd waren. Bovendien kwam, door nieuwe
6
FoliaMagazine
landelijke wetgeving, het studiesucces centraal te staan en het aan te schaffen systeem moest hierop toegesneden zijn. Roosters, inschrijving, cijfers, studieplanning, studieloopbaanbegeleiding: alles moest in één systeem geregeld worden. Inmiddels zijn we acht jaar verder, en werkt het studentinformatiesysteem SIS weliswaar stukken beter dan in het begin, maar nog lang niet altijd naar behoren. Hoe kan het dat SIS zo veel kritiek te verduren kreeg, de implementatie zo moeizaam verliep, en de kosten zo veel hoger uitpakten? De kosten van het SIS-project lopen inmiddels in de vele miljoenen. De geplande budgetten zijn ruim overschreden. Dit blijkt uit een document met de naam ‘Stand van zaken SIS HvA en UvA mei 2011’. Daaruit blijkt dat SIS de HvA 14,6 miljoen euro heeft gekost, terwijl een bedrag van 5,5 miljoen was voorzien. Voor de UvA zijn de projectkosten van SIS in 2012 opgelopen tot 25 miljoen euro. Onduidelijk is welk bedrag de UvA aanvankelijk had ge-
‘Oorspronkelijke schattingen van de kosten zijn stelselmatig te laag’ raamd, omdat het College van Bestuur (CvB) van de UvA deze cijfers niet wil prijsgeven. Volgens het document van vorig jaar ‘zal het
systeem uiteindelijk ongeveer twee maal zo veel jaarlijkse kosten kennen als aanvankelijk gedacht’. Per student moest het budget voor de Centrale studentenadministratie in 2011 worden verhoogd met 45 euro en in 2012 nog eens met 36 euro. Voor de aanschaf van het nieuwe softwaresysteem zochten de UvA en de HvA aanvankelijk samenwerking met drie andere universiteiten, Leiden, Nijmegen en Tilburg. De universiteiten opereerden gezamenlijk onder de naam SaNS,
4 juni Sophie de Coningh@sphieeee hee mevrouw van datavisualisatie, gooi die cijfers eens op SIS #mic#hva
Samenwerking Nieuw SIS. Opvallend genoeg koos SaNS er blijkens het rapport voor ‘om niet te beginnen met een gedetailleerde projectdefinitie en businesscase, maar om (via Europese aanbesteding) de samenwerking met een vooraanstaande leverancier te zoeken en op basis van de geformuleerde doelen de inrichting van diens systeem te configureren.’ Zo staat in het eerdergenoemde vertrouwelijke document ‘Stand van Zaken SIS (…)’ uit mei 2011.
Dat je via een Europese aanbesteding zou komen tot een vooraanstaand leverancier is een aanname die volgens expert Verhoef geen hout snijdt. ‘Ik heb de grote ICT-projecten bij de rijksoverheid onderzocht op accuraatheid van de kosten en doorlooptijden. Wat blijkt: oorspronkelijke schattingen van de kosten zijn stelselmatig te laag. In mijn ogen is een vooraanstaand leverancier in ieder geval een leverancier waarbij de oorspronkelijke schattingen een stuk beter zijn. Maar ja: dan ben je als leverancier te duur ten opzichte van de concurrent. Kortom degenen die het worden kunnen het niet, en degenen die het kunnen worden het niet.’ Als Verhoef vervolgens het lijstje met doelen bestudeert, schiet hij in de lach. ‘Het nieuwe SIS kan de moderne ontwikkelingen in de onderwijswereld ondersteunen. Het nieuwe SIS kan zich vanwege haar aard, marktaandeel en architectuur aanpassen aan veranderde regelgeving,’ leest hij voor. ‘Natuurlijk, met het nieuwe systeem kan ik naar Mars. Sorry, dit is natuurlijk niet om te lachen,’ verontschuldigt hij. ‘Maar geen enkel van deze doelen is SMART [Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden, red.]. En dan staat hier vervolgens ook nog eens: “De meeste van deze voordelen zijn niet individueel in geld kwantificeerbaar.” Ik vind het niet kunnen dat je opschrijft: ik ga 25 miljoen uitgeven en by the way de voordelen kan ik niet in geld uitdrukken.’ Dat kan volgens Verhoef altijd. ‘Als studenten bijvoorbeeld een hogere tevredenheid vertonen dan bellen ze minder vaak met het callcenter en kan je daar twee fte schrappen.’ Extra maatwerk Na de Europese aanbestedingsprocedure van
4 juni Marjolein@m_arjo Bij t afstudeergesprek bleek Ome Albert ineens van mn cijferlijst te zijn verdwenen. Hij verstopt zich ergens in SIS. Gekke UvA.
SaNS viel de keuze in 2005 op een softwarepakket met de naam Oracle Campus Solutions, en werden mededingers Osiris en SAP terzijde geschoven. Die keuze was opvallend, omdat Oracle Campus Solutions was ingericht op het hoger
onderwijs in de Verenigde Staten, waar Osiris en SAP al op diverse Nederlandse universiteiten werden gebruikt. Om Oracle Campus Solutions geschikt te maken voor de Nederlandse universiteiten werd IT- dienstverlener Atos Origin in de arm genomen. Het idee was dat met een paar aanpassingen het softwarepakket aan de eisen van de Nederlandse universiteiten zou voldoen. Dat viel tegen. ‘In plaats van de achttien à twintig aanpassingen die men dacht nodig te hebben, bleken tussen de veertig à vijftig ingrepen
5 juni Jos Kok@JosK Briljant!Eén student loopt binnen over SIS en zegt:jullie hebben een systeem..". Zes docenten beginnen te brullen dat het niet van ons is :-)
nodig om aan de eisen van de SaNS-partners te voldoen,’ tekende het toenmalige blad van de HvA, Havana, op in een artikel uit maart 2010. ‘Het was op dat moment nog niet te overzien hoeveel extra maatwerk er nodig was om het pakket aan te passen,’ zegt Giel Paulissen, in die periode programmadirecteur van SIS aan de HvA, in hetzelfde artikel. En Hans Janssen, projectmanager bij het SaNS: ‘Pas nadat de contracten waren getekend, bleken nogal wat eisen die de partners in de aanbestedingsdocumenten hadden geformuleerd, niet goed begrepen te zijn door de leverancier. Daarnaast viel de kennis die Atos had tegen.’ Janssen: ‘In het begin kregen we soms mensen die er minder van wisten dan wijzelf, terwijl het de bedoeling was dat zij het aan ons kwamen uitleggen.’ Wat ook een rol speelt in de oplopende kosten, is dat ieder domein en iedere faculteit met een aanvullend wensenlijstje kwam. Met al die wensen is te veel rekening gehouden, zeggen verschillende ondervraagden. ‘“Keep it simple, stupid”, dat is het devies bij dit soort projecten,’ zegt HvA-informaticadocent Jan Hellings. ‘Dat is hier duidelijk niet gebeurd.’ Volgens een rapport van de Algemene Rekenkamer over implementatie van grote ICT-projecten bij de overheid [zie kader, red.] zouden belangrijke wijzigingen in een systeem en problemen met de planning en budget aanleiding moeten zijn om nog eens goed na te denken over de uitgangspunten van het bewuste project. Binnen SaNS is dit niet gebeurd toen bleek dat er extra maatwerk geleverd moest worden en de kennis bij Atos gebrekkig was. ‘In plaats van eerst goed na te denken toen de problemen aan het licht kwamen en een nieuw plan te maken, zijn we heel haastig begonnen de systemen aan te passen aan de oorspronkelijke
FoliaMagazine
7
wensen. Achteraf was het beter geweest om nog eens na te denken over wat we wilden,’ zei projectmanager Janssen hierover in Havana in 2010. De Radboud Universiteit Nijmegen deed dit wel en stapte in 2009 uit het SaNS vanwege de aanhoudende problemen en oplopende kosten. Een woordvoerder van de universiteit laat weten dat ze inmiddels ‘naar tevredenheid’ zijn overgestapt op Osiris. ‘Complete mislukking’ UvA en HvA besloten anders, zij zetten door. Vanaf 2010 werd SIS, twee jaar later dan gepland, gefaseerd ingevoerd. En dat verliep alles behalve soepel. Wat misschien ook niet heel onverwacht was, aangezien SIS in Leiden al een jaar draaide en het dat hele jaar klachten regende over de gebruiksonvriendelijkheid: onbegrijpelijke interface, traagheid, omslachtigheid, enzovoort.
4 juni Danielle Akkerman@naadjoo @ThomvanWoerkom erg raar dat ik mn EC's dan al krijg omdat ik gem een 5 voor tentamens heb & op SIS een 6,0 staat....
Het systeem deed, kortom, nog niet wat het zou moeten doen. Ook in Amsterdam voert frustratie lang de boventoon bij gebruikers. Op de werkvloer van de HvA en de UvA neemt het onbehagen rond Sis in het voorjaar van 2012 toe. Vooral de medewerkers die dagelijks met SIS te maken hebben, zoals de examencommissies, de onderwijsbureaus en de beheerders van de site, hebben hun handen vol aan SIS. Dit blijkt onder andere uit een overleg dat op 20 april 2012 plaatsvindt tussen CvB-lid Paul Doop en enkele medewerkers van de afdeling sociale wetenschappen van de Faculteit der Maatschappij & Gedragswetenschappen. Folia beschikt over een verslag van de meest urgente knelpunten rond SIS die daar worden besproken. Zo kost met SIS werken veel meer tijd en mankracht en worden
8
FoliaMagazine
er veel meer fouten gemaakt. In driekwart van de gevallen wordt informatie vanuit SIS niet goed overgezet naar Blackboard. Bij de afdeling sociale wetenschappen ziet men zich genoodzaakt alles minutieus te controleren; wat 7 fte aan manuren extra kost per semester. Eerder die maand, op 4 april, had ook de opleidingscommissie geografie & planologie van de
‘Het kan wel twee keer zo lang duren voordat je je diploma hebt’ UvA middels een brief een noodkreet geslaakt bij het CvB. ‘Ten eerste laat de gebruiksvriendelijkheid van het systeem zowel voor studenten als medewerkers te wensen over. Er wordt regelmatig gebruikgemaakt van vakcodes in plaats van de volledige vaknamen en er moet veel worden doorgeklikt voordat de student op de juiste pagina terechtkomt. Fouten zijn hierdoor zo gemaakt. Verder loopt het programma zeer langzaam, loopt het vast of is het soms volledig ontoegankelijk. Voor studenten leverde dit tijdens de vakinschrijving veel frustraties op. Voor de medewerkers brengt de overgang naar SIS een bovenmatige werklast met zich mee. Op dit moment zijn medewerkers bezig studenten handmatig aan te melden voor tentamens om de cijfers in te kunnen voeren.’ De opleidingscommissie roept het CvB op om SIS nog eens onder de loep te nemen en te vergelijken met systemen aan andere universiteiten die ‘wellicht gebruiksvriendelijker’ zijn. En de Centrale Medezeggenschapsraad van de HvA trok al in februari van dit jaar aan de bel: ‘Het feit dat we van veel studenten en docenten horen dat zij inmiddels SIS negeren en met andere systemen zijn gaan werken heeft ons geschokt. Ons oordeel is dan ook dat SIS aan vele kanten rammelt, verschillende leden spreken zelfs van “een complete mislukking” van SIS.’ ‘Hier schrikken wij niet meer van,’ zeggen John Klappe en Izi Hitimana als ze de documenten met de kritiek zien. De studenten zaten vorig
jaar in de Centrale Studentenraad van de UvA en volgden de ontwikkelingen rond SIS op de voet. ‘We hebben het afgelopen jaar wel twintig van dit soort stukken voorbij zien komen. Bij sociale wetenschappen zijn ze echt niet de enigen die met deze problemen kampen,’ zegt Klappe. Volgens Hitimana is daarom in april 2012 besloten om de uitbreidingen aan het systeem stop te zetten. ‘Wat er al was, moest eerst verbeterd worden.’ Daartoe werden zowel aan de HvA als de UvA taskforces opgericht die nog steeds iedere twee weken bij elkaar komen om de problemen te inventariseren en oplossingen aan te dragen. Volgens CSR-lid Rik van den Hoven die het dossier SIS dit studiejaar in zijn portefeuille heeft, is er inmiddels veel verbeterd, maar functioneert SIS nog steeds niet vlekkeloos. ‘Voor het uitgeven van een diploma staat zes weken, maar er gaat vaak meer tijd overheen. Als je een tijd in het buitenland hebt gestudeerd,
8 juni Sonny Sier@sonnysniper Rip; ''beste allen, de cijfers voor de toets MCH staan op SIS.'' @Paskera11 @Stijn93 @mattijs_k @Sabinee8
kan het wel twee keer zo lang duren voordat je je diploma hebt. Wat ook beter kan: wanneer een student zich inschrijft voor een vak krijgt hij de ene keer wel een bevestigingsmailtje en de andere keer niet. Dat zorgt voor verwarring.’ Menselijke fouten Woordvoerder van het CvB, Yasha Lange, bevestigt dat er nog steeds door alle betrokkenen aan de verbetering van Sis wordt gewerkt. Op de berichtgeving in dit artikel wil het CvB noch Lange inhoudelijk reageren. Lange geeft weliswaar grif toe dat SIS ‘aanloopproblemen’ heeft gekend, maar benadrukt dat het systeem nu goed draait. ‘Juist in de afgelopen maanden zijn enorme slagen gemaakt. In augustus en september hebben duizenden studenten zich voor hun vakken aangemeld,
zonder echte problemen. Op een bepaald moment waren er gelijktijdig zes-honderd vakaanmeldingen per minuut. Ook de aanpassing die nodig was na afschaffing van de langstudeerboete is soepel verlopen. De UvA kon dat onder andere door SIS heel snel afhandelen.’ In september haalde evenwel een incident rond SIS de voorpagina van Het Parool. ‘Cijfers HvA “een zooitje”, diploma’s niet uitgereikt,’ kopte de krant. In het bericht stond dat een deel van de studenten van de lerarenopleiding aan de HvA zijn propedeusecertificaten en einddiploma niet op tijd kreeg uitgereikt door het niet goed functioneren van SIS. Volgens domeinvoorzitter Marjan Freriks lag dat echter aan een menselijke fout: de certificaten zouden te laat zijn aangevraagd. Ook Chris Schut, als hoofd van het administratief centrum verantwoordelijk voor de werking van SIS, meent dat problemen soms te-
5 april Susanne Koenders (@susannekoenders) Blijft opmerkelijk hoe weinig data zonder licentie uit SIS rollen, data waar je onderwijsorganisatie basis op inricht. #fail #sis #hva
rug zijn te voeren op menselijke fouten en niet op SIS zelf. ‘Als je een diploma wilt uitdraaien,
maar in het systeem staat dat de student zijn studiepunten nog niet heeft gehaald, kan die student gaan roepen dat SIS niet deugt. Terwijl het bijvoorbeeld komt doordat een docent niet op tijd de cijfers heeft doorgegeven.’ Schut vervolgt: ‘Het is altijd wennen om met een nieuw systeem te werken. Een transitieperiode van twee jaar is normaal. En kritische geluiden horen daarbij.’ Schut erkent dat er te veel rekening is gehouden met specifieke wensen per domein en faculteit. ‘Maar een hoge mate van uniformiteit druist in tegen de cultuur bij de UvA en de HvA. Elk domein en elke faculteit heeft het recht eigen wensen in te brengen. Dat is ook gebeurd. We werken nu toe naar meer eenduidigheid. Het beperken van die vrijheid per domein en faculteit had misschien op een eerder tijdstip plaats moeten vinden. Maar dat is makkelijk om te zeggen met de kennis van nu.’ yyy
Rekenkamer over ICT-projecten Het is niet ongebruikelijk dat grote ICTprojecten problematisch verlopen. Op verzoek van de Tweede Kamer deed de Algemene Rekenkamer in 2007 een onderzoek naar mislukte ICT-projecten van de overheid. De grootste valkuil van ICT-projecten is volgens de Rekenkamer dat ze te ambitieus en complex zijn. De leverancier van de ICT-producten en ICTdiensten gaan vaak mee in de grootste ambities van de opdrachtgever. ‘Zij zullen om commerciële redenen niet snel kanttekeningen plaatsten bij een project.’ De leidinggevenden die besluiten om een groots nieuw ICT-project op te zetten, geloven vaak dat ICT ‘een wondermiddel is om allerlei
beleidsvraagstukken op te lossen’. Ze overschatten de technische mogelijkheden en hoeveel tijd, geld en menskracht een ICTproject daadwerkelijk gaat kosten. De doelen zijn bovendien niet SMART, wat staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Daarnaast worden in de loop van het project vaak nieuwe eisen aan de wensenlijst toegevoegd van wat het systeem moet kunnen, bijvoorbeeld door de Tweede Kamer. Dit zou volgens de Rekenkamer een moment moeten zijn om het project te heroverwegen, maar is het vaak niet. Uit gesprekken met betrokkenen en ICT-experts, en uit vertrouwelijke documenten over het SIS-project, doemt een beeld op
waarin veel van deze valkuilen voorkomen. De Algemene Rekenkamer schrijft verder in haar rapport dat het ontwikkelen van een ICT-systeem is gebaat bij het zo vroeg en specifiek mogelijk omschrijven van doelen en eisen. ‘Wanneer dat niet gebeurt, is het immers niet bekend aan welke eisen het te ontwikkelen ICT-systeem moet voldoen.’ Het risico is dan groot dat je iets anders krijgt geleverd dan bedoeld, omdat de leverancier een incompleet of onjuist beeld vormt van wat de opdrachtgever van hem en het product verwacht. ‘In ieder geval moeten dan op een later tijdstip wijzigingen worden aangebracht met overschrijdingen van tijd en budget als gevolg,’ aldus de Rekenkamer.
FoliaMagazine
9
op de tong
foto Danny Schwarz
simpel maar gezellig interieur. Opvallend is dat de kassa en de daarachter gelegen keuken op een verhoging staan, waardoor de vriendelijke bediening een soort eigen preekstoel lijkt te hebben. De kaart is Nederlands (uitsmijters, wentelteefjes, broodje ‘Oer Hollandse’ oude kaas) maar toeristvriendelijk (American pancakes, bacon & eggs, high tea, variërend van ‘mini’ tot ‘royal’). Interessanter is het om iets te bestellen van het krijtbord waar de dagspecialiteiten op staan. We nemen een omelet met parmezaan, tomaat, tijm en sla (€ 9,60), een broodje met cheddar en pruimenchutney (€ 7,80) en delen een Marokkaanse auberginesoep met brood en hummus (€ 6,-). De prijzen zijn aan de hoge kant, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de hoeveelheid eten die ons na enige tijd wordt voorgeschoteld. De soep is lekker, maar wordt erg overheerst door een sterke komijnsmaak. Ook de omelet smaakt goed en is meer dan genoeg, maar niet erg bijzonder. Het broodje met cheddar wint met afstand de lunch door de goede combinatie van de scherpe kaas met een zoete chutney op een dik gesneden volkoren boterham. yyy Emmelie van den Wall Bake
Letting
Prinsenstraat 3 (Centrum)
D
e Prinsenstraat zou van de Negen Straatjes Tien Straatjes kunnen maken, als de prijskaartjes in de etalages de komma iets naar links zouden schuiven. Toch weerhield dat ons er niet van om, zonder eerst angstig de (prijs)kaart in
Cheddar
Cheddarkaas is een harde, lichtgele kaas met een pittige smaak afkomstig uit het gelijknamige Engelse dorpje in Somerset. Tegenwoordig wordt cheddar over de hele wereld geproduceerd, maar alleen cheddar gemaakt van lokale melk uit Zuidwest-Engeland mag de naam ‘West Country Farmhouse Cheddar’ dragen.
10
FoliaMagazine
het raam te bestuderen, binnen te stappen bij Letting – ontbijt, lunch & diner. Dat laatste kan alleen op afspraak, en is bedoeld voor ‘besloten diners, vrijgezellenparties en bedrijfsuitjes’. Het interieur oogt dan ook meer als een klein, Jordanees lunchtentje met een bakstenen vloer en een
Jordaan
Het deel van Amsterdam dat wordt begrensd door de Prinsengracht, Lijnbaansgracht, de Brouwersgracht en de Leidsegracht. Van oudsher een Amsterdamse volksbuurt, geplaagd door epidemieën en armoede. Nu beter bekend van Tante Leen, Johnny Jordaan en René Froger.
Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, (suggesties voor de) kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail je recensie naar redactie@folia.nl. Stuur de orginele bon naar Folia Magazine, t.a.v. Stephanie Gude, Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD, A'dam.
Negen Straatjes Bestaande uit de Reestraat, de Hartenstraat, de Gasthuismolensteeg, de Berenstraat, de Wolvenstraat, de Oude Spiegelstraat, de Runstraat, de Huidenstraat en de Wijde Heisteeg. Pas sinds de jaren negentig verenigen deze straatjes zich onder de noemer ‘de Negen Straatjes’. Bekend om de kleine winkeltjes, boetiekjes en restaurantjes.
(advertenties)
WIN EEN JAAR LANG G R AT I S W I J N ! GEEN kAARt? koop op zaterdag 15 december Het Parool en vind uw actiecode
W W W. PA R O O L . N L / W I N
Het PAROOL Duidelijk Amsterdams
(L)even zonder drank Een paar dingen zijn onlosmakelijk verbonden met het studentenleven: collegebezoek, chronisch geldgebrek én het nuttigen van alcoholische versnaperingen. Wie studeert, die drinkt. Nou, niet per se. Sommige studenten drinken nooit of lassen tijdelijk een pauze in. Een goed idee? tekst Anouk Kemper / foto’s Fred van Diem
V
oor de meeste studenten hoort drinken bij het sociale leven. In een weekend vol feestjes drink je al snel een glas of vijftien. Tijdens festivalweekenden misschien wel meer. Zo krijg je heel wat alcohol binnen. Student Faye Lui (zie portret) besloot het een maandje rustig aan te doen en helemaal niet te drinken. Het lijkt een kleine trend te zijn onder studenten, een periode ‘ontgiften’. Maar heeft dat wel zin als je daarna weer vrolijk verder gaat? ‘Ja,’ zegt Rob Bovens, wetenschappelijk medewerker van het Trimbos Instituut en lector verslavingspreventie aan Hogeschool Windesheim in Zwolle. ‘Als studenten een maand gestopt zijn, is de kans groot dat ze voortaan bewuster met alcohol omgaan. Je doorbreekt een bepaalde gewoonte. Een wijntje bij het eten vinden we heel normaal, veel alcoholinname gebeurt sluipend. Als je niet drinkt, word je je daar ineens bewust van. Daarnaast zul je je ook gewoon fitter en gezonder voelen, want alcohol maakt je suf.’ Een effect van alcohol is immers dat het de hersenen verdooft. Volgens Bovens is er voor een ‘drinkpauze’ vaak een concrete reden of excuus nodig. ‘Zodat je makkelijk aan anderen kunt uitleggen waarom je niet drinkt. Daar moet je je namelijk vrijwel altijd voor verantwoorden. Kijk, als je de bob bent, hoef je niks uit te leggen. Iedereen snapt dat meteen.’
12
FoliaMagazine
Het beste zou zijn om alcoholgebruik over de dagen van de week te verspreiden, meent Roel Kerssemakers, werkzaam op de afdeling Preventie van de Jellinekkliniek. ‘Vrouwen mogen elke dag één glas alcohol drinken, mannen twee.’ Dat vrouwen minder ‘mogen’ drinken, heeft te maken met het vochtgehalte. Een vrouwenlichaam bevat minder vocht per kilogram, waardoor de alcohol minder verdund in het bloed terechtkomt. Bijna niemand houdt zich aan de aangeraden
‘ Het onderbreken van je alcoholgebruik heeft altijd zin’ hoeveelheid, de meeste mensen ‘sparen het op’ voor het weekend. ‘Uit een onderzoek onder Amsterdamse clubbezoekers blijkt dat 35 procent de afgelopen maand meer dan zeven glazen in twee uur heeft gedronken. Dat noemen we bingedrinken en dat is niet gezond.’ Maar dat studenten een maand niet drinken, om vervolgens weer ‘los’ te gaan, is volgens Kerssemakers niet verkeerd. ‘Matigen is altijd goed.’ Dat zegt ook Jan Hindrik Ravesloot, als fysioloog werkzaam in het AMC. ‘Het onderbreken van je alcoholgebruik heeft altijd zin. Alcohol is geen fijne stof, het kan echt je organen onherstelbaar verwoesten.’ Een paar voorbeelden
van de effecten op het lichaam: alcohol tast het maagvlies aan, de levercellen kunnen zich bij grote hoeveelheden alcohol vergroten waardoor er ontstekingen ontstaan – cellen kunnen zelfs afsterven. Een beschadigde lever kan niet meer alle schadelijke stoffen in het bloed zuiveren, waardoor ook andere organen last krijgen. De nieren stoppen bij alcoholinname met het aanmaken van het ‘anti-plas hormoon’ en daardoor moet je vaker naar de wc dan echt nodig is, het lichaam droogt uit. En dit heeft weer effect op de hersenen, die krijgen namelijk te weinig vocht. Daarom horen hoofdpijn en nadorst bij een kater. Omdat alcohol de hersenen ook nog eens verdooft, kan dat op lange termijn hersenbeschadiging tot gevolg hebben. Dan moet je wel lange tijd erg veel drinken. Hoe lang en hoeveel precies hangt af van de persoon. ‘Als je af en toe tien glazen op een avond drinkt, wordt niemand daar nerveus van. Alcohol is een stof die je lichaam kan afbreken. Het wordt een ander verhaal als je iedere dag dronken bent, de lever kan dat op een gegeven moment niet meer aan.’ Voor de drinkers die elke avond één glaasje port drinken onder het genot van ‘kaarslicht, een kaasje en een gedicht’ maakt een maand stoppen niet zo veel uit, zegt Ravesloot. ‘Maar voor mensen die echt veel drinken is zo’n maand pure winst. Het lichaam krijgt de tijd zich te herstellen.’ yyy
Cijfers
Studenten drinken gemiddeld meer alcohol dan andere jongeren: gemiddeld 14 glazen per week. Mannelijke studenten drinken gemiddeld 20 glazen per week, vrouwelijke studenten 8 glazen. Leden van een studentenvereniging drinken gemiddeld 23 glazen per week (mannen 27 en vrouwen 12 glazen). Jongeren van vergelijkbare leeftijd die niet studeren drinken per week
Malou Geenevasen (26), net klaar met haar master psychologie, heeft nooit gedronken. ‘Ik had een to-dolijstje met dingen die ik wilde doen voor mijn vijfentwintigste. Daarop stond ook: dronken worden. Dat is niet gelukt. Ik hou gewoon niet van de smaak van alcohol. Toen ik 16 was en drinken “cool”, had ik er geen behoefte aan. Ik vind het gewoon echt niet lekker en drankjes met alcohol zijn duurder en ongezond. Als psycholoog weet ik natuurlijk wat het met je hersenen doet, ik probeer
gemiddeld 10 glazen (mannen 13 en vrouwen 7 glazen). Waarom drinken studenten veel? Dat heeft onder andere te maken met het beleid van studentenverenigingen: de drank is er goedkoop, cash betalen hoeft niet altijd en drank maakt onderdeel uit van veel rituelen. (bron: alcoholinfo.nl)
goed voor mijn lichaam te zorgen. Als vrienden dronken worden op feestjes heb ik daar geen last van, tenzij ze onwijs gaan lopen kotsen of zo. Ik zie ook wel dat alcohol verbroedert, mensen zeggen sneller iets liefs, worden opener. Nee, ik hoef me nooit te verantwoorden over waarom ik niet drink. Iedereen weet het, het is heel vanzelfsprekend voor ze. Toch denken mensen gauw dat je niet volledig aan het genieten bent. Het is een cliché, maar ik heb geen alcohol nodig om het leuk te hebben.’
FoliaMagazine
13
Studeren en zuipen
Wat zijn nou de effecten van een avondje drinken? Ten eerste werkt je geheugen minder goed. De dag na een avond stevig drinken functioneert het geheugen significant slechter dan normaal. Met name het langetermijngeheugen functioneert slechter met een kater. Bij wie drie glazen per dag
Frans Goutier (21), tweedejaarsstudent geschiedenis, drinkt om het halfjaar niet. ‘Ik ben wedstrijdroeier bij Nereus, dus in het wedstrijdseizoen drink ik niet. Ik heb geen zin om moe of suf op de training te komen, want ik wil het beste uit de training halen. Voor een roeier is het normaal om niet te drinken. Ik zou in de kroeg raar worden aangekeken als ik dat wel deed. Mensen verwachten dat je je best doet.
14
FoliaMagazine
drinkt (of 25 of meer per week) kan op den duur zelfs schade aan de hersenen ontstaan. Functies zoals kritisch en analytisch denken nemen dan af. Verder heeft alcohol invloed op de remslaap. Daardoor worden dromen gestoord en word je minder uitgerust wakker. (bron: alcoholinfo.nl)
Alleen op de UvA moet ik het weleens uitleggen. “Raar, drink je niet? Je bent toch student?” Dan leg ik uit dat mijn doel het WK roeien is en dan snappen ze het wel. Toch is er altijd tekst en uitleg nodig. Natuurlijk, één biertje kan soms best, maar ik blijf nooit lang hangen. Voor enen ben ik wel thuis. Als er echt een gezellige sfeer hangt, denk ik weleens: rot op met dat niet drinken, maar ik ben dit al gewend vanaf mijn achttiende.’
Test jezelf
Op de website van de Jellinekkliniek kun je testen of jouw alcoholgebruik verantwoord is. Hoeveel glazen drink je bijvoorbeeld per week? Hoe vaak drink je zes glazen of meer? Hoe vaak had je het afgelopen jaar alcohol nodig, voordat je aan een nieuwe dag kon beginnen? Hoe vaak komt het
Faye Lui (25) doet de master politieke communicatie en heeft voor het eerst een maand niet gedronken. ‘Ik ging eens nadenken wanneer ik een weekend niet gedronken had en ik kon het me gewoon niet heugen. Met een vriendin heb ik afgesproken om een maand te stoppen. Ik wilde weten of ik het kon, of mijn vrienden nog wel mijn vrienden zouden zijn. Iemand zei op een avond: “Ik vind je leuker als je lam bent.” Dat kwam best hard aan.
voor dat je je dingen na een avond drinken niet meer kunt herinneren? Benieuwd naar jouw score? Ga dan naar www.jellinek.nl en klik op ‘Test uw gebruik’. Er zijn ook testjes voor gokverslaving, xtc-, wiet-, cocaïne- en internetgebruik.
Vooral het eerste weekend was zwaar, we waren met een groep vrienden bij het Magneetfestival. Toen had ik echt zin in een biertje, gewoon omdat ik de smaak lekker vind. Ik heb het niet gedaan. In hetzelfde weekend moest mijn vriend draaien in Paradiso, al m’n vrienden waren lam. In het begin is dat grappig, later denk je: wat doet iedereen? Tetteren, aan elkaar hangen, enzovoort. Ik kan het iedereen aanraden om een maand te stoppen, ik voelde me heel fijn. Zonder kater kun je veel meer doen.’
FoliaMagazine
15
(advertentie)
hoogleraren
hoogleraren hoogleraren hoogleraren
passie Parachute Afgelopen zomer stortte hij in Rusland bijna ter aarde: parachutist Jasper Faber (32, projectleider Studenten Services) ‘Bang ben ik niet echt als ik in de deuropening van een Cessna Grand Caravan sta. Een soort gezonde spanning voel ik, dat wel. Je weet natuurlijk dat er een risico aan parachutespringen zit, maar daar leer je mee leven. En de vrijheid in de lucht is fantastisch, dat vergoedt alles. Om bang te zijn ben je ook te hoog op het moment dat je springt. We vliegen meestal op zo’n vier kilometer hoogte als we uit het vliegtuig springen. Tenminste als het niet te bewolkt is, want dan is het te gevaarlijk omdat je elkaar dan niet kunt zien tijdens de sprong en er dus botsingen kunnen ontstaan. Ik spring nu iets meer dan tien jaar. In die tijd heb ik ongeveer zeshonderd sprongen gemaakt. Het record staat op elf op één dag. In het begin sprong ik nog wel eens vanaf vliegveld Lelystad, maar dat mag niet meer; het is te dicht bij Schiphol. Nu spring ik bij Teuge op de Veluwe of in het buitenland. Wat er zo mooi aan parachutespringen is, is de vrijheid van het door de lucht zweven, uit alle dimensies zijn. De ballen uit je broek springen noemen wij dat. Tijdens de vrije val ga je met een snelheid van 200 kilometer per uur naar beneden. Het geluid dat je dan hoort is te vergelijken met wat je hoort als je je hoofd uit het raam steekt van een auto als die heel hard rijdt. Tot het moment dat je de parachute opentrekt, dan valt de grote stilte. Doodstil hang je dan in de lucht. Afgelopen zomer sprong ik in Rusland. Daar is het bijna misgegaan: mijn parachute ging te vroeg open en de lijnen gingen door elkaar lopen. Dan moet je snel handelen. Ik heb mijn hoofdparachute losgekoppeld, mijn reserveparachute getrokken en ben veilig geland.’ yyy tekst Dirk Wolthekker / foto Fred van Diem
FoliaMagazine
17
18
FoliaMagazine
objectief Niet meer voor jongeren Naast de verhoging van de ‘alcoholleeftijd’ van 16 naar 18 jaar, verhoogt dit kabinet ook de leeftijd waarop jongeren tabak mogen kopen. Op je zestiende mag je in de toekomst slechts je brommerrijbewijs halen. Sigaretten en shag zullen jongeren pas twee jaar later, op hun achttiende kunnen kopen. In 2003 werd de huidige minimumleeftijd van 16 jaar ingesteld: daarvoor bestond er geen wettelijke minimumleeftijd. Onderzoek heeft aangetoond dat verhoging van de leeftijd zorgt voor minder schadelijk gebruik van genotsmiddelen door jongeren. Wij vroegen aan een aantal rokende studenten (van links naar rechts, van boven naar beneden) wanneer ze begonnen met roken, hoe ernstig hun verslaving is en wat ze van de nieuwe wetgeving vinden. yyy tekst Fien Veldman / foto’s Danny Schwarz Rami Wohl (24, Cognitive Neurobiology & Clinical Neurophysiology aan de UvA) Wanneer begonnen 16 Hoeveel rook je? 5 of 6 shagjes per dag, American Spirit Roken vanaf 18 is ‘Een goed idee. Als je jong begint, dan raak je sneller verslaafd, denk ik.’ Kadir Ekiz (23, eerder natuur- en scheikundelerarenopleiding aan de HvA, nu Life Science & Chemistry aan Inholland) Wanneer begonnen 17 Hoeveel rook je? 15 per dag, Camel Light Roken vanaf 18 jaar is ‘Een goede zaak. Het kost veel geld, dus het is zonde als je al zo snel veel geld uitgeeft aan een verslaving.’ Suzan van den Akker (20, rechten aan de UvA) Wanneer begonnen 16 Hoeveel rook je? een pakje, Marlboro Light Roken vanaf 18 jaar is ‘Een goed idee. Misschien had ik minder gerookt als ik op mijn zestiende niet zo makkelijk sigaretten had kunnen kopen. Het is toch twee jaar minder je longen verpesten.’ Michiel van Rossen (36, horeca & voeding aan de HvA) Wanneer begonnen 26 Hoeveel rook je? 3 sigaartjes per dag, Hajenius Roken vanaf 18 is ‘Prima. Jongeren beginnen er tegenwoordig veel te vroeg mee. Hoe later hoe beter.’ Giliano Owusu Asare (25, CMV aan de HvA) Wanneer begonnen 18 Hoeveel rook je? 5 per dag, Marlboro Roken vanaf 18 is ‘Beter. Dan kunnen zestienjarigen hun geld aan leukere dingen besteden.’ Maartje van den Munckhof (20, eerder rechten aan de UvA, nu aan de VU) Wanneer begonnen 17 Hoeveel rook je? een pakje, Marlboro Roken vanaf 18 is ‘Heel goed. Het zal schelen, het aantal beginnende rokers ligt dan lager, lijkt me. Het heeft dus wel nut.’
FoliaMagazine
19
opinie
Studenten, kom in actie! Studenten moeten actie ondernemen voor een beter Nederland in plaats van lethargisch toekijken, betoogt Michiel Stapper. illustratie Marc Kolle
I
n Folia Magazine #9 zegt tweedejaarsstudent communicatiemanagement Marouschka Acquoy over de politieke plannen voor onder meer een sociaal leenstelsel: ‘Weet je wat het is? Je kan je er wel druk om maken, maar je kan er toch niets aan veranderen. Als politici zo’n regeling door willen voeren, doen ze het toch wel. Dat heb je voor lief te nemen’. Zulke reacties heb ik de laatste tijd vaak gehoord. ‘De ov-kaart wordt toch wel afgeschaft’, ‘Daar kan je niks meer aan doen’, ‘De stufi verdwijnt sowieso’. Uitspraken waar niemand wat aan heeft. Als studenten zich al geen zorgen meer maken om onderwijs, wie doet het dan wel? Want er zijn genoeg redenen om kwaad te zijn over de onderwijsbezuinigingen. In 2000 droeg het Rijk nog meer dan 19.000 euro per student bij. Inmiddels is de rijksbijdrage per student gedaald naar 13.000 euro. Dit betekent minder docenten per student, grote werkgroepen en (te) hoge werkdruk voor docenten. Boven op deze bezuinigingen hakken PvdA en VVD met de botte bijl nog verder in op het onderwijsbudget. De ov-studentenkaart wordt afgeschaft, de huren van studentenwoningen worden waarschijnlijk verhoogd door de liberalisering van de huurmarkt en de basisbeurs verdwijnt. Dit betekent dat elke student er per jaar tussen de 4000 en 5000 euro op achteruit-
20
FoliaMagazine
gaat. Naast de student gaat ook de samenleving erop achteruit. TNO berekende dat elke student de economie direct 25.000 euro per jaar
Dijkgraaf
Schrijfcultuur oplevert. De HBO-raad gaf aan dat er circa 20.000 studenten niet zullen gaan studeren als er een leenstelsel wordt ingevoerd. Dat betekent een verlies voor de economie van 500 miljoen euro. Bovendien zullen vooral potentiële studenten uit minder welvarende gezinnen ervoor kiezen om niet te gaan studeren, waardoor de kloof tussen arm en rijk in Nederland groter zal worden. Dus waarom zouden zo veel studenten een dergelijke lethargische houding hebben? Is het soms omdat huidige studenten grotendeels worden ontzien door de nieuwe bezuinigingen? Die houding is nogal kortzichtig. Want de huurprijzen van studentenkamers dreigen te gaan stijgen en alleen al tussen 2011 en 2012 daalde het budget per student met gemiddeld 150 euro. De onderwijsbezuinigingen raken dus iedereen, ook de huidige student. Maar zelfs al zouden de huidige studenten niet worden geraakt: waarom zou je niet in actie komen voor een ander? Want het gaat hier om de toekomst van Nederland. Niet meer en niet minder. Zonder enige strijd toegeven dat politici toch wel doen wat ze willen maakt dit voor politici ook wel heel makkelijk. Want als niemand tegengeluid geeft, dan is het ook logisch dat politici hun eigen plannen doorvoeren. Het is je plicht als stemgerechtigde inwoner van Nederland om betrokken te zijn bij de maatschappij. Dat is een voorwaarde voor een gezonde democratie. Wij moeten visie tonen over hoe wij Nederland in de toekomst zien. Voor mij is dat een Nederland waar iedereen
kan studeren; een Nederland waar het niet uitmaakt hoeveel geld je ouders hebben. Daarom besloot ik dit jaar te strijden voor de toegankelijkheid van het onderwijs en voorzitter te worden van Asva. Want de kant die Nederland nu op gaat is niet het Nederland waar ik voor kies. Ik ben ervan overtuigd dat wij deze strijd kunnen winnen. De langstudeerboete is ook tegengehouden. En we weten dat een meerderheid in de Eerste Kamer tegen de huidige onderwijsbezuinigingen is. SP, CDA en PVV zijn fel tegen het leenstelsel en D66 en GroenLinks zijn tegen de huidige vorm van het leenstelsel. Daarnaast is de afschaffing van de ov-studentenkaart ook niet populair onder deze partijen. Als wij als studenten laten zien dat wij fel tegen deze bezuinigingen zijn, vertrouw ik erop dat wij deze maatregelen kunnen stoppen. Dat wij eindelijk de decennialange bezuinigingen op onderwijs kunnen keren. De discussie zou over de kwaliteit van het onderwijs moeten gaan; niet over waar we nog geld vandaan kunnen halen. Misschien lijkt het soms een onmogelijke strijd en lijken politici te doen wat ze willen, maar uiteindelijk besluit jij, want jij stemt en jij beïnvloedt de publieke opinie. yyy Michiel Stapper studeert sociale geografie en wijsbegeerte en is voorzitter van de Asva Studentenunie. Wil je in actie komen, maar weet je nog niet hoe? Bezoek het Asvaonderwijsdebat op 6 december of meld je via michiel@asva.nl aan voor de actie-commissie van Asva.
Mijn dochtertje van twaalf schrijft een essay over het spijkerschrift. In het Engels nog wel. In Amerika mag dan binnenkort de laatste boekwinkel failliet gaan en is er nauwelijks meer een stad met een eigen dagkrant, er wordt nog wel geschreven. En men begint jong. Dat is een verademing. Want laten we eerlijk zijn, de Nederlandse schrijfcultuur is beroerd, minstens zo slecht als onze eetcultuur. De enige stukken die ik tijdens mijn opleiding heb geschreven, waren het resultaat van uiterste nood en grootste dwang. Ik kan me nog maar één opstel uit mijn hele middelbareschooltijd voor de geest halen: dat van mijn eindexamen. Tijdens mijn natuurkundestudie heb ik niets anders geschreven dan mijn afstudeerscriptie, die grotendeels bestond uit formules aan elkaar gelijmd met Engelse standaardfrases. Het eerste stuk Nederlands proza als hoogleraar was mijn diesrede, een overzicht van mijn werk en dus bijna alweer mijn laatste stuk. De Hollandse scholier, student of hoogleraar grijpt alleen in het allerlaatste geval naar de pen. Het is verfrissend te zien hoe het anders kan. In drie maanden Verenigde Staten zijn in huize Dijkgraaf al een tiental schoolopstellen geschreven, soms in de vorm van een vakantiefolder – welkom in Mesopotamia! – of filmscript, maar toch. Leerstof overhoren in de vorm van een opstel is heel gewoon. Er wordt hier trouwens niet moeilijk gedaan over verplichte boekenlijsten in de vakantie. Op de universiteit schrijven studenten ondertussen iedere dag The Daily Princetonian vol. Prima onderbouwde stukken en mooie gastcolumns. Kortom, een bloeiende schrijfcultuur. Kunnen we hier iets van leren? Beslist. Wacht niet langer tot het allerlaatste moment. Geen paniekstukken op eindexamen of afstuderen. Gewoon klein beginnen, op de basisschool, en volhouden. Elke week een stukje. Iedereen columnist! yyy Robbert Dijkgraaf
FoliaMagazine
21
opinie
Benmiloud
Uitblinken ongewenst
Anti-katertips
De universiteit heeft de mond vol van excellentie, maar in de praktijk worden uitzonderlijke studenten vooral tegengewerkt, vindt Ralien Bekkers.
I
n de collegezaal is ambitie zeer wenselijk. Terecht: door nominaal te studeren met prima cijfers en zonder je mond open te trekken, kunnen diploma’s na drie jaar overhandigd worden en diplomabonussen geïnd. Maar wanneer het uitblinken van studenten verder reikt dan de muren van het universiteitsgebouw, gaan de deuren op slot. Zo kun je een bestuursbeurs in eerste instantie op je buik schrijven, als jouw serieuze bestuursfunctie niet direct is gelinkt aan de hogeronderwijsinstelling. Wil een student buiten de deuren van de eigen universiteit studeren, levert dat stapels papierwerk en permanente hoofdpijn op. En o wee als je een of andere onconventionele nevenfunctie bekleedt. De universiteit weet er niet mee om te gaan. Uitzonderingen op de regel worden gezien als fabrieksfouten. De bureaucratische rompslomp waar ‘een uitzondering’ zich doorheen moet vechten is ongekend. Je wordt doorverwezen van de een naar de ander en weer terug, waarbij niemand daadwerkelijk iets doet. Er lijkt amper onderling contact en overleg. En dat in het digitale tijdperk. Bovendien kun je maandenlang wachten op officieel antwoord van commissie na commissie. Na al die tijd in onzekerheid, waarin je soms meer uren moet steken in dingen regelen dan studeren an sich, is hopelijk sprake van een (deel)oplossing voor jouw situatie. Maar voor je het weet zit het semester,
22
FoliaMagazine
laat staan het collegejaar, er alweer op. En maar blijven toeschuiven, dat collegegeld. Geen langstudeerboete meer, maar wel een oplopende studieschuld. Waardoor komt dat nu? Wees eens eerlijk. Als puntje bij paaltje komt, blijkt aanmoediging van excellentie allesbehalve waar. Face it, uitblinkers zijn uitzonderingen. Universiteiten houden niet van uitzonderingen. Ik vind het doodzonde. Buiten de muren van de universiteit wordt het leerproces van studenten juist versneld, wat zowel studenten als de maatschappij positief beïnvloedt. De universiteit zou geen aparte entiteit moeten zijn, maar het bredere plaatje en haar bijzondere positie in deze samenleving moeten zien. En studenten daarin hun vrijheid geven en excellentie erkennen. Ook in ‘moeilijke tijden’, dus wanneer het een universiteit extra geregel (= tijd = geld) kost. Stimuleren, niet straffen. Niet flexibel kunnen omgaan met uitzonderingen is een symptoom van de universiteit als massaproducerende studentenfabriek. Afijn, ik stap nu op het vliegtuig naar Qatar om drie weken, geheel vrijwillig, keihard te werken als officiële jongerenvertegenwoordiger op een grote VN-conferentie. Moet ook gebeuren... Of daar uitzonderingen voor worden gemaakt? Dit artikel is mijn antwoord. yyy Ralien Bekkers studeert Future Planet Studies en is Jongerenvertegenwoordiger Duurzame Ontwikkeling naar de Verenigde Naties.
In de van alcohol doordrenkte serie avonturen die ‘het studentenleven’ heet is het niet altijd makkelijk om zonder hoofdpijn te ontwaken. Gelukkig doen er meer tips om katers te vermijden de ronde dan er feestjes in een jaar zijn. Maar of die tips ook echt werken, is altijd nog maar de vraag… Katers horen er ook gewoon een beetje bij in deze levensfase. Voor wat hoort wat, dat is de levensles die we kunnen trekken uit het feit dat je als armlastige student het ene moment ‘on top of the world’ staat – of brullend op de top van het Dammonument – terwijl je vol bravoure werelddominantieplannen maakt, en enkele momenten later helemaal verkreukeld wakker wordt met je been in je nek in een yogahouding die je nuchter nooit zou volhouden. Zo is het leven. Een weekend niet wakker geworden in je eigen zurige braaksel met een halfbakken spiegelei op je wang, is een weekend niet geleefd. Maar nu is de vraag: wat doe je eraan? Een hoop, als ik mijn medestudenten moet geloven. Veel water drinken, dat is natuurlijk de klassieke tip. Dit om te voorkomen dat je de volgende ochtend uitgedroogd – en dus katerig – je met oogpoep aan elkaar geplakte oogleden van elkaar moet trekken, ondanks alle liters vloeistof die je een paar uur eerder naar binnen had gewerkt. Een fles Evian op je nachtkastje doet wonderen. Al moet je wel in staat zijn om die fles nog te openen, wanneer je je bed induikt. Effectiever is misschien de laatste studententrend: naar de apotheek gaan en zeggen dat je naar Azië afreist en daarom pilletjes nodig hebt om vocht vast te houden. Wissel elke paar biertjes af met zo’n pilletje, en je zit de volgende dag helemaal fris in de collegebanken. Een goede voorbereiding is het halve werk. Al is de beste voorbereiding natuurlijk gewoon: verstandig zijn en een paar biertjes minder drinken. Maar daar zijn we nog echt te jong voor, hoor. yyy Hadjar Benmiloud
(advertenties)
promoties dinsdag 4/12 10.00 uur: Sjors Coppus – Geneeskunde
Diagnostic and Prognostic Aspects of Tubal Patency Testing (Agnietenkapel)
12.00 uur: Philipp Wicke – Natuurkunde
Experiments on Two-Component Quantum Gases on an Atom Chip (Agnietenkapel)
De beste oplossing voor een mooie en gezonde wereld? Daar zet Natuur & Milieu zich al 40 jaar met hart en ziel voor in. Ga naar natuurenmilieu.nl/40jaar en steun ons dit jubileumjaar met een gift.
14.00 uur: Isaac Esteban López – Informatica Large Scale Semantic 3D Modeling (Agnietenkapel)
woensdag 5/12 10.00 uur: Anne-Marie Schleiner – Literatuurwetenschap
Ludic Mutation: The Player’s Power to Change the Game (Agnietenkapel)
12.00 uur: Simon Carter – Informatica
Exploration and Exploitation of Multilingual Data for Statistical Machine Translation (Agnietenkapel)
14.00 uur: Manos Tsagkias – Informatica Mining Social Media (Agnietenkapel)
donderdag 6/12 10.00 uur: Vladimir Krasikov – Biologie
Dynamic Changes in Gene Expression of the Cyanobacterium Synechocystis sp. PCC 6803 in Response to Nitrogen Starvation (Agnietenkapel)
12.00 uur: Anna Seidl – Duitse letterkunde
Unterwegs zu W.G. Sebald. Eine Raumpoesie (Agnietenkapel)
14.00 uur: Dounya Schoormans – Geneeskunde Mind Your Heart (Agnietenkapel)
vrijdag 7/12 10.00 uur: Thijs Van den Berg – Engelse letterkunde A History of Our Connected Future: Dystopia, Telecommunication Technology and Space (Agnietenkapel)
11.00 uur: Sylvia Bacchini – Nederlandse taalkunde Eerste hulp bij tweede taal. Experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers (Aula)
Maak het verschil met een jubileumgift natuurenmilieu.nl/40jaar
12.00 uur: Niels Wijffels – Geneeskunde
Rectal Prolapse. Enlightenment of the Obscure (Agnietenkapel)
13.00 uur: Krijn van Lienden – Geneeskunde Radiological Aspects of Portal Vein Embolization (Aula)
14.00 uur: Janis Bajars – Wiskunde
Geometric Integration and Thermostat Methods for Hamiltonian Systems (Agnietenkapel)
oratie vrijdag 7/12 16.00 uur: Dhr. Andries Kalsbeek, hoogleraar experimentele neuro-endocrinologie Nerveuze hormonen en verwarde klokken (Aula)
Steun ons in de strijd tegen littekens! www.brandwondenstichting.nl
Voor uitgebreide informatie zie www.uva.nl/nieuws-agenda.
FoliaMagazine
23
Niet onopgemerkt gebleven Frauderend sociaal psycholoog Diederik Stapel bracht het geloof in de wetenschap aan het wankelen. De commissies Levelt, Noort en Drenth onderzochten hoe het kan dat hij jarenlang zijn gang kon gaan. Ook in zijn UvA-tijd. tekst Clara van de Wiel / illustratie Bas Kocken
E
en eenvoudig experiment. Laat een groep proefpersonen zinnen lezen met karaktertrekken van mensen die de ene keer wel en de andere keer niet bij hun naam worden genoemd en kijk in hoeverre ze hun oordeel over het karakter van de mensen hierop aanpassen. Het experiment werd in 1996 aan de UvA uitgevoerd en de uitkomsten verschenen niet veel later in een artikel in het internationale tijdschrift Journal of Personality and Social Psychology. Tot zover weinig bijzonders. Behalve dan dat bij het artikel sinds kort het stempel ‘evidence of fraud’ is geplaatst. En dat de auteur Diederik Stapel heet.
Zelfverzonnen data De naam Stapel doet menig wetenschapper sinds september 2011 sidderen. De schok in de wetenschappelijke wereld na het uitkomen van de fraude van hoogleraar sociale psychologie Diederik Stapel was dan ook niet gering. De schaal van zijn fraude was ongekend: jarenlang bleek hij talloze artikelen te hebben gepubliceerd, gebaseerd op zelfverzonnen data. Zijn bedrog raakte bovendien niet alleen zijn eigen universiteit in Tilburg; ook in Groningen en Amsterdam, waar Stapel eerder als wetenschapper had gewerkt, gingen de alarmbellen af. Wanneer was Stapel met zijn oplichterij begonnen? Welke schade hadden zijn praktijken ook hier aangericht? In elke stad werd een afzonderlijke onderzoekscommissie ingesteld om de precieze omvang van de fraude te achterhalen. Hun opdracht: alle valse publicaties opsporen, zowel
24
FoliaMagazine
om ze een duidelijk brandmerk te kunnen geven als om eventuele medeplichtigheid aan het licht te brengen. En vooral ook om te achterhalen: hoe kon dit zo lang onopgemerkt blijven? Na meer dan een jaar presenteren de commissies Levelt, Noort en Drenth (respectievelijk Tilburg, Groningen en Amsterdam) nu gezamenlijk hun eindrapport. De verhalen over hoe Stapel in zijn Tilburgse tijd oningevulde vragenlijsten in een container dumpte en de data van promovendi stiekem aanpaste, lezen als een spannend jongensboek. Maar over zijn werk aan de UvA, waar hij tussen 1993 en 2000 eerst als promovendus en daarna als jonge, veelbelovende onderzoeker actief was, bleek het onmogelijk met zekerheid eventuele fraude te achterhalen. Zelf liet Stapel via zijn advocaat over zijn Amsterdamse jaren weten dat daar ‘voor zover hij zich kan herinneren, van fraude geen sprake is geweest’. Of dat werkelijk zo is? We zullen het waarschijnlijk nooit weten. De data zijn inmiddels al lang en breed vernietigd, en ook over hoe de experimenten in de praktijk zijn verlopen is niets meer bekend. Het enige dat de commissie-Drenth kon doen was het nauwkeurig herbestuderen van Stapels publicaties van toen met de kennis van nu. Statistici die zich over de vroege publicaties bogen, stuitten in de uitkomsten op verdachte onregelmatigheden en statistisch zeer onwaarschijnlijke resultaten. In meerdere gevallen blijken proefpersonen bijvoorbeeld wel erg
significant te reageren op verschillende prikkels, waardoor de vooraf opgestelde hypothese volledig wordt bekrachtigd. Bij een experiment onder psychologiestudenten van de Amsterdamse faculteit roept de gemiddelde leeftijd van de groep respondenten vragen op. Die was volgens het artikel achttien jaar: onwaarschijnlijk laag voor zo’n brede groep studenten. In de wetenschap dat Stapel over zijn Tilburgse tijd heeft toegegeven gegevens over hele schoolklassen uit zijn duim te hebben gezogen, is deze onwaarschijnlijkheid volgens de commissie reden voor serieuze verdenking. Zeven artikelen uit Stapels Amsterdamse periode blijken dit soort aanwijzingen voor fraude te bevatten. Het oudste is het bovengenoemde artikel uit 1996, inmiddels zestien jaar geleden en een belangrijk onderdeel van Stapels proefschrift uit 1997. Het feit dat Stapel zijn doctorstitel inmiddels zelf al had ingeleverd maakte het overbodig hier nog consequenties aan te verbinden. Toch is het feit dat bij Stapels vroege werk vraagtekens kunnen worden geplaatst van belang. Waar het hier nog ging om schimmigheid, geeft de rest van het rapport een opsomming van de publicaties met duidelijke fraude, waar bijvoorbeeld de data-uitkomsten van een testgroep soms letterlijk gekopieerd blijken te zijn van die van een testgroep van een ander experiment. De lijst is met 55 publicaties ontluisterend lang en functioneert tevens als een register van alle wetenschappers die ooit met Stapel samenwerkten. Sommige namen, zoals die van de tegenwoordig in San Diego
ductie’. Het gaf hem daar direct een voorname positie, waarin hij als ‘leider van zijn eigen archipel’ te werk kon gaan. Nu blijkt dat de waarheid van Stapels vroege publicatiestortvloed al serieus in twijfel moet worden getrokken, valt de basis waarop men hem in Groningen als grootheid binnenhaalde en hem alle ruimte gaf alleen te opereren, grotendeels weg. Bovendien haalt het zijn eigen verweer over de onhoudbare publicatiedruk in het huidige wetenschappelijke klimaat onderuit.
werkzame David Marx en die van Stapels Amsterdamse promotor Wim Koomen, zien we op de lijst ettelijke malen terug. Hoe lukte het Stapel hen allemaal om de tuin te leiden, en zo vaak? Stapels vroege jaren aan de UvA geven op die vraag deels een antwoord. Hij was daar volgens de commissie een ‘golden boy’; de informele leider van de promovendi. Jong, veelbelovend, ambitieus en aimabel: iemand
met wie je graag gezien wilde worden en nog liever wilde samenwerken. Sloppy science De belofte werd bovendien al snel ingelost. In 2000 werd Stapel op 33-jarige leeftijd benoemd tot hoogleraar sociale psychologie in Groningen, volgens die universiteit gebaseerd op de ‘hoge verwachtingen vanwege zijn grote pro-
Volgens de commissies is het te eenvoudig slechts op Stapels eigen karakter en charisma te wijzen. Ook bij de werkcultuur aan de Faculteit Psychologie aan de UvA in de jaren negentig zet de commissie ernstige vraagtekens. Iedereen kon er ‘zijn eigen gang gaan’, werd ‘niet op de vingers gekeken’ en niet ‘collegiaal getoetst’. Geen feedback, geen waarschuwingen, geen correctie: de constateringen van de commissie liegen er niet om. Het is bovendien een situatie waarin Stapel zijn gehele loopbaan kon blijven opereren. Medeplichtig, dat is uiteindelijk niemand aan Stapels fraude, concludeert de commissie. Maar met nadruk stelt ze dat er wel sprake was van een omgeving waarin integriteit op z’n zachtst gezegd niet hoog in het vaandel stond. Replicatieonderzoeken vonden zelden plaats, en de groep onderzochte proefpersonen werd vaak zeer vaag, bijvoorbeeld als ‘scholieren in Nederland’, omschreven. Opvallend is bovendien dat de betrokkenen zelfs nu hun manier van onderzoek doen nog steeds niet als onnauwkeurig omschrijven. Het rapport geeft een bloemlezing van hun reacties: ‘zo gaat dat hier nu eenmaal’,‘dat is bij ons zo gebruikelijk’ en ‘zo heb ik dat geleerd in de praktijk’. Bijvangst van dit onderzoek naar Stapel is dan ook een genadeloos kijkje in een onderzoekscultuur waar ‘sloppy science’ aan de orde van de dag was en wellicht nog steeds is. Het rapport is daarmee veel meer dan een emmer met pek en veren voor Diederik Stapel. Bovenal is het een alarmsignaal over de cultuur waarin hij tot bloei kon komen. yyy
FoliaMagazine
25
Het grote UvA-
Op 10 december vindt het eerste grote UvA-HvA Dictee plaats. Studenten en bouw te testen. Vier betrokkenen bij het evenement over hun taalku
26
Massih Hutak, studeerde Leraar Nederlands aan de HvA en is rapper.
Aaf Brandt Corstius, schrijfster en columniste. Schrijft het dictee en leest het voor.
Valkuil: ‘Het gebruik van mits en tenzij. Ik vind het jammer dat ik dat door elkaar haal. Als ik het wil gebruiken, moet ik eigenlijk denken: bedoel ik “behalve als”, of “op voorwaarde van”? Maar dat is te veel denkwerk als ik midden in een zin zit. Een goede vriend van me corrigeert me gelukkig wel. Ik heb ook moeite met de verleden tijd van sommige werkwoorden. Is de verleden tijd van “varen” nou “vaarde”? Of voerde? O, het is “voer”.’ Beschamende fout: ‘Ik heb veel fouten gemaakt. Op de middelbare school wilde ik heel graag mooi spreken, dus ging ik expres moeilijke woorden gebruiken. Dan maak je snel fouten. Gelukkig had ik goede docenten die mij corrigeerden, maar bij mijn zoveelste fout stopte ik maar met mijn geforceerde gedoe.’ Mooiste woord: ‘Fragiel, of desalniettemin. Dat laatste kun je heel goed gebruiken in discussies.’ Lelijkste woord: ‘Nivelleren. Als ik dat gebruik, denk ik: wat zeg ik nou eigenlijk?’
Valkuil: ‘Verbindingsstreepjes. Moet ik dingen aan elkaar schrijven, of moet er zo’n streepje tussen? En moet je dan een hoofdletter gebruiken, of juist niet?’ Beschamende fout: ‘Toen ik voor een uitgeverij werkte, vertaalde ik een boek uit het Engels, en schreef ik in het hele boek “onmiddelijk”: met één l, dus. De corrector zei: “Goh, dat je dat niet weet.” Toen schaamde ik me heel erg. In een column voor Folia schreef ik eens over het eiland Texel, maar schreef ik het met dubbel s. Dat deed ik heel lang fout: de eindredactie liet het staan, want die dacht dat het een grapje was.’ Mooiste woord: ‘Ik hou ervan om woorden te verkleinen. Guitig vond ik leuk, maar dat heb ik nu te veel gebruikt. Ik neem ook woorden van mijn kinderen over. Nu zeg ik “melkie” in plaats van “melk”. Ook waar andere mensen bij zijn. Tsja.’ Lelijkste woord: ‘Mijn lief. Manlief. Vriendlief. Daar kan ik totaal niet tegen.’
FoliaMagazine
-HvA Dictee
medewerkers krijgen de kans om hun kennis van spelling, grammatica en zins-
ndige missers en favoriete woorden. tekst Vera Lentjes en Fien Veldman / foto’s Danny Schwarz
Folkert Kuiken, bijzonder hoogleraar Nederlands als tweede taal aan de UvA en jurylid.
Mayke Rameckers, docent Nederlands en NT2 en schrijver bij Taalwinkel.nl.
Valkuil: ‘Wat ik lastig vind is de tussen-n. Is het ruggenprik of ruggeprik? Is het gedachtenspinsel of gedachtespinsel? Daar zijn ingewikkelde regels voor. Wat ik ook moeilijk vind zijn koppeltekens. Mijn vakgebied is tweede taalverwerving en dat is een tijd lang op alle mogelijke manieren gespeld. Tweede taalverwerving, tweede-taalverwerving of tweedetaalverwerving. Maar er zijn zo veel uitzonderingen dat ik ook niet de moeite neem die te leren. De regels hadden soms wel iets eenvoudiger gekund.’ Beschamende fout: ‘Als je taalkundige bent, wordt er erg gelet op wat je schrijft. Ik lees mails toch nog een tweede keer voordat ze de deur uitgaan. Twee dagen terug schreef ik “bevestigd”, terwijl het “bevestigt” moest zijn. Maar dat kwam omdat ik van een passieve zin een actieve zin had gemaakt. In het vuur van de strijd vergeet je er weleens eentje.’ Mooiste woord: ‘Koekeloeren. Woorden met een bepaalde alliteratie klinken poëtisch.’ Lelijkste woord: ‘Kopvoddentaks. Ik heb niets met geconstrueerde woorden.’
Valkuil: ‘Ik twijfel altijd over woorden die met “er” beginnen en waar twee voorzetsels op volgen: ervan uitgaan, ervandoor gaan, erop ingaan. Ik hoop altijd dat studenten hierover niets aan me vragen. Dan moet ik het voor ze opzoeken: uit mijn hoofd weet ik het niet precies.’ Beschamende fout: ‘Ik heb sommige regels wel eens verkeerd uitgelegd. Als ik me dat bedenk, kom ik er de volgende les natuurlijk op terug. Mooiste woord: ‘Herfst. Door al die medeklinkers achter elkaar dekt het de lading goed.’ Lelijkste woord: ‘Over het weekend heen tillen, en dat soort managementtaal.’ yyy Op 10 december organiseren UvA, HvA, Floor, Folia en de Taalwinkel het eerste UvA-HvA Dictee, speciaal voor studenten, medewerkers en prominenten gelieerd aan HvA of UvA. Columniste Aaf Brandt Corstius schrijft de tien regels van het dictee en draagt ze voor. De beste speller krijgt een e-reader. Voor extra oefening zie www.taalwinkel.nl. Het dictee vindt plaats op maandag 10 december 2012 van 16.30 tot 19.00 uur op de begane grond van het Kohnstammhuis, Wibautstraat 2-4. Aanmelden kan via de website van de onderwijsinstellingen.
FoliaMagazine
27
lezingenladder
Cultureel Studenten Centrum
CREA RoeterSeiland Adres: Nieuwe Achtergracht 170 Voor een ieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.
debat
Ignite 22
Slum Sessions #3
do 29 | 20.00 uur
Mediamatic Fab. WO 28/11, 20.30 uur
Mediamatic Fab. DI 4/12, 19.00 uur
Twintig sprekers presenteren in vijf minuten en twintig slides hun expertise. Met o.a. grafisch designers René Put en Rianne Petter en oudgeisha Charlotte van Zanten.
Het dak van de Mediamaticfabriek lekt en het is er koud, maar er is ruimte genoeg. Heb jij ideeën voor wat je met deze ‘Freezing Favela’ zou kunnen doen? Discussieer dan mee.
Marx versus Keynes - wat is de weg uit de crisis?
The Amsterdam Conversation
Wat is wijsheid?
Felix Meritis VR 30/11, 13.30 uur
De Nieuwe Liefde DI 4/12, 20.00 uur
Conferentie met workshops en lezingen waarbij experts en burgers de culturele dimensie van burgerschap onderzoeken. Aanmelden kan via felix.meritis.nl.
Wat kunnen wij in het Westen leren van de filosofie uit het Oosten? Met filosofen Jan Bor en Jan Flameling en een column van Sophie van der Stap.
Paleisje voor Volksvlijt #3
De mens in beweging
debat & muziek
Felix Meritis VR 30/11, 20.30 uur
Planetarium DI 4/12, 20.00 uur
do 29 | 20.00 uur
Unfolding Frogs, een avond over code, de Turing machine, over nullen en enen, over virtueel en tastbaar, over wiskunde en leven. Met o.a. informatici Bettina Speckmann en Marc van Kreveld.
Artislezing van Peter de Knijff, hoogleraar populatie- en evolutiegenetica aan de Universiteit van Leiden, over de wetenschap om met DNA-onderzoek de geografische herkomst van een persoon te reconstrueren.
Nerd Nite - Revolution Nr 9
Grunberg over pedofilie
Red de journalistiek
De Balie MA 3/12, 20.00 uur
De Balie DI 4/12, 20.00 uur
Schrijver Arnon Grunberg gaat in gesprek met verschillende gasten over moraal en pedofilie. Met o.a. Marthijn Uittenbogaard, oud-bestuurslid van vereniging Martijn.
‘Scrumsessie’ met topmensen uit de wereld van journalistiek, uitgeverij en omroep om een blauwdruk te maken voor een nieuwe mediaindustrie.
Now What...?!
What’s up? #52
Pakhuis de Zwijger MA 3/12, 20.00 uur
Pakhuis de Zwijger DI 4/12, 20.00 uur
vr 30 | 20.30 uur
Platform voor creatieve professionals, met inspirerende voorbeelden, praktische tips en bruikbaar advies over de zakelijke aspecten van de creatieve bedrijfsvoering.
Show & talk over creatie en innovatie, met dit keer o.a. beeldend kunstenaar Robert Roelink, magazine Fontanel, en filmaker Matthijs van der Ven over zijn initiatief ‘Onder Invloed’.
Placebo versus Tartrek
Twintig over twintig Rode Hoed MA 3/12, 20.00 uur Twintigers in gesprek over de invloed van wereldschokkende gebeurtenissen en of we deze nodig hebben om het leven er meer toe te laten doen.
U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje
FoliaMagazine
Twee economen die afgelopen jaren waren doodverklaard, zijn door de economische crisis weer tot leven gebracht. Vandaag de dag zouden ze zich verzetten tegen neoliberaal beleid en grote bezuinigingen als antwoord op de crisis. Wat is de relevantie van beide economen voor de situatie van nu? Pepijn Brandon (sociaal-economisch historicus UvA en bestuurslid bij de Internationale Socialisten) gaat hierover in discussie met Ewald Engelen (hoogleraar financiële geografie UvA). I.s.m. (ISSO) CREA Theater | Studenten/ AUV pas gratis, anderen E 5,- | Reserveren niet mogelijk
For the ninth time we revolve around the magical world of nerds and their fascinations. Prepare for a mind-boggling time warp. We have opened up a wormhole that extends from the Medieval roots of the English language up to the futuristic world of 3D printing. Within one night, you will be able to speak like a knight in a jousting tournament (or like a Lannister, if you will) and to witness home appliances, dinosaur heads and broomsticks being conjured out of thin air. Live! We know you will be too. Be there AND be square! Music by Spread it like Butter. CREA Muziekzaal | Admission free | No reservations
theater Na de spannende wedstrijd van oktober in Haarlem, heeft Placebo de groep Tartrek uitgenodigd om in Amsterdam wraak te komen nemen. In deze theatersportvoorstelling zullen de spelers van alle kanten komen en geïmproviseerd verhalen vertellen die je nog nooit hebt gehoord. Je zult met je oren klapperen, met je ogen knipperen en de voorstelling van deze avond zal nooit meer terugkomen. Een prachtige avond is het resultaat en er is gegarandeerd een happy end. CREA Theater | Studenten E 5,-, anderen E 7,50 | Reserveren: 020 525 1400
naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmelding lezingenladder’.
28
Bereikbaar via de Sarphatistraat en de Plantage Muidergracht
WWW.CREA.UVA.NL
illustratie Denise van Leeuwen
drift
Stiekeme wandelingen
D
atiush (25), student psychologie aan de UvA: ‘Ik woonde nog bij mijn ouders in Lelystad. Op een avond zat ik te chatten met een jongen, Jan Willem. Na een tijdje bleek dat hij vijf minuten bij mij vandaan woonde. “Kom je naar buiten, dan gaan we samen wandelen,” vroeg hij. We zagen elkaar op het voetbalveldje. Het was meteen raak, liefde op het eerste gezicht, een gigantische crush, alles. Hij had alleen nog een relatie. Ik had geen zin in toestanden en besloot het zo te laten. Twee jaar later kwamen we elkaar pas weer tegen; zijn relatie was inmiddels uit. Het wandelen dat we die eerste avond hadden gedaan werd een thema in onze relatie. Hij woonde ook nog bij zijn ouders, en die wisten niet – of wilden niet weten – dat hij homo was. Ook voor mijn ouders was homoseksualiteit een onderwerp waar niet over werd gesproken. Jan Willem en ik spraken daarom bijna iedere avond buiten af. Mijn ouders dachten dat ik naar vrienden ging. Ze zouden het verdacht hebben gevonden als ik iedere avond ging wandelen. Jan Willem zei altijd tegen zijn ouders dat
hij ging voetballen. Met een bal en in trainingspak kwam hij dan aangelopen. We maakten eindeloze wandelingen, we wilden alles van elkaar weten. En ja, we hadden ook seks. Ik weet nog dat het ijskoud was. In een park was een soort boomhut gebouwd. Dat was ons huis. Heel sprookjesachtig was het. Ik ben ook wel eens bij hem thuis geweest; als zijn
‘Ik las Filosofie Magazine, hij de Donald Duck’ ouders er niet waren doken we meteen het bed in. Zijn ouders heb ik één keer ontmoet. Ik werd voorgesteld als goede vriend. Waarschijnlijk wisten ze wel beter. Het waren van die types die een hekel hadden aan buitenlanders en homo’s. Ze hadden een foto van Pim Fortuyn in de keuken hangen. Dat Fortuyn zelf ook homo was maakte ze blijkbaar niet uit. In het begin waren we zo verliefd. Maar al snel merkte ik dat ik een haat-liefdeverhouding met Jan Willem had. Aan de ene kant vond ik hem on-
weerstaanbaar, maar op intellectueel niveau stelde het niet zo veel voor. Om het contrast duidelijk te maken: ik las Filosofie Magazine, hij de Donald Duck. Ik haalde geen voldoening meer uit onze gesprekken. Het was verwarrend: emotioneel en lichamelijk bleef het vuurwerk tussen ons. Om de zoveel tijd maakte ik het uit. Om even later weer in zijn armen te vallen. Ik genoot ervan om die macht te hebben; om hem pijn te kunnen doen, en daarna heel heftige seks te hebben. Het was een verslavende manier van elkaar liefhebben. Na twee jaar was Jan Willem klaar met mijn twijfels. Hij maakte het uit. Nog nooit heb ik me zo rot gevoeld, het was ook nog eens Kerst. Ik heb huilend bij zijn ouders voor de deur gestaan. Hij was niet thuis. Jan Willem was in het laatste jaar van onze relatie onafhankelijker geworden, hij was op zichzelf gaan wonen en had meer zelfvertrouwen gekregen. Hij had mij niet meer nodig.’ yyy Roos Menkhorst Om privacyredenen zijn de namen gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
29
(advertenties)
Vrijdag 30 nov. 17.00 - 19.00 Myriam Gaasbeek (piano en zang) met trio
•
Nasrin Sotoudeh maakte zich sterk voor de mensenrechten in Iran. Nu zit ze in de gevangenis. Een team van vrijwilligers gaat er alles aan doen om haar vrij te krijgen.
TIJD OVER? MOOI! GEEF DIE DAN MAAR AAN NASRIN
Luister naar Radio AmsterdamFM: De stem van de hoofdstad!
Van 07:00 tot 19:00 uur op 103.3 op de kabel, 106.8 in de ether.
Oudezijds Achterburgwal 235 1012 DL Amsterdam 020-5953878 / 79
START het WEEKEND in het AMSTERDAMS ACADEMISCH CAFÉ LIVE MUZIEK en lekkere hapjes
En 24 per dag op www.amsterdamfm.nl Als het in Amsterdam gebeurt, hoor je het hier!
Radio AmsterdamFM: De stem van de hoofdstad!
is de publieke radio van Amsterdam. Nieuws, kunst en cultuur en politiek: als het in Amsterdam gebeurt hoor je het op AmsterdamFM. Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
Ben jij een teamplayer met ambitie en een creatief brein? Wil je leren campaignen en ben je beschikbaar van 14 januari tot 9 februari 2013? Geef je dan vóór 3 december op via de website
www.4weeksforfreedom.nl
Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
Treed binnen in de wereld van Intree
Word commissielid! en organiseer de Intreeweek van 2013
Alleen studenten van de UvA kunnen commissielid worden
overigens
Met behulp van vrijwillig lokaal DNA-onderzoek vond de recherche na dertien jaar de verdachte van de moord op Marianne Vaatstra.
DNA-gegevens blijken onmisbaar voor de recherche.Tijd om het DNA-profiel van iedere Nederlander te registreren. Göran Sluiter hoogleraar internationaal strafrecht Christianne de Poot lector forensisch onderzoek
Göran Sluiter ‘Het belang van DNA-onderzoek is met de zaakVaatstra inderdaad aangetoond. Toch vind ik niet dat we daarom een algemene DNA-database moeten instellen. Dat overschrijdt namelijk de grenzen van bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Zoals het nu in Friesland is toegepast – vrijwillig en naar aanleiding van een strafbaar feit – vind ik prima. Maar een volledige database betekent dat je mensen dwingt lichaamsmateriaal af te staan. Dat is een inbreuk op lichamelijke integriteit en dat mag niet zonder concrete aanleiding, dat is in strijd met de rechten van de mens. Ik ken ook geen één land dat mensenrechten respecteert en toch een DNA-database heeft. En terecht. Je kunt namelijk wel allerlei regels opstellen om oneigenlijk gebruik van die persoonlijke informatie te voorkomen, maar uiteindelijk worden die regels in de praktijk soms geschonden. Dat zie je nu bijvoorbeeld met telefoontaps. Gesprekken tussen een verdachte en een advocaat mogen niet in een strafzaak gebruikt worden. En toch duiken die taps af en toe in een dossier op.’
Sjoerd Repping hoogleraar voortplantingsbiologie
Christianne de Poot ‘Oneens. Een algemene DNA-databank heeft weinig nut. Bij Marianne Vaatstra is een duidelijk en eenduidig daderspoor gevonden, van sperma in en op haar lichaam. Dat is uniek. Bij de meeste moorden worden van veel mensen sporen aangetroffen en is het niet duidelijk welk spoor van een dader is. Moorden worden meestal wel opgelost, maar dat gebeurt slechts sporadisch aan de hand van DNA. Een DNA-databank is vooral nuttig voor het oplossen van veelvoorkomende criminaliteit zoals overvallen en inbraken. De Nederlandse DNAdatabank bevat erfelijk materiaal van mensen die veroordeeld zijn voor een zwaar misdrijf. Dat is nuttig, want zo levert het DNA-onderzoek na een inbraak niet vele matches op met allerlei mensen die rechtmatig in de woning zijn geweest, maar soms één match met iemand die eerder inbraken pleegde. Dat is een veel waarschijnlijker verdachte. Je kunt zeggen dat dat bevooroordeelt, maar veel mensen gaan nu eenmaal herhaaldelijk in de fout. DNA-onderzoek pleit potentiële verdachten ook vrij als er geen match is.’
Sjoerd Repping ‘Simpel. Nee, dat is geen goed idee. Ik vind de aanpak van het DNA-onderzoek in de zaak-Vaatstra prima. Vrijwillig en met een duidelijke aanleiding. Ik zou in dat geval ook mijn DNA afstaan. Maar het is bezwaarlijk om mensen te verplichten DNA af te staan aan een algemene database. In zo’n database leg je heel veel persoonsinformatie vast. Bijvoorbeeld of mensen een erfelijke aandoening dragen en hoe familiebanden lopen. Je kunt die informatie beveiligen, maar uit recente digitale inbraken, zoals bij beveiligingsbedrijf Diginotar, blijkt dat het moeilijk is om digitale gegevens goed af te schermen. Als verzekeringsmaatschappijen op de een of andere manier inzicht zouden krijgen in erfelijke gezondheidsrisico’s van mensen, dan kunnen sommige mensen zich niet meer verzekeren. En de confrontatie met informatie over familiebanden, wanneer die anders blijken te lopen dan mensen denken, brengt veel ellende teweeg. Het recht om niet te weten is een groot recht. Al die risico’s wegen niet op tegen het voordeel van een paar extra opgeloste moordzaken.’ yyy Marieke Buijs
FoliaMagazine
31
Crisismanager van DEM Deze week in Folia maakt kennis: Ineke van der Linden, neerlandica en voorzitter van het Domein Economie & Management van de HvA. tekst Dirk Wolthekker / foto Danny Schwarz
D
at domeinvoorzitter Ineke van der Linden met zo’n glanzende carrière bezig is, verbaast de kenners helemaal niets. Ze komt uit een gezin van vier kinderen waar het adagium altijd was: ‘Haal het beste uit jezelf.’ Dat levert vaak ambitieuze types op. ‘Of Ineke vroeger op school voor een acht ging? Welnee, ze ging voor een tien, want ze is zeer perfectionistisch,’ zegt haar zus José. ‘En als er geen tien uitrolde, dan baalde ze ontzettend. Ze stelt hele hoge eisen aan zichzelf. Overigens ook aan anderen. Ze heeft een lijstje klaarliggen met eisen waaraan je moet voldoen.’ Ineke Wilhelmina Antonia Maria van der Linden (Hoogland, 1960) is sinds 2006 voorzitter van het Domein Economie & Management (DEM) van de HvA. Ze studeerde Nederlands in Utrecht. Met haar perfectionisme studeerde ze uiteraard cum laude af. Daarna koos ze voor een onderwijscarrière, aanvankelijk als docent, maar sinds begin jaren negentig in diverse directiefuncties, vooral aan de Hogeschool Utrecht. In 2006 maakte ze de overstap naar het DEM, waar ze verantwoordelijk is voor 14.000 studenten en 700 medewerkers. Ze beheert een budget van 85 miljoen per jaar.
32
FoliaMagazine
Het domein ontstond enige jaren geleden na een fusie tussen verschillende economieopleidingen van de HvA en de Hogere Economische School (HES). Het domein heeft tot op heden twee gescheiden onderwijssystemen (klassikaal op de HES, competentiegericht aan de andere opleidingen). De HES is daarnaast gevestigd in een apart gebouw (het gebouw Fraijlemaborg)
‘Qua dossierkennis staat zij op eenzame hoogte’ in Zuidoost. Van der Linden moet de komende jaren het domein veranderen in één geoliede machine. Of haar dat lukt? Aan haar bagage zal het niet liggen. Ze zegt ‘veel ervaring’ te hebben opgedaan ‘met post-fusieproblematiek, crisis- en verandermanagement’. ‘Het gaat haar zeker lukken,’ zegt Astrid de Jager-Hellenberg Hubar, die binnen de medezeggenschap van de HvA veel met Ineke heeft samengewerkt. Ze noemt Ineke ‘hardwerkend, perfectionistisch, zorgvuldig en serieus’. In het lastige fusieproces van al die verschillende opleidingen moet Ineke het kaf van het koren scheiden, waarbij ze probeert iedereen op één
lijn te krijgen. ‘En dat is zo makkelijk niet. Ze heeft geregeld te maken met lastige en protesterende docenten die haar in de verdediging drukken. Maar ik denk wel dat ze nu goede stappen heeft gezet waarbij het DEM vergelijkbaar wordt met de vroegere HEAO, die een commerciële, bedrijfseconomische en economisch-juridische richting kende. Die kant gaat het DEM op. Ineke geeft daar heel goed sturing aan doordat ze luistert naar betrokkenen en ook haar tegenstanders veel ruimte geeft.’ ‘Ineke heeft een enorm groot hart voor het hoger onderwijs. Ze ís het hoger onderwijs,’ zegt Irith Kist, opleidingsmanager bij het domein. Ineke is volgens haar ‘een heel bijzondere vrouw met een enorme dossierkennis’. ‘Qua dossierkennis staat zij op eenzame hoogte.’ Ze gaat steeds ‘een serieuze dialoog’ aan met de medewerkers die ze mee moet zien te krijgen in haar plannen met het domein. ‘Ineke zit heel integer aan de onderhandelingstafel. In een domein dat in een veranderingsproces zit, geldt dat soms niet per se voor de mensen aan de andere kant van de onderhandelingstafel. Dat kan soms wel eens een struikelblok zijn.’ Maar daar komt Ineke waarschijnlijk wel uit, want als middelste kind van het gezin Van der
Folia maakt kennis
Linden was ze van jongs af aan de vredestichter, degene die de boel bij elkaar hield, zegt zus José. ‘Dat deed ze altijd heel verbaal, dus door veel te praten,’ zegt José. ‘Als er ruzie onderling was probeerde ze de een te overtuigen van het standpunt van de ander. En andersom. Meestal lukte dat ook wel.’ ‘Redelijk dicht op de huid zonder indringend te zijn,’ zo omschrijft Inekes goede vriend Huub van Wersch haar. ‘Ik bedoel daarmee dat ze wel een mening heeft, maar die heeft ze niet gelijk al klaar. Ze hoort een verhaal aan, vraagt door en nog eens door en komt er zo geleidelijk achter hoe een kwestie in elkaar zit. Ambitieus is ze, maar ik zou liever spreken van “integer ambitieus”. Zij is niet de vrouw van de machtsspelletjes, zoals die in elke organisatie wel worden gespeeld. Ze doorziet die spelletjes wel, maar doet er niet aan mee.’ yyy Folia Radio zendt op 28 november een interview uit met Ineke van der Linden. Aan de orde zullen komen de fusieproblemen bij DEM, internationalisering in het hoger onderwijs en de (veel te) geringe samenwerking met de economiefaculteit van de UvA. Te beluisteren via Amsterdam FM, in de ether op 106.8 en op de kabel op 103.3, tussen 16.00 en 17.00 uur. Vanaf de volgende dag terug te luisteren via foliaweb.nl/radio. De uitzending is op zaterdagmiddag 15.00 uur terug te zien op Salto TV. Daarna via salto.nl
FoliaMagazine
33
Wetenschap als onderneming Wetenschappelijk onderzoek moet gevaloriseerd kunnen worden: waarde hebben voor economie en maatschappij. Bijvoorbeeld doordat wetenschappers hun onderzoek naar de markt brengen en er bakken met geld mee verdienen. Maar dat is makkelijker bedacht dan gedaan. ‘Wij moeten het pad effenen voor wetenschappers.’ tekst Marieke Buijs en Eva Rooijers / foto’s Bas Uterwijk
O
ctrooien aanvragen, een begroting opstellen, onderhandelen, klanten binden en netwerken, het zijn niet bepaald de hobby’s van de gemiddelde wetenschapper. Toch wordt het van steeds meer onderzoekers verwacht. Naast het leveren van toponderzoek en -onderwijs, dienen wetenschappers ook te valoriseren. Kennis moet van nut zijn voor economie en maatschappij. Maar dat valoriseren blijkt een vak apart en veel onderzoekers zijn geen geboren ondernemer. Daarom begeleidt Bureau Kennistransfer (BKT) wetenschappers bij het vermarkten van hun wetenschappelijke kennis. Albert Wijnen, business developer bij BKT: ‘Wij moeten het pad effenen voor wetenschappers, zodat die niet langer denken: “Help! Nu moet ik ermee aan de slag. Ik wou dat ik het niet ontdekt had.”’ Dat steuntje in de rug blijkt hard nodig, want op dit moment zetten nog niet veel wetenschappers hun kennis in om een bedrijf te beginnen.
34
FoliaMagazine
Wijnen: ‘Ik vind het moeilijk in te schatten, maar ik denk dat van alle onderzoekers op de bètafaculteit maar één tot maximaal vijf procent met ons probeert een spin-off op te zetten. Er is weerstand tegen, sommige onderzoekers zijn bang hun wetenschappelijke vrijheid kwijt te
‘Een enkele keer maak je een klapper’ raken aan commerciële belangen. Dat is een reële angst. Je zou dit enigszins onder controle kunnen krijgen door het aanstellen van een onafhankelijke deskundige die kritisch kijkt naar de wetenschappelijke keuzes van een ondernemende wetenschapper.’ Dat is wellicht veel gedoe, maar volgens Wijnen geen verspilde moeite. Door te valoriseren toont de universiteit dat wat hier wordt onderzocht ook relevant is voor de
maatschappij. Bovendien denkt Wijnen dat het benutten van wetenschappelijke kennis positief kan uitwerken voor een onderzoeksgroep zelf. Een vakgroep met ontplooiingsmogelijkheden voor ondernemende onderzoekers kan aantrekkelijker zijn voor nieuw toptalent. En geld? Daar is het BKT volgens Wijnen niet direct om te doen. ‘Een enkele keer maak je een klapper, bijvoorbeeld met de verkoop van het biotechbedrijfje ChromaGenics. [Het grotere biotechbedrijf Crucell betaalde daar zo’n vier miljoen voor. De UvA bezat vijftig procent van ChromaGenics, red.] Maar de meeste start-ups zitten nu nog in de fase dat ze alleen maar geld kosten.’ In verschillende disciplines is een enkele wetenschapper toch aan het ondernemen geslagen. Folia Magazine sprak met een aantal van hen om erachter te komen wat voor kennis ze naar de markt brengen, of de stap van academie naar markt bevalt, en of ze rijk worden van hun nieuwe omzwervingen.
Bedrijf: UvA minds (bv) Wie: Susan Bögels, hoogleraar orthopedagogiek, directeur van UvA minds en psychotherapeut Wat: Behandelcentrum voor ouder en kind Omzet: Niet openbaar ‘Het is echt een droom die uitkomt,’ zegt hoogleraar orthopedagogiek Susan Bögels trots over behandelcentrum UvA minds waarvan zij directeur is. ‘Kijk, in de wachtkamer staan altijd verse bloemen. Het ademt toch helemaal niet de sfeer van een ziekenhuis?’ Een aanpalende ruimte staat vol met speelgoed. Bij UvA minds worden kinderen behandeld met uiteenlopende psychische problemen zoals ADHD, autisme en angststoornissen. Ook kunnen ouders er cursussen als Mindful Parenting volgen. De gegevens die tijdens de behandeling worden verzameld – kinderen vullen bijvoorbeeld vragenlijsten in – gebruiken Bögels en haar collega’s weer voor wetenschappelijk onderzoek. ‘Zo kunnen we de behandelmethodes nog effectiever maken. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Ik heb wel eens grappend gezegd: “Als ik een volle wachtkamer binnenkom, krijg ik dol-
lartekens in mijn ogen.” Niet omdat ik denk dat ik geld kan verdienen aan deze mensen. Nee, de data zijn de winst. Daarnaast is het natuurlijk mooi dat we financieel onze eigen broek op kunnen houden.’ De behandelingen bij UvA minds worden gefinancierd door de zorgverzekeraar. Dat is kostendekkend. Verder wordt geld verdiend aan trainingen en cursussen die worden gegeven aan andere behandelaars. Het startkapitaal om het centrum op te zetten leende Bögels van UvA Holding, dat onder andere investeert in start-
‘De data zijn de winst’ ups van UvA-onderzoekers. Zelf is Bögels niet risicodragend. ‘Als we failliet gaan, kan ik nog steeds mijn hypotheek betalen.’ UvA Holding ondersteunt haar ook bij de financiële kant van de onderneming, bijvoorbeeld bij de financiële en salarisadministratie en het opstellen van de jaarrekening. ‘Want daar heb ik helemaal geen kaas van gegeten.’ Volgens Bögels ligt belangenverstrengeling op de loer als je als wetenschapper een commerci-
eel belang hebt in een onderneming. ‘Als ik als wetenschapper een vragenlijst of protocol heb ontwikkeld, wil ik dat zo veel mogelijk mensen die vragenlijst of dat protocol gebruiken en onderzoeken. Maar als je ook een commercieel belang hebt in de verkoop van die vragenlijst of dat protocol, kan de prijs ervan voor anderen een reden zijn om het niet te gebruiken en er geen onderzoek naar te doen. Dan ben je dus niet meer bezig met kennisdeling.’ Een ander risico is volgens Bögels dat je misschien niet meer geïnteresseerd bent in onderzoek dat aantoont dat die behandeling waar jij goed geld aan verdient niet werkt. Volgens Bögels moet de wetenschap altijd voorop blijven staan. ‘Mensen moeten hier de behandeling krijgen waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat die het meest effectief is. Voor een deel zijn dat onze eigen behandelingen, zoals mindfulness voor kinderen met ADHD, voor een deel niet. Op het moment dat de buurman ontdekt dat, om maar wat te noemen, wichelroedelopen nog effectiever is bij kinderen met ADHD, ben ik de eerste die zegt: laten we stoppen met mindfulness, we gaan wichelroedelopen.’
FoliaMagazine
35
Harro Stokman (l) en Cees Snoek
Bedrijf: Euvision Technologies (bv) Wie: Harro Stokman, CEO van Euvision Technologies en Cees Snoek, onderzoeker bij het Intelligent Systems Lab Amsterdam (Isla), en hoofd Research & Development van Euvision Technologies Wat: Impala, software waarmee je in foto’s en videobestanden kan zoeken. Omzet: half miljoen euro Stel, je hebt een berg digitale foto’s, maar je wilt alleen die foto’s bekijken waar een pistool op staat. Met de software die UvA-informaticus Cees Snoek ontwikkelt met zijn onderzoeksteam kan dat. Je tikt het woord ‘pistool’ in en hop, daar verschijnen de plaatjes met een vuurwapen. Baanbrekend onderzoek. Maar het bleef niet bij onderzoek alleen. Sinds 2002 doet Snoek met zijn team mee aan de Trecvid benchmark, een internationale wedstrijd in het zoeken in videobestanden. Concurrenten zijn grote bedrijven als Microsoft, Canon en IBM. Snoek eindigt ieder jaar in de top drie. ‘Op een gegeven moment was de software zo goed dat het…’ Harro Stokman vult aan: ‘…zonde zou zijn als het op de academische plank bleef liggen.’
36
FoliaMagazine
Stokman werkte op dat moment als projectmanager aan de UvA en inventariseerde voor het ministerie van Economische Zaken onderzoek dat mogelijk naar de markt kon worden gebracht. Toen Stokman de wetenschapper benaderde was Snoek enthousiast: ‘Het is toch leuk om te zien dat wat je hebt bedacht in het laboratorium ook in de praktijk gebruikt wordt.’ De taakverdeling was direct duidelijk. Stokman zou het bedrijf runnen, Snoek bleef onderzoek
‘Het is totaal nieuwe technologie’ doen. ‘Ik ben ook niet geschikt om klanten te benaderen, ik zou uitleggen wat er nog schort aan het systeem,’ zegt Snoek lachend. Stokman: ‘We draaien ieder jaar meer omzet. Het eerste jaar was dat twee ton, vorig jaar drie ton en dit jaar draaien we een half miljoen euro omzet. Ongeveer een kwart daarvan is winst, en die investeren we in de onderneming.’ Als het bedrijf echt goed gaat lopen, profiteert Snoek ook, omdat hij aandelen heeft in het be-
drijf. ‘Maar zo ver zijn we nog niet,’ zegt Stokman. ‘Het is totaal nieuwe technologie. Bedrijven weten nog niet goed wat ze ermee kunnen.’ Wie de huidige klanten zijn, kan Stokman niet zeggen. ‘Dat is geheim, maar denk aan overheidsdiensten of socialemediaplatformen die willen weten of er een pistool of porno op een foto staat.’ Ondertussen gaat Snoek door met zijn onderzoek. ‘Bij het bedenken van een onderzoeksvraag laat ik me leiden door mijn intuïtie, niet door de vraag waar veel geld mee te verdienen valt. Het kan wel zo zijn dat ik een idee eerst met Harro bespreek voordat ik publiceer in een wetenschappelijk tijdschrift.’ Stokman: ‘Dan schrijven we eerst een octrooi.’ Snoek is zover dat de software op basis van een hele zin die een gebeurtenis beschrijft beelden kan vinden met die gebeurtenis erop. Die software is nog niet te koop. Stokman: ‘Volgens mij leeft het idee in de wetenschap dat snelle jongens er met de ideeën vandoor gaan om makkelijk geld te verdienen. Ik denk niet dat mensen zich realiseren hoeveel werk het is om software die wordt bedacht op de universiteit zo robuust te maken dat je het kan leveren aan de klant.’
Bedrijf: Nog in oprichting Wie: Universitair docent Stefan Mol, en postdoc Gábor Kismihók van de onderzoeksgroep Human Resource Management & Organizational Behavior van de Amsterdam Bussiness School (UvA) Wat: OntoHR, een kennistest voor sollicitatieprocedures Omzet: Nog geen ‘I have yet to find a job where being stupider helps.’ Arbeids- en organisatiepsycholoog Stefan Mol citeert een collega die de kern van zijn vakgebied bondig samenvat. Intelligentie is de beste voorspeller voor iemands professioneel functioneren. Toch wordt nauwelijks onderzocht waarom dat zo is. Mol heeft wel een vermoeden; intelligente mensen kunnen nieuwe kennis sneller tot zich nemen. Het is volgens hem dus niet de algemene intelligentie, maar eigenlijk de relevante kennis die de sleutel is tot goede werkprestaties. Mol en zijn partner Gábor Kismihók maken werk van die kennistheorie en ontwikkelen een kennistest, die een werkgever kan inzetten bij een sollicitatieprocedure. Zij creëerden die test in eerste instantie voor één functie; die van ICT-sys-
teemanalist. Mol: ‘Dat was ontzettend veel werk. We hadden doelbewust een kennisintensieve functie uitgekozen en hebben dan ook meer dan tweehonderd kennisgebiedjes geïdentificeerd die van belang zijn voor een ICT-systeemanalist. Eén zo’n kennisgebiedje is bijvoorbeeld weet hebben van databasemanagement. En voor ieder gebied hebben we multiplechoicevragen opgesteld die de werkgerelateerde kennis van dat domein testen.’ Terwijl Mol en Kismihók de kennistest voor
‘Ik ben in eerste instantie een wetenschapper’ ICT-systeemanalist aan bedrijven proberen te verkopen, zoeken ze ook investeerders die hen in staat stellen de test voor andere functies te ontwikkelen. Volgens Mol levert de test veel voordelen op. ‘Als werkgever kun je sollicitanten die je afwijst specifieke feedback geven. In plaats van te zeggen, “Sorry, je bent te dom voor deze functie,” kun je ze precies vertellen op welk vlak ze tekortschieten.’ Bovendien ziet Mol mogelijkheden voor het beoordelen van het scholingsniveau
van immigranten, die nu vaak een hele opleiding opnieuw moeten doen, omdat het onmogelijk is de diploma’s uit het land van herkomst op waarde te schatten. En ten slotte denkt Mol dat de test van pas komt voor het evalueren van opleidingen. Wanneer blijkt dat verpleegkundigen in spe die afkomstig zijn van een bepaalde hogeschool tekortschieten wat betreft kennis van ouderenverpleegkunde, dan kun je dat terugkoppelen naar die school en kan die zijn curriculum bijschaven. Voor Mol is de uitstap naar het bedrijfsleven nog pril en tot nu toe gaan wetenschappelijk en commercieel belang gelijk op. ‘Het uitbreiden van onze kennistest is voor ons vooral wetenschappelijk interessant. Als de test goed werkt, hebben we nieuw bewijs voor de theorie dat intelligentie belangrijk is in personeelsselectie, omdat intelligentie ervoor zorgt dat mensen kennis makkelijk tot zich nemen. Dat is iets wat ik sowieso wil uitzoeken.’ En als nu blijkt dat de kennistest minder goed werkt dan bijvoorbeeld een algemene intelligentietest? Mol: ‘Ja, dat is een goede vraag. Ik ben in eerste instantie een wetenschapper, dus ik zou die gegevens niet achter willen houden.’ yyy
FoliaMagazine
37
prikbord HvA
38
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
DMR
DEM Digitaal
Het Domein Maatschappij & Recht verhuist komend jaar naar een nieuw gebouw van de Amstelcampus. Voor medewerkers betekent dat ook een nieuwe manier van werken: het Flexibel Leren, Ontmoeten en Werken (FLOW). Medewerkers krijgen een strekkende meter kastruimte en een locker. De locker is groot genoeg om een trolley in te bewaren. Daarin is ruimte voor een laptop, boeken, een klein hangsysteem en een pennenbakje. Medewerkers van de opleidingen CMV, MWD, SPH, SJD en SW hebben de trolley (foto) inmiddels getest. De meningen zijn verdeeld.
Studenten uit Amsterdam, Barcelona en Parijs leren in de HvA-minor Citymarketing in Europe hoe je een stad promoot. Samenwerking verloopt via Skype, Google-docs en Whatsapp. Die internationale samenwerking via het internet zal 30 november als voorbeeld worden gebruikt tijdens het symposium Virtual Mobility. Tijdens dit symposium in de Leeuwenburg, georganiseerd door het lectoraat Internationalisering van het Onderwijs, wordt gekeken hoe ICT-oplossingen op een goedkope manier kunnen bijdragen aan de internationalisering van het onderwijs.
DBSV Dyslexie
DT Sinterklaas
Als dyslexie een belemmering is tijdens je studie, dan bestaat er de mogelijkheid om gratis de cursus ‘Studeren met dyslexie’ te volgen. In drie bijeenkomsten wordt uiteengezet hoe je als student kunt omgaan met dyslexie. Er wordt ingegaan op digitale hulpmiddelen en de regelingen waar studenten zich op mogen beroepen. De cursus beslaat drie middagen in het dr. Meurerhuis. Er zijn nog maar twee cursusdagen over, maar je kunt je ook al inschrijven voor komend semester. Kijk voor aanmelding en meer informatie op het intranet.
Sinterklaas komt op 1 december naar studentensociëteit De Lax om kinderen van HvA-medewerkers een cadeau te brengen. Ook worden er die dag allerlei spelletjes georganiseerd. Ouders kunnen hun kinderen aanmelden op www.asvl.nl/sinterklaas en daar ook meteen een verlanglijstje achterlaten. In De Lax is plaats voor honderd kinderen. De sociëteit onder de Leeuwenburg ligt pal naast station Amstel. Foto’s van het bezoek van de goedheilig man vorig jaar zijn te bekijken op facebook.com/FoliaWeb.en.Magazine.
HvA @CMR_HvA
DMCI SIS
De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) van de HvA is sinds kort te vinden vinden op Twitter (@ CMR_HvA). Met de korte updates wil de raad medewerkers en studenten van de hogeschool beter op de hoogte houden van hun werkzaamheden. De CMR is een democratisch gekozen club van 24 studenten en medewerkers. Ze controleren en adviseren bestuurders van de hogeschool. Daarmee behartigen ze de belangen van studenten en docenten. De updates zijn ook te raadplegen voor medewerkers en studenten die niet op Twitter zijn vertegenwoordigd: twitter.com/cmr_hva.
Medewerkers die werken met SIS zijn van harte uitgenodigd voor het congres ‘Wij werken met SIS’ op donderdag 29 november. Tijdens het congres wordt gesproken over het systeem in relatie tot de ingangseisen, diplomering, het invoeren van cijfers, het ‘docentencentrum’, het ‘studentencentrum’, persoonlijk inrichten van SIS en verzoekschriften. Het congres is georganiseerd vóór en dóór medewerkers die met SIS werken en wordt gehouden van 9.30 tot 12.00 uur in het Kohnstammhuis, Wibautstraat 2-4. Kijk voor meer informatie op het intranet.
DG Polifysiek
DOO Zwerfboeken
In de Polifysiek loopt in samenwerking met het AMC een onderzoek naar de behandelpraktijk van hart- en vaatziekten. Tot en met het nieuwe jaar worden maandelijks zo’n 55 patiënten ontvangen die bijvoorbeeld een hartinfarct hebben gehad. Studenten fysiotherapie en verpleegkunde helpen bij het verzamelen van gegevens over leefstijl, medicatiegebruik, complicaties en gevoelens van angst en somberheid. Het onderzoek heeft tot doel om vast te stellen of de Europese richtlijn voor preventie van hart- en vaatziekten is gevolgd.
Leercentrum Floor heeft eerder deze maand een kast met zwerfboeken op de begane grond van het Kohnstammhuis geplaatst die mogen worden doorgegeven. Met succes, want binnen een uur was de kast vrijwel leeg. Het leercentrum van de hogeschool roept daarom iedereen op die nog een paar boeken over heeft die het lezen waard zijn deze in te leveren bij de balie van het leercentrum op de eerste verdieping van het Kohnstammhuis. Kijk voor meer informatie over het doorgeven van boeken op de website www.bookcrossing.com.
FoliaMagazine
samenwerken
doorgeven
prikbord UvA FMG Advanced
Grant
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
AMC Wilhelmina
Gasthuis
De European Research Council heeft de onderzoeksvoorstellen gehonoreerd van drie onderzoekers van het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR). Ze krijgen alle drie een Advanced Grant van 2,5 miljoen ieder om een onderzoek uit te voeren. De laureaten zijn Marlies Glasius, Anita Hardon en Annelies Moors. Glasius onderzoekt de invloed van de globalisering op autoritaire regimes, Hardon gaat het gebruik van chemische en farmaceutische middelen door jongeren onderzoeken en Moors gaat zich bezighouden met onconventionele moslimhuwelijken.
Het is dertig jaar geleden dat het AMC werd geopend en de toenmalige Amsterdamse ziekenhuizen Binnengasthuis en Wilhelmina Gasthuis (WG) erin opgingen. De tentoonstelling WG OK – van WG naar AMC staat daarbij stil met een drietal ‘installaties’ op het WGterrein, waarin kunst en wetenschap samenkomen: Wilhelmina’s Reis van Jelle Kampen, De Incisie van onder meer Jeroen Kee en het werk De Wachtkamer. De bezoeker kan ook eigen herinneringen aan het WG kwijt op de website www.wilhelminagasthuis.nl. Tentoonstelling t/m 16 december. Zie ook www.wgkunst.nl.
Pastoraat Homo
FNWI Advanced
Dertig jaar lang was pater Jan van Kilsdonk (19172008) studentenpastor in Amsterdam. Ook de zielszorg van homoseksuele studenten vond hij belangrijk. Hij heeft ook veel homomannen met aids bijgestaan tijdens hun ziekte- en stervensproces. Tijdens hun afscheidsviering sprak hij vaak uitvoerig. Een deel van de toespraken zijn geanonimiseerd gebundeld in Dag jongen van licht. Toespraken bij het afscheid van homoseksuele mannen. Het boek wordt gepresenteerd op 1 december in de Sint Olofskapel. Aanvang: 14.00 uur. Aanmelden: dagjongenvanlicht@gmail.com.
De European Research Council heeft de onderzoeksvoorstellen gehonoreerd van drie onderzoekers van het Ibed. Ze krijgen alle drie een Advanced Grant van 2,5 miljoen ieder. Heet gaat om André de Roos, Gerard Muijzer en Hal Caswell. De Roos onderzoekt de rol van de individuele levenscyclus binnen de dynamiek van ecologische levensgemeenschappen, Muijzer onderzoekt de diversiteit, de fysiologie en de ecologische rol van zwavelbacteriën in sodameren en Caswell onderzoekt de willekeurigheid en populatieheterogeniteit in de demografie van planten en dieren.
BC Troje
FMG Jerry
Nederland en Turkije vieren dit jaar dat ze vierhonderd jaar betrekkingen onderhouden. De viering wordt afgesloten met een grote tentoonstelling over Troje in het Allard Pierson Museum (APM). Vanaf 7 december zijn er bij de tentoonstelling Troje. Stad, Homerus en Turkije voorwerpen en topstukken te zien uit de eigen collectie van het APM en de Bijzondere Collecties, maar vooral driehonderd bruiklenen uit Turkse musea in Istanbul, Çanakkale en Çorum. De tentoonstelling duurt tot 5 mei. Locatie: Oude Turfmarkt 127. Zie: www. allardpiersonmuseum.nl.
Student politicologie Jerry den Haan (19) is verkozen tot bestuurslid European Youth Forum. Het European Youth Forum is de Europese koepel van 97 jongerenorganisaties. Den Haan is de eerste Nederlander die zitting neemt in het bestuur van de Europese organisatie. Den Haan wil zich inzetten om jongerenparticipatie te verbeteren in Europa. ‘Het groeiende wantrouwen tegen de EU is een groot probleem. Ik wil er alles aan doen om te voorkomen dat jongeren zich afkeren van de EU en het bestuur overlaten aan de grijze mannen en vrouwen van nu.’
UvA Mijn
FEB AON-studieprijs
UvA
In december 2012 worden de huidige persoonlijke pagina’s op home.medewerker.uva.nl en home.staff.uva.nl vervangen door een ‘Mijn UvA-profiel’. De introductie hiervan heeft een aantal consequenties. Zo verandert de naam ‘Persoonlijke pagina’ in ‘Mijn UvA-profiel’. Dit is een onderdeel van uva.nl en niet meer een aparte site zoals de huidige persoonlijke pagina’s. Daarnaast wordt het mogelijk afbeeldingen, video en social media toe te voegen. Je foto wordt voortaan door de webredactie geplaatst. Info op de medewerkerssite.
Grant
den Haan
Kelly Maynard heeft de AON-studieprijs van 5.000 euro gekregen voor haar scriptie Een onderzoek naar de doelmatigheid voor de gebruiker voor het benoemen van niet-financiële risico’s in jaarverslagen van AEX-beursfondsen. In haar scriptie stelt de student Enterprise Risk Management inconsistenties vast en doet aanbevelingen voor verbeteringen. AON is een toonaangevende dienstverlener op het gebied van risicomanagement, employeebenefits en verzekeringen. Een kopie van de scriptie is verkrijgbaar bij het opleidingssecretariaat: vzk@uva.nl.
FoliaMagazine
39
wasdom
Specialist in mode Bregje Lampe Leeftijd: 32 (geboren op 10 mei 1980) Beroep: Modejournalist Studie: Visual Marketing aan het Amsterdam Fashion Institute (HvA) Afgestudeerd: 2003 Docent: ‘René van de Velde, de docent met wie ik mijn toelatingsgesprek deed. Hij is hoofd van de afdeling Fashion & Branding en een inspirerende man. We kregen bij zijn vakken altijd de leukste projecten.’ Locatie: ‘Het Amfi-gebouw aan de Mauritskade. Een fijne plek, al is de sfeer er tegenwoordig anders dan vroeger. Toen ik studeerde kon je gewoon in je joggingbroek aankomen, maar nu voelt het er bijna akelig hipster met allemaal extreem goed geklede meisjes.’ Café: ‘Ik zat bij het corps en was vaak op de sociëteit op de Warmoesstraat. Uitgaan deed ik in de Escape of in kroegen op de Reguliersdwarsstraat.’ Afknapper: ‘Ik ben makkelijk door de opleiding gefietst, maar studeerde niet af met hoge cijfers. Achteraf gezien was ik te veel met andere dingen bezig en was de studie misschien niet uitdagend genoeg.’
40
FoliaMagazine
stage Zij studeerde Visual Marketing en werd modejournalist: Bregje Lampe. tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff
‘T
oen ik ging studeren twijfelde ik tussen kunstgeschiedenis of het Amsterdam Fashion Institute (Amfi). Kunstgeschiedenis leek me heel interessant, maar omdat ik later in de modewereld wilde werken, koos ik toch voor het Amfi. Ik was achttien toen ik daar begon en in plaats van hard te studeren, was ik vooral bezig met uitgaan en leuke dingen doen. Ik woonde heel dicht bij school, maar kwam nooit op tijd omdat ik elke avond veel te laat naar bed ging. Toch ging de studie me redelijk makkelijk af. Ik deed de richting Visual Marketing, waarmee ik later als stylist kon gaan werken. Ik zag het wel zitten om met modeproducties een verhaal aan de lezer te vertellen en liep stage als stylist bij de tijdschriften Living en Viva. Bij Viva kreeg ik veel verantwoordelijkheid en werd ik vrijgelaten om de locaties, modellen en de kleding te regelen voor grote producties van zes pagina’s. Ik herinner me nog goed dat mijn ouders er niets van snapten. Ze zagen natuurlijk wel mijn naam bij de credits staan, maar hadden geen idee wat ik nu precies deed. Wat dat betreft was mijn eerste stukje in de krant een paar jaar later een uitkomst. Hoewel ik styling leuk vond, kon ik er niet genoeg in kwijt. Na mijn afstuderen aan de HvA bedacht ik me dat als ik verhalen wilde vertellen, ik beter kon gaan schrijven. Dan hoef je geen rekening meer te houden met een fotograaf of model en kan je direct jouw boodschap op papier zetten. Ik wilde graag verder studeren in het buitenland en werd aangenomen voor een opleiding modejournalistiek in Londen. Ik verhuisde naar Engeland en werd in één klap een serieuze student. In tegenstelling tot mijn tijd aan de HvA, was ik nu wel bezig met de toekomst en hoe ik mijn geld zou gaan verdienen.
Ik had inmiddels bedacht dat ik graag bij een krant wilde werken. Daar kan je het meest onafhankelijk schrijven en je krijgt de ruimte, omdat er nu eenmaal veel kopij nodig is. In Londen viel het me op dat Engelse kranten veel meer aandacht aan mode besteedden dan de kranten in Nederland. Voor mijn afstudeeropdracht besloot ik daarom een mode supplement te maken voor een Nederlandse krant. Ik heb allerlei uitgevers gemaild en van Het Parool mocht ik hun logo wel op mijn afstudeerproject zetten. De uitgever van Het Parool was bovendien te spreken over het eindresultaat en bood me een stageplek aan. Die kans heb ik gegrepen en uiteindelijk heb ik jaren voor Het Parool gewerkt. Ik heb er het katern PS Stijl opgezet, en na een paar jaar ook weer opgeheven toen de rek eruit was. Vorig jaar stapte ik over naar de economieredactie, omdat ik meer betrokken wilde zijn bij de dagkrant en er op het gebied van mode en economie veel interessante dingen gebeurden. Toch schreef ik voornamelijk over algemeen economisch nieuws en vond ik het zonde dat ik mijn specialisme in mode een beetje liet versloffen. Afgelopen zomer ben ik gaan praten bij de Volkskrant, die op dat moment geen moderedacteur had. Ik dacht: ik kan nu wel een middelmatige bureauredacteur worden op de economieredactie, maar ik kan er ook voor kiezen om een goede modejournalist te worden bij een grote krant. Ik koos voor het laatste.’ yyy Bregje schreef een gids, Kijken, kijken, kopen, over de beste plekken om te winkelen in Amsterdam en Folia Magazine mag een aantal exemplaren weggeven. Kans maken? Kijk op www.foliaweb.nl/prijsvraag/.
Hidde Seidel (24) Studie Werktuigbouwkunde Stage Nuon Verdiensten € 500,- per maand Beoordeling JJJJJ ‘In mijn stage doe ik, simpel gezegd, onderzoek naar de oorzaken van kapotte onderdelen van windmolens. Dat sluit aan op mijn studie: veel onderdelen van een windturbine worden door werktuigbouwkundigen ontworpen. In mijn studie heb ik basiskennis over windturbines opgedaan. Tijdens mijn stage heb ik wel tijd nodig gehad om ieder onderdeel te begrijpen, ik moest me wel inlezen over het onderwerp. Ik werk vooral op kantoor. Momenteel ben ik bezig met mijn scriptie, en doe ik dus literatuuronderzoek, maar af en toe ga ik ook een windmolen op. Aan het begin van mijn stage deed ik een height safety and rescue-training: dan leer je hoe je op hoogte moet werken. Je krijgt, wanneer je een molen op gaat, een harnas aan waar steigerhaken en andere valbeveiligingsmiddelen op zitten. Mocht er iemand bijvoorbeeld onwel worden op een windmolen, dan moet je in staat kunnen zijn die persoon veilig naar beneden te krijgen. Hulpdiensten gaan namelijk meestal niet naar boven. Sommige collega’s gaan dagelijks de turbines op: ik bel vooral naar onderhoudspartijen en fabrikanten om informatie in te winnen. Het is een leuke stage, ik mag veel zelf invullen. Nuon is een internationale organisatie, dus ik heb veel contact met mensen uit Scandinavië en Groot-Brittannië. Dat vind ik wel een uitdaging. Mijn collega’s hebben veel kennis van het vakgebied, en daar kan ik een hoop van leren. Ik zou het dan ook erg interessant vinden om hier te kunnen blijven werken.’ yyy Fien Veldman
FoliaMagazine
41
FoliaMagaz ine weekblad
toehoorders
voor HvA
en UvA
nr.12 28/11/201 2
cover Pascal Tieman Wat ging mis met SISer ?
Hoorcollege ‘Inleiding in de Dramaturgie’, door Henk Danner, donderdag 22 november, 10.00 uur, Nieuwe Doelenstraat. tekst en foto’s Vera Lentjes. Mart Smeetstruien: 4 Haarbanden: 3 Geïnteresseerd luisterende studenten: bijna allemaal Scrabblewoorden: Monochroomlampen, miseen-scène, coldplaykleurtjes.
I
n een kleine collegezaal in de Nieuwe Doelenstraat zit een groep dramaturgen in spe te wachten tot het college begint. Docent Henk Danner lijkt er geen zin in te hebben. Na de start van het college sluipt een meisje met een blauwe jas en een grote sjaal op haar teentjes de zaal in. Danner stopt zijn verhaal en zegt venijnig: ‘Je zult voelen dat je te laat bent.’ Het blijken opstartprobleempjes. Danner vertelt gedreven en uitbundig over decors, kleuren, thematiek en personages. Hij loopt driftig gebarend rond en betrekt de studenten bij zijn verhaal. ‘Niet bang zijn, gewoon omschrijven wat je ziet.’ Danner toont verschillende afbeeldingen van decors. ‘Een kantoorruimte, maar daar lopen ze toch niet naakt rond?’ vraagt een studente. ‘Nou, dat zal je verbazen,’ zegt Danner. De zaal giechelt. Danner vertelt over de sfeer op toneel, over de tijd en plaats van het stuk en over lichtgebruik. Dat laatste is logisch, Danner is lichtontwerper. ‘Want je kan wel een mooi decor bouwen, maar als ik het licht uit doe zien je lekker niets.’ De ene anekdote, over zijn broertje die hem liet schrikken met een zaklamp onder zijn kin, wordt moeiteloos opgevolgd door een verhaal over een lelijk verlichte kerktoren in Charleroi (‘ofwel de lelijkste stad ofwel het grootste industrieterrein ter wereld’). Voor de niet-oplettende student zou het college een schoolvoorbeeld ‘van de hak op de tak’ kunnen zijn, voor deze zaal is Danners verhaal een feest om naar te luisteren. Coldplaykleurtjes, ultiem zwart, Tate Modern, Harry Potter, zwart-wittv en Zorro ‘en dan niet die Antonio Banderasshit’ worden uitgebreid besproken. Er lijkt geen einde aan te komen tot Danner op zijn horloge kijkt. ‘O shit, ik ben weer veel te veel aan het praten.’ Houden zo, want het maakt een inleidend college leerzaam en fantastisch om naar te luisteren. yyy
42
FoliaMagazine
colofon
Weekblad voor de HvA en
UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en
Tobias Specker
(18, theaterwetenschap)
Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD
‘De docent, Henk Danner, geeft heel erg inspirerend college. Voor mij werkt dat motiverend. Hij kan heel enthousiast vertellen en dat zorgt ervoor dat zijn college’s ook echt blijven hangen. Door de voorbeelden krijg je een goed beeld van wat hij bedoelt. Ik vind het vooral boeiend hoe alle onderdelen van het theater samenkomen. De combinatie van verschillende factoren maakt het onwijs interessant.’
Amsterdam, telefoon 020-5253981,
Jorine van Leeuwen
Aan dit nummer werkten mee
(18, theaterwetenschap)
e-mail: redactie@folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Marieke Buijs, Luuk Heezen, Wim de Jong, Vera Lentjes, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden, Danny Schwarz, Rosa van Toledo, Fien Veldman, Annemarie Vissers, Dirk Wolthekker Hadjar Benmiloud, Bob Bronshoff, Fred van Diem, Robbert Dijkgraaf,
‘Ik vind het college heel interessant en leuk. Je leert over de praktijk van een enthousiaste docent. Hij maakt het leuk om naar te luisteren door veel voorbeelden van voorstellingen te gebruiken. Sommige voorbeelden ken je niet, maar hij weet het zo duidelijk uit te leggen dat je een goed idee kunt vormen. Daar leer ik veel van. En soms herken ik een voorstelling die ik zelf heb gezien, dat maakt mij enthousiast.’
Julie de Graaf, Anouk Kemper, Bas
Niels Nuijten
Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn,
(21, theaterwetenschap) ‘Ik hoor hier altijd weer dingen die ik niet weet. Henk Danner houdt je bij de les. Ik denk dat dat komt door zijn humor. Soms is diezelfde humor ook verraderlijk, want het lijkt alsof hij alleen maar grapjes maakt. Ik moet dan niet vergeten de belangrijke zaken op te schrijven. Er komt uiteindelijk wel een tentamen natuurlijk. Dat er veel mensen te laat komen maakt me niet uit. Ik was ook meer toevallig dan bewust op tijd.’
Kocken, Marc Kolle, Denise van Leeuwen, Roos Menkhorst, Won Tuinema, Bas Uterwijk, Tjebbe Venema, Clara van de Wiel Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos Opmaak Hannah Weis, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider) Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl
deining ‘Ik stapte op junks af om hun te vragen hoe het was om te moeten leven van gejatte fietsen.’ Met een camera om haar nek won bij NOS-presentator Sacha de Boer de nieuwsgierigheid het van de terughoudendheid, in Volkskrant Magazine. ‘In landen als Cambodja of Vietnam is het een soort loterij of je een goed medicijn treft of niet.’ Volgens Farmaco-epidemioloog Thomas Dorlo moet Wereldgezondheidsorganisatie WHO actie ondernemen tegen medicijnen van slechte kwaliteit, in de Volkskrant. ‘Als iedereen in je omgeving zegt dat Obama een moslim is, dan is Obama een moslim.’ Schrijver Binnert de Beaufort beschrijft de zelfversterkende kracht van complottheorieën anno nu, in De Groene Amsterdammer. ‘Van aapjes kan de mens leren dat aanraking een cruciale rol speelt bij de ontwikkeling van de baby.’ Volgens bijzonder hoogleraar cognitieve neurobiologie Melly Oitzl kunnen jonge moeders veel leren van de dierenwereld, in Het Parool. ‘Links = zuur, rechts = lachen!’ Columnist Floor Rusman verwondert zich over de hoeveelheid lachsalvo’s op het VVD-congres, in nrc.next. ‘Sommige zaken kun je beter niet willen regelen.’ Wetenschapsonderzoeker Victor Toom waarschuwt ervoor dat, in het geval van een super-DNA-databank, iedereen die niet vrijwillig dna afstaat gearresteerd zal moeten worden, in de Volkskrant. ‘Uitgevers van apps weten vaak wel dat zij in overtreding zijn.’ Jurist Emre Yildrim toonde met zijn masterscriptie aan dat veel apps zich niet aan de cookiewet houden, in nrc.next. Opvallende quotes uit de afgelopen week van
de lezer
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
Karlot Bosch (22), theaterwetenschap, UvA ‘Wat een vette cover. Ik vind de afbeeldingen bij het paddo-onderzoek interessanter dan het verhaal zelf. Iets meer informatie dan twee woorden op de cover zou beter zijn. Soms zit ik hardop te grinniken om de stereotypes in “Toehoorders”. Ik probeer altijd te raden bij welke studies de studenten horen. Het is geruststellend om in “Wasdom” te lezen waar mensen met bepaalde studies terechtkomen. Helemaal als je, zoals ik, een studie doet waar je weinig mee kunt. Ik verdwaal regelmatig in het grote aanbod van activiteiten in Amsterdam. Op het prikbord en de Crea-agenda staan meestal goede tips. Ik realiseer me net dat ik Folia Magazine eigenlijk altijd van achter naar voren lees. Achterin staan de leukste rubrieken. Het stuk over quarterlife vind ik oninteressant. Er wordt zo veel geschreven over keuzestress, dat weet ik nu wel. Misschien raar, maar de titels van de promoties vind ik fascinerend. Soms ingewikkeld, soms één woord. De “Objectief ” ga ik bewaren. Ik ben zelf bezig met onderzoek naar de stadsuitbreiding van Amsterdam. “Drift” vind ik een Tina-rubriek. De Passies zijn niet altijd even bijzonder. Wel leuk dat er dit keer een medewerker in staat. Wat ik mis is cultuur. Op dit moment zijn de artikelen droog en wetenschappelijk. Een pagina met uitgaanstips of recensies over kunst en cultuur zou een goede aanvulling zijn. En ik lees liever Folia Magazine dan een recensie van een oude knakker in de Volkskrant.’ yyy tekst en foto Vera Lentjes
meer Folia
foliaweb.nl twitter.com/foliaweb facebook.com/FoliaWeb.en.Magazine
Deze week op Folia Web
Volgende week in Folia Magazine
Reflectie
Midden-Oosten
Als je enkele maanden bezig bent met je proefschrift, is een ochtendje reflecteren op de voortgang geen overbodige luxe. Een reportage.
Wat is er gaande in Israël en omstreken? Midden-Oostendeskundige Paul Aarts geeft tekst en uitleg.
Compromis
Troje
De medezeggenschap en het College van Bestuur bereiken een compromis over de inspraak bij het al dan niet afschaffen van opleidingen in het kader van de brede labels.
De mythische stad Troje leeft nog altijd voort in verhalen. Het Allard Pierson Museum draagt daaraan bij met een nieuwe tentoonstelling.
(voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien, mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
43