Formaat Magazine september - oktober - november 2019

Page 1

JAARGANG 9 • NR 3 • SEPTEMBER 2019 VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS – AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X – P 602745 V.U.: Formaat vzw, t.a.v. Tom Willox – De Wittestraat 2, 2600 Berchem T 03 226 40 83 – info@formaat.be – www.formaat.be

PB- PP B-

BELGIE(N) - BELGIQUE

JONGEREN & WERK Broeikas: er broeit wat onder de ondernemers in Geel Algemeen directeur Tom Willox blikt terug en kijkt vooruit Metalyoga: goeiemorgen!


VOORWOORD

MET MEDEWERKING VAN Free Anckaert Nick Beerens Ilse Bosch Inge De Wolf Gauthier Goegebeur Heidi Haesevoets Mounir Hammouti Sean Hendrickx Niele Jossa Naomi Leboy Fons Leroy Eline Louis Jos Meers Katrien Van de Mosselaer Katrin Van den Troost Maxime Vanderschueren Tom Willox Jeugdhuizen COÖRDINATIE Adriaan de Roover VORMGEVING Pepijn Haghebaert COVERFOTO Tuur Penninckx BEELD / FOTO’S Leontien Allemeersch Zaza Bertrand Kara Eestermans Lore Gyzels Naomi Leboy Niet Nu Laura Dieter Telemans Mathias Vanuytsel Ilanja Van Zandycke Jeugdhuizen Formaat DRUK Graphius, Gent (FSC CO14767) Dit magazine is 100% CO2-neutraal gedrukt op FSC-gecertificeerd papier Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, mits vermelding van Formaat Magazine. Formaat Magazine verschijnt vierjaarlijks. Het tijdschrift is gratis voor leden en jeugdambtenaren, extra abonnementen kunnen verkregen worden aan 20 euro per jaar. V.U. Formaat vzw t.a.v. Tom Willox De Wittestraat 2 2600 Berchem VRAAG OF OPMERKING? redactie@formaat.be

Formaat creëert ruimte voor iedere jongere om op te groeien in een meer duurzame en solidaire samenleving waarin diversiteit een sterkte is. Samen met jongeren ontwikkelt en ondersteunt Formaat jeugdwerk en zetten we jeugdhuizen op de kaart.

WORK WORK WORK. OOK IN HET JEUGDHUIS Eind 2015 kwam een vacature vrij bij jeugdclub ’t Verzet in Knokke. Na twee jaar actief te zijn als vrijwilliger was er opeens een kans om een goede vakantiejob te vinden. Ik had net beslist om van richting te veranderen in mijn hogere studies. Sociaal Werk zou me beter liggen dan wat ik voorheen deed. Studeren is niet gratis, de studentenjob zou meteen een goede manier zijn om mijn studie te bekostigen. Al snel zat ik op een sollicitatiegesprek en voor ik het wist begon ik in 2016 – onervaren en nieuwsgierig – aan een studentenjob waar ik ontzettend veel kansen heb gekregen. De jeugdclub zocht een werkkracht om de coördinator en de projectmedewerker te ondersteunen. Daarnaast moest er gewerkt worden aan de website, de vzw boekhouding en mocht er af en toe een creatief kantje getoond worden, bij het maken van een poster, ook al kon ik dat eigenlijk niet. Leren door te doen. Dat is nog steeds de rode draad. Ik leerde veel in de eerste dagen. Over boekhouden, grafisch ontwerp, het onderhouden van de website en het niet te onderschatten nut van plakband en spanbandjes. Elke dag moest ik wel zoeken naar oplossingen voor kleine en grote problemen. In het jeugdhuis leek niet één dag op de andere. De vaardigheden die me werden aangeleerd in mijn opleiding Sociaal Werk kwamen me goed van pas. Ik begon jeugdhuisleden te begeleiden. Dat gebeurde spontaan maar bracht wel een valkuil met zich mee. Ik was nog steeds vrijwilliger. Ik moest een dunne lijn bewandelen tussen mijn rollen als vrijwilliger en als jobstudent coördinator. Uiteindelijk heb ik afstand genomen als vrijwilliger. Na deze studentenjob drie jaar lang te mogen doen, en nu mijn studies op een einde zijn gekomen, heb ik in augustus de fakkel doorgegeven en afscheid genomen van mijn collega’s en dit schitterende werk. Nu ga ik op zoek naar nieuw werk. Binnenkort weer solliciteren, dat is spannend. Je wordt tenslotte beoordeeld door onbekende mensen, om te zien of je wel voldoet aan hun verwachtingen. Je zou bijna vergeten dat je zelf ook best vragen stelt. Toch kijk ik er naar uit. Een nieuwe job, ergens een thuis zoeken, financiële onafhankelijkheid en het voornaamste, niet meer moeten studeren voor examens. Het is een nieuw hoofdstuk en ik ben enthousiast om eraan te beginnen. Na zes jaar studeren mag er wel eens iets nieuws gebeuren. Gauthier Goegebeur Gauthier Goegebeur (24) was drie jaar als jobstudent actief in ’t Verzet in Knokke. Daar woont hij ook. Zijn hart ligt echter in Gent, waar hij Sociaal Werk studeerde aan Artevelde Hogeschool.

jeugdclubtverzet.be


4

22

26

Een duurzame job vinden is niet altijd evident voor jongeren. Het is van belang om hen zelfvertrouwen en ondersteuning te geven. Ook jeugdhuizen bieden hier kansen.

We werken en studeren van ’s morgens tot ’s avonds. Maar doen we dat wel zo efficiënt? “Je moet niet enkel in concentratie maar ook in afleiding investeren.”

Net voor Pukkelpop dit jaar van start ging, sprak de festivaldirecteur met Formaat: “Als je iets wilt doen vóór jongeren, moet je mét jongerenverenigingen samenwerken.”

HOT TOPIC | Jongeren & werk

WERKING

UIT DE DOEKEN | Focustijd & verveeltijd

INSPIRATIE

4

16

10

26

24

32

25

36

HOT TOPIC | Jongeren & werk

INTERVIEW | Tom Willox blikt terug en kijkt vooruit

RAAT | RaaTslid aan het woord

COLUMN | Professional aan het woord

INTERVIEW | Chokri Mahassine (PUKKELPOP)

GOEDBEZIG | Broeikas: er broeit wat in Geel

INTERVIEW | Chokri Mahassine (Pukkelpop)

BUITEN DE LIJNTJES | Metalyoga

24 UUR | Baanbreker Mounir

38 INFORMATIE

20

VRAAG HET | Jouw jeugdhuisvragen beantwoord

22

UIT DE DOEKEN | Focustijd & verveeltijd

PRIKBORD | Van alles een beetje

AANBOD

34

“Wat betekent Sociare voor mijn jeugdhuis?” Kom het te weten op pagina 20.

AGENDA | Vormingskalender

FORMAAT MAGAZINE | 3


4 | FORMAAT MAGAZINE


HOT TOPIC Een duurzame job vinden is voor jongeren niet altijd evident. In 2018 was gemiddeld 14,1% van alle jongeren tot 25 jaar werkloos. Daarbij komt dat steeds meer jongeren het middelbaar onderwijs zonder diploma verlaten. Voor hen is de zoektocht naar een job nog moeilijker. Het is dus van belang om jongeren meer zelfvertrouwen en ondersteuning te geven. Ook jeugdhuizen bieden daar kansen. TEKST: Eline Louis, Naomi Leboy, Adriaan de Roover FOTO’S: Ilanja Van Zandycke, Naomi Leboy ILLUSTRATIE: Lore Gyzels

Meer weten? vdab.be baanbrekers.be

Veel jongeren voelen zich onzeker in hun zoektocht naar werk. Ze voelen zich onvoldoende begeleid, ze zijn onvoldoende geïnformeerd over hun rechten en plichten op de arbeidsmarkt en vinden geen gepaste ondersteuning tijdens hun eerste job. De school besteedt weinig aandacht aan de werking van de arbeidsmarkt en weinig jongeren komen in contact met de praktijk van de werkvloer. Daarnaast botsen jongeren bij hun zoektocht op een gebrek aan ervaring en de sterke focus op diploma’s. Heel wat jongeren worden de dupe van ons onderwijssysteem dat te weinig rekening kan houden met de sociaaleconomische achtergrond van leerlingen (cfr. het stijgende aantal gezinnen in armoede). Zo wijst onderzoek bijvoorbeeld uit dat huiswerk geen meerwaarde heeft voor leerlingen. Daarbij blijkt de kwaliteit van het huiswerk vaak meer te zeggen over de hulp, tijd en ondersteuning die de jongere thuis kan krijgen dan over de kwaliteiten van de jongere zelf. De hoge schooluitval in steden is daarvan onder andere het gevolg. Meer dan een op de tien jongeren uit de provincie Antwerpen verlaat de middelbare school zonder diploma van de derde graad. “Dat zegt niets over het potentieel van die jongeren”, zegt Eline Louis van Baanbrekers – een onderdeel van Formaat dat jongeren één op één begeleidt naar een job of opleiding en zo de kloof tussen jongeren en werk verkleint. “Jongeren meer zelfvertrouwen en ondersteuning geven in hun zoektocht naar werk, ook jeugdhuizen bieden daar kansen.” “Het jeugdhuis is een gedroomde plek om nieuwe competenties te ontwikkelen, zowel soft skills als manuele of intellectuele vaardigheden”, gaat Baanbreker Eline verder. “Vaak gebeurt dat zonder dat een jongere het zelf beseft. Zo ken ik een jongere wiens cv niet al te sterk was: hij had geen middelbaar diploma gehaald en slechts enkele korte jobs gedaan, zonder zicht op meer. Door met hem te spreken

over zijn vrijetijdsbesteding en zijn engagement in het jeugdhuis, kwam naar boven dat hij veel extra vaardigheden had opgedaan die niet op zijn cv stonden. Ze leken hem onbelangrijk: ‘Dat is toch maar van in het jeugdhuis?!’.” “Niets is minder waar. Door eens op te lijsten wat hij allemaal deed als vrijwilliger en welke verantwoordelijkheden hij droeg, konden we zijn cv enorm versterken en personaliseren. Van toogdienst (= met kassa en geld kunnen werken, integer zijn, klantvriendelijk zijn, onder druk kunnen werken, stocktelling en leveringen kunnen beheren …) over activiteiten ondersteunen (= sociaal en hulpvaardig zijn) tot meubels maken voor het jeugdhuis (= handig zijn, werken met een cirkelzaag, figuurzaag, boor- en nietmachine, nauwkeurig werken, een plan kunnen tekenen …).”

Een op de tien jongeren uit de provincie Antwerpen verlaat de middelbare school zonder diploma. Dat zegt niets over het potentieel van die jongeren. Ook jeugdhuizen kunnen meer zelfvertrouwen en ondersteuning geven aan hen Eline Louis – BAANBREKERS

“Dat waren niet alleen een pak meer vaardigheden die op zijn cv konden staan. Het toonde aan toekomstige werkgevers ook dat hij vertrouwen krijgt van het jeugdhuis, verantwoordelijkheden kan dragen en initiatief neemt. Twee vliegen in één klap. Het resultaat? Een sterker en voller cv, meer uitnodigingen op sollicitaties en meer zelfvertrouwen! Denk dus nooit: ‘Ik ben maar vrijwilliger in het jeugdhuis’, maar wees trots op die werkervaringen en gebruik ze in je voordeel!

FORMAAT MAGAZINE | 5


VIJF JONGEREN VERTELLEN OVER HUN ERVARING MET, EN ZOEKTOCHT NAAR WERK.

HOT TOPIC

SCHOOLVERLATERSRAPPORT Hoewel de zoektocht naar werk niet voor iedereen even vlot loopt, blijkt uit cijfers van VDAB dat schoolverlaters steeds sneller werk vinden. Van de meer dan 70.000 Vlaamse jongeren die jaarlijks de schoolbanken verlaten, is 8,9% na een jaar nog op zoek naar werk. Dat cijfer daalt al voor het vijfde jaar op rij. opleiding aso (2de graad) aso (3de graad) tso (2de graad) tso (3de graad) bso (2de graad) bso (3de graad) kso (2de graad) kso (3de graad) leertijd professionele bachelor academische bachelor master

aandeel werkzoekend 16,8% 8,9% 18,5% 8,6%

9,7% 15% 13,5% 9,3% 3,7%

7,3%

3,3%

Aantal schoolverlaters 743 4117

1 650 10 943

28,4%

2 331 11 825

187 688 614

14 926

Voor wie een diploma in het hoger onderwijs behaald heeft, loopt de aansluiting heel vlot. Zowel bij de masters als de professionele bachelors ligt het percentage werkzoekenden lager dan 4%. De academische bachelors hinken achterop: 7,3% is werkzoekend. In het secundair onderwijs biedt het TSO de beste aansluiting. Het KSO biedt met 13,5% het minst aansluiting. Bij jongeren die het middelbaar verlaten na een leertijd-traject (waarin jongeren deeltijds werken en studeren, ook wel leercontract of duaal leren genoemd) is 9,3% werkzoekend. De positieve effecten van het ‘leren op de werkvloer’ komen hier dus duidelijk naar voren. BRON: VDAB

VDAB is een Vlaamse overheidsdienst die vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samenbrengt en vooral als taak heeft werkzoekenden te bemiddelen en te begeleiden naar werk.

6 | FORMAAT MAGAZINE

22 jaar, woont in Lier, studeerde sociaal-cultureel werk, werkzoekend. “Ik zou graag iets met m’n studies doen en dus willen terechtkomen in het sociaal-cultureel werkveld. Maar als ik echt mag dromen, word ik toch het liefst schrijver van bestsellers. De zoektocht naar werk is een lastige weg. Het is moeilijk om ergens binnen te geraken. Je moet voldoen aan een aantal eisen en wordt toch steeds geconfronteerd met een sollicitatie. En dan nog ben je niet zeker van een plaatsje. Ik denk dat het in deze tijden van sociale media niet zo moeilijk is om vacatures te vinden. Er zijn allerlei handige apps en Facebookpagina’s om daarbij te helpen. Maar sollicitaties zijn toch een beetje eng. Je moet professioneel proberen blijven en je emoties de baas kunnen. Als ik echt hulp nodig heb bij het zoeken van werk, weet ik dat ik bij vrienden en familie met meer ervaring terechtkan voor tips en tricks. Ik heb al veel vakantiewerk gedaan en ben sinds 2013 animator op de Speelmicroob in Lier. Daardoor heb ik geleerd dat ervaringen opdoen heel belangrijk is. Het vormt je als persoon.”

17 805

819

Tibo Keteleer

Als ik echt mag dromen, word ik het liefst schrijver van bestsellers Tibo Keteleer


Gilles De Blauwer 25 jaar, woont in Gent, werkt deeltijds in jeugdhuis ’t Kasseiken en is daarnaast zelfstandige in bijberoep. “Een jaar geleden richtte ik mijn eigen bedrijfje in bijberoep op: Blauwer. Met Blauwer bied ik ondersteuning – van concept tot realisatie – aan alle soorten events en feesten. Dat was een logisch verlengde van mijn ervaringen in het jeugdhuis. Acht jaar geleden kwam ik terecht in Den Uitvlucht in Waregem waar ik al snel optredens te organiseren. Ik beleefde er veel plezier en voor ik het wist begonnen mijn verantwoordelijkheden te groeien, kwam ik terecht in het kernbestuur en werd ik uiteindelijk kernvoorzitter. Na twee jaar lang events te organiseren in het jeugdhuis kreeg ik de smaak te pakken om er meer mee te doen. Na mijn zevende jaar elektronica besloot ik event- en projectmanagement te gaan studeren. Ik heb die bachelor uiteindelijk niet helemaal afgemaakt maar kon proeven van het echte werk. Ik ging als eventcoördinator aan de slag bij Backstay Hostel in Gent en kwam daarnaast als freelancer terecht bij Student Kick Off en Filmfest Gent.

Na twee jaar lang events te organiseren in het jeugdhuis kreeg ik de smaak te pakken. Ik startte mijn eigen bedrijfje in bijberoep op Gilles De Blauwer Als ik erop terugkijk, heb ik veel geleerd in het jeugdhuis. Zelfs met de kleinste optredens leer je al veel over productie, techniek, communicatie, budgetten … Later zijn we grotere events beginnen organiseren, zo was het technoconcept WAZIG een schot in de roos. Hoewel het genre nog niet echt leefde in Waregem, waren we meteen uitverkocht. Het jeugdhuis was de ideale plek om te experimenteren voor mij. Met Blauwer werk ik nu concepten uit voor anderen en als freelancer was ik vorig jaar aan de slag op Dreamville en Loland. Dit jaar ben ik onder andere side manager op Jazz Middelheim. Van het organiseren van de vrijwilligers en leveranciers, tot stromend water voorzien: ik leid er alles in goede banen. Ik ben echter nog niet verdwenen uit de jeugdhuizen. Sinds januari werk ik bij ‘t Kasseiken in Wachtebeke als projectmedewerker. Met ‘De Kazakken’ zijn we daar sinds dit jaar een project gestart rond ondernemerschap bij jongeren.”

Hertier Hitimana 21 jaar, woont in Hoboken, middelbaar diploma gehaald via examencommissie, werkend. "Toen ik op zoek was naar werk, leerde ik Baanbreker Youssef kennen. Hij motiveerde me om samen met enkele andere jongeren een beroepsverkennende stage bij Albert Heijn te doen. Ik was eerst niet heel enthousiast. Ik dacht dat ik wel wist wat zo’n job inhield en dat leek me niets voor mij. Maar ik begon eraan en het verbaasde me echt! Het was helemaal anders en veel leuker dan ik verwacht had.

Ik hoop dat ik een vast contract krijg, dat ik kan combineren met mijn muziek Hertier Hitimana Tijdens de stageweek leerde ik veel bij over hoe een supermarkt werkt en wat er allemaal achter de schermen gebeurd. Ik was en ben nog steeds gemotiveerd om elke dag te gaan werken. Waarom? Alles werd goed uitgelegd, het traject met Baanbrekers was goed georganiseerd en de stageplek was perfect. Als het een magazijn was geweest, was ik niet zo positief geweest, maar dit is echt een geknipte werkplek voor mij; er werken veel verschillende culturen, je voelt geen verschillen, het is tof om heel de dag mensen om je heen te hebben en klanten te helpen, én de collega’s zijn leuk, ze helpen me en we kunnen goed babbelen en lachen. Vroeger was ik minder gemotiveerd om te gaan werken, want ik maak muziek en was dus mijn eigen baas met mijn eigen regels. Nu moet ik mij aan andere regels en uren houden, maar omdat de collega’s en het werk zo leuk zijn, lukt me dat goed. Ook vroeg opstaan om aan de vroege shift te beginnen gaat vlot, en daarmee verbaas ik mezelf ;-) Ik ben blij dat ik deze stage gedaan heb. Mijn raad aan andere jongeren? Je moet geen schrik hebben om uit je comfortzone te komen en iets anders te doen dan normaal! Ik werk nu verder bij Albert Heijn via interim en blijf mijn best doen om te groeien en beter te worden. Ik hoop dat ik een vast contract krijg, dat kan ik dan combineren met mijn muziek."

FORMAAT MAGAZINE | 7


HOT TOPIC

Sara Ibrahimi

Stijn van Loock

22 jaar, behaalde middelbaar diploma logistieke en maritieme administratie, woont in Antwerpen, werkt als onthaal­ mede­werker in ZNA Middelheim.

19 jaar, woont in Lier, student en bijlesgever wiskunde, werkend.

“Toen ik stopte met studeren – ik was begonnen aan de studies orthopedagogie en maatschappelijk werk maar beëindigde die – wou ik beginnen werken. Dat bleek al snel een moeilijke zoektocht te worden. Ik stuurde mijn cv en motivatiebrief uit voor verschillende jobs maar kreeg nooit een antwoord. Het gaf me een slecht gevoel op den duur. Als je je cv uitstuurt verwacht je een antwoord – ja of nee. Zo wachten zonder reactie te krijgen was teleurstellend. Deed ik iets fout of was mijn cv niet duidelijk? Ik wist het niet en wou graag ondersteuning. Daarom ben ik naar het OCMW gestapt. Zij verwezen me door naar Baanbrekers.

Ik droomde vroeger al van een goede job en een eigen bureau. Nu heb ik die. Sara Ibrahimi Bij Baanbrekers kwam ik in contact met Inge, mijn buddy. Zij hielp me mijn cv te verbeteren, zodat het duidelijker was wat ik kon en wie ik was. Ze leerde me ook om een goede motivatiebrief te schrijven en oefende sollicitatiegesprekken met me, zodat ik wist wat ik kon verwachten en hoe ik kon antwoorden. Ze stuurde me ook vacatures door. Met twee paar ogen zie je meer. Toen Inge me de vacature van onthaalmedewerker in het Middelheimziekenhuis doorstuurde, sprong die er echt tussenuit. We bereidden samen de sollicitatie voor en na een positief gesprek kon ik starten! De job is echt iets voor mij. Ik ben voortdurend bezig en heb veel contact met mensen, zowel met patiënten als met collega’s. In het begin moest ik met nieuwe programma’s leren werken, en kreeg ik twee weken training, maar door mijn opleiding in het middelbaar had ik al een goede administratieve basis. Het was niet altijd gemakkelijk, maar dankzij de hulp van mijn collega’s heb ik nu alles goed onder de knie. Ik ben heel blij met mijn job. In Afghanistan ben ik niet naar school geweest, maar ik droomde toen al van een goede job en een eigen bureau. Dat ik dat nu heb, geeft me veel plezier! Soms zeggen patiënten ook dat ik een leuke job heb en dat vervult me met trots. Mijn tip aan andere jonge werkzoekenden? Laat je begeleiden in je zoektocht! Op je eentje een job zoeken en je voorbereiden is moeilijk en soms ben je bang om te solliciteren. Als iemand je dan een duwtje in de rug kan geven, gaat het makkelijker. Nu ik heb ervaren hoe je het aanpakt, denk ik dat ik in de toekomst zelf ook vlotter een job zal vinden.”

8 | FORMAAT MAGAZINE

“Van poetshulp in het AZ Sint-Maarten tot bediening in café Falstaff te Lier, ik heb het allemaal gedaan. Elke job heeft zijn eigen voor- en nadelen. Als je in een café werkt, kom je onder de mensen en krijg je een bepaalde flexibiliteit. Op een bureaujob krijg misschien meer structuur en net minder verantwoordelijkheid. Ik ben zelf actief geweest in jeugdhuis De Moeve in Lier, ben kraker in het Liers Cultuurcentrum en was medeorganisator van Broeihaard kunstenfestival. Als vrijwilliger en organisator leer je assertief zijn. Dat komt van pas in professionele situaties en, misschien nog belangrijker, in de manier waarop je omgaat met druk. Ook netwerken en omgaan met tegenpartijen zijn heel belangrijke eigenschappen. Dat heb ik zelf aan den lijve ondervonden. De zoektocht naar werk ging vlot voor mij. Ik ben niet op mijn mond gevallen en dat maakt solliciteren gemakkelijker. Ik verkies een face-to-facegesprek. Dan kan je gewoon vragen wat je wil weten of wat je kan verwachten, en krijg je onmiddellijk antwoord. Ik zou werkzoekende jongeren aanraden om duidelijk te laten zien dat ze beschikbaar zijn, in hun omgeving en aan werkgevers. Wat ook helpt is een mooi cv. Stel dat je dit niet zo goed gevuld krijgt met werkervaring uit het verleden, vul het dan naar hartenlust aan met projecten uit je vrijwilligersachtergrond. Je zou je verbazen over hoe een straffe troef dat kan zijn.”

Als vrijwilliger en organisator leer je assertief zijn. Dat komt van pas in professionele situaties en, misschien nog belangrijker, in de manier waarop je omgaat met druk Stijn van Loock


BEN JE OP ZOEK NAAR WERK EN MOET JE BINNENKORT EEN CV OPSTELLEN? WIJ ZETTEN ALVAST ENKELE TIPS OP RIJ. Eerst je voornaam, dan je achternaam. Zorg voor een professioneel e-mailadres met je naam in. Mailadressen zoals ghettostreet69@gmail.com zijn dus verleden tijd. Als je geen LinkedIn hebt, kan je eventueel noteren dat je een rijbewijs B hebt of je nationaliteit vermelden. Zet het meest recente bovenaan en werk zo terug in de tijd. Zet zeker ook studentenjobs, stages én vrijwilligerswerk van in het jeugdhuis bij je werkervaring! Noteer een drietal belangrijke taken die je deed. Zo krijgen werkgevers een beter beeld van je kunnen en je ervaring. Enkel een functietitel zegt te weinig. Als vrijwilliger in een jeugdhuis doe je vaak veel verschillende taken. Selecteer degene die je het meest hebt gedaan en waarbij je ook veel verantwoordelijkheid kreeg. Nieuwe vaardigheden die je hebt opgedaan, kan je verder op je cv noteren. Ook hier zet je je laatste studie bovenaan en werk je zo terug in de tijd. Waar je je lagere school hebt gedaan, is niet belangrijk, dus dat moet je niet vermelden. Cursussen zoals een (hoofd)animatorcursus mogen hier zeker ook staan! Geef steeds een voorbeeld. Zo maak je heel concreet waar je goed in bent, welke successen je al hebt geboekt en wie je bent als persoon. Op een sollicitatiegesprek wordt hier vaak meer uitleg over gevraagd.

Algemene tips

• Een cv mag nooit langer zijn dan 2 pagina’s (dus een voor- en achterkant). • Online kan je veel gratis sjablonen vinden voor cv’s, zoals deze van www.vdab.be. Op www.canva.be heb je dan weer grafisch sterke cv’s, die je online invult en dan als pdf downloadt. Denk na waarvoor je je cv nodig hebt: een duidelijke cv van de VDAB-website is goed voor een studentenjob of een job waarbij creativiteit niet zo belangrijk is. Wil je solliciteren voor grafische of creatieve jobs (of gewoon een visueel opvallend cv hebben), gebruik dan een sjabloon van Canva of pas het VDAB sjabloon wat aan. • Pas je cv aan in functie van de job waarvoor je solliciteert. Als je solliciteert voor een sociale job, zet dan vooral je sociale ervaring in de verf door dat extra te benoemen in je profielschets en bovenaan te zetten bij competenties. Dat je met een cirkelzaag kan werken is dan minder belangrijk. • Werk met kleur: titeltjes of functies vallen zo meer op. Gebruik voor de rest zwarte letters, zodat het geen kleurboek wordt. • Een foto op je cv is niet noodzakelijk maar kan wel helpen om onthouden te worden. Werkgevers krijgen veel cv’s binnen en een foto geeft hen al een persoonlijker beeld van jou, waardoor je beter in hun geheugen blijft hangen. Voor jobs in de verkoop is een foto wel belangrijk. Een goede foto is er eentje waarop je vriendelijk (glim)lachend recht in de lens kijkt, met een rustige achtergrond. Overduidelijke selfies, vakantiefoto’s of foto’s waarop je vrienden weggeknipt zijn (maar je ziet nog een stukje van hun arm) zijn een no go. • Sla je cv op als een Word en een PDF! Het Word-bestand kan je gemakkelijk aanpassen en de PDF stuur je naar sollicitaties, zo ben je er zeker van dat je lay-out niet verschuift. Gebruik een duidelijke bestandsnaam, zoals ‘Sarah Maes_CV’. • Wees eerlijk, noteer geen vaardigheden die je niet hebt of talen die je niet spreekt. Maar wees trots op wat je kan en al gedaan hebt en zet dat goed in de verf! Kennis van specifieke programma’s, zoals bv. kassasystemen of data­ver­ werkings­programma’s, moet je zeker ook vermelden! In een profielschets vertel je kort wie je bent, waarnaar je op zoek bent en wanneer je beschikbaar bent. Vertel zeker iets persoonlijk, zoals een hobby. Werkgevers willen je graag leren kennen en zijn benieuwd naar wie je bent als persoon. Het kan zijn dat je gemeenschappelijke hobby’s hebt of dat er op een sollicitatiegesprek luchtig over gebabbeld wordt, wat een perfecte ijsbreker is! Passieve hobby’s (zoals tv-kijken, hangen, winkelen …) vermijd je beter. Selecteer vooral hobby’s die belangrijk voor je zijn en iets over je zeggen. Beperk ze, noem dus geen 5 hobby’s op. Licht op voorhand de persoon in die je als referentie noteert en vraag of het oké is dat hij/zij misschien gebeld kan worden door een werkgever. Je kan een vroegere leidinggevende als referentie nemen of de jeugdwerker in je jeugdhuis.

FORMAAT MAGAZINE | 9


INTERVIEW

10 | FORMAAT MAGAZINE


TOM WILLOX Al sinds 2002 is Tom Willox in dienst bij Formaat. Na tien jaar als algemeen directeur van de organisatie, neemt hij dit najaar afscheid. Hij begon zijn jeugdhuiscarrière als vrijwilliger in ’t Klokhuis in Hamme, waar hij opgroeide. Na zijn studies Politieke Wetenschappen botste hij op een vacature bij de Vlaamse Federatie van Jeugdhuizen – VFJ, de voorloper van Formaat. TEKST: Adriaan de Roover | FOTO’S: Kara Eestermans

“Ik was heel geïnteresseerd en had ze blijkbaar kunnen overtuigen met een verhaal over sociale verschuivingen in de stad, sociaal weefsel, sociale netwerken … Dat soort dingen.” Niet veel later, in de lente van 2002, kon hij beginnen als ondersteuner. “Ik had eigenlijk totaal geen idee waar ik aan begon. Ik had nog nooit zo’n werk gedaan en had er eigenlijk ook geen opleiding voor gehad. Op een maandagochtend, een dikke zeventien jaar later, zitten we samen bij een tas koffie. We vragen hem naar zijn verhaal binnen de organisatie. Over hoe de jeugdhuisfederatie van ‘de cowboys uit het jeugdwerk’ stap voor stap groeide tot een organisatie die een steeds breder en groter verhaal vertelt binnen de jeugdsector. Hij pakt er zelf ook een notitieblok bij. “Ik doe dat altijd als ik praat. Dan kan ik beter denken. Ik

Met een gezonde fighting spirit wilden we jeugdhuiswerk ook ernstig laten nemen, zowel door de Vlaamse overheid en de provincies, als door de jeugdhuizen zelf Tom Willox

weet niet of je er veel van zal kunnen lezen. We zullen zien wat het wordt.” In de lente van 2002 begon je met werken bij VFJ. Hoe zag de organisatie er toen uit? Tom: “VFJ was een kleine organisatie. We waren met vijf administratieve, acht inhoudelijke medewerkers en twee coördinatoren. De meesten combineerden het werk in een provincie met andere taken. Mijn baan, ondersteuner van jeugdhuizen in de stad Antwerpen, zou ik aanvullen met het taakje ‘ondersteuning van alle jeugdhuizen in provincie Oost-Vlaanderen’. Dat bleek natuurlijk gigantisch veel werk te zijn. Toen de provincie, na een onderzoeksproject, besloot om extra in te zetten op het regionaal netwerk was ik een van de eersten die zich fulltime op één regio kon richten.” “Het was een periode waarin er veel nieuwe jeugdhuizen bijkwamen. We werden opgeslorpt door vragen: over de oprichting van een jeugdhuis, (figuurlijke) brandjes die geblust moesten worden … Tegelijkertijd botsten we zelf op inhoudelijke uitdagingen en vroegen we ons af hoe we ons als federatie moesten positioneren.” “Voortdurend was heel de staf obsessief bezig met vragen als ‘Waar gaat jeugdhuiswerk nu eigenlijk over?’ en ‘Wat verkopen wij eigenlijk?’. Er was een maatschappelijk zinvol project maar we moesten beter identificeren ‘wat’ het juist

was. Tot dan zat de jeugdhuizenwereld in een discours waarbij er vooral naar kwantitatieve doelstellingen werd gekeken. Succes werd afgemeten aan de hand van hoeveel bezoekers en omzet er waren.” “Intern kwam een ander discours op gang. Voor ons ging jeugdwerk niet over het aantal consumpties in het jeugdhuis. Er waren maatschappelijke doelstellingen. Met een gezonde fighting spirit wilden we jeugdhuiswerk ook ernstig laten nemen, zowel door de Vlaamse overheid en de provincies, als door de jeugdhuizen zelf.” Hoe kon je die stappen zetten? Tom: “Vanaf 2002 veranderde er veel voor het landelijke jeugdwerk door een nieuwe subsidieregeling. In plaats van een outputsubsidie, waarbij je kosten moest maken die je (deels) kon terugkrijgen, introduceerde de overheid een enveloppesubsidie. Je moest daarvoor een beleidsnota schrijven. Op basis van die beoordeling kreeg je een bepaald budget. Dat heeft de voorbije vijftien jaar een groot verschil gemaakt. Als inhoudelijke debatteurs waren we blijkbaar goed in plannen maken en uitvoerbaar maken. Dat hielp bij het schrijven van beleidsnota’s en verwerven van middelen. Op die manier konden we telkens stappen verderzetten. We konden ons aanbod verbreden en het juiste maatschappelijke verhaal vertellen.”

FORMAAT MAGAZINE | 11


“Uit onze frustraties die we hadden – ‘er is hier geen inhoud, we doen maar wat’ – was ondertussen een tegenbeweging ontstaan. Ik was een inhoudelijke werkgroep opgestart, met goedkeuring van het team en de raad van bestuur. We dachten na over de jeugdhuismethodiek en ontwikkelden die verder. Op twee jaar tijd hebben we veertig keer vergaderd. Elke week schrijven, bijsturen … We kwamen met een gigantisch visiewerk. Het was eigenlijk onleesbaar. Zo droog. Maar het stond er wel in.”

gratis vorming!’, dat was maf. Met de volgende indienperiode hebben we een beleidsnota geschreven als één organisatie.” Zo werd in 2007 Formaat geboren. Tom: “De fusie maakte dat we groter werden en specialistischer konden werken. We konden ons inhoudelijk team uitbreiden, per provincie iemand aanduiden, iemand fulltime op communicatie en kadervorming zetten ... Ikzelf werd inhoudelijk coördinator.”

Wat was er nieuw in dat visiedocument? Tom: “Tot toen had VFJ een soort leidraad, die we ter beschikking stelden aan gemeentebesturen. In ’95 waren de Vlaamse subsidies voor jeugdhuiswerk immers naar gemeentelijk niveau verschoven. Die leidraad was heel kwantitatief. Het ging over de openingsuren, het aantal vierkante meter oppervlakte, het soort activiteiten … Maar dat is geen antwoord op wat goed jeugdhuiswerk is. Het gaat erom waarom je het doet. Met onze visie hadden we een frame gemaakt met doelstellingen, principes, functies, processen enzoverder.” “We hadden dat kunnen doen op drie bladzijden maar het werden er dertig. Zulke oefeningen maakten een groot verschil voor de organisatie. Tot dan waren we de cowboys in de jeugdsector. De nieuwe visie en communicatie zorgden ervoor dat we serieuzer werden genomen door overheden, jeugdbeleidsmakers, lokale besturen, partners … Ook de fusie zorgde daarvoor.” Ja, inmiddels was er sprake van een fusie. Tom: “Naast VFJ bestonden nog twee andere jeugdhuisorganisaties, JGM en JeF. Jeugd­ huizen waren namelijk verzuild. In 2004 stapte JGM naar VFJ en JeF met de vraag samen één sterkere koepel te vormen. We gingen hierop in. JeF deed niet mee, waarna ze zijn gestopt met bestaan. Voor de sector was het goed dat we in één organisatie zijn gevloeid. Die competitie hielp niet. ‘Word nu lid voor 50 euro, dat is veel goedkoper dan bij de andere, en je krijgt een

12 | FORMAAT MAGAZINE

“Naar de buitenwereld toe hadden we een plan. We wisten wat we gingen doen. Intern was het echter chaotisch na de fusie. Twee organisaties die samenkomen, dat is niet eenvoudig. JGM vloeide in VFJ als gelijke, evenwaardige partner. Ze werden niet zomaar opgeslokt in onze grotere werking. Er was natuurlijk veel discussie over de structuur, de missie, de naam, de visie, het aanbod …” Dat aanbod werd in 2008 ook weer groter. Jullie startten met een deelwerking: Formaat Plus. Tom: “Minister Anciaux had van een aantal ‘allochtone zelforganisaties’, die met jeugdwerk bezig waren, begrepen dat ze nergens terecht konden voor ondersteuning. We kregen de vraag om hen met Formaat, als gevestigde organisatie – met een enorme impact op het terrein, maar zonder contact met die specifieke organisaties – gepaste begeleiding te bieden. De zelforganisaties moesten lokaal erkend worden als spelers, en meer toegang krijgen tot besluitvorming en financiering.”

Jeugdhuis for life’, dat wil je niet. In een jeugdhuis is niets for life. Dat zit niet in onze methodiek. Elke dag is anders Tom Willox


“In Antwerpen hadden we al een beetje voeling met die organisaties, maar het werden nooit duurzame relaties. Ons aanbod, en de manier van communiceren, was niet op hun maat. Het was een ander verhaal met andere noden. We zijn gaan onderzoeken wat we konden betekenen voor die organisaties, en hoe we onszelf meer konden openstellen. We gingen op zoek naar organisaties waar de jongeren het, voor het grootste deel, voor het zeggen hadden, en waar ontmoeting een basisfunctie was. We ontdekten een massa organisaties. Al snel spraken we niet meer over ‘allochtone zelforganisaties’ maar evengoed over ‘jeugdhuizen’. Daar zijn we mee aan de slag gegaan. Het was een grote stap in de organisatie. Als we vandaag de dag, en ik vind dat, nog steeds een koploper zijn op vlak van diversiteit en inclusie, dan is dat daar gestart. Door een band aan te gaan met organisaties, dingen te proberen, dingen te laten mislukken.” Inmiddels bestaat Formaat Plus niet meer. Wat is daarmee gebeurd? Tom: “In onze beleidsnota 2010-2012 hebben we de zelforganisaties opgenomen in onze doelstellingen. Niet als apart project, gewoon als deel van het geheel. Door ook de stad meer centraal te stellen, met een diversiteitsinsteek. Dat was een grote verschuiving. VFJ was de federatie van jeugdhuizen. We ondersteunden. Ons aanbod was heel vraaggericht. U vraagt, wij draaien. Na onze eerdere visieoefeningen beseften we dat we zelf ook meer de leiding wilden pakken. Door de groei van onze organisatie kregen we die mogelijkheid.” “Jeugdhuizen moesten inhoudelijk uitgedaagd worden om het meest interessante aanbod te ontwikkelen voor jongeren, en vooral voor jongeren die er nood aan hadden. Daarmee namen we een andere positie in. Het is niet interessant om jeugdhuizen aan een infuus te houden. We begonnen zelf ook kritischer na te denken over onze jeugdhuizen. Als een jeugdhuis drie keer per week open is tot drie uur ’s nachts, en wekelijks vijf vaten aftapt, is dat dan een goed

jeugdhuis? Misschien moeten we ons dan vooral afvragen hoe het met die jongeren gaat, die dat bier allemaal hebben opgedronken.” “Dat was een spanningsveld natuurlijk. Maar we zijn luidop beginnen spreken. Jeugdhuizen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ze moeten zichzelf uitdagen.” Wat later kwamen er ook de bovenlokale projecten in de jeugdhuizen, waarmee jeugdhuizen konden inzetten op artistieke expressie of ondernemerschap. Die regeling kwam er in de plaats van de DAC-tewerkstelling. Wat hield dat juist in? Tom: “In de jaren ’80 kon je als non-profitorganisatie een jonge werkzoekende in dienst nemen via de DAC-regeling. Toen die middelen per beleidsdomein verdeeld werden in 2002, en al de DAC-middelen voor jeugdhuizen bij het ministerie van jeugd belandden, kregen jeugdhuizen plots rechtstreeks de subsidie. In 2011 kwam de besteding van dat geld onder vuur te liggen.” “Om te zorgen dat de jeugdhuizen niet de dupe zouden zijn van een nieuwe regeling, hadden we een decreetvoorstel uitgewerkt met de administratie. Met eigenlijk nogal ouderwetse regeltjes waar dan een budget tegenover zou staan. Daarmee vingen we aanvankelijk bot bij het kabinet van de minister van jeugd, Pascal Smet. Uiteindelijk wisten we hem er wel van te overtuigen verder te investeren in tewerkstelling in jeugdhuizen. We gingen opnieuw aan de slag aan een prikkelender en innovatiever voorstel en twee maanden later was er een regeling: de bovenlokale projecten.” Inmiddels zijn er 49 jeugdhuizen die projecten hebben lopen. Tom: “Die nieuwe regeling was een hefboom. We konden niet enkel DAC-middelen in de sector houden, we konden er ook inhoud aan koppelen. We wilden meer teamwerk in jeugdhuizen, zodat de jobs aantrekkelijker en kwalitatiever werden. Er was geen toekomstperspectief voor tewerkstelling in jeugdhuizen in

Als je een sector op de kaart wil zetten, als je financiering wil vinden, moet je op strategische punten aanwezig zijn Tom Willox

landelijke gemeentes. Daar solliciteerde soms amper iemand als er een vacature kwam. Als er al een sollicitatie georganiseerd werd. Daarnaast wouden we inhoudelijke verdieping, en dat jeugdhuizen meer uit hun kot zouden komen en gaan netwerken. De nieuwe regeling gaf die impulsen.” In diezelfde periode startte Formaat ook zijn eigen jeugdhuizen op. Tom: “We waren ondertussen in gesprek met Stad Antwerpen over de werking met kansarme jongeren. We waren kritisch over het aanbod. Het aanbod moest groter worden, en er moest meer emancipatie zijn, wat ons betrof.” “Stad Antwerpen vroeg ons om zelf, op de eerste lijn, een jeugdhuis te draaien. Vanuit onze visie, waarin we de stad als belangrijkste werkbiotoop begonnen te beschouwen, zijn we daarin meegegaan. Zelf aan de slag gaan zou ons expertise geven om later naar de rest van de sector te vertalen. 1 januari 2013 gingen onze jeugdhuizen op Linkeroever en in Hoboken open. Dus, stel je het najaar van 2012 voor … Glory days!” In datzelfde najaar werd ook ‘50 jaar jeugdhuizen’ gevierd. Tom: “2012 was een fantastisch jaar, ook voor de herprofilering van de jeugdhuissector. We hadden een nieuwe regeling over de DAC-­ middelen, kregen een nieuwe inhoud, startten zelf eerstelijnsprojecten in Antwerpen en vierden het 50 jaar bestaan van de jeugdhuizen. Die

FORMAAT MAGAZINE | 13


verjaardag, dat was niet zoals bij scouting. Zij vulden een voetbalstadion, wij vulden de Vooruit. Daar waren we héél content mee.”

een sector op de kaart wil zetten, als je financiering wil vinden, moet je op strategische punten aanwezig zijn.”

“Wij krijgen minder gemakkelijk jongeren bij elkaar. Binnen onze federatiestructuur zijn alle jeugdhuizen heel autonoom.”

“We moeten een manier vinden om nog meer draagvlak te creëren voor het maatschappelijk belang van deze sector en we hebben meer erkenning nodig dat het daarom ook gesubsidieerd moet worden. En daarvoor moet echt niet met bakken geld gesmeten worden. Dat mogen zeer slimme impulsen zijn, op maat. Maar het is nu te weinig, om in de breedte volop aanwezig te zijn met open jeugdwerk. Het is een recht voor alle jongeren om het aanbod in hun omgeving te hebben.”

Bij scoutsleden lijkt dat engagement anders. Tom: “‘Scouting for life’, dat zit erin. ‘Jeugdhuis for life’, dat wil je niet. In een jeugdhuis is niets for life. Dat zit niet in onze methodiek. Elke dag is het anders. We zitten toch meer in een anarchistische, kritische hoek.” De betekenis en functie van een jeugdhuis evolueert steeds. Tom: “Als je kijkt wat de impact is van professionalisering, hoe vrijwilligersjeugdhuizen vandaag in een stedelijke context ontstaan, nieuwe inhoud krijgen en aansluiting vinden bij een professioneel circuit, dan hebben we grote stappen gezet. Het is een heel andere beweging dan in de jaren ’90 of 2000, waar er toch wel een stuk gezapigheid bijzat.” “We hebben recepten voor de stad, een netwerk voor de stad, stadswerkers, jeugdcentra, vrijwillige jeugdhuizen ... Je moet niet weten hoe blij ik ben met plekken zoals De Serre in Hasselt. Eindelijk! Nu nog Roeselare en Aalst, en we zitten in alle centrumsteden goed. Je moet niet denken dat het enkel van onderuit komt. Als je

‘Open jeugdwerk’, wat betekent dat juist? Tom: “Met open jeugdwerk rekken we de jeugdhuismethodiek een beetje uit. De basis blijft hetzelfde. Alleen zien we dat een jeugdhuis soms nog hard vasthoudt aan tradities en gebouwen. Daar moeten we van loskomen. Er is veel jeugdwerk dat outreachend werkt, zich op pleinen afspeelt, zich projectmatig bezighoudt met specifieke groepen en zoveel meer.” “Open jeugdwerk is open, iedereen moet er binnen en buiten kunnen, je moet niet per se lid worden, het moet ontwikkelingsgericht zijn, het moet het sociaal weefsel van de groep en van de wijk of het dorp versterken. En het moet geleid worden door jonge mensen, de jongeren moeten kunnen bepalen waar het heen gaat. Wat valt er weg? Misschien het ‘huis’. Misschien ook niet.”

Niemand in onze organisatie moet als almachtige keizer op een troon zitten. De knokkers op het terrein moeten zelf op hun strepen kunnen staan

“Deze beweging, naar open jeugdwerk, zit in een maatschappelijke tendens. Je pikt die op, versterkt die en brengt die naar je veld. We zijn een inhoudelijke organisatie. Soms moet je je inhoudelijk project op de voorgrond zetten. Het gaat erover dat je het op een frisse manier naar buiten brengt zodat je mensen kan inspireren en uitdagen om verder te denken.”

Tom Willox

“Taal creëert cultuur en mogelijkheden. Als je je initiatief als open jeugdwerk benoemt, en

14 | FORMAAT MAGAZINE

Open jeugdwerk moet meer kansen krijgen en ook, naast onderwijs, een belangrijke plek krijgen als opvoedingsmilieu Tom Willox dan nadenkt over wat je missie is, dan komen er misschien meer mogelijkheden dan onder de ‘jeugdhuis’-noemer. Het kan betekenen dat je plots een kans ziet om met scholen samen te werken rond een aanbod voor jongeren die schoolmoe zijn. Of misschien kan open jeugdwerk ook bestaan in een voorziening voor minderjarige vluchtelingen? Je merkt dat sommige jeugdhuizen geprikkeld worden en er iets mee doen.” “Ik zou het wel tof vinden als organisaties zich beginnen benoemen als open jeugdwerk. Om de twee of drie jaar komen er andere jongeren in een jeugdhuis. Zij vragen zich niet per se af wat het verschil is. Als jeugdhuis huppelpup dan open jeugdwerk huppelpup heet, is dat hun realiteit. Ze denken dan vanuit dat kader.” Sinds je directeur bent geworden is het aantal medewerkers meer dan verdubbeld. Hoe was die evolutie voor jou? Tom: “Die groei van personeelsleden, dat is tof en er waren inhoudelijke redenen voor. Maar voor je het weet dreig je in een zeer old school, soort bureaucratisch functionerende organisatie te verzanden. Een organisatie die is opgebouwd rond hiërarchie, regeltjes, micro management … Dat hoeft niet zo te zijn, maar het evolueerde soms wel zo. Dat is een zoektocht. Zowel intern als extern word je gepusht in een rol van een algemeen directeur, die in onze samenleving geprogrammeerd is als de almachtige keizer op de troon die alles weet en beslist, en wordt beschouwd als hét aanspreekpunt. Ik moet dat niet zijn. Niemand moet dat hier zijn. Dat is geen goed idee.”


“Formaat moet zich zo organiseren dat mensen op het terrein slagkracht hebben. Als mensen vragen hebben over Ikorganiseer.be of over het stadswerk in Gent, moeten ze daar niet voor bij mij aankloppen. Wat heb ik daar nu over te zeggen? Die mensen op het veld zijn daar veel beter geschikt voor. De knokkers op het terrein moeten zelf op hun strepen kunnen staan. Ik ga niet om extra geld vragen in Oostende als dat nodig is. Ik zou een bedrijfswagen kunnen vragen, een kostuum aandoen en gaan eten met de schepen daar, zo gaat dat in andere bedrijven, maar dat ga ik niet doen. Onze stadswerker in Oostende, kan dat namelijk perfect zelf. En hij doet dat ook. Schitterend.” Je bent ooit binnengeraakt bij VFJ met een verhaal over de stedelijke context. Het lijkt dat die ideeën wel hun weg gevonden hebben binnen de werking van Formaat. Tom: “Ze vroegen me wat de uitdagingen waren in een stad. Ik begon toen wat te kletsen over sociaal weefsel in steden, buurten, de rol die jeugdhuizen moeten opnemen, netwerken … Ik denk dat ik toen, in 2002, nog niet goed wist wat ik eigenlijk aan het zeggen was. Nu wel, gelukkig. Het maatschappelijke verhaal is mijn drive geweest. Vanuit mijn opleiding keek ik eerder vanuit een politieke, wetenschappelijke en sociologische kant. Dat is anders dan louter de pedagogische kant, besef ik nu. Ik heb altijd ook naar cijfers en strategie gekeken. Voor sommigen komt dat planmatig of zelfs bussiness-achtig over, maar om het pedagogische te realiseren, moeten we ook kunnen aantonen dat de jeugdhuismethodiek met bepaalde groepen in bepaalde wijken werkt.” “Open jeugdwerk moet meer kansen krijgen en ook, naast onderwijs, een belangrijke plek krijgen als opvoedingsmilieu. Het moet toegankelijk zijn voor alle kinderen en jongeren, mainstream worden. En dan moet je wel blokjes zetten op het schaakbord. Dat gaat beleidsmatig, stap voor stap. Je kan niet gewoon zeggen; we schrijven er een boek over.”

Vanaf 1 oktober gaat Tom aan de slag bij Workitects. Ze zijn het expertisecentrum op het vlak van organisatieontwerp en dragen bij tot meer werkbaar werk voor iedereen in slagkrachtige organisaties. Hij wordt er ‘projectleider zorg’, met een focus op een project gericht op het herontwerpen van 20 woonzorgcentra. Daarnaast zal hij mee de organisatie uitbouwen. (www.workitects.be) FORMAAT MAGAZINE | 15


GOED BEZIG Er broeit wat onder de ondernemers in Geel Sinds twee jaar kunnen onder­ nemings­gezinde jongeren uit de omgeving van Geel terecht bij Broeikas. Broeikas heeft onderdak in jeugdhuis De Vonk, een open huis voor jongeren van en rond Geel. Het is een plaats waar je kan hangen, feesten en jezelf zijn maar ook bijleren, creëren, organiseren, ondernemen en experimenteren. FOTO’S: Mathias Vanuytsel

Niele Jossa is, sinds de opstart in 2017, coach bij Broeikas: “Ik moedig jong talent aan om uit hun comfortzone te komen. Als ik over een idee met veel potentieel hoor, daag ik de persoon in kwestie uit om ermee aan de slag te gaan. Zo gaat de bal aan het rollen. Ideeën komen zo verder dan de toog. Met Broeikas benoemen we de jongeren als ondernemer en bieden we hen het extra duwtje in de rug.”

TEKST: Katrin Van den Troost, Niele Jossa

Broeikas maakt deel uit van Startup 2440, een samenwerking tussen de stad Geel, Thomas More Kempen, KU Leuven en Jeugdhuis De Vonk. De verschillende partners werken samen om jongeren enthousiast te maken over ondernemen en hen te helpen bij de opstart. Broeikas richt zich op jongeren tot 30 jaar. “Na enkele maanden zoeken en voeling krijgen met het jeugdhuis, hebben we het project opgericht” vertelt Niele trots. “Ondertussen is Broeikas, met De Vonk als uitvalsbasis, dé plaats in Geel om aan te kloppen voor jongeren met plannen.”

“Elk idee is welkom: van geen idee, pril idee tot concreet idee. Jongeren krijgen ruimte om ermee aan de slag te gaan en te groeien als jonge ondernemer.” legt de ambitieuze Kempenaar uit. “Het Broeikas-netwerk fungeert als katalysator voor een idee. Jongeren tussen 16 en 30 jaar krijgen coaching op maat, inspiratie en kansen om de nodige skills bij te schaven. Daarnaast proberen we hen in contact te brengen met de juiste informatie en organisaties.”

Als ik over een idee met veel potentieel hoor, daag ik de persoon in kwestie uit om ermee aan de slag te gaan. Zo komen ideeën verder dan de toog en gaat de bal aan het rollen Niele Jossa

16 | FORMAAT MAGAZINE


Haven voor ondernemers Heel wat jongeren zijn, door vanuit hun interesse en passie projecten op te starten, aan het ondernemen. Haven is een coöperatie die jonge ondernemers een veilige plek biedt om te experimenteren met hun idee.

“De nadruk ligt op het doen. Jongeren mogen tot concrete resultaten komen, maar dat moet niet. We willen hen namelijk niet enkel als ondernemer, maar ook als mens coachen. Je volgt een persoonlijk traject op je eigen tempo. Dat traject begint met een babbel waarin we op zoek gaan naar concrete noden. Dat is voor ons erg belangrijk.” Broeikas is meer dan alleen coaching. “Het is een community waar leren van elkaar centraal staat”, zegt Niele. “Jongeren steken elkaar aan door eigen talent in te zetten of door elkaar aan te bevelen in hun eigen netwerk. Vanaf 2020 hopen we met een plaats voor coworking ook fysieke ruimte te geven aan deze community.”

Meer weten? indebroeikas.be startup2440.com

Broeikas is meer dan alleen coaching. Het is een community waar leren van elkaar centraal staat Niele Jossa

Voor de administratie en boekhouding verwijst Niele de jongeren door naar Haven. “De tandem met Haven,” legt Niele uit, “zorgt er voor dat jongeren een aanloop kunnen nemen naar de échte sprong. Het is een hefboom. Wij coachen de jongeren, Haven ondersteunt hen op administratief vlak en voor de boekhouding. Dat maakt dat ze gewoon hun ding kunnen doen.”

Twee jaar lang krijgen jonge ondernemers de tijd om hun producten en diensten te verkopen aan klanten, te groeien in hun competenties en reclame te maken voor hun merk. Ze gebruiken daarbij het btw-nummer van Haven. Daarnaast helpt Haven de jongeren administratieve drempels te overwinnen. Na twee jaar is het de bedoeling dat je als jongere kan doorstromen tot zelfstandig ondernemer met een eigen product op de markt of geproefd hebt van het ondernemen. Haven werd opgestart op initiatief van Formaat. De coöperatie hielp op twee jaar tijd 50 jongeren tijdens hun eerste stappen in het ondernemerschap. Daarnaast bouwde Haven een samenwerking uit met 20 jeugdwerkpartners in Vlaanderen.

Meer weten over HAVEN? havencoop.be

FORMAAT MAGAZINE | 17


GOED BEZIG

Wie zit er zoal in de broeikas? Het Geelse project heeft een bont gezelschap aan ondernemers in huis. Van Wrongline, een urban street wear kledinglijn, over Zwaarlicht, gespecialiseerd in minimalistische betonnen lampen, tot The Dude, een bedrijfje dat homemade baard­ verzorgings­producten in de markt zet. We zetten er drie in the picture.

STREVER Robin (27) startte een jaar geleden STREVER op. STREVER is een adviesbureau dat mensen ondersteunt met het bepalen van hun prijszetting. Zo zorgt hij dat hardwerkende ondernemers geen geld op tafel laten liggen en kunnen vragen wat ze waard zijn. Robin werkt naast STREVER deeltijds als marketing medewerker bij NodeMapp, het bedrijf achter de websites en apps van Wandelknooppunt.be en Vlaanderen-fietsland.be. “In 2017 en 2018 beheerde ik een Facebookgroep genaamd ‘Ondernemend Geel’, een online community van ondernemers die elkaar graag verder hielpen en geregeld samenkwamen om bepaalde topics te bespreken of workshops te volgen. Al snel leerde ik Niele van De Vonk kennen, omdat ook hij met Broeikas activiteiten organiseerde voor jonge ondernemers. Het duurde niet lang voor er een samenwerking tussen Ondernemend Geel en Broeikas ontstond. Voor ik het wist stond ik ook zelf te pitchen voor de jury van Broeikas. Et voilà! Voor mij zit de meerwaarde van Broeikas in het maatwerk dat ze leveren. De een-op-een coaching is enorm waardevol. Naast een luisterend oor krijg je ook oprecht advies. Een andere visie op je eigen situatie doet soms wonderen. Daarnaast organiseert Broeikas enkel activiteiten die beantwoorden aan de noden van de jonge ondernemers. Daar ben ik dankbaar voor.

18 | FORMAAT MAGAZINE

Haven en Broeikas helpen me stap voor stap bij het uitbouwen van mijn onderneming. Eng wordt geruststellend, risicovol wordt veilig en die droom … wordt werkelijkheid Robin – STREVER Ik word ook ondersteund door Haven. Een eigen onderneming starten is vaak eng, risicovol en voor velen slechts een droom. Eens je bij Haven zit helpen ze je stap voor stap bij het uitbouwen van jouw onderneming. Eng wordt geruststellend, risicovol wordt veilig en die droom... wordt werkelijkheid. Ze versterken me ook door in heel wat van de administratieve zorgen weg te nemen. Zo kan ik 100 procent gaan voor het uitvoeren van mijn activiteit. Daarnaast helpen ze ook met het nadenken over de toekomst van mijn onderneming. Ik ben hen eeuwig dankbaar.”

Meer weten? strever.be


Niele is ons ankerpunt om onze ideeën serieus te nemen Bastiaan – BLIJVEN PLAKKEN

BLIJVEN PLAKKEN

VERWENNERIE

Bastiaan (24) heeft het ondernemen in de vingers. Samen met drie vrienden richtte hij Blijven Plakken vzw op, een eventorganisatie. Deze zomer zetten ze hun schouders onder Bar Gul, een nieuwe zomerbar waar jonge ondernemers en kunstenaars een plaats krijgen. Ze zetten actief in op de buurt en het creëren van ruimte voor jongeren in deze tijdelijke urban plek.

In 2017 stopte Elke (31) met haar baan als pedagogisch stafmedewerker bij de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk met maar één doel: met haar handen in deeg kneden. Anderhalf jaar later was het zover. De Verwennerie was geboren.

“Niele, de coach van Haven en Broeikas in De Vonk is voor ons het ankerpunt om onze ideeën serieus te nemen. De meerwaarde voor ons is de ondersteuning die we krijgen voor het papierwerk maar ook voor de structuur. Hij zorgt ervoor dat we tijdig de koppen bij elkaar steken om een stand van zaken te maken. Zo werden we ons bewuster van onze organisatie en zijn we beginnen nadenken over onze structuur. We pitchten ons idee voor de Havenjury maar helaas was het organiseren van events verzekeringsgewijs te moeilijk om onder Haven te starten. Daarom hebben we onze eigen vzw opgestart. Haven is zeker interessant voor jonge starters om de grote zakelijke kant in orde te houden in de eerste jaren van je project. De grootste uitdaging voor ons zit er nu ook in om onze vzw financieel gezond te houden nu we

Meer weten? Ik.Blijf.Plakken ZomerBarGul

“Ik werkte tijdelijk voor jeugdhuis De Vonk in Geel. Tijdens die job werd ik door mijn collega's overtuigd om de sprong te wagen en Verwennerie serieus te nemen. Met Verwennerie maak ik taarten. De ambacht en de liefde zijn het belangrijkste. In Verwennerie kan ik twee eieren kwijt: zorgen voor klanten en werken aan heerlijke zoetigheden. Ik werk graag zo natuurlijk mogelijk. Ik wil pure smaken en ingrediënten tot hun recht laten komen. Die liefde proef je. Ik maakte me steeds zorgen over het boekhoudsysteem en statuten. Hoe moest ik daaraan beginnen? Zo kwam ik in contact met Broeikas waar mijn idee al snel vorm kreeg. Ik ging taarten op maat maken, het liefst met producten die ik zo lokaal mogelijk kon krijgen. Ik kwam in aanraking met Haven toen ik op zoek was naar een boekhoudsysteem. Omdat er nu iemand dichtbij is die de uitleg geeft en mijn vragen oplost is de stap minder eng. Daarnaast vergroot Haven ook mijn netwerk voor afzet. Ook het contact met andere lokale Haven ondernemers is een meerwaarde.

Ik wil het financieel draagvlak van mijn zaak vergroten. Zoals het nu loopt gaat het nooit renderen Elke – VERWENNERIE Ik struggle nu nog vooral met mijn werk-werkbalans. De Verwennerie naast andere jobs in balans krijgen en vrije tijd maken… Dat is de grootste uitdaging. Daarnaast ben ik op zoek hoe ik het financieel draagvlak van mijn zaak kan vergroten. Zoals het nu loopt gaat het nooit renderen. Hoe maak ik van Verwennerie een rendabele zaak? Ik moet focussen op wat mijn kerntaken zijn en deze afbakenen. Dat gaat me helpen om Verwennerie duidelijk in de markt te zetten. Niele helpt me om deze vragen op te lossen of stuurt me door naar de juiste partners voor een klankbord.”

Meer weten? verwennerie.be

FORMAAT MAGAZINE | 19


TEKST: Sean Hendrickx, Heidi Haesevoets & Jos Meers

VRAAGHET • Datum waarop zij/hij uiteindelijk begunstigde is geworden • Rijksregisternummer • De categorie waartoe zij/hij behoort (zie hierboven) • De bewaartermijn van 10 jaar.

“Wat is het ubo-register en wat betekent dat voor mijn jeugdhuis?”

Wat is UBO? Het gaat om een wet van 18/09/2017 die een omzetting is van een Europese richtlijn en tot doel heeft om het witwassen van geld en het financieren van terrorisme te voorkomen. Alle rechtspersonen zijn verplicht om hun ‘uiteindelijk begunstigden’ (UBO of ‘Ultimate Beneficial Owner’) te registreren. De eerste registratie dient voor 30 september 2019 te gebeuren. De wet kwam er om te voorkomen dat mensen met slechte bedoelingen zich verschuilen achter een juridische entiteit. Wie zijn uiteindelijk begunstigden? Voor jeugdhuis-vzw’s worden onder andere de volgende personen als uiteindelijk begunstigden beschouwd: • De leden van het bestuur • Zij die gemachtigd zijn de vereniging te vertegenwoordigen (bv. een personeelslid dat de vzw mag vertegenwoordigen) • Leden van het dagelijks bestuur (komt normaal alleen voor bij zeer grote vzw’s) Welke informatie moet in het register? Jeugdhuisvzw’s moeten aan het register de volgende informatie over elk van hun begunstigden meedelen: • Naam en voornam • Geboortedag, -maand en -jaar • Nationaliteit • Land van verblijf en verblijfsadres

20 | FORMAAT MAGAZINE

Daar moet je alle bewijsstukken bijvoegen (kopie van de identiteitskaart …). Welke informatie bezorg je aan de uiteindelijk begunstigde zelf? Je moet uiteraard ook de uiteindelijk begunstigden zelf informeren over: • Jouw verplichting om de gegevens aan het register mee te delen. • Het recht van de uiteindelijk begunstigde om kennis te nemen van de gegevens en die te laten verbeteren of verwijderen indien ze onjuist zijn (aanvraag via ubobelgium@minfin.be). • De bewaartermijn van 10 jaar. Hoe breng je dit in orde? De bestuurders van de vzw moeten de gegevens en nodige bewijsstukken aanleveren. De gegevens moeten jaarlijks worden bijgewerkt. Als er tussentijds iets wijzigt aan de gegevens, moet dit binnen de maand ook in het UBO-register worden meegedeeld. Zoniet riskeer je een administratieve boete van 250 tot 50.000 euro. Onderneem dus de volgende stappen: • Bepaal wie in jouw jeugdhuis de uiteindelijk begunstigden kunnen zijn. • Contacteer hen over hun rechten en plichten. • Geef de informatie in het UBO-register in (via MyMinFin). Kijk daarvoor eerst eens naar de gebruikershandleiding. https://financien.belgium.be/sites/default/files/ Wettelijke_Vertegenwoordiger_VZW_0.pdf • Zorg ervoor dat eventuele wijzigingen snel opgevolgd en meegedeeld worden. Vraag hen alle relevante informatie en bewijsstukken te bezorgen.

Waarschuwing Het is belangrijk dat de vzw in orde is met haar vzw-verplichtingen. Nieuwe bestuurders moeten volgens de daarvoor bestemde formulieren worden bekend gemaakt via de publicatie in het Belgisch Staatsblad en de kruispuntbank. Indien dit nog niet gebeurde, kan er geen registratie in het UBO-register gebeuren.

“Wat betekent Sociare voor mijn jeugdhuis?” Voor jeugdhuizen die zelf werkgever zijn. In jeugdhuizen met tewerkstelling zijn beroepskrachten sleutelfiguren voor de werking. Onder andere via het groepslidmaatschap bij Sociare probeert Formaat werkgevers in jeugdhuizen te ondersteunen met de juiste omkadering voor beroepskrachten. Wat doet Sociare? Sociare is de werkgeversorganisatie voor de socio-culturele sector. Ze informeert en adviseert werkgevers, organiseert vormingen rond personeelsbeleid en werkgeverschap en verdedigt de belangen van werkgevers in de sociaal culturele sector. Lidmaatschap bij Sociare Elk lid van Formaat, die werkgever is en valt onder paritair comité 329.01, sluit ook automatisch aan bij Sociare. Bovenop het lidmaatschap bij Formaat, betaal je ook het lidmaatschap bij Sociare. In ruil kan je beroep doen op al hun diensten en krijg je een paswoord om in te loggen op hun website.


GOED BEZIG

JONGEREN ONDERZOEKEN DE TOEKOMST VAN WERK TIJDENS 'EXPEDITIE WERK'

Informatie en advies Via het online platform ‘Mijn Sociare’ heb je toegang tot uitgebreide informatie over verschillende thema’s en kan je allerhande modeldocumenten zoals bv. arbeidsreglementen, arbeidsovereenkomsten en tools om al je personeelszaken op orde te stellen terugvinden. Uiteraard kan je ook per e-mail of telefoon terecht bij Sociare voor advies op maat. Ook inbegrepen is de mogelijkheid voor een individuele consultatie voor het opstellen van het arbeidsreglement, ontslag, wendbaar en werkbaar werk, besprekingen in de Raad van Bestuur, met het personeel of met de sociale inspectie, of bij de toepassing van regels rond flexibele tewerkstelling.

Werk zoals we het nu kennen is in evolutie. Het staat vast dat ons werk er over een aantal jaar niet meer uitziet zoals nu. De Ambrassade voert een onderzoek uit naar de visie van jongeren op de arbeidsmarkt in 2050. Hoe kijken jongeren naar hun toekomst? Hoe kijken ze naar werk? Wat mag er veranderen en wat mag blijven? … Ook Haven trekt met deze vragen naar de jonge ondernemers en neemt ze mee in een droomproces, of is het eerder harde realiteit? “Eind juli kwamen we voor de eerste keer samen met onze ondernemers”, vertelt Katrin Van den Troost, coördinator van Haven.

Werk maken van je personeelsbeleid Tijd om je arbeidsreglement nog eens onder de loep te nemen? Werken aan een onthaalbeleid voor je nieuwe beroepskrachten? Of sta je al verder en ga je als jeugdhuis voor een doordacht talent -en competentiebeleid? Sociare organiseert op regelmatige basis vormingen over specifieke thema’s.

“In een vooronderzoekje gaven ze zelf aan dat ze vooral vragen stelden bij de sociale bijdrage, de plaats van ecologie en klimaat in een toekomstig beeld van ondernemen en de vraag naar nieuwe modellen om zich te organiseren. Met deze vragen gingen we aan de slag, we nodigden verschillende experten uit om nadien dieper in te gaan op mogelijke toekomstscenario’s. Een aantal zaken kwamen naar boven.

Wens je begeleiding bij een sollicitatieprocedure of ondersteuning op maat, dan kan je steeds bij Formaat terecht.

We moeten meer transparantie hebben inzake sociale bijdrage. Waar gaat dit geld naartoe, hoe wordt dit besteed en kunnen we mee beslissen waar dit geld naartoe gaat? De sociale bijdrage is een verworven recht opgebouwd na de tweede wereldoorlog. Momenteel ziet de arbeidsmarkt er anders uit en moet de organisatie van de sociale bijdrage zich ook aanpassen. Er is tot op vandaag bijvoorbeeld geen sociaal vangnet voor freelancers. De rechten van ondernemers, ambtenaren en werknemers liggen mijlenver uit elkaar.

Meer weten? sociare.be formaat.be/thema-categorie/­ werkgeverschap--personeelsbeleid

Ook Vlaanderen circulair kwam haar visie delen. Ondernemen in 2050 wil immers zeggen dan je ook rekening moet houden met het milieu en je omgeving. Tot slot kwamen we tot ideeën waar verdienmodellen voor bedrijven opnieuw veel meer in teken moeten staan van mens en klimaat. Hoe we dit allemaal concreet gaan realiseren ligt niet vast, maar dit onderzoek geeft

Dit onderzoek toont aan dat er actie ondernomen moet worden, op alle terreinen Katrin – HAVEN wel aan dat er actie ondernomen moet worden, op alle terreinen.” Het onderzoek stelt dezelfde vragen aan jongeren uit andere jeugdorganisaties. Eind november komen deze organisatie samen om een conclusies te vormen. “Die conclusies komen dan op het bord van beleidsmakers te liggen”, sluit Katrin af. “Maar laat ons vooral niet wachten tot dan en nu al actief op zoek gaan naar manieren om anders te ondernemen.”

Meer weten? ambrassade.be havencoop.be

FORMAAT MAGAZINE | 21


UIT DE DOEKEN

We werken en studeren van ’s morgens tot ’s avonds. Maar doen we dat wel zo efficiënt? TEKST: Katrien Van de Mosselaer

We dagdromen de helft van onze tijd. Onze geest heeft dat nodig

Stel jezelf de volgende situatie voor: je probeert een belangrijke taak af te werken (een vak studeren, een dossier indienen, een tekst schrijven …) terwijl een lichtje op je smartphone pinkt (snel even kijken wat het is?), er verschijnt een pop-up op je scherm van een nieuw binnengekomen mail (toch snel even beantwoorden?) en op je browser staan Facebook, YouTube en nog 10 andere tabbladen open die je aandacht opeisen. Herkenbaar? Op die manier slaag je er niet in aan die belangrijke taak toe te komen. Bovendien kost het ons moeite en mentale energie om na elke afleiding terug te keren naar die taak waar we aan wilden werken. Sociale netwerken en mobiele apps overspoelen ons met informatie, meningen, feiten, uitdagingen en gedachten. Langs alle kanten wordt onze aandacht opgeslorpt door schermen en geluidsinstallaties met nieuws en entertainment. Hoe kunnen we nog focus vinden in deze tijd van hyperconnectiviteit en infobesitas? Elke Geraerts beschrijft in haar boek, Mentaal Kapitaal, enkele technieken om de aandacht scherp te houden. Dat doe je namelijk niet door enkel te investeren in focustijd, maar ook in afleiding en verveeltijd. Uit onderzoek blijkt immers dat we 47% van onze tijd dagdromen, er met ons hoofd niet bij zijn. Het feit dat onze geest de helft van de tijd afdwaalt, betekent dat hij die tijd nodig heeft. Als we ons bewust zijn van het feit dat je de helft van de dag niet bewust bezig kán zijn, valt er al een hele druk van onze schouders en hoeven we ons niet meer af te vragen waarom we ons zo slecht kunnen concentreren. De boog kan niet altijd gespannen staan. Af en toe moeten we pauzeren. Focus vinden en vasthouden is voor veel mensen een dagelijkse uitdaging. In plaats van te proberen meer aanwezige tijd of focus te cre-

22 | FORMAAT MAGAZINE

ëren, is het nuttiger de tijd die je geest kan opbrengen, beter te besteden. Want het dagdromen (de onbewuste helft van onze tijd) is een essentieel onderdeel van de geconcentreerde helft van de tijd. Daarom is het belangrijk om zowel je aanwezige als afwezige tijd zo nuttig mogelijk te gebruiken en zo je aandacht beter te verdelen.

INVESTEREN IN FOCUSTIJD Je kan meer halen uit je aanwezige tijd aan de hand van volgende drie technieken:

Techniek 1: timeboxen Beperk de focustijd tot een realistische hoeveelheid en calculeer daarna telkens een moment in voor niet-bewust denken. Je last dan concentratieblokken in. In plaats van een hele dag in te plannen om aan een belangrijke taak te werken, start je met enkele concentratieblokken, afgewisseld met een kleine verveelpauze. Wat is een realistische hoeveelheid aan focustijd? De gemiddelde aandachtspanne van een volwassene ligt vandaag tussen een half uur en drie kwartier. Hou het dus kort! Dat je je tijd opdeelt in blokken, betekent nog niet dat je telkens van taak moet veranderen. Je kiest één grotere taak die je wil afwerken in dat blok (of in meerdere blokken). Tussendoor je e-mails beantwoorden is dan ook een slecht idee. Zet alle mogelijke afleiding uit: gsm op vliegtuigmodus, Outlook en je browser sluiten. Het is oké om even onbereikbaar te zijn.

Techniek 2: werk met tijdsdoelen Een tijdsdoel voorop stellen is een belangrijke voorwaarde om in een flow te geraken. Je focustijd moet dus niet alleen kort zijn, je bepaalt ook vanaf het begin hoe kort die zal zijn. Je leert


Basisregels voor focustijd: houd het kort, focus en zet een duidelijk doel voorop!

snel geconcentreerder te werken als je jezelf opdraagt een bepaalde taak binnen een half uur af te werken. Zeker in het begin is het een goed idee om een alarm te zetten. Op die manier ga je niet op zoek naar afleiding terwijl je je voorneemt een half uur te focussen. Dat laat je dan volgen door een paar minuten verveeltijd.

Techniek 3: je zithouding aanpassen Ook onze zithouding beïnvloedt onze focus. Een geconcentreerde houding – een rechte rug en gestrekte nek – is niet alleen goed om rugklachten te voorkomen. Het zorgt er ook voor dat onze longen vrij zijn om zuurstof naar de hersenen te sturen, wat belangrijk is voor onze focus. Nog een reden om een geconcentreerde houding aan te nemen, is dat het ook op psychologisch vlak voor meer focus zorgt.

INVESTEREN IN AFLEIDING Een positief effect van dagdromen is dat wanneer onze aandacht afgeleid wordt door banale zaken uit onze omgeving, we nieuwe ideeën en toekomstplannen alle kansen geven om naar boven te komen. Het is ook een manier om ons hoofd tot rust te brengen na het afwerken van een opdracht (of concentratieblok). Een be-

langrijk voordeel is dat onze dwaalgedachten – of mind wandering – creativiteit stimuleren: originele ideeën duiken pas op wanneer je ze niet zoekt. Een beetje verveling maakt je dus creatiever! Investeren in afleiding doe je door tijd te maken voor verveling en voor ontspanning (ja, er is een verschil!):

Techniek 1: maak tijd voor verveling Je kan dagdromen opwekken door een context van verveling te creëren. Verveling betekent dan niet iets anders doen zoals een filmpje kijken of je (persoonlijke) mail lezen. Het moet saai genoeg zijn. Ga op zoek naar activiteiten waarbij jij je gedachten kan verzetten: opruimen, iets eten, papieren kopiëren of inscannen, een glas water halen …

Techniek 2: maak tijd voor ontspanning Naast verveling hebben we ook behoefte aan ontspanning. Ontspannen kunnen we door alle om aandacht vragende apparaten uit te zetten, door even onbereikbaar te zijn. Deze keer niet om je te kunnen concentreren op iets anders, maar net om je even niet te moeten concentreren. Die technologievrije momenten kan je opvullen met activiteiten die je ontspannen om mentaal even helemaal tot rust te komen.

Originele ideeën duiken pas op wanneer je ze niet zoekt. Een beetje verveling maakt je creatiever!

Mentaal kapitaal In maart ging Formaat op personeelstweedaagse waar de medewerkers (ondertussen zijn we met zestig collega’s, verspreid over verschillende locaties) elkaar ontmoetten in een informele sfeer en geïnspireerd werden door praktijkvoorbeelden en vorming. Op dag twee kregen we een lezing van Muriel Vécu van Better Minds @ Work die ons vertelde over hoe we aan onze mentale veerkracht kunnen werken. Ze bracht heel wat interessante tips aan om ons mentaal kapitaal te vergroten die ook verwerkt zijn in het boek Mentaal Kapitaal van Elke Geraerts. De inhoud van dit artikel is ook ontleend aan dat boek. Geraerts, E. (2015). Mentaal Kapitaal. Versterk je mentale veerkracht en vermijd burn-out. Lannoo

FORMAAT MAGAZINE | 23


RAAT Formaat wil de jeugdhuizen inspraak geven in het beleid en de strategie van haar organisatie. Daarom werd in 2015 de RaaT van Formaat opgericht. In deze rubriek laten we een RaaTslid aan het woord om zich voor te stellen. Deze keer: voorzitter Maxime. TEKST: Maxime Vanderschueren

Hey! Ik ben Maxime Vanderschueren, een van de twee voorzitters van de RaaT (we zijn nog op zoek naar een betere naam dan ‘voorzitter’). Ik kom uit Jeugdhuis Impuls in De Pinte. Daar ben ik drie jaar voorzitter geweest. Het verhaal van hoe ik daar terecht ben gekomen is vrij grappig. Na een avondje op café passeerde ik het gebouw, waar twee jaar eerder het jeugdhuis gesloten was. Wat bleek? Het was terug geopend. Ik ging naar binnen en voegde

In de RaaT van Formaat denken we na over de toekomst van jeugdhuizen. Ik vind dat fantastisch om te doen Maxime Vanderschueren

24 | FORMAAT MAGAZINE

mij toe aan het stevig feestje dat er aan de gang was. Daar kwam ik mijn toekomstige medebestuurder tegen. Na een hele avond babbelen ging ik naar huis. Enkele dagen later kwam ik hem opnieuw tegen. Hij was gevallen met de fiets en ik kwam er net voorbij. Ik hielp hem naar het jeugdhuis waar ik zijn knie verzorgde, en daar vroeg hij mij of ik vrijwilliger wilde worden. Drie maanden later werden we samen deel van het driekoppige bestuur. Jeugdhuizen zijn fantastisch. Ik hou ervan om mensen te zien openbloeien bij ons. Mensen die oorspronkelijk vrij alleen waren, hebben nu een gigantische vriendenkring. In het jeugdhuis krijgen ze de moed om uit te komen voor wie ze zijn en hun talent de vrije loop te laten. Iedereen is welkom en je leert mensen er écht kennen. Mijn taak als voorzitter bestond vooral uit het begeleiden en coördineren van die mensen. Dat heb ik met plezier gedaan. Mijn beste herinneringen aan Impuls zijn toch wel de avonden waarop we met een vijftal vrijwilligers het jeugdhuis ‘verbouwden’. Bierbaktorens en constructies met ladders en zetels… In de RaaT stappen was een van de betere beslissingen die ik gemaakt heb. Het is super interessant om te vergaderen met andere bestuurders van over heel Vlaanderen. Je leert zaken bij over en van andere jeugdhuizen, leert Formaat kennen en denkt samen aan de toekomst van jeugdhuizen. We zijn een adviesRaaT waar Formaat vragen aan stelt als ze de mening van de jeugdhuizen willen weten. Samen RaaT geven en bedenken vind ik fantastisch om te doen. Ik ben dan ook dol op vergaderen. En er is altijd genoeg stuff om over te praten.

De RaaT van Formaat De RaaT geeft advies aan de raad van bestuur en/of directie van Formaat. Meer concreet formuleert de RaaT adviezen over: Beslissingen die een invloed hebben op de ondersteuning van onze leden-­ jeugdhuizen Formaat gaat voor een sterk en bloeiend jeugdhuiswerk. Om dit te realiseren bouwen we een sterk en innovatief aanbod uit voor onze leden. Hiervoor vragen we input aan de RaaT. Enkele voorbeelden uit de voorbije jaren: • Hoe bouwen we de Dag van de Jeugdhuizen sterker uit om het imago van jeugdhuiswerk te versterken? • Rond welke producten of diensten kan Formaat een samenaankoop voor jeugdhuizen opzetten? Standpunten die Formaat vertolkt naar beleidsmakers Formaat verdedigt de belangen van jeugdhuizen op verschillende beleidsniveaus. We willen onze leden sterker betrekken bij beleidsdossiers die we aankaarten bij politici. Enkele voorbeelden uit de voorbije jaren: • Jeugdhuizen en de btw-plicht. • Het memorandum voor de gemeenteraadsverkiezingen en het memorandum voor de Vlaamse en Federale verkiezingen.

Meer weten? formaat.be/artikel/raat

Als je zelf ideeën hebt waar de RaaT over kan praten, stuur ze zeker door naar Formaat. Hoe meer wij kunnen doen, hoe beter! Misschien tot binnenkort! Groetjes, Maxime

Meer weten? jhimpuls.be


COLUMN Meer weten? fonsleroy.be fons.leroy fonsleroy

Fons Leroy was tot afgelopen zomer afgevaardigd bestuurder van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB). Dat was hij sinds 2005. Fons publiceerde verschillende boeken waaronder NO JOBS, over de arbeidsmarkt anno 2050, en Werk aan werk, over de uitdagingen van onze arbeidsmarkt.

Leren ? Moeda?! Uit recent onderzoek blijkt dat we niet graag leren ... Zeg eens eerlijk: zijn leren en plezier synoniemen voor jou? Die kans is klein. ‘Leren’ vereenzelvigen we met ‘naar school gaan’, ‘moeten kennen’, ‘blokken’, ‘slechte punten’ ... Maar leren is meer dan dat. We leren buiten de school immers ook. En daar leren we meer, langer en anders. En juist dat leren hebben we nodig om ons te kunnen ontwikkelen als burger, als werkende of als ondernemer. Juist dat leren vult vooral het kennisgericht leren in school aan. De wereld rondom ons verandert met een ongekende snelheid. Robotisering, digitalisering, klimaatverandering, migratie, vergrijzing en globalisering zullen een enorme impact hebben op elke job. Bestaande jobs zullen verdwijnen, nieuwe jobs zullen verschijnen. Jongeren moeten zich geen zorgen maken dat er geen werk meer voor hen zal zijn. Integendeel. Door de vergrijzing staan jongeren, zeker als ze een diploma hebben, sterker dan ooit op de arbeidsmarkt. Toch is dat geen zekerheid voor het leven. Ze zullen namelijk wendbaarder en weerbaarder moeten zijn om goed met deze veranderingen te kunnen omgaan. Daarom moeten we massaal investeren in de 21ste-eeuwse vaardigheden zoals creativiteit, in team kunnen werken, communiceren en connecteren, ondernemingszin, digitale vaardigheden, probleemoplossend handelen maar ook en vooral leer- en loopbaancompetenties. Die competenties moeten ons de goesting geven om bij te leren, te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, nieuwe opportuniteiten in onze loopbaanbeleid grijpen … Ze zijn belangrijker

FOTO: Dieter Telemans

“DE WERELD RONDOM ONS VERANDERT MET EEN ONGEKENDE SNELHEID. ROBOTISERING, DIGITALISERING, KLIMAATVERANDERING, MIGRATIE, VERGRIJZING EN GLOBALISERING ZULLEN EEN ENORME IMPACT HEBBEN OP ELKE JOB. BESTAANDE JOBS ZULLEN VERDWIJNEN, NIEUWE JOBS ZULLEN VERSCHIJNEN. MAAR JONGEREN MOETEN ZICH GEEN ZORGEN MAKEN.“ FONS LEROY dan technische skills. Die skills zullen door de snelle veranderingen even snel verouderen. Bedrijven zullen dus eerder medewerkers met een groot leerappetijt verwachten, dan werknemers met professionele skills die vlug verroest zijn.

is om goed te communiceren, in een team te werken, ondernemend te zijn, oplossingsgericht te werken enzovoort. Wie buurtgericht werkt, ontdekt hoe men verbinding moet zoeken, dat luisteren ook communiceren is en dat creativiteit van belang is om mensen te verbinden. Het jeugdhuis blijkt zo een ideale leerschool te zijn voor het opdoen van die 21ste-eeuwse vaardigheden. En het leervermogen zal nog toenemen als het jeugdhuis of de jeugdbeweging ook een weerspiegeling is van de diversiteit in onze samenleving. De bedrijven van morgen zijn immers gekleurde organisaties met gekleurde teams. Met die diversiteit kom je ook in contact als je buitenlandse ervaringen opdoet. Zei Confucius niet dat je meer kan leren door te reizen dan door dikke boeken te lezen? Grijp dus de kans om te reizen! Er bestaan heel wat Europese en andere uitwisselingsprogramma’s die je toelaten die ervaring op te doen. Ze zullen je vormen tot een betere burger. Reizen is immers fataal voor vooroordelen, betweterigheid, kleingeestigheid, vastgeroestheid en navelstaarderij, zo merkte ook de Amerikaanse schrijver Mark Twain op. Zijn figuren Tom Sawyer en Huckleberry Finn deden hun wijsheden op terwijl ze door de States doolden. Leren hoeft dus echt niet saai te zijn ... De vaardigheden die van belang zijn in de 21ste eeuw ontwikkel je ook op reis, in een jeugdbeweging of in een jeugdhuis. Doen!

Die 21ste-eeuwse vaardigheden kan je overal leren. Ook buiten school. En je leert ze al doende. Doen is immers het nieuwe leren! Wie zich engageert in een jeugdhuis of jeugdbeweging, merkt al snel hoe belangrijk het

FORMAAT MAGAZINE | 25


CHOKRI MAHASSINE (PUKKELPOP) Chokri Mahassine begon in 1985 samen met vrienden in het jeugdhuis een festivalletje. 34 jaar later is ‘dat festivalletje’ uitgegroeid tot één van de grootste festivals in Europa: Pukkelpop. TEKST: Free Anckaert | FOTO’S: Leontien Allemeersch

26 | FORMAAT MAGAZINE


“WIJ WILLEN JONGEREN CULTUUR LATEN BELEVEN IN Z’N BREEDSTE VORM”

FORMAAT MAGAZINE | 27


INTERVIEW Drie dagen voor aanvang van Pukkelpop mochten wij nog even spreken met de drukbezette organisator. Terwijl medewerkers de laatste hand aan het festivalterrein leggen – we voelen de festivalsfeer al in de lucht hangen, Pukkelpop is klaar voor een nieuwe topeditie – vragen we Chokri naar het ontstaan van het festival, hoe ze samenwerken met jongerenorganisaties, en hoe hij kijkt naar het festivallandschap en de jongerencultuur. “Als je iets wilt doen voor jongeren, dan is het niet meer dan normaal dat je met een jongerenorganisatie of jeugdvereniging samenwerkt.”

Hoe is Pukkelpop ontstaan? Chokri: “Pukkelpop is ontstaan in 1985, intussen 34 jaar geleden. Met onze jeugdvereniging Humanistische Jongeren Leopoldsburg hadden we al wat ervaring met concertjes en fuiven organiseren. Dat ging van kleine optredens tot grote zaalconcerten, tot we op een bepaald moment de behoefte voelden om verder te gaan. In die tijd ontstonden ineens vrij veel festivals en dachten wij: ‘Laten we ook eens een festivalleke organiseren, voor één dag met zeven groepen.’ Zo gezegd, zo gedaan.” Hoe is een festival van die proporties dan zo beginnen groeien? Chokri: “We hebben een heel specifiek festival willen opzetten. We richtten ons op een alternatief publiek. De ‘zwartjassen’ noemden we die ook wel. Dat ging dan vooral over de punkscene, new wave, alternative, indie – al bestond indie toen in die tijd nog niet.” “We wilden een festival organiseren omdat we voelden dat dat soort publiek nog nergens z’n gading kon vinden. Ze vonden die misschien

28 | FORMAAT MAGAZINE

wel al op shows, maar nog niet op een festival. Eerder in de jaren tachtig was er nog Seaside Festival aan de kust, maar na 1986 hield dat op te bestaan. Pukkelpop ontstond dus op het perfecte moment.” “Voor de groepen in dat genre – die doorgaans heel underground waren – was dit ook iets nieuw. Net omdat we zo uniek waren in het genre, begonnen we naam te krijgen in de alternatieve sferen, zowel nationaal als internationaal. Blijkbaar hadden we iets zeldzaam aangeraakt, en een gat in de markt gevonden.” “We hadden meteen heel veel ideeën rond Pukkel­pop. Ik had er toen ook veel contact over met Luc Janssen, die toen eigen alternatieve radioprogramma’s maakte en die heel eager was om een festival op te zetten. Zo is het beginnen evolueren.” (nvdr: Luc Janssen verzorgt nog altijd het openingswoord van het festival en sluit de Main Stage elke dag af met een woordje.) “De eerste paar jaar vond het festival plaats op de terreinen van Excelsior Heppen, een plaatselijk voetbalclubje. Maar al vrij snel hadden we er ruimte te kort. Zo zijn we in ’88 verhuisd


van een voetbalveld naar een vliegveld – dat van Sani­cole tussen Leopoldsburg en Hechtel – waar veel meer ruimte was. Dat hadden we nodig om verder te kunnen groeien.” Was het moeilijk om te verhuizen, weg van de roots? Chokri: “Ja, er speelden zeker emoties. Maar we wisten dat, als we ons evenement wilden laten evolueren, die verhuizing nodig was. We voelden aan dat de underground niet meer zo underground was. Onder andere dankzij het ontstaan van MTV kwam alles naar boven. Zo werden harde gitaargroepen en bands waar wij mee bezig waren ineens groot, mainstream zelfs. Ze werden overal gedraaid. Na MTV volgden de radio’s, kranten en tijdschriften, die toen heel belangrijk waren voor die scene. Het gebeurde allemaal in heel korte tijd. In ‘88 hadden we onder meer The Ramones, waarvan je nu zou denken ‘dat is echt legendarisch’. In ‘89 kon het festival niet doorgaan. We hadden wat problemen, we vonden niet meteen de juiste bands, we zaten een beetje een identiteitscrisis. Maar ook dat hoort erbij.”

“In 1990 waren we terug van weggeweest, met een nieuwe datum in augustus in plaats van op de Nationale Feestdag en met onder andere Nick Cave, Jesus & the Mary Chain en Faith No More op de affiche. Het waren één voor één acts waarvan we toen zeiden ‘dat is Pukkelpop’. En het publiek volgde ons toen bij wijze van spreken slaafs. Met 12.000 bezoekers waren we intussen zo gegroeid dat het de laatste editie in Leopoldsburg werd. De militairen van het vliegveld keken met argusogen naar het groeiende festival en vonden dat groter en meer niet meer kon. Zo is het hoofdstuk Kiewit gestart.” “Daar zochten we vooral een stuk grond waarop we verder konden uitgroeien. In 1991 zijn we ongeveer één kilometer hier vandaan gestrand. Daar lag een prachtig stuk grond aan een kinderboerderij. Alleen, het stuk grond lag te ver van de grote weg af en qua bereikbaarheid was het niet zo evident. Dat zijn allemaal dingen waar je rekening mee moet houden. Zo zijn we een jaar later naar dit terrein gekomen. Sindsdien zijn we niet meer weggegaan.” “Hier was uitbreiding mogelijk. Vroeger was het festival één podium op één dag. Tegenwoordig gaat het om een tiental podia, met de kleine, nieuwe stages en allemaal hoekjes en kantjes. We wilden van alles uitproberen en experimen-

Vroeger was het festival één podium op één dag. Tegenwoordig gaat het om een tiental podia en allemaal hoekjes en kantjes. We wilden experimenteren. Daarvoor heb je ruimte nodig. Pas als je ruimte hebt, kan je je ontwikkelen Chokri Mahassine

En als je iets wil organiseren voor jongeren, is het niet meer dan normaal dat je met jongerenorganisaties samenwerkt. Zij hebben de knowhow en feeling Chokri Mahassine teren. Daarvoor heb je ruimte nodig. Pas als je ruimte hebt, kan je je ontwikkelen. We vergrootten de camping omdat het festival meerdaags werd, dus kon er nog meer volk bij. Dan is het festival pas echt kunnen groeien.” Hoe kan je de organisatie nu vergelijken met die van in de begindagen? Chokri: “Dat is natuurlijk moeilijk omdat we enorm uitgebreid zijn en het er nu veel professioneler aan toe gaat. Maar laat ik zeggen dat de essentie nog steeds dezelfde is. De organisatoren van toen zijn nu nog altijd dezelfde. De vereniging – Humanistische Jongeren – waar veel dingen vanuit ontstaan zijn, is er nog steeds. Dat is allemaal nog hetzelfde.” “Dat is een bewuste keuze. Voor ons is dat de essentie. Want als je iets organiseert, moet je weten waar je mee bezig bent. En als je iets wilt doen voor jongeren, dan is het toch niet meer dan normaal dat je met een jongerenorganisatie of jeugdvereniging werkt. Daar zit de knowhow, daar zit de feeling, daar zit hun cultuur, hun jongerencultuur in het algemeen. Of het nu over muziek gaat of over iets anders, dat maakt eigenlijk niet uit. Daar zit alles.” “Vandaar dat we in de begindagen – eigenlijk waren wij toen vooral jeugdwerkers – besloten om met HJ verder te gaan, ook als we groter zouden worden. Zij vormen de basis. Zo blijven we met de jeugdvereniging vereenzelvigd, weliswaar veel professioneler dan vroeger. En

FORMAAT MAGAZINE | 29


INTERVIEW

daarvoor moet je voor een stuk de jeugdvereniging loslaten, dat gaat niet anders. De professionalisering gaat verder op een heel aantal vlakken. Maar de basis, de sokkel, die blijft bij de jeugdvereniging.” Hoe belangrijk zijn jeugdhuizen en andere jongeren­ initiatieven voor de Belgische muziekscene? Chokri: “Ze spelen een belangrijke rol. Het is logisch dat jeugdverenigingen, daar waar je eigenlijk je publiek wilt gaan halen, veel meer weet hebben van de zaken waar jongeren – zijzelf dus – mee bezig zijn. En dus is het niet meer dan normaal dat daar ook heel wat evenementen, of het nu festivals zijn of andere dingen, uit ontstaan zijn. Ook Torhout-Werchter is ooit zo ontstaan. Dat gebeurde vroeger meer dan nu.” “Waarom? Omdat je toen veel makkelijker, ook op kleine schaal, iets kon organiseren. Het was allemaal nog niet zo duur en complex, zoals infra­ struc­ tuur, veiligheid, bands, elektriciteit, podia, ecologie, enzovoort. Alles, echt alles, kost geld. En veel geld. Je moet vooral leren tellen. Tegenwoordig nog meer dan vroeger. Destijds kon je heel veel doen met weinig middelen.” “In die tijden kon je bijna letterlijk een paar bierbakken klaarzetten, daar een artiest op plaatsen, wat krukken voor het publiek en je was klaar. De manier waarop je kon organiseren was veel makkelijker. Het was pionierswerk: er bestond nog niets, alles kon simpel en laagdrempelig.” “Tegenwoordig is er meer regelgeving en er bestaat gewoon al veel meer. De knowhow is zeer hoog en als jeugdvereniging is het vaak moeilijk daaraan te kunnen voldoen. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat er vanuit jeugd­ huizen of jeugdverenigingen niets meer kan. Het tegendeel wordt nog dagelijks bewezen. Maar het vergt wel dat je dubbel zo slim moet zijn en dat je moet proberen heel veel dingen gedaan te krijgen met weinig middelen. En dat is niet simpel.”

Wat is je grootste tip naar een jeugdorganisatie dat nu een festival zou starten? Chokri: “Zomaar een festival starten lijk me nooit een goed idee. Ik vind dat je, zoals wij ook gedaan hebben, best eerst andere dingetjes organiseert. Kleine dingetjes. Je moet leren organiseren. Maar niet enkel dat. Je moet je markt kennen en weten hoeveel wat waard is, hoeveel je aan het één kan spenderen en zorgen dat je eruit geraakt als het moeilijk wordt. Dat je de neiging leert beheersen om veel te veel of te weinig uit te geven aan iets. Een jeugdvereniging heeft door z’n geschiedenis en ervaring al sneller die voeling, maar het is goed je te specialiseren. Richt je op kleine optredens, feestjes, fuiven, zaalconcerten, concerten in een tent, iets in een populairdere richting of net niet. Enkel zo leer je je publiek kennen, zo weet je over en tegen wie je spreekt. En gaandeweg, in die enkele jaren, leer je enorm veel.” “Zo kan je progressie maken. Op een bepaald moment zal je je sterk genoeg voelen om te kunnen zeggen: ‘Oké, het is tijd om meerdere acts of podia op één dag te programmeren en dat een kans te geven. We denken dat we zo veel volk kunnen verwachten, dit soort publiek, dat van deze muziekstijlen houdt en het zal ons zo veel kosten.’ Zo leer je wat ik eerder zei: tellen. En dat gaat al doende, met vallen en opstaan. Zodat je niet al je spaarcenten opzij moet zetten als er eens een concertje de mist in gaat.”

Zomaar een festival starten lijk me nooit een goed idee. Ik vind dat je, zoals wij ook gedaan hebben, best eerst andere dingetjes organiseert. Kleine dingetjes. Je moet leren organiseren Chokri Mahassine

30 | FORMAAT MAGAZINE

“Om een voorbeeld te geven: enkele jaren geleden was onze jongerengroep HJ geïnteresseerd om een evenement te organiseren. Optredens, fuiven en andere evenementen hadden ze al vaak gedaan, dus het mocht meer zijn: een festival buiten het jeugdhuis (Plug-In). We hebben met een aantal mensen samen gezeten, met kennis van de muziekstijlen die ze voor ogen hadden, die zicht hadden op artiesten voor een bepaald budget, om te zien of er een aantrekkelijke affiche mogelijk was. Zo is Garnizoen ontstaan. Het doel: relatief klein beginnen om stilletjes aan maar zeker te groeien. Toegegeven: voor ons en HJ kan dat makkelijker. Eerst en vooral: het zijn jongeren en zij bepalen zoveel mogelijk. Maar ten tweede krijgen ze advies van ons, en dat is een luxepositie, dat weten wij ook. Wij kunnen en willen de eerste paar jaar investeren, en dat kan niet iedereen. Zo kunnen we het laagdrempelig houden en de prijs laag houden.” “Het liefst doe je zoiets met eigen middelen. Het is nogal gemakkelijk om voor alles subsidies aan te vragen en je daarin te wentelen. Als je met eigen middelen organiseert, wil je dat zo


We houden ons festival fris door contact te onderhouden met jongeren en talent aan te trekken. Als zij zich engageren blijft je event automatisch op een of andere manier fris Chokri Mahassine

snel mogelijk opnieuw laten renderen. Pas dan ben je duurzaam en kan je beginnen denken aan toekomstplannen.” Hoe houd je een festival zoals Pukkelpop, vers, vernieuwend? Chokri: “Zoals we altijd gedaan hebben: contact houden met mensen die hedendaags zijn. Het jeugdhuis is daar een onderdeel van maar ook ver daarbuiten moet je proberen dingen goed in te schatten en te bekijken welke mogelijkheden er zijn. Dan krijg je automatisch een heleboel jonge mensen die zich willen engageren en ervoor zorgen dat je evenement op de één of andere manier fris blijft. Je moet ook talent kunnen aantrekken, je moet daar open voor staan. Je moet engagement kunnen en durven vragen aan iedereen.” “Ons leven zit in de jongerenwereld, wij komen dagdagelijks met hen in contact en vangen veel op. We gaan ook veel buitenshuis, naar concerten, naar festivals, niet enkel in het binnenland. We luisteren niet alleen, maar kijken ook naar hoe andere evenementen stilletjes aan maar zeker evolueren.” Welke trends voorspel je in festivalland? Chokri: “Ik zie twee trends. Maar dit is geen absolute wetenschap, integendeel. Aan de ene kant is er de professionalisering, waarover ik het eerder al had, die zich verderzet. De groot-

schaligheid, dingen die vooral moeten aantonen dat comfort nog belangrijker is, beleving, enzoverder. Het schoonste voorbeeld daarvan is Tomorrowland, over de hele wereld wordt er met verbazing naar gekeken.” “Langs de andere kant is er de tegenreactie die de andere richting uitgaat, die vinden dat niet alle festivals grote mastodonten zoals Pukkelpop, Tomorrowland of Rock Werchter moeten zijn. Het zijn kleinschalige evenementen waar een bepaalde beleving, het alternatieve, weer naar voor geschoven wordt, waar ecologie heel belangrijk of zelfs het belangrijkste aspect wordt. Het alternatieve, het underground, simpele, kleinschalige en laagdrempelige wordt er weer opgezocht. Ik denk aan Down The Rabbit Hole of Best Kept Secret bijvoorbeeld, maar ook hier in België zijn er heel wat die daarop inzetten. Het heeft vaak niet alleen met muziek te maken, dan eerder wel dat mensen op zoek zijn naar de natuur, naar ‘op maat van de mensen’ en niet ‘op maat van de massa’.”

meer dan enkel muziek. Er zijn andere vormen van jongerencultuur die zeker ook linken en verbindingen hebben met muziek en Pukkelpop. Een artiest zingt niet alleen. Een artiest is ook met andere vormen van cultuur bezig. Dus wat wij zeggen is: ‘Laat ons dat openbreken, laten we niet eenzijdig naar muziek kijken maar muziek als een belangrijk bindmiddel zien voor een andere culturen.’” “We zijn constant op zoek naar kruisbestuiving, naar daar waar jongeren in geïnteresseerd zijn of waarvan we vermoeden dat we ze kunnen stimuleren. Om ze bijvoorbeeld te verleiden meer naar musea te gaan en dat het daar ook tof en hip en cool kan zijn, en dat artiest X in dat museum hangt of artiest Y naar die voorstelling gaat. Zo open je de minds om ervoor te zorgen dat jongeren cultuur kunnen beleven in z’n breedste vorm.”

Om af te ronden: jullie werken in het kader van ART United samen met musea en Formaat. Hoe is die samen­wer­king ontstaan? Chokri: “Enerzijds zijn we altijd geïnteresseerd geweest in samenwerkingen met alles en iedereen. Anderzijds zijn we geïnteresseerd in elke kunstvorm waar jongeren op de één of andere manier betrokkenheid bij kunnen voelen. Want wij zijn op zoek naar jongerencultuur, en die is

Meer weten? chokrimahassine pukkelpop.be hjleopoldsburg.be

FORMAAT MAGAZINE | 31


BUITEN DE LIJNTJES Wie afgelopen editie even tot rust wou komen op Pukkelpop, kon zich wagen aan – ja, wij moesten het ook twee keer lezen voor we het geloofden – metalyoga. “We leerden metalyoga kennen op het geweldige festival MetalDays in Slovenië”, vertelt Ilse Bosch, coördinator van jeugdhuis Asgaard. “Daar is er al jaren elke ochtend metalyoga op het strand.” TEKST: Adriaan de Roover FOTO’S: Zaza Bertrand

Zelf interesse om eens te proeven van metalyoga? Iedereen is welkom om het eens te komen proberen in jeugdhuis Asgaard! Hou hun kalender in de gaten! jh-asgaard.be

32 | FORMAAT MAGAZINE

Wakker worden op Pukkelpop met een zonnegroet en metal horns Dat de jongeren van het Gentse jeugdhuis een voorkeur hebben voor het zwaardere gitaarwerk is geen geheim. Via Art United – een samenwerking tussen tien musea, Formaat en Pukkelpop – kregen ze de kans om de Art Yard elke ochtend te openen met een metalyogasessie. “Voor onze sessies hebben we verschillende traditionele yoga-oefeningen omgevormd. We voegden bijvoorbeeld metal horns toe aan de bewegingen, of gaven ze een andere naam. Ook de ademhalingsoefeningen en mantra’s stemden we af op de muziek. Halverwege konden we alle energie er even uit gooien door middel van een stevig intermezzo. We startten daarbij met een wall of death – even goed tegen elkaar aan moshen – en wisselden af met een circlepit. Vervolgens gingen we over naar de crowdsurf. Dat was eigenlijk een standaard savasana om je spieren en geest terug tot rust te laten komen met ademhalingsoefeningen. We hebben super­leuke reacties gehad. Velen vonden het echt een goede opwarmer voor een festivaldag.

Of je echt tot rust kan komen van de metalyoga? Dat hangt af van persoon tot persoon. We zijn zelf doorgewinterde metalheads en kunnen echt tot rust komen met metal. Yoga versterkt dat effect alleen maar. We hebben bewust voor bepaalde liedjes gekozen, die bij de oefeningen pasten of meer rust uitlokten. Het is voor ons een combinatie tussen rust vinden, je spieren en mind stretchen, maar ook je energie er kunnen uitgooien tijdens het moshpit-intermezzo. We sloten telkens af met een rustig bezinningsmoment. De truc is om een goede balans te vinden voor je energie en vooral gewoon fun te hebben. Als je ervoor openstaat moet het iedereen lukken. Na onze yogalessen hadden we alle tijd om zelf nog rond te dwalen op het terrein en van optredens te genieten. Mijn favorieten waren de Heideroosjes, Raketkanon, Franz Ferdinand, Evil Invaders, Bullet For My Valentine en Billie Eilish.


Voor de metalyoga konden de metalhorns (de hoorns die je met je hand kan uitbeelden als je de pink en wijsvinger van een vuist strekt) uiteraard niet ontbreken.

Art United is een geweldig initiatief. Kunst heeft een oubollig imago gekregen. Er zijn nog zoveel meer kunstvormen dan schilderijen in een museum. Met projecten zoals Art United kunnen we dat tonen. Toen de samenwerking tussen de jeugdhuizen en Art United voor Pukkelpop werd opgestart, viel metalyoga viel blijkbaar in de smaak bij Pukkelpop, waardoor we deze geweldige kans hebben gekregen. Ik vind het zelf geweldig als er op festivals meer wordt aangeboden dan enkel muziek. Mijn favoriete festivals, MetalDays en Hellfest, hebben dan ook een geweldig aanbod voor muziek ĂŠn randanimatie. Als liefhebber ga ik natuurlijk in de eerste plaats voor de muziek, maar bijvoor-

beeld bij MetalDays kijk ik al veel minder naar de line-up omdat de randanimatie en geweldige omgeving (prachtige natuur, felblauwe rivier, wandelingen, activiteiten op het strand ...) het gewoon tot een complete ervaring maken die altijd de moeite is. Zelfs al is de line-up minder. Naast inkleding en randanimatie vind ik het belangrijk dat er zichtbaar wordt ingezet op groene initiatieven en dat de bezoekers worden aangespoord om het festival proper te houden, afval te sorteren en na te denken over de ecologische kant van het verhaal. Dit zie je steeds vaker, we gaan in de goede richting!�

Metalyoga is een combinatie tussen rust vinden, je spieren en mind stretchen, en je energie eruit gooien. Dat laatste doen we tijden een moshpit-intermezzo Ilse Bosch

FORMAAT MAGAZINE | 33


34 | FORMAAT MAGAZINE Dag van de Beroepskracht 2019


AGENDA

CHECK OOK FORMAAT.BE/VORMING

BEROEPSKRACHTEN SOCIALE COHESIE VERGROTEN VIA BUURTGERICHT WERKEN

5 SEPTEMBER 2019

Jeugdhuis Nieuw Gent, Gent

BASISOPLEIDING VOOR BEROEPSKRACHTEN: JEUGDHUISMETHODIEK 16-17 OKTOBER 2019 POSTGRADUAAT IN HET OPEN JEUGDWERK

Hopper Merkenveld, Loppem

OKTOBER T.E.M. JUNI (10 LESDAGEN) AP Hogeschool, Antwerpen

SOCIALE MEDIA VOOR BEROEPSKRACHTEN 14 NOVEMBER 2019 Vzw Toestand, Brussel IN FORM! – INSPIRATIEVOORMIDDAG OPEN JEUGDWERK 28 NOVEMBER 2019 Mijn Leuven, Leuven BASISOPLEIDING VOOR BEROEPSKRACHTEN: PROCESSEN OM TE INNOVEREN 4-5 DECEMBER 2019 Provinciaal Vormingscentrum Hanenbos, Dworp BASISOPLEIDING VOOR BEROEPSKRACHTEN: ROL, TAAK EN PLAATS VAN DE BEROEPSKRACHT 12-13 FEBRUARI 2020 Ten Berg, Merelbeke BASISOPLEIDING VOOR BEROEPSKRACHTEN: WERKEN MET JONGEREN 1-2 APRIL 2020 Jeugdherberg Pulcinella, 2000 Antwerpen BASISOPLEIDING VOOR BEROEPSKRACHTEN: ORGANISATIEONTWIKKELING

10-11 JUNI 2020

Jeugdherberg De Ploate, Oostende

Voor beroepskrachten bovenlokale projecten

VORMING SOCIAL MEDIA 14 NOVEMBER 2019 Vzw Toestand, Brussel INSPIRATIEDAG PROJECTEN ONDERNEMERSCHAP

10 DECEMBER 2019

VRIJWILLIGERS INSTRUCTEUR

27-29 SEPTEMBER 2019

INSTRUCTEUR

18-20 OKTOBER 2019

INSTRUCTEUR

15-17 NOVEMBER 2019

Ten Berg, Merelbeke

1/3

tijdens RADAR in Verloren Bos, Lokeren

2/3

tijdens RADAR in Provinciaal Vormingscentrum Oostmalle 3/3

EQUIPE. (COMMUNICATIE, ZAKELIJK BEHEER & VOORZITTERS) 7 OKTOBER, 4 NOVEMBER & 25 NOVEMBER 2019

Oostende

EQUIPE. (COMMUNICATIE- ZAKELIJK BEHEER & VOORZITTERS) 8 OKTOBER, 5 NOVEMBER & 26 NOVEMBER 2019

Kortrijk

EQUIPE. (COMMUNICATIE- ZAKELIJK BEHEER & VOORZITTERS) 9 OKTOBER, 6 NOVEMBER & 27 NOVEMBER 2019

Gent

RADAR 18-20 OKTOBER 2019 RADAR 15-17 NOVEMBER 2019 ANIMATORCURSUS

Verloren Bos, Lokeren Provinciaal Vormingscentrum Oostmalle

27 OKTOBER – 1 NOVEMBER 2019 Gekkoo, Brecht

FORMAAT MAGAZINE | 35


24 UUR

Benieuwd naar Baanbrekers? baanbrekers.be

08:48

Hallo, ik ben Mounir, 36 jaar en al vijf jaar Baanbreker. Dagelijks sta ik, samen met een sterk team, in het werkveld om Antwerpse jongeren een duwtje in de rug te geven richting de arbeidsmarkt. Elke dag kijk ik uit naar nieuwe ontmoetingen en verhalen. We leren van jongeren en vertrekken vanuit hun krachten en talenten. Ik ben vooral ondersteunend en stel vragen: Wat is je droomjob? Waar sta je nu? Wat is de eerste stap om je doel te bereiken? Wie of wat kan je helpen? … De jongere bepaalt het tempo. Elke stap, klein of groot, is een succes.

Mijn twee zonen nemen mij mee naar de creche. Benyamin draagt zijn eerste rugzakje al mee. Ik ben zo benieuwd wat hij op einde van de dag terug mee zal hebben in dat rugzakje. Met dezelfde nieuwsgierigheid ga ik de baan op.

ken, in de hoop jongeren te ontmoeten die op zoek zijn naar hun droom. Ik groet mensen, ben op de hoogte van de nieuwigheden in de wijken en ben zichtbaar in de wijk. Elke dag is anders! Wie kom ik vandaag tegen?

09:55

We doen een salonbabbel in Den Eglantier. Zo willen we de jongeren een stem geven om mee te beslissen over het meer­ jaren­plan van Baanbrekers en de Formaat­ jeugdhuizen in Antwerpen. Jeugdwerker Redouan, alias Patje, brengt een aantal geïnteresseerde jongeren mee om te dromen over het ideale jeugdhuis. Ik stel vragen en collega Anis neemt verslag. Een zalige samenwerking! Weer leer ik nieuwe jongeren kennen en ontdek ik de mooie dromen die ze in de praktijk willen omzetten.

Reach out! Ik doe mijn administratie met een glaasje munthee in een eethuis in de buurt. Ik bevestig ook mijn afspraken met twee jongeren via WhatApp en kom een aantal bekende gezichten tegen. Een aantal mensen zijn nieuwsgierig naar wat ik doe.

12:00

Ik spreek af met een jongere. We kennen elkaar niet. Hij wil graag in de Abdijstraat in Kiel afspreken. Hij woont er en voelt zich er goed. Hij vertelt me over zijn wijk en wil ook weten wat ik doe. We wandelen samen rond. Ik ben nieuwsgierig en stel vragen om zijn doelen scherper te krijgen. We ronden af in een snackbar en eten samen een broodje. Wie trakteert er? :-)

13:08

Ik blijf nog even in de wijk en wandel richting Hoboken. Vindplaatsgericht wer-

36 | FORMAAT MAGAZINE

15:00

16:30

Net op tijd bij BeCode! Als Baanbrekers zetelen Eline en ik in de motivatiejury. Samen met twee BeCode collega’s peilen we naar de motivatie van de kandidaten. De eerste vraag die ik stel: “Waar hoop je op met de IT-opleiding van BeCode?” Zo veel verschillende intrinsieke motivaties. Ongeloofelijk! Het is

mooi om te zien hoe jongeren hoop koesteren en hun levensloopbaan vorm willen geven.

19:00

Ik heb afgesproken met Mike, die graag buiten wil zitten, want het zonnetje schijnt. Wat gaan we doen Mike? Solliciteren! Ik ken hem al een tijdje en samen zijn we op zoek naar een job waar hij zich goed bij voelt. We schrijven ons in voor een jobbeurs. Het motto van Mike: “Pluk de dag, Mounir!”

20:18

De dag afronden met een glimlachende en dankbare jongeman geeft enorm veel voldoening. Samen lopen we naar de tramhalte. Huiswaarts babbelen we nog over koetjes en kalfjes. Hij heeft zin in een glaasje muntthee of koffie. Volgende afspraak staat genoteerd.

20:45

Ik ben benieuwd naar het rugzakje van Benyamin. Wat heeft hij vandaag geleerd en wat neemt hij naar huis? Ik hoop iets terug te vinden, zoals ik ook hoop iets te hebben toegevoegd aan de rugzak van mijn jongeren.


08:48

09:55

12:00

13:08

15:00

16:30

19:00

20:18

20:45 FORMAAT MAGAZINE | 37


PRIKBORD

CALL IT HATE Call It Hate is een project van çavaria dat bewustwording wil creëren rond holebi- en transfobe haatmisdrijven. Çavaria is de Vlaamse belangenverdediger van LGBTI+-mensen en -organisaties. Het project onderzocht in tien Europese landen de attitudes rond LGBT’s en haatmisdrijven. Uitgaansbuurten zijn een risicovolle context voor haatmisdrijven. Bovendien blijkt uit het onderzoek dat Belgen minder empathie hebben voor personen die slachtoffer worden van een haatmisdrijf in de buurt van een bar. Dat wijst op een vorm van victim blaming en kan ervoor zorgen dat mensen minder ingrijpen of niet goed reageren wanneer ze getuige zijn van een haatmisdrijf. Voor de Call It Hate campagne richt çavaria zich op jeugdhuizen. Dit zijn immers plaatsen waar jongeren vaak voor het eerst in aanraking komen met het uitgaansleven. Op 15 september organiseert çavaria een event in jeugdhuis Safe Space in Antwerpen.

DEADLINE RECHTS­ PERSONENBELASTING Als jeugdhuis moet je jaarlijks een belastingaangifte digitaal invullen. De rechtspersonenbelasting is een belasting op bepaalde inkomsten van vzw’s. Het gaat hier om bepaalde onroerende, roerende en diverse inkomsten. Winst wordt in de rechtspersonenbelasting niet belast. Voor 26 september 2019 moeten alle vzw’s hun aangifte rechtspersonenbelasting gedaan hebben. Dit kan enkel online, via Biztax.be. Van elke vzw wordt verwacht dat zij dit spontaan en automatisch doen. De belastingen verwittigen je niet op voorhand. Doe je geen, of geen tijdige aangifte, dan word je forfaitair belast. Dit kost 625 euro en een eventuele boete. Let op: deze belasting en boete kan persoonlijk op de bestuurders worden verhaald, omdat zij een contractuele fout begingen. Hoe doe je dit? We leggen het je stap voor stap uit op: formaat.be/artikel/rechtspersonenbelasting Heb je nog vragen? Neem contact op met Formaat via vraaghet@formaat.be

safespacevzw.be cavaria.be

GLOBAL STRIKE FOR FUTURE OPROEP VOOR LOKALE PROJECTEN: GEMEENTE VOOR DE TOEKOMST Overal groeit het besef dat lokale projecten broodnodig zijn voor de transitie naar een duurzame samenleving. Verenigingen die hierop inzetten kunnen hiervoor financiële steun (tot 2.500 euro) aanvragen bij de Koning Boudewijnstichting. Indienen kan tot en met 21 oktober 2019. Meer info?

38 | FORMAAT MAGAZINE

kbs-frb.be/nl/Activities/Calls/2019/20180525EG

Op vrijdag 20 september 2019 staken wereldwijd miljoenen jongeren en volwassenen voor het klimaat. Ze leggen samen het werk neer en komen op straat om politici eraan te herinneren dat de tijd dringt om de klimaatcrisis aan te pakken. Ze eisen meer ambitie op elk politiek niveau, en een klimaatbeleid dat eerlijk is voor iedereen. Deze klimaatstaking vormt – aan de vooravond van de belangrijke VN-klimaattop in New York – het startschot voor een week vol actie in ons land. Afspraak op 20 september, om 13u30 aan het station van Brussel Noord. Global Strike For Future Belgium


Formaatvzw Formaat RaaTslid Thomas Petit ging op studiesessie in Straatsburg: “We kwamen tot de conclusie dat jeugdwerk jongeren op een informele manier ondersteunt in hun zoektocht naar zelfstandigheid.� #YouthWork #ItsUpToUs

Formaatvzw Enkele jongeren liepen via Baanbrekers, ons tewerkstellingsproject in Antwerpen, stage bij Albert Heijn. "Ik ben blij dat ik deze stage gedaan heb. Mijn raad aan andere jongeren? Je moet geen schrik hebben om uit je comfortzone te komen en iets anders te doen dan normaal!" #Baanbrekers

Formaatvzw Het Belgische voetbalteam eindigde afgelopen maand als derde op het WK-voetbal in Polen, georganiseerd door Hope For Mundial. Dat is het wereldkampioenschap voetbal voor jongeren uit een weeshuis of jongerencentrum. #HopeForMundial #voetbal

FORMAAT MAGAZINE | 39


VOLG FORMAAT VZW OP

WWW.FORMAAT.BE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.