!
!
!
Š 2016 Fotografie San (San Kranenburg). Alle rechten voorbehouden.Voor meer informatie: www.fotografiesan.nl of email san@fotografiesan.nl
!
Tig. Tig keer gewandeld. Tig keer gefietst. Tig keer gefotografeerd. Tig keer verwerkt. Overkomen en bekomen van. Wat het leven mij bracht, kon ik niet omheen. Ik kon evenmin het bijltje erbij neerleggen. Als ik het van alle kanten bekijk, is er overal een andere ervaring. Hoe ieder ander dealt met de wind, tegen of mee, is zijn of haar verhaal. Tenslotte zijn het allemaal verhalen in ĂŠĂŠn groot verhaal. Een vertelling verstopt in ieders zelf, en als dat een uiting mag hebben, dan is dit mijn uiting; Mijn verwerking. Tig kan van alles zijn. Tig ervaringen van mij die anders zijn voor jou, wat jou kan raken wanneer onze emoties hetzelfde zijn. Daar komen wegen samen. Tig is een dagboek. Beeld en woord verenigd. Hier krijgt alles een plekje, alles dat ik een plekje wil en wilde geven.
!
!
Niet achterom kijken. Bij het maken van deze foto kwam "niet achterom kijken� in mij op. Meestal als ik een bospad fotografeer vind ik het mooi als er aan het einde licht is of er iets staat dat de aandacht trekt. Dit keer was het donker aan het eind. De onwetendheid van de toekomst zal altijd beter zijn dan de negativiteit van het verleden. Ik loop er vandaan, maar er niet voor weg.
!
!
Balanceren. Er ligt een boomstam als oversteek. Het water is smal. Het lijkt een nietszeggende oversteek. Drie hooguit vier stappen... Waarom bonst mijn hart en voelen deze stappen intens? Alsof ik de langste brug ter wereld betreed... De overkant, ik ben er.
!
!
Rode draad. Dit bloemenveld trok steeds mijn aandacht, maar ik heb tot afgelopen vrijdag geen kans gehad om een foto te maken. Een aantal bloemen bloeien nog en andere zijn uitgebloeid. Deze combinatie symboliseert voor mij de "bloei-seizoenen" die in elkaar overlopen. Zo is het leven, dingen komen en gaan. Deze laten je groeien, bloeien en verwelken om uiteindelijk weer een zaadje te planten voor iets nieuws.
!
!
Emotionele stroming. Water. Emotie. In alle vormen die water zich kan aannemen; van ijs tot stoom is het een weerspiegeling van hoe ik mij kan voelen. Tegenstroming.... en daar is dan de rots in de branding.
!
!
Eindeloos roze. Heide. Eindeloos roze. Altijd bloeiend, dat zou fijn zijn. Daarentegen... dan is het alledaags en geleidelijk verdwijnt het „wow"-effect. Het gemis is, denk ik, daarom een voorwaarde om te verheugen. Voor nu, heb ik met volle teugen genoten van de heide in bloei.
!
!
Tevreden. Laten we nog even blijven en er tussendoor lopen. Onszelf omringen met de luxe van de natuur. De zon die overvloedig haar warmte deelt. De verrukking die mijn hart aanraakt. Het is een tevredenstellende dag.
!
!
Voorbij gaan. Auto’s razen langs. 80 of wel harder. Volgens mij staat er 60 aangegeven. Ik fiets 8 km per uur. Met dat tempo ritselen de bladeren zachtjes. Een goede snelheid om te genieten van de omgeving. In het voorbijgaan, weer een schouwspel van licht en bomen.
!
!
Gevangen. Er gaat een knop om in mijn hoofd het moment dat ik op pad ga met mijn camera. Dan pas leef ik in het hier en nu en ben ik bewust van de natuur. Deze dunne bomenrij trok mijn aandacht. In het drukke bestaan, lijkt het alsof ik geleefd wordt door wat er allemaal gebeurd. Hierdoor voel ik mij gevangen en zijn deze rij bomen mijn tralies. Als ik dan even stop en een time-out neem, verandert mijn mindset en glip ik tussen de bomen door.
!
!
Veerkracht. Deze boom, gebogen zonder te breken. Een boog als opening om te accepteren dat wat is. Gebukt gaan onder... en toch prachtig groen. Het leven gaat door.
!
!
De overkant. Hier word ik stil van. Welke woorden zouden kunnen beschrijven wat er daar aan de overkant zou kunnen zijn. De weg erheen lijkt kinderspel. Zo kalm mogelijk, het water met rust latend, zwemmend. De zon fonkelt door de bomen. Het is zoals het is.
!
!
Levensboom. Eens was er‌ Daar begint een vertelling, een geschiedenis. Haar wortels door erosie blootgelegd. Eens omhuld met zand was zij beschermd. Nu kan de wereld haar ziel aanschouwen. Wortels strengelend boven de aarde. Mijn adem stokt, mijn hart danst. Dit zien is zo intens. Mijn vingers trillend op de ontspanknop. Ik mag dit vastleggen..... En zo was haar leven.
!
!
Getemd. Getemde of ongetemde natuur? Takkenchaos en bloemenorde. De warboel als voedende kracht. Leven ontstaat, een cycles geboren. In mijn hoofd een explosie aan ideeĂŤn, de uitvoering liet op zich wachten..... Inmiddels volgt gestaag de orde. Krijgen mijn gedachten vorm. Geduld is hier op zijn plaats. Het temmen van mijn creativiteit is denk ik een levenslange bezigheid. Gerept en ongerept.....
!
Verloren. Sombere gedachten. Verdrietig van verlies. Zelfs het looppontje is zwaar en de oversteek is verloren zaak. Teruglopend vind ik op ĂŠĂŠn vierkante meter mijn "happy thoughts" . Tegen een hek floreert de Chichorei; de wegenwachter. Een plant die, in moeilijke tijden, als koffie-achtige drank gebruikt werd. Haar violette kleur werkt opwekkend. Ze wacht totdat ik de andere weg insla. De oversteek is gelukt.
!
Symfonie. Het modderige pad strekt voor mij uit. Vanuit mijn ooghoek zie ik een moeder-eendje broedend op haar nest. Ik ben alleen. Eenzaamheid bekruipt me. Dat ik later oog in oog zou staan met een ree, wist ik nu nog niet. Gisteren regende het. Door de zon vertrekt vandaag het water. Onaangekondigd beland ik in een sprookje. Stengels waarmee men fluitjes maakt aan weerszijde. Een bloeiende symfonie. Op dit afgelegen pad vind ik mezelf.
!
Kalmte. Het is een felle dag. De zon brandt hard. Het vorig seizoen heersten de kruidige geuren en de witte schermen. Brandnetels verdringen nu het fluitenkruid op de weg naar dit veld. Een zomers boeket lacht me toe. Enigszins verblind door de kleur, stap ik verder. Ik zie vlinders dwarrelen. Ze rusten af en toe uit in de ongemoeide natuur. Er is weer kalmte.
!
Bescherming. Een bomenkooi; De bodem bedekt met fris groen dat kietelt tussen mijn tenen terwijl ik met uitgestrekte armen hierheen vlucht. Veilig en geborgen strijk ik neer, tijdelijk, want de realiteit dringt met de zonnestralen door. De denkbeeldige bescherming vervliegt. Buiten de kooi lokt de vrijheid die onbeschermd veel meer te bieden heeft.
!
Picknick. Een welgevormde plek voor een picknick. Het eten in de buitenlucht, vergezeld door vers fruit en koude limonade. Op een rijtje installeren we onze felgekleurde handdoeken. Het geel, roze, rood en oranje behaagt vlinders. De strakblauwe lucht zichtbaar als we achterover leunen. Onze levens passeren de revue. De tijd verdwijnt in het nu. Verleden, heden en toekomst verstrengelen zich in ĂŠĂŠn gesprek. Er bloeit iets op. Het begin van iets nieuws.
!
De smid. Een statige zwarte zwaan. In het schijnsel kleurt hij dieppaars. Het kinderliedje galmt als een echo in mijn hoofd. Machteloos sta ik daar. De keerzijde heeft namelijk de overhand. Op slot. Ik heb een sleutel nodig. Gebroken staar ik in het groene water. De leliebladeren deinen zachtjes op het ritme van de sloot. Een verfrissende kijk verschijnt als een reflectie. De smid ben ik zelf....
!
Zich een weg banen. De weg is er al. Het uitzicht is subliem. Er zijn geen hobbels te bekennen. Glad geasfalteerd. Ongecompliceerd. Ik kies ervoor om dwars door de natuur mijn pad te vormen. Zwervend en dolend. Volgens mijn verstand doelloos. Mijn intuïtie vertrouwt. ’Het komt goed.’ Achterom kijkend zie ik mijn pad, als een slalom om de bomen. Kronkelend en gecompliceerd. Tevredenheid vervult mij. Een terugblik naar de keuze vanachter een vergulde doorkijk.
!
Wolken. Mijn leven op z'n kop: 180 graden gedraaid. Lichte en donkere wolken trekken voorbij met af en toe een helderblauwe tussenpauze. Handen en voeten geworteld. Er is geen ruimte in de wolken om daar te vertoeven. Ik moet mijn hoofd erbij houden. Hoe moeilijk het ook is en hoe gemakkelijk achteraf. Graspollen dienen als strohalmen. Zo gaan de dagen voorbij, zoals molenwieken ronddraaien en zoals de maan om de aarde: Tollend.
!
Beweging. Bewogen door de wending. Ik voel me geraakt. De boomtoppen zijn groter dan hun stammen. Bladeren vullen de lucht. Het groen is anders: donkerder en intenser. Elk blad beweegt zich op zijn eigen manier. Aangedreven door de wind. Het gebeurt. Een kleinigheid opgemerkt. Ze liefkozen mijn hoofd terwijl ik er onderdoor ga. Aangeraakt fiets ik verder. Het gevoel is bevestigd.
!
Strijd. Het is er elke dag: Oorlog. Zelfs in mijzelf bespeur ik de strijd. Emotie en verstand recht tegenover elkaar. Op dit pad een gevecht. De rode kleur gaat over in groen. Vergoten. De oudheid van de bomen is voelbaar, een geschiedenissfeer. Gesneuveld voor vrijheid in een gevecht voor vrijheid. Het begon in dit bos. De juiste plek dus om de tweestrijd de begraven. Bevrijding op beide fronten.
!
Oogst. Fluweelachtige pluimen vloeien zachtjes door mijn hand. Zaadjes vervliegen. Ik droom van al dat zou kunnen in de toekomst. Het groen dient als verfrissing bij nieuwe plannen, met steeltjes als basis. Ongeduldig wat de uiteindelijke oogst zal zijn. Dankbaar voor de opbrengst van nu in mijn hand. Het eindresultaat is tevens een kiem voor een nieuw groeiproces; De opeenvolging van stappen die de natuur zet. Opgestaan vervolg ik de wandeling. Het is een productieve dag.
!
Opgelucht. Ik strik mijn veters. Voor me een boomwortel die zich uitstrekt met mosachtig gras tussen haar tenen. Het groen, door de regen, kruipt omhoog. Al een paar dagen is het zo: Druilerig en somber. De grond voelt zompig, mijn zolen zakken weg bij elke stap. Het voelt alsof ik zink in een neerwaartse kolk. Mijn adem stokt. De brok in mijn keel als voorbode voor de tranen. Stromend; het komt in weeĂŤn. Leunend tegen de boom krijg ik weer adem. Opgelucht.
!
Achterlatend. Donker en licht volgen elkaar. Alsof de duisternis het vooruit vliegende licht op de hielen zit. In de lucht duikt een hemels pad op. Een witte streep dwars door het blauw. Wat vroeger was kan nooit de toekomst inhalen. Zij kan die wel be誰nvloeden, als ik dat toelaat. Toch vind ik dat lastig. Want soms dringt het zomaar ineens door, en neemt het me mee naar andere kant. De vogels houden zich wel aan de juiste route. Met de wind mee. De zwarte wolk achterlatend. Het vooruitzicht is goed zolang ik dit beeld voor ogen houd.
!
Winterboeket. Het einde van de winter. Hoe daar ik daar naar uitgekeken, naar de stilte. Eventjes ondergronds van alles dat gaande is. In de teruggetrokken natuur snijdt de ijzige kou in mijn vingers. Doorgewinterde patronen belemmeren me. Angst om te falen werkt bevriezend. Terwijl het zwakke zonnetje mijn gedachten ontdooien doorbreek ik mijn angst. Mijn fouten zijn een leerproces. Vallen en opstaan zijn vrienden. Stevige stelen creĂŤren een winterboeket. Deze hebben zich, tijdens het donkere seizoen staande gehouden. Dat geeft hoop en kracht. De dagen worden nu weer korter.
!
Prikkels. Een weids uitzicht wordt belemmerd als een doorn in het oog. Voor deze struik een bescherming. Irritatie. Er zijn teveel prikkels van buitenaf. Ik word geleefd. De rust is ver te zoeken. Ik concentreer mij op het landschap erachter. Het water dat overgaat in een oever en dan overgaat in een uiterwaard: Een onverstoorbaar panorama. De dieprode kleur van de besjes trekt nu mijn aandacht. Achter mij raast een trein voorbij. Hij dendert in mijn hoofd. Het geluid vervaagt en de stilte keert terug. Zo zit ik daar nog een tijdje. Steeds mijn aandacht verleggend. Totdat de beslissing bij mij ligt, de keuze van focus.
!
Onthullen. Over-stromen. Van hoog naar laag met hier en daar een spetter die de dans ontspringt. Zij weigeren om mee te stromen, waardoor zij uiteindelijk uitdrogen. Keer op keer opnieuw. Haar tranen zijn op. Ik ben uitgeput, alsof ik het in slowmotion doorleef. Ik ben beneden aangekomen, en ik vang het water in mijn handen op. Het golft eruit en erlangs, als een ongrijpbare emotie bijna onaantastbaar. Het is er, en vervolgt zijn weg, vloeiend. Mijn huid tintelt door de kilte die ik telkens weer over mijn gezicht werp. Ik ontwaak en de verstopte tranen onthullen zich. Samen met de stroom vinden zij hun weg naar mijn hart.
!
Polariteit. Witte wolken weerspiegelen samen met het blauw de lucht. De kant is gemaaid en het geknipte gras ligt te drogen, Het geel steekt af bij het groen. Afgesneden stengels steken vijf centimeter boven de grond uit. Ik voel ze terwijl ik er overheen wandel. Hard en zacht lossen elkaar af: Polariteit. De ervaring van uiterste brengt inzicht. Terwijl ik verder stap, ontwijk ik de stengels. Dat voelt beter.
!
Slippers. Als kind had ik hier de flikflak gedaan. Nu trek ik mijn versleten slippers uit. Ik ga ten blote voet verder. Bevrijdend en onwennig. Her en der is het gras vochtig en voelt het als een verkwikking. Als ik mijn ogen sluit komt de herinnering als een film. De ervaring van de radslag, hoe dat was. Door de lucht, armen en dan benen en door. De tijd gaat vanzelf. Dat was toen. Er zijn andere momenten voor in de plaats gekomen. Nieuwe slippers. Even was ik ze vergeten. De oude liepen zo vertrouwd, comfortabel. Een souvenir van het verleden. Toch maar een pirouette, het duizelt me van geluk.
!
Vertrouwen. Zo langzaam aan komt mijn leven weer op de rit: De trap weer op. Het positieve glinstert van beneden naar boven. De schaduwen andersom. Ik beweeg me omhoog. Bij elke tree een leermoment. Soms drie stappen terug dan zes passen voorwaarts. Momenten om te onthouden. Halverwege. De top is nog niet in zicht. Er zijn nog bochten te nemen. En het lijkt steiler. Eigenlijk wel spannend. Dat wat in het verschiet ligt, het onbekende, daar heeft vertrouwen haar intrede gedaan.
!
Zegeningen. Met het vallen van de avond een wisseling van de wacht. Zonnestralen worden afgelost door de sterren. Met het tellen van de sterren, tel ik mijn zegeningen. Kale takken omringd door diffuus licht. Een boomstam dient als rib voor de doorkijk. Oog in oog met de realiteit. Dankbaarheid vervangt deze schrale troost. Want ondanks dat de bomen bladerloos zij en de stammen silhouetten vormen is het gras groen. Groener dan ooit.
!
Deelbaar. Herhaling: De natuur ontluikt elk jaar in een ritmische beweging. De jeugdigheid van de bloesem dat zal uitgroeien tot een vrucht. Hoe dat gebeurt staat nog niet vast.Hier en daar een bui en de zonneschijn dat zijn best doet. Allemaal invloeden van buitenaf. Binnenin bloeit iets, wat dat ook mag zijn. De toekomst neemt soms een andere wending in het nu. De uitkomst blijft hetzelfde. Door alle ervaringen ben ik wie ik ben. Zo ervaart iemand anders hetzelfde pad. Dezelfde storm, onweer, regen en zonneschijn. De emotie wordt deelbaar en dat verzacht. Samen brengen we een vermogen om samen sterk en kwetsbaar te mogen zijn.
!
Geluk. Dezelfde kant op kijkende. Iets trekt hun aandacht. Wat dat is, is onbekend, maar de manier waarop zij synchroon staan zegt alles. Als er gevaar dreigt, gakken ze luid, als ideale wakers. Oplettend in een sprookjesachtige omgeving. Het doet me denken aan ganzenbord en witte ganzen. De dobbelsteen is het lot, het spel is de levensweg. Eenmaal in de put; wachtend op 1 van de tegenspelers hetzelfde lot zou overkomen. Dan pas kon ik verder. Best luguber, de uitdrukking "in de put zitten" werd met dit spel geboren, waarin de gans het geluk, het aantal ogen nogmaals voorwaarts. Ik ben blij dat ik deze ganzen tegenkwam. De bewakers van vreugde.
!
Wijsheid. Berken ontspringen vanuit een zachte bed. Hun sap is zoet en genezend. Vereerd om de wijsheid in hun mythen. Liefhebben, doorleven, mogelijkheden zien en acceptatie. De waarheid durven leren zien. In ĂŠĂŠn adem gezegd. Een mensenleven om te vervullen. Mijn voeten als wortels in een natuurlijk sprei dat zich uitstrekt als deken tussen de stammen. Energie als voeding. Er is nog veel te leren, te begrijpen en te beleven. De zwarte schorstextuur wordt versterkt door het wit. Beiden zijn geen kleuren. Niets versus alles. Als ik goed kijk, zie ik het grijs: De vermenging van zwart en wit. Het gebied waar de berk om bekend staat: Levenswijsheid.
!
Vergeven. Even een adempauze. Stilte vult mijn hoofd. De woorden zijn zoekgeraakt. Geen inspiratie. Terug in de tijd. De plek waar ik deze foto nam. Ik weet niet hoevaak mijn vinger het zilverkleurige knopje heeft ingedrukt. Mijn fiets staat tegen een boom achter me. Rechts een bruggetje die mij nergens zal brengen: Doodlopend. Links een rij bomen die later vergezeld zal worden door een andere rij. Er vormt zich een diepte. Zwijgzaamheid. Er is nog één stap te zetten. Eén grote stap die bevrijdend zal werken. Het is voelbaar. Bijna aangeraakt. Vergeven en loslaten. Er verandert niets aan dit beeld. Er verandert niets aan wat was. Ik verander.
!
Afronding. Afsluiten is niet het juiste woord. In een ronde wereld waarin cyclussen actief zijn, is afronding een betere titel. De laatste foto van Dagboek: "Tig". Het is weer herfst. De mais is bijna rijp. Verstopt in een jasje om verder te ontwikkelen tot een kolf. De bladeren vormen zich een toog die zich en beschermen de voltooing. Ik heb altijd al door een maisveld willen rennen, door een doolhof zoals in de films. Meestal gebeurt er dan iets onverwachts. Nu niet. Het is echt. Op mijn knieĂŤn, voeten over elkaar. Mijn handen de camera vasthoudend. Op de grond. De camera was voor mij een bescherming. De lens nam waar voor mij. Voor het eerst klik ik een foto zonder erdoor te kijken. Ik zie zelf.
!
!