Jaarverslag FOD Sociale Zekerheid 2010 - In touch with our time

Page 1

JAARVERSLAG 2010

Jaarverslag 2010

In Touch

with our time

1



Jaarverslag 2010

In Touch

with our time


Inhoudsopgave Onze Voorzitter aan het woord

12

Dire

Achter de schermen van de FOD 1 De sociale zekerheid in België

14 14

aal

1.1.2. Bestuursovereenkomsten

26

1.1.3. Regeringscommissarissen

28

1.1.4. Administratief en geldelijk statuut

28

1.1.5. Overheidsopdrachten voor de benoeming

28

van revisoren van de OISZ

1.2. Sociaalverzekeringsfondsen voor zelfstandigen 2 De diensten van de FOD Sociale Zekerheid

14

2.1.  Organigram van de FOD Sociale Zekerheid

16

2.2. Beknopte voorstelling van de diensten van de FOD

17

3  Onze opdrachten: een thematische benadering - Degelijke ondersteuning bij de voorbereiding en ontwikkeling

29

20 20

van het sociaal beleid

2  Bilaterale en multilaterale relaties 2.1. Bilaterale relaties

34 34

2.1.1. Bilaterale overeenkomsten

34

2.1.2. Zetelakkoorden

34

2.2. Vertegenwoordiging van de Belgische Staat

35

2.2.1. Comité voor sociale bescherming

35

- Snelle en degelijke dienstverlening voor gebruikers

20

2.2.2. Vertegenwoordiging bij de OESO

35

- Strijd tegen de sociale fraude

21

2.2.3. Opdracht van “Eurocoördinator”

35

- Organisatorisch vermogen

21

2.2.4. Sociale luik van het ontwerp voor het Nationaal

35

Hervormingsprogramma 4  Een efficiënte en innoverende overheidsdienst

Opdracht 1: Beleidsondersteuning en -coördinatie

21

23

2.2.5. VN-Werkgroep Vergrijzing

36

2.2.6. Indicatorensubgroep van het Comité voor Sociale

36

Bescherming 2.2.7. Vertegenwoordiging bij de Raad van Europa

1 Ondersteuning behoorlijk bestuur 1.1. Openbare Instellingen van sociale zekerheid 1.1.1.  Beknopte voorstelling van de rol van de OISZ

24

2.3. Statistieken en rapportage

36 37

24

2.3.1. MISSOC

37

24

2.3.2. Rapportering bij de internationale organisaties

37


2.3.3. Uitwisseling van statistieken met

37

internationale instellingen

2.4. Specifieke projecten en thema’s

3.3. De EU onder het Belgische Voorzitterschap 3.3.1. De technische commissies

46 46

38

A. De Groep Sociale Vraagstukken onder het Belgische

2.4.1. Business Development Management

38

Voorzitterschap

2.4.2. Werkneemsters tijdens de zwangerschap,

38

B. Het Comité voor Sociale Bescherming

46

C. MISSOC onder het Belgische Voorzitterschap

46

na de bevalling en tijdens de lactatie

2.4.3. Ondersteuning bij de toepassing van

38

de Europese Wetgeving

2.4.4. Flexicurity

- 21 & 22 oktober 2010 D. Administratieve Commissie onder het Belgische

39

47

Voorzitterschap 3.3.2. De Europese Raden

3  Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de EU

46

47

40

A. Informele bijeenkomst EPSCO-raad - 8 & 9 juli 2010

47

3.1. Algemene coördinatie en installatie Belgisch Voorzitterschap

40

B. Formele EPSCO-raad: de conclusies

47

3.2. Thematische evenementen georganiseerd door België

41

- 21 oktober & 6 december 2010

3.2.1. Ministeriële conferentie over de sociale zekerheid

41

- 14 & 15 september 2010

3.2.3. Derde Forum over de Sociale Diensten van

3.4. Het voorzitterschap in cijfers

50

en de pensioenen - 7 & 8 september 2010

3.2.2. Europese Conferentie over het Sociaal Beleid

41

42

Algemeen Belang - 26 & 27 oktober 2010

4 Studies, analyses en valorisaties

52

4.1. Onderzoeksagenda Beleidsondersteuning

52

4.2. Sociale indicatoren

52

4.3. MIMOSIS (MIcrosimulation MOdel for Belgian Social Insurance Systems)

53

3.2.4. European Disability Forum - 18 & 19 november 2010

42

4.4. Health accounts

53

3.2.5. European Disability Forum - 18 & 19 november 2010

43

4.5. Samenwerking met het Federaal Planbureau

54

3.2.6. Colloquium “Het vrouwelijk ondernemerschap in

44

4.6. Toepassing van de nieuwe Europese regelgeving

54

Europa” – 8 december 2010

3.2.7. Evaluatie van de sociale gevolgen van

het Europees beleid

44


5 Regelgeving

55

5.3.4. Invoering van het stelsel van vervangende ondernemers

63

55

5.3.5. Weerslag van het nieuwe aanslagstelsel voor

64

5.1.1. Alternatieve financiering van de sociale zekerheid

55

auteursrechten en naburige rechten op de

5.1.2. Arbeidsongevallen

56

verzekerings- en bijdrageplicht van zelfstandigen

5.1.3. Beroepsziekten

56

5.1.4. Ziekte- en Invaliditeitsuitkering

56

5.4.1. Geschillen op federaal niveau

64

5.1.5. Specifieke wetgeving

58

5.4.2. Taak van “Eurocoördinator” en geschillen op

65

A. Crisismaatregelen voor werknemers

58

B. Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie

58

C. Anticrisismaatregelen voor zelfstandigen:

58

5.1. Uitwerking van de regelgeving

64

Europees niveau

5.5. Aanpassing van de procedures: elektronische maaltijdcheques

6 Financiële consolidatie

uitstel van betaling van bijdragen D. Anticrisismaatregelen met betrekking tot uitkeringen

5.4. Geschillen

59

voor zelfstandigen

65

66

6.1. Subsidies aan de sociale zekerheid

66

6.2. Commissie voor normalisatie

66

E. Alternerende opleiding

59

6.3. Opstellen begroting zelfstandigen

67

F. Thematisch verlof

59

6.4. Controle begrotingen en rekeningen OISZ en opvolging

67

G. Elektronische maaltijdcheques

59

thesauriegegevens

5.2. Interpretatie van de reglementering

62

6.5. Geconsolideerde rekeningen van de sociale zekerheid

5.3. Reglementering zelfstandigen

62

5.3.1. Organisatie van de Werkgroep “Reglementering”

62

5.3.2. Wijziging van de wetgeving betreffende de Commissie

63

7 Deelname aan nationale raden, comités, …

68

69

7.1. Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap

69

voor Vrijstelling van Bijdragen (wijziging van het KB

7.2. Werkgroep “Verzekerbaarheid”

69

van 19/12/67)

7.3. Werkgroep “Omnisectoriële impact”

70

7.4. Technisch Comité van de Controledienst voor de ziekenfondsen (CDZ)

70

5.3.3. Nota aan de sociaalverzekeringsfondsen betreffende

63

wijziging van de wetgeving betreffende de Commissie

7.5. Technische Raad voor ziekenhuisverpleging

71

voor Vrijstelling van Bijdragen (wijziging van het KB

7.6. Federaal Borstvoedingscomité

71

van 19/12/67)


7.7. Raadgevend Comité voor de pensioensector

72

1.7.2. Groen nummer van het Call Center

86

7.8. Hoge Raad voor vrijwilligers

72

1.7.3. Maatschappelijk assistenten

86

7.9. Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie

73

1.7.4. Klantendienst

86

7.10. Adviesraad voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers

74

1.7.5. Infosessies

87

7.11. Werkgroep “Ouderenzorg”

74

1.8. Resultaatgerichtheid

87

7.12. Werkgroep “Indicatoren van het Nationaal Actieplan

75

1.9. Beheer klachten van personen met een handicap

88

Sociale Inclusie” 2 Kinderen

Opdracht 2: Dienstverlening

77

2.1. Behandeling van aanvragen voor individuele afwijkingen op

1 Personen met een handicap 1.1. Uitbetaling van tegemoetkomingen

78

89 89

de kinderbijslag

2.2. Persoonlijke geschillen inzake kinderbijslag

89

78

1.1.1.  Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming

78

1.1.2. Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

79

3.1. Vrijstelling sociale bijdragen voor zelfstandigen

90

1.1.3. Verbetering van de dienstverlening op vlak van

80

3.2. Beroep tegen beslissingen van de Commissie voor Vrijstelling

90

de tegemoetkomingen

3 Zelfstandigen

1.2. Erkenningen voor bijkomende kinderbijslag

81

1.3. Erkenningen voor fiscale en sociale maatregelen

81

1.3.1. Algemeen attest

81

1.3.2. Sociale maximumprijs gas en elektriciteit

81

90

van Bijdragen

3.3. Detachering van zelfstandigen

91

4 Werknemers

92

5 Ondernemers & werkgevers

93

1.4. Parkeer- en verminderingskaarten

82

1.5. Beroepen tegen beslissingen

82

5.1. Provinciale registratiecommissies

93

1.6. Een nieuwe functie: medisch assistent

83

5.2. Beroep tegen de beslissingen van de provinciale registratiecommissie

93

1.7. Toegankelijkheid voor personen met een handicap

83

5.3. Vrijstelling van sociale bijdragen voor bepaalde werknemers

94

5.4. Gratieverzoeken

94

1.7.1. Naar een overheidsdienst die 24/24 uur toegankelijk is: 83 Handiweb


6 Oorlogsslachtoffers

95

2.3. College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude

116

6.1. Toekennen van statuten, uitkeringen en voordelen

95

2.4. Knipperlichtfunctie: nationaal en internationaal

116

6.2. Beheren en bewaren van oorlogsdocumenten

96

118

6.2.1. Digitaliseringsproject Musnet

96

3 Coördinatie van de fraudebestrijding op Europees en internationaal

6.2.2. Bewaringsprojecten

97

niveau

6.2.3. Digitaliserings- en bewaringsproject

97

3.1. Bilaterale samenwerkingsakkoorden inzake sociale fraude

118

100

3.2. Bijdrage aan het Europees beleid inzake de sociale fraude

118

6.2.4. Ter beschikking stellen van historische bronnen 6.3. Toekenning van subsidies 6.3.1. Vaderlandslievende verenigingen 6.3.2. IV-NIOOO

100

3.2.1. Het kenniscentrum “undeclared work”

118

100

3.2.2. Europees project ICENUW- Implementing Cooperation

119

100

in a European Network against Undeclared Work

3.2.3. Social Integrity Europe (ex-EHFCN+): uitbouw van een 7 De informatieambtenaar

Opdracht 3: Bestrijding van sociale fraude 1 Controle op de correcte toepassing van de wetgeving

102

Europees netwerk voor de strijd tegen onjuistheden,

fraude en corruptie op vlak van sociale zekerheid

105 Opdracht 4: Organisatievermogen

121

106

1.1. De kerntaken van onze dienst Sociale Inspectie

106

1.2. De controles in cijfers

107

1.3. Invoering van de e-PV voor onze DG Sociale Inspectie

111

1.4. Sociale engineering en frauduleuze detachering

114

1.5. Aansluitingsattest voor zelfstandigen uit de Europese Unie

114

2 Coördinatie van de fraudebestrijding op Belgisch niveau

119

115

2.1. Uitvoering van de samenwerkingsprotocollen

115

2.2. Actieve deelname aan de activiteiten van de SIOD

115

1 Een nieuw beheersinstrument: de bestuursovereenkomst

122

2 De personeelsdienst van de FOD

124

2.1. Een nieuwe structuur voor de dienst Personeel & Organisatie

124

2.1.1. Pijler “Resultaten”

125

2.1.2. Pijler “Talenten”

125

2.1.3. Pijler “Waarden”

128

2.1.4. Pijler “Leadership”

129

2.2. Ons personeel in cijfers

132


2.3. Telewerk

133

5.3. Beschikbaarheid en continuïteit van de ICT-oplossingen

147

2.4. Personeelsbeweging

134

5.4. Studies goedgekeurd door het Directiecomité

148

2.5. Opleidingen

135

5.5. Snelle oplossing voor problemen van de gebruikers

148

2.6. Relatie met de vakorganisaties

136

5.6. Grote projecten uitgevoerd in 2010

150

5.6.1. Project management & Bestuursovereenkomst

150

137

5.6.2. Bestuur en beslissingsstructuren

150

3.1. FEDCOM

137

5.6.3. Entreprise Architecture

150

3.2. Personeels- en werkingskosten

140

5.6.4. Service management

151

3.3. Subsidies, toelagen, tegemoetkomingen

140

5.6.5. Processen en metrieken van de dienst ICT

151

5.6.6. Sturen van de verandering van de dienst ICT

151

3 Financiën

4 Facility management

142

4.1. Green Public Procurement

142

4.2. Optimalisering van de installatie van onze diensten in de Finto

142

4.3. Externe diensten

143

5 IT-vermogen 5.1. Structuur van de “business unit” van de dienst ICT 5.1.1. Ontwikkeling van aangepaste ICT-diensten

156 156

6.2. Een gecoördineerd antwoord op vragen van burgers

158

146

6.3. Informatiefunctie

159

146

6.4. Bibliotheek

161

146

6.4.1. Vermindering van het papierverbruik ten gunste

146

161

van digitale dragers

6.4.2. Van bibliotheek tot Kennisbeheerscentrum

161

voor de DG’s/SD’s

5.1.3. Uitvoering van haalbaarheids- en opportuniteitsstudies 146 5.1.4. Ondersteuning klanten van de dienst ICT 5.2. Tijdige en kwaliteitsvolle aflevering van ICT-diensten en -oplossingen

6 Informatie en communicatie

154

6.1. De medewerkers informeren, samenbrengen en inspireren

en -oplossingen op maat van de DG’s/SD’s

5.1.2. Ondersteuning van de ICT-diensten en -oplossingen

5.7. Kerncijfers ICT

7 Duurzame Ontwikkeling

164

146

7.1. Het personeel informeren en sensibiliseren

164

147

7.2. Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie

165


7.3. Duurzame ontwikkeling op interfederaal niveau

166

7.4. Maatschappelijke verantwoordelijkheid van onze FOD

166

167

8 Leefmilieu

3 Strijd tegen sociale fraude Hummingbird – nieuw kennisbeheersysteem

112

4 Organisatorische capaciteiten

8.1. EMAS-certificaat

167

Een nieuwe structuur voor het departement P&O

8.2. Onze projecten rond leefmilieu in 2010

167

FEDCOM – een interfederaal project voor een evenwichtige boekhouding 138

9 Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk 9.1. De rol van onze IDPBW: ondersteuning van de werkgever,

130

40 jaar enthousiast werken voor de Dienst Logistiek

144

168

Een zoekmotor “op maat” voor de FOD

152

168

Onze vertaaldienst aan het woord

162

de hiërarchische lijn en alle personeelsleden

9.2. Verwezenlijkingen IDPBW in 2010

169

9.2.1. Intern veiligheidsplan “Finance Tower”

169

9.2.2. Evacuatieplan Kouterpoort Gent

169

9.2.3. Online risicoanalyse

169

Interviews met onze medewerkers

Bijlage 1 De FOD Sociale Zekerheid in de prijzen

172

1. Het NoVo-team van de FOD verkozen tot “HR Team of the Year”

172

2. De Voorzitter van de FOD genomineerd voor

172

de Wo_Men@work Award 3. De FOD ontvangt de prijs voor “Beste Werkplek”

172

1 Ondersteuning en strategische coördinatie Hervorming van de controlemethodiek

32

het voorzitterschap van de EU-Raad door de ogen van een projectleider

48

De FOD en de inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt

60

Bijlage 2 Onze publicaties

174

1. Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid

174

2. Beknopt overzicht van de Sociale Zekerheid in België

174

Handiweb: het elektronische dossier van een persoon met een handicap 84

3. Brochure “De sociale zekerheid in een oogopslag: Kerncijfers 2009”

174

Project voor digitalisering en bewaring van het bestand van

4. Alles wat je altijd al wilde weten over de sociale zekerheid

174

2 Client Services

de Belgische joden en zigeuners

98


5. Vade Mecum van de Sociale Zekerheid

175

6. Brochure “Sociale Bescherming in België: ESSOBS-data voor België”

175

7. Mededelingen betreffende de indexering en de wijzigingen

175

buiten index van de bedragen van bepaalde sociale uitkeringen in het Belgisch Staatsblad 8. Publicatie van de Belgische Pensioenatlas

175

9. Publicatie van het Groenboek Pensioenen

176

10. De Gezondheid van de Ouderen in België, 2008

176

11. Congresboek “Europe 2020: Towards a more social EU?”

176

12. Terugblik op het Belgisch Voorzitterschap

176

13. Strange birds in the European skies

176

Publicaties waaraan de FOD heeft meegewerkt

177

Onze websites

177


JAARVERSLAG 2010

Onze Voorzitter aan het woord Welkom bij de FOD Sociale Zekerheid! Met plezier stel ik je het Jaarverslag 2010 voor, dat een overzicht geeft van al onze activiteiten. Als thema hebben we dit jaar gekozen voor het uurwerkmechanisme, dat een aantal waarden symboliseert die ons nauw aan het hart liggen: beweging (de FOD is voortdurend in verandering), precisie (nauwkeurigheid bij onze dagdagelijkse activiteiten dragen wij hoog in het vaandel), juistheid (de FOD biedt kennis van zaken die permanent wordt bijgesteld), doeltreffendheid (de voorstellen van de FOD zijn relevant, adequaat en betrouwbaar) en stijl (de FOD wil een ‘sexy’ werkgever zijn). Je zal merken dat de FOD alles in het werk stelt om zijn reputatie waar te maken als expertisecentrum, bevoorrechte partner (voor het netwerk van de openbare instellingen van sociale zekerheid, maar ook voor alle instellingen die zich met deze materie bezighouden) en aantrekkelijke werkgever. 2010 stond in het teken van het Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Zoals het jaarverslag aantoont, heeft de FOD een actieve rol gespeeld bij de voorbereiding van de evenementen en bijgedragen tot een aantal belangrijke stappen voorwaarts. We stellen je onze activiteiten voor aan de hand van 4 thema’s: de ondersteuning van goed bestuur, de dienstverlening naar de klant toe, de strijd tegen de sociale fraude en de ontwikkeling van ons organisatorisch vermogen. Aan de grondslag van onze verschillende activiteitsgebieden ligt een gemeenschappelijke arbeidsfilosofie. Zo hebben we in 2010 een nieuwe benadering uitgewerkt, om de uitvoering van onze opdrachten in goede banen te leiden: we zijn begonnen met het opmaken van een ontwerp van bestuursovereenkomst, dat zal voorgelegd worden aan onze bevoegde overheden in 2011. 12

Het jaarverslag 2010 bevat een aantal nieuwigheden die je ongetwijfeld zullen bevallen. Waar mogelijk vermelden we voor elk project of elke activiteit een contactpersoon, zodat je gemakkelijk één van onze experts kan contacteren als je meer informatie wil. Een andere nieuwigheid is de toevoeging van een tiental interviews die één van onze collega’s of een boeiend project in de kijker zetten. Je zal merken dat er bij de FOD heel wat interessante projecten lopen waaraan tal van getalenteerde en enthousiaste mensen meewerken. De dagdagelijkse bezigheden van sommige medewerkers worden in een jaarverslag wel eens over het hoofd gezien, hoewel ook zij zeer nuttig zijn voor de organisatie. Maar zoals je kan lezen in het interview met één van de verantwoordelijken van onze dienst Logistiek, die na 40 jaar dienst nog steeds even enthousiast komt werken, heeft bij de FOD Sociale Zekerheid iedereen zijn plaats en is iedereen belangrijk. Uiteraard komt in ons jaarverslag ook onze visie op duurzame ontwikkeling aan bod. Bij de FOD is milieuzorg niet zomaar een slogan of een modeverschijnsel. Dankzij een verregaande digitalisering van onze activiteiten zijn we onder meer voortrekkers op vlak van de vermindering van het papierverbruik. Wanneer het gaat om de meest kwetsbare lagen van de bevolking, is geen enkele inspanning ons te veel. Eén van de doelgoepen waarnaar we ons in het bijzonder richten, zijn de personen met een handicap. Speciaal voor hen bestaat er sinds 2010 een telefoonnummer waarop ze ons gratis kunnen contacteren. Daarnaast lanceerden we Handiweb, een internetapplicatie waarmee personen met een handicap zelf hun dossier kunnen opvolgen. Dat onze teams hard gewerkt hebben, zal onder meer blijken uit het hoofdstuk ”Publicaties”. Via onze website kan je deze documenten raadplegen.


JAARVERSLAG 2010

Door zijn zin voor initiatief heeft onze FOD al een aantal prestigieuze prijzen in de wacht gesleept. Zo werd één van onze teams verkozen tot “HR Team of the year”. Opmerkelijk blijkt ook de bijzondere aandacht die binnen onze FOD wordt geschonken aan de positie van de vrouw, onder meer door onze medewerkers de kans te geven hun beroepsactiviteiten en privéleven beter te combineren. Ten slotte werd onze ergonomisch ingerichte werkomgeving (dynamic office en cleandesk), gecombineerd met telewerk, in de gespecialiseerde pers uitgeroepen tot ‘beste werkplek’. Deze prijzen hebben we niet te danken aan het werk van enkele experts, maar aan de toewijding van al onze medewerkers. Zoals je zal merken is het bij onze FOD aangenaam samenwerken aan inspirerende projecten die een reële impact hebben op het leven van de burger. Wil je nader kennismaken met onze innovatieve organisatie, aarzel dan niet ons te contacteren. Veel leesplezier! Frank Van Massenhove Voorzitter van het Directiecomité

13


JAARVERSLAG 2010

Achter de schermen van de FOD 1. De sociale zekerheid in BelgiĂŤ Het socialezekerheidsmodel in BelgiĂŤ, zoals we het momenteel kennen, ontstond tijdens de Tweede Wereldoorlog toen vertegenwoordigers uit de vakbondswereld en werkgeversorganisaties het zogenaamde sociaal pact sloten. Het model is wereldwijd bekend wegens de opmerkelijke kwaliteit van de bescherming die aan alle burgers wordt geboden. De administratieve organisatie van de sociale zekerheid in BelgiĂŤ is echter relatief complex met een Federale Overheidsdienst (FOD) en een vijftiental openbare instellingen van sociale zekerheid (OISZ). Deze OISZ voeren hun opdrachten uit in een specifieke tak (kinderbijslag, ziekteverzekering, arbeidsongeschiktheid, pensioenen, enz.) of in een bepaald stelsel (het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen). De FOD Sociale Zekerheid daarentegen speelt een transversale, beleidsvoorbereidende en internationale rol. De FOD heeft niet zomaar een traditionele toezichthoudende functie, maar is ook een actieve en volwaardige partner in het netwerk van de sociale zekerheid. De samenwerking met de OISZ is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en de erkenning van ieders expertise. Onze FOD ziet er mee op toe dat elke Belgische burger correct van zijn sociale rechten kan genieten en de noodzaak inziet om bijdragen te betalen voor het socialezekerheidssysteem.

14

2. De diensten van de FOD Sociale Zekerheid DE FOD Sociale Zekerheid is een vrij grote organisatie met ongeveer 1.200 medewerkers. De meeste hiervan (5/6) werken op het hoofdkantoor in Brussel. De FOD heeft ook regionale kantoren voor de tegemoetkomingen voor personen met een handicap (medische centra) en voor de sociale inspectie.


JAARVERSLAG 2010

15


JAARVERSLAG 2010

2.1. Organigram van de FOD Sociale Zekerheid De FOD Sociale Zekerheid bestaat uit zes directies-generaal (DG’s) en vijf stafdiensten (SD’s). De DG’s hebben specifieke bevoegdheden; de SD’s zorgen ervoor dat de DG’s hun opdrachten in de beste omstandigheden kunnen vervullen.

Voorzitter van het Directiecomité

Budget & Beheerscontrole Personeel & Organisatie Logistiek

Diensten van de voorzitter Informatie- en Communicatietechnologie

Directie-generaal Beleidsondersteuning

Directie-generaal Sociale Inspectie

Directie-generaal Sociaal Beleid

16

Directie-generaal Personen met een handicap

Directie-generaal Zelfstandigen

Directie-generaal Oorlogsslachtoffers


JAARVERSLAG 2010

2.2. Beknopte voorstelling van de diensten van de FOD De zes directies-generaal De DG Beleidsondersteuning biedt een optimale beleidsondersteuning voor tak- en stelseloverschrijdende en internationale materies en processen op het vlak van sociale bescherming: bilaterale en multilaterale relaties, strijd tegen de sociale fraude, behoorlijk bestuur van de sociale zekerheid, evolutie van de sociale bescherming, sociale indicatoren. Ze biedt een proactieve en klantgerichte dienstverlening aan onze toezichthoudende ministers en partners in het netwerk van de sociale zekerheid. Naast haar kernopdrachten vervult de DG een belangrijke transversale rol binnen de FOD: het verstevigen van de managementcapaciteit en de transformatie van de organisatie. Ook levert deze DG impulsen tot het uittesten van nieuwe strategische beheersinstrumenten zoals de bestuursovereenkomst en systemen voor informatiebeheer.

De DG Oorlogsslachtoffers kent aan burgerlijke oorlogsslachtoffers de statuten van nationale erkentelijkheid toe, renten, pensioenen en diverse voordelen (attesten voor gratis openbaar vervoer, attesten om aanspraak te maken op fiscale voordelen). Daarnaast beheert ze een oorlogsarchief met een grote historische waarde.

De DG Personen met een handicap is hoofdzakelijk belast met de toekenning van tegemoetkomingen aan volwassen personen met een handicap op basis van de medische erkenning van de handicap en een onderzoek naar de eventuele inkomsten. Daarnaast levert zij aan personen die erkend zijn als persoon met een handicap, ook parkeerkaarten af, nationale verminderingskaarten op het

openbaar vervoer en medische attesten om diverse sociale en fiscale maatregelen te kunnen aanvragen (vermindering inkomstenbelastingen, vermindering onroerende voorheffing, sociaal telefoontarief, sociaal tarief gas- en elektriciteit, belastingvoordelen voor de auto). Tot slot voert deze DG ook medische onderzoeken uit bij kinderen om, met het oog op de toekenning van de bijkomende kinderbijslag, de handicap vast te stellen.

De DG Sociaal Beleid maakt de socialezekerheidswetgeving op, interpreteert ze, informeert erover en treedt op als deskundige bij de verschillende bevoegde instanties op het gebied van sociale zekerheid. Daarnaast zorgt ze voor de verdediging van de Belgische Staat bij geschillen. Ten slotte beheert ze ook de (budgettaire) kerngegevens van de sociale zekerheid.

De DG Sociale Inspectie controleert de correcte toepassing van de socialezekerheidswetgeving (RSZ-wetgeving, jaarlijkse vakantie, arbeidsongevallen, kinderbijslag, ziekte- en invaliditeitsverzekering, DIMONA, deeltijds werk, tewerkstellingen van buitenlandse werknemers,...). Daarnaast ondersteunt de DG zowel de werkgevers als de werknemers bij de correcte toepassing van de socialezekerheidswetgeving en kan ze optreden als bemiddelaar in bepaalde sociale conflicten.

De DG Zelfstandigen werkt mee aan het opstellen van de socialezekerheidswetgeving voor zelfstandigen. Ze houdt zich bezig met het voorbereiden, onderhandelen over en sluiten van bilaterale overeenkomsten. Ze formuleert adviezen over de Europese wetgeving rond de zelfstandigen. De DG ziet toe op de interpretatie van de wetgeving zodat de socialeverzekeringsfondsen ze juist en consequent zouden kunnen toepassen. Hiertoe stelt ze onderrichtingen op gericht aan de socialeverzekeringsfondsen. Ze beantwoordt ook vragen van zelfstandigen die informatie wensen.

17


JAARVERSLAG 2010

De vijf stafdiensten De stafdienst Budget & Beheerscontrole (B&B) maakt het budget op en voert het uit. Hij beheert daarnaast ook de rekeningen en ondersteunt het management van onze FOD door het aanreiken van (financiële) informatie en de ontwikkeling van beheerscontrolesystemen (Balanced Scorecard). De dienst werkt samen met de FOD Budget en Beheerscontrole en met de beleidscellen van de bevoegde ministers. Met de nieuwe elektronische tool FEDCOM voor de verwerking van het budget en de digitalisering van de financiële systemen, kan onze stafdienst B&B de andere diensten optimaal ondersteunen. De dienst Logistiek ondersteunt de diensten van onze FOD in hun dagelijkse werking. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor het aankoopbeleid van de FOD en het beheer van onze gebouwen. De dienst Logistiek werkt ook mee aan de vereenvoudiging of de automatisering van bepaalde activiteiten (bijvoorbeeld het dynamisch archiefbeheer). De stafdienst Personeel & Organisatie (P&O) werft voor de FOD gemotiveerde en opgeleide medewerkers aan die hem toelaten zijn doelstellingen te behalen. De stafdienst P&O beheert de middelen (personeelsenveloppe, enz.), beheert de personeelsdossiers, werkt mee aan de ontwikkeling van de organisatie (talent en leiderschap, welzijn en diversiteit, waarden en resultaten, enz.) en investeert in de medewerkers (opleiding, ontwikkeling, enz.). De stafdienst Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) biedt de FOD professionele oplossingen aan die de processen van de verschillende DG’s en stafdiensten moeten ondersteunen. Hij zorgt voor de permanente beschikbaarheid

18

van deze oplossingen en waarborgt de continuïteit ervan. Op die manier komt de stafdienst ICT tegemoet aan de evoluerende behoeften van de gebruikers (burgers, ondernemingen,...). De projecten zijn onderverdeeld volgens acht speerpunten: communicatie tussen burger en administratie, administratieve vereenvoudiging, behoorlijk bestuur en business intelligence, kennisbeheer, samenwerking tussen de personeelsleden, veiligheid en risicobeheer, business transformation en continuïteit.

De Diensten van de Voorzitter hebben als opdracht de Voorzitter van het Directiecomité bij te staan in de leiding en het algemeen bestuur en de coördinatie van de FOD. Ze bieden daarnaast ook steun aan de andere directies-generaal en stafdiensten. De diensten van de Voorzitter omvatten het secretariaat, de juridische dienst, de vertaaldienst, de dienst preventie en bescherming op het werk, de dienst Informatieveiligheid en de cel leefmilieu en duurzame ontwikkeling. Ook de dienst communicatie maakt deel uit van de diensten van de Voorzitter. Zijn belangrijkste rol is het ondersteunen van alle andere DG’s en stafdiensten in hun communicatie naar de doelgroepen van onze FOD.


JAARVERSLAG 2010

Juistheid

de FOD stelt alles in het werk om een expertisecentrum te worden.

19


JAARVERSLAG 2010

3. Onze opdrachten: een thematische benadering Voor het jaarverslag 2010 zijn we thematisch te werk gegaan en hebben we de klemtoon op onze gemeenschappelijke opdrachten gelegd. Onze FOD streeft immers continu naar het versterken van zijn organisatorische capaciteit en voert drie strategische opdrachten uit: beleidscoördinatie en -ondersteuning, sociale dienstverlening aan gebruikers en de bestrijding van de sociale fraude. Hoewel de diensten van de FOD elk hun eigen opdrachten hebben, delen ze dezelfde waarden (respect, vertrouwen, solidariteit, zelfontplooiing en resultaatgerichtheid) en hebben ze gemeenschappelijke doelstellingen.

Degelijke ondersteuning bij de voorbereiding en ontwikkeling van het sociaal beleid Met zijn kennis en ervaring moet de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid alle actoren op het gebied van de sociale zekerheid ondersteunen bij de uitwerking, voorbereiding en evaluatie van het sociaal beleid. Door bepaalde activiteiten van de sector te coördineren, onderzoek te doen, deel te nemen aan studies, gegevens te analyseren en de regelgeving op te stellen, biedt de FOD in een geest van samenwerking en gemeenschappelijk projectbeheer ondersteuning aan de beleidsmakers, de sociale partners en de andere socialezekerheidsinstellingen. Op die manier kunnen de verantwoordelijken op federaal niveau correcte beslissingen nemen om de sociale bescherming in België te verbeteren. De FOD vertegenwoordigt de Belgische sociale zekerheid bij onze buitenlandse partners en supranationale instellingen, waar het ons sociale model promoot en verdedigt.

Beleidscoördinatie en -ondersteuning Snelle en degelijke dienstverlening voor gebruikers

Bestrijding sociale fraude

Strategische visie waarden

Organisatorisch Vermogen 20

Dienstverlening aan de burger

Onze FOD zorgt voor een snelle, correcte en kwaliteitsvolle dienstverlening aan gebruikers uit verschillende sociale groepen. Het bekendst zijn de tegemoetkomingen voor personen met een handicap, maar ook zelfstandigen, werkgevers en werknemers kunnen bij ons terecht voor specifieke diensten. Tot slot hebben wij ook een belangrijke historische rol door het toekennen van erkenningen en tegemoetkomingen aan burgerlijke oorlogsslachtoffers en het beheren van een historisch waardevol oorlogsarchief. In onze dienstverlening trachten wij een toegankelijke administratie te zijn die alle gebruikers gelijk behandelt, op een professionele manier met hen omgaat en oog heeft voor verbeterpunten om een nog betere dienstverlening aan te bieden.


JAARVERSLAG 2010

Strijd tegen de sociale fraude De rol van onze FOD in de strijd tegen de sociale fraude is zeer divers. Enerzijds voeren wij heel concreet controleacties uit om de correcte toepassing van de socialezekerheidswetgeving te waarborgen. Anderzijds wenden wij onze expertise binnen een netwerk van experts aan om initiatieven te nemen en ondersteuning te bieden bij het opzetten van internationale samenwerkingsverbanden tussen inspectiediensten, het sensibiliseren van EU-organisaties voor Belgische initiatieven, de actieve deelname van België aan EU-projecten en het realiseren van studies rond de fenomenen “ondergrondse economie” en “zwartwerk”.

Organisatorisch vermogen Tot slot neemt onze FOD voortdurend nieuwe initiatieven om zijn organisatorisch vermogen (personeelsbeheer, financieel beheer, facility management, ITvermogen, communicatie, enz.) te versterken. Een sterk organisatorisch vermogen maakt het immers mogelijk om de drie inhoudelijke opdrachten van onze FOD efficiënt en optimaal uit te voeren.

4. Een efficiënte en innoverende overheidsdienst De FOD Sociale Zekerheid wil een expertisecentrum zijn gericht op kwaliteit, een bevoorrechte gesprekspartner voor besluitvormers en zijn nationale en internationale partners, een aantrekkelijke werkgever die bekommerd is om de ontplooiing van zijn personeel en, last but not least, een efficiënte en innoverende overheidsdienst die klaar is voor de uitdagingen van morgen. Wij hopen dat je aan de hand van dit jaarverslag de FOD Sociale Zekerheid beter leert kennen. Nieuwsgierig naar meer over onze organisatie? Wil je onze dynamische en teamwerk-stimulerende werkomgeving ontdekken? Aarzel dan niet om ons te contacteren! Het Directiecomité van de FOD Sociale Zekerheid: Frank VAN MASSENHOVE (Voorzitter), Tom AUWERS (DG Beleidsondersteuning), Claire BARETTE (DG Oorlogsslachtoffers), Jan BERTELS (DG Sociaal Beleid), Marcel CROP (DG Zelfstandigen), André GUBBELS (DG Personen met een handicap), Jean-Claude HEIRMAN (DG Sociale Inspectie), Michaëlla MISKO (SD ICT), Renaat SCHROOTEN (SD Budget & Beheerscontrole), Laurence VANHÉE (SD Personeel & Organisatie).

21


JAARVERSLAG 2010

22


Opdracht 1

Beleidsondersteuning en -coördinatie De FOD Sociale Zekerheid streeft naar partnerschapsverbanden met de verschillende actoren van de sociale zekerheid. In zijn relaties met deze actoren wil de FOD komen tot een gemeenschappelijk projectbeheer en een netwerkorganisatie met een taakverdeling die de efficiëntie, de doeltreffendheid en de kwaliteit van de sociale zekerheid zal verbeteren. Naast zijn ‘klassieke’ ondersteunende rol ten aanzien van de verschillende socialezekerheidsactoren wil de FOD Sociale Zekerheid ook zijn rol als coördinator optimaliseren.


JAARVERSLAG 2010

1 Ondersteuning behoorlijk bestuur 1.1 Openbare instellingen van sociale zekerheid 1.1.1. Beknopte voorstelling van de rol van de OISZ Het beheer van de Belgische sociale zekerheid berust voornamelijk op gedecentraliseerde instellingen, de openbare Instellingen van sociale zekerheid (OISZ), die autonomer kunnen werken dan de gecentraliseerde overheidsinstellingen (de FOD’s en POD’s). Deze instellingen worden paritair beheerd, dat wil zeggen door een beheerscomité bestaande uit vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties. Momenteel bestaan er bij de Belgische sociale zekerheid 16 OISZ.

A. In het werknemersstelsel bestaan de volgende OISZ: ›  De Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ), die instaat voor de inning van de sociale bijdragen en het budget van het werknemersstelsel verdeelt tussen de verschillende takken van het stelsel. ›  De zeven beheersinstellingen die elk instaan voor een specifieke tak van de sociale zekerheid van de werknemers. Zij beheren de financiën van hun tak, verdelen de budgetten tussen de betalings- en/of verzekeringsinstellingen, controleren deze en bieden ondersteuning bij het uitstippelen van het sociaal beleid wat hun tak betreft.

24

OISZ

Betalings-/ verzekeringsinstellingen

Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Verrekenkassen voor kinderbijslag

Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen en de werkloosheidsfondsen van de vakbonden (ABVV, ACV, ACLVB)

Rijksdienst voor pensioenen

Geen betalingsinstelling

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

Ziekenfondsen, Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (HZIV) en de Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS

Fonds voor arbeidsongevallen

Erkende verzekeringsmaatschappijen

FBZ

Fonds voor beroepsziekten

Geen betalingsinstellingen

RJV

Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie

Bijzondere vakantiefondsen

RKW

RVA

RVP

RIZIV

FAO


JAARVERSLAG 2010

›  Twee betalingsinstellingen voor uitkeringen, namelijk de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen (HVW) en de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (HZIV). ›  De hulp- en voorzorgkas voor zeevarenden, verantwoordelijk voor de ziekte- en invaliditeitsverzekering en de werkloosheidsverzekering voor zeelieden van de Belgische koopvaardij en voor de inning van de sociale bijdragen van reders.

Sommige van deze instellingen staan ook in voor de uitbetaling van de sociale uitkeringen (RKW, RVP, FBZ en RJV). Binnen de tak van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bestaat er naast het RIZIV en het HZIV nog een OISZ, namelijk het e-Health-platform, dat zich bezighoudt met de bevordering en ondersteuning van een onderlinge elektronische dienstverlening en informatie-uitwisseling tussen alle actoren van de gezondheidszorg (en dit met de nodige waarborgen wat betreft de informatieveiligheid, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van patiënten en zorgverleners en het respect voor het medisch beroepsgeheim).

B. De sociale zekerheid voor zelfstandigen bestaat uit zes takken (geneeskundige verzorging en arbeidsongeschiktheid of invaliditeit, moederschapsverzekering, kinderbijslag, pensioen, faillissement en de verzoening tussen het beroepsleven en het privéleven). Zelfstandigen sluiten zich aan en betalen hun sociale bijdragen bij een socialeverzekeringsfonds voor zelfstandigen of bij de Nationale Hulpkas voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, die beheerd wordt door een OISZ, het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ). De socialeverzekeringsfondsen staan ook in voor de toekenning van bepaalde tegemoetkomingen voor zelfstandigen (gezinsbijslag, moederschapshulp, de sociale verzekering in geval van faillissement, de onvoorwaardelijke pensioenen en de prestaties tot bevordering van de verzoening van het beroepsleven en het privéleven van zelfstandigen). Het RSVZ staat in voor: a) het innen van de bijdragen; b) de coördinatie van de uitbetaling van de tegemoetkomingen (behalve de tegemoetkomingen die vallen onder ziekte en invaliditeit, die behoren tot de bevoegdheid van het RIZIV en de ziekenfondsen).

25


JAARVERSLAG 2010

C. De ambtenaren bestaan uit twee groepen: enerzijds de plaatselijke en provinciale ambtenaren, anderzijds alle andere. Voor zij die behoren tot de eerste categorie treedt een OISZ als hoofdinstantie op, namelijk de RSZPPO (Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten). Voor alle andere ambtenaren is de werkgever zelf verantwoordelijk voor de inning en betaling van bijdragen, met uitzondering van de bijdragen voor geneeskundige verzorging, die onder het gewone stelsel voor werknemers vallen. Twee OISZ staan in voor de drie stelsels, namelijk de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid (DOSZ) die verantwoordelijk is voor de sociale zekerheid van personen die onderdaan zijn van maar werken buiten een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, alsook de Kruispuntbank van de sociale zekerheid (KSZ) die het beleid inzake e-governement in de Belgische sociale sector bevordert en coördineert.

1.1.2. Bestuursovereenkomsten Onze FOD staat in voor de coördinatie en de planning van de onderhandelingen voor de bestuursovereenkomsten tussen de Federale Staat en de OISZ. Daarnaast staan wij in voor de opvolging en de evaluatie van de bestuursovereenkomsten. In al deze fasen neemt onze FOD een volledig neutrale rol in. Een bestuursovereenkomst is een overeenkomst die wordt afgesloten tussen iedere OISZ, zijn toezichthoudende minister(s), de Minister van Begroting en de

26

Minister van Ambtenarenzaken. In de bestuursovereenkomst engageren de OISZ zich tot het bereiken van concrete doelstellingen die ervoor moeten zorgen dat de uitvoering van zijn basisopdrachten en zijn interne werking op een efficiënte manier verlopen. In de bestuursovereenkomsten wordt een financiële planning van drie jaar ingeschreven die de realisatie van deze doelstellingen mogelijk maakt.

Evaluatie van de bestuursovereenkomsten 2010-2012 van de OISZ Vóór de onderhandeling van een nieuwe generatie bestuursovereenkomsten wordt de uitvoering van de bestaande overeenkomsten gezamenlijk door de FOD geëvalueerd om de toezichthoudende ministers een overzicht te geven van de realisaties bij de OISZ en van verbeteringspunten die tijdens de komende onderhandelingen aan bod kunnen komen. De volgende evaluatie is gepland voor 2012 (begin van de onderhandelingen voor de overeenkomsten 2013-2015). De werkwijze hiervoor werd in 2010 vastgelegd en tijdens het eerste semester 2011 voorgelegd aan het college van OISZ.


JAARVERSLAG 2010

Precisie

de FOD hecht veel belang aan nauwkeurigheid.

27


JAARVERSLAG 2010

1.1.3. Regeringscommissarissen Voor de overheidsinstellingen actief op het gebied van de sociale zekerheid voorziet de wet van 25 april 1963 een systeem van paritair beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. De instellingen beschikken over een beheerscomité samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties. De Staat is vertegenwoordigd door twee regeringscommissarissen. Zo vervullen meerdere medewerkers van de FOD een rol als regeringscommissaris in het beheerscomité van een instelling van sociale zekerheid.

Contact : dg-soc@minsoc.fed.be

1.1.4. Administratief en geldelijk statuut De FOD staat in voor de behandeling en bekendmaking van wettelijke dossiers inzake benoemingen voor managementfuncties bij de OISZ, mandaten bij hun beheercomités, inspecteurs bij het RIZIV en de CDZ en regeringscommissarissen. Verder is de FOD verantwoordelijk voor wettelijke bekendmakingen in het Staatsblad, taalkaders, baremaschalen, enz. In 2010 werden 117 dossiers behandeld. Bovendien staat de FOD in voor de coördinatie en goedkeuring van de antwoorden van de OISZ op vragen gesteld aan hun toezichthoudende ministers. In 2010 coördineerden onze diensten de antwoorden op 24 parlementaire vragen.

Contact : Patrick.luypaert@minsoc.fed.be

28

De FOD ontvangt tal van vragen om informatie van het politieke niveau over de stand van zaken betreffende de benoemingen bij de OISZ (managers, regeringscommissarissen, afgevaardigden bij de beheercomités, revisoren, enz.). Daarom is de FOD begonnen met de invoering van een systeem om de benoemingen bij de OISZ op te volgen. In 2010 werd de procedure op punt gesteld en werden de gegevens voor de zes OISZ erin opgenomen.

Contact : Marie-helene.noel@minsoc.fed.be

1.1.5. Overheidsopdrachten voor de benoeming van revisoren van de OISZ Omdat de revisoren bij de OISZ benoemd worden door de toezichthoudende Minister en de Minister van Begroting, heeft de FOD de opdracht gekregen om in naam van de ministers voor elke OISZ een overheidsopdracht uit te schrijven voor de aanstelling van een college van revisoren (één procedure per OISZ). Overheidsopdrachten behandeld in 2010: afronden van de procedure voor het RIZIV en de HZIV; opstarten van de procedure voor de DOSZ, e-Health en de Bijzondere Verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders der ondernemingen voor binnenscheepvaart. De honoraria van de revisoren bij de OISZ worden betaald met het budget van de FOD maar terugbetaald door de OISZ. In 2010 heeft onze FOD een procedure ingevoerd om de betaling van de facturen van de OISZ-revisoren op te volgen.

Contact : Marie-helene.noel@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

Sociale bijdragen

1.2. Sociaalverzekeringsfondsen voor zelfstandigen Onze FOD gaat na of de sociaalverzekeringsfondsen voor zelfstandigen de regelgeving correct toepassen. In 2010 vonden verschillende controles plaats. De volgende tabellen geven een overzicht van de uitgevoerde controles en de resultaten per categorie.

›  controle van dossiers waarin de bijdragen als verjaard werden geboekt ›  controle van dossiers waarin recent opgevorderde bedragen als oninbaar werden geboekt Aantal gecontroleerde dossiers

2.735

Aantal nota’s

454

Aantal voorstellen artikel 601

226

Tenlastelegging artikel 601

641.357,63 €

1 Dit artikel legt de bedragen die de socialeverzekeringsfondsen door eigen verzuim of schuld niet hebben kunnen innen of terugvorderen, ten laste van hen.

Beroepsloopbanen ›  controle van dossiers waarin beroepsloopbaanformulieren (St2B) werden opgesteld om het pensioen van zelfstandigen vast te stellen ›  tussentijdse controle van de loopbanen van zelfstandigen die al minstens tien jaar onderworpen zijn aan het sociaal statuut en tussen de 40 en 50 jaar oud zijn Aantal gecontroleerde dossiers

3.152

Aantal administratieve nota’s

291

Aantal financiële nota’s

214

Te regulariseren bedragen

374.610,07 €

Tenlastelegging artikel 20, §6 van KB nr. 382

20.000 €

2 Dit artikel legt een forfaitaire geldsom ten laste van de socialeverzekeringsfondsen wanneer pensioen bedragen werden uitbetaald op grond van onjuiste of onvolledige gegevens die ze hebben verstrekt.

29


JAARVERSLAG 2010

Controle van de naleving van de algemene richtlijnen inzake de inning en invordering van de socialezekerheidsbijdragen (performantiecriteria) Aantal gecontroleerde dossiers

414

Aantal nota’s

81

›  controle van dossiers waarin bijdragen als verjaard werden geboekt ›  controle van dossiers waarin bijdragen als oninbaar werden geboekt ›  controle van dossiers met een nog openstaand debetsaldo Aantal gecontroleerde dossiers

858

Aantal nota’s

192

Aantal voorstellen tenlastenlegging artikel 95, §4 van de wet van 30/12/19923

47 6.095,37 €

3 Dit artikel legt de bedragen die de sociaalverzekeringsfondsen door eigen verzuim of schuld niet hebben kunnen innen of terugvorderen, ten laste van hen.

30

›  controle van het recht op gezinsbijslag en op verhoogde gezinsbijslag ›  controle van het einde van het recht op gezinsbijslag ›  controle van de terugvorderingen en van de kinderbijslag die niet werd uitbetaald omdat de zelfstandige niet aan bepaalde wettelijke verplichtingen voldoet Aantal gecontroleerde dossiers

Bijdragen ten laste van vennootschappen

Bedrag tenlastelegging artikel 95, §4 van de wet van 30/12/19923

Gezinsbijslagen

2.863

Aantal nota’s

82

Aantal financiële nota’s

208

Te regulariseren bedrag

6.095,37 €

Aantal voorstellen artikel 60 en artikel 7 van het KB van 27/4/19764 Bedrag tenlastelegging artikel 60 en artikel 7Van het KB van 27/4/19764

21 23.246,16 €

4 Dit artikel legt de bedragen die de sociaalverzekeringsfondsen door eigen verzuim of schuld niet hebben kunnen innen of terugvorderen, ten laste van hen.


JAARVERSLAG 2010

Daarnaast behandelt de FOD ook vragen van de sociaalverzekeringsfondsen, verzoeken om opheffing van de verjaring en vragen om inlichtingen van particulieren. Zo stelden we in 2010 1.245 brieven op.

Faillissementsverzekering ›  controle van het recht op de faillissementsverzekering Aantal gecontroleerde dossiers

957

Aantal nota’s

236

Aantal voorstellen artikel 10bis van het KB van 18/3/1996

6

Bedrag tenlastelegging artikel 10bis van het KB van 18/3/1996

35.731,58 €

Financiële en boekhoudkundige aspecten ›  controle van de naleving van de financiële en boekhoudkundige verplichtingen; ›  controle van de dagelijkse doorstorting van geïnde bijdragen; ›  controle van de gegrondheid van diverse voorschotaanvragen voor de betaling van gezinsbijslagen, de onvoorwaardelijke pensioenen en faillissementsuitkeringen; ›  controle van de staving van de beheerskosten; ›  controle van de juistheid van de driemaandelijkse aangifte, balansen, resultatenrekeningen, statistieken; ›  opvolging van de rapportering over de interne controle en de jaarrekeningen die werden goedgekeurd door de algemene vergadering van de fondsen

PIRAMID: een samenwerkingsplatform Piramid (Platform for Interactive Retrieving, Analysing and Managing Information and Documentation) is een interactief platform voor de uitwisseling van informatie en expertise over de sociale zekerheid voor zelfstandigen. De bedoeling is dat Piramid een echt referentie- en opleidingsinstrument wordt voor alle actoren van de sector. Na twee jaar telt Piramid al bijna 500 gebruikers. Sinds de lancering zijn er nieuwe samenwerkingsruimten tussen de FOD en het RSVZ (Rijksinstituut voor de sociale zekerheid der zelfstandigen) gecreëerd, waar door middel van een ‘wiki’ wordt samengewerkt aan antwoorden op parlementaire vragen en de redactie van de nieuwe nota’s voor de sociaalverzekeringsfondsen.

Contact : Bernard.Vandecavey@minsoc.fed.be

Totaalbedrag in 2010 Doorstortingen aan het RSVZ

3.455.927.375,83 €

Voorschotten ontvangen van het RSVZ

403.678.234,04 €

Beheerskosten

136.529.259,73 €

31


JAARVERSLAG 2010

Aan het woord zijn Johan (43 jaar) en Bernard (52 jaar), beide jurist bij de DG Zelfstandigen. Zij zijn betrokken bij de reorganisatie van hun dienst en hebben het met ons over een hervorming waarbij “controle� veeleer als een partnerschap dan als een zoektocht naar fouten opgevat wordt.

" Wij willen de sector stimuleren het nog beter te doen en schakelen over op een partnerschap." Voor meer inlichtingen kan je terecht bij Johan.Vanderborght@minsoc.fed.be of Bernard.Vandecavey@minsoc.fed.be

32


JAARVERSLAG 2010

Hervorming van de controlemethodiek “In onze dienst controleren een veertigtal personen de socialeverzekeringsfondsen waarbij de zelfstandigen aangesloten zijn (zoals Acerta). Meerdere audits van deze controles brachten aan het licht dat de steekproeven van de dossiers niet homogeen genoeg waren en dat het ongeveer drie jaar duurde voordat alle fondsen gecontroleerd waren.

procedure kunnen wij nu een echte “benchmarking” publiceren. Dit betekent dat alle betrokkenen elkaars behaalde scores kunnen zien. Dit moet hen stimuleren het beter te willen doen dan de anderen. Fonds X kan bijvoorbeeld zijn foutenpercentage met dat van de andere fondsen vergelijken; wat het – hopelijk – ertoe aanzet zijn resultaten indien nodig te verbeteren.

Wij hebben bijgevolg beslist onze controlestrategie te reorganiseren zodat de verschillende, in omvang variërende organisaties (sommige tellen massa’s leden, andere wat minder) in één jaar op een homogene manier gecontroleerd kunnen worden.

Wat deze sector zeer bijzonder maakt, is dat de socialeverzekeringsfondsen door de zelfstandigen gefinancierd, maar door de overheid (die sancties mag opleggen) gecontroleerd worden. De financiering is gereglementeerd. De minister overwoog trouwens de financiering te reorganiseren naargelang van de (door middel van onze controles vastgestelde) kwaliteit van de aangeboden dienstverlening, met zelfs een bonus-malussysteem. De fondsen zouden dan bijvoorbeeld hun beheerskosten moeten rechtvaardigen. Zelfs een systeem waarbij de fondsen extra geld zouden krijgen om zich te kunnen toeleggen op een bepaald domein, indien dit na een controle nodig blijkt, behoort tot de mogelijkheden. De regering in lopende zaken heeft deze optie niet verder kunnen uitspitten.

Hoe konden wij de “ronde” van alle socialeverzekeringsfondsen nu in 1 jaar doen in plaats van in 3 jaar? Door doelgerichter te werk te gaan. Wij weten op voorhand hoeveel controles in 1 jaar tijd haalbaar zijn (afhankelijk van het aantal beschikbare controleurs). Vervolgens hebben wij het aantal te controleren dossiers naargelang van de grootte van het fonds afgestemd op het totale aantal, waarbij fondsen met meer leden meermaals gecontroleerd worden. Op deze manier worden kleine en grote organisaties gelijk behandeld. Daarnaast controleren wij nu nieuwe prestaties (bijvoorbeeld bij faillissement). Zo krijgen wij een beter “beeld” van de dienstverlening van het fonds. In september 2011 zal de eerste “jaarlijkse ronde” afgelopen zijn. Ook de resultaten van onze controles worden nu anders weergegeven. Vroeger bezorgden wij een verslag met de positieve en negatieve punten. Dankzij de nieuwe

Kortom, wij ruilen een “controlesysteem” in voor een systeem dat veeleer als een partnerschap opgevat wordt. Het is niet de bedoeling een “klopjacht op fraudeurs” te houden. Wij vragen ons af “wat de fondsen doen met de taak die de overheid hun toevertrouwd heeft”. Ons streefdoel is de sector te stimuleren het nog beter te doen en proactief te tonen op welke vlakken de fondsen een betere dienstverlening kunnen bieden. Iedereen heeft er baat bij!”

33


JAARVERSLAG 2010

2 Bilaterale en multilaterale relaties 2.1 Bilaterale relaties 2.1.1. Bilaterale overeenkomsten Onze FOD staat in voor het onderhandelen over en afsluiten van bilaterale socialezekerheidsverdragen met andere landen. Hij doet dit in samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken en bepaalde OISZ (naargelang de inhoud van het verdrag). Deze bilaterale verdragen bepalen welke wetgeving van toepassing is op personen die in het andere land gaan wonen, werken of studeren. Daarnaast zorgen ze ervoor dat de opgebouwde socialezekerheidsrechten behouden blijven. De verdragen hebben meestal zowel betrekking op de werknemers- als op de zelfstandigenregeling. Ze moeten België ook aantrekkelijker maken voor investeerders. ›  Verdrag in werking getreden in 2010: Québec ›  Verdragen ondertekend in 2010: Argentinië, Servië en Montenegro ›  Onderhandelingen opgestart: Albanië ›  Onderhandelingen verdergezet: Brazilië, Marokko, Montenegro, Servië, Nederland en Tunesië

Contact : Karen.Salden@minsoc.fed.be en Severine.VanMieghem@minsoc.fed.be

34

2.1.2. Zetelakkoorden Onder toezicht van de FOD Buitenlandse Zaken werkte de FOD verder mee aan de clausules over de sociale zekerheid die worden opgenomen in de zetelakkoorden. Deze akkoorden garanderen een adequate sociale bescherming voor ambtenaren die werken bij de internationale instellingen met zetel in België.

Contact : Georgette.DeFroy@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

2.2 Vertegenwoordiging van de Belgische Staat 2.2.1. Comité voor Sociale Bescherming De FOD leidt de Belgische delegatie bij het Europese Comité voor sociale bescherming. In 2010 heeft de delegatie zich toegelegd op de thema’s van het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de EU. Daarnaast heeft de delegatie actief deelgenomen aan een subgroep van het comité die zich bezighield met de problematiek rond een adequate en houdbare pensioenregeling, in het kader van een verslag dat op het einde van het jaar werd opgesteld in samenwerking met het Comité voor economisch beleid.

2.2.3. Opdracht van “Eurocoördinator” De FOD zorgt voor de opvolging van de Europese inbreukprocedures (“contentieux” en “précontentieux”). Zo worden de inbreukdossiers en prejudiciële geschillen onderzocht en beantwoorden wij de vragen van de Commissie, SOLVIT en van burgers over de toepassing van het Europees recht. Verder verspreidt de FOD informatie en coördineert hij de antwoorden van de bevoegde diensten van de FOD en de OISZ. Ten slotte staat de FOD in voor de opvolging van de omzetting van de Europese richtlijnen.

Contact : Martina.Baumans@minsoc.fed.be

Contact : Muriel.Rabau@minsoc.fed.be en Dirk.Moens@minsoc.fed.be

2.2.4. Sociale luik van het ontwerp voor het Nationaal Hervormingsprogramma 2.2.2. Vertegenwoordiging bij de OESO De ministeriële vergadering “Gezondheid”, waarop de Minister van Sociale Zaken aanwezig was, werd door de FOD voorbereid en bijgewoond. Hieruit volgt onder meer een studie over human recourses en mantelzorg in het kader van de langdurige geneeskundige verzorging. Daarnaast neemt de FOD deel aan een aantal comités van de OESO: ELSA en “Gezondheid”, WP1 “Sociaal Beleid”, expertengroepen “gezondheidsgegevens” en gezondheidsrekeningen”.

Contact : Dirk.Moens@minsoc.fed.be

In het kader van de Europa 2020-strategie worden de lidstaten verzocht een nationaal hervormingsprogramma uit te werken met een luik over sociale bescherming en sociale insluiting. De lidstaten moeten streven naar een vermindering van het aantal personen dat wordt geconfronteerd met het risico op armoede en sociale uitsluiting. Begin november 2010 heeft België een ontwerp van nationaal hervormingsprogramma naar de Europese Commissie gestuurd. De FOD Sociale Zekerheid maakte deel uit van het redactiecomité. Daarnaast voerde de FOD voor de Beleidscel van Minister Onkelinx analyses uit en trad hij op als coördinator tussen de verschillende actoren.

Contact: Peter.Lelie@minsoc.fed.be en Rudi.VanDam@minsoc.fed.be

35


JAARVERSLAG 2010

2.2.5. VN-Werkgroep Vergrijzing

2.2.7. Vertegenwoordiging bij de Raad van Europa

De FOD fungeert als Belgisch contactpunt binnen de Working group on ageing van het Economisch Bureau van Europa bij de VN. De bedoeling van deze werkgroep is het uitwisselen van beleidservaring en goede praktijken met betrekking tot ouderen en waardig ouder worden. De FOD woont de jaarlijkse vergadering van deze werkgroep bij.

De FOD vertegenwoordigt België bij het Europees Comité voor de sociale cohesie en bij het Comité van deskundigen over de sociale zekerheid, die jaarlijks vergaderen. In 2010 heeft het Comité voor de sociale cohesie zich voornamelijk gebogen over de impact van de crisis op de socialezekerheidsstelsels, terwijl het Comité van deskundigen een actieplan rond de sociale cohesie heeft aangenomen. Dit omvat 4 thema’s: sociale rechten, een Europa van gedeelde sociale verantwoordelijkheden, democratische besluitvorming en een toekomst voor iedereen.

Contact : Dirk.Moens@minsoc.fed.be

2.2.6. Indicatorensubgroep van het Comité voor Sociale Bescherming

Daarnaast bracht de FOD ook verslag uit over de Belgische toepassing van de Europese Socialezekerheidscode van de Raad van Europa en werkte hij mee aan het verslag over de toepassing van het gewijzigde Europees Sociaal Handvest.

Contact : Jacques.Donis@minsoc.fed.be Onze FOD vertegenwoordigt België in de Indicatorensubgroep (ISG) van het Comité voor Sociale Bescherming (CSB) van de Europese Unie. De ISG ontwikkelt gemeenschappelijke Europese indicatoren om de Europese strategie rond sociale bescherming en sociale uitsluiting op te volgen. In 2010 waren de activiteiten van de ISG volledig toegespitst op de ondersteuning van de beslissingen en op de bijdrage van het CSB aan de nieuwe Europa 2020-strategie. De twee zwaartepunten waren de voorbereiding van de beslissing over een EU-2020 doelstelling (het aantal personen dat in armoede en sociaal uitgesloten leeft, verminderen met 20 miljoen) en de uitwerking van een Joint Assessment Framework voor de opvolging van de nieuwe strategie.

Contact : Rudi.Vandam@minsoc.fed.be

36


JAARVERSLAG 2010

2.3 Statistieken en rapportage

2.3.3. Uitwisseling van statistieken met internationale instellingen

2.3.1. MISSOC

Het ESSOBS-project (Europees systeem voor geïntegreerde socialebeschermingsstatistieken) De FOD neemt deel aan de werkgroep rond ESSOBS en maakt de statistieken over de Belgische sociale bescherming op (uitgaven en ontvangsten, pensioengerechtigden,…).

MISSOC (Mutual Information System on Social Protection) is het informatiesysteem over de sociale bescherming in de Europese lidstaten. Het bevat gedetailleerde, vergelijkbare en regelmatig geactualiseerde informatie over de nationale socialebeschermingssystemen van de lidstaten. De FOD levert twee keer per jaar nieuwe informatie aan. Zie ook de rubriek MISSOC in het deel “Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie”.

Contact : Jacques.Donis@minsoc.fed.be en Robert.Mathieu@minsoc.fed.be

2.3.2. Rapportering bij de internationale organisaties Er worden verschillende verslagen opgesteld over de Belgische toepassing van de socialezekerheidsnormen in het kader van internationale overeenkomsten, waarbij de FOD het luik sociale bescherming coördineert. Zo kunnen we voor 2010 het verslag over de toepassing van de IAO-verdragen (die de bepalingen op vlak van sociale zekerheid omvatten) en het verslag over de toepassing van het VN-Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten vermelden.

ESSOBS maakt deel uit van het statistisch programma van Eurostat (Statistisch bureau van de EU) en heeft als doel een volledige en vergelijkbare beschrijving te geven van de sociale bescherming in de EU-lidstaten. ESSOBS is een zogenaamde “satellietrekening” van de nationale rekeningen, omdat zij een bijkomende blik biedt op een economisch domein (sociale bescherming) dat in de nationale rekeningen is opgenomen. In 2010 publiceerde de FOD Sociale Zekerheid voor het eerst een brochure met de ESSOBS-statistieken die door onze diensten werden verzameld. Het gaat om de brochure “Sociale Bescherming in België: ESSOBS-data voor België”: http://socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/brochure-sespros-2011-nl.pdf

Contact : Christel.Nuyens@minsoc.fed.be en Michel.Mingiedi@minsoc.fed.be

Contact : Jacques.Donis@minsoc.fed.be

37


JAARVERSLAG 2010

2.4 Specifieke projecten en thema’s

2.4.2. Werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie

2.4.1. Business Development Management

Voorstel over de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 92/85/EEG van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie.

Dit is een nieuw concept dat de FOD dankzij subsidies van de Europese Commissie heeft ingevoerd om de Belgische expertise op Europees niveau te ontwikkelen en te benutten. Het omvat ook de (opvolging van) offerteaanvragen voor overheidsopdrachten (calls for proposal, calls for tender) die betrekking hebben op de kerntaken van de FOD Sociale Zekerheid. In het kader van EuropeAid werd de FOD geselecteerd om een offerte uit te werken voor een contract met de Macedonische overheid. Het budget dat door EuropeAid ter beschikking wordt gesteld zou het institutioneel vermogen van Macedonië moeten helpen verhogen om de strijd aan te binden tegen zwartwerk. Het projectvoorstel wordt momenteel voorbereid. In het kader van « Investing in people » werd samen met Frankrijk, Argentinië en Uruguay een projectvoorstel ingediend voor het behoud van de cultuur in een informele omgeving. Dit voorstel werd niet geselecteerd. In het kader van het PROGRESS-programma werd eveneens een voorstel ingediend voor een project rond de open coördinatiemethode. Dit voorstel wordt momenteel geëvalueerd door de Europese Commissie.

Contact : Didier.Verbeke@minsoc.fed.be

38

Dit voorstel van richtlijn is onder meer bedoeld om het moederschapsverlof te verlengen en de uitkering die werkneemsters tijdens dit verlof ontvangen, te verhogen.

Contact : Sylvie.Damien@minsoc.fed.be

2.4.3. Ondersteuning bij de toepassing van de Europese Wetgeving Europees project SSCALA – Social Security Coordination: Activating Local Actors Dit project valt onder het PROGRESS-programma van de Europese Commissie. Het wordt gecoördineerd door de FOD Sociale Zekerheid in samenwerking met de eerstelijns socialezekerheidsinstellingen in België, Frankrijk, Luxemburg en Duitsland. Het is de bedoeling een nieuw overlegmodel te ontwikkelen voor de instellingen die instaan voor de toepassing van de nieuwe Europese regelgeving op vlak van de sociale zekerheid.


JAARVERSLAG 2010

Bij het zoeken naar strategische oplossingen wordt gebruik gemaakt van de expertise en praktische ervaring van de actoren op het terrein. Daarom gaat de voorkeur uit naar een “empowerment”-aanpak.

Contact : Didier.Verbeke@minsoc.fed.be en Keyina.Mpeye@minsoc.fed.be

2.4.4. Flexicurity De FOD volgt de activiteiten met betrekking tot het begrip flexicurity op en neemt eraan deel. Dit begrip betekent dat er meer flexibiliteit op het werk wordt gecreëerd, en dat er tegelijkertijd voldoende zekerheid en bescherming voor de werknemers wordt gewaarborgd. Het begrip flexicurity staat centraal bij de besprekingen over het beleid op vlak van de arbeidsmarkt, sociale bescherming en de modernisering van de Europese economie tegen de achtergrond van de mondialisering.

Contact : Maruja.Vanbaelen@minsoc.fed.be

39


JAARVERSLAG 2010

3 Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de EU 3.1 Algemene coördinatie en installatie Belgisch Voorzitterschap Vanaf 1 juli 2010 nam België gedurende zes maanden het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie waar. Tijdens deze drukke periode beheerde België de Europese dossiers en plaatste het een aantal aandachtspunten op vlak van het sociaal beleid op de EU-agenda om met de 26 andere lidstaten tot een consensus te komen. Voor de organisatie van het sociale luik van het Belgisch Voorzitterschap bood onze FOD zowel op inhoudelijk als op logistiek gebied ondersteuning aan de beleidscellen van de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Pensioenen, de Staatssecretaris voor Personen met een Handicap en de permanente vertegenwoordiging bij de Europese Unie. Deze algemene coördinatie omvatte het creëren van processen en de opvolging van een projectenportefeuille bij de verschillende verantwoordelijken. De Europese evenementen en conferenties werden telkens georganiseerd volgens zes processen: inhoud, onderzoek, conferentieprogramma, logistiek en budget, lobbying en communicatie. De conferenties, vaak voorafgegaan door technische seminaries en stuurgroepvergaderingen met de partners, gaven de aanzet voor de conclusies die de Raad over de problematiek in kwestie zou nemen.

40

De FOD stond in voor het opstellen van de inhoudelijk nota’s, het goede verloop van de ministeriële vergadering, het communicatieluik van het evenement en andere praktische aspecten. Omdat er een groot aantal mensen bij betrokken waren en er rekening moest gehouden worden met de talrijke agenda’s, werd een online samenwerkingsplatform gecreëerd om de verschillende versies van de documenten uit te wisselen en te becommentariëren. Dit zorgde voor transparantie en een vlotte informatie-uitwisseling tussen de teamleden en onze externe partners (Europese instellingen, stakeholders, beleidscellen, andere FOD’s, experts, enz.). Tijdens deze periode werden tal van brochures en documenten over specifieke thema’s opgesteld. Bij de organisatie van de evenementen ging bijzondere aandacht naar duurzame ontwikkeling.

Meer informatie (in het Engels) op www.flythekite.eu en, in het Nederlands, op onze archiefpagina van het Voorzitterschap: http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/archief.htm. Voor meer informatie kan je terecht bij Manuel.Paolillo@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

3.2 Thematische evenementen georganiseerd door België 3.2.1. Ministeriële conferentie over de sociale zekerheid en de pensioenen - 7 & 8 september 2010 Begin september vond een ministeriële conferentie over de pensioenen en de sociale bescherming plaats onder gezamenlijk toezicht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Pensioenen. De centrale vraag van de conferentie luidde: “Hoe kunnen we sociale bescherming garanderen aan de Europese Burgers?”. Deze vraag werd in twee specifiekere thema’s opgesplitst: aangepaste pensioenen en de socialezekerheidsregeling. Hieruit kwam over een aantal zaken een brede consensus voort: het sociaal beleid speelt een belangrijke rol in het kader van een “geïntegreerde” Europa 2020-strategie, het sociaal beleid van de nieuwe strategie moet bewaakt worden en het is noodzakelijk om de voortzetting van de activiteiten van het Europees Comité voor Sociale Bescherming vast te leggen. Deze conferentie is bepalend geweest voor de conclusies van de Raad van 6 december 2010.

3.2.2. Europese Conferentie over het Sociaal Beleid - 14 & 15 september 2010 Het thema van deze conferentie was de coördinatie van het sociaal beleid op Europees niveau (in de context van de nieuwe Europa 2020-strategie) De conclusies van de conferentie onderstrepen het belang van: ›  het Platform tegen de armoede (kerninitiatief van de strategie); ›  een effectieve invoering van richtlijn nr. 10 en de rol van de sociale sector, in het bijzonder van de EPSCO-raad en van het Comité voor Sociale Bescherming; ›  de samenwerking tussen de Europese comités. Deze conclusies hebben ook de aandacht gevestigd op het belang van de nieuwe strategieën om de sociale dimensie in Europa te versterken (Artikel 9), die gebaseerd zijn op het recente Verdrag van Lissabon en zijn horizontale clausule.

Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/14-15_09_10.asp of bij rudi.vandam@minsoc.fed.be

Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/06-08_09_10.asp of bij Koen.Vleminckx@minsoc.fed.be

41


JAARVERSLAG 2010

3.2.3. Derde Forum over de Sociale Diensten van Algemeen Belang - 26 & 27 oktober 2010 Het Forum over de Sociale Diensten van Algemeen Belang (SDAB’s), dat voorafgegaan werd door een technisch seminarie in juli (over de juridische opties) bracht meer dan 300 deelnemers (buitenlandse delegaties, Europese stakeholders, vertegenwoordigers van verschillende instellingen van de Unie) en ongeveer 50 sprekers samen. Tijdens dit Forum werden 15 concrete aanbevelingen aangenomen. Een plenaire zitting was gewijd aan de horizontale sociale clausule (vermeld in artikel 9 van het Verdrag van Lissabon): tijdens deze zitting werd besproken hoe de door de Commissie uitgewerkte sociale impact kan worden verbeterd. Naar aanleiding van dit forum vonden bij het Europees Parlement vergaderingen plaats van de intergroepen Overheidsdiensten en Sociale Economie. Daarnaast heeft de Raad de conclusies over de SDAB’s aangenomen.

Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/26-27_10_10.asp of bij Manuel.Paolillo@minsoc.fed.be

3.2.4. European Disability Forum - 18 & 19 november 2010 Dit Forum vond plaats in Brussel op 18 en 19 november 2010, in samenwerking met de Europese Commissie. Het was bedoeld om het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap in te voeren. Eind 2006 heeft de Algemene Vergadering van de VN dit ‘Mensenrechtenverdrag’ goedgekeurd. Dit verdrag verplicht de staten die het Verdrag hebben goedgekeurd (of dit zullen doen), bij hun beleid steeds rekening te houden met de rechten en verwachtingen van de personen met een handicap. Het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap is ook het eerste instrument van die aard dat de Europese Unie besloten heeft goed te keuren. Op dit moment moeten de lidstaten zich toeleggen op de invoering van het Verdrag op nationaal niveau, of op gemeenschapsniveau voor wat de EU betreft. Daartoe bepaalt artikel 33 van het Verdrag de verplichte creatie van verschillende controlemechanismes waarbij het middenveld (in het bijzonder de personen met een handicap en de organisaties die hen vertegenwoordigen) betrokken moet zijn en actief deelnemen. De houding tegenover personen met een handicap moet immers veranderen. Deze mensen moeten ten volle aan het maatschappelijke leven kunnen deelnemen, en volgens het principe “niets over ons zonder ons” moet bij het nemen van beleidsbeslissingen op elk niveau rekening met hen gehouden worden. De bedoeling van het Forum was om ideeën uit te wisselen over de toepassing van artikel 33 van het VN-Verdrag en de staten te ondersteunen bij de invoering van deze nieuwe processen. In verschillende werkgroepen werd gesproken over de invoering van de verschillende mechanismen en over de rol van het middenveld

42


JAARVERSLAG 2010

in dit kader. Er werden goede praktijken en goede en minder goede ervaringen uitgewisseld. Er vonden ontmoetingen plaats tussen ambtenaren, verenigingen en diensten van alle Europese lidstaten die moeten waken over de invoering van de structuren die voorzien zijn in artikel 33. Dit Forum werd georganiseerd door de DG Beleidsondersteuning en de DG Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid, de beleidscel van de Staatssecretaris voor Personen met een Handicap en de diensten van de Europese Commissie en bracht gedurende twee zeer inspirerende dagen ongeveer 300 regeringsexperts en deskundigen uit het middenveld afkomstig uit een dertigtal verschillende landen samen.

3.2.5. Conferentie “Het Europa van de zelfstandigen” - 19 november 2010 Dit evenement werd georganiseerd door de federale Minister van KMO’s en Zelfstandigen. Tijdens een rondetafelgesprek werd gedebatteerd over de concrete toepassing en de weerslag van Verordeningen (EG) nr. 883/2204 en nr. 987/2009 (“Twee nieuwe verordeningen, alle problemen opgelost voor de zelfstandigen? ). Een medewerker van de DG Zelfstandigen was moderator tijdens het debat.

Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/news/071210.htm of bij wim.debooser@minsoc.fed.be

Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/18-19_11_10.asp of bij Daniel.Tresegnie@minsoc.fed.be

43


JAARVERSLAG 2010

3.2.6. Colloquium “Het vrouwelijk ondernemerschap in Europa” – 8 december 2010

3.2.7. Evaluatie van de sociale gevolgen van het Europees beleid

Dit evenement vond plaats om de uitdagingen en perspectieven van het vrouwelijk ondernemerschap in de kijker te zetten. De bedoeling was om het belang van de netwerken van vrouwelijke ondernemers te benadrukken en om al bestaande of op Europees niveau in te voeren goede praktijken met betrekking tot de verzoening tussen het beroeps- en privéleven te bespreken. Er kwamen ook getuigenissen aan bod over de realiteit waarmee bedrijfsleidsters worden geconfronteerd.

Er werd geen afzonderlijke conferentie georganiseerd over de problematiek van de sociale impact of van de transversale sociale clausule, maar dit vormde wel een transversaal thema dat bij alle conferenties aan bod kwam.

Dit evenement, gezamenlijk georganiseerd door de federale Minister van KMO’s en Zelfstandigen, de Europese Commissie en het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen), heeft uitzonderlijke vrouwen, ondernemers en professoren gespecialiseerd in de materie, in de kijker gezet. Daarnaast werd bij deze gelegenheid het Europees Netwerk van Ambassadrices voor het vrouwelijk ondernemerschap officieel uitgebreid naar 10 nieuwe Europese lidstaten, waaronder België. Deze groepering is het resultaat van de aanbevelingen in de Small Business Act van de Europese Commissie en is gericht op de promotie van het ondernemerschap bij vrouwen.

44

De horizontale sociale clausule van het nieuwe Verdrag van Lissabon vraagt meer aandacht voor de sociale dimensie van het EU-beleid. Om rekening te houden met de maatschappelijke consequenties van het Europese beleid is er nood aan een structurele dialoog tussen en binnen alle Europese instellingen. Hiervoor dienen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de EU zich ertoe te verbinden een dialoog op te starten zowel tussen als binnen de instellingen. Eén van de belangrijkste instrumenten hiervoor is een intensief gebruik van de effectbeoordeling. Tijdens het Europese Voorzitterschap werden tal van documenten gerealiseerd en bij verschillende conferenties organiseerden we workshops over de sociale clausule.

Meer informatie bij Muriel.Rabau@minsoc.fed.be & peter.lelie@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

45


JAARVERSLAG 2010

3.3 De EU onder het Belgische Voorzitterschap 3.3.1. De technische commissies A. De Groep Sociale Vraagstukken onder het Belgische Voorzitterschap De Groep Sociale Vraagstukken, samengesteld uit sociale attachés (diplomaten bij de Permanente Vertegenwoordiging) is een werkgroep van de Raad die de conclusies (wetteksten die nadien door de Raad worden aangenomen) bespreekt. Onder het Belgische Voorzitterschap werden in de Groep Sociale Vragen (GSV) vijf voorstellen met betrekking tot sociale zaken besproken. Tijdens het Belgische Voorzitterschap werd deze groep geleid door België. De goedkeuring van een besluittekst wordt doorgaans voorafgegaan door enkele vergaderingen. Hieraan heeft de FOD directe ondersteuning geleverd door de actieve deelname van zijn experts.

Meer informatie bij Muriel.Rabau@minsoc.fed.be

B. Het Comité voor Sociale Bescherming Het Comité voor Sociale Bescherming (CSB) is een overlegplatform dat vraagstukken behandelt die te maken hebben met de sociale bescherming. Het CSB is bedoeld om thema’s op Europees te laten rijpen en heeft als adviesorgaan vaak een directe invloed op de Raad. Het CSB zat de Europese conferentie over de coördinatie van het sociaal beleid in de context van “Europa 2020” voor. Deze vergadering ging vooral over het advies

46

van het CSB dat in oktober aan de EPSCO-raad moest worden gegeven (naar aanleiding van een vraag van het Belgische Voorzitterschap). Dit advies benadrukt de rol van het CSB voor het toezicht op de sociale dimensie van de nieuwe strategie en illustreert de continuïteit van de activiteiten van het CSB (in de marge van de strategie). Tot 2020 zal het CSB jaarlijks een verslag opstellen over de opvolging

van de vooruitgang betreffende de armoededoelstellingen, de sociale aspecten van de richtlijnen (in het bijzonder nr. 10) en de bredere activiteiten van de Open

Coördinatiemethode inzake sociale bescherming en sociale inclusie (pensioenen, geneeskundige en langdurige verzorging, inclusie).

Meer informatie bij Muriel.Rabau@minsoc.fed.be

C. MISSOC onder het Belgische Voorzitterschap - 21 & 22 oktober 2010 MISSOC (Mutual Information System on Social Protection) van de EU bevat volledige en geactualiseerde gegevens over de nationale socialezekerheidsstelsels. MISSOC wordt gecoördineerd door de Europese Commissie, die daarvoor een secretariaat heeft aangesteld. Ieder deelnemend land wijst één of twee correspondenten aan bij het nationale ministerie of de instantie die bevoegd is voor sociale zekerheid. De MISSOC-vergadering onder het Belgische Voorzitterschap stond in het teken van de 20ste verjaardag van MISSOC (het netwerk werd in 1990 opgericht in Leuven). Verschillende experts gaven een presentatie.

Meer informatie op http://socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/20-23_10_10.asp of bij Jacques.Donis@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

D. Administratieve Commissie onder het Belgische Voorzitterschap De prioriteiten van de Administratieve Commissie onder het Belgische Voorzitterschap waren de volgende: ›  S upervisie van het EESSI-project (elektronische uitwisseling van socialezekerheidsgegevens), dat bedoeld is om voor een betere bescherming van de rechten van burgers te zorgen door de toepassing van de EU-wetgeving inzake de coördinatie van de sociale zekerheid te automatiseren; ›  Zorgen voor een betere samenwerking bij de strijd tegen de sociale fraude en fouten in de context van de coördinatieregels. Ons Voorzitterschap heeft de nadruk gelegd op het belang van de nieuwe Praktische Gids voor burgers, instellingen en werkgevers. Deze gids bevat o.m. de regels voor de detachering van werknemers, maar behandelt ook complexere situaties van tewerkstelling op het grondgebeid van meerdere lidstaten. Daarnaast heeft ons Voorzitterschap zo veel mogelijk aandacht geschonken aan een aantal initiatieven op de Europese agenda die een weerslag zouden kunnen hebben op de sociale zekerheid van de EU-burgers (zoals de toekomstige richtlijn inzake de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende geneeskundige verzorging of de richtlijn inzake het verblijfsrecht van EU-burgers).

Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/newsletters/nl/ac-news/archief-ac.htm of bij Keyina.Mpeye@minsoc.fed.be

3.3.2. De Europese Raden A. Informele bijeenkomst EPSCO-raad - 8 & 9 juli 2010 De informele EPSCO-bijeenkomst van de Ministers van Werk en van Sociale Zaken was bedoeld als voorbereiding van de activiteiten van het Belgische Voorzitterschap. Vóór de vergadering van de ministers vond een ontmoeting tussen de Europese sociale partners en het Europees Sociaal Platform plaats.

Meer informatie over de bijeenkomst van 8 juli op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/news/120710.htm en over die van 9 juli op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/news/120710b.htm of bij Muriel.Rabau@minsoc.fed.be

B. Formele EPSCO-raad: de conclusies - 21 oktober & 6 december 2010 De formele EPSCO-raad is de Raad van de ministers van werk en van sociale zaken die de teksten goedkeuren die onder hun bevoegdheid vallen. Voor ons Voorzitterschap is dit het eindresultaat. Verschillende beleidsteksten werden unaniem goedgekeurd: het gaat om conclusies of verklaringen waarvan de inhoud tijdens ons Voorzitterschap werd behandeld (tijdens de conferenties, bij de Groep Sociale Vraagstukken en het COREPER, en bij het Europees Comité voor Sociale Bescherming). Tijdens de eerste formele EPSCO-raad van 21 oktober ging het in eerste instantie om de invoering van de Strategie Europa 2020:

Meer informatie op http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/news/091110c.htm Op 6 december keurde de tweede formele EPSCO-raad verschillende teksten goed: http://www.socialsecurity.fgov.be/eu/nl/agenda/06-07_12_10.asp

Meer informatie bij Muriel.Rabau@minsoc.fed.be

47


" Wij hebben onze positie als “pionier” in de sociale bescherming waargemaakt."

JAARVERSLAG 2010

Aan het woord is Manuel, een 32-jarige jurist die al 6 jaar bij de FOD werkt. Als coördinator en projectleider was hij nauw betrokken bij het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in 2010.

Voor meer informatie kan je terecht bij Manuel.paolillo@minsoc.fed.be

48


JAARVERSLAG 2010

Het voorzitterschap van de EU-Raad door de ogen van een projectleider “Wat ons werk betreft, denk ik te mogen zeggen dat ze op ons hebben kunnen rekenen! In 2001, toen België de Raad voor het laatst voorgezeten heeft, hebben vooral de teams van de verschillende ministeriële kabinetten de organisatie van de werkzaamheden ter harte genomen. Nu hebben wij, de FOD, dit volledig zelf gedaan voor de sociale zekerheid. Wij hebben ons beziggehouden met allerlei aspecten: de inhoud van de debatten uiteraard, maar tevens de logistieke aspecten, lobbying, communicatie, ... Ook onze gesprekspartners waren heel verschillend: Europese parlementsleden, Commissieleden, delegaties van andere Staten (tijdens bilaterale vergaderingen), NGO’s, ... Ons streefdoel was teksten te doen aannemen, een consensus in de Raad te bereiken. Tijdens die zes maanden voorzitterschap “sta je aan het roer”: je moet de verschillende belangen behartigen, een evenwicht zoeken. En daarbij een bepaalde koers aanhouden (die België voor ogen had). Om deze onderneming tot een goed einde te brengen, heeft de FOD eind 2009 zes extra mensen in dienst genomen. Zij bleken echte beleidsmedewerkers te zijn. Het had wellicht met de uitdaging te maken, dat we met een heel hecht team hebben kunnen samenwerken. Mijn eigen rol bestond uit verschillende aspecten: de verantwoordelijken van de FOD een visie op de organisatie van het voorzitterschap geven, het team coördineren, een goede taakverdeling garanderen en de uitvoering van de opdrachten vlot laten verlopen. In een gezellige sfeer. In een team moet er altijd gezorgd worden voor een goede verstandhouding omdat er soms zeer veel van de teamleden wordt gevraagd. De sociaal-politieke context is door de economische crisis van 2008 nogal bijzonder geworden. Het is niet altijd evident om over sociale bescherming te spreken. Wegens de crisis wordt er op overheidsuitgaven bespaard. Daarnaast is het debat rond

subsidiariteit nog steeds actueel in sommige Staten (is Europa bevoegd?). Volgens ons vereisen globale vragen globale antwoorden. Maar niet iedereen is deze mening toegedaan. Het is bijgevolg geen sinecure om tot conclusies te komen in Europese sociale dossiers zoals het bestuur (sociale rol) van de overheidsdiensten of zelfs de pensioenen. Wij hadden de lat nogal hoog gelegd. Wij zouden ontgoocheld kunnen zijn omdat niet alle doelstellingen behaald zijn. Maar wij hebben toch heel wat vooruitgang geboekt. Op te merken valt dat de crisis niet enkel negatieve gevolgen gehad heeft: niemand durft nog te beweren dat we geen regels nodig hebben! De regering in lopende zaken heeft onze resultaten niet ingrijpend beïnvloed. Nagenoeg iedereen is het trouwens erover eens dat er veel op de agenda stond en dat het Belgische voorzitterschap ver gegaan is in de debatten. Zodoende hebben wij onze positie als “pionier” in de sociale bescherming waargemaakt. Tevens is onze ervaring met de “horizontale sociale clausule”, waarmee het effect van verschillende beleidsopties beoordeeld kan worden (wat gebeurt bijvoorbeeld als een bepaalde concurrentieregel wordt gewijzigd?), een mooie pluim op onze hoed. Op organisatorisch vlak meen ik te mogen zeggen dat onze FOD zijn beste beentje heeft voorgezet. Voor elke gebeurtenis, elke conferentie op hoog niveau, elke Raad – telkens weer hadden wij een welbepaald scenario voor de politieke inhoud, de communicatie, de lobbying enzovoort. Echt vakwerk dus. En dit is onontbeerlijk om de boodschap zo duidelijk mogelijk over te brengen en om verwarring te voorkomen. Mijn inbreng als projectleider is niet beperkt gebleven tot toezicht houden: ik heb “zelf mijn handen vuilgemaakt”. Zo had ik een beter zicht op wat nodig was. Maar je mag niet alles zelf willen doen. De teamleden verantwoordelijkheid geven en hen zelf initiatieven laten nemen is enorm belangrijk.”

49


JAARVERSLAG 2010

3.4 Het voorzitterschap in cijfers ›  3 Europese raden ›  4 conferenties georganiseerd ›  3 technische commissies voorgezeten ›  18.347 personen ontvingen onze 8 nieuwsbrieven ›  2.767 foto’s ›  1.574 pagina’s in 188 officiële documenten ›  2.110 deelnemers aan onze evenementen ›  345 spreekbeurten & presentaties ›  132 stakeholders en partners ›  35 nationaliteiten vertegenwoordigd ›  27 persmededelingen ›  25 ministeriële of VIP-delegaties ›  17 video’s

50


JAARVERSLAG 2010

51


4 Studies, analyses en valorisaties 4.1 Onderzoeksagenda Beleidsondersteuning Op basis van een thematisch meerjarenplan lanceert en begeleidt de FOD van jaar tot jaar verschillende onderzoeksprojecten. De onderzoeksprojecten worden direct gefinancierd door de FOD Sociale Zekerheid, of indirect door het Federaal Wetenschapsbeleid. In 2010 werden zes onderzoeksprojecten door de FOD gecoördineerd. De volgende

onderzoeksprojecten werden opgestart: ›  De sociale dimensie van de Strategie Europa 2020 ›  De sociaaleconomische positie van personen met een handicap en analyse van de effectiviteit van tegemoetkomingen aan personen met een handicap (HANDILAB) ›  Organisatie van een micro-enquête voor een descriptieve en verklarende analyse van de problematiek van de sociale en fiscale fraude (SUBLEC) ›  Belasting op arbeid en mogelijke arbeidsaanbodreacties ›  Het verzekeren van adequate pensioenen in een Europese context ›  Juridische begeleiding 3de Forum Sociale Diensten van Algemeen Belang ›  Simulating the adequacy of pensions in Belgium using Administrative data (SIPEBE)

Contact : Koen.Vleminckx@minsoc.fed.be

52

JAARVERSLAG 2010

4.2 Sociale indicatoren Bekrachtiging en ontwikkeling van een systeem van sociale indicatoren in de Belgische context en opvolging van de basisgegevens van de indicatoren. In 2009 werd het systeem van sociale indicatoren verder uitgewerkt. Daarnaast werkte de FOD aan een brochure “Indicatoren van sociale bescherming in België” waarin ons werk van indicatorenontwikkeling wordt voorgesteld. Deze brochure werd gepubliceerd in 2010: http://socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/publicaties/social-protection.htm In het kader van de opvolging van de basisgegevens voor de ontwikkeling van de indicatoren werd werk gemaakt van de contacten bij de nationale en internationale netwerken.

Contact : Rudi.Vandam@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

4.3 MIMOSIS (MIcrosimulation MOdel for Belgian Social Insurance Systems) Met het microsimulatiemodel MIMOSIS kunnen de hervormingen in een aantal beleidsdomeinen van de sociale zekerheid worden bevorderd op basis van administratieve gegevens afkomstig uit het Datawarehouse Arbeidsmarkt en sociale bescherming van de KSZ. Met dit model kan een zeer gedetailleerde analyse worden uitgevoerd van de impact van mogelijke wijzigingen op het budget en de inkomensverdeling in sommige sectoren van de sociale zekerheid.

4.4 Health accounts Samen met de DG Sociaal Beleid/KGDS heeft de FOD een geĂŻntegreerd ramingsmodel ontwikkeld voor het totale gebruik van diensten op het vlak van geneeskundige en langdurige verzorging. Met dit model zijn geĂŻntegreerde schattingen en gestandaardiseerde herzieningen van de gegevens en van de methodologie mogelijk. Bovendien heeft de FOD dit model gebruikt voor de ramingen 2009 en om de ramingen voor de jaren 2003-2008 te herzien.

Contact : Dirk.Moens@minsoc.fed.be

Ter ondersteuning van het Belgische Europese Voorzitterschap werd in 2010 op vraag van de RKW (Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers), een simulatie uitgevoerd van de gevolgen van eventuele hervormingen van de kinderbijslagregeling. Er werd nagegaan of het systeem van sociale supplementen in de kinderbijslag uitgebreid zou kunnen worden naar nog niet bereikte armoederisicogroepen. Verschillende scenario’s werden gesimuleerd en per scenario werd nagegaan wat de mogelijke impact op armoede en ongelijkheid zou zijn van de uitbreidingen van het systeem van de sociale supplementen.

Contact : Guy.VanCamp@minsoc.fed.be

53


JAARVERSLAG 2010

4.5 Samenwerking met het Federaal Planbureau

4.6 Toepassing van de nieuwe Europese regelgeving

De FOD heeft een structurele samenwerking opgestart met de directie-generaal van het Federaal Planbureau (FPB) om de specifieke bevoegdheden beter te verdelen en te komen tot een efficiĂŤntere aanpak. Zo werken we nauw samen met het Federaal Planbureau om het MIDAS-model dat hij ontwikkeld heeft, op punt te stellen. Door middel van dit dynamisch microsimulatiemodel kan tot 2050 worden voorspeld of de pensioenen zullen volstaan en wat de gevolgen hiervan zullen zijn voor de (her)verdeling.

Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe Europese Verordeningen 883/2004 en 987/2009 werden administratieve richtlijnen uitgewerkt om deze verordeningen toe te passen in geval van een wijziging van de bevoegdheid van een lidstaat met betrekking tot de toekenning van de gezinsbijslag. Dit gebeurde in samenwerking met de RKW (Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers), de Directie-generaal Beleidsondersteuning en de Directie-generaal Zelfstandigen. De DG Zelfstandigen en het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen) stelden hierover een nota op voor de sociaalverzekeringsfondsen.

Contact : Koen.Vleminckx@minsoc.fed.be en Guy.VanCamp@minsoc.fed.be Contact : kinderbijslag.allocationsfamiliales@minsoc.fed.be

54


5 Regelgeving Onze FOD staat in voor het uitwerken van de regelgeving voor alle takken van de sociale zekerheid, behalve voor de tak werkloosheid, waar de FOD Werkgelegenheid voor bevoegd is. Hij zorgt ook voor de interpretatie van de reglementering, zodat de OISZ en de sociaalverzekeringsfondsen deze op een correcte en eenvormige manier kunnen toepassen.

5.1 Uitwerking van de regelgeving Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het vlak van regelgeving.

Daarnaast houdt onze FOD zich ook bezig met specifieke wetsprojecten, waarbij meerdere takken van de sociale zekerheid betrokken zijn.

Contact : dg-soc@minsoc.fed.be

5.1.1. Alternatieve financiering van de sociale zekerheid De sociale zekerheid wordt gefinancierd door de werkgevers- en werknemersbijdragen en de staatstoelagen aan de RSZ. Daarnaast bestaat er ook een “alternatieve financiering� van de sociale zekerheid, die hoofdzakelijk bestaat uit een percentage van de BTW-inkomsten. In 2010 stelde onze FOD 17 koninklijke besluiten op voor de bepaling van het bedrag van de alternatieve financiering in verschillende domeinen: de dienstencheques, de startbaanovereenkomsten, de tijdelijke werkloosheid, het samenwerkingsakkoord op vlak van de sociale economie, het Fonds voor de sluiting van ondernemingen, de tewerkstellingscellen en de PWA’s (plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen), enz.

Contact : Karin.Dens@minsoc.fed.be

55


JAARVERSLAG 2010

5.1.2. Arbeidsongevallen › Koninklijk besluit van 2 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1987 tot uitvoering van artikel 42, tweede lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, betreffende de uitbetaling van de jaarlijkse vergoedingen, van de renten en van de bijslagen (SB. 16 juni 2010) is bedoeld om het principe van overschrijving op een persoonlijke rekening op te nemen in de wetgeving. Op aanvraag is het nog steeds mogelijk de betaling bv. per check te ontvangen. › Koninklijk besluit van 23 november 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 2008 tot uitvoering van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 in verband met de onevenredig verzwaarde risico’s (SB. 26 november 2010). Zoals gepland werd het koninklijk besluit van 23 december 2008 geëvalueerd. Er werd vastgesteld dat verschillende wijzigingen nodig waren (wijziging van de criteria om een oververtegenwoordiging van bedrijven met het kleinste risico op ongevallen tegen te gaan, opschorting van verplichte betaling van de bijdrage voor het tweede jaar).

Contact : Isabelle.Vincent@minsoc.fed.be

5.1.3. Beroepsziekten › Koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Fonds voor de beroepsziekten in het kader van zijn preventieve opdrachten adviezen inzake blootstelling van beroepsziekterisico’s kan verstrekken (SB. 25 juni 2010).

56

Een bijzondere preventieve taak van het Fonds voor beroepsziekten bestaat erin bedrijven te informeren over de blootstelling aan beroepsziekterisico’s. Tot op heden was dit mogelijk voor de ondernemingen of onderwijsinstellingen die vielen onder het toepassingsgebied van de samengeordende wetten betreffende de beroepsziekten. De mogelijkheid bedoeld bij artikel 2 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk moet worden uitgebreid tot alle werkgevers.

Contact : Isabelle.Vincent@minsoc.fed.be

5.1.4. Ziekte- en Invaliditeitsuitkering Met betrekking tot de wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen had de bijdrage van de FOD te maken met: › de wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 om het bedrag van de bijdrage aan te passen aan het beoogde evenwicht van de sociale zekerheid; › spijzen van het sectoraal spaarfonds van de federale gezondheidssectoren om het sociaal akkoord betreffende deze sectoren uit te voeren.

Contact : Sylvie.Damien@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

57


JAARVERSLAG 2010

5.1.5. Specifieke wetgeving

Nieuwe anticrisismaatregel in verband met de beroepsziekten:

A. Crisismaatregelen voor werknemers

Koninklijk besluit van 22 februari 2010 tot uitvoering van artikel 34/1 van de wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis inzake beroepsziekten (SB. 11 maart 2010). Deze maatregel is bedoeld om de betrokken werknemers door een arbeidsduurvermindering te garanderen dat ze hun socialezekerheidsrechten (in dit geval met betrekking tot beroepsziekten) niet zullen verliezen.

Er werden tijdelijke maatregelen genomen om het hoofd te bieden aan de financiële en economische crisis. Deze maatregelen zouden de werkgelegenheid moeten ondersteunen. Lijst van de genomen maatregelen: › collectieve arbeidsduurvermindering (wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen, SB 25 juni 2009); › individuele vermindering van de prestaties of “crisistijdskrediet” (zelfde wet); › collectieve schorsing van de arbeidsovereenkomst of “crisiswerkloosheid” voor bedienden (zelfde wet); › de herstructureringskaart voor werknemers van failliete ondernemingen. Deze kaart geeft recht op een vermindering van de werkgevers- en de werknemersbijdragen aan de sociale zekerheid wanneer deze werknemers worden aangeworven door een nieuwe werkgever (zelfde wet); › de crisispremie van 1.666 € voor arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst zonder ernstige reden door de werkgever wordt ontbonden (art. 149 en volgende van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen). Deze maatregelen werden verlengd als volgt: › De crisiswerkloosheid voor bedienden en de crisispremie voor arbeiders werden officieel verlengd tot 31/03/2011. › De andere anticrisismaatregelen, namelijk de tijdelijke regeling betreffende de collectieve arbeidsduurvermindering, het crisistijdscrediet en de herstructureringskaart voor de werknemers van failliete ondernemingen, werden verlengd tot 31/01/2011.

58

Contact : dg-soc@minsoc.fed.be

Contact : Isabelle.Vincent@minsoc.fed.be

B. Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie De FOD heeft twee koninklijke besluiten (14 december 2010) opgesteld over de samenstelling en de werking van de normatieve en de administratieve afdeling van de Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie. Zie ook 7.9. hieronder.

Contact : Ylber.Zejnullahu@minsoc.fed.be of Stephan.Neetens@minsoc.fed.be

C. Anticrisismaatregelen voor zelfstandigen: uitstel van betaling van bijdragen De maatregelen die in 2009 werden genomen voor zelfstandigen die ten gevolgen van de economische crisis liquiditeitsproblemen ondervonden, werden in 2010 verlengd. Dankzij deze maatregel hebben zelfstandigen onder bepaalde voorwaarden recht op uitstel van betaling van sociale bijdragen zonder verhoging.


JAARVERSLAG 2010

D. Anticrisismaatregelen met betrekking tot uitkeringen voor zelfstandigen

F. Thematisch verlof

In principe golden de anticrisismaatregelen met betrekking tot uitkeringen voor zelfstandigen (officieel gaat het om de tijdelijke uitbreiding van de sociale verzekering in geval van faillissement) slechts tot 31 december 2009. Deze maatregelen werden in totaal vier keer verlengd tot en met 31 januari 2011. De praktische uitvoering van deze maatregelen door de sociaalverzekeringsfondsen bracht nogal wat vragen en problemen met zich mee. Bovendien hebben de verlengingen van deze maatregelen tal van ingewikkelde juridische vragen opgeroepen. Gezien het tijdelijke karakter van de crisispremie en het aanhouden van de economische crisis moest men op korte tijd fundamentele antwoorden vinden. De FOD heeft constructief samengewerkt met de eerste lijn (met name de sociaalverzekeringsfondsen) maar ook met de tweede lijn (de OCMW’s en zelfstandigenorganisaties) en met de federale ombudsman en de beleidscel van Minister Laruelle. Er werden adviezen geformuleerd die via de website www.piramid.be aan alle actoren binnen het sociaal statuut van de zelfstandigen werden medegedeeld om de sociaal verzekerde een snellere en correctere dienstverlening te geven.

Onze FOD werkt samen met de NAR (Nationale Arbeidsraad) aan de harmonisering van de verschillende thematische verloven (moederschaps- en vaderschapsverlof, ouderschapsverlof, palliatief verlof,‌) op vlak van de socialezekerheidsrechten die ze met zich meebrengen.

Contact : dg-soc@minsoc.fed.be

G. Elektronische maaltijdcheques Naast de papieren maaltijdcheques voorziet de nieuwe wetgeving (koninklijk besluit van 12 oktober 2010, SB. 23/11/2010) in de mogelijkheid om elektronische maaltijdcheques toe te kennen.

Contact : maruja.vanbaelen@minsoc.fed.be of perrine.nisol@minsoc.fed.be

Contact : ZelfIndep@minsoc.fed.be

E. Alternerende opleiding Lees hierover het interview met Pieter Raes op pagina 60.

59


JAARVERSLAG 2010 Van links naar rechts: Jean Leven, Herman Verlinden, Pieter Raes, Perrine Nisol, Marc Hubin en Robert Mathieu Hebben ook aan het project meegewerkt: Nira Bougata, Sylvie Damien, Marc Morsa en Isabelle Vincent (afwezigen op de foto).

Aan het woord is Pieter, een 32-jarige attachĂŠ-jurist bij de DG Sociaal Beleid. Samen met een volledig team heeft hij maatregelen voor de inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt helpen uitwerken. Een project van lange adem, met veel externe samenwerking en diverse juridische, economische en sociale gevolgen, waarbij de FOD optrad als kenniscentrum.

Voor meer informatie kan je terecht bij Pieter.Raes@minsoc.fed.be

" Betrokken zijn bij een denkproces dat alle aspecten omvat en zo veel partners ontmoeten."

60


JAARVERSLAG 2010

De FOD en de inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt “Het project waaraan wij meegewerkt hebben, richt zich op recente schoolverlaters. In Europa verlaten nog te veel jongeren voortijdig de schoolbanken, waardoor zij onvoldoende geschoold zijn en moeilijk werk vinden. Alternerende opleiding biedt hier een oplossing. Een dergelijke opleiding omvat een theoretisch en praktisch deel: de jongeren volgen onderwijs (op school) en een opleiding (bijvoorbeeld bij de bakker). Op het vlak van sociale zekerheid is hun situatie niet altijd even duidelijk, wat problemen oplevert voor henzelf en hun werkgever. De stelsels van alternerend leren en werken moesten dus aantrekkelijker en zichtbaarder gemaakt worden door ze te vereenvoudigen en op elkaar af te stemmen. Wat mij aanspreekt in dit project is dat wij er van het begin tot het einde bij betrokken zijn: van het uitgangspunt (waar ik het zonet over had) tot de bekendmaking van koninklijke besluiten (hopelijk in een nabije toekomst). Aanvankelijk (in 2009) werden wij door de Nationale Arbeidsraad (NAR) verzocht gegevens te verstrekken, adviezen uit te brengen en voorstellen te formuleren. Op deze Raad komen de sociale onderhandelingspartners samen, met andere woorden vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers. Ook de openbare instellingen van sociale zekerheid zijn aanwezig. Wij werken tevens samen met de gemeenschappelijke beleidsinstantie van ministers Milquet en Onkelinx (aangezien de aspecten “werk” en “sociale zekerheid” samen aangepakt moeten worden). Wij beoordelen bijvoorbeeld het effect van een bepaalde maatregel zodat keuzes kunnen worden gemaakt. Zodoende is een oriëntatienota tot stand gekomen.

hebben wij actief deelgenomen aan de werkzaamheden van deze commissie. Voor de inschakeling van jongeren werden alle socialezekerheidsaspecten aangesneden (bijvoorbeeld de jaarlijkse vakantie). Heel concreet heeft onze DG de inschakeling voor elke tak van de sociale zekerheid grondig bestudeerd. Iedereen heeft zich beziggehouden met een welbepaald domein, maar het bleef teamwerk. Dergelijke transversale problemen bestuderen is de echte corebusiness van onze dienst. Wij hebben voorstellen beoordeeld, cijfers medegedeeld, enzovoort. In dit hele proces werden ook de parastatalen gehoord. Het werk van de gemengde commissie kreeg concreet vorm in een advies van 25

mei 2011. Dit document (waarin een grondige administratieve vereenvoudiging van het federale socialezekerheidsstatuut voorgesteld wordt opdat deze gelijklopend zou zijn voor om het even welke formule van alternerend leren en werken) werd naar de beleidscellen van de bevoegde ministers gestuurd. Het advies is niet bindend, maar wij hopen dat de politici tot actie zullen overgaan. Hun maatregelen zullen in wetteksten gegoten worden, die wij zullen opstellen. Het project om maatregelen voor inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt in te voeren vergt uitgebreid overleg, waarbij een beroep gedaan wordt op de expertise van de FOD. Wij hebben in team gewerkt en onze deskundigheid gebundeld. Het is heel boeiend mee te werken aan een lang proces, vanaf het vaststellen van het probleem tot het opmaken van wetteksten met de gekozen opties. Ik vond het heel verrijkend betrokken te zijn bij een denkproces dat alle socialezekerheidsaspecten omvatte, en zo veel externe partners te ontmoeten.”

Ondertussen zag een werkgroep (de gemengde commissie “Inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt”) het licht op verzoek van de bevoegde ministers. In 2010

61


JAARVERSLAG 2010

5.2 Interpretatie van de reglementering

5.3 Reglementering zelfstandigen

Onze FOD staat in voor de interpretatie van de reglementering, zodat de OISZ, de sociaal inspecteurs, de kinderbijslagfondsen en de sociaalverzekeringsfondsen deze op een correcte en uniforme manier zouden toepassen. De volgende statistieken

5.3.1. Organisatie van de Werkgroep “Reglementering”

hebben betrekking op de DG Zelfstandigen: ›  Interpretatieve nota’s: 442; ›  antwoorden op vragen en klachten: 158; ›  antwoorden op parlementaire vragen: 92. Bij onze FOD worden ministeriële nota’s en omzendbrieven, antwoorden op parlementaire vragen, antwoorden op mondelinge vragen aan de toezichthoudende ministers en antwoorden op vragen van de beleidscellen opgesteld. In 2010 beantwoordde de DG Sociaal Beleid 290 schriftelijke en 6 mondelinge parlementaire vragen gesteld aan de toezichthoudende ministers. Daarnaast werden 3 ministeriële omzendbrieven geredigeerd.

Het platform “Reglementering” is een overlegplatform tussen de FOD Sociale Zekerheid, de sociaalverzekeringsfondsen en het RSVZ over de reglementaire projecten en omzendbrieven rond de sociale zekerheid voor zelfstandigen. Onze FOD is ook voorzitter van dit platform.

Contact : Christian.Dekeyser@minsoc.fed.be In 2010 hield de werkgroep Reglementering zich bezig met de voorbereiding van een nota voor de sociaalverzekeringsfondsen waarin ze toelichtingen krijgen over de nieuwe regeling rond de administratieve geldboete die voortaan deel uitmaakt van het sociaal statuut van de zelfstandigen en over de te volgen procedure bij het ontvangen van de opgelegde administratieve geldboetes.

Meer informatie bij het RSVZ: info@rsvz-inasti.fgov.be Daarnaast boog de werkgroep Reglementering zich ook over de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, die de wet van 1997 over het gerechtelijk akkoord vervangt. De bedoeling van deze wet is om de continuïteit van ondernemingen te waarborgen door zelfstandigen in moeilijkheden verschillende mogelijkheden te bieden, gaande van zeer vrije tot striktere regelingen, via eenvoudigere en minder dure procedures. Het is de bedoeling zicht te krijgen op de juridische en praktische weerslag van deze nieuwe wet op de zelfstandigen in moeilijkheden en op de sociaalverzekeringsfondsen.

Contact : Wim.Debooser@minsoc.fed.be 62


JAARVERSLAG 2010

5.3.2. Wijziging van de wetgeving betreffende de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen (wijziging van het KB van 19/12/’67) Het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, waarvan de DG Zelfstandigen deel uitmaakt, heeft de Minister van Zelfstandigen in 2010 een verslag bezorgd over de hulp die zelfstandigen in moeilijkheden moeten krijgen. Verschillende voorstellen in dit verslag zijn aangenomen door middel van wijzigingen van de wetgeving betreffende de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen (wijziging van het KB van 19/12/’67).

De gewijzigde bepalingen: ›  vereenvoudiging en versnelling van de behandeling van bepaalde aanvragen die onvolledig of niet ontvankelijk zijn (want het gaat om bijdragen verschuldigd voor een activiteit als zelfstandige in bijberoep) door de sociaalverzekeringsfondsen te vragen er direct op te antwoorden; › streven naar een individualisering van de rechten van meehelpende echtgenoten onderworpen aan het maxistatuut door hen de mogelijkheid te geven te worden vrijgesteld van bijdragen, ongeacht een eventuele vrijstelling die aan hun echtgenoot is toegekend; ›  precisering van de ontvankelijkheidstermijn voor aanvragen voor vrijstelling van regularisatiebijdragen.

Contact : Christian.Dekeyser@minsoc.fed.be

5.3.3. Nota aan de sociaalverzekeringsfondsen betreffende wijziging van de wetgeving betreffende de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen (wijziging van het KB van 19/12/’67) De FOD heeft een nota voor de Fondsen opgesteld waarin een overzicht wordt gegeven van de vroeger verstuurde richtlijnen en de procedure voor vrijstellingsaanvragen wordt toegelicht. In deze nota wordt ook uitgelegd welke wetswijzigingen in 2010 zijn doorgevoerd. Daarnaast heeft de FOD een nota voor de Fondsen opgesteld over de invoering van elektronische dossiers in de databank Dispensa.

Contact : Eric.Vanbrabant@minsoc.fed.be

5.3.4. Invoering van het stelsel van vervangende ondernemers De DG Zelfstandigen heeft meegewerkt aan de invoering van het stelsel van vervangende ondernemers. Voortaan kunnen zelfstandigen zich tijdelijk laten vervangen door een zelfstandige die ingeschreven is in het register van vervangende ondernemers bij de FOD Economie. De vervanging wordt vastgelegd in een vervangingsovereenkomst. Een tijdelijke vervanging duurt maximaal 30 dagen per jaar (per vervangen zelfstandige) en kan worden verlengd in geval van ziekte, ongeval of moederschap.

Meer informatie op www.vervangendeondernemer.be

63


JAARVERSLAG 2010

5.3.5. Weerslag van het nieuwe aanslagstelsel voor auteursrechten en naburige rechten op de verzekerings- en bijdrageplicht van zelfstandigen Auteursrechten en naburige rechten die niet hoger zijn dan een bepaald maximumbedrag worden vanaf nu beschouwd als roerende inkomsten. Deze nieuwe bepaling heeft gevolgen voor de berekening van de sociale bijdragen van zelfstandigen (enkel wanneer de persoon die de rechten in kwestie geniet, het statuut van zelfstandige heeft).

Contact : Wim.Debooser@minsoc.fed.be

5.4 Geschillen 5.4.1. Geschillen op federaal niveau Zie eveneens p. 90, rubriek 3.2: beroepen ingesteld tegen de beslissingen van de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen.” In naam van de Belgische Staat houdt onze FOD zich bezig met alle zaken betreffende alle takken van de sociale zekerheid die voor de Raad van State, het Grondwettelijk Hof en de burgerlijke rechtbanken worden behandeld en waarvoor de Staat verantwoordelijk is (behalve de wetgeving inzake werkloosheid). Onze FOD ziet erop toe dat de procedureregels worden toegepast en de juridische argumentatie correct is, met inbegrip van de ontwikkeling van de juridische argumenten, eventueel in samenwerking met de behandelende advocaten, om deze geschillen in goede banen te leiden. De FOD brengt de bevoegde overheden op de hoogte van de eventuele risico’s van een beroep, zodat deze snel de nodige maatregelen kunnen nemen. Stand van zaken op 31 december: ›  27 lopende zaken voor de Raad van State; ›  7 lopende zaken voor het Grondwettelijk Hof; ›  54 lopende dossiers voor de burgerlijke rechtbanken. In de loop van 2010 werden 6 beroepen ingesteld bij de Raad van State, 10 bij het Grondwettelijk hof (waarvan er 3 afgesloten zijn) en 7 voor de burgerlijke rechtbanken (al 2 afgesloten).

64


JAARVERSLAG 2010

In 2010 sprak de Raad van State relatief weinig arresten uit (14). Het aantal arresten van het Grondwettelijk Hof was stabiel (13). De door het Grondwettelijk Hof uitgesproken arresten over de volgende zaken vragen bijzondere aandacht: ›  eHealth-platform (arrest 29/2010 van het Grondwettelijk Hof met betrekking tot dossier 4684); › gezinsbijslag (arrest 21/2010 van het Grondwettelijk Hof met betrekking tot dossier 4741, betreffende het verzet van een voorlopige bewindvoerder tegen betaling); ›   gewaarborgd inkomen voor bejaarden (arrest 69/2010 van het Grondwettelijk Hof met betrekking tot dossier 4757, betreffende de voorwaarden voor ouderen van buitenlandse nationaliteit); ›  beroepsziekten (152/2010 met betrekking tot 4855, betreffende het behouden van rechten op vergoeding in geval van wijziging van de lijst van beroepsziekten).

Contact : Sylvie.Damien@minsoc.fed.be

5.4.2. Taak van “Eurocoördinator” en geschillen op Europees niveau De FOD staat in voor de opvolging van de dossiers met betrekking tot geschillen en prejudiciële geschillen inzake sociale zekerheid in het kader van de Europese Unie. Daartoe volgt de FOD de prejudiciële vragen op, beantwoordt hij vragen van de Europese Commissie en van burgers met betrekking tot de toepassing van het Europees recht en onderzoekt hij geschillendossiers (ingebrekestellingen van de Commissie, procedures voor het Hof van Justitie). Daarnaast verspreidt hij informatie en coördineert hij antwoorden van de bevoegde diensten van de FOD en de OISZ. Tot slotte volgt de FOD bepaalde rechtszaken met betrekking tot andere lidstaten op om het Belgische socialezekerheidsstelsel te verdedigen.

Contact : Martina.baumans@minsoc.fed.be

5.5. Aanpassing van de procedures Elektronische maaltijdcheques Naast de papieren maaltijdcheques voorziet de nieuwe wetgeving in de mogelijkheid om elektronische maaltijdcheques toe te kennen.

Contact : maruja.vanbaelen@minsoc.fed.be of perrine.nisol@minsoc.fed.be

65


JAARVERSLAG 2010

6 Financiële consolidatie 6.1 Subsidies aan de sociale zekerheid

6.2 Commissie voor normalisatie

De FOD Sociale Zekerheid staat in voor de voorbereiding van de vastleggingen en de vereffeningen van de subsidies van de Staat aan de sociale zekerheid. We geven de betaaldata door aan de bevoegde instanties (thesaurie, OISZ) en betalen de dotaties, en dit binnen de opgelegde termijnen.

De Commissie voor de normalisatie maakt deel uit van de FOD Sociale Zekerheid. Haar belangrijkste opdracht is de implementatie van de boekhoudkundige regels en methodes voor de OISZ, in overleg met het College van administrateurs-generaal van de OISZ. Dit maakt het onder meer mogelijk de verrichtingen op een eenvormig manier te boeken en de boekhoudkundige en economische resultaten van alle takken van de sociale zekerheid op te maken. De commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de toezichthoudende ministers en van de minister bevoegd voor begroting, afgevaardigden van alle OISZ en van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en de Inspecteur van Financiën bij de FOD Sociale Zekerheid (onder toezicht van de Nationale Bank en het Rekenhof).

Contact : Eddy.Verrijken@minsoc.fed.be

De resultaten van de Commissie voor de normalisatie vertalen zich hoofdzakelijk in

omzendbrieven over de boekhoudkundige regels die van toepassing zijn voor de OISZ en de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid. In 2010 lag de klemtoon op de voorbereidingen van de modernisering van het boekhoudplan van de openbare instellingen van sociale zekerheid, dat werd aangepast aan de organisatorische veranderingen (oprichting van de tak “verzoening beroeps- en gezinsleven – palliatieve zorgverlening” bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekering der zelfstandigen, wijzigingen van het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging en boekhouding van de effectenportefeuilles, …). Het is de bedoeling dat de resultaten hiervan tijdens de plenaire vergadering van de Commissie in 2011 worden voorgelegd.

Contact : dg-soc.kgds.com-norm@minsoc.fed.be

66


JAARVERSLAG 2010

6.3 Opstellen begroting zelfstandigen De FOD werkt mee aan de uitwerking van de begroting voor de sociale zekerheid van de zelfstandigen. We bepalen ook elk jaar de elementen die nodig zijn voor de berekening van de sociale bijdragen die de verschillende categorieën van zelfstandigen verschuldigd zijn voor het volgende jaar.

Contact : Annick.Laurent@minsoc.fed.be

6.4 Controle begrotingen en rekeningen OISZ en opvolging thesauriegegevens De begrotingen en de rekeningen van de OISZ worden door onze FOD gecontroleerd om ze ter goedkeuring voor te leggen aan de toezichthoudende minister(s). De behandeling van de opmerkingen van het Rekenhof aan de minister(s) wordt door de FOD gecoördineerd. Daarnaast voeren we de consolidatie uit van de financiële gegevens (ontvangsten en uitgaven) die maandelijks worden doorgegeven aan de Commissie Financiën bij de RSZ.

Contact : Eddy.Verrijken@minsoc.fed.be, David.Ignoul@minsoc.fed.be & Johan.Bollaers@minsoc.fed.be

67


JAARVERSLAG 2010

6.5. Geconsolideerde rekeningen van de sociale zekerheid De FOD maakt de geconsolideerde economische rekeningen van de sociale zekerheid op voor het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR). De geconsolideerde rekeningen geven een volledig overzicht van de economische situatie en de vermogenstoestand van de sociale zekerheid in haar geheel. Hierdoor kunnen ze dienen voor beleidsmatig onderzoek en wetenschappelijke studies. Deze rekeningen omvatten de regeling voor werknemers, de regeling voor zelfstandigen, de regelingen voor sociale bijstand, de regelingen voor vrijwillige en aanvullende verzekering, de regeling van de overzeese sociale zekerheid en het stelsel van de jaarlijkse vakantie. De gegevens dienen als input voor de nationale rekeningen van BelgiĂŤ en voor de statistieken over de sociale bescherming van verschillende internationale instellingen (Eurostat, OESO en de Internationale Arbeidsorganisatie). De geconsolideerde tabel van de balansen, die een onderdeel vormt van de geconsolideerde rekeningen, wordt bovendien gebruikt door de Commissie voor de Inventaris van het Patrimonium van de Staat.

Contact : David.Ignoul@minsoc.fed.be

68


7 Deelname aan nationale raden, comités, … 7.1 Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap De Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap (NHRPH) onderzoekt dossiers die te maken hebben met personen met een handicap en onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen. De NHRPH is administratief verbonden met de FOD, die het secretariaat van de NHRPH waarneemt.

7.2 Werkgroep “Verzekerbaarheid” De FOD neemt deel aan de werkgroep “Verzekerbaarheid” bij het RIZIV. Deze bereidt de KB’s voor op vlak van het openen van het recht op de tegemoetkoming voor geneeskundige verzorging. Wij geven vooral advies en gaan de impact van de maatregelen op de ziekteverzekering na.

Contact : Sylvie.Damien@minsoc.fed.be De NHRPH mag, op eigen initiatief of op verzoek van de bevoegde ministers, adviezen geven of voorstellen doen. Dit doet de NHRPH onder meer om de regelgeving te rationaliseren en te coördineren. De Staatssecretaris die bevoegd is voor de tegemoetkomingen aan personen met een handicap moet het advies van de NHRPH vragen voor elk ontwerp van koninklijk besluit over de tegemoetkomingen voor personen met een handicap. Naast alles wat met de tegemoetkomingen en de medische evaluatie heeft te maken, houdt de NHRPH zich ook bezig met volgende thema’s: toegankelijkheid (van gebouwen, geldautomaten, verzekeringen,…), mobiliteit (NMBS, parkeermogelijkheden,…), de juridische bescherming van personen met een handicap,... In 2010 bracht de NHRPH 26 adviezen uit, op eigen initiatief of op vraag van de Staatssecretaris, de NMBS, de DG Personen met een handicap, enz.

In 2010 werd de subgroep “Werkgroep Zelfstandigen” opgericht om de specifieke problemen inzake geneeskundige verzorging te onderzoeken waarmee zelfstandigen worden geconfronteerd (onder meer door het opnemen van de kleine risico’s in de verplichte verzekering geneeskundige verzorging voor zelfstandigen) en op zoek te gaan naar een oplossing. In het kader van deze vergaderingen werden de verschillende codes op de bijdragebons (voor zelfstandigen) onderzocht.

Contact : Annick.Floreal@minsoc.fed.be

De NHRPH is ook actief in verschillende werkgroepen: de technische raad voor rolstoelen bij het RIZIV, de Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap bij het federaal openbaar ambt, de werkgroep NMBS, de werkgroep Personen met een beperkte mobiliteit (PBM) opgericht door de Brussels International Airport, enz.

Website: http://ph.belgium.be 69


JAARVERSLAG 2010

7.3 Werkgroep “Omnisectoriële impact” Op vraag van het Coördinatiecomité van de KSZ, richtte de FOD de werkgroep “Omnisectoriële impact” op. Deze werkgroep, die bestaat uit beleidsdeskundigen van de socialezekerheidsinstellingen, brengt de interacties tussen de beleidsdomeinen

sociale zekerheid en sociale bescherming in kaart en overlegt regelmatig over zaken die de afzonderlijke takken en stelsels van de sociale zekerheid overstijgen. Contact : Pieter.Raes@minsoc.fed.be & Guy.VanCamp@minsoc.fed.be

7.4 Technisch Comité van de Controle dienst voor de ziekenfondsen (CDZ) De FOD neemt deel aan de vergaderingen van het Technische Comité van de CDZ, dat adviezen geeft over vragen met betrekking tot de uitvoering van de wet van 06/08/1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, hetzij op vraag van de Minister voor Sociale Zaken of van de Raad van de CDZ, hetzij op eigen initiatief. Dit comité bestaat uit vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen, een vertegenwoordiger van het RIZIV en een vertegenwoordiger van de FOD Sociale Zekerheid.

Contact : Sylvie.Damien@minsoc.fed.be

70


JAARVERSLAG 2010

7.5 Technische Raad voor ziekenhuis verpleging De FOD neemt deel aan de vergaderingen van deze Raad, die gevestigd is bij de Dienst Geneeskundige Verzorging van het RIZIV en bevoegd is om regels voor te stellen met betrekking tot de interpretatie van de nomenclatuur en adviezen te geven over de wijziging ervan.

Contact : Pieter.Raes@minsoc.fed.be

7.6 Federaal BorstvoedingscomitĂŠ De FOD neemt deel aan de vergaderingen van dit ComitĂŠ, dat samengesteld is uit leden van de instellingen en verenigingen die mensen informatie verschaffen over borstvoeding en moeders aanmoedigen om borstvoeding te geven, evenals uit personen uit de medische en verpleegkundige sector. Het comitĂŠ brengt adviezen uit, lanceert initiatieven en stimuleert allerhande acties ter bevordering van borstvoeding.

Contact : Pieter.Raes@minsoc.fed.be

71


JAARVERSLAG 2010

7.7 Raadgevend Comité voor de pensioensector Het Raadgevend comité voor de pensioensector is een adviesorgaan opgericht bij de Minister bevoegd voor Pensioenen. Het Comité heeft de volgende taken: ›  adviezen uitbrengen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op vraag van de minister bevoegd voor Pensioenen ›  jaarlijks de beleidsverklaring van deze minister bespreken ›  de kwaliteit evalueren van de dienstverlening door de pensioenadministraties ten behoeve van de gepensioneerden De FOD staat in voor het secretariaat van het Raadgevend comité voor de pensioensector. We organiseren de vergaderingen van het bureau en de plenaire vergaderingen. Op termijn zal dit Comité vervangen worden door de Federale adviesraad voor

ouderen opgericht door de wet van 8 maart 2007, gewijzigd door de wet van 18 december 2009. Om de Federale Adviesraad te installeren dient echter nog een koninklijk besluit te worden goedgekeurd dat de samenstelling en de werking van de Raad bepaalt. Dit KB is bijna klaar.

Contact: ccp-rcp@minsoc.fed.be

72

7.8 Hoge Raad voor vrijwilligers Onze FOD neemt het secretariaat van de Hoge Raad voor vrijwilligers (HRV) waar. De HRV geeft, op eigen initiatief of op vraag van de bevoegde ministers, adviezen over wetsvoorstellen. De HRV geeft vrijwilligers en hun organisaties informatie over hun rechten en plichten. In 2010 werd aan de Minister van Sociale Zaken advies verstrekt over onder meer de toegang tot vrijwilligerswerk voor vreemdelingen. Er werd een geactualiseerd memorandum opgesteld voor de toekomstige regering. In dit document benadrukken de leden van de HRV de rol van de Raad bij de ondersteuning en erkenning van het vrijwilligerswerk.

Contact : patrick.garre@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

7.9 Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie Titel XIII van de wet van 27 december 2006 voorziet de oprichting van een Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie. Deze kaderwet heeft tot doel een rechtszekerheid te brengen en binnen bepaalde sectoren en/of beroepen vastgestelde problemen op te lossen, zonder er evenwel te creëren binnen de sectoren en/of beroepen waar geen onzekerheid heerst over de aard van de arbeidsrelaties. Deze Commissie zal bestaan uit een normatieve en een administratieve afdeling.

voeren zij een aantal studies uit over de correcte toepassing van de programmawet inzake de Commissie. Daarnaast zijn ze bezig met een grondige analyse van de rechtspraak en de rechtsinterpretatie op dit gebied. Bovendien bereiden ze de invoering voor van de administratie die zal toezien op de praktische werking van deze nieuwe Commissie, die bij onze FOD zal worden opgericht zoals voorzien bij de programmawet van 27 december 2006.

Contact : Ylber.Zejnullahu@minsoc.fed.be of Stephan.Neetens@minsoc.fed.be

De normatieve afdeling, bestaande uit één kamer, krijgt de opdracht alle adviezen te verzamelen om de eventuele onzekerheid over de arbeidsrelatie binnen een sector of voor één of meerdere beroepen in kaart te brengen. Het gaat hier enkel om collectieve en niet om individuele aanvragen. De administratieve afdeling, die meerdere kamers omvat, onderzoekt individuele dossiers betreffende de aard van een arbeidsrelatie (“social ruling”). Om titel XIII van voornoemde wet in werking te laten treden werden in het Staatsblad van 28 december twee koninklijke besluiten bekendgemaakt die de praktische werking van de twee afdelingen vastleggen. Hoewel de programmawet bestaat en beide koninklijke besluiten verschenen zijn, is de Commissie echter nog niet opgericht. Hiervoor moeten de leden van de twee kamers worden benoemd, wat moeilijk is met een federale regering van lopende zaken. In afwachting heeft de DG Sociaal Beleid van onze FOD zijn team versterkt door twee statutaire attachés aan te werven. Samen met de juristen van de verschillende DG’s,

73


JAARVERSLAG 2010

7.10 Adviesraad voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers Onze FOD neemt deel aan de vergaderingen van de Adviesraad voor de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, die wordt voorgezeten door de FOD Werkgelegenheid en waarin verschillende overheden zetelen. Deze raad komt samen wanneer er een advies moet worden uitgebracht over de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Deze vragen om advies gaan vooral uit van parlementsleden of andere overheden. Het gaat bijvoorbeeld over de voorwaarden tot het toekennen van de arbeidsvergunning en de arbeidskaarten aan bepaalde groepen van werknemers.

74

7.11 Werkgroep “Ouderenzorg” In het kader van de opvolging van de interministeriële conferentie “Ouderenzorgbeleid” ondersteunt de FOD de werking van de werkgroep “Ouderenzorg”. Dit is een forum voor beleidsverantwoordelijken van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten die bevoegd zijn voor gezondheidsen ouderenzorgbeleid. Verschillende werkgroepen werken er voorstellen uit ter bevordering van een coherent gezondheidsbeleid voor ouderen, met name op het vlak van de huisvesting, begeleiding en verzorging van afhankelijke ouderen.

Contact : Mireille.Goemans@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

7.12 Werkgroep “Indicatoren van het Nationaal Actieplan Sociale Inclusie” De FOD coördineert de Werkgroep Indicatoren van het Nationaal Actieplan Sociale Inclusie (NAPincl.). In het kader van het Federaal Plan voor Armoedebestrijding werd aan deze Werkgroep de opdracht gegeven een armoedebarometer uit te werken. Deze volgt aan de hand van verschillende indicatoren de evolutie van de armoede in België op. De Werkgroep heeft alle indicatoren die eind 2008 werden gekozen voor de interfederale armoedebarometer tweemaal geactualiseerd. De eerste update vond plaats in februari, en omdat de EU-SILC cijfers vroeger beschikbaar waren dan gepland, volgde in 2010 nog een tweede update. Naar aanleiding van deze twee updates vond een voorbereidende vergadering van de Werkgroep Indicatoren NAPincl. plaats, die de opdracht kreeg om de barometers te interpreteren in het kader van het Federaal Actieplan voor Armoedebestrijding. De geactualiseerde armoedebarometers en de interpretatie ervan werden door de Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie gepubliceerd.

Contact : Rudi.Vandam@minsoc.fed.be

75


JAARVERSLAG 2010

76


Opdracht 2 Dienstverlening

Onze FOD biedt bepaalde sociale groepen verschillende diensten aan: toekennen van specifieke uitkeringen, afleveren van attesten voor fiscale en sociale voordelen, informeren over de reglementering, behandelen van klachten,... Op het vlak van dienstverlening stellen wij toegankelijkheid en een professionele interactie met de klanten voorop. Daarnaast streven wij naar een gelijke behandeling van al onze klanten. In dit deel over dienstverlening kan je een overzicht vinden van onze doelgroepen en de diensten die wij hen aanbieden.


JAARVERSLAG 2010

1 Personen met een handicap 1.1 Uitbetaling van tegemoetkomingen 2010

Détails

Aantal inkomende dossiers (behalve vijfjaarlijkse automatische herziening)

79.959

Nieuwe aanvragen = 42 % Herziening op vraag van de persoon met een handicap = 30 % Herziening op initiatief van de FOD = 28 %

Aantal uitgaande dossiers

115.873

Gunstige beslissingen = 49 %

Aantal dossiers in behandeling op 31 december 2010

35.725

Gemiddelde onderzoekstermijn

7,7 maanden

1.1.1. Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming Inkomensvervangende tegemoetkoming De inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap van wie is vastgesteld dat zijn lichamelijke of psychische toestand zijn verdienvermogen heeft verminderd tot een derde of minder van wat een gezonde persoon door het uitoefenen van een beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen. Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt rekening gehouden met de inkomsten van de persoon met een handicap, alsook van de persoon met wie hij een huishouden vormt. Er worden wel bepaalde vrijstellingen toegepast op die inkomsten. De persoon die de inkomensvervangende tegemoetkoming wenst te verkrijgen, moet tussen 21 en 65 jaar oud zijn, gedomicilieerd zijn in België en er werkelijk verblijven. Die persoon moet ook één van de nationaliteiten bezitten die door de wetgeving is voorzien.

Integratietegemoetkoming De integratietegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap die vanwege een vermindering van de zelfredzaamheid, bijkomende kosten te dragen heeft. Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt er rekening gehouden met de inkomsten van de persoon met een handicap, alsook van de persoon met wie hij een huishouden vormt. Er worden wel bepaalde vrijstellingen toegepast op die inkomsten. De persoon die de integratietegemoetkoming wenst te verkrijgen, moet tussen 21 en 65 jaar oud zijn, gedomicilieerd zijn in België en er werkelijk verblijven. Die persoon moet ook één van de nationaliteiten bezitten die door de wetgeving is voorzien. 78

Aantal afgehandelde medische expertises IVT-IT

51.540

Aantal rechthebbenden op 31 december 2010

158.662

Totaalbedrag tegemoetkomingen (zonder achterstallen) Gemiddeld bedrag maandelijkse tegemoetkoming

hetzij 32 % van het totale aantal expertises; Gemiddelde termijn expertise = 3,6 maanden

1.136.572.000 €

603 €

Cijfergegevens Inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en Integratietegemoetkoming (IT)


JAARVERSLAG 2010

1.1.2. Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden 2010

Détails

Aantal inkomende dossiers

75.685

Nieuwe aanvragen = 61 % Herzieningen op vraag van de persoon met een handicap = 27 % Herziening op initiatief van de FOD = 12 %

Aantal uitgaande dossiers

85.038

Gunstige beslissingen = 52 %

Aantal dossiers in behandeling op 31 december 2010

29.425

Gemiddelde onderzoekstermijn

6,2 maanden

De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt toegekend aan de persoon met een handicap van 65 jaar of ouder die vanwege een vermindering van de zelfredzaamheid, bijkomende kosten te dragen heeft. Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt er rekening gehouden met de inkomsten van de persoon met een handicap, alsook van de persoon met wie hij een huishouden vormt. Er worden wel bepaalde vrijstellingen toegepast op die inkomsten. De persoon die de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wenst te verkrijgen, moet gedomicilieerd zijn in België en er werkelijk verblijven. Die persoon moet ook één van de nationaliteiten bezitten die door de wetgeving is voorzien.

Aantal afgehandelde expertises THAB

56.280

Aantal rechthebbenden op 31 december 2010

145.945

Totaalbedrag tegemoetkomingen (zonder achterstallen) Gemiddeld bedrag maandelijkse tegemoetkoming

Hetzij 35 % van het totale aantal expertises Gemiddelde termijn expertise = 2,5 maanden

454.164.000 €

265 €

Cijfergegevens Tegemoetkoming voor Hulp aan Bejaarden (THAB) 79


JAARVERSLAG 2010

1.1.3. Verbetering van de dienstverlening op vlak van de tegemoetkomingen De DG Personen met een handicap kiest voor een efficiĂŤntere aanpak door de teams te hervormen en de procedures te verberen.

Verkorting van de termijnen voor de behandeling van de dossiers De gemiddelde behandelingstermijn wordt steeds korter en bevond zich in juli 2010 onder de wettelijke grens van 6 maanden. Eind 2010 bedroeg het aantal dossiers in behandeling ongeveer 60.000 en een stijging zit er niet aan te komen. Nu de inhaaloperatie achter de rug is, zijn er bijkomende middelen vrijgekomen voor de vijfjarige herziening, waardoor de dossiers inkomensvervangende tegemoetkoming en integratietegemoetkoming kunnen worden geactualiseerd.

Elektronische uitwisseling van gegevens Bovenop de inkomsten die de burger aangeeft bij de belastingsdienst hadden we in 2010 ook direct toegang tot de pensioensgegevens en de gegevens rond de schadevergoedingen betaald aan oorlogsslachtoffers. Daardoor moesten we minder informatie vragen aan de burger. De administratieve inlichtingenformulieren zijn dan ook grondig herzien. De kernvraag was: welke informatie kunnen de meeste van onze klanten ons zelf verstrekken zonder een beroep te moeten doen op een derde? Op die manier wilden we voorkomen dat tal van formulieren hetzij niet hetzij onvolledig ingevuld zouden worden, wat de behandeling van het dossier uiteraard vertraagt.

80

Voor de vereenvoudigde inlichtingenformulieren deden we beroep op personen met een handicap. Een nieuw element is dat we vooral wilden te weten komen hoe we de persoon met een handicap of de persoon die hem of haar bij het invullen van het formulier heeft geholpen, konden bereiken. Het gaat hier om een nieuwe procedure bij de DG Personen met een handicap: als de behandeling van een dossier kan worden vereenvoudigd door een soms moeilijk te begrijpen brief te vervangen door contact via telefoon, gsm of e-mail, dan weten we dat nu.


JAARVERSLAG 2010

1.2 Erkenningen voor bijkomende kinderbijslag

1.3 Erkenningen voor fiscale en sociale maatregelen

Op federaal niveau bestaat een bijkomende bijslag voor zieke kinderen en kinderen met een handicap. Deze bijslag wordt uitbetaald door de kinderbijslagfondsen.

1.3.1. Algemeen attest

Onze regionale centra voeren de medische onderzoeken uit en leveren de nodige attesten af. In 2010 zijn er 29.370 medische expertises afgehandeld, wat 26 % meer is dan het jaar ervoor. De gemiddelde jaarlijkse onderzoekstermijn voor deze expertises was 3,7 maanden (3,1 maanden in 2009).

Sinds 1 juni 2010 levert de Directie-generaal Personen met een handicap een nieuw, veel eenvoudiger attest af, waarbij enkel gebruik wordt gemaakt van de criteria die tijdens de medische onderzoeken door de dienst worden toegepast. De sociale en fiscale maatregelen waarop het attest recht kan geven, worden niet meer vermeld. Deze vereenvoudiging is mogelijk omdat voor heel wat van deze maatregelen een elektronisch attest wordt opgestuurd via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Op die manier kunnen de betrokken diensten of instellingen het voordeel automatisch toekennen.

Sinds 2009 verloopt de uitwisseling van gegevens tussen onze FOD en de kinderbijslagfondsen via Handichild, een elektronisch platform. Via Handichild dienen de kinderbijslagfondsen hun aanvraag voor de bijkomende bijslag in en stuurt onze FOD het resultaat van de expertise terug naar het kinderbijslagfonds. Wij stellen ook de papieren attesten op om de ouders op de hoogte te brengen van het resultaat van hun aanvraag. Deze attesten hebben een barcode, waardoor ze automatisch gekoppeld worden aan het juiste dossier. In 2009 werden er 32.289 dossiers behandeld via Handichild. Momenteel gebeurt de elektronische uitwisseling van aanvragen uitsluitend voor kinderen die opgenomen zijn in het kadaster van de kinderbijslag (CADAF). De kinderbijslagfondsen van zelfstandigen zijn hier nog niet in opgenomen. De aanvragen via deze fondsen gebeuren nog volgens de papieren procedure.

1.3.2. Sociale maximumprijs gas en elektriciteit Sinds 2010 genieten de meeste personen met een handicap het sociaal tarief zonder dat ze daarvoor zelf iets moeten ondernemen. Dankzij de elektronische gegevensuitwisseling die verloopt via de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, ontvangt een groot aantal rechthebbende personen met een handicap het voordelig tarief al automatisch.

81


JAARVERSLAG 2010

1.4 Parkeer- en verminderingskaarten

1.5 Beroepen tegen beslissingen

Op basis van een geldig medisch attest of na een gunstige medische expertise door ĂŠĂŠn van onze centra voor medische expertise, levert onze FOD parkeerkaarten en nationale verminderingskaarten op het openbaar vervoer af.

In 2010 werden 3.536 beroepen ingediend tegen medische beslissingen en/of administratieve beslissingen over aanvragen van personen met een handicap. Voor het eerst ligt het aantal beroepen ten opzichte van het totaal aantal beslissingen onder de 2% (1,80 % in 2010 tegen 2,6% in 2009).

2010 Aantal uitgereikte parkeerkaarten

59.267

Aantal parkeerkaarten in omloop op 31 december 2010 Aantal uitgereikte verminderingskaarten op het openbaar vervoer Aantal verminderingskaarten in omloop op 31 december 2010

322.903

712

8.449

Cijfergegevens parkeer- en verminderingskaarten

82

Het aantal beroepen bij de arbeidshoven blijft laag en vrij stabiel (3.536 beroepen in 2010 tegen 3.221 in 2009). Bij 46% van de gerechtelijke procedures wordt onze beslissing bevestigd (tegenover 47 in 2009). Het aantal hogere beroepen is beperkt (220 arresten in 2010) en soms hebben die te maken met technische zaken (kosten, vergissingen in het eerste vonnis, ‌).


JAARVERSLAG 2010

1.6 Een nieuwe functie: medisch assistent

1.7 Toegankelijkheid voor personen met een handicap

Deze nieuwe functie werd gecreĂŤerd om het werk van de beoordelende arts te verlichten. De medische assistenten bereiden het dossier voor en vragen indien nodig bijkomende gegevens op. Zo kan de arts zich bij het onderzoek meer concentreren op de grond van de zaak. Tevens kunnen meer dossiers worden behandeld op stukken.

1.7.1. Naar een overheidsdienst die 24/24 uur toegankelijk is: Handiweb Dankzij deze internettoepassing kunnen personen met een handicap of hun vertegenwoordigers (door middel van een volmacht) hun dossier online raadplegen. De tool werd ontwikkeld samen met de gebruikersgroepen.

83


JAARVERSLAG 2010

Aan het woord is Guy, attachĂŠ bij de DG Personen met een handicap (Dienst Beleidssteun) en projectmanager van Handiweb.

" Het zal mogelijk zijn alle formulieren te downloaden en alle documenten in het elektronische dossier te raadplegen." 84

Voor meer informatie kan je terecht bij guy.vandevelde@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

Handiweb: het elektronische dossier van een persoon met een handicap “Op 13 september 2010 werd het startschot gegeven voor Handiweb, een multifunctionele en beveiligde informaticatoepassing voor personen met een handicap en diegenen die hen beroepsmatig bijstaan. Om de context goed te begrijpen, moet je weten dat een persoon met een handicap vaak een beroep doet op meerdere diensten. Idealiter, over 10 jaar misschien, zouden personen met een handicap (of hun maatschappelijk assistent) met een informaticatoepassing gemakkelijk hun persoonlijke situatie, vooral op het vlak van sociale zekerheid, moeten kunnen nagaan: hun tegemoetkomingen, maar ook hun ziekenfondsstatuut bijvoorbeeld. Alle socialezekerheidsgegevens zouden in deze toepassing geïntegreerd zijn. Zodoende zouden wij een proactieve dienstverlening kunnen bieden: stellen wij vast dat een persoon met een handicap over een telefoon beschikt, dan kunnen wij de telefoonoperator onmiddellijk vragen het sociale tarief toe te passen (mocht dit nog niet het geval zijn). Tal van mogelijkheden liggen dus binnen handbereik. Maar dat is voorlopig nog toekomstmuziek. Nu kunnen de burgers en maatschappelijk assistenten onze ganse dienstverlening en de stand van zaken van hun dossier raadplegen met Handiweb. De persoon met een handicap gebruikt (verplicht) zijn elektronische identiteitskaart om toegang te krijgen tot het systeem. Hetzelfde geldt voor de maatschappelijk assistenten van de ziekenfondsen, OCMW’s, het Fonds voor de beroepsziekten en de ziekenhuizen. Zodoende kan iedereen kennis maken met onze dienstverlening. Kan de toepassing uit de identificatiegegevens afleiden dat de betrokkene jonger is dan 65 jaar, dan krijgt de persoon in kwestie te zien waarvoor hij/zij precies in aanmerking komt in deze leeftijdscategorie en aan welke voorwaarden voldaan moet worden.

Dankzij Handiweb kan de persoon met een handicap alle fasen van een dossier bekijken: ›  wat reeds aangevraagd is; ›  wat al toegekend of geweigerd werd; ›  wat in behandeling is (zowel wat betreft de erkenning van de handicap als het administratieve gedeelte van de aanvraag). In de nabije toekomst zal het mogelijk zijn alle formulieren te downloaden en alle documenten te raadplegen, zelfs handgeschreven brieven (aangezien wij die scannen en bij hun elektronische dossier voegen). Maar daar blijft het niet bij: op termijn willen wij de toepassing interactiever maken (zo zullen zij bijvoorbeeld een aanvraag tot herziening kunnen indienen). Ik wijs erop dat Handiweb intern ontwikkeld werd, met onze collega’s van de Smals. Op dit ogenblik wordt de toepassing 100 tot 150 keer per dag geraadpleegd. Niet slecht, maar toch beperkt in verhouding tot het totaal aantal personen met een handicap. Dit is vanzelfsprekend te wijten aan de “digitale kloof”: niet al onze gebruikers hebben toegang tot internet, verre daarvan! Ook de verplichte aankoop van een elektronische-identiteitskaartlezer remt volgens mij het toenemend gebruik van de toepassing af. Wij overwegen dan ook de personen met een handicap een kaartlezer te bezorgen. Je ziet het: de DG Personen met een handicap spaart kosten noch moeite om personen met een handicap en degenen die hen beroepsmatig bijstaan steeds vlotter – en steeds interactiever – van onze dienstverlening te laten genieten.”

85


JAARVERSLAG 2010

1.7.2. Groen nummer van het Call Center

een honderdtal gemeenten over heel BelgiĂŤ. Indien nodig gaan de maatschappelijk assistenten ook op huisbezoek.

Sinds 1 maart 2010 is de Directie-generaal Personen met een handicap bereikbaar op het groene nummer 0800 987 99. Dit gratis nummer werd ingevoerd om de personen met een handicap die informatie wensen over hun dossier niet met bijkomende kosten op te zadelen. De personen met een handicap kunnen met al hun vragen terecht bij het Call Center van onze FOD. Wanneer het Call Center een vraag krijgt die een grondige kennis van het dossier vereist, neemt het contact op met de dossierbeheerders, die de tweede lijn vormen.

Aantal ontvangen telefoonoproepen

2010

Verschil tegenover 2009

528.594

+ 28 %

Daarnaast voeren de maatschappelijk assistenten ook sociale onderzoeken uit naar de inkomsten en uitgaven van personen met een handicap. Hiervoor hebben ze regelmatig contact met de plaatselijke diensten voor maatschappelijk welzijn en stellen ze de Commissie voor sociaal hulpbetoon in staat om een gefundeerd voorstel voor te leggen aan de minister over het al dan niet terugvorderen van betaalde bedragen.

2010 Aantal bezoekers permanenties

48.422

Cijfergegevens maatschappelijk assistenten

Cijfergegevens Call Center

1.7.4. Klantendienst 1.7.3. Maatschappelijk assistenten Onze FOD heeft een team van maatschappelijk assistenten in dienst die personen met een handicap informeren over hun rechten en de stand van zaken van hun dossier. Ze verwijzen hen door naar de bevoegde instanties. De maatschappelijk assistenten houden dagelijks permanenties in Brussel en ĂŠĂŠn keer per maand in

86

De klantendienst heeft als voornaamste opdracht om binnen de wettelijke termijn van 45 dagen een schriftelijk antwoord te geven op vragen van burgers. Gemiddeld ontvangt de dienst 2.000 brieven per maand.


JAARVERSLAG 2010

1.7.5. Infosessies

1.8 “Resultaatgerichtheid”

Voor andere instanties die direct of indirect met personen met een handicap te maken hebben, worden infosessies georganiseerd om hen met onze wetgeving vertrouwd te maken, wat uiteindelijk moet leiden tot een betere behandeling van de dossiers.

De personeelsleden werken op basis van teamdoelstellingen en mogen hun werktijdschema aanpassen naar wens. Zelfs de medewerkers van ons Call Center kunnen telewerken, wat voorlopig een unicum is in België.

Daarnaast zijn we in 2010 meer transversaal tewerk gegaan: in samenwerking met de ASPH hebben we alle betrokken actoren van een bepaalde geografische regio uitgenodigd voor een grootschalige infosessie. Zo heeft iedereen op hetzelfde moment dezelfde informatie gekregen.

Ondersteuning van de chefs

Bovendien laten we ons regelmatig vertegenwoordigen op beurzen. We waren bijvoorbeeld aanwezig op de beurs “Begrijpen en begrepen worden” te Oostende. Tijdens dit evenement kon de DG haar ervaring over Handiweb met andere aanwezige diensten en organisaties delen.

De nieuwe, resultaatgerichte manier van werken en de invoering van telewerk vergen een nieuwe manier van leidinggeven en een aangepaste omkadering voor het personeel. Om de chefs hierbij te ondersteunen werd in samenwerking met het OFO (het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid) een leertraject ontwikkeld. Dit traject duurt ongeveer een jaar en is bedoeld om de verworven vaardigheden beter te verankeren en de cultuuromslag vlotter te laten verlopen.

87


JAARVERSLAG 2010

1.9 Beheer klachten van personen met een handicap In 2010 ontvingen we 375 klachten. Omdat elke klacht een signaal is, worden deze zeer zorgvuldig beheerd. Bij ernstige klachten wordt een intern onderzoek ingesteld. 30,8% van de ontvangen klachten had te maken met de houding of het gedrag van de medewerkers van de directie-generaal tijdens hun contacten met de klanten. Precies evenveel klachten (30,8%) hadden te maken met de termijnen (voor het verkrijgen van een beslissing of informatie) of met een beperkte toegankelijkheid. Een terugkerende categorie van klachten (15,4%) betreft fouten of nalatigheid bij de behandeling van aanvragen. 7,5% van de klachten hebben te maken met een (al dan niet gerechtvaardigd) gevoel van willekeur bij beslissingen en een gebrek aan objectiviteit.

88


2 Kinderen 2.1 Behandeling van aanvragen voor individuele afwijkingen op de kinderbijslag Onze FOD kent in bepaalde “behartenswaardige gevallen” individuele afwijkingen toe op de voorwaarden om recht te hebben op de kinderbijslag en de gewaarborgde kinderbijslag. Zo wordt er bijvoorbeeld normaal gezien geen kinderbijslag toegekend voor kinderen die opgevoed worden of lessen volgen in het buitenland. Maar omwille van onder andere sociale redenen, kan hierop een uitzondering gemaakt worden. Onze FOD heeft voor deze afwijkingen nieuwe principes vastgelegd, waarbij rekening wordt gehouden met de inkomsten van de personen die het kind grootbrengen. Samen met de Directie-generaal Beleidsondersteuning en de FOD Financiën werden alle elementen onderzocht waarmee rekening kan worden gehouden om een sociaal aanvaardbaar maximuminkomen vast te leggen. Op termijn zal de FOD de inkomensgegevens elektronisch uitwisselen met de FOD Financiën. Hiervoor zal de applicatie Taxi-As worden gebruikt.

2.2 Persoonlijke geschillen inzake kinderbijslag Hier gaat het vaak om de formulering van (al dan niet gegronde) klachten, waarbij de FOD optreedt als bemiddelaar, de burger informeert en helpt, en een oplossing zoekt voor het probleem. Concreet kan het bijvoorbeeld gaan om een conflict tussen een gezin en zijn kinderbijslaginstelling over de terugvordering van uitgekeerde bedragen. Bij terugkerende problemen formuleert de FOD een voorstel om de bestaande wetgeving en/of procedure te wijzigen. Dit voorstel wordt naar de bevoegde beleidscel(len) gestuurd en als richtlijn aan de sociaalverzekeringsfondsen of aan de kinderbijslagfondsen bezorgd. In 2010 waren er 459 aanvragen via briefwisselingen of e-mail. Daarnaast kregen we ook veel telefonische aanvragen.

Contact : kinderbijslag.allocationsfamiliales@minsoc.fed.be of Annick.Floreal@minsoc.fed.be

In 2010 vroegen 1.310 werknemers en 191 zelfstandigen een afwijking op de kinderbijslag aan.

Contact : kinderbijslag.allocationsfamiliales@minsoc.fed.be of Annick.Floreal@minsoc.fed.be

89


JAARVERSLAG 2010

3 Zelfstandigen 3.1 Vrijstelling sociale bijdragen voor zelfstandigen De Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen (CVB) kent aan zelfstandigen die zich in “staat van behoefte” bevinden of in een “toestand die de staat van behoefte benadert”, een volledige of gedeeltelijke vrijstelling toe van de verplichting om socialezekerheidsbijdragen te betalen. Onze FOD organiseert de zittingen van deze Commissie en staat in voor de administratieve behandeling van de dossiers. De bewijslast van de staat van behoefte berust bij de zelfstandige. Maar de commissie kan in bepaalde gevallen de FOD vragen om een sociaal onderzoek in te stellen om een beter zicht te krijgen op de financiële toestand van de zelfstandige. Wij antwoorden ook op vragen om informatie of herziening die gesteld worden door de zelfstandigen of de sociaalverzekeringsfondsen. Onder meer door de crisis is het aantal aanvragen voor de vrijstelling van bijdragen nog verder gestegen: 30.481 in 2010 tegen 27.528 in 2009.

90

Aantal aanvragen

Aantal beslissingen

Aantal te behandelen dossiers op 31.12.2010

Totaal

30.481

24.911

24.715

NL

8.591

6.431

6.640

FR

21.890

18.480

18.075

3.2 Beroep tegen beslissingen van de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen Zelfstandigen die zich in een “staat van behoefte” of een “toestand die de staat van behoefte benadert” bevinden, kunnen door de CVB (Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen) volledig of gedeeltelijk worden vrijgesteld van de verplichte betaling van socialezekerheidsbijdragen. Zelfstandigen die de beslissing van deze Commissie betwisten, kunnen een beroep instellen bij de Raad van State (zie 5.4.1., pagina 64). In naam van de Belgische Staat stelt onze FOD de memories van antwoord op, waarin het standpunt van de overheid uiteen wordt gezet. Daarnaast behandelt onze FOD ook vragen van zelfstandigen met betrekking tot de inhoud van beslissingen van de Commissie evenals verzoeken om formele of inhoudelijke fouten in een beslissing recht te zetten.


JAARVERSLAG 2010

3.3 Detachering van zelfstandigen Onze FOD behandelt de aanvragen voor een afwijking op de socialezekerheidswetgeving voor zelfstandigen (artikel 17 van Verordening 1408/71 en artikel 16 van Verordening 883/04).

Aantal aanvragen voor de toepassing van artikel 16 van Verordening 883/04 in 2010: 1 › om aan de Belgische socialezekerheidswetgeving te worden onderworpen: 1 ›  om aan de socialezekerheidswetgeving van een andere lidstaat te worden onderworpen: 0

Er bestaan drie soorten dossiers: ›  de regularisatie van situaties waarin de sociale bijdragen in de verkeerde lidstaat betaald werden; ›   de verlenging van een detachering; ›  alle andere situaties.

Contact : Katrijn.Devos@minsoc.fed.be Aantal aanvragen voor de toepassing van artikel 17 van Verordening 1408/71 in 2010: 58 ›  o m aan de Belgische socialezekerheidswetgeving te worden onderworpen: 18 ›  om aan de socialezekerheidswetgeving van een andere lidstaat te worden onderworpen: 40

91


JAARVERSLAG 2010

4 Werknemers Portaalsite van de sociale zekerheid: Coming to Belgium en Leaving Belgium De website Leaving Belgium werd in 2010 online gezet. Het gaat om een subportaal van de portaalsite van de sociale zekerheid waarop informatie te vinden is voor burgers die België verlaten en willen weten wat hun socialezekerheidsrechten zijn in het land waar ze zich gaan vestigen. Deze website werd gecreëerd in samenwerking met de OISZ maar wordt gecoördineerd door de DG Beleidsondersteuning. Voor de website “Coming to Belgium” (voor buitenlanders die in België komen wonen en inlichtingen zoeken over hun sociale rechten) werd een overeenkomst met de Smals ondertekend.

Contact : Hendrik.Hermans@minsoc.fed.be

92


5 Ondernemers & werkgevers 5.1 Provinciale registratiecommissies De provinciale registratiecommissies gaan na of de aanvrager aan de wettelijke voorwaarden voldoet. Er zijn tien provinciale registratiecommissies, die worden aangestuurd door een stuurgroep. De stuurgroep wordt voorgezeten door een ambtenaar van de DG Sociale Inspectie. Net als de commissies bestaat ze uit ambtenaren en vertegenwoordigers van zowel de werknemers- als de werkgeversorganisaties. Drie van deze stuurgroepen worden voorgezeten door een ambtenaar van onze FOD. 2010 was een scharnierjaar voor de regelgeving op vlak van registratie. Omwille van het risico op een schending van het neutraliteitsprincipe en het vrije verkeer van diensten bij de EU werd beslist om de toepassing van het btw-tarief van 6% voor renovatiewerken niet meer te koppelen aan de voorwaarde dat de werken zouden worden uitgevoerd door een geregistreerde aannemer. Door deze wijziging verdween een belangrijk principe van de registratie.

5.2 Beroep tegen de beslissingen van de provinciale registratiecommissie Aannemers die niet meer aan de registratievoorwaarden voldoen, lopen het risico door de provinciale registratiecommissies te worden geschrapt. Het gaat hier vooral om aannemers-werkgevers die nog achterstallige bijdragen aan de RSZ moeten betalen, die geen afbetalingsplan hebben gekregen of dit niet hebben nageleefd. Een schrapping kan ook worden aangevraagd wanneer de DG Sociale Inspectie zware of herhaaldelijke inbreuken heeft vastgesteld. Onze FOD ziet toe op de gerechtelijke procedures tegen de beslissingen van de provinciale registratiecommissies die hij voorzit (Limburg, Henegouwen en OostVlaanderen). In dit kader neemt de FOD de advocaats- en gerechtelijke kosten op zich.

Bovendien heeft het Europees Hof van Justitie in een arrest van 15 juli 2010 geoordeeld dat de samenstellingen van de provinciale registratiecommissies niet strookten met de Europese regelgeving. Tijdens het laatste trimester van 2010 werden dan ook geen beslissingen tot weigering of schrapping van een registratie meer genomen. Daarom moet op korte termijn een nieuw systeem worden ingevoerd om de strijd tegen koppelbazen en tegen de sociale en fiscale fraude verder te zetten, in overeenstemming met de doelstelling van de registratiewetgeving.

93


JAARVERSLAG 2010

5.3 Vrijstelling van sociale bijdragen voor bepaalde werknemers Sommige werkgevers uit de openbare en socioculturele sector en organisatoren van sportmanifestaties kunnen een vrijstelling van sociale bijdragen krijgen voor specifieke werknemers. Deze maatregel is bekend onder de benaming “artikel 17� (van het KB van 28 november 1969 betreffende de sociale zekerheid).

Werkgevers, hun aangestelden of mandatarissen, die burgerlijke of strafrechtelijke sancties hebben gekregen omdat ze de sociale wetgeving niet hebben nageleefd, kunnen een vermindering of opschorting van hun straf krijgen. Volgens artikel 73 van de Grondwet heeft de Koning immers het recht om gratie te verlenen voor de volledige straf of een gedeelte ervan.

De werknemer mag niet langer dan 25 kalenderdagen per jaar tewerkgesteld worden via artikel 17. Werkgevers die van dit artikel gebruik wensen te maken, moeten de tewerkstelling op voorhand aangeven bij de Directie-generaal Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid. Sinds het voorjaar van 2010 kan elektronisch aangifte worden gedaan via de portaalsite (www.socialsecurity.be).

Onze FOD onderzoekt deze gratieverzoeken en geeft op basis hiervan advies aan de bevoegde minister. Wij staan in voor de voorbereiding van de ontwerpen van koninklijk besluit waarbij de gratie wordt verleend of geweigerd. Dit ontwerp van KB wordt dan door de bevoegde minister of door de Minister van Justitie ter ondertekening voorgelegd aan de Koning, die de uiteindelijke beslissing neemt.

In 2010 werd op grond van artikel 17 aan 22.847 werknemers een vrijstelling van sociale bijdragen verleend.

Contact : Nora.Bougata@minsoc.fed.be of Karin.Dens@minsoc.fed.be

Contact : Marc.Hubin@minsoc.fed.be

94

5.4 Gratieverzoeken


6 Oorlogsslachtoffers 6.1 Toekennen van statuten, uitkeringen en voordelen Na de Eerste Wereldoorlog voerde de Belgische staat een regeling in om burgers te vergoeden die fysieke schade hadden opgelopen door oorlogsfeiten. Deze maatregel vindt zijn oorsprong in de nationale solidariteit, één van de fundamentele principes van de sociale zekerheid. Momenteel zijn er nog zo’n

24.555 oorlogsslachtoffers die van onze FOD allerlei tegemoetkomingen en voordelen krijgen.

Aanvragen van statuten van nationale erkentelijkheid Onze FOD kent de statuten van nationale erkentelijkheid toe aan personen die zich tijdens de oorlog van 1939-1945 verdienstelijk hebben gemaakt. Er zijn 11 burgerlijke statuten: weggevoerden, werkweigeraars, politieke gevangenen, burgerlijke weerstanders, weerstanders door de sluikpers, weerstanders tegen het nazisme in de ingelijfde gebieden, zeevissers in oorlogstijd, verplicht ingelijfden in het Duitse leger, personen die zich naar een Recruteringscentrum van het Belgisch Leger hebben begeven (RCBL), ondergedoken joodse kinderen en burgerlijke invaliden van de Tweede Wereldoorlog. In 2010 namen we 104 beslissingen op vlak van de toekenning van de statuten van nationale erkentelijkheid.

moeten leven. Wanneer de houder van een invaliditeitspensioen overlijdt, zal de overlevende partner of het weeskind het “reversiepensioen” onder welbepaalde voorwaarden ontvangen. In 2010 werden 184 nieuwe pensioenen uitgekeerd.

Renten Onze FOD behandelt: ›  Aanvragen van renten toegekend aan gedeporteerden voor de verplichte tewerkstelling, werkweigeraars en weerstanders tegen het nazisme; ›  Aanvragen van renten toegekend aan weduwen; › Aanvragen van renten toegekend aan slachtoffers van rassenvervolgingen. In 2010 werden 406 nieuwe renten uitgekeerd.

Diverse voordelen In 2010 leverde onze FOD 1.660 attesten af voor gratis openbaar vervoer, de terugbetaling van het remgeld of diverse fiscale voordelen.

Elektronische databank Victory De databank Victory bevat informatie over de dossiers “Statuten van nationale erkentelijkheid” evenals de pensioenen en renten die op dit moment worden uitbetaald. Dit waardevolle werkinstrument biedt toegang tot tal van dossiergegevens en maakt het mogelijk deze snel te raadplegen zonder een beroep te moeten doen op de papieren dossiers. Hierdoor kunnen aanvragen sneller worden behandeld.

Aanvragen van invaliditeitspensioenen Onze FOD kent invaliditeitspensioenen toe aan oorlogsslachtoffers, en in het bijzondere aan Joden die als kind in de oorlogsjaren ondergedoken hebben

Op 1 juni 2011 zijn via de databank 379.273 dossiers raadpleegbaar.

Contact : Therese.Briquemanne@minsoc.fed.be 95


JAARVERSLAG 2010

6.2 Beheren en bewaren van oorlogsdocumenten Aangezien het aantal oorlogsslachtoffers de laatste jaren aan het dalen is, zullen de traditionele opdrachten (toekennen van statuten, uitkeringen en voordelen) in belang afnemen. De nadruk zal steeds meer komen te liggen op het beheer van onze oorlogsarchieven, die samen meer dan 13 km lang zijn. Op die manier zouden wij evolueren naar een Onderzoeks- en Documentatiecentrum over de Tweede Wereldoorlog. De oorlogsdocumenten die wij bewaren, maken deel uit van het historisch erfgoed van ons land en het is belangrijk om de “nagedachtenis” aan de oorlog door te geven aan de volgende generaties. Het archief dat wij beheren bestaat uit twee delen: ›  de individuele dossiers van burgers die bij de Tweede Wereldoorlog betrokken waren (administratieve documenten en historische stukken); ›  de algemene documentatie over specifieke thema’s, zoals de verplichte en vrijwillige tewerkstelling, de tewerkstellingsbureaus, de concentratiekampen in Duitsland en in de bezette gebieden, de Belgische gevangenissen, het verzet, de vervolging van de joden in België, het Duits militair bestuur, de repatriëring, de zoektocht naar verdwenen personen en de naoorlogse processen.

96

6.2.1. Digitaliseringsproject Musnet De archiefcollectie die door de DG Oorlogsslachtoffers wordt bewaard, kan via verschillende papieren bestanden worden geraadpleegd in functie van het soort document. Om het historisch onderzoek te vergemakkelijken en deze collectie bruikbaar te maken, zijn momenteel drie bestanden opgeslagen in Musnet, een softwaretool voor collectiebeheer: ›  Het bestand met persoonlijke “DDO”-dossiers (Dienst Documentatie en Opzoekingen). Dit bestand bevat dossiers op naam gecreëerd op basis van historische stukken en administratieve documenten; ›  Het “themabestand”, dat betrekking heeft op de collectie algemene documentatie; ›  Tijdschriften en monografieën. Op 1 juni 2011 bevat de databank Musnet 146.557 persoonlijke dossiers, 18.921 thematische dossiers en 16.837 tijdschriften en boeken, waarvan de lijst eveneens in pdf-formaat kan worden geraadpleegd op de website van de DG: http://warvictims.fgov.be/nl/research/bibliotheek.htm.

Contact : Marie.Lejeune@minsoc.fed.be of Alexandra.Matagne@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

6.2.2. Bewaringsprojecten Om de archieven zo goed mogelijk te conserveren en toegankelijk te maken, heeft de DG Oorlogsslachtoffers verschillende conserverings-, verpakkings- en klasseringsprojecten opgestart: ›  de individuele dossiers over personen die werden opgesloten in de Citadel van Hoei zijn in Musnet ingevoerd en in zuurvrij materiaal verpakt voor bewaring op lange termijn; ›  de dossiers van de burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, die erg te lijden hebben gehad onder een ongelukkige verhuizing, zijn opnieuw geklasseerd, schoongemaakt en verpakt.

Voor 2010 vermelden we de volgende cijfers: ›  11.975 gedigitaliseerde fichedossiers (of 50.675 sinds 2007) ›  9.942 gescande fichedossiers (of 47.131 sinds 2007) ›  12.744 verpakte fichedossiers (of 33.652 sinds 2007)

Contact : Alexandra.Matagne@minsoc.fed.be of Marie.Lejeune@minsoc.fed.be

Contact : Marie.Lejeune@minsoc.fed.be of Gert.Deprins@minsoc.fed.be

6.2.3. Digitaliserings- en bewaringsproject Om het bestand van de weggevoerde en vervolgde Joden en Zigeuners van België te conserveren en deze collectie toegankelijk te maken voor familieleden en onderzoekers, werd het bestand gedigitaliseerd, opgeslagen en verpakt in zuurvrij materiaal. De digitalisering van het bestand van opgesloten en weggevoerde personen werd opgestart in 2007 en voltooid in 2010. Het gaat om in totaal 39.594 fichedossiers. Dit jaar werd ook begonnen met het scannen van het bestand van de joden en Zigeuners die niet werden opgesloten of weggevoerd.

97


JAARVERSLAG 2010

Aan het woord is de 30-jarige Alexandra, historica van opleiding, die meewerkt aan een groots project voor digitalisering en bewaring.

" Wij leggen een individueel digitaal dossier met alle gegevens aan. "

98

Voor meer informatie kan je terecht bij Alexandra.Matagne@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

Project voor digitalisering en bewaring van het bestand van de Belgische joden en zigeuners “Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de SIPO-SD, de veiligheidspolitie en veiligheidsdienst van de Duitse bezetters, een bestand van de Belgische joden en zigeuners uitgewerkt. Dit “werkinstrument“ diende als basis voor hun deportaties. Op individuele fiches stonden de contactgegevens van de betrokkenen en inlichtingen zoals hun geloof. Na de oorlog werd dit bestand gebruikt om vermisten op te sporen, vergoedingen uit te keren, de verschillende instellingen te informeren, … Het werd een administratief instrument, waarop opmerkingen gekrabbeld werden, waaraan andere documenten geniet werden, enzovoort. Sommige documenten zijn bijgevolg enigszins beschadigd. Het bestand werd in 3 delen gesplitst: een deel met de personen die vanuit Frankrijk gedeporteerd zijn, een deel met de personen die gedeporteerd en opgesloten zijn en, tot slot, een deel met de niet-gedeporteerden. Het telt naar schatting ongeveer 65.000 fichedossiers. Wij kunnen niet bevestigen of het bestand uit één stuk bestond en wanneer het precies in drieën gedeeld werd. De laatste tien jaar wordt het bestand steeds meer gebruikt voor historische opzoekingen. Bewaring en digitalisering zijn logische stappen om het vlotter toegankelijk te maken en tegen externe beschadiging te beschermen.

Om te voorkomen dat het bestand beschadigd werd of dat stukken verloren gingen, hebben wij beslist de fiches (en de eventuele bijlagen) te digitaliseren en in specifiek bewaringsmateriaal te verpakken (in zuurvrij papier bijvoorbeeld) zodat ze op lange termijn bewaard kunnen worden. Wij hebben een A2-scanner gekocht, waarmee onze eigen medewerkers hier de fiches inscannen volgens de afgesproken procedure. Wij scannen de stukken niet “aan de lopende band“, maar leggen een individueel digitaal dossier aan met alle nuttige informatie. In 2010 was dit project onze prioriteit. Tegen eind 2011 hopen wij alle stukken ingescand te hebben. Voor de toegang tot het definitieve digitale bestand (voor wie?, hoe?, …) is nog geen beslissing genomen. Bovendien zijn voorzorgsmaatregelen nodig: “gevoelige” gegevens mogen niet zomaar in de openbaarheid gebracht worden uit respect voor overlevenden of verwanten en voor de persoonlijke levenssfeer.” NVDR: tijdens ons bezoek aan het prachtige art-decogebouw van de DG Oorlogsslachtoffers toont Alexandra ons een fiche van een jongen uit Brussel, die via Mechelen gedeporteerd werd. De stakker was pas 12. In het document staat zelfs zijn plaatsnummer in het konvooi: 771. Aangrijpend.

99


JAARVERSLAG 2010

6.2.4. Ter beschikking stellen van historische bronnen

6.3 Toekenning van subsidies

In het kader van schadeloosstellingsprogramma’s voor de toekenning van financiële vergoedingen aan personen die lichamelijke, morele of materiële schade hebben geleden, bezorgt de DG Oorlogsslachtoffers de administraties of officiële instellingen inlichtingen of historische stukken die als bewijs kunnen dienen.

6.3.1. Vaderlandslievende verenigingen

Ze verstrekt informatie aan oorlogsslachtoffers en hun familieleden en levert officiële akten af, zoals de attesten inzake deportatie, rassenvervolging of ondergedoken kinderen. Onder bepaalde voorwaarden stelt de DG haar collectie ook ter beschikking van onderzoekers die aangesloten zijn bij een erkende wetenschappelijke instelling en bv. een proefschrift of monografie voorbereiden.

Onze FOD kent subsidies toe aan instellingen en verenigingen die inspanningen leveren voor de oorlogsslachtoffers, bijvoorbeeld door het organiseren van tentoonstellingen, bedevaarten, studiedagen, het toekennen van sociale hulp,… De subsidies worden toegekend na een onderzoek van de dossiers die ze moeten indienen bij hun aanvraag. Er wordt ook rekening gehouden met het belang van de vereniging, haar doelstellingen en haar sociale activiteiten. In 2010 werden subsidies toegekend voor in totaal 16.000 €.

In 2010 beantwoordde de DG Oorlogsslachtoffers 1.163 vragen.

6.3.2. IV-NIOOO De belangrijkste opdracht van het IV-NIOOO (Instituut voor Veteranen - Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers) is de terugbetaling van medische verzorging aan oorlogsslachtoffers. In 2010 konden ongeveer 23.840 personen aanspraak maken op deze tussenkomst. Het Instituut heeft ook een belangrijke morele opdracht: de herinnering aan de oorlog vrijwaren en levendig houden.

100


JAARVERSLAG 2010

De Belgische Staat kent jaarlijks een toelage toe aan het IV-NIOOO om zijn taken te kunnen uitvoeren. Deze toelage wordt ingeschreven in de begroting van onze FOD. De DG Oorlogsslachtoffers ziet er op toe dat de toelage binnen de termijnen en overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter beschikking wordt gesteld. Ze bedraagt 39.202.000 â‚Ź.

101


7 De informatieambtenaar Het is niet altijd evident om de continue evoluties van de sociale zekerheid en de bijzonder complexe institutionele structuur te vatten. De informatieambtenaar behandelt vragen van burgers of personeelsleden die niet weten welke persoon of instelling bevoegd is om hun vragen te beantwoorden. De informatieambtenaar oriënteert de mensen naar de dienst of persoon, binnen of buiten de FOD, die het best geplaatst is om de gewenste informatie te geven. In bepaalde gevallen geeft hij ook een inhoudelijk antwoord, in het bijzonder wanneer het om een algemene of eenvoudige vraag gaat. Aantal vragen in 2010: ›  1.400 vragen via mail; ›  300 mails aansluitend op eerdere antwoorden; ›  2.800 telefonische vragen; ›  150 vragen per gsm buiten de werkuren; ›  20 vragen per brief of na een bezoek. De vragen worden behandeld in het Nederlands (50%), het Frans (40%) en het Engels (10%). De informatieambtenaar verbindt zich ertoe op elke vraag binnen de vijf werkdagen een voorlopig of een definitief antwoord te formuleren. Meestal wordt al binnen de 2 werkdagen een antwoord bezorgd.

102

JAARVERSLAG 2010

De verdeling van de gestelde vragen ziet eruit als volgt: ›  55% waren gericht aan de stafdiensten en DG’s van de FOD (in het bijzonder de DG’s Personen met een handicap, Sociaal Beleid, Beleidsondersteuning, Sociale Inspectie, Communicatie en de stafdienst P&O). ›   25% werden doorgestuurd naar andere federale socialezekerheids instellingen zoals de RVP (Rijksdienst voor Pensioenen), de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening), het RIZIV, de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV), de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de POD Maatschappelijke Integratie, enz. ›  15% werden doorgestuurd naar andere federale en niet-federale Belgische openbare instellingen zoals de FOD Economie, de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de FOD Buitenlandse Zaken, de Gewesten, de Gemeenschappen, enz. ›  5% werden doorgestuurd naar Belgische niet-openbare instellingen en naar internationale instellingen: de Europese Unie, een instelling van de sociale zekerheid van een andere staat, enz. De informatieambtenaar coördineert ook de jaarlijkse actualisatie van de brochure “Alles wat je altijd al wilde weten over de sociale zekerheid” (in het Frans, Nederlands, Engels en Duits), voert suggesties uit om het informatieverkeer bij de FOD te optimaliseren, doet voorstellen om de websites van de FOD en de Portaalsite van de Sociale Zekerheid te verbeteren en behandelt klachten die toekomen op plainte@minsoc.fed.be en klacht@minsoc.fed.be (60 mails), en telefonische klachten (10).


JAARVERSLAG 2010

Contacten met burgers of medewerkers

20

150

70

1400

Vragen per mail

300

Bijkomende vragen op antwoorden

2800

Telefonische vragen

150

Vragen per gsm (na de werkuren)

20

Vragen per brief of bezoeken

70

Klachten

1400

2800

300

De informatieambtenaar van de FOD Sociale Zekerheid is te bereiken via: ›  telefoon: 02 528 60 31 ›  gsm: 0477 84 86 64 (enkel voor dringende gevallen) ›  mail: social.security@minsoc.fed.be ›  brief: FOD Sociale Zekerheid, Finance Tower, Administratief Centrum Kruidtuin, Kruidtuinlaan 50, bus 100, 1000 Brussel 103


JAARVERSLAG 2010

104


Opdracht 3

Bestrijding van sociale fraude De FOD neemt actief deel aan het beleid op vlak van sociale fraudebestrijding. Wij hebben een inspectiedienst die controles uitvoert in nauwe samenwerking met de andere federale inspectiediensten. Daarnaast willen wij zowel de coรถrdinatie van de sociale fraudebestrijding op nationaal vlak als de internationale samenwerking bevorderen.


JAARVERSLAG 2010

1 Controle op de correcte toepassing van de wetgeving Eén van de taken van de FOD Sociale Zekerheid is de bestrijding van sociale fraude en zwartwerk. We zien erop toe dat de werkgevers de sociale wetgeving correct toepassen. Het gaat dan meer specifiek over de RSZ-aangifte (Rijksdienst voor sociale zekerheid), jaarlijkse vakantie (toekenning van vakantiedagen, berekening en uitbetaling van vakantiegeld), arbeidsongevallen (afsluiten van arbeidsongevallenverzekering en aangifte van ongevallen), kinderbijslag, ziekte- en invaliditeitsverzekering, tewerkstelling van buitenlandse arbeiders en deeltijdse arbeid. Naast de dagdagelijkse controles bij werkgevers en in de werkplaatsen, is onze FOD actief in de strijd tegen mensenhandel. De bestrijding van mensenhandel en zwartwerk gebeurt over het algemeen in samenwerking met verschillende federale inspectiediensten: de dienst TSW (Toezicht op de sociale wetten) van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de inspectiedienst van de RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) en de inspectiedienst van de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening). Deze verschillende diensten werken geregeld samen, en dit via de SIOD (Sociale inlichtingen- en opsporingsdienst), een overkoepelende organisatie voor alle federale sociale inspectiediensten. Om de activiteiten beter op elkaar af te stemmen, sluit de inspectiedienst van de FOD samenwerkingsprotocollen af met deze diensten.

106

1.1 De kerntaken van onze dienst Sociale Inspectie ›  Controle op de correcte toepassing van de sociale wetgeving (met inbegrip van de strijd tegen de mensenhandel) en behandeling van klachten; ›  Werkgevers informeren over wettelijke en reglementaire bepalingen; ›  Inlichtingen verstrekken aan burgers, onder meer tijdens de permanenties; ›  Actieve deelname aan de activiteiten van de provinciale registratiecommissies; ›  A ctieve deelname aan de activiteiten van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD); ›  Invoering van samenwerkingsprotocollen; ›  Lacunes of problemen in de wetgeving melden bij de bevoegde overheden; ›  Medewerking bij de uitwerking van nieuwe regelgeving (of de wijziging van bestaande wetteksten) op gebieden die onder de bevoegdheid van de dienst vallen; ›  Deelname aan het Europees beleid op vlak van de strijd tegen de sociale fraude; ›  Bilaterale samenwerkingsovereenkomsten op vlak van de strijd tegen de grensoverschrijdende fraude.


JAARVERSLAG 2010

1.2 De controles in cijfers Het onderwerp van de behandelde dossiers was vrij uiteenlopend, zoals blijkt uit de volgende tabel:

Aantal dossiers

Verhouding tot totaal aantal dossiers (%)

Jaarlijkse vakantie

2.556

4,97

0,23

Deeltijds werk

5.583

10,87

95

0,18

Arbeidsvergunning

1.509

2,94

10.017

19,50

Illegaal verblijf

200

0,39

Sociale zekerheid buitenlanders

589

1,15

Buitenlandse zelfstandigen – wet 19653

167

0,33

Aansluiting sociaal secretariaat

6

0,01

3

0,01

6.328

12,32

Voorlegging verweermiddelen – administratieve geldboete

Kinderbijslag

251

0,49

Strafwetboek

7

0,01

Ziekte- en invaliditeitsverzekering

636

1,24

Dienstencheques

4

0,01

9.160

17,83

Aantal dossiers

Verhouding tot totaal aantal dossiers (%)

13.526

26,33

Artikel 30bis1

116

Artikel 17– Sociaal-culturele sector2

Onderwerp

Sociale Zekerheid

Onmiddellijke aangifte van tewerkstelling

Arbeidsongevallen

Sociale documenten

Onderwerp

1 Art. 30 bis van de wet van 27 juni 1969: registratie van aannemers 2 Art. 17 van het KB van 28 november 1969: vrijstelling van sociale bijdragen voor leiders en monitoren tijdens de schoolvakanties (25 dagen) 3 Wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen

107


JAARVERSLAG 2010

Ontvangen opdrachten

%

3.037

16,95

Procureur des Konings en instructierechter

53

0,30

Griffies: mededelingen van vonnissen

169

0,94

4

0,02

5.075

28,33

FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

618

3,45

FOD Financiën

104

0,58

Registratiecommissie der aannemers

23

0,13

RSZ

73

0,41

RVA

115

0,64

Openbare instellingen van sociale zekerheid (vakantiefondsen, kinderbijslagfondsen, RIZIV, RSVZ)

10

0,06

Oorsprong

Auditoraatgeneraal en arbeidsauditoraat

1

Beleidscel Sociale Zaken FOD Sociale Zekerheid2

Ontvangen opdrachten

%

7

0,04

6.194

34,57

695

3,88

1.202

6,71

Andere administraties

219

1,22

Anoniem

318

1,77

17.916

100,00

Oorsprong Meewerkende instellingen van sociale zekerheid (ziekenfondsen, sociale secretariaten, arbeidsongevallenverzekering, fondsen voor bestaanszekerheid) SIOD + samenwerkingsprotocollen (2003 – mensenhandel – transport) Vakbonden Particulieren en anderen

TOTAAL

1 Vonnissen die ter info aan de Inspectie worden medegedeeld zodat kan worden nagegaan of de werkgever ze naleeft 2 Onderzoeken op initiatief van de dienst inbegrepen

108


JAARVERSLAG 2010

Beweging

de FOD is voortdurend in verandering. 109


JAARVERSLAG 2010

Tot slot blijkt uit de volgende tabel dat in 2010 de meeste werkgevers werden gecontroleerd in de horeca- en bouwsector en in de sector van de groot- en kleinhandel en het herstel van voertuigen en andere persoonlijke artikelen.

Vervoer – Opslag – Posterijen en koeriers – Goederenbehandeling

3.102

17,51

821

4,63

4.262

24,06

Aantal controles

Verhouding tot totaal aantal controles (%)

524

2,96

Informatie – Communicatie – Persagentschap – Uitgeverij - Bioscoop – Radio – Televisie – Telecommunicatie – Informatica

270

1,52

6

0,03

Financiële bemiddelaars – Verzekeringen – Kredieten vastgoedactiviteiten – Verwante activiteiten

246

1,39

Voedingsindustrie, dranken, tabak

519

2,93

Vervaardiging van textiel – Kleding – Bont – Leer – Lederwaren – Schoeisel - Vervaardiging van artikelen van hout, van papier en karton – Drukkerijen – Reproductie van opgenomen media

110

0,62

1.482

8,37

Petroleumindustrie, Chemie, Farmaceutica, Rubber en kunststof, Pesticide, Detergent, Lijm

Gespecialiseerde activiteiten: juridisch, boekhouding, architectuur, engineering, speurwerk, publiciteit, fotografie, marktonderzoek, dierenarts, vertaler Activiteiten inzake administratieve dienstverlening: reisbureau, bijstand aan ondernemingen, verhuur van voertuigen en machines, schoonmaak

76

0,43

Openbaar bestuur – Onderwijs – Gezondheidszorg – Sociale actie – Vakverenigingen – Religieuze organisaties – Kunst, Spektakel, Recreatie – Verenigingen, Sport - Herstelling aan huis van apparaten, Andere persoonlijke diensten, Haarverzorging, begrafeniswezen

1.247

7,04

Activiteiten van huishoudens – Diensten van huishoudelijk personeel

115

0,65

832

4,70

17.715

100,00

Activiteitensectoren

Landbouw – Jacht – Bosbouw – Visserij – Aquacultuur Winning van delfstoffen: steenkool, aardolie, aardgas, ertsen, stenen en zand, ondersteunende activiteiten

Hotels – Restaurants – Traiteurs – Cafés – Discotheken

Staalindustrie – Metaalindustrie – Vervaardiging, herstelling van machines, voertuigen, motoren, elektrische apparaten, informatica, optischeen medische instrumenten, uurwerken, metaalschrijnwerk, meubelen, sportartikelen en speelgoed, nucleair materiaal, wapens

580

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom, water, inzameling, Terugwinning, verwerking en verwijdering van afval

41

0,23

Extraterritoriale organisaties en lichamen – Onvoldoende omschreven activiteiten

3.482

19,66

TOTAAL

Bouwnijverheid – Slopen – Boring – Projectontwikkeling 110

Groot- en kleinhandel (brandstoffen inbegrepen), onderhoud en herstel van voertuigen en andere persoonlijke artikelen

3,27


JAARVERSLAG 2010

1.3 Invoering van de e-PV voor onze DG Sociale Inspectie De dienst Sociale Inspectie heeft in 2010 actief meegewerkt aan de ontwikkeling van het elektronisch proces-verbaal (e-PV). Het gaat om een transversaal project om de processen-verbaal inhoudelijk en vormelijk te standaardiseren. In de loop van 2011 zullen alle inspectiediensten het e-PV-systeem in gebruik nemen. Vanaf dan behoort het papieren proces-verbaal voor deze diensten tot het verleden. Bij de politie- en gerechtelijke diensten wordt het e-PV op een later tijdstip in gebruik genomen. Het e-PV zorgt niet alleen voor een grotere rechtszekerheid; het leidt ook tot een administratieve vereenvoudiging. Om de foutenmarge te verkleinen en tijd te winnen, wordt het e-PV opgesteld aan de hand van een volledige lijst van inbreuken met de overeenkomstige wettelijke omschrijving ervan en de juiste verwijzingen. Alle elektronische processen-verbaal worden opgeslagen op een centrale server van waarop de meest recente (onder meer statistische) gegevens kunnen worden gedownload.

Contact : Gerrit.vanDeMosselaer@minsoc.fed.be

111


JAARVERSLAG 2010

Aan het woord is Jean-Hubert, een 26-jarige socioloog die sinds 2 jaar in het hoofdbestuur van de DG Sociale Inspectie werkt. Hij werkt mee aan een volledige en vlot toegankelijke documentatie voor de teams van zijn dienst. Hij heeft het met ons over Hummingbird, het elektronische platform dat daarvoor gebruikt wordt.

112

" De mentaliteit veranderen om alle informatie en kennis te delen en te verspreiden."

Voor meer informatie kan je terecht bij Jean-Hubert.Collard@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

Hummingbird: nieuw kennisbeheersysteem “Ik werk in een vijfkoppig team van tweetalige documentalisten. Heel wat personeelsleden van onze DG voeren controles op het terrein uit. Zij gaan na of de werkgevers de lonen op basis waarvan de sociale bijdragen berekend worden, correct aangeven enzovoort. Tevens bestrijden zij zwartwerk en mensenhandel. Onze taak bestaat erin alle nodige informatie voor de controleurs en inspecteurs samen te brengen. Wij lichten de verschillende wetten en besluiten door die tot de bevoegdheid van de Sociale Inspectie behoren, schiften de bekendmakingen in het Belgisch Staatsblad en lijsten ten slotte alle instructies op van de stafvergaderingen over de werkwijze of interpretatie van bepaalde punten in de reglementering. Het resultaat komt vervolgens terecht in Hummingbird, de gegevensbank van de Sociale Inspectie. Dit programma bestond eigenlijk al, maar werd afgestemd op de behoeften van onze Dienst. Dit platform is dag en nacht beschikbaar via Intranet. De eerste versie van Hummingbird speelde onvoldoende in op de noden van de controleurs, die de toepassing bijgevolg zelden gebruikten. Bij de pakken neerzitten was echter geen optie; wij hebben het over een andere boeg gegooid. Onze collega’s vroegen een praktische tool; dus hebben wij een gebruiksvriendelijke, eenvoudige, snelle en ergonomische toepassing uitgewerkt (in goede samenwerking met het ICTdepartement van de FOD). En daar bleef het niet bij. Wij hebben ook veel aandacht besteed aan de inhoud en didactische, gestructureerde documenten opgesteld die beantwoorden aan de behoeften. Alles is snel gegaan. In januari 2010 is het denkwerk van start gegaan en eind augustus – begin september van hetzelfde jaar is de nieuwe Hummingbird – Hummingbird DMS genoemd – al in productie gegaan. Om de noden van mijn (op het terrein werkende) collega’s goed te kunnen vatten, heb ik een opleiding voor nieuwe controleurs gevolgd.

Het platform ondersteunt documenten in alle formaten. Ik wijs erop dat het evenwicht tussen beide taalrollen gerespecteerd werd voor de gepubliceerde documentatie. Bovendien is Hummingbird een aanvulling op de elektronische gegevensbanken (Kluwer en Larcier) die de BIB van de FOD ter beschikking gesteld heeft. Deze bieden algemene informatie, terwijl Hummingbird meer praktische informatie bevat, die echt gericht is op het werk van de Sociale Inspectie. Hier komen gegevens terecht die nergens anders beschikbaar zijn. Een voorbeeld: een bepaald thema wordt toegelicht aan de hand van een reglementaire tekst en voorzien van de commentaren van de stafvergadering (hoe moet de tekst geïnterpreteerd worden en hoe wordt praktisch te werk gegaan?). Alle medewerkers van de Sociale Inspectie, om en bij de 300 personen, hebben toegang tot Hummingbird. Alleen al in het eerste semester van 2010 werd de nieuwe versie bijna dubbel zo vaak geraadpleegd. De controleurs die sinds vorig jaar bij onze dienst werken, hebben mij gezegd dat zij er alles vinden wat zij nodig hebben. Niet enkel de reglementering, maar ook informatie voor hun dagelijks werk (formulieren, procedures, ...). Het fantastische aan Hummingbird is dat de mentaliteit verandert: de personeelsleden worden aangespoord niet alles voor zichzelf te houden, maar wel alle informatie en kennis met elkaar te delen en te verspreiden. Stel: een inspecteur van een regio schrijft een samenvatting of brochure. Als hij dat wenst – en wij proberen zo veel mogelijk medewerkers hiervoor op te leiden – kan hij zijn werk publiceren in de documentaire gegevensbank van de Dienst. Niet enkel de directe collega’s, maar alle personeelsleden van de Sociale Inspectie zullen dit document dan kunnen raadplegen.”

113


JAARVERSLAG 2010

1.4 Sociale engineering en frauduleuze detachering

1.5 Aansluitingsattest voor zelfstandigen uit de Europese Unie

Onze FOD richt zich bij de bestrijding van de sociale fraude in het bijzonder tot de fraude rond socialezekerheidsbijdragen.

Omdat er een stijgend aantal fictieve aansluitingen zijn, werd de procedure voor het uitreiken van aansluitingsattesten herzien om het misbruik in het kader van de inschrijving van EU-onderdanen bij het Vreemdelingenregister in te perken. Voor deze inschrijving volstaat het gewone aansluitingsattest niet meer en is een nieuw bijkomend formulier nodig dat speciaal hiervoor werd ingevoerd.

We onderscheiden twee vormen:

1. sociale engineering Dit zijn gesofistikeerde constructies waarbij bedragen ten onrechte worden onttrokken aan de inning van socialezekerheidsbijdragen. De opbrengst van de regularisaties van deze dossiers (â‚Ź 56,4 miljoen) is nauwelijks lager dan de helft van de totale opbrengst van alle regularisaties.

2. frauduleuze grensoverschrijdende tewerkstelling De bestrijding van de frauduleuze grensoverschrijdende tewerkstelling richt zich tot schijndetacheringen, waarbij men geen of slechts gedeeltelijk sociale bijdragen betaalt voor buitenlanders die tijdelijk in BelgiĂŤ komen werken. Om deze fraude aan te pakken, ligt de klemtoon op een goede samenwerking met de buitenlandse autoriteiten. Zo werd er bijvoorbeeld in 2009 een akkoord afgesloten met Polen.

114

Contact : Christian.Dekeyser@minsoc.fed.be


2 Coördinatie van de fraude bestrijding op Belgisch niveau 2.1 Uitvoering van de samenwerkingsprotocollen

2.2 Actieve deelname aan de activiteiten van de SIOD

Om de activiteiten beter op elkaar af te stemmen, sluit de inspectiedienst van de FOD Sociale Zekerheid samenwerkingsprotocollen af met de andere federale inspectiediensten actief in de strijd tegen de sociale fraude (o.a. de dienst Toezicht op de sociale wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de inspectiedienst van de RSZ en de inspectiedienst van de RVA).

De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) is een overkoepelende dienst die de federale sociale inspectiediensten ondersteunt in hun strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude. De SIOD is rechtstreeks afhankelijk van de Ministers van Werk, Sociale Zaken, Justitie en Zelfstandigen en van de Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding. De FOD Sociale Zekerheid leverde zijn bijdrage aan de uitvoering van het jaarlijks actieplan van de SIOD door voldoende middelen – hoofdzakelijk personeel – ter beschikking te stellen van de acties georganiseerd door de Arrondissementscellen.

Op 1 oktober 2010 ondertekenden de ministers van Sociale Zaken, Arbeid, Justitie, Zelfstandigen, Binnenlandse Zaken alsook de Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, de vertegenwoordigers van de RSZ, de RVA en de directeur van de SIOD een samenwerkingsprotocol over de bestrijding van ernstige en georganiseerde sociale fraude. Bij dit protocol hebben de betrokken diensten een permanente Gemengde Ondersteuningscel opgericht om ervaring en know-how uit te wisselen, bruikbare en relevante parameters voor datamining vast te leggen en zo de strijd aan te binden tegen ernstige en georganiseerde sociale fraude.

In 2010 werden in het kader van een initiatief van de SIOD 21 processen-verbaal opgesteld. De FOD zit ook het Directiecomité van deze dienst voor.

115


JAARVERSLAG 2010

2.3 College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude

2.4 Knipperlichtfunctie: nationaal en internationaal

In 2008 keurde de ministerraad de oprichting van een College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude goed1. Het College is belast met het uitwerken en het toezien op de gecoördineerde uitvoering van het jaarlijkse plan tegen de fiscale en sociale fraude, en wordt voorgezeten door de Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding.

De Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid maakt ieder jaar een verslag op voor de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie) waarin de resultaten van de DG worden toegelicht. Bovendien beantwoordt de FOD de parlementaire vragen en de vragen van de verschillende nationale en internationale instellingen. Ook worden er nota’s opgemaakt over jaarlijkse vakantie, de deeltijdse arbeid, enz. Met deze nota’s melden we aan de beleidsverantwoordelijken problemen met de wetgeving, wat soms leidt tot aanpassingen van de wetgeving.

Ook onze FOD maakt deel uit van het College en werd nauw betrokken bij het opstellen van een actieplan door de Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding. Onze FOD steunt bovendien de politieke beslissing tot de oprichting van een observatorium voor de ondergrondse economie door het College en schreef een nota om deze beslissing te ondersteunen. Het luik Internationale Samenwerking van het actieplan 2009-2010 besteedt meer aandacht aan de grensoverschrijdende fraude en aan een betere internationale gegevensuitwisseling.

1 De staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding zit het college voor. De overheidsdiensten die een centrale rol spelen in de fraudebestrijding, nemen eraan deel. Het college formuleert voorstellen die de coördinatie van de verschillende inspectiediensten doeltreffender maken. Het doet ook voorstellen over specifieke actiepunten, nadat het de prioritaire actiepunten heeft bepaald. Ten slotte formuleert het voorstellen die de uniforme toepassing van de wetgeving garanderen en de gelijke behandeling van de belastingplichtigen en rechthebbenden.

116


JAARVERSLAG 2010

Stijl

de FOD profileert zich als een aantrekkelijke werkgever. 117


JAARVERSLAG 2010

3 Coördinatie van de fraudebestrijding op Europees en internationaal niveau 3.1 Bilaterale samenwerkingsakkoorden inzake sociale fraude

3.2 Bijdrage aan het Europees beleid inzake de sociale fraude

De bilaterale akkoorden leggen een rechtsbasis voor de elektronische uitwisseling van gegevens tussen openbare instellingen van sociale zekerheid. De doelstelling ervan is dubbel: enerzijds de dienstverlening verbeteren en anderzijds preventie en opsporing van fraude en fouten, zowel bij de burger als bij de instellingen die in het proces betrokken zijn.

3.2.1. Het kenniscentrum “undeclared work”

Op 6 december 2010 werd met Nederland een raamakkoord gesloten met betrekking tot de administratieve samenwerking en wederzijdse ondersteuning op vlak van sociale zekerheid.

Contact : Karen.Salden@minsoc.fed.be

Dit kenniscentrum is onder meer belast met: ›  coördinatie van onderzoeksprojecten over de ondergrondse economie, zwartwerk en sociale fraude in België; ›  raadpleging inzake fraude-indicatoren en –profielen, die ook bestemd zijn voor de beleids- en administratieve overheden; ›  monitoring van de internationale context van het onderzoek; ›  goedkeuring van de resultaten van afgeronde projecten van Europese landen en partnerorganisaties. In 2010 werd het project ICENUW (zie verder) voorgesteld in Barcelona, Amsterdam en Rome. In dit kader werd de eerste fase van de SUBLEC-enquête over zwartwerk afgerond. Ook werden tijdens de Ad Hoc Working Group on Fraud and Error adviezen overgemaakt aan de Administratieve Commissie. De FOD Sociale Zekerheid heeft vervolgens de opdracht gekregen in 2011 een methodologie te ontwikkelen voor het beheer van risico’s op vlak van fraude en onjuistheden.

Contact : Didier.Verbeke@minsoc.fed.be

118


JAARVERSLAG 2010

3.2.2. Europees project ICENUW - Implementing Cooperation in a European Network against Undeclared Work

onjuistheden, verkwisting, fraude en corruptie op het gebied van de sociale zekerheid in de ruime zin. Daarnaast wordt een geografische expansie van het netwerk naar kandidaat-lidstaten voorzien.

Dit project wordt gecoördineerd door de FOD en maakt deel uit van het PROGRESSprogramma van de Europese Commissie.

Contact : Marc.Morsa@minsoc.fed.be

Met ICENUW hebben de arbeidsinspecties, de sociale inspecties en de belastingsdiensten van 12 lidstaten getracht om, samen met experts uit de universitaire wereld, een minimale basis voor gemeenschappelijke inspectienormen, een elektronische “Who’s who” van de betrokken experts, een verzameling best practices met betrekking tot niet-bindende maatregelen (soft measures) en een juridisch kader voor de strijd tegen zwartwerk in Europa te creëren.

Contact : Didier.Verbeke@minsoc.fed.be & Sophie.Loquet@minsoc.fed.be

3.2.3. Social Integrity Europe (ex-EHFCN+): uitbouw van een Europees netwerk voor de strijd tegen onjuistheden, fraude en corruptie op vlak van sociale zekerheid EHFCN+ is een Europees netwerk van instellingen die zich bezighouden met de strijd tegen fraude en corruptie op vlak van geneeskundige verzorging. De FOD heeft hierbij een raadgevende functie: hij geeft adviezen en stelt zijn netwerk en contactpersonen ter beschikking. Dit Europees netwerk, intussen omgedoopt tot Social Integrity Europe, moet zijn activiteiten uitbreiden tot de strijd tegen

119


JAARVERSLAG 2010

120


OPDRACHT 4

Organisatievermogen Onze FOD neemt voortdurend nieuwe initiatieven om zijn organisatievermogen te versterken: het gaat bijvoorbeeld om personeelsbeheer, financieel beheer, facility management, IT-vermogen, communicatie, enz. Een sterk organisatorisch vermogen maakt het immers mogelijk om de inhoudelijke opdrachten van de FOD efficiĂŤnt en optimaal uit te voeren.


JAARVERSLAG 2010

1 Een nieuw beheersinstrument: de bestuursovereenkomst De invoering van de prestatieovereenkomst – of bestuursovereenkomst – voor de federale overheidsdiensten maakt deel uit van een sterke tendens op het vlak van overheidsbeheer, zowel op het Belgische als op het internationale niveau. Zo zijn in België op dit moment meer dan 131 overheidsorganisaties door een beheer- of bestuursovereenkomst gebonden aan hun bevoegde overheid. Op federaal niveau beschikken 10 overheidsbedrijven en 16 overheidsinstellingen van sociale zekerheid over een dergelijk instrument. De beslissing om dit soort relaties in te voeren voor de federale overheidsdiensten gaat terug op het federaal regeerakkoord van 18 maart 2008 en op de beleidsnota van de Minister van Ambtenarenzaken die op 29 oktober 2009 in de Kamer werd voorgesteld. De bestuursovereenkomst is een contract tussen de beheerders-mandatarissen van een administratie (FOD, POD, parastatale, OISZ, agentschap, enz.) en de toezichthoudende overheid, waarbij de organisatie zich ertoe verbindt voor rekening van de toezichthoudende overheid bepaalde doelstellingen te halen en deze laatste zich ertoe verbindt de acties van de organisatie zo goed mogelijk te ondersteunen. De vastgelegde operationele doelstellingen in zo’n overeenkomst gaan over het algemeen over de uitvoering van de kerntaken en worden gekoppeld aan een werkingsbudget voor de duur van de overeenkomst. De uitvoering van deze overeenkomst moet regelmatig door beide partijen worden opgevolgd. Na de ondertekening van de overeenkomst met de FOD Personeel en Organisatie in 2009 heeft de FOD Sociale Zekerheid zich kandidaat gesteld om als één van de eerste FOD’s een overeenkomst voor te leggen aan zijn bevoegde minister. Onze FOD vindt dat hij over een dergelijk instrument moet beschikken omdat we ervan overtuigd zijn dat een FOD-overeenkomst dezelfde voordelen zal bieden als

122

diegene die zijn vastgelegd in de overeenkomsten met de openbare instellingen van sociale zekerheid, namelijk: ›  de uitvoering van zijn kerntaken en de kwaliteit van zijn intern beheer verbeteren; ›  bij de werking en de projecten beter rekening houden met de verwachtingen van de minister en de regering; ›  een rationele overlegbasis bieden met betrekking tot het beheer en het budget van de FOD; ›  de huidige logica en dynamiek op het vlak van de modernisering en professionalisering van het beheer bestendigen; ›   zorgen voor meer transparantie betreffende de werking, diensten en opdrachten. Aangezien het domein “Governance” van de DG Beleidsondersteuning op dit vlak al een rijke ervaring had, heeft het Directiecomité hem gevraagd de activiteiten van de FOD te coördineren voor de voorbereiding van een eerste ontwerp van bestuursovereenkomst voor de periode 2011-2013. Begin 2010 werd een werkgroep opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van alle diensten van de FOD, en werd een portefeuille samengesteld met meer dan 120 projecten en 58 indicatoren (onderverdeeld in 13 performantie-indicatoren).


JAARVERSLAG 2010

Met dit document verbindt de FOD Sociale Zekerheid zich ertoe om zijn vier kerntaken zo goed mogelijk uit te voeren:

1. De gebruikers een snelle en goede dienstverlening verzekeren. De FOD Sociale Zekerheid is een gediversifieerde organisatie waarbinnen verschillende dienstverleningspakketten worden aangeboden, georiënteerd op een cliënteel dat bestaat uit verschillende maatschappelijke doelgroepen. De FOD verbindt zich ertoe zijn dienstverlening te onderwerpen aan een aantal kwaliteitscriteria: correcte en snelle beslissingen en uitbetalingen; duidelijke, nauwkeurige en snelle informatie; een toegankelijke administratie en een correcte en snelle behandeling van de klachten van de gebruikers.

2.   Kwaliteitsvolle ondersteuning bieden bij de uitwerking en voorbereiding van het sociaal beleid. De FOD verbindt zich ertoe om, in de geest van partnerschap en een gemeenschappelijk projectenbeheer, zijn partners zo goed mogelijk te ondersteunen bij de uitwerking en de voorbereiding van het sociaal beleid.

4. Het organisatievermogen van de dienst verbeteren door transversale projecten op te starten die ertoe kunnen bijdragen dat de FOD de drie andere beleidsassen beter kan uitvoeren en zijn vernieuwende arbeids- en werkingscultuur kan handhaven. Bij het opstellen van de projectenportefeuille moeten consequente keuzes gemaakt worden. Daarom heeft het Directiecomité eind 2010 beslist een hiërarchische prioriteitenlijst op te stellen en bij de FOD een permanent Project Management Office op te richten. Het nieuwe voorontwerp van overeenkomst is voorzien voor het eerste semester 2011. Vanuit zijn ervaringen met de overeenkomsten van de OISZ en zijn eigen overeenkomst heeft de FOD getracht een methodologie te ontwikkelen voor het opmaken van een bestuursovereenkomst. Een eerste versie van deze methodologie werd in 2010 opgesteld.

Contact : Amaury.Legrain@minsoc.fed.be

3. Degelijke ondersteuning bieden voor de strijd tegen de sociale fraude. De FOD verbindt zich ertoe het beleid op vlak van de strijd tegen de sociale fraude zo goed mogelijk te ondersteunen.

123


2 De personeelsdienst van de FOD 2.1 Belangrijkste projecten uitgevoerd door de dienst P&O in 2010

Het team “People Investment” (werving en selectie, opleiding, sociale relaties, interne communicatie P&O) werd opgeleid en gecoacht om zelfstandiger te leren werken. Het team heeft zijn processen en organisatie hervormd om vanaf 2011 kritische projecten te kunnen opstarten voor de ontwikkeling van onze organisatie.

De ontwikkeling van de dienst P&O werd in 2010 verdergezet.

De voorbereidingen voor het federaal project e-HR zijn bijzonder goed opgeschoten (tests, aanpassing van de gegevens, adviezen aan het stuurcomité, beheer van de datakwaliteit). In het kader van pData (systeem voor het verzamelen van P&O-gegevens op federaal niveau) werden de gegevens van de laatste drie jaar bijgewerkt, ondanks de technische moeilijkheid om ze te vinden en aan elkaar te koppelen.

De nadruk lag op: ›  het herbepalen van de interne rollen en verantwoordelijkheden; ›  de verdeling van de processen om de dienstverlening voor onze interne klanten te verbeteren; ›  de reorganisatie van onze activiteiten op basis van het model van Dave Ulrich (HR Champion, 1998). Wat onze werking betreft, waren de omstandigheden uitzonderlijk. Onze FOD moest immers het hoofd bieden aan een aanzienlijke vermindering van zijn loonmassa (-2,5%). Dankzij een strikt budgettair beheer kon de personeelsenveloppe op een gezonde en toch betere manier worden georganiseerd: 99,7% van de beschikbare middelen werd gebruikt. De werking en organisatie van alle cellen werden opnieuw bekeken. Zo werden de activiteiten van de beheerders volledig gereorganiseerd. De dossiers werden toegekend per taalrol en per type overeenkomst (statutairen / contractuelen), waardoor elke DG en elke afdeling kan rekenen op een degelijke opvolging. We hebben verder werk gemaakt van een gesplitste organisatie, met een “front desk” (dossierbeheerders in direct contact met de collega’s) en het team van juridisch experts (die de dossierbeheerders en de andere collega’s van P&O ondersteunen).

124

JAARVERSLAG 2010

Op een jaar tijd werd de personeelsenveloppe verminderd met 2,5%. Toch is onze FOD erin geslaagd een budget uit te trekken om ten opzichte van de jobstudenten een diversiteitbeleid te voeren. Bovendien zijn de prestatie-indicatoren inzake HR nog steeds positief en bleef de sociale vrede gehandhaafd. Het P&O-team bezocht tal van congressen om te pleiten voor de organisatieprocessen die onze dynamische werkomgeving en vertrouwenscultuur kenmerken. Bovendien was onze FOD betrokken bij HR Excellence in Public Sector and beyond (HREPS http://www.peoplesphere.be/nl/): we namen actief deel aan de activiteiten, de uitwerking van projecten en de organisatie van seminaries. Daarnaast is onze organisatie het eerste corporate lid geworden van de internationale denktank “The Future of Work” (www.futureworkforum.com), die zich toelegt op de verspreiding van vernieuwende en inspirerende concepten op het vlak van arbeidsorganisatie. Om je een beeld te geven van onze activiteiten geven we tot slot een beknopte uiteenzetting van de ontwikkeling van onze projecten “Talent en Organisatie”. In


JAARVERSLAG 2010

maart 2010 werd binnen de stafdienst P&O de cel “Talent en Organisatie” opgericht. Deze cel gaat te werk op basis van vier pijlers: ›  Resultaten: evolutie naar een resultaatgerichte organisatie; ›  Talenten: de talenten bij onze FOD kennen, naar waarde schatten en benutten; ›  Waarden: uiten zich in een concrete houding en zijn fundamenteel voor de samenhang van onze organisatie; ›  Leadership: de teamchef is als een scheepskapitein die, bron van bezieling en baken van visie, het FOD-schip veilig de haven binnenloodst.

Voor meer informatie over de hieronder behandelde projecten: Isabelle.Tegenbos@minsoc.fed.be & Saskia.Gheysens@minsoc.fed.be. Meer algemeen kan je met al je vragen over P&O terecht bij Laurence.vanhee@minsoc.fed.be of via twitter: @happy_laurence.

B. Ontwikkelcirkels in team In 2009 werden de ontwikkelcirkels in team uitgebreid naar de hele FOD. Elk team legde voor zichzelf concrete teamdoelstellingen vast. Eind 2010 vonden de eerste teamevaluaties plaats en werden nieuwe doelstellingen vastgelegd voor 2011. Indien ze dit wensten konden de teams een beroep doen op de cel Talent en organisatie en op de P&O-coaches.

2.1.2 Pijler “Talenten” Leeftijdspiramide - Vergrijzing Het openbaar ambt vergrijst zienderogen. Zoals onze leeftijdspiramide aantoont, ontsnapt ook onze FOD niet aan deze evolutie. De komende 10 jaar zal bijna 40% van onze medewerkers met pensioen gaan.

2.1.1 Pijler “Resultaten” A. Leiding geven in een veranderde werkomgeving Om onze teamverantwoordelijken te ondersteunen in de nieuwe werkomgeving (telewerk, dynamic office, afschaffing prikklok, enz.) werd het ontwikkelingstraject “Leiding geven in een veranderde werkomgeving” uitgestippeld. Vier testgroepen van de Directie-generaal Personen met een handicap volgen gedurende één jaar een parcours in het kader waarvan ze op basis van hun specifieke behoeften verder zullen evolueren naar resultaatgerichtheid, feedback op afstand en de ontwikkeling van het team.

125


JAARVERSLAG 2010

De volgende tabellen geven een overzicht per geslacht, niveau en DG/SD in juni 2010: 50+

%

Man

215

41 %

Vrouw

269

59 %

50+

%

A

133

27 %

B

94

19 %

C

155

32 %

D

102

21 %

50+

%

Diensten van de Voorzitter & Dienst Logistiek

48

46 %

SD Budget & Beheerscontrole

12

54 %

SD Personeel & Organisatie

14

27 %

SD ICT*

19

37 %

DG Beleidsondersteuning

27

43 %

DG Sociaal Beleid

24

37 %

DG Sociale Inspectie

107

34 %

DG Zelfstandigen

54

45 %

DG Personen met een handicap

168

38 %

DG Oorlogsslachtoffers

11

37 %

* De medewerkers van de Smals-MvM worden hier buiten beschouwing gelaten

Voor sommige DG’s en stafdiensten zou het nakende vertrek van medewerkers kunnen leiden tot het verlies van kennis en ervaring. Dit werd eind 2010 vastgesteld; begin 2011 werden concrete acties ondernomen.

126


JAARVERSLAG 2010

127


JAARVERSLAG 2010

2.1.3 Pijler “Waarden” A. Onze waarden in de praktijk brengen In 2007 legde de FOD voor zichzelf vijf kernwaarden vast: respect, solidariteit, vertrouwen, zelfontplooiing en resultaatgerichtheid. Onze waarden vormen een gemeenschappelijke band tussen onze medewerkers en zijn een leidraad voor ons doen en laten. Om al onze medewerkers de kans te geven deze waarden in de praktijk te brengen, werden ze opgenomen in de ontwikkelcirkels en vormen ze een centraal aspect van de verschillende activiteiten en evenementen die jaarlijks georganiseerd worden. In maart 2010 ontvingen alle personeelsleden de brochure “Onze 5 waarden. Breng ze tot leven!”, met 500 gedragstips die tijdens een workshop door onze collega’s werden vastgelegd en bij één van de 5 waarden ondergebracht. Deze aanbevelingen vertalen onze waarden in dagelijkse concrete handelingen. Daarnaast werden ze gebruikt bij de formulering van de ontwikkelingsdoelstellingen in het kader van de ontwikkelcirkels. Bij bepaalde evenementen wordt een van de waarden in de kijker geplaatst, zoals bij het ‘Goeiemorgen-‘ontbijt (respect) of de Kerstmarkt (solidariteit).

B. Diversiteit & Welzijn - Diversiteit bij de FOD Sociale Zekerheid Bij onze FOD is diversiteit een essentieel aspect van een duurzaam personeelsbeleid, en wordt er rekening gehouden met de specificiteit van elk individu en de levensfase waarin hij of zij zich bevindt. Iedereen krijgt de kans zijn loopbaan vorm te geven en zichzelf te ontplooien. Iedereen krijgt gelijke kansen en een gelijke behandeling,

128

en elke vorm van discriminatie is uit den boze. Voor elke medewerker gaan we op zoek naar een evenwicht tussen werk, zelfontplooiing en vrije tijd. De vijf waarden van de FOD dienen hierbij als basis. Het diversiteitsbeleid is bestemd voor alle personeelsleden van de organisatie, maar waar nodig wordt bijzondere aandacht besteed aan specifieke doelgroepen.

- Actieplan Personen met een handicap In 2010 heeft de stafdienst P&O een professionele organisatie de opdracht gegeven de HR-processen onder de loep te nemen en een analyse uit te voeren van eventuele vooroordelen binnen onze FOD ten aanzien van de insluiting van personen met een handicap. Concreet ging het om een analyse van de HR-processen inzake aanwerving, selectie en het ontwikkelingsbeleid. Aan de hand van een enquête werd verder nagegaan hoe de medewerkers staan ten opzichte van personen met een handicap. In het verlengde van deze enquête werden daarnaast een aantal workshops georganiseerd met teamverantwoordelijken, medewerkers met een handicap en experts. Op basis van de aanbevelingen van deze audit werd een actieplan uitgewerkt om in de toekomst het tewerkstellingsquotum van 3% voor personen met een handicap te halen en deze mensen zo goed mogelijk in onze FOD te integreren. In 2011 zullen nog verschillende acties volgen: opleiding/sensibilisering met rollenspel/ aanbrengen van hulpmiddelen voor de P&O-correspondenten om hen bewust te maken van de problematiek inzake het onthaal en de insluiting van personen met een handicap bij de diensten; opstellen van een “integratieprotocol” voor de personen met een handicap die bij de FOD werken.


JAARVERSLAG 2010

- Vaccinatie tegen de seizoensgriep 255 personeelsleden lieten zich inenten tegen de seizoensgriep. Dit zijn er 55 minder dan in 2009.

- Programma inzake preventieve geneeskundige verzorging Het programma inzake preventieve geneeskundige verzorging, dat in 2009 bij onze FOD werd ingevoerd om de gezondheid van de personeelsleden te bevorderen, werd in 2010 verdergezet. De personeelsleden kunnen op eigen initiatief een arts raadplegen om een gezondheidsbalans te laten opmaken of therapiesessies te volgen bij een kinesitherapeut, diëtist, psycholoog, enz. Hiervoor heeft elk personeelslid recht op vijf dagen dienstvrijstelling over een periode van vijf jaar. De kosten zijn wel voor rekening van de medewerker die dit aanvraagt. Elke medewerker met minstens twee jaar anciënniteit kan zich inschrijven.

B. Federaal leadership-traject Aangezien onze organisatie veel belang hecht aan leadership, moedigen we onze teamverantwoordelijken aan om deel te nemen aan de federale leadership-trajecten die worden georganiseerd door het OFO (het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid) en Vitruvius. In 2010 zijn zeven collega’s met het Vitruvius-programma begonnen en hebben 11 anderen het tweejarig traject van OFO aangevat (tactisch en operationeel leadership).

2.1.4 Pijler “Leadership” A. Coaches Sinds 2003 bestaat er bij onze FOD een team van coaches voor de ontwikkelcirkels. Hun rol bestaat erin de ontwikkelcirkels bij onze FOD te helpen invoeren en de teamverantwoordelijken te ondersteunen bij dit nieuwe prestatie- en ontwikkelingsbeheersysteem. In 2010 kregen deze coaches tijdelijk een grotere rol als begeleiders van de teamcoaches. Tijdens een tweedaags seminarie werd hun opdracht afgerond.

129


JAARVERSLAG 2010

Aan het woord is de 40-jarige Laurence, commercieel ingenieur van opleiding en sinds het najaar van 2009 onze nieuwe personeelsdirectrice. Zij heeft haar dienst aangepast aan de cultuuromslag van de FOD en de toekomstige uitdagingen. Zij licht een tipje van de sluier op.

130

" Beschik je over minder middelen, dan leer je er creatiever mee om te gaan."

Voor meer informatie kan je terecht bij Laurence.vanhee@minsoc.fed.be of op Twitter: #happy_laurence


JAARVERSLAG 2010

Een nieuwe structuur voor het departement P&O “In 2010 heb ik voorgesteld de structuur van onze dienst Personeel & Organisatie af te stemmen op de evolutie van onze FOD. Ik geef je graag een woordje uitleg. Onze eerste activiteitenpijler is “Business Partner”, een langetermijnvisie voor de processen en instrumenten voor personeelsbeheer. Hierbij denk ik meer bepaald aan”e-HR”. Dit project behelst de digitalisering van de processen en HR-gegevens op federaal niveau en zal in 2012 in gebruik genomen worden. Tevens brengen wij de processen in kaart: de verantwoordelijkheden van alle personeelsleden worden beschreven, zodat zij weten wat precies van hen verwacht wordt. Sinds 2009 nemen wij ook deel aan de FED20, een federale benchmarking aan de hand van prestatie-indicatoren op HR-gebied. Hierbij komen nog de planning en het budgetbeheer van het personeelsplan.

De vierde pijler, eveneens een kortetermijnvisie maar op mensen gericht, heet “People Investment”. Daar krijgen onze jaarplannen vorm: opleiding, werving en selectie, bevorderingen, communicatie. Ook het beheer van de relaties met de sociale partners behoort tot ons takenpakket. In deze nieuwe structuur, naar het model van Dave Ulrich, hebben onze (ongeveer) 40 medewerkers een beter zicht op wat zij kunnen betekenen in de verschillende processen en kan tevens een grotere nadruk gelegd worden op het menselijke aspect aangezien onze FOD zeer “teamgericht” is. Wij hopen zodoende tot een betere dienstverlening te komen. Wij zijn dan ook enorm tevreden met de monsterscore die de interne tevredenheidsenquête ”We4You” ons opgeleverd heeft: 82,7 %. Ondanks dit schitterende resultaat blijven wij streven naar meer kwaliteit:

Voor de tweede pijler, de beleidsvisie vanuit het oogpunt van de mensen, hebben wij de cel ”Talent & Organisation” opgericht. Deze afdeling concentreert zich op vier speerpunten: resultaatgerichtheid, talentontwikkeling, integratie van de FODwaarden in het dagelijkse leven en leiderschap. Dankzij organisatieontwikkeling kunnen wij de nagestreefde doelstellingen van onze FOD waarmaken. Dit team leidt de tevredenheidsmetingen. “Administrative Expert”, een op processen/business gerichte kortetermijnvisie, is de derde pijler. Dit team beheert de dossiers van al onze personeelsleden en bestaat uit eerstelijnsmedewerkers per directie-generaal, dienst of beleidscel, taalrol en administratief statuut. Zij worden bijgestaan door een expertisecel voor aspecten op grotere schaal (zoals de reglementaire aspecten en gecertificeerde opleidingen) – die de volledige FOD betreffen.

›  nog grotere “klantgerichtheid”; ›  hogere kwaliteit van de gegevens die wij invoeren; ›  nadruk op opleidingen (met een plan voor de hele FOD en bijzondere aandacht voor leiderschap); ›  aantrekkelijkere carrièremogelijkheden voor de personeelsleden; ›  blijvende inzet op het vlak van leiderschapsontwikkeling. Ik ben hier in een enigszins bijzondere periode gestart: kort na mijn komst is de regering in lopende zaken gegaan. Deze situatie brengt heel wat problemen mee (geen bevorderingen, geen middelen voor nieuwe projecten, …), maar dit beschouw ik als een uitdaging. Door een beperkt budget word je je echt wel bewust van de strategische posten en wordt de solidariteit bij de managers versterkt. Beschik je over minder middelen, dan leer je er creatiever mee om te gaan!”

131


JAARVERSLAG 2010

2.2 Ons personeel in cijfers

D. Spreiding per Directie-generaal (DG) of Stafdienst (SD)

A. Statuut – taalrol – niveau - geslacht De FOD Sociale Zekerheid telt 1.302 medewerkers, waaronder 337 contractuelen en 965 statutairen. 646 personeelsleden zijn Franstalig (49,62%), 656 Nederlandstalig (50,38%). 364 collega’s behoren tot niveau A, 337 tot niveau B, 415 tot niveau C en 186 tot niveau D. Onze FOD stelt 761 vrouwen (58,45%) en 541 mannen (41,55%) tewerk.

B. Arbeidstijd 70,51% van onze medewerkers werkt voltijds; 16,13% werkt 4/5.

C. Leeftijd De meeste medewerkers (420 personen of 32,26%) zijn tussen 50 en 59 jaar oud. Ongeveer 66% van onze medewerkers zijn ouder dan 40. De volledige leeftijdspiramide ziet er als volgt uit:

Leeftijdscategorie

132

De onderstaande tabel geeft het aantal medewerkers weer per directie-generaal (DG) of stadienst (SD). Hieruit blijkt dat de DG Personen met een handicap en de DG Sociale Inspectie de meeste medewerkers tellen (respectievelijk 34,56 en 24,96%).

Diensten

Aantal personen

Percentage

DG Beleidsondersteuning

66

5,07 %

DG Personen met een handicap

450

34,56 %

SD ICT (zonder Smals)

52

3,99 %

DG Zelfstandigen

122

9,37 %

DG Sociale Inspectie

325

24,96 %

SD P&O

52

3,99 %

DG Sociaal Beleid

68

5,22 %

DG Oorlogsslachtoffers

32

2,46 %

Diensten van de Voorzitter

33

2,53 %

SD B&B

23

1,77 %

Aantal personen

Percentage

<25

15

1,15 %

SD Logistiek

74

5,68 %

>=60

77

5,91 %

Varia

5

0,38 %

25-29

113

8,68 %

Totaal

1.302

100,00 %

30-39

296

22,73 %

40-49

381

29,26 %

50-59

420

32,26 %

Totaal

1.302

100,00 %


JAARVERSLAG 2010

2.3 Telewerk

Aantal nieuwe telewerkers in 2010 Taalrol

Op 31 december 2010 telde onze FOD 521 telewerkers. 185 daarvan begonnen met telewerk in de loop van 2010. Uit de onderstaande tabel blijkt dat de meeste telewerkers die in 2010 met telewerk begonnen zijn, vrouwen zijn (69,2%) en tot niveau C behoren (49,2%). 63,8% van deze telewerkers werken ĂŠĂŠn dag per week thuis.

Totaal

FR

103

55,68 %

NL

82

44,32 %

Totaal

185

100,00 %

Aantal nieuwe telewerkers in 2010 Aantal dagen telewerk per week

Aantal nieuwe telewerkers in 2010 Geslacht

Totaal

Totaal

1

118

63,78 %

V

128

69,19 %

2

37

20,00 %

M

57

30,81 %

3

30

16,22 %

Totaal

185

100,00 %

185

100,00 %

Aantal nieuwe telewerkers in 2010

Aantal nieuwe telewerkers in 2010 Categorie

Totaal

Niveau

Totaal

Totaal

Contractueel

75

40,54 %

A

56

30,27 %

Statutair

110

59,46 %

B

12

6,49 %

Totaal

185

100,00 %

C

91

49,19 %

D

26

14,05 %

Totaal

185

100,00 %

133


JAARVERSLAG 2010

2.4 Personeelsbeweging

Daarnaast hebben een aantal personeelsleden de FOD verlaten: 29 statutairen et 20 contractuelen. De volgende tabel licht deze cijfers toe: Uitstroom in 2010 (statutairen)

In 2010 verwelkomde onze FOD 22 statutaire en 12 contractuele medewerkers. De volgende tabel licht deze cijfers toe:

Instroom in 2010 (statutairen)

Taalrol Niveau

FR

NL

Totaal

A

2

5

7

B

6

7

13

C

1

1

2

9

13

22

Taalrol Niveau

FR

NL

Totaal

A

9

6

15

B

6

7

13

C

1

4

5

D

4

4

8

20

21

41

Totaal

D Totaal

Instroom in 2010 (contractuelen)

Uitstroom in 2010 (contractuelen)

Taalrol Niveau

FR

NL

Totaal

B

6

2

8

C

1

3

4

7

5

12

A

D Totaal

134

Totaal

Taalrol Niveau

FR

NL

Totaal

A

5

2

7

B

1

1

2

C

8

4

12

D

2

6

8

16

13

29


JAARVERSLAG 2010

2.5 Opleidingen In 2010 volgden de medewerkers van de FOD Sociale Zekerheid allen samen 1.000 dagen opleiding. De Franstalige medewerkers hebben een hoger aantal opleidingsdagen gevolgd dan hun Nederlandstalige collega’s. Bovendien nemen we een verschuiving waar wat betreft de verhouding tussen het aantal interne en externe opleidingen: er werden meer externe opleidingen gevolgd.

Aantal dagen opleiding Taalrol

2009

2010

FR

692,80

622,00

NL

561,60

378,00

1.254,40

1.000,00

Totaal

Interne / Externe opleidingen in % Taalrol

2009

2010

Intern

Extern

Totaal

Intern

Extern

Totaal

FR

7,08 %

48,15 %

55,23 %

9,75 %

52,45 %

62,20 %

NL

1,72 %

43,05 %

44,77 %

6,35 %

31,45 %

37,80 %

Totaal

8,80 %

91,20 %

100,00 %

16,10 %

83,90 %

100,00 %

135


JAARVERSLAG 2010

Werpen we een blik op het soort opleiding, dan merken we dat taalcursussen en opleidingen rond communicatie en persoonlijke efficiëntie veel succes kennen. Aantal opleidingsdagen per onderwerp (interne en externe opleidingen) Onderwerp

Intern

Extern

Totaal

Bureautica

48

57,5

105,5

Communicatie (persoonlijke effectiviteit)

0

85

85

Economie-budget-financiën

0

5

5

ICT (Informatica)

0

2

2

Moedertaal

0

24

24

Talen

63

442,5

505,5

Management

0

128,5

128,5

Administratie en recht

0

52

52

Beroepstechnieken

14

42,5

56,5

Duurzame ontwikkeling & leefmilieu

36

0

36

161

839

1.000

Totaal

136

2.6 Relatie met de vakorganisaties A. Basisoverlegcomité In 2010 vonden tussen de FOD en de syndicale organisaties zes overlegvergaderingen plaats rond materies die gevolgen hebben voor het personeel van de FOD (personeelsplan, arbeidsduur, werktijdregeling, werkomgeving, telewerk, enz.).

B. Basisoverlegcomité preventie en bescherming op het werk In 2010 waren er 8 vergaderingen van dit Basisoverlegcomité, een overlegplatform met de syndicale organisaties van onze FOD voor preventie en bescherming van de medewerkers op de werkvloer.

C. Sectorcomité XIII Het Sectorcomité XIII kwam in 2010 één keer samen om te overleggen over Fedasil. Het is bevoegd voor onze FOD, de POD Maatschappelijke Integratie, de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers en de Ombudsdienst Pensioenen. In het Sectorcomité wordt onderhandeld over de basisregelingen van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling.


3 Financiën 3.1 FEDCOM Het project FedCOM heeft als doel om de boekhouding en het budgetbeheer in alle federale overheidsdiensten te moderniseren. De belangrijkste wijzigingen kunnen in drie punten worden samengevat: 1. een nieuw informaticaprogramma voor het financieel beheer, 2. een nieuwe wetgeving en 3. nieuwe werkprocedures voor de betrokken diensten. Dit project wordt gecoördineerd door de FOD Budget en Beheerscontrole. Alle FOD’s zouden tegen 2012 in SAP moeten werken volgens de nieuwe richtlijnen. Na afloop van het project moeten alle federale overheidsdiensten over een drieledige boekhouding beschikken:

Vanaf 1 december 2009 werden de eerste vastleggingen in SAP ingevoerd. Sinds 1 januari 2010 worden de facturen geregistreerd en betaald in SAP. Ook de toelagen, subsidies en inkomsten worden sinds 2010 volgens de nieuwe principes in SAP ingevoerd. Eind 2010 waren 85 personeelsleden actief in het kader van SAP. Dankzij hun enthousiasme en ijver alsook de ondersteuning van de chefs werd het FEDCOM-project een succes. Het systeem kende wel een aantal kinderziekten, maar hiervoor werd al snel een oplossing gevonden en na enkele weken konden we een verbetering van de verwerkingstermijnen waarnemen. De rapportage verbeteren, nieuwe functionaliteiten ontdekken, digitalisering en automatisering, …: ook in 2011 en daarna vormt FEDCOM een uitdaging voor de FOD Sociale Zekerheid.

Contact : Dries.gellynck@minsoc.fed.be

1. een budget, 2. een (dubbele) algemene boekhouding 3. een analytische boekhouding. Samen met drie andere FOD’s en POD’s maakte de FOD Sociale Zekerheid deel uit van een eerste “roll-out”. Vanaf het budget 2010 moesten alle financiële transacties in SAP worden ingevoerd. Om deze verandering voor te bereiden werden alle financiële en administratieve procedures van de FOD (betalingen aan personen met een handicap, niet-fiscale inkomsten, betaling van toelagen, enz.) in 2009 geanalyseerd en aangepast. Er werden cursussen georganiseerd voor het gebruik van deze nieuwe informatietoepassing.

137


" Het is echt een nieuwe manier van samenwerken, die zijn vruchten afwerpt."

JAARVERSLAG 2010

Aan het woord is Dries, een 29-jarige econoom van de dienst Budget en Beheerscontrole van de FOD en een van de twee projectleiders van FEDCOM.

Voor meer informatie kan je terecht bij Dries.Gellynck@minsoc.fed.be

138


JAARVERSLAG 2010

FEDCOM, een interfederaal project voor een evenwichtige boekhouding “Eerst wil ik erop wijzen dat FEDCOM een interfederaal project is. Het is bedoeld voor alle FOD’s en POD’s. De FOD Budget en Beheerscontrole heeft het initiatief genomen; de FOD Volksgezondheid en de horizontale FOD’s fungeerden in de eerste fase als “pilootdiensten”. Nu nemen wij deel aan de volgende fase: de eerste “roll-out”. Meerdere FOD’s hebben FEDCOM dit jaar ingevoerd en in 2012 volgen nog andere FOD’s, zoals Binnenlandse Zaken of Justitie. Dit project moet leiden tot een evenwichtige boekhouding, boekhoudprogramma’s en een totaalbeeld van het budget. In 2008 hebben wij onze werkwijze onder de loep genomen. Het jaar erop hebben 8 vrijwilligers, “key users”, de analyse afgerond, een opleiding gevolgd en tests uitgevoerd. Er werd geopteerd voor de “train-the-trainermethode”: voor elk FEDCOMdomein (ontvangsten, uitgaven, begroting enzovoort) werd in de FOD Budget een medewerker geschoold, die op zijn beurt zijn collega’s in de materie opleidde en procedurehandboeken schreef. In 2010 werd FEDCOM geïmplementeerd: wij wilden op 1 januari 2010 operationeel zijn en gingen daarom op 1 december 2009 in productie. 92 personeelsleden (van alle niveau’s) werken thans in SAP (een programma voor het beheer van ondernemingen): niet alleen B&B, maar ook de budgettair correspondenten in alle diensten maken gebruik van FEDCOM.

De bestaande procedures moesten plaats ruimen voor een nieuwe manier van werken: nieuw circuit voor de facturen, op termijn digitalisering van alle documenten, boekingen, … Aanvankelijk werden wij bedolven onder de vragen, maar de personeelsleden hebben heel positief gereageerd en zich de nieuwe taken snel eigen gemaakt. Wij zijn zeer tevreden over het nieuwe systeem. Dankzij zijn complexiteit biedt FEDCOM diverse mogelijkheden en voordelen (brede waaier op het vlak van rapportage bijvoorbeeld). Daarom krijgen wij nu nog steeds vragen en organiseren wij regelmatig opleidingen. De configuratie van de applicatie is stabiel, maar ze zal nog veranderen naar aanleiding van eventuele opmerkingen van de gebruikers en van specifieke noden van FOD’s die op de kar zullen springen. Vandaag is de “projectfase” afgerond en bevinden wij ons in de fase van de dagdagelijkse activiteiten. Het interessante van dergelijke interdepartementale projecten zijn onder meer de vele formele en informele contacten met de andere FOD’s. Met zijn ingewikkelde analyse en lange opleidingsperiode was FEDCOM bepaald geen sinecure. Het heeft veel energie gekost, maar het resultaat mag er zijn. FEDCOM is niet zomaar een informaticaprogramma; het is echt een nieuwe manier van samenwerken (voor iedereen, ook voor de leveranciers), die zijn vruchten reeds afwerpt: kortere betalingstermijnen, verschillende analysemogelijkheden, …”

139


JAARVERSLAG 2010

3.2 Personeels- en werkingskosten

3.3 Subsidies, toelagen, tegemoetkomingen

In 2010 bedroegen de kredieten voor personeels- en werkingskosten in totaal 109.134.000 €.

Het budget van de FOD Sociale Zekerheid bedraagt bijna 10 miljard euro. Onderstaande tabel toont de grootste uitgavenposten en vergelijkt de kredieten met die van 2009.

Personeels- en werkingskosten

Subsidies, toelagen, tegemoetkomingen Kredieten 2010 (x 1000 € )

Kredieten 2009 (x 1000 € )

personeelskosten beleidscellen

8.500

9.739

werkingsmiddelen beleidscellen

3.203

1.472

Uitgavenposten

personeelskosten FOD Sociale Zekerheid

62.687*

Werkingskosten FOD Sociale Zekerheid

34.744

32.465

109.134

101.378

Totale kosten werking en personeel

Contact : Dries.gellynck@minsoc.fed.be

57.702

Kredieten 2010 (x 1000 € )

Kredieten 2009 (x 1000 € )

Subsidies voor het statuut der zelfstandigen

1.263.036

1.270.904

Tegemoetkomingen voor personen met een handicap

1.842.116

1.774.284

Globale Rijkstoelage voor de RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid)

5.818.698

5.836.265

Toelage voor de DOSZ (Dienst voor de overzeese sociale zekerheid)

310.044

308.848

Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

435.606

390.253

Subsidie voor het IV-NIOOO (Instituut voor Veteranen – Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oudstrijders en Oorlogsslachtoffers)

39.202

43.069

Burgerlijke slachtoffers van de oorlog 1940-45

33.958

36.578

9.742.660

9.660.201

Uitgavenposten

Totaal subsidies en tegemoetkomingen Aantal vastleggingen: 3.734 in 2010, 820 in 2009. Aantal ordonnanceringen: 18.605 in 2010, 20.450 in 2009.

Contact : Dries.gellynck@minsoc.fed.be 140


JAARVERSLAG 2010

141


4 Facility management 4.1 Green Public Procurement De Europese Unie heeft zich tot doel gesteld dat vanaf 2010 de helft van alle overheidsopdrachten milieuvriendelijk zou zijn. Daarom werden in alle lidstaten bewustmakingsconferenties georganiseerd. Deze conferenties brengen mensen samen die een verschil kunnen betekenen in de vergroening van de overheidsopdrachten. De FOD Sociale Zekerheid en de Federale Programmatorische Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling organiseerden samen op 22 juni 2010 de conferentie “Green Public Procurement”. Verschillende thema’s kwamen aan bod, zoals het dynamic office-principe, energiebesparingen in de overheidsgebouwen, het “paperless office”, enz.

JAARVERSLAG 2010

4.2 Optimalisering van de installatie van onze diensten in de Finto Bij de DG Personen met een handicap werd het project “Digitalisering Dossiers Personen met een handicap” voortgezet. De mobiele archiefrekken zijn verdwenen, wat voor extra werkruimte heeft gezorgd. Op die manier heeft de DG Personen met een handicap een interne verhuizing mogelijk gemaakt: de dienst P&0 kon van de 4de naar de 6de verdieping en de vrije ruimte op de 4de verdieping kon vervolgens worden ingenomen door de Helpdesk van ICT en de dienst Communicatie. Om zijn dienstverlening voor externe klanten nog verder te verbeteren zal de dienst Logistiek op de verdieping -2 een moderne conferentiezaal inrichten midden 2012. Er werden ook verfraaiingswerken opgestart voor een nieuw selectielokaal. Een afzonderlijk lokaal voor de ontvangst van kandidaten en het eigenlijke selectielokaal werden gerenoveerd.

142


JAARVERSLAG 2010

4.3 Externe diensten Zodra alles in de Finto in orde was gebracht, kon alle aandacht gaan naar de meest dringende problemen op vlak van veiligheid en toegankelijkheid bij de buitendiensten. Zo werden overal AED’s (automatische externe defibrillatoren) aangebracht en waar nodig bijkomende Evac-chairs. Bovendien werden de computer -en elektriciteitskabels op de burelen in een plastic omhulsel samengebracht, wat bijdraagt tot een verzorgd interieur. In juni heeft de Sociale Inspectie van Gent haar intrek genomen in een gerenoveerd gebouw en sinds december is het Medisch Centrum van Brugge in een nieuw gebouw ondergebracht. Zo is de Regie der gebouwen op haar beurt kunnen beginnen met de renovatie van de oude gebouwen.

143


JAARVERSLAG 2010

Aan het woord is de 60-jarige Anny, binnenkort “jong gepensioneerde�, na meer dan 40 jaar werken in de FOD! Een terugblik op haar opmerkelijke loopbaan waarin zij een grote verantwoordelijkheid had in een cruciale sector die maar al te vaak over het hoofd gezien wordt: Logistiek.

" Het boeiende aan mijn werk is het contact met zo veel mensen." 144

Voor meer informatie kan je terecht bij Anny.Vannieuwenhove@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

40 jaar enthousiast werken voor de Dienst Logistiek “Ik ben net 60 geworden. Momenteel ben ik personeelsverantwoordelijke (van ongeveer 45 mensen). Ik heb tot 80 medewerkers onder mij gehad. Ik zal mijn loopbaan eens kort schetsen. Alles is begonnen op 1 juli 1970, in de Koningsstraat. Ik was toen een piepjonge typiste, niet eens 20 jaar! In 1972 zijn wij verhuisd naar Centrum 58, waar ik nog 5 jaar als typiste gewerkt heb. In 1977 ben ik geslaagd voor mijn examens “opsteller” en ben ik in de dienst Economaat beland. Eerst was ik verantwoordelijk voor een twintigtal personen, in de cafetaria. Ik moest alles regelen. Zo gingen wij in die tijd nog op iedere verdieping met koffie langs. Met een karretje trokken wij van bureau naar bureau. Daarna kreeg ik een nieuwe taak:

ik moest het bodeteam organiseren: brieven bezorgen en verzenden, dossiers en mappen intern rondbrengen, … Heel wat werk! Medio jaren ‘80 kwam daar een nieuwe opdracht bij: de organisatie van de schoonmaakploegen. Een twintigtal schoonmaaksters wisselden elkaar af (de ene ploeg werkte ‘s morgens, de andere ‘s namiddags). Om zeker te zijn dat alles piekfijn in orde was, moest ik van het begin tot het einde aanwezig zijn. Dat waren lange dagen! Gelukkig werkte mijn man ook in Brussel en kwamen wij per auto. Aanvankelijk voerde ik veel controles uit omdat ik hoge kwaliteitseisen stelde. Maar zodra de ploegen wisten wat hen te doen stond, hoe zij samen puik werk konden leveren, liep alles van een leien dakje. Telkens als een collega met pensioen ging, werd mijn takenpakket uitgebreid (lacht)! Zo kwamen de telefonisten aan het onthaal (5 personen) begin jaren ’90 tevens onder mijn verantwoordelijkheid te staan. De werkdruk lag er zeer hoog. De massa’s oproepen van personen met een handicap schakelden wij door naar de diensten, die

zelf overstelpt waren. Gemakkelijk was anders! En hier kwam pas een einde aan met de oprichting van het Contact center. Midden jaren ’90 kwamen daar nog eens de chauffeurs bij. En tot slot de arbeiders en de drukkerij! 80 personen in totaal (van beide taalrollen)! Mijn inzet werd beloond en ik kreeg een hogere functie medio jaren ‘00. Mijn werk is mij altijd blijven boeien omdat er veel aspecten bij kwamen kijken: menselijk contact met de medewerkers, een zeker kwaliteitsniveau dat verwacht werd, veel telefonische contacten (met firma’s, leveranciers, ...). Soms zorgde het werk voor heel wat stress. Zo was er op een keer een waterlek in de toiletten. Het water bracht de informatica-apparatuur op de verdieping eronder in gevaar. Grote paniek bij de ICT-collega’s! Vaak moest ik instantoplossingen uit mijn hoed toveren. Centrum 58 was een oud gebouw (de parking van Expo 58 werd omgevormd tot kantoren) en problemen waren er legio. Nu werken wij in een splinternieuw gebouw; alles is nieuw, zo veel gemakkelijker. Ik herinner mij ook nog dat er eens een mazoutlek was in de parking naast ons gebouw. En wij maar zoeken naar de oorzaak van die verschrikkelijke stank! Veiligheidshalve hebben wij de personeelsleden dan geëvacueerd en de toegang tot het gebouw ontzegd. Ander probleem: daklozen die in de doorgang sliepen, waardoor de hygiëne en veiligheid in het gedrang kwamen. Hoe vaak heb ik de politie niet moeten bellen! Het boeiende aan mijn werk is het contact met zo veel mensen. Ik heb altijd de voorkeur gegeven aan persoonlijk contact om problemen op te lossen. Tegenwoordig zijn mensen geneigd alles achter hun computer op te lossen. Ik heb mij, in de mate van het mogelijke, altijd zelf verplaatst om poolshoogte te nemen en een oplossing uit te dokteren met de persoon die alarm had geslagen. En zo kent iedereen mij ondertussen!”

145


JAARVERSLAG 2010

5 IT-vermogen 5.1 Structuur van de “business unit” van de dienst ICT 5.1.1. Ontwikkeling van aangepaste ICT-diensten en -oplossingen op maat van de DG’s / SD’s De ICT-diensten en -oplossingen worden door de dienst ICT ontwikkeld samen met de Directies-generaal (DG’s) en stafdiensten (SD’s) van de FOD, om zowel wat betreft de termijnen als op kwaliteitsvlak aan hun behoeften te voldoen. Deze ontwikkelingen maken deel uit van specifieke projecten voor een DG / SD of van transversale projecten voor meerdere DG’s / SD’s om een oplossing op maat uit te werken.

5.1.3. Uitvoering van haalbaarheids- en opportuniteitsstudies Om vanaf het begin rekening te houden met alle vragen van de DG’s/SD’s, voert de dienst ICT samen met deze klanten een analyse uit waarbij hun behoeften worden gepreciseerd en beoordeeld: › Uitwerken van opportuniteitsstudies op basis van een voorstel om een licht te werpen op de mogelijke voordelen, de gevolgen, risico’s, kosten, en termijnen evenals een architectuur; › Uitwerken van haalbaarheidsstudies op basis van de vastgestelde behoeften, om scenario’s voor oplossingen voor te stellen.

5.1.4. Ondersteuning klanten van de dienst ICT 5.1.2. Ondersteuning van de ICT-diensten en -oplossing voor de DG’s/SD’s De geboden ICT-oplossingen moeten duurzaam zijn, in eerste instantie wat betreft de beschikbaarheid en de continuïteit.

146

Elke oproep van een klant wordt beheerd: › hetzij via de HelpDesk voor incidenten en standaardvragen; › hetzij via de Relationship Managers van de dienst ICT bij de DG’s/SD’s.


JAARVERSLAG 2010

5.2 Tijdige en kwaliteitsvolle aflevering van ICT-diensten en -oplossingen

5.3 Beschikbaarheid en continuïteit van de ICT-oplossingen

In 2010 werkte de dienst ICT aan 44 projecten* :

De beschikbaarheid van de oplossingen wordt gemeten aan de hand van de beschikbaarheid:

› voor 38 projecten verloopt de planning naar wens. Hiervan zijn er 16 nog in uitvoering en werden er 22 goed afgeleverd. Bij drie van deze laatste werd wel de omvang herzien. › zes projecten liepen vertraging op. Hiervan zijn er vier nog in uitvoering, twee werden goed afgeleverd (de vertragingen zijn te wijten aan problemen tussen externe firma’s, de interne klant en ICT).

› van de informatiesystemen: in 2010 waren twee van deze systemen vier of vijf keer niet beschikbaar. De beschikbaar was wel altijd hoger dan 99%; › van de micro-informatica (desktop pc’s en laptops, netwerk- en draagbare printers): beschikbaarheidsgraad van 97,2% (de meting geeft het percentage aan zonder voorvallen op een bepaald moment).

* Cijfers op 01.04.2011

De continuïteit van de business Deze wordt in eerste instantie verzekerd door de backup van de servers die de grote informatiesystemen ondersteunen. Voor alle servers bestemd voor de informatiesystemen van de klanten-DG’s en voor de informatica- en mailservers werd een maximale continuïteit gehaald.

147


JAARVERSLAG 2010

5.4 Studies goedgekeurd door het Directiecomité

5.5 Snelle oplossing voor problemen van de gebruikers

In 2010 werden niet minder dan 11 studies uitgevoerd en goedgekeurd:

95,1% van de problemen (met betrekking tot informaticatools, email en toegangbeheer / paswoorden) werd onmiddellijk opgelost . Het aantal

›  Meer performante interface met het FEDCOM-systeem; ›  Integratie van de applicaties Mimosis en Midas (microsimulatiemodel ontwikkeld bij het Federaal Planbureau) in het netwerk van de FOD met uitbreiding van het toegangsrecht voor derden in telewerk; ›  Systeem voor facturatie en voor het versturen van publicaties van de DG Beleidsondersteuning; ›  Klachtenpagina DG Personen met een handicap; ›  Proof of concept sharepoint in functie van de haalbaarheid van bepaalde functionaliteiten gekoppeld aan een specifiek gebruik; ›  Opportuniteit van de invoering van een unieke frontdesk voor dienstverlening inzake ICT en logistiek; ›  Studie betreffende de integratie van Iphone en Ipad in het ondernemingsnetwerk van de FOD; ›  Migratie van de ICT-bibliotheek naar de bibliotheek van de FOD met vastlegging van de rollen; ›  Vormelijke en inhoudelijke herziening van de website van de FOD; ›  Verbetering van de website van de FOD; ›  Haalbaarheidsstudie over een gemeenschappelijk systeem dat tegemoetkomt aan de verschillende behoeften op vlak van klachtenbeheer.

148

oproepen dat niet binnen de maand wordt afgehandeld bedroeg 24%.


JAARVERSLAG 2010

149


JAARVERSLAG 2010

5.6 Grote projecten uitgevoerd in 2010 Naast de talrijke projecten en studies voor de klanten (de directies-generaal en stafdiensten van de FOD) werkte de dienst ICT ook aan verschillende projecten om zijn organisatie en de kwaliteit van zijn dienstverlening voor de klanten te verbeteren.

5.6.2. Bestuur en beslissingsstructuren In het licht van zijn transformatieprogramma, dat in 2009 in gang werd gezet, heeft de dienst ICT de definitie en promotie van de noodzakelijke beslissingsstructuren verdergezet, waarbij alle niveaus van de FOD ondergebracht werden in verschillende beleidsdomeinen met directe of indirecte impact op de automatisering van de oplossingen.

Contact : M.Misko@minsoc.fed.be

5.6.1. Project management & Bestuursovereenkomst Een informaticaproject komt altijd tegemoet aan de behoeften van een dienst en maakt deel uit van een groter project op het niveau van de core-business van deze dienst. Het is dan ook van belang dat de projecten op dit globaal niveau worden beheerd. Een project kan bestaan uit subprojecten van verschillende aard: een subproject Business (met alle acties binnen de DG/SD wat betreft processen, documentatie, opleiding, tests, change management), een subproject Informatica in ongeveer 70% van de gevallen, eventueel een subproject Human Resources, Communicatie of Wetgeving … Al deze projecten en subprojecten moeten door een beheersorgaan worden gecoördineerd: het Enterprise Project Management Office. Ter voorbereiding van de lancering van het Enterprise Project Management Office heeft de dienst ICT een beheersomgeving voor de ICT-projecten gedefinieerd die geïntegreerd is met de projecten in verband met de bestuursovereenkomst. Meer bepaald werden verschillende processen en basistools uitgewerkt rond prioriteitenbeheer.

Contact : John.Vandamme@minsoc.fed.be 150

5.6.3. Entreprise Architecture Om tegemoet te komen aan de beleidsdoelstellingen van de FOD is een steeds groter aanpassingsvermogen nodig. Op het niveau van de organisatie komt dit tot uiting in de groeiende vraag naar een holistische architectuur van activiteiten en snel aanpasbare vakprocessen. Dankzij een dergelijke architectuur kunnen de strategische heroriënteringskeuzen worden gestuurd en wordt het mogelijk de bestuursinitiatieven te ondersteunen die nodig zijn om de verandering in goede banen te leiden. De bedrijfsarchitectuur is bedoeld om aan deze behoefte tegemoet te komen door de activiteitendomeinen in kaart te brengen waar bestaande onderdelen opnieuw kunnen worden gebruikt (zowel binnen onze FOD als in de omgeving ervan) of waar onderdelen kunnen worden ontwikkeld die nuttig kunnen zijn voor andere gebieden. Dit alles maakt deel uit van een pragmatische aanpak. De onderdelen kunnen verschillend zijn van aard: processen, activiteiten, toepassingsmodules, technische elementen, …


JAARVERSLAG 2010

Als eerste stap in zijn transformatieprogramma heeft de dienst ICT een voorstel uitgewerkt in verband met de aanpak. Dit voorstel werd positief onthaald bij het DirectiecomitĂŠ van de FOD.

5.6.5. Processen en metrieken van de dienst ICT

Contact : Francoise.Gillet@minsoc.fed.be

Om zijn prestaties te verbeteren heeft de dienst ICT de cartografie van zijn processen herzien en een eerste evaluatie van hun maturiteit doorgevoerd om de prioritair aan te passen processen in de kijker te plaatsen. De dienst heeft ook een eerste metrisch kader vastgelegd om de prestatie van sommige processen en het gebruik van middelen op te volgen.

5.6.4. Service management

Contact : Lieven.VandenEede@minsoc.fed.be

De dienst ICT heeft de eerste fase van de invoering van zijn herziene dienstenportefeuille uitgevoerd. De organisatie- en procedureomgeving en een eerste blauwdruk voor een oplossing in verband met het beheer van de aanvragen zijn al uitgewerkt. Er werd een nieuwe, “agile development� aanpak onderzocht en voorgesteld om samen met de aanvragers sneller te kunnen komen tot oplossingsmodules met een welomlijnde scope, die kunnen worden gerealiseerd in een kort tijdsbestek met een aantal vaststaande hulpmiddelen.

Contact : Lieven.VandenEede@minsoc.fe.be

5.6.6. Sturen van de verandering van de dienst ICT In het licht van zijn herstructurering, en in het bijzonder van zijn organisatie in transversale competentiecentra en structuren, heeft de dienst ICT de evaluatie en de gerichte verbeteringen verdergezet. Om de medewerkers van de dienst ICT bij deze veranderingen te begeleiden werden een eerste diagnose van de situatie en een analyse uitgevoerd en werden een eerste projectplan evenals de begeleidingsinitiatieven ontwikkeld (communicatie, gericht coachen, wiki...).

Contact : Laurent.Dury@minsoc.fed.be

151


JAARVERSLAG 2010

Aan het woord is Sébastien, een 30-jarige licentiaat in de informatica en Competence Center Manager in de ICT-dienst. Dit team (9 medewerkers) heeft Kumo, een “in-housezoekmotor” ontwikkeld. Een woordje uitleg.

152

" In teamverband een oplossing uitdokteren, waarbij “de klant” van meet af aan nauw betrokken is. "

Voor meer informatie kan je terecht bij Sebastien.kondov@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

Een zoekmotor “op maat” voor de FOD

Kumo is een zoekmotor die voor de Sociale Inspectie uitgewerkt en voor de FOD uitgedacht werd. Op dit ogenblik gebruikt één dienst van de FOD het systeem, maar het zou gemakkelijk in andere ingevoerd kunnen worden. Met deze tool kan je gegevens opzoeken. Voor een dienst als de Sociale Inspectie hebben wij heel wat “objecten“ geïndexeerd: de dossiers zelf, maar ook de personeelsleden of werkgevers (die gecontroleerd worden) enzovoort. Kumo kan je vergelijken met Google. Je voert een woord in, het systeem zoekt dit op en toont een reeks gevonden “objecten”. Het betreft een ”ruwe opzoeking”: de spelling van de ingevoerde term doet er met andere woorden niet toe. Het systeem kan gemakkelijk aangepast worden. Zo hebben wij alle bij de RSZ aangesloten bedrijven toegevoegd. Deze gegevens zijn afkomstig van de parastatale instelling en worden wekelijks bijgewerkt. Op die manier kan je bijvoorbeeld alle horecabedrijven in een bepaalde straat van een bepaalde stad met een bepaalde postcode opzoeken. Op dit ogenblik zijn meer dan 4 miljoen objecten geïndexeerd. Dergelijk systeem kan in de toekomst voor de hele FOD gebruikt worden: in de DG Oorlogsslachtoffers, de DG Zelfstandigen, ICT, ... Wij zouden de “ressources” van de FOD kunnen indexeren (bijvoorbeeld alle economen) en als sleutelwoord “economen” invoeren. Met zoekfuncties kan je enorm veel doen. Pro justitia’s bijvoorbeeld duiken in vele dossiers van sommige van onze departementen op. Wel, wat houdt ons tegen om ze te indexeren en in het document zelf te gaan opzoeken? Zo kom ik bij de naam van onze toepassing: Kumo is Japans voor ”spin”. Wij hebben deze naam gekozen omdat het systeem ons doet denken aan het geraffineerde netwerk van een spinnenweb. Voer je bijvoorbeeld de naam van een personeelslid van de Sociale Inspectie in, dan krijg je na twee muisklikken te zien welke dossiers

die persoon het laatst behandeld heeft, welke bedrijven hij bezocht heeft, enzovoort. De ingevoerde “objecten” worden aan elkaar gelinkt en vormen een heus web. Het systeem is tevens gebaseerd op het principe van “search and act”. Je zoekt iets op en doet er iets mee. Hier is dit ook het geval. Zoekt een collega van de Sociale Inspectie iets in Kumo op, dan kan hij, vanuit Kumo, de toepassingen openen die hij nodig heeft om het dossier te verwerken. Tevens kan hij rapporteren en verslagen afdrukken. Zoekt de controleur een bedrijf, dan kan hij het op basis van het adres direct oproepen in Google Maps, … Mogelijkheden zat dus. Kumo werd intern ontwikkeld (zonder een firma of een extern budget te moeten aanspreken) door zes teamleden, die er zich met wisselende intensiteit mee beziggehouden hebben. Voor dit project zijn wij proactief te werk gegaan. Wij wisten dat de collega’s van de Sociale Inspectie een snel reagerend systeem nodig hadden. Wanneer iemand telefonisch inlichtingen over zijn dossier vraagt, kan je je het niet veroorloven massa’s gegevensbanken te moeten openen. Je kan niet zonder een centraal, gebruiksvriendelijk zoeksysteem waarin je in een oogwenk de gelinkte gegevens kan oproepen. Zo zijn wij op het idee van Kumo gekomen. De “klantendienst” was meteen voor ons voorstel gewonnen. In 3 weken hebben wij een functioneel ontwerpmodel uitgewerkt en voorgelegd aan de dienst om te zien of wij op de goede weg waren. Wij willen de klant namelijk altijd zo snel mogelijk bij het project betrekken om misverstanden te voorkomen. De werkzaamheden werden opgestart in april en de website Kumo ging in december 2010 in productie. Het is enorm boeiend vooruit te lopen op de noden van een dienst en in teamverband een oplossing uit te dokteren, samen met de “klant”. Dit systeem kan trouwens zonder al te veel moeite aangepast worden aan andere contexten, andere diensten.”

153


JAARVERSLAG 2010

5.7 Kerncijfers ICT 2010: aantal projecten per interne klant

VIC; 1

PEO; 1

ISO; 10

BEB; 2

FOD; 11

INE; 1 ICT; 3

HAN; 22

154

BEB

SD Budget & Beheerscontrole

FOD

De volledige FOD

HAN

DG Personen met een handicap

ICT

SD ICT

INE

DG Zelfstandigen

ISO

DG Sociale Inspectie

PEO

SD Personeel & Organisatie

VIC

DG Oorlogsslachtoffers


JAARVERSLAG 2010

2010: onderverdeling van de projecten per categorie

gov 8%

cont

continuïteit “business”

egov

communicatie “citizen to government”

cont 13%

sec 8% egov (CtoG) 8%

simpl adm transformation bus

collab 14% simpl adm (GtoG) 13%

KM collab

communicatie “government to government” “transformation business” beheer van de professionele gegevens samenwerking tussen professionals van de FOD

sec

veiligheid “risk management”

gov

gouvernance

KM 17% transformation bus 19%

155


6 Informatie en communicatie 6.1 De medewerkers informeren, samenbrengen en inspireren De FOD Sociale Zekerheid is hoegenaamd niet “stoffig”, zoals men zich een overheidsdienst wel eens voorstelt. Personages uit de Vlaamse televisieserie “De collega’s” kom je er niet meer tegen. De FOD Sociale Zekerheid staat voor teamgeest, solidariteit en engagement. Onze interne communicatie beperkt zich bovendien niet tot een transparante informatie-uitwisseling tussen collega’s. Ook belangrijk is bijvoorbeeld dat het personeel betrokken wordt bij de invoering van waarden of dat het wordt warm gemaakt voor de organisatiecultuur van de FOD. Zo heeft de FOD in 2010 samen met de andere DG’s en stafdiensten tal van activiteiten georganiseerd voor zijn medewerkers, waaronder: ›  Het “Goeiemorgen-ontbijt” was bedoeld om de collega’s op een ludieke manier aan te sporen elkaar vaker goede morgen, goede namiddag en goede avond te zeggen. Dit verrassingsontbijt was een initiatief in het kader van de waarde respect. ›  Eén van onze waarden is solidariteit, een kernwaarde voor een overheidsdienst die zich bezighoudt met de sociale zekerheid. In het kader van onze Paasactie hebben onze collega’s als bedanking een geschenkje gekregen van een social profit-organisatie.

156

JAARVERSLAG 2010

›  Ook bij onze kerstactie stonden onze vijf waarden centraal. Met een bescheiden budget en heel wat creativiteit verrasten een aantal collega’s ons tijdens een geïmproviseerde kerstmarkt. ›  Onze Friends & Family Day weerspiegelt de nieuwe cultuur en de waarden van onze FOD. Om zijn informatieopdracht te vervullen heeft de FOD vooral gebruik gemaakt van zijn intranet, het officiële communicatiekanaal dat in 2011 voor het eerst zal worden bijgewerkt naar aanleiding van de resultaten van een interne tevredenheidsenquête in 2010. In de geest van een “paperless office”-filosofie werd beslist het personeelsblad niet meer uit te geven. Het laatste nummer verscheen in juni 2010 ter afsluiting van een reeks waarin telkens een dienst van de FOD werd voorgesteld.

Contact : Barbara.deClippel@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

157


JAARVERSLAG 2010

6.2 Een gecoördineerd antwoord op vragen van burgers

Aantal dossiers per dienst

Dienst Het projet CoCa (afkorting van Courrier Cabinet) werd in 2003 opgestart. De cel Beleidsondersteuning van de Minister van Sociale Zaken bezorgt de vragen van burgers aan de FOD, die ze vervolgens doorstuurt naar de bevoegde diensten (binnen de FOD, bij de openbare instellingen van sociale zekerheid, …). Tot begin 2010 werden deze dossiers behandeld en geanalyseerd met de CRMtool Siebel. Omwille van de gestegen kostprijs werd beslist Siebel niet meer te gebruiken en de procedure voor de verwerking van brieven aan te passen. De FOD stuurt brieven nog steeds naar de bevoegde dienst(en) door, maar dit gebeurt nu per e-mail. Voortaan staat elke dienst zelf in voor het sturen van een antwoord naar de burger. In 2010 ontving de FOD Sociale Zekerheid 355 te behandelen brieven van de Beleidscel. 87% van deze brieven werden binnen de drie werkdagen doorgestuurd naar de bevoegde dienst. 34% van de brieven waren bestemd voor de interne diensten van de FOD, terwijl 66% naar externe diensten werd doorgestuurd. Er werden dossiers doorgestuurd naar in totaal 23 diensten.

Contact : Barbara.deClippel@minsoc.fed.be

158

Aantal dossiers

Selor

121

Directie-generaal Sociaal Beleid

110

RIZIV

76

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

24

Directie-generaal Personen met een handicap

11

FAVV

8

RSZ

5

TOTAAL

355

In dit onderdeel vermelden we het werk van de dienst Communicatie. Daarnaast worden ook bij de verschillende stafdiensten en DG’s van de FOD e-mails, brieven en telefoonoproepen beantwoord.


JAARVERSLAG 2010

6.3 Informatiefunctie De FOD Sociale Zekerheid beheert drie websites (www.socialsecurity.fgov.be; www.handicap.fgov.be; www.warvictims.fgov.be) en verstuurt drie elektronische nieuwsbrieven naar verschillende doelgroepen: de personen met een handicap, professionals binnen het netwerk van de sociale zekerheid en de burger in het algemeen. Tijdens het Belgische Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie beheerde de FOD een website waarop verslag werd uitgebracht over de evenementen op sociaal vlak (www.socialsecurity.fgov.be/eu). Omdat de FOD aandacht heeft voor het leefmilieu en zich wil inzetten voor duurzame ontwikkeling, werden alle documenten van de conferentie niet meer gedrukt maar online geplaatst. Daarnaast werden twee nieuwsbrieven verspreid: “Social Presidency” met een overzicht van de verslagen op de website, “AC News”, bedoeld voor de leden van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidssystemen. Behalve de eigen websites en elektronische nieuwsbrieven verleent de FOD ook zijn medewerking aan de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialsecurity.be), de federale website www.belgium.be en de publicatie “Belgopocket”.

Contact : Barbara.deClippel@minsoc.fed.be

159


JAARVERSLAG 2010

Enkele thema’s van de communicatiecampagnes in 2010: ›  Europese ziekteverzekeringskaart; ›  De nieuwe Europese coördinatieregels; ›  Leaving Belgium: snel toegankelijke en betrouwbare inlichtingen over de sociale zekerheid, bestemd voor Belgen in het buitenland (studenten, werknemers, gepensioneerden, enz.); ›  Ingebruikname van een groen nummer voor personen met een handicap; ›  Ontmoetingsdag van de “Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten” voor de personen met een handicap; ›  Artikel 17: elektronische aangifte van sociale bijdragen voor de sociaal-culturele sector en tijdens sportevenementen; ›  Invoering van het register van vervangende ondernemers; ›  De FOD is partner van de Nationale Thuiswerkdag (http://www.nationalethuiswerkdag.be) ; ›  Voorstelling van het elektronisch loket www.handiweb.be: voortaan kunnen personen met een handicap hun dossier online raadplegen; ›  Verslag nr. 6 Gezondheidsenquête door middel van interviews: “De gezondheid van ouderen in België in 2008”: http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/publicaties/gezondheidsenquete-ouderen.htm

Contact: Barbara.deClippel@minsoc.fed.be

160


JAARVERSLAG 2010

6.4 Bibliotheek 6.4.1. Vermindering van het papierverbruik ten gunste van digitale dragers In 2010 lanceerde de bibliotheek van de FOD Sociale Zekerheid onderstaande initiatieven om het gebruik van papieren dragers te verminderen en deze te vervangen door elektronische dragers:

- Beschrijvende en analytische inventaris van de papieren tijdschriften De bibliotheek (BIB) tracht de beperkingen van papieren abonnementen te vermijden. Om de collectie van papieren tijdschriften om te zetten naar een elektronische portefeuille, moest een inventaris van de tijdschriftencollectie worden opgemaakt. De beschrijving van de hele collectie nam zes maanden in beslag. Het gaat om 320 abonnementen, goed voor 250 meter papier.

- Geleidelijke stopzetting van papieren collecties en ter beschikking stellen elektronische versie De BIB brengt de reeksen in kaart die gemakkelijk kunnen worden stopgezet, hetzij omdat er een elektronische versie bestaat, hetzij omdat de inhoud niet meer tot de business van de FOD behoort. Hiertoe volgt de BIB voortdurend de ontwikkelingen inzake elektronische abonnementen op en staat hij in voor de actualisatie van de databanken die de medewerkers zouden kunnen interesseren. Twee reeksen werden geschrapt: de parlementaire documenten en de Partenagidsen, een werkinstrument voor de controleurs en de sociale inspecteurs. De BIB is op zoek gegaan naar een goede bestemming voor de documenten die de FOD niet langer nodig heeft. Deze gaan naar instellingen die zullen zorgen voor

de bewaring en de het ter beschikking stellen van de inhoud, in de eerste plaats het Algemeen Rijksarchief.

- Omzettingsplan abonnementen op papier naar elektronische abonnementen Het is de bedoeling zo veel mogelijk papieren abonnementen te vervangen door elektronische abonnementen. Op basis van een inventaris van de tijdschriften werd per titel nagegaan of er een elektronische versie bestaat dan wel of de inhoud in een elektronische databank terug te vinden is. Was dit het geval, dan werd het papieren abonnement stopgezet en vervangen door de elektronische versie. Om de medewerkers een papiervrije werkomgeving te bieden, dienen de ontwikkelingen op vlak van de elektronische inhoud op de voet te worden gevolgd. In 2011 en 2012 zal dit project worden uitgebreid naar de boeken en andere soorten documenten.

6.4.2. Van bibliotheek tot Kennisbeheercentrum In het kader van het Belgisch Voorzitterschap heeft de FOD het informatieuitwisselingplatform “Huddle� aangeboden, dat toegankelijk was voor alle partners. Al na een paar maanden doken organisatorische problemen op. De BIB heeft een nieuwe structuur voorgesteld en de verschillende workspaces samen met het voorzitterschapsteam gereorganiseerd, zodat de gebruikers zo vlot mogelijk door de structuur konden navigeren. Daarnaast gaf de BIB advies over het structureren van mappen en het toekennen van bestandsnamen.

Voor meer informatie kan je terecht bij Lise-marie.noiret@minsoc.fed.be

161


JAARVERSLAG 2010

Aan het woord is de 55-jarige Christian, die zich reeds meer dan 30 jaar (onmiddellijk na zijn legerdienst) als vertaler uitleeft. Hij heeft het met ons over zijn zevenkoppig team waarover hij de leiding heeft.

" Wij hebben nog geen negatieve score voor onze prestaties gekregen en dat stemt mij tevreden!"

Voor meer informatie kan je terecht bij Christian.huts@minsoc.fed.be 162


JAARVERSLAG 2010

Onze vertaaldienst aan het woord “Ons team telt 7 personen, mezelf inbegrepen: 2 vrouwen en 5 mannen, 3 Frans- en 4 Nederlandstaligen. Alle vertalers zijn polyvalent, maar werken per sector. Iedere dienst gebruikt zijn eigen terminologie en dus kan je gemakkelijker en beter vertalen voor eenzelfde domein. Gaandeweg “sprokkel je kennis bijeen“. Door te werken voor eenzelfde dienst, kan je beter inspelen op de noden van de klant. Alle vertaalaanvragen komen bij mij terecht. En dat kunnen er veel zijn. Soms neemt de administratie zelfs een hele dag in beslag en komt van vertalen niets in huis. Ik verwerk de aanvragen in een “algemene indicator”: ik geef het document een chronologisch nummer, noteer de initialen van de collega aan wie ik de vertaling toevertrouw, voer een korte samenvatting in, de doeltaal, het aantal bladzijden en de datum waarop de vertaling naar de aanvrager verstuurd wordt. Ons werk wordt bijgehouden in een Balanced Scorecard. Daarin staat het aantal bladzijden “IN” en “OUT” in verhouding tot het aantal vertalers. Gemiddeld worden ongeveer 3 bladzijden per dag per persoon vertaald. Wij vertalen documenten voor alle diensten van de FOD. Intern zijn de ICT-dienst, de DG Sociaal Beleid en de DG Beleidsondersteuning onze “delicate” klanten omdat zij een bepaald jargon of juridische termen gebruiken (die accuraat vertaald moeten worden). Ook bij antwoorden op parlementaire vragen is oplettendheid geboden. Soms wordt van ons “het onmogelijke” verlangd. Hiermee bedoel ik aanvragen die gezien de omvang, de gevraagde termijn of een combinatie van beide factoren niet haalbaar zijn voor ons team. In dit geval wordt de tekst intern vertaald in de dienst van de aanvrager of uitbesteed aan de externe firma die voor onze FOD werkt. Sommige diensten doen vaak beroep op ons, andere minder. Ik weet niet precies waarom. Heel wat vertaalaanvragen gaan over de personen met een handicap (wel

de grootste dienst van de FOD). Bovendien moet bijna 70 % van de teksten van het Nederlands in het Frans vertaald worden; qua taalrichting is er dus een serieuze wanverhouding. Dit komt door omstandigheden: het toeval wil dat er momenteel meer Nederlandstaligen de verslagen van vergaderingen opstellen. Naar Engelse vertalingen is er duidelijk minder vraag. Af en toe moeten wij, vaak omvangrijke, teksten in het Duits vertalen, die doorgaans te maken hebben met de dienstverlening voor Duitstalige personen met een handicap. Gezien de complexiteit van het vertalen duurt het 3 tot 6 maanden vooraleer een vertaler operationeel is in onze dienst. Tijdens het vertalen kunnen wij terugvallen op een terminologische gegevensbank. Een handig hulpmiddel, dat termen uit de gegevensbank in de tekst doet oplichten. Uit de voorgestelde contexten kunnen wij dan de juiste vertaling kiezen. Zo kan de term “gerechtigde” naargelang van de context op verschillende manieren vertaald worden. Papieren woordenboeken zijn al meer dan 10 jaar verbannen uit onze dienst. Het clean-deskprincipe van de FOD was dus geen probleem voor ons. Hetzelfde geldt voor het telewerk, wat vertalers op het lijf geschreven is. Al onze vertalers werken trouwens 3 dagen per week thuis. Naast de opvolging van de taken in de Balanced Scorecard sturen wij ieder kwartaal een evaluatieformulier naar 10 Frans- en 10 Nederlandstalige personen die een beroep doen op onze dienst. De vragen gaan over de kwaliteit van de vertalingen, de termijnen, onze dienstverlening (vinden wij een fout, dan melden wij die aan de aanvrager) en onze flexibiliteit (sommige teksten worden gewijzigd terwijl wij aan het vertalen zijn en dan moeten wij rekening houden met de aanpassingen). Aan deze resultaten besteden wij veel aandacht. Tot nu toe hebben wij nog geen negatieve opmerkingen gekregen en dat stemt mij tevreden!”

163


7 Duurzame Ontwikkeling 7.1 Het personeel informeren en sensibiliseren Het is intussen een beetje traditie geworden: ook dit jaar organiseerde onze FOD een themaweek voor het personeel. Van 18 tot 29 oktober 2010 organiseerde de cel Duurzame Ontwikkeling (DO) tal van activiteiten: ›  Van 18 tot 29 oktober: Inzameling voor de “Kinderen van Gomel”. Er werden 34 kisten ingezameld. Doel: spullen inzamelen om de kleuterklasjes en de refters in te richten (knutselgerief, spelmateriaal, eetgerei). Hiervoor werkte de FOD samen met de FOD Financiën en de POD Duurzame Ontwikkeling. ›  19 oktober: Dag van de duurzame talenten van onze FOD Doel: zes collega’s die gehoor gaven aan de oproep van DDO hebben persoonlijk projecten voorgesteld die hen nauw aan het hart liggen en een concrete invulling geven aan “duurzame ontwikkeling”. ›  20 (NL) en 22 oktober (FR): Opleiding “Hoe ontcijfer ik een etiket” Doel: de deelnemers leren hoe ze de etiketten op voedingswaren en cosmetica (chemische producten, additieven, enz.) moeten lezen. ›  21 oktober: Duurzaam ontbijt Doel: de personeelsleden van de FOD de kans geven om tijdens een gezellig ontbijt producten uit biologische landbouw en/of eerlijke handel te proeven. Zoals elk jaar ontvingen de 400 medewerkers van de externe diensten een gevuld mandje.

164

JAARVERSLAG 2010

›  25 oktober: DDO-geschenkje Doel: alle personeelsleden een geschenkje aanbieden dat thuis goed van pas komt. Dit jaar: een voedersysteem voor vogels met granenbol voor vogels, gemakkelijk te gebruiken in de tuin of op het balkon. ›  26 oktober: Workshop Gezonde Keuken Doel: tonen dat we bij onze voedingskeuze tegelijk rekening kunnen houden met onze gezondheid, het leefmilieu en onze financiën. Gezien het enorme succes van deze workshop werden in november nog twee bijkomende data vastgelegd. Elke sessie duurde vier uur en was beperkt tot 30 deelnemers. ›  29 oktober: Filmvoorstelling Doel: het personeel bewust maken van het belang van duurzame ontwikkeling aan de hand van een film of documentaire die in 2009 op heel wat aandacht konden rekenen. NL: Turtle, an incredible journey. FR: Océans. 565 personen namen deel aan de activiteiten van de Week van de duurzame ontwikkeling. Tevens werd het personeel het hele jaar door via het intranet op de hoogte gehouden van initiatieven in verband met duurzame ontwikkeling die buiten onze FOD werden georganiseerd.


JAARVERSLAG 2010

7.2 Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie Gedurende de eerste maanden van 2010 heeft de cel Duurzame Ontwikkeling van onze FOD actief deelgenomen aan de door de POD Duurzame Ontwikkeling opgerichte werkgroep “Duurzaam Belgisch Voorzitterschap”. Het was de bedoeling om referentietools uit te werken om de federale administraties te helpen om bij de organisatie van de evenementen rekening te houden met sociale, economische en milieugebonden criteria. Deze werkgroep heeft een handvest opgesteld met richtlijnen voor de duurzame organisatie van evenementen en een checklist om de duurzaamheid van een evenement te beoordelen. Intern werden beide tools bezorgd en uitgelegd aan de coördinator van de cel “Events”, die instond voor de organisatie van de evenementen van de FOD in het kader van het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie.

165


JAARVERSLAG 2010

7.3 Duurzame ontwikkeling op interfederaal niveau

7.4 Maatschappelijke verantwoordelijkheid van onze FOD

De cel Duurzame Ontwikkeling was betrokken bij de activiteiten van de werkgroep “Duurzame Overheidsopdrachten” en nam als spreker deel aan het seminarie “duurzame aankopen bij de federale overheid”, georganiseerd door de POD Duurzame Ontwikkeling. Daarnaast maakten we deel uit van de werkgroep “Mobius”, die zich bezighoudt met de evaluatie van de verslagen van de ICDO (Interdepartementale Commissie duurzame ontwikkeling) en de leden hiervan, en van de processen die op dit gebied worden opgestart. Wij hebben voorstellen gedaan om de inhoud van deze verslagen te verbeteren, aan te vullen en rijker te maken en mogelijkheden voorgesteld om efficiënter te werk te gaan bij het opstellen ervan.

In het kader van ons beleid ter ondersteuning van plaatselijke verenigingen hebben we beslist de sandwiches die overblijven na lunchvergaderingen aan de vzw La Maraude te schenken. Deze vereniging is actief in Sint-Joost-Ten-Node en helpt daklozen en illegalen in de buurt van het Noord-station. Nu de inzameling van plastic en kurken doppen is gelanceerd, zijn we ook begonnen met de inzameling van gebruikte gsms’s, CD’s en DVD’s. Met deze permanente inzamelingen ondersteunt onze FOD sociale economie-bedrijven die zich toeleggen op het recyclageproces.

We werkten ook mee aan het seminarie “Productie- en consumptiepatronen: sociale rechtvaardigheid en productbeleid”, georganiseerd door het Federaal Planbureau en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, om hierover een werkgroep op te richten. In 2010 stonden we in voor de controle op de invoering van de maatregelen van het Federaal Plan inzake duurzame ontwikkeling (FPDO), waaraan onze FOD dient te beantwoorden. We voorzien eveneens een opvolging van deze maatregelen. Ten slotte woonden we de plenaire vergaderingen en de activiteiten van de ICDO bij. Een gedetailleerd verslag over de opvolging van de maatregelen van het Federaal Plan inzake duurzame ontwikkeling en de internationale verbintenissen vind je terug in de online databank http://www.cidd.be/admin/.

166

Voor meer informatie kan je terecht bij Marie-Line.Gabriel@minsoc.fed.be


8 Leefmilieu 8.1 EMAS-certificaat In 2010 heeft onze FOD intern verder gewerkt om het EMAS-certificaat te behalen. Zo werden de instrumenten gecreëerd die nodig zijn om in de Finance Tower, onze hoofdzetel, een milieumanagementsysteem in te voeren. We mogen spreken van een aanzienlijke vooruitgang: er werd een register van de eco-logistieke aspecten van onze werking opgesteld, onze FOD werd in overeenstemming gebracht met zijn milieuvergunning en er werden verschillende procedures uitgewerkt om onze milieu-impact beter te controleren. We namen ook deel aan de werkgroep “EMAS-indicatoren”, een initiatief van de POD Duurzame Ontwikkeling om duidelijke indicatoren vast te leggen waarmee de milieuprestatie van een organisatie nauwkeurig kan worden gemeten, de milieuprestaties voor verschillende jaren met elkaar kunnen worden vergeleken, wat toelaat om de evolutie ervan te kunnen beoordelen.

8.2 Onze projecten rond leefmilieu in 2010 A. Het personeel informeren en sensibiliseren ›  Communicatie over diverse thema’s, zoals de Week zonder pesticiden, de campagne Earth Hour van het WWF, de Werelddag van de biodiversiteit of fout geselecteerd afval, enz. ; ›  Organisatie van een opleiding in het kader van het Internationale Jaar van de biodiversiteit, met als thema: Biodiversiteit, een zaak van iedereen. De sprekers behoorden tot de Brabantse afdeling van de Belgische Natuurgidsen.

B. Samenwerking met de dienst Logistiek Kwalitatieve vergelijking van verschillende soorten gerecycleerd papier. Toen onze voorraad papier in februari bijna op was, heeft onze FOD geopteerd voor 100% gerecycleerd wit papier met het “Blauwe Engel”-label.

167


JAARVERSLAG 2010

9 Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk 9.1 De rol van onze IDPBW: ondersteuning van de werkgever, de hiërarchische lijn en alle personeelsleden Eén van de taken van de Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) bestaat erin de wettelijke bepalingen en regelgeving rond het welzijn van de werknemers toe te passen. Daarnaast is deze dienst voornamelijk betrokken bij het opmaken, plannen, uitvoeren en evalueren van het beleid rond welzijn, op basis van het dynamisch risicobeheersingssysteem. Tot zijn takenpakket behoren de volgende opdrachten: ›  de gevaren in kaart helpen brengen; ›  advies geven over de resultaten van de risicoanalyse; ›  maatregelen voorstellen voor een permanente risicoanalyse; ›  advies geven over het opstellen en de aanpassing van het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan; ›  m eewerken aan de studie van de oorzaken van ongevallen met werkonbekwaamheid als gevolg; ›  advies geven over de inrichting van de werkplaats, de werkposten, de omgevingsfactoren en fysische, chemische en biologische agentia, de werkmiddelen en de individuele uitrusting; ›  de werkplaatsen bezoeken en hierover verslagen opstellen; ›  deelnemen aan vergaderingen over veiligheidscoördinatie in gebouwen die door de dienst worden gebruikt;

168

›  de cel “Empreva” van de gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk helpen bij het toezicht op de gezondheid van de werknemers (indeling van de werknemers volgens de risico’s waaraan ze worden blootgesteld – in samenwerking met de arbeidsgeneesheren en de hiërarchische lijn – en beheer van de oproepbrieven); ›  opleidingen organiseren in het kader van preventie op het werk (hulpverlener eerste interventie bij brand, nijverheidshelper, preventief handelen, enz.).


JAARVERSLAG 2010

9.2 Verwezenlijkingen IDPBW in 2010 9.2.1. Intern veiligheidsplan “Finance Tower” Omwille van een wijziging van de evacuatieroute werden ook de didactische films aangepast. Naar aanleiding van de evacuatie op 23 september 2010 heeft de IDPBW het intern veiligheids- en evacuatieplan in samenwerking met de groep Safety-Security Finto herzien.

9.2.3. Online risicoanalyse In november 2010 werd in samenwerking met de FOD P&O een risicoanalyse uitgevoerd. Dit gebeurde door middel van een online vragenlijst die de personeelsleden konden invullen. 52% van de medewerkers nam aan de enquête deel, wat volstaat om tot relevante resultaten te komen.

Contact : dominique.baudru@minsoc.fed.be, nelly.scheerlinck@minsoc.fed.be & jean.delbruyere@minsoc.fed.be

Contact : jean.delbruyere@minsoc.fed.be

9.2.2. Evacuatieplan Kouterpoort Gent Nu de Sociale Inspectie haar intrek heeft genomen in nieuwe lokalen, werd een werkgroep opgericht om samen met de andere gebruikers van het gebouw een evacuatieplan op te stellen.

Contact : jean.delbruyere@minsoc.fed.be

169


JAARVERSLAG 2010

170


Bijlagen


JAARVERSLAG 2010

Bijlage 1: De FOD Sociale Zekerheid in de prijzen 1. Het NoVo-team van de FOD verkozen tot “HR Team of the Year” Op 22 april 2010 vond de bekende HRM Night plaats, waarop een jury van experts op het vlak van human ressources (zowel privésector als overheid) de beste HR-verantwoordelijken van het afgelopen jaar verkoos. Onze FOD werd vertegenwoordigd door het NoVo-team, die de titel van “HR Team of the Year” in de wacht sleepte. De jury loofde de inzet van het team voor de bedrijfscultuur, teamwerk, digitalisering, modernisering en tal van andere ontwikkelingen. Drie jaar lang heeft het NoVo-team zich ingezet voor een cultuuromslag die de medewerkers de kans zou geven zichzelf te ontplooien. “Bij ons zijn de personeelsleden regisseurs van hun eigen leven,” aldus NoVo. Niemand controleert wanneer, waar of hoe er wordt gewerkt: enkel de resultaten tellen! Deze onderscheiding hebben we niet alleen te danken aan de 11 medewerkers van NoVo, zijn 200 vrijwilligers en 80 projecten, maar aan het voltallige personeel van de FOD.

http://www.socialsecurity.fgov.be/hraward/index-nl.htm

2. De Voorzitter van de FOD genomineerd voor de Wo_Men@work Award Onze Voorzitter, Frank Massenhove, werd genomineerd voor de Wo_Men@work Award, die op 9 december 2010 voor het eerst werd uitgereikt. Deze prijs gaat naar organisaties die zich inzetten voor gelijkheid van kansen en diversiteit op de werkvloer. De nominatie is niet alleen de verdienste van de Voorzitter maar ook

172

van alle vrouwen van de FOD die met hun talent, creativiteit en toewijding tot deze idealen hebben bijgedragen. Bijna 60% van de personeelsleden van de FOD zijn vrouwen. Dankzij de bedrijfscultuur van de FOD en de mogelijkheid van een flexibele werktijdregeling kunnen de medewerkers hun privé- en beroepsleven beter met elkaar verzoenen.

http://www.womenatworkaward.be/?page_id=716&lang=nl

3. De FOD ontvangt de prijs voor “Beste Werkplek” Begin 2011 ontving de FOD de prijs voor “beste werkplek” van het magazine

Business Strategies. Bij de toekenning werd rekening gehouden met de inspanningen die in 2010 werden geleverd om de personeelsleden van de FOD vlot telefonisch bereikbaar te maken. Bij de FOD hebben de medewerkers geen individueel bureau meer (dynamic office) en de meesten kunnen telewerken. Ook prikken is niet meer verplicht; enkel de resultaten tellen. Door deze veranderingen moeten de medewerkers, die nu minder vaak lijfelijk aanwezig zijn, wel vlot bereikbaar zijn door middel van nieuwe technologieën. Zo is de FOD in 2009 overgestapt van een klassiek telefoonsysteem naar IP-telefonie. De medewerkers kunnen oproepen ontvangen via een programma (softphone) dat op hun laptop geïnstalleerd is. Bovendien kregen 700 personen in 2010 een ‘dual phone’-gsm, die deels ‘softphone’ en deels gewone gsm is. Deze initiatieven leverden de FOD de felbegeerde prijs “Beste Werkplek” op.

http://www.itprofessional.be/nieuws/125018/overheidsdienst-is-beste-werkplek/


JAARVERSLAG 2010

EfficiĂŤntie

de realisaties van de FOD zijn relevant, adequaat en betrouwbaar. 173


Bijlage 2: onze publicaties 1. Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid Dit tijdschrift is de belangrijkste publicatie van de dienst Publicaties en wordt uitgegeven in samenwerking met de Redactieraad, die bestaat uit leidend ambtenaren en mensen uit de academische wereld. Het tijdschrift verschijnt vier keer per jaar en telt 1.000 abonnees in binnen- en buitenland, zowel bij de lidstaten van de Europese Unie als in Zwitserland, de VS, Japan, enz. Sinds 1999 kan het Tijdschrift ook op het Internet worden geraadpleegd. Het Tijdschrift is multidisciplinair en bevat hoofdzakelijk wetenschappelijke artikels over de sociale zekerheid en de sociale bescherming op nationaal en internationaal niveau. De meeste bijdragen worden op bestelling geleverd door wetenschappers of ambtenaren.

3. Brochure “De sociale zekerheid in een oogopslag: Kerncijfers 2009” Deze brochure bevat de belangrijkste financiële gegevens over de inkomsten en uitgaven van de sociale zekerheid. Daarnaast behandelt ze de voornaamste domeinen van de sociale zekerheid: geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid, het verlies of het niet vinden van werk, arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsbeleid, ouderdom, overleving en gezin. Deze brochure wordt elk jaar bijgewerkt. Je kan de brochure (editie 2011) downloaden op onze website: http://socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/brochure-kerncijfers-2011-nl.pdf

Contact : Roland.Vanlaere@minsoc.fed.be

4. Alles wat je altijd al wilde weten over de sociale zekerheid

2. Beknopt overzicht van de Sociale Zekerheid in België

Deze vulgariserende brochure wordt twee keer per jaar geactualiseerd en is beschikbaar in vier talen: Nederlands, Frans, Duits en Engels.

In tegenstelling tot wat men afgaand op de titel zou kunnen vermoeden, telt dit document meer dan vijfhonderd pagina’s. Het wordt opgesteld in nauwe samenwerking met de diensten die bevoegd zijn op dit gebied. Deze publicatie wordt jaarlijks bijgewerkt. Het overzicht biedt een vrij volledige synthese van de regelgeving op het gebied van de sociale zekerheid en de sociale hulp. Daarnaast worden de structuur, de organisatie en de financiering van de verschillende stelsels en takken uitvoerig bekeken. http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/publicaties/beknopt-overzicht.htm

Contact : Roland.Vanlaere@minsoc.fed.be 174

JAARVERSLAG 2010

http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/alwa/alwa2011_jan_nl.pdf Contact : social.security@minsoc.fed.be


JAARVERSLAG 2010

5. Vade Mecum van de Sociale Zekerheid Het Vade Mecum wordt jaarlijks gepubliceerd en biedt een overzicht van de recente ontwikkelingen op het vlak van de sociale zekerheid en de sociale hulp in België. Deze publicatie wordt opgesteld door de dienst Kerngegevens van de DG Sociaal Beleid. http://socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/vademecum/2011/vademecum_2011_nl.pdf

De brochure kan worden gedownload via onze website: http://socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/brochure-sespros-2011-nl.pdf

7. Mededelingen betreffende de indexering en de wijzigingen buiten index van de bedragen van bepaalde sociale uitkeringen in het Belgisch Staatsblad

Contact : Roland.Vanlaere@minsoc.fed.be

Een overzicht vind je op onze website via de link: http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/wetgeving/bedragen/indexatie-bedragen-uitkeringen.htm

6. Brochure “Sociale Bescherming in België: ESSOBS-data voor België”

8. Publicatie van de Belgische Pensioenatlas

Voor het eerst publiceert de FOD Sociale Zekerheid een brochure over de toepassing van de ESSOBS-methodologie (Europees systeem van geïntegreerde statistieken voor de sociale bescherming). In deze brochure worden de officiële gegevens betreffende de uitgaven en inkomsten van de sociale bescherming in België en een aantal andere Europese lidstaten voorgesteld, om België ten opzichte van deze landen te situeren. Deze publicatie behandelt het domein van de sociale bescherming en gaat dus een stuk verder dan de klassieke aanpak, die zich doorgaans beperkt tot de sociale zekerheid en de sociale bijstand. In de volgende edities zullen we de verschillende dimensies van dit systeem verder uitdiepen.

In deze beleidsatlas over de Belgische pensionen worden de kerncijfers voorgesteld met betrekking tot de evolutie van de verdeling tussen de wettelijke pensioenen (eerste pijler) en de aanvullende pensioenen (tweede pijler). Deze publicatie werd gerealiseerd in samenwerking met het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de KU Leuven. Ze is het resultaat van de langdurige inzet van de FOD en de betrokken socialezekerheidsinstellingen. Het document heeft tot doel de administratieve gegevens van de pensioensector systematisch te verspreiden en te valoriseren voor onderzoek inzake beleidsondersteuning.

http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/pensioenatlas_nl.pdf Contact : Koen.Vleminckx@minsoc.fed.be

175


JAARVERSLAG 2010

9. Publicatie van het Groenboek Pensioenen

11. Congresboek “Europe 2020: Towards a more social EU?”

In het kader van de ondersteuning aan de task force “Pensioenen” publiceerde de FOD “Een toekomst voor onze pensioenen”, het Groenboek van de Nationale Pensioenconferentie. Het Groenboek is het resultaat van de eerste fase van de activiteiten van de Nationale Pensioenconferentie en geeft een overzicht van de huidige kennis over de pensioenproblematiek, om zo het maatschappelijke debat aan te wakkeren. Als aanvulling bij het Groenboek wordt de publicatie van een Witboek met concrete voorstellen over de hervorming van de pensioenen voorzien.

Dit document omvat de bijdragen aan de conferentie “EU coordination in the social field in the context of Europe 2020: Looking back and building the future” (14-15 september 2010). Het werd gepubliceerd in december en verspreid bij de conferentiedeelnemers en bij alle belanghebbenden. Dit werkstuk is bedoeld om de ontwikkeling van de sociale dimensie van de Europa 2020-strategie beter te ondersteunen.

Contact : Koen.Vleminckx@minsoc.fed.be

Contact : Rudi.Vandam@minsoc.fed.be

10. De Gezondheid van de Ouderen in België, 2008

12. Terugblik op het Belgisch Voorzitterschap

Op vraag van de FOD Sociale Zekerheid heeft het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid tijdens de organisatie van de Gezondheidsenquête 2004 en 2008 de meeste nauwkeurige en relevante gegevens verzameld over de gezondheidstoestand van de ouderen in België. 2.854 ouderen vanaf 65 jaar werden ondervraagd, waaronder 1.099 personen ouder dan 85. In totaal werden 11.254 personen ondervraagd. De resultaten over de ouderen op basis van de Gezondheidsenquête 2008 zijn terug te vinden in “Rapport V: de Gezondheid van de Ouderen”.

Tal van medewerkers bij de FOD waren betrokken bij de organisatie van het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Om nog eens terug te kijken naar de belangrijkste momenten van dit omvangrijke project werd een nieuwe website in het leven geroepen: www.flythekite.eu. Deze site geeft op een bondige en aantrekkelijke manier een beeld van het verloop van het Voorzitterschap, de organisatie ervan, de nieuwigheden, de teamgeest,…

http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/publicaties/gezondheid-ouderen-rapport-VI-2008-nl.pdf

Contact : Mireille.Goemans@minsoc.fed.be

13. Strange birds in the European skies Dit is de titel van een korte geïllustreerde brochure waarin de auteur zijn 5-jarig zoontje een en ander tracht te vertellen over de sociale diensten van algemeen belang.

www.socialsecurity.fgov.be/docs/en/strange_birds_en.pdf 176


JAARVERSLAG 2010

Voor de volledigheid vermelden we nog de publicaties waaraan de FOD zijn medewerking verleent:

Onze websites

Samenwerking met de FOD Economie:

Website van de DG Personen met een handicap: http://handicap.fgov.be/

-  Vademecum van de onderneming: http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/vademecum/

Website van de DG Oorlogsslachtoffers: http://warvictims.fgov.be/

Website van de FOD Sociale Zekerheid: http://www.socialsecurity.fgov.be/

Terugblik op het Voorzitterschap van de Raad van de EU: http://www.flythekite.eu/

Samenwerking met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:

Website over Undeclared Work: http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/conferenties/icenuw/index.htm

-  Wegwijs in de overstap van werkzoekende naar zelfstandige: http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.aspx?id=3352

---

- Wegwijs in de studentenarbeid: http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.aspx?id=3628 - Wegwijs in de eerste job: http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.aspx?id=3604

Portaalsite van de sociale zekerheid: https://www.socialsecurity.be/ Andere informatie en diensten van de federale overheid: http://www.belgium.be/ --Schrijf je in op onze nieuwsbrieven (E-news & Social news): http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws-publicaties/newsletters/nieuwsbrief.htm

Samenwerking met de Kanselarij van de Eerste Minister: -  Belgopocket: http://www.belgopocket.be/nl/content/een-initiatief-van-de-federale-overheid

--Volg ons op: ›  Facebook: http://www.facebook.com/group.php?gid=369576830685 ›  Twitter: http://twitter.com/#FODSZ

177



Jaarverslag 2010 Een realisatie van de FOD Sociale Zekerheid

Verantwoordelijke uitgever Frank van Massenhove (Voorzitter van het Directiecomité)

Coördinator Pierre Dantinne (Communicatieconsulent – DG Beleidsondersteuning)

Werkgroep Tom Auwers, Nicolas Cosio Solis, Pierre Dantinne, Stefaan De Baere, Barbara de Clippel, Rudi De Bleser, Els De Jaegere, Sven De Souter, Cindy De Temmerman, Christian Dekeyser, Jean Delbruyère, Danièle Dequan, Carole Fabry, Marie-Line Gabriel, Dries Gellynck, Françoise Gillet, Pierre-Yves Goffaux, Nele Heerwegh, Mathilde Henkinbrant, Christian Huts, Amaury Legrain, Marie Lejeune, Stefan Leo, Ysabel Lozano-Collado, Virginie Liess, Alexandra Matagne, Robert Mathieu, Pierre Niego, Perrine Nisol, Michel Rauw, Johan Steenhoudt, Ingeborg Van Den Driessche, Steven Vervaet et Guido Wyns.

Vragen over het Jaarverslag 2010 van de FOD Sociale Zekerheid? Mail naar: rapport@minsoc.fed.be

Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid Administratief Centrum Kruidtuin Finance Tower Kruidtuinlaan 50, bus 100 1000 Brussel Algemeen telefoonnummer: 02/528.60.11 www.socialsecurity.fgov.be



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.