3. Leven in de patrouille en eenheid Patrouilles of kwartieren In je troep bestaan waarschijnlijk verschillende patrouilles of – zoals ze genoemd worden bij seascouts – kwartieren: kleinere groepjes van ongeveer 5 tot 9 personen die met elkaar samenwerken en samenleven bij verschillende gelegenheden. Zo zet je bijvoorbeeld samen met je patrouille je tent en patrouillehoek op om er dan ook met diezelfde groep in te slapen en koken. Zo’n patrouille heeft verschillende eigenschappen, en er zijn verschillende taken te verdelen. Patrouillegeest Als je veel moet samenwerken in een klein groepje, is het wel zo fijn als er een fijne groepssfeer hangt. Als symbool voor dat groepsgevoel draagt je patrouille de naam van een dier. Dit dier staat natuurlijk op de patrouillevlag. Een patrouille heeft een eigen kreet, soms is dit het geluid van het patrouilledier, vaak gaat het over een positieve eigenschap van dit dier. Zodat iedereen kan zien bij welke patrouille je hoort, hangen er aan de epaulet van je linkerschouder gekleurde linten. Dit zijn niet zo maar willekeurige kleuren: bij de meeste dieren horen bepaalde kleuren, meestal twee, soms ook één. Achter in dit zakboekje vind je een lijst met de meest voorkomende patrouilledieren en de bijbehorende kleuren. De eerste kleur is die van de buitenste linten, de tweede die van de binnenste linten. Omdat het dier zo onlosmakelijk is verbonden met de patrouille, leer je het best ook het een en ander over de levenswijze kennen van dat dier. Probeer ook een eenvoudige schets te maken van je patrouilledier. Deze kun je dan gebruiken in boodschappen voor je patrouille, of om je patrouillemateriaal te merken. Een patrouille heeft ook een logboek, waarin de activiteiten van de patrouille worden bijgehouden. Als een patrouille al langer bestaat, zijn er vaak nog veel meer speciale gebruiken: een eigen lied, rituelen voor het eten…
Functies In een patrouille hebben een aantal leden een speciale taak en verantwoordelijkheid. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat deze mensen alleen opdraaien voor het werk, iedereen zet zich in! Samen met de andere leden vormen ze een hecht team. Patrouilleleider De patrouilleleider (PL) – kwartiermeester bij seascouts – heeft de algemene leiding van de patrouille. Hij of zij zit de patrouilleraad voor en vertegenwoordigt de patrouille op de ereraad. De PL zorgt ervoor dat alle taken binnen de patrouille eerlijk verdeeld worden en dat alle werk naar behoren wordt uitgevoerd. De PL draagt op de linkerborstzak twee verticale, witte strepen van 1,5 cm breed, een aan weerszijden van het kenteken van de wereldbeweging. Assistent-patrouilleleider De assistent-patrouilleleider (APL) – bootsman bij seascouts –is de rechterhand van de PL. De APL is de plaatsvervanger van de PL wanneer deze er een keer niet kan zijn. De APL kan eveneens de patrouille vertegenwoordigen op de ereraad. Een APL zorgt ervoor dat nieuwelingen in de patrouille zich thuis voelen, en dat ze de nodige patrouillegebruiken en technieken aanleren. De APL draagt midden op de linkerborstzak een verticale, witte streep van 1,5 cm breed, achter het kenteken van de wereldbeweging. Secretaris De secretaris houdt de adressen en telefoonnummers bij van alle patrouilleleden en zorgt ervoor dat ze allemaal uitgenodigd worden voor patrouilleraden of patrouilleactiviteiten. Hij of zijn houdt ook het logboek van de patrouille bij, en zorgt ervoor dat van ieder activiteit iemand een verslagje schrijft. Penningmeester De penningmeester houdt alle inkomsten en uitgaven van de patrouille bij, of het nu gaat om het geld dat de troepleider heeft meegegeven op tocht, of een goedgevulde patrouillekas. Op de patrouilleraad legt hij of zij het kasboek voor aan de rest van de patrouille. Materiaalmeester De materiaalmeester houdt een lijst bij van al het materiaal van de patrouille, en geeft aan de troepsleiding door wat er hersteld of aangekocht moet worden. Ook het EHBO-materiaal van de patrouille valt onder zijn of haar verantwoordelijkheid.
Eenheid Hoe zit de eenheid in elkaar? Je weet nu wel hoe je patrouille ongeveer werkt, maar de eenheid is groter dan enkel je eigen patrouille. Hieronder zie je hoe de eenheid ongeveer in elkaar zit.
Eenheidsleiding De eenheidsleiding bestaat uit de eenheidsleider (EL) en assistent-eenheidsleiders (AEL’s). Het kan ook zijn dat je eenheid geleid wordt door een eenheidsleidersteam (ELT), waarbij niemand echt de ‘grote baas’ is. Je herkent deze mensen aan het hemelsblauwe bandje rond hun linker epaulet. Vaak vind je binnen de eenheidsleiding ook de functies terug te vinden die je ook in een patrouille vindt: secretaris, penningmeester en materiaalmeester. Takken Om iedereen van alle leeftijden altijd samen te laten spelen, zou een beetje moeilijk zijn. Daarom is de eenheid opgedeeld in kleinere groepen met mensen van ongeveer dezelfde leeftijd. Deze groepen worden de takken genoemd. In de meeste eenheden vinden we de volgende takken terug, van jong naar oud: Bevers, Welpen, Jongverkenners & -gidsen (JVG’s), Verkenners & Gidsen (VG’s), Seniors en de Stam. Bij seascouts is het een klein beetje anders: Zeehondjes, Welpen, Aspiranten, Juniors, Seniors en de Stam. Alle leden en leiders van een tak samen, krijgen ook vaak een speciale naam: voor de Bevers is dit een kolonie, voor de Welpen een horde, voor JVG’s en VG’s een troep, en voor Seniors en Stam een ploeg. Takleiding Bij iedere tak zijn er ook een paar oudere scouts en gidsen als leiders: de takleiding. Er is steeds een takleider (TL) en één of verschillende assistent-takleiders (ATL). TL’s dragen een groen bandje rond hun linker epaulet, ATL’s een granaat (rood) bandje. Soms hebben deze leiders speciale namen: bij Bevers de namen van de Vrienden van het woud, bij de Welpen namen uit het Jungleboek. Bij de oudere takken worden de leiders meestal bij hun totem of naam genoemd. De TL werd bij de JVG’s en VG’s ook wel scoutmaster, master of hopman genoemd, de ATL assistant scoutmaster of vaandrig, de TL van de Stam oubaas. Bij de seascouts wordt de TL Aspiranten of Juniors schipper genoemd. Bij de Seniors zijn er geen leiders, maar ‘moderators’. Seniormoderators zijn niet altijd bij de activiteiten, maar controleren wel het programma van de Seniors.
Raden Eenheidsraad De eenheidsraad (ER) is een vergadering van alle leiders van de eenheid en wordt geleid door de EL. In sommige grote eenheden zijn er twee soorten eenheidsraden: een kleine – met enkel de eenheidsleiding en de takleiders – en een grote – met echt álle leiders van de eenheid. Takraad De Takraad is een vergadering van alle leiders van één tak en wordt geleid door de TL. Op deze vergaderingen worden onder meer jullie activiteiten voorbereid. Troepsraad Een troepsraad is een vergadering van alle leden van één tak, samen met al hun leiders. De troepsraad wordt geleid door de TL. Ereraad Als er veel leden zijn, kan een troepsraad nogal groot en onoverzichtelijk zijn. Daarom bestaat de ereraad, een vergadering van de leiders, de PL’s en (soms) de APL’s van een tak. Ook de de ereraad wordt geleid door de TL. Patrouilleraad De patrouilleraad is een vergadering van alle leden van één patrouille, en wordt geleid door de PL. Het kan zijn dat je tijdens de wekelijkse vergadering tijd krijgt voor een patrouilleraad, maar het is ook goed mogelijk dat je PL een patrouilleraad samenroept na school, bijvoorbeeld om een patrouilleactiviteit voor te bereiden, of plannen uit te tekenen voor een spectaculaire patrouillehoek op kamp.
Uniform Met het dragen van het uniform van FOS Open Scouting geef je aan dat je achter de waarden van de beweging staat, de dingen die je belooft hebt in je scouts- en gidsenbelofte. Het is dus belangrijk dat je er de nodige waarde aan hecht. Er zijn drie belangrijke redenen om het uniform te dragen: Het is herkenbaar: • Zo zien buitenstaanders dat je een scout of gids bent – gedraag je er ook naar • Je leiders en mede-patrouilleleden kunnen je gemakkelijk terugvinden in een menigte. Het is een symbool: • Je bent deel van een groep: scouts en gidsen wereldwijd, FOS Open Scouting, je eenheid, je troep en je patrouille. • In uniform is iedereen gelijkwaardig, je ziet geen onderscheid tussen rangen en standen. Het is praktisch: • Het uniform is gemakkelijk om in te bewegen • Het kan tegen een stootje.
• • •
Kleding Het uniform bestaat ten minste uit de volgende onderdelen: Een donkerblauw hemd, met twee epauletten en twee borstzakken, met kentekens Een donkerblauwe broek, volgens de afspraken binnen je troep kort of lang Een leren riem met scoutsgesp Een das in de eenheidskleuren (bij seascouts een blauwe das met witte rand), samengehouden met een dasring Grijze kousen Stevige wandelschoenen
• • • • • •
Het bovenste knoopje van je hemd laat je altijd open, als symbool van openheid, iets wat we binnen Open Scouting natuurlijk belangrijk vinden. De das wordt over de kraag gedragen, niet eronder. Tot boven de elleboog opgerolde mouwen staan symbool voor je paraatheid. Bij sommige eenheden word er ook een eenheidspet, scouts- of gidsenhoed gedragen. Volg ook hierbij de afspraken binnen je troep. Kentekens Op het hemd vind je de volgende kentekens: 1. Het kenteken van FOS Open Scouting op de linkermouw, op 6 cm van de schoudernaad 2. Het provinciebandje op de rechtermouw, tegen de naad van de schoudernaad 3. Het eenheidskenteken op de rechtermouw, op 6 cm van de schoudernaad 4. Het jaarkenteken net boven de rechterborstzak 5. Het beloftekenteken (pas zichtbaar dragen wanneer je je belofte hebt afgelegd) op de linkermouw (zit vast aan het kenteken van FOS Open Scouting) 6. Het kenteken van Teervoet (pas dragen indien je de Teervoet hebt behaald) 2 cm onder het kenteken van FOS Open Scouting 7. Het kenteken Wereldbureau (WOSM of WAGGGS) midden op de linkerborstzak 8. Het kenteken België net boven de linkerborstzak 9. De vaardigheidsinsignes (enkel te dragen indien behaald) op de rechtermouw, 2 cm onder het eenheidskenteken 10. De patrouillelinten (twee dubbele linten in de patrouillekleuren, 3 cm breed en 12 cm lang, door een zwart-geel-rode gevlochten ring) aan de linkerepaulet 11. Speciaal kenteken scoutsevenement / Enkel voor seascouts: het kenteken seascouts midden op de rechterborstzak
Het spreekt voor zich dat je deze kentekens er zelf opnaait en dit niet door je moeder laat doen! Hieronder zie je nog eens duidelijk waar alle kentekens moeten komen:
10
2 3
4
1
8
9 11
7
5
6