4 minute read
ZED sprak met François Ozon
from Cinema ZED programma september 2021
by Cinema ZED • DOCVILLE • Kortfilmfestival Leuven • DALTON • Zomerfilms
ZED SPRAK MET
François Ozon
De Franse topregisseur François Ozon heeft al meermaals zijn veelzijdigheid bewezen: van luchtige films als Huit Femmes en Potiche, over eerder controversiële of erotische titels als Jeune et Jolie of L’amant double, tot de elegante zwart-wit film Frantz of het serene misbruikdrama Grâce à dieu. Als de ware vakman die hij is, verfilmde hij de autobiografische roman van schrijfster Emmanuèle Bernheim tot een beheerste, gevoelige film gedragen door een sterrencast. Een gesprek.
Hoe heb je schrijfster Emmanuèle Bernheim leren kennen?
Ik ontmoette haar in 2000, toen ik aan het worstelen was met de verfilming van Sous le sable. Het scenario was niet goed en dus stelde mijn agent voor dat Emmanuèle het zou herschrijven. Hij dacht dat het wel zou klikken tussen ons en hij had gelijk. We werden vrienden. We hadden dezelfde smaak in films en ik hield erg van haar schrijfstijl.
Wat was je reactie toen je haar boek ‘Tout s’est bien passé’ in 2013 las?
Ik was enorm geraakt door haar ervaringen met haar vader. En ik hield van het ritme en de toon van het boek, de oplopende spanning… het voelde bijna aan als een misdaadroman. Emmanuèle vroeg of ik het boek wou verfilmen. Ik was er zeker van dat het een mooie film zou worden, maar het was zozeer háár verhaal. Op dat moment zag ik niet hoe ik het verhaal tot iets van mezelf zou kunnen maken.
Waardoor kon je het nu wel verfilmen?
Emmanuèle stierf aan kanker (in 2017, nvdr). Het was een manier om haar afwezigheid te overbruggen, om terug dichter bij haar te kunnen zijn. En misschien voelde ik me persoonlijk ook nu pas klaar om me echt in haar verhaal onder te dompelen. Ik heb vaak tijd nodig met de boeken die ik verfilm; tijd om uit te vissen hoe ik ze me eigen kan maken. Daarnaast wou ik ook al lang samenwerken met Sophie Marceau. We hadden al contact gehad en scenario’s en ideeën uitgewisseld, maar er was nooit iets van gekomen. Intuïtief wist ik dat dit het juiste moment en het juiste project was.
Je behandelt hier, net als in Grâce à Dieu, een sociaal probleem, maar de benadering is deze keer helemaal anders. Je kiest voor een meer intieme insteek.
Grâce à Dieu start ook bij persoonlijke ervaringen, maar zoomt al snel uit naar het grote verhaal erachter. Hier blijft het een persoonlijk verhaal. De film wordt nooit een debat over euthanasie. En toch voelde ik tijdens het filmen de intense stress die Emmanuèle ervaren moet hebben doordat onze samenleving (Frankrijk, nvdr) het niet toelaat een zelfgekozen dood te organiseren op een juridische en gestructureerde manier. De nabestaanden zouden die zware last en alle bijbehorende schuldgevoelens niet hoeven te dragen.
Je wou dus al langer samenwerken met Sophie Marceau?
Sophie Marceau is een actrice van mijn generatie. Ik ben als het ware met haar opgegroeid en ze heeft me altijd geboeid. Ik vond het geweldig om haar nu te filmen, nu ze een prille vijftiger is. Deze film is eigenlijk een soort van documentaire over haar, net zoals Sous le sable er een was over Charlotte Rampling. Sophie is niets aan het veinzen. Ze ìs er echt, ze is aanwezig, ze voelt en drukt haar gevoeligheid uit. In de keukenscène aan het eind, stort ze in en duikt ze in Serge’s armen. Zo had ik de scène niet geschreven. Ik wilde niet dat ze huilde. Maar Sophie voelde het anders, en ze had gelijk.
Vertel eens over de keuze voor André Dussollier om de onverbeterlijke vader te spelen.
Ik hield van André in de films van Alain Resnais en in Rohmers Le Beau Mariage. Hij was onmiddellijk enthousiast over het verhaal en had dadelijk voeling met het personage. Hij hield van de droge humor en hij bracht een heerlijke brutaliteit in zijn vertolking. We deden ook veel onderzoek naar beroertes om het zo realistisch mogelijk te maken. Andre’s zorgvuldigheid en zijn obsessie met geloofwaardigheid hebben de rol echt naar een hoger niveau getild.
Dit is al de derde keer dat je samenwerkt met Géraldine Pailhas.
Ik dacht onmiddellijk aan Géraldine voor de rol van Sophie’s zus. Zij begrijpt altijd meteen wat ik wil. Er was ook een echte chemie tussen haar en Sophie. Ze zijn heel verschillende persoonlijkheden, maar ze konden het uitstekend met elkaar vinden. Charlotte Rampling was de voor de hand liggende keuze om hun moeder te spelen. Het is een kleine, maar cruciale rol; haar aanwezigheid is erg belangrijk.
Nog laatste woorden?
Ik ben blij dat ik dit verhaal heb kunnen vertellen, maar ik wou dat Emmanuèle nog hier was. Ik had het geweldig gevonden om haar de film te kunnen laten zien. Ze was zo rechtuit en oprecht, ze had me zeker haar mening gegeven en ik had die erg belangrijk gevonden. Wat me vandaag gelukkig maakt, is dat de film mensen misschien zal aansporen om dit of een ander boek van haar te (her)lezen. (September Film / BG)