F m
R
oolcolo a
g
a
z
i
n
e
TE I BSL E W .N
Geluk
A K! DI E O E O WD LORM CEB
FA CO U P L IE .FOO OOK O N R WWW ONS E V LG VO
n u m m e r 9 1 | M A A R T 2 0 1 4 | g r at i s m a g a z i n e
2
Van de redac tie
Colofon Foolcolor is een magazine voor en door cliënten van Lentis Oplage: 2750 ISSN 1878-9943
Als je in de van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal kijkt bij het woord ‘geluk’ of op internet, dan valt het op dat er heel veel vormen van geluk bestaan. ‘Alles Kan Een Mens Gelukkig Maken’ is de titel van het liedje waarmee René Froger en Het Goede Doel vijfentwintig jaar geleden een grote nummer 1 hit hadden. Daaruit blijkt ook wel dat geluk iets is wat veel, zo niet alle mensen bezighoudt. Er zijn dan ook veel liedjes over geluk geschreven. Ook zijn er veel boeken waarin de hoofdpersoon op zoek is naar geluk. Dit nummer van Foolcolor Magazine staat in het teken van geluk. Redacteur Carin onderzocht of je van shoppen gelukkig wordt. Sjoerd schreef een grappige en als altijd goedgeschreven column over geluk en er zijn ook twee grote artikelen van onze in complotten gespecialiseerde redacteur Herman. Hij onderzocht o.a. of geld gelukig maakt. Er is dus genoeg te lezen over dit onderwerp. In dit nieuwe jaar, 2014, is er ook een nieuwe Dichter des Foolcolors. Het is Lianne van Gemert. In dit maartnummer kun je haar eerste bijdrage lezen. Foolcolor Media is ook weer verhuisd. We zitten nu in een gebouw in het uiterste zuidoosten van de wijk Vinkhuizen. Je kunt het nieuwe adres en telefoonnummer natuurlijk in dit nummer vinden. Het gebouw waarin we nu zitten is van WerkPro en er zitten verschillende afdelingen van WerkPro in, zoals Dagbesteding en Activering en Werken en Leren. Het is een vierkant gebouw met veel ramen. Van binnen is het gezelliger dan het er van buiten uitziet. O ja, nog even over geluk: Ikzelf word nogal gelukkig van de lente die weer aangebroken is en ik hoop voor jou hetzelfde. Ik wens je veel plezier en geluk met dit vrolijke lentenummer van Foolcolor Magazine.
Redactie Gijs van der Paauw, Chris van Boetzelaer, Erik Bies, Arjen Zijlstra, Anna de Ruiter, Herman Beens, Sjoerd Hesselmans, Carin Roelofs, Arda Pieterman Eindredactie Ine Paulien Weijer Fotografie Fotobureau Foolcolor M edia: Thea Mulder, Annet Ritsema, Joshua Keller Illustraties, cartoons Margje Molenkamp-van den Berg, Anna de Ruiter, Eriko, Henk de Vries, Vormgeving Ria Santing Druk en af werking Drukkerij Drupon Cover Janine Spoelman Foto achterk ant Joshua keller Macrofoto Hoefijzer Janine Spoelman Redactieadres Foolcolor Media Zilverlaan 2 9743 RK Groningen Telefoon 050 - 3175288
• Erik Bies
Website www.foolcolormedia.nl E-mailadres redactie@foolcolormedia.nl Projectondersteuners Ine Paulien Weijer Marianne de Lange Telefoon: 050 - 3175288 Foolcolor Media is een werkproject van Lentis
Juni nummer Thema Rouw en Verlies Inzenden kopij vóór 26 maart 12 uur
Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaardt de redactie geen aansprakelijkheid. Tevens behoudt zij zich het recht voor advertenties en ingezonden kopij, zonder opgave van reden, te weigeren, in te korten en/of taalkundig te bewerken. Publiceren onder pseudoniem mag, mits naam en adres bij de redactie bekend zijn.
3
Thema
Inho d
4 6 8 10 12 14 15 16 18 20 21 22 23 24 25 26 28 30 33
Geluk shop je niet bij elkaar Geluksdictatuur Geluk is subjectief Geluk is relatief Goed verhaal: Bezemsteel Spons
6
Steekje los & Huisdier van MuriĂŤl Hoen Bekende gevallen: Friedrich Nietsche Gijs op reis Geluk en zelfhulpboeken Boekrecensie: Geluk is ook niet alles & SupercliĂŤnt
Thema
Gedicht Fred van der L0uw Op een rij & Neus en Neus Bericht van Bies & Petje en von Puckhausen Gedichten Diana van Landeghem AGIH: Waanzinnig gelukkig In Therapie: Zelfhulp in de verslavingszorg Kees Peerdeman, kunstenaar Postvak in
25
4
Thema: Geluk
Geluk shop je niet bij elkaar De Drie Dwaze Dagen, Het Prijzencircus, SALE.. als consument word je continu in verleiding gebracht. Vooral vrouwen blijken voor al deze aanbiedingen gevoelig te zijn. Maar als je toegeeft aan je shopzucht, word je dan gelukkiger?
W
elke dochter vindt het nou niet leuk om samen met haar moeder een middagje te shoppen? Shoppen is op zichzelf een prettige bezigheid voor de meesten. Van te voren verheug je je op het scoren van mooie koopjes, de zogenoemde voorpret. Maar wat geeft nou het beste gevoel? Vooraf? Tijdens of erna? Eindelijk heb je iets moois gekocht en dat geeft je een goed gevoel. Helemaal als het artikel in de uitverkoop is. Helaas blijkt echter dat het geluk dat je ervaart van korte duur is. Wie shopt om een beter gevoel te krijgen komt bedrogen uit. Uit onderzoek is zelfs naar voren gekomen dat shoppen uiteindelijk ongelukkiger maakt. Toch shoppen velen van ons regelmatig omdat we denken dat het goed is voor ons ego. Van hobby tot verslaving Voor velen van ons is shoppen een hobby geworden. We kopen niet alleen omdat we echt iets nodig hebben, maar ook om onszelf een plezier te doen. Het is vaak een sociale activiteit die deel is gaan uitmaken van ons leven. We zijn continu op zoek naar een shoporgasme: het moment van euforie dat juist verslavend kan werken. Ook koppelen we het shoppen aan gezelligheid en daar schuilt gevaar in. Je kunt je maar beter afvragen waarom je shopt. Als je gaat winkelen om je humeur te verbeteren, dan ben je verkeerd bezig. In dat geval loop je het risico om verslaafd te raken aan shoppen. Met name vrouwen blijken gevoelig te zijn voor een koopverslaving, maar er zijn ook mannen die verslaafd kunnen raken aan de kick van het kopen. In het algemeen zijn vrouwen verslaafd aan het kopen van kleding en schoenen en mannen blijken vaak een zwak te hebben voor gereedschap. Zolang je niet in de schulden raakt lijkt er niets aan de hand, maar een koopverslaving is ernstig en vergelijkbaar met een alcohol- en drugsverslaving. Je hebt er eveneens steeds meer van nodig om hetzelfde effect te bereiken.
Psychologie achter shoppen Shoppen lijkt onschuldig, maar een groot deel van de bevolking raakt verslaafd aan shoppen. Wie denkt dat hij of zij gelukkiger wordt van shoppen heeft het mis. Er is sprake van kortstondig geluk en dat is dus niet blijvend. Een aantal van ons denkt dat je jezelf kunt belonen met kopen, maar de werkelijkheid is anders. Je praat jezelf aan dat je een goed gevoel krijgt door het shoppen. Voor velen is het een uitlaatklep geworden, een manier om je ei kwijt te kunnen. Je kunt je geluk echter beter zoeken in andere, niet materialistische dingen, zoals een goed gesprek met een vriend(in) of een wandeling in het bos. Om dat te doorzien moet je eerst beseffen dat je koopverslaafd bent. Waarom shop je om gelukkiger te worden? Als je thuis je aankopen bekijkt, komt er al gauw een schuldgevoel naar boven: heb ik die nieuwe schoenen wel nodig? Heb ik al een jurk voor die speciale gelegenheid? Het resultaat is dat we juist een ontevreden gevoel krijgen. Chemie van shoppen Misschien kunnen we er voor een deel niets aan doen dat we in de verleiding komen om te shoppen. Onze hersenen spelen namelijk een rol bij het geluksgevoel dat even opduikt. Het blijkt dat als je iets moois koopt er een geluksstofje vrijkomt met de naam endorfine. Dit gegeven maakt het begrijpelijk dat we het risico lopen om verslaafd te raken aan het kopen. Hierbij is het beloningssysteem in de hersenen betrokken dat ook een actieve rol speelt bij andere verslavingen. Het gevoel van trek neemt toe doordat je steeds dat prettige gevoel wil oproepen. Net als een verslaving heb je steeds meer van dat prettige gevoel nodig. Als je weer een aankoop doet, wordt er weer een signaal afgegeven aan het beloningssysteem. Op deze manier wordt het systeem in stand gehouden.
Het shoppen is dan een vorm van zelfmedicatie: het beloont de hersenen die uit zichzelf niet zo goed in staat zijn te genieten. Met andere woorden, het lijkt erop dat de hersenen van degenen met een koopverslaving minder in staat zijn om te genieten. Zo kun je je koopgedrag wijten aan een defect van je hersenen. Alles onder controle? Shoppen is op zichzelf niet verkeerd, zolang je het maar in de hand houdt. Zodra je gaat liegen over je aankopen en spullen gaat verstoppen voor anderen, is het een probleem geworden. Dan is het tijd om een halt toe te roepen aan het winkelen. Haal boodschappen doen en winkelen niet door elkaar. Natuurlijk moet je de winkel in om in je behoeften te kunnen voorzien. Probeer juist wel te genieten van het kopen als je echt iets nodig hebt, als je schoenen zijn versleten bijvoorbeeld. Dit kan een gezonde kick genoemd worden. Maar wees je bewust van de verslaving die op de loer kan liggen. Als jij maar de controle houdt is er niets aan de hand en je portemonnee moet ook gelukkig blijven. En troost jezelf met de gedachte dat je lang niet de enige bent die gevoelig is voor een koopverslaving. Anders shoppen Je kunt maar beter niet de illusie hebben dat shoppen je gelukkiger maakt. Zeker niet op de lange termijn. Shopgeluk is van hele korte duur. Mogelijk geniet je even doordat het stofje endorfine vrijkomt. De meesten geven aan dat ze uiteindelijk, aan het einde van de dag, ongelukkiger zijn. Vaak krijgen we spijt van onze in wezen overbodige aankopen. Wees creatief en ga nadenken over niet materialistische zaken die per saldo gelukkiger maken. Er is meer dan je nu kan bedenken. Je bent beter af met blijvend geluk. Verzamel mooie herinneringen in plaats van schoenen of gereedschap. • CarinRoelofs • Foto: Janine Spoelman
5
6
Thema: Geluk
Geluks
dictatuur
Zoals in de jaren ’60 zelfontplooiing in de belangstelling stond en voor iedereen haalbaar leek, zo is het nu mode om gelukkig te moeten zijn. We leven immers, ondanks de crisis, in een welvarend land. Nog wel. Reclame, tijdschriften en televisie scheppen een beeld alsof geluk voor iedereen voor het grijpen ligt. We hebben er recht op en voelen we ons toch ongelukkig dan vinden we dat onacceptabel. Hoe kan het ook anders want geluk is te koop zo wordt ons voorgehouden. Er is sprake van een geluksdictatuur. We denken dat we het zelf in de hand hebben. Wie met het verkondigen ervan begonnen is weet ik niet maar tegenwoordig schijnt ook geluk te koop te zijn.
H
elaas worden we met veel illusies opgescheept. Een goede opleiding zou een goede baan, geld, een koophuis, een gelukkig huwelijk en nog veel meer opleveren. Voor degenen die geen werk kunnen vinden niet getreurd, slechts een kleine vijftig procent vindt zijn of haar werk leuk. De moderne mens met zijn maakbaarheidsgeloof moet echter wel gelukkiger worden, crisis of niet. Met minder nemen we echt geen genoegen. In goed gezelschap Wanneer u hierin gelooft en meedoet in de rat race dan staat u nog iets te wachten. De kans is groot dat op een gegeven moment hard werken, plannen en spaarzaamheid veranderen in werkverslaving, obsessies en gierigheid. Stel u gaat steeds harder werken om steeds meer te consumeren om alsmaar gelukkiger te worden. Als u niet goed uitkijkt dan bent u op negatieve manier met uzelf bezig én met het vergelijken met anderen. Als het zover komt, dan bent u in een dubbele val gelopen maar wel in goed gezelschap. Bijna al uw buren doen ook mee. Kijk alleen maar naar hun auto’s. U wordt gelukkig? Veel geld en ook macht verandert mensen. Vrijwel niemand schijnt zich dat te realiseren. Ik ken veel mensen met geld en sommigen hebben een abonnement op ongeluk gekregen! Het begint met hoge eisen te stellen. Je behoort nu immers tot de bijzondere, gelukkige happy few. U hebt nu veel geld en macht en vaak ook nog status of roem erbij, recht op meer en een bijzondere behandeling. Hoe meer hogere eisen u echter stelt hoe meer teleurstellingen u kunt verwachten.
Het is heus niet zo dat toevallig alleen Oprah Winfrey stampvoetend in een Zwitserse winkel betrapt is. Als u arm bent geloofd u het niet maar rijken krijgen ook schooiers aan de deur. Dit zijn ook bijzondere mensen die denken dat ze in de winst mee mogen delen. Wie is er nog te vertrouwen van de vele mensen die nu naar u toekomen? Wat zijn de intenties van de man die zegt van uw dochter te houden? Wie zijn uw echte vrienden? U zult er waarschijnlijk nooit achter komen. En het blijft knagen. Ondanks uw vermogen is het gras groener bij de buren. Dit zit zo dominant verankerd in de genen van zoogdieren dat ook u er niet aan ontsnapt. Indien u vaker fantaseert over uw secretaresse dan over uw vrouw neem dan een secretaris. Dat is voor iedereen beter. Wat nog meer Verder zult u veel jaloersheid en roddel op uw weg vinden. Als het heel erg tegenzit, wat zomaar kan, dan wordt u het slachtoffer van geweld en diefstal. En als klap op de vuurpijl bent u uw hele leven lang bang dat uw vermogen zal krimpen. U vindt uzelf bij Action, wanhopig zoekend naar goedkope rotzooi. Zonder dat u het zich realiseert bent u gierig gewordenHet is dan triest dat anderen constateren dat u minder geld uitgeeft dan de mensen op het minimum. Ik had zo’n oom, geen licht aan ’s avonds, geen centrale verwarming toen dat beschikbaar kwam en als warme maaltijd rijst gekookt in melk. Hij is op een vreselijke manier gestorven. Het duurde jaren. Mijn broer erfde twee miljoen. Zomaar wat uitwassen die u kunnen overkomen. Het zijn ‘sterke schouders die de weelde kunnen dragen’, zei men terecht vroeger al.
Tweedeling in geluk? Door gerenommeerde filosofen zoals Herbert Marcuse is ons voorspeld dat de voortgaande automatisering van de arbeid een paradijs van vrije tijd zou scheppen. Hobby’s, zelfontplooiïng en geluk zouden om de hoek liggen én zouden voor iedereen gemakkelijk bereikbaar zijn. We hoefden immers maar maximaal twee dagen per week te werken. Wat een geluk. Die automatisering dan. Deze voorspelling is niet uitgekomen. De automatisering en later de informatisering hebben het voorspelde geluk niet gebracht. Erger nog, niet alleen werd het werk saaier maar er is ook een tweedeling in de maatschappij ontstaan: de haves en have nots. Zeg maar de kanslozen en kwetsbaren zonder werk en met beperkte consumptiemogelijkheden. Voor deze mensen lijkt geluk niet weggelegd. Is dat wel waar? Er zijn genoeg have nots die wel gelukkig zijn.
Kan het anders? Met de geluksdictatuur zijn volgens mij minstens twee belangrijke dingen mis. Je hebt ten eerste geen geld, status of macht nodig. Zelfs als je ze hebt kun je je steeds ongelukkiger gaan voelen.Daarnaast dragen geld en macht maar 10% bij aan ons geluk. In het boek: ‘De maakbaarheid van geluk’ wordt uitgelegd dat 50% van ons geluk afhangt van onze gedachten en gedragingen. Met andere woorden we moeten ons geluk van binnen zoeken. Geld en andere vervangers brengen ons niet ver. Maar stel nu dat we weer ons best gaan doen om zelf onze toekomst vorm te geven? We gaan dan uitzoeken wat er nu echt belangrijk is in ons leven. Wat kan geld niet kopen? En is dat niet belangrijker? Dan gaan we misschien ontdekken wat voor ons echt geluk is. • Herman Beens • Foto: Janine Spoelman
7
8
Thema: Geluk
Geluk is subjectief
Geluk is tegenwoordig een hot item. Iedereen lijkt te streven naar geluk. Er zijn inmiddels vele boeken verschenen die geluk verkondigen. Als je niet gelukkig bent hoor je er niet bij, zo lijkt de tendens. Ben je verantwoordelijk voor je eigen geluk? En schieten we niet door? Zijn er grenzen aan geluk? Maarten Vos, klinisch psycholoog en verbonden aan het UCP (Universitair Centrum Psychiatrie), geeft antwoorden. Samen creëer je geluk r is in de loop der jaren veel onderzoek gedaan naar geluk. Dit onderwerp houdt velen bezig. Volgens Maarten Vos is het streven naar geluk een belangrijk onderdeel van het leven. De mens is een sociaal wezen en heeft de behoefte om lief en leed met anderen te delen. Ons geluk is mede afhankelijk van de ander. Je kunt echter zelf invloed uitoefenen op je eigen geluk. ‘Het is belangrijk dat je positieve dingen in je leven hebt, waar je tevreden over bent’, vertelt Vos. Het gaat erom dat we ons gesteund voelen en ook dat we de medemens kunnen steunen. Met andere woorden, we creëren samen ons geluksgevoel. Geluk ligt dus niet alleen in jezelf besloten, maar is ook afhankelijk van anderen om ons heen.
E
Grenzen aan geluk Misschien zijn er op zichzelf geen grenzen aan geluk. ‘Het hangt af van hoe je naar geluk kijkt. Kleine dingen kunnen gelukkig maken, maar grote dingen tegelijkertijd ook,’ verklaart de psycholoog. We kunnen echter niet altijd gelukkig zijn, want we hebben er geen totale controle over. Maar in principe kun je altijd weer gelukkige momenten ervaren. De mate van geluk verschilt altijd. Vos vertelt: ‘Er is geen maat voor geluk. We kunnen geen twee meter geluk krijgen, maar aan de andere kant is er ook geen grens aan ongeluk.’ We zouden ons kunnen afvragen of we zelf grenzen aan geluk moeten stellen. Geluk kan ook een obsessie worden en dat is natuurlijk een teken dat je te ver doorschiet.
Ongeluk Het is moeilijk te zeggen waarom iedereen tegenwoordig maar gelukkig moet zijn, maar je kunt erover speculeren. Hij merkt op dat er steeds minder tolerantie is voor ongeluk en negatieve dingen. De psycholoog merkt op: ‘Alles moet maakbaar zijn. Je moet gelukkig zijn.’ Hij geeft een voorbeeld: ‘Men praat over het ‘overwinnen’ van kanker. Alsof je verslagen voelen geen optie is. Je kunt geen pech hebben in het leven.’ Maar is dit de juiste manier om ermee om te gaan? Het lijkt erop dat er geen ruimte is voor pech. Vos vervolgt: ‘Het lijkt er soms op alsof je zelf verantwoordelijk bent voor je geluk of ongeluk. Je moet vechten voor of werken aan geluk.’ Vos geeft mee dat we niet de illusie moeten hebben dat we nooit ongeluk mogen hebben. Mislukking hoort nu eenmaal bij het leven en dat kun je niet veranderen. Een mogelijke verklaring voor deze algemene houding: misschien dat het een tegenreactie is op de crisis. Ter uitleg: ‘Op bepaalde punten gaat het slechter. De crisis hebben we niet in de hand, maar geluk voor een deel wel.’
Subjectief Op zichzelf zitten er geen haken en ogen aan geluk, aldus Vos. Als je erover nadenkt blijkt het een moeilijk verschijnsel te zijn. Geluk zou je anderen moeten gunnen. Als je streeft naar geluk als doel op zich dan loop je het risico dat je erin verzand. Geluk blijkt subjectief te zijn: wat voor de een geluk is, is voor de ander ongeluk. Vos geeft een voorbeeld: ‘Het ene koppel is heel blij en gelukkig met de komst van een kindje en voor een ander koppel, bij wie het moeilijk is om de kinderwens in te vullen, is het moeilijk om mee te voelen in dit geluk. Zij voelen zich er ongelukig bij, omdat het voor hen gevoelig ligt.’ Samenvattend: geluk is tweeledig. Geluksgevoel is prettig en er is niets mis mee, maar als we ongeluk uit ons leven willen bannen, ontken je dat ongeluk net zo goed bestaat. ‘Jouw geluk staat in relatie met anderen. Eenzelfde gebeurtenis doet zich voor en voor de een is dat goed nieuws en voor de ander juist niet,’ zegt de psycholoog. Dit laatste geeft aan dat we geen totale controle hebben over geluk en dat we ons bij bepaalde situaties moeten leren neerleggen en dat we ze moeten accepteren.
Maakbaar geluk Maakbaar geluk is niet per se negatief of positief. In een aantal gevallen is het goed dat het bestaat. We kunnen ons leven aangenamer maken dankzij de technieken die zich steeds verbeteren. Vos legt uit: ‘Je vergroot de kans dat iemand wensen kan vervullen, waardoor het persoonlijk geluk toeneemt.’ Maar bijvoorbeeld IVF en plastische chirurgie zijn geen garantie voor geluk. Als je iets laat veranderen betekent dat niet automatisch meer geluk. Toch bestaat de mogelijkheid dat je je geluk vergroot. Een operatie kan echter ook negatieve kanten hebben. Plastische chirurgie kan bittere noodzaak zijn, maar we kunnen er ook in doorslaan. Mensen kunnen teveel bezig zijn met een ideaalbeeld. Dit is een persoonlijke kwestie. Voor een aantal van ons is het moeilijk om gelukkig te zijn met imperfectie en lopen zij het risico om teveel aan zichzelf te gaan sleutelen zonder er gelukkig van te worden. Je kunt je voorstellen dat iemand met flaporen kiest voor een ingreep. Dat vinden we logisch en acceptabel. Maar waar ligt de grens van maakbaar geluk? Vos geeft antwoord: ‘Voor iedereen is geluk niet hetzelfde en dat hangt samen met je ideaalbeeld. Geluk hangt van meer af dan alleen je uiterlijk of prestaties of werk.’ Concluderend: geluk hangt af van vele factoren en is voor ieder mens verschillend. • Carin Roelofs • Foto: Joshua Keller
9
10
Thema: Geluk
Geluk is relatief Net als gezondheid en ziekte zien de meeste mensen geluk en ongeluk als zwart-wit. Je hebt het dus of niet. Gelukkig is dat niet echt zo, er is meer onder de zon en je hebt er zelf wel invloed op. Het klinkt tegenstrijdig maar als je een beetje ongelukkig bent dan kun je best tevreden zijn. Maar ook kun je als gelukzoeker in een vervelende doodlopende weg terecht komen.
E
en beetje ellende maakt gelukkiger. Alles went, je kunt het zo gek niet verzinnen of na verloop van tijd wordt het voor de meeste mensen gewoon. Zelfs onze hersencellen zijn onderworpen aan gewenning. Denk bijvoorbeeld aan alcohol-verslaafden waarbij de hersenen om steeds meer bier schreeuwen. Sommige getraumatiseerden herbeleven en zoeken wat ze gewend zijn. Het is bekend. Gelukkig gaat het bij de meeste mensen niet zover. Na een periode van tegenslagen volgen meestal betere tijden. Zo is het leven. Juist deze afwisseling van voor en tegenspoed doet bijna iedereen waarderen en voelen dat het weer goed gaat. Het geluk wordt omarmd totdat het leven weer een wending neemt. Als extra troost kan ik je meegeven dat niemand alleen maar gelukkig is. Vraag het gerust na bij alle mensen die je kent. Ben je dan nog niet overtuigd kijk dan eens goed naar het nieuws over tv sterren die ook hun ups en downs hebben.
de naakte cijfers Bij het stijgen van de welvaart die gemeten is bij alle landen ter wereld, blijft het geluksniveau van de burgers gelijk. Alle voordelen die een grotere welvaart met zich meebrengt ten spijt, het brengt, wereldwijd, geen extra geluk!!! Een ander feit is dat alleen bij de Happy Few, minder dan 1% van de bevolking, men iets gelukkiger is. De verschillen zijn echter groot. Dat betekent dat er ook veel ongelukkige rijken zijn. Er staan dus niet alleen maar verzinsels in de roddelbladen, het is maar dat je het weet. Als laatste zijn er cijfers over het geluksniveau voor de armen. Iemand die onder de duizend euro per maand zakt voelt zich wel steeds ongelukkiger. Wanneer het inkomen steeds verder daalt: je dan te weinig eten hebt, geen beschutting van een huis, in een onhygiĂŤnische toestand leeft en geen toegang hebt tot gezondheidszorg, ja dan wordt je steeds ongelukkiger. Hoever gaat het geluk van de minima de komende jaren omlaag nu ze steeds verder onder de duizend euro zakken?
11
Wat geld niet kan kopen Het mooie van geluk is dat er vooral ook dingen mee bedoeld worden die niet met geld te koop zijn. Wat dacht je van genieten van een zonsondergang of van de roes na het hardlopen? Als we vaak genoeg plezierige gevoelens zouden hebben, dan zouden we gewoon tevreden kunnen zijn. Is dat niet genoeg? Als je als mens gewoon respect voor je behoeftes ondervindt, dat lijkt me veel belangrijker. Je hebt een talent en vind er ook nog erkenning voor, misschien ben je dan niet rijk maar je voelt je wel rijk! Niet alleen liefde is niet te koop, prestaties zoals het halen van een diploma of het winnen van de Tour de France ook niet. Nou ja, even dan maar zelfs Lance Armstrong moest zijn medailles toch inleveren. Lijstjes Eén manier om uit een doodlopende weg te komen, als je het zoeken naar geluk moe bent, is om een lijstje te maken. Je kunt een lijst maken van voordelen van bijvoorbeeld rijk zijn. Op het eerste gezicht lijkt het moeilijk maar het is wel zo dat je ook een lijst met nadelen van rijk zijn kunt maken. Zo kun je tot een afgewogen oordeel komen. Vul die lijstjes in, slaap er een paar nachten over, praat er met vrienden over, kijk en lees veel nieuws en probeer dan nuchter die lijstjes opnieuw in te vullen. Met de wetenschap van nu zou het mij niet verbazen als je kiest voor een realistischer en beperkter doel als respect of erkenning of… tevredenheid! Slot Indien niets helpt wordt het tijd om je erbij neer te leggen. Dan wordt het tijd voor een andere aanpak. Een menselijke eigenschap is dat verandering vaak mogelijk is, wanneer je het probleem domweg accepteert dan vindt verandering vaak spontaan plaats. • Herman Beens • Foto: Joshua Keller
12
Goed verhaal
Bezemsteel O
ns broertje kan elk moment gaan huilen. Door de hagel kan ik zijn gezicht niet goed zien. Maar ik weet hoe hij knalrood wordt onder zijn blonde haar, hoe zijn mond vertrekt in een aapachtige grijns. Hard brullend. Tranen en snot. Snot, druipend over zijn mond en kin. Meestal rent hij zo hard mogelijk naar mama. Kruipt op haar schoot, terwijl wij op onze kop krijgen. Of we hebben hem gepest, of we hebben niet goed op hem gepast – straf krijgen we sowieso. Ons broertje is best lief, maar soms hebben we een hekel aan hem. Kleine brulaap... Nu kan hij niet naar mama vluchten. We zijn op weg naar school. Stiekem hebben we niet het zandpad genomen maar de polderweg, helemaal om het dorp heen. Lena kijkt op haar horloge (waar ik heel jaloers op ben) en zegt: ‘Het is nog vroeg genoeg. We gaan langs het huis van de heks, dat is spannend.’ Kleine zeikerd durft natuurlijk niet. Ik zeg dat hij zich niet moet aanstellen. Wankelend op mijn fiets probeer ik achterom te kijken. Bijna val ik om. In een flits zie ik zijn gezicht, knalrood, ogen dichtgeknepen tegen de wind en de hagelstenen. ‘We moeten stoppen,’ schreeuw ik naar mijn zus, ‘Robbie kan niet meekomen!’ We stappen van onze fietsen. Kijken achterom. Als hij merkt dat wij naar hem kijken, gooit hij zijn fiets op de grond en gaat demonstratief midden op de weg zitten, het hoofd in de handen. Overal om hem heen is de hemel, donker en woest. We leggen onze fietsen in de berm en lopen naar hem toe. ‘Robbie,’ zegt Lena streng, ‘we komen veel te laat!’ ‘Kan me nie schelen. Ik kan niet meer.’ ‘Robbie...!’ dreigt ze. ‘Hij kan ook nog maar net fietsen,’ zeg ik voorzichtig. ‘Begin jij nou ook al! Ik kon toch niet weten dat het zou gaan hagelen en bovendien is het net zo goed jouw schuld! Jij wou hier ook langs!’ Ik weet niet wat voor antwoord ik moet geven. Stomme trut, denk ik, maar ik zeg het niet hardop. ‘We doen de mutsen op en we gaan lopen,’ beslist ze. (Onze mutsen zijn stomme, gebreide kriebeldingen. Zodra we uit het zicht zijn, doen we ze af en stoppen ze onder de snelbinders. Dat is slimmer dan in de tas: als het geregend heeft, zien ze op school misschien dat onze mutsen nog droog zijn. Dan worden we verraden).
Ons broertje is opgehouden met huilen. We lopen alledrie naast elkaar, want we denken niet dat er auto’s zullen komen. Ik heb mijn fiets vast aan de rechterhand en het verkleumde handje van Robbie in de linker. Lena loopt met twee fietsen. De wind giert, slaat ons om de oren. De weg is eindeloos lang en recht. Heel ver weg, in de bocht, ligt het huis van de heks. ‘Dapper zijn wij, hè,’ roep ik opgewekt. Robbie kijkt boos naar me op. ‘Dit zijn niet eens hagelstenen.’ ‘Wat zijn het dan?’ ‘Bakstenen! Ze doen zeer!’ ‘Bij ons doen ze ook zeer, hoor.’ ‘Bij mij meer want ik ben de kleinste.’ ‘Je bent een kleine etterbak. We sluiten je straks op in het huis van de heks. Dan moet je je vinger door de tralies steken en dan voelt ze of je al een klein, vet varkentje bent geworden.’ ‘Niet waar! Niet waar!’
Mijn zus heeft al een tijd niets meer gezegd. We lopen voorover gebogen tegen de storm in, maar zij kijkt telkens achterom. ‘We moeten naar dat huis toe,’ zegt ze plotseling. ‘Ha, ha, ha.’ ‘Het is geen grapje. Kijk maar,’ zegt ze en wijst achter zich. Op dat moment scheurt een bliksemflits de hemel doormidden. Vlak daarna horen we gerommel. Ons broertje begint weer te jammeren. We sleuren hem mee, roepen boven het donderen en rommelen uit dat het gelogen was, dat er helemaal geen heks woont, dat onweer heel gevaarlijk is en dat we naar binnen moeten... Als we buiten adem bij het huis aankomen, smijten we de fietsen tegen een hek en kijken verwilderd om ons heen. We vinden een smal paadje. Takken slaan ons in het gezicht. Er is een houten deur, waaraan een grote klopper hangt. Lena laat hem tegen het hout vallen. Bonk, bonk, bonk. Er gebeurt niets. Bonk, bonk. Nog niets. Bliksemflitsen boven ons hoofd. We timmeren met onze vuisten tegen het hout. Ons broertje verschuilt zich achter ons, stokstijf. Plotseling knarst er binnen iets (een grendel?) en kraakt de deur langzaam open. Robbie grijpt naar mijn hand. Er staat een oud vrouwtje in de deuropening. Ze heeft wit haar in twee vlechten, die over haar boezem hangen. Ze draagt een rare fluwelen jurk, maar ze lijkt helemaal niet op een heks. Eigenlijk lijkt ze een beetje op onze oma. ‘Kinders,’ zegt ze en kijkt ons aan. ‘Zijn jullie... ach, kom maar gauw binnen.’ Opeens hebben we alledrie tranen in de ogen. We schamen ons. Lopen achter haar aan, een gang door, dan een keuken in. Het is er warm. We zien een vuur in een open haard. Robbies mond valt open. Wij kennen alleen gewoon vuur, buiten, als papa takken en bladeren uit de tuin verbrandt. ‘Gaan jullie daar maar zitten.’ Er staat een houten bank bij de open haard. We gaan alledrie zitten, tegen elkaar aangedrukt. Bij onze voeten verschijnen plasjes water op de tegels. Mijn wangen gloeien; ik sjor de wollen muts van mijn hoofd. Het oude vrouwtje schuifelt naar een kast. Ze heeft pantoffels aan. Nu pas zie ik dat ze helemaal geen rare jurk draagt, dat het gewoon een ochtendjas is. Ze schuifelt terug en geeft ons handdoeken. ‘Dank u,’ zeggen we beleefd. Lena en ik boenen ons haar totdat het bijna droog is. Ons broertje heeft zijn handdoek op zijn schoot liggen en staart haar aan. Ze helpt hem mee. Hij laat haar begaan, glimlacht zelfs. Opeens vraagt hij: ‘Bent u een heks?’ ‘Robbie...,’ sissen we. Maar het oude vrouwtje begint te lachen. Wij lachen ook, zelfs Robbie. We lachen alledrie zo hard, dat we opnieuw tranen in de ogen krijgen.
13
Later, als we buiten bij de fietsen staan, vragen we ons broertje wat er aan de hand is. ‘Het was toch een aardige vrouw?’ We kregen handdoeken en warme melk. Ze belde de school op dat we later zouden komen. We mochten blijven totdat het droog zou zijn geworden. De regen striemde tegen de ruiten, maar bij het vuur was het lekker warm. ‘Kijk,’ fluisterde ik tegen mijn broertje en zus, ‘er komt damp van ons af...’ Maar Robbie zei niets meer. Hij zat tussen ons in, trillend, met grote ogen starend naar een donkere hoek in de keuken. De melk dronk hij niet op. We vragen het hem nog een keer. ‘Wat is er nou?’ ‘Zagen jullie dat dan niet’, barst hij verontwaardigd uit, ‘in die hoek stond een bezemsteel!’
• Arda Pieterman • Illustratie: Margje Molenkamp - van den Berg
14
‘Spons’ is het pseudoniem van José Bakker. José is kunstenares en publiceert in elke Foolcolor een nieuw werk.
Column
Het huisdier van... Muriël Hoen
Steekje los WAAR TE VINDEN
V
andaag ga ik er eens op uit. Ik voel me nu al zo lang niet happy. Vandaag ga ik er wat aan doen. Eerst maar eens naar de winkel. Maar als ik vraag of ze ook geluk verkopen, kijken ze me alleen maar vreemd aan. “Geluk ligt gewoon op straat” wordt mij verteld. Goed, dan de wandelschoenen maar aan en op pad. Ik kijk goed om me heen. Nergens zie ik het. En er lijken ook niet veel mensen rond te lopen die het wel hebben gevonden. Misschien ligt het dan niet in de stad, maar in de natuur. Een boswandeling is vast een goed idee. Zodra ik in het bos kom, voel ik me al een stuk beter. Het is er heerlijk rustig, met alleen de geluiden van wind en vogels. Goed, dit neem ik mee naar huis. Maar ja, zodra ik het bos uit loop, voel ik me weer diep ongelukkig. Dit is het dus ook niet. Ontmoedigd ga ik die avond naar bed. Ik weet het nu zeker: Geluk is nergens te vinden. De volgende dag kom ik iemand tegen die er stralend gelukkig uitziet. Dit is mijn kans. Ik stap op haar af en vraag: “Waar heb jij het geluk gevonden?” Ze zegt niets, maar geeft me alleen een bijbel. Wat moet ik daar nu mee? Vind ik daarin mijn geluk? Ik geloofde het niet, maar ze had gelijk. Ik hoef niet verder te zoeken.
I
k zoek Muriël (39) op in haar flat in Haren. Ze vertelt me dat ze als ervaringswerker werkt bij het Bureau Ervaringsdeskundigheid Lentis (BEL) en dat dat haar goed bevalt. Maar nu gaan we het over haar levende have hebben, de hondjes Maiky (een vlinderhondje van drie jaar) en Cindy (een kruising tussen een chihuahua en een dwergpincher van dezelfde leeftijd). Over hun karakter zegt Muriël: ‘Ze zijn allebei heel aanhankelijk. Maiky is wat eenkenniger. Hij luistert ook vrij goed maar in een nieuwe omgeving wordt hij wat drukker en onrustiger. Hij is heel sociaal naar andere dieren, ook katten en cavia’s. Cindy is een heel knuffelig hondje. Echt een allemansvriendje. Ze is wat onzekerder bij andere honden. Dat komt omdat ze in een gezin met vijf andere honden woonde waar ze niet goed bij paste. Ze luistert wat minder goed omdat ik haar niet zelf heb opgevoed. Nu Cindy en Maiky wat langer samen zijn, zijn ze dikke vriendjes. Ze zijn echt gek met elkaar.’ De hondjes brengen Muriël niet alleen gezelligheid. ‘Het is voor mijn stemming heel goed geweest. Het geeft mij veel structuur. Als je ’s ochtends geen zin hebt om op te staan dan moet dat wel, want je moet de hondjes uitlaten.’ Ze gaat ook geregeld op stap met haar trouwe viervoeters. ‘Ik neem ze wel eens mee op de fiets. Maiky zit dan voorin in een mandje en Cindy achterin in de fietstas. Cindy zit wel vast aan de riem anders springt ze er zo uit. Maiky blijft wel zitten. Dat heb ik hem zo geleerd.’ Concluderend zegt Muriël over Maiky en Cindy: ‘Ze zijn voor mij heel belangrijk omdat ik alleen woon. En met die hondjes ben je nooit alleen.’
• Steekje Los • Chris van Boetzelaer • Foto: Thea Mulder
15
16
Friedrich Nietzsche
Nietzsche is een zeer bekende Duitse filosoof. Van hem zijn onder meer de beroemde uitspraken ‘Wat me niet doodt, maakt me sterker’ en ‘God is dood’. Zijn invloed kan moeilijk overschat worden. Tragisch is dat zijn gedachtegoed nogal misbruikt is door de nazi’s. Uiteenlopende figuren als Freud en Sartre zijn schatplichtig aan hem. Elf jaar voor zijn dood werd Nietzsche krankzinnig, waarvan hij nooit meer herstelde. Hij overleed na een lang ziekbed in 1900, op 55-jarige leeftijd.
F
riedrich Wilhelm Nietzsche wordt op 15 oktober 1844 geboren in het Duitse dorpje Röcken. Zijn vader is dominee en het verbaast dan ook niet dat Friedrich theologie gaat studeren. Gedurende de studie verandert zijn belangstelling en kiest hij voor de filologie, dat is het bestuderen van de taal en letterkunde van volkeren door middel van beschikbare oude geschriften. Hierdoor leerde hij de klassieke literatuur en filosofie kennen. Hij vervolgde deze studie aan de universiteit van Leipzig. Zijn wetenschappelijke carrière ging razend snel, want in 1869 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de universiteit van Bazel.
Der Wille zur Macht Een belangrijk concept van Nietzsche was de zogenaamde Wille zur Macht, oftewel de wil tot macht. Het idee komt kort gezegd hierop neer,dat ieder mens ten diepste gedreven wordt door het streven om de externe krachten die op hem of haar inwerken te domineren en te controleren. En de voortdurende onderdrukking van dit streven heeft geleid tot het ontstaan van allerlei morele systemen en religieuze instituties: deze proberen allemaal die wil te onderdrukken. Nietzsche was vooral kritisch over het christendom. Volgens hem zouden de christenen moeten inzien dat God dood was, en dat de mens nu geheel en al de meester over zijn eigen lot was, in plaats van het verantwoording moeten afleggen aan een hogere macht.
De Übermensch Een ander belangrijk concept van Nietzsche was dat van de Übermensch. Hij verstond hieronder een persoon die een deugdzaam leven leidt, en ook de zwakkeren helpt, niet zozeer uit mededogen, maar vooral gedreven door – daar heb je het weer – de wil tot macht. De nazi’s hebben hier een karikatuur van gemaakt en gesteld dat de Übermensch een persoon van een superieur, natuurlijk Arisch ras zou zijn – volgens Nietzsche ging het vooral om een persoon die de wil tot macht heeft geleerd te sublimeren en te beheersen. Was het syfilis? Zo stormachtig als de eerste vijfenveertig jaar van Nietzsches leven zich voltrokken, zo tragisch waren de laatste elf. In 1889 werd hij getroffen door een zware zenuwinzinking. De eerste tekenen van krankzinnigheid dienden zich aan na een incident op straat. Nietzsche was getuige van het afranselen van een trekpaard door zijn baas. Volgens het verhaal omhelsde hij toen het paard, waarna hij krankzinnig werd. Of het precies zo is gegaan, is niet met zekerheid te zeggen. Zeker is wel, dat hij geestelijk sterk aftakelde, en zozeer, dat hij niet meer in staat was te werken en te schrijven. Lange tijd is gedacht, dat het door syfilis kwam. Tegenwoordig wordt daaraan getwijfeld,
want doorgaans leeft een persoon na besmetting met syfilis niet meer dan een jaar of drie, vier en Nietzsche leefde nog elf jaar. Het zou dus ook een zware manie of psychose geweest kunnen zijn. Het staat wel vast dat hij nooit meer hersteld is. Wat dat aangaat was hij misschien in de verkeerde tijd geboren. Tegenwoordig kunnen veel mensen na een zenuwinzinking weer herstellen, vooral dankzij de goede medicatie. Dat was in de tijd van Nietzsche nog niet voorhanden. Wie weet met welke werken hij ons nog verbaasd had als hij geestelijk gezond gebleven was. • Chris van Boetzelaer • Ilustratie: Yolanda Schellinger
17
Bekende gevall
4 (184
0) 0 9 -1
Het tragisch einde van een filosoof
18
Berichten van een redactielid op vakantie
Tana Toraja
Tana Toraja Al sinds eind december verblijf ik in een wat duurder hotel in Tana Toraja. Deze regio op Sulawesi is christelijk en dat heeft een aantal voordelen: alcohol is hier makkelijk verkrijgbaar en er staat varkensvlees op het menu! Bij het ontbijt zit er eindelijk weer spek onder m’n gebakken eieren en ‘s avonds eet ik nu vaak babi pangang. Oud en nieuw Oud en nieuw was een groot feest. De afgelopen week waren al overal kraampjes ingericht die vuurwerk verkochten en op de dag zelf werden op vrijwel elke straathoek soundsystems geplaatst, zodat er tot de vroege ochtend gedanst kon worden. Ik heb daar veel nieuwe vrienden gemaakt, die vrijwel allemaal vonden dat de bule (buitenlander) nog wel even een biertje moest drinken voor hij verder mocht. Jammer dat er bij het dansen iets verdraaid is geraakt in m’n knie, waardoor ik nu half kreupel ben. Wandelen in de bergen in de omgeving zit er daardoor voorlopig niet in. Begrafenisfeest Tana Toraja is bekend vanwege de begrafenissen, die hier uitbundig gevierd worden en meerdere dagen duren. Zelf heb ik natuurlijk ook zo’n begrafenisfeest bijgewoond. Alle vrienden en verwanten (van over de hele wereld) worden uitgenodigd en iedereen brengt offers mee. De rijkste personen brengen een buffel, minder rijke familieleden een varken. Deze worden direct na het offeren geslacht om de honderden aanwezige mensen te voorzien van vlees bij het eten. Mijn gids schatte me in op een slof kretek (kruidnagel) sigaretten, dus dat was mijn offer. De mensen hier sparen hun hele leven voor de begrafenis. Vooral albino buffels zijn erg duur en die zie je eigenlijk alleen bij de begrafenis van hoog geplaatste personen. Jaarlijks worden in Tana Toraja zoveel buffels geofferd dat er een tekort aan is ontstaan en ze tegenwoordig zelfs uit Cambodia worden geïmporteerd. Soms duurt het meer dan een jaar voor iedereen uitgenodigd is en de familie voldoende geld heeft voor het feest. Al die tijd staat de kist met de overledene bij de mensen thuis.
Vuurwerkverkopers
Tijdens de periode dat een begrafenis duurt leven alle genodigden met elkaar in een tijdelijk dorp en worden de sociale contacten opnieuw aangehaald. Er wordt veel gezongen en gedanst, in het bijzonder wanneer de kist een laatste ronde door het tijdelijke dorp maakt. Hierdoor kan de ziel van de dode makkelijker de aarde verlaten en blijft niet rondspoken.
19
Tau-tau De festiviteiten van de begrafenis kunnen natuurlijk niet eeuwig duren en op een gegeven moment wordt de kist bijgezet in het familiegraf. Vaak zijn dit in de rotsen uitgehakte tunnels, die bij de ingang bewaakt worden door tau-tau’s. Een tau-tau is een op de dode lijkende pop die het graf moet bewaken.
He t
of
fe re
n
Voor overleden baby’s en peuters wordt geen feest gegeven (de kindersterfte is hoog in Indonesië). Deze krijgen een aparte begrafenis waarbij het lijkje in een uitgehakt gat in een speciale boom wordt geplaatst. Het graf groeit dan met de boom mee, omhoog naar de hemel. Naar de volgende plaats Zoals gewoonlijk moet er op het busstation gewacht worden tot de bus voldoende vol is om te vertrekken. Er is een ochtend- en een middagbus, die tijdsindicatie is voldoende. Mensen raken hier niet compleet overspannen als de bus een paar minuten (of een paar uur) te laat is, dat hoort nou eenmaal bij het leven. Het beste kun je een dutje doen tot de bus eindelijk vertrekt, daarna is dit onmogelijk want de chauffeur houdt zichzelf op de lange trajecten wakker met keihard afgespeelde karaoke-DVD’s. Een goede manier om de lachers op je hand te krijgen is keihard mee te zingen met de teksten die op het tv-scherm voorbij rollen. Vaak heeft dit tot gevolg dat de buschauffeur de muziek (tijdelijk) wat zachter zet. Hoewel de weg voor Nederlandse begrippen ontzettend slecht is (vol met kuilen, stenen en door de moessonregen veroorzaakte aardverschuivingen) schijnt dit één van de best onderhouden wegen van Sulawesi te zijn, omdat er zoveel toeristen over vervoerd worden.
Begrafenisfeest
Onderweg hebben we slechts éénmaal een paar uur hoeven wachten tot bulldozers voor ons de restanten van een aardverschuiving opgeruimd hadden. Een goede gelegenheid om te plassen en bij het door bewoners van het dichtstbijzijnde dorp ingerichtte kraampje aan de kant van de weg noedelsoep te eten. Morgenvroeg komen we als alles goed gaat in Tentena aan. • Gijs van der Paauw
Familiegraf van de sultan
20
Geluk en zelfhulpboeken O
nlangs kwam ik tot de conclusie dat ik veel te veel pieker. Al piekerend kwam ik - God zij dank - op een briljant idee: koop een zelfhulpboekje, met oefeningen tegen het piekeren. Met enige schaamte heb ik inderdaad zo’n boekje gehaald bij boekhandel Polare. Ik weet nog goed dat ze het niet direct konden vinden in het schap en ik zogenaamd vervuld van zelfvertrouwen door de winkel brulde: “een geel boekje tegen piekeren!” Eenmaal thuis ben ik er direct aan begonnen. Met rood gekleurde oortjes van schaamte. Een van de oefeningen ging over positief piekeren. Je stelt je daarbij zo helder mogelijk iets (een situatie waar je ooit echt gelukkig van werd) voor: in geuren en kleuren. Helaas bleef het bij mij nogal hangen op een naar bier en sigaretten ruikende herinnering. Vroeger genoot ik nogal van bier zuipen en daarbij naar muziek luisteren. In mijn herinnering is dat zo. Maar inmiddels sta ik twee jaar droog en zou ik me toch zo langzamerhand wel eens iets anders leuks mogen herinneren?! “Eindeloos opgaan in melancholische klanken, met intermezzo´s van bier en sigaretten. Oei, ja dat was best lekker… Dat was toen! Schoten we uiteindelijk niets mee op. En daarnaar willen we niet terug… Ik kan nou wel stoppen met piekeren, maar word ik daar gelukkig van? Tijd om het volgende zelfhulpboek te kopen.’ Het volgende zelfhulpboek heette: De mythes van Geluk. De aankoop van het boek verliep opnieuw vlekkeloos. “Als het niet werkt, kan ik het boek dan terugbrengen?’ De kassajuf kon er om lachen. En weer verliet ik met een niets-aan-de-hand masker de winkel, dit keer op weg naar een leven vol geluk. De winkel lag natuurlijk vol met allerlei boeken over geluk. Waarom nou juist dit boek? De Mythes van Geluk. Stiekem hoopte ik dat de waarde van geluk overschat is. En dat het in dit boek wetenschappelijk zou worden bewezen. Zonder geluk kun je toch ook best gelukkig zijn? Toch? Toe nou… Een vaak terugkerende term in het boek bleek ‘hedonistische adaptatie’. Het betekent dat overal de lol op den duur een beetje vanaf gaat. Als je dat goed beseft, kan het je een hoop ellende besparen. Een voorbeeld. Een relatie is vooral het eerste jaar spannend. Als je na dat jaar denkt: he, het is niet zo spannend meer… wat is er mis met onze relatie?, vergis je je. Er is niets mis! Het is volstrekt normaal. Het boek geeft een aantal tips om je relatie dan toch zo spannend mogelijk te houden.
Vermoedelijk werkt het met een zelfhulpboek hetzelfde. Je begint eraan met hoge verwachtingen en vol enthousiasme. Nou is het een feit dat de meeste zelfhulpboeken niet worden uitgelezen. Daarom miste ik in het boek de tips om het zelfhulpboek uit te lezen. Want wie trapt er bij het lezen van een zelfhulpboek niet in de val? Van hedonistische adaptatie? En legt het te vroeg weer weg… • sjoerd Hesselman • Illustratie: Margje Molgenkamp - van den Berg
21
ENSIE BOEKREC
Geluk is ook niet alles: Paul Watzlawick Schrijver: Uigever: ISBN:
P. Watzlawick Van Loghum Slaterus, 1987 90 6001 8672
Z
oals de titel al doet vermoeden kunnen mensen het ongeluk vinden door tegenstrijdige communicatie. Watzlawick is een schrijver die met veel humor, en voor de leek begrijpelijk, hier uitlegt hoe communicatie kan ontsporen. Op vaak hilarische wijze bespreekt hij voorbeelden uit werkelijk alle terreinen van het leven. Alsof je een vrucht afpelt en dan de pit overhoudt. Zonder religieuze, politieke of economische waarden of theorieën kan hij uitleggen wat communicatie is. Én vóóral hoe ingewikkeld menselijke communicatie is. Hij laat zien hoe mensen op meerdere niveau’s kunnen communiceren en zichzelf daarbij soms tegenspreken; een recept voor ‘ongelukkigheid’. De ‘wees spontaan paradox’. Dit voorbeeld is werkelijk uit het leven gegrepen. De man zegt tegen zijn vrouw die nooit de huisvuilzak wegbrengt: ‘Breng nu eens een keer uit jezelf de volle huisvuilzak weg’. Wat moet de vrouw nu doen? Want, beste lezer, dit dilemma is niet oplosbaar! Brengt zijn vrouw de huisvuilzak niet weg dan is dat niet goed. Brengt ze hem wel weg dan is er de eeuwige twijfel of ze dat spontaan doet. Nou ik help je uit die twijfels, de vrouw kan niet meer spontaan zijn na het eerste commando of bevel. Kortom wat de vrouw ook doet, het is nooit goed. ‘Uit jezelf’ is hier de angel, het is een bevel. Tip: als je meer van Watzlawick wilt lezen kies dan de boeken met de korte titels; de langere titels zijn voor vakgenoot psychologen en behoorlijk ingewikkeld, ook de prijs is ernaar. • Herman Beens
• Margje Molenkamp - van den Berg
• Foto: Thea Mulder
22
Gedicht Fred van der Louw Because something is happening here But you don’t know what it is Do you, Mister Jones?
J
e bent niet geijkt en dat maakt je bang je bent anders dan de anderen die zich hebben aangepast volgens hen is er iets mis met je volgens anderen ben je een mietje of ben je heus zoals een leraar van school eens zei de rotte plek van een appel die moest worden weggesneden? Je leven is marginaal dat is waar, je bent vrij maar eenzaam en zonder luxe je bent arm als een kerkrat je bent geen genie en dat is jammer hooguit een vallend blad hoewel je soms wel even dacht ik ben héél bijzonder!’ maar anders dan anderen zijn impliceert niet meteen dat je een genie bent je bent hoe dan ook geen doorsnee en het went op de een of andere manier je bent en dat is veel • Fred van der Louw • Illustratie: Anna de Ruiter
23
OP EEN RIJ In deze rubriek staan korte actuele berichten
Geluk is een besmettelijke… it onderzoek dat is gepubliceerd door het British Medical Journal blijkt dat geluk besmettelijk is. Wat houdt dat in? Het betekent dat hoe dichter je bij een gelukkige vriend woont, hoe groter je kans is om zelf ook gelukkig te zijn. Een blije partner of een bijzonder tevreden familielid in de buurt ‘vergroot‘ ook de kans dat je gelukkig bent (met zo’n 15 tot 35 procent). Persoonlijk ben ik niet de allergelukkigste. Ik zie hier dus een kans en grijp hem. Zodra ik een groep vrolijke, lachende mensen zie, ga ik er voortaan zo dicht mogelijk bij staan. Laatst zag ik een heel vrolijk hondje: ik heb haar en haar baasje een tijdje gevolgd. Het hielp volgens mij wel een beetje… Aan de andere kant: niet zo lang geleden was ik behoorlijk neerslachtig. Mensen die gelukkig leken en de dingen voor elkaar hadden, bleken het gevoel alleen te versterken. Ik meed ze als de pest, die trouwens ook behoorlijk besmettelijk was… Van die gelukkige mensen met hele goede bedoelingen. Ken je ze? Die eigenlijk niet begrijpen hoe een vriendelijk mens met jouw potenties zich nog steeds ongelukkig voelt. Waarbij je steeds het gevoel krijgt dat jij ergens iets goed fout doet. Kun je die niet toch beter mijden?
U
• Sjoerd Hesselmans
Slaap rgens las ik dat de westerse mens steeds minder schijnt te slapen. Als een van de boosdoeners werd het alomtegenwoordige, tijdslurpende medium ‘Internet’ genoemd. Nachtbrakers kunnen zich het hele etmaal door bezondigen aan overdoses sociale media, nieuws, games, chatrooms, porno en andere vormen van entertainment, informatie en onzin. Soms is het kruisje rechtsboven in het beeldscherm dan moeilijk te vinden. Mocht je last hebben van slapeloosheid, wees dan gewaarschuwd: zet de computer het liefst een paar uur voordat je naar bed gaat, uit. Het harde, blauwachtige licht van het béeldscherm (en ander fel kunstlicht) verstoort de aanmaak van melatonine. Melatonine is een hormoon dat zorgt voor slaperigheid. ’s Avonds is het verstandig om je kamer gedempt te verlichten. Denk daarbij aan de warme kleuren van een zonsondergang. Het aantal uren slaap dat een mens nodig heeft, kan variëren. Maar het gemiddelde is 7,5. We kennen een slaapcyclus van 1,5 uur, die we over het algemeen vijf keer per nacht doorlopen. De cyclus beslaat vijf fases: de eerste twee zijn licht en ondiep, de derde en vierde zijn diep (de ‘delta-slaap’) en in de vijfde fase dromen we (‘REM-slaap’). Het dromen is belangrijk voor het geheugen. Maar ook in de deltaslaap werken we hard aan lichamelijk en geestelijk herstel. Een computer moet af en toe gedefragmenteerd worden. De mens ondergaat zijn onderhoudsbeurt ’s nachts. Overigens is de lengte van de slaapcyclus recht evenredig aan de hersenmassa. Een muis, bijvoorbeeld (de harige variant), heeft een cyclus van tien minuten, maar een olifant meer dan twee uur. Typische Google-feitjes..
E
• Arda Pieterman,
• Henk de Vries
• Henk de Vries
Neus & Neus
24
E
en paar maanden geleden, in de herfst van 2013, kreeg ik onverwacht een e-mail van iemand die ik al vierendertig jaar niet meer gezien had. Het was een klasgenoot van mij uit de tijd van de lagere school (of basisschool) waarop ik gezeten heb van 1973 tot 1979. Hij vroeg mij om enkele gegevens, zoals mijn woonadres, zodat hij mij een uitnodiging voor een te houden rëunie kon sturen. Wat moet je met zo’n bericht? Ik heb hem een e-mail teruggestuurd waarin ik hem vertelde dat ik er weinig voor voelde om mee te doen aan die reünie, maar dat ik hem wel succes en plezier toewenste met het organiseren ervan. Toch word je door zo’n bericht zomaar minstens vierendertig jaar teruggeslingerd in de tijd en ik dacht weer na over die basisschool, die overigens inmiddels allang afgebroken is. Ik vond die school, waar ik zes jaren, lange jaren, doorgebracht heb, niet leuk. Vooral in het laatste jaar, in de zesde klas (nu groep 8), keek ik voornamelijk naar de klok die naast het bord aan de muur hing. Ik leefde van pauze naar pauze en was pas echt blij als de dag er op zat, meestal om half vier in de middag. In die ‘vrije’ tijd, buiten de schooluren, was ik wel gelukkig. Ik speelde alleen met mijn speelgoed, maar ook vaak buiten, met vrienden, in de bossen en de omgeving van het dorp waarin ik woonde. De weekenden waren nog beter, maar het allerbeste waren natuurlijk de vakanties en met name de zomervakantie of de ‘grote vakantie’ die wel zes of zeven weken duurde. Dan gingen wij (mijn ouders, zus en ik) op vakantie. We gingen naar Groet in Noord-Holland, naar Winterswijk, naar Luxemburg, Ootmarsum en Duitsland. De school was dan heel ver weg en ik voelde mij tijdens die vakanties intens gelukkig. Ze vormen herinneringen die mij dierbaar zijn. Die rëunie wat moet ik daar? Ik zal er met mijn oud-klasgenoten niet kunnen spreken over de tijden waarin ik gelukkig was. Zij herinneren mij alleen maar aan het urenlang stilzitten in schoolbankjes, aan de ellendige tijd op die school en daar voel ik dus weinig voor. • Erik Bies
25
GEDICHTEN
Diana van Landeghem Pillen-cocktail ik hik ik slik ik word niet dik een pilletje eraf een pilletje erbij en Diana is weer blij
Sporten lekker racen op de machine zweet bidon met verfrissende vloeistof ik train ik word sterk ik geniet
Euforie de zin van het bestaan is komen en gaan bloesem in de bomen bloesem in mijn ziel ik zing en dans diep van binnen ik voel me gelukkig
• Diana van Landeghem • Foto: Thea Mulder
26
Waanzinnig gelukkig Wat is geluk eigenlijk? Daarover kunnen de meningen verschillen. Omdat we het onze geliefden en beminden graag toewensen, moet het iets positiefs zijn. Daarom zullen de meeste mensen zich niet realiseren dat je ook té gelukkig kunt zijn. Alleen degenen die ervaring hebben met manische of hypomane episodes, kennen deze keerzijde. Verhoudingen emand die extreem gelukkig is, is euforisch, of extatisch. Dit is een toestand die bijvoorbeeld tijdens een parachutesprong kan optreden. Maar er kan ook sprake zijn van overweldigende vreugdegevoelens terwijl de realiteit daar geen aanleiding toe geeft. De verhoudingen zijn dan zoek. Het zou dan kunnen dat iemand zich dan in een manische episode bevindt.
I
Bipolaire stoornis Een manische episode is meestal een uiting van een bipolaire stoornis (vroeger werd dit manisch-depressief genoemd). Deze stoornis wordt gekenmerkt door wisselende stemmingen: van manisch, hypomaan en gemengd tot depressief. Als de stemmingen elkaar snel afwisselen, wordt er gesproken over ‘rapid cycling’. Er vinden dan vier of meer episodes in een jaar plaats. Maar het kan ook zijn dat de stemmingswisselingen maar af en toe voorkomen en onderbroken worden door ‘normale’ stemmingen en gemengde episodes. In theorie kan iemand een bipolaire stoornis hebben zonder depressieve periodes, maar dit komt zelden voor. Manische episode Wat is een manie of een manische episode precies? Een stemmingsstoornis die minimaal een week duurt en waarbij gevoelens abnormaal zijn, versterkt, naar buiten gericht en er is sprake van prikkelbaarheid. Overdreven gelukkig zijn is dus een mogelijke vorm. Van de volgende kenmerken zijn er in ieder geval drie aanwezig: - vergroot gevoel van eigenwaarde - afgenomen behoefte aan slaap - toegenomen spraakzaamheid gedachtenvlucht - verhoogde afleidbaarheid - toegenomen activiteit en opwinding overmatig bezig zijn met aangename activiteiten Een hypomane episode heeft dezelfde kenmerken, maar in lichtere mate en zonder dat er sprake is van psychotische verschijnselen.
Een kleine uitleg over manie
Ontremming Een manie kan langzaam onstaan, maar ook plotseling toeslaan. Iemand die er aan lijdt, is innerlijk ontredderd maar heeft dit vaak niet in de gaten. Het funtioneren is ongeremd. Doordat hij of zij het gevoel heeft alles aan te kunnen, kan er roekeloos gedrag ontstaan; hierdoor brengt iemand zichzelf en mogelijk ook anderen in gevaar. Daarnaast ontstaan er pijnlijke situaties doordat iemand zichzelf niet meer in de hand heeft. Ook diepere gevoelens en gedachten worden uitgedragen, terwijl het normbesef afgenomen is. Verder bestaat er het gevaar van uitputting. Door verscherpte waarneming worden alle prikkels als belangrijk ervaren. De gedachtengang kan het niet bijhouden en slaat op hol. Dit beïnvloedt handelen en bewegen. Zo ontstaat er een totale ontremming, waarbij het niet meer lukt om tot rust te komen. Eten en drinken en lichamelijke verzorging schieten er bij in. Het realiteitsbesef verdwijnt. (Er kunnen psychotische verschijnselen wanen en hallucinaties optreden). Al met al is iemand, die zich in de heftigste fase van een manische episode bevindt, heel erg ziek. Hulp Soms reageert de omgeving met onbegrip. Een ‘manielijder’ verliest vaak alle gedragsregels uit het oog. Het lukt niet meer om zich in een ander te verplaatsen. Daardoor kan iemand erg onbeschoft en kwetsend zijn. De beste manier om hierop te reageren, is rustig en begrijpend. Een hulpverlener zal zorgen voor een prikkelarme omgeving en aandacht schenken aan voeding en verzorging. Er worden antipsychotica voorgeschreven. Ter voorkoming van episodes wordt vaak gekozen voor stemmingstabiliserende medicatie, waarvan lithiumcarbonaat de belangrijkste is. Met antidepressiva moet voorzichtig worden omgesprongen, want die kunnen een manie uitlokken. Verder worden er vaak angstdempende en rustgevende middelen gebruikt en horen voorlichting en soms ook psychotherapie bij een behandeling.
27
Cijfers Een bipolaire stoornis is een levenslange geestelijke aandoening. In Nederland zijn mannen gemiddeld 23 en vrouwen 27 jaar, wanneer de eerste symptomen zich aandienen. Gemiddeld maken mensen in hun leven vijf manische of hypomane en drie depressieve episodes mee, die drie tot zes maanden duren. Manieën duren over het algemeen korter dan depressies en worden ook als minder belastend ervaren. De ziekte gaat vaak samen met angst- en paniekstoornissen en sociale fobie. Ook alcohol- en drugsafhankelijkheid komt veel voor, waarbij middelen symptomen uitlokken of versterken. Zo maakt cannabisgebruik de kans op het ontwikkelen van een bipolaire stoornis vijf keer zo groot. De belangrijkste oorzaak van het ontstaan van een bipolaire stoornis is biogenetisch (erfelijkheid). Ook biochemische factoren spelen een grote rol. Bij een depressie is er een tekort aan noradrenaline, dopamine en serotonine; bij een manie waarschijnlijk een overvloed. Verder kunnen verstoorde denkprocessen, aangeleerde hulpeloosheid, een onderbroken hechtingsproces, stress en trauma meespelen. Als pijnlijke gevoelens of herinneringen geblokkeerd worden, raakt het gevoelsleven verstoord, wat tot bipolairiteit kan leiden. Goed gezelschap Er wordt vaak gezegd, dat veel kunstenaars lijden aan een bipolaire stoornis. Stemmingswisselingen zouden het creatieve genie ten goede komen. Met dit in gedachten schiet de stem van Jimi Hendrix, gekweld en melancholiek tegelijkertijd, me te binnen: Feeling, sweet feeling Drops from my finger, fingers Manic depression has captured my soul Music, sweet music I wish I could caress, caress Manic depression’s a frustrating mess • Arda Pieterman • Foto: Thea Mulder
Voor wie verder wil lezen over dit artikel kan kijken op Wikipedia en www.trimbos.nl
28
Zelfhulp in de verslavingszorg Zelfhulp is populair. Veel mensen zijn er lovend over. Zelfhulp zou vooral de onvermijdelijke terugval na therapie verzachten en zelfs meer. Maar net als bij psychotherapie moet er bij zelfhulp aan een aantal voorwaarden voldaan zijn om het succesvol te late]zijn. Hoe effectief is zelfhulp? We hebben een interview met iemand die een alcoholverslaving heeft en bij een zelfhulpgroep is geweest aan het eind van zijn reguliere therapie. De geïnterviewde wil anoniem blijven, we noemen hem Wim. In Groningen bestaat er naast de Anonieme Alcoholisten (AA) en de Buitenveldert groep ook Intact, een van Lentis onafhankelijke groep.
D
e meeste mensen met een verslavingsachtergrond hebben een langdurig hulpverleningstraject achter de rug.
Hoe is dat bij jou? ‘Ik heb in mijn jeugd veel hulp gehad. In 2000-2001 ben ik elf maanden in een therapeutische leefgemeenschap geweest. Dit was om mijn verleden te verwerken en om een andere toekomst op te bouwen. Daarna ben ik aan de alcohol verslaafd geraakt in Groningen. Ik was toen in behandeling bij PsyQ voor een posttraumatische stressstoornis maar omdat ik teveel dronk is die behandeling afgebroken. Daarna ben ik bij de Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) terecht gekomen en volgde een ambulant traject met Refusal[, een medicijn tegen alcoholverslaving]. Ik had werk en ben verder gegaan met het bouwen aan een nieuw leven. Slechts twee keer heb ik een korte terugval gehad. Wel gebruik ik sinds 2008 het anti-psychoticum Risperdal. Onlangs is de dosis gehalveerd, dat gaf mij meer energie’, aldus Wim. Wat is precies je probleem met verslaving? ‘Ik kan niet met alcohol omgaan, ik heb geen rem. Omgerekend dronk ik vier à vijf flessen wijn per dag. Dan doe je de hele dag niets meer. Dat heeft twee jaar geduurd. Het is niet mogelijk om dan aan je problemen te werken. Als je vierentwintig uur drinkt dan raak je gedesoriënteerd in ruimte en tijd. Ik had trauma’s uit het verleden, assertiviteitsproblemen, noem maar op’. Wat was de reden dat je hulp zocht bij een zelfhulpinstantie als Intact? ‘Tijdens mijn behandeling bij de VNN hoorde ik er van in het rookhok van de kliniek. Ik had nog niet zoveel structuur in mijn leven of contacten met anderen. Het heeft mij, gedurende de twee jaar dat ik erbij was, geholpen om zo sneller een nieuw leven op te bouwen’. Wat hielden de bijeenkomsten in? ‘Je vertelt hoe het is gegaan die week en waar je tegen tegenaan bent gelopen, je vindt een luisterend oor.Ook praktische dingen worden besproken want in de ‘nasleep’ van de verslaving zijn bij de meeste mensen tal van problemen ontstaan met relaties en instanties op het gebied van wonen, financiën en justitie. Heel belangrijk is voor de meesten ook het probleem van terugval. Bijna wekelijks kwamen deze problemen in de groep ter sprake’. Volgens Wim bevielen de bijeenkomsten goed. ‘Ik kreeg er zelfs te veel activiteiten door. Het gaf structuur en een gevoel ergens bij te horen, er niet buiten te vallen zoals vroeger op school. Ik was naar dat gevoel op zoek, ook bij het geloof. Op een gegeven moment ben ik verder gegaan met het zoeken naar zinvolle tijdsbesteding’.
Wat heb je er geleerd? ‘Hoe mensen met een terugval omgaan, dat is heel verschillend. Hoe mensen soms door elkaar praten, ik heb een gehoorapparaat en dat is fnuikend, dan raak ik helemaal de weg kwijt. Ook heb ik geleerd dat ik geen leidinggevende capaciteiten heb en dat je een groep niet moet leiden maar sturen. Bij de modules in de kliniek van de VNN draait het 24[vierentwintig] uur om verslaving. Op een gegeven moment moet dat wel stoppen want anders krijg je vanzelf dorst’. Na twee jaar dacht ik: ‘Het is genoeg en ik zat vol met bezigheden. Ik ben het ook niet eens met het uitgangspunt dat je je leven lang bij de verslavingsgroep moet blijven, de groep is een middel engeen doel’. Zou je het anderen aanbevelen en waarom? ‘Ja, de zelfhulpgroep is goed voor je ontwikkeling. Je kunt in de zelfhulpgroep andere contacten op doen opdoen en leren om stabiel te blijven. Ik kan mijn werk goed doen en hobby’s oppakken nu ik geruime tijd droog sta. In mijn verslavingstijd had ik nergens tijd voor’. Slot Verslaving aan alcohol en/of drugs is een zwaar probleem. Uit de cijfers blijkt dat de meeste alcohol verslaafden zelf op enig moment hun verslaving de baas worden. Deze mensen zijn helaas anoniemer dan de AA. Er is weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van zelfhulpgroepen, wel zijn de meeste deelnemers tevreden. Sommige eigenschappen die nodig zijn bij therapie, zoals zelfinzicht en afstand kunnen nemen, zijn bij verslaving aan middelen onvoldoende om van het probleem af te komen. Motivatie en sociale steun zijn bij verslavingsproblemen van cruciaal belang. Zelfhulpgroepen kunnen op vele manieren een belangrijke steun zijn om bij terugval snel de weg vooruit weer in te slaan. Dat wil zeggen werken aan het opbouwen van een nieuw leven. • Herman Beens • Foto: Joshua Keller
29
“Het gaf structuur en een gevoel ergens bij te horen”
30
Kees Peerdeman
Kunstenaar
Kees Peerdeman (1986) werkt als zelfstandig illustrator. Tijdens het werken aan zijn afstudeerproject over zelfdoding onder jongeren in West-Friesland, ontdekte Peerdeman dat het stereotype beeld van westfriese jongeren ook op hem van toepassing is. Hij realiseerde zich dat de angsten en paniekaanvallen, die hem vanaf zijn dertiende plaagden, misschien ook iets te maken hadden met de westfriese cultuur waarin hij opgroeide. Op dat moment besloot Peerdeman dat zijn afstudeerwerk, het boek Isolatie, over zijn eigen angsten moest gaan.
D
e kamer van Kees Peerdeman vertoont vooral de kleuren zwart en wit. Een behoorlijk contrast met de carnavalgangers die we op de treinreis naar Amsterdam tegenkwamen; zij vertoonden alle kleuren van de regenboog. Op de vraag aan Kees of het opzet is dat zwart en wit in de kamer overheersen, net zoals dat in zijn werk het geval is, antwoordt Kees dat dat toeval is. Hij woont nog maar een maand in het huis aan het Maghelhaenplein en heeft nog niet de gelegenheid gehad om het helemaal in te richten. Hij zit op een zwarte bank. In de hoek van de kamer staat een grote witte koelkast. Die zal binnenkort naar de keuken verhuizen, zegt Kees. Buiten schijnt de zon. Kinderen spelen op het grote plein en er zijn veel hoofddoekjes te ontwaren. Er wonen er veel moslims in deze buurt, die daar bekend om staat. Tekenen Kees had na vijf jaar studie grafische vormgeving in Eindhoven genoeg van deze stad en is teruggegaan naar Amsterdam, waar hij vroeger ook al veel kwam en waar hij veel vrienden heeft wonen. Zijn geboortedorp Hem ligt op maar een half uur rijden hiervandaan. ‘Ik teken al heel mijn leven. Wanneer ik mij als kind verveelde, gaf mijn moeder mij altijd een potlood in de hand en zei: “ga maar tekenen”. Zij was ook tekenlerares. Pas aan het einde van mijn opleiding ben ik gaan tekenen op mijn huidige niveau. Ik ben echt fanatiek wanneer ik aan het werk ben’. Kees is cum laude afgestudeerd in Eindhoven met zijn boek Isolatie. ‘Naar aanleiding van het boek werd ik gevraagd voor een aantal tentoonstellingen en dan opeens ben je kunstenaar (verbazing op het gezicht van Kees), terwijl het niet eens een echte keuze is geweest om kunstenaar te worden’. Boek Kees toont ons het boek. Hij heeft het in eigen beheer uitgegeven. Het is een klein boekje met op elke pagina een sobere tekening in zwart-wit van een landschap of een deel van een lichaam, strak omkaderd in een vierkant. De tekeningen doen stripachtig aan, maar tekst en uitleg ontbreken, zodat de beelden zich des te indringender voordoen. Op één tekening slaakt een man een gil, maar er valt niets te horen, de schreeuw dringt niet naar buiten door het strakke vierkante kader heen. Kees zegt dat hij wel is geïnspireerd door stripboeken, maar dat hij zijn tekeningen van alle franje, zoals tekstballonnen en kleur, wil ontdoen om zo tot een soort kern te komen. Alles opgesloten in een vierkant kader, dat beperkt en benauwt letterlijk.
Strips ‘Met strips ben ik wel opgegroeid en ze zijn deels mijn inspiratiebron, en het boek dat ik heb gemaakt neigt ook wel naar strip, maar het is toch meer een beeldverhaal met weinig woorden. Ik sluit niet uit dat ik ooit een strip zal maken. Ik zal elementen uit de strip gebruiken, maar dan net iets anders rangschikken, het uit elkaar trekken, want ik ben niet iemand van plaatje plaatje, ballonnetje ballonnetje. Ik haal het liever uit elkaar en stop het dan weer op een andere manier in elkaar. Tenslotte ben ik een grafisch ontwerper. Ik probeer het zo breed mogelijk te houden en in ieder geval alles op een creatieve manier te benaderen’, in het boek Isolatie gaat het over kaders. De kaders die in de ‘WestFriese’ cultuur de speelruimte van het individu bepalen, die van streek, dorp, vriendengroep en individu. Op de eerste pagina’s van het boek staan teksten, die de bedoeling van Kees weergeven. We lezen: Dit boek is opgedragen aan alle mensen die vastzitten in hun eigen gedachten. Dit is de West-Friese cultuur, een kader bestaande uit generatie op generatie nuchtere geslotenheid. Gebaseerd op het principe ‘doe maar normaal dan doe je al gek genoeg.’ Doordeweeks wordt er hard gewerkt en in het weekend is het lang leve de lol. Tijd voor gezeur is er niet. Binnen dit kader bevindt zich een netwerk van dorpen, die op zichzelf ook weer hun eigen kader vormen. Dorpen Kees zegt hierover: ‘In de dorpen zijn het de vriendengroepen die uitmaken hoe je je behoort te gedragen en wat normaal is. In de dorpen kent iedereen elkaar en mensen zijn erg loyaal naar elkaar toe. Vrienden praten onderling niet over hun gevoelens, zowel positieve als negatieve. Daar is geen ruimte voor. Ook over psychische klachten wordt niet gesproken want mensen zijn bang om buiten de groep te vallen. Daardoor worden klachten genegeerd en worden erger of in ieder geval niet opgelost.’ Angststoornis Kees heeft een angststoornis, maar liet daarvan niets blijken. Hij ging door het leven als een blije jongen en van Kees zeiden zijn vrienden en kennissen: ‘met Kees kun je lachen’, totdat de boel explodeerde en hij op school een paniekaanval kreeg. Toen Kees zich op zekere leeftijd bewust werd van zijn eigen sterfelijkheid vreesde hij dat hij aan allerlei dodelijke ziektes leed. De tekeningen in het boek Isolatie tonen op pregnante wijze hoe hij in die tijd de wereld en zichzelf bekeek. ‘Ik ben altijd al een angstig kind geweest. Ik was mij bewust van de vergankelijkheid van het leven en dat uitte zich bij mij in paniekaanvallen en lichamelijke klachten. Dat werkt elkaar in de hand.
31
32
En van al die angstklachten kom je gewoon niet af. Doordat ik er niet over praatte werd het in mijn hoofd steeds erger. Ik zat niet de hele dag opgesloten, ik kwam wel gewoon onder de mensen, maar op een gegeven moment merkte ik dat ik twee levens aan het leiden was: op school de vrolijke jongen waarmee je kon lachen en waar niets mis mee was en aan de andere kant de jongen die de hele dag bang was voor van alles en nog wat. Ik probeerde dat voor mezelf te houden en ik zorgde ervoor dat de aandacht een beetje op mij viel door heel vrolijk te doen. Daar wordt de drempel heel hoog van en dan is het heel moeilijk om te zeggen dat je helemaal niet vrolijk bent. Mijn puberteit was sowieso een vreemde tijd.’ Prater Het gaat nu veel beter met Kees. Kees ziet op dit moment zijn angststoornis niet zozeer als een stoornis, maar als een deel van zijn persoonlijkheid. Door er over te praten maak je het bespreekbaar. Dit klinkt lullig, maar het betekent wel dat je niet meer opgesloten zit in je eigen gedachten.‘Voordat ik het boek had gemaakt was ik niet zo’n makkelijke prater over mijn angst. Zelfs mijn beste vrienden wisten niet dat ik last had van een angststoornis. Het maken van het boek heeft ervoor gezorgd dat ik er makkelijker over praat en ook dat ik er zelf minder moeilijk over doe. Het houdt mij scherp en het is makkelijker uit te leggen aan mensen aan de hand van mijn boek. Soms zijn angsten zo abstract.’Veel stoornissen ontstaan of blijven bestaan door een gebrek aan openheid, in die zin dat de stoom zich ophoopt en vreemde uitwegen zoekt. Resultaat: te veel betrokkenheid met jezelf en te weinig met de omgeving, waardoor je in een negatieve spiraal terecht komt. Op Kees Peerdeman is de uitspraak van de socioloog Hans van de Braak ( in zijn boek ontsnappingskunst) heel erg van toepassing: Creativiteit is de kunst om te ontsnappen aan kaders, die kooien zijn geworden. Kees: ‘Het tekenen leidt me af van de angst. Ik vind de afleiding heel prettig, ik ben dan ook altijd bezig’. Kees moet hier zelf hard om lachen. ‘Op een bepaalde manier kun je genezing ook zien als de kunst om te ontsnappen aan kaders die kooien zijn geworden.’ Bevrijding Kees is ontsnapt en heeft zichzelf bevrijd, ook door zijn problemen onder ogen te zien en in therapie te gaan. GGZ Noord-Holland heeft honderd exemplaren van het boek Isolatie aangekocht. Die zullen worden gebruikt om de taboesfeer die rond het hebben van psychische problemen hangt, weg te werken. Kees zegt dat hij wel klaar is met het project Isolatie. Hij wil zich nu wijden aan andere zaken. Hij zegt dat hij zijn tekeningen mogelijk nog wel op internet gaat plaatsen, zodat mensen buiten Noord-Holland er ook nog wat aan kunnen hebben, maar voor de rest is hij er klaar mee. Op de vraag van één van ons of hij nog een boek te koop heeft antwoordt hij nee. Ze zijn allemaal uitverkocht. • Durk van der Veen • Foto: Fotogroep Foolcolor Media
33
postv @ k in Mijmeringen op een woensdag
FOPPE IS DE WEG KWIJT
w
A
e leven met allemaal mensen op aarde. Er speelt van alles op de wereld. Iedereen speelt een andere rol, en alles wat we alleen maar moeten doen, is die rol accepteren. Net als bij apen is er een hiërarchie. Ik ben de zieke persoon en leef onderaan de hiërarchie. Maar dit interesseert mij niet. Ik heb mijn eigen leven en ben omringd met lieve mensen. Ik heb een prachtig huis, ik heb tv en internet. En een relatie met een hele lieve man. Ik ben gelukkig hoe ik ben en waardeer mijzelf als even waardevol als elk ander mens hier op aarde. Ik heb een uitkering en daardoor kan ik bijna alleen maar mijn vaste lasten, en eten, betalen. Maar ik ga niet bedelen om meer geld. Ik heb mijn eigenwaarde. Als iemand er werkelijk op staat, neem ik geld aan. Anders niet. Maar dat neemt echter niet weg, dat ik dolblij zou zijn met al was het maar een paar honderd euro. Vooral de zorglasten beginnen aardig wat geld te vreten. Het eigen risico in de zorg is nu al meer dan driehonderd euro. En dan nog de eigen bijdrage voor de GGZ... Dat vind ik pas echt diefstal. Maar wie ben ik... ik moet door. Door met mijn studie psychologie, door met het schrijven van nog meer boeken, door met trainen op de sportschool en alle andere dingen in mijn leven. Ik ben aardig tevreden.
ls kind al vroeg foppe zich af waar hij moest wonen. Uit friesland vertrok hij om te studeren want dat was leuk en interessant en je kon er later een baan in een bibliotheek mee krijgen wat hij graag wilde want hij vond lezen leuk en met mensen om gaan. Toen dat eenmaal was bereikt was er geen werk en moest hij weer verder leren in een andere stad en kreeg ook een meisje en een baan. Op een dag werd het meneer foppe teveel. Zijn hoofd kookte van de drukke gedachten en hij zag geen uitweg dan zich naar huis te begeven. Hij sloot zich op en raakte in de war. Toen kwam er iemand langs met een dokter en werd hij naar zijn moeder gebracht en later naar de psychiatrische kliniek. Daar voelde hij zich helemaal niet thuis! Vreemde mensen in het buitenste buiten bos hij was de weg kwijt en hij had nog wel zo zijn best gedaan zich een weg te banen. Eenmaal weer bij moeder thuis was het leed al weer geleden maar het kwaad geschiedt. Geen werk en vriendin en huisje meer voor foppe die weer kinderboeken las en op een dag verhuisde hij weer naar zijn geliefde friesland met sterke vrouwen die op hem pasten dat hij niet opnieuw in de war raakte en zo had hij eindelijk een onderkomen gekregen maar nog geen huisje voor zichzelf maar zo kon het ook. Voor kleine foppes is er ook plaats op de wereld maar niet in de grote mensen wereld. Groot geworden door zichzelf te blijven met hulp en een sjekkie maken hem weer gelukkig en hij heeft het juiste pad weer gevonden . Zo loopt het sprookje weer goed af.
En als het niet gaat, dan gooien we er wederom een pilletje in... ik ben immers patiënt. Ik probeer de humor daar ook maar van in te zien, lol in het leven te hebben. Kijk, daar gaat de psychiater in de helikopter!
• Foppe
Ja, we gaan door. Van dag tot dag, van week tot week, van jaar tot jaar. En op een gegeven moment dan houdt mijn rikketik er mee op hetgeen in mijn geval waarschijnlijk nog lang op zich zal wachten. Ik hoop dat ik in mijn leven genoeg ervaring en wijsheid vergaar, om tevreden te zijn in die (laatste) momenten. Maar eigenlijk is alles goed, zolang ik het maar accepteer. Nee, ik laat geen miljoen achter, maar hopelijk wel een heleboel Liefde en Wijsheid.
De stem
Zo, dat waren mijn ‘mijmeringen’ voor vandaag. Ik wens jullie een mooi leven toe, al zal het niet altijd even gemakkelijk gaan. Groet • Diana van Landeghem
D
e roep van een stem geboren in leegte Vult de werkelijkheid in een leven van eenzaamheid om nooit te sterven Ik hoor de stem die aankodigt Ik ben wakker, de leegte is gevuld • Ruben van Slooten
34
Wie zijn we?
Foolcolor Media is een multimedia werkproject. Dit initiatief van Lentis opent de deuren voor iedereen die afstand ervaart tot de arbeidsmarkt. Bent u (ex-)psychiatrisch patiĂŤnt of hebt u een lichamelijke beperking? Misschien bent u werkloos en op zoek naar een participatiebaan. Foolcolor Media werkt samen met de dienst Sociale Zaken en Werk Groningen (Sozawe). Bij Foolcolor Media kunt u uw creativiteit, kwaliteit en talenten inzetten voor particuliere opdrachtgevers of bedrijven en instellingen als Lentis, Universitair Centrum voor Psychiatrie, Gemeente Groningen, mbo- en hbo-instellingen, GGZ en andere zorginstellingen door het hele land. Foolcolor Media is volop in beweging.
Wat doen we? Foolcolor Media biedt zowel professionals als leken de kans om hun kwaliteiten in te zetten bij opdrachten van allerlei aard. Er is letterlijk van alles mogelijk. Schrijvers kunnen aan de slag met journalistieke teksten als achtergrondartikelen en interviews voor een magazine of kiezen voor fictie zoalsgedichten en (levens-)verhalen. U kunt teksten van anderen redigeren of kopij bespreken en corrigeren.Tekenaars kunnen een strip maken of een tekst van illustraties voorzien. Acteurs kunnen aan een toneelstuk werken of een instructiefilm maken in samenwerking met onze filmers. Bent u grafisch vormgever, dan kunt u aan de slag met de lay-out van alle tekst- en webmateriaal. Ook voor PR-medewerkers, website masters en fotografen liggen opdrachten klaar
35
en en
Bezoek onze vernieuwde website: www.foolcolormedia.nl en volg ons op facebook
haarwar brilspeur spierstar lijfsleur boosbar hongerklop (brood op) kleerscheur – ik wilde wat ik deed: ertoe. Waar naartoe? Deed er niet toe. Op weg ging ik, schopte nog geduldig wat stukken opzij: vouwwang traandrift misdwang lachkift knarskaak stilzang alleenspraak hartbraak –
Een dag
Op een dag viel mijn ongeluk stuk. Pats, overal scherven en je weet wat die brengen. Ik zat er maar mooi mee in de zonsopgang, zo zonder
weg ermee, op weg met mij en steeds de telefoon en de bel: jawel, goed idee, we gaan mee, holadiee. Ik en al die namen samen met huppelhart orenrood kickstart genadebrood richting zevensloot – en ’s avonds glimmend de kring rond kijken en alles. alles onthouden. (Jij, jij stuk geluk, jij was er ook, bijna heel nog, bijna gebleven.) De ochtend erop per expres met mijn goede been pardoes op een scherf. Zeker blijven liggen van gisteren, dacht ik, en zocht en lijmde. • Lianne van Gemert
Theatergroep
Het kan zijn dat we in twee groepen gaan werken. Kan jij op donderdagmiddag of maandagmiddag repeteren en ben je flexibel in de andere dagen om op te treden gedurende het hele jaar? Lijkt het je bovendien leuk om toneel te spelen? Neem dan telefonisch contact op met Ine Paulien Weijer of schrijf haar een mail. 050 3175288
ip.weijer@lentis.nl
zoekt nieuwe spelers
De theatergroep van Foolcolor begint vanaf april weer met een nieuwe theaterproductie. Daarvoor hebben we weer een aantal nieuwe enthousiaste spelers nodig!