foolcolor_september_2015

Page 1

N U M M E R 9 7 | S E P T E M B E R 2 0 1 5 | G R A T I S M A G A Z I N E


Van de Redactie

Colofon Dit septembernummer is de één na laatste editie van Foolcolor Magazine. Vanaf 2016 gaan wij samenwerken met de makers van het blad Folio, het blad voor medewerkers van Lentis. Hoe ons gezamenlijke magazine gaat heten is nog niet bekend, maar waarschijnlijk wordt het Lentis Magazine. In het decembernummer, het laatste nummer dus dat verschijnt van ons magazine, zullen we je alle nadere informatie geven over deze samenwerking en het nieuwe blad. Dit nummer heeft als thema De Digitale Wereld. Als er iets is dat de eenentwintigste eeuw tot nu toe kenmerkt is het wel de digitalisering. Vijftien jaar geleden hadden nog niet veel mensen een mobiele telefoon, een laptop en internet. Tegenwoordig, in 2015, wordt je raar aangekeken als je over (een van) deze drie dingen niet beschikt. De ontwikkelingen in de digitale wereld gaan dan ook razendsnel. Ieder jaar krijgt de computer meer gigabites en zelfs terrabites, met je telefoontje kun je steeds meer en op internet moet je meedoen aan Facebook en Twitter, Hyves is alweer uit de mode. In deze Foolcolor kun je lezen over de ervaringen van onze redactieleden met de digitale wereld. Ook kun je zelf digitaal gaan door onze website eens te bezoeken. Maar ook met dit papieren exemplaar van Foolcolor magazine wens ik je weer veel leesplezier. Erik Bies

Foolcolor is een magazine voor en door cliënten van Lentis Oplage: 1600 ISSN 1878-9943 Redactie Erik Bies, Arjen J. Zijlstra, Jantina Eppinga, Anna de Ruiter Yvonne de Noord Eindredactie Ine Paulien Weijer Fotografie Fotobureau Foolcolor M ­ edia: Suzanne Posthumus, Hein Tholen, Kasper Grelling, Daniëlle Carré, Irene Winter Illustraties, cartoons Margje van den Berg, Anna de Ruiter, Spons, Kasper Grelling Vormgeving Paulien Stel Druk en afwerking Drukkerij NOVO Cover Kasper Grelling Redactieadres Foolcolor Media Eenrumermaar 1 9735 AD Groningen Telefoon 050 - 5752699 Website www.foolcolormedia.nl E-mailadres redactie@foolcolormedia.nl Projectondersteuners Ine Paulien Weijer Marianne de Lange Telefoon: 050 - 5752699 Foolcolor Media is een werkproject van Lentis

Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaardt de redactie geen aansprakelijkheid. Tevens behoudt zij zich het recht voor advertenties en ingezonden kopij, zonder opgave van reden, te weigeren, in te korten en/of taalkundig te bewerken. Publiceren onder pseudoniem mag, mits naam en adres bij de redactie bekend zijn.


Inhoud 04

Bekende gevallen: Steve Jobs

06 Spons 07

Bericht van Bies

07 Superclient 08

Betalen met PIN

10 Clientendag 12

Foto digitale wereld

14

Mens wat ben je mooi

16

gedicht: vandaag

17 wachtwoorden 18

Google cardboard-bril

20

werken als IT-consultant

22

Gedicht: weekrooster foppe

Het thema van de volgende Foolcolor is:

Nieuw begin

Deze zal op of rondom 1 december verschijnen

foolcolor 3


Bekende gevallen

Steve Jobs Tekst: Arjen J. Zijlstra

Het was Jobs’ eerste werkdag als interim-directeur bij Apple, nadat hij twaalf jaar daarvoor in 1985 daar was ontslagen, bij het bedrijf dat hij nota bene mede had opgericht. Vanaf een podium sprak hij enkele tientallen topmanagers toe. Hij droeg een korte broek, gymschoenen en had een baard van een paar dagen. ‘Vertel me wat er fout is met deze tent?’ vroeg hij. Hij wachtte niet op antwoord en schreeuwde: ‘Het zijn de producten. De producten zijn klote! Er zit helemaal geen seks meer in.’

foolcolor 4


I

n de documentaire ‘Secrets of the Superbrands’ belichten ze zijn terugkeer naar Apple als ‘de wederkeer van de messias’. Het zou een van de elementen zijn die maken dat het merk Apple in sommige mensen bijna religieuze adoratie losmaakt. Andere elementen zijn: de appel waar een hapje uitmist, de Apple-winkels die vaak een kerkachtige uitstraling hebben en ‘de duivel’ Microsoft. In dezelfde documentaire wordt verwezen naar een studie waaruit zou blijken dat als een Apple-fan een Appleproduct ziet, dezelfde hersengebieden actief zijn als bij religieuze vervoering. Het zou verklaren waarom veelal hoogopgeleide, kritisch denkende mensen graag drie keer meer betalen voor hun computer. Maar of de leiding van Apple werkelijk zo uitgekookt een religieus sausje over het merk legt valt te betwijfelen. Want ze hebben bijvoorbeeld meerdere malen, tot afschuw van veel believers, met ‘de duivel’ Microsoft samengewerkt. De verklaring voor de liefde van de Applefans zal eerder hierin liggen: ‘Jobs maakte zich tot in het kleinste detail druk over de uiterlijke vertoning van de Apple. […] Het was de bedoeling dat de consument alleen al door het kijken naar en voelen van een Apple, verliefd zou worden op zijn product.’ Dit zijn de woorden van de psycholoog Martin Appelo. Die beschrijft in zijn boek Een spiegel voor narcisten dat Jobs een creatieve, onconventionele, gedreven visionair was, maar ook iemand met een narcistische persoonlijkheidsstoornis. De Apple-computer ziet hij, met haar nadruk op (uiterlijke) perfectie en onafhankelijkheid van andere systemen, als een narcistisch product, een ‘kloon van zijn geestelijk vader.’ Als je het heel simpel (véél te simpel) wilt stellen is een narcist iemand die verliefd is op zichzelf. Maar in werkelijkheid zit het zo: het ontbreekt de narcist aan een sterke identiteit waar hij op terug kan vallen. Als hij in zichzelf kijkt, dan ziet hij een groot gat. Dit gat probeert hij te vullen door zijn ego op te blazen. De oorzaak van narcisme is dat iemand geen stabiele basis heeft opgebouwd in de kindertijd als gevolg van een te veel of juist gebrek aan bescherming. Een combinatie van deze twee is ook mogelijk. Dat gold voor Jobs, zoals in de volgende anekdote naar voren komt. Toen hij op 6-jarige leeftijd aan een buurmeisje vertelde dat hij geadopteerd was, vroeg ze: ‘Dus dat betekent dat je echte ouders jou niet wilden?’ Hierop rende hij huilend naar binnen, het was een enorme schok. Zijn adoptieouders troostten hem met de woorden: ‘ Dat moet je anders zien. Wij hebben jou speciaal uitgezocht.’ Jobs: ‘ Mijn beide ouders zeiden dat en herhaalden het langzaam voor me. En ze benadrukten ieder woord van die zin.’ Zijn ouders zouden gedurende zijn jeugd hem nog vaak laten weten hoe speciaal hij was. In een notendop: er was het trauma van het verlaten worden door zijn moeder, dat vervolgens

werd weggeplamuurd met een overvloed aan bescherming door zijn adoptieouders: jij bent spe-ci-aal! Een van de kernmerken van narcisme is het onvermogen je te kunnen inleven in anderen. De ander staat in de eerste plaats in dienst van het kunstmatig groot houden van het ego: als zij jou bewonderen dan is dat een ‘bevestiging’ van je grootsheid. In werkelijkheid is de bewondering een shot die de narcist nodig heeft om voor zichzelf de illusie in stand te houden dat er geen gat in zijn identiteit zit. Over Jobs zei een vriend dan ook: ‘Het lijkt alsof hij mensen die hem zonder stralenkrans zien niet zo mag’. Zijn gebrek aan empathie kwam ook tot uiting in de manier waarop hij leiding gaf. Een idee waar iemand weken aan had gewerkt kon hij binnen een seconde van tafel vegen met ‘dit is echt shit!’ Appelo die zich bij zijn analyse baseert op Jobs’ biografie beschrijft dat boek als ‘een aaneenschakeling van situaties waarin hij prikkelbaar, onbeschoft of agressief reageerde als zijn omgeving zich niet schikte naar zijn idee of wens.’ Maar hij was ook in staat om een grote kameraadschap te ontwikkelen binnen zijn team. Hij nam bijvoorbeeld elk half jaar het grootste deel van het team mee voor een retraite van twee dagen in de buurt. Bovendien had hij een enorm charisma, waarmee hij de mensen om hem heen het gevoel kon geven ‘dat ze met elkaar een revolutie aan het bewerkstelligen waren.’ En sommige werknemers kenden zijn gebruiksaanwijzing. Zij gaven hem een nog grotere mond terug als hij naar hen uitviel. Want ‘Steve Jobs liet zich remmen en sturen door mensen met veel zelfvertrouwen, die zich niet door hem van zijn stuk lieten brengen en hem een koekje van eigen deeg gaven.’ Volgens Appelo was Jobs in die zin als een beest op de savanne: ‘Oog in oog met een ander beest dat groter en sterker leek en niet voor hem aan de kant ging, was hij bereid in te binden en bij te sturen.’ Dit lijkt in tegenstelling met het idee dat hij wilde dat iedereen een stralenkrans om hem heen zag. Hier gaat Appelo niet op in. Misschien was het bij dergelijke confrontaties alsof hij zichzelf in de spiegel aankeek en tevreden was met wat hij zag. Terwijl als iemand schuchter reageerde hij ook in de spiegel keek maar dan een klein jongetje zag dat naar zijn adoptieouders rende, omdat zijn buurmeisje net een gat in zijn hart sloeg. Jobs was een moeilijke maar briljante en voor velen inspirerende man die als geen ander oog had voor schoonheid. Geen verlichte boeddhist zoals velen hem willen zien, maar hij had wel gevoel voor een oosterse idee van eenvoud in ontwerp. Daarin was zijn compromisloosheid bewonderenswaardig. En niet te vergeten: het lukte hem ‘de seks’ terug te brengen in een bedrijf gerund door computernerds.

foolcolor 5


foolcolor 6


BERICHT VAN BIES

Margje van den Berg

SUPERCLIËNT

Het gloednieuwe gebouw heeft een parkeergarage die bijna helemaal van glas is. Ik loop het gebouw uit over een weg, een hoge weg van glas en beton. Het lijkt een brug. Auto’s met daarin collega’s passeren mij en groeten mij zwaaiend. Ik word nog steeds aanvaard en gedoogd in het bedrijf, ze zijn zelfs tevreden over mij, terwijl ik niets weet van de software en het werk dat ik er moet doen. Dit gaat nu al maanden goed, maar hoe lang nog? Ik besluit de stad in te gaan om iets te drinken te kopen. Hoewel het overdag is, het is laat in de middag, heerst er een schemerdonker. Ik zie nergens dieren, zelfs geen vogels of insecten. De boompjes en de overige schaarse begroeiing lijken van plastic gemaakt. Er vliegen drie ufo’s voorbij. Ze besteden geen aandacht aan mij. Hoewel ik niet weet in welke stad ik ben, slaag ik er toch in een slijterij te vinden. In de etalage staan flessen met felgekleurde inhoud en er staan houten vaten. ‘Ik zou graag een flesje jenever kopen,’ zeg ik tegen de man in de winkel. ‘Wij verkopen geen drank,’ zegt de man. ‘De flessen zijn sierflessen waarin water zit met verschillende kleurstoffen. De houten vaten zijn leeg. Maar langs het kanaal is nog wel een slijterij, een echte, welteverstaan.’ Ik ga op zoek naar het kanaal en na een lange wandeling beland ik, toch nog vrij plotseling, aan bij een kanaal met zwart water. Of dit het kanaal is met de slijterij weet ik niet. Vanuit de verte hoor ik vrolijke geluiden komen: muziek, toeters, bellen, lawaai. Ik loop in de richting van het geluid en zie dan dat het een kermis is. Een vrouw in een snoepkraampje buigt vreemd voorover en wenkt mij. Ze lacht en zegt: ‘Jij mag een gratis rondje in de achtbaan!’ De achtbaan is niet groot, maar wel erg hoog. Als ik van het hoogste punt naar beneden suis zie ik dat mij met enorme snelheid een rijtje van vier karretjes tegemoet komt. Op het moment dat de botsing plaatsvindt, schrik ik wakker. Het is al zó laat dat ik mij moet haasten om nog op tijd bij de vergadering van Foolcolor Magazine aanwezig te zijn.

foolcolor 7


Voor betalingen met de PIN ben ik weer IN! Tekst: Diana van Landeghem // Illustratie: Kasper Grelling Diana van Landeghem is Ambassadeur van het Fonds Psychische Gezondheid

A

l weken ging ik het uit de weg: met de PIN betalen. Of ik ging niet meer naar de winkel, of ik liet iemand anders voor mij betalen met de PIN. Dit is er namelijk aan de hand: ik heb een antipsychoticum gekregen Abilify, waarvan ik tremoren krijg. Mijn handen trillen, en als ik hier bang voor ben, dan wordt het erger. Mijn hele lichaam kan dan gaan trillen. Gewoon.. alles. En dit heb ik al een paar keer meegemaakt.. ook wanneer ik met de PIN moest afrekenen in de winkel. Ik kreeg er op een gegeven moment paniekaanvallen van. Ik ging drukke plaatsen vermijden, en op een gegeven moment kwam ik de deur zelfs niet meer uit! Nu doe ik aan exposure: ik zoek die situaties op, waar ik bang ben dat ik ga trillen, en probeer dan in de rust te blijven. Ik tril al, maar als ik niet in de angst ga zitten, blijft het bij licht trillende handen. En ik denk niet dat iemand daarop let! Afgelopen donderdag ben ik naar een kledingwinkel gegaan, om kleren te kopen maar vooral (ook) om weer met de PIN te betalen! En toen kwam het moment suprême: het PIN apparaat werd langzaam naar mij toegedraaid. “Wilt u uw pas insteken?” vroeg de verkoopster. En ik stak mijn pas erin waarna ik de handeling voltooide… met succes! Ik trilde maar heel weinig! Nu heb ik toen wel een beetje vals gespeeld. Ik had namelijk een pilletje propranolol genomen. Dit is een medicijn waardoor je minder trilt.

foolcolor 8

Vanavond gaan mijn vriend en ik (expres) buiten de deur eten. U raadt het al: IK ga betalen met de PIN. Ik heb wel weer een propranolol genomen… Vanwege de paniek en de beperkingen die ik ervoer ben ik pas geleden vier dagen opgenomen geweest. Ik ben nu weer met ontslag. Ik vind het helemaal niet leuk dat ik deze bijwerking van de Abilify (ofwel: Atrillify) heb, maar ik wil mij er zo weinig mogelijk door laten beperken. Ik wil naar buiten kunnen gaan, ik wil soms iets kopen in de winkel, waar meestal met de PIN betaald wordt. Ik overwin deze angst. Trillen van de Abilify doe ik al, maar meestal is dit niet zo heftig. Het is een beetje. Het is vooral de angst voor het trillen, die het probleem vormt. Omdat het mij een paar keer is overkomen dat ik heel erg begon te trillen. En daar schrok ik (heel erg) van. En toen werd ik bang. Maar afgelopen dagen ben ik veel spannende situaties aangegaan… Ik heb de propranolol pas net genomen. Daarvoor was ik in de Jumbo en daar kreeg ik een stukje stokbrood, besmeerd met aardbeienjam, aangeboden. Ik dacht dit is een goeie oefening en mijn handen trilden helemaal niet, toen ik de stokbrood met jam opat terwijl de vrouw die het aangeboden had, keek en er mensen langs liepen.

Sinds de exposure voel ik weer hoop. Hoop dat ik dit onder controle zal krijgen. Want het ging een week geleden, even, echt niet meer. Ik zat in een vicieuze cirkel, met risico op een neerwaartse spiraal. Nu heb ik de cirkel doorbroken en het gevoel dat ik weer vooruit kan. En dit allemaal vanwege een van de bijwerkingen van Abilify. Maar ik moet ermee leven. Bij elk antipsychoticum heb ik (soms zeer hinderlijke) bijwerkingen. Ik ga daarom niet alweer een nieuw medicijn uitproberen. Ik moet positief zijn, naar de zonzijde van het leven kijken. Bijvoorbeeld: door de medicijnen ben ik niet meer psychotisch! En, voor nu, is één ding zeker: voor betalingen met de PIN ben ik weer IN!


foolcolor 9


Impressie studiedagen cliëntenmedezeggenschap 27-28 mei 2015 te Elsloo

Zet

jezelf

op de kaart!

Tekst: Harm Havinga // Foto's: Kasper Grelling

Midden tussen de bossen en velden bij Elsloo (vlakbij Appelscha) in groepsaccomodatie ‘De Vrije Vogel’ vindt de tiende editie van de studiedagen voor de leden van cliëntenbelangen van Lentis plaats. In het ruim opgezette gebouw hangt een rustige sfeer. In de gangen, kamers en zalen kun je zo verdwalen. Namens Folio mag ik aanwezig zijn om een verslag te maken. Het thema is: ‘Zet jezelf op de kaart!’

D

e dag begint met een kennismakingsspel. Een van de ondersteuners vraagt iedereen zich op te stellen van A tot Z. Wat geschuifel en gedoe, maar dan staat er toch een mooi rijtje. ‘Willen jullie nog een oefening?’ vraagt ze. Op veel enthousiasme kan ze helaas niet rekenen en al gauw is het de eer aan de gastspreker van deze dag: relatietherapeut en pastor Aart Langevoort. Dat hij gewend is te spreken merken de toehoorders al gauw aan zijn enthousiast en gloedvol betoog. Het bijzondere aan zijn lezing is dat hij de vraag stelt: ‘wat kun je betekenen voor een ander?’ Hoe kom je over op anderen, welke indruk laat je achter? Door positief te zijn en iets kleins te doen voor een ander kun je diens dag al helemaal geweldig maken. Hij vertelt over een toiletjuffrouw die gewoon haar werk doet, maar wel op een enthousiaste manier die aanstekelijk werkt voor haar klanten. Verder hamert hij op zelfkennis, aanscherping en mogelijkheid tot verandering. ‘Zeg mij maar na: “ik wil het, ik kan het, ik doe het!” En dat doen de aanwezigen allemaal. Na de lezing is er ruimte voor ontspanning. Hier en daar lopen mensen nog wat onwennig rond, hoewel ik begrijp dat sommigen elkaar al goed kennen en al meerdere jaren naar de studiedagen komen. Wat vinden mensen van de lezing? Een paar opmerkingen: ‘Je kunt wel merken dat het een dominee is. Ik vond het een goede lezing’, ‘Ik vond het een goede voorlichting, al ken ik de materie wel. Ik vond het soms een dwingend toontje, daar houd ik niet zo van’, ‘Inspirerend’.

Kleuradvies

Na een volledig verzorgde broodmaaltijd is het tijd voor de eerste ronde van workshops. Er zijn verschillende workshops, variërend in niveau. Een jonge therapeute geeft een workshop in PMT-stijl, waar mensen oefenen met het overgooien van stokken. Het blijkt een oefening in vertrouwen. Het zorgt voor een paar missers, maar ook voor verbinding en een hoop lol. In de ruimte daarnaast is een creatieve workshop gaande, gegeven door een cliënt, die voornamelijk over samenwerking gaat. In overleg dienen de deelnemers hun delen samen te voegen tot een schilderij dat bij elkaar aansluit. Dit blijkt vaak prima te verlopen, waarbij men vooral kiest voor overeenkomst in kleur. In een zaal aan de andere kant van het gebouw vindt een foolcolor 10

workshop plaats over presentatie. Hoe kleed je jezelf? Wat voor houding neem je aan? Welke kleuren passen bij jou? Het blijkt een zeer interessante workshop waar ook deelnemers leren hoe ze overkomen en zichzelf duidelijker presenteren. Veel mensen blijven nog even hangen voor een persoonlijk kleur- en stijladvies. Helaas heb ik niet alle workshops kunnen meemaken. Een laatste workshop ging vooral over het uitbreiden van je sociale netwerk, hoe je jezelf presenteert en hoe je social media kunt gebruiken. Na twee rondes workshops is het tijd voor de middagborrel in afwachting van het diner. Foolcolor Media zorgt voor een leuke activiteit. De organisatie heeft bedacht dat iedereen op z’n eigen manier op de foto kan, en dat de deelnemers deze foto op een briefkaart thuisgestuurd krijgen. Men kan kiezen uit een hoop attributen, pruiken en hoeden. Dit zorgt voor een hoop hilariteit.

Welkomstpakket

Wat doet de cliënten medezeggenschap zoal? Een deelnemer geeft aan dat ze zich met haar raad de laatste tijd hebben ingezet voor een welkomstpakket. ‘Bij ons in de verslavingsopvang komen mensen soms binnen zonder bezittingen. We willen ervoor zorgen dat ze een paar kleine dingen krijgen, zoals shampoo om te wassen.’ Een ander raadslid vertelt: ‘Ik ben zelf actief in drie cliëntenraden. In de ene raad ben ik voorzitter, in de andere raad notulist. Ik ga op bezoek bij de mensen die ik vertegenwoordig, bijvoorbeeld ouderen. Op die manier bouw ik ook een band op.’ Een oudgediende van de CCR: ‘Ik kom hier al jaren.’ ’s Avonds is er een ontspannen bonte avond met onder meer muziek van ondersteuner Annemarie Aikema en haar band “Mag wel”, een kaartje leggen, bingo spellen en elkaar ontmoeten. De vrijdag was ik er niet bij, maar heb wel gehoord dat de leden zichzelf letterlijk en figuurlijk op de kaart hebben gezet. Creatief omgaan met verbindingen in het boeiende landschap van cliëntenmedezeggenschap. Al met al gezellige en inspirerende dagen waarop de leden van verschillende cliëntenraden uit het noorden elkaar kunnen ontmoeten en ideeën en ervaringen kunnen uitwisselen.




Foto: Irene Winter


Mens Tekst en foto: Yvonne De Noord


wat ben je

mooi

Ze trekt aan haar shirt waarna ze verlegen in de camera kijkt. Ik merk dat ze zich niet op haar gemak voelt. Dit gaat niet werken, denk ik en ik leg mijn camera even weg. In het gras praten we over verschillende dingen en ik zie dat de vrouw ontspant. Een nieuwe poging! Inmiddels gaat het beter, maar nog steeds niet van harte. Als me per ongeluk een boertje ontglipt, kan ze haar lol niet op. Pardon! Snel klik ik een paar foto’s en… ze zijn prachtig!

S

inds kort oefen ik met fotograferen. Ik vind het leuk en heb er plezier in, maar tegelijkertijd raakt het mij ook. Zodra het lenskapje van de camera verdwijnt, zie ik de kwetsbare kant van vrouwen zoals ik nooit eerder deed. Eén vrouw stond het huilen zelfs nader dan het lachen… Als ik haar later met de bewerkte foto’s bezoek, is ze teleurgesteld met het resultaat. ‘Mag ik ook de andere foto’s zien,’ vraagt ze. Degene waar ze verdrietig op staat, kiest zij uit; die vindt ze mooi en wil ze graag hebben. Ze vertelt dat ze zichzelf niet herkent in de foto’s die ik heb uitgekozen. Er verstrijken een aantal minuten en ik denk terug aan mijn eigen ervaring en vertel haar erover. Zo gek is haar reactie nog niet! Ik had hetzelfde met de foto’s van mij voor het PUUR! Winter-magazine, ik vond ze niet mooi en herkende mezelf er niet in. Bovendien lachte ik vaak met de hand voor mijn mond. Ik voelde me naakt! Toen ik ze aan een vriendin toonde, viel haar mond open. ‘Yvonne, maak jij je hier nou zo druk om? Je bent prachtig, kijk eens hoe mooi je bent!’ Ik keek haar aan en fronste mijn wenkbrauwen, meende ze dat nou echt? Dat deed ze, en ik schoot vol! Ik realiseerde mij dat ik het nog steeds lastig vond om positief naar mezelf te kijken. Inmiddels wist ik dat het verleden daar een aandeel in had gehad, maar niet dat het

nog steeds speelde. Het was niet zomaar dat de foto’s niet overeenkwamen met het beeld dat ik van mezelf had – het had een reden. Hoe diep kunnen kwetsende woorden of nare uitspraken zitten? De dagen erna realiseerde ik mij dat ik voor een keuze stond: liet ik de nare dingen die in het verleden gezegd waren nog langer van invloed zijn op hoe ik in het heden naar mezelf keek of niet? Dit weigerde ik, want ik deed mezelf tekort. Ik ben een mooie vrouw, een leuk en gek mens en ik mag er zijn! Langzaam durfde ik anders naar de foto’s te gaan kijken. Het heeft even geduurd voor ik echt kon zeggen dat ik ze mooi vond, maar nu zijn het de mooiste foto’s die ik heb! De vrouw luistert en knikt. ‘Misschien is dat het ook wel bij mij,’ zegt ze. ‘Ik voel mij ook naakt en ik vind het ook raar om mezelf zo blij te zien, het is niet hoe ik mij voel.’ Die avond spreken we af dat we het eerst zo laten. Mocht ze de andere foto’s toch graag bewerkt willen hebben, dan doe ik dat. Een paar dagen later gaat de telefoon, het is de vrouw. Ze klinkt enthousiast en vertelt dat haar familie en vrienden positief op de foto’s hebben gereageerd. ‘Ik moet eraan wennen, Yvonne, maar dit ben ik ook!’ zegt ze met een krachtige en overtuigende stem.

Na het telefoongesprek voel ik blijdschap en ik ben er even stil van. Wat fijn als je op deze manier iets voor iemand kunt betekenen en die persoon dan ook weer stappen naar herstel mag gaan zetten. Als ik even later de tv aanzet, val ik binnen in de reclame van Menzis. Een beter moment bestaat er niet… “Mens. Mens, kijk eens naar jezelf. En bewonder hoe bijzonder je eigenlijk bent. Met je drang. Je plan. Je ‘tevreden, maar nooit lang’. Omdat het altijd beter kan. Beter dan… Mens, wat ben je mooi als je doorgaat. Tegen de tegenslag in jezelf verslaat. En daar dan oprecht verstelt van staat. Mens, wat ben je mooi als je de onmacht eventjes ontkracht. Dus kijk naar jezelf. En besef. Je bent als geen ander. Uniek. En toch net als iedereen een mens. Mens, wat ben je mooi!”

‘Precies, dit ben jij ook!’ roep ik aan de andere kant van de lijn en op mijn gezicht verschijnt een lach van oor tot oor.

foolcolor 15


Vandaag draag ik mijn verlies uit het verleden met mij mee. Net als waterdruppels die terug gaan naar de zee. Mijn dag vandaag, jij zal ook mijn toekomst zijn. Hiermee zal ik tevreden moeten zijn. Vandaag is mijn dag, Waar ik dingen uit mijn verleden zag. Vandaag is ook mijn toekomst die ik onder ogen zie. Vandaag is jouw dag. Zie de mooie dingen in het leven. Wat het leven jou ook geven mag. Al heb je veel verdriet. Er is altijd wel iemand die het ziet.

foolcolor 16

Tekst: Ramona // Illustratie: Kasper Grelling


X

Wacht u voor het wachtwoord

X

Tekst: Anna de Ruiter // Illustratie: Kasper Grelling

S

inds de komst van beveiliging en bijbehorende wachtwoorden op computers ben ik regelmatig op mijn hoede. Natuurlijk moeten de apparaten niet zomaar toegankelijk zijn voor ‘Jan en Alleman’, maar probeer eerst maar eens een goed wachtwoord te verzinnen. ‘Uw wachtwoord heeft te weinig kapitalen, u moet meer of juist minder cijfers gebruiken’- daar gaan we weer. Soms zie ik door de wachtwoordbomen het bos niet meer hoor. Ik betreed met voorzichtige schreden het digitale pad, maar ben reeds onderweg al meerdere malen verdwaald. Help: dan toch maar weer hetzelfde gebruiken? En opzoeken wat het ook alweer was, want je hebt in deze tijd een extra opschrijfboekje nodig. Bij de overheid idem dito: op de gemeentelijke website heb je een DigiD-code , pff, echt geen gebruiksvriendelijk idee, nodig om in te kunnen loggen en helaas zijn andere websites daar regelmatig aan gelieerd. Het is mij afgelopen jaren een paar keer overkomen dat ik de DigiD kwijt geraakt ben en er linea recta een nieuwe code aangevraagd moest worden. Wat een stress, wat een gedoe: er gaat namelijk enige tijd overheen ( ongeveer elf werkdagen) voordat de nieuwe code per brief wordt verzonden. De haren zouden je ter berge rijzen en uiteindelijk na een lange week van wachten kon ik eindelijk regelen wat ik moest doen. Daar krijg je toch letterlijk een punthoofd van, vooral met al die haren omhoog. Bovendien is het nog de vraag of inloggen mogelijk is, omdat de site van de gemeente Groningen wegens gehackt zijn regelmatig “plat” ligt. Fraude is een heikel ding en gebeurt best vaak, ondanks al deze codes en beveiligingen. Is het werkelijk zo veilig? Denk het niet. Houdt het alziend Windows oog van Microsoft ons en onze gegevens in het vizier: zitten de hele dag mensen in witte boorden outfit met een verrekijker gaten en hiaten te ontdekken en gezellig mee te lezen? Nou nee, dat niet gelukkig, maar gegevens worden wel extra gecontroleerd en wij hebben als gebruikers bijna geen privacy meer. Op het net worden regelmatig oplossingen aangegeven om het gebruik van een wachtwoord en gebruikersnaam makkelijker te maken. Bijvoorbeeld NU.nl geeft goede en duidelijke informatie over manieren en programma’s om een wachtwoord veilig op te slaan. Volgens Wikipedia moet een goed wachtwoord niet te kort, maar ook niet te simpel zijn. Het is veilig door een juiste combinatie van letters (niet alleen kleine, maar ook hoofdletters). Deze zijn omdat er zoveel mogelijkheden zijn moeilijker te raden en daardoor dus ook minder gevoelig voor fraude. Sommige mensen vullen niet hun complete geboortedatum in, maar een gedeelte daarvan, of een

bekende naam van iets of iemand. Zolang je niet je lange ingewikkelde doopnaam Eguardus Eguardina Everdien invoert of “de kat krabt de krullen van de kale, krakende trap” zal het je sowieso gaan lukken! Te lange namen en zinnen gebruiken is gewoon veel te lastig. Wat wel een voordeel kan zijn is dat als je een wachtwoord echt kwijt of vergeten bent er vaak op de betreffende site staat dat je het via je e-mailadres opnieuw kunt aanvragen. Wanneer hun wachtwoord te ingewikkeld is bedenk dan gewoon een andere die jij makkelijk onthouden kunt. En het ouderwetse opschrijfboekje kun je natuurlijk ook altijd nog bij eventuele noodgevallen ter hand nemen.

foolcolor 17


Vanuit de

woonkamer

angst behandelen met

virtual reality? foolcolor 18


Tekst: Jantina Eppinga // Foto's: Hein Tholen

Het was op een donderdagavond. Ik stond in een stampvolle Amsterdamse poptempel met tropische temperaturen. De zweetdruppels van de rockzanger kon ik vangen, de bass trilde door m´n lichaam en de snerpende gitaren jaagden door mijn hoofd. De muziek klonk steeds doffer, het zicht vervaagde en m´n benen begonnen te tintelen. Ik zakte in elkaar en viel op de vieze, vochtige vloer. Flauwvallen tijdens een concert: het klinkt rock-‘n-roll, maar op dat moment vond de aanleg plaats van een nieuw weggetje in mijn hersenen. We noemen het angst.

A

ngst heeft vaak één ervaring nodig om bezit van jou te nemen. ´Als het maar niet nog een keer gebeurt!´ schreeuwde de angst, na een paar dagen verbouwd van weggetje tot vierbaans snelweg. De angst voor het flauwvallen deed mij meer lijden dan het flauwvallen zelf. Die angst is inmiddels weer gekrompen tot een wandelpad en ik kan er goed mee leven. Toch zit die ervaring op die bewuste avond als scherpe kattennagels in mijn hoofd vastgepind. Het is moeilijk vechten tegen iets waar je bang voor bent. Hoe meer je ertegen verzet, des te meer spanning bouw je op in je lichaam. We weten allemaal dat blootstelling aan een irreële angst een goede remedie is, maar wat als je dat nog niet ziet zitten of wat als het niet kan? Zou een virtual reality-bril kunnen helpen om de eerste stappen te zetten?

Creatief met karton

Het innovatieve Google bracht een virtual reality-bril op de markt: de Google Cardboard. De bril is ontstaan als hobbyproject van twee Google-medewerkers. Je kan vliegen met Google Earth, zombies schieten, dinosauriërs door je beeld laten lopen. Dat is leuk om saaie verjaardagvisites mee te redden. Wat interessanter is: het kan je wellicht een zetje in de rug geven om beter met je angst om te gaan. Bij exposurebehandelingen leren mensen omgaan met situaties die de angstaanvallen opwekken. Je stelt je bloot aan situaties die je beangstigend vindt. Als je ontdekt dat de angst wegebt en er niks ernstigs gebeurd, leer je dat je de situatie niet hoeft te vermijden. Met een virtual reality-bril zou je dit in je vertrouwde omgeving kunnen oefenen. Maar is het wat, zo’n Google Cardboard? Ik bestel de bril online voor 12,95 euro. Na een paar dagen belt de postbode aan met het pakketje. Het knutselkwartiertje kan beginnen. Men neme een stuk karton, twee lenzen, klittenband, magneetjes, een klein elastiekje en een groot elastiek. Een kind kan de virtuele was doen. Op You Tube legt een stoffige meneer uit hoe ik de bril in elkaar moet zetten. Ik download de Kolor Eyes app op mijn smartphone. Deze app bevat heel veel 360 graden filmpjes van verschillende locaties. Door de 360 graden opname kan je helemaal om je heen kijken.

De blootstelling

Omdat ik ook gezegend ben met hoogtevrees kies ik als eerste een filmpje met een luchtballon en plaats m’n slimme telefoon in de kartonnen bril. De ballon stijgt op. Naast mij zweven nog veel meer ballonnen. Ze lijken kwetsbaar en klein, alsof een kind met papieren pijltjes ze zo uit de lucht kan schieten. Als ik naar beneden kijk zie ik de wereld veranderen in een Lego-achtig landschap. Het beeld is niet van goede kwaliteit en de elastieken band om mijn hoofd zit erg strak. Ook vermoed ik dat het er belachelijk uitziet. Toch vind ik het stoer als ik naar beneden durf te kijken. Zou dit het virtual reality gevoel zijn? Ik stap uit de luchtballon en ga naar een rockconcert. De bezoekers gillen, de lampen flikkeren en er komt rook uit een machine. Ik kan de muziek niet oorverdovend luid zetten en de temperatuur is aangenaam. Geen zweetdruppels, het besef dat ik in mijn eigen woonkamer sta. Dan ga ik naar een leeg plein in Dubai, nog een ‘moeilijk dingetje’. Een plein is kwetsbaar, er zijn geen steunpilaren. Ik probeer bewust te zijn van mijn ademhaling en geaard op de grond te staan. Ook dit voelt wel goed, maar het beeld is niet zo scherp en dat laat me niet heel dichtbij de realiteit komen.

Duimpje omhoog?

Virtual reality vanuit je vertrouwde woonkamer zal in de toekomst zeker een grotere rol gaan spelen bij de behandeling van angsten en fobieën. Met succes, denk ik. Belangrijk is wel dat de brillen die van goede kwaliteit zijn veel goedkoper moeten worden. Je kunt je voorstellen dat een virtual reality bril van amper 13 euro niet heel goed is. Door de prijs is het wel laagdrempelig om uit te proberen. Dit in combinatie met de gratis Kolor Eyes app maakt het ‘best leuk.’ En wie weet, met eventuele begeleiding en elke dag oefenen verbetert het de omgang met je angst. De hersenen zijn slim (of dom?) genoeg om een niet optimaal scherp beeld te registreren als echt en misschien zou je kunnen ervaren dat het vervelende gevoel van vechten, vluchten of bevriezen altijd weer wegebt. Zowel in de echte wereld, als in de (onscherpe) virtuele wereld.

foolcolor 19


foolcolor 20


Een seizoen in de IT Tekst: Erik Bies // Illustratie: Kasper Grelling

I

n 1998, het jaar waarin ik tweeëndertig werd, was ik na een korte interne opleiding bij een automatiseringsbedrijf, vrij plotseling IT-consultant. De opleiding zou eigenlijk een jaar duren, maar door omstandigheden die hier nu niet ter zake doen, werd die opleiding na drie maanden plotseling beëindigd en moest ik meteen als junior IT-consultant aan de slag. In die tijd leefde ik van een bijstandsuitkering, maar per 1 januari 1999 zou ik in vaste dienst komen bij het automatiseringsbedrijf en een goed salaris ontvangen. Tot die tijd werkte ik dus met behoud van uitkering, waarvoor de Sociale Dienst trouwens ook zijn goedkeuring had gegeven. Het bedrijf voorzag mij van een laptop, een mobiele telefoon en er stond zelfs een (lease)auto voor mij klaar. Om die reden nam ik autorijlessen en deed ik zelfs twee keer examen. Beide keren zakte ik en toen begreep ik dat de examinatoren van het CBR mij nooit een rijbewijs zouden geven. Een eerste indruk is belangrijk en ik denk dat alle examinatoren als zij mij voor het eerst zien, denken: hé dat is een merkwaardig figuur, dat is een rare knakker, die krijgt geen rijbewijs. Toen ik voor de tweede keer examen deed passeerde ik een stoplicht dat op groen stond en dat ik heel goed kende omdat ik er al jaren minstens tweemaal daags met de fiets langskwam. De examinatrice zei: ‘U reed door bij dat stoplicht.’ ‘Ja,’ zei ik, ‘omdat het op groen stond.’ ‘Ja,’ zei de vrouw, ‘maar als het licht op rood had gestaan was u ook doorgereden.’ ‘…’ Op deze manier zal ik nooit een rijbewijs halen, begreep ik. En dus ging ik met het openbaar vervoer, de trein, de metro, de bus, naar de bedrijven waar ik werkzaam zou zijn als junior IT-consultant. Die bedrijven bevonden zich in Amsterdam, Leiden, Rotterdam, Almere en noem maar op, overal dus, als het maar ver weg was. Ik was bezet van maandag tot en met vrijdag en overnachtte in hotels waar ik ’s morgens ontbeet en ’s avonds dineerde. De lunch gebruikte ik doorgaans bij de bedrijven waar ik werkte, maar het gebeurde ook wel dat ik naar McDonald’s of een cafetaria moest. In het openbaar vervoer waarmee ik het land doorkruiste maakte ik geregeld gebruik van mijn mobieltje en mijn laptop. Dat riep toen vaak heftige reactie op. Na een telefoongesprekje gebeurde het vaak dat iemand, meestal een man, zei: ‘Is dat nou nodig, dat je altijd een telefoon bij je hebt?!’ ‘Over tien jaar heeft iedereen er één,’ zei ik dan. ‘Nou dat denk ik niet!’ tierde de chagrijn dan. ‘Nee,’ zei ik, ‘Maar ik weet het wel zeker.’

‘Nou ik in ieder geval niet,’ beweerde de digibeet. ‘U ook,’ zei ik dan. ‘U ook!’ Dit soort gesprekken vonden regelmatig plaats. Veel mensen reageerden erg agressief op laptop en vooral mijn telefoontje. Dit vond plaats, laat dat duidelijk zijn, in 1998, nog niet zo erg lang geleden dus. Nu, in 2015, krijg ik weleens van mensen die smartphones, I-phones, of weet ik veel hoe die dingen tegenwoordig heten, te horen dat ik wel een erg simpel telefoontje heb. Inderdaad, het telefoontje dat ik nu heb wijkt niet veel af van het telefoontje dat ik toen had en ik doe er ook niet veel meer mee dan ik met dat ‘oude’ telefoontje deed. Toch kreeg ik ook weleens leuke reacties. Zo zat ik op een vrijdagavond in de trein terug naar mijn huis in Groningen op mijn laptop een rapport te schrijven over de werkzaamheden die ik die dag verricht had bij een bedrijf in Leiden, toen een vrouw mij vroeg of ik ook internet op mijn laptop had. Ik antwoordde bevestigend en toen vroeg de vrouw mij of ik ook kon internetten hier ter plekke in de trein. ‘Dat kan nog niet,’ zei ik, ‘want je hebt een draad nodig die je telefoonaansluiting in gaat om te kunnen internetten. Maar in de toekomst zal er ongetwijfeld draadloos internet komen en dan kun je inderdaad gewoon in de trein internetten met je laptop.’ Die draad heb ik, gek genoeg, nog steeds. Het ene uiteinde moet in de laptop en het andere in de vaste telefoonaansluiting. Je kon destijds niet bellen of gebeld worden als je aan het internetten was. Dat is nu onvoorstelbaar en de ontwikkelingen in de digitale wereld kennen volgens mij een exponentiële groei. Over twintig jaar is alles wat we nu hebben alweer grotendeels achterhaald. Bij dat automatiseringsbedrijf, waar ik software op maat maakte voor de bedrijven waar ik kwam, werk ik overigens allang niet meer. Eind december 1998 deed ik mijn beklag bij de personeelsfunctionaris omdat mijn (digitale) agenda voor het hele jaar 1999 volgeboekt was. Ik zou dat jaar geen enkele vakantiedag hebben. De personeelsfunctionaris zei toen tegen mij dat ik zoveel mogelijk geld moest binnenhalen voor het bedrijf, dat ik dus gewoon een ‘melkkoe’ was, zoals dat heet, en verder geen gezeur, discussie gesloten. Maar daar was ik het niet mee eens en ik heb toen het bedrijf verlaten. Vijf jaar later kreeg ik een psychose en tot op de dag van vandaag droom ik nog weleens over die tijd en het werk dat ik toen deed. Nachtmerries zou ik die dromen niet willen noemen, maar onrustbarend en merkwaardig zijn ze wel. Ze gaan meestal over het softwarepakket waarmee ik werkte en ik moet er dan dingen mee doen die ik niet of nauwelijks beheers, zoals een vliegtuig laten landen. Dat hele softwarepakket van toen zal inmiddels ook wel lang achterhaald zijn. Zo gaat dat. Toch gaan, ondanks alles, de ontwikkelingen in de digitale wereld mij niet snel genoeg. Het wordt tijd dat er automatisch rijdende auto’s komen en dat robots het werk gaan overnemen. Ik zal dat wel niet meer meemaken.

foolcolor 21


g

lin

er

sp

a :K

/I

t/

pe

st:

k Te

s Oo

el Gr

tie tra s u

ll

p Fo

Weekrooster Foppe maandag vrij gitaar Gerard dinsdag breien tekenen half drie woensdagochtend muziektherapie donderdag Margreet of mem tabak geld vrijdag wasmachine en bed zaterdag Franeker met Margreet of alleen markt zondag vrij bezoek of alleen of kerk of vrij

wel medicatie innemen goed slapen en eten en wat wandelen een tekeningkleurplaat per dag en even tv wielrennen en de muziek speelt wel of een verhaaltje schrijven

dag oude jongen Foppe je redt het wel doe maar rustig aan je mag hier eerst wel blijven en bent gewend

foolcolor 22


Anoiksis houdt een open lezing: Een andere kijk op antipsychotica: over de behandeling van psychotische symptomen en de invloed op het functioneren. Spreker: dr. Lex Wunderink, psychiater, opleider psychiatrie en hoofd onderzoek bij GGZ-Friesland Datum: woensdag 21 oktober van 14:00 tot 15:45 uur Locatie: de Ronde Zaal van het onderwijscentrum van het UMCG - Hanzeplein 1 (volg de bordjes vanaf de hoofdingang)

In verband met de ruimte in de zaal graag opgeven bij Peter Reuvekamp Bellen kan : 050- 5491248 Of mailen: ptwreuvekamp@gmail.com


Rakelings

Of ik u ken, mevrouw, vraagt de netwerksite. U niet maar wel uw achternaam want die hebt u van uw man die een jongen was in mijn klas zopas, dacht ik, maar u leeft met hem overzees, lees ik, dus het zal toch al eergisteren zijn geweest dat hij mijn hand ineens vast had, bij de trap naar de talengang, pratend over natuurkunde ofzo, een proefwerk denk ik, of ik de zijne, we wisten het niet en praatten door alles heen wat onze vingers ons vertelden. De eerste hand, mevrouw, die ik ooit raakte nee streelde nee speelde wat was het en hoe kon dat want iedereen wist dat hij met Esther uit 4B ging en ik was niet Esther. U bent ook niet Esther, ik ben niet u, ik ben degene die zijn hand toebehoorde. Vraag hem eens of hij dat op donkere avonden ook nog wel eens weet en hoe het kwam dat we daarna doorliepen, helemaal naar nu.

Lianne van Gemert www.reuzin.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.