Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België 2010

Page 1

Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België Periode 2004-2010

Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België

Periode 2004-2010

ISSN: 1781-0663

Brussel 2010



Vademecum van de financiĂŤle en statistische gegevens over de sociale bescherming in BelgiĂŤ Periode 2004-2010


Uitgever: Directie-generaal Beleidsondersteuning en Directie-generaal Sociaal Beleid Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Wettelijk depot: D/2010/11.857/1 Š 2010, Directie-generaal Beleidsondersteuning en Directie-generaal Sociaal Beleid, Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Brussel Behalve voor commerciÍle doeleinden is alle reproductie toegelaten, mits de bron uitdrukkelijk wordt vermeld.


WOORD VOORAF De doelstelling De sociale zekerheid ondergaat voortdurend veranderingen. Sommige moeten de burgers meer welzijn verschaffen, terwijl andere in de eerste plaats de financiële duurzaamheid van het stelsel voor ogen hebben. Hieruit volgt een snelle evolutie die vanuit verschillende invalshoeken kan benaderd worden. Hoe kan men dit echter beter illustreren dan met cijfers? De ontvangsten, de uitgaven, het aantal personen die bijdragen betalen en die uitkeringen ontvangen zijn kenmerkend voor de omvang van de bestaande voorzieningen van sociale bescherming en geven in zekere mate ook een beeld van deze voorzieningen weer. De evolutie van deze gegevens is dan de weerspiegeling van verschillende bewegingen, op gang gebracht door drie soorten drijfkrachten: de wijzigingen aangebracht door de wetgever om het toepassingsgebied van de verschillende voorzieningen aan te passen, de inwendige krachten binnen de deelsectoren van de sociale bescherming zelf, die het resultaat zijn van bijvoorbeeld veranderingen in de leeftijdsstructuur van de rechthebbenden, en ten slotte de externe invloedfactoren zoals de economische achtergrond. De cijfers zijn de weerspiegeling van de evolutie van het systeem waaruit ze voortkomen. Deze publicatie heeft tot doel enkele beelden te tonen, die gekozen zijn uit al degene die weergegeven zouden kunnen worden, die dan een draagbaar (vandaar de benaming “vade mecum") panoramisch overzicht van de sociale bescherming in België geven. Ze is niet enkel bedoeld voor beleidsverantwoordelijken en de intelligentsia van het land, maar ook voor iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp en die op zoek is naar globale of op één sector gerichte informatie.

De gegevens Zoals in de vorige edities zijn de gepubliceerde cijfers beheersgegevens die de evolutie van ontvangsten en uitgaven beschrijven. De kennis ervan is onontbeerlijk voor het nemen van beslissingen en voor de goede werking van de instellingen van sociale zekerheid. We publiceren deze gegevens in een onbewerkte vorm, waarbij de lezer ze zelf op een weldoordachte manier kan gebruiken. Om hem hierbij te helpen worden de meeste tabellen vergezeld met korte methodologische nota's. Vermits het aantal bladzijden van een publicatie hoe dan ook beperkt is, terwijl het aantal statistische gegevens die de instellingen van sociale zekerheid kunnen verstrekken enorm is, moesten bepaalde keuzes gemaakt worden. Meestal hebben we gekozen voor uitsplitsingen naar geslacht, leeftijdsklasse, statuut of type van prestatie. Alle gegevens betreffende de jaren 2009 en 2010, zijn ramingen opgemaakt in oktober 2009 en die later nog kunnen gewijzigd worden. Tevens werd de alternatieve financiering 2011 geraamd. Evenzo zijn de geconsolideerde economische rekeningen over de periode 2004-2008 en de gegevens in de andere hoofdstukken met een grijze achtergrond nog niet definitief vastgesteld, maar het zijn wel de meest betrouwbare gegevens die beschikbaar zijn.

De structuur De informatie in dit Vade Mecum werd als volgt gestructureerd. In het eerste deel geven we een actualisatie van de begroting 2009 en de initiële begroting 2010. Het tweede deel handelt over het stelsel van de werknemers met historische gegevens over de periode 2004-2008. Het bevat de voorlopige geconsolideerde economische rekeningen, de begrotingsrekeningen van het globaal beheer en, voor de bijdragen en voor elke soort prestaties, een reeks statistische gegevens. Het derde deel volgt hetzelfde stramien als het tweede en behandelt het stelsel van de zelfstandigen. Uit dit tweede en derde hoofdstuk werd de tak geneeskundige verzorging verwijderd, omdat die sinds 01.01.2008 geen deel meer uitmaakt van de globale beheren voor werknemers en zelfstandigen. Aan het stelsel geneeskundige verzorging wordt het vierde hoofdstuk gewijd. In dit afzonderlijk hoofdstuk komen de economische rekeningen, de begrotingstabel en de statistieken geneeskundige verzorging aan bod. Om de vergelijking met gegevens van 2008 te vergemakkelijken, werden de gegevens 2004-2007 teruggebracht of herrekend op basis van Algemene Regeling + Regeling der Zelfstandigen. Het vijfde en het zesde hoofdstuk zijn een samenvatting van historische gegevens over het socialebijstandsstelsel en over het stelsel der overzeese sociale zekerheid.

i


De lezer zal na de inhoudstafel een methodologische nota vinden over het onderscheid tussen de economische en begrotingsrekeningen. In de bijlagen is aanvullende informatie opgenomen over de indexering, de alternatieve financiering, de sociale correcties, de openbare sector en het financieringssaldo dat verschijnt in de nationale rekeningen.

De realisatie Deze publicatie werd gerealiseerd door het domein ”Kerngegevens” van de DG Sociaal Beleid. De Dienst Communicatie zorgde voor het plaatsen van de elektronische versie van het Vade Mecum op de website. Opmerkingen over de inhoud kunnen gericht worden aan: FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Kerngegevens Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 115 1000 BRUSSEL e-mail: dg-soc@minsoc.fed.be De personen die belangstelling hebben voor andere informatie, kunnen de portaalsite van de sociale zekerheid raadplegen: http://www.socialsecurity.fgov.be. Zij zullen er met name de links terugvinden naar de sites van de openbare instellingen van sociale zekerheid, die een rijke bron vormen aan statistische en financiële informatie. Andere inlichtingen over de publicaties van de FOD Sociale Zekerheid kunnen op het volgende adres verkregen worden: FOD Sociale Zekerheid Dienst Publicaties Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 135 1000 Brussel Tel.: 02 – 509.85.52 e-mail: Roland.Vanlaere@minsoc.fed.be

ii


Inhoudstafel Woord vooraf Inhoudstafel

i iii

Methodologische nota betreffende de economische en de budgettaire rekeningen

1

I.

De algemene toelichting bij de begroting

5

II.

Het stelsel van de werknemers 2004-2008 A. Geconsolideerde economische rekeningen 1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006 4. Economische rekeningen 2007 5. Economische rekeningen 2008

109 111

B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008 3. Definitieve rekeningen 2004 4. Definitieve rekeningen 2005 5. Definitieve rekeningen 2006 6. Voorlopige rekeningen 2007 7. Voorlopige rekeningen 2008

123

C. Statistieken 1. Sociale bijdragen 2. Uitkeringen (RIZIV) 3. Pensioenen (RVP) 4. Gezinsbijslag (RKW) 5. Arbeidsongevallen (FAO) 6. Beroepsziekten (FBZ) 7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 9. Stelsel van de Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden) III.

151 155 169 181 189 199 205 211 225 227

Het stelsel van de zelfstandigen 2004-2008 A. Geconsolideerde economische rekeningen 1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006 4. Economische rekeningen 2007 5. Economische rekeningen 2008

237 239

B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-208 3. Definitieve rekeningen 2004 4. Definitieve rekeningen 2005 5. Definitieve rekeningen 2006 6. Voorlopige rekeningen 2007 7. Voorlopige rekeningen 2008

251

iii


C.

IV.

Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ) 2. Uitkeringen (RIZIV) 3. Pensioenen (RVP) 4. Gezinsbijslag (RSVZ) 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)

273 275 281 291 297 305

RIZIV-Geneeskundige verzorging 2004-2008 A. Geconsolideerde economische rekeningen

307 309

B. Begrotingstabel 1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008

313

C. Statistieken

333

V.

Sociale bijstand 2004-2008 1. De dienstverlening van de OCMW’s 2. Inkomensgarantie voor ouderen – Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

349

VI.

DOSZ 2004-2008 A. Beschrijving van het stelsel B. Lopende rekeningen (budgettair concept) C. Statistieken

363

VII.

Bijlagen 1. Indexering 2. Alternatieve financiering 2.1 Periode 2004-2008 2.2 Periode 2009-2011 3. Sociale correcties 4. Openbare sector 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid

377

Lijst van de afkortingen

417

iv


Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen A. Algemeenheden Hoe groot is het bedrag aan bijdragen van het werknemersstelsel? Op deze eenvoudige vraag kunnen verscheidene antwoorden gegeven worden. Alles hangt ervan af wat men verstaat onder “bedrag”, “bijdragen” en “werknemersstelsel”. Onder “bedrag” kan men verstaan de geïnde sommen in de loop van het jaar (geïnde bedragen) of de sommen die men zou moeten geïnd hebben, omdat de betaaldatum vervallen is in het beschouwde jaar (vervallen bedragen) of nog de sommen die verschuldigd zijn voor het betreffende jaar wat ook de betaaldatum ervan weze (gelopen bedragen). Onder “bijdragen” kan men de gewone bijdragen verstaan die berekend worden op de lonen of andere bijdragen berekend op andere basissen eraan toevoegen, zoals de bijdrage op bedrijfswagens of de forfaitaire bijdrage verschuldigd per bruggepensioneerde. De sociale zekerheid loopt inderdaad over van een veelheid aan ontvangsten die terecht of ten onrechte “bijdragen” genoemd worden. Het “werknemersstelsel” kan beperkt worden tot de takken waarvan de ontvangsten door de RSZ globaal beheerd worden of integendeel ook takken opnemen die hun eigen financiering bezitten, zoals het kapitalisatiestelsels van het FAO of de gezinsbijslagen en de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ambtenaren van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Kortom, er zijn zoveel antwoorden als gezichtspunten mogelijk. Voor het werknemersstelsel, het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) hebben we ervoor gekozen twee reeksen financiële gegevens voor te stellen: de “economische rekeningen” van de takken gesitueerd binnen de ruime perimeter, die hieronder gepreciseerd wordt en de “budgettaire rekeningen” van de takken die behoren bij het Globaal beheer van de ontvangsten, ingericht in 1995 bij de RSZ en in 1997 bij het RSVZ. De budgettaire boekhouding is gebaseerd op de notie “verworven recht” en de economische boekhouding op deze van “vastgesteld recht”. Een recht kan beschouwd worden als zijnde verworven, wanneer de drie volgende voorwaarden vervuld zijn: 1° het bedrag kan exact bepaald worden; 2° de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is wel gekend; 3° de betaling is in de loop van het beschouwde jaar vervallen. Een vastgesteld recht is een recht dat voldoet aan de eerste twee voorwaarden, maar niet noodzakelijk aan de derde. De verplichting tot betalen moet evenwel bestaan. Bovendien is de budgettaire boekhouding beperkt tot de verrichtingen die volgen uit relaties met derden terwijl de economische boekhouding, samengesteld uit balans en resultatenrekening (lasten en opbrengsten) ook de interne bewegingen zoals afschrijvingen en provisies incorporeert. Ten slotte en in tegenstelling tot de resultatenrekening, die slechts de lopende verrichtingen bevat, worden in de budgettaire rekening ook de kapitaalverrichtingen opgenomen. De drie volgende tabellen tonen de verschillen in perimeter tussen de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen. Gelieve op te merken dat de situatie zoals die wordt weergegeven de situatie op 1 januari 2008 is, na de invoering van het uniform statuut in de geneeskundige verzorging.

1


WERKNEMERSSTELSEL ECONOMISCHE REKENINGEN

BUDGETTAIRE REKENINGEN

Geneeskundige verzorging - Stelsel der zeelieden (HVKZ)

Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen) - Stelsel der zeelieden (HVKZ) - Invaliditeitspensioenen van mijnwerkers

Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen)

Pensioenen - Repartitie (RVP) - Kapitalisatie (RVP)

Pensioenen - Repartitie (RVP)

Gezinsbijslagen - RKW + private kassen

Gezinsbijslagen - RKW + private kassen

- Fonds voor Collectieve Uitrusting en Diensten -

-(RKW) - RSZPPO Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, ----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ---tijdskrediet, PWA, TWW, gesubsidieerde ----------contractuelen - Stelsel der zeelieden (Pool der Zeelieden)

Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, ----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ---tijdskrediet

Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO) - Kapitalisatiestelsel (FAO)

Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO)

Beroepsziekten - FBZ: sectoren Globaal beheer en provinciale en --lokale besturen - Asbestfonds

Beroepsziekten - FBZ: sector Globaal beheer - Asbestfonds

Invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers Stelsel der zeelieden - Geneeskundige verzorging (HVKZ) - Uitkeringen (HVKZ) - Werkloosheid (Pool der Zeelieden) Globaal beheer - RSZ, RSZPPO, HVKZ-geconsolideerd

Globaal beheer - RSZ

2


STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN ECONOMISCHE REKENINGEN

BUDGETTAIRE REKENINGEN

Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)

Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)

RSVZ - Pensioenen - Gezinsbijslagen - Faillissementsverzekering - Globaal beheer

Pensioenen (RSVZ) Gezinsbijslagen (RSVZ) Faillissementsverzekering (RSVZ) Globaal beheer (RSVZ)

Socialeverzekeringsfondsen (beheer)

STELSEL GENEESKUNDIGE VERZORGING (RIZIV) ECONOMISCHE REKENINGEN

BUDGETTAIRE REKENINGEN Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen

Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen

B. De economische rekeningen De hier voorgestelde economische rekeningen hernemen de rekeningen van lasten en opbrengsten van de openbare instellingen van sociale zekerheid op een synoptische wijze, door ze eerst tak per tak te consolideren en vervolgens per stelsel. In de rekeningen van lasten en opbrengsten worden de gelopen bedragen geregistreerd of ze nu in het beschouwde jaar op vervaldag gekomen zijn of niet. Ze beantwoorden aldus volkomen aan de Europese methodologie “ESR 95” die eist dat de flux ingeboekt wordt op basis van verrichtingen, d.w.z. op het ogenblik van het ontstaan, de omvorming of het verdwijnen van rechten. Vermits het boekhoudplan van de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid een uitsplitsing oplegt naar sociale zekerheidstak is het mogelijk vanuit deze uitsplitsing een representatieve consolidatie op te stellen van elke tak en elk stelsel. Deze geconsolideerde rekeningen dienen als basis voor de rekening “S1314” van de sociale zekerheid, welke voorkomt in de nationale rekeningen. Het resultaat van de economische rekeningen, zijnde het verschil tussen opbrengsten en lasten, wordt ”besparing” genoemd en wordt op de balans toegewezen aan de rubriek ”reserves”. Het past de lezer te melden dat de som van de besparing bij het werknemersstelsel, bij het stelsel van de zelfstandigen en bij het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) verschilt van het financieringssaldo (“behoefte of capaciteit tot financiering”) van de ondersector sociale zekerheid, die men terugvindt in de nationale rekeningen en dit om verschillende redenen:  De sociale zekerheid omvat in de nationale rekeningen niet alleen de stelsels van de werknemers, van de zelfstandigen en van de geneeskundige verzorging (RIZIV) zoals hier weergegeven, maar tevens het gedeelte van de pensioenen van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, dat beheerd wordt door de RSZPPO, de overzeese sociale zekerheid beheerd door de DOSZ, alle fondsen van bestaanszekerheid en het “Zorgfonds” ingesteld door de Vlaamse Gemeenschap.

3


Volgens de “ESR 95” methodologie moeten de sociale bijdragen die verschuldigd zijn, maar die nooit geïnd kunnen worden, afgetrokken worden van de ontvangsten van de inningsinstellingen. Daarom wordt het bedrag dat geboekt is in provisies en kwade posten in de rekeningen van deze laatste geannuleerd en vervangen door een raming van sociale bijdragen die nooit ontvangen zullen worden. Een ander verschil in de inhoud van de rekeningen is de inboeking van gerealiseerde investeringen in de plaats van kosten voor afschrijvingen. Bovendien worden in de nationale rekeningen nog andere correcties aangebracht, hetzij om de vastgestelde rechten geboekt per instelling beter te doen aansluiten bij de economische realiteit en bij de verschillende statistieken van deze, hetzij met de bedoeling dat de consolidatie van de ondersector van de sociale zekerheid met het geheel van de overheidssector correct uitgevoerd wordt.

De lezer zal als bijlage (VII, 5) het verband terugvinden dat er bestaat tussen de ‘besparing’ van de hier voorgestelde’ geconsolideerde economische rekeningen en het resultaat (genaamd “financieringssaldo”) van de rekening van de sociale zekerheid voorgesteld in de “Rekeningen van de overheid”, gepubliceerd door het Instituut voor de nationale rekeningen.

C. De budgettaire rekeningen De geconsolideerde budgettaire rekeningen hernemen de budgettaire rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid op synoptische wijze voorgesteld om ze vlugger begrijpelijk te maken. Nochtans zijn hier alleen betrokken de takken die vallen onder het Globaal beheer van de werknemers of dat van de zelfstandigen of onder het stelsel van de geneeskundige verzorging (RIZIV). Deze rekeningen registreren de vervallen bedragen. In tegenspraak met de regel van universaliteit (of van totaliteit) worden sommige samentrekkingen tussen ontvangsten en uitgaven in onze tabellen doorgevoerd om te komen tot netto-bedragen. Bovendien werden bepaalde ontvangsten en uitgaven vrijwillig verwijderd: de aan- en verkopen van aandelen en vastrentende waarden en de vastgoedbeleggingen. Deze verrichtingen beïnvloeden de samenstelling van het patrimonium maar hebben geen invloed op de eigenlijke activiteit van de instellingen. Voor elke tak afzonderlijk genomen heeft het totaal van de lopende ontvangsten en het totaal van de lopende uitgaven een betekenis. Daarentegen zijn op geconsolideerd niveau de betekenisvolle bedragen enerzijds het totaal van eigen ontvangsten en anderzijds het totaal van de uitgaven vóór transfers. Daarom worden de transfers tussen takken geïsoleerd in het geheel van het Globaal beheer om te vermijden een ontvangst tweemaal te boeken in het geconsolideerd totaal. Hoewel zekere rubrieken een zelfde titel dragen in de economische rekeningen, moet de lezer ten slotte verwittigd worden dat hun inhoud verschillend kan zijn.

4


I Algemene toelichting bij de begroting 2010 en 2011 – herziening van de begroting 2009

Algemene toelichting Begroting van de ontvangsten en de uitgaven voor de begrotingsjaren 2010 en 2011 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, doc. 52 2221/001, p.260-351, 6 november 2009



I. Algemene toelichting

I. Exposé général

DE STELSELS VAN SOCIALE BESCHERMING

LES REGIMES DE PROTECTION SOCIALE

INHOUDSTAFEL

TABLE DES MATIERES

Inleiding

11

Introduction

11

HOOFDSTUK I. Samenvattende tabellen

13

CHAPITRE I. Tableaux récapitulatifs

13

TABEL I.1 Samenvattende tabel: 2009

TABLEAU I.1 Tableau récapitulatif: 2009

TABEL I.2 Samenvattende tabel: 2010

TABLEAU I.2 Tableau récapitulatif: 2010

TABEL I.3 Samenvattende tabel: 2011

TABLEAU I.3 Tableau récapitulatif: 2011

TABEL I.4.1 Evolutie van de overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid aan de sociale zekerheid: 20092011

TABLEAU I.4.1 Evolution des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral destinés à la sécurité sociale 2009-2011

TABEL I.4.2 Evolutie van de overdrachten aan de gezinnen ten laste van de begroting van de federale overheid: 20092011

TABLEAU I.4.2 Evolution des transferts aux ménages à charge du budget de l’Etat fédéral: 2009-2011

HOOFDSTUK II. Het globaal beheer voor werknemers

23

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011

23 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011

CHAPITRE II. La gestion globale des travailleurs salariés

TABEL II.1 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009

TABLEAU II.1 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2009

TABEL II.2 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010

TABLEAU II.2 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2010

TABEL II.3 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011

TABLEAU II.3 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2011

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011 TABEL II.4 Sociale ringen: 2009-2011

bijdragenverminde-

30

2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011 TABLEAU II.4 Réductions de cotisations sociales: 2009-2011

7

23

23

30


I. Algemene toelichting

3 Evolutie van de prestaties 2009-2011

I. Exposé général

43

3 Evolution des prestations 2009-2011

TABEL II.5 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011

TABLEAU II.5 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2009-2011

TABEL II.6 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011

TABLEAU II.6 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2009-2011

TABEL II.7 Indexering van de prestaties: 2009-2011

TABLEAU II.7 Indexation des prestations: 2009-2011

TABEL II.8 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2009-2011

TABLEAU II.8 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2009-2011

HOOFDSTUK III. Het Globaal beheer voor zelfstandigen

55

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011

55 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011

CHAPITRE III. La gestion globale des travailleurs indépendants

TABEL III.1 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009

TABLEAU III.1 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2009

TABEL III.2 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010

TABLEAU III.2 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2010

TABEL III.3 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011

TABLEAU III.3 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2011

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011 3 Evolutie van de prestaties 2009-2011

43

55

55

62

2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011

62

68

3 Evolution des prestations 2009-2011

68

TABEL III.4 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011

TABLEAU III.4 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 20092011

TABEL III.5 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2009-2011

TABLEAU III.5 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2009-2011

TABEL III.6 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2009-2011

TABLEAU III.6 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2009-2011

8


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

HOOFDSTUK IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

77

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011

77 1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011

TABEL IV.1 Begroting van het RIZIVGeneeskundige verzorging: 2009-2011

CHAPITRE IV. INAMI-Soins de santé

77

77

TABLEAU IV.1 Budget de l’INAMI-Soins de santé: 2009-2011

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

81

2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011

81

HOOFDSTUK V. De andere regelingen van de sociale zekerheid

89

CHAPITRE V. Les autres régimes de sécurité sociale

89

TABEL V.1 Begroting van de DOSZ: 20092011

TABLEAU V.1 Budget de l’OSSOM: 20092011

TABEL V.2 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2009

TABLEAU V.2 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2009

TABEL V.3 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2010

TABLEAU V.3 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2010

TABEL V.4 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2011

TABLEAU V.4 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2011

95

HOOFDSTUK VI. De sociale bijstand

CHAPITRE VI. L’assistance sociale

TABEL VI.1 Prestaties van de stelsels sociale bijstand: 2009-2011

TABLEAU VI.1 Prestations des régimes d’assistance sociale: 2009-2011

TABEL VI.2 Volumefactoren van stelsels sociale bijstand: 2009-2011

de

TABLEAU VI.2 Facteurs de volume des régimes d’assistance sociale: 2009-2011

TABEL VI.3 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2009-2011

TABLEAU VI.3 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2009-2011

HOOFDSTUK VII. De pensioenen van de overheidssector

99

TABEL VII.1 Pensioenen van de overheidssector 2009-2010

HOOFDSTUK VIII. De tewerkstellingsprogramma’s via de activering van de uitkeringen

CHAPITRE VII. Les pensions du secteur public

95

99

TABLEAU VII.1 Pensions du secteur public 2009-2010

105

CHAPITRE VIII. Les programmes d’emploi via l’activation des allocations

9

105



I. Algemene toelichting

I. Exposé général

INLEIDING

INTRODUCTION

In de hoofdstukken II en III komen de cijfers van de globale beheren van de werknemers en de zelfstandigen aan bod. In hoofdstuk IV wordt de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging afzonderlijk besproken.

Les chapitres II en III présentent les chiffres des gestions globales des salariés et des indépendants. Dans le chapitre IV la branche INAMI-Soins de santé est traitée séparément.

Daarnaast wordt er in hoofdstuk V aandacht besteed aan de takken buiten globaal beheer. Het stelsel “Buiten globaal beheer” omvat volgende takken: het kapitalisatiestelsel arbeidsongevallen, het Asbestfonds ingericht bij het FBZ, de sectoren tewerkstelling en arbeid beheerd door de RVA, het stelsel van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (gezinsbijslag, pensioenen van het statutair personeel en beroepsziekten), de fondsen voor bestaanszekerheid, het fonds voor collectieve uitrustingen en diensten. De overzeese sociale zekerheid komt aan bod in een afzonderlijke tabel.

En outre, une attention particulière a été portée aux branches hors gestion globale dans le chapitre V. Le régime « Hors Gestion globale » comprend les branches suivantes : le régime de capitalisation accidents du travail, le Fonds Amiante créé au FMP, les secteurs emploi et travail gérés par l’ONEm, le régime des administrations provinciales et locales (prestations familiales, pensions du personnel statutaire et maladies professionnelles), les fonds de sécurité d’existence, le fonds des équipements et services collectifs. La sécurité sociale d’Outremer est présentée dans un tableau séparé.

Naast de stelsels van sociale zekerheid bevatten de stelsels van sociale bescherming de prestaties van sociale bijstand (inkomensgarantie voor ouderen, leefloon, maatschappelijke dienstverlening en tegemoetkomingen aan personen met een handicap), de overheidspensioenen (ten laste van de Pensioendienst voor de Overheidssector) en ten slotte de bijkomende gezinsbijslag ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (overdrachten aan gezinnen).

A côté des régimes de sécurité sociale, les régimes de protection sociale comprennent les prestations d’assistance sociale (garantie de revenus aux personnes âgées, revenu d’intégration, aide sociale et allocations aux personnes handicapées), les pensions publiques (à charge du Service des Pensions du Secteur Public) et enfin, les suppléments allocations familiales à charge du budget général des Dépenses (transferts aux ménages).

In hoofdstuk I wordt een consolidering van al die verschillende begrotingen voorgesteld alsook een tabel met de totale overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid.

Le chapitre I présente une consolidation de tous ces différents budgets, ainsi qu’un tableau avec le total des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral.

11



I. Algemene toelichting

I. Exposé général

HOOFDSTUK I

CHAPITRE I

SAMENVATTENDE TABELLEN

TABLEAUX RECAPITULATIFS

Methodologie

Méthodologie

De tabellen I.1, I.2 en I.3 zijn een consolidering van de gedetailleerde tabellen in de hoofdstukken II tot VI, alsook van de prestaties van sociale bijstand, de pensioenen overheidssector en de andere overdrachten naar de gezinnen.

Les tableaux I.1, I.2 et I.3 sont une consolidation des tableaux détaillés qui figurent aux chapitres II à VI, ainsi que les prestations d’assistance sociale, les pensions secteur public et les autres transferts aux ménages.

De overdrachten tussen de verschillende stelsels worden in deze geconsolideerde tabellen uit de ontvangsten en uit de uitgaven gehaald en worden afzonderlijk vermeld in de rubriek “overdrachten tussen stelsels”. Zo bevat de kolom totaal geen dubbeltelling.

Dans ces tableaux consolidés, les transferts entre les différents régimes sont isolés des recettes et des dépenses et repris dans la rubrique « transferts entre régimes ». Ainsi, la colonne total ne contient pas de doubles comptages.

De tabellen I.4.1 en I.4.2. bevatten de bedragen van de overdrachten ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (staatstoelagen) en van de algemene ontvangsten van de federale overheid (het gaat hier voornamelijk om de alternatieve financiering) die voor de sociale bescherming bestemd zijn.

Les tableaux I.4.1 et I.4.2 reprennent les montants des transferts à charge du budget général des Dépenses (subventions) et des recettes générales de l’Etat fédéral (il s’agit principalement du financement alternatif) destinés à la protection sociale.

13


201.396

728.472

Diversen

14

57.180.276

282.523

5.572.199

30.665

5.541.533

3.748

(a) Begroting van de Pensioendienst voor de overheidssector.

Totaal lopende ontvangsten

Overdrachten tussen stelsels

56.897.753

0

585.397

Externe overdrachten

Opbrengsten beleggingen

Eigen ontvangsten

16.494

1.199.584

13.828

836.261

9.291.666

Alternatieve financiering

Toegewezen ontvangsten

3.414.042

1.257.160 1.257.160

39.104.185

5.787.053 5.787.053

Staatstoelagen In de prestaties Andere

Bijdragen

Lopende Ontvangsten

27.118.767

22.326.346

4.792.421

332.998

4.894

372

1.138.026

2.490.577

825.554

4.139.809

101.788

4.038.021

10.410

123.337

13.514

260.904

135.530

3.494.326

389.036

389.036

3.571

3.055

2.140

2.210

319.559 319.559

58.502

DOSZ / OSSOM

2.948.055

2.948.055

2.948.055 2.948.055

Sociale bijstand / Assistance sociale

11.451.723

11.451.723

67.448

7.889.536 7.854.090 35.446

3.494.739

Overheidspensioenen / Pensions publiques (a)

39.099

39.099

39.099 39.099

Overdrachten naar gezinnen / Transferts aux ménages

(a) Budget du Service des Pensions du Secteur public.

94.400.087

22.741.322

71.658.764

1.079.199

346.509

601.423

2.617.218

12.754.034

7.363.772 7.363.772

46.896.609

Subtotaal / Sous-total

108.838.964

22.741.322

86.097.641

1.146.647

346.509

601.423

2.617.218

12.754.034

18.240.462 18.205.016 35.446

50.391.348

ALGEMEEN TOTAAL / TOTAL GENERAL

(En milliers EUR) (adaptation septembre 2009)

(In duizend EUR) (aanpassing september 2009)

RIZIVBuiten globaal Globaal beheer Globaal beheer Geneeskundige beheer / werknemers / zelfstandigen / verzorging / Hors gestion Gestion globale Gestion globale INAMIglobale indépendants salariés Soins de santé

TABLEAU I.1 Tableau récapitulatif 2009

TABEL I.1

Samenvattende tabel 2009

Total recettes courantes

Transferts entre régimes

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes

Recettes affectées

Financement alternatif

Subventions de l'Etat Dans les prestations Autres

Cotisations

Recettes Courantes

I. Algemene toelichting I. Exposé général


60.490.082

Totaal lopende uitgaven

15

-3.310.963

-1.157

Saldo kapitaalrekeningen

Budgettair resultaat

1.157

0

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

-7.805

5.580.003

2.066.834

3.513.169

5.565

0

85.993

1.386

3.420.225

575.737

26.543.030

306.652

26.236.378

838.550

1.658.194

955.016

22.784.618

-118.983

4.258.792

4.006

4.254.786

4.020

308.901

80.830

259

3.860.776

-7.805

0

12

12

576.184

447

12

459

-118.983

0

0

0

RIZIVBuiten globaal Globaal beheer Globaal beheer Geneeskundige beheer / werknemers / zelfstandigen / verzorging / Hors gestion Gestion globale Gestion globale INAMIglobale indépendants salariés Soins de santé

-3.309.806

20.363.830

Overdrachten tussen stelsels

Saldo lopende rekeningen

40.126.253

1.566.746

5.530

781.005

1.121.594

9.193

36.642.184

Uitgaven vóór overdrachten

Diversen

Intrestlasten

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

0

0

0

-1.131

DOSZ / OSSOM

-1.131

390.167

390.167

4.595

887

2.973

12.723

25

368.964

DOSZ / OSSOM

-2.862.698

-710

1.181

471

Subtotaal / Sous-total

-2.861.988

97.262.075

22.741.322

74.520.753

2.419.476

6.417

2.751.074

2.256.155

10.863

67.076.768

Subtotaal / Sous-total

Sociale bijstand / Assistance sociale

0

0

0

0

0

2.948.055

2.948.055

2.948.055

Sociale bijstand / Assistance sociale

0

0

0

0

Overheidspensioenen / Pensions publiques (a)

0

11.451.723

11.451.723

42.728

11.408.995

Overheidspensioenen / Pensions publiques (a)

0

0

0

0

Overdrachten naar gezinnen / Transferts aux ménages

0

39.099

39.099

39.099

Overdrachten naar gezinnen / Transferts aux ménages

-2.862.698

-710

1.181

471

ALGEMEEN TOTAAL / TOTAL GENERAL

-2.861.988

111.700.952

22.741.322

88.959.630

2.419.476

6.417

2.751.074

2.298.883

10.863

81.472.917

ALGEMEEN TOTAAL / TOTAL GENERAL

(En milliers EUR) (adaptation septembre 2009) (suite)

(In duizend EUR) (aanpassing september 2009) (vervolg)

RIZIVBuiten globaal Globaal beheer Globaal beheer Geneeskundige beheer / werknemers / zelfstandigen / verzorging / Hors gestion Gestion globale Gestion globale INAMIglobale indépendants salariés Soins de santé

TABLEAU I.1 Tableau récapitulatif 2009

TABEL I.1

Samenvattende tabel 2009

Résultat budgétaire

Solde comptes de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts entre régimes

Dépenses avant transferts

Divers

Charges d'intérêts

Transferts externes

Frais d'administration

Frais de paiement

Prestations

Dépenses Courantes

I. Algemene toelichting I. Exposé général


16

60.614.669

Totaal lopende ontvangsten

6.065.190

64.950

6.000.240

3.107

16.375

0

16.375

945.884

1.527.242 1.272.004 255.238

3.491.257

(a) Begroting van de Pensioendienst voor de overheidssector.

591.236

Overdrachten tussen stelsels

60.023.433

Diversen

Eigen ontvangsten

189.413

732.169

Opbrengsten beleggingen

1.201.635

Toegewezen ontvangsten

502.662

10.505.103

Alternatieve financiering

Externe overdrachten

8.151.562 5.854.418 2.297.144

38.740.889

Staatstoelagen In de prestaties Bijzondere staatstoelage Andere

Bijdragen

Lopende Ontvangsten

27.848.096

23.159.215

4.688.881

374.592

4.130

372

991.244

2.453.450

865.093

4.158.055

114.616

4.043.439

10.563

103.933

16.649

259.888

135.291

3.517.115

392.235

392.235

4.010

2.965

2.300

2.410

316.977 316.977

63.572

DOSZ / OSSOM

3.048.383

3.048.383

3.048.383 3.048.383

Sociale bijstand / Assistance sociale

11.702.239

11.702.239

2.934

39.432

8.117.659 8.078.227

3.581.646

Overheidspensioenen / Pensions publiques (a)

38.711

38.711

38.711 38.711

Overdrachten naar gezinnen / Transferts aux ménages

(a) Budget du Service des Pensions du Secteur public.

99.078.245

23.930.017

75.148.228

1.124.441

316.817

521.983

2.471.552

14.039.728

9.995.781 7.443.399 2.552.382

46.677.926

Subtotaal / Sous-total

113.867.578

23.930.017

89.937.561

1.127.375

316.817

521.983

2.471.552

14.039.728

21.200.534 18.608.720 2.552.382 39.432

50.259.572

ALGEMEEN TOTAAL / TOTAL GENERAL

(En milliers EUR)

(In duizend EUR)

RIZIVBuiten globaal Globaal beheer Globaal beheer Geneeskundige beheer / werknemers / zelfstandigen / verzorging / Hors gestion Gestion globale Gestion globale INAMIglobale indépendants salariés Soins de santé

TABLEAU I.2 Tableau récapitulatif 2010

TABEL I.2

Samenvattende tabel 2010

Total recettes courantes

Transferts entre régimes

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes

Recettes affectées

Financement alternatif

Subventions de l'Etat Dans les prestations Subvention de l'Etat spécifique Autres

Cotisations

Recettes Courantes

I. Algemene toelichting I. Exposé général


62.477.330

Totaal lopende uitgaven

17

1.712.064

-150.597

Budgettair resultaat

736

1.712.800

Saldo kapitaalrekeningen

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

239.118

5.826.072

2.211.747

3.614.325

5.576

0

87.402

1.373

-2.000

3.521.974

0

27.848.096

649.500

27.198.596

353.801

1.610.513

985.118

24.249.164

-113.056

4.271.111

4.118

4.266.993

4.151

336.655

73.591

254

3.852.342

239.118

0

-113.056

0

0

0

RIZIVBuiten globaal Globaal beheer Globaal beheer Geneeskundige beheer / werknemers / zelfstandigen / verzorging / Hors gestion Gestion globale Gestion globale INAMIglobale indépendants salariés Soins de santé

-1.862.661

21.064.652

Overdrachten tussen stelsels

Saldo lopende rekeningen

41.412.677

1.536.892

27.125

907.817

1.168.818

9.115

-18.000

37.780.911

Uitgaven vóór overdrachten

Diversen

Intrestlasten

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

Onverdeelde prestaties

Prestaties

Lopende Uitgaven

0

0

0

131

DOSZ / OSSOM

131

392.104

392.104

3.627

831

3.068

12.630

20

371.928

DOSZ / OSSOM

-24.404

1.712.064

736

1.712.800

Subtotaal / Sous-total

-1.736.468

100.814.713

23.930.017

76.884.696

1.904.047

27.956

2.858.054

2.327.559

10.762

-20.000

69.776.319

Subtotaal / Sous-total

Sociale bijstand / Assistance sociale

0

0

0

0

0

3.048.383

3.048.383

3.048.383

Sociale bijstand / Assistance sociale

0

0

0

0

Overheidspensioenen / Pensions publiques (a)

0

11.702.239

11.702.239

39.746

11.662.493

Overheidspensioenen / Pensions publiques (a)

0

0

0

0

Overdrachten naar gezinnen / Transferts aux ménages

0

38.711

38.711

38.711

Overdrachten naar gezinnen / Transferts aux ménages

-24.404

1.712.064

736

1.712.800

ALGEMEEN TOTAAL / TOTAL GENERAL

-1.736.468

115.604.046

23.930.017

91.674.029

1.904.047

27.956

2.858.054

2.367.305

10.762

-20.000

84.525.906

ALGEMEEN TOTAAL / TOTAL GENERAL

(En milliers EUR) (suite)

(In duizend EUR) (vervolg)

RIZIVBuiten globaal Globaal beheer Globaal beheer Geneeskundige beheer / werknemers / zelfstandigen / verzorging / Hors gestion Gestion globale Gestion globale INAMIglobale indépendants salariés Soins de santé

TABLEAU I.2 Tableau récapitulatif 2010

TABEL I.2

Samenvattende tabel 2010

Résultat budgétaire

Solde comptes de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts entre régimes

Dépenses avant transferts

Divers

Charges d'intérêts

Transferts externes

Frais d'administration

Frais de paiement

Prestations non-réparti

Prestations

Dépenses Courantes

I. Algemene toelichting I. Exposé général


18

63.693.691

Totaal lopende ontvangsten

6.253.402

73.900

6.179.502

2.628

25.792

0

16.489

1.114.812

1.569.400 1.292.356 277.044

3.450.382

(a) Begroting van de Pensioendienst voor de overheidssector.

671.827

Overdrachten tussen stelsels

63.021.864

Diversen

Eigen ontvangsten

206.097

743.662

Opbrengsten beleggingen

1.222.973

Toegewezen ontvangsten

466.562

12.215.962

Alternatieve financiering

Externe overdrachten

8.441.203 5.947.807 2.493.396

39.725.405

Staatstoelagen In de prestaties Bijzondere staatstoelage Andere

Bijdragen

Lopende Ontvangsten

29.367.157

24.579.384

4.787.773

393.070

4.130

372

1.005.744

2.464.876

919.581

4.302.400

129.302

4.173.098

10.620

104.877

71.929

260.490

136.281

3.588.902

403.705

403.705

4.010

2.965

2.300

2.410

328.447 328.447

63.572

DOSZ / OSSOM

3.109.657

3.109.657

3.109.657 3.109.657

Sociale bijstand / Assistance sociale

12.090.215

12.090.215

2.934

40.708

8.426.950 8.386.242

3.660.331

Overheidspensioenen / Pensions publiques (a)

39.387

39.387

39.387 39.387

Overdrachten naar gezinnen / Transferts aux ménages

(a) Budget du Service des Pensions du Secteur public.

104.020.355

25.454.413

78.565.942

1.153.989

343.861

541.163

2.508.106

15.931.932

10.339.050 7.568.610 2.770.440

47.747.842

Subtotaal / Sous-total

119.259.614

25.454.413

93.805.201

1.156.923

343.861

541.163

2.508.106

15.931.932

21.915.044 19.103.896 2.770.440 40.708

51.408.173

ALGEMEEN TOTAAL / TOTAL GENERAL

(En milliers EUR)

(In duizend EUR)

RIZIVBuiten globaal Globaal beheer Globaal beheer Geneeskundige beheer / werknemers / zelfstandigen / verzorging / Hors gestion Gestion globale Gestion globale INAMIglobale indépendants salariés Soins de santé

TABLEAU I.3 Tableau récapitulatif 2011

TABEL I.3

Samenvattende tabel 2011

Total recettes courantes

Transferts entre régimes

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes

Recettes affectées

Financement alternatif

Subventions de l'Etat Dans les prestations Subvention de l'Etat spécifique Autres

Cotisations

Recettes Courantes

I. Algemene toelichting I. Exposé général


Beheerskosten

19

101.729

0

29.367.157

739.000

28.628.157

200.056

-174.621

4.477.021

4.118

4.472.903

4.091

420.054

73.403

254

3.975.101

-442.511

Budgettair resultaat

101.729

0

0

-174.621

0

0

0

0

0

131

DOSZ / OSSOM

131

403.574

403.574

3.627

831

3.068

12.619

20

383.408

DOSZ / OSSOM

-515.271

1.065.339

761

1.066.100

Subtotaal / Sous-total

-1.580.610

105.600.966

25.454.413

80.146.553

1.785.692

38.431

2.951.203

2.367.840

10.761

306.700

-35.000

72.720.927

Subtotaal / Sous-total

Sociale bijstand / Assistance sociale

0

0

0

0

0

3.109.657

3.109.657

3.109.657

Sociale bijstand / Assistance sociale

0

0

0

0

Overheidspensioenen / Pensions publiques (a)

0

12.090.215

12.090.215

41.022

12.049.193

Overheidspensioenen / Pensions publiques (a)

0

0

0

0

Overdrachten naar gezinnen / Transferts aux ménages

0

39.387

39.387

39.387

Overdrachten naar gezinnen / Transferts aux ménages

-515.271

1.065.339

761

1.066.100

ALGEMEEN TOTAAL / TOTAL GENERAL

-1.580.610

120.840.225

25.454.413

95.385.812

1.785.692

38.431

2.951.203

2.408.862

10.761

306.700

-35.000

87.919.164

ALGEMEEN TOTAAL / TOTAL GENERAL

Résultat budgétaire

Solde comptes de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts entre régimes

Dépenses avant transferts

Divers

Charges d'intérêts

Transferts externes

Frais d'administration

Frais de paiement

Adaptation au bien-être (1)

Prestations non-réparti

Prestations

Dépenses Courantes

(1) De welvaartsenveloppe geraamd door het Planbureau op basis van de wettelijke parameters zijn hier behouden. (1) L’enveloppe pour le bien-être estimée par le Bureau du Plan sur base des paramètres légales est conservée. Il n’est pas tenu compte (actuellement pas de chiffres disponibles) d’un éventuel dépassement de l’enveloppe 2009Er is geen rekening gehouden (geen cijfers beschikbaar momenteel) met een eventueel overloopeffect van de 2010 prévue pour le bien-être. welvaartsenveloppe 2009-2010.

1.065.339

761

1.066.100

Saldo kapitaalrekeningen

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

-1.507.850

Saldo lopende rekeningen

6.151.673

2.396.728

3.754.945

5.591

1.610.513

1.018.735

25.798.853

RIZIVBuiten globaal Globaal beheer Globaal beheer Geneeskundige beheer / werknemers / zelfstandigen / verzorging / Hors gestion Gestion globale Gestion globale INAMIglobale indépendants salariés Soins de santé

65.201.541

22.314.567

Overdrachten tussen stelsels

Totaal lopende uitgaven

42.886.973

1.572.327

37.600

0

90.225

917.567

1.172.858

Uitgaven vóór overdrachten

Diversen

Intrestlasten

Externe overdrachten

1.373

33.100

-3.500

3.628.156

9.114

273.600

Welvaartsaanpassing (1)

Betalingskosten

-31.500

38.935.408

Onverdeelde prestaties

Prestaties

Lopende Uitgaven

(En milliers EUR) (suite)

(In duizend EUR) (vervolg)

RIZIVBuiten globaal Globaal beheer Globaal beheer Geneeskundige beheer / werknemers / zelfstandigen / verzorging / Hors gestion Gestion globale Gestion globale INAMIglobale indépendants salariés Soins de santé

TABLEAU I.3 Tableau récapitulatif 2011

TABEL I.3

Samenvattende tabel 2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL I.4.1

TABLEAU I.4.1

Evolutie van de overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid aan de sociale zekerheid 2009-2011

Evolution des transferts à charge du budget de l'Etat fédéral destinés à la sécurité sociale 2009-2011

(In duizend EUR)

(En milliers EUR)

Globaal beheer - Werknemers Algemene Uitgavenbegroting Toelagen globaal beheer Bijzondere staatstoelage Bijzonder brugpensioen - RVP

2009

2010

2011

15.308.614

18.892.101

20.897.263

Gestion globale - Salariés

5.789.547

8.153.912

8.443.553

Budget général des Dépenses

5.787.053 2.494

5.854.418 2.297.144 2.350

5.947.807 2.493.396 2.350

Subventions gestion globale Subvention de l'Etat spécifique Prépension spéciale - ONP

Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid Alternatieve financiering Btw - Andere bronnen Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging Andere Bijzondere bijdrage sociale zekerheid

9.519.067

10.738.189

12.453.710

9.291.666 7.693.574 412.153 52.674 56.833 894.346 182.086 227.401

10.505.103 8.021.931 418.336 47.885 57.686 1.776.451 182.814 233.086

12.215.962 8.308.854 425.029 43.097 58.609 3.196.221 184.152 237.748

Globaal beheer - Zelfstandigen

2.093.421

2.473.126

2.684.212

Gestion globale - Indépendants

Algemene Uitgavenbegroting

1.257.160

1.527.242

1.569.400

Budget général des Dépenses

1.257.160

1.272.004 255.238

1.292.356 277.044

Subvention globale de l'Etat (1) Subvention de l'Etat spécifique

836.261

945.884

1.114.812

836.261 683.009 45.795 2.327 14.414 86.619 4.098

945.884 701.574 46.482 2.115 14.421 177.132 4.160

1.114.812 719.717 47.225 1.904 14.652 327.088 4.226

A charge des recettes générales de l'Etat fédéral Financement alternatif TVA - Autres sources Précompte mobilier Stock options Accises tabac Soins de santé Autres

2.490.577

2.453.450

2.464.876

INAMI - Soins de santé

2.490.577

2.453.450

2.464.876

2.490.577 1.656.994 703.583 130.000

2.453.450 1.609.313 714.137 130.000

2.464.876 1.609.313 725.563 130.000

Buiten globaal beheer en DOSZ

455.089

452.268

464.728

Hors gestion globale et OSSOM

Algemene Uitgavenbegroting

319.559

316.977

328.447

Budget général des Dépenses

319.559

316.977

328.447

135.530

135.291

136.281

135.530 135.530

135.291 135.291

136.281 136.281

20.347.701

24.270.945

26.511.080

(1)

Globale staatstoelage Bijzondere staatstoelage Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid Alternatieve financiering Btw - Andere bronnen Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging Andere RIZIV - Geneeskundige verzorging Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid Alternatieve financiering Btw - Andere bronnen Accijnzen tabak Andere

Staatstoelage DOSZ Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid Alternatieve financiering Btw Totaal overdrachten aan de sociale zekerheid

(1) Vanaf 2008: overdracht kleine risico's zelfstandigen inbegrepen.

A charge des recettes générales de l'Etat fédéral Financement alternatif TVA - Autres sources Précompte mobilier Stock options Accises tabac Soins de santé Autres Cotisation spéciale de sécurité sociale

A charge des recettes générales de l'Etat fédéral Financement alternatif TVA - Autres sources Accises tabac Autres

Subvention OSSOM A charge des recettes générales de l'Etat fédéral Financement alternatif TVA Total des transferts à la sécurité sociale

(1) A partir de 2008: y compris, le transfert petits risques indépendants.

20


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL I.4.2

TABLEAU I.4.2

Evolutie van de overdrachten aan de gezinnen ten laste van de begroting van de federale overheid 2009-2011

Evolution des transferts aux ménages à charge du budget de l'Etat fédéral 2009-2011

(In duizend EUR)

(En milliers EUR) 2009

2010

2011 Budget général des Dépenses

Algemene uitgavenbegroting Sociale bijstand (1) Inkomensgarantie voor ouderen Tegemoetkomingen aan personen met een handicap Leefloon Toelagen OCMW's - wet 2 april 1965 Pensioenen overheidssector Andere overdrachten aan de gezinnen

2.948.055

3.048.383

3.109.657

390.253 1.744.284

407.555 1.733.534

420.817 1.781.546

548.404 265.114

575.629 331.665

575.629 331.665

7.889.536

8.117.659

8.426.950

Assistance sociale (1) Garantie de revenus aux personnes âgées Allocations aux personnes handicapées Revenu d'intégration Subsides CPAS - loi 2 avril 1965 Pensions secteur public

39.099

38.711

39.387

39.099

38.711

39.387

Totaal andere overdrachten

10.876.690

11.204.753

11.575.994

Total autres transferts

Algemeen totaal overdrachten

31.224.391

35.475.698

38.087.074

Total général transferts

Bijkomende gezinsbijslag

(1) De gewaarborgde gezinsbijslag wordt gefinancierd door het globaal beheer voor werknemers.

Autres transferts aux ménages Suppléments allocations familiales

(1) Les prestations familiales garanties sont financées par la gestion globale des travailleurs salariés.

21



I. Algemene toelichting

I. Exposé général

HOOFDSTUK II

CHAPITRE II

HET GLOBAAL BEHEER VOOR WERKNEMERS

LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS SALARIES

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011

1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011

Methodologie

Méthodologie

De tabellen van de sociale zekerheid voor werknemers behelzen de takken van het algemene stelsel voor werknemers, mijnwerkers en zeelieden, die gefinancierd worden door het globaal beheer.

Les tableaux de la sécurité sociale des travailleurs salariés reprennent les branches du régime général des travailleurs salariés, des mineurs et des marins qui sont financées par la gestion globale.

In tabellen II.1, II.2 en II.3 wordt een consolidering van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIVGeneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSZ-Globaal beheer voorgesteld.

Les tableaux II.1, II.2 et II.3 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’ONSS-gestion globale.

De kolom RSZ-Globaal beheer vermeldt bovenop de eigen ontvangsten van de RSZ ook de ontvangsten die door de HVKZ en de RSZPPO worden overgedragen aan het globaal beheer.

Dans la colonne ONSS-gestion globale, on retrouve, en plus des recettes propres de l’ONSS, les recettes qui sont transférées par la CSPM et l’ONSSAPL à la gestion globale.

De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór de overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.

Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette dans le total consolidé.

De overdracht van het RSZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de werknemers komt te voorschijn in de rubriek “Externe overdrachten” van het RSZ-Globaal Beheer.

Le transfert de l’ONSS-gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs salariés apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’ONSS-Gestion globale.

De sociale bijdrageverminderingen worden opgenomen in tabel II.4.

Les réductions de cotisations sociales (ONSS) sont reprises dans le tableau II.4.

(RSZ)

23


24 140

11.127.334

3.822

3.790

3.790

32

141

15.544

13.828

13.828

1.716

550

10.560

39.503.062

37.961.364

37.961.294 70

1.541.698

595.467

55.708.588

70.010

70.010

55.638.578

133.005

190.835

294.392 275.987 18.405

995.831

9.289.062 7.690.970 412.153 52.674 56.833 894.346 182.086

5.786.688

38.948.765 37.364.110 1.584.655

RSZ-GFB / ONSS-GFG

95.211.650

38.031.374

37.961.294 70.080

57.180.276

728.472

201.396

867.920 275.987 591.933

1.199.584

9.291.666 7.693.574 412.153 52.674 56.833 894.346 182.086

5.787.053

39.104.185 37.364.110 1.740.075

TOTAAL / TOTAL

(1) Y compris, modération salariale.

343.621

10.670.903

10.670.903

456.431

32

573.528

573.528

203.753

2.604 2.604

365

155.420

155.420

Subtotaal / Sous-total

(2) Le montant initial était de 949.063 milliers EUR repris dans l'AR du 7.6.2009.

296.220

342.741

342.741

880

1.000 121.814

747

747

48

230

230

Zeelieden / Marins

(2) Initieel bedrag van 949.063 duizend EUR opgenomen in het KB van 7.6.2009.

4.720.756

37.454

37.454

258.766

880

Mijnw-Inv / Min-Inv

(*) Y compris, ONP-Capitalisation.

18.148.900

4.213.973

4.213.973

506.783

405 7.662

330.713

330.713

300

2.604 2.604

RVA / ONEm

(1) Loonmatiging inbegrepen.

4.846.865

Totaal lopende ontvangsten

17.956.112

17.956.042 70

192.788

456.680

FBZ / FMP

(*) RVP-Kapitalisatie inbegrepen.

4.722.563

4.722.563

RSZ-GFB Andere takken

Interne overdrachten

124.302

Eigen ontvangsten

4

7.744

250

8.725

Opbrengsten beleggingen

Diversen

239.629

2.440

11.070

11.070

FAO / FAT

239.629

88.778

49.963

49.963

RKW / ONAFTS

2.440

114.627

93.457

700

365

93.457

700

RVP / ONP (*)

Externe overdrachten Toekomstfonds Andere

Toegewezen ontvangsten

Alternatieve financiering Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging (2) Andere

Staatstoelagen

Bijdragen (1) Gewone bijdragen Specifieke bijdragen

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

Total recettes courantes

Transferts internes

ONSS-GFG Autres branches

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes Fonds pour l'avenir Autres

Recettes affectées

Financement alternatif TVA Précompte mobilier Stock options Accises tabac (2) Soins de santé Autres

Subventions de l'Etat

Cotisations (1) Cotisations ordinaires Cotisations spécifiques

Recettes Courantes

(En milliers EUR) (adaptation septembre 2009)

(In duizend EUR) (aanpassing september 2009)

Lopende Ontvangsten

TABLEAU II.1 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés 2009 (hormis soins de santé)

TABEL II.1 Begroting van het globaal beheer voor werknemers 2009 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

I. Algemene toelichting I. Exposé général


25 FAO / FAT

0

0

296.220

70.010

70.010

226.210

FBZ / FMP

0

0

343.621

343.621

6.541

27.159 27.159

440

309.481

FBZ / FMP

RVA / ONEm

710

11.126.624

11.126.624

1.067.319

150

25.838

25.838

435.330 235.386 199.944

9.597.987

RVA / ONEm

(*) RVP-Kapitalisatie inbegrepen.

Budgettair resultaat

0

Mijnw-Inv / Min-Inv

0

3.822

70

70

3.752

24

800 800

12

2.916

Mijnw-Inv / Min-Inv

0

Zeelieden / Marins

0

15.544

15.544

682

31

31

2.096 2.096

1

12.733

Zeelieden / Marins

(*) Y compris, ONP-Capitalisation.

0

-710

0

RKW / ONAFTS

0

4.720.756

4.720.756

5.432

21.590

21.590

19.465 19.465

647

179.076

FAO / FAT

Saldo kapitaalrekeningen

1.262

RVP / ONP (*)

1.262

18.147.638

18.147.638

453.946

855

186.033

9.800

855

156.803 64.364 92.439

1.562

4.107.590

186.033

150.976 134.707 16.269

6.531

17.794.298

RKW / ONAFTS

710

8.725

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

8.725

4.838.140

4.838.140

23.002

177.035 17.643 159.392

4.638.103

RVP / ONP (*)

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

Totaal lopende uitgaven

Interne overdrachten

RSZ-GFB Andere takken

Uitgaven vóór interne overdrachten

Diversen

Intrestlasten

Externe overdrachten RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden

Betalingskosten

Prestaties

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

9.987

-710

710

Subtotaal / Sous-total

10.697

39.492.365

70.080

70.010 70

39.422.285

1.566.746

150

234.347

234.347

969.664 501.620 468.044

9.193

36.642.184

Subtotaal / Sous-total

-3.320.950

-447

447

0

RSZ-GFB / ONSS-GFG

-3.320.503

59.029.092

37.961.294

37.961.294

21.067.798

5.380

20.910.488 20.262.142 648.346

151.930 151.930

RSZ-GFB / ONSS-GFG

-3.310.963

-1.157

1.157

0

TOTAAL / TOTAL

-3.309.806

98.521.456

38.031.374

70.010 37.961.364

60.490.082

1.566.746

5.530

21.144.835 20.262.142 882.693

1.121.594 653.550 468.044

9.193

36.642.184

TOTAAL / TOTAL

Résultat budgétaire

Solde comptes de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts internes

ONSS-GFG Autres branches

Dépenses avant transferts internes

Divers

Charges d'intérêts

Transferts externes INAMI-Soins de santé Autres

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

Frais de paiement

Prestations

Dépenses Courantes

(En milliers EUR) (adaptation septembre 2009) (suite)

(In duizend EUR) (aanpassing september 2009) (vervolg)

Lopende Uitgaven

TABLEAU II.1 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés 2009 (hormis soins de santé)

TABEL II.1

Begroting van het globaal beheer voor werknemers 2009 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

I. Algemene toelichting I. Exposé général


140

722

FBZ / FMP

RVA / ONEm

26 307.218

316.748

316.026

316.026

722

11.564.680

11.200.039

11.200.039

364.641

122.224

3.611

3.579

3.579

32

32

16.759

15.162

15.162

1.596

483

(1) Y compris, modération salariale.

4.766.036

40.846

40.846

266.373

7.606

(*) Y compris, ONP-Capitalisation.

18.547.666

4.260.001

4.260.001

506.035

457.901

80

756

756

48

230

230

Zeelieden / Marins

(1) Loonmatiging inbegrepen.

5.201.875

Totaal lopende ontvangsten

18.345.692

18.345.652 40

201.974

3

1.000

238.470

Mijnw-Inv / Min-Inv

(*) RVP-Kapitalisatie inbegrepen.

5.080.663

5.080.663

RSZ-GFB Andere takken

Interne overdrachten

121.212

8.750

Eigen ontvangsten

Diversen

7.300

400

250.417

2.260

Opbrengsten beleggingen

250

250.417

2.260

Externe overdrachten Toekomstfonds Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ Andere

238.470

300

7.950

7.950

FAO / FAT

Toegewezen ontvangsten

89.078

47.994

47.994

RKW / ONAFTS

2.647 2.647

111.512

103.012

700

321 321

103.012

700

RVP / ONP (*)

Alternatieve financiering Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging Andere

Staatstoelagen In de prestaties Bijzondere staatstoelage

Bijdragen (1) Gewone bijdragen Specifieke bijdragen Regeringsmaatregelen

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

40.706.593

39.244.008

39.243.968 40

1.462.585

596.999

9.892

491.903

491.903

200.938

2.647 2.647

321 321

159.886

159.886

59.220.084

68.000

68.000

59.152.084

135.170

179.521

601.995 269.550 315.000 17.445

1.000.697

10.502.456 8.019.284 418.336 47.885 57.686 1.776.451 182.814

8.151.241 5.854.097 2.297.144

38.581.003 37.018.116 1.586.662 -23.775

Subtotaal / RSZ-GFB / Sous-total ONSS-GFG

99.926.677

39.312.008

39.243.968 68.040

60.614.669

732.169

189.413

1.093.898 269.550 315.000 509.348

1.201.635

10.505.103 8.021.931 418.336 47.885 57.686 1.776.451 182.814

8.151.562 5.854.418 2.297.144

38.740.889 37.018.116 1.746.548 -23.775

TOTAAL / TOTAL

Total recettes courantes

Transferts internes

ONSS-GFG Autres branches

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes Fonds pour l'avenir Contrib. objectif budgétaire SS Autres

Recettes affectées

Financement alternatif TVA Précompte mobilier Stock options Accises tabac Soins de santé Autres

Subventions de l'Etat Dans les prestations Subvention de l'Etat spécifique

Cotisations (1) Cotisations ordinaires Cotisations spécifiques Mesures de gouvernement

Recettes Courantes

(En milliers EUR)

(In duizend EUR)

Lopende Ontvangsten

TABLEAU II.2 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés 2010 (hormis soins de santé)

TABEL II.2

Begroting van het globaal beheer voor werknemers 2010 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

I. Algemene toelichting I. Exposé général


27 FAO / FAT

0

0

307.218

68.000

68.000

239.218

FBZ / FMP

0

0

316.748

316.748

6.541

27.398 27.398

440

282.369

FBZ / FMP

RVA / ONEm

736

11.563.944

11.563.944

1.035.449

125

64.067

64.067

452.404 244.003 208.401

10.011.899

RVA / ONEm

(*) RVP-Kapitalisatie inbegrepen.

Budgettair resultaat

0

Mijnw-Inv / Min-Inv

0

3.611

40

40

3.571

16

710 710

10

2.835

Mijnw-Inv / Min-Inv

0

Zeelieden / Marins

0

16.759

16.759

689

31

31

3.374 3.374

1

12.664

Zeelieden / Marins

(*) Y compris, ONP-Capitalisation.

0

-736

0

RKW / ONAFTS

0

4.766.036

4.766.036

3.095

26.382

26.382

20.384 20.384

452

188.905

FAO / FAT

Saldo kapitaalrekeningen

420

RVP / ONP (*)

420

18.547.246

18.547.246

454.158

909

226.125

9.900

909

166.109 70.682 95.427

1.562

4.143.298

226.125

148.840 137.571 11.269

6.650

18.155.731

RKW / ONAFTS

736

0

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

0

5.201.875

5.201.875

27.043

191.622 18.782 172.840

4.983.210

RVP / ONP (*)

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

Totaal lopende uitgaven

Interne overdrachten

RSZ-GFB Andere takken

Uitgaven vóór interne overdrachten

Diversen

Intrestlasten

Externe overdrachten RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden

Betalingskosten

Onverdeelde prestaties

Prestaties

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

-1.863.817

61.083.900

39.243.968

39.243.968

21.839.932

27.000

21.654.955 20.950.136 704.819

157.977 157.977

420

-736

736

-151.017

1.712.800

1.712.800

Subtotaal / RSZ-GFB / Sous-total ONSS-GFG

1.156

40.705.437

68.040

68.000 40

40.637.397

1.536.892

125

317.514

317.514

1.010.841 522.904 487.937

9.115

-18.000

37.780.911

Subtotaal / RSZ-GFB / Sous-total ONSS-GFG

-150.597

1.712.064

736

1.712.800

TOTAAL / TOTAL

-1.862.661

101.789.338

39.312.008

68.000 39.244.008

62.477.330

1.536.892

27.125

21.972.469 20.950.136 1.022.333

1.168.818 680.881 487.937

9.115

-18.000

37.780.911

TOTAAL / TOTAL

Résultat budgétaire

Solde comptes de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts internes

ONSS-GFG Autres branches

Dépenses avant transferts internes

Divers

Charges d'intérêts

Transferts externes INAMI-Soins de santé Autres

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

Frais de paiement

Prestations non-réparti

Prestations

Dépenses Courantes

(En milliers EUR) (suite)

(In duizend EUR) (vervolg)

Lopende Uitgaven

TABLEAU II.2 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés 2010 (hormis soins de santé)

TABEL II.2

Begroting van het globaal beheer voor werknemers 2010 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

I. Algemene toelichting I. Exposé général


140

722

RVA / ONEm

28 311.150

292.044

291.322

291.322

722

11.739.268

11.470.530

11.470.530

268.738

122.327

3.364

3.335

3.335

29

29

16.443

14.835

14.835

1.608

483

(1) Y compris, modération salariale.

4.920.093

42.903

42.903

268.247

7.606

80

768

(*) Y compris, ONP-Capitalisation.

19.380.739

4.406.779

4.406.779

513.314

466.149

1.000

142.426

768

48

230

230

Zeelieden / Marins

(1) Loonmatiging inbegrepen.

5.499.042

Totaal lopende ontvangsten

19.178.291

19.178.255 36

202.448

2

400

252.291

142.426

Mijnw-Inv / Min-Inv

(*) RVP-Kapitalisatie inbegrepen.

5.377.943

5.377.943

RSZ-GFB Andere takken

Interne overdrachten

121.099

Eigen ontvangsten

8.750

7.782

Diversen

2.014

250

Opbrengsten beleggingen

2.014

Externe overdrachten Toekomstfonds Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ Andere

300 252.291

7.950

7.950

FBZ / FMP

Toegewezen ontvangsten

89.078

47.025

47.025

FAO / FAT

2.685 2.685

111.399

103.283

700 289 289

103.283

700

RKW / ONAFTS

Alternatieve financiering Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging Andere

Staatstoelagen In de prestaties Bijzondere staatstoelage

Bijdragen Gewone bijdragen (1) Specifieke bijdragen Regeringsmaatregelen

RVP / ONP (*)

42.130.642

40.754.437

40.754.401 36

1.376.205

605.346

10.374

397.499

397.499

200.825

2.685 2.685

289 289

159.188

159.188

62.379.486

62.000

62.000

62.317.486

138.316

195.723

740.890 260.100 405.000 75.790

1.022.148

12.213.277 8.306.169 425.029 43.097 58.609 3.196.221 184.152

8.440.914 5.947.518 2.493.396

39.566.217 37.920.592 1.599.475 46.150

Subtotaal / RSZ-GFB / Sous-total ONSS-GFG

104.510.129

40.816.437

40.754.401 62.036

63.693.691

743.662

206.097

1.138.389 260.100 405.000 473.289

1.222.973

12.215.962 8.308.854 425.029 43.097 58.609 3.196.221 184.152

8.441.203 5.947.807 2.493.396

39.725.405 37.920.592 1.758.663 46.150

TOTAAL / TOTAL

Total recettes courantes

Transferts internes

ONSS-GFG Autres branches

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes Fonds pour l'avenir Contrib. objectif budgétaire SS Autres

Recettes affectées

Financement alternatif TVA Précompte mobilier Stock options Accises tabac Soins de santé Autres

Subventions de l'Etat Dans les prestations Subvention de l'Etat spécifique

Cotisations Cotisations ordinaires (1) Cotisations spécifiques Mesures de gouvernement

Recettes Courantes

(En milliers EUR)

(In duizend EUR)

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

Budget de la gestion globale des travailleurs salariés 2011 (hormis soins de santé)

Begroting van het globaal beheer voor werknemers 2011 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

Lopende Ontvangsten

TABLEAU II.3

TABEL II.3

I. Algemene toelichting I. Exposé général


29 FAO / FAT

0

0

311.150

62.000

62.000

249.150

FBZ / FMP

0

0

292.044

292.044

6.541

27.398 27.398

440

2.500

255.165

RVA / ONEm

761

11.738.507

11.738.507

1.061.607

100

45.807

45.807

451.781 242.838 208.943

80.400

10.098.812

RVA / ONEm

708

-761

761

-443.219

1.066.100

1.066.100

-442.511

1.065.339

761

1.066.100

TOTAAL / TOTAL

-1.507.850

106.017.978

40.816.437

62.000 40.754.437

65.201.541

1.572.327

37.600

23.232.135 22.185.365 1.046.769

1.172.858 674.907 497.951

9.114

273.600

-31.500

38.935.408

TOTAAL / TOTAL

(2)

Résultat budgétaire

Solde comptes de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts internes

ONSS-GFG Autres branches

Dépenses avant transferts internes

Divers

Charges d'intérêts

Transferts externes INAMI-Soins de santé Autres

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

Frais de paiement

Adaptation au bien-être

Prestations non-réparti

Prestations

Dépenses Courantes

(*) Y compris, ONP-Capitalisation.

0

-1.509.319

63.888.805

40.754.401

40.754.401

23.134.403

37.500

22.939.800 22.185.365 754.435

157.103 157.103

Subtotaal / RSZ-GFB / Sous-total ONSS-GFG

1.469

42.129.173

62.036

62.000 36

42.067.137

1.572.327

100

292.334

292.334

1.015.755 517.804 497.951

9.114

273.600

-31.500

38.935.408

Subtotaal / RSZ-GFB / Sous-total ONSS-GFG

(2) L’enveloppe pour le bien-être estimée par le Bureau du Plan sur base des paramètres légales est conservée. Il n’est pas tenu compte (actuellement pas de chiffres disponibles) d’un éventuel dépassement de l’enveloppe 2009-2010 prévue pour le bien-être.

0

Zeelieden / Marins

0

16.443

16.443

700

31

31

2.731 2.731

1

12.979

Zeelieden / Marins

(2) De welvaartsenveloppe geraamd door het Planbureau op basis van de wettelijke parameters zijn hier behouden. Er is geen rekening gehouden (geen cijfers beschikbaar momenteel) met een eventueel overloopeffect van de welvaartsenveloppe 2009-2010.

0

Mijnw-Inv / Min-Inv

0

3.364

36

36

3.328

14

710 710

9

2.595

Mijnw-Inv / Min-Inv

(*) RVP-Kapitalisatie inbegrepen.

Budgettair resultaat

-761

0

RKW / ONAFTS

0

4.920.093

4.920.093

3.095

26.577

26.577

20.797 20.797

452

3.800

194.428

FBZ / FMP

Saldo kapitaalrekeningen

708

RVP / ONP (*)

708

19.380.031

19.380.031

462.362

909

219.010

9.900

909

165.432 67.872 97.560

1.562

41.900

4.247.928

219.010

148.516 137.247 11.269

6.650

110.800

18.885.155

FAO / FAT

761

0

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

0

5.499.042

5.499.042

28.107

198.389 18.210 180.179

34.200

5.238.346

RKW / ONAFTS

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

Totaal lopende uitgaven

Interne overdrachten

RSZ-GFB Andere takken

Uitgaven vóór interne overdrachten

Diversen

Intrestlasten

Externe overdrachten RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden

Betalingskosten

Welvaartsaanpassing

(2)

Onverdeelde prestaties

Prestaties

RVP / ONP (*)

(En milliers EUR) (suite)

(In duizend EUR) (vervolg)

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

Budget de la gestion globale des travailleurs salariés 2011 (hormis soins de santé)

Begroting van het globaal beheer voor werknemers 2011 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

Lopende Uitgaven

TABLEAU II.3

TABEL II.3

I. Algemene toelichting I. Exposé général


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011

Volgens de economische begroting van het INR van september 2009 wordt de groei van het bbp in reële termen voor 2009 op -3,10 %, voor 2010 op 0,4 % en voor 2011 op 1,90% geraamd. De groeivoet van de gezondheidsindex zou voor 2009, 2010 en 2011 respektievelijk 0,6 %, 1,2 % en 1,6 % bedragen. In overeenstemming met de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de huidige spilindex (112,72) overschreden worden in december 2010. De volgende spilindex (114,97) wordt niet overschreden in 2011.

Selon le budget économique de l’ICN de septembre 2009, la croissance du PIB en termes réels est estimée pour 2009 à -3,10 %, pour 2010 à 0,4 % et pour 2011 à 1,90 %. Le taux de croissance de l’indice santé devrait atteindre pour 2009, 2010 et 2011 respectivement 0,6 %, 1,2 % et 1,6 %. Selon les prévisions mensuelles de l’indice santé, l’indice pivot actuel (112,72) serait dépassé en décembre 2010. Le prochain indice pivot (114,97) ne sera pas dépassé en 2011.

De RSZ gaat uit van de volgende hypothesen voor de loonmassa van de privésector:

L’ONSS part des hypothèses suivantes pour la masse salariale du secteur privé :

2009 Begrotingscontrole / Contrôle budgétaire (*) Bbp in volume Loonmassa Indexering Reële loonstijging Tewerkstelling (VTE)

Aanpassing (september 09) / Adaptation (septembre 09)

2010

2011

Initieel / Initial

Initieel / Initial

-1,70 %

-3,10 %

0,40 %

1,90 %

PIB en volume

1,92 %

-1,11 %

0,08 %

3,20 %

Masse salariale Indexation

3,60 %

2,26 %

0,93 %

2,00 %

-1,68 %

-3,37 %

-0,85 %

1,20 %

Uitbreiding toepassingsgebied

Hausse réelle des salaires Emploi (ETP) Extension champ d'application

Bron: RSZ

Source: ONSS

(*) Cf. Algemene inleiding. De cijfers zijn gebaseerd op de economische begroting van september 2009.

(*) Cf Introduction générale. Les chiffres sont basés sur le budget économique de septembre 2009.

2009

2009

Het globale saldo bedraagt -3.310.963 duizend EUR in vergelijking met -2.002.593 duizend EUR bij de aanpassing van de begroting in maart 2009. Deze daling is het resultaat van een daling van de ontvangsten met 481.668 duizend EUR en een stijging van de uitgaven met 826.702 duizend EUR.

Le solde global s’élève à -3.310.963 milliers EUR par rapport à -2.002.593 milliers EUR lors de l’adaptation du budget en mars 2009. Cette baisse est le résultat d’une diminution des recettes de 481.668 milliers EUR et d’une augmentation des dépenses de 826.702 milliers EUR.

Ontvangsten

Recettes

Het totaal van de bijdragen voor de RSZ daalt met 381.021 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Wat de inhoud van de rubrieken betreft, wordt de loonmatigingsbijdrage, die vroeger

Le total des cotisations à l’ONSS diminue de 381.021 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. En ce qui concerne le contenu des rubriques, la cotisation de modération salariale qui auparavant était

30


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

afzonderlijk werd vermeld, mee opgenomen in de gewone bijdragen. Op dezelfde wijze wordt de loonmatigingsbijdrage op het dubbel vakantiegeld ook bij de gewone bijdragen opgenomen.

mentionnée séparément, est incluse dans les cotisations ordinaires. De même, la cotisation de modération salariale sur le double pécule de vacances se retrouve aussi dans les cotisations ordinaires.

De Staatstoelage bedraagt 5.787.053 duizend EUR.

La subvention de l’Etat s’élève à 5.787.053 milliers EUR.

De alternatieve financiering daalt met 239.787 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 omwille van voornamelijk de volgende redenen:  Het basisbedrag van de btw-ontvangsten toegewezen aan de werknemers daalt met 59.149 duizend EUR. Dit is het gevolg van een daling van de btw-ontvangsten met 262.660 duizend EUR.  Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 54.717 duizend EUR door een herschikking van de groeivoeten binnen de geneeskundige verzorging.  Het bedrag bestemd voor de dienstencheques daalt met 30.970 duizend EUR.  Het bedrag bestemd voor de start- en stagebonus daalt met 10.172 duizend EUR door lagere uitgaven.  Het bedrag bestemd voor de tijdelijke werkloosheid stijgt met 20.212 duizend EUR door hogere uitgaven.  De ontvangsten uit roerende voorheffing liggen 6.914 duizend EUR lager dan bij de aanpassing van de begroting in maart 2009.

Le financement alternatif diminue de 239.787 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, et ce pour les raisons principales suivantes:  Le montant de base des recettes de TVA affecté aux travailleurs salariés diminue de 59.149 milliers EUR. Il s’agit de la conséquence d’une baisse des recettes de TVA de 262.660 milliers EUR.  Le montant destiné au financement des soins de santé diminue de 54.717 milliers EUR en raison d’un ajustement du taux de croissance des soins de santé.

De toegewezen ontvangsten liggen 26.957 duizend EUR hoger dan bij de aanpassing van de begroting in maart 2009. Het betreffen de ontvangsten komende van de werkgeversbijdragen op prepensioenen binnen de RVP en de bijzondere bijdrage sociale zekerheid binnen de RSZ. Deze toegewezen ontvangsten stijgen respectievelijk met 16.650 duizend EUR en met 10.307 duizend EUR.

Les recettes affectées sont supérieures de 26.957 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. Il s’agit des recettes provenant des cotisations patronales sur les prépensions à l’ONP et de la cotisation spéciale de sécurité sociale à l’ONSS. Ces recettes affectées augmentent respectivement de 16.650 milliers EUR et de 10.307 milliers EUR.

Om de toekomstige kost van de geneeskundige verzorging als gevolg van de vergrijzing op te vangen, wordt in 2009 een bijkomende storting van 306.652 duizend EUR voor het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Afin de faire face au coût futur des soins de santé consécutif au vieillissement, un versement supplémentaire de 306.652 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2009. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

 Le montant destiné aux titres-services diminue de 30.970 milliers EUR.  Le montant destiné au bonus de démarrage et de stage diminue de 10.172 milliers EUR, suite à des dépenses moins élevées.  Le montant destiné au chômage temporaire augmente de 20.212 milliers EUR, suite à des dépenses plus élevées.  Les recettes provenant du précompte mobilier sont inférieures de 6.914 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.

31


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Voor de externe overdrachten is er een stijging van 78.435 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Dit komt voornamelijk doordat de overdracht vanwege het Fonds Sluiting Ondernemingen stijgt met 77.892 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009.

Dans les transferts externes, on enregistre une augmentation de 78.435 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. Cette augmentation est principalement due au fait que le transfert en provenance du Fonds de Fermeture des Entreprises augmente de 77.892 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.

Er is een daling van de opbrengsten van beleggingen bij de RSZ met 36.150 duizend EUR. De intresten afkomstig van het thesauriebeheer en van de portefeuille dalen respectievelijk met 17.975 duizend EUR en 11.172 duizend EUR. Daarnaast genereert het toekomstfonds 7.797 duizend EUR minder aan interesten. Hiervan ligt 7.003 duizend EUR ten laste van het globaal beheer der werknemers.

On observe une diminution de 36.150 milliers EUR des revenus de placement au sein de l’ONSS. Les intérêts de la gestion de la trésorerie et du portefeuille diminuent respectivement de 17.975 milliers EUR et de 11.172 milliers EUR. En outre, le Fonds pour l’avenir des soins de santé génère 7.797 milliers EUR d’intérêts en moins. De ce montant, 7.003 milliers EUR sont à charge de la gestion globale des travailleurs salariés.

De diverse ontvangsten kennen een stijging van 97.114 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Bij de RKW nemen de ontvangsten voor verrichtingen van derden toe met 62.014 duizend EUR. Eenzelfde beweging vindt plaats bij de uitgaven met betrekking tot de diensten voor derden. Bij de RSZ stijgen de ontvangsten betreffende de bijdrage “niet recurrente resultaatsgebonden voordelen” met 38.668 duizend EUR en dalen de ontvangsten vanuit de opslagen en verwijlinteresten met 9.719 duizend EUR. Binnen het RIZIV-uitkeringen is er een bijkomende ontvangst betreffende de chronisch zieken van 4.675 duizend EUR.

Les recettes diverses connaissent une augmentation de 97.114 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. A l’ONAFTS, les recettes concernant les opérations pour tiers augmentent de 62.014 milliers EUR. Le même mouvement se produit en ce qui concerne les dépenses relatives aux services pour tiers. A l’ONSS, les recettes concernant la cotisation « Avantages non récurrents liés aux résultats » augmentent de 38.668 milliers EUR et les recettes provenant des majorations et des intérêts de retard diminuent de 9.719 milliers EUR. A l’INAMIIndemnités on enregistre une recette supplémentaire concernant les malades chroniques de 4.675 milliers EUR.

Uitgaven

Dépenses

De sociale prestaties stijgen met 321.643 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 tot 36.642.184 duizend EUR. De stijging dient voornamelijk gezocht te worden bij de RVA (+198.447 duizend EUR), het RIZIV-Uitkeringen (+97.148 duizend EUR) en de RKW (+26.169 duizend EUR).

Les prestations sociales augmentent de 321.643 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009 pour atteindre 36.642.184 milliers EUR. Cette augmentation provient principalement de l’ONEm (+198.447 milliers EUR), de l’INAMI-Indemnités (+97.148 milliers EUR) et de l’ONAFTS (+26.169 milliers EUR).

Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 stijgen de beheerskosten met 21.684 duizend EUR. Het betreft voornamelijk stijgingen binnen de RVA (+14.197 duizend EUR), het FAO (+6.502 duizend EUR), de RKW (4.640 duizend EUR) en de RVP (+3.098 duizend EUR). De RSZ kent

Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, les frais de gestion augmentent de 21.684 milliers EUR. Il s’agit essentiellement d’augmentations à l’ONEM (+14.197 milliers EUR), au FAT (+6.502 milliers EUR), à l’ONAFTS (4.640 milliers EUR) et à l’ONP (+3.098 milliers EUR). L’ONSS enregistre une

32


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

een daling van de beheerskosten van 7.041 duizend EUR.

diminution des frais de gestion de 7.041 milliers EUR.

Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging (20.262.142 duizend EUR) met 408.247 duizend EUR.

Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, le transfert vers les soins de santé (20.262.142 milliers EUR) augmente de 408.247 milliers EUR.

Daarnaast daalt de externe overdracht betreffende de bijzondere toewijzing “tewerkstelling binnen non-profitsector” met 8.300 duizend EUR.

En outre, les transferts externes concernant l’affectation spéciale « emploi dans le secteur non marchand » diminuent de 8.300 milliers EUR.

De diverse uitgaven wijzigen voornamelijk binnen de RKW en de RVA. De stijging van de uitgaven binnen de RKW (+61.111 duizend EUR) hangt samen met de stijging van de diverse ontvangsten binnen de RKW. Binnen de RVA is er een stijging van de diverse ontvangsten met 14.648 duizend EUR ten opzichte van de begrotingsaanpassing van maart 2009. De uitgaven voor de tussenkomsten in het integratieparcours (+7.421 duizend EUR) en voor de dienstencheques (+9.411 duizend EUR) veroorzaken grotendeels deze evolutie.

Les dépenses diverses subissent des modifications essentiellement à l’ONAFTS et à l’ONEM. L’augmentation des dépenses à l’ONAFTS (+61.111 milliers EUR) est liée à l’augmentation des recettes diverses à l’ONAFTS. A l’ONEM, on enregistre une augmentation des recettes diverses de 14.648 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget de mars 2009. Les dépenses consacrées aux interventions dans le parcours d’intégration (+7.421 milliers EUR) et aux titresservices (+9.411 milliers EUR) sont en grande partie responsables de cette évolution.

Tot slot stort de RSZ het resterend bedrag van 447 duizend EUR afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen naar het RIZIVGeneeskundige verzorging.

Finalement, l’ONSS verse un montant restant de 447 milliers EUR en provenance du Fonds provisionnel médicaments vers l’INAMI-Soins de santé.

We merken op dat kapitaalverrichtingen het ESR-saldo niet beïnvloeden. Dit wordt enkel beïnvloed door de lopende verrichtingen.

Notons que les opérations de capital n’influencent pas le solde SEC, celui-ci étant déterminé uniquement par les opérations courantes.

Resultaat

Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, bedragen voor 2009, 37.961.294 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 34.640.344 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSZ-Globaal beheer -3.320.950 duizend EUR in 2009.

Au total, les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, s’élèvent pour 2009 à 37.961.294 milliers EUR. Comme les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des dépenses propres de l’ONSS et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 34.640.344 milliers EUR, le solde de l’ONSSGestion globale est de -3.320.950 milliers EUR en 2009.

Het saldo van het RIZIV-Uitkeringen is het resultaat van de afsluiting van de rekening 2007.

Le solde de l’INAMI-Indemnités est le résultat de la clôture des comptes de 2007.

33


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Het positieve saldo bij de RVP vertegenwoordigt het bedrag bestemd voor het pensioenfonds betreffende de 2de pijler.

Le solde positif de l’ONP représente le montant destiné au fonds de pension du 2ème pilier.

2010

2010

Ontvangsten

Recettes

De eigen lopende ontvangsten bedragen 60.614.669 duizend EUR, hetzij een verhoging van 6,01 % ten opzichte van 2009.

Le total des recettes courantes propres s’élève à 60.614.669 milliers EUR, soit une augmentation de 6,01 % par rapport à 2009.

Behalve door de evolutie van de loonmassa, worden ze beïnvloed door volgende beslissingen:  Een bijkomend bedrag van 20.950 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, een wijziging van art. 22 quater van de wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders waardoor de politie ook zwartwerk kan constateren, een wetswijziging in het kader van het E-PV, een wettelijke verankering van het document F33, de uitvoering van de maatregelen genomen in het Actieplan 2009-2010 voor de fraudebestrijding (“plan-Devlies”), het oprichten van een gemengde ondersteuningscel bestaande uit de politie en de sociale inspectiediensten en de verhoogde strijd tegen zwartwerk.  Met ingang van 1 januari 2010 worden voor de nieuwe bruggepensioneerden en “pseudobruggepensioneerden“ de hoofdelijke werkgeversbijdragen geharmoniseerd en vervangen door een verhoogde procentuele werkgeversbijdrage. Deze maatregel brengt 3.900 duizend EUR op in 2010.  Voor de dekking van de uitgaven ingevolge het verschijnsel dat te weinig arbeidsongevallen worden aangegeven, wat lasten ten onrechte overdraagt naar de sector ziekte-invaliditeit, en dus naar het globaal beheer, terwijl deze lasten door de sector arbeidsongevallen zou moeten worden gedragen, wordt een specifieke bijdrage van 0,02 % ten laste van de werkgevers ingevoerd. Deze bijdrage zal 15.000 duizend EUR opbrengen.

Outre l’évolution de la masse salariale, elles sont influencées par les décisions suivantes :  Un montant supplémentaire de 20.950 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, une modification de l’article 22 quater de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêtéloi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, grâce à laquelle la police peut également constater le travail au noir, une modification légale dans le cadre de l’E-PV, un ancrage légal du document F33, la mise à exécution des mesures du Pan d’action 20092010 pour la lutte contre la fraude (“plan Devlies”), la création d’une cellule mixte de soutien composée des forces de police et des services d’inspection sociale ainsi que l’intensification de la lutte contre le travail au noir.  A compter du 1er janvier 2010, pour les nouveaux prépensionnés et les cotisations patronales capitatives, les allocations solidaires mensuelles seront harmonisées et remplacées par une cotisation patronale majorée exprimée en pourcentage. Cette mesure rapportera 3.900 milliers EUR en 2010.  Pour couvrir les dépenses résultant du phénomène de sous-déclaration des accidents du travail qui occasionne un transfert de charges indu vers le secteur maladie-invalidité, donc à charge de la gestion globale, alors qu’il devrait être pris en charge par le secteur accidents du travail, une cotisation spécifique à charge des employeurs de 0,02 % est créée. Cette cotisation rapportera 15.000 milliers EUR.

34


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

 Naast de hiervoor afgaande verhogingen van de sociale bijdragen, kennen deze ook een verlaging van 63.625 duizend EUR. Dit tengevolge van de verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract), de vermindering van de bijdragen voor werknemers jonger dan 19 jaar, de versterking van de structurele bijdragevermindering op de lage lonen afgezien van het voorstel van de sociale partners, de vermindering van de bijdragen voor de mentoren in bedrijven en een vermindering van de sociale bijdragen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers.  Een bijkomende staatstoelage van 2.297.144 duizend EUR wordt voorzien in 2010.  De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers wordt ten gevolge de beslissingen (cf. punt 3) die genomen zijn in het kader van de dienstencheques, verminderd met 40.700 duizend EUR.  De mogelijke verlenging van de drie genomen crisismaatregelen (vermindering van de werktijd, tijdskrediet en tijdelijke opschorting van de uitvoering van het arbeidscontract) heeft tot gevolg dat de overdracht van het FSO naar de RVA wordt verhoogd met 22.900 duizend EUR.  Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 299.500 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

 Les cotisations sociales connaissent, outre les augmentations visées ci-dessus, une baisse de 63.625 milliers EUR. Ceci est dû à la prolongation des trois mesures de crise prises (réduction du temps de travail, crédit-temps et suspension partielle de l’exécution du contrat de travail), à la diminution des cotisations pour les travailleurs de moins de 19 ans, à la réduction structurelle plus élevée des cotisations sur les bas salaires au-déla de la proposition des partenaires sociaux, à la diminution des cotisations pour les tuteurs dans les entreprises et à une réduction des cotisations sociales dans le cadre des formations pour les travailleurs ou futurs travailleurs.  Une subvention supplémentaire de l’Etat de 2.297.144 milliers EUR est prévue en 2010.  Suite aux décisions (cf. point 3) qui ont été prises dans le cadre des titres-services, le financement alternatif de la gestion globale des travailleurs salariés est réduit de 40.700 milliers EUR.  La prolongation possible des trois mesures de crise prises (réduction du temps de travail, crédit-temps et suspension partielle de l’exécution du contrat de travail) a pour effet d’augmenter de 22.900 milliers EUR le transfert du FFE vers l’ONEm.  Un versement supplémentaire de 299.500 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

 Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die is vastgesteld op 24.249.164 duizend EUR, zal in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.

 Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.  Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera, en 2010, 38.459 milliers EUR d’intérêts, dont 90 % seront attribués à la gestion globale des travailleurs salariés.

 Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2010 38.459 duizend EUR aan interesten genereren. Hiervan wordt 90 % toegewezen aan het globaal beheer voor werknemers.  De Federale Staat leent –zonder interest- in 2010 een bedrag van 1.712.800 duizend EUR aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012.

 L’Etat fédéral prête –sans intérêts- à la sécurité sociale des travailleurs salariés un montant de 1.712.800 milliers EUR en 2010. Le capital emprunté est remboursé par la sécurité sociale des travailleurs salariés sur 20 ans, en tranches annuelles égales, à partir de 2012.

35


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Uitgaven

Dépenses

Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 62.477.330 duizend EUR, of een stijging met 3,29 % ten opzichte van 2009.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 62.477.330 milliers EUR, soit une augmentation de 3,29 % par rapport à 2009.

De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.

L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 7.591 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 7.591 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

In overleg met de sector wordt een systeem van elektronische registratie van de aanwezigheid op de werven ingevoerd dat tegelijk de C32A kaart inzake tijdelijke werkloosheid in de bouw zal vervangen. Deze registratie vergt een investering van 3.000 duizend EUR ten laste van de werkingskosten van de RSZ in 2010.

En concertation avec le secteur, un système d’enregistrement électronique des présences sur les chantiers sera instauré, qui remplacera en même temps la carte C32A en matière de chômage temporaire dans la construction. Cet enregistrement exige un investissement de 3.000 milliers EUR à charge des frais de fonctionnement de l’ONSS en 2010.

De individuele pensioenrekening van de werknemers werd aanvankelijk beheerd door de ASLK. Ingevolge de privatisering van deze instelling werd het bijhouden van deze rekening overdragen aan een publiek-private vzw. CIMIRE waarin de bank Fortis een uitvoerende rol heeft tegen betaling waarvan de nadere regels zijn vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Het einde van dit protocol levert vanaf 2010 een terugkerende besparing op van 5.000 duizend EUR voor de opdrachtenbegroting van de Rijksdienst voor pensioenen.

Le compte individuel de pension des travailleurs salariés était initialement géré par la CGER. Suite à la privatisation de celle-ci, la mission de tenue de ce compte a été transférée à une ASBL publique-privée CIMIRE au sein de laquelle la banque Fortis joue un rôle d’exécution moyennant un payement dont les modalités découlent d’un protocole de collaboration. La fin de ce protocole entraîne une économie récurrente à partir de 2010 de 5.000 milliers EUR sur le budget de mission de l’Office national des Pensions.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden verminderd met 16.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 2.604 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront réduits de 16.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 2.604 milliers EUR sont provisoirement attribués à l’INAMI-Indemnités relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

De vermindering van de werkgeversbijdragen “Sociale Maribel”, momenteel op

La réduction des cotisations patronales “Maribel social”, qui est actuellement fixée à 365

36


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

365EUR/trimester/werknemer zal vanaf 1 januari 2010 verhoogd worden tot 374EUR/trimester/werknemer. Deze maatregel zal 42.660 duizend EUR kosten in 2010. Hiervan wordt 23.360 duizend EUR toegewezen aan de RSZ. Het overige deel wordt toegewezen aan de RSZPPO.

EUR/trimestre/travailleur, sera majorée à partir du 1er janvier 2010 pour atteindre 374 EUR/trimestre/travailleur. Cette mesure coûtera 42.660 milliers EUR en 2010. De ce montant, 23.360 milliers EUR seront attribués à l’ONSS. La partie restante sera attribuée à l’ONSSAPL.

De bijdrage van de RSZ voor het opleidingsfonds dienstencheques zal in 2010 uitzonderlijk verminderd worden met 2.000 duizend EUR.

L’affectation de l’ONSS au fonds de formation titres-services sera exceptionnellement diminuée de 2.000 milliers EUR en 2010.

Het publiek dat een beroep kan doen op de starterslening van het Participatiefonds zal worden uitgebreid tot de personen ingeschreven in een tewerkstellingscel en tot de niettewerkgestelde werkzoekenden ingeschreven sedert 1 dag bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Een bijkomend budget van 1.000 duizend EUR in 2010 is voorzien voor de begeleiding van deze nieuwe doelgroepen door het Fonds.

Le public pouvant recourir au prêt lancement du Fonds de Participation sera étendu aux personnes inscrits dans une cellule pour l’emploi et aux demandeurs d’emploi inoccupés inscrits depuis 1 jour au service régional de l’emploi. Un budget de 1 .000 milliers EUR supplémentaire en 2010 est prévu afin de permettre l’accompagnement par le Fonds de ces nouveaux publics.

Resultaat

Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2009 geraamd op 39.243.968 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZGlobaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 39.092.952 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSZ-Globaal beheer -151.017 duizend EUR in 2010.

Les besoins des branches, à l’exception des soins de santé, sont estimés à 39.243.968 milliers EUR pour 2009. Vu que les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 39.092.952 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -151.017 milliers EUR en 2010.

Daarnaast heeft de RVP een positief saldo van 420 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de opbrengsten uit de beleggingen die de RVP verricht met de fondsen die ze vorig jaar heeft ontvangen van het RIZIV voor de tweede pensioenpijler voor onder meer thuisverpleegkundigen.

En outre, l’ONP a un solde positif de 420 milliers EUR. Ce montant correspond aux revenus de placements que l’ONP réalise avec les fonds qu’il a reçus de l’INAMI l’année précédente pour le deuxième pilier de pension destiné entre autres aux infirmières à domicile.

2011

2011

Ontvangsten

Recettes

De eigen lopende ontvangsten bedragen 63.693.691 duizend EUR, hetzij een verhoging van 5,08 % ten opzichte van 2010.

Le total des recettes courantes propres s’élève à 63.693.691 milliers EUR, soit une augmentation de 5,08 % par rapport à 2010.

37


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Behalve door de evolutie van de loonmassa, worden ze beïnvloed door volgende beslissingen:

Outre l’évolution de la masse salariale, elles sont influencées par les décisions suivantes:

 Een bijkomend bedrag van 70.150 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de kruising van de databanken SIGEDIS en RSZ, de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, een wijziging van art. 22 quater van de wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders waardoor de politie ook zwartwerk kan constateren, een wetswijziging in het kader van het E-PV, een wettelijke verankering van het document F33, de elektronische registratie van de aanwezigheid op werven, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, het oprichten van een gemengde ondersteuningscel bestaande uit de politie en de sociale inspectiediensten en de verhoogde strijd tegen zwartwerk.  Met ingang van 1 januari 2010 worden voor de nieuwe bruggepensioneerden en “pseudobruggepensioneerden“ de hoofdelijke werkgeversbijdragen geharmoniseerd en vervangen door een verhoogde procentuele werkgeversbijdrage. Deze maatregel brengt 12.000 duizend EUR op.  Voor de dekking van de uitgaven ingevolge het verschijnsel dat te weinig arbeidsongevallen worden aangegeven, wat lasten ten onrechte overdraagt naar de sector ziekte-invaliditeit, en dus naar het globaal beheer, terwijl deze lasten door de sector arbeidsongevallen zou moeten worden gedragen, wordt een specifieke bijdrage van 0,02% ten laste van de werkgevers ingevoerd. Deze bijdrage zal 15.000 duizend EUR opbrengen.  De regering heeft beslist het grensbedrag S1 van artikel 331 van de programmawet van 24/12/2002 vanaf 01/01/2011 jaarlijks te indexeren. Ze zal de Nationale Arbeidsraad daartoe vooraf raadplegen. De ontvangst van deze maatregel wordt geraamd op 3.000 duizend EUR in 2011.  Naast de hier voorafgaande verhogingen van de sociale bijdragen, kennen deze ook een verlaging van 54.000 duizend EUR. Dit tengevolge van de vermindering van de bijdragen voor werknemers jonger dan 19 jaar, de versterking van de structurele bijdragevermindering op de lage lonen afgezien van een beslissing van de sociale partners, de vermindering van de bijdragen voor de mentoren

 Un montant supplémentaire de 70.150 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: le croisement des banques de données SIGEDIS et ONSS, l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, une modification de l’article 22 quater de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, grâce à laquelle la police peut également constater le travail au noir, une modification légale dans le cadre de l’E-PV, un ancrage légal du document F33, l’enregistrement électronique de la présence sur les chantiers, la mise à exécution des mesures du plan Devlies, la création d’une cellule mixte de soutien composée des forces de police et des services d’inspection sociale ainsi que l’intensification de la lutte contre le travail au noir.  A compter du 1er janvier 2010, pour les nouveaux prépensionnés et les « pseudoprépensionnés », les cotisations patronales capitatives seront harmonisées et remplacées par une cotisation patronale majorée exprimée en pourcentage. Cette mesure rapportera 12.000 milliers EUR.  Pour couvrir les dépenses résultant du phénomène de sous-déclaration des accidents du travail qui occasionne un transfert de charges indu vers le secteur maladie-invalidité, donc à charge de la gestion globale, alors qu’il devrait être pris en charge par le secteur accidents du travail, une cotisation spécifique à charge des employeurs de 0,02% est crée. Cette cotisation rapportera 15.000 milliers EUR.  Le gouvernement a décidé d’indexer annuellement la borne S1 de l’article 331 de la loi programme du 24/12/2002 à partir du 01/01/2011. Il consultera préalablement le Conseil national du travail à ce sujet. La recette estimée de cette mesure est de 3.000 milliers EUR en 2011.  Les cotisations sociales connaissent, outre les augmentations visées ci-dessus, une baisse de 54.000 milliers EUR. Ceci est dû à la diminution des cotisations pour les travailleurs de moins de 19 ans, à la réduction structurelle plus élevée des cotisations sur les bas salaires audèla d’une décision des partenaires sociaux, à la diminution des cotisations pour les tuteurs dans les entreprises et à une réduction des cotisations

38


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

in bedrijven en een vermindering van de sociale bijdragen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers.  Een bijkomende staatstoelage van 2.493.396 duizend EUR wordt voorzien in 2011.  De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers wordt ten gevolge de beslissingen (cf. punt 3) die genomen zijn in het kader van de dienstencheques en de PWA’s, verminderd met 55.700 duizend EUR.  Van de reserves voor betaald educatief verlof in de RVA-begroting, wordt 30 miljoen EUR afgenomen in 2011 en dit door een vermindering van de alternatieve financiering betaald educatief verlof 2011 van 45.992 duizend EUR naar 15.992 duizend EUR.

sociales dans le cadre des formations pour les travailleurs ou futurs travailleurs.

 Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging (cf. punt IV), bedraagt de alternatieve financiering toegekend aan de RSZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981 3.196.221 duizend EUR.  Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 289.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.  Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40 § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, zal in 2011 een bedrag van 450.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.  De reserves van de PWA, afdeling dienstencheques sui generis, worden verminderd met 55.200 duizend EUR in 2011 (one-shot operatie berekend op basis van hun balans op 31.12.2008) dit bedrag zou gedurende het eerste trimester van 2011 door de PWA gestort moeten worden aan de RSZ.  De reserves van de PWA, traditionele afdeling, worden in 2011 verminderd met 4.000 duizend EUR (one-shot operatie berekend op basis van hun balans op 31.12.2008). Dit bedrag zou gedurende het eerste trimester van 2011 door de PWA gestort moeten worden aan de RSZ.

 En tenant compte du budget des soins de santé (cf. point IV), le financement alternatif accordé à l’ONSS en vertu de l’article 24, § 1quater de la loi du 29 juin 1981 s’élève à 3.196.221 milliers EUR.  Un versement supplémentaire de 289.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.  Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé conformément aux dispositions contenues dans l’article 40 § 1 de la loi du 14 juillet 1994 relative à l’assurance soins de santé et indemnités, un montant de 450.000 milliers EUR sera mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.  Les réserves des ALE, section sui generis titres-services, seront diminuées de 55.200 duizend EUR en 2011 (opération one-shot calculé sur base de leur bilan au 31.12.2008). Ce montant devra être versé par les ALE à la gestion globale de l’ONSS durant le premier trimestre 2011.  Les réserves des ALE, section traditionnelle, seront diminuées de 4.000 milliers EUR en 2011 (opération one-shot calculé sur base de leur bilan au 31.12.2008). Ce montant devra être versé par les ALE à la gestion globale de l’ONSS durant le premier trimestre 2011.

 Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2011 49.416 duizend EUR aan interesten genereren, hiervan wordt 90 % toegewezen aan het globaal beheer voor werknemers. .

 Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera, en 2011, 49.416 milliers EUR d’intérêts, dont 90 % seront attribués à la gestion globale des travailleurs salariés.

 Une subvention supplémentaire de l’Etat de 2.493.396 milliers EUR est prévue en 2011.  Suite aux décisions (cf. point 3) qui ont été prises dans le cadre des titres-services et des ALE, le financement alternatif de la gestion globale des travailleurs salariés est réduit de 55.700 milliers EUR.  Des réserves pour le congé-éducation payé prévues dans le budget de l’ONEm, 30 millions EUR seront prélevés en 2011, et ce grâce à une diminution du financement alternatif congé-éducation payé 2011 de 45.992 milliers EUR pour atteindre 15.992 milliers EUR.

39


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

 De federale Staat leent -zonder interest- in 2011 een bedrag van 1.066.100 duizend EUR aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012.

 L’Etat fédéral prête –sans intérêts- à la sécurité sociale des travailleurs salariés un montant de 1.066.100 milliers EUR en 2011. Le capital emprunté est remboursé par la sécurité sociale des travailleurs salariés sur 20 ans, en tranches annuelles égales, à partir de 2012

Uitgaven

Dépenses

Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 65.201.541 duizend EUR, of een stijging met 4,36 % ten opzichte van 2010.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 65.201.541 milliers EUR, soit une augmentation de 4,36 % par rapport à 2010.

De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.

L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 7.591 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 7.591 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

De individuele pensioenrekening van de werknemers werd aanvankelijk beheerd door de ASLK. Ingevolge de privatisering van deze instelling werd het bijhouden van deze rekening overdragen aan een publiek-private V.Z.W. CIMIRE waarin de bank Fortis een uitvoerende rol heeft tegen betaling waarvan de nadere regels zijn vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Het einde van dit protocol levert vanaf 2010 een terugkerende besparing op van 5.000 duizend EUR voor de opdrachtenbegroting van de Rijksdienst voor pensioenen.

Le compte individuel de pension des travailleurs salariés était initialement géré par la CGER. Suite à la privatisation de celle-ci, la mission de tenue de ce compte a été transférée à une A.S.B.L. publique-privée CIMIRE au sein de laquelle la banque Fortis joue un rôle d’exécution moyennant un payement dont les modalités découlent d’un protocole de collaboration. La fin de ce protocole entraîne une économie récurrente à partir de 2010 de 5.000 milliers EUR sur le budget de mission de l’Office national des Pensions.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden bijkomend verminderd met 16.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 2.604 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor werknemers.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront supplémentairement réduits de 16.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 2.604 milliers EUR sont provisoirement attribués à l’INAMI-Indemnités relevant de le gestion globale des travailleurs salariés.

De vermindering van de werkgeversbijdragen “Sociale Maribel”, momenteel 365 EUR / trimester / werknemer zal vanaf 1 januari 2010 verhoogd worden tot 374 EUR / trimester / werknemer en tot 378 EUR/ trimester / jaar

La réduction des cotisations patronales “Maribel social”, qui est actuellement fixée à 365 EUR / trimestre / travailleur, sera majorée à partir du 1er janvier 2010 pour atteindre 374 EUR / trimestre / travailleur et à partir du 1er janvier

40


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

vanaf 1 januari 2011. Deze maatregel zal 85.100 duizend EUR kosten in 2011. Hiervan wordt 46.600 duizend EUR toegewezen aan de RSZ. Het overige deel wordt toegewezen aan de RSZPPO.

2011 pour atteindre 378 EUR / trimestre / travailleur. Cette mesure coûtera 85.100 milliers EUR en 2011. De ce montant, 46.600 milliers EUR seront attribués à l’ONSS. La partie restante sera attribuée à l’ONSSAPL.

De bijdrage van de RSZ voor het opleidingsfonds dienstencheques zal in 2011 uitzonderlijk verminderd worden met 2.000 duizend EUR.

L’affectation de l’ONSS au fonds de formation titres-services sera exceptionnellement diminuée de 2.000 milliers EUR en 2011.

Het publiek dat een beroep kan doen op de starterslening van het Participatiefonds zal worden uitgebreid tot de personen ingeschreven in een tewerkstellingscel en tot de niettewerkgestelde werkzoekenden ingeschreven sedert 1 dag bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Een bijkomend budget van 2.000 duizend EUR in 2011 is voorzien voor de begeleiding van deze nieuwe doelgroepen door het Fonds.

Le public pouvant recourir au prêt lancement du Fonds de Participation sera étendu aux personnes inscrites dans une cellule pour l’emploi et aux demandeurs d’emploi inoccupés inscrits depuis 1 jour au service régional de l’emploi. Un budget de 2.000 milliers EUR supplémentaire en 2011 est prévu afin de permettre l’accompagnement par le Fonds de ces nouveaux publics.

Resultaat

Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2011 geraamd op 40.745.401 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 40.311.183 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSZ-Globaal beheer -443.219 duizend EUR in 2009.

Les besoins des branches, à l’exception des soins de santé, sont estimés à 40.745.401 milliers EUR pour 2011. Vu que les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 40.311.183 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -443.219 milliers EUR en 2011.

Daarnaast heeft de RVP een positief saldo van 708 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de opbrengsten uit de beleggingen die de RVP verricht met de fondsen die ze vorig jaar heeft ontvangen van het RIZIV voor de tweede pensioenpijler voor onder meer thuisverpleegkundigen.

En outre, l’ONP a un solde positif de 708 milliers EUR. Ce montant correspond aux revenus de placements que l’ONP réalise avec les fonds qu’il a reçus de l’INAMI l’année précédente pour le deuxième pilier de pension destiné entre autres aux infirmières à domicile.

41


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL II.4

TABLEAU II.4

Sociale bijdragenverminderingen - RSZ 2009-2011

Réductions de cotisations sociales - ONSS 2009-2011

(In duizend euro)

(En milliers d'euros) 2009

2010

2011

Begrotings- Aanpasing controle / (sept. 2009) / Contrôle Adaptation budgétaire (sept. 2009)

Initieel / Initial

Initieel / Initial

Bijzondere toewijzingen

536.506

537.055

547.581

558.294

457.951

458.500

468.400

477.800

Wetenschappelijke Maribel

33.555

33.555

33.555

34.170

Maribel scientifique

Jongerenbonus (non profit)

45.000

45.000

45.626

46.324

Bonus jeunes (non-marchand)

5.334.613

5.091.077

4.999.908

5.003.683

0

581

Sociale Maribel

Vermindering patronale bijdragen In uitdoving

(1)

1.710

1.655

1.686

1.691

Wetenschappelijk onderzoek

9.510

14.367

13.550

14.000

240.300

240.300

239.800

234.500

Baggeraars, sleepvaart

Maribel social

Réductions cotisations patronales En voie d'extinction

Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren Gesubsidieerde contractuelen

Affectations spéciales

(1)

Jeunes en difficulté de réinsertion Recherche scientifique Contractuels subventionnés

2.580

2.721

2.790

2.820

Loonmatiging universiteiten

64.582

70.859

72.985

73.520

Modération salariale universités

Statuut kunstenaars

13.200

13.345

13.350

13.360

Statut artistes

Onthaalmoeders

14.780

14.489

14.500

14.250

Gardiennes d'enfants

Doelgroepen Herstructurering Arbeidsduurvermindering Eerste aanwervingen Risicogroepen Activering WEP/DSP SINE

129.888 6.502 9.467 113.919 32.460 204 10.299 18.581

707.801 9.056 20.360 108.884 40.328 199 10.687 21.427

661.984 9.744 6.982 105.578 37.024 190 11.204 20.182

656.615 5.385 7.015 107.483 35.807 189 11.480 20.915

Groupes-cibles Restructuration Réduction du temps de travail Premiers engagements Groupes risque Activation WEP/DSP SINE

Doelgroepen "overgangsperiode" Jonge werknemers Langdurig werkzoekenden Ouderenbonus Oudere werknemers

620.181 111.168 152.552 134.338 171.443

95.719 146.783 136.738 160.440

89.716 151.757 136.888 158.371

Groupes-cibles "période de transition" Jeunes travailleurs Chômeurs de longue durée Bonus travailleurs âgés Travailleurs âgés

3.952.102

3.924.330 475.278 211.779 3.237.273 206

Structurele bijdragenverminderingen Hoge lonen Lage lonen Forfait

4.176.133 457.771 269.289 3.449.073

3.952.102

3.910.458 450.469 245.888 3.214.101

205

216

205

Diversen

Dragueurs, remorquage

Réductions structurelles cotisations Hauts salaires Bas salaires Forfait Divers

Vermindering persoonlijke bijdragen

704.746

715.129

654.447

669.220

Réductions cotisations personnelles

Algemeen (werkbonus inbegrepen)

702.993

713.949

653.444

668.267

Ordinaire (y compris bonus-emploi)

153

149

153

153

Dragueurs, remorquage

1.600

1.031

850

800

Restructuration

6.575.865

6.343.261

6.201.935

6.231.197

Baggeraars, sleepvaart Herstructurering TOTAAL

TOTAL

(1) Remplacé par groupe-cibles à partir du 1er janvier 2004.

(1) Is vanaf 1 januari 2004 vervangen door doelgroepen.

42


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

3 Evolutie van de prestaties 2009-2011

3 Évolution des prestations 2009-2011

Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen II.5 en II.6. De evolutie van de indexering van de prestaties wordt in tabel II.7 voorgesteld. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel II.8.

Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux II.5 et II.6. L’évolution de l’indexation des prestations apparaît au tableau II.7. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau II.8.

2010

2010

In 2010 zal het totaal van de sociale prestaties 37.762.911 duizend EUR bedragen, hetzij 3,06 % meer dan in 2009.

En 2010, le total des prestations sociales atteindra 37.762.911milliers EUR, soit 3,06 % de plus qu’en 2009.

Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 9.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.

Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 9.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 9.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.

La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 9.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

Pensioenen

Pensions

Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2010 een mindere uitgave van 22.486 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.

Dans les dernières évaluations de l’Office national des pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2010 à une moindre dépense de 22.486 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.

43


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Beroepsziekten

Maladies professionnelles

Vanaf 1 januari 2010 wordt de rente van de personen getroffen door een beroepsziekte opnieuw verhoogd met het percentage dat overeenstemt met hun sociaaleconomische factoren (economisch vermogen, leeftijd, onderwijsniveau, ...) die ze thans op 65-jarige leeftijd verliezen. Kostprijs van de maatregel vanaf 2010: 13.000 duizend EUR.

Dès le 1er janvier 2010, la rente des personnes atteintes d'une maladie professionnelle sera à nouveau majorée du pourcentage qui correspond à leurs facteurs socioéconomiques (leur capacité économique, âge, scolarité, ...) qu'ils perdent actuellement à l'âge de 65 ans. Coût de la mesure à partir de 2010: 13.000 milliers EUR.

Werkloosheid

Chômage

De mogelijke verlenging van de anticrisismaatregelen brengt binnen het kader van de tijdelijke werkloosheid een extra uitgave van 75.025 duizend EUR met zich mee in 2010

Dans le cadre du chômage temporaire, la prolongation possible des mesures anticrise entraîne une dépense supplémentaire de 75.025 milliers EUR en 2010.

Door de maatregelen in het kader van de activering van jongere en werklozen ouder dan 45 jaar stijgen de uitgaven met betrekking tot de werkloosheid met 24.000 duizend EUR.

Suite aux mesures prises dans le cadre de l’activation des jeunes chômeurs et des chômeurs âgés de plus de 45 ans, les dépenses relatives au chômage augmentent de 24.000 milliers EUR.

Tengevolge de maatregelen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers stijgen de prestaties met 8.000 duizend EUR.

Suite aux mesures prises dans le cadre des formations pour les travailleurs ou les futurs travailleurs, les prestations augmentent de 8.000 milliers EUR.

De strijd tegen de fraude in de sector van de dienstencheques wordt opgevoerd. Dit o.a. aan de hand van twee specifieke maatregelen: de elektronische kruising van gegevens van de dienstenchequebedrijven met gegevens van de fiscus en de aanpak van misbruik voor dienstencheques ter vervanging van bestaande jobs. Dit zorgt voor een minderuitgave van 5.000 duizend EUR.

La lutte contre la fraude dans le secteur des titres-services est intensifiée, et ce au moyen de deux mesures spécifiques: le croisement électronique des données des entreprises titresservices avec les données fiscales et la lutte contre les abus en matière de titres-services au détriment de la création d’emplois. Ceci entraîne une dépense moindre de 5.000 milliers EUR.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt het maximaal aantal dienstencheques per gebruiker per jaar vastgelegd op 500 cheques. Deze maatregel betreft niet de huidige uitzonderingen voorzien in het KB waarvan het plafond 2.000 cheques per gebruiker per jaar blijft. Deze maatregel levert een besparing op van 33.000 duizend EUR in 2010

A compter du 1er janvier 2010, le nombre maximal de titres-services par utilisateur et par année est fixé à 500 titres. Cette mesure ne concerne pas les exceptions actuelles prévues dans l’AR, pour lesquelles le plafond de titres par utilisateur et par année reste fixé à 2.000 titres. Cette mesure permet de réaliser une économie de 33.000 milliers EUR en 2010

Het budget voorzien voor het invoeren van een sociale dienstencheque wordt met 700 duizend EUR verminderd in 2010.

Le budget prévu pour la création d’un titreservice social est diminué de 700 milliers EUR en 2010.

44


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Het voorziene project tot instelling van een mobiliteitspremie of een taalopleidingspremie wordt niet uitgevoerd. Deze maatregel brengt een besparing van 10.000 duizend EUR met zich mee in 2010.

Le projet prévu visant à instaurer une prime de mobilité ou une prime de formation linguistique ne sera pas exécuté. Cette mesure entraîne une économie de 10.000 milliers EUR en 2010.

Tijdskrediet en loopbaanonderbreking

Crédit-temps et interruption de carrière

De kruising van de Dimona databank met de databank tijdskrediet zal 10.000 duizend EUR aan minder prestaties opleveren in 2010.

Le croisement de la banque de données Dimona avec la banque de données crédittemps permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt in het kader van het deeltijds tijdskrediet (1/5 of 1/2) de leeftijd waarop men recht heeft op verhoogde uitkeringen verhoogd van 50 jaar tot 51 jaar. Opbrengst: 14.520 duizend EUR in 2010.

A compter du 1er janvier 2010, dans le cadre du crédit-temps partiel (1/5 ou 1/2), l’âge auquel on a droit à des allocations majorées passe de 50 ans à 51 ans. Recettes: 14.520 milliers EUR en 2010.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt de anciënniteitvoorwaarde om toegang te hebben tot het tijdskrediet (private sector), met uitzondering voor de thematische verloven, verhoogd met 1 jaar tot 2 jaar bij de werkgever van de betrokken werknemer. Opbrengst 14.740 duizend EUR in 2010.

A compter du 1er janvier 2010, la condition d’ancienneté pour avoir accès au crédit-temps (secteur privé), à l’exception des congés thématiques, passe de 1 an à 2 ans d’ancienneté chez l’employeur du travailleur concerné. Recettes : 14.740 milliers EUR en 2010.

De mogelijke verlenging van de anticrisismaatregelen brengt binnen het kader van het tijdskrediet een extra uitgave van 18.250 duizend EUR met zich mee in 2010.

Dans le cadre du crédit-temps, la prolongation possible des mesures anticrise entraîne une dépense supplémentaire de 18.250 milliers EUR en 2010.

2011

2011

In 2011 zal het totaal van de sociale prestaties 39.177.508 duizend EUR bedragen, hetzij 3,75% meer dan in 2010.

En 2011, le total des prestations sociales atteindra 39.177.508 milliers EUR, soit 3,75% de plus qu’en 2010.

Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 20.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 18.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.

Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 20.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 18.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

45


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 15.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 13.500 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de werknemers.

La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 15.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 13.500 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs salariés.

Pensioenen

Pensions

Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2011 een mindere uitgave van 22.936 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.

Dans les dernières évaluations de l’Office national des pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2011 à une moindre dépense de 22.936 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.

Beroepsziekten

Maladies professionnelles

Vanaf 1 januari 2010 wordt de rente van de personen getroffen door een beroepsziekte opnieuw verhoogd met het percentage dat overeenstemt met hun sociaaleconomische factoren (economisch vermogen, leeftijd, onderwijsniveau,...) die ze thans op 65-jarige leeftijd verliezen. Kostprijs van de maatregel in 2011: 13.000 duizend EUR.

Dès le 1er janvier 2010, la rente des personnes atteintes d'une maladie professionnelle sera à nouveau majorée du pourcentage qui correspond à leurs facteurs socioéconomiques (leur capacité économique, âge, scolarité,...) qu'ils perdent actuellement à l'âge de 65 ans. Coût de la mesure en 2011: 13.000 milliers EUR.

Werkloosheid

Chômage

Door de maatregelen in het kader van de activering van jongere werklozen en oudere dan 45 jaar stijgen de uitgaven met betrekking tot de werkloosheid met 48.000 duizend EUR.

Suite aux mesures prises dans le cadre de l’activation des jeunes chômeurs et des chômeurs âgés de plus de 45 ans, les dépenses relatives au chômage augmentent de 48.000 milliers EUR.

Tengevolge de maatregelen in het kader van opleidingen voor werknemers of toekomstige werknemers stijgen de prestaties met 15.000 duizend EUR.

Suite aux mesures prises dans le cadre des formations pour les travailleurs ou les futurs travailleurs, les prestations augmentent de 15.000 milliers EUR.

De strijd tegen de fraude in de sector van de dienstencheques wordt opgevoerd. Dit o.a. aan de hand van twee specifieke maatregelen: de elektronische kruising van gegevens van de dienstenchequebedrijven met gegevens van de fiscus en de aanpak van misbruik voor dienstencheques ter vervanging van bestaande

La lutte contre la fraude dans le secteur des titres-services est intensifiée, et ce au moyen de deux mesures spécifiques: le croisement électronique des données des entreprises titresservices avec les données fiscales et la lutte contre les abus en matière de titres-services au détriment de la création d’emplois. Ceci

46


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

jobs. Dit zorgt voor een minderuitgave van 15.000 duizend EUR.

entraîne une dépense moindre de 15.000 milliers EUR.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt het maximaal aantal dienstencheques per gebruiker per jaar vastgelegd op 500 cheques. Deze maatregel betreft niet de huidige uitzonderingen voorzien in het KB waarvan het plafond 2.000 cheques per gebruiker per jaar blijft. Deze maatregel levert een besparing op van 34.000 duizend EUR in 2011.

A compter du 1er janvier 2010, le nombre maximal de titres-services par utilisateur et par année est fixé à 500 titres. Cette mesure ne concerne pas les exceptions actuelles prévues dans l’AR, pour lesquelles le plafond de titres par utilisateur et par année reste fixé à 2.000 titres. Cette mesure permet de réaliser une économie de 34.000 milliers EUR en 2011.

Het budget voorzien voor het invoeren van een sociale dienstencheque wordt met 700 duizend EUR verminderd in 2011.

Le budget prévu pour la création d’un titreservice social est diminué de 700 milliers EUR en 2011.

Het voorziene project tot instelling van een mobiliteitspremie of een taalopleidingspremie wordt niet uitgevoerd. Deze maatregel brengt een besparing van 10.000 duizend EUR met zich mee in 2011.

Le projet prévu visant à instaurer une prime de mobilité ou une prime de formation linguistique ne sera pas exécuté. Cette mesure entraîne une économie de 10.000 milliers EUR en 2011.

Tijdskrediet en loopbaanonderbreking

Crédit-temps et interruption de carrière

De kruising van de dimona databank met de databank tijdskrediet zal 10.000 duizend EUR aan minder prestaties opleveren in 2011.

Le croisement de la banque de données Dimona avec la banque de données crédittemps permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2011.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt in het kader van het deeltijds tijdskrediet (1/5 of 1/2) de leeftijd waarop men recht heeft op verhoogde uitkeringen verhoogd van 50 jaar tot 51 jaar. Opbrengst: 14.520 duizend EUR in 2011.

A compter du 1er janvier 2010, dans le cadre du crédit-temps partiel (1/5 ou 1/2), l’âge auquel on a droit à des allocations majorées passe de 50 ans à 51 ans. Recettes: 14.520 milliers EUR en 2011.

Met ingang van 1 januari 2010 wordt de anciënniteitvoorwaarde om toegang te hebben tot het tijdskrediet (private sector), met uitzondering voor de thematische verloven, verhoogd met 1 jaar tot 2 jaar bij de werkgever van de betrokken werknemer. Opbrengst 14.740 duizend EUR in 2011.

A compter du 1er janvier 2010, la condition d’ancienneté pour avoir accès au crédit-temps (secteur privé), à l’exception des congés thématiques, passe de 1 an à 2 ans d’ancienneté chez l’employeur du travailleur concerné. Recettes : 14.740 milliers EUR en 2011.

Inzake loopbaanonderbreking (alle openbare overheden) zullen stappen gezet worden in de richting van een harmonisatie van dit regime met dat van het tijdskrediet (private sector). Daartoe zal overlegd worden met de betrokken sociale partners en overheden. Per saldo zal deze harmonisatie-operatie een besparing opleveren van 10.000 duizend EUR vanaf 2011.

En matière d’interruption de carrière (tous les niveaux de pouvoir), on progressera sur la voie d’une harmonisation de ce régime avec celui du crédit-temps (secteur privé). A cette fin, des concertations seront organisées avec les partenaires sociaux concernés et les autorités. Cette opération d’harmonisation engendrera, en fin de compte, une économie de 10.000 milliers EUR à compter de 2011.

47


48 -31.500

38.935.408

2.595 10.386 2.593

38.919.834

748.917

39.177.508

321.643

321.643

0 -121 0

321.764

29.902

-35.309

203.854

0

0

26.169

97.148 0

In absolute cijfers / En chiffres absolus

1.120.727

-18.000

1.138.727

-81 89 -159

1.138.877

-12.382

34.525

391.769

-27.112

9.829

35.708

345.107 361.433

In absolute cijfers / En chiffres absolus

3,06 %

3,11 %

-2,78 % 0,88 % -6,11 %

3,11 %

-1,64 %

2,29 %

5,34 %

-8,76 %

5,49 %

0,87 %

7,44 % 2,03 %

In % / En %

2010 / 2009

1.414.597

273.600

-13.500

1.154.497

-240 163 152

1.154.422

6.749

46.463

33.701

-27.204

5.523

104.630

255.136 729.424

In absolute cijfers / En chiffres absolus

3,75 %

75,00 %

3,06 %

-8,47 % 1,60 % 6,23 %

3,06 %

0,91 %

3,01 %

0,44 %

-9,63 %

2,92 %

2,53 %

5,12 % 4,02 %

In % / En %

2011 / 2010

TOTAL AJUSTE

Adaptation au bien-être

Prestations non-réparti

TOTAL (2)

Mineurs-Invalidité CSPM-AMI Pool des Marins-Chômage

Sous-total

ONEm-Interruption de carrière

ONEm-Prépensions

ONEm-Chômage

FMP

FAT

ONAFTS

INAMI-Indemnités ONP (1)

(1) A partir de 2008: y compris, ONP-Capitalisation. (2) L’enveloppe pour le bien-être estimée par le Bureau du Plan sur la base des paramètres légales est conservée. Il n’est pas tenu compte (actuellement pas de chiffres disponibles) d’un éventuel dépassement de l’enveloppe 2009-2010 prévue pour le bien-être.

0,89 %

0,89 %

0,00 % -1,18 % 0,00 %

0,89 %

4,13 %

-2,29 %

2,86 %

0,00 %

0,00 %

0,64 %

2,14 % 0,00 %

In % / En %

2009 (II) / (I)

(1) Vanaf 2008: RVP-Kapitalisatie inbegrepen. (2) De welvaartsenveloppe geraamd door het Planbureau op basis van de wettelijke parameters zijn hier behouden. Er is geen rekening gehouden (geen cijfers beschikbaar momenteel) met een eventueel overloopeffect van de welvaartsenveloppe 2009-2010.

Welvaartsaanpassing 37.762.911

-18.000

37.780.911

2.835 10.223 2.441

37.765.412

742.168

1.588.916

7.760.979

255.165

194.428

4.247.928

5.238.346 18.885.155

AANGEPAST TOTAAL

36.642.184

36.642.184

2.916 10.134 2.600

36.626.535

754.550

1.542.453

7.727.278

282.369

188.905

4.143.298

4.983.210 18.155.731

Initieel / Initial

273.600

36.320.542

36.320.542

2.916 10.255 2.600

36.304.771

724.648

1.507.928

7.335.509

309.481

179.076

4.107.590

4.638.103 17.794.298

Initieel / Initial

2011

(2)

Onverdeelde prestaties

TOTAAL

Mijnwerkers-Invaliditeit HVKZ-ZIV Pool der Zeelieden-Werkloosheid

Subtotaal

RVA-Loopbaanonderbreking

7.131.655

1.543.237

309.481

FBZ

RVA-Brugpensioenen

179.076

RVA-Werkloosheid

4.081.421

FAO

4.540.955 17.794.298

(II)

(I)

RKW

RIZIV-Uitkeringen RVP (1)

Aanpassing (sept. 2009) / Adaptation (sept. 2009)

Begrotingscontrole / Contrôle budgétaire

2010

(En milliers EUR)

(In duizend EUR)

2009

TABLEAU II.5 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés 2009-2011 (hormis soins de santé)

TABEL II.5

Prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers 2009-2011 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

I. Algemene toelichting I. Exposé général


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL II.6

TABLEAU II.6

Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers 2009-2011 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés 2009-2011 (hormis soins de santé)

2009

RIZIV-Uitkeringen (vergoede dagen) Primaire arbeidsongeschiktheid Invaliditeit Moederschap Vaderschap RVP-Repartitie (jaargemiddelde) Rustpensioenen Overlevingspensioenen Vakantiegeld Verwarmingstoelage RVP-Kapitalisatie (jaargemiddelde) RKW (rechtgevende kinderen) Nationale verdeling Gewaarborgde gezinsbijslag Tijdelijke leerkrachten Kraamgeld Adoptiepremie

2010

2009 (II) / (I)

2011

2010 / 2009

2011 / 2010

Begrotingscontrole / Contrôle budgétaire (I)

Aanpassing (sept. 2009) / Adaptation (sept. 2009) (II)

Initieel / Initial

Initieel / Initial

113.122.359 29.533.898 74.527.528 8.644.508 416.425

115.307.225 29.863.895 76.036.200 8.959.515 447.615

121.176.770 31.231.985 79.095.264 10.369.695 479.826

125.054.718 31.775.112 82.018.656 10.750.920 510.030

2.184.866 329.997 1.508.672 315.007 31.190

1,93 % 1,12 % 2,02 % 3,64 % 7,49 %

5.869.545 1.368.090 3.059.064 1.410.180 32.211

5,09 % 4,58 % 4,02 % 15,74 % 7,20 %

3.877.948 543.127 2.923.392 381.225 30.204

3,20 % 1,74 % 3,70 % 3,68 % 6,29 %

INAMI-Indemnités (jours indemnisés) Incapacité primaire Invalidité Maternité Paternité

3.612.380 1.423.300 486.295 1.641.795 60.990

3.612.380 1.423.300 486.295 1.641.795 60.990

3.631.620 1.435.620 482.710 1.655.240 58.050

3.673.845 1.462.045 479.410 1.677.050 55.340

0 0 0 0 0

0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 %

19.240 12.320 -3.585 13.445 -2.940

0,53 % 0,87 % -0,74 % 0,82 % -4,82 %

42.225 26.425 -3.300 21.810 -2.710

1,16 % 1,84 % -0,68 % 1,32 % -4,67 %

ONP-Répartition (moyenne annuelle) Pensions de retraite Pensions de survie Pécule de vacances Allocation de chauffage

In absolute cijfers / En chiffres absolus

In absolute cijfers / En chiffres absolus

In % / En %

In absolute cijfers / En chiffres absolus

In % / En %

In % / En %

668.300

668.300

617.805

571.970

0

0,00 %

-50.495

-7,56 %

-45.835

-7,42 %

ONP-Capitalisation (moyenne annuelle)

2.065.265

2.078.708

2.112.732

2.110.498

13.443

0,65 %

34.024

1,64 %

-2.234

-0,11 %

ONAFTS (enfants bénéficiaires)

1.932.086

1.944.827

1.965.198

1.973.390

12.741

0,66 %

20.371

1,05 %

8.192

0,42 %

Répartition nationale

14.549

15.251

15.351

15.492

702

4,83 %

100

0,66 %

141

0,92 %

Prestations familiales garanties

15.598

15.598

15.105

15.105

0

0,00 %

-493

-3,16 %

0

0,00 %

Enseignants temporaires

102.704

102.704

116.854

106.287

0

0,00 %

14.150

13,78 %

-10.567

-9,04 %

Allocations de naissance

-31,71 %

224

0

0,00 %

-104

Jaarlijkse toeslag 0-5j

556.803

554.771

566.000

568.784

-2.032

-0,36 %

11.229

2,02 %

2.784

0,49 %

Supplément annuel 0-5a

Jaarlijkse toeslag 6-11j

535.996

328

535.252

328

534.868

536.495

-744

-0,14 %

-384

-0,07 %

1.627

0,30 %

Supplément annuel 6-11a

Jaarlijkse toeslag 12-17j

545.930

545.757

540.311

541.543

-173

-0,03 %

-5.446

-1,00 %

1.232

0,23 %

Supplément annuel 12-17a

Jaarlijkse toeslag 18-24j

291.493

292.004

307.862

310.927

511

0,18 %

15.858

5,43 %

3.065

1,00 %

Supplément annuel 18-24a

16.399

15.546

15.546

16.399

-853

-5,20 %

0

0,00 %

138.565

139.110

140.836

143.668

545

0,39 %

1.726

1,24 %

2.832

2,01 %

77.950

77.950

73.125

70.100

0

0,00 %

-4.825

-6,19 %

-3.025

-4,14 %

FMP (nombre d'indemnités)

1.320.860

1.329.723

1.352.217

1.328.962

11.113

0,84 %

20.244

1,52 %

-23.255

-1,72 %

ONEm (moyenne annuelle des unités physiques)

956.360

957.905

967.582

0,78 %

-26.255

+ 25 jarigen FAO (gerechtigden) FBZ (aantal uitkeringen) RVA (jaargemiddelde fysieke eenheden) Werkloosheid

224

941.327

3.795

675.316

662.900

737.300

753.600

-12.416

-1,84 %

74.400

11,22 %

16.300

2,21 %

Tijdelijke werkloosheid

198.894

222.357

158.984

118.321

23.463

11,80 %

-63.373

-28,50 %

-40.663

-25,58 %

72.500

65.090

61.490

59.598

-7.410

-10,22 %

-3.600

-5,53 %

-1.892

-3,08 %

3.340

3.500

3.500

3.500

160

4,79 %

0

0,00 %

0

0,00 %

Jeugdvakantie

7.427

0,00 %

Volledige werkloosheid Activeringsprogramma's

0,40 %

0

-2,71 %

Primes d'adoption

+ 25 ans FAT (bénéficiaires)

Chômage Chômage complet Chômage temporaire Programmes d'activation Vacances des jeunes

Seniorvakantie

160

160

160

160

0

0,00 %

0

0,00 %

0

0,00 %

Onthaalouders

3.900

3.898

3.898

3.898

-2

-0,05 %

0

0,00 %

0

0,00 %

Gardiennes d'enfants

Overgang zwaar naar licht werk

2.250

2.250

2.250

2.250

0

0,00 %

0

0,00 %

0

0,00 %

Conversion de travail lourd à léger

Brugpensioenen

121.700

118.618

121.335

122.535

-3.082

-2,53 %

2.717

2,29 %

1.200

0,99 %

Loopbaanonderbreking

120.200

122.300

123.400

126.100

2.100

1,75 %

1.100

0,90 %

2.700

2,19 %

Tijdskredieten

122.600

130.900

139.900

139.000

8.300

6,77 %

9.000

6,88 %

-900

-0,64 %

Mijnwerkers-Invaliditeit (gevallen)

Vacances des séniors

Prépensions Interruption de carrière Crédit-temps Mineurs-Invalidité (cas)

Invaliditeitspensioen

207

207

189

170

0

0,00 %

-18

-8,70 %

-19

-10,05 %

Pension d'invalidité

Pensioencomplement

207

207

189

170

0

0,00 %

-18

-8,70 %

-19

-10,05 %

Complément de pension

Verwarmingstoelage

207

207

189

170

0

0,00 %

-18

-8,70 %

-19

-10,05 %

Allocation de chauffage

47.120

47.120

47.120

47.120

0

0,00 %

0

0,00 %

0

0,00 %

54.804

54.804

49.546

50.585

0

0,00 %

-5.258

-9,59 %

1.039

2,10 %

HVKZ-ZIV (vergoede dagen in primaire ongeschiktheid en invaliditeit) Pool der Zeelieden-Werkloosheid (1) (vergoede dagen voor werkloosheid, brugpensioenen, begeleidingsplan en beroepsopleiding) (1) Tijdelijke werkloosheid niet inbegrepen.

(1) Non compris, le chômage temporaire.

TABEL II.7

TABLEAU II.7

Indexering van de prestaties 2009-2011

Indexation des prestations 2009-2011

Spilindex / Indice pivot (1996 = 100)

Spilindex / Indice pivot (2004 = 100)

Gemiddelde spilindex / Indice pivot moyen (1996 = 100)

Gemiddelde spilindex / Indice pivot moyen (2004 = 100)

Jaarlijkse toename / Accroissement annuel (*)

2009: -

125,73

110,51

125,73

110,51

2,15 %

2009: -

2010: -

125,73

110,51

125,73

110,51

0,00 %

2010: -

2011: januari

128,24

112,72

128,24

112,72

2,00 %

2011: janvier

(*) Van de gemiddelde spilindex.

| (*) De l'indice pivot moyen.

49

CSPM-AMI (jours indemnisés en incapacité primaire et invalidité) Pool des Marins-Chômage (2) (jours indemnisés en chômage, prépensions, plan d'accompagnement et formation professionnelle)


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL II.8

TABLEAU II.8

Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2009-2011 (*)

Estimations budgétaires des corrections sociales 2009-2011 (*)

(In miljoen EUR)

(En millions EUR)

Sociale correcties Stelsel van de werknemers

Van kracht / Prise de cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

2009

2010

1. Uitkeringen

Jaarlijkse kost / Coût annuel

Corrections sociales Régime des travailleurs salariés

2011 1. Indemnités

- verhoging van de invaliditeitsuitkeringen verbonden aan het minimumpensioen

1.6.2009

1,14

- augmentation des indemnités d'invalidité liées à la pension minimum

- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden voor primaire ongeschiktheid (van 55 % naar 60 %)

1.1.2009

43,06

- augmentation du taux d'indemnisation des cohabitants pour l'incapacité primaire (de 55 % à 60 %)

- verhoging van het ZIV plafond met 0,8 % waarmee rekening moet gehouden worden voor primaire ongeschiktheid, voor moederschap en voor invaliditeit die ten vroegste ingegaan zijn op 1 januari 2009

1.1.2009

1,03

- augmentation de 0,8 % du plafond AMI à prendre en considération pour les cas d'incapacité primaire, de maternité et d'invalidité prenant cours au plus tôt au 1er janvier 2009

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstanden voor invaliditeit (van 53 % naar 55 %)

1.5.2009

5,35

- augmentation du taux d'indemnisation des invalides isolés (de 53% à 55%)

- verhoging van de uitkeringen verbonden aan het minimumpensioen

1.6.2009

12,57

- augmentation des indemnités liées à la pension minimum

- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de invaliditeitsuitkeringen voor de nietregelmatige werknemers

1.6.2009

3,51

- liaison automatique au revenu d'intégration du montant journalier des indemnités d'invalidité des travailleurs non-réguliers

- verhoging van de minima voor regelmatige werknemers met 2 % (samenwonend)

1.9.2009

3,30

- augmentation de 2 % pour les minimas travailleurs réguliers (cohabitants)

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vóór 2008 met 0,8 % (met uitzondering van de minima)

1.9.2009

3,08

- augmentation de 0,8 % des indemnités d'invalidité qui ont pris cours avant 2008 ( à l'exclusion des minimas)

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vanaf 1994 en tot en met 2002 met 2 % (met uitzondering van de minima)

1.9.2009

3,20

- augmentation de 2 % des indemnités d'invalidité qui ont pris cours à partir de 1994 jusque et y compris 2002 ( à l'exclusion des minimas)

- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2009

0,06

- augmentation des indemnités ayant pris cours il y a 6 ans

- gelijktrekken ingangsdata van de cohorten voor partners met vervangingsinkomen

1.9.2009

0,27

- mise en concordance des cohortes de l'Inami avec celles de l'ONP en ce qui concerne la date d'entrée

- verhoging van de minimumuitkering voor primaire ongeschiktheid voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %

1.1.2010

0,20

- verhoging van maxima van de voormalige invaliden van vóór april 2004

1.1.2010

13,91

- augmentation des maxima des anciens invalides avant avril 2004

- verhoging van de minimuminvaliditeitsuitkering voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %

1.1.2010

10,11

- augmentation de 2 % de l'indemnité d'invalidité minima travailleur régulier cohabitant

- bij invaliditeit, aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen

1.1.2010

9,18

- en invalidité, adaptation de la définition "charge de famille" pour les partenaires bénéficiant d'un revenu de remplacement

- inhaaloperatie voor de langdurig invaliden

1.1.2010

13,26

- werkverwijdering van de zwangere vrouwen - harmonisering

1.1.2010

9,41

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

- augmentation de 2 % de l'indemnité d'incapacité primaire minima travailleur régulier cohabitant

- opération de rattrapage pour les invalides de longue durée - écartement du travail des femmes enceintes - harmonisation (*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.

50


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

(In miljoen EUR) (vervolg)

Sociale correcties Stelsel van de werknemers

(En millions EUR) (suite)

Van kracht / Prise de cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

2009

2010

Jaarlijkse kost / Coût annuel

Corrections sociales Régime des travailleurs salariés

2011

2. Werkloosheid

2. Chômage

- verhoging van de uitkeringsgraden voor de tijdelijke werklozen

1.1.2009

151,27

- augmentation des taux d'indemnisation pour les chômeurs temporaires

- de werkhervattingstoeslag voor oudere werknemers wordt uitgebreid naar werknemers van 50 jaar en ouder die geen 20 jaar anciënniteit hebben voor een periode die beperkt is tot 36 maanden en met een degressieve uitkering

1.5.2009

3,00

- l'allocation de reprise du travail pour les travailleurs âgés est étendue aux travailleurs de 50 ans et plus qui n'ont pas 20 ans d'ancienneté pour une période limitée à 36 mois et avec une allocation dégressive

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53 % naar 55 % voor de tweede periode

1.5.2009

5,63

- augmentation du taux des isolés de 53 % à 55 % pour la deuxième période

- verhoging met 2 % van de minimumuitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de volledig werklozen

1.9.2009

16,30

- augmentation de 2 % des allocations minimums (forfaits inclus) des chômeurs complets

- verhoging met 2 % van de minimumuitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de tijdelijke werklozen

1.9.2009

0,02

- augmentation de 2 % des allocations minimums (forfaits inclus) des chômeurs temporaires

- verhoging met 2 % van de minimumuitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de bruggepensionneerden

1.9.2009

0,03

- augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) des prépensionnés

- verhoging met 2 % van de minimumuitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de jeugdvakantie en de seniorvakantie

1.9.2009

0,00

- augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) vacances jeunes et vacances seniors

- verhoging met 2 % van de minimumuitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de onthaalouders

1.9.2009

0,03

- augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) des parents d'accueil

- ancienniteitstoeslag voor de op 56 of 57 jaar ontslagen personen

1.9.2009

0,06

- complémént d'ancienneté pour les personnes licenciées à 56 ou 57 ans

- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden van 58 % naar 60 % voor het eerste jaar

1.9.2009

15,81

- augmentation du taux des cohabitants de 58 % à 60 % pour la première année

- verhoging van het loonplafond met 300 EUR gedurende de eerste 6 maanden werkloosheid voor de nieuwkomers

1.9.2009

26,32

- augmentation de 300 EUR du plafond salarial pendant les 6 premiers mois de chômage pour les nouveaux entrants

- verhoging van het loonplafond voor diegenen die werkloos geworden zijn vanaf 1.10.2009

1.9.2009

6,10

- augmentation du plafond salarial pour ceux qui sont devenus chômeurs à partir du 1.10.2009

- verhoging met 0,8 % voor de anderen die niet genieten van de verhoging van het plafond hierboven genoemd

1.9.2009

0,47

- augmentation de 0,8 % pour les autres qui ne bénéficient pas des augmentations de plafond visées cidessus

- aanpassing van het statuut "gezinshoofd"

1.1.2010

4,00

- verlenging tot 30 juni 2010 van de 3 crisismaatregelen

1.1.2010

85,00

- activering van de jongeren van minder dan 26 jaar met ten hoogste een diploma van het secundair onderwijs en van de werknemers ouder dan 45 jaar (voor de aanwervingen tussen 1 januari 2010 en 31 december 2011)

1.1.2010

24,00

48,00

- activation des jeunes de moins de 26 ans disposant au maximum d'un diplôme d'enseignement secondaire et des travailleurs âgés de plus de 45 ans (pour les engagements réalisés entre le 1 janvier 2010 et le 31 décembre 2011)

-uitbreiding van de stagebonus na de schooplichtige leeftijd en verhoging van het bedrag

1.1.2010

10,00

10,00

- extension du bonus de stage au-delà de l'âge d'obligation scolaire et augmentation du montant

- vermindering van de werkgeversbijdragen voor de mentoren in ondernemingen

1.1.2010

4,80

4,80

51

- adaptation du statut "chef de ménage" - prolongation des 3 mesures de crise jusqu'au 30 juin 2010

- réduction de cotisations patronales pour les tuteurs en entreprise


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

(In miljoen EUR) (vervolg)

Sociale correcties Stelsel van de werknemers

(En millions EUR) (suite)

Van kracht / Prise de cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

2009

2010

Jaarlijkse kost / Coût annuel

Corrections sociales Régime des travailleurs salariés

2011

2. Werkloosheid (vervolg)

2. Chômage (suite)

-bijdragevermindering en activeringsmaatregel voor werknemers aangeworven door een opleidings- of onderwijsoperator

1.1.2010

1,50

3,00

-réduction de cotisation et mesure d'activation pour les travailleurs recrutés par un opérateur de formation ou d'enseignement

- versoepeling van de reglementering voor de invoegstages

1.1.2010

0,50

0,50

- assouplissement de la réglementation sur les stages d'insertion

- premie voor opleiding die leidt tot functies waaraan er nood is

1.1.2010

1,00

1,00

- prime de formation menant à des fonctions en pénurie

- uitbreiding van de terugbetaling van medische onderzoeken

1.1.2010

2,00

2,00

- élargissement du remboursement des examens médicaux

- definitie van risicogroepen en oprichting van een tewerkstellingsfonds voor de opleidingen voor risicogroepen

1.1.2010

5,00

5,00

- définition des groupes à risque et création d'un fonds pour l'emploi pour les formations envers les groupes à risque

3. Pensioenen

3. Pensions

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008

10,92

- verhoging van het minimumpensioen met 3 %

1.6.2009

41,10

- augmentation de 3 % de la pension minimum

- verhoging van de pensioenen die ten laatste 15 jaar geleden ingegaan zijn met 2 %

1.6.2009

55,42

- augmentation de 2 % des pensions qui ont pris cours il y a plus de 15 ans

- verhoging van de andere pensioenen met 1,5 % (waarop de maatregelen hierboven niet van toepassing zijn)

1.6.2009

77,10

- augmentation de 1,5 % des autres pensions (non concernées par les mesures ci-dessus)

- verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 5,05 % voor de pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 september 2009

1.6.2009

0,92

- augmentation de 5,05 % du droit minimum par année de carrière pour les pensions prenant cours au plus tôt le 1er septembre 2009

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2004 met 2 %

1.9.2009

4,80

- augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2004

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005

1.9.2010

4,82

- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1995

1.9.2010

2,92

- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1995

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006

1.9.2011

3,91

- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2006

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1996

1.9.2011

3,05

- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1996

52

- augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2003


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

(In miljoen EUR) (vervolg)

Sociale correcties Stelsel van de werknemers

Van kracht / Prise de cours

(En millions EUR) (suite)

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

2009 4. Gezinsbijslag - jaarlijks leeftijdssupplement voor kinderbijslag

2010

Jaarlijkse kost / Coût annuel

Corrections sociales Régime des travailleurs salariés

2011 4. Prestations familiales - supplément d'âge annuel en allocations familiales

1.8.2008

- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

1.10.2008

20,90

- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en verhoging van 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen

1.1.2009

25,44

- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993

1.5.2009

0,54

- jaarlijks leeftijdssupplement: verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24 jarigen

1.1.2011

- augmentation du supplement social famille monoparentale - supplément d'âge de 25 EUR pour la catégorie d'âge des 0-5 ans et augmentation de 25 à 50 EUR pour les 18-24 ans - extension de la nouvelle réglementation allocations majorées aux enfants handicapés nés avant 1993

24,37

5. Arbeidsongevallen

- supplément d'âge annuel: augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-24 ans 5. Accidents du travail

- welvaartsaanpassing

1.9.2009

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2011

1,50

- adaptation au bien-être 0,02

- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans 0,02

6. Beroepsziekten

- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans 6. Maladies professionnelles

- verhoging met 2 % van de minima en forfaits

1.9.2009

1,08

- augmentation de 2 % des minimas et des forfaits

- verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008

1.9.2009

0,08

- augmentation de 0,8 % de toutes les allocations qui ont pris cours avant 2008

- verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002

1.9.2009

0,40

- augmentation de 2 % de toutes les allocations qui ont pris cours à partir de 1994 jusque et y compris 2002

- verhoging met 0,8 % van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen

1.9.2009

0,13

- augmentation de 0,8 % du plafond de calcul pour les nouveaux entrants

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2009

0,02

- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans

- behoud van de socio-economische factoren

1.1.2010

13,00

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2010

0,02

- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2011

TOTAAL

- maintien des facteurs socioéconomiques - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans 0,02

508,95

214,66

53

105,67

- augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans TOTAL



I. Algemene toelichting

I. Exposé général

HOOFDSTUK III

CHAPITRE III

HET GLOBAAL BEHEER VOOR ZELFSTANDIGEN

LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS INDEPENDANTS

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011

1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011

Methodologie

Méthodologie

De tabellen hebben dezelfde opmaak als deze voor de werknemers.

La forme des tableaux est similaire à celle des travailleurs salariés.

In tabellen III.1, III.2 en III.3 wordt een consolidering van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIVGeneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSVZ-Globaal beheer voorgesteld.

Les tableaux III.1, III.2 et III.3 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’INASTI-gestion globale.

De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst of een uitgave tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.

Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette ou une dépense dans le total consolidé.

De overdracht van het RSVZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de zelfstandigen komt tevoorschijn in de rubriek externe overdrachten van RSVZ-Globaal beheer.

Le transfert de l’INASTI-Gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs indépendants apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’INASTI-Gestion globale.

Het bedrag voor de beheerskosten van het RSVZ omvat niet alleen de beheerskosten met betrekking tot de inning en tot het beheer van de ontvangsten, maar ook deze met betrekking tot de gezinsbijslag en tot de faillissementsverzekering.

Le montant des frais d’administration de l’INASTI inclut non seulement les frais d’administration relatifs à la perception et à la gestion des recettes, mais aussi ceux relatifs aux prestations familiales et à l’assurancefaillite.

55


56 2.871

311.476

Totaal lopende ontvangsten

2.688.715

2.685.845

2.685.845

2.871

(1) Initieel bedrag was 92.524 duizend EUR opgenomen in het KB van 7.6.2009.

294.862

294.862

RSVZ-GFB Andere takken

Interne overdrachten

16.614

110

Eigen ontvangsten

Diversen

418.592

24.417

418.592

418.592

3.443.200

3.423.715 5.552.714

5.552.714

767

8.995.914

3.423.715

3.423.715

5.572.199

3.748

13.828

30.665 30.665

16.494

836.261 683.009 45.795 2.327 14.414 86.619 4.098

1.257.160

3.414.042 3.232.657 7.000 174.385

TOTAAL / TOTAL

(1) Le montant initial était de 92.524 milliers EUR repris dans l'AR du 7.6.2009.

24.417

24.417

3.423.715

19.485

2.981

10

13.818

10

Opbrengsten beleggingen

16.494 30.665 30.665

(1)

836.261 683.009 45.795 2.327 14.414 86.619 4.098

Externe overdrachten Toekomstfonds Andere

Toegewezen ontvangsten

Alternatieve financiering Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging Andere

16.494

RSVZ-GFB / INASTI-GFG

1.257.160

Subtotaal / Sous-total

Staatstoelagen

RSVZ-Gezinsb. / RSVZ-Faill. verz. / INASTI-Prest.fam. INASTI-As. faillite 3.414.042 3.232.657 7.000 174.385

Pensioenen / Pensions

Bijdragen Gewone bijdragen Publieke mandatarissen-bijdragen Vennootschapsbijdragen

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

Total recettes courantes

Transferts internes

INASTI-GFG Autres branches

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes Fonds pour l'avenir Autres

Recettes affectées

Financement alternatif TVA Précompte mobilier Stock options Accises tabac Soins de santé (1) Autres

Subventions de l'Etat

Cotisations Cotisations ordinaires Cotisations mandataires publics Cotisations des sociétés

Recettes Courantes

(En milliers EUR) (adaptation septembre 2009)

(In duizend EUR) (aanpassing september 2009)

Lopende Ontvangsten

TABLEAU III.1 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants 2009 (hormis soins de santé)

TABEL III.1

Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen 2009 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

I. Algemene toelichting I. Exposé général


24.417

24.417

299

22.385 1.177 21.208

1.386

3.420.225

57

Budgettair resultaat

Saldo kapitaalrekeningen

-1.095

0

0

0

-1.095

Subtotaal / Sous-total

RSVZ-GFB / INASTI-GFG

-6.710

-6.710

0

12

RSVZ-Gezinsb. / RSVZ-Faill. verz. / INASTI-Prest.fam. INASTI-As. faillite

-1.095

Uitgaven

Pensioenen / Pensions

0

12

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

0

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

0

-1.095

3.444.295

Saldo lopende rekeningen

24.417

5.559.423

418.592

312.571

3.423.715

2.135.708

Totaal lopende uitgaven

2.688.715

3.444.295

3.423.715

312.571

Interne overdrachten

RSVZ-GFB Andere takken

Uitgaven vóór interne overdrachten

5.266

2.066.834 2.064.204 2.630

63.608 61.946 1.662

RSVZ-GFB / INASTI-GFG

0

12

12

-7.805

TOTAAL / TOTAL

-7.805

9.003.719

3.423.715

3.423.715

5.580.003

5.565

2.066.834 2.064.204 2.630

85.993 63.123 22.870

1.386

3.420.225

TOTAAL / TOTAL

Transferts externes INAMI-Soins de santé Autres

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

Frais de paiement

Prestations

Dépenses Courantes

Résultat budgétaire

Solde comptes de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts internes

INASTI-GFG Autres branches

Dépenses avant transferts internes

Charges d'intérêts

418.592

418.592

Subtotaal / Sous-total

Divers

2.688.715

10.701

10.701

1.386

2.676.628

RSVZ-Gezinsb. / RSVZ-Faill. verz. / INASTI-Prest.fam. INASTI-As. faillite

Intrestlasten

299

11.684 1.177 10.507

300.588

Pensioenen / Pensions

Diversen

Externe overdrachten RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden

Betalingskosten

Prestaties

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

(En milliers EUR) (adaptation septembre 2009) (suite)

(In duizend EUR) (aanpassing september 2009) (vervolg)

Lopende Uitgaven

TABLEAU III.1 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants 2009 (hormis soins de santé)

TABEL III.1

Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen 2009 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

I. Algemene toelichting I. Exposé général


58

10

313.861

330.356

Totaal lopende ontvangsten

313.861

RSVZ-GFB Andere takken

Interne overdrachten

16.495

Eigen ontvangsten

110

2.230

2.768.666

2.766.436

2.766.436

2.230 418.671

27.932

418.671

418.671

27.932

27.932

10

3.543.625

3.524.900

3.524.900

18.725

2.340

6.046.465

6.046.465

767

16.365

Diversen

Opbrengsten beleggingen

16.375 64.950 29.950 35.000

16.375

Externe overdrachten Toekomstfonds Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ

Toegewezen ontvangsten

945.884 701.574 46.482 2.115 14.421 177.132 4.160

1.527.242 1.272.004 255.238

Staatstoelagen In de prestaties Bijzondere staatstoelage

Alternatieve financiering Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging Andere

3.491.257 3.307.015 8.000 176.242

RSVZ-GFB / INASTI-GFG

Bijdragen Gewone bijdragen Publieke mandatarissen-bijdragen Vennootschapsbijdragen

Subtotaal / Sous-total

9.590.089

3.524.900

3.524.900

6.065.190

3.107

16.375

64.950 29.950 35.000

16.375

945.884 701.574 46.482 2.115 14.421 177.132 4.160

1.527.242 1.272.004 255.238

3.491.257 3.307.015 8.000 176.242

Total recettes courantes

Transferts internes

INASTI-GFG Autres branches

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes Fonds pour l'avenir Contrib. objectif budgétaire SS

Recettes affectées

Financement alternatif TVA Précompte mobilier Stock options Accises tabac Soins de santé Autres

Subventions de l'Etat Dans les prestations Subvention de l'Etat spécifique

Cotisations Cotisations ordinaires Cotisations mandataires publics Cotisations des sociétés

Recettes Courantes

TOTAAL / TOTAL

RSVZ-Gezinsb. / RSVZ-Faill. verz. / INASTI-Prest.fam. INASTI-As. faillite

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

Pensioenen / Pensions

(En milliers EUR)

(In duizend EUR)

Lopende Ontvangsten

TABLEAU III.2 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants 2010 (hormis soins de santé)

TABEL III.2

Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen 2010 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

I. Algemene toelichting I. Exposé général


27.932

27.932

310

23.168 1.212 21.956

1.373

-2.000

3.520.774

59 27.932

3.543.625

Transferts externes INAMI-Soins de santé Autres

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

Frais de paiement

Prestations non-réparti

Prestations

Dépenses Courantes

0

0

0

239.118

239.118

Résultat budgétaire

0

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Budgettair resultaat

TOTAAL / TOTAL

239.118

Solde comptes de capital

RSVZ-GFB / INASTI-GFG

239.118

Saldo kapitaalrekeningen

Subtotaal / Sous-total

0

Dépenses

0

0

RSVZ-Gezinsb. / RSVZ-Faill. verz. / INASTI-Prest.fam. INASTI-As. faillite

0

Recettes

Pensioenen / Pensions

0

Total dépenses courantes

Transferts internes

INASTI-GFG Autres branches

Dépenses avant transferts internes

Uitgaven

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

0

9.350.971

3.524.900

3.524.900

5.826.072

5.576

2.211.747 2.209.079 2.668

87.402 63.784 23.619

1.373

-2.000

3.521.974

TOTAAL / TOTAL

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

5.807.347

418.671

3.524.900

2.282.447

Totaal lopende uitgaven

2.768.666

3.543.625

3.524.900

330.356

330.356

Interne overdrachten

RSVZ-GFB Andere takken

Uitgaven vóór interne overdrachten

5.266

2.211.747 2.209.079 2.668

64.234 62.572 1.663

1.200

RSVZ-GFB / INASTI-GFG

Divers

418.671

418.671

Subtotaal / Sous-total

Diversen 2.768.666

10.973

10.973

1.373

2.756.320

RSVZ-Gezinsb. / RSVZ-Faill. verz. / INASTI-Prest.fam. INASTI-As. faillite

Charges d'intérêts

310

12.195 1.212 10.983

317.851

Pensioenen / Pensions

Intrestlasten

Externe overdrachten RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden

Betalingskosten

Onverdeelde prestaties

Prestaties

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

(En milliers EUR) (suite)

(In duizend EUR) (vervolg)

Lopende Uitgaven

TABLEAU III.2 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants 2010 (hormis soins de santé)

TABEL III.2

Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen 2010 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

I. Algemene toelichting I. Exposé général


60 1.750

334.740

351.349

Totaal lopende ontvangsten

334.740

RSVZ-GFB Andere takken

Interne overdrachten

16.609

Eigen ontvangsten

2.891.244

2.889.494

2.889.494

1.750 431.640

11.088

431.640

431.640 11.088

11.088

10

3.681.821

3.663.462

3.663.462

18.359

1.860

6.235.043

6.235.043

767

25.782

10

110

Opbrengsten beleggingen

Diversen

73.900 28.900 45.000

16.489

Externe overdrachten Toekomstfonds Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ

16.489

1.114.812 719.717 47.225 1.904 14.652 327.088 4.226

Alternatieve financiering Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging Andere

Toegewezen ontvangsten

1.569.400 1.292.356 277.044

RSVZ-GFB / INASTI-GFG

Staatstoelagen In de prestaties Bijzondere staatstoelage

Subtotaal / Sous-total 3.450.382 3.266.140 8.000 176.242

RSVZ-Gezinsb. / RSVZ-Faill. verz. / INASTI-Prest.fam. INASTI-As. faillite

Bijdragen Gewone bijdragen Publieke mandatarissen-bijdragen Vennootschapsbijdragen

Pensioenen / Pensions

9.916.864

3.663.462

3.663.462

6.253.402

2.628

25.792

73.900 28.900 45.000

16.489

1.114.812 719.717 47.225 1.904 14.652 327.088 4.226

1.569.400 1.292.356 277.044

3.450.382 3.266.140 8.000 176.242

TOTAAL / TOTAL

Total recettes courantes

Transferts internes

INASTI-GFG Autres branches

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes Fonds pour l'avenir Contrib. objectif budgétaire SS

Recettes affectées

Financement alternatif TVA Précompte mobilier Stock options Accises tabac Soins de santé Autres

Subventions de l'Etat Dans les prestations Subvention de l'Etat spécifique

Cotisations Cotisations ordinaires Cotisations mandataires publics Cotisations des sociétés

Recettes Courantes

(En milliers EUR)

(In duizend EUR)

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants 2011 (hormis soins de santé)

Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen 2011 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

Lopende Ontvangsten

TABLEAU III.3

TABEL III.3

I. Algemene toelichting I. Exposé général


Prestaties

11.088

11.088

325

23.567 1.174 22.393

1.373

33.100

-3.500

3.626.956

61 11.088

3.681.821

Transferts externes INAMI-Soins de santé Autres

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

Frais de paiement

Adaptation au bien-être

Prestations non-réparti

Prestations

(1) De welvaartsenveloppe geraamd door het Planbureau op basis van de wettelijke parameters zijn hier behouden. Er is geen rekening gehouden (geen cijfers beschikbaar momenteel) met een eventueel overloopeffect van de welvaartsenveloppe 2009-2010.

0

0

101.729

101.729

(1) L’enveloppe pour le bien-être estimée par le Bureau du Plan sur base des paramètres légales est conservée. Il n’est pas tenu compte (actuellement pas de chiffres disponibles) d’un éventuel dépassement de l’enveloppe 2009-2010 prévue pour le bien-être.

0

Résultat budgétaire

0

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Budgettair resultaat

TOTAAL / TOTAL

101.729

Solde comptes de capital

RSVZ-GFB / INASTI-GFG

101.729

Saldo kapitaalrekeningen

Subtotaal / Sous-total

0

Dépenses

0

0

RSVZ-Gezinsb. / RSVZ-Faill. verz. / INASTI-Prest.fam. INASTI-As. faillite

0

Recettes

Pensioenen / Pensions

0

Total dépenses courantes

Transferts internes

INASTI-GFG Autres branches

Dépenses avant transferts internes

(1)

Uitgaven

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

0

9.815.134

3.663.462

3.663.462

6.151.673

5.591

2.396.728 2.394.019 2.709

90.225 66.130 24.095

1.373

33.100

-3.500

3.628.156

Dépenses Courantes

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

6.133.313

431.640

3.663.462

2.469.852

Totaal lopende uitgaven

2.891.244

3.681.821

3.663.462

351.349

351.349

Interne overdrachten

RSVZ-GFB Andere takken

Uitgaven vóór interne overdrachten

5.266

2.396.728 2.394.019 2.709

66.658 64.956 1.702

1.200

TOTAAL / TOTAL

Divers

431.640

4.100

427.540

RSVZ-GFB / INASTI-GFG

Diversen 2.891.244

10.947

10.947

1.373

25.700

2.853.224

Subtotaal / Sous-total

Charges d'intérêts

325

12.620 1.174 11.446

3.300

335.104

RSVZ-Gezinsb. / RSVZ-Faill. verz. / INASTI-Prest.fam. INASTI-As. faillite

Intrestlasten

Externe overdrachten RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden

Betalingskosten

Welvaartsaanpassing

(1)

Onverdeelde prestaties

Pensioenen / Pensions

(En milliers EUR) (suite)

(In duizend EUR) (vervolg)

RIZIV-Uit / INAMI-Ind

Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants 2011 (hormis soins de santé)

Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen 2011 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

Lopende Uitgaven

TABLEAU III.3

TABEL III.3

I. Algemene toelichting I. Exposé général


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011

2009

2009

Het begrotingsresultaat voor 2009 bedraagt -7.805 duizend EUR, terwijl dit bij de aanpassing van de begroting in maart 2009 -22.914 duizend EUR bedroeg.

Le résultat budgétaire de 2009 s’élève à -7.805 milliers EUR, tandis que lors de l’adaptation du budget en mars 2009, il s’élevait à -22.914 milliers EUR.

De verbetering is het gevolg van een hogere stijging van de ontvangsten met 66.301 duizend EUR ten opzichte van de stijging van de uitgaven met 51.192 duizend EUR.

L’amélioration est la conséquence d’une augmentation des recettes de 66.301 milliers EUR supérieur à l’augmentation des dépenses de 51.192 milliers EUR.

Ontvangsten

Recettes

De sociale bijdragen stijgen met 99.324 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 tot op een niveau van 3.414.042 duizend EUR. Deze bijdragen bestaan voornamelijk uit de gewone bijdragen (3.232.657 duizend EUR) en de vennootschapsbijdragen (174.385 duizend EUR).

Les cotisations sociales augmentent de 99.324 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, pour atteindre un niveau de 3.414.042 milliers EUR. Ces cotisations se composent essentiellement des cotisations ordinaires (3.232.657 milliers EUR) et des cotisations des sociétés (174.385 milliers EUR).

De staatstoelage bedraagt 1.257.160 duizend EUR.

La subvention de l’Etat s’élève à 1.257.160 milliers EUR.

Het totaalbedrag aan alternatieve financiering daalt met 14.746 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009. Het betreft voornamelijk een afname van de financiering afkomstig van de btw met 8.189 duizend EUR. Dit is het gevolg van een daling van de btw-ontvangsten met 262.660 duizend EUR. Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 5.905 duizend EUR wegens een herschikking van de groeivoeten binnen de geneeskundige verzorging. De ontvangsten afkomstig van de roerende voorheffing dalen met 768 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009.

Le montant total du financement alternatif diminue de 14.746 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009. Il s’agit principalement d’une baisse de 8.189 milliers EUR du financement par la TVA, qui résulte d’une diminution de 262.660 milliers EUR des recettes de TVA. Le montant destiné au financement des soins de santé diminue de 5.905 milliers EUR en raison d’un ajustement du taux de croissance des soins de santé. Les recettes provenant du précompte mobilier diminuent de 768 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.

Om de toekomstige kost van de geneeskundige verzorging als gevolg van de vergrijzing op te vangen, wordt een bijkomende storting van 306.652 duizend EUR voor het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Afin de faire face au coût futur des soins de santé consécutif au vieillissement, un versement supplémentaire de 306.652 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2009. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

62


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Er is een daling van de opbrengsten uit beleggingen bij de RSVZ met 4.539 duizend EUR.

On observe une diminution de 4.539 milliers EUR des revenus de placement à l’INASTI.

De andere nauwelijks.

Les autres recettes courantes varient à peine.

lopende

ontvangsten

wijzigen

Uitgaven

Dépenses

Volgens de laatste ramingen nemen de sociale prestaties toe met een bedrag van 27.482 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009.

Selon les dernières estimations, les prestations sociales augmentent d’un montant de 27.482 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009.

De evolutie van de prestaties van alle takken, alsook de sociale correcties, worden in detail weergegeven in het gedeelte “Prestaties” hieronder.

L’évolution des prestations de toutes les branches, ainsi que les corrections sociales, sont présentées de manière détaillée dans la partie « Prestations » ci-dessous.

Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2009 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging met 22.488 duizend EUR tot een niveau van 2.064.204 duizend EUR.

Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2009, le transfert vers les soins de santé augmente de 22.488 milliers EUR, pour atteindre un niveau de 2.064.204 milliers EUR.

Resultaat

Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2009 geraamd op 3.423.715 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZGlobaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.417.005 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSVZGlobaal beheer -6.710 duizend EUR in 2009.

Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés pour 2009 à 3.423.715 milliers EUR. Puisque les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 3.417.005 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de -6.710 milliers EUR en 2009.

Het saldo bij het RIZIV-Uitkeringen is het resultaat van de afsluiting van de rekening 2007.

Le solde de l’INAMI-Indemnités est le résultat de la clôture des comptes de 2007.

2010

2010

Ontvangsten

Recettes

De totale lopende eigen ontvangsten worden geraamd op 6.065.190 duizend EUR, hetzij een verhoging van 8,85 % ten opzichte van 2009.

Le total des recettes courantes propres est estimé à 6.065.190 milliers EUR, soit une augmentation de 8,85% par rapport à 2009.

63


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Behalve de stijgingen gekoppeld aan de groei van de inkomsten van de zelfstandigen, worden de lopende ontvangsten beïnvloed door:  Een bijkomend bedrag van 9.170 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, de invoering van de wettelijke bepaling van ligging van bewijslast bij de zelfstandige bij een aanvraag tot vrijstelling van sociale bijdragen, een verhoging van de strijd met betrekking tot de fiscale fraude (zorgt voor een hogere bijdragenmassa) en de schrapping van de 90 dagenregel voor aansluiting bij het statuut der zelfstandigen.  Vanaf 2010, zal het percentage van de bijdrage voor de “publieke mandatarissen” bedoeld in de wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen van 20% op 23% gebracht worden om een bijkomende inkomst van 1.000 duizend EUR per jaar te bereiken.  De opbrengsten verbonden aan een betere invordering van de sociale bijdragen (vierde weg), worden in het sociaal statuut der zelfstandigen geraamd op 11.000 duizend EUR in 2010.  Tengevolge van specifieke maatregelen ten voordele van zelfstandigen met familiale problemen zal er een minderontvangst aan bijdragen zijn van 637 duizend EUR in 2010.

Outre par les augmentations liées à la croissance des revenus des indépendants, les recettes courantes sont influencées par:  Un montant complémentaire de 9.170 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le Gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, la mise à exécution des mesures du plan Devlies, l’introduction de la disposition légale selon laquelle la charge de la preuve incombe au travailleur indépendant en cas de demande de dispense de cotisations sociales, l’intensification de la lutte contre la fraude fiscale (permet d’augmenter la masse des cotisations) et la suppression de la règle des 90 jours pour l’affiliation au statut des travailleurs indépendants.  A partir de 2010, la cotisation concernant les “mandataires publics”, visée dans la loi du 13 juillet 2005 concernant l’instauration d’une cotisation annuelle à charge de certains organismes, passera de 20% à 23% afin de pouvoir réaliser un revenu supplémentaire de 1.000 milliers EUR par an.  Le produit d’une meilleure récupération des cotisations sociales (quatrième voie) est estimé, dans le statut social des indépendants, à 11.000 milliers EUR en 2010.  Suite à des mesures spécifiques en faveur des travailleurs indépendants ayant des problèmes familiaux, on enregistrera une diminution des recettes de cotisations de 637 milliers EUR en 2010.  Une subvention supplémentaire de l’Etat de 255.238 milliers EUR est prévue en 2010.  En tenant compte du budget des soins de santé (cf. point IV), le financement alternatif accordé à l’INASTI s’élève à 177.132 milliers EUR.  Un versement supplémentaire de 299.500 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des travailleurs indépendants.  Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90% pour le régime des travailleurs salariés et 10% pour le régime des travailleurs indépendants.

 Een bijkomende staatstoelage van 255.238 duizend EUR wordt voorzien in 2010.  Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging (cf. punt IV), bedraagt de alternatieve financiering toegekend aan de RSVZ 177.132 duizend EUR.  Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 299.500 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.  Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die is vastgesteld op 24.249.164 duizend EUR, zal in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen.

64


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

 Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2010 38.459 duizend EUR aan interesten genereren, hiervan wordt 10 % toegewezen aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

 Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera en 2010 38.459 milliers EUR d’intérêts, dont 10 % seront attribués à la gestion globale des travailleurs indépendants.

Uitgaven

Dépenses

Het totaal van de lopende uitgaven voor interne overdrachten bedraagt 5.826.072 duizend EUR, of een stijging met 4,41% ten opzichte van 2009.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 5.826.072 milliers EUR, soit une augmentation de 4,41% par rapport à 2009.

De evolutie van de prestaties van de verschillende takken wordt in detail becommentarieerd in het gedeelte “Prestaties” hieronder.

L’évolution des prestations sociales des différentes branches est commentée en détail dans la partie « Prestations » ci-dessous.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 636 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le Gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 636 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden verminderd met 16.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 169 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor zelfstandigen.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront réduits de 16.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 169 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Indemnités relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

Resultaat

Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2010 geraamd op 3.524.900 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZGlobaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.764.018 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSVZ-Globaal beheer 239.118 duizend EUR in 2010.

Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés à 3.524.900 milliers EUR pour 2010. Vu que les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 3.764.018 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 239.118 milliers EUR en 2010.

65


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

2011

2011

Ontvangsten

Recettes

De totale lopende eigen ontvangsten worden geraamd op 6.253.402 duizend EUR, hetzij een verhoging van 3,10% ten opzichte van 2010.

Le total des recettes courantes propres est estimé à 6.253.402 milliers EUR, soit une augmentation de 3,10% par rapport à 2010.

Behalve de stijgingen gekoppeld aan de groei van de inkomsten van de zelfstandigen, worden de lopende ontvangsten beïnvloed door:

Outre par les augmentations liées à la croissance des revenus des indépendants, les recettes courantes sont influencées par:

 Een bijkomend bedrag van 11.170 duizend EUR aan sociale bijdragen wordt gegenereerd door de door de regering genomen maatregelen in de strijd tegen de sociale fraude. Deze genomen maatregelen bestaan uit: de verhoging van het aantal controles door de arrondissementscellen, de uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies, de invoering van de wettelijke bepaling van ligging van bewijslast bij de zelfstandige bij een aanvraag tot vrijstelling van sociale bijdragen, een verhoging van de strijd met betrekking tot de fiscale fraude (zorgt voor een hogere bijdragenmassa) en de schrapping van de 90 dagenregel voor aansluiting bij het statuut der zelfstandigen.  Vanaf 2010 zal het percentage van de bijdrage voor de “publieke mandatarissen” bedoeld in de wet van 13 juli 2005 houdende invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van sommige instellingen van 20% op 23% gebracht worden om een bijkomende inkomst van 1.000 duizend EUR per jaar te bereiken.

 Un montant supplémentaire de 11.170 milliers EUR de cotisations sociales est généré par les mesures prises par le Gouvernement en matière de lutte contre la fraude sociale. Il s’agit des mesures suivantes: l’augmentation du nombre de contrôles effectués par les cellules d’arrondissement, la mise à exécution des mesures du plan Devlies, l’introduction de la disposition légale selon laquelle la charge de la preuve incombe au travailleur indépendant en cas de demande de dispense de cotisations sociales, l’intensification de la lutte contre la fraude fiscale (permet d’augmenter la masse des cotisations) et la suppression de la règle des 90 jours pour l’affiliation au statut des travailleurs indépendants.  A partir de 2010, la cotisation concernant les “mandataires publics”, visée dans la loi du 13 juillet 2005 concernant l’instauration d’une cotisation annuelle à charge de certains organismes, passera de 20% à 23% afin de pouvoir réaliser un revenu supplémentaire de 1.000 milliers EUR par an.

 De opbrengsten verbonden aan een betere invordering van de sociale bijdragen (vierde weg), worden in het sociaal statuut der zelfstandigen geraamd op 10.000 duizend EUR in 2011.

 Le produit d’une meilleure récupération des cotisations sociales (quatrième voie) est estimé, dans le statut social des indépendants, à 10.000 milliers EUR en 2011.

 Tengevolge van specifieke maatregelen ten voordele van zelfstandigen met familiale problemen, zal er een minderontvangst aan bijdragen zijn van 637 duizend EUR in 2011.

 Suite à des mesures spécifiques en faveur des travailleurs indépendants ayant des problèmes familiaux, on enregistrera une diminution des recettes de cotisations de 637 milliers EUR en 2011.

 Een bijkomende staatstoelage van 277.044 duizend EUR wordt voorzien in 2011.  Rekening houdende met de begroting van de geneeskundige verzorging (cf. punt IV), bedraagt de alternatieve financiering toegekend aan de RSVZ 327.088 duizend EUR.  Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 289.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het

 Une subvention supplémentaire de l’Etat de 277.044 milliers EUR est prévue en 2011.  En tenant compte du budget des soins de santé (cf. point IV), le financement alternatif accordé à l’INASTI s’élève à 327.088 milliers EUR.  Un versement supplémentaire de 289.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale

66


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

globaal beheer voor zelfstandigen.

des indépendants.

 Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40, § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, zal in 2011 een bedrag van 450.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.  Het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging zal in 2011 49.416 duizend EUR aan interesten genereren, hiervan wordt 10 % toegewezen aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

 Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé conformément er aux dispositions contenues dans l’article 40, § 1 de la loi du 14 juillet 1994 relative à l’assurance soins de santé et indemnités, un montant de 450.000 milliers EUR sera mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.  Le Fonds pour l’avenir des soins de santé générera, en 2011, 49.416 milliers EUR d’intérêts, dont 10 % seront attribués % à la gestion globale des indépendants..

Uitgaven

Dépenses

Het totaal van de lopende uitgaven voor interne overdrachten bedraagt 6.151.673 duizend EUR, of een stijging met 5,59% ten opzichte van 2010.

Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 6.151.673 milliers EUR, soit une augmentation de 5,59% par rapport à 2010.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 636 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le Gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 636 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden bijkomend verminderd met 16.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 169 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV-uitkeringen vallend onder het globaal beheer voor zelfstandigen.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront supplémentairement réduits de 16.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 169 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Indemnités relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

Resultaat

Résultat

De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2011 geraamd op 3.663.462 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.765.191 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSVZ-Globaal beheer 101.729 duizend EUR in 2009.

Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés à 3.663.462 milliers EUR pour 2011. Vu que les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 3.765.191 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 101.729 milliers EUR en 2009.

67


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

3 Evolutie van de prestaties 2009-2011

3 Évolution des prestations 2009-2011

Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen III.4 en III.5. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel III.6.

Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux III.4 et III.5. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau III.6.

2010

2010

De uitgaven voor prestaties worden voor 2010 begroot op 3.518.774 duizend EUR, hetzij een stijging van 2,88 % in vergelijking met 2009.

En 2010, le total des prestations sociales atteindra 3.518.774 milliers EUR, soit 2,88 % de plus qu’en 2009.

Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 1.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 1.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 10.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 1.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 10.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 1.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

Een forfaitaire toelage wordt voorzien bij verlof voor palliatieve zorgen. De kost hiervoor wordt geraamd op 1.200 duizend EUR.

Une allocation forfaitaire est prévue en cas de congé pour soins palliatifs. Son coût est évalué à 1.200 milliers EUR.

Uitkeringen

Indemnités

Bij de uitkeringen wordt een bedrag van 265 duizend EUR voorzien ter verbetering van de situatie ten voordele van zelfstandigen die met familiale problemen worden geconfronteerd.

En ce qui concerne les indemnités, un montant de 265 milliers EUR est prévu en vue de l'amélioration de la situation des travailleurs indépendants confrontés à des problèmes familiaux.

68


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Pensioenen

Pensions

Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2010 een mindere uitgave van 3.400 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.

Dans les dernières évaluations de l’Office national des Pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2010 à une moindre dépense de 3.400 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.

De bedragen van het maandelijks minimum rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen worden verhoogd met 20 EUR voor het gezinspensioen en 25 EUR voor de pensioenen voor alleenstaande en de overlevingspensioenen, op 1 augustus 2010 (waarvan de brutokosten 25.339 duizend EUR bedragen). Deze verhoging levert een besparing van 2.263 duizend EUR op voor de IGO.

Les montants de pension minimum mensuelle de retraite et de survie des travailleurs indépendants seront relevés de 20 EUR pour la pension ménage et de 25 EUR pour les er pensions isolé et survie au 1 août 2010 (dont le coût brut est de 25.339 milliers EUR). Cette augmentation rapporte une économie de 2.263 milliers EUR pour la GRAPA.

Faillissementsverzekering

Assurance faillite

Gedurende de periode van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010 is er voor de zelfstandigen in moeilijkheden een uitbreiding van de sociale verzekering in geval van faillissement voorzien. Deze uitbreiding brengt een extra kost van 3.400 duizend EUR met zich mee.

Durant la période du 1er janvier 2010 au 30 juin 2010 inclus, une extension de l'assurance sociale en cas de faillite est prévue pour les indépendants en difficulté. Cette extension représente un coût supplémentaire de 3.400 milliers EUR.

2011

2011

De uitgaven voor prestaties worden voor 2011 begroot op 3.656.556 duizend EUR, hetzij een stijging van 3,92 % in vergelijking met 2010.

En 2011, le total des prestations sociales atteindra 3.656.556 milliers EUR, soit 3,92 % de plus qu’en 2010.

Voortaan zullen alle databanken van uitkeringen met elkaar en met fiscale gegevens en buitenlandse inkomsten worden gekruist. Deze veralgemening van de kruising van databanken levert een besparing aan prestaties op van 20.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 2.000 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

Dorénavant, toutes les banques de données de prestations seront croisées entre elles et avec les données fiscales et les revenus de source étrangère. Cette généralisation du croisement des banques de données permettra de réaliser une économie de prestations de 20.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 2.000 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

69


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

De uitvoering van de maatregelen genomen in het plan-Devlies levert eveneens een besparing aan prestaties op van 15.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 1.500 duizend EUR toegewezen aan de instellingen vallend onder het globaal beheer voor de zelfstandigen.

La mise à exécution des mesures du plan Devlies permet également de réaliser une économie de prestations de 15.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 1.500 milliers EUR sont momentanément affectés aux institutions relevant de la gestion globale des travailleurs indépendants.

Een forfaitaire toelage wordt voorzien bij verlof voor palliatieve zorgen. De kost hiervoor wordt geraamd op 1.200 duizend EUR.

Une allocation forfaitaire est prévue en cas de congé pour soins palliatifs. Son coût est évalué à 1.200 milliers EUR.

Uitkeringen

Indemnités

Bij de uitkeringen wordt een bedrag van 265 duizend EUR voorzien ter verbetering van de situatie ten voordele van zelfstandigen die met familiale problemen geconfronteerd worden.

En ce qui concerne les indemnités, un montant de 265 milliers EUR est prévu en vue de l'amélioration de la situation des travailleurs indépendants confrontés à des problèmes familiaux.

Pensioenen

Pensions

Volgens de laatste ramingen van de Rijksdienst voor Pensioenen liggen zowel de geraamde gemiddelde pensioenen als het aantal gepensioneerden lager dan wat laatst was geraamd. Deze nieuwe evaluatie van de berekeningsbasis voor de pensioenkosten geeft in 2011 een mindere uitgave van 3.468 duizend EUR ten opzichte van de initiële raming.

Dans les dernières évaluations de l’Office national des Pensions, tant les pensions moyennes estimées que le nombre de pensionnés se situent à un niveau inférieur à celui de la dernière estimation. Cette réévaluation de la base de calcul du coût des pensions correspond en 2011 à une moindre dépense de 3.468 milliers EUR par rapport à l’estimation initial.

De bedragen van het maandelijks minimum rust- en overlevingspensioen voor zelfstandigen worden verhoogd met 20 EUR voor het gezinspensioen en 25 EUR voor de pensioenen voor alleenstaande en de overlevingspensioenen, op 1 augustus 2010 (waarvan de brutokosten 60.489 duizend EUR bedragen in 2011). Deze verhoging levert een besparing van 5.431 duizend EUR op voor de IGO.

Les montants de pension minimum mensuelle de retraite et de survie des travailleurs indépendants seront relevés de 20 EUR pour la pension ménage et de 25 EUR pour les er pensions isolé et survie au 1 août 2010 (dont coût brut est 60.489 milliers EUR en 2011). Cette augmentation rapporte une économie de 5.431 milliers EUR pour la GRAPA.

70


-3.500

3.626.956

11.088

427.540

3.656.556

71 27.482

27.482

18.007

11.168

0

-1.693

In absolute cijfers / En chiffres absolus

98.549

-2.000

100.549

3.515

79

79.692

17.263

In absolute cijfers / En chiffres absolus

2,88 %

2,94 %

14,40 %

0,02 %

2,98 %

5,74 %

In % / En %

2010 / 2009

137.782

33.100

-1.500

106.182

-16.844

8.869

96.904

17.253

In absolute cijfers / En chiffres absolus

3,92 %

75,00 %

3,02 %

-60,30 %

2,12 %

3,52 %

5,43 %

In % / En %

2011 / 2010

INAMI-Indemnités

TOTAL AJUSTE

Adaptation au bien-être (1)

Prestations non-réparti

TOTAL

INASTI-Assurance faillite

INASTI-Prestations familiales

INASTI-Pensions

(1) L’enveloppe pour le bien-être estimée par le Bureau du Plan sur la base des paramètres légales est conservée. Il n’est pas tenu compte (actuellement pas de chiffres disponibles) d’un éventuel dépassement de l’enveloppe 2009-2010 prévue pour le bien-être.

0,81 %

0,81 %

280,93 %

2,74 %

0,00 %

-0,56 %

In % / En %

2009 (II) / (I)

(1) De welvaartsenveloppe geraamd door het Planbureau op basis van de wettelijke parameters zijn hier behouden. Er is geen rekening gehouden (geen cijfers beschikbaar momenteel) met een eventueel overloopeffect van de welvaartsenveloppe 2009-2010.

Welvaartsaanpassing 3.518.774

-2.000

3.520.774

27.932

418.671

335.104 2.853.224

AANGEPAST TOTAAL

3.420.225

3.420.225

24.417

418.592

317.851 2.756.320

Initieel / Initial

33.100

3.392.743

3.392.743

300.588

2.676.628

Initieel / Initial

(1)

Onverdeelde prestaties

TOTAAL

6.410

407.424

RSVZ-Gezinsbijslag

RSVZ-Faillissementsverzekering

302.281

2.676.628

RSVZ-Pensioenen

(II)

(I)

RIZIV-Uitkeringen

Aanpassing (sept. 2009) / Adaptation (sept. 2009)

Begrotingscontrole / Contrôle budgétaire

2011

(En milliers EUR)

(In duizend EUR) 2010

Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants 2009-2011 (hormis soins de santé)

Prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen 2009-2011 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

2009

TABLEAU III.4

TABEL III.4

I. Algemene toelichting I. Exposé général


RSVZ-Pensioenen (jaargemiddelde) Rustpensioenen Overlevingspensioenen

516.975 393.105 123.870

5.501

6.278.446

Invaliditeit (d)

Moederschap (g)

1.799.352

Primaire arbeidsongeschiktheid (d)

RIZIV-Uitkeringen (vergoede (d)agen of aantal (g)evallen)

516.975 393.105 123.870

5.473

6.211.633

1.894.619

(II)

516.175 393.930 122.245

5.739

6.453.875

1.960.069

Initieel / Initial

Begrotings- Aanpassing controle / (sept. 2009) / Contrôle Adaptation budgétaire (sept. 2009)

(I)

2010

517.450 396.460 120.990

5.889

6.653.507

2.057.410

Initieel / Initial

2011

0 0 0

-28

-66.813

95.267

In absolute cijfers / En chiffres absolus

0,00 % 0,00 % 0,00 %

-0,51 %

-1,06 %

5,29 %

In % / En %

2009 (II) / (I)

475 3.355 -2.880

416

441.874

162.791

In absolute cijfers / En chiffres absolus

0,09 % 0,85 % -2,33 %

7,60 %

7,11 %

8,59 %

In % / En %

2010 / 2009

1.275 2.530 -1.255

150

199.632

97.341

In absolute cijfers / En chiffres absolus

0,25 % 0,64 % -1,03 %

2,61 %

3,09 %

4,97 %

In % / En %

2011 / 2010

INASTI-Pensions (moyenne annuelle) Pensions de retraite Pensions de survie

Maternité (c)

Invalidité (j)

Incapacité primaire (j)

INAMI-Indemnités ((j)ours indemnisés ou nombre de (c)as)

Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants 2009-2011 (hormis soins de santé)

Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen 2009-2011 (geneeskundige verzorging uitgezonderd)

2009

TABLEAU III.5

TABEL III.5

I. Algemene toelichting I. Exposé général

72


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL III.6

TABLEAU III.6

Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2009-2011 (*)

Estimations budgétaires des corrections sociales 2009-2011 (*)

(In miljoen EUR)

(En millions EUR)

Sociale correcties Stelsel van de zelfstandigen

Van kracht / Prise de cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

2009

2010

Jaarlijkse kost / Coût annuel

Corrections sociales Régime des travailleurs indépendants

2011

1. Uitkeringen

1. Indemnités

- verhoging van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid: • met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast; • met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden

- augmentation du forfait pour incapacité de travail primaire: • de 20 EUR pour isolées et avec charge de famille; • de 3 % pour isolées et avec charge de famille et de 2,5 % pour cohabitants

- verhoging van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting • met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast; • met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden - verhoging van het forfait voor invaliditeit met stopzetting • met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast; • met 2 %

1.5.2009

0,40

1.8.2009

0,70

1.5.2009

0,45

1.8.2009

0,70

- augmentation du forfait pour invalidité sans cessation • de 20 EUR pour isolées et avec charge de famille; • de 3 % pour isolées et avec charge de famille et de 2,5 % pour cohabitants - augmentation du forfait pour invalidité avec cessation • de 3 % pour isolées et avec charge de famille; • de 2 %

1.6.2009

1,15

1.9.2009

1,05

- verhoging van de moederschapsuitkering met 2 %

1.8.2009

0,13

- verhoging met 2 % van het forfait samenwonende voor invaliditeit met stopzetting

1.1.2010

1,10

- augmentation de 2 % du forfait cohabitant pour invalidité avec cessation

- verlenging van het moederschapsverlof in geval van hospitalisatie

1.1.2010

0,27

- prolongation du congé de maternité en cas d'hospitalisation de l'enfant

- verhoging van de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid: • met 0,77 EUR per dag met gezinslast; • met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden

1.8.2010

0,30

0,72

- augmentation des indemnités pour incapacité de travail primaire: • de 0,77 EUR par jour avec charge de famille; • de 0,96 EUR par jour pour isolées

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit zonder stopzetting: • met 0,77 EUR per dag met gezinslast; • met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden

1.8.2010

0,31

0,75

- augmentation des indemnités pour invalidité sans cessation: • de 0,77 EUR par jour avec charge de famille; • de 0,96 EUR par jour pour isolées

- augmentation de 2 % de l'indemnité de maternité

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.

73


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

(In miljoen EUR) (vervolg)

Sociale correcties Stelsel van de zelfstandigen

(En millions EUR) (suite)

Van kracht / Prise de cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

2009

2010

Jaarlijkse kost / Coût annuel

Corrections sociales Régime des travailleurs indépendants

2011

2. Pensioenen

2. Pensions

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008

1,08

- de malus bij vervroegd pensioen zal niet langer worden toegepast wanneer de zelfstandige een loopbaan van 42 jaar kan aantonen

1.1.2009

0,60

- le malus en cas d'anticipation de la prise de pension ne sera plus appliqué lorsque l'indépendant peut justifier une carrière d'au moins 42 ans

- verhoging van het minimumpensioen met 20 EUR per maand

1.5.2009

31,02

- augmentation de 20 EUR par mois de la pension minimum

- verhoging van het minimumpensioen met 3 %

1.8.2009

27,35

- augmentation de la pension minimum de 3 %

- verhoging van de nietminimumpensioenen met 1,5 %

1.8.2009

1,29

- augmentation des pensions non minimales de 1,5 %

- welvaartsaanpassing van de pensioenen van 5 jaar

1.9.2009

0,55

- adaptation au bien-être des pensions de 5 ans

- verhoging van het minimumpensioen: • met 20 EUR per maand voor het gezinspensioen; • met 25 EUR per maand voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen

1.8.2010

24,48

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1995

1.9.2010

0,19

- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1995

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005

1.9.2010

0,53

- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 1996

1.9.2011

0,18

- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 1996

- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2006

1.9.2011

0,43

- adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2006

74

58,75

- augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2003

- augmentation de la pension minimum: • de 20 EUR par mois pour la pension ménage; • de 25 EUR par mois pour les pensions pour isolées et pensions de survie


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

(In miljoen EUR) (vervolg)

Sociale correcties Stelsel van de zelfstandigen

(En millions EUR) (suite)

Van kracht / Prise de cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

2009

2010

Jaarlijkse kost / Coût annuel

Corrections sociales Régime des travailleurs indépendants

2011

3. Gezinsbijslag

3. Prestations familiales

- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

1.10.2008

- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en een verhoging met 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen

1.8.2009

- verhoging met 3,93 EUR van de bijslag voor het eerste kind - uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot kinderen met een handicap geboren vóór 1993

1.5.2009

- jaarlijkse leeftijdsbijslag: verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24 jarigen

1.1.2011

1,10

- augmentation du supplement social famille monoparentale

3,18

- supplément d'âge annuelle de 25 EUR pour la catégorie d'âge des 0-5 ans et augmentation de 25 à 50 EUR pour les 18-24 ans

4,64

- augmentation de 3,93 EUR de l'allocation du premier enfant

0,05

- extension de la nouvelle réglementation allocations majorées aux enfants handicapés nés avant 1993 1,19

4. Faillissementsverzekering

- supplément d'âge annuel: augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-24 ans 4. Assurance faillite

- verhoging met 20 EUR van de uitkeringen in geval van faillissement

1.5.2008

0,06

- augmentation de 20 EUR de l'indemnité en cas de faillite

- verhoging met 2,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement

1.8.2009

0,05

- augmentation de 2,5 % de l'indemnité en cas de faillite

- verhoging met 0,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement

1.8.2009

0,01

- augmentation de 0,5 % de l'indemnité en cas de faillite

- verhoging van de uitkering in geval van faillissement: • met 20 EUR met gezinslast; • met 25 EUR zonder gezinslast

1.8.2010

0,25

0,27

5. Diversen

- augmentation de l'indemnité en cas de faillite: • de 20 EUR avec charge de famille; • de 25 EUR sans charge de famille 5. Divers

- vrijstelling van sociale bijdragen in geval van onderbreking van de activiteit voor een zwaar ziek kind

0,31

- dispense de cotisations sociales en cas d'interruption de l'activité pour maladie grave d'un enfant

- verlof voor palliatieve zorgen : vrijstelling van sociale bijdragen

0,33

- congé pour soins palliatifs : dispense de cotisations sociales

- verlof voor palliatieve zorgen : forfaitaire uitkering

1,20

- congé pour soins palliatifs : allocation forfaitaire

TOTAAL

73,37

29,26

75

62,30

TOTAL



I. Algemene toelichting

I. Exposé général

HOOFDSTUK IV

CHAPITRE IV

RIZIV-GENEESKUNDIGE VERZORGING

INAMI-SOINS DE SANTE

1 Tabellen voor 2009, 2010 en 2011

1 Tableaux de 2009, 2010 et 2011

Methodologie

Méthodologie

Door de wet van 31 januari 2007 die een nieuwe financiering van de ziekteverzekering invoert en de wet van 26 maart 2007 waarmee de integratie van de kleine risico’s in de verplichte ziekteverzekering voor zelfstandigen wordt gerealiseerd, wordt er vanaf 2008 in de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging geen onderscheid meer gemaakt tussen het stelsel van de werknemers en het stelsel van de zelfstandigen.

En vertu de la loi du 31 janvier 2007 qui introduit un nouveau financement de l’assurance maladie et de la loi du 26 mars 2007 qui réalise l’intégration des petits risques dans l’assurance maladie obligatoire des indépendants, il n’est plus fait de distinction, dans la branche INAMI-Soins de santé, entre le régime des travailleurs salariés et celui des indépendants à partir de 2008.

Tot en met 2007 vertegenwoordigden de overdrachten van beide globale beheren naar de tak geneeskundige verzorging de te financieren thesauriebehoeften. Deze behoeften vloeiden voort uit de voorschotten (berekend in functie van de begrotingsdoelstelling) die in de loop van het jaar door het RIZIV gestort werden aan de VI’s, alsook uit de saldi van de voorgaande jaren die het RIZIV moest regulariseren tegenover de VI’s. Deze saldi werden opgemaakt in functie van de reële uitgaven en de regels met betrekking tot de financiële verantwoordelijkheid van de VI’s.

Jusqu’en 2007, les transferts des deux gestions globales à la branche des soins de santé représentaient les besoins de trésorerie à financer. Ces besoins résultaient des avances (calculées en fonction de l’objectif budgétaire) qui étaient versées par l’INAMI aux OA dans le courant de l’année, ainsi que des soldes des années précédentes que l’INAMI devait régulariser envers les OA et qui ont été établis en fonction des dépenses réelles et des règles relatives à la responsabilité financière des OA.

Vanaf 2008 bestaat de financiering van de tak geneeskundige verzorging uit drie delen: 1. Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar (*) verhoogd met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2. 2. Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren.

A partir de 2008, le financement de la branche des soins de santé comprend trois parties : 1. Un montant de base par gestion globale égal au montant de l’année précédente(*)majoré du taux de croissance des recettes effectives disponibles de cotisations entre les exercices N-1 et N-2. 2. Un montant complémentaire provenant des deux gestions globales pour lequel celles-ci reçoivent un financement alternatif. Ce montant complémentaire est obtenu en diminuant les dépenses de la branche soins de santé des deux montants de base reçus et des recettes propres de la branche. Il est ensuite réparti entre les gestions globales avec une clef de répartition.

(*)

Voor het bepalen van de basisbedragen 2008 dienden er op de geldmiddelen overgedragen door de globale beheren in 2007 een aantal correcties uitgevoerd te worden in verband met de overschrijdingen van de begrotingsdoelstelling voorgaande jaren die in 2007 werden verrekend. (*) Pour déterminer les montants de base de 2008, il fallait corriger les moyens transférés par les gestions globales en 2007 des dépassements de l’objectif budgétaire des années antérieures qui ont été pris en compte en 2007.

77


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

3. Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een bepaalde verdeelsleutel.

3. Si à l’expiration de l’exercice budgétaire, il apparaît que les dépenses en soins de santé dépassent l’objectif budgétaire global, ce dépassement est à charge des deux gestions globales selon une clef de répartition.

Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een carrière als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen (**) dient met 182.060 duizend EUR verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd.

Du fait qu’à côté de l’introduction d’un nouveau financement, l’intégration des petits risques dans l’assurance obligatoire est aussi réalisée, les montants de base décrits ci-dessus doivent encore être corrigés. Jusqu’à ce jour, les indépendants qui avaient aussi une carrière de salarié ou qui avaient un partenaire relevant du régime des salariés, pouvaient s’assurer contre les soins de santé dans le régime des salariés. Le montant de base à charge de la gestion globale des indépendants doit être augmenté (**) de 182.060 milliers EUR et celui à charge de la gestion globale des salariés doit être diminué du même montant.

Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend EUR te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend EUR ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend EUR ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s.

Le montant de base à charge de la gestion globale des travailleurs indépendants pour 2008 doit aussi comprendre un montant de 442.222 milliers EUR résultant de l’intégration des petits risques. Il doit en outre être augmenté des 182.060 milliers EUR suite à la suppression du régime le plus favorable ainsi que de 11.410 milliers EUR pour financer la hausse des frais d’administration des OA.

De overdrachten van en naar de twee globale beheren worden in de tabel afgezonderd. Bovendien toont een bijkomende tabel de toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen.

Les transferts de et vers les deux gestions globales ont été isolés dans le tableau. En outre, un tableau supplémentaire montre l’affectation du solde des comptes courants.

Op het moment dat de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven gekend zijn en de begrotingsramingen zullen vervangen, zal er een niet-toegewezen saldo verschijnen dat het resultaat van de verrichtingen eigen aan het beschouwde begrotingsjaar zal voorstellen.

Lorsque les recettes et les dépenses réalisées seront connues et remplaceront les prévisions budgétaires, un solde non affecté apparaîtra, qui représentera le résultat des opérations propres à l’exercice considéré.

(**)

Na 2008 wordt dit bedrag geïndexeerd. Après 2008, ce montant est indexé.

(**)

78


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

2 Commentaar bij de financiële toestand van 2009, 2010 en 2011

2 Commentaire sur la situation financière de 2009, 2010 et 2011

2009

2009

Het totale saldo voor 2009 bedraagt 576.184 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de definitieve afsluiting van de rekeningen 2006 en 2007, de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2008.

Le solde total de 2009 s’élève à 576.184 milliers EUR. Ce montant correspond à la clôture définitive des comptes de 2006 et 2007, à la clôture provisoire des comptes de 2008.

In 2009 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 306.652 duizend EUR. Dit bedrag bevindt zich bij de overdrachten naar de RSZ en het RSVZ.

En 2009 le Fonds pour l’avenir des soins de santé a été alimenté par les deux gestions globales à concurrence d’un montant total de 306.652 milliers EUR. Ce montant se retrouve dans les transferts vers l’ONSS et l’INASTI.

Het saldo van de lopende rekeningen bedraagt 575.737 duizend EUR en kan verklaard worden door de volgende elementen.

Le solde des comptes courants s’élève à 575.737 milliers EUR et peut être expliqué par les éléments suivants.

Volgens de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2008 moet het RIZIV een bedrag van 293.897 duizend EUR betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 267.772 duizend EUR terugbetalen, terwijl het RIZIV in het stelsel van de zelfstandigen een bedrag van 26.125 duizend EUR dient te betalen aan de verzekeringsinstellingen.

Suivant la clôture provisoire des comptes de 2008, l’INAMI doit payer un montant de 293.897 milliers EUR aux organismes assureurs. Dans le régime des travailleurs salariés, l’INAMI doit rembourser un montant de 267.772 milliers EUR, tandis que, dans le régime des travailleurs indépendants, il doit payer aux organismes assureurs un montant de 26.125 milliers EUR.

Vervolgens is er de definitieve afsluiting van de rekeningen 2006 en 2007. Voor 2006 moet het RIZIV een bedrag van 166.100 duizend EUR betalen aan de verzekeringsinstellingen, in 2007 116.187 duizend EUR. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 160.561 duizend EUR terugbetalen aan de verzekeringsinstellingen in 2006 en 110.194 duizend EUR in 2007. In het stelsel van de zelfstandigen dient het RIZIV een bedrag van 5.539 duizend EUR te betalen aan de verzekeringsinstellingen in 2006, en 5.993 duizend EUR in 2007.

Vient ensuite la clôture définitive des comptes 2006 et 2007. Pour 2006, l’INAMI doit payer aux organismes assureurs un montant de 166.100 milliers EUR et pour 2007, un montant de 116.187 milliers EUR. Dans le régime des travailleurs salariés, l’INAMI doit rembourser aux organismes assureurs un montant de 160.561 milliers EUR pour 2006 et un montant de 110.194 milliers EUR pour 2007. Dans le régime des travailleurs indépendants, l’INAMI doit rembourser aux organismes assureurs un montant de 5.539 milliers EUR pour 2006 et un montant de 5.933 milliers EUR pour 2007.

Vanuit het provisiefonds geneesmiddelen, dat gecreëerd werd in 2006, wordt in 2009 een bedrag van 459 duizend EUR opgevraagd. Dit bedrag wordt opgenomen als een kapitaaluitgave bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaalontvangst afkomstig van de globale beheren, gevolgd door een lopende uitgave. In 2009 genereerde dit fonds 12 duizend EUR aan bijkomende middelen. Dit bedrag wordt

Du Fonds provisionnel médicaments, qui a été créé en 2006, un montant de 459 milliers EUR a été demandé en 2009. Ce montant est repris en tant que dépense de capital à l’ONSS et à l’INASTI. A l’INAMI-Soins de santé, il s’agit d’une recette de capital provenant des gestions globales, suivie d’une dépense courante. En 2009, ce Fonds a généré 12 milliers EUR de moyens supplémentaires. Ce montant est repris en tant que recette de capital à l’ONSS et à

79


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

opgenomen als een kapitaalontvangst bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIVGeneeskundige verzorging betreft het een kapitaaluitgave.

l’INASTI. A l’INAMI-Soins de santé, il s’agit d’une dépense de capital.

2010

2010

De basisbedragen gefinancierd door de globale beheren (zie uitleg in het deel methodologie) bedragen:  Voor RSZ: 19.173.685 duizend EUR zijnde een bedrag van 19.011.384 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2009) vermenigvuldigd met een factor 1,0182600 (groeivoet 2009/2008 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 184.847 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen)  Voor RSVZ: 1.911.828 duizend EUR zijnde een bedrag van 1.630.120 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2009) vermenigvuldigd met een factor 1,05242002 (groeivoet 2009/2008 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met 184.847 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend EUR (administratiekosten VI’s).

Les montants de base financés par les gestions globales s’élèvent à (voir méthodologie):

De bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen bedraagt 1.953.583 duizend EUR en wordt voor 1.776.451 duizend EUR toegekend aan de RSZ en voor 177.132 duizend EUR aan de RSVZ.

Le financement alternatif complémentaire nécessaire pour équilibrer le budget s’élève à 1.953.583 milliers EUR et est attribué pour 1.776.451 milliers EUR à l’ONSS et pour 177.132 milliers EUR à l’INASTI.

De begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging werd als volgt vastgesteld op 24.249.164 duizend EUR:

L’objectif budgétaire des soins de santé a été fixé à 24.249.164 milliers EUR, comme suit:

 Pour l’ONSS: 19.173.685 milliers EUR, soit un montant de 19.011.384 milliers EUR (besoins 2009 corrigés) multiplié d’un facteur 1,0182600 (taux de croissance 2009/2008 des cotisations) et ensuite diminué de 184.847 milliers EUR (suppression des carrières mixtes).  Pour l’INASTI: 1.911.828 milliers EUR, soit un montant de 1.630.120 milliers EUR (besoins 2009 corrigés) multiplié d’un facteur 1,05242002 (taux de croissance 2009/2008 des cotisations) et ensuite augmenté de 184.847 milliers EUR (suppression carrières mixtes) et de 11.410 milliers EUR (frais d’administration O.A.).

(In duizend EUR) Globale begrotingsdoelstelling 2009 Exogene uitgaven 2009 Algebraïsche verschillen 2009 Subtotaal Wettelijke groeinorm 4,5 % Subtotaal Inflatie 1,2 %

(En milliers EUR) (1)

23.084.470 -107.456 22.977.014 1.033.966 24.010.980 288.132

Objectif budgétaire global 2009 (1) Dépenses exogènes 2009 Différences algébriques 2009 Sous-total Norme de croissance légale 4,5 % Sous-total Inflation 1,2 %

Subtotaal Algebraïsche verschillen 2010

24.299.112 -49.948

Sous-total Différences algébriques 2010

Globale begrotingsdoelstelling 2010

24.249.164

Objectif budgétaire global 2010

(1) De exogene uitgaven inbegrepen

(1) Y compris les dépenses exogènes

80


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2009, die 23.084.470 duizend EUR bedroeg, betekent dit een verhoging met 5,05 %.

Au regard de l’objectif budgétaire global de 2009 qui s’élevait à 23.084.470 milliers EUR, cela représente une augmentation de 5,05 %.

Binnen de globale begrotingsdoelstelling wordt een bedrag van 294.000 duizend EUR voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging en een bijkomend bedrag van 5.500 duizend EUR vanuit de referentiebedragen die ingevorderd zullen worden bij de ziekenhuizen in de loop van 2010 in toepassing van artikel 56 ter van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Dans le cadre de l’objectif budgétaire global, un montant de 294.000 milliers EUR est prévu pour le Fonds pour l’avenir des soins de santé et un montant supplémentaire de 5.500 milliers EUR provenant des montants de référence qui seront récupérés auprès des hôpitaux courant 2010 en application de l'article 56ter de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.

De bovenvermelde globale begrotingsdoelstelling 2010 werd op 13 oktober 2009 vastgesteld door de Algemene Raad van het RIZIV, waarin de regering, de sociale partners en de ziekenfondsen vertegenwoordigd zijn.

L’objectif budgétaire global pour 2010, mentionné ci-dessus, a été fixé le 13 octobre 2009 par le Conseil général de l’INAMI où sont représentés le Gouvernement, les partenaires sociaux et les mutualités.

Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden voor een globaal bedrag van 304.981 duizend EUR. Hiervan is 186.547 duizend EUR voorgesteld door het verzekeringscomité en 118.434 duizend EUR door de regering.

Un certain nombre de nouvelles initiatives ont été retenues pour un montant global de 304.981 milliers EUR. Le Comité de l’assurance a proposé des initiatives pour 186.547 milliers EUR et le gouvernement en a proposé pour 118.434 milliers EUR.

De tabel hieronder geeft de verdeling van de nieuwe initiatieven tussen de grote rubrieken van de begroting van geneeskundige verzorging.

Le tableau ci-dessous donne la ventilation des nouvelles initiatives dans les rubriques principales du budget des soins de santé.

81


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

(In duizend EUR)

(En milliers EUR)

Geneesheren Tandartsen

67.104 8.392

Médecins Dentistes

Farmaceutische verstrekkingen Vroedvrouwen

13.487 56

Prestations pharmaceutiques Accoucheuses

Verpleegkundigen Kinesitherapeuten

10.539 12.364

Infirmiers Kinésithérapeutes

Bandagisten en orthopedisten Opticiens

7.845 3.753

Bandagistes et orthopédistes Opticiens

Audiciens Totaal ligdagprijs ziekenhuizen

281 111.728

Audiciens Total prix de journée hôpitaux

Geestelijke gezondheidszorg RVT/ROB/Dagverzorgingscentra

2.213 36.367

Soins de santé mentale MRS/MRPA/Centres de soins de jour

Revalidatie Palliatieve zorgen

15.451 830

Rééducation fonctionnelle Soins palliatifs

Chronische patiënten

10.000

Patients chroniques

Verplaatsingsvergoedingen

3.570

Indemnités de déplacement

Aanpassingen verzekerbaarheid

1.000

Adaptations au assurabilité

TOTAAL

304.981

TOTAL

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 1.187 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige verzorging

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 1.187 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Soins de santé.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden verminderd met 16.000 duizend EUR in 2010. Hiervan wordt voorlopig 13.227 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige verzorging.

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront réduits de 16.000 milliers EUR en 2010. De ce montant, 13.227 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Soins de santé.

Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 299.500 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Un versement supplémentaire de 299.500 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

Binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de gezondheidszorg die vastgesteld is op 24.249.164 duizend EUR, zal in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90% voor het stelsel van de

Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90% pour le régime des travailleurs salariés et 10% pour le régime des travailleurs

82


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen.

indépendants.

De stabiliteitsprovisie wordt vastgesteld op 49.730 duizend EUR voor 2010. Zij zal niet worden gefinancierd voor zover de technische ramingen 2010 de uitgaventrend bevestigen. In het tegenovergestelde geval zal het saldo gefinancierd worden door een bijkomende inbreng van de alternatieve financiering.

La provision de stabilité est fixée à 49.730 milliers EUR pour 2010. Elle ne sera pas financée pour autant que les estimations techniques 2010 confirment le trend des dépenses. Dans le cas contraire, le solde sera financé par un apport supplémentaire du financement alternatif.

2011

2011

De basisbedragen gefinancierd door de globale beheren (zie uitleg in het deel methodologie) bedragen:  Voor RSZ: 18.989.144 duizend EUR zijnde een bedrag van 19.358.532 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2010) vermenigvuldigd met een factor 0,9906200 (groeivoet 2010/2009 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 187.805 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen).  Voor RSVZ: 1.943.269 duizend EUR zijnde een bedrag van 1.715.571 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2010) vermenigvuldigd met een factor 1,01660248 (groeivoet 2010/2009 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met 187.805 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend EUR (administratiekosten VI’s).

Les montants de base financés par les gestions globales s’élèvent à (voir méthodologie):  Pour l’ONSS: 18.989.144 milliers EUR, soit un montant de 19.358.532 milliers EUR (besoins 2010 corrigés) multiplié d’un facteur 0,9906200 (taux de croissance 2010/2009 des cotisations) et ensuite diminué de 187.805 milliers EUR (suppression des carrières mixtes).  Pour l’INASTI: 1.943.269 milliers EUR, soit un montant de 1.715.571 milliers EUR (besoins 2010 corrigés) multiplié d’un facteur 1,01660248 (taux de croissance 2010/2009 des cotisations) et ensuite augmenté de 187.805 milliers EUR (suppression carrières mixtes) et de 11.410 milliers EUR (frais d’administration O.A.).

De bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen bedraagt 3.523.309 duizend EUR en wordt voor 3.196.221 duizend EUR toegekend aan de RSZ en voor 327.088 duizend EUR aan de RSVZ.

Le financement alternatif complémentaire nécessaire pour équilibrer le budget s’élève à 3.523.309 milliers EUR et est attribué pour 3.196.221 milliers EUR à l’ONSS et pour 327.088 milliers EUR à l’INASTI.

De begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging word geschat op 25.798.853 duizend EUR.

L’objectif budgétaire des soins de santé est estimé à 25.798.853 milliers EUR.

83


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

(In duizend EUR)

(En milliers EUR) (1)

24.249.164

Objectif budgétaire global 2010 (1)

Algebraïsche verschillen 2010 Subtotaal

49.948 24.299.112

Différences algébriques 2010 Sous-total

Wettelijke groeinorm 4,5 % Subtotaal

1.093.460 25.392.572

Norme de croissance légale 4,5 % Sous-total

Globale begrotingsdoelstelling 2010 Exogene uitgaven 2010

Dépenses exogènes 2010

Inflatie 1,6 % Globale begrotingsdoelstelling 2011

406.281 25.798.853

(1) De exogene uitgaven inbegrepen

Inflation 1,6 % Objectif budgétaire global 2011

(1) Y compris les dépenses exogènes

Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2010, die 24.249.164 duizend EUR bedroeg, betekent dit een verhoging met 6,39 %.

Au regard de l’objectif budgétaire global de 2010 qui s’élevait à 24.249.164 milliers EUR, cela représente une augmentation de 6,39 %.

Binnen de globale begrotingsdoelstelling wordt een bedrag van 284.000 duizend EUR voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging en een bijkomend bedrag van 5.000 duizend EUR vanuit de referentiebedragen die ingevorderd zullen worden bij de ziekenhuizen in de loop van 2011 in toepassing van artikel 56ter van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

Dans l’objectif budgétaire global, un montant de 284.000 milliers EUR est prévu pour le Fonds pour l’avenir des soins de santé et un montant supplémentaire de 5.000 milliers EUR provenant des montants de référence qui seront récupérés auprès des hôpitaux courant 2011 en application de l'article 56ter de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.

De regering zal in de toekomstige programmawet de belasting op het zakencijfer 2010 van de farmaceutica-industrie bevestigen. De belastingsvoet wordt voor de jaren 2010 en 2011 vastgesteld op 6.73% + 1% conjunctureel gebonden aan het tekort van de sociale zekerheid.

Le Gouvernement confirmera, dans la future loi programme, la taxe sur le chiffre d'affaires 2010 de l'industrie pharmaceutique. Le taux de cette taxe est, pour les années 2010 et 2011, fixé à 6.73% + 1% conjoncturel lié au déficit de la sécurité sociale.

De regering heeft een lineaire besparing beslist betreffende de personeelsenveloppen van de OISZ ten bedrage van 10.000 duizend EUR in 2010. De impact van deze besparing zal weerhouden worden binnen de berekeningsbasis voor de volgende jaren. Van deze besparing wordt voorlopig 1.187 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige verzorging

Concernant les enveloppes de personnel des IPSS, le gouvernement a décidé une économie linéaire d’un montant de 10.000 milliers EUR en 2010. Il sera tenu compte de l’impact de cette économie dans la base de calcul pour les prochaines années. De ce montant économisé, 1.187 milliers EUR sont momentanément affectés à l’INAMI-Soins de santé.

De werkingskosten bij ongewijzigd beleid van de verzekeringsinstellingen worden bijkomend verminderd met 16.000 duizend EUR in 2011. Hiervan wordt voorlopig 13.227 duizend EUR toegewezen aan het RIZIV geneeskundige

A politique inchangée, les frais de fonctionnement des organismes assureurs seront supplémentairement réduits de 16.000 milliers EUR en 2011. De ce montant, 13.227 milliers EUR sont momentanément affectés à

84


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

verzorging.

l’INAMI-Soins de santé.

Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 289.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.

Un versement supplémentaire de 289.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.

Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 van de gezondheidszorg die vastgesteld is op 25.798.853 duizend EUR, zal in 2011 een bedrag van 450.000 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90% voor het stelsel van de loontrekkenden en 10% voor het stelsel van de zelfstandigen.

Dans l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé à 25.798.853 milliers EUR, un montant de 450.000 milliers EUR sera mis en 2001 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90% pour le régime des travailleurs salariés et 10% pour le régime des travailleurs indépendants.

De stabiliteitsprovisie wordt vastgesteld op 49.730 duizend EUR voor 2011. Zij zal niet worden gefinancierd voor zover de technische ramingen 2011 de uitgaventrend bevestigen. In het tegenovergestelde geval zal het saldo gefinancierd worden door een bijkomende inbreng van de alternatieve financiering.

La provision de stabilité est fixée à 49.730 milliers EUR pour 2011. Elle ne sera pas financée pour autant que les estimations techniques 2011 confirment le trend des dépenses. Dans le cas contraire, le solde sera financé par un apport supplémentaire du financement alternatif.

Aangezien de kwestie met betrekking tot de dubbele prefinanciering gebonden aan de internationale verdragen op 31 december 2010 niet definitief zal opgelost zijn door een structureel verbeteringsmechanisme, zal een bedrag van 116.000 duizend EUR worden afgetrokken van de financieringsbehoeften van het RIZIV vanaf 2011. Deze bedragen zullen ook geneutraliseerd worden in de basis die dient voor de berekening van de financiële verantwoordelijkheid van de VI.

Dès lors que la question du double préfinancement lié aux conventions internationales ne sera pas définitivement résolue par un mécanisme structurel de correction au 31 décembre 2010, un montant de 116.000 milliers EUR sera déduit des besoins de financement de l’INAMI à partir de 2011. Ces montants seront également neutralisés dans la base servant à calculer la responsabilisation financière des OA.

85


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL IV.1

TABLEAU IV.1

Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2009-2011

Budget de l'INAMI-Soins de santé 2009-2011

(In duizend EUR)

(En milliers EUR)

Lopende Ontvangsten

2009

Bijdragen Gewone bijdragen Loonmatiging Specifieke bijdragen

2010

Recettes Courantes

2011

825.554

865.093

919.581

825.554

865.093

919.581

Alternatieve financiering Btw Accijnzen tabak Andere

2.490.577 1.656.994 703.583 130.000

2.453.450 1.609.313 714.137 130.000

2.464.876 1.609.313 725.563 130.000

Financement alternatif TVA Accises tabac Autres

Toegewezen ontvangsten

1.138.026

991.244

1.005.744

Recettes affectées

372

372

372

Externe overdrachten Opbrengsten beleggingen Diversen Eigen ontvangsten

4.894

4.130

4.130

332.998

374.592

393.070

4.792.421

4.688.881

4.787.773

Cotisations Cotisations ordinaires Modération salariale Cotisations spécifiques

Transferts externes Revenus de placements Divers Recettes propres

RSZ - Globaal beheer Basisbedrag Bijkomende alternatieve financiering Afrekening voorgaande jaren

(1)

20.262.142 18.829.269 894.346 538.527

20.950.136 19.173.685 1.776.451

22.185.365 18.989.144 3.196.221

ONSS - Gestion globale Montant de base (1) Financement alternatif complémentaire Décompte années antérieures

RSVZ - Globaal beheer Basisbedrag Bijkomende alternatieve financiering Afrekening voorgaande jaren

(2)

1.947.920 1.823.645 86.619 37.657

2.088.960 1.911.828 177.132

2.270.357 1.943.269 327.088

INASTI - Gestion globale Montant de base (2) Financement alternatif complémentaire Décompte années antérieures

116.284

120.119

123.662

Overdrachten - GFB

RSVZ - Gemengde loopbanen

22.326.346

23.159.215

24.579.384

Transferts - GFG

INASTI - Carrières mixtes

Totaal lopende ontvangsten

27.118.767

27.848.096

29.367.157

Total recettes courantes

(1) 2009: Le montant initial était de 949.063 milliers EUR repris dans l'AR du 7.6.2009. (2) 2009: Le montant initial était de 92.524 milliers EUR repris dans l'AR du 7.6.2009.

(1) 2009: Initieel bedrag was 949.063 duizend EUR opgenomen in het KB van 7.6.2009. (2) 2009: Initieel bedrag was 92.524 duizend EUR opgenomen in het KB van 7.6.2009.

86


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL IV.1

TABLEAU IV.1

Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2009-2011

Budget de l'INAMI-Soins de santé 2009-2011

(In duizend EUR) (vervolg)

(En milliers EUR) (suite)

Lopende Uitgaven Prestaties

2009

2010

22.784.618

Dépenses Courantes

2011

24.249.164

25.798.853

Betalingskosten Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden Externe overdrachten

Frais de paiement 955.016 98.507 856.509

985.118 101.182 883.936

1.018.735 98.097 920.638

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

1.658.194

1.610.513

1.610.513

Transferts externes

838.550

353.801

200.056

26.236.378

27.198.596

28.628.157

275.987

584.550 269.550 315.000 64.950 29.950 35.000

665.100 260.100 405.000 73.900 28.900 45.000

306.652

649.500

739.000

26.543.030

27.848.096

29.367.157

575.737

0

0

Intrestlasten Diversen Uitgaven vóór overdrachten GFB RSZ - Globaal beheer Toekomstfonds geneeskundige verzorging Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ RSVZ - Globaal beheer Toekomstfonds geneeskundige verzorging Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ Overdrachten - GFB Totaal lopende uitgaven

Saldo lopende rekeningen

Kapitaalrekeningen

Charges d'intérêts

30.665

2009

Ontvangsten Uitgaven Saldo kapitaalrekeningen

Budgettair resultaat

Toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen Voorlopige afsluiting vorige jaar Definitieve afsluiting ander jaar Variatie provisiefonds geneesmiddelen TOTAAL

Prestations

2010

Divers Dépenses avant transferts GFG ONSS - Gestion globale Fonds pour l'avenir soins de santé Contribution objectif budgétaire SS INASTI - Gestion globale Fonds pour l'avenir soins de santé Contribution objectif budgétaire SS Transferts - GFG Total dépenses courantes

Solde comptes courants

Comptes de Capital

2011

459

Recettes

12

Dépenses

447

Solde comptes de capital

576.184

2009

0

2010

0

Résultat budgétaire

Affectation du solde des comptes courants

2011

293.897 282.287

0 0

0 0

Clôture provisoire année précédente Clôture définitive autre année

-447

0

0

Variation du fonds provisionnel médicaments

575.737

0

0

TOTAL

87



I. Algemene toelichting

I. Exposé général

HOOFDSTUK V

CHAPITRE V

DE ANDERE REGELINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID

LES AUTRES REGIMES DE SECURITE SOCIALE

De overzeese sociale zekerheid

La sécurité sociale d’Outre-mer

De DOSZ beheert twee regelingen van sociale zekerheid: de regeling van de wet van 16 juni 1960 en de regeling van de wet van 17 juli 1963. De begroting van de DOSZ wordt voorgesteld in tabel V.1.

L’OSSOM gère deux régimes de sécurité sociale: le régime de la loi du 16 juin 1960 et le régime de la loi du 17 juillet 1963. Le budget de l’OSSOM est présenté dans le tableau V.1.

In 2010 zal de DOSZ 63.572 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 371.928 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastgesteld op 316.977 duizend EUR.

En 2010, l’OSSOM percevra 63.572 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 371.928 milliers EUR. La subvention de l’Etat est fixée à 316.977 milliers EUR.

In 2011 zal de DOSZ 63.572 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 383.408 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastgesteld op 328.447 duizend EUR.

En 2011, l’OSSOM percevra 63.572 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 383.408 milliers EUR. La subvention de l’Etat est fixée à 328.447 milliers EUR.

Andere regelingen van sociale zekerheid

Autres régimes de sécurité sociale

In de tabellen V.2 tot V.4 worden de begrotingen van de takken en instellingen van de sociale zekerheid besproken die niet behoren tot beide globale beheren maar die in de nationale rekeningen wel tot de sector sociale zekerheid worden gerekend.

Les tableaux V.2 jusque V.4 présentent les budgets des branches et des organismes de sécurité sociale qui ne font pas partie des gestions globales mais qui, dans les comptes nationaux, sont comptés dans la sécurité sociale.

Voor de RSZ-PPO gaat het over de begroting van de gezinsbijslag, de verschillende pools voor pensioenen, het egalisatiefonds, de collectieve sociale dienst, de GECO’s, de veiligheidscontracten, de syndicale premies en de beleggingsinkomsten.

Pour l’ONSS-APL, il s’agit du budget des prestations familiales, des différents pools de pensions, du fonds d’égalisation, du service social collectif, des contractuels subventionnés, des contrats de sécurités, des primes syndicales et des revenus de placements.

89


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL V.1

TABLEAU V.1

Begroting van de DOSZ 2009-2011

Budget de l'OSSOM 2009-2011

(In duizend EUR)

(En milliers EUR)

2009

Lopende Ontvangsten

Bijdragen

Begrotingscontrole / Contrôle budgétaire

Aanpassing (sept. 2009) / Adaptation (sept. 2009)

(I)

(II)

2010

2011

2009 (II)-(I)

2010 / 2009

2011 / 2010

Initieel / Initial

Initieel / Initial

In absolute cijfers / En chiffres absolus

In absolute cijfers / En chiffres absolus

In absolute cijfers / En chiffres absolus

Recettes Courantes

58.502

58.502

63.572

63.572

0

5.070

0

319.568

319.559

316.977

328.447

-9

-2.582

11.470

Toegewezen ontvangsten

2.210

2.210

2.410

2.410

0

200

0

Recettes affectées

Externe overdrachten

2.140

2.140

2.300

2.300

0

160

0

Transferts externes

Opbrengsten beleggingen

3.055

3.055

2.965

2.965

0

-89

0

Revenus de placements

Diversen

3.571

3.571

4.010

4.010

0

439

0

Divers

389.045

389.036

392.235

403.705

-9

3.199

11.470

Staatstoelagen Alternatieve financiering

Totaal lopende ontvangsten

Prestaties Betalingskosten Beheerskosten Externe overdrachten Intresten op leningen Diversen Totaal lopende uitgaven

Saldo lopende rekeningen

Subventions de l'Etat Financement alternatif

2009

Lopende Uitgaven

Cotisations

Begrotingscontrole / Contrôle budgétaire

Aanpassing (sept. 2009) / Adaptation (sept. 2009)

(I)

(II)

369.043

368.964

2010

2011

2009 (II)-(I)

2010 / 2009

2011 / 2010

Initieel / Initial

Initieel / Initial

In absolute cijfers / En chiffres absolus

In absolute cijfers / En chiffres absolus

In absolute cijfers / En chiffres absolus

-79

2.964

11.481

371.928

383.408

Total recettes courantes

Dépenses Courantes

Prestations

25

25

20

20

0

-5

0

11.761

12.723

12.630

12.619

962

-92

-11

Frais de paiement

2.973

2.973

3.068

3.068

0

95

0

Transferts externes

Frais d'administration

887

887

831

831

0

-56

0

Intérêts sur emprunts

4.200

4.595

3.627

3.627

395

-968

0

Divers

388.889

390.167

392.104

403.574

1.278

1.937

11.470

156

-1.131

131

131

-1.287

1.262

0

90

Total dépenses courantes

Solde comptes courants


91

0

Saldo kapitaalrekeningen

-4.458

0

Uitgaven

Resultaat

0

Ontvangsten

FAO Kapitalisatie / FAT Capitalisation

-4.458

Saldo lopende rekeningen

Kapitaalrekeningen

58.180

58.180

Totaal lopende uitgaven

Interne overdrachten

Uitgaven vóór interne overdrachten 20.202

0

0

0

1.345

FBZ Asbestfonds / FMP Fonds amiante

1.345

20.202

FBZ Sector PPO / FMP Secteur APL

-1

0

0

0

-1

33.075

33.075

0

0

0

-101.657

RSZPPO / ONSSAPL

-101.657

2.481.778

74.449

2.407.329

3.517

145

0

0

0

-34.816

RVA - Buiten globaal beheer / ONEm - Hors gestion globale

-34.816

262.737

262.737

4.006

37.554 37.554

221.177

RVA - Buiten globaal beheer / ONEm - Hors gestion globale

227.921

227.921

6.636

55.185

942 942

54.243

FCUD / FESC

75.789

75.789

302

1.422.084

5.776 5.776

1.416.308

F. Best. Zek. Saldo RSZ / F. Séc. Exist. Solde ONSS

1.422.084

1.422.084

0

0

0

20.604

FCUD / FESC

20.604

55.185

F. Best. Zek. Saldo RSZ / F. Séc. Exist. Solde ONSS

0

0

0

0

0

1.422.084

0

0

0

-118.983

TOTAAL / TOTAL

-118.983

4.333.241

74.449

4.258.792

4.020

312.907

80.830 80.830

259

3.860.776

TOTAAL / TOTAL

4.214.258

74.449

4.139.809

10.410

123.337

115.302

260.904

135.530

3.494.326

Cotisations

Recettes Courantes

Recettes affectées

Transferts externes

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

Frais de paiement

Prestations

Dépenses Courantes

Total recettes courantes

Transferts internes

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes

Résultat

Solde compte de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts internes

Dépenses avant transferts internes

Charges d'intérêts 429

290.489

17.032 17.032

146

2.096.145

RSZPPO / ONSSAPL

2.380.121

74.449

2.305.672

1.037

70.270

90.746 2.672

1.419.412

TOTAAL / TOTAL

Divers

74

3.704 3.704

60

28.882

FBZ Sector PPO / FMP Secteur APL

33.074

33.074

120

4.385

20.000

55.486

F. Best. Zek. Saldo RSZ / F. Séc. Exist. Solde ONSS

Diversen

18.412

Externe overdrachten

20.202

FBZ Asbestfonds / FMP Fonds amiante

21.547

21.547

100

84.628

45.766

FCUD / FESC

Intrestlasten

15.822 15.822

53

23.820

FAO Kapitalisatie / FAT Capitalisation

53.722

53.722

64

52.500

71

Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

Totaal lopende ontvangsten

Interne overdrachten

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

260.904

40.902

1.928.174

RVA - Buiten globaal beheer / ONEm - Hors gestion globale

Financement alternatif

Toegewezen ontvangsten

10.000

32.954

RSZPPO / ONSSAPL

Alternatieve financiering

11.447

FBZ Sector PPO / FMP Secteur APL

Subventions de l'Etat Dans les prestations Autres

1.087

FBZ Asbestfonds / FMP Fonds amiante

Staatstoelagen In de prestaties In de lasten van leningen

Bijdragen

FAO Kapitalisatie / FAT Capitalisation

(En milliers EUR) (adaptation septembre 2009)

(In duizend EUR) (aanpassing september 2009)

Lopende Ontvangsten

TABLEAU V.2 Budget des autres régimes de la sécurité sociale 2009

TABEL V.2

Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid 2009

I. Algemene toelichting I. Exposé général


92

0

Saldo kapitaalrekeningen

5.567

0

Resultaat

0

Uitgaven

FAO Kapitalisatie / FAT Capitalisation

5.567

48.687

48.687

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

Totaal lopende uitgaven

Interne overdrachten

Uitgaven vóór interne overdrachten 20.202

0

0

0

1.943

FBZ Asbestfonds / FMP Fonds amiante

1.943

20.202

0

0

0

209

FBZ Sector PPO / FMP Secteur APL

209

27.230

27.230

0

0

0

-120.599

RSZPPO / ONSSAPL

-120.599

2.476.735

42.450

2.434.285

3.632

90

0

0

0

-19.284

RVA - Buiten globaal beheer / ONEm - Hors gestion globale

-19.284

262.475

262.475

4.118

38.915 38.915

219.442

RVA - Buiten globaal beheer / ONEm - Hors gestion globale

243.191

243.191

6.748

56.429

983 983

55.446

FCUD / FESC

75.537

75.537

295

1.421.803

5.955 5.955

1.415.848

F. Best. Zek. Saldo RSZ / F. Séc. Exist. Solde ONSS

1.421.803

1.421.803

0

0

0

19.108

FCUD / FESC

19.108

56.429

F. Best. Zek. Saldo RSZ / F. Séc. Exist. Solde ONSS

0

0

0

0

0

1.421.803

0

0

0

-113.056

TOTAAL / TOTAL

-113.056

4.313.561

42.450

4.271.111

4.151

340.773

73.591 73.591

254

3.852.342

TOTAAL / TOTAL

4.200.505

42.450

4.158.055

10.563

103.933

131.265

259.888

135.291

3.517.115

Cotisations

Recettes Courantes

Recettes affectées

Transferts externes

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

Frais de paiement

Prestations

Dépenses Courantes

Total recettes courantes

Transferts internes

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes

Résultat

Solde compte de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts internes

Dépenses avant transferts internes

Charges d'intérêts 429

319.202

16.079 16.079

146

2.095.226

RSZPPO / ONSSAPL

2.356.136

42.450

2.313.686

1.037

50.270

106.576 2.721

1.419.083

TOTAAL / TOTAL

Divers

90

3.768 3.768

60

22.973

FBZ Sector PPO / FMP Secteur APL

27.439

27.439

178

4.519

20.000

55.242

F. Best. Zek. Saldo RSZ / F. Séc. Exist. Solde ONSS

Diversen

17.453

Externe overdrachten

20.202

FBZ Asbestfonds / FMP Fonds amiante

22.145

22.145

100

100

84.389

45.388

FCUD / FESC

Intrestlasten

7.891 7.891

48

23.205

FAO Kapitalisatie / FAT Capitalisation

54.254

54.254

57

53.000

70

Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

Totaal lopende ontvangsten

Interne overdrachten

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

259.888

40.902

1.957.070

RVA - Buiten globaal beheer / ONEm - Hors gestion globale

Financement alternatif

Toegewezen ontvangsten

10.000

27.261

RSZPPO / ONSSAPL

Alternatieve financiering

11.945

FBZ Sector PPO / FMP Secteur APL

Subventions de l'Etat Dans les prestations Autres

1.127

FBZ Asbestfonds / FMP Fonds amiante

Staatstoelagen In de prestaties In de lasten van leningen

Bijdragen

FAO Kapitalisatie / FAT Capitalisation

(En milliers EUR)

(In duizend EUR)

Lopende Ontvangsten

TABLEAU V.3 Budget des autres régimes de la sécurité sociale 2010

TABEL V.3

Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid 2010

I. Algemene toelichting I. Exposé général


93

0

Saldo kapitaalrekeningen

7.949

0

Resultaat

0

Uitgaven

FAO Kapitalisatie / FAT Capitalisation

7.949

47.275

47.275

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

Totaal lopende uitgaven

Interne overdrachten

Uitgaven vóór interne overdrachten 20.202

0

0

0

1.943

FBZ Asbestfonds / FMP Fonds amiante

1.943

20.202

0

0

0

10.212

FBZ Sector PPO / FMP Secteur APL

10.212

17.227

17.227

0

0

0

-205.636

RSZPPO / ONSSAPL

-205.636

2.596.785

35.611

2.561.174

3.632

36

0

0

0

-8.364

RVA - Buiten globaal beheer / ONEm - Hors gestion globale

-8.364

322.921

322.921

63.318

38.639 38.639

220.964

RVA - Buiten globaal beheer / ONEm - Hors gestion globale

314.557

314.557

6.748

58.092

983 983

57.110

FCUD / FESC

77.367

77.367

293

1.450.130

6.039 6.039

1.444.091

F. Best. Zek. Saldo RSZ / F. Séc. Exist. Solde ONSS

1.450.130

1.450.130

0

0

0

19.275

FCUD / FESC

19.275

58.092

F. Best. Zek. Saldo RSZ / F. Séc. Exist. Solde ONSS

0

0

0

0

0

1.450.130

0

0

0

-174.621

TOTAAL / TOTAL

-174.621

4.512.632

35.611

4.477.021

4.091

424.172

73.403 73.403

254

3.975.101

TOTAAL / TOTAL

4.338.011

35.611

4.302.400

10.620

104.877

201.231

260.490

136.281

3.588.902

Cotisations

Recettes Courantes

Recettes affectées

Transferts externes

Frais d'administration Organismes centraux Services tiers

Frais de paiement

Prestations

Dépenses Courantes

Total recettes courantes

Transferts internes

Recettes propres

Divers

Revenus de placements

Transferts externes

Résultat

Solde compte de capital

Dépenses

Recettes

Comptes de Capital

Solde comptes courants

Total dépenses courantes

Transferts internes

Dépenses avant transferts internes

Charges d'intérêts 429

344.196

16.041 16.041

146

2.197.159

RSZPPO / ONSSAPL

2.391.149

35.611

2.355.538

1.037

50.270

176.402 2.778

1.447.352

TOTAAL / TOTAL

Divers

30

3.768 3.768

60

12.970

FBZ Sector PPO / FMP Secteur APL

27.439

27.439

178

4.689

20.000

57.074

F. Best. Zek. Saldo RSZ / F. Séc. Exist. Solde ONSS

Diversen

16.658

Externe overdrachten

20.202

FBZ Asbestfonds / FMP Fonds amiante

22.145

22.145

100

100

85.379

45.992

FCUD / FESC

Intrestlasten

7.933 7.933

48

22.605

FAO Kapitalisatie / FAT Capitalisation

55.224

55.224

57

54.000

40

Beheerskosten Centrale instellingen Diensten derden

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

Totaal lopende ontvangsten

Interne overdrachten

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

260.490

40.902

1.998.150

RVA - Buiten globaal beheer / ONEm - Hors gestion globale

Financement alternatif

Toegewezen ontvangsten

10.000

27.261

RSZPPO / ONSSAPL

Alternatieve financiering

11.945

FBZ Sector PPO / FMP Secteur APL

Subventions de l'Etat Dans les prestations Autres

1.127

FBZ Asbestfonds / FMP Fonds amiante

Staatstoelagen In de prestaties In de lasten van leningen

Bijdragen

FAO Kapitalisatie / FAT Capitalisation

(En milliers EUR)

(In duizend EUR)

Lopende Ontvangsten

TABLEAU V.4 Budget des autres régimes de la sécurité sociale 2011

TABEL V.4

Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid 2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général



I. Algemene toelichting

I. Exposé général

HOOFDSTUK VI

CHAPITRE VI

DE SOCIALE BIJSTAND

L’ASSISTANCE SOCIALE

Dit gedeelte behandelt de bijstandsregelingen die met algemene middelen worden gefinancierd, namelijk de inkomensgarantie voor ouderen, het leefloon en de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. De maatschappelijke dienstverlening die door de OCMW's aan asielzoekers wordt toegekend, is eveneens opgenomen in dit hoofdstuk, uitgezonderd wat de opvanginitiatieven aangaat. Het residueel stelsel van de gewaarborgde gezinsbijslag, dat volledig ten laste is van de kinderbijslagregeling voor werknemers, komt hier dus niet aan bod, maar wel in het gedeelte betreffende de sociale zekerheid voor werknemers.

Cette partie traite des régimes d’assistance financés par des moyens généraux, à savoir la garantie de revenus aux personnes âgées, le revenu minimum d’intégration et les allocations aux personnes handicapées. L’aide sociale accordée aux demandeurs d’asile par les CPAS a également été intégrée dans ce chapitre, sauf pour ce qui a trait aux initiatives d’accueil. Le régime résiduaire des prestations familiales garanties, entièrement à charge du régime d’allocations familiales des travailleurs salariés, n’est donc pas repris ici mais bien dans la partie relative à la sécurité sociale des travailleurs salariés.

De inkomensgarantie voor ouderen (IGO)

La Garantie de revenus aux personnes âgées (GRAPA)

Deze rubriek dekt de inkomensgarantie, het gewaarborgd inkomen en de verwarmingstoelage.

Cette rubrique couvre la garantie de revenu, le revenu garanti et l’allocation de chauffage.

Op 1 januari 2010 zal de inkomensgarantie voor ouderen een welvaartsaanpassing ontvangen van 1,2 %. De kostprijs van deze maatregel bedraagt 9,69 miljoen EUR.

Au 1er janvier 2010, la garantie de revenu aux personnes âgées recevra une adaptation au bien-être de 1,2 %. Le coût de cette mesure s’élève à 9,69 millions EUR.

Het recht op maatschappelijke integratie en de maatschappelijke dienstverlening

Le droit à l’intégration sociale et l’aide sociale

Het betreft, voor het lopende begrotingsjaar, het bedrag van de toelage toegewezen door de federale overheid, waarbij een deel van het leefloon (het vroegere bestaansminimum) en de maatschappelijke dienstverlening toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt terugbetaald.

Il s’agit, pour l’année budgétaire en cours, du montant de la subvention accordée par l’Etat fédéral qui rembourse une partie du revenu d’intégration (ancien minimex) et de l’aide sociale octroyés par les centres publics d’action sociale.

Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

Allocations aux personnes handicapées

De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties door de Staat gefinancierd zijn.

Le régime des allocations aux handicapés a pour but de venir en aide aux plus démunis d’entre eux. C’est un régime résiduaire de protection sociale non contributif, dont les prestations sont financées par l’Etat.

95


265.114

1.744.284

Maatschappelijke dienstverlening / Toelagen OCMW's - wet van 2 april 1965

Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

2.948.055

548.404

Leefloon

TOTAAL

390.253

2.948.055

1.744.284

265.114

548.404

390.253

(II)

(I)

Inkomensgarantie voor ouderen

Aapassing (sept. 2009) / Adaptation (sept. 2009)

Begrotingscontrole / Contrôle budgétaire

3.048.383

1.733.534

331.665

575.629

407.555

Initieel / Initial

3.109.657

1.781.546

331.665

575.629

420.817

Initieel / Initial

2011

0

0

0

0

0

In absolute cijfers / En chiffres absolus

0,00 %

0,00 %

0,00 %

0,00 %

0,00 %

In % / En %

2009 (II) / (I)

100.328

-10.750

66.551

27.225

17.302

In absolute cijfers / En chiffres absolus

3,40 %

-0,62 %

25,10 %

4,96 %

4,43 %

In % / En %

2010 / 2009

61.274

48.012

0

0

13.262

In absolute cijfers / En chiffres absolus

2,01 %

2,77 %

0,00 %

0,00 %

3,25 %

In % / En %

2011 / 2010

TOTAL

Allocations aux personnes handicapées

Aide sociale / Subsides CPAS - loi du 2 avril 1965

Revenu d'intégration

Garantie de revenus aux personnes âgées

(En milliers EUR)

(In duizend EUR) 2010

Prestations des régimes d'assistance sociale 2009-2011

Prestaties van de stelsels sociale bijstand 2009-2011

2009

TABLEAU VI.1

TABEL VI.1

I. Algemene toelichting I. Exposé général

96


97

94.621

34.161

275.749

500.886

Leefloon (1)

Maatschappelijke dienstverlening / Toelagen OCMW's - wet van 2 april 1965 (1)

Tegemoetkomingen aan personen met een handicap (2)

TOTAAL

512.650

284.918

34.161

94.621

98.950

539.354

290.081

48.829

100.004

100.440

Initieel / Initial

2010

(1) 2009 (aanpassing september 2009): cijfers van de vorige begrotingscontrole. (2) 2011: cijfer nog niet beschikbaar.

96.355

(II)

(I)

Inkomensgarantie voor ouderen

Aanpassing (sept. 2009) / Adaptation (sept. 2009)

Begrotingscontrole / Contrôle budgétaire

2009

256.155

50.876

102.224

103.055

Initieel / Initial

2011

11.764

9.169

0

0

2.595

26.704

5.163

14.668

5.383

1.490

5,21 %

1,81 %

42,94 %

5,69 %

1,51 %

In % / En %

6.882

-290.081

2.047

2.220

2.615

In absolute cijfers / En chiffres absolus

1,28 %

-100,00 %

4,19 %

2,22 %

2,60 %

In % / En %

2011 / 2010

(1)

TOTAL

Allocations aux personnes handicapées (2)

(1)

Aide sociale / Subsides CPAS - loi du 2 avril 1965

Revenu d'intégration

Garantie de revenus aux personnes âgées

(1) 2009 (adaptation septembre 2009): chiffres du contrôle budgétaire précédent. (2) 2011: chiffre pas encore disponible.

2,35 %

3,33 %

0,00 %

0,00 %

2,69 %

In absolute cijfers / En chiffres absolus

2010 / 2009

TABLEAU VI.2 Facteurs de volume des prestations des régimes d'assistance sociale 2009-2011

In % / En %

2009 (II) / (I)

In absolute cijfers / En chiffres absolus

TABEL VI.2 Volumefactoren van de prestaties van de stelsels sociale bijstand 2009-2011

I. Algemene toelichting I. Exposé général


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

TABEL VI.3

TABLEAU VI.3

Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2009-2011 (*)

Estimations budgétaires des corrections sociales 2009-2011 (*)

(In miljoen EUR)

(En millions EUR)

Sociale correcties Sociale bijstand

Van kracht / Prise de cours

Raming van de uitgaven / Estimation des dépenses

2009

2010

1. IGO

Jaarlijkse kost / Coût annuel

Corrections sociales Assistance sociale

2011 1. GRAPA

- verhoging met 0,8 % van de IGO

1.6.2009

- verhoging met 1,2 % van de IGO

1.1.2010

3,76

- augmentation de 0,8 % de la GRAPA 9,69

2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

- augmentation de 1,2 % de la GRAPA 2. Allocations aux personnes handicapées

- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering

1.6.2009

11,87

- augmentation de 2 % hors index de l' allocation de remplacement de revenus

- verhoging met 4,5 % van de plafonds voor hulp aan bejaarden

1.6.2009

4,20

- augmentation de 4,5 % des plafonds de l'aide à la personne âgée

1.6.2009

6,65

- augmentation de 2 % du revenu d'intégration

3. Leefloon - verhoging met 2 % van het leefloon

3. Revenu d'intégration

4. Maatschappelijke dienstverlening

4. Aide sociale

(wet 1965 )

(loi 1965)

- verhoging met 2 % van de gelijkgestelde maatschappelijke dienstverlening TOTAAL

1.6.2009

3,33

29,81

- augmentation de 2 % de l'aide sociale équivalente

9,69

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

TOTAL (*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.

98


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

HOOFDSTUK VII

CHAPITRE VII

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR

LES PENSIONS DU SECTEUR PUBLIC

De overheidssector vormt geen homogeen geheel. Er bestaan verschillende categorieën van openbare werkgevers op de verschillende beleidsniveaus: de federale staat, de gemeenschappen en gewesten, de provincies, de gemeenten, de openbare instellingen, autonome overheidsinstellingen, ... Elk van deze overheden heeft voor haar vast benoemde personeelsleden een eigen statuut uitgewerkt.

Le secteur public ne constitue pas un ensemble homogène. Il existe différentes catégories d’employeurs publics se situant à des niveaux différents de pouvoir : l’Etat fédéral, les Communautés et Régions, les provinces, les communes, les institutions publiques, les entreprises publiques autonomes, … Chacune de ces autorités a élaboré un statut propre pour son personnel définitif.

Het pensioenstelsel vormt een onderdeel van het statuut van het personeelslid, zodat elk van deze overheden bevoegd is om het pensioenstelsel van haar vastbenoemde personeelsleden vast te stellen.

Le régime de pension constituant un des aspects de la situation statutaire de l’agent, chacune de ces autorités est compétente pour fixer le régime de pension de son personnel définitif.

Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen drie soorten van pensioenen van de overheidssector.

Il faut distinguer trois sortes de pensions du secteur public.

De eerste categorie betreft de pensioenen ten laste van de Staatskas. Het betreft de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de federale overheidsdiensten en de ministeries van gemeenschappen en gewesten, van het onderwijs, van De Post, Belgacom, … De rustpensioenen ten laste van de Staatskas worden gefinancierd door dotaties die ingeschreven zijn in afdeling 55, sectie 21 van de algemene uitgavenbegroting (zie verder). De overlevingspensioenen worden gefinancierd door de opbrengst van een persoonlijke bijdrage van 7,5 % op de wedde van de vastbenoemde personeelsleden die wordt gestort aan de Pensioendienst voor de overheidssector (die de rol van het vroegere Fonds voor Overlevingspensioenen overneemt).

La première catégorie concerne les pensions à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des services publics fédéraux et des ministères des communautés et régions, de l’enseignement, de La Poste, de Belgacom, … Les pensions à charge du Trésor public sont financées par des dotations inscrites dans la division 55 de la section 21 du budget général des Dépenses (voir plus loin). Les pensions de survie sont financées par le produit de la retenue d’une cotisation personnelle de 7,5 % sur le traitement des agents définitifs, versée au Service des Pensions du Secteur Public (qui reprend le rôle du Fonds des pensions de survie).

De tweede categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de Staatskas maar die wel zoals deze pensioenen worden berekend. Het betreft de rustpensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de openbare instellingen die aangesloten zijn bij het pensioenstelsel van de wet van 28 april 1958 (de Pool der Parastatalen)1. Het betreft tevens de

La deuxième catégorie est formée par les pensions qui ne sont pas à charge du Trésor public, mais qui sont calculées comme de telles pensions. Il s’agit des pensions des agents définitifs des institutions publiques qui sont affiliés au régime de pension de la loi du 28 avril 1958 (le Pool des Parastataux)1. Il s’agit également des agents définitifs des administrations locales qui,

1

Bij de Pool der Parastatalen zijn een aantal openbare instellingen van de federale staat en van gemeenschappen en gewesten aangesloten (ongeveer 100 in aantal). De aangesloten instelling stort een patronale bijdrage voor de financiering van de rustpensioenen. De persoonlijke bijdrage van 7,5 % wordt gestort aan de

99


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

personeelsleden van de plaatselijke besturen die inzake pensioenen aangesloten zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (RSZPPO)2.

en matière de pensions, sont affiliées à l’Office national de sécurité sociale des administrations provinciales et locales (ONSSAPL)2.

De derde categorie zijn de pensioenen die niet ten laste zijn van de Staatskas en die bovendien geheel of gedeeltelijk anders worden berekend dan de pensioenen ten laste van de Staatskas. Het betreft hier de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provincies, de plaatselijke besturen die inzake pensioenen niet aangesloten zijn bij de RSZPPO en de openbare instellingen die niet aangesloten zijn bij de Pool der Parastatalen. Deze instellingen dienen zelf in te staan voor de financiering en de uitbetaling van hun pensioenen. Zij dienen niettemin de bepalingen te eerbiedigen die toepasselijk werden gemaakt op alle openbare overheden (absoluut pensioenmaximum, relatief pensioenmaximum, cumulatie van een overlevingspensioen met een rustpensioen, de gewaarborgde minimumbedragen, de persoonlijke bijdrage voor de financiering van de overlevingspensioenen van minstens 7,5 % van de wedde).

La troisième catégorie est formée par les pensions qui ne sont pas à charge du Trésor public et qui sont, en tout ou en partie, calculées différemment de celles à charge du Trésor public. Il s’agit des pensions des agents définitifs des provinces, des administrations locales qui en matière de pensions ne sont pas affiliées à l’ONSSAPL et des organismes d’intérêt public qui ne sont pas affilés au Pool des parastataux. Ces institutions sont tenues à financer et payer eux-mêmes leurs pensions. Elles sont néanmoins tenues de respecter les normes qui ont étés rendues applicables à tous les pouvoirs publics (maximum absolu de pension, maximum relatif de pension, cumul d’une pension de survie avec une pension de retraite, les montants minimums garantis de pension, la contribution personnelle pour le financement des pensions de survie d’au moins 7,5 % du traitement).

De Pensioendienst voor de overheidssector3 is belast met de toekenning en het beheer van de pensioenen van de eerste en tweede categorie. De uitbetaling gebeurt door de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven van de Federale Overheidsdienst Financiën.

Le Service des Pensions du Secteur Public3 est chargé de l’attribution et de la gestion des pensions de la première et deuxième catégorie. Le paiement est exécuté par le Service Central des Dépenses Fixes du Service publique fédéral Finances.

Tot aan het begrotingsjaar 2005 werden de pensioenen ten laste van de Staatskas ondergebracht in sectie 21 - organisatie afdeling 51

Jusqu’à l’année budgétaire 2005, les pensions à charge du Trésor public étaient regroupées dans la section 21 – division organique 51 du

Pensioendienst voor de overheidssector en is bestemd voor de financiering van de overlevingspensioenen. De overlevingspensioenen zijn dus ten laste van de Staatskas. 1 Un nombre d’institutions publiques de l’Etat fédéral et des Communautés et Régions sont affiliés au Pool des parastataux (environ 100 en total). Les institutions affiliées versent au Pool des parastataux une cotisation patronale pour le financement des pensions de retraite. La retenue personnelle de 7,5 % est versée au Service des pensions du Secteur Public et est destinée à supporter la charge des pensions de survie. Les pensions de survie sont donc à charge du Trésor public. 2

Bij de RSZPPO zijn een aantal plaatselijke besturen (gemeenten, OCMW’s en intercommunales) aangesloten (ongeveer 1.100 in aantal). Deze storten een patronale bijdrage voor de financiering van de rustpensioenen en een persoonlijke bijdrage van 7,5 % voor de financiering van de overlevingspensioenen. 2 Un nombre d’administrations locales (communes, CPAS et intercommunales) sont affiliées à l’ONSSAPL (environ 1.100 en total). Ces administrations affiliées versent à l’ONSSAPL une cotisation patronale pour le financement des pensions de retraite et une cotisation personnelle de 7,5 % pour le financement des pensions de survie. 3

Sedert 1 januari 2006 heeft de Pensioendienst voor de overheidssector – een federale openbare instelling van cat. A – de bevoegdheden van de Administratie der Pensioenen overgenomen (wet van 12 januari 2006). 3 Depuis le 1er janvier 2006 le Service des Pensions du Secteur Public – une institution publique fédérale de cat. A – a repris les compétences de l’ Administration des Pensions (Loi du 12 janvier 2006).

100


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

van de federale begroting. Het betrof hier zowel de vaste kredieten als de variabele kredieten die afkomstig waren van de organieke fondsen (Fonds voor overlevingspensioenen, Pool der Parastatalen, Fonds voor het Evenwicht van de pensioenstelsels). Sinds het begrotingsjaar 2006 werden de vaste en variabele kredieten vervangen door een systeem van dotaties en toegewezen ontvangsten en uitgaven.

budget fédéral. Il s’agissait des crédits fixes et des crédits variables provenant des fonds organiques (le Fonds des pensions de survie, le Pool des parastataux, le Fonds pour l’équilibre des régimes de pensions). Depuis l’année budgétaire 2006, les crédits fixes et variables étaient remplacés par un système de dotations et de recettes et dépenses propres.

De dotaties die betrekking hebben op de pensioenen ten laste van de Staatskas, zijn gegroepeerd onder organisatieafdeling 55, sectie 21 van de algemene uitgavenbegroting. De ontvangsten en uitgaven van drie gewezen fondsen, nl. het Fonds voor Overlevingspensioenen (inning van de persoonlijke bijdrage van 7,5 % en financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas), de Pool der Parastatalen (inning van de patronale bijdrage van de aangesloten openbare instellingen en financiering van de rustpensioenen) en het Fonds voor het Evenwicht van de pensioenstelsels (inning van de solidariteitsbijdrage op de pensioenen van de overheidssector en financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas) zijn sinds 1 januari 2006 ondergebracht in de parastatale begroting van de Pensioendienst voor de overheidssector als ontvangsten en uitgaven met bijzondere aanwending.

Les dotations concernant les pensions à charge du Trésor public sont rassemblées sous la division organique 55 de la section 21 du budget général des Dépenses. Les recettes et dépenses des trois ex-fonds organiques sont, deer puis le 1 janvier 2006, incorporées dans le budget parastatal du Service des Pensions du Secteur Public comme recettes et dépenses avec affectation spéciale. Il s’agit du Fonds des pensions de survie (perception de la cotisation personnelle de 7,5 % et financement des pensions à charge du Trésor public), du Pool des parastataux (perception de la cotisation patronale des organismes affiliés et financement des pensions de retraites) et du Fonds pour l’équilibre des régimes de pensions (perception de la retenue de solidarité sur les pensions du secteur public et financement des pensions à charge du Trésor public).

Voor organisatie afdeling 55, sectie 21 van de algemene uitgavenbegroting beloopt het bedrag van de dotaties 8.078.227 duizend EUR voor 2010, hetzij een stijging met 2,85 % ten opzichte van de aangepaste dotaties 2009 (7.854.090 duizend EUR).

Pour la division organique 55 de la section 21 du budget général des Dépenses, le montant des dotations s’élève à 8.078.227 milliers EUR pour 2010, soit une augmentation de 2,58 % par rapport aux dotations adaptées en 2009 (7.854.090 milliers EUR).

Deze stijging is voornamelijk te wijten aan de toename van het aantal gepensioneerden.

Cette augmentation est principalement due à l’accroissement du nombre des pensionnés.

In de groep mensen die vanaf 2010 met pensioen gaan zijn er meer dan gemiddeld die een loopbaan bij de overheid bewijzen. Vanaf 1960 werden immers niet enkel veel ambtenaren aangeworven, maar er werd toen ook begonnen met de verdere uitbouw van het onderwijs, waarvoor toen – mede ingevolge de babyboom – vele jongeren werden aangetrokken. Diegenen die in 1965 en de daaropvolgende jaren aangeworven werden, gaan nu ongeveer met pensioen.

Dans la catégorie de personnes qui prendront leur pension à partir de 2010, une majorité pourra valider une carrière dans le secteur public. Depuis 1960, le recrutement des fonctionnaires n’a cessé d’augmenter et le developpement de l’enseignement a provoqué - entre autres à cause du baby-boom – le recrutement de nombreux jeunes. Or, ce sont les personnes recrutées depuis 1965 et dans les années qui suivent qui prendront leur pension.

Naast de effecten van de verhoging van het rekruteren merken we ook de effecten van de hogere levensverwachting van de gepensioneerden in het algemeen en meer specifiek

En plus des effets de l'augmentation du recrutement, on observe aussi les effets de l'augmentation de l'espérance de vie des pensionnés en général et en particulier de celle des

101


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

van de vrouwen, die steeds meer vertegenwoordigd zijn in het aantal gepensioneerden.

femmes, elles aussi de plus en plus représentées dans les effectifs de pensionnés.

Ten slotte merken we ook een stijging van het gemiddeld bedrag van de overheidspensioenen: dit vindt zijn oorzaak in de vaststelling dat het bij de uitdovende (deels koloniale) pensioenen veelal gaat om kleinere pensioenbedragen, alsook dat er bij de nieuwe pensioenen dikwijls supplementen verrekend worden die in de uitdovende pensioenen niet aanwezig zijn.

Enfin, nous constatons également une augmentation du taux moyen des pensions du secteur public: ce phénomène est dû au fait que le taux moyen des pensions en extinction (les pensions coloniales en particulier) est moins élévé alors que dans le calcul des pensions récentes sont pris en compte des suppléments qui ne l’étaient pas dans le calcul des pensions en extinction.

Voor 2010 bedragen de uitgaven inzake de overlevingspensioenen ten laste van de Staatskas 1.448.239 duizend EUR, hetzij een daling met 1,15 % ten opzichte van de te verwachten realisaties in 2009 (1.465.041 duizend EUR).

Pour 2010, les dépenses en matière de pensions de survie s’élèvent à 1.448.239 milliers EUR, soit une diminution de 1,15 % par rapport aux réalisations prévues en 2009 (1.465.041 milliers EUR).

De uitgaven inzake de parastatale rustpensioenen bedragen 318.807 duizend EUR, hetzij een stijging van 2,58 % ten opzichte van 2009 (310.782 duizend EUR). Ook deze stijging wordt verklaard door een stijging van het aantal gepensioneerden.

Les dépenses en matière de pensions de retraite parastatales s’élèvent à 318.807 milliers EUR, soit une augmentation de 2,58 % par rapport au 2009 (310.782 milliers EUR). Cette augmentation est également due à l’augmentation du nombre de pensionnés.

De pensioenen ten laste van de Staatskas kunnen in 2010 voor een bedrag van 209 783 duizend EUR betaald worden door de ontvangsten voor de financiering van het evenwicht der pensioenstelsels.

En 2010, un montant de 209.783 milliers EUR en matière de pensions à charge du Trésor public sera payé par les recettes pour le financement de l’équilibre des régimes de pensions.

Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie

Fonds des pensions de la police intégrée

De wet van 6 mei 2002 houdende oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen op het vlak van sociale zekerheid, heeft bij de Pensioendienst voor de overheidssector een bijzonder fonds opgericht voor de financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de politiediensten. Dit fonds draagt de last van deze pensioenen die ingaan vanaf 1 april 2001. Het gedeelte van deze pensioenen dat betrekking heeft op de vóór 1 april 2001 gepresteerde diensttijd bij een 4 afgeschaft politiekorps is dus eveneens ten laste van dit fonds.

La loi du 6 mai 2002 portant création du Fonds des pensions de la police intégrée et portant des dispositions particulières en matière de sécurité sociale, a créé auprès du Service des Pensions du Secteur Public un fonds particulier pour le financement des pensions du personnel définitif des services de police. Ce fonds supporte la charge des pensions qui prennent cours à partir du 1er avril 2001. La partie de la pension qui se rapporte aux services prestés avant le 1er avril 2001 auprès d’un corps de police supprimé4 est donc également à charge de ce fonds.

4

Het betreft de diensttijd verricht bij de Rijkswacht, de gemeentelijke politie, de gerechtelijke politie, de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie, de spoorwegpolitie, de jeugdpolitie, het Hoog Comité van Toezicht, ...

102


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

De Federale Staat en de 196 politiezones zijn als werkgever ambtshalve bij dit fonds aangesloten.

L’Etat fédéral et les 196 zones de polices en tant qu’employeurs sont d’office affiliés à ce fonds.

De pensioenlast wordt gedragen door een patronale bijdrage van 20 % en een persoonlijke bijdrage van 7,5 %. De bijdragen voor de personeelsleden van de federale politie en van de Algemene inspectie van de federale en lokale politie, worden door de federale overheid rechtstreeks overgemaakt aan de Pensioendienst voor de overheidssector als beheerder van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie. De bijdragen voor de personeelsleden van de lokale politiezones worden gestort bij de RSZPPO, die de opbrengst overmaakt aan het fonds.

La charge des pensions est supportée par une cotisation patronale de 20 % et une cotisation personnelle de 7,5 %. Les cotisations pour les agents de la police fédérale et de l’inspection générale de la police fédérale et de la police locale, sont versées par l’autorité fédérale directement au Service des Pensions du Secteur Public qui gère le Fonds des pensions de la police intégrée. Les cotisations pour les agents de la police locale sont versées à l’ONSSAPL qui transfère le produit vers le Fonds.

De uitgaven voor rust- en overlevingspensioenen en de tegemoetkomingen in de begrafeniskosten worden begroot op 303.536 duizend EUR in 2010. De bijdragen worden geraamd op 458.356 duizend EUR in 2010. Het saldo wordt geristorneerd naar rata van 79.000 duizend EUR in 2010 aan de Pensioendienst voor de overheidssector (Ontvangsten voor de financiering van de pensioenen ten laste van de Staatskas) en naar rata van 75.020 duizend EUR in 2010 aan de andere pensioeninstellingen die vóór de hervorming de last droegen van de pensioenen van de gemeentelijke politieagenten.

Les dépenses de pensions de retraite et de survie et de l’indemnité de funérailles sont budgétées pour 303.536 milliers EUR en 2010. Les cotisations sont estimées à 458.356 milliers EUR en 2010. Le solde est ristourné au Service des Pensions du Secteur Public (Recettes pour le financement des pensions à charge du Trésor public) à raison de 79.000 milliers EUR en 2010 et à raison de 75.020 milliers EUR en 2010 aux autres acteurs intervenant dans le paiement des pensions des policiers avant la reforme.

Met betrekking tot de pensioenverplichtingen van de NMBS worden hiervoor in 2010 uitgaven voorzien t.b.v. 875.000 duizend EUR, waarvan 632.095 duizend EUR opgenomen is in de dotatie “pensioenen NMBS”.

En ce qui concerne les obligations de pensions de la SNCB, de dépenses de l’ordre de 875.000 milliers EUR sont prévues en 2010, dont 632.095 milliers EUR sont repris dans la dotation «pensions SNCB».

Pensioenen van de benoemde ambtenaren van de plaatselijke overheidsdiensten

Pensions des agents nommés des administrations locales

Een hervorming die zal uitgaan van een evenwicht, tussen enerzijds solidariteit, en anderzijds een verhoogde responsabilisering per bestuur, zal voorgesteld worden voor de begrotingscontrole 2010 en van een inwerkingtreding op 1/1/2011.

Une réforme qui se fondera sur un équilibre entre, d’une part, solidarité, et, d’autre part, une responsabilisation accrue par administration sera proposée en vue du contrôle budgétaire 2010 et d’une entrée en vigueur au 1/1/2011.

4

Il s’agit des services prestés auprès de la gendarmerie, la police communale, la police judiciaire, la police maritime, la police aéronautique, la police des chemins de fer, la police de la jeunesse, le Comité supérieur de contrôle, …

103


0,00 %

217.793

In absolute cijfers / En chiffres absolus

3,09 %

In % / En %

1. Division 55

38.469 609.828

dotatie renten arbeidsongevallen dotatie pensioenen NMBS

104

TOTALE UITGAVEN

Totaal ten laste van de toegewezen ontvangsten

de overlevingspensioenen ten laste van de Staat de parastatale rustpensioenen de rustpensioenen ten laste van de Staat de pensioenen van de geïntegreerde politie de pensioenen van de NMBS

2. Uitgaven op geaffecteerde ontvangsten bestemd voor de financiering van:

10.504.370

10.504.370

2.650.280

310.782 199.837 438.012 236.608

310.782 199.837 438.012 236.608

2.650.280

1.465.041

7.854.090

38.469 609.828

163.344

1.465.041

7.854.090

163.344

dotatie vergoedings- en oorlogspensioenen

Totaal ten laste van de dotaties

7.042.449

dotatie pensioenen van de openbare sector

10.756.317

2.678.090

318.807 209.783 458.356 242.905

1.448.239

8.078.227

38.078 632.095

147.812

0

0

0 0 0 0

0

0

0 0

0

0,00 %

0,00 %

0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 %

0,00 %

0,00 %

0,00 % 0,00 %

0,00 %

251.947

27.810

8.025 9.946 20.344 6.297

-16.802

224.137

-391 22.267

-15.532

2,40 %

1,05 %

2,58 % 4,98 % 4,64 % 2,66 %

-1,15 %

2,85 %

-1,02 % 3,65 %

-9,51 %

DEPENSES TOTALES

Total à charge des recettes affectées

des pensions de retraites parastatales des pensions de retraite de l'Etat des pensions de la police intégrée des pensions de la SNCB

des pensions de survie de l'Etat

2. Dépenses sur recettes affectées pour le financement:

Total à charge des dotations

de la dotation pensions du secteur public de la dotation pensions de répartion et de guerre de la dotation rentes accidents du travail de la dotation pensions SNCB

A charge: 0

In % / En %

Ten laste van: 7.260.242

In absolute cijfers / En chiffres absolus

Service des Pensions du Secteur Public 7.042.449

(II)

(I)

Initieel / Initial

2010 / 2009

Pensioendienst voor de Overheidssector

1. Afdeling 55

Aanpassing (sept. 2009) / Adaptation (sept. 2009)

Begrotingscontrole / Controle budgétaire

2009 (II) / (I)

(En milliers EUR)

(In duizend EUR) 2010

Pensions du secteur public 2009-2010

Pensioenen van de overheidssector 2009-2010

2009

TABLEAU VII.1

TABEL VII.1

I. Algemene toelichting I. Exposé général


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

HOOFDSTUK VIII

CHAPITRE VIII

DE TEWERKSTELLINGSPROGRAMMA’S VIA DE ACTIVERING VAN DE UITKERINGEN

LES PROGRAMMES D’EMPLOI VIA L’ACTIVATION DES ALLOCATIONS

België heeft een lange traditie van ondersteunen van aanwervingen via maatregelen die de loonkost voor de werkgever verlagen. Naast de structurele lastenverlaging die onvoorwaardelijk geldt voor elke werknemer, gaat het daarbij meestal om maatregelen die gecibleerd worden op specifieke doelgroepen van werknemers, die het extra moeilijk hebben om hun plaats op de arbeidsmarkt te veroveren. Daarbij werd tot op heden vooral gewerkt met verminderingen van de patronale socialezekerheidsbijdragen. In een beperkt aantal gevallen wordt dit nog aangevuld met een “activering” van de uitkering die de werknemer genoot vooraleer hij aan het werk ging (meestal een werkloosheidsuitkering of het leefloon). Een deel van die uitkering wordt daarbij gebruikt als een bestanddeel van het loon, waardoor de resterende loonkost voor de werkgever daalt, zonder dat dit leidt tot een daling van het nettoloon van de werknemer. België besteedt veel middelen aan deze vorm van actief arbeidsmarktbeleid en de voorbije jaren nam dit toe, ondermeer via de doelgroepkortingen van de socialezekerheidsbijdragen.

La Belgique a une longue tradition de soutien des embauches par le biais de mesures qui diminuent le coût salarial pour l’employeur. A côté des réductions structurelles de charges qui s’adressent de façon inconditionnelle à chaque travailleur, on retrouve principalement des mesures qui sont ciblées sur certaines catégories spécifiques de travailleurs qui ont des difficultés particulières d’insertion sur le marché du travail. Ainsi, jusqu’à présent, on a souvent recours à des diminutions de cotisations patronales de sécurité sociale. Dans un nombre plus réduit de cas, ces mesures sont complétées par une « activation » de l’allocation dont le travailleur bénéficiait avant de retrouver du travail (principalement une allocation de chômage ou le revenu d’intégration sociale). Une partie de cette allocation est alors utilisée comme une composante du salaire, ce qui contribue à diminuer le coût salarial qui reste à charge de l’employeur sans entraîner pour autant une baisse du salaire net du travailleur. La Belgique a consacré beaucoup de moyens à cette forme de politique active du marché du travail et ces moyens ont encore augmenté au cours des dernières années entre autres via les réductions groupescibles de cotisations de sécurité sociale.

Loonlastverlaging via vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid

Réductions des coûts salariaux par des diminutions des cotisations patronales de sécurité sociale

Naast de structurele vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen werden de verschillende doelgroepverminderingen in 2004 gerationaliseerd. Er werden twee mogelijke bijdrageverminderingen ingevoerd (één van 400 EUR per trimester en één van 1.000 EUR) die bovendien onderling niet kunnen worden gecombineerd. Deze verminderingen worden ingezet voor de volgende doelgroepen:  laaggeschoolde jongeren;  oudere werknemers;

Les différentes réductions groupes-cibles qui existent à coté de la réduction structurelle des cotisations patronales de sécurité sociale ont été rationalisées en 2004. Deux possibilités de réduction ont été introduites (une de 400 EUR par trimestre et une de 1.000 EUR) qui ne peuvent pas être combinées entre elles. Ces réductions ont été introduit pour les groupes-cibles suivants :  les jeunes faiblement qualifiés;  les travailleurs âgés;

 de eerste aanwervingen die een werkgever doet;  werknemers die in een stelsel van collectieve arbeidsduurvermindering of de vierdagenweek werken;

 la première embauche réalisée par un employeur ;  les travailleurs qui travaillent dans un régime de réduction collective de la durée du travail ou d’un 4/5 temps ;

105


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

langdurig werklozen.

les chômeurs de longue durée.

In de tweede helft van 2004 kwam er een doelgroep bij namelijk: van de werknemers die het slachtoffer werden van een herstructurering: hun wedertewerkstelling wordt aangemoedigd door een bijdragevermindering voor de nieuwe werkgever en ook voor de werknemer zelf. In 2006 werd nogmaals een doelgroep toegevoegd: de erg laaggeschoolde jongeren. Bovendien werden naast de tarieven van 400 en 1.000 EUR ook nieuwe tarieven toegevoegd.

Un groupe-cible a été ajouté au cours du deuxième semestre de 2004, à savoir celui des travailleurs qui ont été victimes d’une restructuration : leur réinsertion est encouragée par une réduction de cotisation en faveur du nouvel employeur et aussi en faveur du travailleur. Un nouveau groupe-cible a été défini en 2006, les jeunes très faiblement qualifiés. De nouveaux tarifs de réductions ont été introduits complémentairement aux réductions de 400 EUR et de 1.000 EUR.

Een nieuwe vereenvoudigingsoperatie leek dan ook noodzakelijk. Daarbij was het uitgangspunt van de regering om doelgroepmaatregelen die grotendeels samenliepen met het lage-lonenaspect van de structurele lastenverlaging af te bouwen, en het bespaarde bedrag te gebruiken voor een versterking van die lage-lonen vermindering.

Ainsi, une nouvelle opération de simplification paraissait nécessaire. Pour le Gouvernement, le point de départ de cette simplification était une suppression progressive des mesures groupes cibles qui coïncidaient en grande partie avec l’aspect bas salaires de la réduction structurelle, et d’utiliser le montant ainsi économisé pour un renforcement de cette réduction bas salaires.

De sociale partners deden in hun interprofessioneel akkoord 2009-2010 een voorstel van vereenvoudiging van de bijdrageverminderingen. Dit akkoord voorziet de afschaffing van een aantal doelgroepmaatregelen, de progressieve versterking van de structurele vermindering, met name voor de lage lonen. Deze modificaties moeten gefaseerd worden gerealiseerd. De regering heeft in haar verklaring van 31 december 2008 aangegeven dat ze het interprofessioneel akkoord wil uitvoeren.

Dans le cadre de leur accord interprofessionnel 2009-2010, les partenaires sociaux ont avancé une proposition de simplification des réductions des charges. Cet accord prévoit la suppression de certaines mesures ciblées, le renforcement progressif de la réduction structurelle dont notamment sa composante bas salaires. Ces modifications doivent être réalisées de manière phasée. Le Gouvernement a, dans sa déclaration du 31 décembre 2008, indiqué vouloir exécuter l’accord interprofessionnel.

Loonlastverlaging via een activering van de werkloosheidsuitkeringen en leefloon

Réductions des coûts salariaux par une activation de l’allocation de chômage et du revenu d’intégration

Bovenop de verminderingen aan te betalen sociale zekerheidsbijdragen voor bepaalde doelgroepwerknemers, zijn er ook nog stelsels van activering van uitkeringen. Globaal gezien gaat het binnen de RVA-begroting (dus activering van werkloosheidsuitkeringen, niet van leefloon) in het jaar 2008 om 67.415 werknemers, goed voor een totaal bedrag aan activering van 310,2 miljoen EUR. Voor 2009 wordt een stijging verwacht tot 72.500 werknemers, en een totale kost van 333,5 miljoen EUR.

Outre ces réductions de cotisations dues à la sécurité sociale pour différents groupes-cibles, il existe différents régimes d’activation des allocations. Ces activations des allocations de chômage (sans l’activation du revenu d’intégration), représentent au niveau du budget de l’ONEm de 2008 un montant total de 310,2 millions EUR pour 67.415 travailleurs. Pour l’année 2009 une légère croissance est attendue : 72.500 travailleurs pour un montant total de 333,5 millions EUR.

De meest voorkomende stelsels van activering van uitkeringen zijn de volgende:  het plan Activa, dat zich richt tot de lang-

Les programmes d’activation des allocations les plus importants sont les suivants :

106

 le plan Activa, qui s’adresse aux chômeurs


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

durig werkzoekenden en dat van toepassing is op alle werkgevers van de private sector. De duur van activering van de uitkering is afhankelijk van de afstand van de werkzoekende tot de arbeidsmarkt, uitgedrukt in inactiviteitsduur. Oudere werkzoekenden worden na een kortere werkloosheidsduur dan deze die geldt voor de jongeren opgenomen in het plan Activa. Naast de algemene Activa-regeling zijn er ook specifieke stelsels van Activa voor een tewerkstelling in het kader van het lokaal veiligheids-en preventiebeleid (stadswachten). De voorziene uitgaven voor 2009 voor het Activaplan binnen het budget van de werkloosheidsuitkeringen bedragen 184,1 miljoen EUR voor 39.600 gerechtigden, een status quo ten opzichte van de 39.674 eenheden in 2008. Het gemiddeld maandbedrag aan geactiveerde uitkering bedraagt 387,46 EUR;  de doorstromingsprogramma’s, een soort variante op het Activastelsel specifiek voor vzw’s en werkgevers uit de overheidssector. Dit stelsel wordt mede gefinancierd door de Gewesten. In 2009 zullen binnen de RVAbegroting 6.000 personen genieten van zo’n programma voor een begroting van 29,3 miljoen EUR. Dit is een quasi status-quo ten opzichte van 2008 (5.756 eenheden). Binnen dit stelsel bedraagt het gemiddeld maandbedrag aan activering 406,92 EUR;

de longue durée et s’applique à tous les employeurs du secteur privé. La durée de l’activation des allocations dépend de la mesure dans laquelle le demandeur d’emploi s’est éloigné du marché du travail exprimée en durée d’inactivité. Les demandeurs d’emploi âgés remplissent les conditions d’application du plan Activa après une période de chômage plus courte que celle applicable aux jeunes. Outre le régime général Activa, il existe des régimes spécifiques Activa pour l’occupation dans le cadre de la politique locale de prévention et de sécurité (agents de prévention et de sécurité). Les dépenses prévues pour 2009 pour le plan Activa au sein du budget affecté aux allocations de chômage s’élèvent à 184,1 millions EUR pour 39.600 bénéficiaires, un statu-quo par rapport aux 39.674 unités en 2008. Le montant mensuel moyen de l’allocation activée est de 387,46 EUR ;  les programmes de transition professionnelle, une variante du plan Activa, sont orientés spécifiquement vers les ASBL et les employeurs du secteur public. Ce régime est cofinancé par les Régions. En 2009, 6.000 personnes bénéficieront d’un tel programme pour un budget de 29,3 millions EUR dans le cadre du budget de l’ONEM. Par rapport à 2008, ceci constitue quasi un statu-quo (5.756 unités en 2008). Au sein de ce régime, le montant mensuel moyen de l’allocation activée est de 406,92 EUR ;

 de werkhervattingstoeslag die toegekend wordt aan oudere werklozen die het werk hervatten. Door die toeslag, een soort forfaitaire werkloosheidsuitkering die cumuleerbaar is met het loon in de nieuwe job, worden oudere werklozen aangezet om terug aan het werk te gaan, zelfs aan een lager loon dan dat wat ze voor hun werkloosheid genoten. Bij de evolutie van dit activeringsprogramma mag niet uit het oog verloren worden dat de voorwaarden voor het genot van deze toeslag werden versoepeld met ingang van 1 april 2006, en dit in uitvoering van het generatiepact. Oudere werklozen komen sinds dan onmiddellijk in aanmerking voor deze toeslag, daar waar ze vroeger eerst een jaar werkloos moesten zijn. Een nieuwe aanpassing zal doorgevoerd worden in 2009, waardoor ook 50-plussers die minder dan 20 jaar loopbaan als loontrekkende achter de rug hebben, in aanmerking komen voor die toeslag: het bedrag zou voor die groep wel beperkt worden en de toekenning zou maximaal enkele jaren belopen. Daarvoor werd een bijkomend budget voorzien van 3 miljoen EUR. Voor 2009 wordt zodoende gerekend op 10.300 eenheden, goed voor 22,6 miljoen EUR (een belangrijke stijging ten opzichte van de 4.605 eenheden in 2007 en 7.192

 le complément de reprise du travail qui est octroyé aux chômeurs âgés qui reprennent le travail. Grâce à ce complément, qui revient à une allocation de chômage forfaitaire cumulable avec le salaire pour le nouvel emploi, les travailleurs âgés sont encouragés à reprendre le travail, même à un niveau de salaire inférieur à celui d’avant leur période de chômage. Concernant l’évolution de ce programme d’activation, on ne peut perdre de vue qu’en exécution du pacte de solidarité entre les générations les conditions d’application de ce complément ont er été assouplies à partir du 1 avril 2006. Depuis lors, les chômeurs âgés entrent immédiatement en ligne de compte pour ce complément, tandis qu’auparavant une période de chômage d’un an était requise. Une nouvelle adaptation est prévue en 2009, de sorte que les chômeurs de 50 ans et plus qui n’apportent pas la preuve d’une carrière de 20 ans au moins comme salarié, pourront bénéficier de ce complément : pour ce groupe le montant sera moins élevé et l’octroi sera limité à quelques années au maximum. A cette fin, un budget supplémentaire de 3 millions EUR est inscrit. Pour 2009 on s’attend provisoirement à 10.300 bénéficiaires, ce qui correspond à une dépense de 22,6 millions EUR

107


I. Algemene toelichting

I. Exposé général

in 2008);  het Sine-plan, dat zich specifiek richt tot de werkgevers uit de sociale-economie-sector. Dit stelsel is eveneens in sterke groei, mede onder invloed van de groei van het stelsel van de dienstencheques waarop een aantal van de ondernemingen uit de sociale-economie-sector (met inbegrip van PWA’s, OCMW’s en beschutte werkplaatsen) intekenden. Voor 2009 wordt rekening gehouden met 12.000 Sinewerknemers (tegenover 8.713 in 2007 en 10.212 in 2008) en een totaal budget aan geactiveerde uitkering van 65,5 miljoen EUR. Van de meeste van deze activeringsprogramma’s bestaat het equivalent voor de werkzoekenden die genieten van het leefloon. Hier is het dan het leefloon dat geactiveerd wordt. De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie heeft een bijzondere tewerkstellingsopdracht voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het leven geroepen. Zij is voor de jongeren beneden de 25 jaar een verplicht gegeven, terwijl zij voor personen vanaf 25 jaar facultatief is. Tewerkstelling als middel tot maatschappelijke integratie is voor oudere gerechtigden minstens even dienstig én aangewezen. Het moet gaan om een volwaardige baan, dit wil zeggen dat er een arbeidsovereenkomst mee gemoeid is waarop alle regels van het arbeidsrecht van toepassing zijn. Deze arbeidsovereenkomst kan afgesloten worden binnen het reguliere arbeidscircuit waarbij het OCMW als bemiddelaar optreedt of in het kader van specifieke tewerkstellingsmaatregelen: tewerkstellingen met toepassing van artikel 60, § 7, en artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de tewerkstellingen in welbepaalde inschakelingsprojecten waarbij het OCMW financieel tussenkomt in de loonkost van de werkgever (Activaplan, invoeginterim, doorstromingsprogramma’s en Sinetewerkstelling).

(une hausse importante par rapport aux 4.605 unités en 2007 et aux 7.192 unités en 2008);  le plan Sine, qui s’adresse spécifiquement aux employeurs du secteur de l’économie sociale. Ce régime connaît aussi une forte croissance notamment suite à la croissance du régime des titres-services, régime auquel nombre d’entreprises du secteur de l’économie sociale (y compris les ALE, les CPAS et les entreprises de travail adapté) participent. Pour 2009, on s’attend à 12.000 travailleurs Sine (contre 8.713 en 2007 et 10.212 en 2008) et un budget total d’allocations activés de 65,5 millions EUR.

Pour la plupart de ces programmes d’activation l’équivalent existe pour les demandeurs d’emploi qui bénéficient d’un revenu d’intégration. Dans ces cas, c’est le revenu d’intégration qui est activé. La loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale a instauré une mission particulière de mise à l’emploi pour les centres publics d’action sociale. Elle a un caractère obligatoire à l'égard des jeunes âgés de moins de 25 ans, alors qu'elle est facultative pour les personnes de plus de 25 ans. Il est également opportun et utile de se servir de la mise au travail comme instrument d’intégration sociale aussi pour les bénéficiaires plus âgés. Il doit s'agir d'un véritable emploi, c'est-à-dire assorti d'un contrat de travail auquel toutes les règles du droit du travail sont applicables. Ce contrat de travail peut être conclu dans le cadre du circuit de travail régulier, le CPAS servant d'intermédiaire, ou dans le cadre des mesures d'emploi spécifiques: mises au travail en application de l'article 60, § 7, et de l'article 61 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d’action sociale, ainsi que des emplois dans le cadre de certains projets d'insertion pour lesquels le CPAS intervient financièrement dans le coût salarial de l'employeur (plan Activa, intérim d'insertion, programmes de transition professionnelle et emplois Sine).

108


II Het stelsel van de werknemers 2004-2008



A.

Geconsolideerde economische rekeningen

1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006 4. Economische rekeningen 2007 5. Economische rekeningen 2008


112

(1) RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd.

Totaal

Externe overdrachten Naar de zelfstandigen Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging

Interne overdrachten tussen takken Naar de ziekte-invaliditeit Naar de werkloosheid Naar de pensioenen Naar de gezinsbijslag Naar de arbeidsongevallen Naar de beroepsziekten Naar het Globaal beheer

3.467,1

-

1,3 1,3 -

3.465,8

Subtotaal

8.537,5

-

-

8.537,5

-31,4

25,7

0,5

16,7

Besparing

-

0,5

406,0 234,1 171,9

0,3

8.136,4 8.136,4 -

Werkloosheid

-

0,1

Diverse financiĂŤle lasten

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle Diverse overdrachten naar derden

153,8 19,6 134,2

0,4

3.294,3 3.294,3 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

Oninvorderbare sociale prestaties

Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

Lasten

1. Economische rekeningen 2004 (miljoen euro)

14.673,9

-

-

14.673,9

-17,6

96,3

-

1,4

125,6 125,6 -

0,3

14.467,9 14.460,6 7,3

4.052,8

-

-

4.052,8

29,6

12,3

18,3

-

129,9 50,9 79,0

0,1

3.862,6 3.860,3 2,3

Pensioenen Gezinsbijslag

337,4

-

97,6 97,6

239,8

22,6

9,6

3,2

13,1

16,4 16,4 -

0,8

174,1 173,4 0,7

Arbeidsongevallen

363,3

-

-

363,3

3,8

0,8

-

-

22,9 22,9 -

-

335,8 335,4 0,4

Beroepsziekten

-

-

45.002,5

14.887,6 14.887,6

29.773,1 3.355,9 8.299,7 14.268,8 3.463,3 36,4 349,0 -

341,8

-110,6

111,5

220,0

31,9

89,0 89,0 -

Globaal beheer

76.434,5

14.887,6 14.887,6

29.872,0 3.355,9 8.299,7 14.270,1 3.463,3 36,4 349,0 97,6

31.674,9

-103,1

272,9

241,5

47,0

943,6 558,5 385,1

1,9

30.271,1 30.260,4 10,7

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen


113

Totaal

Externe overdrachten Van de zelfstandigen Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging

Interne overdrachten tussen takken Van de ziekte-invaliditeit Van de werkloosheid Van de pensioenen Van de gezinsbijslag Van de arbeidsongevallen Van de beroepsziekten Van het Globaal beheer

3.467,1

-

3.355,9 3.355,9

111,2

0,1

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

Subtotaal

4,3

0,2

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

Diverse opbrengsten voortkomend van derden

0,7

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

0,3

105,9

8.537,5

-

8.299,7 8.299,7

237,8

72,3

142,4

0,5

-

22,3

-

-

-

0,3 -

Werkloosheid

105,9 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

Verschuldigde sociale bijdragen Ten laste van de werknemers Ten laste van de werkgevers Ten laste van de genieters van sociale prestaties Andere bijdragen

Opbrengsten

1. Economische rekeningen 2004 (miljoen euro) (vervolg)

14.673,9

-

14.270,1 1,3 14.268,8

403,8

85,5

-

87,6

3,9

0,1

-

184,5

226,7 14,1 28,1

4.052,8

-

3.463,3 3.463,3

589,5

70,4

0,1

3,5

-

-

-

-

515,5 515,5

Pensioenen Gezinsbijslag

337,4

-

36,4 36,4

301,0

1,3

231,6

62,3

-

-

-

-

5,8 5,8

Arbeidsongevallen

363,3

-

349,0 349,0

14,3

-

-

2,0

-

-

-

-

12,3 12,3

Beroepsziekten

45.002,5

-

97,6 97,6 -

44.904,9

-

4,2

270,6

5.287,5

7.068,3

-

96,1

32.274,3 11.053,2 21.125,0

Globaal beheer

76.434,5

-

29.872,0 1,3 97,6 29.773,1

46.562,5

229,6

382,6

426,7

5.292,1

7.090,7

106,2

280,6

33.140,8 11.067,3 21.686,7

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen


114

3.614,3

Subtotaal

(1) RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd.

Totaal

Externe overdrachten Naar de zelfstandigen Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging 3.614,8

-

0,5 0,5 -

-5,8

Interne overdrachten tussen takken Naar de ziekte-invaliditeit Naar de werkloosheid Naar de pensioenen Naar de gezinsbijslag Naar de arbeidsongevallen Naar de beroepsziekten Naar het Globaal beheer

23,3

14,9

Besparing

9.448,1

-

-

9.448,1

510,3

-

0,3

-

0,1

Diverse financiĂŤle lasten

399,0 236,7 162,3

0,3

8.514,9 8.514,9 -

Werkloosheid

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle Diverse overdrachten naar derden

166,3 20,0 146,3

-

3.438,8 3.438,8 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

Oninvorderbare sociale prestaties

Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

Lasten

2. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro)

15.098,5

-

59,5 59,5

15.039,0

-265,4

102,2

20,8

22,5

132,6 132,6 -

0,2

15.026,1 15.019,1 7,0

4.196,4

-

-

4.196,4

-23,7

96,6

16,8

-

130,2 52,8 77,4

0,1

3.976,4 3.974,1 2,3

Pensioenen Gezinsbijslag

335,7

-

83,5 83,5

252,2

15,6

10,7

7,4

19,8

17,0 17,0 -

0,7

181,0 180,3 0,7

Arbeidsongevallen

345,5

-

-

345,5

-15,1

0,9

-

-

22,3 22,3 -

-

337,4 337,0 0,4

Beroepsziekten

-

-

46.533,3

15.441,0 15.441,0

31.283,2 3.499,2 9.107,8 14.717,7 3.601,8 24,6 332,1 -

- 190,9

-665,5

151,4

180,0

28,7

114,5 114,5 -

Globaal beheer

79.572,3

15.441,0 15.441,0

31.426,7 3.499,2 9.107,8 14.718,2 3.601,8 24,6 332,1 143,0

32.704,6

-449,6

400,0

225,0

71,4

981,9 595,9 386,0

1,3

31.474,6 31.464,2 10,4

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen


115

Totaal

Externe overdrachten Van de zelfstandigen Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging

Interne overdrachten tussen takken Van de ziekte-invaliditeit Van de werkloosheid Van de pensioenen Van de gezinsbijslag Van de arbeidsongevallen Van de beroepsziekten Van het Globaal beheer

3.614,8

-

3.499,2 3.499,2

115,6

0,1

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

Subtotaal

3,8

0,3

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

Diverse opbrengsten voortkomend van derden

0,5

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

0,5

110,4

9.448,1

-

9.107,8 9.107,8

340,3

87,2

148,7

0,4

-

103,5

-

0,5

-

0,5 -

Werkloosheid

110,9 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

Verschuldigde sociale bijdragen Ten laste van de werknemers Ten laste van de werkgevers Ten laste van de genieters van sociale prestaties Andere bijdragen

Opbrengsten

2. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro) (vervolg)

15.098,5

-

14.718,2 0,5 14.717,7

380,3

78,9

0,4

72,2

3,6

-

-

186,8

225,2 12,8 25,6

4.196,4

-

3.601,8 3.601,8

594,6

70,0

-

3,0

-

-

-

-

521,6 521,6

Pensioenen Gezinsbijslag

335,7

-

24,6 24,6

311,1

1,3

235,6

66,3

-

-

-

-

7,9 7,9

Arbeidsongevallen

345,5

-

332,1 332,1

13,4

-

-

1,8

-

-

-

-

11,6 11,6

Beroepsziekten

46.533,3

-

143,0 59,5 83,5 -

46.390,3

-

16,7

216,0

5.355,6

7.963,6

-

104,2

32.838,4 11.235,2 21.499,0

Globaal beheer

79.572,3

-

31.426,7 0,5 59,5 83,5 31.283,2

48.145,6

237,5

405,2

360,0

5.359,7

8.067,1

110,9

291,5

33.716,1 11.248,0 22.065,7

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen


116

(1) RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd.

Totaal

Externe overdrachten Naar de zelfstandigen Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging

Interne overdrachten tussen takken Naar de ziekte-invaliditeit Naar de werkloosheid Naar de pensioenen Naar de gezinsbijslag Naar de arbeidsongevallen Naar de beroepsziekten Naar het Globaal beheer

3.807,1

-

0,1 0,1 -

3.807,0

Subtotaal

9.242,3

-

-

9.242,3

-0,2

23,2

4,2

15,6

Besparing

-

0,2

406,5 238,8 167,7

9,5

8.803,1 8.803,1 -

Werkloosheid

-

-

Diverse financiĂŤle lasten

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle Diverse overdrachten naar derden

163,5 20,2 143,3

-

3.623,7 3.623,7 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

Oninvorderbare sociale prestaties

Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

Lasten

3. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro)

15.709,9

-

-

15.709,9

79,0

57,1

-

12,4

139,5 139,5 -

0,5

15.421,4 15.414,6 6,8

4.336,6

-

-

4.336,6

14,3

42,9

6,6

-

137,1 55,5 81,6

0,2

4.135,5 4.133,3 2,2

Pensioenen Gezinsbijslag

354,9

-

81,9 81,9

273,0

6,0

27,8

6,3

30,7

17,0 17,0 -

2,7

182,5 181,8 0,7

Arbeidsongevallen

344,5

-

-

344,5

-14,6

1,5

-

-

22,4 22,4 -

-

335,2 334,9 0,3

Beroepsziekten

-

-

48.269,6

15.423,0 15.423,0

32.083,9 3.687,2 8.936,4 15.369,0 3.732,2 27,0 332,1 -

762,7

204,2

182,6

198,0

46,0

131,9 131,9 -

Globaal beheer

82.064,9

15.423,0 15.423,0

32.165,9 3.687,2 8.936,4 15.369,1 3.732,2 27,0 332,1 81,9

34.476,0

292,9

350,7

210,9

89,3

1.017,9 625,3 392,6

12,9

32.501,4 32.491,4 10,0

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen


117

Totaal

Externe overdrachten Van de zelfstandigen Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging

Interne overdrachten tussen takken Van de ziekte-invaliditeit Van de werkloosheid Van de pensioenen Van de gezinsbijslag Van de arbeidsongevallen Van de beroepsziekten Van het Globaal beheer

3.807,1

-

3.687,2 3.687,2

119,9

0,1

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

Subtotaal

4,6

0,5

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

Diverse opbrengsten voortkomend van derden

0,7

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

0,3

113,4

9.242,3

0,6 0,6

8.936,4 8.936,4

305,3

87,7

136,9

0,4

-

80,0

-

0,5

0,1

0,3 -

Werkloosheid

113,9 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

Verschuldigde sociale bijdragen Ten laste van de werknemers Ten laste van de werkgevers Ten laste van de genieters van sociale prestaties Andere bijdragen

Opbrengsten

3. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (vervolg)

15.709,9

17,8 17,8

15.369,1 0,1 15.369,0

323,0

69,7

-

13,5

3,4

-

-

194,9

236,4 11,1 30,4

4.336,6

-

3.732,2 3.732,2

604,4

80,8

-

3,6

-

-

-

520,0 520,0

Pensioenen Gezinsbijslag

354,9

-

27,0 27,0

327,9

0,2

259,0

57,5

-

-

-

-

11,2 11,2

Arbeidsongevallen

344,5

-

332,1 332,1

12,4

-

-

1,4

-

-

-

11,0 11,0

Beroepsziekten

48.269,6

-

81,9 81,9 -

48.187,7

-

-

51,6

5.430,7

8.773,5

-

94,7

33.931,9 11.492,5 22.344,7

Globaal beheer

82.064,9

18,4 0,6 17,8

32.165,9 0,1 81,9 32.083,9

49.880,6

238,5

400,5

128,5

5.434,8

8.853,6

113,7

290,1

34.824,7 11.503,6 22.917,3

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen


118

4.082,2

Subtotaal

(1) RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd.

Totaal

Externe overdrachten Naar de zelfstandigen Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging 4.082,3

-

0,1 0,1 -

-0,3

Interne overdrachten tussen takken Naar de ziekte-invaliditeit Naar de werkloosheid Naar de pensioenen Naar de gezinsbijslag Naar de arbeidsongevallen Naar de beroepsziekten Naar het Globaal beheer

22,1

16,1

Besparing

9.279,0

-

-

9.279,0

4,5

-

0,2

-

-

Diverse financiĂŤle lasten

426,1 254,0 172,1

5,1

8.821,0 8.821,0 -

Werkloosheid

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle Diverse overdrachten naar derden

167,9 20,5 147,4

-

3.898,5 3.898,5 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

Oninvorderbare sociale prestaties

Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

Lasten

4. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro)

16.076,9

-

270,5 270,5

15.806,4

-369,8

72,1

-

12,0

141,1 141,1 -

0,3

15.950,7 15.943,8 6,9

4.435,6

-

-

4.435,6

3,3

55,3

1,4

-

141,4 57,2 84,2

0,2

4.234,0 4.232,2 1,8

Pensioenen Gezinsbijslag

365,8

-

82,4 82,4

283,4

-5,1

25,0

3,3

0,3

70,7 70,7 -

2,2

187,0 186,5 0,5

Arbeidsongevallen

363,8

-

-

363,8

1,2

3,4

-

-

24,3 24,3 -

-

334,9 334,4 0,5

Beroepsziekten

-

-

51.618,9

16.806,0 16.806,0

32.857,7 3.961,1 8.983,4 15.751,9 3.798,3 36,7 326,3 -

1.955,2

1.064,5

487,3

231,2

49,3

122,9 122,9 -

Globaal beheer

86.222,3

16.806,0 16.806,0

33.210,7 3.961,1 8.983,4 15.752,0 3.798,3 36,7 326,3 352,9

36.205,6

698,3

681,3

235,9

61,8

1.094,4 690,7 403,7

7,8

33.426,1 33.416,4 9,7

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen


119

Totaal

Externe overdrachten Van de zelfstandigen Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging

Interne overdrachten tussen takken Van de ziekte-invaliditeit Van de werkloosheid Van de pensioenen Van de gezinsbijslag Van de arbeidsongevallen Van de beroepsziekten Van het Globaal beheer

Subtotaal

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

4.082,3

-

3.961,1 3.961,1

121,2

-

4,3

0,3

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

Diverse opbrengsten voortkomend van derden

0,4

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

0,3

116,2

9.279,0

0,9 0,9 -

8.983,4 8.983,4

294,7

94,0

129,7

1,7

-

69,0

-

-

-

0,3 -

Werkloosheid

116,2 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

Verschuldigde sociale bijdragen Ten laste van de werknemers Ten laste van de werkgevers Ten laste van de genieters van sociale prestaties Andere bijdragen

Opbrengsten

4. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (vervolg)

16.076,9

6,7 6,7

15.752,0 0,1 15.751,9

318,2

69,4

2,9

12,0

3,1

-

-

192,6

230,8 12,5 25,7

4.435,6

-

3.798,3 3.798,3

637,3

81,5

-

5,5

-

-

-

-

550,3 550,3

Pensioenen Gezinsbijslag

365,8

-

36,7 36,7

329,1

0,6

248,9

64,5

-

-

-

-

15,1 15,1

Arbeidsongevallen

363,8

0,7 0,7 -

326,3 326,3

36,8

-

-

1,4

-

7,9

-

-

27,5 27,5

Beroepsziekten

51.618,9

-

352,9 270,5 82,4 -

51.266,0

-

-

138,1

5.522,1

9.615,3

-

108,2

35.990,5 12.132,1 23.750,2

Globaal beheer

86.222,3

8,3 1,6 6,7

33.210,7 0,1 270,5 82,4 32.857,7

53.003,3

245,5

385,8

223,5

5.525,6

9.692,2

116,5

300,8

36.930,7 12.144,6 24.368,8

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen


120

(1) RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd.

Totaal

Externe overdrachten Naar de zelfstandigen Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging

Interne overdrachten tussen takken Naar de ziekte-invaliditeit Naar de werkloosheid Naar de pensioenen Naar de gezinsbijslag Naar de arbeidsongevallen Naar de beroepsziekten Naar het Globaal beheer

4.466,9

-

0,1 0,1 -

4.466,8

Subtotaal

9.704,0

-

-

9.704,0

-22,1

20,9

4,2

17,1

Besparing

-

0,2

435,2 251,5 183,7

5,1

9.264,7 9.264,7 -

Werkloosheid

-

-

Diverse financiĂŤle lasten

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle Diverse overdrachten naar derden

171,8 20,0 151,8

-

4.273,7 4.273,7 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

Oninvorderbare sociale prestaties

Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

Lasten

5. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro)

17.318,9

-

5,0 5,0

17.313,9

-102,6

197,0

-

10,0

145,1 145,1 -

0,5

17.063,9 17.057,4 6,5

4.636,0

-

-

4.636,0

18,1

31,3

1,1

-

164,8 75,4 89,4

0,2

4.420,5 4.418,7 1,8

Pensioenen Gezinsbijslag

359,4

-

95,3 95,3

264,1

-13,8

24,0

2,3

-

54,9 54,9 -

2,2

194,5 193,8 0,7

Arbeidsongevallen

383,2

-

-

383,2

7,5

3,2

-

-

21,6 21,6 -

-

350,9 350,6 0,3

Beroepsziekten

-

-

54.968,4

18.574,8 18.574,8

35.072,0 4.348,8 9.363,7 16.990,4 4.013,7 21,6 333,8 -

1.321,6

945,1

226,9

-

1,3

148,3 148,3 -

Globaal beheer

91.836,8

18.574,8 18.574,8

35.172,4 4.348,8 9.363,7 16.990,5 4.013,7 21,6 333,8 100,3

38.089,6

836,4

520,4

3,4

11,5

1.141,7 716,8 424,9

8,0

35.568,2 35.558,9 9,3

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen


121

Totaal

Externe overdrachten Van de zelfstandigen Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging

Interne overdrachten tussen takken Van de ziekte-invaliditeit Van de werkloosheid Van de pensioenen Van de gezinsbijslag Van de arbeidsongevallen Van de beroepsziekten Van het Globaal beheer

4.466,9

-

4.348,8 4.348,8

118,1

0,1

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

Subtotaal

4,3

0,3

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

Diverse opbrengsten voortkomend van derden

0,8

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

0,3

112,3

9.704,0

2,5 2,5 -

9.363,7 9.363,7

337,8

121,0

127,8

1,2

4,4

83,1

-

0,2

0,1

0,3 -

Werkloosheid

112,5 -

ZiekteInvaliditeit (1)

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

Verschuldigde sociale bijdragen Ten laste van de werknemers Ten laste van de werkgevers Ten laste van de genieters van sociale prestaties Andere bijdragen

Opbrengsten

5. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (vervolg)

17.318,9

-

16.990,5 0,1 16.990,4

328,4

69,4

-

8,9

2,9

-

-

202,8

247,2 15,4 29,0

4.636,0

-

4.013,7 4.013,7

622,3

81,8

-

2,1

-

-

-

-

538,4 538,4

Pensioenen Gezinsbijslag

359,4

-

21,6 21,6

337,8

- 0,4

282,3

45,1

-

-

-

-

10,8 10,8

Arbeidsongevallen

383,2

0,1 0,1 -

333,8 333,8

49,3

-

-

1,6

-

10,0

-

-

37,7 37,7

Beroepsziekten

54.968,4

553,8 553,8

100,3 5,0 95,3 -

54.314,3

-

-

255,8

5.745,2

10.445,9

-

115,0

37.867,4 12.862,0 24.890,4

Globaal beheer

91.836,8

556,4 2,6 553,8

35.172,4 0,1 5,0 95,3 35.072,0

56.108,0

271,9

414,4

315,0

5.753,3

10.539,1

112,6

318,0

38.814,3 12.877,4 25.506,3

Totaal

II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen



B.

Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008 3. Definitieve rekeningen 2004 4. Definitieve rekeningen 2005 5. Definitieve rekeningen 2006 6. Voorlopige rekeningen 2007 7. Voorlopige rekeningen 2008



II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

1. Commentaar A. Evolutie van de macro-economische omgeving De evolutie van de macro-economische parameters die door de socialezekerheidsinstellingen in de loop van de periode 2004-2008 werden gebruikt, is als volgt:

2004

2005

2006

2007

2008

Bruto Binnenlands Product

2,6 %

1,2 %

2,8 %

2,8 %

1,2 %

Gezondheidsindex

1,6 %

2,2 %

1,8 %

1,8 %

4,2 %

Loonmassa van de privĂŠ-sector Lonen / Tewerkstelling

3,9 % 2,6 %

4,0 % 2,4 %

5,0 % 3,1 %

6,1 % 3,1 %

5,4 % 3,5 %

1,3 %

1,6 %

1,9 %

3,0 %

1,9 %

706.702

717.571

701.468

663.702

629.229

Tewerkstelling

(1)

Volledig werklozen

(2)

(1) Voltijds equivalenten. (2) Cf. definitie van het concept in het statistisch gedeelte.

De heropleving in 2004 zette zich niet door in 2005, maar in 2006 en 2007 trok de groei toch terug aan. In 2008 is er dan voornamelijk door het laatste kwartaal een terugval van de groei. Het inflatiepercentage, hier gemeten door de gezondheidsindex, kende in 2005 een lichte opstoot tot 2,2 %. In de periode 2006-2007 daalde het inflatiepercentage tot 1,8 %. In 2008 piekte het inflatiepercentage dan weer met 4,2%. Met uitzondering van 2005 en 2008 kende de loonmassa, onderworpen aan RSZ-bijdragen, een jaarlijkse groei van meer dan 2 %. Aan de groei van het aantal volledig werklozen kwam in 2006 een einde.

B. Evolutie van het begrotingsresultaat (duizend euro)

2004

2005

2006

2007

2008

44.868.707

46.732.931

48.320.121

51.494.057

55.080.335

1.055.381

1.136.473

1.136.822

1.132.701

1.258.336

0

0

75.768

336.714

4.138

Sociale prestaties

29.366.603

30.261.648

31.186.246

31.887.444

33.833.154

Andere lopende uitgaven (2)

16.754.272

17.600.973

17.981.092

19.810.954

21.782.248

44.846

15.864

15.911

1.211

415.321

-241.633

-9.081

349.462

1.263.863

312.087

Lopende ontvangsten van het RSZGlobaal beheer (1) Lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen (1) Kapitaalontvangsten

Kapitaaluitgaven

(3)

Begrotingsresultaat

(1) Zonder de interne overdrachten. (2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging. (3) Gedekt door een Staatstussenkomst.

Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de macro-economische omgeving, toegelicht in punt A, worden de ontvangsten en de uitgaven ook door de genomen beleidsmaatregelen beĂŻnvloed. De

125


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden.

C. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer In de periode 2004-2008 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSZGlobaal beheer de volgende (elk percentage in onderstaande tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 138): 2004 Globale middelen Waarvan: - gewone bijdragen

6,13 % (1)

- Staatstoelagen - alternatieve financiering (stock options inbegrepen)

2005

2006

4,25 %

3,26 %

2007 6,56 %

2008 6,99 %

2,53 %

2,72 %

15,36 %

5,51 %

5,54 %

1,50 %

1,29 %

1,40 %

1,68 %

4,04 %

39,36 %

12,76 %

10,85 %

9,71 %

9,83 %

(1) In 2006, 2007 en 2008: loonmatiging inbegrepen.

Een tabel die de berekening van de alternatieve financiering voor de jaren 2004 tot 2010 in detail weergeeft, volgt in bijlage. Hierna volgt jaar per jaar een overzicht van de voornaamste maatregelen die de evolutie van de RSZ-ontvangsten hebben beïnvloed. Hoofdstuk 7 van de programmawet van 24.12.2002, betreffende de harmonisering en de vereenvoudiging van de regelingen voor de verminderingen van de sociale bijdragen, is in werking getreden op 01.01.2004.  De basisvermindering blijft de structurele vermindering, die weinig veranderingen ondergaat. Er wordt een forfaitaire vermindering aan toegevoegd voor bepaalde doelgroepen (oudere werknemers, langdurig werklozen, eerste werknemers, jonge werknemers, collectieve arbeidsduurvermindering en vierdagenweek);  De vermindering van de werkgeversbijdragen werd versterkt in de diepte door de bijdrageverminderingen voor de laagste lonen (de lonen die lager of net iets hoger zijn dan het minimumloon voor meerderjarigen) te verhogen en in de breedte door de toekenningsdrempel van de vermindering op te trekken;  De structurele basisvermindering werd opgetrokken tot 400 euro (programmawet van 22.12.2003). Vanaf 01.01.2004 is bovendien het gewicht van de werkgeversbijdragen op de hoge lonen beperkt door bovenop de structurele basisvermindering een extra vermindering toe te kennen voor de lonen die een bepaald plafond overschrijden. In het systeem van de verminderingen van de werkgeversbijdragen voor de startbanen voor jongeren, wordt er vanaf 01.01.2004 aan alle laaggeschoolde jongeren een doelgroepvermindering toegekend tot aan het einde van het kwartaal tijdens hetwelke ze 26 jaar zijn geworden, en dat ter vervanging van de vroegere reglementering die een bijdragevermindering toekende tijdens de startbaan, van één tot drie jaar, gevolgd door een bijdragevermindering na de eerste baan van drie jaar. Voor de jongeren van 26 jaar en ouder kan de werkgever niet genieten van de bijdragevermindering voor de startbanen.

126


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

Het op vervanging gerichte activeringsbeleid van de onderneming in herstructurering wordt aangemoedigd door een doelgroepvermindering van de werkgeversbijdragen en door een vermindering van de persoonlijke bijdragen van de werknemers. In 2004 steeg de bijdragevermindering in het kader van de sociale maribel met 26,5 miljoen euro. In 2004 stemde het bedrag van de alternatieve financiering afkomstig van de BTW-ontvangsten (6.057.889 duizend euro) overeen met 95,77% van het percentage (23,514%) van de BTWontvangsten toegekend aan de sociale zekerheid, verminderd met een aantal heffingen (zie tabel in bijlage). De overblijvende 4,23% wordt toegekend aan de regeling voor zelfstandigen. Bij dit percentage komen voor 2004 de volgende bedragen:  100.189 duizend euro afkomstig van de desaffectatie van het Fonds voor Tewerkstelling;  Een uitzonderlijk bedrag van 1.533.175 duizend euro om de begroting van 2004 in evenwicht te brengen. In 2005 zijn een reeks maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen:  Vanaf het vierde kwartaal 2005 worden de voorschotten die betaald moeten worden aan de RSZ berekend op basis van het kwartaal t-4 in plaats van het kwartaal t-2 en worden de percentages gewijzigd;  Het contractueel personeel dat afhangt van de deelgebieden wordt vrijgesteld van de betaling van de bijdrage van 13,07% op het dubbel vakantiegeld;  Om het interprofessioneel akkoord van 20 december 2000 en het "Herenakkoord" van 18 februari 2002 volledig uit te voeren, is de bijdrage bestemd voor de beroepsziektenregeling het voorwerp van een bijkomende vermindering van 0,02% vanaf het 4e kwartaal 2005;  Er wordt een nieuw statuut gecreëerd voor de jobstudenten;  Om een doeltreffende inning mogelijk te maken, wordt er een nieuwe berekeningswijze voor de bijdrage op de bedrijfsvoertuigen ingevoerd;  Onderwerping aan de sociale bijdragen van de bedragen toegekend in het kader van de zogenaamde "Canada Dry"-overeenkomsten. De globale toelage werd in 2005 verminderd met 4.897 duizend euro. Dit bedrag werd toegevoegd aan de kredieten van de FOD Justitie voor 2005 om de meerkosten te financieren die verbonden zijn aan het externe zorgcircuit voor geïnterneerden. Het bedrag dat door het RIZIV werd overgedragen aan de betrokken instellingen wordt verminderd tot beloop van het passende bedrag. Het bedrag van de alternatieve financiering werd in 2005 verhoogd met de volgende bedragen:  242.002 duizend euro voor de financiering van de werkbonus.  80.465 duizend euro extra voor de dienstencheques, waarvan de enveloppe hierdoor op 164.038 duizend euro wordt gebracht.  Het uitzonderlijk bedrag toegekend aan het globaal beheer stijgt met 18.712 duizend euro ter compensatie van het verlies van de bijdragen op het dubbel vakantiegeld van de contractuele personeelsleden van de deelgebieden en de vermindering van de bijdrage voor de beroepsziekten, om 1.551.887 duizend euro te bereiken in 2005. Naast de socialezekerheidsbijdragen (met inbegrip van de loonmatiging), de Staatstoelage en de alternatieve financiering, omvatten de globale middelen van het RSZ-Globaal beheer een aantal specifieke bijdragen, afhoudingen en externe overdrachten. Wat deze overdrachten betreft, werd in 2005 de meerwaarde voortvloeiend uit de herwaardering op 31 december 2004 van de onroerende goederen die ten titel van reserves zijn opgenomen in het kapitalisatiestelsel bij de Rijksdienst voor pensioenen aan het globaal beheer overgedragen voor een bedrag van 59.500 duizend euro. Bovendien werd de regeling voor rust- en overlevingspensioen ten gunste van de vrij verzekerden waarvoor sinds 1976 geen enkele storting meer is gebeurd, afgeschaft. Het saldo van de activa van deze regeling, 16.500 duizend euro, werd overgedragen aan het globaal beheer. In 2006 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen:

127


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

Studenten tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten zijn niet onderworpen aan bijdragen indien ze tijdens de maanden juli, augustus en september niet langer dan 23 dagen tewerkgesteld zijn en tijdens de overige maanden ook maximaal 23 dagen. Wel is er een solidariteitsbijdrage verschuldigd. Er werden maatregelen genomen om de inning van de solidariteitsbijdragen op bedrijfswagens beter te doen verlopen. Enerzijds door een kruising van verschillende gegevensbanken, anderzijds door een informatiecampagne naar werkgevers toe. Er werd in een mogelijkheid van regularisatie voorzien die liep tot 30.06.2006, nadien werd er een verdubbeling van de bijdrage voorzien voor werkgevers die verzuimd hadden ĂŠĂŠn of meer onderworpen voertuigen aan te geven. Om een vroegtijdige uitstap uit de arbeidsmarkt tegen te gaan, werden er vanaf 01.04.2006 verplichte inhoudingen ingesteld op de aanvullende vergoedingen die de werkgever betaalt bij volledige werkloosheid of bij tijdskrediet of loopbaanonderbreking (Canada Dry-vergoedingen). De hoogte van de inhoudingen is afhankelijk van een aantal factoren (leeftijd betrokkenen, datum afsluiting CAO, toepassingsgebied CAO). Regelingen in het kader van opzeggingen die al zijn ingegaan voor 01.10.2005 blijven buiten deze maatregel. Een deel van de inhoudingen komen rechtstreeks toe aan RVP en RVA. Er wordt een nieuwe bijdragenvermindering ingevoerd voor jonge werknemers tussen 18 en 30 jaar met een loon beneden een bepaalde grens. Deze vermindering daalt degressief met de oplopende leeftijd van de jongere. Bovendien zijn een deel van de werkgevers uit de openbare sector en werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van de sociale maribel uitgesloten. Als een werkgever een laaggeschoolde jongere in dienst neemt in het kader van een startbaanovereenkomst, kan hij een vermindering van sociale bijdragen genieten van 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de zeven volgende kwartalen. Sinds 01.04.2006 is de periode waarin de werkgever van deze vermindering kan genieten voor erg laaggeschoolde jongeren en laaggeschoolde jongeren met een handicap of van buitenlandse afkomst uitgebreid tot vijftien kwartalen na indiensttreding. De regering besliste om vanaf 2006 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. 90% hiervan is bestemd voor het werknemersstelsel. In 2007 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Na kennisname van het strategische plan 2007 van SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst), kaderend in de strijd tegen sociale fraude, werd er een bijkomende ontvangst van 40.875 duizend euro aan sociale bijdragen voorzien. Daarnaast werd ook de strijd tegen zwartwerk in bepaalde sectoren, onder andere de bouw- en schoonmaaksector, verder opgevoerd wat resulteerde in extra bijdragenontvangsten. Vanaf 1 januari 2007 wordt het gewone vakantiegeld dat betaald wordt door de werkgever bij het einde van een arbeidsovereenkomst belast met werknemers- en werkgeversbijdragen. Deze aanpassing resulteerde voor 2007 in 176.625 duizend euro te ontvangen sociale bijdragen. De maatregel is niet van toepassing op de bedragen betaald aan de bedienden die worden tewerkgesteld via een tijdelijke arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 24 juli 1987.

128


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

Bij de alternatieve financiering werden volgende bijkomende ontvangsten voorzien:  Een verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, waardoor het deel dat toekomt aan het RIZIV-geneeskundige verzorging gestegen is voor de werknemers;  In het generatiepact werd bepaald dat vanaf 2007 een gedeelte van de personen- en vennootschapsbelasting toegewezen wordt aan de sociale zekerheid. In dit kader werd er een bijkomende alternatieve financiering voorzien ter compensatie van de bijdragenverminderingen voor jongere en oudere werknemers en van de maatregelen uit het sociaal akkoord. Bovendien werd er 13.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer voor werknemers, afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad;  Via een bijzondere toewijzing van de RSZ (Wetenschappelijke Maribel) wordt de tewerkstelling in de sector van het fundamenteel onderzoek aangemoedigd. Ter compensatie werd in 2007 een alternatieve financiering van 31.000 duizend euro toegekend;  Ten slotte werd beslist dat voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro werd afgenomen van het bedrag aan btw-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het werknemersstelsel toekomt met 19.154 duizend euro. In 2008 werden volgende maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen:    

Een nieuw plan in het kader van de strijd tegen de sociale fraude zorgde voor 50.000 duizend euro aan bijkomende ontvangen sociale bijdragen; Tengevolge de activeringspolitiek van de regering werd er een terugverdieneffect budgettair ingeschreven van 89.890 duizend euro aan sociale bijdragen; Het beperken van het aantal dienstencheques tot 750 per persoon per jaar had een vermindering van de ontvangen bijdragen van 2.642 duizend euro tot gevolg; Door een versterking van de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden werd het bedrag van de terugvorderingen van bijdragen verhoogd met 10.000 duizend euro.

Bij de alternatieve financiering werden volgende wijzigingen in de ontvangsten voorzien: 

De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007 “Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen; De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting; De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering.

Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Ook geldt er vanaf 2008 een 90-10 verdeling voor dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren volgens de aangehaalde verdeelsleutel.

129


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen 2004 Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen

(1)

0,42 %

2005 7,68 %

2006 0,03 %

2007 -0,36 %

2008 11,09 %

(1) Zonder de interne overdrachten.

De sterke stijging van de lopende ontvangsten in 2005 was voornamelijk het gevolg van de nieuwe toegewezen alternatieve financiering aan de RVA. Deze alternatieve financiering dient ter financiering van de toewijzigingsfondsen met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid en de dienstencheques. Voor beide fondsen samen werd een bedrag van 55.727 duizend euro voorzien. Bij de RVA zijn de diverse ontvangsten met 13.721 duizend euro gestegen. In 2006 was er geen alternatieve financiering meer voorzien voor het toewijzingsfonds met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid. Binnen het FAO kende men dan weer 25.264 duizend euro aan bijkomende overdrachten. Dit voornamelijk vanuit renten. Tenslotte stegen de toegewezen ontvangsten van de RVP met 8.985 duizend euro ten opzichte van 2005. Het jaar 2007 kende een beperkte daling van de lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen. Terwijl de bijdragenontvangsten (-3.008 duizend euro) en de externe overdrachten (-18.658 duizend euro) daalden, was er een stijging van de diverse ontvangsten (17.897 duizend euro). In 2008 werd de tak “RVP-kapitalisatie� opgenomen binnen het globaal beheer van de werknemers. Daarnaast stegen de ontvangsten vanuit externe overdrachten van het FAO met 33.534 duizend euro. De diverse ontvangsten van de RKW en de RVA kenden een gelijkaardige stijging. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor RSZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro. Ten slotte besliste de regering om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 zal dit bedrag ten gevolge van de programmawet van 22 december 2008 overgedragen worden naar de beide globaal beheren. Dit volgens de reeds aangehaalde 90-10 verdeling.

130


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

D. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties (duizend euro)

2004

2005

2006

2007

2008

RIZIV-Uitkeringen 3.277.030 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714 RVP 14.215.285 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535 RKW 3.418.380 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728 FAO 148.076 155.333 159.785 163.954 174.516 FBZ 315.842 315.054 309.199 306.360 311.385 RVA-Werkloosheid 6.244.174 6.395.831 6.364.409 6.088.379 6.136.062 RVA-Brugpensioenen 1.238.844 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299 RVA-Loopbaanonderbreking 487.873 552.341 606.995 645.900 703.674 Mijnwerkers-Invaliditeit 9.404 6.237 5.095 4.054 3.555 HVKZ-ZIV 7.886 7.792 7.795 7.671 7.496 Pool der Zeelieden-Werkloosheid 3.809 3.515 3.180 2.788 2.509 Totaal

29.366.603 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.833.154

Gemiddelde jaarlijkse aangroei 6,85 % 4,25 % 3,50 % 4,19 % -0,35 % -0,44 % 3,75 % 9,59 % -21,59 % -1,26 % -9,91 % 3,60 %

Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de genomen beleidsmaatregelen en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen,‌). Het gedeelte "C. Statistieken" bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder bespreken wij per jaar hoofdzakelijk de evolutie van de verschillende takken en de belangrijkste beleidsmaatregelen die werden genomen. Uitkeringen De verlenging van de pensioenleeftijd voor vrouwen (61 jaar vanaf 01.07.1997, 62 jaar vanaf 01.01.2000, 63 jaar vanaf 01.01.2003, 64 jaar vanaf 01.01.2006 en 65 jaar vanaf 01.01.2009) heeft tot gevolg dat zij langer hun statuut van gerechtigde zullen behouden. Op 01.04.2004 is de historische anomalie die in 1984 werd ingevoerd en die de plafonds voor de invalide beperkt, rechtgezet. De maatregel voert terug de correcte plafonds in voor de nieuwe 1 invaliden en brengt de maximumuitkering van 1.579 euro op 1.710 euro (hetzij 65 % van het begrensd loon voor een invalide die gezinshoofd is) en van 1.052 euro op 1.315 euro voor een alleenstaande (hetzij 50 % van het begrensd loon). Het minimumbedrag van de uitkeringen voor onregelmatige werknemers is met ingang van 01.10.2004 verhoogd met 1 %. Het bedrag van de toegelaten inkomsten van de partner van het invalide gezinshoofd is verhoogd met ingang van 01.07.2004.

1

Bedragen aan spilindexcijfer 111,64 in voege op 01.01.2004.

131


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

Bovendien onderging het moederschapsverlof in 2004 twee verbeteringen:  vanaf 01.04.2004: uitbreiding van het verlof wanneer de pasgeborene in het ziekenhuis wordt opgenomen;  uitbreiding van het verlof bij meerlinggeboorten: er wordt aan de moeder twee weken extra moederschapsverlof toegekend (dus 19 in plaats van 17 weken), die ze verplicht dient op te nemen na de geboorte. Tot slot werd het adoptieverlof met ingang van 01.07.2004 verlengd tot 30 dagen. ziekteverzekering neemt deze verlenging ten laste.

De

Vanaf 01.01.2005 zijn de loongrenzen die toegepast worden bij de berekening van de uitkeringen met 2% verhoogd in de sector van de primaire ongeschiktheid en de sector van de invaliditeit. Vanaf 01.01.2005 zijn de inkomensschijven verhoogd die dienen voor de berekening van de uitkeringen voor de invalide rechthebbenden die een toegelaten activiteit hervatten. Vanaf 01.09.2005 worden de invaliditeitsuitkeringen die minstens acht jaar zijn toegekend, verhoogd met 2%. Een uitkering kan gecumuleerd worden met een activiteit waaruit inkomsten worden verkregen, indien er een voorafgaande toestemming is van de adviserend geneesheer. In 2006 werd het bedrag van de inkomensschijven verhoogd. De uitkeringen aan gerechtigden bij wie de arbeidsongeschiktheid is ingetreden tijdens de periode 01.09.1997 tot 31.08.1999 worden vanaf 01.09.2006 met 2% verhoogd. Op 01.10.2006 werden de uitkeringen aangepast aan de nieuwe gezondheidsindex en werd de minimumuitkering voor niet-regelmatige werknemers verhoogd met 1%. Vanaf 01.01. 2007 werd een forfaitaire tegemoetkoming van 12 euro voor hulp van derden toegekend. Op 01.09.2007 werden de minima betreffende de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 %. Vanaf 01.09.2007 werden de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan verhoogd met 2 %. Bovendien zijn in 2007 de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen aangepast aan de welvaart en werd gelijktijdig de inkomensgrens voor het WIGW-statuut en voor de uitkering die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd eveneens verhoogd met 2 %. Pensioenen De pensioenhervorming vanaf 01.07.1997 heeft een besparingseffect op de uitgaven. De pensioenleeftijd voor vrouwen werd opgetrokken: vanaf 01.07.1997 tot 61 jaar, van 01.01.2000 tot 31.12.2002 tot 62 jaar, van 01.01.2003 tot 31.12.2005 tot 63 jaar, van 01.01.2006 tot 31.12.2008 tot 64 jaar en vanaf 01.01.2009 tot 65 jaar. Enerzijds wordt de stijging van het aantal rustpensioenen voor vrouwen vertraagd. Anderzijds behouden de vrouwen langer hun statuut van gerechtigde in andere sectoren van de sociale zekerheid, voornamelijk inzake werkloosheid, brugpensioen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. Op 01.04.2004 werden de pensioenen die zijn ingegaan in 1996 verhoogd met 2 %. De grenzen van de toegelaten arbeid voor de gepensioneerden die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, zijn met ingang van 1 januari 2004 verhoogd met 25 %.

132


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

Op 01.09.2005 werden de pensioenen die ingegaan zijn in 1997, verhoogd met 2%. Vanaf 01.12.2005 wordt een aanvulling toegekend aan de werknemers met een gemengde loopbaan werknemer-zelfstandige van wie de loopbaan in totaal een aantal jaren telt dat minstens gelijk is aan twee derden van een volledige beroepsloopbaan. Voor het jaar 2005 worden de uitgaven met betrekking tot de indexering van de renten ten laste gelegd van de wettelijke regeling van de kapitalisatie ten belope van 121.200 duizend euro. Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. Op 01.09.2006 worden de werknemerspensioenen ingegaan in de loop van 1998 of 1999 verhoogd met 2 %. Deze verhoging is een beslissing die kadert binnen het beleid om de oudste pensioenen op te trekken en beter de evolutie van de welvaart te laten volgen. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd.

van

een

V贸贸r 2007 was er een wettelijke bepaling die stipuleerde dat pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet werden uitbetaald. Vanaf 01.01.2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen vanaf 01.03.2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Tevens werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd vanaf 01.07.2008 Ten slotte, nog steeds in het kader van de pensioenen, werd vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008. Gezinsbijslag Vanaf 01.04.2004 zijn de sociale toeslagen voor kinderen van langdurig werklozen, invalide werknemers en gepensioneerden verbeterd: er is 茅茅n enkel inkomensplafond ingevoerd, er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen vervangingsinkomens en inkomens uit werk en er wordt niet meer gekeken naar de gezinsstatus van diegene die er recht op heeft. Voor kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling op de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor gehandicapte kinderen geboren na 01.01.1996 verhoogd. Sinds 01.01.2007 werden de verhoogde kinderbijslagen voor invaliden en werklozen behouden gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden indien men opnieuw begint te werken.

133


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

EĂŠnoudergezinnen met een bruto-maandelijks inkomen lager dan 1.740,15 euro ontvangen in 2007 een bijkomende maandelijkse kinderbijslag van 20 euro. De enveloppe voor de schoolpremie in 2007 bedroeg 65,3 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieĂŤn 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. Beroepsziekten De lijst van beroepsziekten werd uitgebreid en verschillende keren vervolledigd. De uitkeringsgrens werd met ingang van 01.04.2004 op dezelfde hoogte gebracht als de uitkeringsgrens voor de invaliditeitsuitkeringen. Net als deze laatste werd hij op 01.01.2005 verhoogd met 2 %. Op 01.09.2005 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1997 of vroeger. Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen voor beroepsziekten werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,96 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,14 miljoen euro. Arbeidsongevallen De uitkeringsgrens is met ingang van 01.04.2004 op dezelfde hoogte gebracht als de uitkeringsgrens voor de invaliditeitsuitkeringen. Net als deze laatste werd hij op 01.01.2005 verhoogd met 2%. Op 01.09.2005 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1997 of vroeger. Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen arbeidsongevallen werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,66 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,55 miljoen euro.

134


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

Werkloosheid In 2004 werd er een belangrijke inspanning geleverd voor de uitbreiding van de dienstencheques: de nieuwe werkzoekenden die geholpen kunnen worden bij het vinden van een baan in de sector van de huishoudelijke diensten worden vanaf 01.01.2004 georiënteerd naar contracten via dienstencheques, en niet langer naar werk via het PWA-systeem. Op 01.10.2004 zijn de wachtuitkeringen voor de jongeren tussen 21 en 25 jaar verhoogd met 1 %. Bovendien zijn de toegelaten inkomsten van de partner van het werkloze gezinshoofd verhoogd met ingang van 01.07.2004, om de werkloosheidsval te bestrijden. Vanaf 01.07.2005 is er een nieuwe berekeningswijze ingevoerd voor de inkomensgarantieuitkering voor de deeltijds werklozen, tegelijkertijd met een werkbonus om werken lonender te maken en de deeltijdse werknemers zo aan te moedigen meer uren te presteren. Bij bedrijfsherstructureringen na 30.03.2006 krijgt een werknemer vanaf 45 jaar, die op vrijwillige basis in een tewerkstellingscel stapt, gedurende maximaal zes maanden een inschakelingsvergoeding, die overeenstemt met zijn vroegere loon. Deze vergoeding vervangt geheel of gedeeltelijk de opzeggingsvergoeding waarop hij recht had. Indien voor een arbeider de inschakelingsvergoeding groter is dan de normaal verschuldigde opzeggingsvergoeding, kan de werkgever de terugbetaling van het verschil verkrijgen bij de RVA. Indien er een tewerkstellingscel werd opgericht conform de bepalingen uit het Generatiepact moet deze cel elke ingeschreven werknemer een outplacementaanbod doen. Onder bepaalde voorwaarden kan de werkgever de hieraan verbonden kosten terugvorderen bij de RVA. Daarnaast is inschrijving in een tewerkstellingscel een voorwaarde geworden om brugpensioen te bekomen. Niet-vergoede werkzoekenden die in een individuele beroepsopleiding stappen of een instapstage volgen, kunnen vanaf 01.04.2006 onder bepaalde voorwaarden een recht doen gelden op een opleidings- of stage-uitkering (KB 13.03.2006). Beide uitkeringen worden gelijkgesteld met een wachtuitkering. Een niet-uitkeringsgerechtigde werkloze kan, onder bepaalde voorwaarden, sinds 01.04.2006 aanspraak maken op een vestigingsuitkering voor een periode van ten hoogste zes maanden als hij zich met begeleiding van het Participatiefonds voorbereidt op een vestiging als zelfstandige. Ook deze uitkering wordt gelijkgesteld met een wachtuitkering. Vanaf 01.09.2006 kan elke jongere die in het kader van een alternerende opleiding tijdens een periode van deeltijdse leerplicht, een praktijkopleiding volgt bij een werkgever, aanspraak maken op een startbonus gedurende maximaal drie opleidingsjaren. De werkgever van zijn kant heeft recht op een stagebonus. Beide bonussen bedragen 500 euro na beëindiging van de eerste twee opleidingsjaren en 750 euro na het derde opleidingsjaar (KB 01.09.2006). Vanaf 01.01.2007 werd de actveringsmaatregel om langdurig werklozen aan werk te helpen versoepeld. Activa-plus en activa-sluiting werden afgeschaft en activa-stadswachten werd versoepeld. De gevoerde activeringspolitiek bracht in 2008 een daling van de werkloosheidsuitkeringen met 81.180 duizend euro met zich mee. Vervolgens waren er maatregelen genomen betreffende de problematiek van de werkloosheidsval en mobiliteit. Deze vinden hun ingang vanaf 01.07.2008. De uitgaven met betrekking tot de werkloosheidsuitkeringen daalden hierdoor met 13.365 duizend euro. Door het feit dat er beslist werd dat de huishoudelijke taken voor tewerkgestelden binnen het PWA-statuut jonger dan 50 jaar die geen werkonbekwaamheid kennen van 33 % worden geschrapt, was er in 2008 een besparing voor de werkloosheidsuitkeringen voor de PWA’ers voor een bedrag van 15.000 duizend euro.

135


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

Loopbaanonderbreking en tijdskrediet De stijging van de uitgaven is gekoppeld aan de invoering van het tijdskrediet. BIj uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001-2002 van 22.12.2000, hebben de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad op 14.02.2001 een conventie nr. 77 gesloten, die een systeem invoert van tijdskrediet, loopbaanverkorting en vermindering van de prestaties tot halftijdse arbeid. Vanaf 01.01.2002 vervangt dit systeem in de privésector de loopbaanonderbreking zoals ze bij de herstelwet van 22.12.1985 werd geregeld (zie ook het statistisch gedeelte). De werknemers ontvangen hogere uitkeringen dan in het kader van de loopbaanonderbreking. De mogelijkheden voor ouderschapsverlof werden sinds 01.02.2002 uitgebreid en dit verlof kan nu worden opgenomen in de vorm van een onderbreking van de prestaties met 1/5 gedurende 15 maanden. Op 01.07.2005 werden de toekenningsvoorwaarden aangepast en werd het bedrag van de uitkering verhoogd. In 2007 voorzag maatregel 47 uit het generatiepact voor het tijdskrediet:  Een absoluut recht op 1/5-tijdskrediet voor de 55-jarigen en ouder; voor de 55-jarigen en ouder geldt de maximumlimiet van 5 % van het personeel niet;  De werknemers van 50 jaar en ouder moeten slechts twee jaar in plaats van vijf jaar anciënniteit hebben; de werknemers van 55 jaar en ouder moeten slechts één jaar anciënniteit hebben;  Beperking van de toekenning van het gewoon tijdskrediet tot 1 jaar. De andere lopende uitgaven De overdracht van 10 miljoen euro van het RSZ-Globaal beheer naar het fonds ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van werknemers van ten minste 55 jaar oud is geschorst in 2004 omdat dit fonds over voldoende reserves beschikte. Vanaf 2004 financiert het RIZIV de verpleegdagprijs in de ziekenhuizen volledig, via een alternatieve financiering die het rechtstreeks daarvoor krijgt toegekend. In 2005 heeft het RSZ-Globaal beheer 15 miljoen euro overgedragen aan het FCUD. Om de schulden met betrekking tot de socialezekerheidsbijdragen en de loonmatigingsbijdrage die de RVA sinds 1994 heeft bij de RSZ aan te zuiveren, werd in 2005 een bedrag van 464.371 duizend euro ingehouden op de middelen van het globaal beheer. Aangezien het gaat om een technische operatie die geen invloed heeft op het saldo van het globaal beheer, is deze niet 2 opgenomen in de tabellen van het Vade Mecum. Er wordt aan het FCUD in 2006 16,5 miljoen euro toegekend ten laste van het globaal beheer werknemers. De storting vanuit het globaal beheer werknemers naar het Participatiefonds wordt vanaf 2006 met 500.000 euro verhoogd. De werking van het al bestaande fonds tot bestrijding van het tabaksgebruik wordt uitgebreid tot een fonds tot bestrijding van verslavingen. Met het oog hierop wordt er ook in 3 miljoen euro aan bijkomende middelen voorzien ten laste van de begroting van het RIZIV. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe zal er een storting van het RIZIV naar RVP gebeuren. In 2006 bedroeg deze overdracht 15.580 duizend euro in het werknemersstelsel.

2

Met de middelen die hem door het globaal beheer zijn toegekend, betaalt de RVA zijn schuld terug aan de RSZ.

136


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

Einde 2006 betaalde de RVP-Repartitie aan de RVP-Kapitalisatie een bedrag van 92 miljoen euro betreffende de indexering van de renten 2005 die door het kapitalisatiestelsel ten laste was genomen. Dit liet to de betaling van de renten en de kapitalen in 2007 te financieren. Vanaf 01.01.2007 zal de overdracht van kapitalen tussen de RVP en andere overheidsinstellingen plaatsvinden op het moment van effectieve pensionering van de werknemer waarvoor de overdracht gevraagd wordt. Deze wijziging resulteert in een vermindering van de overdrachtuitgaven voor de RVP. De waarde van de dienstencheques werd op 1 januari 2007 verminderd met 1 euro. Hierdoor daalden de diverse uitgaven bij de RVA. Van deze besparing wordt 7.000 duizend euro gebruikt om een Opleidingsfonds op te richten bij de RVA. De werkgevers uit de sector van de dienstencheques kunnen beroep doen op dit fonds om bijkomende opleidingsinspanningen te financieren. De bijzondere toewijzing Sociale Maribel werd verminderd met 7.200 duizend euro. Vanuit het RSZ-Globaal beheer vindt er een overdracht plaats van 10.000 duizend euro naar het FBZ ten voordele van het Asbestfonds. Wat betreft de dienstencheques zijn in 2008 volgende beslissingen genomen:  

Vanaf 01.04.2008 wordt het aandeel van de gebruiker verhoogd met 30 cent waarvan 8 cent wordt toegewezen ter vermindering van de staatstussenkomst in de onderneming; Het aantal dienstencheques die jaarlijks kunnen aangekocht worden door een persoon, wordt vanaf 01.01.2008 beperkt tot 750. Dit plafond is niet van toepassing op eenoudergezinnen, personen met een handicap en ouderen die genieten van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden; Daarenboven werd de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden versterkt. Dit door het opzetten van een informatie-uitwisselingssysteem tussen de RSZ en de RVA. Dit zal terugvorderingen van bijdragen voor 10.000 duizend euro met zich meebrengen.

De kapitaaluitgaven De laatste schijf van de aflossing van de lening, toegestaan door de RVP-kapitalisatie aan de RVPrepartitie in 1994 is betaald in 2004, wat de vermindering verklaart van de kapitaaluitgaven in 2005. Het Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg, gecreëerd in 2007, werd in 2008 overgedragen aan de twee globale beheren: het RIZIV kreeg allereerst het geld (309.000 duizend euro) terug dat geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIVGeneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren. Tenslotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSZ-Globaal beheer een bedrag van 105.011 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.

137


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro) Lopende Ontvangsten Bijdragen

2004

2005

2006

2007

2008

32.421.262 33.486.083 34.400.634 36.322.215 38.392.650

Staatstoelagen

5.287.517

5.355.599

5.430.743

5.522.075

5.745.555

Alternatieve financiering

6.170.940

7.014.029

7.715.811

8.465.052

9.297.116

Toegewezen ontvangsten

1.002.995

1.004.084

1.040.736

1.112.795

1.187.042

Externe overdrachten

357.937

379.746

397.244

649.157

956.139

Opbrengsten beleggingen

234.190

170.858

4.320

70.555

195.457

Diversen

449.247

459.006

467.454

484.909

564.713

Totaal lopende ontvangsten

45.924.088 47.869.404 49.456.943 52.626.758 56.338.672

138


II. Het stelsel voor werknemers

B. Geconsolideerde tabellen

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro) (vervolg) Lopende Uitgaven Prestaties RIZIV-Uitkeringen RVP RKW FAO FBZ RVA Mijnwerkers-Invaliditeitspensioenen HVKZ-ZIV Pool der Zeelieden-Wachtgeld

2004

2005

2006

2007

2008

29.366.603 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.833.154 3.277.030 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714 14.215.285 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535 3.418.380 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728 148.076 155.333 159.785 163.954 174.516 315.842 315.054 309.199 306.360 311.385 7.970.891 8.203.087 8.269.287 8.108.705 8.275.035 9.404 6.237 5.095 4.054 3.555 7.886 7.792 7.795 7.671 7.496 3.809 3.515 3.180 2.788 2.509

Betalingskosten

10.594

10.219

9.879

9.594

8.877

Beheerskosten

871.415

904.918

949.336

970.642

1.018.051

Externe overdrachten Intresten op leningen Diversen Totaal lopende uitgaven

Saldo lopende rekeningen

Kapitaalrekeningen Ontvangsten Uitgaven Saldo kapitaalrekeningen

Budgettair resultaat

15.413.457 16.061.363 16.161.549 17.787.506 19.452.270 7.739

13.081

27.358

8.482

1.505

451.067

611.393

832.969

1.034.731

1.301.545

46.120.875 47.862.621 49.167.337 51.698.397 55.615.402

-196.787

2004

6.783

2005

289.605

928.361

723.270

2006

2007

2008

0

0

75.768

336.714

4.138

44.846

15.864

15.911

1.211

415.321

-44.846

-15.864

59.857

335.503

-411.183

-241.633

-9.081

349.462

1.263.863

312.087

139


140

3.334.094 14.270.168

3.443.744 14.428.126

Interne overdrachten

Totaal lopende ontvangsten

157.958

28

1.073

3.256

3.334.094 14.268.844 0 1.324

109.650

3.888

133

0

77.955

RSZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

Toegewezen ontvangsten

Btw Stock options Accijnzen tabak Andere

104.894

3.811.930

3.463.327

3.463.327 0

348.603

281.580

241

0

0

273.515

36.400

36.400 0

237.115

5.723

187

226.476

0

4.729

4.729

FAO

FBZ

0

0

0

335

RVA

0

0

349.687

348.986

348.986 0

701

0

701

0

8.498.166

8.298.421

8.298.421 0

199.745

75.779

278

123.353

12.724

12.612

12.612 0

112

112

0

0

12.015

10.518

10.518 0

1.497

439

123

669

43

223

223

RSZ-GFB

81.698

231.454

4.183

819.768

6.057.889 54.073 50.700 8.278

97.550

97.550

30.829.906 44.966.257

29.774.525

29.773.202 1.324

1.055.381 44.868.707

367.549

2.736

353.754

183.227

27.813.583 3.132.346 148.115 1.327.218

148.115 32.273.147

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

6.170.940

66.782

66.782

RKW

Alternatieve financiering

75.646

75.646

RVP

5.287.517

735

735

RIZIV-Uit

Staatstoelagen

Gewone bijdragen Loonmatiging Specifieke bijdragen

Bijdragen

Lopende Ontvangsten

3. Definitieve rekeningen 2004 (duizend euro)

75.796.163

29.872.075

29.773.202 98.874

45.924.088

449.247

234.190

357.937

1.002.995

6.057.889 54.073 50.700 8.278

6.170.940

5.287.517

27.813.583 3.132.346 1.475.333

32.421.262

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen


141

0

Interne overdrachten

0 0 0

0

Uitgaven

Saldo kapitaalrekeningen

Budgettair resultaat

RIZIV-Uit

0

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

0

0 0

0

-29.958

-29.080

29.080

RVP

-878

3.443.744 14.429.003

0 0

Totaal lopende uitgaven

0

1.381

91.769

91.769

113.309

7.259

3.443.744 14.429.003

15.979

0

150.735

0

RSZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

3.277.030 14.215.285

Prestaties

RVP

RIZIV-Uit

Lopende Uitgaven

0

0

0

-9.018

RKW

-9.018

3.820.948

0

0 0

3.820.948

281.580

0

637

637

118.123

2.228

3.418.380

RKW

3. Definitieve rekeningen 2004 (duizend euro) (vervolg)

0

0

0

338

FAO

338

273.177

97.550

97.550

175.627

3.240

0

9.553

9.553

14.121

636

148.076

FAO

0

0

0

12.111

FBZ

12.111

337.576

0

0 0

337.576

682

0

0

20.607

445

315.842

FBZ

0

-10.115

-707

707

RVA

-9.408

8.507.574

0

0 0

8.507.574

148.868

429

25.700

25.700

361.686

0

7.970.891

RVA

-2.021

14.035

0

0 0

14.035

605

75

28

28

1.632

1

11.695

0

0

0

0

-2.206

-185

185

0

89.343

RSZ-GFB

5.854

-8.875

-38.847

-29.972

29.972

0

-202.786

-14.874

14.874

0

RSZ-GFB

-187.912

30.838.781 45.154.169

98.874 29.773.202

97.550 1.324 29.773.202

30.739.908 15.380.967

451.067

1.885

14.887.628 127.687 398.142

127.687 15.285.770

782.072

10.594

29.366.603

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

0

12.724

1.324

0 1.324

11.401

113

0

1.859

24

9.404

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

0

-241.633

-44.846

44.846

TOTAAL

-196.787

75.992.950

29.872.075

97.550 29.774.525

46.120.875

451.067

7.739

14.887.628 525.829

15.413.457

871.415

10.594

29.366.603

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen


142

3.481.003 14.718.240

3.596.622 14.873.769

Interne overdrachten

Totaal lopende ontvangsten

155.529

31

1.054

6.723

3.481.003 14.717.709 0 531

115.619

4.476

123

0

69.692

RSZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

Toegewezen ontvangsten

Btw Stock options Accijnzen tabak Andere

110.269

3.933.884

3.586.803

3.586.803 0

347.081

286.006

353

0

0

268.018

24.600

24.600 0

243.418

7.457

163

229.335

0

6.463

6.463

FAO

FBZ

0

0

0

55.727

RVA

0

0

332.937

332.145

332.145 0

792

0

792

0

8.911.713

8.639.285

8.639.285 0

272.428

89.500

225

126.514

462

55.727

2.156

2.075

2.075 0

81

81

0

0

13.645

12.120

12.120 0

1.525

392

171

474

1

487

487

RSZ-GFB

71.064

167.978

16.699

823.660

6.858.602 32.008 52.421 15.270

143.000

143.000

31.932.744 46.875.931

30.796.271

30.795.740 531

1.136.473 46.732.931

387.942

2.880

363.046

180.424

55.727

55.727

28.568.931 3.229.618 146.453 1.541.081

146.453 33.339.630

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

6.958.302

60.722

60.722

RKW

Alternatieve financiering

78.029

78.029

RVP

5.355.599

752

752

RIZIV-Uit

Staatstoelagen

Gewone bijdragen Loonmatiging Specifieke bijdragen

Bijdragen

Lopende Ontvangsten

4. Definitieve rekeningen 2005 (duizend euro)

78.808.675

30.939.271

30.795.740 143.531

47.869.404

459.006

170.858

379.746

1.004.084

6.914.329 32.008 52.421 15.270

7.014.029

5.355.599

28.568.931 3.229.618 1.687.533

33.486.083

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen


143

0

Interne overdrachten

0 0 0

0

Uitgaven

Saldo kapitaalrekeningen

Budgettair resultaat

RIZIV-Uit

0

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

59.500

59.500 0

0

0

0

-72.991

RVP

-72.991

3.596.622 14.946.760

0 0

Totaal lopende uitgaven

11.442

0

115.240

115.240

117.928

7.041

3.596.622 14.887.260

15.579

0

0

156.275

0

RSZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

3.424.768 14.635.609

Prestaties

RVP

RIZIV-Uit

Lopende Uitgaven

0

0

0

16.656

RKW

16.656

3.917.228

0

0 0

3.917.228

286.006

0

830

830

117.964

2.175

3.510.253

RKW

4. Definitieve rekeningen 2005 (duizend euro) (vervolg)

0

0

0

-1.630

FAO

-1.630

269.648

83.500

83.500 0

186.148

5.189

0

10.454

10.454

14.575

597

155.333

FAO

0

0

0

-3.456

FBZ

-3.456

336.393

0

0 0

336.393

840

0

0

20.112

387

315.054

FBZ

0

38.704

-789

789

RVA

39.493

8.872.220

0

0 0

8.872.220

291.469

279

23.263

23.263

354.122

0

8.203.087

RVA

-146

13.791

0

0 0

13.791

851

59

30

30

1.542

2

11.307

-5.632

0

0

0

-347

-201

201

0

121.414

RSZ-GFB

12.743

-27.706

-28.696

-990

990

0

19.615

-14.874

14.874

0

RSZ-GFB

34.489

31.960.450 46.841.442

143.531 30.795.740

143.000 531 30.795.740

31.816.919 16.045.702

611.393

338

15.449.135 149.817 462.411

149.817 15.911.546

783.504

10.219

30.261.648

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

-5.632

7.788

531

0 531

7.257

17

0

985

17

6.237

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

0

-9.081

-15.864

15.864

TOTAAL

6.783

78.801.892

30.939.271

143.000 30.796.271

47.862.621

611.393

13.081

15.449.135 612.228

16.061.363

904.918

10.219

30.261.648

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen


(1)

144

3.791.076 15.547.623

Totaal lopende ontvangsten

(1) Loonmatiging inbegrepen.

3.673.548 15.369.011

Interne overdrachten

178.612

34

878

20.688

3.673.548 15.369.011 0

117.528

3.750

400

0

RSZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

4.072.282

3.715.712

3.715.712

356.570

299.529

613

0

0

296.158

27.000

27.000

269.158

4.899

213

254.599

0

0

0

333.133

332.106

332.106

1.027

0

1.027

0

9.144.336

8.932.675

8.932.675

211.661

87.347

429

121.137

6.605

6.545

6.545

60

60

0

0

13.106

10.901

10.901

2.205

809

130

662

101

502

502 32.956.384 1.298.887

71.026

630

158

848.882

7.259.692 348.606 36.284 54.478 14.351

81.850

81.850

33.204.320 48.401.971

32.067.498

32.067.498 0

1.136.822 48.320.121

396.428

3.690

397.086

191.854

2.400

2.400

145.363

145.363 34.255.271

348

78.677

0

RSZ-GFB

Toegewezen ontvangsten

0

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

2.400

112.728

0

RVA

Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Andere

FBZ

7.713.411

9.448

9.448

FAO

2.400

56.428

56.428

RKW

Alternatieve financiering

78.335

78.335

RVP

5.430.743

650

650

RIZIV-Uit

Staatstoelagen

Gewone bijdragen Specifieke bijdragen

Bijdragen

Lopende Ontvangsten

5. Definitieve rekeningen 2006 (duizend euro)

81.606.291

32.149.348

32.067.498 81.850

49.456.943

467.454

4.320

397.244

1.040.736

7.262.092 348.606 36.284 54.478 14.351

7.715.811

5.430.743

32.956.384 1.444.250

34.400.634

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen


12.447

0

168.062

168.062

130.431

6.806

145

0

Saldo kapitaalrekeningen

4.509

0

Uitgaven

Budgettair resultaat

0

RIZIV-Uit

4.509

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

Totaal lopende uitgaven

0

0

0

54.467

RVP

54.467

3.786.567 15.493.156

0

0

0

-1.305

RKW

-1.305

4.073.587

0

0

0

4.892

FAO

4.892

291.266

0

0

0

2.004

FBZ

2.004

331.129

0

-9.380

-820

820

RVA

-8.560

9.152.896

5.864

26

0

0

731

12

-360

13.466

13.466

809

43

24

24

1.614

2

10.975

742

0

0

0

-578

-217

217

0

132.414

RSZ-GFB

27.066

56.388

55.351

-1.037

1.037

0

294.111

60.894

14.874

75.768

RSZ-GFB

233.217

33.147.931 48.168.754

81.850 32.067.498

81.850 0 32.067.498

33.066.081 16.101.256

832.969

292

15.423.027 219.773 518.749

219.773 15.941.776

816.922

9.879

31.186.246

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

742

5.864

0

9.152.896

497.793

249

23.197

23.197

362.370

0

5.095

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

81.850

331.129

1.438

0

0

20.183

309

8.269.287

RVA

Interne overdrachten

209.416

6.310

0

27.739

27.739

14.934

650

309.199

FBZ

0

4.073.587

299.443

0

752

752

125.357

2.101

159.785

FAO

81.850

3.786.567 15.493.156

14.703

161.303

0

3.645.934

RKW

RSZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

3.610.561 15.175.410

Prestaties

RVP

RIZIV-Uit

Lopende Uitgaven

5. Definitieve rekeningen 2006 (duizend euro) (vervolg)

349.462

59.857

15.911

75.768

TOTAAL

289.605

81.316.685

32.149.348

81.850 32.067.498

49.167.337

832.969

27.358

15.423.027 738.522

16.161.549

949.336

9.879

31.186.246

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen


(1)

146

4.067.917 15.915.411

Totaal lopende ontvangsten

(1) Loonmatiging inbegrepen.

3.947.734 15.752.043

Interne overdrachten

163.368

3

1.373

3.947.734 15.751.943 100

120.183

3.850

200

12.284

RSZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

4.163.789

3.798.281

3.798.281

365.508

311.617

768

299.125

36.750

36.750

262.375

5.588

155

243.659

0

980

327.258

326.278

326.278

980

9.199.521

8.980.216

8.980.216

219.305

92.853

1.692

122.043 0

4.090

4.041

4.041

49

49

13.399

12.466

12.466

933

366

125

442

1

34.771.070 1.408.790

70.584

65.262

270.729

922.941

82.350

82.350

33.990.510 51.576.407

32.857.809

32.857.709 100

1.132.701 51.494.057

414.325

5.293

378.428

189.854

7.788.781 441.382 35.380 53.709 143.354

271

74.099

2.446

2.446

142.355

142.355 36.179.860

RSZ-GFB

Toegewezen ontvangsten

0

0

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

2.446

RVA

Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Andere

115.483

FBZ

8.462.606

12.973

12.973

FAO

2.446

53.123

53.123

RKW

Alternatieve financiering

75.609

75.609

RVP

5.522.075

650

650

RIZIV-Uit

Staatstoelagen

Gewone bijdragen Specifieke bijdragen

Bijdragen

Lopende Ontvangsten

6. Voorlopige rekeningen 2007 (duizend euro)

85.566.917

32.940.159

32.857.709 82.450

52.626.758

484.909

70.555

649.157

1.112.795

7.791.227 441.382 35.380 53.709 143.354

8.465.052

5.522.075

34.771.070 1.551.145

36.322.215

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen


12.019

0

117.477

117.477

129.905

147

Budgettair resultaat

Saldo kapitaalrekeningen

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

Totaal lopende uitgaven

0

RIZIV-Uit

0

40

0

40

-22.369

RVP

-22.409

4.067.917 15.937.820

-14.695

RKW

-14.695

4.178.484

8.230

FAO

8.230

290.895

-4.431

FBZ

-4.431

331.689

-3.692

-851

851

RVA

-2.841

9.202.362

4.981

40

870

17

559

12.841

12.841

776

25

0

0

1.580

1

10.459

-991

198

-360

360

123.405

RSZ-GFB

8.239

-36.578

-37.750

-1.171

1.211

40

1.301.613

336.674

0

336.674

RSZ-GFB

964.939

34.027.088 50.611.468

82.450 32.857.709

82.350 100 32.857.709

33.944.638 17.753.759

1.034.731

243

16.806.026 165.391 816.089

165.391 17.622.115

847.237

9.594

31.887.444

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

-991

5.081

100

9.202.362

688.776

218

22.099

22.099

382.564

0

4.054

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

82.350

331.689

3.132

21.757

440

8.108.705

RVA

Interne overdrachten

208.545

3.274

24.889

24.889

15.941

488

306.360

FBZ

100

4.178.484

311.419

926

926

128.672

1.715

163.954

FAO

82.350

4.067.917 15.937.820

15.295

165.948

6.933

3.735.752

RKW

RSZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

3.886.674 15.671.486

Prestaties

RVP

RIZIV-Uit

Lopende Uitgaven

6. Voorlopige rekeningen 2007 (duizend euro) (vervolg)

1.263.863

335.503

1.211

336.714

TOTAAL

928.361

84.638.556

32.940.159

82.350 32.857.809

51.698.397

1.034.731

8.482

16.806.026 981.480

17.787.506

970.642

9.594

31.887.444

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen


(1)

148

4.425.544 17.187.297

Totaal lopende ontvangsten

(1) Loonmatiging inbegrepen.

4.309.247 16.990.457

Interne overdrachten

196.840

2

4.309.247 16.990.371 86

116.297

3.850

RSZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

Diversen

9.803

200

Opbrengsten beleggingen

88.702

398

95.414

95.414

RVP

2.521

111.597

650

650

RIZIV-Uit

Externe overdrachten

Toegewezen ontvangsten

Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging Andere

Alternatieve financiering

Staatstoelagen

Gewone bijdragen Specifieke bijdragen

Bijdragen

Lopende Ontvangsten

7. Voorlopige rekeningen 2008 (duizend euro)

4.407.609

4.008.399

4.008.399

399.210

347.425

386

51.399

51.399

RKW

321.139

27.000

27.000

294.139

4.562

406

277.193

11.978

11.978

FAO

336.661

335.602

335.602

1.059

1.059

FBZ

9.682.672

9.433.445

9.433.445

249.227

123.642

594

122.165

266

2.560

2.560

RVA

3.387

3.323

3.323

64

64

0

12.941

11.441

11.441

1.500

491

134

509

109

257

257

RSZ-GFB

84.678

182.875

553.751

986.368

8.042.554 444.792 50.389 56.000 564.545 136.276

9.294.556

5.745.157

36.698.874 1.534.077

100.250

100.250

36.377.250 55.180.585

35.118.914

35.118.828 86

1.258.336 55.080.335

480.035

12.582

402.388

200.674

2.560

2.560

398

159.699

159.699 38.232.951

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

91.557.836

35.219.164

35.118.828 100.336

56.338.672

564.713

195.457

956.139

1.187.042

8.045.114 444.792 50.389 56.000 564.545 136.276

9.297.116

5.745.555

36.698.874 1.693.776

38.392.650

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen


7.412

207.064

207.064

146.110

149

Budgettair resultaat

-50.099

-65

1

Saldo kapitaalrekeningen

RVP

-50.034

66

-30.890

RIZIV-Uit

-30.890

4.456.434 17.237.331

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

Totaal lopende uitgaven

2.863

RKW

2.863

4.404.746

6.206

FAO

6.206

314.933

95.250

567

FBZ

567

336.094

74.607

-884

884

RVA

75.491

9.607.181

4.420

30

820

156

12.784

12.784

969

0

0

1.809

1

10.006

-1.119

-204

-360

360

138.666

RSZ-GFB

1.321

3.241

1.932

-1.309

1.310

1

310.155

-409.874

414.011

4.137

RSZ-GFB

720.029

36.374.009 54.460.556

100.336 35.118.828

100.250 86 35.118.828

36.273.673 19.341.728

1.301.545

184

18.574.787 250.529 626.954

250.529 19.201.741

879.385

8.877

33.833.154

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

-1.119

4.506

86

9.607.181

919.445

184

20.905

20.905

391.612

15

3.555

Mijnw-Inv Zeelieden SUBTOTAAL

5.000

336.094

3.693

20.746

270

8.275.035

RVA

Interne overdrachten

95.250

219.683

6.727

21.668

21.668

16.296

476

311.385

FBZ

86

4.404.746

346.900

892

892

132.641

1.585

174.516

FAO

5.000

4.456.434 17.232.331

16.369

169.351

6.530

3.922.728

RKW

RSZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

4.270.714 16.865.215

Prestaties

RVP

RIZIV-Uit

Lopende Uitgaven

7. Voorlopige rekeningen 2008 (duizend euro) (vervolg)

312.087

-411.183

415.321

4.138

TOTAAL

723.270

90.834.566

35.219.164

100.250 35.118.914

55.615.402

1.301.545

1.505

18.574.787 877.483

19.452.270

1.018.051

8.877

33.833.154

TOTAAL

II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen



C.

Statistieken

1. Sociale bijdragen 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11

Methodologische nota Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) Aantal werknemers (RSZ, concept: fysieke personen) per sector en naar leeftijdsklasse en geslacht Aantal arbeidsdagen (privĂŠ-sector, RSZ, HVKZ) Aantal arbeidsdagen (openbare sector, RSZ, RSZPPO) Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privĂŠ-sector) Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector) Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) Globaal financieel beheer (concept: economische rekeningen) RSZ - Sociale bijdrageverminderingen RSZ - Aan bijdragen onderworpen loonmassa (kwartaalresultaten, concept: economisch)

155


2. Uitkeringen (RIZIV) 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16

Methodologische nota Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht Evolutie van het ledental Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven Invaliditeit / aantal gevallen Invaliditeit / aantal vergoede dagen Invaliditeit / gemiddelde daguitkering Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven Moederschap / verzekerde bevolking Moederschap / aantal vergoede dagen Moederschap / gemiddelde daguitkering Moederschap / totaal bedrag van de basisuitgaven Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering

3. Pensioenen (RVP) 3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

189

Methodologische nota Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector) Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap Aantal rechtgevende kinderen naar rang Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen

5. Arbeidsongevallen (FAO) 5.0 5.1 5.2 5.3 5.4

185

Methodologische nota Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt betaald Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen

4. Gezinsbijslag (RKW) 4.0 4.1 4.2 4.3

169

Methodologische nota Aantal gerechtigden - repartitiestelsel Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel Uitgaven - repartitiestelsel Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden - beide stelsels

199


6. Beroepsziekten (FBZ) 6.0 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

205

Methodologische nota Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december) Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het overlijden van het slachtoffer (december) Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (december) Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de invaliditeitsgraad

7. Werkloosheid, activering van werkloosheid, brugpensioenen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 211 7.0 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11

Methodologische nota Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven Onthaalouders: fysieke eenheden, gemiddelde maanduitkering, uitgaven Jeugdvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven Activering van de werkloosheid Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioenen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet

8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 8.0 8.1 8.2 8.3

Methodologische nota Invaliditeitspensioenen Pensioenaanvulling Verwarmingstoelage

9. Stelsel van de Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden) 9.0 9.1

225

Methodologische nota Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen, wachtgeld en brugpensioenen

9.2 9.3 9.4 9.5 9.6

geneeskundige verzorging Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende Aantal gevallen of dagen naar hoofdrubriek Gemiddelde ge誰ndexeerde kost naar hoofdrubriek Uitgaven naar hoofdrubriek

9.7 9.8

uitkeringen Primaire arbeidsongeschiktheid Invaliditeit

9.9 9.10

wachtgeld en brugpensioenen Wachtgeld Brugpensioenen

227



II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

1. Sociale bijdragen

1. Sociale bijdragen 1.0 Methodologische nota Het stelsel van de sociale zekerheid geldt in beginsel voor alle werkgevers en werknemers die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden. Met die werknemers worden gelijkgesteld:     

de leerlingen (onder leercontract); het vastbenoemd personeel van de NMBS dat sinds 1991, zoals dat reeds het geval was voor de vastbenoemde ambtenaren uit de openbare sector, onderworpen is aan de sector geneeskundige verzorging van het algemeen stelsel van de sociale zekerheid; de personen die zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden, krachtens KB van 28.11.1969 toch verzekeringsplichtig zijn; de personen die beperkt verzekeringsplichtig zijn (gelegenheidsarbeiders in de tuinbouwsector) krachtens KB 21.06.1994; de beroepsrenners en de andere betaalde sportbeoefenaars.

Effectieven De gegevens in tabel 1.1 met het jaaroverzicht zijn jaargemiddelden. Deze gegevens zijn gebaseerd op de vastgestelde toestanden in de werkgeversaangiften op het einde van elk kwartaal; het hoger vermelde jaargemiddelde is dus het gemiddelde van die vier kwartaalgegevens. De tellingsmethoden die volgen uit de wijze waarop de werkgever de aangifte dient in te vullen, leiden ertoe dat deze gegevens geen telling van het aantal ingevulde betrekkingen vormen, maar wel de telling van het aantal arbeidsposten. Personen die bvb. tegelijkertijd verschillende deeltijdse jobs uitoefenen, kunnen dus dubbel geteld worden. Tabel 1.2 geeft het aantal werknemers per sector, leeftijdsklasse en geslacht en tabel 1.7 geeft het overzicht van de loontrekkende beroepsbevolking naar statuut, geslacht en inningsinstelling waaronder ze ressorteren. In 2004 heeft de RSZ een vernieuwing doorgevoerd in zijn statistische informatie. Vanaf de gegevens per 31.12.2004 is het mogelijk coherente statistieken te publiceren over effectieven volgens de drie hieronder opgesomde concepten:   

arbeidsposten; natuurlijke personen (werknemers); voltijdse equivalenten.

We stellen in het Vade Mecum de voornaamste statistieken, vanaf gegevens 2005, voor volgens de twee eerstgenoemde concepten. Loonmassa De loonmassa die in de tabellen 1.5 en 1.6 is opgenomen is de totale loonmassa die voor het betreffende jaar door de werkgevers werd aangegeven voor onderwerping aan bijdragen, respectievelijk voor de privésector en voor de openbare sector. We dienen op te merken dat de geraamde loonmassa voor de (hand)arbeiders voor de “begrotingsjaren” uitgedrukt zijn in 108 %. Tabel 1.11 geeft de aan bijdragen onderworpen RSZ – loonmassa weer volgens het economisch concept op kwartaalbasis.

155


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

1. Sociale bijdragen

Aantal gepresteerde dagen De aantallen gepresteerde dagen zijn deze welke in de kwartaalaangiften van de werkgevers voorkomen. Het is zo dat de opgenomen aantallen overeenstemmen met het aantal begonnen arbeidsdagen, ook wanneer zij onvolledig zouden zijn, of slechts een beperkt aantal uren zouden beslaan. De tabellen 1.3 en 1.4 geven het overzicht van het aantal gepresteerde arbeidsdagen, respectievelijk voor de privĂŠ-sector en voor de openbare sector per inningsinstelling (RSZ, HVKZ en RSZPPO). Bijdragen De tabel 1.8 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer die voorkomen in de budgettaire rekeningen van de RSZ en tabel 1.9 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer van de drie inningsinstellingen (RSZ, RSZPPO en HVKZ) die geconsolideerd worden in de economische rekeningen van de sociale zekerheid. Ten slotte geeft tabel 1.10 het overzicht weer van de verschillende vormen van bijdrageverminderingen weergegeven met bijhorende bedragen op jaarbasis volgens het budgettair concept.

Voor meer detail over de financiering van de Sociale Zekerheid verwijzen we naar het Beknopt Overzicht van de Sociale Zekerheid. Bijkomende statistische gegevens vindt U op de website van de inningsinstellingen: RSZ: www.rsz.fgov.be ; RSZPPO: www.rszppo.fgov.be en HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be .

156


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

1. Sociale bijdragen

1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) (jaargemiddelden) Bron: RSZ

2004

2005

2006

2007

2008

2.470.468

2.517.124

2.566.279

2.634.775

2.697.024

1.169.170 1.301.298

1.186.186 1.330.938

1.205.994 1.360.285

1.223.595 1.411.180

1.243.786 1.453.238

Openbare sector Arbeiders Bedienden Ambtenaren (2)

752.652 53.354 232.528 466.770

746.462 50.657 232.916 462.889

745.282 52.064 231.818 461.400

742.978 52.140 232.066 458.772

744.665 51.317 236.283 457.065

Algemeen totaal

3.223.120

3.263.586

3.311.561

3.377.753

3.441.689

PrivĂŠ-sector (1)

Arbeiders Bedienden

(1) Arbeiders in de privĂŠ-sector = handarbeiders + leerlingen + dienstboden. (2) Ambtenaren met inbegrip van het statutair personeel van de NMBS.

157


158

1.468.381

(*) LATG: loon- en arbeidstijdgegevens.

Totaal

174.669 616.434 398.028 270.744 8.506

Mannen

1.438.723

174.352 614.766 385.562 256.491 7.552

Mannen

1.426.900

173.309 618.091 378.284 249.247 7.969

Mannen

1.065.070

128.728 473.485 297.264 162.005 3.588

Vrouwen

Privé - sector

1.029.762

134.382 466.020 281.196 144.806 3.358

Vrouwen

Privé - sector

1.003.601

130.458 462.286 271.301 136.133 3.423

Vrouwen

Privé - sector

2.533.451

303.397 1.089.919 695.292 432.749 12.094

Totaal

2.468.485

308.734 1.080.786 666.758 401.297 10.910

Totaal

2.430.501

303.767 1.080.377 649.585 385.380 11.392

Totaal

346.738

13.578 100.937 110.531 119.793 1.899

Mannen

375.432

22.187 145.200 115.266 92.457 322

Vrouwen

374.210

20.548 142.331 113.941 97.075 315

Vrouwen

Openbare sector

355.753

14.848 104.615 117.343 116.971 1.976

Mannen

367.904

21.285 140.925 115.585 89.834 275

Vrouwen

Openbare sector

356.566

15.801 104.491 120.221 114.198 1.855

Mannen

Openbare sector

720.948

34.126 243.268 224.472 216.868 2.214

Totaal

731.185

37.035 249.815 232.609 209.428 2.298

Totaal

724.470

37.086 245.416 235.806 204.032 2.130

Totaal

1.405.194

1.815.119

1.439.280

149.276 615.816 411.205 259.080 3.903

Vrouwen

Algemeen totaal

188.247 717.371 508.559 390.537 10.405

Mannen

3.154.971

340.853 1.325.793 885.391 589.412 13.522

Totaal

3.199.670

345.769 1.330.601 899.367 610.725 13.208

Totaal

3.254.399

337.523 1.333.187 919.764 649.617 14.308

Totaal

Toestand op 30 september 2006

1.794.476

156.569 611.220 396.462 237.263 3.680

Vrouwen

Algemeen totaal

189.200 719.381 502.905 373.462 9.528

Mannen

1.371.505

151.743 603.211 386.886 225.967 3.698

Vrouwen

Toestand op 30 september 2005

1.783.466

189.110 722.582 498.505 363.445 9.824

Mannen

Algemeen totaal

Toestand op 30 september 2004

C. Statistieken

Minder dan 25 jaar 25 - 39 jaar 40 - 49 jaar 50 - 64 jaar 65 jaar en meer of onbekend

Bron: RSZ - LATG (*)

Totaal

Minder dan 25 jaar 25 - 39 jaar 40 - 49 jaar 50 - 64 jaar 65 jaar en meer of onbekend

Bron: RSZ - LATG (*)

Totaal

Minder dan 25 jaar 25 - 39 jaar 40 - 49 jaar 50 - 64 jaar 65 jaar en meer of onbekend

Bron: RSZ - LATG (*)

1.2 Aantal werknemers (RSZ, concept: fysieke personen) per sector en naar leeftijdsklasse en geslacht

II. Het stelsel voor werknemers 1. Sociale bijdragen


159

1.515.836

177.400 619.124 413.794 295.819 9.699

Mannen

1.491.111

175.501 618.293 405.539 282.846 8.932

Mannen

(*) LATG: loon- en arbeidstijdgegevens.

Totaal

Minder dan 25 jaar 25 - 39 jaar 40 - 49 jaar 50 - 64 jaar 65 jaar en meer of onbekend

Bron: RSZ - LATG (*)

Totaal

Minder dan 25 jaar 25 - 39 jaar 40 - 49 jaar 50 - 64 jaar 65 jaar en meer of onbekend

Bron: RSZ - LATG (*)

1.150.621

132.332 492.616 326.254 195.179 4.240

Vrouwen

PrivĂŠ - sector

1.105.011

130.809 481.921 311.308 177.192 3.781

Vrouwen

PrivĂŠ - sector

2.666.457

309.732 1.111.740 740.048 490.998 13.939

Totaal

2.596.122

306.310 1.100.214 716.847 460.038 12.713

Totaal

340.155

13.187 99.575 101.371 124.219 1.803

Mannen

378.537

20.472 144.301 113.456 99.971 337

Vrouwen

383.523

20.791 146.765 112.530 103.055 382

Vrouwen

Openbare sector

344.213

13.529 100.220 106.087 122.446 1.931

Mannen

Openbare sector

723.678

33.978 246.340 213.901 227.274 2.185

Totaal

722.750

34.001 244.521 219.543 222.417 2.268

Totaal

1.855.991

1.534.144

153.123 639.381 438.784 298.234 4.622

Vrouwen

Algemeen totaal

190.587 718.699 515.165 420.038 11.502

Mannen

1.483.548

151.281 626.222 424.764 277.163 4.118

Vrouwen

3.318.872

340.311 1.344.735 936.390 682.455 14.981

Totaal

3.390.135

343.710 1.358.080 953.949 718.272 16.124

Totaal

Toestand op 30 september 2008

1.835.324

189.030 718.513 511.626 405.292 10.863

Mannen

Algemeen totaal

Toestand op 30 september 2007

1.2 Aantal werknemers (RSZ, concept: fysieke personen) per sector en naar leeftijdsklasse en geslacht (vervolg)

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

1. Sociale bijdragen

1.3 Aantal arbeidsdagen (privĂŠ-sector, RSZ, HVKZ) (duizendtallen) Bron: RSZ en HVKZ

Ressorterend onder RSZ Arbeiders Bedienden

2004

2005

2006

2007

2008

508.534

512.930

525.161

542.980

555.512

220.356 288.178

220.208 292.722

225.245 299.916

230.571 312.409

232.288 323.224

98 98

126 126

137 137

164 164

177 177

508.632

513.056

525.298

543.144

555.689

Ressorterend onder HVKZ Zeelieden Totaal

1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector (1), RSZ, RSZPPO) (duizendtallen) Bron: RSZ en RSZPPO

Ressorterend onder RSZ Arbeiders Bedienden Ambtenaren Ressorterend onder RSZPPO Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal

2004

2005

2006

2007

2008

167.578

164.093

164.182

162.646

162.410

9.571 46.466 111.541

9.085 45.724 109.284

9.482 45.719 108.981

9.515 45.635 107.496

9.467 46.283 106.660

79.111 19.364 23.074 36.673

79.872 20.216 24.007 35.649

84.593 21.496 27.054 36.043

91.361 24.759 29.655 36.947

92.566 25.012 30.866 36.688

246.689

243.965

248.775

254.007

254.976

(1) statutairen en contractuelen.

160


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

1. Sociale bijdragen

1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privĂŠ-sector) (miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept) Bron: RSZ en HVKZ

Ressorterend onder RSZ Arbeiders Bedienden Ressorterend onder HVKZ Zeelieden Totaal

2004

2005

2006

2007

2008

61.738,8

64.156,8

67.719,4

72.916,7

76.749,9

20.901,6 40.837,2

21.349,0 42.807,8

22.674,1 45.045,3

24.024,9 48.891,8

24.733,4 52.016,5

11,2 11,2

14,2 14,2

16,2 16,2

19,8 19,8

21,5 21,5

61.750,0

64.171,0

67.735,6

72.936,5

76.771,4

1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector (1)) (miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept) Bron: RSZ en RSZPPO

Ressorterend onder RSZ Arbeiders Bedienden Ambtenaren Ressorterend onder RSZPPO Arbeiders Bedienden Ambtenaren Totaal

2004

2005

2006

2007

2008

21.469,9

21.964,4

22.548,9

23.057,3

24.116,3

852,6 5.721,4 14.895,8

850,4 5.858,2 15.255,8

895,1 6.053,9 15.599,9

927,9 6.262,9 15.866,5

966,2 6.637,2 16.512,9

7.606,3 1.289,9 2.055,4 4.261,0

-

8.640,4 1.522,7 2.520,0 4.597,7

9.140,6 1.613,7 2.755,7 4.771,2

29.076,2

21.964,4

31.697,7

33.256,9

(1) Statutairen en contractuelen.

161

8.421,0 1.467,7 2.383,2 4.570,1 30.969,9


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

1. Sociale bijdragen

1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht Toestand op 31 december 2006

Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ

RSZ Privé-sector

RSZPPO

Overheidssector

Overheidssector

Subtotaal

HVKZ

Totaal

Arbeiders Mannen Vrouwen

1.192.535 856.709 335.826

51.986 24.201 27.785

1.244.521 880.910 363.611

87.549 38.040 49.509

-

1.332.070 918.950 413.120

Bedienden Mannen Vrouwen

1.384.499 619.953 764.546

227.431 87.899 139.532

1.611.930 707.852 904.078

112.512 24.411 88.101

-

1.724.442 732.263 992.179

-

-

-

-

1.177 1.086 91

1.177 1.086 91

82 71 11

457.994 244.271 213.723

458.076 244.342 213.734

142.662 77.133 65.529

-

600.738 321.475 279.263

2.577.116

737.411

3.314.527

342.723

1.177

3.658.427

Zeelieden Mannen Vrouwen Ambtenaren Mannen Vrouwen Totaal

Toestand op 31 december 2007

Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ

RSZ Privé-sector

Overheidssector

RSZPPO Subtotaal

Overheidssector

HVKZ

Totaal

Arbeiders Mannen Vrouwen

1.216.600 865.576 351.024

52.283 24.515 27.768

1.268.883 890.091 378.792

88.025 38.200 49.825

1.356.908 928.291 428.617

Bedienden Mannen Vrouwen

1.439.618 640.819 798.799

230.072 87.580 142.492

1.669.690 728.399 941.291

114.170 24.352 89.818

1.783.860 752.751 1.031.109

Zeelieden Mannen Vrouwen Ambtenaren Mannen Vrouwen Totaal

1.192 1.107 85 90 76 14

456.138 240.463 215.675

456.228 240.539 215.689

141.099 75.780 65.319

2.656.308

738.493

3.394.801

343.294

162

1.192 1.107 85 597.327 316.319 281.008

1.192

3.739.287


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

1. Sociale bijdragen

1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) (duizend euro) Bron: RSZ

2004

2005

2006

2007

2008

Bijdragen

32.273.147

33.339.630

34.255.271

36.179.860

38.232.951

Gewone bijdragen (1) RSZ RSZPPO HVKZ

27.813.583 26.651.852 1.159.715 2.016

28.568.931 27.490.478 1.076.578 1.875

32.956.384 31.544.757 1.408.728 2.899

34.771.070 33.314.689 1.451.990 4.391

36.698.874 35.273.282 1.421.937 3.655

Loonmatiging

3.132.346

3.229.618

0

0

0

Specifieke bijdragen Inhouding dubbel vakantiegeld Loonmatiging dubbel vakantiegeld Bijdrage jobstudenten Bijdrage op premies groepsverzekeringen Werkgeversbijdrage tijdelijke werklozen + anciĂŤnniteitstoeslag oudere werklozen Werkgeversbijdrage bruggepensioneerden + oudere werklozen Compenserende bijdrage werkgevers brugpensioenen Heffing op privĂŠ-gebruik bedrijfswagens Bijdrage deeltijdse arbeid Bijdrage op deelname in de winst Tewerkstellingsfonds Reaffectatiefonds Sociale Maribel Canada Dry

1.327.218 587.560 261.460 21.694 185.575

1.541.081 627.503 278.755 25.063 236.385

1.298.887 655.244 0 32.265 203.578

1.408.790 684.753 0 37.977 247.107

1.534.077 742.226 0 43.296 261.615

62.804

67.826

69.389

74.590

78.821

62.991

66.263

64.742

67.644

84.390

3.159

3.223

3.230

3.775

3.672

87.495 30 5.688 48.762 0 -

173.337 13 14.197 34.015 14.500 -

211.147 6 15.514 43.470 0 302

229.655 2 15.483 44.523 0 3.281

249.385 0 22.493 43.951 0 4.228

Staatstoelagen

5.287.517

5.355.599

5.430.743

5.522.075

5.745.157

In de prestaties Globale staatstoelagen Mijnwerkers - Invaliditeitspensioenen HVKZ - Ziekte-Invaliditeit Pool der zeelieden - Wachtgeld

5.240.174 5.213.825 15.475 5.774 5.100

5.339.387 5.317.956 11.881 4.900 4.650

5.415.200 5.408.964 -4.520 5.876 4.880

5.522.075 5.507.909 4.508 5.358 4.300

5.745.157 5.730.361 4.530 6.535 3.731

47.343 43.954 3.389

16.212 14.874 1.339

15.543 14.874 669

0 0 0

0 0 0

6.170.940 6.057.889 54.073 50.700

6.958.302 6.858.602 0 32.008 52.421

7.713.411 7.259.692 348.606 36.284 54.478

8.462.606 7.788.781 441.382 35.380 53.709

9.294.556 8.042.554 444.792 50.389 56.000

In de lasten van leningen (2) Aflossingen van het kapitaal Intresten Alternatieve financiering Aandeel in de BTW-ontvangsten Roerende voorheffing 'Stock options' Accijnzen tabak Riziv-Geneeskundige verzorging (artikel 24 §1 quater) Belasting op werknemersparticipatie Personenbelasting en vennootschapsbelasting Toegewezen ontvangsten Bijzondere bijdrage sociale zekerheid Externe overdrachten Opbrengsten van beleggingen Diversen Eigen ontvangsten Interne overdrachten Totaal lopende ontvangsten

-

-

-

-

564.545

8.278 -

15.270 -

14.351 0

17.054 126.300

10.208 126.068

819.768 819.768

823.660 823.660

848.882 848.882

922.941 922.941

986.368 986.368

4.183

16.699

158

270.729

553.751

231.454

167.978

630

65.262

182.875

81.698

71.064

71.026

70.584

84.678

44.868.707

46.732.931

48.320.121

51.494.057

55.080.335

97.550

143.000

81.850

82.350

100.250

44.966.257

46.875.931

48.401.971

51.576.407

55.180.585

(1) In 2006, 2007 en 2008: Loonmatiging inbegrepen. (2) Vanaf 2001: De staatstoelage gekoppeld aan de overname van de schuld, komt overeen met de leningen tussen de instellingen van sociale zekerheid (art. 3, K.B. van 04.04.2001). De leningen ten overstaan van de banken worden onmiddellijk ten laste genomen door de Overheidsschuld.

163


164

39,1

-

68,6

-

Bijdrageopslagen en boeten

Andere bijdragen

104,2 -

96,1 -

104,2

96,1

67,8 236,4 34,0

62,8 185,6 48,8

Bijdragen op de prestaties arbeidsongevallen en beroepsziekten Inhouding op kinderbijslag

17.484,7 3.160,9 118,1 272,9 15,6 69,5 -

21.459,9

10.599,7 626,0 9,5

17.201,6 3.108,4 110,0 259,5 13,5 66,2 -

21.056,4

10.454,0 591,0 8,2

11.235,2

32.838,4

2005

Ten laste van de genieters van sociale prestaties

Gewone bijdragen op de bezoldigingen Loonmatigingsbijdrage Bijdragen bestemd voor I.B.F. (ziekenhuizen) Loonmatiging op het dubbel vakantiegeld Bijdragen op de jobstudenten Bijdragen (hoofdelijk) op de conventionele brugpensioenen Bijdragen Canada dry Bijdragen inschakeling Bijdragen op de onvrijwillige deeltijdse arbeid en op de tijdelijke werkloosheid Bijdragen op de aanvullende pensioenen Tewerkstellingsfonds

Ten laste van de werkgevers

Gewone bijdragen op de bezoldigingen Inhouding op het dubbel vakantiegeld Bijdragen op de jobstudenten

32.274,3 11.053,2

Ten laste van de werknemers

2004

Verschuldigde sociale bijdragen

Bron: FOD Sociale Zekerheid

2006

39,1

-

94,7 -

94,7

69,4 203,6 43,5

18.732,7 3.054,2 113,9 20,1 67,9 0,3 -

22.305,6

10.823,7 656,6 12,2

11.492,5

33.931,9

1.9 Globaal financieel beheer (concept: economische rekeningen) (miljoen euro)

38,8

-

108,2 -

108,2

74,6 247,1 44,5

19.850,2 3.284,6 111,3 24,4 71,4 3,3 -

23.711,4

11.432,3 686,3 13,6

12.132,1

35.990,5

2007

42,4

-

115,0 -

115,0

78,0 249,9 45,3

20.840,8 3.397,4 118,4 26,8 87,2 4,2 -

24.848,0

12.105,9 739,9 16,2

12.862,0

37.867,4

2008

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen


165

Algemeen totaal

Van de zelfstandigen Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging

Van een andere regeling

45.002,5

-

-

97,6 -

97,6

97,6

44.904,9

-

-

4,2

270,6

5.287,5 5.238,1 49,4

6.057,9 54,1 8,3 87,5 50,7

603,7 206,1

809,8

7.068,3

2004

46.533,3

-

-

48.269,6

-

-

81,9 -

81,9

59,5 83,5 -

81,9

143,0

48.187,7

-

-

-

51,6

5.430,7 5.415,2 15,5

7.259,7 36,3 348,6 14,4 211,1 54,5

655,5 193,4

848,9

8.773,5

2006

143,0

46.390,3

-

-

16,7

216,0

5.355,6 5.306,2 49,4

6.858,6 32,0 15,3 173,3 52,4

645,8 186,2

832,0

7.963,6

2005

51.618,9

-

-

270,5 82,4 -

352,9

352,9

51.266,0

-

-

-

138,1

5.522,1 5.522,1 -

7.788,8 35,4 441,4 143,4 229,7 53,7

695,3 227,6

922,9

9.615,3

2007

54.968,4

553,8

553,8

5,0 95,3 -

100,3

654,1

54.314,3

-

-

-

255,8

5.745,2 5.745,2 -

7.960,8 49,4 564,5 444,8 136,2 247,8 56,8

760,8 224,8

985,6

10.445,9

2008

C. Statistieken

Van de ziekte en invaliditeit Van de werkloosheid Van de pensioenen Van de gezinsbijslag Van de arbeidsongevallen Van de beroepsziekten Van het Globaal beheer

Tussen takken van eenzelfde regeling

Ontvangsten uit overdrachten

Subtotaal

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

Niet meer te betalen, toegekende sociale prestaties

Diverse opbrengsten voortkomend van derden

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de centrale overheid Tussenkomst in de lasten van leningen

BTW Stock options Nieuwe financiering geneeskundige verzorging Roerende voorheffing Belasting op werknemersparticipatie Bijdragen op de bedrijfsvoertuigen Accijnzen op tabak

Voorheffing gestort door de werkgever Saldo gestort door de schatkist

Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

(vervolg)

II. Het stelsel voor werknemers 1. Sociale bijdragen


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

1. Sociale bijdragen

1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen (duizend euro) Bron: RSZ

Bijzondere toewijzingen Sociale Maribel

2004

2005

2006

2007

2008

396.000

414.117

430.792

469.427

485.746

396.000

414.117

430.792

438.427

454.127

-

-

-

31.000 -

31.619 -

3.872.901

4.411.482

4.659.170

5.002.796

5.270.672

189.713

75.546

29.807

12.647

3.826

48.391

15.579

5.832

367

-

Wetenschappelijke Maribel Jongerenbonus (non profit) Vermindering patronale bijdragen In uitdoving

(1)

:

Plannen +1, +2, +3 Activaplan

103.631

34.355

9.901

5.828

2.450

Collectieve arbeidsduurvermindering

14.794

18.344

12.281

5.503

706

Startbanen

22.897

7.268

1.793

949

670

Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren Wetenschappelijk onderzoek Gesubsidieerde contractuelen Baggeraars en sleepvaart Loonmatiging universiteiten Podiumkunstenaars Onthaalmoeders Structurele bijdrageverminderingen Doelgroepen - totaal Doelgroepen:

(2)

-

2.060

1.793

1.686

1.682

2.755

2.778

4.926

8.238

9.964

192.600

204.135

212.842

233.991

248.331

9.585

7.045

4.070

3.392

2.582

36.880

57.045

58.809

33.311

67.305

6.462

9.867

10.897

11.932

12.847

10.615

11.958

12.526

13.269

13.957

3.279.910

3.709.866

3.867.160

3.997.605

4.109.698

144.134

330.938

455.986

686.453

800.273

31.906

89.471

112.863

170.763

193.661

Herstructurering

-

504

547

2.471

6.649

Eerste aanwervingen

18.799

62.364

87.135

106.212

113.225

Arbeidsduurvermindering

13.107

26.603

25.181

16.140

9.272

Risicogroepen

-

-

-

23.070

36.834

Activering

-

-

-

188

201

WEP/DSP

-

-

-

8.794

9.536

SINE

-

-

-

13.888

17.945

112.228

241.467

343.123

515.690

606.612

13.238

42.861

89.488

-

142.195

26.618

95.106

140.631

-

165.229

Doelgroepen "overgangsperiode": Jonge werknemers Langdurig werkzoekenden

(3)

Ouderenbonus Oudere werknemers

(4)

Diversen Vermindering persoonlijke bijdragen Algemeen (werkbonus inbegrepen) Baggeraars, sleepvaart Herstructurering TOTAAL

-

-

-

-

137.048

72.372

103.500

113.004

-

162.140

247

244

354

272

208

157.206

230.333

517.864

656.968

666.558

156.865 297 44

229.528 362 443

517.214 142 508

655.798 143 1.027

665.008 131 1.419

4.426.107

5.055.932

5.607.826

6.129.191

6.422.976

(1) Wordt vanaf 01.01.2004 vervangen door doelgroepen. (2) Vanaf 01.04.1999: de lastenverlaging in het kader van het meerjarenplan en de vroegere bijdrageverminderingen voor Maribel en lage lonen. (3) Ondernemingen in herstructurering inbegrepen. (4) Vanaf 1ste kwartaal 2004.

166


167

18.192.743 18.364.342 17.181.144 21.899.396

75.637.625

17.129.451 17.597.309 16.108.264 21.006.943

71.841.967

16.109.768 16.395.743 15.141.871 19.660.529

67.307.911

15.274.878 15.711.253 14.548.917 18.621.783

64.156.831

14.879.476 14.996.671 13.936.119 17.926.611

61.738.877

Totaal Privé-sector

(1) Bezoldiging van de arbeiders aan 100 %. (2) Arbeiders privé-sector = handarbeiders + leerlingen + dienstboden. (3) NMBS inbegrepen.

12.260.020 12.147.897 11.752.265 15.152.897

51.313.079

24.324.546

5.932.723 6.216.445 5.428.879 6.746.499

11.491.044 11.534.852 10.961.967 14.266.449

48.254.312

23.587.655

5.638.407 6.062.457 5.146.297 6.740.494

10.754.129 10.774.077 10.247.724 13.222.757

44.998.687

5.355.639 5.621.666 4.894.147 6.437.772

22.309.224

10.191.426 10.299.449 9.811.972 12.504.965

42.807.812

21.349.019

5.083.452 5.411.804 4.736.945 6.116.818

9.799.644 9.758.394 9.356.581 11.922.633

40.837.252

20.901.625

5.079.832 5.238.277 4.579.538 6.003.978

Bedienden Privé-sector

Arbeiders Privé-sector (2)

226.847 231.807 210.528 297.118

966.300

220.365 228.450 202.328 281.411

932.554

214.636 216.182 192.632 271.805

895.255

209.114 201.940 183.784 255.651

850.489

210.099 209.476 187.102 260.844

867.521

Arbeiders Openbare sector (3)

1.608.075 1.692.219 1.313.089 1.997.672

6.611.055

1.584.005 1.627.270 1.237.892 1.827.349

6.276.516

1.508.830 1.562.952 1.192.716 1.790.024

6.054.522

1.485.678 1.472.141 1.161.757 1.738.672

5.858.248

1.461.052 1.441.394 1.127.327 1.703.132

5.732.905

Bedienden Openbare sector (3)

4.014.372 4.070.596 4.168.542 4.259.179

16.512.689

3.952.252 3.973.085 3.979.232 3.967.431

15.872.000

3.892.023 3.887.877 3.892.983 3.926.999

15.599.882

3.780.979 3.799.236 3.813.766 3.861.891

15.255.872

3.706.600 3.718.279 3.703.064 3.768.197

14.896.140

Ambtenaren (3)

5.849.294 5.994.622 5.692.159 6.553.969

24.090.044

5.756.622 5.828.805 5.419.452 6.076.191

23.081.070

5.615.489 5.667.011 5.278.331 5.988.828

22.549.659

5.475.771 5.473.317 5.159.307 5.856.214

21.964.609

5.377.751 5.369.149 5.017.493 5.732.173

21.496.566

Totaal Openbare sector (3)

24.042.037 24.358.964 22.873.303 28.453.365

99.727.669

22.886.073 23.426.114 21.527.716 27.083.134

94.923.037

21.725.257 22.062.754 20.420.202 25.649.357

89.857.570

20.750.649 21.184.570 19.708.224 24.477.997

86.121.440

20.257.227 20.365.820 18.953.612 23.658.784

83.235.443

TOTAAL

(1)

C. Statistieken

1ste kwartaal 2de kwartaal 3de kwartaal 4de kwartaal

2008

1ste kwartaal 2de kwartaal 3de kwartaal 4de kwartaal

2007

1ste kwartaal 2de kwartaal 3de kwartaal 4de kwartaal

2006

1ste kwartaal 2de kwartaal 3de kwartaal 4de kwartaal

2005

1ste kwartaal 2de kwartaal 3de kwartaal 4de kwartaal

2004

Bron: RSZ

1.11 RSZ - Aan bijdragen onderworpen loonmassa (kwartaalresultaten, concept: economisch) (duizend euro)

II. Het stelsel voor werknemers 1. Sociale bijdragen



II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In de uitkeringsverzekering onderscheidt men vier prestaties, deelsectoren genoemd, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeitsuitkeringen, moederschapsuitkeringen en de uitkeringen voor begrafeniskosten. Voor deze laatste worden hier geen statistische gegevens opgenomen; het bedrag van de uitgaven hiervoor wordt vermeld in de synthesetabel. Het recht op uitkeringen bestaat uitsluitend voor werknemers die voor de sector uitkeringen bijdrageplichtig zijn. Met hen worden gelijkgesteld de werknemers die gewoonlijk de hoedanigheid van werknemer hebben of onlangs hebben gehad, zoals de werknemers in gecontroleerde werkloosheid en de werkneemsters die vanaf de vijfde maand van de zwangerschap de arbeid onderbreken, alsook zij die tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid hun hoedanigheid van werknemer verliezen en eveneens de gerechtigden aan wie de voortgezette verzekering was toegestaan bij het verstrijken van deze periode van voortgezette verzekering. De werkneemsters die gerechtigd zijn op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn gerechtigd op moederschapsuitkeringen. De moederschapsuitkering wordt ook verleend aan de gerechtigden voor wie de moederschapsrust een aanvang neemt in een tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Rechthebbenden op de uitkering voor begrafeniskosten zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die, in geval van overlijden van een gerechtigde op uitkeringen ook als hij gepensioneerd is - de begrafenis werkelijk hebben bekostigd. Primaire arbeidsongeschiktheid (tabellen 2.4 – 2.7) Gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid (voor de mijnwerkers die recht hebben op een invaliditeitspensioen, wordt deze periode gelimiteerd tot zes maanden), ontvangt de gerechtigde een primaire ongeschiktheidsuitkering die niet lager mag zijn dan 60 % van het gederfde loon. Vanaf eind 1996 wordt de primaire ongeschiktheidsuitkering van samenwonenden vanaf de 31e dag arbeidsongeschiktheid beperkt tot 55 % van het gederfde loon. Dit loon is geplafonneerd en gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Voor de werkloze mag deze uitkering gedurende de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid het bedrag van zijn werkloosheidsuitkering niet overschrijden. Invaliditeit (tabellen 2.8 – 2.11) Indien de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan één jaar ontvangt een gerechtigde met personen ten laste een invaliditeitsuitkering die 65 % van het begrensde loon bedraagt. Dit bedrag wordt verminderd tot 45 of 40 % van hetzelfde loon voor de gerechtigde zonder gezinslast, naargelang het al dan niet om verlies van een enig inkomen gaat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen. Moederschap (tabellen 2.12 – 2.15) De moederschapsuitkering wordt gedurende een periode van 15 weken uitbetaald. Vanaf 1999 wordt de periode van bevallingsrust met 2 weken verlengd ingeval van zwangerschap van een meerling. Het bedrag van de moederschapsuitkering wordt vastgesteld op een percentage van het begrensde loon dat geldt voor de berekening van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. In principe ontvangt de gerechtigde gedurende de eerste dertig dagen 79,5 % (82 % voor de gerechtigden met een lopende arbeidsovereenkomst) van dit loon, vanaf de eenendertigste dag 75 % en indien het tijdvak van moederschapsrust verder zou reiken dan 15 weken 60 % na de 15de week. Het

169


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

tijdvak van arbeidsverwijdering van de zwangere of bevallen werkneemster en van de werkneemster die borstvoeding geeft wordt ingevolge de wet van 04.08.1996 (art. 8) eveneens als een tijdvak van moederschapsbescherming beschouwd. Gedurende deze periode ontvangt de gerechtigde 60 % van het begrensde loon. In de tabellen wordt vanaf 1996 een opsplitsing gemaakt tussen de gegevens betreffende de eigenlijke moederschapsrust en deze betreffende de arbeidsverwijdering (met inbegrip van het borstvoedingsverlof). Beschrijving van de kenmerken Voor elk van de drie vermelde deelsectoren: primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsuitkering wordt in principe eenzelfde structuur voor de statistieken aangehouden. Vooreerst is er het begrip verzekerde bevolking, waarvoor gegeven wordt:  De uitsplitsing naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.1 en 2.12);  De evolutie van het totaal ervan (tab. 2.3). Voor de invaliden is er de verdeling van het effectief naar leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.2). Voor elke deelsector is er een notie van volume: het aantal vergoede dagen (tab. 2.5, 2.9 en 2.13) en tevens het aantal gevallen (enkel voor invaliditeit) (tab. 2.8). Verder zijn er voor elke deelsector gegevens over de basisuitgaven (tab. 2.7, 2.11 en 2.15 respectievelijk). Voor de primaire arbeidsongeschiktheid geeft de tabel 2.4 het ziektecijfer, welk getal de uitdrukking is van de verhouding van het aantal vergoede dagen tot de verzekerde bevolking. De gemiddelde daguitkering is het resultaat van de deling van het totaalbedrag der uitkeringen door het aantal vergoede dagen (tab. 2.6, 2.10 en 2.14). Tabel 2.16 ten slotte is een synthesetabel met de uitgaven voor de vier deelsectoren (inclusief de deelsector van de begrafenisuitkeringen).

Aanvullende informatie over de uitkeringsverzekering vindt u op de website van het RIZIV: www.riziv.fgov.be en in de publicaties van deze instelling.

170


(1)

171

(1)

319.347

132.498 44.638 87.860

186.849 122.636 64.213

534.671

277.660 105.186 172.474

257.011 163.005 94.006

515.297

257.906 101.120 156.786

257.391 160.690 96.701

537.842

255.838 96.377 159.461

282.004 178.883 103.121

547.095

255.628 99.261 156.367

291.467 184.626 106.841

489.177

226.352 90.206 136.146

262.825 164.028 98.797

415.031

183.358 78.286 105.072

231.673 146.251 85.422

351.784

152.834 75.546 77.288

198.950 130.899 68.051

199.912

77.380 44.891 32.489

122.532 89.250 33.282

26.088

6.468 2.152 4.316

19.620 13.378 6.242

322.419

134.939 45.442 89.497

187.480 123.866 63.614

539.378

283.364 107.676 175.688

256.014 163.126 92.888

516.833

261.096 102.689 158.407

255.737 159.385 96.352

539.736

257.078 97.861 159.217

282.658 177.251 105.407

548.465

255.496 98.096 157.400

292.969 185.214 107.755

504.553

233.847 92.831 141.016

270.706 168.441 102.265

429.644

190.524 79.897 110.627

239.120 149.844 89.276

360.672

156.770 74.946 81.824

203.902 132.777 71.125

212.628

83.004 47.325 35.679

129.624 93.715 35.909

3.939.932

1.827.333 738.837 1.088.496

2.112.599 1.355.623 756.976

Totaal

5.448

2.271 1.616 655

3.177 2.691 486

4.005.864

1.864.857 750.531 1.114.326

2.141.007 1.369.688 771.319

Totaal

Toestand op 30 juni 2008

4.721

1.954 1.442 512

2.767 2.406 361

Minder 65 jaar en 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar dan 20 jaar meer

25.055

5.925 1.884 4.041

19.130 12.949 6.181

Minder 65 jaar en 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar dan 20 jaar meer

Toestand op 30 juni 2007

C. Statistieken

(1) Met inbegrip van de mijnwerkers.

Totaal

Bedienden Mannen Vrouwen

Arbeiders Mannen Vrouwen

Bron: RIZIV

Totaal

Bedienden Mannen Vrouwen

Arbeiders Mannen Vrouwen

Bron: RIZIV

2.1 Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht

II. Het stelsel voor werknemers 2. Uitkeringen (RIZIV)


172

(1)

(1)

966

148 32 116

818 489 329

4.490

1.083 277 806

3.407 1.842 1.565

8.926

2.397 605 1.792

6.529 3.300 3.229

16.154

4.431 1.014 3.417

11.723 5.894 5.829

25.484

7.058 1.583 5.475

18.426 9.625 8.801

34.227

9.182 2.307 6.875

25.045 13.292 11.753

43.845

11.160 3.099 8.061

32.685 18.387 14.298

48.568

12.003 4.497 7.506

36.565 22.931 13.634

36.899

8.694 4.203 4.491

28.205 19.642 8.563

17

1 0 1

16 7 9

993

153 38 115

840 463 377

4.501

1.089 270 819

3.412 1.812 1.600

9.171

2.459 581 1.878

6.712 3.330 3.382

16.888

4.672 1.068 3.604

12.216 5.945 6.271

26.561

7.330 1.573 5.757

19.231 9.808 9.423

35.721

9.554 2.301 7.253

26.167 13.602 12.565

45.257

11.546 3.138 8.408

33.711 18.631 15.080

50.115

12.264 4.291 7.973

37.851 23.295 14.556

38.824

9.265 4.388 4.877

29.559 20.286 9.273

219.855

56.207 17.668 38.539

163.648 95.639 68.009

338

73 73 0

265 265 0

228.386

58.406 17.721 40.685

169.980 97.444 72.536

Totaal

Toestand op 30 juni 2008

282

50 50 0

232 232 0

Minder 65 jaar en 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar dan 20 jaar ouder

14

1 1 0

13 5 8

Totaal

Toestand op 30 juni 2007

Minder 65 jaar en 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar dan 20 jaar ouder

(1) Met inbegrip van de mijnwerkers.

Totaal

Bedienden Mannen Vrouwen

Arbeiders ZIV Mannen Vrouwen

Bron: RIZIV

Totaal

Bedienden Mannen Vrouwen

Arbeiders ZIV Mannen Vrouwen

Bron: RIZIV

2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.3 Evolutie van het ledental (1) Bron: RIZIV

06.2004

06.2005

06.2006

06.2007

06.2008

Arbeiders Mannen Vrouwen

1.840.215 1.179.291 660.924

1.898.759 1.209.769 688.990

1.859.299 1.186.736 672.563

1.876.211 1.195.857 680.354

1.897.113 1.207.458 689.655

Bedienden Mannen Vrouwen

1.628.157 661.545 966.612

1.659.980 671.849 988.131

1.696.593 683.826 1.012.767

1.730.269 693.965 1.036.304

1.765.409 706.067 1.059.342

Totaal

3.468.372

3.558.739

3.555.892

3.606.480

3.662.522

2006

2007

2008

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden, exclusief bruggepensioneerden.

2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer

(1)

Bron: RIZIV

2004 Arbeiders

2005

Mannen Vrouwen

8,61 7,80 10,04

8,47 7,55 10,09

9,19 7,94 11,38

10,05 8,50 12,79

10,57 8,89 13,52

Bedienden Mannen Vrouwen

4,06 2,96 4,82

4,12 2,92 4,94

4,27 2,97 5,52

4,63 3,10 5,66

4,83 3,19 5,92

Totaal

6,47

6,44

6,84

7,45

7,80

(1) Aantal vergoede dagen/ledental.

2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen Bron: RIZIV

2004 Arbeiders Mannen Vrouwen Bedienden Mannen Vrouwen Totaal

2005

2006

2007

2008

15.836.644 16.077.207 17.075.244 18.862.630 20.053.616 9.200.783 9.128.394 9.426.497 10.160.383 10.730.133 6.635.861 6.948.813 7.648.747 8.702.247 9.323.483 6.612.564 1.956.215 4.656.349

6.845.310 1.961.476 4.883.834

7.250.513 2.030.465 5.220.048

8.012.462 2.152.072 5.860.390

8.526.485 2.253.520 6.272.965

22.449.208 22.922.517 24.325.757 26.875.092 28.580.101

173


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering (euro) Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Arbeiders Mannen Vrouwen

40,51 28,78

41,51 29,54

42,34 30,19

42,88 30,77

44,57 32,17

Bedienden Mannen Vrouwen

43,92 34,94

45,08 35,94

45,82 36,67

46,28 37,14

48,28 38,84

2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro) Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Arbeiders Mannen Vrouwen Regularisaties

546.166 372.752 190.998 -17.584

567.898 378.946 205.302 -16.350

614.736 399.077 230.922 -15.263

687.663 435.698 267.731 -15.766

761.431 478.217 299.982 -16.768

Bedienden Mannen Vrouwen Regularisaties

241.872 85.920 162.705 -6.753

257.437 88.430 175.525 -6.518

278.258 93.037 191.407 -6.186

311.012 99.609 217.663 -6.260

346.219 108.796 243.632 -6.209

351

394

351

598

897

788.389

825.729

893.345

999.273

1.108.547

Hulp van derden Totaal

174


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.8 Invaliditeit / aantal gevallen Bron: RIZIV

12.2004 Arbeiders

12.2005

12.2006

12.2007

12.2008

Mannen Vrouwen

153.248 93.390 59.858

155.807 93.781 62.026

160.388 94.387 66.001

166.525 96.394 70.131

172.565 98.100 74.465

Bedienden Mannen Vrouwen

51.149 17.454 33.695

52.788 17.491 35.297

55.434 17.629 37.805

57.159 17.767 39.392

59.588 17.821 41.767

204.397

208.595

215.822

223.684

232.153

2005

2006

2007

2008

Totaal

2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen Bron: RIZIV

2004 Arbeiders Mannen Vrouwen

46.595.650 46.832.004 47.709.562 49.145.496 50.862.715 28.585.510 28.468.142 28.496.576 28.922.727 29.420.252 18.010.140 18.363.862 19.212.986 20.222.769 21.442.463

Bedienden Mannen Vrouwen

15.794.049 16.333.271 17.088.181 17.964.781 18.856.438 5.342.216 5.454.329 5.528.477 5.625.278 5.750.455 10.451.833 10.878.942 11.559.704 12.339.503 13.105.983

Totaal

62.389.699 63.165.275 64.797.743 67.110.277 69.719.153

2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering (euro) Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Arbeiders Mannen Vrouwen

36,34 28,75

37,33 29,56

38,15 30,25

38,85 31,00

41,01 33,03

Bedienden Mannen Vrouwen

38,72 30,70

39,55 31,60

40,21 32,33

41,02 33,07

42,86 35,15

175


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro) Bron: RIZIV

Arbeiders Mannen Vrouwen Bedienden Mannen Vrouwen Regularisaties Hulp van derden Totaal

2004

2005

2006

2007

2008

1.556.477 1.038.766 517.711

1.605.595 1.062.729 542.866

1.668.538 1.087.272 581.266

1.750.604 1.123.700 626.904

1.914.635 1.206.447 708.188

527.756 206.855 320.901

559.509 215.702 343.807

596.035 222.290 373.745

638.815 230.750 408.065

707.159 246.495 460.664

-626

-844

-566

-1.823

-896

5.020

5.123

5.639

34.551

38.470

2.088.627

2.169.383

2.269.646

2.422.147

2.659.368

176


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

2.12 Moederschap / verzekerde bevolking

2. Uitkeringen (RIZIV)

(1)

Bron: RIZIV

06.2004 Arbeidsters Bedienden Totaal

06.2005

06.2006

06.2007

06.2008

460.643 706.395

467.326 710.973

451.879 718.390

451.302 725.383

451.196 732.351

1.167.038

1.178.299

1.170.269

1.176.685

1.183.547

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.

2.13 Moederschap / aantal vergoede dagen Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Moederschap Arbeidsters Bedienden Invaliden

6.648.308

6.868.721

6.925.084

7.031.324

7.265.742

2.531.741 4.055.759 60.808

2.572.969 4.226.842 68.910

2.582.286 4.270.366 72.432

2.599.608 4.353.750 77.966

2.670.647 4.512.036 83.059

Werkverwijdering Arbeidsters Bedienden

1.811.133 566.774 1.244.359

1.773.049 552.789 1.220.260

1.865.751 577.270 1.288.481

1.919.878 548.251 1.371.627

1.946.101 542.159 1.403.942

358.569 225.667 132.902

377.456 232.727 144.729

382.610 231.268 151.342

395.357 238.595 156.762

421.363 255.948 165.415

2006

2007

2008

Vaderschap + adoptie Arbeiders Bedienden

2.14 Moederschap / gemiddelde daguitkering (euro) Bron: RIZIV

2004

2005

Moederschap Arbeidsters Bedienden Invaliden

39,21 53,34 41,09

40,34 54,87 43,08

41,38 56,40 42,77

42,22 57,58 43,58

44,00 60,24 45,26

Werkverwijdering Arbeidsters Bedienden

35,18 45,33

36,63 44,82

37,00 45,44

37,39 46,23

38,69 48,22

Vaderschap + adoptie Arbeiders Bedienden

74,62 86,51

76,60 89,19

78,14 90,13

79,83 92,39

82,43 95,57

177


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.15 Moederschap / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro) Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

318.703

339.510

352.091

365.278

394.630

99.472 216.721 2.510 -

104.170 232.450 2.894 -4

107.254 241.748 3.089 -

110.282 251.598 3.398 -

117.906 272.964 3.760 -

Werkverwijdering Arbeidsters Bedienden Regularisaties

45.950 14.127 31.823 -

52.734 15.353 37.381 -

56.926 16.430 40.496 -

59.762 15.646 44.116 -

64.332 16.450 47.882 -

Vaderschap + adoptie Arbeiders Bedienden

28.338 16.840 11.498

30.624 17.824 12.800

31.741 18.092 13.649

33.582 19.079 14.503

36.961 21.130 15.831

164

199

195

224

255

393.155

423.067

440.953

458.846

496.178

Moederschap Arbeidsters Bedienden Invaliden Regularisaties

Borstvoeding Totaal

178


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro) Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Primaire arbeidsongeschiktheid Invaliditeit Moederschapsuitkeringen Begrafenisuitkeringen

788.390 2.088.628 393.160 6.852

825.729 2.169.383 423.067 6.589

893.343 2.269.646 440.965 6.607

999.272 2.422.147 458.850 6.405

1.108.548 2.659.368 496.169 6.629

Totaal

3.277.030

3.424.768

3.610.561

3.886.674

4.270.714

179



II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota In het werknemerspensioenstelsel (repartitiesysteem) worden de eigenlijke pensioenen en de afgeleide voordelen toegekend met toepassing van KB nr. 50 van 24.10.1967 betreffende de rusten overlevingspensioenen van werknemers en met toepassing van de vroegere afzonderlijke bepalingen over het pensioen van arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden. Het oude kapitalisatiestelsel van de werknemersrenten (dat sinds 31.12.1967 residueel is geworden) bestaat slechts in zoverre de verworven rechten op rustrenten en/of overlevingsrenten werden gehandhaafd. Sinds 31.12.2007 werden de technische reserves van dit oude stelsel overgenomen door de RSZ – Globaal beheer werknemers, ingevolge het K.B. van 21.04.2007 houdende uitvoering van het artikel 289 van de programmawet (I) van 27.12.2006. Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen (tabel 3.1) Het aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald, is gelijk aan het aantal personen dat op 1 januari is vastgelegd en voor wie het uitkeringsrecht in betaling is gesteld. Personen voor wie het recht is ingegaan, maar op die datum nog niet in betaling is gesteld, komen niet in de statistiek voor. Het aantal begunstigden wordt onderverdeeld in de volgende categorieën:  gehuwden die een rustpensioen tegen “ gezinsbedrag “ genieten in het werknemersstelsel;  gehuwden die een rustpensioen tegen “bedrag alleenstaanden” genieten in het werknemersstelsel;  niet gehuwden die een rustpensioen tegen “ bedrag alleenstaanden “ genieten in het werknemersstelsel;  personen die een (of meer) rustpensioen(en) en een (of meer) overlevingspensioen(en) genieten, waarbij minstens een van die pensioenen ten laste komt van het werknemersstelsel:  personen met een rustpensioen ten laste van het werknemersstelsel;  personen met een overlevingspensioen ten laste van het werknemersstelsel;  personen die een overlevingspensioen genieten in het werknemersstelsel. Dubbeltellingen zijn het gevolg van mensen die een rust- en een overlevingspensioen cumuleren in het werknemersstelsel. Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente (tabel 3.2) Het aantal gerechtigden is opgedeeld in verscheidene categorieën:  De personen die een ouderdomsrente genieten;  De vrouwen (en enkel zij) die een weduwerente genieten;  De vrouwen die een ouderdomsrente en een weduwerente genieten. De dubbeltellingen zijn een gevolg van vrouwelijke gerechtigden die een ouderdomsrente en een weduwerente cumuleren. De renten kunnen gecumuleerd worden met een (of meerdere) pensioen(en) van het repartitiestelsel hierboven vermeld. De berekening van dubbeltellingen werd niet uitgevoerd, omdat er ook geen totaal wordt gemaakt.

181


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen (tabel 3.3) Het gemiddelde bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari zijn betaald, wordt verkregen door de maandelijkse bruto-uitgaven van januari (nog vóór de afhouding van de bedrijfsvoorheffing, de ZIV-bijdrage, de solidariteitsbijdrage en de terug te vorderen bedragen) te delen door het aantal begunstigden op 1 januari. Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht (tabel 3.4) De rechthebbenden (op 01.01.2008) worden opgesplitst naar pensioenregeling (rust- of overlevingspensioen, gezinspensioen of pensioen voor een alleenstaande), alsook naar geslacht en naar leeftijdsklasse per vijf jaar. Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Enkele van de rubrieken uit deze tabel worden hieronder nader toegelicht: Vakantiegeld Het aantal begunstigden is hier het aantal begunstigden van een rust- of overlevingspensioen dat in mei wordt betaald. Het vakantiegeld en het bijkomend vakantiegeld worden niet toegekend in de loop van het jaar waarin het pensioen ingaat. Het jaar nadien staat het toegekende bedrag in verhouding tot het aantal maanden waarin de rechthebbende tijdens het eerste jaar pensioen heeft ontvangen. Niettemin worden, in afwijking van deze bepaling, de bovenvermelde voordelen volledig toegekend vanaf het jaar waarin het rustpensioen ingaat, indien gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het pensioen ingaat, de begunstigde al een uitkering voor brugpensioen of voor ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid ontving. Analoog worden de bovenvermelde voordelen ook volledig toegekend vanaf het burgerlijk jaar waarin het overlevingspensioen ingaat, indien de overleden echtgenoot aan dezelfde voorwaarde voldeed of een rustpensioen ontving gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het burgerlijke jaar waarin hij overleed. Verwarmingstoelage De verwarmingstoelage wordt toegekend aan mijnwerkers die gerechtigd zijn op een rustpensioen of aan hun overlevende echtgenoot die gerechtigd is op een overlevingspensioen. De gegevens worden verstrekt volgens dezelfde methodologie als die voor de rust- en overlevingspensioenen. Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten Het repartitiestelsel betaalt sinds 2008 het totaal van de sociale prestaties van het oude kapitalisatiestelsel. Niettemin tot 2007 inbegrepen kwam het repartitiestelsel tussen in de sociale prestaties betreffende de rijksbijdrage en de indexering van de lopende renten die vóór 1994 zijn ingegaan. De indexeringscoëfficiënt zelf van die renten was reeds geblokkeerd op het niveau van de spilindex van 1986.

182


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

Aanvullende informatie omtrent de werknemerspensioenen kan u vinden in de volgende publicaties van de RVP:  jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden;  jaarverslag van de RVP. In de genoemde publicaties staan gegevens over het aantal gevallen van cumul van werknemers-, zelfstandigen- en overheidspensioenen, wat toelaat informatie te bekomen over aantallen gepensioneerden (i.p.v. enkel over aantallen pensioenvoordelen). De jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden omvat ook een tabel werknemersrenten. U kan ook terecht op de website van de RVP: http://www.rvponp.fgov.be/onprvp2004/.

183


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald Bron: RVP

01.2004

01.2005

01.2006

01.2007

01.2008

Mannen

730.733

739.368

748.032

756.422

765.404

Rustpensioenen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet-gehuwd Rust & overleving, gedeelte rust

727.851 312.848 244.862 160.099 10.042

736.476 312.129 251.600 162.746 10.001

745.183 310.941 258.512 166.045 9.685

753.523 310.178 264.102 169.615 9.628

762.413 307.352 271.846 173.476 9.739

Overlevingspensioenen Rust & overleving, gedeelte overleving Overleving

12.584 10.663 1.921

12.555 10.573 1.982

12.242 10.160 2.082

12.244 10.059 2.185

12.456 10.142 2.314

Dubbeltellingen

-9.702

-9.663

-9.393

-9.345

-9.465

Vrouwen

865.770

867.151

870.750

862.716

871.048

Rustpensioenen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet-gehuwd Rust & overleving, gedeelte rust

611.559 1.003 227.846 135.155 247.555

615.852 907 229.114 139.105 246.726

622.416 926 232.536 142.836 246.118

614.620 858 227.460 142.853 243.449

628.454 864 234.670 148.979 243.941

Overlevingspensioenen Rust & overleving, gedeelte overleving Overleving

491.818 259.418 232.400

488.138 258.570 229.568

484.704 257.845 226.859

482.005 255.033 226.972

477.118 255.267 221.851

-237.607

-236.839

-236.370

-233.909

-234.524

1.339.410

1.352.328

1.367.599

1.368.143

1.390.867

504.402

500.693

496.946

494.249

489.574

1.843.812

1.853.021

1.864.545

1.862.392

1.880.441

Totaal dubbeltellingen

-247.309

-246.502

-245.763

-243.254

-243.989

Totaal rechthebbenden

1.596.503

1.606.519

1.618.782

1.619.138

1.636.452

Dubbeltellingen Totaal rust Totaal overleving Totaal pensioenen

184


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt betaald Bron: RVP

01.2008 Mannen Ouderdomsrente

284.990 284.990

Vrouwen

397.868

Ouderdomsrente Ouderdomsrente Ouderdoms- en weduwerente

317.073 270.588 46.485

Weduwerente Weduwerente Ouderdoms- en weduwerente

127.280 80.795 46.485

Dubbeltellingen

-46.485

Totaal ouderdomsrenten

602.063

Totaal weduwerenten

127.280

Totaal renten

729.343

Totaal dubbeltellingen

-46.485

Totaal rechthebbenden

682.858

185


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro) Bron: RVP

01.2004

01.2005

01.2006

01.2007

01.2008

Mannen

789,89

813,36

835,79

858,70

882,04

Rustpensioenen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet-gehuwd Rust & overleving, gedeelte rust

789,43 958,54 642,50 699,23 541,70

812,88 987,54 666,04 720,01 567,09

835,13 1015,47 689,17 738,11 604,48

858,05 1042,19 713,86 758,83 629,24

881,39 1071,97 738,07 780,91 657,30

Overlevingspensioenen Rust & overleving, gedeelte overleving Overleving

207,26 133,43 617,62

215,43 136,46 636,70

234,75 147,01 662,93

243,17 149,83 672,85

251,84 151,47 691,72

Vrouwen

610,01

626,90

644,22

664,29

682,66

Rustpensioenen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet-gehuwd Rust & overleving, gedeelte rust

381,31 444,06 432,54 504,30 266,76

394,71 503,98 451,19 517,21 272,80

408,98 534,27 471,11 530,48 279,28

423,02 564,11 492,82 543,06 286,87

440,14 642,05 515,70 560,26 293,39

Overlevingspensioenen Rust & overleving, gedeelte overleving Overleving

599,68 560,57 643,33

615,67 577,94 658,17

632,14 595,84 673,40

649,56 611,99 691,78

666,54 631,70 706,63

Totaal / rustpensioen

603,09

622,44

641,18

662,62

682,02

Totaal / overlevingspensioen

589,89

605,64

622,36

639,49

655,99

Totaal / pensioen

599,48

617,90

636,16

656,48

675,24

Totaal / rechthebbende

692,34

712,71

732,75

755,11

775,92

186


9.733 5.097 2.036 1.018 4 1.578 46.071 2 867 149 5 45.048 55.804

Vrouwen Gehuwden, gezin (rustpensioen) Gehuwden, alleenstaand (rustpensioen) Niet gehuwd (rustpensioen) Rust & overleving Overlevingspensioen

Totaal rechthebbenden

187

158.599

85.082 278 40.441 14.513 6.935 22.915

73.517 26.175 34.166 12.439 341 396

Minder dan 60-64 jaar 60 jaar

Mannen Gehuwden, gezin (rustpensioen) Gehuwden, alleenstaand (rustpensioen) Niet gehuwd (rustpensioen) Rust & overleving Overlevingspensioen

Bron: RVP

343.366

147.340 315 70.143 33.814 28.121 14.947

196.026 77.809 77.507 39.307 1.342 61

65-69 jaar

341.849

156.412 178 56.535 31.006 44.833 23.860

185.437 79.214 67.355 36.869 1.928 71

70-74 jaar

3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht

319.725

166.623 56 39.758 28.437 62.062 36.310

153.102 65.662 50.315 34.663 2.386 76

75-79 jaar

238.822

143.326 29 19.101 22.689 60.906 40.601

95.496 37.714 28.093 27.400 2.221 68

80-84 jaar

178.287

126.194 6 7.825 18.371 61.822 38.170

52.093 15.681 12.374 21.780 2.194 64

85 jaar en ouder

1.636.452

871.048 864 234.670 148.979 264.684 221.851

765.404 307.352 271.846 173.476 10.416 2.314

Totaal

Toestand op 1 januari 2008

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro) Bron: RVP

2004 Pensioenen Rustpensioenen (1), waarvan Algemene regeling Bijzonder brugpensioen werklozen

Overlevingspensioenen Herwaarderingspremie Solidariteitsbijdrage Vakantiegeld Verwarmingstoelage Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten (2) Indexeringen Rijksbijdrage Vrij verzekerden Renten en complementen Totaal

2005

2006

2007

2008

13.395.400 13.936.832 14.338.998 14.820.486 15.911.159 9.854.240 10.311.358 10.651.807 11.049.927 11.934.816 9.838.858 15.382

10.296.782 14.576

10.638.196 13.611

11.037.320 12.607

11.922.617 12.199

3.610.012 0 -68.852

3.697.192 2 -71.720

3.761.856 0 -74.665

3.830.372 18.419 -78.232

4.025.079 17.713 -66.449

636.567

653.915

670.320

685.942

721.628

45.043

44.862

44.221

50.020

50.135

138.275

0

121.871

115.038

110.613

129.168 9.103 4

0 0 0

113.846 8.023 2

106.559 7.510 967 2

103.231 7.275 105 2

14.215.285 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535

(1) Rustpensioenen: de algemene regeling bevat het bedrag "Nationale erkentelijkheid". (2) Indexeringen en Rijksbijdrage 2005 ten laste van het kapitalisatiestelsel (129.696 duizend euro).

188


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RKW)

4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De rubriek sociale prestaties voor gezinsbijslag in de werknemersregeling omvat vier deelrubrieken, welke in de synthesetabel (4.8) worden weergegeven: het algemeen stelsel der werknemers - in de begrotingstabel aangeduid als “Nationale Verdeling” (sensu stricto) -, het gewaarborgd stelsel, de tijdelijke leerkrachten en de speciale categorieën. Al deze prestaties zijn ten laste van de Nationale Verdeling. De term “Nationale Verdeling” verwijst naar de gezinsbijslag waarvan de betaling wordt verzekerd door de opbrengst van de sociale-zekerheidsbijdragen voor de onder de sociale zekerheid vallende werknemers en van de hoofdelijke bijdragen voor de niet onder de sociale zekerheid vallende werknemers. De gewaarborgde gezinsbijslag is het residuair stelsel van gezinsbijslag, voorbehouden aan de gezinnen welke in geen enkel stelsel van gezinsbijslagen rechthebbend zijn, en waarvan de inkomens bepaalde plafonds niet overschrijden. In zekere zin behoort de gewaarborgde gezinsbijslag bij de sociale bijstandsregeling. Niettemin wordt de gewaarborgde gezinsbijslag beheerd door de RKW en zijn de uitgaven ermee verbonden ten laste van het werknemersstelsel. De rubriek “tijdelijke leerkrachten” betreft de gezinsbijslag uitgekeerd aan de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling. De speciale categorieën betreffen de categorieën personen die aandacht verdienen en waarvoor geen enkel ander recht op kinderbijslag bestond. Vóór 1997 werden aan deze personen extralegale uitkeringen gestort door de Rijksdienst, ten laste van zijn Reservefonds. Sinds 01.01.1997 werd hen echter een wettelijk recht toegekend krachtens artikel 102 van de samengeordende wetten. De Rijksdienst is rechtstreeks belast met het uitbetalen aan deze categorieën van de kinderbijslag, ten laste van het globaal beheer. Het gaat hier hoofdzakelijk om huispersoneel, verdwenen kinderen en grensarbeiders. Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (tabel 4.1) Deze tabel geeft een overzicht van het aantal rechtgevende kinderen volgens de deelsectoren: algemeen stelsel, gewaarborgde gezinsbijslag, tijdelijke leerkrachten en speciale categorieën en dit opgesplitst naar kinderbijslag, kraamgeld of adoptiepremie. Het betreft rechtgevende kinderen op 30 juni en geboorten/adopties in de loop van het kalenderjaar. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (tabel 4.2) In deze tabel vindt men - enkel voor de twee budgettair belangrijkste rubrieken, met name het algemeen stelsel (inclusief de tijdelijke leerkrachten ten laste van de Nationale Verdeling) en de gewaarborgde gezinsbijslag - de gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind en geboorte. De kinderbijslagbedragen omvatten de leeftijdsbijslag en (voor het algemeen stelsel) het supplement voor gehandicapte kinderen.

189


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RKW)

Kraamgeld en adoptiepremie (tabel 4.5) Deze tabel geeft het aantal geboorten weer dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van kraamgeld en het aantal adopties dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van een adoptiepremie (totalen in de loop van het jaar). Rechtgevende kinderen (tabellen 4.3, 4.4, 4.6 en 4.7) Voor het algemeen stelsel, het gewaarborgd stelsel en de tijdelijke leerkrachten volgen tabellen met meer gedetailleerde gegevens over de rechtgevende kinderen/geboorten/adopties. Het gaat telkens om tabellen die evoluties weergeven van aantallen rechtgevende kinderen opgesplitst volgens verschillende kenmerken. Het gaat om volgende verdelingen van de rechtgevende kinderen:  naar leeftijdsklasse en recht op bijslag (statuut van het rechtgevende kind) (tab. 4.3);  naar rang (evolutie) (tab. 4.4);  naar schaal en leeftijdsklasse (toestand 30.6.2004,… tot 30.6.2008) (tab. 4.6);  naar schaal en rang (toestand 30.6.2004,… tot 30.6.2008) (tab. 4.7). Synthesetabel (tabel 4.8) Deze tabel geeft ten slotte een overzicht van de evolutie van de sociale prestaties gezinsbijslagen per deelsector.

Aanvullende informatie over de gezinsbijslagen kan u vinden in de publicaties van de RKW (bvb. de halfjaarlijkse mededeling) of op de website van de RKW : www.rkw.fgov.be .

190


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RKW)

4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector) (1) Bron: RKW

2004

2005

2006

2007

2008

1.862.380 1.532.858 62.261 45.925

1.876.162 1.528.646 66.203 46.194

1.881.742 1.540.520 66.683 45.628

1.899.549 1.585.988 68.216 32.242

1.917.576 1.607.569 72.488 32.010

221.336

235.119

228.911

213.103

205.509

25.998 18.786

28.500 18.323

29.734 17.971

31.887 17.450

34.373 16.636

94.011 445

94.029 529

96.481 397

96.825 328

100.585 288

16.940 1.305

15.142 1.185

17.162 1.447

15.541 1.271

14.675 1.249

15.523 217

15.408 183

14.811 207

15.598 209

15.105 225

765 441

725 472

684 594

691 599

691 586

Algemeen stelsel Kinderbijslag Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) waarvan: Gehandicapten jonger dan 21 jaar Gehandicapten ouder dan 21 jaar

Kraamgeld Adoptiepremie Gewaarborgde gezinsbijslag Kinderbijslag Kraamgeld Tijdelijke leerkrachten Kinderbijslag Kraamgeld

(2)

Speciale categorieĂŤn (art. 102) Kinderbijslag Kraamgeld

(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar. (2) Rechtgevende kinderen in december van tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling.

191


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RKW)

4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro) Bron: RKW

2004 Algemeen stelsel Kinderbijslag Kraamgeld

2005

2006

2007

2008

1.927,30 941,02

2.026,18 965,54

(1)

(2)

1.820,24 896,98

1.856,90 910,96

1.916,76 923,92

1.836,79 876,03

1.979,56 891,59

2.101,80 896,22

Gewaarborgde gezinsbijslag Kinderbijslag Kraamgeld

(3)

2.153,80 906,70

(1) Inclusief gegevens betreffende het laatste kwartaal voor de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. (2) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen. (3) Inclusief leeftijdsbijslag.

192

2.391,24 954,22


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RKW)

4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap Bron: RKW

06.2004

06.2005

06.2006

06.2007

06.2008

0 - 6 jaar

522.436

527.935

530.928

538.601

550.065

6 - 12 jaar

525.371

522.537

521.204

525.142

526.341

12 - 16 jaar

356.713

360.783

359.756

355.300

350.620

16 - 18 jaar

167.744

171.184

174.352

179.416

183.547

18 - 21 jaar Studenten Leerlingen (1) Werkzoekenden (2) Gehandicapten

181.521 166.373 3.258 7.870 4.020

185.082 169.852 3.147 7.910 4.173

187.682 172.837 3.063 7.406 4.376

192.773 176.826 2.947 8.604 4.396

197.997 182.077 3.092 8.173 4.655

89.809 82.473 492 6.844

90.318 82.734 609 6.975

89.849 83.126 604 6.119

90.867 84.045 617 6.205

92.370 85.754 645 5.971

18.786 14.261 4.525

18.323 13.641 4.682

17.971 13.227 4.744

17.450 12.766 4.684

16.636 12.305 4.331

1.862.380

1.876.162

1.881.742

1.899.549

1.917.576

44.784 25.998 18.786

46.823 28.500 18.323

47.705 29.734 17.971

49.337 31.887 17.450

51.009 34.373 16.636

21 - 25 jaar Studenten Leerlingen (1) Werkzoekenden (2) 25 jaar en ouder Volledig ongeschikten In beschutte werkplaats Totaal Kinderen met een handicap Jonger dan 21 jaar 25 jaar en ouder

(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen. (2) Er wordt kinderbijslag toegekend gedurende een periode van 270 of 180 kalenderdagen, naargelang het geval, ten behoeve van bepaalde kinderen die werkzoekend zijn (KB van 05.12.1983 en KB van 15.09.1994).

193


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RKW)

4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang Bron: RKW

2004

2005

2006

2007

2008

Eerste kind Tweede kind Derde kind en volgende

1.049.370 568.722 244.288

1.059.211 572.500 244.451

1.064.783 574.095 242.864

1.075.977 579.586 243.986

1.083.926 588.356 245.294

Totaal

1.862.380

1.876.162

1.881.742

1.899.549

1.917.576

2007

2008

4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen)

(1)

Bron: RKW

2004 Kraamgeld Eerste geboorte Tweede geboorte en volgende Adoptiepremie

2005

2006

94.011 48.392 45.619

94.029 48.149 45.880

96.481 49.198 47.283

96.825 48.822 48.003

100.585 51.193 49.392

445

529

397

328

288

(1) Aantal gevallen in de loop van het jaar.

194


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RKW)

4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse Toestand op 30 juni 2004

Bron: RKW

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en (1) werklozen (art. 42bis)

449.139 10.392 1.677

438.839 15.848 6.058

422.001 23.269 13.471

218.404 12.130 11.301

61.228

64.626

65.716

29.495

Totaal

522.436

525.371

524.457

271.330

+ 25 jaar

Totaal

4.475 1.532.858 622 62.261 13.418 45.925 271

221.336

18.786 1.862.380 Toestand op 30 juni 2005

Bron: RKW

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en (1) werklozen (art. 42bis)

449.301 11.240 1.630

431.784 16.745 6.030

424.003 24.642 13.656

219.407 12.986 11.540

65.764

67.978

69.666

31.467

Totaal

527.935

522.537

531.967

275.400

+ 25 jaar

Totaal

4.151 1.528.646 590 66.203 13.338 46.194 244

235.119

18.323 1.876.162

Toestand op 30 juni 2006

Bron: RKW

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en (1) werklozen (art. 42bis)

454.924 11.556 1.622

432.096 16.989 5.836

427.875 24.611 13.536

221.693 12.988 11.360

62.826

66.283

68.086

31.490

Totaal

530.928

521.204

534.108

277.531

+ 25 jaar

Totaal

3.932 1.540.520 539 66.683 13.274 45.628 226

228.911

17.971 1.881.742

Toestand op 30 juni 2007

Bron: RKW

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en (1) werklozen (art. 42bis)

467.188 12.096 1.558

440.257 17.920 5.854

433.098 24.942 13.319

227.995 13.258 11.511

57.759

61.111

63.357

30.876

Totaal

538.601

525.142

534.716

283.640

+ 25 jaar

Totaal

17.450 1.585.988 68.216 32.242 -

213.103

17.450 1.899.549

Toestand op 30 juni 2008

Bron: RKW

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en (1) werklozen (art. 42bis)

478.228 13.215 1.550

442.491 19.193 5.719

435.407 26.204 13.011

234.807 13.876 11.730

57.072

58.938

59.545

29.954

Totaal

550.065

526.341

534.167

290.367

(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid.

195

+ 25 jaar

Totaal

16.636 1.607.569 72.488 32.010 -

205.509

16.636 1.917.576


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RKW)

4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang Toestand op 30 juni 2004

Bron: RKW

1ste kind Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1) Totaal

2de kind

3de kind

4de kind

141.492 7.141 2.051

34.040 3.008 549

11.879 1.977 216

1.532.858 62.261 45.925

118.807

60.594

25.609

10.023

6.303

221.336

1.049.370

568.722

176.293

47.620

20.375

1.862.380

Toestand op 30 juni 2005

2de kind

3de kind

4de kind 33.449 3.099 558

11.752 1.967 204

1.528.646 66.203 46.194

126.464

64.926

27.106

10.422

6.201

235.119

1.059.211

572.500

176.799

47.528

20.124

1.876.162

Toestand op 30 juni 2006

869.343 36.662 35.479

485.823 17.608 7.419

140.550 7.477 2.009

33.307 3.049 531

123.299

63.245

26.452

10.137

5.778

228.911

1.064.783

574.095

176.488

47.024

19.352

1.881.742

2de kind

3de kind

4de kind

1.540.520 66.683 45.628

de

900.973 37.182 22.461

495.246 18.244 7.159

143.513 7.798 1.940

34.293 3.158 507

5 kind en volgende 11.963 1.834 175

115.361

58.937

24.280

9.286

5.239

213.103

1.075.977

579.586

177.531

47.244

19.211

1.899.549

2de kind

3de kind

4de kind

Totaal 1.585.988 68.216 32.242

Toestand op 30 juni 2008

911.377 39.218 22.459

504.590 19.641 7.078

144.818 8.384 1.833

34.628 3.306 482

5de kind en volgende 12.156 1.939 158

110.872

57.047

23.638

8.939

5.013

205.509

1.083.926

588.356

178.673

47.355

19.266

1.917.576

1ste kind

Totaal

Totaal

Toestand op 30 juni 2007

Bron: RKW

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1)

de

5 kind en volgende 11.497 1.887 190

1ste kind

Totaal

Totaal

140.046 7.574 2.073

Bron: RKW

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1)

5 kind en volgende

482.538 17.427 7.609

1ste kind

Totaal

de

860.861 36.136 35.750

Bron: RKW

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1)

Totaal

484.314 16.292 7.522

1ste kind

Totaal

5 kind en volgende

861.133 33.843 35.587

Bron: RKW

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) (1)

de

2de kind

(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid

196

3de kind

4de kind

Totaal 1.607.569 72.488 32.010


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RKW)

4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen (duizend euro) Bron: RKW

2004

2005

2006

2007

2008

Nationale verdeling (1) Speciale categorieën (2) Gewaarborgde gezinsbijslag Tijdelijke leerkrachten (1)

3.374.202 1.607 29.844 12.727

3.471.724 1.614 30.182 6.733

3.599.665 1.722 37.368 7.179

3.693.798 1.733 32.842 7.379

3.879.640 1.891 35.232 5.965

Totaal

3.418.380

3.510.253

3.645.934

3.735.752

3.922.728

(1) Vanaf 2005 is de definitie van deze twee categorieën gewijzigd. (2) In het verleden werden “speciale categorieën” aangeduid als “ten laste van het Reservefonds”. Sedert de invoering van het Globaal beheer worden deze echter eveneens gefinancierd door het RSZ-Globaal beheer.

197



II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

5. Arbeidsongevallen (FAO)

5. Arbeidsongevallen 5.0 Methodologische nota De tak arbeidsongevallen omvat twee stelsels (van financiering): het kapitalisatiestelsel en het repartitiestelsel. Enkel het repartitiestelsel behoort tot het globaal financieel beheer. Een slachtoffer van een arbeidsongeval met blijvende arbeidsongeschiktheid, ontvangt ter vergoeding van zijn/haar verminderd economisch verdienvermogen een levenslange rente. Deze rente is o.m. in functie van de opgelopen graad van arbeidsongeschiktheid. Deze rente wordt in principe – wanneer de ongeschiktheid meer dan 19 % beloopt – uitbetaald via het kapitalisatiestelsel. De renten voor arbeidsongevallen tot en met 19% worden uitbetaald via het repartitiestelsel, 1 evenals alle aanvullende, speciale en aanpassingsbijslagen . De in dit Vade Mecum opgenomen tabellen betreffen uitsluitend het repartitiestelsel met uitzondering van tabel 5.4. Hierna vindt u een toelichting betreffende enkele rubrieken en tabellen. De effectieven (tabel 5.1) De opgenomen gegevens zijn een momentopname per 31 december van het beschouwde jaar, zonder onderscheid naar eventuele periodiciteit van de genoten uitkeringen. In het stelsel van de arbeidsongevallen kunnen uitkeringen zowel maandelijks als trimestrieel als jaarlijks zijn qua periodiciteit. Hierdoor kan de toestand per 31 december niet als maatstaf genomen worden voor elke individuele maand. De gemiddelde vergoedingen (tabel 5.2) Het spreekt dan ook vanzelf dat berekeningen van de gemiddelde vergoedingen zeer voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, juist omwille van de verschillende periodiciteiten. De aangegeven gemiddelde uitkering stemt geenszins overeen met de gemiddelde vergoeding van een gerechtigde op een maandelijkse, een trimestriële of een semestriële vergoeding wegens arbeidsongeval. De uitgaven (tabel 5.3) Zorgen Het gaat om geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verpleegkundige zorgen die door het ongeval noodzakelijk kunnen worden, zoals volgt uit de toepassing van de wet van 10.04.1971, art. 28, 28bis en 58. Verzekeringsoperaties De verzekeringsoperaties zijn verrichtingen die het FAO dient te stellen ten laste van het repartitiestelsel, zoals beschreven in art. 58 en 58bis van de wet van 10.04.1971. Het betreft: verzekeringsverrichtingen voor dodelijke ongevallen (renten), vergoedingen voor begrafeniskosten en overbrenging naar de begraafplaats, arbeidsongeschiktheid, uitkeringen in kapitaal, vergoedingen voor tijdelijke verergering en dagelijkse en jaarlijkse vergoedingen en toelagen. 1

De aanvullende en speciale bijslagen worden samengevat onder de term “forfaitair stelsel”, waartoe ook de overlevingsbijslagen en de verergeringsbijslagen behoren.

199


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

5. Arbeidsongevallen (FAO)

Renten en vergoedingen < 20 % Krachtens de wet van 30.03.1994 houdende sociale bepalingen, wordt voor de ongevallen overkomen vanaf 01.01.1988 en waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10 % geschiedt, hetzij bij een bekrachtiging van de overeenkomst met datum vanaf 01.01.1994, hetzij door een gerechtelijke beslissing die op een datum vanaf 01.01.1994 in kracht van gewijsde treedt, de waarde van de jaarlijkse vergoeding en van de rente als kapitaal gestort bij het FAO. Deze laatste betaalt jaarlijks aan de slachtoffers de jaarvergoedingen en de niet-geïndexeerde renten. Hetzelfde principe werd uitgebreid tot de betaling van de vergoedingen en renten verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 16 % voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.01.1997 (KB van 16.12.1996) en nog later tot de betaling van de vergoedingen en renten verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid minder dan 20 % voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.12.2003 (wet van 22.12.2003). De renten en vergoedingen verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van 10% tot en met 19% worden maandelijks uitbetaald aan de rechthebbende (per kwartaal indien het ongeval dateert van vóór 01.01.1988) (art. 45 quater van de arbeidsongevallenwet, KB van 24.12.1987 en KB van 12.08.1994). Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (tabel 5.4) Deze tabel herneemt de statistiek van het aantal rechthebbenden, maar in tegenstelling tot de tabel 5.1 gaat het hier over personen met een blijvende arbeidsongeschiktheid of de rechtverkrijgenden van overleden slachtoffers. Zij ontvangen een rente. Het zijn de effectieven voor beide stelsels samen. Zoals hoger in deze nota uiteengezet, bepaalt de arbeidsongeschiktheidsgraad of het kapitalisatiestelsel dan wel het repartitiestelsel de uitgaven, verbonden aan de te betalen rente, ten laste neemt. De effectieven worden uitgesplitst naar statuut: gerechtigde of één van de deelcategorieën van de rechtverkrijgenden. Bovendien is de opsplitsing naar betalingsinstelling (een verzekeringsmaatschappij, een eigen verzekeraar of het FAO).

Voor aanvullende informatie en bijkomende statistieken over de arbeidsongevallenverzekering kunt u terecht op de website van het Fonds voor Arbeidsongevallen, bereikbaar via de portaalsite van de Sociale Zekerheid: www.faofat.fgov.be

200


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel

5. Arbeidsongevallen (FAO)

(1)

Bron: FAO

2004

2005

2006

2007

2008

Forfaitair stelsel Uitkeringen aan slachtoffers Speciale bijslag Aanvullende bijslag

55 21.651

55 20.541

36 17.101

31 15.937

26 14.903

7.339 12.163 1.464 685

7.107 11.395 1.387 652

4.485 10.709 1.329 578

4.131 10.007 1.249 550

3.808 9.385 1.185 525

1.224

1.159

1.682

1.661

1.636

73 4.307 104

68 4.015 102

69 3.750 101

64 3.502 96

64 3.262 96

< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 > 10 % Uitkeringen aan rechthebbenden

79.592 1.369 54.271 23.952 4.611

77.687 1.285 53.344 23.058 4.448

76.685 1.222 53.304 22.159 4.297

75.047 1.153 52.471 21.423 4.158

73.463 1.090 51.464 20.909 4.107

Renten en vergoedingen < 20 % < 10 % vanaf 1994 10 % tot minder dan 16 % 16 % tot minder dan 20 % (3)

62.758 57.067 5.515 176

68.993 62.314 6.330 349

77.219 69.499 7.221 499

83.094 74.472 7.998 624

89.850 80.222 8.863 765

120.104

123.724

127.636

131.119

135.943

< 10 % van 10 % tot 35 % van 36 % tot 65 % > 65 %

Verergeringsvergoeding Uitkeringen aan rechthebbenden Speciale bijslag Aanvullende bijslag Overlijdensvergoeding Aanpassingsvergoedingen Uitkeringen aan slachtoffers < 10 % voor 1982 (2)

Totaal

(4)

(1) Op 31 december (kapitalisatiestelsel niet inbegrepen). (2) Omvat meer dan de helft van de slachtoffers die niet uitkeringsgerechtigd zijn. (3) 16 % tot minder dan 20 % vanaf 01.12.2003. (4) Dit totaal omvat de som van de rubrieken aanvullende bijslag, overlijdensvergoeding, verergeringsvergoeding en aanpassingsvergoeding (behalve <10 % vanaf 1982 en voor 1988) en renten en vergoedingen < 20%.

201


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

5. Arbeidsongevallen (FAO)

5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel (euro) Bron: FAO

2004

2005

2006

2007

2008

Forfaitair stelsel Uitkeringen aan slachtoffers Speciale bijslag Aanvullende bijslag

9.109 1.443

9.091 1.472

12.417 1.727

2.161 1.788

2.269 1.907

277 1.296 5.566 7.731

278 1.339 5.686 7.862

386 1.260 5.070 13.104

398 1.310 5.179 13.220

431 1.393 5.445 13.815

4.567

4.811

3.366

3.543

3.711

2.096 2.593 3.279

2.132 2.689 3.333

2.029 2.776 3.455

2.125 2.839 3.604

2.234 3.029 3.854

Uitkeringen aan slachtoffers < 10 % voor 1982 < 10 % vanaf 1982 en voor 1988 > 10 % Uitkeringen aan rechthebbenden

461 327 13 1.572 1.755

501 343 13 1.639 1.775

515 338 13 1.730 1.844

623 323 13 1.761 1.907

552 305 14 1.890 1.996

Renten en vergoedingen < 20 % < 10 % vanaf 1994 10 % tot minder dan 16 % 16 % tot minder dan 20 % (1)

747 588 2.352 1.847

778 602 2.375 3.312

780 591 2.407 3.603

806 602 2.462 3.917

842 615 2.600 4.252

< 10 % van 10 % tot 35 % van 36 % tot 65 % > 65 %

Verergeringsvergoeding Uitkeringen aan rechthebbenden Speciale bijslag Aanvullende bijslag Overlijdensvergoeding Aanpassingsvergoedingen

(1) 16 % tot minder dan 20 % vanaf 01.12.2003.

202


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

5. Arbeidsongevallen (FAO)

5.3 Uitgaven - repartitiestelsel (duizend euro) Bron: FAO

2004

2005

2006

2007

2008

Zorgen

3.661

3.359

3.677

3.702

3.801

Ongeschiktheid

1.775

1.790

2.034

1.700

1.364

48.998

47.597

46.544

44.865

44.944

37.334 501 31.243

36.317 500 30.241

35.645 447 29.536

34.441 67 28.489

34.549 59 28.419

2.038 15.760 8.149 5.296

1.973 15.255 7.887 5.126

1.730 13.494 6.738 7.574

1.645 13.105 6.468 7.271

1.641 13.073 6.452 7.253

5.590

5.576

5.662

5.885

6.071

Uitkeringen aan rechthebbenden Speciale bijslag Aanvullende bijslag Overlijdensvergoeding

11.664 153 11.170 341

11.280 145 10.795 340

10.899 140 10.410 349

10.424 136 9.942 346

10.395 143 9.882 370

Aanpassingsvergoedingen

46.869

46.794

47.379

46.735

48.766

Uitkeringen aan slachtoffers < 10 % voor 1982 < 10 % vanaf 1982 en voor 1988 > 10 % Uitkeringen aan rechthebbenden

38.779 448 678 37.653 8.090

38.897 441 669 37.787 7.897

39.455 413 704 38.338 7.924

38.807 372 703 37.732 7.928

40.568 332 724 39.512 8.198

Renten en vergoedingen < 20 % < 10 % vanaf 1994 10 % tot minder dan 16 % 16 % tot minder dan 20 % (1)

46.861 33.566 12.970 325

53.698 37.510 15.032 1.156

60.253 41.073 17.382 1.798

66.953 44.819 19.690 2.444

75.640 49.347 23.040 3.253

148.164

153.238

159.887

163.955

174.516

Forfaitair stelsel Uitkeringen aan slachtoffers Speciale bijslag Aanvullende bijslag < 10 % van 10 % tot 35 % van 36 % tot 65 % > 65 %

Verergeringsvergoeding

Totaal

(1) 16 % tot minder dan 20 % vanaf 01.12.2003.

203


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

5. Arbeidsongevallen (FAO)

5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (per 31.12) - beide stelsels

(1)

Bron: FAO

Rechtverkrijgenden Slachtoffers (2)

Echtgenoten Ascendenten

Descendenten (3)

Subtotaal

Algemeen totaal

Verzekeringsmaatschappijen en Gemeenschappelijke kassen

2004 2005 2006 2007 2008

56.148 54.188 54.280 53.855 53.122

9.606 9.179 9.030 8.881 8.670

1.626 1.441 1.357 1.298 1.240

2.609 2.493 2.472 2.429 2.447

13.841 13.113 12.859 12.608 12.357

69.989 67.301 67.139 66.463 65.479

2 2 2 1 1

1 1 1 1 1

35 35 34 33 32

241 233 221 208 202

Fonds voor Arbeidsongevallen

(4)

8.991 8.642 8.217 7.820 7.529

120.000 123.733 127.636 131.119 135.943

59 60 52 53 50

194 194 180 176 169

9 22 20 24 23

112 108 103 105 102

230 225 215 217 211

2.982 2.829 2.756 2.678 2.665

23.038 21.958 21.265 20.619 20.070

190.654 191.686 195.391 198.183 202.004

Eigen verzekeraars

2004 2005 2006 2007 2008 2004 2005 2006 2007 2008

206 198 187 175 170 111.009 115.091 119.419 123.299 128.414

32 32 31 31 30 7.413 7.183 6.900 6.600 6.360

1.216 1.149 1.056 997 976

362 310 261 223 193

FAO - Dienst voor de koopvaardij

2004 2005 2006 2007 2008

135 134 128 123 119

29 38 36 38 35

29 19 14 14 14

1 3 2 1 1

FAO - Dienst voor de zeevisserij

2004 2005 2006 2007 2008

118 117 112 112 109

77 70 68 67 65

26 16 15 14 14 Totaal

2004 2005 2006 2007 2008

167.616 169.728 174.126 177.564 181.934

17.157 16.502 16.065 15.617 15.160

2.899 2.627 2.444 2.324 2.245

(1) De renten voor de arbeidsongeschiktheden tot en met 19 % zijn ten laste van het repartitiestelsel, de overige renten zijn ten laste van het kapitalisatiestelsel. (2) Met blijvende arbeidsongeschiktheid. (3) Descendenten: wil hier zeggen kinderen, kleinkinderen, broers en zussen (tijdelijke renten en gehandicapten). (4) Met inbegrip van het aantal slachtoffers met een blijvende arbeidsongeschiktheid tot en met 19 %.

204


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

6. Beroepsziekten (FBZ)

6. Beroepsziekten 6.0 Methodologische nota De tak beroepsziekten wordt wat de werknemers uit de privésector betreft beheerst door de wet van 24.12.1963, gecoördineerd bij KB van 03.06.1970. Voor de overheidssector is er een aparte regeling voorzien in de wet van 03.07.1967. Het Fonds voor de Beroepsziekten treedt ook op als verzekeraar van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (tabel 6.1) Deze statistiek geeft telkens het aantal vergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Voor de gepensioneerden moet men rekening houden met het KB van 13.01.1983 dat de vergoedingen beperkt in geval van cumul met een rust- of overlevingspensioen. Voor de personen die vóór 01.01.1983 genoten van een vergoeding gecumuleerd met een pensioen werd de indexering tijdelijk opgeschort en in het geval van herziening van een beroepsziekte wordt de vergoeding verdeeld in een geïndexeerd en een niet-geïndexeerd gedeelte. Voor de deelcategorieën, waarvan de definitie volgt, is het niet mogelijk op jaarbasis het detail te geven:  beperkte vergoeding: voor de gerechtigden op een rust- of overlevingspensioen;  niet-geïndexeerde vergoeding: voor getroffenen met een rustpensioen dat is ingegaan vóór 01.01.1983; betrokkenen kunnen genieten van de verworven rechten;  gemengde vergoeding: gepensioneerden van vóór 01.01.1983 bij wie het bedrag van de vergoeding na deze datum verhoogd werd ingevolge een herzieningsbeslissing. Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge overlijden van het slachtoffer (tabel 6.2) Deze statistiek geeft het aantal basisvergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Het aantal begrafenisvergoedingen slaat op het volledige jaar. Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (tabel 6.3) Het gemiddelde maandbedrag voor december is berekend als de totale uitgaven per categorie telkens gedeeld door het overeenkomstige aantal vergoedingen opgenomen in de tabellen 6.1 en 6.2. De jaarlijkse uitgaven per schadepost (tabel 6.4) In de tabel zijn de globale jaarlijkse bedragen in duizenden euro opgesplitst volgens de voornaamste uitgavenposten. Het betreft hier dus zowel de privé als de RSZPPO - sector.

205


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

6. Beroepsziekten (FBZ)

Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens invaliditeitsgraad (tabel 6.5) De aantallen rechthebbenden met blijvende arbeidsongeschiktheid worden in deze tabel verdeeld volgens de graad van arbeidsongeschiktheid. Deze arbeidsongeschiktheidsgraad of invaliditeitsgraad is samen met het basisloon bepalend voor de rente welke het slachtoffer ontvangt. De tabel geeft tevens de uitsplitsing van de uitkeringen naar mijnwerkerspneumoconiose enerzijds en het geheel van de andere ziekten anderzijds.

Aanvullende informatie over de verzekering voor beroepsziekten kunt u vinden in het jaarverslag van het FBZ of op de website http://www.fbz.fgov.be.

206


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

6. Beroepsziekten (FBZ)

6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december) PrivĂŠsector - Lijstsysteem en open systeem Bron: FBZ

2004

2005

2006

2007

2008

Pneumoconiosis Niet-gepensioneerden Gepensioneerden

15.167 263 14.904

13.909 200 13.709

12.793 168 12.625

11.662 145 11.517

10.624 119 10.505

Andere ziekten Niet-gepensioneerden Gepensioneerden

50.801 24.496 26.305

50.506 23.653 26.853

50.036 22.822 27.214

49.771 22.148 27.623

49.254 21.307 27.947

6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het overlijden van het slachtoffer (december) PrivĂŠsector - Lijstsysteem en open systeem Bron: FBZ

2004

2005

2006

2007

2008

Pneumoconiosis Basisvergoeding Niet-gepensioneerden Gepensioneerden Begrafenisvergoeding (1)

11.357 338 11.019 595

11.000 323 10.677 529

10.628 318 10.310 445

10.240 302 9.938 386

9.869 297 9.572 386

2.895 233 2.662 238

2.996 231 2.765 262

3.110 227 2.883 258

3.222 229 2.993 284

3.293 228 3.065 284

Andere ziekten Basisvergoeding Niet-gepensioneerden Gepensioneerden Begrafenisvergoeding (1)

(1) Aantal vergoedingen tijdens het volledige jaar.

207


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

6. Beroepsziekten (FBZ)

6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (euro) (december) PrivĂŠsector - Lijstsysteem en open systeem Bron: FBZ

2004 Blijvende arbeidsongeschiktheid Pneumoconiosis Niet-gepensioneerden Gepensioneerden Andere ziekten Niet-gepensioneerden Gepensioneerden

2005

2006

2007

2008

309 496 306 211 297 132

306 495 303 213 304 132

301 450 299 212 307 132

303 425 302 215 308 140

312 457 310 224 322 149

336 273 338 307 395 299

346 284 348 316 402 309

351 290 353 322 425 314

357 300 359 329 441 320

376 320 378 348 482 339

Vergoeding ingevolge overlijden Pneumoconiosis Niet-gepensioneerden Gepensioneerden Andere ziekten Niet-gepensioneerden Gepensioneerden

208


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

6. Beroepsziekten (FBZ)

6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) (duizend euro) Bron: FBZ

2004

2005

2006

2007

2008

Blijvende arbeidsongeschiktheid

204.009

199.555

193.294

189.650

190.904

Pneumoconiosis Andere ziekten Rechthebbenden ingevolge overlijden Pneumoconiosis

59.535 144.474

54.409 145.146

50.159 143.135

46.518 143.132

43.123 147.781

60.161

60.133

60.463

60.332

62.209

48.330 800 11.831 424

47.722 782 12.411 514

47.164 660 13.299 528

46.409 610 13.922 584

46.929 743 15.280 626

4.316 0 4.316

4.479 0 4.479

4.863 0 4.863

5.000 0 5.000

4.767 0 4.767

58.405 0 58.405

64.994 0 64.994

67.328 0 67.328

70.963 0 70.963

74.176 0 74.176

8.261 2.235 6.026

7.504 1.959 5.545

6.811 1.653 5.158

6.700 1.678 5.022

6.490 1.540 4.950

335.152

336.665

332.759

332.645

338.546

waarvan begrafenisvergoeding

Andere ziekten waarvan begrafenisvergoeding

Tijdelijke arbeidsongeschiktheid Pneumoconiosis Andere ziekten Werkverwijdering Pneumoconiosis Andere ziekten Geneeskundige verzorging Pneumoconiosis Andere ziekten Totaal

209


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

6. Beroepsziekten (FBZ)

6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de invaliditeitsgraad PrivĂŠsector - Lijstsysteem en open systeem Toestand december 2008

Bron: FBZ

Aantal uitkeringen voor Percentage van de blijvende arbeidsongeschiktheid Minder dan 5 % 5-9% 10 - 14 % 15 - 19 % 20 - 24 % 25 - 29 % 30 - 34 % 35 - 39 % 40 - 44 % 45 - 49 % 50 - 54 % 55 - 59 % 60 - 64 % 65 - 69 % 70 - 74 % 75 - 79 % 80 - 84 % 85 - 89 % 90 - 94 % 95 - 99 % 100 % - waarvan hulp van derden

Totaal

Subtotaal

Mijnwerkerspneumoconiose

Andere ziekten

2.068 1.895 1.190 546 535 633 561 277 627 353 459 308 321 186 78 151 104 105 43 32 152

6.473 15.410 11.071 4.675 3.694 2.231 1.656 903 840 384 338 177 203 117 94 108 90 158 55 26 551

8.541 17.305 12.261 5.221 4.229 2.864 2.217 1.180 1.467 737 797 485 524 303 172 259 194 263 98 58 703

65

74

139

10.624

49.254

59.878

210


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet 7.0 Methodologische nota De voornaamste voorwaarden om werkloosheidsvergoedingen te kunnen genieten zijn:  zonder loon zijn, dus geen arbeid verrichten (behoudens de gevallen van activering van werkloosheidsuitkeringen);  werkloos zijn ingevolge omstandigheden die onafhankelijk zijn van zijn wil;  beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, wat o.m. wil zeggen ingeschreven zijn als werkzoekende bij het subregionale arbeidsbureau, afhangend van VDAB, FOREM, Actiris of Arbeitsamt.

De statistische gegevens De RVA baseert zich voor zijn statistieken enerzijds op de door de uitbetalingsinstellingen uitgevoerde betalingen inzake werkloosheid, brugpensioen en activering en, anderzijds, op de door de RVA zelf uitgevoerde betalingen: de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet. Fysieke eenheden Het aantal betalingen dat werd verricht tijdens de maand wordt gebruikt als maat voor het aantal fysieke eenheden. De maand waarin de betaling uitgevoerd wordt is de indieningsmaand. De refertemaand is de maand waarop de betaling betrekking heeft. De keuze van de indieningsmaand wordt vooral ingegeven door pragmatische redenen: het aantal betalingen tijdens de indieningsmaand staat vast en wijzigt niet meer, terwijl het aantal betalingen van een bepaalde refertemaand door de indiening van achterstallige betalingen voortdurend wijzigt. Het aantal betalingen stemt niet overeen met het aantal personen die tijdens de indieningsmaand betaald worden: een persoon kan immers begunstigde zijn van meerdere betalingen. Gemiddeld aantal Stemt overeen met het gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden betaald per vergoedbare dag in de loop van de beschouwde maand. Het gemiddeld aantal wordt berekend door het aantal ingediende dagen te delen door het aantal vergoedbare dagen van de betreffende refertemaand. Dagen Het totaal aantal dagen waarvoor de uitkeringsgerechtigden uitkeringen hebben ontvangen. Het maximum aantal dagen per maand en per uitkeringsgerechtigde is het totaal aantal kalenderdagen verminderd met het aantal zondagen in de maand (de vergoedbare dagen). Gemiddelde daguitkering (per vergoede dag) De som van de bedragen gedeeld door het aantal vergoede dagen. Uitgaven Het bedrag aan uitkeringen die tijdens de maand of het jaar werd betaald.

211


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

WERKLOOSHEID (tabellen 7.1 - 7.5 en 7.11) De werkloosheidsreglementering maakt een onderscheid tussen volledige werklozen en tijdelijke werklozen. Een volledige werkloze is ofwel een werkloze die niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst1 ofwel een deeltijdse werknemer voor de uren waarop hij gewoonlijk niet werkt. Een tijdelijke werkloze is een werkloze die door een arbeidsovereenkomst verbonden is en waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, geschorst is. De rubriek "volledige werkloosheid" gaat over de situatie van de voltijdse werknemer die volledig werkloos is. Voor de werkloosheidsverzekering is een betrekking voltijds wanneer de werknemer tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldoet:  de gemiddelde en normale duur van het werk moet minstens 35 uren per week bedragen;  het weekloon moet overeenstemmen met het loon voor een volledige werkweek in het bedrijf. Elke werknemer die niet voldoet aan bovenvermelde voorwaarden, is een deeltijdse werknemer.

Volledige werkloosheid Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - werkzoekenden (UVW – WZ) Na een voltijdse tewerkstelling De niet werkende volledig werklozen die zijn ingeschreven als werkzoekende op basis van arbeidsprestaties omvatten:  de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties;  de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties verricht bij het OCMW;  de volledig werklozen afkomstig uit een andere EU-lidstaat die zich naar België begeven (uitvoer van rechten naar België);  de werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties in een beschutte werkplaats. Na studies Het betreft:  de jongeren die aan de deeltijdse leerplicht voldoen en die aanspraak maken op overbruggingsuitkeringen;  de niet werkende volledig werklozen die ingeschreven zijn als werkzoekende en die wachtuitkeringen ontvangen op basis van studies of van een leertijd. Tewerkgestelden in een beschutte werkplaats Volledig werklozen die zijn tewerkgesteld in een beschutte werkplaats. De mindervalide werknemer behoudt het recht op uitkeringen tijdens zijn/haar tewerkstelling indien hij/zij door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling wordt beschouwd als moeilijk te plaatsen en voor zover hij/zij er is tewerkgesteld door toedoen van die gewestelijke dienst.

1

Voor een definitie van dit begrip cf. Beknopt Overzicht.

212


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

Oudere werklozen Sinds 01.07.2002 moeten werklozen die nog geen 58 jaar zijn in principe ingeschreven zijn als werkzoekende. Na 312 uitkeringen zullen deze werklozen (van 50 tot 57 jaar) een minivrijstelling kunnen bekomen (aanmelding ter gemeentelijke controle)2. Enkel de werklozen van 50 tot 57 jaar die een omvangrijk beroepsverleden kunnen aantonen, zullen de maxi-vrijstelling kunnen bekomen (beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt). De werklozen die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt, kunnen, vanaf hun eerste werkloosheidsdag, de maxi-vrijstelling bekomen. Enkel de gerechtigden op een maxi-vrijstelling worden in dit statuut opgenomen. Andere Volledig werklozen met vrijstelling wegens beroepsopleiding Het gaat hier om een beroepsopleiding georganiseerd of gesubsidieerd door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, alsmede om de individuele opleiding in een onderneming of in een onderwijsinstelling erkend door die gewestelijke dienst. Begeleidingsuitkering Wie tijdens de wachttijd een opleiding volgt ter voorbereiding van een startbaanovereenkomst kan genieten van een begeleidingsuitkering. Na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling De werklozen die gerechtigd zijn op werkloosheidsuitkeringen na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling (zij ontvangen halve uitkeringen in verhouding tot het gewerkte uurrooster tijdens de deeltijdse betrekking). Studies en andere vrijstellingen Het betreft:  de vrijgestelden van inschrijving als werkzoekende om studies, cursussen of een opleiding te volgen;  de werklozen van 50 jaar en ouder die zich naar het buitenland begeven om hun beroepservaring gratis en vrijwillig ten dienste van een vreemd land te stellen;  de jonge werklozen die als coöperant werken;  de werklozen die deelnemen aan een humanitaire actie in het buitenland;  de leerkrachten die zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende in juli en augustus. Deeltijdse werknemers met behoud van rechten en een inkomensgarantie-uitkering Vanaf 01.06.1993 werd een nieuwe categorie deeltijdse werknemers gecreëerd: de deeltijdse werknemers met behoud van rechten. Een deeltijds werknemer met behoud van rechten kan tijdens zijn/haar deeltijdse tewerkstelling en onder bijzondere voorwaarden een inkomensgarantie-uitkering genieten. Het nettobedrag van de inkomensgarantie-uitkering komt overeen met het verschil tussen de referte-uitkering van de betrokken persoon, vermeerderd met een toeslag, en de nettobezoldiging die werd ontvangen voor de betrokken maand. Vrijgestelden wegens sociale en familiale moeilijkheden Het gaat om volledig werklozen die tijdelijk zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende wegens moeilijkheden op sociaal en familiaal vlak. Die vrijstelling wordt toegekend voor een periode van 6 maanden, met een maximum van 12 maanden (de mogelijkheid bestaat om die periode te verlengen). Tijdens de eerste 24 maanden krijgt de werkloze 260,26 euro per maand. Vanaf de 25ste maand is dat 211,38 euro per maand. Die bedragen worden niet geïndexeerd.

2

Het betreft de toestand van de periode 2001-2005. Vanaf 15.12.2005 werd de gemeentelijke stempelcontrole afgeschaft.

213


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

Tijdelijke werkloosheid De tijdelijk werklozen zijn werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdelijk is geschorst (voor de redenen overmacht, technische stoornis, slecht weer, economische redenen, jaarlijkse vakantie, staking / lock-out).

Onthaalouders Er werd een specifieke regeling ingevoerd om de onthaalouders een gedeeltelijke financiële compensatie toe te kennen voor het verlies van inkomen door een onvolledige tewerkstelling (enkel voor de afwezigheidsdagen onafhankelijk van de wil van de onthaalouder). De werkelijk vergoedbare dagen worden vergoed tegen een – geïndexeerde – forfaitaire daguitkering.

Jeugdvakantie De jongere die afstudeert, jonger is dan 25 jaar en ten minste een maand werkt als loontrekkende gedurende het jaar waarin hij zijn studies heeft beëindigd, kan het daaropvolgende jaar jeugdvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie.

Seniorvakantie De werknemers van 50 jaar of ouder die het werk hervatten als loontrekkende in de privésector, hebben recht op een seniorvakantie, ter aanvulling van hun onvolledig recht op gewone betaalde vakantie. De voornoemde werknemer die het werk hervat als loontrekkende en geen recht heeft op 4 weken betaalde vakantie ingevolge een periode van volledige werkloosheid of invaliditeit in de loop van het vorige jaar, kan seniorvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie.

ACTIVERING VAN DE WERKLOOSHEID (tabellen 7.6 en 7.11) De activering van de werkloosheidsuitkeringen is de laatste jaren zeer belangrijk geworden. Door de activering van de uitkering subsidieert de RVA het nettoloon van de werknemer, zodat de loonkost voor de werkgever vermindert. De loonkost wordt meestal ook verminderd door een gelijktijdige vermindering van de werkgeversbijdragen. Op deze wijze moet het aantrekkelijker worden voor de werkgevers om bepaalde doelgroepen van werklozen aan te werven, die anders minder kans zouden maken zich in het arbeidscircuit in te schakelen. Het uiteindelijke doel is dat de werknemer door inschakeling en opleiding zijn betrekking kan behouden, ook nadat de voordelen voor de werkgever beëindigd zijn. De activering van de werkloosheidsuitkeringen bevat de volgende uitkeringsstatuten: Volledig werklozen met PWA-vrijstelling Volledig werklozen die als stadswacht of na prestaties in een PWA zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende. De vrijstelling wegens prestaties in een PWA geldt voor een periode van 6 maanden indien in de 6 voorafgaande maanden minstens 180 arbeidsuren in een PWA kunnen worden bewezen. Doorstromingsprogramma's (integratieuitkeringen) De werknemers die zijn tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma (van toepassing in de openbare sector) om te voldoen aan collectieve maatschappelijke noden waaraan niet of onvoldoende wordt tegemoetgekomen via de reguliere arbeidscircuits.

214


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

Dienstenbanen Is gerechtigd op een herinschakelingsuitkering, de werknemer die is tewerkgesteld in een dienstenbaan (van toepassing in de private sector) met het oog op de creatie van bijkomende tewerkstelling in taken die in het algemeen niet of niet meer worden verricht en die de kwaliteit van de diensten aan een klant verhogen, de arbeidsomstandigheden verbeteren voor het geheel van de werknemers in dienst van die werkgever of die betrekking hebben op het leefmilieu van de betrokken onderneming of van de gemeente, met inbegrip van de verbetering van de reinheid of van de veiligheid in de wijken. Banenplanuitkering Deze komt toe aan de werknemer die op het ogenblik van de indiensttreding langdurig werkloos is in de zin van de regeling van de sociale inschakelingseconomie. De werkgever is gerechtigd op vrijstelling van werkgeversbijdragen in het kader van het voordeelbanenplan. Invoeginterim Sedert 01.10.2000 kunnen werkgeversgroeperingen en uitzendkantoren langdurig niet werkende werkzoekenden, gerechtigden op het leefloon en rechthebbenden op OCMW-steun aanwerven en ze ter beschikking stellen van één of meerdere gebruikers. Indien de werknemer een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze is, kan hij/zij tijdens de tewerkstelling een invoeguitkering krijgen. Sociale Inschakelingseconomie (SINE) (herinschakelingsuitkering) Ook in de sociale-economiesector is een activering van de werkloosheidsuitkering mogelijk voor zeer moeilijk te plaatsen werklozen. De betrokken werknemers moeten minstens 60 maanden ononderbroken werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten. De werkgever betaalt het volledige nettoloon aan de werknemer maar ontvangt van de RVA een loonsubsidie. Elke maand ontvangt de werkgever immers een herinschakelingsuitkering van de RVA. Activa (werkuitkering) Activa is het nieuwe stelsel van de activering van de werkloosheidsuitkeringen (vanaf 01.01.2002) en streeft naar het op termijn oprichten van één enkel systeem voor de activering van de werkloosheid. De maatregel is een middel om de tewerkstellingsgraad in het algemeen en deze van de oudere werknemers (meer dan 45 jaar) in het bijzonder te verhogen. Het plan Activa omvat:  Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede) Er zijn vanaf 01.01.2003 enige wijzigingen aangebracht in het plan Activa. Deze wijzigingen hebben betrekking op de indienstneming van werknemers die gewoonlijk verblijven in een gemeente met verhoogde werkloosheids- of armoedegraad door gemeenten, OCMW’s, VZW’s, sociale huisvestingsmaatschappijen en vennootschappen met een sociaal oogmerk.  Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel) Het betreft hier eveneens een wijziging van het plan Activa vanaf 01.01.2003. Deze wijziging heeft betrekking op de indienstneming van preventie- of veiligheidspersoneel door gemeenten die een veiligheidscontract hebben afgesloten. Startbanen Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die werd ingevoerd vanaf 01.04.2006. Deze maatregel steunt op de beslissing van de Ministerraad van 02.12.2005 ter bevordering van de tewerkstelling van jonge laaggeschoolde of zeer laaggeschoolde jongeren. Deze jongeren zijn gerechtigd op een wachtuitkering van ten hoogste 350 euro per kalendermaand als ze worden aangeworven met een voltijdse startbaanovereenkomst.

215


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

Opleidingsmaatregelen Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die ingevolge het Generatiepact werd ingevoerd vanaf 01.04.2006 om de mogelijkheid tot het opdoen van werkervaring uit te breiden. Deze opleidingsmaatregelen omvatten:  De opleidingsuitkering, is een uitkering die gegeven wordt aan niet-uitkeringsgerechtigde werklozen die een individuele beroepsopleiding in een onderneming volgen. Deze maatregel vervangt het jongerenactiva plan. Het bedrag van de opleidingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.  De stage-uitkering, is een uitkering die gegeven wordt aan schoolverlaters die tijdens de wachttijd een instapstage van 2 maanden volgen in een onderneming. Het bedrag van de stage-uitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.  De vestigingsuitkering, is een uitkering die gegeven wordt gedurende ten hoogste 6 maanden aan de niet-uitkeringsgerechtigde werklozen die zich onder begeleiding van het Participatiefonds voorbereiden op een vestiging als zelfstandige. Deze maatregel is dus vooral gericht op schoolverlaters in wachttijd. Het bedrag van de vestigingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering. Werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen Sommige uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van 50 jaar en ouder krijgen van de RVA een forfaitaire maandelijkse uitkering in geval van werkhervatting in loondienst (of in overheidsdienst) na 30.06.2002.

BRUGPENSIOEN (tabellen 7.7 - 7.8 en 7.11) Voltijds (conventioneel) brugpensioen (de voltijdse oudere grensarbeiders inbegrepen) Regeling die sommige oudere werknemers, in geval van ontslag, het voordeel biedt om, naast de werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding te genieten ten laste van de werkgever of van een in de plaats tredend fonds (Bijvoorbeeld een Fonds voor Bestaanszekerheid). Het conventioneel brugpensioen is dus geen vervroegd pensioen maar het gaat om volledige werkloosheid gepaard gaande met een aanvullende vergoeding. Het conventioneel brugpensioen heeft enkel betrekking op de werknemers uit de privé-sector. Halftijds (conventioneel) brugpensioen De werknemers kunnen halftijds brugpensioen genieten indien zij:  een beroepsloopbaan van 25 jaar als werknemer kunnen bewijzen;  recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;  tijdens de laatste 12 maanden voltijds hebben gewerkt;  halftijds gaan werken;  een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Het te waarborgen inkomen in geval van halftijds brugpensioen ligt halverwege tussen het voltijds nettoloon en het voltijds brugpensioen.

216


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

LOOPBAANONDERBREKING EN TIJDSKREDIET (tabellen 7.9 - 7.10 en 7.11) De loopbaanonderbreking is een “stelsel” dat werknemers de mogelijkheid biedt hun beroepsloopbaan volledig of gedeeltelijk te onderbreken met toekenning van een uitkering. De toegekende uitkering is afhankelijk van de aard van de loopbaanonderbreking (volledig, halftijds,...) en het arbeidsstelsel (voltijds of halftijds). Sedert 01.07.2002 is een nieuw stelsel in werking getreden voor de autonome overheidsbedrijven: die gegevens worden opgenomen bij de loopbaanonderbreking. De specifieke vormen van loopbaanonderbreking gelden voor alle werknemers:  Het ouderschapsverlof biedt de mogelijkheid ofwel zijn arbeidsprestaties gedurende 3 opeenvolgende maanden volledig te onderbreken, ofwel, in geval van een voltijdse betrekking, de arbeidsprestaties gedurende 6 opeenvolgende maanden tot een halftijdse betrekking te verminderen om te zorgen voor jonge kinderen.  Het palliatief verlof biedt de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties volledig te onderbreken of te verminderen gedurende een periode van één maand, eventueel verlengbaar met één maand, om palliatieve zorgen te verstrekken aan een ongeneeslijk ziek persoon.  Medische bijstand biedt de mogelijkheid de loopbaan volledig te onderbreken of de arbeidsprestaties te verminderen om een ernstig ziek gezinslid of familielid tot de tweede graad (broer, zus, ouders, grootouders...) bijstand te verlenen of te verzorgen. Sedert 01.01.2002 is de loopbaanonderbreking uit de privé-sector vervangen door het “tijdskrediet”. Het tijdskrediet maakt het mogelijk de beroepsloopbaan tijdelijk volledig of gedeeltelijk te onderbreken. Tijdens de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst of van de vermindering van prestaties wordt de uitkering door de RVA betaald. Er zijn 3 formules:  de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst en de vermindering tot een halftijdse betrekking;  de vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5;  voor de werknemers van minstens 50 jaar, de vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of de vermindering met 1/5. Aanvullende informatie over de werkloosheidsverzekering kan u in de volgende publicaties van de RVA vinden: - Jaarverslag (financiële gegevens);- Statistisch Jaarboek (betaalstatistieken) en op de website van de RVA: www.rva.fgov.be.

217


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) (jaargemiddelden) Bron: RVA

2004

2005

2006

2007

2008

Volledige werkloosheid UVW-WZ Oudere werklozen Anderen

706.674 456.089 136.907 113.678

717.572 470.307 125.683 121.582

701.467 460.133 116.169 125.165

663.702 429.576 107.939 126.187

629.229 404.316 100.844 124.070

Tijdelijke werkloosheid

123.701

131.215

121.514

119.949

134.737

Globale werkloosheid

830.375

848.787

822.981

783.651

763.966

7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) (jaargemiddelden) Bron: RVA

2004 Minder dan 20 jaar 20 - 25 jaar 25 - 30 jaar 30 - 35 jaar 35 - 40 jaar 40 - 45 jaar 45 - 50 jaar 50 - 55 jaar 55 - 60 jaar 60 - 65 jaar Totaal

2005

2006

2007

2008

7.242 70.688 74.414 68.483 64.104 59.615 55.892 39.582 14.071 1.998

7.213 66.505 72.262 66.081 64.108 62.094 59.378 51.330 19.056 2.276

6.627 62.833 68.394 59.077 59.409 60.308 57.550 59.488 23.721 2.727

5.714 57.070 64.247 53.414 51.569 52.178 52.417 62.284 27.330 3.354

5.223 53.227 59.876 49.989 48.348 47.117 46.026 58.904 32.731 2.874

456.089

470.303

460.134

429.577

404.317

218


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven Bron: RVA

2004 Volledige werkloosheid Gemiddeld aantal Dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro) Tijdelijke werkloosheid Gemiddeld aantal Dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

2005

2006

2007

2008

624.483 627.714 610.587 572.002 538.853 196.046.055 196.418.403 190.539.872 179.019.237 169.127.791 28,12 28,91 29,49 29,97 31,75 5.513.670 5.680.623 5.617.380 5.366.351 5.372.792 34.158 10.708.511 37,75 404.947

34.365 10.709.203 38,77 417.038

32.394 10.081.076 39,75 401.762

29.963 9.365.304 40,67 381.410

32.381 10.132.569 42,35 430.637

Globale werkloosheid Gemiddeld aantal 658.641 662.079 642.980 601.965 571.233 206.754.566 207.127.606 200.620.948 188.384.541 179.260.360 Dagen 28,62 29,42 30,00 30,51 32,36 Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro) 5.918.618 6.097.661 6.019.142 5.747.762 5.803.429

7.4 Onthaalouders: fysieke eenheden, gemiddelde maanduitkering, uitgaven Bron: RVA

2004 Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

2005

4.184 94 4.705

4.390 87 4.587

2006 4.306 91 4.704

2007

2008

4.087 92 4.490

3.898 94 4.420

7.5 Jeugdvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven Bron: RVA

Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddeld aantal Dagen Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

2004

2005

2006

2007

2008

2.802 545 172.622 204,93 6.891

2.882 545 172.810 205,43 7.104

2.914 553 175.126 209,04 7.310

3.085 584 183.390 212,00 7.847

3.209 581 182.964 211,05 8.128

219


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

7.6 Activering van de werkloosheid Bron: RVA

2004

2005

2006

2007

2008

PWA Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

12.992 606,05 94.488

1.176 720,93 10.177

1.258 709,68 10.710

1.328 718,98 11.454

1.431 765,63 13.149

Doorstromingsprogramma Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

5.206 406,50 25.397

5.123 405,96 24.958

5.483 403,41 26.542

5.748 405,34 27.959

5.756 406,92 28.106

Dienstenplan (1) Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

546 328,09 2.148

0

0

0

0

0

0

0

0

SINE-contracten Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

1.672 487,17 9.774

3.899 489,61 22.908

6.549 462,48 36.345

8.713 456,69 47.749

10.212 455,20 55.780

Activa-plan (2) Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

27.624 385,85 127.903

33.683 383,31 154.933

36.018 384,50 166.187

38.257 385,49 176.972

39.674 387,46 184.465

Startbanen (3) Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

1.839 322,16 7.109

2.044 326,13 8.000

1.987 335,25 7.993

729 336,33 2.940

506 346,71 2.105

0

0

0

0

1.035 326,49 4.054

2.705 339,03 11.004

2.644 349,99 11.105

Werkhervattingstoeslag Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

722 162,78 1.411

1.212 165,72 2.410

2.241 169,70 4.564

4.605 172,18 9.515

7.192 178,94 15.444

Totaal activering v/d werkloosheid Fysieke eenheden (jaargemid.) Gemid. maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

50.601 441,74 268.230

47.138 394,92 223.385

54.570 391,54 256.396

62.084 386,03 287.593

67.415 383,39 310.153

Opleidingsmaatregelen (4) Fysieke eenheden (jaargemiddelde) Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

(1) Het betreft een groepering van dienstenbanen, banenplanuitkeringen en invoeginterim. (2) Het betreft een groepering van het oorspronkelijke Plan Activa, het Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede) en het Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel). (3) Het jongeren-activa plan inbegrepen. (4) Het betreft een groepering van de opleidingsuitkering, de stage-uitkering en de vestigingsuitkering.

220


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

7.7 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden) Bron: RVA

2004

2005

2006

2007

2008

Voltijds brugpensioen Halftijds brugpensioen

109.870 926

109.018 873

111.069 782

113.618 702

115.347 617

Totaal brugpensioen

110.796

109.891

111.851

114.320

115.964

7.8 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven Bron: RVA

2004 Voltijds brugpensioen Gemiddeld aantal Dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro) Halftijds brugpensioen Gemiddeld aantal Dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro) Totaal brugpensioen Gemiddeld aantal Dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

2005

2006

2007

2008

107.813 107.190 108.838 111.267 112.703 33.848.266 33.544.805 33.959.873 34.826.456 35.385.253 36,32 37,35 38,21 38,94 40,69 1.229.711 1.253.094 1.297.491 1.356.298 1.440.014 918 288.065 12,68 3.653

865 270.572 12,96 3.509

776 242.085 13,21 3.197

695 217.577 13,39 2.915

612 192.226 13,90 2.674

108.730 108.055 109.614 111.962 113.316 34.136.331 33.815.376 34.201.958 35.044.033 35.577.479 36,13 37,15 38,03 38,79 40,55 1.233.364 1.256.602 1.300.688 1.359.213 1.442.688

221


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

7.9 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden) Bron: RVA

2004 Volledige onderbreking Loopbaanonderbreking Tijdskrediet

2005

2006

2007

2008

28.611 15.402 13.210

28.981 16.097 12.884

28.828 16.560 12.268

28.070 16.618 11.452

27.040 16.708 10.332

Vermindering van prestaties Loopbaanonderbreking Tijdskrediet

147.800 87.921 59.878

165.867 89.736 76.131

182.133 92.237 89.896

195.249 95.033 100.216

208.639 100.113 108.526

Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet

176.411

194.848

210.961

223.319

235.679

7.10 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven Bron: RVA

Volledige onderbreking Gemiddeld aantal Dagen Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

2004

2005

2006

2007

2008

27.044 8.437.808 404,08 131.136

27.368 8.538.840 429,70 141.121

27.060 8.442.613 451,38 146.569

26.175 8.166.512 459,44 144.310

25.004 7.801.171 480,52 144.177

Vermindering van prestaties Gemiddeld aantal Dagen Gemiddelde maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

146.850 164.776 180.891 193.855 207.052 45.817.184 51.410.169 56.438.137 60.482.842 64.600.270 204,67 210,03 213,29 215,89 223,67 360.673 415.289 462.978 502.221 555.737

Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet Gemiddeld aantal Dagen Gemid. maanduitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

173.894 192.144 207.951 220.030 232.056 54.254.992 59.949.009 64.880.750 68.649.354 72.401.441 235,68 241,32 244,27 244,86 251,35 491.809 556.410 609.547 646.531 699.914

222


II. Het stelsel voor werkloosheid

C. Statistieken

7. Werkloosheid (RVA)

7.11 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioenen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (duizend euro) (1) Bron: RVA

2004

2005

2006

2007

2008

Werkloosheid Volledige werkloosheid Tijdelijke werkloosheid

6.244.174 5.559.359 404.947

6.395.831 5.743.717 417.038

6.364.409 5.694.238 401.762

6.088.379 5.406.684 381.410

6.179.715 5.425.924 430.638

Voorschotten UI, deel RVA

271.314

279.415

275.810

261.838

299.896

Voorschotten UI, deel FSO

133.633

137.623

125.952

119.572

130.742

4.705 6.891 268.272

4.587 7.103 223.386

4.704 7.310 256.395

4.490 7.847 355 287.593

4.420 8.128 452 310.153

Onthaalouders Jeugdvakantie Seniorvakantie Activering van de werkloosheid Brugpensioen (2) Conventioneel brugpensioen Loopbaanonderbreking en tijdskrediet Totaal

1.238.844 1.238.844

1.254.915 1.254.915

1.297.883 1.297.883

1.374.426 1.374.426

1.435.299 1.435.299

487.873

552.341

606.995

645.900

703.674

7.970.891

8.203.087

8.269.287

8.108.705

8.318.688

(1) Voorschotten aan de uitkeringsinstellingen. (2) De inhouding op de conventionele brugpensioenen en op de verhoogde werkloosheidsuitkeringen toegestaan aan de oudere ontslagen of volledig werkloze grensarbeiders (wet van 30.3.1994 en wet van 21.12.1994) wordt afgetrokken van de uitgaven voor brugpensioenen. Vanaf 1997 wordt deze inhouding verhoogd tot 3 %.

223



II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

8. Mijnwerkers (RIZIV)

8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen 8.0 Methodologische nota Een invaliditeitspensioen wordt toegekend aan mijnwerkers die, ingevolge ziekte, arbeidsongeschikt zijn. De aanvraag voor een invaliditeitspensioen dient in principe binnen de twee jaar na effectieve stopzetting van het werk in de mijn ingediend te zijn. Er dient een zekere voorwaarde inzake anciënniteit vervuld te zijn om recht te hebben op een invaliditeitspensioen. In principe betreft dit voor tewerkstelling in de ondergrond minimum vijf effectieve dienstjaren en voor bovengrondse tewerkstelling minimum tien jaren dienst. Het invaliditeitspensioen kan verkregen worden na een periode van primaire arbeidsongeschiktheid van zes maanden. Het bedrag van het invaliditeitspensioen wordt bepaald op basis van de hoedanigheid van de werknemer (ondergrondse of bovengrondse mijnwerker) en het aantal personen ten laste. Het betreft een vastgesteld jaarbedrag dat gekoppeld is aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het invaliditeitspensioen wordt maandelijks uitbetaald. De gerechtigden op een invaliditeitspensioen ontvangen eveneens een verwarmingstoelage. Deze wordt toegekend per maandelijkse fracties van één twaalfde van het jaarbedrag. Deze toelage is eveneens gebonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. De wegens invaliditeit gepensioneerden hebben bovendien recht op een vakantiegeld en een aanvullend vakantiegeld dat jaarlijks uitbetaald wordt. Het invaliditeitspensioen is niet meer verschuldigd wanneer de mijnwerker in rustpensioen treedt of de leeftijd van 65 jaar bereikt. Het invaliditeitspensioen wordt niet meer uitgekeerd wanneer de arbeidsongeschiktheid in de mijn niet meer bewezen is. Door de sluiting van de mijnen in België is het stelsel van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers een uitdovend stelsel. Sinds de afschaffing van het NPM, op 01.01.1999, wordt invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers verzekerd door het RIZIV.

de

uitbetaling

van

de

De opgenomen tabellen geven telkens het aantal gerechtigden – het betreft in feite driemaal dezelfde reeks – de gemiddelde jaarlijkse uitkering per gerechtigde en de uitgaven voor sociale prestaties. En dit voor: invaliditeitspensioenen (tab. 8.1), pensioenaanvulling (tab. 8.2) en verwarmingstoelage (tab. 8.3)

225


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

8. Mijnwerkers (RIZIV)

8.1 Invaliditeitspensioenen Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)

2004 Aantal gevallen Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

(1)

2005

735 12.146 8.927

527 11.657 6.143

2006 399 12.185 4.862

2007 328 12.152 3.986

2008 264 12.671 3.345

8.2 Pensioenaanvulling Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)

2004 Aantal gerechtigden Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

(1)

2005

735 629 461

527 587 309

2006 399 602 240

2007 328 625 204

2008 264 649 171

8.3 Verwarmingstoelage Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)

2004 Aantal gerechtigden Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

(1)

2005

735 629 462

(1) Brutobedragen (jaargegevens).

226

527 607 320

2006 399 637 254

2007 328 808 243

2008 264 779 206


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

9. Stelsel van de Zeelieden 9.0 Methodologische nota Geneeskundige verzorging De maatschappelijke zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij wordt geregeld door de besluitwet van 07.02.1945, welke een afzonderlijke regeling voor de zeelieden ter koopvaardij heeft ingesteld. De Hulp- en Voorzorgskas staat in voor de betaling van de prestaties van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zeelieden. Inzake geneeskundige verzorging bestaan dezelfde tegemoetkomingen als in de algemene regeling voor werknemers met uitbreiding tot enkele bijkomende verstrekkingen verbonden aan de bijzondere risico’s van het zeemansberoep. Voorbeelden hiervan zijn inentingen tegen tropische ziekten en gevallen van repatriëring bij ziekte in het buitenland. Een verschil ten opzichte van de algemene regeling is ook dat de geneeskundige verzorging van de zeeman tijdens de zeereis ten laste is van de reder.

Uitkeringen In de uitkeringsverzekering van de zeelieden onderscheidt men drie prestaties, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, de invaliditeitsvergoedingen en de begrafenisuitkeringen. De uitkering voor primaire arbeidsongeschiktheid wordt gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid uitgekeerd en bedraagt 60 % van de per bezoldigingscategorie vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen. Duurt de arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar, dan wordt aan de verzekerde een invaliditeitsvergoeding toegekend. Deze vergoeding is gelijk aan 65 % van de vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen voor werknemers met gezinslast. Voor de verzekerde zonder gezinslast bedraagt de invaliditeitsvergoeding 43,5 % van de éénvormige dagbezoldiging.

Wachtgeld en brugpensioenen De Pool der Zeelieden ter koopvaardij werd in 1945 opgericht als bijzonder werkloosheidsorgaan voor de werknemers tewerkgesteld in de koopvaardij (Besluitwet van 12.05.1945). Aldus werd door België tegemoet gekomen aan de wens uitgedrukt in artikel 34 van het “Internationaal Charter der zeelieden” om de precaire arbeidssituatie van de zeelieden te stabiliseren als tegenprestatie voor de bewezen diensten in de oorlog. De basisreglementering van de Pool werd herzien bij de wet van 25.02.1964 houdende inrichting van een Pool van de Zeelieden ter koopvaardij. De inschrijving in de Pool is een primaire vereiste om aan boord van een schip arbeidsprestaties te kunnen leveren. De inschrijving van een zeeman die een andere nationaliteit bezit dan de Belgische, wordt gelijkgesteld met een arbeidsvergunning. De ingeschrevenen hebben recht op wachtgeld indien zij “ingevolge omstandigheden onafhankelijk van hun wil van werk verstoken zijn”. Het dagelijks uitkeringsbedrag (bij KB vastgesteld) verschilt naargelang de categorie van rang waarin de gerechtigde op wachtgeld is ingedeeld. De uitbetaling ervan geschiedt door de representatieve organisaties van de zeelieden.

227


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

Het werkloosheidsregime is bijzonder in deze zin dat aan de werknemers in de koopvaardij een ruime vastheid van betrekking wordt gegarandeerd: tussen de reizen in worden aan de niet aangeworven zeelieden - met uitzondering van de officieren in vast dienstverband - wachtgelden door de Pool verleend. De zeevaartindustrie en het specifieke karakter van het zeemanschap vergen een bijzondere professionele vorming. Cursussen worden georganiseerd voor de scheepsofficieren en scheepsgezellen afzonderlijk, of voor beiden gezamenlijk. De opleiding heeft plaats aan boord van het schip, hetzij rechtstreeks onder gezag van de Pool hetzij in samenwerking met de rederijen. Ook dagcursussen kunnen aan een technische school gevolgd worden. Het recht op wachtgeld wordt behouden tijdens de opleidings- en vervolmakingscycli. Voor de beschrijving van de tabellen wordt, wat de geneeskundige verzorging betreft, verwezen naar de methodologische nota bij het gedeelte algemene regeling van de werknemers. Synthesetabel (tabel 9.1) Deze tabel geeft het overzicht van de uitgaven voor sociale prestaties voor de takken waaraan de zeelieden onderworpen zijn: geneeskundige verzorging, uitkeringen, werkloosheid en brugpensioenen. Daarnaast zijn tevens posten voorzien voor begeleidingsplan en beroepsopleiding, die in feite een detail zijn van de deelsector wachtgeld en brugpensioenen. Geneeskundige verzorging (tabellen 9.2-9.6) Tabel 9.2 geeft het ledental per categorie uitkeringsgerechtigden op 30 juni. In tabel 9.3 vindt u de gemiddelde jaarlijkse kost per gerechtigde uitgesplitst naar PUG en WIGW. Tabellen 9.4-9.6 geven respectievelijk het aantal gevallen of dagen, de gemiddelde geïndexeerde kost en de uitgaven steeds voor alle categorieën van gerechtigden samen (PUG + WIGW) en volgens hoofdrubriek. Uitkeringen (tabellen 9.7 en 9.8) Tabel 9.7 geeft het ledental, d.w.z. de verzekerde bevolking voor primaire arbeidsongeschiktheid en tabel 9.8 geeft het aantal gerechtigden op een invaliditeitsuitkering. In beide tabellen worden ook het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven opgenomen voor respectievelijk primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. Wachtgeld en brugpensioenen (tabellen 9.9 en 9.10) Tabellen 9.9 en 9.10 geven het aantal rechthebbenden, het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven voor respectievelijk wachtgeld en brugpensioenen. Voor wachtgeld en brugpensioenen is er een opsplitsing zeevarenden – shoregangers, voor de beroepsopleiding wordt er een onderscheid gemaakt tussen officieren en scheepsgezellen.

Voor algemene aanvullende informatie over het Stelsel der Zeelieden verwijzen we naar de website van de HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be.

228


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen, werkloosheid en brugpensioenen (duizend euro) Bron: HVKZ en Pool der Zeelieden

2004 Geneeskundige verzorging Uitkeringen Primaire arbeidsongeschiktheid Invaliditeit Begrafenisuitkeringen Wachtgeld Brugpensioenen Beroepsopleiding Totaal

2005

2006

2007

2008

5.918 1.968 292 1.673 3

5.885 1.907 333 1.571 2

6.044 1.751 300 1.447 4

5.956 1.715 304 1.409 3

5.792 1.704 259 1.442 3

1.473 2.293 42

1.563 1.923 29

1.619 1.515 46

1.698 1.046 44

1.695 782 32

11.695

11.307

10.975

10.459

10.006

229


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

9.2 Geneeskundige verzorging : ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) Bron: HVKZ

Toestand op 30 juni

2004

2005

2006

2007

2008

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)

1.040

1.032

1.062

1.307

1.355

Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)

1.231

1.209

1.207

1.240

1.214

812 419

797 412

934 273

967 273

951 263

132

119

115

125

119

waarvan "75 %" waarvan "100%"

104 28

90 29

88 27

99 26

98 21

Gepensioneerden

822

832

839

876

863

waarvan "75 %" waarvan "100 %"

528 294

537 295

673 166

704 172

699 164

Weduwen en wezen

277

258

253

239

232

waarvan "75 %" waarvan "100 %"

180 97

170 88

173 80

164 75

154 78

2.271

2.241

2.269

2.547

2.569

waarvan "75 %" waarvan "100%" Invaliden

Totaal

9.3 Geneeskundige verzorging: gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende (euro) Bron: HVKZ

2004 Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)

2005

2006

2007

2008

862

950

736

833

788

3.848

4.043

4.326

3.884

4.884

230


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

9.4 Geneeskundige verzorging: aantal gevallen (g) of dagen (d) naar hoofdrubriek Bron: HVKZ

2004

2005

2006

2007

2008

Geneesheren en klinische biologie Huisartsen en specialisten (g) Medische beeldvorming (g) Klinische biologie (g) Andere bijzondere prestaties (g) Chirurgie en anesthesiologie (g) Bevall. en verlosk. door artsen (g) Toezicht en permanentie (g)

140.253 21.444 7.502 90.614 7.602 4.658 31 8.402

140.043 17.267 7.180 93.417 10.480 4.065 20 7.614

140.044 15.747 7.139 94.372 9.951 4.315 10 8.510

132.880 15.142 6.748 90.850 8.890 4.332 29 6.889

129.278 14.446 6.091 88.915 8.602 3.397 14 7.813

Farmaceutische verstrekkingen (g) (1)

184.646

49.339

50.656

51.602

45.507

Ziekenhuizen (d)

17.341

14.871

16.557

14.540

14.634

Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) Rustoorden bejaarde personen (g) Andere (g)

43.504 28.914 13.155 1.435

37.779 30.094 6.026 1.659

34.127 27.175 5.870 1.082

29.712 21.394 7.181 1.137

27.093 20.350 6.276 467

Tandartsen (g)

4.041

3.205

3.039

3.086

3.287

Kinesitherapeuten (g)

9.614

8.216

8.495

7.176

7.519

32.372

21.320

23.953

24.911

23.758

Andere verstrekkingen (g)

(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV

231


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

9.5 Geneeskundige verzorging : gemiddelde ge誰ndexeerde kost naar hoofdrubriek (euro) Bron : HVKZ

2004

2005

2006

2007

2008

Geneesheren en klinische biologie Huisartsen en specialisten Medische beeldvorming Klinische biologie Andere bijzondere prestaties Chirurgie en anesthesiologie Bevall. en verlosk. door artsen Toezicht en permanentie

12,59 27,59 2,87 39,07 51,95 64,52 7,97

17,14 32,73 2,80 35,97 51,66 100,00 8,93

17,65 31,94 2,79 38,39 53,53 100,00 8,93

18,14 32,26 2,80 40,07 57,62 53,63 9,40

19,20 33,79 2,74 41,14 72,90 89,20 10,81

Farmaceutische verstrekkingen (1)

5,69

21,30

19,88

23,43

28,08

104,09

130,45

101,59

120,70

129,50

Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) Rustoorden bejaarde personen Andere

7,12 17,33 61,32

8,91 33,85 62,69

21,60 34,76 66,54

10,63 29,24 47,81

11,71 34,05 79,30

Tandartsen

24,25

28,71

29,62

30,39

27,64

8,84

10,47

10,95

11,71

11,81

22,37

31,57

28,22

34,23

33,67

Ziekenhuizen

Kinesitherapeuten Andere verstrekkingen

(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV

232


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

9.6 Geneeskundige verzorging: uitgaven naar hoofdrubriek (duizend euro) Bron: HVKZ

2004

2005

2006

2007

2008

Geneesheren en klinische biologie Huisartsen en specialisten Medische beeldvorming Klinische biologie Andere bijzondere prestaties Chirurgie en anesthesiologie Bevall. en verlos. door artsen Toezicht en permanentie

1.345 270 207 260 297 242 2 67

1.450 296 235 262 377 210 2 68

1.459 278 228 263 382 231 1 76

1.416 274 217 255 356 249 1 64

1.414 277 206 244 354 248 1 84

Farmaceutische verstrekkingen

1.051

1.051

1.007

1.209

1.278

Ziekenhuizen

1.805

1.940

1.682

1.754

1.895

522 206 228 88

576 268 204 104

863 587 204 72

490 227 209 54

489 238 214 37

Tandartsen

98

92

90

93

91

Kinesitherapeuten

85

86

93

84

89

724

673

676

854

800

5.630

5.868

5.870

5.900

6.056

Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) Rustoorden bejaarde personen Andere

Andere verstrekkingen Totaal

233


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: ledental, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven Bron: HVKZ

2004

2005

2006

2007

2008

Mannen Ledental (1) Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

659 5.400 53,52 289

675 5.763 56,05 323

707 4.518 56,66 256

732 4.596 61,71 283

968 3.732 64,00 239

Vrouwen Ledental (1) Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

25 230 43,48 10

34 151 52,98 8

31 689 62,41 43

47 326 60,03 19

59 384 52,08 20

Totaal Ledental (1) Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

684 5.630 53,11 299

709 5.914 55,97 331

738 5.207 57,42 299

779 4.922 61,62 302

1.027 4.116 62,93 259

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden.

9.8 Invaliditeit: aantal gevallen, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven Bron: HVKZ

2004

2005

2006

2007

2008

Mannen Aantal gevallen Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

105 33.100 51,96 1.720

95 28.737 51,54 1.481

84 25.392 53,64 1.362

77 23.949 54,72 1.310

75 24.113 55,82 1.346

Vrouwen Aantal gevallen Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

7 2.200 43,18 95

3 1.878 44,73 84

3 1.872 45,41 85

6 1.999 48,21 96

5 1.570 45,86 72

112 35.300 51,42 1.815

98 30.615 51,12 1.565

87 27.264 53,07 1.447

83 25.948 54,22 1.406

80 25.683 55,21 1.418

Totaal Aantal gevallen Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

234


II. Het stelsel voor werknemers

C. Statistieken

9. Zeelieden (HVKZ en Pool der Zeelieden)

9.9 Wachtgeld: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven Bron: Pool der Zeelieden

2004

2005

2006

2007

2008

Zeevarenden Aantal rechthebbenden Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

35 8.640 41,72 360

29 7.313 42,45 310

21 4.656 43,96 205

18 4.294 44,47 191

15 3.713 46,79 174

Shoregangers Aantal rechthebbenden Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

32 8.160 52,75 430

33 8.489 53,94 458

37 9.396 54,87 516

39 10.003 55,68 557

35 9.034 57,90 523

Programmawet 8.4.2003 Aantal rechthebbenden Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

42 12.063 38,20 461

37 10.690 38,99 417

37 10.679 39,47 422

35 10.111 39,93 404

32 9.192 41,50 381

Vrijstelling stempelcontrole Aantal rechthebbenden Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

17 5.178 42,82 222

31 8.343 45,19 377

35 10.273 46,49 478

39 11.618 47,06 547

42 12.221 50,43 616

Beroepsopleiding Aantal rechthebbenden Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

37 1.778 24,18 43

25 1.224 24,51 30

34 1.874 24,55 46

10 1.765 24,75 44

7 1.266 25,61 33

1.516

1.592

1.667

1.743

1.727

Totaal Uitgaven (duizend euro)

9.10 Brugpensioenen: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven Bron: Pool der Zeelieden

2004

2005

2006

2007

2008

Zeevarenden Aantal rechthebbenden Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

163 51.064 40,37 2.061

137 42.767 41,13 1.759

107 33.470 41,85 1.401

73 22.820 42,38 967

53 16.755 43,90 736

Shoregangers Aantal rechthebbenden Aantal vergoede dagen Gemiddelde daguitkering (euro) Uitgaven (duizend euro)

17 4.403 52,67 232

12 3.033 53,94 164

8 2.080 54,82 114

5 1.414 55,68 79

3 809 57,90 47

2.293

1.923

1.515

1.046

783

Totaal Uitgaven (duizend euro)

235



III Het stelsel van de zelfstandigen 2004-2008



A.

Geconsolideerde economische rekeningen

1. Economische rekeningen 2004 2. Economische rekeningen 2005 3. Economische rekeningen 2006 4. Economische rekeningen 2007 5. Economische rekeningen 2008


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

1. Economische rekeningen 2004 (miljoen euro)

Lasten Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

RIZIVUitkeringen 195,9 195,9 -

Oninvorderbare sociale prestaties

-

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

9,0 1,0 8,0

Diverse financiĂŤle lasten Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle

(1)

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ 2.354,5 2.352,7 1,8 59,7 59,7 -

0,1 0,1 -

Totaal 2.550,5 2.548,7 1,8

-

-

102,5 102,5

171,2 60,7 110,5

-

-

0,3

0,3

-

-

5,3

5,3

0,3

1,3

1,0

2,6

-

39,4

-

39,4

205,2

2.454,9

109,2

2.769,3

Interne overdrachten Naar het RIZIV-Uitkeringen Naar het RSVZ Naar de sociale verzekeringsfondsen

-

189,7 189,7 -

-

189,7 189,7 -

Externe overdrachten Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) Naar de RVA Naar het Asbestfonds

-

-

-

1.085,2 985,6

-

1.085,2 985,6

-

99,6 -

-

99,6 -

205,2

3.729,8

109,2

4.044,2

Diverse overdrachten naar derden Besparing Subtotaal

Totaal

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

240


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

1. Economische rekeningen 2004 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten

RIZIVUitkeringen

Verschuldigde sociale bijdragen Bijdragen op inkomsten Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden Bijdragen van vennootschappen Andere bijdragen

15,4

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ 2.474,3 2.356,2

95,6 95,6

118,1

Totaal 2.585,3 2.451,8

118,1 15,4

15,4

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

-

179,8

-

179,8

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

-

1.062,8

-

1.062,8

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

-

4,3

2,2

6,5

0,1

8,6

11,4

20,1

-

-

-

-

15,5

3.729,8

109,2

3.854,5

189,7

-

-

189,7

-

-

-

-

-

-

-

-

205,2

3.729,8

109,2

4.044,2

Diverse opbrengsten voorkomend van derden Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties Subtotaal Interne overdrachten Van het RIZIV-Uitkeringen Van het RSVZ Van de sociale verzekeringsfondsen

189,7 -

Externe overdrachten Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging Totaal

241

189,7 -


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

2. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro)

Lasten Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

RIZIVUitkeringen 202,4 202,4 -

Oninvorderbare sociale prestaties

-

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

9,8 1,1 8,7

Diverse financiĂŤle lasten Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle

(1)

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ 2.441,1 2.439,6 1,5 62,2 62,2 -

0,1 0,1 -

Totaal 2.643,6 2.642,1 1,5

-

-

107,1 107,1

179,1 63,3 115,8

-

-

0,6

0,6

-

-

8,6

8,6

Diverse overdrachten naar derden

0,2

2,6

0,7

3,5

Besparing

0,1

106,3

-

106,4

212,5

2.612,2

117,1

2.941,8

Interne overdrachten Naar het RIZIV-Uitkeringen Naar het RSVZ Naar de sociale verzekeringsfondsen

-

195,0 195,0 -

-

195,0 195,0 -

Externe overdrachten Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) Naar de RVA Naar het Asbestfonds

-

-

-

1.126,7 1.025,6

-

1.126,7 1.025,6

-

101,1 -

-

101,1 -

212,5

3.933,9

117,1

4.263,5

Subtotaal

Totaal

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

242


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

2. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten

RIZIVUitkeringen

Verschuldigde sociale bijdragen Bijdragen op inkomsten Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden Bijdragen van vennootschappen Andere bijdragen

17,4

17,4

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ 2.593,6 2.426,1

103,1 103,1

162,8 4,7

Totaal 2.714,1 2.529,2

162,8 22,1

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

-

239,8

-

239,8

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

-

1.085,3

-

1.085,3

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

-

6,9

2,5

9,4

0,1

8,3

11,5

19,9

-

-

-

-

17,5

3.933,9

117,1

4.068,5

195,0

-

-

195,0

-

-

-

-

-

-

-

-

212,5

3.933,9

117,1

4.263,5

Diverse opbrengsten voorkomend van derden Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties Subtotaal Interne overdrachten Van het RIZIV-Uitkeringen Van het RSVZ Van de sociale verzekeringsfondsen

195,0 -

Externe overdrachten Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging Totaal

243

195,0 -


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

3. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro)

Lasten Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

RIZIVUitkeringen 221,5 221,5 -

Oninvorderbare sociale prestaties

-

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

9,9 1,1 8,8

Diverse financiĂŤle lasten Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle

(1)

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ 2.537,9 2.536,4 1,5 62,1 62,1 -

0,1 0,1 -

Totaal 2.759,5 2.758,0 1,5

-

-

107,0 107,0

179,0 63,2 115,8

-

-

0,5

0,5

-

-

5,4

5,4

0,3

98,4

2,0

100,7

Besparing

- 7,0

62,7

17,0

72,7

Subtotaal

224,7

2.761,1

132,0

3.117,8

Interne overdrachten Naar het RIZIV-Uitkeringen Naar het RSVZ Naar de sociale verzekeringsfondsen

-

206,9 206,9 -

-

206,9 206,9 -

Externe overdrachten Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) Naar de RVA Naar het Asbestfonds

-

-

-

1.184,5 1.080,6

-

1.184,5 1.080,6

-

103,3 0,6 -

-

103,3 0,6 -

224,7

4.152,5

132,0

4.509,2

Diverse overdrachten naar derden

Totaal

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

244


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

3. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten

RIZIVUitkeringen

Verschuldigde sociale bijdragen Bijdragen op inkomsten Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden Bijdragen van vennootschappen Andere bijdragen

17,7

17,7

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ

Totaal

2.728,8 2.569,5

110,2 102,3

2.856,7 2.671,8

153,0 6,3

5,7

158,7 26,2

2,2

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

-

295,6

-

295,6

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

-

1.103,4

-

1.103,4

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

-

12,6

3,0

15,6

0,1

10,9

18,8

29,8

-

-

-

-

17,8

4.151,3

132,0

4.301,1

206,9

1,2 1,2 -

-

208,1 1,2 206,9 -

-

-

-

-

-

-

-

-

224,7

4.152,5

132,0

4.509,2

Diverse opbrengsten voorkomend van derden Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties Subtotaal Interne overdrachten Van het RIZIV-Uitkeringen Van het RSVZ Van de sociale verzekeringsfondsen

206,9 -

Externe overdrachten Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging Totaal

245


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

4. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro)

Lasten Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

RIZIVUitkeringen 251,9 251,9 -

Oninvorderbare sociale prestaties

-

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

10,1 1,1 9,0

Diverse financiĂŤle lasten Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle

(1)

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ 2.668,7 2.667,3 1,4 64,5 64,5 -

0,1 0,1 -

Totaal 2.920,7 2.919,3 1,4

-

-

119,6 119,6

194,2 65,6 128,6

-

-

1,0

1,0

-

-

4,7

4,7

0,3

25,0

0,5

25,8

Besparing

- 6,5

274,9

10,1

278,5

Subtotaal

255,8

3.033,1

136,0

3.424,9

Interne overdrachten Naar het RIZIV-Uitkeringen Naar het RSVZ Naar de sociale verzekeringsfondsen

-

239,8 239,8 -

-

239,8 239,8 -

Externe overdrachten Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) Naar de RVA Naar het Asbestfonds

-

-

-

1.229,4 1.121,1

-

1.229,4 1.121,1

-

106,7 0,9 0,7

-

106,7 0,9 0,7

255,8

4.502,3

136,0

4.894,1

Diverse overdrachten naar derden

Totaal

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

246


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

4. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten

RIZIVUitkeringen

Verschuldigde sociale bijdragen Bijdragen op inkomsten Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden Bijdragen van vennootschappen Andere bijdragen

15,9

15,9

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ

Totaal

2.846,0 2.678,0

113,9 105,5

2.975,8 2.783,5

162,4 5,6

6,0

168,4 23,9

2,4

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

-

484,6

-

484,6

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

-

1.123,8

-

1.123,8

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

-

24,5

4,4

28,9

0,1

23,4

17,7

41,2

-

-

-

-

16,0

4.502,3

136,0

4.654,3

239,8

-

-

239,8

-

-

-

-

-

-

-

-

255,8

4.502,3

136,0

4.894,1

Diverse opbrengsten voorkomend van derden Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties Subtotaal Interne overdrachten Van het RIZIV-Uitkeringen Van het RSVZ Van de sociale verzekeringsfondsen

239,8 -

Externe overdrachten Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging Totaal

247

239,8 -


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

5. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro)

Lasten Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

RIZIVUitkeringen 282,1 282,1 -

Oninvorderbare sociale prestaties

-

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

11,3 1,2 10,1

Diverse financiĂŤle lasten Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle

(1)

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ 2.938,5 2.937,1 1,4 61,4 61,4 -

0,1 0,1 -

Totaal 3.220,7 3.219,3 1,4

-

-

123,2 123,2

195,9 62,6 133,3

-

-

0,5

0,5

-

-

5,2

5,2

Diverse overdrachten naar derden

0,3

16,8

1,0

18,1

Besparing

0,2

189,1

6,6

195,9

293,9

3.205,8

136,6

3.636,3

Interne overdrachten Naar het RIZIV-Uitkeringen Naar het RSVZ Naar de sociale verzekeringsfondsen

-

277,6 277,6 -

-

277,6 277,6 -

Externe overdrachten Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) Naar de RVA Naar het Asbestfonds

-

-

-

1.907,4 1.793,5

-

1.907,4 1.793,5

-

111,3 2,5 0,1

-

111,3 2,5 0,1

293,9

5.390,8

136,6

5.821,3

Subtotaal

Totaal

(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.

248


III. Het stelsel voor zelfstandigen

A. Economische rekeningen

5. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (vervolg)

Opbrengsten

RIZIVUitkeringen

Verschuldigde sociale bijdragen Bijdragen op inkomsten Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden Bijdragen van vennootschappen Andere bijdragen

Sociale verzekeringsfondsen

RSVZ

Totaal

16,2 -

3.241,9 3.065,8

117,3 117,3

3.375,4 3.183,1

-

-

-

-

16,2

169,1 7,0

-

169,1 23,2

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

-

798,2

-

798,2

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

-

1.248,2

-

1.248,2

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

-

32,8

3,0

35,8

0,1

8,2

16,3

24,6

-

-

-

-

16,3

5.329,3

136,6

5.482,2

277,6 277,6 -

-

-

277,6 277,6 -

-

-

61,5 61,5

-

61,5 61,5

293,9

5.390,8

136,6

5.821,3

Diverse opbrengsten voorkomend van derden Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties Subtotaal Interne overdrachten Van het RIZIV-Uitkeringen Van het RSVZ Van de sociale verzekeringsfondsen

-

Externe overdrachten Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging Totaal

249



B.

Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008 3. Definitieve rekeningen 2004 4. Definitieve rekeningen 2005 5. Definitieve rekeningen 2006 6. Voorlopige rekeningen 2007 7. Voorlopige rekeningen 2008


III. Het stelsel voor zelfstandigen

B. Geconsolideerde tabellen

1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat (duizend euro)

2004 Lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (1) Lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen (1) Kapitaalontvangsten Sociale prestaties Andere lopende uitgaven (2) Kapitaaluitgaven Begrotingsresultaat

2005

2006

2007

2008

3.712.353

3.930.270

4.147.883

4.498.981

5.397.383

19.238

19.542

22.566

19.374

19.507

0

0

3.232

1.042

180

2.548.366 1.157.500 0

2.641.892 1.201.683 0

2.758.014 1.364.260 0

2.919.293 1.330.678

3.209.993 1.992.432 4.299

25.726

106.237

51.407

269.426

210.346

(1) Zonder de interne overdrachten. (2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.

Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal zelfstandigen en hun inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …) die in het statistisch gedeelte in detail worden voorgesteld. Hieronder geven wij commentaar op de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven. We merken op dat het begrotingsresultaat van het stelsel van de zelfstandigen de som is van de resultaten van het RIZIV tak uitkeringen en het RSVZ en dat deze niet noodzakelijk hetzelfde teken hebben. Het positief begrotingsresultaat dat vanaf 2006 behaald wordt door het RSVZ-Globaal Beheer zal worden toegewezen aan het ‘Fonds voor de Welvaart der Zelfstandigen’. De middelen van dit fonds dienen om toekomstige uitdagingen in zake financiering van het sociaal statuut van de zelfstandigen aan te pakken. Onder meer de invloed van de integratie van de kleine risico’s op de sociale bijdragen zal zo beperkt worden.

B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer In de periode 2004-2008 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSVZGlobaal beheer de volgende (elk percentage in volgende tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 260):

252


III. Het stelsel voor zelfstandigen

B. Geconsolideerde tabellen

2004 Globale middelen Waarvan: - gewone bijdragen - Staatstoelagen - alternatieve financiering

2005

2006

2007

2008

4,55 %

5,87 %

5,54 %

8,46 %

19,97 %

3,99 % 1,81 % 29,88 %

3,09 % 2,11 % 33,35 %

5,92 % 1,67 % 23,28 %

4,22 % 1,85 % 63,94 %

14,54 % 11,07 % 65,68 %

Een tabel met het detail van de alternatieve financiering voor de jaren 2004 tot 2010 bevindt zich in bijlage. We geven een overzicht per jaar van de grote maatregelen die de evolutie van de RSVZontvangsten hebben be茂nvloed. Sinds 01.01.2003 kan de echtgenoot-helper van de zelfstandige kiezen voor een volwaardig sociaal statuut tegen betaling van de gepaste sociale bijdragen. Het bedrag van de Staatstussenkomst werd in 1998 op 958 miljoen euro vastgelegd. Sindsdien werd het aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. In 2001 werd het bedrag van de alternatieve financiering verminderd ingevolge de overname van de schuld van de sociale zekerheid door de federale Staat. De schuld bedroeg eind 2000 583 miljoen euro voor het stelsel van de zelfstandigen. Ze bestaat uit een programma van thesauriebewijzen op middellange en lange termijn van maximum 496 miljoen euro en een obligatielening van 87 miljoen euro. Ter compensatie werd de alternatieve financiering verminderd met 49.121 duizend euro in 2004, met 110.988,8 duizend euro in 2005 en met 149.700,8 duizend euro in 2006. Het saldo, een bedrag van 94.254,4 duizend euro wordt gestort in 2006 door het Globaal beheer aan de Administratie van de Schatkist. In 2004 werd de vennootschapsbijdrage vastgesteld op 347,50 euro voor de vennootschappen waarvan het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar maximum 520.000 euro bedraagt, en op 840 euro voor de vennootschappen waarvan het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar 520.000 euro overschrijdt. In 2004 werd het bedrag van de alternatieve financiering dat afkomstig is van de btw-ontvangsten verhoogd met 20.020 duizend euro teneinde de verhoging van de pensioenminima, beslist door de regering, te financieren. Vanaf 01.01.2005 zijn openbare mandatarissen, dit wil zeggen personen belast met een mandaat van beheerder in een openbare of priv茅-instelling en er een federaal, gewestelijk, lokaal bestuur of een erkende beroepsorganisatie vertegenwoordigen, onderworpen aan het sociaal statuut en dus bijdragen verschuldigd zijn. Vanaf 01.07.2005 worden de echtgenoten-helpers, die geboren zijn na 1955 verplicht zich aan te sluiten aan het maxi-statuut. Voor degenen die geboren zijn v贸贸r 1956 blijft de aansluiting aan het mini-statuut verplicht (arbeidsongeschiktheid en moederschapsverzekering) en deze aan het maxistatuut gebeurt op vrijwillige basis. Het maxi-statuut biedt een ruimere bescherming dan het ministatuut: pensioen, gezinsbijslag, geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsverzekering. In 2005 werd de vennootschapsbijdrage vastgelegd op 347,50 euro voor de vennootschappen, waarvan het balanstotaal van het voorlaatste boekjaar werd afgeloten op ten hoogste 532.022,59 euro en op 852,50 euro, voor de vennootschappen voor dewelke het balanstotaal van het voorlaatste boekjaar 532.022,59 euro overtreft. In 2005 werd het bedrag van de alternatieve financiering voortkomend van de BTW-ontvangsten verhoogd met 131.120 duizend euro, teneinde de verhoging te financieren van de minimumpensioenen.

253


III. Het stelsel voor zelfstandigen

B. Geconsolideerde tabellen

De regering besliste, om vanaf 2006, 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Tien procent worden toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Sinds 01.01.2006 wordt er een bedrag van 1.500 duizend euro voorafgenomen op de opbrengst van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen en toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Het bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen. Het aldus bekomen bedrag wordt doorgestort naar de RVA ter financiering van de kostprijs van de dienstencheques toegekend aan vrouwelijke zelfstandigen voor hulp bij moederschap. Een zelfstandige van wie de arbeidsongeschiktheid een stopzetting van de beroepsactiviteit met zich meebrengt, kan vanaf 01.07.2006 een vrijstelling verkrijgen van betaling van de kwartaalbijdrage van het begin van de ongeschiktheid indien de ongeschiktheid is begonnen tijdens de eerste maand van het kwartaal. Een gelijkaardige vrijstelling kan bekomen worden indien de hervatting van de activiteit na een periode van ongeschiktheid plaatsvindt tijdens de laatste maand van een kwartaal. In 2007 werden 4 bijkomende ontvangsten voorzien voor de alternatieve financiering:  Door de verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, steeg het deel dat toekomt aan het RIZIV-geneeskundige verzorging met 8.900 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel;  Bovendien werd er 1.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer van de zelfstandigen, afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad;  In uitvoering van een beslissing van de Ministerraad van 20 juli 2006 werd er vervolgens een krediet van 50.000 duizend euro ingeschreven ten behoeve van de inkomensgarantie voor ouderen. De besparing van 6.000 duizend euro die gerealiseerd werd, komt deels ten goede aan de alternatieve financiering voor zelfstandigen, met name 2.000 duizend euro. Dit bedrag werd gebruikt voor de financiering van de verhoging van de minimumpensioenen;  Ten slotte werd voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro afgenomen van het bedrag aan BTW-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het zelfstandigenstelsel toekomt met 864 duizend euro. Tot 2007 konden de levensverzekeringsmaatschappijen zich bevrijden van verplichte betaling aan het RSVZ van hun vastgestelde rente (onvoorwaardelijke pensioenen) indien ze de gekapitaliseerde waarde van hun rente overmaken aan het RSVZ. Voortaan worden de levensverzekeringsmaatschappijen verplicht hun portefeuille aan het RSVZ over te dragen. Dit resulteert in een ontvangst van 10.000 duizend euro voor het RSVZ in 2007. De aanpassing van de sociale bijdragen ingesteld door de wet van 21 december 2007, wijzigende de wet van 26 maart 2007, ter dekking van een gedeelte van de kost van de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering geneeskundige verzorging leidde tot een stijging van de onvangen bijdragen in 2008 met 12 % ten opzichte van de bijdragen van 2007. Tevens is er een stijging van de ontvangen bijdragen van 5.000 duizend euro komende van een nieuw plan in de strijd tegen de sociale fraude. In feite bevat dit bedrag ook de verminderingen van de uitgaven. De alternatieve financiering werd beïnvloed door volgende maatregelen in 2008: 

De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007 “Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;

254


III. Het stelsel voor zelfstandigen





B. Geconsolideerde tabellen

De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting; De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering;

Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2008 (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Er is nu een 90-10 verdeling van dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, volgens dezelfde verdeelsleutel een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globale beheren. De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen 2004 Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen

(1)

0,31 %

2005 1,58 %

2006

2007

15,48 %

-14,15 %

2008 0,69 %

(1) Zonder de interne overdrachten.

De toegewezen ontvangsten betreffen hoofdzakelijk toegewezen ontvangsten van het RIZIVuitkeringen. In 2004 bedroegen de toegewezen ontvangsten vanuit de autoverzekering 15.423 duizend euro. Deze toegewezen onvangsten kenden een fluctuerend verloop tussen 2004 en 2008. In 2005 lagen deze ontvangsten nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2004. In 2006 kende men een stijging met 1.866 duizend euro. In 2007 was er een daling met 1.833 duizend euro. In 2008 lagen deze ontvangsten nagenoeg op het zelfde niveau van 2007. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 3.232 duizend euro voor het RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 1.042 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 180 duizend euro.

255


III. Het stelsel voor zelfstandigen

B. Geconsolideerde tabellen

C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties (duizend euro)

Gemiddelde jaarlijkse aangroei

2004

2005

2006

2007

2008

RIZIV-Uitkeringen RSVZ-Pensioenen RSVZ-Gezinsbijslag RSVZ-Faillissementverzekering

195.907 2.023.327 327.324 1.807

202.419 2.109.255 328.366 1.853

221.542 2.197.451 337.373 1.648

251.877 2.310.722 355.031 1.664

278.244 2.537.189 390.459 4.102

9,17 % 5,82 % 4,51 % 22,75 %

Totaal

2.548.366

2.641.892

2.758.014

2.919.293

3.209.993

5,94 %

Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Uitkeringen Vanaf 01.01.2006 wordt aan alleenstaande gehandicapte zelfstandigen die geen personen ten laste hebben een tegemoetkoming voor hulp van derden toegekend. Via het koninklijk besluit van 21.12.2006 en naar analogie van maatregelen getroffen in de werknemersregeling worden voor zelfstandigen een aantal revalorisatiemaatregelen genomen inzake uitkeringen:  Er wordt een onderscheid ingevoerd tussen een gerechtigde zonder gezinslast, samenwonende en een gerechtigde zonder gezinslast, alleenstaande;  De primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt gekoppeld aan het bedrag van het minimumrustpensioen voor een zelfstandige;  De invaliditeitsuitkering zonder stopzetting van de zelfstandige activiteit stemt overeen met het bedrag van de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering. De basisbedragen van de invaliditeitsuitkeringen voor zelfstandigen die hun bedrijf hebben stopgezet worden vanaf 01.01.2006 verhoogd. De uitkering wordt gelijkgeschakeld met de minimumuitkering in de werknemersregeling. Vanaf 01.01.2007:  Wordt een forfait van 12 euro toegekend voor de hulp van derden;  Worden de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aangepast aan het minimumpensioen voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”;  Worden de invaliditeitsuitkeringen (met stopzetting van de activiteit) aangepast aan het minimumpensioen voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”;  Worden de invaliditeitsuitkeringen (zonder stopzetting van de activiteit) aangepast aan de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met toevoeging van de categorie “samenwonende”.

256


III. Het stelsel voor zelfstandigen

B. Geconsolideerde tabellen

Op 01.09.2007 vond er een aanpassing aan de welvaart plaats. Ze bestaat uit een verhoging met 2 % van de minima voor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Pensioenen Op 01.01.2004 werd het plafond voor toegelaten arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd met 25 % verhoogd. Op 01.04.2004 werd een welvaartsaanpassing met 2 % toegekend aan de pensioenen die ingegaan zijn in 1996. Op 01.09.2004 werd het gewaarborgd minimumpensioen verhoogd met 27 euro voor een alleenstaande en met 33 euro voor een gezin. Deze operatie werd herhaald op 01.12.2005 en 01.12.2006. Een zelfstandige in nevenactiviteit kan een bijkomend wettelijk pensioen opbouwen op voorwaarde dat hij bijdragen betaalt die ten minste gelijk zijn aan de minimumbijdragen gestort door zelfstandigen in hoofdactiviteit. De in 2004 uitgevoerde stortingen mogen gevalideerd worden. Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. In 2006 vond er een herwaardering met 2 % van de maandelijkse pensioenbedragen plaats:  op 1 januari 2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1996 en voor 01.01.1998;  op 1 april 2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1997 en voor 01.01.2000. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. De meeruitgave bedraagt 1,2 miljoen euro. Volgens de huidige wetgeving worden pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet uitbetaald. De pensioenbedragen uitbetaald in de verschillende stelsels worden niet opgeteld om dit minimumbedrag te bereiken. Vanaf 2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen. Deze verhoging is ingegaan vanaf maart 2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Ook werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd. Voor dit laatste werd een budget van 400 duizend euro uitgetrokken voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2008 is er geen bestraffing van de anticipatie meer voor de zelfstandigen die hun pensionering wensen te vervroegen tot 60 jaar. Voorwaarde is wel dat ze een loopbaan van 43 jaar hebben. Ten slotte, nog steeds in het kader van de pensioenen, wordt vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er eveneens een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008.

257


III. Het stelsel voor zelfstandigen

B. Geconsolideerde tabellen

Gezinsbijslag Het stelsel van de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap en ernstig zieke kinderen werd in het begin van 2003 gewijzigd. De hervorming is van toepassing op kinderen die na 01.01.1997 geboren zijn. Wanneer een kind geplaatst wordt in een onthaalgezin krijgt de persoon die tot dan gezinsbijslag ontving in het oorspronkelijke gezin, een forfaitaire bijslag, op voorwaarde dat hij contacten blijft onderhouden met het kind. In het werknemersstelsel bestond die bijslag al. Voor de kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling bij de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 en om overeenstemming te bereiken met de werknemersregeling werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor kinderen met een handicap geboren na 01.01.1996 verhoogd. In 2007 werd de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor gehandicapten uitgebreid worden naar kinderen geboren na 01.01.1993. De meeruitgave wordt geraamd op 0,36 miljoen euro. De verhoogde kinderbijslag voor wezen wordt vanaf 2007 toegekend aan het weeskind waarvan de rechthebbende ouder overleden is indien de loopbaanvoorwaarden vervuld zijn door een aannemer die geen ouder is van het kind (kost: 0,71 miljoen euro). De enveloppe voor de schoolpremie 2007 bedroeg 7,44 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. Ter harmonisering van de kinderbijslagen tussen het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel van de werknemers werd de kinderbijslag voor het eerste kind met 10 euro verhoogd vanaf 01.04.2008. Faillissementsverzekering Vanaf 01.07.2001 heeft de zelfstandige in faillissement recht op de uitkering gedurende zes maanden (in plaats van twee). De uitkering wordt bovendien betaald vanaf de maand volgend op die van het faillissement (en niet langer vanaf het daaropvolgende kwartaal). De andere lopende uitgaven In uitvoering van het artikel 1 van het K.B. van 01.12.1998 betreffende de toekenning van het saldo van de solidariteits-, matigings- en consolideringsbijdragen, werden de volgende bedragen aan het Participatiefonds overgedragen en dit onder de vorm van een renteloze achtergestelde lening met een looptijd van 20 jaar:  In 2001: 5.850 duizend euro (afrekening voor de jaren 1999 en 2000 en het saldo van de jaren 1997 en 1998);  In 2002: 4.643 duizend euro;  In 2003: 267 duizend euro;  In 2004: 123 duizend euro;

258


III. Het stelsel voor zelfstandigen

B. Geconsolideerde tabellen

 In 2005: 1 duizend euro. Sinds 01.01.2006 krijgt elke vrouwelijke zelfstandige die bevallen is na 31.12.2005, onder bepaalde voorwaarden, gratis 70 dienstencheques voor het betalen van gezinshulp. Dit om een betere combinatie tussen werk en gezin mogelijk te maken. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe gebeurt er een storting van het RIZIV naar de RVP. De externe overdracht naar de geneeskundige verzorging wordt vanaf 2008 volgens de nieuwe regels berekend: de stijging van 677.052 duizend euro ten opzichte van 2007 wordt onder andere veroorzaakt door de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering. De kapitaaluitgaven Ten slotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSVZ-Globaal beheer een bedrag van 4.299 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.

259


III. Het stelsel voor zelfstandigen

B. Geconsolideerde tabellen

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro) Lopende Ontvangsten

2004

2005

2006

2007

2008

Bijdragen

2.460.343

2.593.515

2.728.788

2.845.980

3.244.981

Staatstoelagen

1.062.849

1.085.287

1.103.435

1.123.834

1.248.199

Alternatieve financiering

179.817

239.788

295.618

484.646

802.976

Toegewezen ontvangsten

15.423

15.867

17.733

15.900

16.194

0

0

1.227

15.402

61.528

Opbrengsten beleggingen

4.483

6.872

12.622

24.511

34.673

Diversen

8.676

8.484

11.025

8.081

8.339

3.731.591

3.949.812

4.170.449

4.518.355

5.416.890

Externe overdrachten

Totaal lopende ontvangsten

260


III. Het stelsel voor zelfstandigen

B. Geconsolideerde tabellen

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro) (vervolg) Lopende Uitgaven

2004

2005

2006

2007

2008

2.548.366

2.641.892

2.758.014

2.919.293

3.209.993

195.907 2.023.327 327.324 1.807

202.419 2.109.255 328.366 1.853

221.542 2.197.451 337.373 1.648

251.877 2.310.722 355.031 1.664

278.244 2.537.189 390.459 4.102

Betalingskosten

1.793

1.515

1.454

1.477

1.364

Beheerskosten

70.123

72.988

73.510

76.193

80.871

Externe overdrachten

1.085.295

1.125.788

1.286.421

1.249.768

1.906.149

Intresten op leningen

2

0

0

0

287

1.393

2.874

3.240

4.048

3.705.865

3.843.574

4.122.273

4.249.971

5.202.425

25.726

106.237

48.175

268.384

214.464

2007

2008

Prestaties RIZIV-Uitkeringen RSVZ-Pensioenen RSVZ-Gezinsbijslag RSVZ-Faillissemenstverzekering

Diversen Totaal lopende uitgaven

Saldo lopende rekeningen

Kapitaalrekeningen

2004

2005

2006

Ontvangsten

0

0

3.232

Uitgaven

0

0

0

Saldo kapitaalrekeningen

0

0

3.232

1.042

-4.118

25.726

106.237

51.407

269.426

210.346

Budgettair resultaat

261

1.042

180 4.299


0

262

189.653 0 189.653 205.196

Interne overdrachten

Totaal lopende ontvangsten

15.543

RSVZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

112

8

Opbrengsten beleggingen

Diversen

0

15.423

RIZIV-Uit

Externe overdrachten

Toegewezen ontvangsten

Btw Stock options Accijnzen tabak

Alternatieve financiering

Staatstoelagen

Bijdragen Gewone bijdragen Consolidatiebijdragen Vennootschapsbijdragen

Lopende Ontvangsten

3. Definitieve rekeningen 2004 (duizend euro)

0

0

0

0

2.034.764

2.031.069

2.031.069 0

3.695

3.695

RSVZ-Pen

327.324

327.324

327.324 0

0

0

0

0

0

0

RSVZ-Gezinsb.

1.807

1.807

1.807 0

0

0

0

0

0

0

RSVZ-Faillis. verz. 0

2.569.091

2.549.853

2.549.853 0

19.238

3.807

8

0

15.423

SUBTOTAAL

3.712.353

0

0

3.712.353

4.869

4.475

0

0

164.754 2.388 12.675

179.817

1.062.849

2.460.343 2.353.083 303 106.957

RSVZ-GFB

6.281.444

2.549.853

2.549.853 0

3.731.591

8.676

4.483

0

15.423

164.754 2.388 12.675

179.817

1.062.849

2.460.343 2.353.083 303 106.957

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen


263

0 0 0

0

Uitgaven

Saldo kapitaalrekeningen

Budgettair resultaat

RIZIV-Uit

0

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

205.196

0

Interne overdrachten

Totaal lopende uitgaven

0 0

205.196

287

0

9.002

0

195.907

RIZIV-Uit

RSVZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

RSVZ-Pen

0

0

0

0

0

2.034.764

0

0 0

2.034.764

0

0

9.643

1.793

2.023.327

RSVZ-Pen

3. Definitieve rekeningen 2004 (duizend euro) (vervolg)

0

0

0

0

RSVZ-Gezinsb.

0

327.324

0

0 0

327.324

0

0

0

0

327.324

RSVZ-Gezinsb.

0

0

0

0

Failliss. verzek.

0

1.807

0

0 0

1.807

0

0

0

0

1.807

RSVZ-Faillis. verz.

SUBTOTAAL

0

0

0

0

0

2.569.091

0

0 0

2.569.091

287

0

18.645

1.793

2.548.366

SUBTOTAAL

0

0

0

25.726

RSVZ-GFB

25.726

3.686.627

2.549.853

2.549.853

1.136.774

0

2

1.085.172 123

1.085.295

51.478

RSVZ-GFB

0

0

0

25.726

TOTAAL

25.726

6.255.718

2.549.853

0 2.549.853

3.705.865

287

2

1.085.172 123

1.085.295

70.123

1.793

2.548.366

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen


264

0

195.914 0 195.914 211.917

Interne overdrachten

Totaal lopende ontvangsten

16.003

128

7

0

15.867

RIZIV-Uit

RSVZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

Toegewezen ontvangsten

Btw Stock options Accijnzen tabak

Alternatieve financiering

Staatstoelagen

Bijdragen Gewone bijdragen Publieke mandatarissen-bijdragen Consolidatiebijdragen Vennootschapsbijdragen

Lopende Ontvangsten

4. Definitieve rekeningen 2005 (duizend euro)

0

0

0

0

2.121.090

2.117.551

2.117.551 0

3.539

3.539

RSVZ-Pen

328.366

328.366

328.366

0

0

0

0

0

0

RSVZ-Gezinsb.

1.853

1.853

1.853

0

0

0

0

0

0

RSVZ-Faillis. verz. 0

2.663.224

2.643.683

2.643.683 0

19.542

3.668

7

0

15.867

SUBTOTAAL

3.930.270

0

0

3.930.270

4.816

6.864

225.244 1.438 13.105

239.788

1.085.287

2.593.515 2.425.877 4.704 149 162.784

RSVZ-GFB

6.593.494

2.643.683

2.643.683 0

3.949.812

8.484

6.872

0

15.867

225.244 1.438 13.105

239.788

1.085.287

2.593.515 2.425.877 4.704 149 162.784

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen


265

0 0 0

0

Uitgaven

Saldo kapitaalrekeningen

Budgettair resultaat

RIZIV-Uit

0

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

211.917

0

Interne overdrachten

Totaal lopende uitgaven

0 0

211.917

251

0

9.247

0

202.419

RIZIV-Uit

RSVZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

RSVZ-Pen

0

0

0

0

0

2.121.090

2.121.090

10.320

1.515

2.109.255

RSVZ-Pen

4. Definitieve rekeningen 2005 (duizend euro) (vervolg)

0

0

0

0

RSVZ-Gezinsb.

0

328.366

328.366

0

0

0

0

328.366

RSVZ-Gezinsb.

0

0

0

0

Failliss. verzek.

0

1.853

1.853

0

0

0

0

1.853

RSVZ-Faillis. verz.

SUBTOTAAL

0

0

0

0

0

2.663.224

0

0 0

2.663.224

251

0

19.567

1.515

2.641.892

SUBTOTAAL

0

0

0

106.237

RSVZ-GFB

106.237

3.824.033

2.643.683

2.643.683

1.180.350

1.142

0

1.125.787 1

1.125.788

53.421

RSVZ-GFB

0

0

0

106.237

TOTAAL

106.237

6.487.257

2.643.683

0 2.643.683

3.843.574

1.393

0

1.125.787 1

1.125.788

72.988

1.515

2.641.892

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen


0

0

0

0

0

RSVZ-Faillis. verz. 0

17.733

SUBTOTAAL

1.103.435

2.728.788 2.569.431 6.305 92 152.960

RSVZ-GFB

266

206.932

206.932 224.785

Interne overdrachten

Totaal lopende ontvangsten

17.853

100

20

0

RSVZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

Toegewezen ontvangsten

2.210.028

2.205.315

2.205.315 0

4.713

3.486

0

1.227

337.373

337.373

337.373

0

0

0

0

1.648

1.648

1.648

0

0

0

0

2.773.834

2.751.268

2.751.268 0

22.566

3.586

20

1.227

4.147.883

4.147.883

7.439

12.602

235.880 43.035 1.584 13.620 1.500 0

0

RSVZ-Gezinsb.

Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Andere

RSVZ-Pen

295.618

17.733

RIZIV-Uit

Alternatieve financiering

Staatstoelagen

Bijdragen Gewone bijdragen Publieke mandatarissen-bijdragen Consolidatiebijdragen Vennootschapsbijdragen

Lopende Ontvangsten

5. Definitieve rekeningen 2006 (duizend euro)

6.921.716

2.751.268

2.751.268 0

4.170.449

11.025

12.622

1.227

17.733

235.880 43.035 1.584 13.620 1.500

295.618

1.103.435

2.728.788 2.569.431 6.305 92 152.960

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen


267

0

Saldo kapitaalrekeningen

-6.917

0

Uitgaven

Budgettair resultaat

0

RIZIV-Uit

-6.917

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

0

0

0

1.227

RSVZ-Pen

1.227

2.208.801

0

0

0

0

RSVZ-Gezinsb.

0

337.373

0

Failliss. verzek.

0

1.648

0

0

0

-5.690

SUBTOTAAL

-5.690

2.779.524

1.342.750

2.590

0

57.097

3.232

0

3.232

RSVZ-GFB

53.865

4.094.017

231.702

2.779.524

284

0

Totaal lopende uitgaven

1.648

0

0

1.191.525 94.896

1.286.421

53.738

RSVZ-GFB

2.751.268

337.373

0

0

0

19.772

1.454

2.758.014

SUBTOTAAL

Interne overdrachten

2.208.801

0

0

0

0

1.648

RSVZ-Faillis. verz.

2.751.268

231.702

284

0

0

0

0

337.373

RSVZ-Gezinsb.

RSVZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

9.896

9.876

Beheerskosten

2.197.451

RSVZ-Pen

1.454

221.542

RIZIV-Uit

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

5. Definitieve rekeningen 2006 (duizend euro) (vervolg)

51.407

3.232

0

3.232

TOTAAL

48.175

6.873.541

2.751.268

2.751.268

4.122.273

2.874

0

1.191.525 94.896

1.286.421

73.510

1.454

2.758.014

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen


268

239.755

239.755 255.745

Interne overdrachten

Totaal lopende ontvangsten

15.990

RSVZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

2.322.176

2.318.792

2.318.792

3.384 355.031

1.664

355.031

355.031

1.664

1.664

2.934.616

2.915.242

2.915.242

19.374

4.498.981

4.498.981

4.617

80

Diversen

3.464

24.501

10

Opbrengsten beleggingen

10

15.402

Externe overdrachten

Toegewezen ontvangsten

421.070 44.742 1.639 13.595 3.600

Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Andere

3.384

RSVZ-GFB

484.646

15.900

SUBTOTAAL

Alternatieve financiering

15.900

RSVZ-Faillis. verz.

1.123.834

RSVZ-Gezinsb.

Staatstoelagen

RSVZ-Pen 2.845.980 2.677.901 5.603 43 162.433

RIZIV-Uit

Bijdragen Gewone bijdragen Publieke mandatarissen-bijdragen Consolidatiebijdragen Vennootschapsbijdragen

Lopende Ontvangsten

6. Voorlopige rekeningen 2007 (duizend euro)

7.433.596

2.915.242

2.915.242

4.518.355

8.081

24.511

15.402

15.900

421.070 44.742 1.639 13.595 3.600

484.646

1.123.834

2.845.980 2.677.901 5.603 43 162.433

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen


269

Budgettair resultaat

Saldo kapitaalrekeningen

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

-6.529

RIZIV-Uit

-6.529

RSVZ-Pen

0

0

2.322.176

0

RSVZ-Gezinsb.

0

355.031

0

Failliss. verzek.

0

1.664

-6.529

SUBTOTAAL

-6.529

2.941.144

1.308.826

275.955

1.042

1.042

RSVZ-GFB

274.913

4.224.068

262.274

2.941.144

Totaal lopende uitgaven

1.664

2.973

0

1.227.757 22.010

1.249.768

56.086

RSVZ-GFB

2.915.242

355.031

267

20.107

1.477

2.919.293

SUBTOTAAL

Interne overdrachten

2.322.176

1.664

RSVZ-Faillis. verz.

2.915.242

262.274

267

355.031

RSVZ-Gezinsb.

RSVZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

9.977

10.130

Beheerskosten

2.310.722

RSVZ-Pen

1.477

251.877

RIZIV-Uit

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

6. Voorlopige rekeningen 2007 (duizend euro) (vervolg)

269.426

1.042

1.042

TOTAAL

268.384

7.165.212

2.915.242

2.915.242

4.249.971

3.240

0

1.227.757 22.010

1.249.768

76.193

1.477

2.919.293

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen


270

273.689

273.689 289.973

Interne overdrachten

Totaal lopende ontvangsten

16.284

RSVZ-GFB Andere takken

Eigen ontvangsten

2.548.771

2.545.548

2.545.548

3.223 390.459

4.102

390.459

390.459

4.102

4.102

3.233.304

3.213.797

3.213.797

19.507

5.397.383

5.397.383

5.036

80

Diversen

3.303

34.663

10

10

676.497 49.421 2.193 14.000 56.763 4.101

802.976

Opbrengsten beleggingen 3.223

RSVZ-GFB

61.528

16.194

SUBTOTAAL

Externe overdrachten

Toegewezen ontvangsten

Btw Roerende voorheffing Stock options Accijnzen tabak Geneeskundige verzorging Andere

Alternatieve financiering

16.194

RSVZ-Faillis. verz.

1.248.199

RSVZ-Gezinsb.

Staatstoelagen

RSVZ-Pen 3.244.981 3.067.203 5.680 172.068

RIZIV-Uit

Bijdragen Gewone bijdragen Publieke mandatarissen-bijdragen Vennootschapsbijdragen

Lopende Ontvangsten

7. Voorlopige rekeningen 2008 (duizend euro)

8.630.687

3.213.797

3.213.797

5.416.890

8.339

34.673

61.528

16.194

676.497 49.421 2.193 14.000 56.763 4.101

802.976

1.248.199

3.244.981 3.067.203 5.680 172.068

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen


271

0

0

Failliss. verzek.

0

159

SUBTOTAAL

159

180

RSVZ-GFB

214.305

Budgettair resultaat

210.187

-4.118

0

RSVZ-Gezinsb.

0

3.233.145

Saldo kapitaalrekeningen

RSVZ-Pen

0

4.102

4.299

159

RIZIV-Uit

159

390.459

Uitgaven

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

2.548.771

1.969.280

5.183.078

289.814

3.233.145

Totaal lopende uitgaven

4.102

3.781

1.904.809 1.340

1.906.149

59.350

RSVZ-GFB

3.213.797

390.459

267

21.521

1.364

3.209.993

SUBTOTAAL

Interne overdrachten

2.548.771

4.102

RSVZ-Faillis. verz.

3.213.797

289.814

267

390.459

RSVZ-Gezinsb.

RSVZ-GFB Andere takken

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten

Diversen

Intresten op leningen

RIZIV-Geneeskundige verzorging Andere

Externe overdrachten

10.218

11.303

Beheerskosten

2.537.189

RSVZ-Pen

1.364

278.244

RIZIV-Uit

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

7. Voorlopige rekeningen 2008 (duizend euro) (vervolg)

180

210.346

-4.118

4.299

TOTAAL

214.464

8.416.222

3.213.797

3.213.797

5.202.425

4.048

1.904.809 1.340

1.906.149

80.871

1.364

3.209.993

TOTAAL

III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen



C.

Statistieken

1. Sociaal statuut (RSVZ) 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

Methodologische nota Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en geslacht Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIVverzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit) Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen HerwaarderingscoĂŤfficiĂŤnt voor de bijdrageberekening

2. Uitkeringen (RIZIV) 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16

275

Methodologische nota Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht Evolutie van het ledental Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven Invaliditeit / aantal gevallen Invaliditeit / aantal vergoede dagen Invaliditeit / gemiddelde daguitkering Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven Moederschap / verzekerde bevolking Moederschap en adoptie / aantal gevallen Moederschap en adoptie / gemiddelde uitkering per geval Moederschap en adoptie / totaal bedrag van de uitgaven Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering

281


3. Pensioenen (RVP) 3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

Methodologische nota Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen) Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen

4. Gezinsbijslag (RSVZ) 4.0 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

297

Methodologische nota Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap Aantal rechtgevende kinderen naar rang Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen

5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 5.0 5.1

291

Methodologische nota Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven

305


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

1. Sociaal statuut (RSVZ)

1. Sociaal statuut 1.0 Methodologische nota De weergegeven statistieken bieden een overzicht van de voornaamste bepalende factoren met betrekking tot de heffing van sociale bijdragen voor het sociaal statuut van zelfstandigen. We vermelden hierbij dat de geheven bijdragen voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen berekend worden in functie van het belastbaar inkomen van deze zelfstandigen drie jaar voordien. Ten titel van voorbeeld is het zo dat de sociale bijdragen voor een zelfstandige, verschuldigd voor 2005, berekend zullen worden op basis van zijn (of haar) belastbaar inkomen van 2002. Effectieven (tabellen 1.1 en 1.2) Voor de effectieven werden twee tabellen opgenomen. De eerste heeft betrekking op de verzekeringsplichtigen (zelfstandigen en helpers) voor het sociaal statuut opgesplitst per leeftijdsklasse. De tweede tabel splitst hetzelfde totaal op naar het onderscheid zelfstandige of helper. Vervolgens worden de subtotalen verder onderverdeeld volgens het criterium hoofdbezigheid, nevenbezigheid of activiteit na pensioenleeftijd. Coherentie van de effectieven (tabel 1.3) Het doel van tabel 1.3 is uit te leggen dat er een verschil bestaat tussen het begrip verzekeringsplichtige voor het sociaal statuut en het gerechtigd zijn als zelfstandige in de ziekteverzekering. We hebben in deze tabel de RIZIV-cijfers over ledentallen zelfstandigen geplaatst naast de RSVZ-cijfers voor de variabele die het meest nauw aansluit met het begrip “gerechtigde zelfstandige”, zoals dat bij het RIZIV gehanteerd wordt. De voornaamste verklaring voor het vastgestelde verschil ligt bij de “starters” die in het algemeen een stage doen van zes maanden alvorens toegelaten te worden als gerechtigde in het zelfstandigenstatuut voor de ziekteverzekering. Aan bijdragen onderworpen inkomsten van zelfstandigen (tabel 1.4) Hierin wordt de evolutie getoond van de inkomsten van de zelfstandigen, waarop de bijdragen voor het sociaal statuut berekend worden. De inkomsten van zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd worden in een aparte rubriek vermeld. Aangezien in 2003 de zogenaamde “brutering” van de aan sociale zekerheidsbijdragen onderworpen inkomens van de zelfstandigen werd afgeschaft, werd deze tabel herzien vanaf het jaar 2000. De vermelde inkomens stemmen overeen met de geïndexeerde inkomens. (Cf. tabel 1.5 voor de indexeringswijze). Herwaarderingscoëfficiënten (tabel 1.5) Deze tabel laat toe de omrekening te doen naar geïndexeerde inkomsten. Deze laatste vormen de grondslag om de bijdragen te berekenen.

Aanvullende informatie kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ en op de website www.rsvz.be .

275


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

1. Sociaal statuut (RSVZ)

1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse Bron: RSVZ

12.2004

12.2005

12.2006

12.2007

12.2008

Minder dan 30 jaar 30 - 39 jaar 40 - 49 jaar 50 - 59 jaar 60 - 64 jaar 65 - 69 jaar 70 - 79 jaar 80 jaar en meer

83.753 218.324 258.335 190.784 51.641 25.580 25.001 6.299

85.638 215.273 260.794 194.473 54.471 25.048 24.946 6.625

85.966 213.293 264.725 197.765 60.350 25.753 25.650 7.120

92.497 217.507 270.186 201.887 63.281 26.219 26.086 7.291

98.260 220.996 274.502 205.097 65.222 26.458 26.177 7.234

Totaal

859.717

867.268

880.622

904.954

923.946

276


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

1. Sociaal statuut (RSVZ)

1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en geslacht Toestand op 31 december 2004

Bron: RSVZ

Mannen

Vrouwen

Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

534.638 375.820 116.384 42.434

226.706 168.672 43.271 14.763

761.344 544.492 159.655 57.197

Helpers Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

36.446 32.156 2.673 1.617

61.927 59.946 1.444 537

98.373 92.102 4.117 2.154

571.084

288.633

859.717

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

Toestand op 31 december 2004

Detail:

Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

644.908

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten) Meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige aansluiting) - meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

578.780 49.500 8.314

Toestand op 31 december 2005

Bron: RSVZ

Mannen

Vrouwen

Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

542.099 379.679 119.410 43.010

232.437 171.064 46.331 15.042

774.536 550.743 165.741 58.052

Helpers Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

35.360 30.726 2.968 1.666

57.372 55.151 1.648 573

92.732 85.877 4.616 2.239

577.459

289.809

867.268

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

Toestand op 31 december 2005

Detail: Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers) Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten) Meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige aansluiting) - meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

Mannen+Vrouwen 667.507 583.534 22.199 30.887

277


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

1. Sociaal statuut (RSVZ)

(vervolg) Toestand op 31 december 2006

Bron: RSVZ

Mannen

Vrouwen

Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

551.537 384.609 123.228 43.700

239.751 174.618 50.211 14.922

791.288 559.227 173.439 58.622

Helpers Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

35.171 30.034 3.395 1.742

54.163 51.471 2.092 600

89.334 81.505 5.487 2.342

586.708

293.914

880.622

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

Toestand op 31 december 2006

Detail:

Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)

670.042

Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten) Meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige aansluiting) - meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

591.741 19.681 29.310

Toestand op 31 december 2007

Bron: RSVZ

Mannen

Vrouwen

Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

567.540 393.971 128.626 44.943

249.951 179.358 55.253 15.340

817.491 573.329 183.879 60.283

Helpers Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

35.214 29.616 3.822 1.776

52.249 49.055 2.567 627

87.463 78.671 6.389 2.403

602.754

302.200

904.954

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

Toestand op 31 december 2007

Detail: Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers) Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten) Meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige aansluiting) - meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

Mannen+Vrouwen 680.820 605.624 17.556 28.820

278


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

1. Sociaal statuut (RSVZ)

(vervolg) Toestand op 31 december 2008

Bron: RSVZ

Mannen

Vrouwen

Mannen+Vrouwen

Zelfstandigen Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

579.868 401.397 132.188 46.283

259.420 183.439 60.285 15.696

839.288 584.836 192.473 61.979

Helpers Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Activiteiten na pensioenleeftijd

34.622 28.598 4.243 1.781

50.036 46.473 2.934 629

84.658 75.071 7.177 2.410

614.490

309.456

923.946

Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)

Toestand op 31 december 2008

Detail:

Mannen+Vrouwen

Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers) Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten) Meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige aansluiting) Meewerkende echtgeno(o)t(e) help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)

688.400 615.765 15.649 28.493

1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit) Bron: RIZIV en RSVZ

ZIV-statuut van gerechtigde als zelfstandige Teldatum "In regel" 30 juni 2004 30 juni 2005 30 juni 2006 30 juni 2007 30 juni 2008

"Niet-verzekerd"

488.376 496.039 525.446 537.297 553.240

18.364 19.916 20.535 27.238 26.937

279

Totaal 506.740 515.955 545.981 564.535 580.177

RSVZ verzekeringsplichtige voor sociaal statuut 523.476 528.576 535.212 546.337 558.186


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

1. Sociaal statuut (RSVZ)

1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen (duizend euro) Bron: RSVZ

Zelfstandigen Hoofdbezigheid Nevenbezigheid Zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd

2004

2005

2006

2007

2008

(refertejaar 2001)

(refertejaar 2002)

(refertejaar 2003)

(refertejaar 2004)

(refertejaar 2005)

11.782.850 11.476.886 305.964

12.560.246 12.132.733 427.513

13.351.750 12.863.247 488.503

13.639.448 13.138.599 500.849

14.286.472 13.720.325 566.147

511.025

545.960

597.357

618.672

661.359

0

0

0

0

0

12.293.875

13.106.206

13.949.107

14.258.120

14.947.831

Anderen Totaal

1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening

(1)

Bron: RSVZ

Herwaarderingscoëfficiënt

2004

2005

2006

2007

2008

401,87 381,90

414,35 388,18

428,31 394,36

434,00 402,62

448,68 413,83

(1) Index basis 1971

280


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota Net zoals sector van de geneeskundige verzorging voor zelfstandigen, sector geneeskundige verzorging, mag ook de sector uitkeringen niet als een op zichzelf staande regeling beschouwd worden. De bestaande wetgeving voor de werknemers werd via het K.B. van 20.07.1971, betreffende de uitkeringen arbeidsongeschiktheid en moederschapsuitkeringen uitgebreid tot de zelfstandigen. De hiernavolgende statistische tabellen zijn daarom zowel vormelijk als inhoudelijk identiek aan deze van de werknemers. Primaire arbeidsongeschiktheid / Invaliditeit De reglementering maakt een drievoudig onderscheid tussen de perioden van arbeidsongeschiktheid:  de periode van primaire ongeschiktheid, zonder uitkeringen, die de eerste maand omvat;  de periode van primaire ongeschiktheid, met uitkeringen, gedurende de volgende elf maanden;  de invaliditeitsperiode die vanaf het tweede jaar van de arbeidsongeschiktheid aanvangt. De gerechtigde bekomt in de periode van primaire ongeschiktheid met uitkeringen en tijdens de invaliditeitsperiode een forfaitair bedrag waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar het al dan niet hebben van personen ten laste. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen. Moederschap De moederschapsuitkering wordt uitbetaald voor een periode van zes weken (sinds 2003) onmiddellijk na de bevalling. Deze uitkering bestaat uit een forfaitair bedrag.

281


282

Totaal

13.544

15 214

8.587 4.728

41.590

89 873

26.108 14.520

61.659

217 2.057

40.549 18.836

83.754

446 3.949

55.669 23.690

94.611

537 5.633

63.752 24.689

89.264

487 6.154

60.868 21.755

74.601

480 6.808

50.825 16.488

62.270

382 7.009

42.917 11.962

35.396

195 4.075

24.966 6.160

650

0 4

489 157

14.433

8 155

9.318 4.952

42.477

86 695

26.788 14.908

61.888

179 1.688

40.841 19.180

84.745

423 3.369

56.406 24.547

95.781

485 5.074

64.677 25.545

93.027

477 5.625

63.482 23.443

77.117

380 5.063

53.684 17.990

62.808

268 4.384

45.036 13.120

38.837

136 2.798

28.790 7.113

564.963

2.873 38.065

379.245 144.780

Totaal

7.228

14 754

4.585 1.875

578.991

2.456 29.609

394.096 152.830

Totaal

Toestand op 30 juni 2008

7.710

25 1.289

4.591 1.805

Minder 65 jaar en 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar dan 20 jaar meer

564

0 4

413 147

Minder 65 jaar en 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar meer dan 20 jaar

Toestand op 30 juni 2007

C. Statistieken

Meehelpende echtgenoten Mannen Vrouwen

Zelfstandigen enige activiteit Mannen Vrouwen

Bron: RIZIV

Totaal

Meehelpende echtgenoten Mannen Vrouwen

Zelfstandigen enige activiteit Mannen Vrouwen

Bron: RIZIV

2.1 Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht

III. Het stelsel voor zelfstandigen 2. Uitkeringen (RIZIV)


16

11 5 67

40 27 232

118 114 504

292 212 1.033

612 421 1.716

1.027 689 2.785

1.756 1.029 4.870

3.261 1.609 6.825

5.033 1.792

0 0

0

Mannen Vrouwen

Totaal

283

20

11 9 74

46 28 228

116 112 521

287 234 1.045

597 448 1.827

1.100 727 2.750

1.732 1.018

4.888

3.201 1.687

6.913

5.072 1.841

18.142

12.244 5.898

77

77 0

18.343

12.239 6.104

Totaal

Toestand op 30 juni 2008

94

94 0

Minder 65 jaar en 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar dan 20 jaar meer

0

Totaal

Bron: RIZIV

0 0

Totaal

Toestand op 30 juni 2007

Minder 65 jaar en 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar 50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar dan 20 jaar meer

Mannen Vrouwen

Bron: RIZIV

2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.3 Evolutie van het ledental Bron: RIZIV

06.2004

06.2005

06.2006

06.2007

06.2008

Zelfstandigen Mannen Vrouwen Meehelpende echtgenoten

488.064 356.134 131.930

495.640 359.470 136.170

509.004 366.842 142.162

506.723 367.077 139.646

529.516 381.937 147.579

51.131

44.661

39.596

40.098

31.132

Totaal

539.195

540.301

548.600

546.821

560.648

2006

2007

2008

2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer (1) Bron: RIZIV

2004

2005

Zelfstandigen Mannen Vrouwen Meehelpende echtgenoten

3,07 3,14 2,88 3,19

2,54 3,11 2,95 3,28

3,09 3,07 3,12 3,32

3,13 3,06 3,32 3,24

3,11 3,07 3,19 3,94

Totaal

3,08

3,09

3,10

3,14

3,15

(1) Aantal vergoede dagen / ledental.

2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Zelfstandigen Mannen Vrouwen Meehelpende echtgenoten

1.496.420 1.116.645 379.775

1.520.656 1.119.018 401.638

1.571.126 1.127.925 443.201

1.587.435 1.123.774 463.661

1.644.862 1.174.228 470.634

163.192

146.620

131.396

130.050

122.580

Totaal

1.659.612

1.667.276

1.702.522

1.717.485

1.767.442

284


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering (euro) Bron: RIZIV

2004 Zelfstandigen Mannen Vrouwen Meehelpende echtgenoten

25,01 25,81 24,09 23,44

2005 25,56 26,34 24,59 24,04

2006 25,82 26,66 24,88 24,54

2007 29,81 30,62 27,86 27,41

2008 32,66 33,51 30,51 29,88

2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro) Bron: RIZIV

Zelfstandigen Mannen Vrouwen Regularisaties Meehelpende echtgenoten Hulp van derden Totaal

2004

2005

2006

2007

2008

37.424 28.825 9.148 -549

38.862 29.474 9.876 -488

40.569 30.068 11.025 -524

46.829 34.406 12.920 -497

52.929 39.352 14.361 -784

3.826

3.525

3.224

3.565

3.644

56

64

60

101

143

41.306

42.451

43.853

50.495

56.716

285


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.8 Invaliditeit / aantal gevallen Bron: RIZIV

12.2004 Zelfstandigen Mannen Vrouwen < 60 jaar >= 60 jaar

Meehelpende echtgenoten Mannen Vrouwen < 60 jaar >= 60 jaar

Totaal

12.2005

12.2006

12.2007

12.2008

16.582 12.228 4.354

16.686 12.123 4.563

17.087 12.090 4.997

17.447 12.279 5.168

17.479 12.249 5.230

3.340 1.014

3.469 1.094

3.488 1.509

3.618 1.550

3.661 1.569

438 24 414

670 64 606

846 78 768

955 79 876

1.073 93 980

318 96

479 127

569 199

612 264

683 297

17.020

17.356

17.933

18.402

18.552

2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen Bron: RIZIV

Zelfstandigen Mannen Vrouwen Meehelpende echtgenoten Totaal

2004

2005

2006

2007

2008

5.084.727 3.771.953

5.095.632 3.714.990

5.206.946 3.702.282

5.308.197 3.728.876

5.365.888 3.751.589

1.312.774

1.380.642

1.504.664

1.579.321

1.614.299

109.813

168.738

216.363

253.535

307.159

5.194.540

5.264.370

5.423.309

5.561.732

5.673.047

2006

2007

2008

2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering (euro) Bron: RIZIV

2004

2005

Zelfstandigen Mannen Vrouwen

27,84 28,50 25,94

28,41 29,13 26,50

30,85 31,83 28,44

33,35 34,72 30,83

35,84 37,06 33,00

Meehelpende echtgenoten

24,46

24,88

25,62

28,95

31,40

286


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro) Bron: RIZIV

2004 Zelfstandigen Mannen Vrouwen Meehelpende echtgenoten Regularisaties Hulp van derden Totaal

2005

2006

2007

2008

141.533 107.484 34.049

144.789 108.201 36.588

160.643 117.852 42.791

178.163 129.467 48.696

192.314 139.037 53.277

2.686

4.198

5.544

7.340

9.644

-221

-122

-253

-160

-124

721

771

733

4.247

4.674

144.719

149.636

166.667

189.590

206.508

287


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

2.12 Moederschap / verzekerde bevolking

2. Uitkeringen (RIZIV)

(1)

Bron: RIZIV

06.2004

06.2005

06.2006

06.2007

06.2008

Zelfstandigen

83.114

84.998

88.120

85.911

88.536

Meehelpende echtgenotes

17.318

13.394

10.659

12.650

10.907

100.432

98.392

98.779

98.561

99.443

Totaal

(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.

2.13 Moederschap en adoptie / aantal gevallen Bron: RIZIV

2004 Zelfstandigen Meehelpende echtgenotes

2005

2006

2007

4.594

4.725

5.056

5.050

5.172

446

403

320

240 25

250 47

5.040

5.128

5.376

5.315

5.469

Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) Totaal

2008

2.14 Moederschap en adoptie / gemiddelde uitkering per geval (euro) Bron: RIZIV

2004 Zelfstandigen Meehelpende echtgenotes

2005

1.955,27 1.965,98

2006

2.012,32 1.998,70

2007

2.046,77 2.007,10

Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.)

2008

2.215,82 2.241,95

2.747,49 2.705,44

1.981,42

1.915,98

2.15 Moederschap en adoptie / totaal bedrag van de uitgaven (duizend euro) Bron: RIZIV

2004 Zelfstandigen Meehelpende echtgenotes

2005

2006

2007

8.983

9.508

10.355

11.190

14.210

877

806

644

538 48

676 90

Adoptie ( zelfst. + meeh. echtg.) Interne audit Invaliden Totaal

2008

3 23

17

24

16

41

9.883

10.331

11.023

11.792

15.020

288


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

2. Uitkeringen (RIZIV)

2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro) Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Primaire arbeidsongeschiktheid Invaliditeit Moederschapsuitkering

41.305 144.719 9.883

42.451 149.636 10.331

43.852 166.667 11.023

50.495 189.590 11.792

56.716 206.508 15.020

Totaal

195.907

202.419

221.542

251.877

278.244

289



III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota Voorwaardelijke rust- en overlevingspensioenen In de ontwikkeling van de pensioenregeling voor zelfstandigen zijn drie fasen te onderscheiden. Tot voor de wet van 30.06.1956 ging het om een vrijwillig stelsel. De wet van 30.06.1956 introduceerde het stelsel van individuele kapitalisatie. Door de wet van 06.02.1976 werd de kapitalisatie als wijze van beheer afgeschaft. De wet van 15.05.1984 betreffende de harmonisatie van de verschillende pensioenregelingen is de meest belangrijke wet van de jongste jaren. Deze wet berust op vier grote basisbeginselen, met name: het behoud van rechten uit loopbaanjaren in de verschillende regelingen, gelijkheid van man en vrouw, uniformisering van termijnen voor indiening van aanvragen en vooral, de instelling van een pensioen in verhouding tot de door de zelfstandigen voor de loopbaanjaren na 1983 gestorte bijdragen. De rustpensioenen worden vanaf 1984 toegekend in functie van de beroepsinkomsten die als basis voor de berekening van de bijdragen gediend hebben. Op grond van de door de overleden echtgenoot uitgeoefende activiteit als zelfstandige kan de langstlevende echtgenoot, man of vrouw, een overlevingspensioen genieten. De statistische tabellen met betrekking tot de zogenaamde voorwaardelijke pensioenen (aantal begunstigden op 1 januari, indeling naar pensioensoort, geslacht en leeftijdsklasse, evenals het gemiddeld maandbedrag van het pensioenvoordeel) zijn op gelijkaardige wijze samengesteld als bij de werknemers. Specifiek voor het pensioenstelsel der zelfstandigen zijn de onvoorwaardelijke pensioenen, waarover hieronder meer. Onvoorwaardelijke pensioenen Het onvoorwaardelijk pensioen wordt toegekend aan de volgende categorieën van personen:  degenen die geen aanvraag hebben ingediend voor een voorwaardelijk pensioen als zelfstandige;  degenen die geen aanspraak kunnen maken op de toekenning of de uitbetaling van een voorwaardelijk rust- of overlevingspensioen als zelfstandige;  zij voor wie het globaal bedrag van de rust- of overlevingsuitkeringen als zelfstandige lager ligt dan het bedrag van het onvoorwaardelijk pensioen. De statistische gegevens i.v.m. de onvoorwaardelijke pensioenen werden beperkt tot de uitgaven op jaarbasis (cf. tabel 3.3). Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Voor informatie over de aantallen cumulaties van pensioenvoordelen voor zelfstandigen met voordelen uit andere pensioenstelsels, inzonderheid dat der werknemers of dat van de overheid verwijzen we naar het jaarverslag van de RVP. (website : http://www.rvponp.fgov.be/onprvp2004/).

291


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald Bron: RVP

01.2004

01.2005

01.2006

01.2007

01.2008

Mannen

225.848

226.117

226.231

226.216

226.323

Rustpensioenen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet-gehuwden Rust & overleving, gedeelte rust

225.481 115.495 53.596 50.419 5.971

225.750 114.617 54.429 50.967 5.737

225.847 113.421 55.338 51.979 5.109

225.841 112.396 55.999 52.545 4.901

225.935 110.552 57.360 53.281 4.742

1.075 840 235

1.071 834 237

1.011 771 240

995 756 239

977 725 252

-708

-704

-627

-620

-589

Vrouwen

266.151

265.398

264.747

260.171

260.466

Rustpensioenen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet-gehuwden Rust & overleving, gedeelte rust

162.290 364 56.751 37.219 67.956

163.307 330 57.080 37.968 67.929

164.572 323 57.910 38.785 67.554

161.033 290 55.888 38.191 66.664

163.376 307 57.259 39.447 66.363

Overlevingspensioenen Rust & overleving, gedeelte overleving Overleving

130.638 58.425 72.213

129.141 58.473 70.668

127.306 58.399 68.907

126.119 57.855 68.264

124.279 58.049 66.230

Dubbeltellingen

-26.777

-27.050

-27.131

-26.981

-27.189

Totaal rust

387.771

389.057

390.419

386.874

389.311

Totaal overleving

131.713

130.212

128.317

127.114

125.256

Totaal pensioenen

519.484

519.269

518.736

513.988

514.567

Totaal dubbeltellingen

-27.485

-27.754

-27.758

-27.601

-27.778

Totaal rechthebbenden

491.999

491.515

490.978

486.387

486.789

Overlevingspensioenen Rust & overleving, gedeelte overleving Overleving Dubbeltellingen

292


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro) Bron: RVP

01.2004

01.2005

01.2006

01.2007

01.2008

Mannen

378,36

398,34

419,32

441,06

466,14

Rustpensioenen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet-gehuwden Rust & overleving, gedeelte rust

378,45 472,98 244,33 308,85 341,51

398,42 500,31 257,22 325,25 352,66

419,44 529,39 271,17 344,10 350,80

441,19 558,87 285,90 361,86 367,09

466,29 597,13 301,62 379,79 379,61

Overlevingspensioenen Rust & overleving, gedeelte overleving Overleving

109,96 92,39 172,76

119,79 102,83 179,47

133,51 118,10 183,03

137,95 120,55 192,96

150,46 131,84 204,02

Vrouwen

284,92

298,09

311,71

329,10

343,02

Rustpensioenen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet-gehuwden Rust & overleving, gedeelte rust

175,95 214,77 180,81 207,79 154,24

180,89 240,35 186,50 212,18 158,39

186,40 253,07 193,21 218,72 161,69

193,79 284,37 202,91 226,21 167,18

199,02 305,86 208,79 231,46 170,82

Overlevingspensioenen Rust & overleving, gedeelte overleving Overleving

361,91 326,43 390,61

383,86 349,49 412,31

407,27 373,39 435,98

431,46 398,12 479,71

457,28 423,90 486,54

Totaal / rustpensioen

293,70

307,11

321,21

338,21

354,13

Totaal / overlevingspensioen

359,85

381,69

405,11

429,16

454,89

Totaal / pensioen

310,47

325,81

341,96

360,70

378,66

Totaal / rechthebbende

327,81

344,21

361,29

381,17

400,26

293


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen) Bron: RVP

2004

2005

2006

2007

2008

388.355 3.598,90 1.397.652

389.738 3.742,90 1.458.749

388.559 3.910,85 1.519.596

388.152 4.112,79 1.596.390

391.889 4.488,03 1.758.809

130.924 4.424,28 579.244

129.265 4.662,50 602.696

127.804 4.927,16 629.709

126.499 5.225,56 661.029

124.930 5.788,03 723.098

1.976.896

2.061.445

2.149.306

2.257.418

2.481.906

6.945

6.030

5.139

4.666

4.761

31.431

33.400

34.231

34.706

36.277

38.376

39.430

39.370

39.372

41.038

Voorwaardelijke pensioenen Rustpensioenen Gemiddeld aantal gerechtigden Gemiddeld jaarbedrag (euro) Uitgaven (duizend euro) Overlevingspensioenen Gemiddeld aantal gerechtigden Gemiddeld jaarbedrag (euro) Uitgaven (duizend euro) Totale uitgaven (duizend euro) Onvoorwaardelijke pensioenen (duizend euro) Uitbetaald door de sociale verzekeringsfondsen Uitbetaald door RVP Totaal

294


295

17.243 97 6.644 2.913 1.981 5.608

8.648 0 86 5 0 8.557 8.809

Vrouwen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet gehuwd Rust & overleving Overlevingspensioenen

Totaal rechthebbenden

32.557

15.314 7.088 5.453 2.566 133 74

161 1 8 3 0 149

Minder dan 60-64 jaar 60 jaar

Mannen Gehuwden, gezin Gehuwden, alleenstaand Niet gehuwd Rust & overleving Overlevingspensioenen

Bron: RVP

91.420

39.234 118 17.089 9.118 9.624 3.285

52.186 25.311 15.635 10.647 591 2

65-69 jaar

99.778

45.960 53 15.090 8.357 16.107 6.353

53.818 28.242 14.045 10.654 870 7

70-74 jaar

3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht

103.582

52.630 29 10.972 7.832 22.400 11.397

50.952 26.300 12.080 11.371 1.190 11

75-79 jaar

82.618

48.619 7 5.374 6.107 22.831 14.300

33.999 16.405 6.946 9.643 998 7

80-84 jaar

68.025

48.132 3 2.004 5.115 24.280 16.730

19.893 7.205 3.193 8.397 1.096 2

85 jaar en ouder

486.789

260.466 307 57.259 39.447 97.223 66.230

226.323 110.552 57.360 53.281 4.878 252

Totaal

Toestand op 1 januari 2008

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

3. Pensioenen (RVP)

3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro) Bron: RVP

Pensioenen RVP Rustpensioenen Overlevingspensioenen Speciale bijslag Onvoorwaardelijke pensioenen RVP Toeslag brugrustpensioen landbouw Toeslag pensioen (art. 5, KB 25.4.1997) Welvaartsaanpassing Herwaarderingspremie Onvoorwaardelijke pensioenen SVF Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten Indexeringen Totaal

2004

2005

2006

2007

2008

2.016.348

2.103.244

2.192.286

2.306.056

2.532.423

1.397.652 579.244 1.126 31.431 3.687 3.205 2

1.458.749 602.696 1.162 33.400 3.533 3.699 4

1.519.480 629.711 1.176 34.231 3.490 4.199 -

1.596.410 661.004 1.198 34.706 3.385 4.658 4.695 -

1.758.828 723.081 1.300 36.277 3.225 5.206 4.508 -

6.945

6.030

5.139

4.666

4.761

34

-19

26

0

5

34

-19

26

0

5

2.023.327

2.109.255

2.197.451

2.310.722

2.537.189

296


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RSVZ)

4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De RSVZ verzekert de betaling van de gezinsbijslag voor de rechtgevende kinderen, waarvan de gerechtigden vallen onder het sociaal statuut van de zelfstandigen. Voor de samenstelling van de tabellen verwijzen we naar de methodologische nota gezinsbijslag bij de werknemers. Qua structuur zijn de tabellen voor de gezinsbijslag in de regeling van de zelfstandigen identiek aan die voor de werknemers. In de tabel 4.8 (synthesetabel) werd door middel van een raming een uitsplitsing gemaakt naar schaal. Deze raming is gebaseerd op aantallen. We hebben een rubriek statistische correctie toegevoegd, die zorgt voor de overeenstemming met het totaal van de prestaties gezinsbijslag in de geconsolideerde tabellen. Aanvullende informatie over de gezinsbijslag voor zelfstandigen kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ of op de website van de RSVZ: www.rsvz.be .

297


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RSVZ)

4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal

(1)

Bron: RSVZ

Kinderbijslag Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Kraamgeld

2004

2005

2006

2007

2008

215.033 202.172 2.225 10.636

211.667 199.155 2.167 10.345

208.236 196.241 1.971 10.024

205.900 194.169 1.926 9.805

204.024 192.662 1.922 9.440

5.640

5.731

5.765

5.680

5.782

50

50

51

31

28

Adoptiepremie

(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.

4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro) Bron: RSVZ

2004 (1)

Kinderbijslag Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Kraamgeld (2)

2005

2006

2007

2008

1.533,13 1.437,66 3.044,38 3.042,68

1.546,87 1.451,23 3.092,51 3.105,78

1.624,60 1.525,71 3.377,28 3.213,10

1.733,25 1.636,39 3.549,59 3.326,05

1.802,14 1.711,89 3.457,46 3.381,28

807,58

841,26

876,15

915,15

963,97

(1) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen. (2) De adoptiepremies zijn inbegrepen bij het kraamgeld.

298


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RSVZ)

4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap Bron: RSVZ

06.2004

06.2005

06.2006

06.2007

06.2008

0 - 6 jaar

37.683

37.044

36.668

36.879

37.841

6 - 12 jaar

57.136

55.455

53.584

52.708

51.932

12 - 16 jaar

44.735

44.372

43.488

42.049

41.010

16 - 18 jaar

22.449

22.479

22.343

22.722

22.751

18 - 21 jaar Studenten Leerlingen (1) Gehandicapten

29.598 28.990 370 238

29.431 28.821 366 244

29.841 29.280 300 261

29.701 29.193 284 224

29.338 28.897 253 188

21 - 25 jaar Studenten Leerlingen (1)

18.440 18.379 61

18.065 18.027 38

17.741 17.682 59

17.471 17.404 67

17.073 17.025 48

4.991

4.821

4.571

4.370

4.079

215.032

211.667

208.236

205.900

204.024

6.764

6.710

6.448

6.286

6.054

1.772 4.992

1.889 4.821

1.877 4.571

1.916 4.370

1.975 4.079

25 jaar en ouder Totaal Kinderen met een handicap Jonger dan 21 jaar 25 jaar en ouder

(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.

299


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RSVZ)

4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang Bron: RSVZ

06.2004

06.2005

06.2006

06.2007

06.2008

Eerste kind Tweede kind Derde kind en volgende

113.041 68.301 33.691

111.601 67.164 32.902

110.257 66.127 31.852

109.098 65.591 31.211

108.098 64.998 30.928

Totaal

215.033

211.667

208.236

205.900

204.024

2007

2008

4.5 Kraamgeld en adoptiepremie

(1)

(aantal uitkeringen)

Bron: RSVZ

2004 Kraamgeld Eerste geboorte Tweede geboorte en volgende Adoptiepremie

2005

2006

5.640 2.534 3.106

5.731 2.641 3.090

5.765 2.556 3.209

5.680 2.586 3.094

5.782 2.566 3.216

50

50

51

31

28

(1) Aantal gevallen in de loop van het jaar.

300


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RSVZ)

4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2004

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

+ 25 jaar

Totaal

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal

37.235 180 268

55.761 385 990

63.884 797 2.503

44.512 761 2.765

780 102 4.110

202.172 2.225 10.636

Totaal

37.683

57.136

67.184

48.038

4.992

215.033

Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2005

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

+ 25 jaar

Totaal

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal

36.608 196 240

54.091 393 971

63.613 765 2.473

44.100 716 2.680

743 97 3.981

199.155 2.167 10.345

Totaal

37.044

55.455

66.851

47.496

4.821

211.667

Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2006

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

+ 25 jaar

Totaal

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal

36.294 162 212

52.300 352 932

62.701 721 2.409

44.276 658 2.648

670 78 3.823

196.241 1.971 10.024

Totaal

36.668

53.584

65.831

47.582

4.571

208.236

Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2007

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

+ 25 jaar

Totaal

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal

36.503 185 191

51.421 356 931

61.744 674 2.353

43.907 644 2.621

594 67 3.709

194.169 1.926 9.805

Totaal

36.879

52.708

64.771

47.172

4.370

205.900

Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2008

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar 18-25 jaar

+ 25 jaar

Totaal

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal

37.446 182 213

50.678 359 895

60.864 675 2.222

43.096 640 2.675

578 66 3.435

192.662 1.922 9.440

Totaal

37.841

51.932

63.761

46.411

4.079

204.024

301


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RSVZ)

4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2004 de

kind

kind en volgende 5

ste

1

kind

de

2

kind

de

3

kind

de

4

Totaal

Gewone schaal Invalidenschaal (1) Wezenschaal (1)

103.530 1.425 8.086

65.894 521 1.886

23.844 172 504

6.299 60 131

2.605 47 29

202.172 2.225 10.636

Totaal

113.041

68.301

24.520

6.490

2.681

215.033

Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2005 de

kind

kind en volgende 5

ste

1

kind

de

2

kind

de

3

kind

de

4

Totaal

Gewone schaal Invalidenschaal (1) Wezenschaal (1)

102.347 1.377 7.877

64.831 499 1.834

23.423 170 481

6.090 68 120

2.464 53 33

199.155 2.167 10.345

Totaal

111.601

67.164

24.074

6.278

2.550

211.667

Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2006 de

kind

kind en volgende 5

ste

1

kind

de

2

kind

de

3

kind

de

4

Totaal

Gewone schaal Invalidenschaal (1) Wezenschaal (1)

101.356 1.262 7.639

63.906 446 1.775

22.702 159 466

5.842 61 111

2.435 43 33

196.241 1.971 10.024

Totaal

110.257

66.127

23.327

6.014

2.511

208.236

Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2007 de

kind

kind en volgende 5

ste

1

kind

de

2

kind

de

3

kind

de

4

Totaal

Gewone schaal Invalidenschaal (1) Wezenschaal (1)

100.406 1.237 7.455

63.410 441 1.740

22.335 151 464

5.650 60 113

2.368 37 33

194.169 1.926 9.805

Totaal

109.098

65.591

22.950

5.823

2.438

205.900

Bron: RSVZ

Toestand op 30 juni 2008 de

kind

kind en volgende 5

ste

1 Gewone schaal Invalidenschaal (1) Wezenschaal (1) Totaal

kind

de

2

kind

de

3

kind

de

4

Totaal

99.696 1.237 7.165

62.823 458 1.717

22.251 146 426

5.542 51 102

2.350 30 30

192.662 1.922 9.440

108.098

64.998

22.823

5.695

2.410

204.024

(1) Inbegrepen de gehandicapten die geen aanspraak kunnen maken op de bijkomende bijslag voor gehandicapten.

302


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

4. Gezinsbijslag (RSVZ)

4.8 Synthesetabel: uitgaven voor gezinsbijslagen (duizend euro) Bron: RSVZ

2004

2005

2006

2007

2008

Gewone schaal Invalidenschaal Wezenschaal Andere Prestaties

286.200 6.800 31.900 13.600

288.100 6.600 31.500 14.100

298.200 6.500 31.400 14.700

315.200 6.400 31.100 16.100

348.300 6.600 31.900 18.200

Statistische correctie

-11.176

-11.934

-13.427

-13.769

-18.060

Totaal

327.324

328.366

337.373

355.031

386.940

303



III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

5. Faillissementsverzekering (RSVZ)

5. Faillissementsverzekering 5.0 Methodologische nota De opgenomen tabel over de faillissementsverzekering omvat het aantal rechthebbenden ( aantal toekenningen), het aantal vergoede maanden, de gemiddelde maanduitkering en de uitgaven aan sociale prestaties voor de faillissementsverzekering op jaarbasis. De gemiddelde maanduitkering wordt berekend, rekening houdend met het feit dat een toekenning op meerdere maanden betrekking kan hebben. Krachtens het K.B. van 26.04.2007 werd de periode gedurende dewelke men een uitkering van de faillissementsverzekering kan genieten verlengd tot ten hoogste 12 maanden. Aanvullende informatie over de faillissementsverzekering vindt u op de website van de RSVZ: www.rsvz.be. Algemene informatie over de evolutie van het aantal faillissementen en hun omvang vindt u op de website van het Nationaal Instituut voor de Statistiek: www.statbel.fgov.be bij de “indicatoren� (faillissementsstatistieken).

305


III. Het stelsel voor zelfstandigen

C. Statistieken

5. Faillissementsverzekering (RSVZ)

5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven Bron: RSVZ

Aantal gevallen (toekenningen) Aantal vergoede maanden Gemiddelde maanduitkering (euro) Totale uitgaven (euro)

2004

2005

2006

2007

2008

504 2.515 568,47

492 2.487 567,68

428 2.105 592,25

443 2.598 676,84

474 4.197 676,84

1.429.710 1.411.825 1.246.681 1.758.417 3.790.950

306


IV RIZIV-Geneeskundige verzorging 2004-2008



A.

Economische rekeningen


310 19.253,1

1.205,1

19.358,9

18.153,8

-

-

-

Totaal

-

-

-

-

-

Externe overdrachten Naar de werknemers (tak pensioenen) Naar het RSZ-Globaal beheer Naar het RSVZ-Globaal beheer

19.253,1

19.358,9

Overdrachten binnen de tak

1.205,1

176,9

192,9

231,3 - 211,0

-

-

-

-

748,8 79,6 669,2

774,3 83,7 690,6

18.134,5 18.134,5 -

Werknemers

18.564,3 18.564,3 -

Totaal

-

18.153,8

Subtotaal

14,7 - 40,0

216,6

- 171,0

Besparing

-

-

48,6 5,7 42,9

-

1.181,8 1.181,8 -

Zelfstandigen

2004

-

-

Diverse financiĂŤle lasten

Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiĂŤle Diverse overdrachten naar derden

725,7 78,0 647,7

-

17.382,5 17.382,5 -

Werknemers

Lopende werkingskosten Centrale instellingen Primaire instellingen

Oninvorderbare sociale prestaties

Toegekende sociale prestaties Verstrekkingen of uitkeringen Betalingsonkosten

Lasten

A. Economische rekeningen 2004-2008 (miljoen euro)

1.273,0

1.273,0

18,0

12,0

-

-

50,2 5,8 44,4

-

1.192,8 1.192,8 -

Zelfstandigen

2005

20.526,1

-

-

-

20.526,1

194,9

204,9

-

-

799,0 85,4 713,6

-

19.327,3 19.327,3 -

Totaal

19.328,9

-

17,8 17,8

-

19.311,1

- 82,3

311,7

-

-

784,6 80,5 704,1

-

18.297,1 18.297,1 -

Werknemers

1.359,5

1,2

1,2

1.358,3

65,4

20,1

-

-

53,3 6,4 46,9

-

1.219,5 1.219,5 -

Zelfstandigen

2006

20.688,4

1,2

19,0 17,8

-

20.669,4

- 16,9

331,8

-

-

837,9 86,9 751,0

-

19.516,6 19.516,6 -

Totaal

20.836,6

-

6,7 6,7

-

20.829,9

170,5

336,2

-

-

813,0 83,1 729,9

-

19.510,2 19.510,2 -

Werknemers

1.410,8

1.410,8

17,6

18,9

-

-

56,7 6,6 50,1

-

1.317,6 1.317,6 -

Zelfstandigen

2007

22.247,4

-

6,7 6,7

-

22.240,7

188,1

355,1

-

-

869,7 89,7 780,0

-

20.827,8 20.827,8 -

Totaal

24.872,9

553,8 61,5

615,3

24.257,6

- 226,6

745,6

-

-

921,7 101,3 820,4

-

22.816,9 22.816,9 -

2008

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen


Totaal

Externe overdrachten Van het RSZ-Globaal beheer Van het RSVZ-Globaal beheer Van het RSVZ-Gemengde loopbanen

Overdrachten binnen de tak

Subtotaal

Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties

Diverse opbrengsten voortkomend van derden

18.153,8

99,6

14.987,2 14.887,6

-

3.166,6

-

264,4

2,5

1.336,2

Niet-terugvorderbare tegemoetkomingen van de openbare machten

Opbrengsten van eigendommen en bedrijven

2,8

1.560,7

Werknemers

Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid

Verschuldigde sociale bijdragen

Opbrengsten

1.205,1

985,6

985,6

219,5

5,9

3,2

0,2

102,2

0,3

107,7

Zelfstandigen

2004

3.711,0 -

3.386,1 -

101,1 19.253,1

15.972,8 14.887,6 985,6 99,6 19.358,9

15.542,1 15.441,0

-

225,7

2,5

-

1.880,2

1.602,6

Werknemers

5,9

267,6

2,7

1.438,4

3,1

1.668,4

Totaal

A. Economische rekeningen 2004-2008 (miljoen euro) (vervolg)

1.273,0

1.025,6

1.025,6

247,4

3,9

0,3

134,0

0,3

108,9

Zelfstandigen

2005

20.526,1

16.567,7 15.441,0 1.025,6 101,1

-

3.958,4

-

229,6

2,8

134,0

1.880,5

1.711,5

Totaal

19.328,9

103,3

15.526,3 15.423,0

-

3.802,6

-

252,0

2,5

-

1.871,7

1.676,4

Werknemers

1.359,5

1.080,6

1.080,6

278,9

4,2

0,2

-

165,3

109,2

Zelfstandigen

2006

20.688,4

16.606,9 15.423,0 1.080,6 103,3

-

4.081,5

-

256,2

2,7

-

2.037,0

1.785,6

Totaal

20.836,6

106,7

16.912,7 16.806,0

-

3.923,9

-

278,6

2,9

-

2.012,9

1.629,5

Werknemers

1.410,8

1.121,1

1.121,1

289,7

-

3,6

0,3

-

180,4

105,4

Zelfstandigen

2007

22.247,4

18.033,8 16.806,0 1.121,1 106,7

-

4.213,6

-

282,2

3,2

-

2.193,3

1.734,9

Totaal

24.872,9

20.479,6 18.574,8 1.793,5 111,3

4.393,3

-

304,7

4,9

-

2.325,7

1.758,0

2008

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen

311



B.

Begrotingstabel

1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2004-2008



IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat (duizend euro)

2004 Lopende ontvangsten Kapitaalontvangsten Sociale prestaties Andere lopende uitgaven Kapitaaluitgaven

2005

2006

2007

2008

3.257.556 0

3.958.361 0

4.081.495 0

4.216.902 0

4.393.303 418.310

16.773.628 2.664.089 0

17.250.196 3.081.158 0

17.735.288 2.970.736 79.000

18.873.406 3.185.809 337.716

20.704.056 3.780.417 4.317

-207.361

201.928

-88.977

-146.246

187.140

Begrotingsresultaat

Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal werknemers, het aantal zelfstandigen en de aan beide groepen gerelateerde inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal rechthebbenden, aantal intra-murale dagen, aantal verstrekkingen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden.

B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten 2004 Lopende ontvangsten

2005

97,96%

21,51%

2006 3,11%

2007 3,32%

2008 4,18%

In 2004 verdubbelde binnen de eigen ontvangsten de bijdrage op de omzet van de farmaceutische producten ten gevolge van de aanzienlijke overschrijding van de begroting van 2003. In 2005 stegen de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven met 25 % ten opzichte van 2004. In 2006 daalden de inkomsten uit deze bijdragen ten opzichte van 2005, deels door een onderschrijding van de begroting in 2005 en deels door een vereenvoudiging in de veelheid aan heffingen die werden ingevoerd. Anderzijds diende de farmaceutische industrie, ter vervanging van het zogenaamde ‘claw back’-systeem, wel het provisiefonds geneesmiddelen te financieren. Dit fonds bevatte in 2006 79.000 duizend euro, waarvan 75.768 duizend euro voor de werknemersregeling en 3.232 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In 2007 zette de dalende trend van de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven zich verder. Dit was voornamelijk het gevolg van een sterke onderschijding van de begroting in 2006. Aan het provisiefonds geneesmiddelen werd in 2007 een bedrag van 28.716 duizend euro toegevoegd, waarvan 27.674 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.042 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel.

315


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

Vanaf 01.01.2004 wordt een alternatieve financiering, die wordt afgehouden op de BTWopbrengst, toegekend aan het RIZIV-geneeskundige verzorging voor de financiering van de ligdagprijzen van de ziekenhuizen. Voorheen betrof het een toelage ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting die rechtstreeks overgedragen werd aan de ziekenhuizen via de verzekeringsinstellingen. Een bedrag van 1.199.972 duizend euro werd toegekend aan de werknemersregeling, aan het stelsel van de zelfstandigen werd 93.135 duizend euro toegekend. Dit verklaart de uitzonderlijke groeivoet van de ontvangsten van de betalingsinstellingen waargenomen in 2004. In 2005 werd het bedrag van de BTW-ontvangsten toegewezen aan de financiering van de geneeskundige verzorging verhoogd met 41.659 duizend euro (waarvan 28.218 duizend euro voor de werknemersregeling en 13.441 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen) teneinde de Staatstussenkomst via de alternatieve financiering aan te wenden voor de verblijfskost in de psychiatrische verzorgingstehuizen. In 2006 werd dit bedrag opnieuw verhoogd met circa 13.000 duizend euro omdat voortaan ook de betaling van de tegemoetkoming van de Staat in de opnemingsprijs van het beschut wonen, betaald wordt. De inhaalbedragen (dit wil zeggen het gebrek aan inkomsten ten opzichte van een begroting vastgesteld voor één of meerdere voorgaande begrotingsjaren) verschuldigd aan de ziekenhuizen werden ten belope van 247.000 duizend euro gefinancierd uit BTW-inkomsten. In 2007 had het RIZIV-geneeskundige verzorging 1.386.841 duizend euro aan btw-inkomsten ontvangen (waarvan 1.272.434 voor de werknemersregeling en 114.407 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel). Met deze ontvangst stond het RIZIV in voor:  De betaling van de schadeloosstelling voor de kosten die gepaard gaan met de sluiting of het niet in gebruik nemen van een ziekenhuis(dienst) of het beëindigen van het gebruik van zware medische apparatuur;  De betaling van het gedeelte van de begroting voor de financiële middelen van de ziekenhuizen dat ten laste genomen wordt door de Staat;  De betaling van het gedeelte van de uitgaven “psychiatrische verzorgingstehuizen PVT” dat ten laste genomen wordt door de Staat;  De betaling van het gedeelte van de uitgaven “beschut wonen” dat ten laste genomen wordt door de Staat;  De facturen voor ziekenhuisopname van gevangenen en de kosten van geneesmiddelen in de gevangenis;  Financiële middelen voor de financiering van de geïnterneerden. Vanaf 2004 is een bijkomend bedrag vanuit fiscale ontvangsten komende van de accijnzen op tabak bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging: 135.740 duizend euro voor de werknemersregeling en 9.060 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. In 2005 verhoogde het gedeelte van de fiscale ontvangsten voortkomend van accijnzen op tabak, toegewezen aan het RIZIV-geneeskundige verzorging met 155.000 duizend euro, waarvan 144.914 duizend euro wordt toegekend aan de werknemersregeling en 10.086 duizend euro aan het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2005 wordt een bedrag van 130.000 duizend euro voorafgenomen op de ontvangsten van accijnzen en gelijkgestelde taksen en toegewezen aan de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging, hetzij 121.698 duizend euro voor de werknemersregeling en 8.302 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2006 wordt 32,5% van de opbrengst van de accijnzen op de verkoop van tabaksproducten toegewezen aan het RIZIV. Bovendien mag dit bedrag niet lager zijn dan 555.685 duizend euro en wordt het jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Een schijf van 299.300 duizend euro wordt verdeeld tussen de werknemersen zelfstandigenregeling volgens de verdeelsleutel van de reële uitgaven van de geneeskundige

316


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

verzorging. Van het saldo wordt 90% toegewezen aan de werknemersregeling en 10% aan het zelfstandigenstelsel. Tot slot, in 2004, is een bedrag, dat wordt afgehouden op de BTW-ontvangsten, bestemd voor het voeden van een fonds voor de strijd tegen tabaksgebruik: 469 duizend euro voor de werknemersregeling en 31 duizend euro voor de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2008 zijn er 2 belangrijke wetten in voege gegaan: de “wet van 31 januari 2007 tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering” en de “wet van 26 maart 2007 houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen”. Het doel van deze wetten is enerzijds tegemoet te komen aan de toekomstige financieringsuitdagingen van de geneeskundige verzorging en anderzijds te komen tot een gelijkgeschakeling in sociale bescherming op het vlak van de geneeskundige verzorging tussen werknemers en zelfstandigen. Tot en met 2007 was de financiering van de tak geneeskundige verzorging vanuit beide globale beheren gebaseerd op de thesauriebehoeften. Vanaf 2008 echter, bestaat de financiering uit drie delen:  

Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar verhoogd met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2; Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren; Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een verdeelsleutel op basis van de basisbedragen gestort door de globale beheren, rekeninghoudende met de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen.

Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een loopbaan als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheerzelfstandigen dient met 182.060 duizend euro verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd. Na 2008 zal dit bedrag geïndexeerd worden. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend euro te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend euro ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend euro ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s. Voor 2008 kwam dit neer op: 

Een basisbedrag voor de RSZ van 17.791.267 duizend euro zijnde een bedrag van 17.013.574 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2007) vermenigvuldigd met een factor 1,0564110 (groeivoet 2007/2006 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 182.060 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen); Een basisbedrag voor het RSVZ van 1.788.850 duizend euro zijnde een bedrag van 1.109.528 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2007) vermenigvuldigd met een factor 1,0393227 (groeivoet 2007/2006 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met

317


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

 

B. Geconsolideerde tabellen

442.222 duizend euro (meerkost prestaties kleine risico’s), met 182.060 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend euro (administratiekosten VI’s); Een bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen die 621.307 duizend euro bedraagt en voor 564.545 duizend euro toegekend wordt aan de RSZ en voor 56.763 duizend euro aan het RSVZ; Een bijkomende financiering tengevolge van de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2007. Het RIZIV moet een bedrag van 130.243 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 175.391 duizend euro terugbetalen, terwijl het RIZIV in het stelsel van de zelfstandigen een bedrag van 45.148 duizend euro ontvangt van de verzekeringsinstellingen in 2008; Een bijkomende financiering tengevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen 2004 en 2005. Voor 2004 moet het RIZIV een bedrag van 17.808 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen, in 2005 18.849 duizend euro. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 14.140 duizend euro terugbetalen aan de verzekeringsinstellingen in 2004 en 29.445 duizend euro in 2005. In het stelsel van de zelfstandigen dient het RIZIV een bedrag van 3.668 duizend euro te betalen aan de verzekeringsinstellingen voor 2004, terwijl het in 2005 een bedrag van 10.596 duizend euro ontvangt.

De kapitaalontvangsten Vanuit het provisiefonds geneesmiddelen, dat in 2006 gecreëerd werd bij het RIZIV, werd in 2008 een bedrag van 109.310 duizend euro opgevraagd. Dit bedrag vertegenwoordigde een kapitaaluitgave bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betrof deze opneming een kapitaalontvangst afkomstig van de globale beheren, gevolgd door een aanwending als lopende uitgave. Ten slotte was er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren. Het RIZIV kreeg allereerst het geld terug dat in 2007 geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren (lopende uitgave externe overdracht bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging en lopende ontvangst externe overdracht bij de RSZ en het RSVZ).

C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties (duizend euro)

2004 Sociale prestaties

2005

2006

2007

2008

16.773.628 17.250.196 17.735.288 18.873.406 20.704.056

Gemiddelde jaarlijkse aangroei 5,40 %

Het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties kent 3 mogelijke systemen:  De indexering van de honoraria van het jaar N gebeurt op basis van de vergelijking van de gezondheidsindex van juni van het jaar N-2 en de gezondheidsindex van juni van het jaar N-1;  Voor de prestaties geleverd binnen de verblijfsectoren vindt de indexaanpassing plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Een grotere vertragingsfactor dan één maand is echter ook mogelijk;  Ten slotte zijn er prestaties waarvoor geen indexeringmechanisme voorzien is in de regelementering.

318


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

Bij de berekening van de globale begrotingsdoelstelling wordt er echter een theoretische indexmassa berekend die losstaat van de daadwerkelijk in de praktijk toegepaste indexeringssystemen. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (medisch verbruik, aantal begunstigden, aantal intra-murale dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Om aan nieuwe behoeften tegemoet te komen, heeft de Regering beslist om vanaf 2004 een reële groeinorm van 4,5 % toe te passen op de begrotingsdoelstelling van de geneeskundige verzorging. Dat maakt het mogelijk om rekening te houden met een aantal nieuwe initiatieven, met het oog op de verbetering van de toegankelijkheid van de verzorging, het garanderen van een correcte financiering van de zorgverstrekkers en de indijking van het structureel tekort van de ziekenhuizen, waarbij nog andere besparingsmaatregelen nodig zijn. Dit laatste in het bijzonder in de sector van de geneesmiddelen. De rekeningen 2004 werden afgesloten op een bedrag van 15.718.336 duizend euro voor de werknemersregelingen en op een bedrag van 1.055.292 duizend euro voor de zelfstandigenregeling. De globale begrotingsdoelstelling voor 2005 werd vastgesteld op 17.398.373 duizend euro (waarvan 16.288.951 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.109.422 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen), rekening houdend met de norm van 4,5% reële groei toegepast sinds 2004 en met 188.435 duizend euro exogene uitgaven, hetzij een verhoging van 7% ten opzichte van de doelstelling voor 2004. Alle besparingsmaatregelen genomen voor een bedrag van 188.088 duizend euro betreffen de responsabilisering van de geneesheren en de geneesmiddelensector (retributie van de apothekers, beter gebruik van antibiotica, uitbreiding van de referentieterugbetaling, prijsverlaging voor de actieve bestanddelen terugbetaald sinds meer dan 15 of sinds meer dan 17 jaar, strengere terugbetalingsvoorwaarden voor bepaalde geneesmiddelen). Een marge van 44.106 duizend euro werd toegewezen aan prioritaire behoeften, in het bijzonder preventie en de verbetering van de toegankelijkheid van de verzorging (tandverzorging voor kinderen, tabakspreventie, palliatieve verzorging, modulering van het remgeld in het kader van de zorgtrajecten, verzorging van zwaar verbranden, …), de verbetering van de kwaliteit van de verzorging en de veiligheid van de patiënten, de verbetering van de financiering van het ziekenhuisbeleid, de financiering van nieuwe betrekkingen om het hoofd te bieden aan de nieuwe behoeften en de werklast te verlichten, in het bijzonder ingevolge de vergrijzing van de bevolking. De rekeningen 2005 belopen 16.172.010 duizend euro voor de werknemersregeling, hetzij een onderbenutting van 116.941 duizend euro en 1.078.186 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen, hetzij een onderbenutting van 31.236 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2006 werd vastgelegd op 18.473.130 duizend euro, waarvan 17.262.011 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.211.119 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In deze doelstelling was een provisie van 80 miljoen euro begrepen, die enkel kon worden aangewend voor het opvangen van tijdelijke meeruitgaven voor de inwerkingtreding van de correctiemechanismen die het effect van de meeruitgaven moeten compenseren. Vanaf 2005 is de fiscale MAF afgeschaft en gebeurt de terugbetaling voor de huishoudens, net zoals voor de huishoudens met lage en bescheiden inkomens, via de mutualiteiten. Hierdoor kan de terugbetaling in principe sneller gebeuren. Bovendien verdwijnen een aantal verschillen die bestonden in de fiscale MAF tegenover de inkomens MAF voor lage en bescheiden inkomens.

319


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

Er werd een actieprogramma huisartsengeneeskunde opgesteld, om de patiënt aan te sporen eerst via zijn huisarts langs te gaan alvorens een specialist te raadplegen en ook om de huisartsen beter te ondersteunen (impulsfonds, administratieve vereenvoudiging, …). Vanaf 01.07.2006 legt de Regering prijsdalingen op voor oudere geneesmiddelen. Bovendien werd op dezelfde datum het systeem van de forfaitaire financiering uitgebreid tot het merendeel van de geneesmiddelen verstrekt in de ziekenhuizen. Om een bepaalde groep patiënten toegang te verlenen tot een therapie met Herceptin, voor de behandeling van borstkanker, werd een terugbetaling op experimentele basis mogelijk gemaakt. Krachtens het koninklijk besluit van 10.06.2006 worden vanaf 01.07.2006 de zelfstandigen die, na 30.06.2006 maar voor 31.12.2006, een zelfstandige activiteit in hoofdberoep starten en de zelfstandigen die een inkomensgarantie voor ouderen genieten gratis verzekerd tegen de kleine risico's in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. De rekeningen 2006 voorzien 16.634.888 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 627.123 duizend euro en 1.100.400 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 110.719 duizend euro. De globale begrotingsdoelstelling voor 2007 was vastgesteld op 19.618.653 duizend euro (waarvan 18.322.646 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.296.007 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel), rekeninghoudende met de norm van 4,5 % reële groei toegepast sinds 2004 en met de exogene uitgaven, hetzij een verhoging van 6,14 % ten opzichte van de doelstelling voor 2004. Volgende maatregelen werden opgenomen in 2007:  De voorkeursregeling werd op 1 april 2007 uitgebreid naar alle huishoudens waarvan de inkomens zich onder een bepaald niveau bevinden;  Chronisch zieken: om de gezondheidsuitgaven ten laste van de chronisch zieken te verminderen, werden de kosten die worden opgenomen in hun “MAF-teller” uitgebreid en/of de rechtstreekse tegemoetkoming in bepaalde kosten verbeterd;  Verbetering van de geriatrische en palliatieve zorgprogramma’s;  Nieuw financieringssysteem en nieuwe prijsbepaling voor implantaten;  Vervroegde structurele herfinanciering voor de ziekenhuizen die geen honorariasupplement aanrekenen voor een tweepersoonskamer;  Herinvoering van de terugbetaling van tandextracties;  Terugbetaling van het jaarlijkse mondonderzoek voor de personen tussen 54 en 56 jaar oud;  Vermindering van het remgeld voor de eerste 18 zittingen kinesitherapie (courante aandoeningen);  Daling van het remgeld voor de forfaits thuiszorg;  Geneesmiddelen: om prijsdalingen aan te moedigen werd het remgeldplafond verminderd met 50 % voor de minst dure specialiteiten indien er een generiek bestaat. Voorts werd het beleid van herwaardering van de huisartsengeneeskunde en de gerichte herwaardering van de nomenclatuur van welbepaalde specialiteiten verdergezet. De voorlopige rekeningen 2007 voorzien 17.677.092 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 645.554 duizend euro en 1.196.315 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 99.692 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2008 werd vastgesteld op 21.433.957 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2007, die 19.618.653 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 9,25 %. Indien men geen rekening houdt met de invloed van de integratie van de kleine risico’s zelfstandigen bedraagt het groeipercentage 6,84 %.

320


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden:     

De financiering van af te sluiten tariefakkoorden met artsen en bandagisten en de financiering van al afgesloten akkoorden voor tandartsen en kinesitherapeuten; De financiering van akkoorden met de rusthuizen voor het begeleid wonen; Een betere terugbetaling van implantaten; Een betere bescherming van chronische zieken; Een uitbreiding van de maximumfactuur.

De regering besliste tevens om een bedrag van 380.000 duizend euro voorlopig onverdeeld te laten en als reserve opzij te zetten. De regering heeft echter beslist 73.721 duizend euro van dit bedrag aan te wenden om een gedeelte van de inhaalbedragen ziekenhuizen aan te zuiveren. Het ingeschreven bedrag in de prestaties bedraagt hierdoor 21.360.236 duizend euro en de externe overdrachten naar de ziekenhuizen stijgen met 73.721 duizend euro. Het gereserveerde bedrag is hierdoor beperkt tot 306.279 duizend euro en zal dienen om aan toekomstige behoeften, meer bepaald in het kader van de strijd tegen kanker, tegemoet te komen. De voorlopige rekeningen 2008 voorzien 20.704.056 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 656.180 duizend euro. De andere lopende uitgaven De uitgavenbegroting ten laste van de kosten van het RIZIV voor de begroting van de financiële middelen van de ziekenhuizen alsook voor de sluitingspremies en de tegemoetkoming voor de psychiatrische verzorgingstehuizen werd in 2004 vastgesteld op 1.111.356 duizend euro voor de werknemersregeling en op 75.434 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. Het bedrag van de alternatieve financiering wordt, krachtens artikelen 116 § 1 en 258 van de wet van 22 december 2003, vastgesteld op 1.210.916 duizend euro voor de werknemersregeling en op 82.191 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. De uitgavenbegroting ten laste van het RIZIV voor de begroting van de financiële middelen van de ziekenhuizen werd in 2005 vastgesteld op 1.231.010 duizend euro voor de werknemersregeling en op 106.952 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. Daarin zijn ook de sluitingspremies en de tegemoetkoming voor de psychiatrische verzorgingstehuizen begrepen. Het bedrag van de alternatieve financiering wordt, krachtens artikelen 116 § 1 en 258 van de wet van 22 december 2003, vastgesteld op 1.228.190 duizend euro voor de werknemersregeling en op 106.576 voor het zelfstandigenstelsel. Het RIZIV deed in 2006 een terugbetaling van het bedrag van de bijdrage “pre-clawback” ontvangen in 2005 vermits de begroting geneesmiddelen voorzien voor 2005 niet overschreden was. Het gaat om een bedrag van 67.272 duizend euro voor het werknemersstelsel en 7.202 duizend euro voor het zefstandigenstelsel. In 2008 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 306.279 duizend euro. Dit bedrag bevindt zich bij de overdrachten naar de RSZ en het RSVZ, evenals het bedrag van de overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007(309.000 duizend euro). De kapitaaluitgaven Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds wordt overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet het opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor RSZ-Globaal beheer en 3.232 duizend euro voor de RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro voor het werknemersstelsel en 1.042 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen

321


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro voor het werknemersstelsel en 180 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. De regering besliste om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling en 20.400 duizend euro ten laste van het zelfstandigenstelsel). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer, vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 genereerde het provisiefonds geneesmiddelen 4.317 duizend euro aan bijkomende middelen. Dit bedrag wordt opgenomen als een kapitaalontvangst bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaaluitgave.

322


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

D. Bijlage De financiële verantwoordelijkheid van de VI’s Van 1995 tot 1999 heeft de Algemene Raad van het RIZIV rekening moeten houden met een reële groeinorm van 1,5 % voor het bepalen van de begrotingsdoelstelling van de uitgaven voor gezondheidszorg. Door middel van een Koninklijk Besluit mogen uitzonderlijke of specifieke uitgaven de reële groeinorm evenwel overschrijden. De Regering heeft beslist de reële groeinorm vanaf 2001 te verhogen tot 2,5 %. Deze norm wordt vanaf 2004 naar 4,5 % opgetrokken. De “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid" is de doelstelling waarin de buitengewone en/of specifieke factoren werden opgenomen. Van deze doelstelling moeten bovendien bepaalde uitgaven worden afgetrokken die onmiddellijk door het RIZIV worden verrekend en die geen deel uitmaken van de prestaties geleverd door de verzekeringsinstellingen: het betreft de uitgaven voor accreditering (geneesheren en tandartsen), het forfait voor het globaal medisch dossier, de uitgaven voor expertise, … Indien een overschot (een tekort) wordt gerealiseerd ten opzichte van de “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid”, verwerven (dekken) de verzekeringsinstellingen een deel van 2 dit overschot (tekort). Dit deel vertegenwoordigt :  Voor de jaren 1995, 1996, 1997: 15 %;  Voor de jaren 1998, 1999, 2000: 20 %;  Vanaf 2001: 25 %. In geval van overschrijding van de begrotingsdoelstelling is de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen evenwel gelijk aan het hierboven vermelde deel van het tekort, beperkt tot een maximum dat gelijk is aan 2% van hun aandeel in de begrotingsdoelstelling. Na afsluiting van de rekeningen (in t+2), wordt het aandeel van het overschot (tekort) dat niet verworven (gedekt) wordt door de verzekeringsinstellingen, gerecupereerd (gefinancierd) door het RSZGlobaal beheer. Vanaf 2001 stort het RIZIV, indien de voorlopige uitgaven van het jaar t groter zijn dan de begrotingsdoelstelling, in de loop van het jaar t+1, aan iedere verzekeringsinstelling een voorschot op de definitieve afsluiting. Dit voorschot komt overeen met het verschil tussen het bedrag van de begrotingsdoelstelling en het bedrag van de voorlopige uitgaven, verminderd met 25 % van dit verschil beperkt tot 2 % van de begrotingsdoelstelling. Het saldo zal worden gefinancierd (of teruggevorderd) door het globaal beheer in t+2, na de definitieve afsluiting van de rekeningen. Bij het afsluiten van de rekeningen wordt een rekening-courant tussen de VI’s en het RIZIV opgesteld per stelsel en per sector: de rekening-courant vertegenwoordigt het verschil tussen de voorschotten die het RIZIV in de loop van het jaar aan de VI’s heeft gestort, en hun vastgestelde rechten overeenkomstig de wetgeving en in het bijzonder overeenkomstig de principes van de financiële verantwoordelijkheid. De onderstaande tabel toont de weerslag van de jaarlijkse aanzuivering van deze rekeningencourant op de door het globaal beheer van de werknemers en door het globaal beheer van de zelfstandigen te financieren behoeften van het RIZIV, dit wil zeggen op de overdracht van het RSZGlobaal beheer aan het RIZIV en de overdracht van de RSVZ naar het RIZIV: de positieve bedragen, die het geld voorstellen dat het RIZIV verschuldigd is aan de VI’s, worden in meerdering gebracht van de te financieren behoeften, terwijl de negatieve bedragen, die het geld voorstellen dat de VI’s verschuldigd zijn aan het RIZIV, de te financieren behoeften verminderen.

2

K.B. van 10.04.2000 tot verlenging van de tijdschema's bedoeld in artikel 196, § 1, en in artikel 198, § 2 en §3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994.

323


324

-78.477

Voorschot op rekening-courant n Regularisering onverschuldigde bedragen

TOTAAL

-48.012

0

30.465

Voorschot op rekening-courant n-1

Overschot aan liquiditeiten

-

-48.012

0

Voorschot op rekening-courant n-2

Voorlopige afsluiting

Subtotaal

0

-

Voorschot op rekening-courant

Aanzuivering van de rekening-courant 1994

-

Rekening-courant n-2

0

Uitkeringen - definitieve afsluiting -

-

Voorschot op rekening-courant

Rekening-courant n-3

-

Rekening-courant n-2

0

-6.689

0

-5.926

-8.200

-

-14.126

7.437

7.437

-

-

-

0

-

-

-

0

Zelfstandigen

2004

-

Werknemers

Rekening-courant n-3

Definitieve afsluiting

ingevolge… \

\ Te financieren behoeften in …

213.946

-35.619

-

186.160

-

186.160

63.405

0

-

-

-43.591

-43.591

294.185

-

-187.189

11.074

-11.168

-

13.840

-

13.840

8.402

12.231

-

-

-2.238

-2.238

12.401

-

-13.992

-1.591

Zelfstandigen

2005

106.996

Werknemers

AFSLUITING VAN DE REKENINGEN VAN DE ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

STELSEL VAN DE WERKNEMERS EN DE ZELFSTANDIGEN

-598.382

-660.554

-

-64.007

205.810

141.803

-79.631

0

-

-48.088

-39.684

-87.772

61.522

-

-53.381 -

-48.061

-36.203

-

-20.662

15.301

-5.361

-6.497

0

7.503

-9.333

-5.087

-6.917

14.126

-13.706

420

Zelfstandigen

2006

8.141

Werknemers

-389.121

-554.442

-

-

160.686

-

160.686

4.635

0

-

-9.505

-

-9.505

-391.970

-

406.110

-105.379

-37.105

-

-65.412

-

-65.412

-2.862

0

-

-6.529

-

-6.529

-29.141

-

32.808

3.667

Zelfstandigen

2007

14.140

Werknemers

-315.416

-524.404

-

-

175.391

-

175.391

33.597

0

-

4.151

-

4.151

64.007

-

-34.561

-107.173

-51.589

-

-45.147

-

-45.147

-10.437

0

-

159

-

159

20.662

-

-31.258

-10.596

Zelfstandigen

2008

29.446

Werknemers

(duizend euro)

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

Hieronder verklaren we hoe de toepassing van het mechanisme van de financiële verantwoordelijkheid van de VI's op de rekeningen van een jaar t de kasbehoeften van het RIZIV in de jaren t+1 en t+2 heeft beïnvloed: Sinds 01.01.2008 is het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging van toepassing, wat als gevolg heeft dat de uitgaven niet meer uitgesplitst zijn per stelsel. Nochtans zal tot op het ogenblik van de definitieve afsluiting van de rekeningen 2008 het detail gegeven worden van de uitgaven geneeskundige verzorging opgedeeld naar werknemers en zelfstandigen. a. Behoeften voor het jaar 2004 – Voorlopige rekeningen 2003 Stelsel werknemers  

De rekeningen van 2002 konden in 2004 niet worden afgesloten. De voorlopige uitgaven voor 2003 tonen een overschrijding van de begrotingsdoelstelling met 40.620 duizend euro voor de werknemers. Het RIZIV moet in principe 75 % van dit bedrag storten aan de VI’s, hetzij 30.465 duizend euro. Maar anderzijds blijkt dat de VI’s in de loop van 2003 een niet-verschuldigd bedrag van 78.477 duizend euro hebben ontvangen. Daaruit volgt dat de VI’s 48.012 duizend euro terugstorten aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer vermindert.

Stelsel zelfstandigen  

De rekeningen van 2002 konden in 2004 nog niet worden afgesloten. De voorlopige uitgaven voor 2003 tonen dat de uitgaven 10.934 duizend euro lager liggen dan de begrotingsdoelstelling. De VI’s moeten in principe 75 % van dit bedrag teruggeven aan het RIZIV, hetzij 8.200 duizend euro. Maar anderzijds blijkt dat de VI’s in de loop van 2003 een niet-verschuldigd bedrag van 5.926 duizend euro hebben ontvangen. Daaruit volgt dat de VI’s 14.126 duizend euro terugstorten aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het Globaal beheer vermindert. In 2004 worden de behoeften van het RIZIV ook beïnvloed door de aanzuivering van de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI’s die eind 1994 werd geblokkeerd, vóór de invoering van de mechanismen van de financiële verantwoordelijkheid. Daartoe heeft het RIZIV 7.437 duizend euro ontvangen van het RSVZ-Globaal beheer.

b. Behoeften voor het jaar 2005 – Definitieve rekeningen 2002 en voorlopige rekeningen 2004 Stelsel werknemers 

De reële uitgaven voor 2002 liggen 217.026,6 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 221.343,6 duizend euro en één VI had een tekort van 4.317,0 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 55.335,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.079,3 duizend euro. Hieruit volgt dat een bedrag van 162.770,0 duizend euro moet terugvloeien naar het RIZIV. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's. Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2003 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2002, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2002 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 106.996 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekeningcourant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 43.590,6 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2005 dus nog 63.405 duizend euro financieren. Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2004 een overschrijding van de begrotingsdoelstelling met 467.233,6 duizend euro. Deze overschrijding is hoger dan het

325


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

plafond van 301.055,0 duizend euro, dat overeenstemt met 2% van de begrotingsdoelstelling. Het RIZIV moet dus aan de VI's de schijf storten die het plafond overschrijdt, hetzij 166.178,6 duizend euro, evenals 75% van het plafond (de resterende 25% zijn ten laste van de VI's), hetzij in totaal 391.969,9 duizend euro. Gelet op de financiële liquiditeiten waarover de VI's beschikten in 2005 werd dat jaar slechts 186.160 duizend euro gestort. De resterende 205.810 duizend euro werd gestort in 2006, tegelijk met de voorlopige afsluiting van 2005. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 35.619 duizend euro hebben teruggestort aan het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen 

 

De reële uitgaven voor 2002 zijn 14.391,2 duizend euro lager dan de begrotingsdoelstelling voor de financiële verantwoordelijkheid. In feite realiseren drie VI’s een boni van 15.558,3 duizend euro en drie VI’s realiseren een mali van 1.167,1 duizend euro. De VI’s mogen 25% van de gerealiseerde boni behouden, hetzij 3.889,6 duizend euro. Zij die een mali hebben gerealiseerd moeten er 25% van dragen, hetzij 291,8 duizend euro. Als gevolg hiervan moet een bedrag van 10.793,4 duizend euro terugkeren naar het RIZIV. Dit bedrag wordt boekhoudkundig verwerkt in de rekening courant tussen het RIZIV en de VI’s. Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2003 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2002, beloopt de rekening-courant eind 2002 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 1.591 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector “uitkeringen” een saldo van 2.238 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. In 2005 werden de behoeften van het RIZIV ook beïnvloed door de laatste schijf van de aanzuivering van de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI’s, die geblokkeerd werd eind 1994 met de invoering van de mechanismen inzake financiële verantwoordelijkheid. Daartoe heeft het RIZIV 12.231 duizend euro ontvangen van de RSVZ-Globaal beheer. In het totaal moet het Globaal beheer dus 8.402 duizend euro financieren in 2005. Bovendien tonen de voorlopige rekeningen 2004 een overschrijding van de begrotingsdoelstelling met 34.157 duizend euro. Die overschrijding is hoger dan het plafond van 20.065 duizend euro, die overeenkomt met 2% van de begrotingsdoelstelling. Het RIZIV moet dus de schijf storten aan de VI’s die het plafond te boven gaat, hetzij 14.092 duizend euro, evenals 75% van het plafond (25% blijft ten laste van de VI’s), hetzij in het totaal 29.141 duizend euro. Gelet op de financiële liquiditeiten, waarover de VI’s beschikten in 2005, werden slechts 13.840 duizend euro dat jaar gestort. De rest, 15.301 duizend euro, werd gestort in 2006, tegelijk met de voorlopige afsluiting van 2005. Ten slotte beschikten sommige VI’s gedurende het jaar over te grote liquiditeiten. Zij hebben spontaan 11.168 duizend euro teruggestort aan het RIZIV, waardoor de te financieren behoefte voor het globaal beheer verminderde.

c. Behoeften voor het jaar 2006 – Definitieve rekeningen 2003 en voorlopige rekeningen 2005 Stelsel werknemers 

De reële uitgaven voor 2003 liggen 31.854,0 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 33.997,8 duizend euro en één VI had een overschot van 2.143,8 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 8.499,5 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 535,9 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 23.890,5 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's. Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2003 (cf. a), bedraagt de rekeningcourant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 8.141 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekeningcourant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 87.772 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003

326


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

en 2004. In totaal betalen de VI's dus 79.631 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt. Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 85.342,1 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 64.007 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 205.810 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 660.554 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen 

De reële uitgaven voor 2003 liggen 2.134,6 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Vier VI's hadden een tekort van 5.484,2 duizend euro en twee VI's hadden een overschot van 3.349,6 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 1.371,1 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 837,4 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.601,0 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekeningcourant tussen het RIZIV en de VI's.  Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2003 (cf. a), bedraagt de rekeningcourant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 420 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekeningcourant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.917 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003 en 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 6.497 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.  Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 27.549 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 20.662 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 15.301 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 36.203 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt. d. Behoeften voor het jaar 2007 – Definitieve rekeningen 2004 en voorlopige rekeningen 2006 Stelsel werknemers 

De reële uitgaven voor 2004 liggen, na correctie, niet 659.119,0 duizend euro maar 469.973,9 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 471.703,0 duizend euro en één VI had een overschot van 1.729,0 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 164.892,4 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 432,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 494.339,3 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's. Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2004 (cf. b), bedraagt de rekeningcourant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 14.140 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 9.905 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2007 dus nog 4.635 duizend euro financieren.

327


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 546.043,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 160.685,7 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 554.442,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

Stelsel zelfstandigen 

De reële gecorrigeerde uitgaven voor 2004 liggen 44.196,3 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Vijf VI's hadden een tekort van 44.311,8 duizend euro en één VI had een overschot van 115,5 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 11.077,9 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 28,8 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 33.147,2 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's. Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2004 (cf. b), bedraagt de rekeningcourant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 3.667 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekeningcourant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.529 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 2.862 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt. Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 103.970,25 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% terug aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 65.412,2 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 37.105,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

e. Behoeften voor het jaar 2008 – Definitieve rekeningen 2005 en voorlopige rekeningen 2007 Stelsel werknemers 

De reële uitgaven voor 2005 liggen 105.839,1 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 111.547,9 duizend euro en één VI had een tekort van 5.708,9 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 27.886,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.427,2 duizend euro. Hieruit volgt dat een bedrag van 26.459,7 duizend euro moet terugvloeien naar het RIZIV. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's. Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2006 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. c), bedraagt de rekeningcourant van de VI's eind 2005 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 29.446 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 4.151 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal moet het Globaal beheer in 2008 dus nog 33.597 duizend euro financieren. Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 379.051,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 175.390,5 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan

328


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

B. Geconsolideerde tabellen

524.404,2 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt. Stelsel zelfstandigen 

De reële uitgaven voor 2005 liggen 7.051,7 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Drie VI's hadden een tekort van 2.984,2 duizend euro en drie VI's hadden een overschot van 10.035,9 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 11.077,9 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 745,9 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.762,9 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekeningcourant tussen het RIZIV en de VI's. Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2006 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. c), beloopt de rekening-courant eind 2005 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 10.596 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 159 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2005 door het RIZIV is aan de VI’s verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 10.437 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt. Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 37.105,3 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 45.147,5 duizend euro, terug aan het RIZIV. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 51.589,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.

329


330

8.929

135.871

1.181.627

985.596

985.596

19.261.235

15.550.241

15.972.800 19.230.356

101.107

99.576

985.596

15.449.135

3.257.556 14.887.628

225.302 3.710.994

2.485

364

232.970

1.927

153

1.272.047

1.024.680

1.024.680

247.367

3.887

239

8

101.223

8.302

121.698

945.607

19.146

1.293.607 144.800 106.576

134.024

7.986

280.654

1.475.190

659.694

1.877.542

955.578

2005 Werknemers Zelfstandigen

1.438.407

628.520

Totaal

(1) Initieel bedrag voor 2008: 575.310 duizend EUR (opgenomen in ontwerp van KB). (2) Initieel bedrag voor 2008: 57.845 duizend EUR (opgenomen in ontwerp van KB).

18.048.729

Totaal lopende ontvangsten

99.576

14.887.628

4.655 196.031

228.316

173

15

3.061.525

1.755

138

92.404

82.223

863.173

91.152

1.211.384

7.632

1.347.255

620.888

14.987.204

(2)

(1)

2004

Werknemers Zelfstandigen

Overdrachten - GFB

RSVZ-Gemengde loopbanen

RSVZ-Globaal beheer Basisbedrag Bijkomende alternatieve financiering Afrekening voorgaande jaren

RSZ-Globaal beheer Basisbedrag Bijkomende alternatieve financiering Afrekening voorgaande jaren

Eigen ontvangsten

Diversen

Opbrengsten beleggingen

Externe overdrachten

Toegewezen ontvangsten

Btw Accijnzen tabak Andere

Alternatieve financiering

Staatstoelagen

Bijdragen

Lopende Ontvangsten

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro)

20.533.282

16.574.921

101.107

1.024.680

15.449.135

3.958.361

229.189

2.724

372

1.046.830

1.581.766 299.800 130.000

2.011.566

667.680

Totaal

19.328.869

15.526.325

103.298

15.423.027

3.802.544

251.623

2.485

364

997.110

121.478

510.444

1.237.038

1.868.960

682.002

1.367.178

1.088.227

1.088.227

278.951

4.162

239

8

101.247

8.522

45.241

111.225

164.988

8.307

Werknemers Zelfstandigen

2006

20.696.047

16.614.552

103.298

1.088.227

15.423.027

4.081.495

255.785

2.724

372

1.098.357

1.348.263 555.685 130.000

2.033.948

690.309

Totaal

20.839.922

16.912.730

106.704

16.806.026

3.927.192

273.343

2.929

5.292

925.042

121.478

616.069

1.272.434

2.009.981

710.605

1.410.763

1.121.053

1.121.053

289.710

3.146

251

535

97.107

8.522

57.146

114.407

180.075

8.596

Werknemers Zelfstandigen

2007

4.393.303

304.330

4.894

372

971.546

1.487.241 705.125 130.000

2.322.366

789.795

2008

-52.076 111.272

1.793.537 1.788.850 56.763

22.250.685 24.872.899

18.033.783 20.479.596

106.704

1.121.053

16.806.026 18.574.787 17.791.267 564.545 218.976

4.216.902

276.489

3.180

5.827

1.022.149

1.386.841 673.215 130.000

2.190.056

719.201

Totaal

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen


331 0 0

Uitgaven

Saldo kapitaalrekeningen

-189.219

0

Budgettair resultaat

2004

-18.142

1.199.769

1.199.769

21.027

0

75.434

48.016

0

1.055.292

-18.142

0

0

0

Werknemers Zelfstandigen

-189.219

18.237.948

18.237.948

Ontvangsten

Kapitaalrekeningen

Saldo lopende rekeningen

Totaal lopende uitgaven

Overdrachten - GFB

RSZ-Globaal beheer RSVZ-Globaal beheer

Uitgaven v贸贸r interne overdrachten GFB

677.208

0

Intresten op leningen

731.048

0

15.718.336

1.111.356

Diversen

2004

Werknemers Zelfstandigen

Externe overdrachten

Beheerskosten

Betalingskosten

Prestaties

Lopende Uitgaven

0

0

0

-207.361

Totaal

-207.361

19.437.717

19.437.717

698.235

0

1.186.790

779.064

0

16.773.628

Totaal

2005

15.800

1.256.247

1.256.247

20.212

0

107.579

50.270

1.078.186

186.128

0

0

0

15.800

0

0

0

Werknemers Zelfstandigen

186.128

19.075.107

19.075.107

564.484

0

1.589.730

748.883

16.172.010

Werknemers Zelfstandigen

2005

2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2004-2008 (duizend euro) (vervolg)

0

0

0

201.928

Totaal

201.928

20.331.354

20.331.354

584.696

0

1.697.309

799.153

17.250.196

Totaal

2006

72.807

1.294.371

1.294.371

27.732

0

112.933

53.306

1.100.400

-158.552

-75.768

75.768

0

69.575

-3.232

3.232

0

Werknemers Zelfstandigen

-82.784

19.411.653

19.411.653

731.978

0

1.260.162

784.625

16.634.888

Werknemers Zelfstandigen

2006

0

-88.977

-79.000

79.000

Totaal

-9.977

20.706.024

20.706.024

759.710

0

1.373.095

837.931

17.735.288

Totaal

2007

17.637

1.393.126

1.393.126

25.059

0

115.126

56.626

1.196.315

-142.441

-316.274

316.274

0

-3.805

-21.442

21.442

0

Werknemers Zelfstandigen

173.833

20.666.090

20.666.090

888.576

0

1.287.407

813.015

17.677.092

Werknemers Zelfstandigen

2007

2008

921.715

1.166.879

1.691.823

0

-146.246

-337.716

337.716

Totaal

191.470

187.140

413.993

4.317

418.310

2008

-226.853

22.059.215 25.099.752

615.279

553.751 61.528

22.059.215 24.484.473

913.635

0

1.402.533

869.641

18.873.406 20.704.056

Totaal

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen



C.

Statistieken

1. Methodologische nota 2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten laste inbegrepen) 4. Ledental naar statuut en verwantschap 5. Vrije verzekering voor de kleine risico’s voor zelfstandigen: ledental naar statuut en verzekeringsinstelling 6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (gerechtigden en personen ten laste) 7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) – Algemene regeling 8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) – Regeling der zelfstandigen 9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken – vrije verzekering kleine risico’s zelfstandigen 10. Aantal gevallen of dagen naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 12. Vrije verzekering kleine risico’s zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven 13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven 14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van de V.I.’s 15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van het RIZIV 16. Uitgaven naar betalende instelling 17. Ledental per verzekeringsinstelling 18. Uitgaven per verzekeringsinstelling 19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV



IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

Geneeskundige verzorging 1. Methodologische nota Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (tabellen 2 – 5) Deze statistiek betreft de aantallen regelmatig bij een ziekenfonds ingeschreven gerechtigden met hun personen ten laste voor het gehele stelsel. Krachtens de wet van 31 januari 2007, houdende een nieuwe financiering van de verzekering voor geneeskundige verzorging, is er op 01.01.2008 een eenheidsstelsel geneeskundige verzorging ontstaan, die de werknemers, de zelfstandigen en het personeel van de openbare sector omvat. Niettemin wordt in de tabel 2 nog steeds het onderscheid werknemers, inclusief openbare sector tegenover zelfstandigen gemaakt. Dit is in de eerste plaats van belang voor de jaren 2004 – 2007, maar de uitsplitsing wordt verder gezet voor 2008. De statistiek wordt jaarlijks opgemaakt op 30 juni en 31 december door het RIZIV. Bij de primaire uitkeringsgerechtigden zijn de studenten hoger onderwijs inbegrepen. Vanaf 30.06.1998 is er een verruiming van de categorieën “voorkeurregeling 100 %” en “ingeschrevenen in het Rijksregister”, (die niet onder een andere categorie zijn opgenomen). De gerechtigden, wier toestand onregelmatig is en die bijgevolg niet meer verzekerd zijn, zijn niet inbegrepen in de tabellen. Tabel 2 geeft de ledentallen naar statuut, inclusief de personen ten laste, op jaarbasis met als teldatum 30 juni. Tabel 3 geeft globaal de verdeling tussen de personen rechthebbenden voor de verhoogde tegemoetkoming en degenen die daar geen recht op hebben. Tabel 4 geeft voor de periode 2006-2008 het ledental naar statuut (actieven, invaliden, personen met een handicap, gepensioneerden enz…) en naar verwantschap (gerechtigde of een van de subcategorieën van de personen ten laste). Tabel 5 geeft ons het ledental voor de vrije verzekering voor kleine risico’s der zelfstandigen (2004 – 2007). Ingevolge de wet van 26 maart 2007 is de vrije verzekering voor kleine risico’s voor zelfstandigen op 01.01.2008 geïntegreerd in de algemene verzekering voor geneeskundige verzorging. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (tabellen 6 en 9) Deze statistiek geeft de verhouding tussen de uitgaven van de betrokken categorie van rechthebbenden en hun aantal weer (gerechtigden en personen ten laste). Tabel 6 behandelt de gegevens voor het eenheidsstelsel (werknemers + zelfstandigen in de periode 2004 – 2008). Tabel 9 geeft de gemiddelde jaarlijkse kost voor de prestaties van de verzekering voor kleine risico’s bij de zelfstandigen (2004 – 2007). Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar geslacht en leeftijdsklasse (2007) (tabellen 7 en 8) In deze tabellen wordt de jaarlijkse kost per rechthebbende ingedeeld naar geslacht en leeftijdsklasse. Bovendien zijn de gegevens uitgesplitst naar het onderscheid met of zonder voorkeurregeling, wat het algemeen stelsel betreft. In de tabellen 7 en 8 is er in tegenstelling met tabel 6 geen rekening gehouden met de uitgaven ten laste van het RIZIV, wat het verschil in algemeen gemiddelde verklaart.

335


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

Aantal gevallen of dagen (tabel 10) en gemiddelde geïndexeerde kost (tabel 11) Het KB van 14.09.1984 stelt de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen vast. Onder een groepering van verstrekkingen wordt verstaan een aantal verstrekkingen die vanwege hun aard bij elkaar geplaatst worden en waarover statistische gegevens beschikbaar zijn. De tabel 10 geeft volgens groepering van verstrekkingen het volume (= aantal gevallen of aantal dagen) De gemiddelde geïndexeerde kost wordt berekend aan de hand van het aantal gevallen, behalve voor de verpleegdagprijs, forfaitaire dagprijs en militair hospitaal (tabel 11). De uitgaventabellen (tabellen 12 – 16) De tabel 12 heeft de ontvangsten en uitgaven voor de kleine risico’s voor de periode 2004 – 2007 als onderwerp. De tabel 13 geeft op geaggregeerde wijze de evolutie van de uitgaven naar hoofdrubrieken (C1C10) van de nomenclatuur (2004 – 2008). Ten gevolge van onze keuze van samennemingen zijn bepaalde afwijkingen mogelijk ten opzichte van andere geaggregeerde tabellen over hetzelfde onderwerp. In de tabellen 14 en 15 geven we de gedetailleerde RIZIV-rubrieken, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de uitgaven welke via tussenkomst van de V.I. worden betaald en de rechtstreekse uitgaven van het RIZIV. Tabel 14 geeft de uitgaven betaald via de V.I., tabel 15 deze die rechtstreeks door het RIZIV betaald worden en tabel 16 is de synthesetabel. De tabellen 14 tot 16 bestrijken de boekjaren 2006 - 2008. Ledental en uitgaven per verzekeringsinstelling (tabellen 17 - 18) In tabel 17 worden de ledentallen op 30 juni per verzekeringsinstelling (landsbond of kas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) gegeven. Volledigheidshalve geven we hieronder de officiële benamingen van de verzekeringsinstellingen:  Landsbond der Christelijke Mutualiteiten;  Nationaal Verbond van Neutrale Mutualiteitsverbonden;  Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten;  Landsbond van Liberale Mutualiteiten;  Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen;  Hulpkas voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering;  Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS. De uitgaven van de verzekeringsinstellingen zijn beschikbaar op jaarbasis (tabel 18). De tabel 18 (uitgaven uitgesplitst per V.I.) is voor het totaal te vergelijken met tabel 14 (uitgaven naar rubriek, betaald via de V.I.). Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (tabel 19) Tabel 19 geeft het detail van de diverse uitgaven. Voor details over verzekerbaarheid (ledentallen) verwijzen we naar de RIZIV-publicatie “Ledentallen van de verzekeringsinstellingen – documenten E”. Voor overige informatie over de geneeskundige verzorging kan U terecht op de website van het RIZIV: www.riziv.fgov.be (onder meer vindt u daar de jaarverslagen en de trimestriële informatiebladen). 336


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) Bron: RIZIV

06.2004

06.2005

06.2006

06.2007

06.2008

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - werknemers

6.650.178

6.691.321

6.740.272

6.700.641

6.734.800

Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - zelfstandigen

799.466

797.842

803.737

803.432

844.602

2.567.611

2.591.203

2.609.937

2.564.824

2.634.419

1.557.829 826.907 79.884 102.991

1.596.566 812.958 80.825 100.854

1.632.308 798.088 81.209 98.332

1.644.425 779.350 73.601 67.448

1.675.566 784.438 82.858 91.557

404.229

407.402

420.080

424.325

438.594

156.301 223.501 13.501 10.926

158.380 224.959 13.609 10.454

165.931 229.704 14.014 10.431

166.753 233.671 13.811 10.090

172.209 242.155 14.457 9.773

1.737.252

1.753.798

1.763.430

1.729.180

1.783.320

1.198.007 414.610 56.465 68.170

1.227.623 401.947 57.377 66.851

1.252.541 388.573 57.396 64.920

1.262.165 373.109 51.562 42.344

1.288.058 375.289 59.004 60.969

426.130

430.003

426.427

411.319

412.505

203.521 188.796 9.918 23.895

210.563 186.052 9.839 23.549

213.836 179.811 9.799 22.981

215.507 172.570 8.228 15.014

215.299 166.994 9.397 20.815

263.507

268.579

261.534

262.131

248.713

4.383

4.084

3.754

1.118

3.009

Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW) waarvan werknemers "tarief 75 %" waarvan werknemers "tarief 100 %" waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" waarvan zelfstandigen "tarief 100 %"

Invaliden, gehandicapten, waarvan werknemers "tarief 75 %" waarvan werknemers "tarief 100 %" waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" waarvan zelfstandigen "tarief 100 %"

Gepensioneerden waarvan werknemers "tarief 75 %" waarvan werknemers "tarief 100 %" waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" waarvan zelfstandigen "tarief 100 %"

Weduwen en wezen waarvan werknemers "tarief 75 %" waarvan werknemers "tarief 100 %" waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" waarvan zelfstandigen "tarief 100 %"

Ingeschrevenen in het (1) Rijksregister (IRR) Kloostergemeenschappen Totaal

10.285.145 10.353.029 10.419.234 10.332.146 10.465.543

3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten laste inbegrepen) Bron: RIZIV

06.2004

06.2005

06.2006

06.2007

06.2008

8.964.303

9.038.839

9.113.891

9.040.956

9.002.148

waarvan werknemers "tarief 75 %" waarvan zelfstandigen "tarief 75 %"

8.087.215 877.088

8.162.487 876.352

8.231.744 882.147

8.161.206 879.750

8.081.250 920.898

Rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming ( "100%" )

1.320.842

1.314.190

1.305.343

1.291.190

1.463.395

waarvan werknemers "tarief 100 %" waarvan zelfstandigen "tarief 100 %"

1.211.206 109.636

1.206.937 107.253

1.200.458 104.885

1.225.341 65.849

1.362.267 101.128

Rechthebbenden op het gewone tarief ( "75%" )

Totaal

10.285.145 10.353.029 10.419.234 10.332.146 10.465.543

337


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

4. Ledental naar statuut en verwantschap Toestand op 30 juni 2006

Bron: RIZIV

Gerechtigden

Personen ten laste Echtgenoten

Actieven (1) Invaliden Mindervaliden Gepensioneerden Weduwen en wezen Kloostergemeenschappen Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR)

4.681.349 227.177 70.455 1.329.138 395.261 3.754

404.326 31.904 3.817 394.919 2.670 0

172.482

19.968

Totaal

6.879.616

857.604

Ascendenten

Descendenten

Totaal Subtotaal

12.159 2.446.175 2.862.660 109.616 738 76.974 12.832 303 8.712 434.292 513 38.860 31.166 141 28.355 0 0 0 635

68.449

89.052

7.544.009 336.793 83.287 1.763.430 426.427 3.754 261.534

14.489 2.667.525 3.539.618 10.419.234

Toestand op 30 juni 2007

Bron: RIZIV

Gerechtigden

Personen ten laste Echtgenoten

Actieven (1) Invaliden Mindervaliden Gepensioneerden Weduwen en wezen Kloostergemeenschappen Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR)

4.738.617 232.592 72.054 1.331.265 375.671 1.118

376.143 30.211 3.577 363.443 3.900 0

174.391

20.115

Totaal

6.925.708

797.389

Ascendenten

Descendenten

Totaal Subtotaal

11.368 2.377.945 2.765.456 654 76.856 107.721 198 8.183 11.958 319 34.153 397.915 165 31.583 35.648 0 0 0 731

66.894

87.740

7.504.073 340.313 84.012 1.729.180 411.319 1.118 262.131

13.435 2.595.614 3.406.438 10.332.146

Toestand op 30 juni 2008

Bron: RIZIV

Gerechtigden

Personen ten laste Echtgenoten

Actieven (1) Invaliden Mindervaliden Gepensioneerden Weduwen en wezen Kloostergemeenschappen Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR)

4.799.801 241.501 73.323 1.379.002 385.579 3.009

363.776 29.353 3.459 370.399 2.217 0

165.391

18.710

Totaal

7.047.606

787.914

Ascendenten

Descendenten

Totaal Subtotaal

12.151 2.403.674 2.779.601 722 81.763 111.838 206 8.267 11.932 404.318 320 33.599 26.926 136 24.573 0 0 0 664

63.948

83.322

248.713

14.199 2.615.824 3.417.937 10.465.543

(1) Omvat werkenden, UVW-werkzoekenden, UVW-niet-werkzoekenden en bruggepensioneerden.

338

7.579.402 353.339 85.255 1.783.320 412.505 3.009


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

5. Vrije verzekering voor de kleine risico's voor zelfstandigen: ledental naar statuut en verzekeringsinstelling Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen

06.2004

06.2005

06.2006

06.2007

Christelijke Mutualiteiten Neutrale Mutualiteitsverbonden Socialistische Mutualiteiten Liberale Mutualiteiten Onafhankelijke Ziekenfondsen

346.008 35.470 88.746 52.864 170.918

341.230 37.123 88.424 51.531 182.264

341.498 35.645 86.143 50.160 185.814

321.081 33.385 82.657 46.964 181.787

Totaal

694.006

700.572

699.260

665.874

339


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (gerechtigden en personen ten laste) (euro) Bron: RIZIV

2004 Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)

2005

2006

2007

2008

800

822

923

966

-

Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden, Wezen (WIGW)

3.995

4.048

4.034

4.434

-

Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR)

2.206

2.261

-

-

-

Totaal

1.633

1.666

1.702

1.827

1.978

7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) (euro) Algemene regeling Bron: RIZIV

Zonder voorkeurregeling Mannen

Met voorkeurregeling

Vrouwen

Mannen

Vrouwen

Totaal

0 - 1 jaar 1 - 4 jaar 5 - 9 jaar 10 - 14 jaar 15 - 19 jaar 20 - 24 jaar 25 - 29 jaar 30 - 34 jaar 35 - 39 jaar 40 - 44 jaar 45 - 49 jaar 50 - 54 jaar 55 - 59 jaar 60 - 64 jaar 65 - 69 jaar 70 - 74 jaar 75 - 79 jaar 80 - 84 jaar 85 - 89 jaar 90 jaar en meer

1.925,00 790,42 575,05 475,99 493,10 497,68 545,12 605,45 692,88 817,92 1.003,27 1.341,11 1.677,26 2.102,51 2.731,81 3.384,79 4.344,12 5.375,73 6.570,84 9.005,19

1.692,44 642,72 435,16 441,48 586,86 740,88 1.095,00 1.205,52 1.086,98 1.071,01 1.216,43 1.455,51 1.642,48 1.907,86 2.421,33 2.967,11 3.958,41 5.365,86 7.437,48 10.649,99

3.414,12 2.245,34 2.377,39 1.865,90 1.447,66 1.893,67 3.727,11 3.812,31 4.368,08 5.039,42 5.512,01 4.685,06 4.641,08 4.475,25 4.912,90 5.475,09 6.514,39 7.567,09 8.910,92 11.649,20

2.915,02 1.826,45 1.651,51 1.540,76 1.461,32 1.852,68 3.017,08 3.409,57 3.785,93 3.955,07 4.113,00 3.766,76 3.670,05 3.821,23 4.186,12 4.810,00 6.087,56 7.741,73 9.819,24 12.968,02

1.891,78 803,88 616,66 568,94 640,17 740,34 958,45 1.057,09 1.081,76 1.175,86 1.378,66 1.717,46 2.019,02 2.371,01 2.975,64 3.655,89 4.792,09 6.261,56 8.239,01 11.641,71

Totaal

1.286,69

1.504,16

4.575,09

4.987,00

1.838,09

340


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2007) (euro) Regeling der zelfstandigen Bron: RIZIV

Mannen 0 - 1 jaar 1 - 4 jaar 5 - 9 jaar 10 - 14 jaar 15 - 19 jaar 20 - 24 jaar 25 - 29 jaar 30 - 34 jaar 35 - 39 jaar 40 - 44 jaar 45 - 49 jaar 50 - 54 jaar 55 - 59 jaar 60 - 64 jaar 65 - 69 jaar 70 - 74 jaar 75 - 79 jaar 80 - 84 jaar 85 - 89 jaar 90 jaar en meer Totaal

Vrouwen

Totaal

1.569,13 479,09 408,48 313,70 343,69 274,90 268,11 276,20 316,60 401,39 553,31 787,82 1.146,29 1.808,97 2.648,03 3.189,52 3.972,13 4.776,49 6.337,79 8.447,11

1.202,23 404,79 283,18 252,69 349,23 415,58 733,04 801,23 618,35 573,72 642,14 873,36 1.109,64 1.589,78 2.084,38 2.560,29 3.635,93 5.178,45 7.361,99 10.485,31

1.387,87 442,89 347,11 283,86 346,39 342,73 459,93 474,59 430,24 466,07 587,06 821,37 1.131,40 1.714,68 2.353,60 2.854,06 3.786,97 5.009,78 7.004,25 9.934,51

992,28

1.382,70

1.163,33

9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken (euro) - vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen Bron: Controledienst voor de Ziekenfondsen

2004

2005

2006

2007

Geneesheren Verpleegkundigen en vroedvrouwen Tandartsen Farmaceutische verstrekkingen Paramedische verstrekkingen Ziekenhuisverpleging, verblijf in een rust- en verzorgingstehuis of een rustoord voor bejaarde personen Overige verstrekkingen

105,89 21,20 54,57 183,12 26,85

108,24 21,80 53,90 182,41 26,15

114,76 20,65 55,24 182,14 30,75

123,23 20,21 59,16 192,23 29,55

18,22 -1,47

17,36 -1,47

16,17 -0,42

15,82 -3,68

Totaal

408,38

408,39

419,29

436,52

341


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

10. Aantal gevallen (g) of dagen (d) naar groeperingen van de nomenclatuur (duizendtallen) Totaal (PUG + WIGW + IRR) Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Geneesheren en klinische biologie

496.264

501.411

505.549

518.788

551.108

Huisartsen en specialisten (g) Medische beeldvorming (g) Klinische biologie (g) Andere bijzondere prestaties (g) Chirurgie en anesthesiologie (g) Bevall. en verlosk. door artsen (g) Toezicht en permanentie (g)

77.882 29.307 329.649 21.599 15.711 1.248

77.774 29.548 335.034 21.336 15.675 1.248

77.948 29.890 339.242 21.208 15.557 1.241

79.780 30.767 348.643 21.674 16.080 1.218

85.175 31.755 369.891 22.290 16.568 1.210

20.868

20.796

20.463

20.627

24.219

Farmaceutische verstrekkingen Magistrale bereidingen (g) Specialiteiten - officina (g) Spec. afgeleverd aan gehosp. (g) Andere farm. verstrekkingen (g)

123.325 16.087 103.529 533 3.176

126.512 20.412 102.144 520 3.436

108.776 102.697 2.481 3.598

135.172 20.719 105.191 1.651 7.611

148.668 22.426 114.875 1.705 9.662

Ziekenhuizen Verpleegdagprijs (d) Forfaitaire dagprijs (d) Militair hospitaal (all-in-prijs) (d)

21.817 20.271 1.542 3

21.607 20.028 1.574 5

4 4

21.413 19.772 1.639 3

21.688 19.800 1.884 4

Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) Vroedvrouwen (g)

96.169 95.874 296

97.689 97.363 326

107.953 107.601 351

112.456 112.066 389

106.312 105.895 417

Andere verblijven

52.269

43.313

44.840

48.038

718.404

24.539 25.205 177 1.178 1.171 -

16.520 24.295 191 1.122 1.185 -

16.977 25.198 87 1.382 1.197 -

19.482 25.686 246 1.403 1.220 -

19.839 24.415 320 671.082 1.371 1.247 130

Tandartsen (g)

19.375

19.159

19.741

20.316

24.200

Kinesitherapeuten (g)

36.225

36.411

36.695

36.996

37.151

Andere verstrekkingen Bandag., orthop., implantaten (g) Opticiens (g) Gehoorprothesisten (g) Revalidatie en herscholing (g) Dialyse (g) Plaatsingsk. en chronische ziekten (g) Chronische zieken (g) Palliatieve zorgen (g) Palliatieve zorgen (patiënt) (g) Menselijke weefsels (g) Multidisciplinaire teams rolwagens (g) Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g) Medische huizen (g) Terugbetalingen remgeld (g) Regularisatie + herfacturatie

32.017 11.743 170 31 18.910 871 292 -

33.433 12.143 165 30 19.935 833 326 -

32.767 12.719 168 32 18.738 871 238 -

39.691 13.044 171 35 25.231 921 288 -

54.368 14.040 239 37 31.599 956 1.477 241 7 20 133

-

-

-

-

2

-

-

-

-

21

-

-

-

-

5.619 -22

(1)

Rust- en verzorgingstehuizen (d) Rustoorden bejaarde personen (d) Dagverzorgingscentra (d) Forfait nierdialyse (d) Psychiatr. verzorgingstehuizen (d) Initiatieven beschut wonen (d) Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d)

(1) Door de nieuwe financiering per 01.01.2004 van de deelsector RVT/ROB vervalt de vroegere dubbeltelling RVT: forfait patiënt + forfait coördinerend geneesheer.

342


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

11. Gemiddelde geĂŻndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (euro) Totaal (PUG + WIGW + IRR) Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Geneesheren en klinische biologie 15,47 30,55 2,68 43,06 49,68 54,19 10,95

16,22 31,91 2,77 44,19 50,06 54,19 11,37

17,43 28,95 2,67 46,15 50,85 56,45 11,76

21,48 29,82 2,77 47,55 52,96 59,95 12,62

18,88 31,38 2,91 48,38 56,92 68,10 12,46

2,72 20,97 -

2,03 21,52 -

20,92 -

2,11 21,71 -

2,17 22,36 299,21

-

-

-

-

-

33,20

33,83

33,96

16,42

14,61

178,22 79,42 1.272,53

178,74 78,40 1.286,01

1.327,97

197,97 84,62 1.359,27

212,40 92,46 1.427,74

7,12 27,43

7,31 27,19

7,08 26,80

7,33 27,68

8,63 28,51

28,18 24,38 26,31 61,95 18,64

38,17 29,80 27,07 63,21 18,69

38,50 30,16 52,20 22,23

39,58 31,53 28,53 54,20 22,55

41,65 33,25 32,84 177,10 58,36 26,59

-

-

-

-

13,14

Tandartsen

26,82

27,04

27,60

28,50

27,76

Kinesitherapeuten

10,82

11,07

11,49

11,99

13,35

44,54 61,50 643,48 20,87 325,09 287,94 -

44,51 62,47 662,30 20,29 334,24 288,81 -

44,06 64,71 685,94 22,49 339,22 297,67 -

46,12 67,08 701,00 18,62 346,36 255,79 -

47,55 61,08 786,04 15,31 228,06 9,01 320,59 1.419,40 490,94 52,60 201,83

-

-

-

-

66,57

-

-

-

-

9,74

Huisartsen en specialisten Medische beeldvorming Klinische biologie Andere bijzondere prestaties Chirurgie en anesthesiologie Bevall. en verlosk. door artsen Toezicht en permanentie Farmaceutische verstrekkingen Magistrale bereidingen Specialiteiten - officina Spec. afgeleverd aan gehosp. Spec. uit ziekenhuisapotheek afgeleverd aan niet-gehosp. Andere farm. verstrekkingen Ziekenhuizen Verpleegdagprijs Forfaitaire dagprijs Militair hospitaal (all-in-prijs) Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) Vroedvrouwen Andere verblijven Rust- en verzorgingstehuizen Rustoorden bejaarde personen Dagverzorgingscentra Forfait nierdialyse Psychiatr. verzorgingstehuizen Initiatieven beschut wonen Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen

Andere verstrekkingen Bandag., orthop., implantaten Opticiens Gehoorprothesisten Revalidatie en herscholing Dialyse Plaatsingsk. en chronische ziekten Chronische zieken Palliatieve zorgen Palliatieve zorgen (patiĂŤnt) Menselijke weefsels Multidisciplinaire teams rolwagens Multidisciplinaire eerstelijnszorg Medische huizen

343


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

12. Vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven (duizend euro) Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen

2004

2005

2006

2007

Uitgaven Prestaties aan leden Beheerskosten Andere uitgaven

313.162 292.991 19.091 1.081

316.746 292.348 23.126 1.272

323.542 297.134 24.208 2.201

321.978 296.466 22.861 2.651

Ontvangsten Bijdragen Rijkstoelage Beleggingsinkomsten Andere ontvangsten

285.757 223.948 56.384 3.589 1.837

335.182 273.353 57.757 2.033 2.039

338.492 273.555 59.750 2.847 2.340

329.192 262.161 59.892 2.908 4.231

-1.167

1.914

3.491

2.311

-26.239

16.522

11.459

4.902

Wijziging van de technische voorzieningen Saldo

13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven (C1-C10) (duizend euro) Bron: RIZIV

2004 Geneesheren en klinische biologie Tandartsen Farmaceutische verstrekkingen Verpleegkundigen Kinesitherapeuten Paramedische verstrekkingen Ziekenhuisopname Andere verblijven Maximumfactuur Overige verstrekkingen Totaal

2005

4.705.244 506.183 3.115.459 646.404 374.927 529.181 3.483.924 1.637.637 166.992 553.889

4.869.763 504.493 3.192.601 673.398 385.608 545.271 3.460.742 1.742.740 235.625 562.951

2006 5.274.881 549.780 3.302.088 1.048.996 421.746 613.641 3.903.544 1.909.323 288.916 422.376

2007 5.608.140 585.283 3.534.213 1.116.690 445.989 657.865 4.082.249 2.153.270 286.576 403.126

2008 6.141.215 671.825 3.940.660 1.225.129 503.371 723.249 4.459.995 2.231.042 277.153 530.416

15.719.840 16.173.192 17.735.291 18.873.401 20.704.055

344


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro) Deel ten laste van de V.I.'s Bron: RIZIV

2006

2007

2008

Raadplegingen, bezoeken en adviezen Medische beeldvorming Klinische biologie Speciale verstrekkingen Heelkunde en anesthesiologie Gynaecologie Toezicht en permanentie

1.346.974 866.405 915.208 984.281 820.464 71.674 241.150

1.417.244 918.236 976.735 1.036.104 881.328 74.490 261.043

1.595.113 996.548 1.076.441 1.078.374 943.072 82.379 301.862

Subtotaal (1) geneesheren

5.246.156

5.565.180

6.073.789

Erelonen tandartsen

540.400

575.350

661.455

De officina's Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden Magistrale bereidingen Wachthonorarium Bloed- en bloedplasma Overige farmaceutische verstrekkingen

2.155.055

2.288.825

2.568.897

477.704 502.996 42.161 4.406 70.361 49.405

570.011 502.334 44.080 4.544 71.399 53.020

671.790 510.158 48.657 5.005 75.456 60.697

Subtotaal (1) farmaceutische verstrekkingen

3.302.088

3.534.213

3.940.660

Honoraria van verpleegkundigen (deel V.I.) Kinesitherapeuten Bandagisten + orthopedisten Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren Opticiens Gehoorprothesisten Vroedvrouwen

768.223 417.424 172.202 399.106 10.915 21.849 9.569

825.470 438.103 191.202 419.787 11.500 24.569 10.807

914.208 495.871 203.491 464.065 14.621 29.195 11.877

Verpleegdagprijs Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen

3.768.266 128.950

3.937.782 140.707

4.205.509 174.173

Totaal verpleegdagprijs

3.897.216

4.078.489

4.379.682

Militair hospitaal (all-in-prijs)

5.464

3.760

6.592

Dialyse - geneesheren Dialyse - forfait nierdialyse Dialyse - thuis of in een centrum

112.882 102.743 79.812

119.039 110.723 89.533

126.704 118.847 91.231

Totaal dialyse

295.437

319.295

336.782

Rust- en verzorgingstehuizen Rustoorden voor bejaarden Dagverzorgingscentra

654.591 762.784 6.096

772.512 813.132 6.999

826.304 811.687 10.500

1.423.471

1.592.643

1.648.491

72.201 26.608 1.224

76.102 27.545 1.451

80.037 33.163 1.709

Totaal geestelijke gezondheidszorg

100.033

105.098

114.909

Revalidatie en herscholing (deel V.I.) Bijzonder Fonds Logopedie Medisch-pediatrische centra Andere kosten van verblijf en reiskosten Regularisatie en herfacturatie Sociale maximumfactuur Chronische patiĂŤnten Palliatieve zorgen Palliatieve zorgen (patiĂŤnt) Menselijke weefsels Multidisciplinaire teams rolwagens Multidisciplinaire eerstelijnszorg Medische huizen

347.813 10.076 49.247 2.124 10.119 -93.591 232.127 59.264 8.356 8.466 6.110 164 436 36.387

392.572 11.662 51.913 622 11.131 -172.980 288.202 59.382 10.063 9.043 6.017 422 755 44.107

416.267 8.692 58.795 238 13.063 -117.525 278.400 77.307 9.879 9.697 7.002 440 1.369 54.738

17.286.651

18.408.377

20.114.050

Subtotaal (1) RVT/ROB/Dagverzorgingscentra Psychiatrische verzorgingstehuizen Initiatieven voor beschut wonen Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen

Totaal

345


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro) Deel ten laste van het RIZIV Bron: RIZIV

2006

2007

2008

Forfait accreditatie artsen Forfait medisch dossier Forfait telematica Kwaliteitscontrole Pasteur Forfait georganiseerd wachtdiensten Impulsfonds groepspraktijken Referentiebedragen Praktijkondersteuning huisartsengeneeskunde

12.891 1.238 5.159 1.829 7.055 553 0

0

8.187

Subtotaal (2) geneesheren

28.725

42.960

67.426

Forfait accreditatie tandartsen

9.380

9.933

10.370

Terugbetaling herceptine (art. 56) Terugbetaling pneumokokkenvaccin (art. 56)

2.219 0

7.381 6.480

1.262 13.589

Honoraria van verpleegkundigen (eigen uitgave van het RIZIV) Software kinesitherapeuten

0 4.322

4.642 7.886

3.194 7.500

18.372

11.421

16.468

Loonharmonisering personeel RVT Syndicale premie Coma Zorgvernieuwing (art.56) Palliatieve dagcentra

254.095 2.120 0 2.077 0

256.584 2.163 0 0 506

280.034 2.206 0 85 260

Subtotaal (2) RVT/ROB/Dagverzorgingscentra

258.292

259.253

282.585

Specifieke kosten diensten thuisverpleging

13.202 2.436 5.401 1.912 16.922 3.087

13.334 0 5.736 2.058 34.779 3.332

Fiscale maximumfactuur

56.789

-1.626

-1.247

Einde loopbaan Revalidatie en herscholing (eigen uitgave van het RIZIV) Ge誰nterneerden Tabaksontwenning Psychiatrisch verzorgingscircuit Sociaal akkoord (provisioneel bedrag) Fonds verslaving Inhaalbedragen ziekenhuizen 2de pijler pensioenfonds zelfstandige verpleegkundigen Diversen

43.964 55 17.352 0 0 4.886 0 864 3.420 0

52.475 1.625 39.010 96 1.915 6.717 3.000 0 0 11.856

71.373 1.071 26.864 2 1.602 0 3.000 73.721 0 11.225

448.640

465.024

590.005

Totaal

16. Uitgaven naar betalende instelling (duizend euro) Bron: RIZIV

2006 Deel ten laste van de V.I.'s

2007

2008

Deel ten laste van het RIZIV

17.286.651 448.640

18.408.377 465.024

20.114.050 590.005

Algemeen totaal

17.735.291

18.873.401

20.704.055

346


4.472.161 4.471.171 4.453.617 4.404.551 4.450.953

Christelijke Mutualiteiten 421.409 424.155 426.285 427.337 441.070

Neutrale Mutualiteitsverbonden 2.891.717 2.931.919 2.969.849 2.895.743 2.924.371

347

635.212 659.988 695.706 728.990 816.359

7.211.826

7.290.192

7.426.915

7.950.146

8.694.697

2004

2005

2006

2007

2008

5.867.340

5.416.687

5.097.613

4.991.314

4.849.013

1.247.431

1.145.051

1.107.523

1.071.084

1.066.880

SocialisLiberale tische Mutualiteiten Mutualiteiten

(1) De sociale prestaties die onmiddellijk door het RIZIV betaald worden zijn niet inbegrepen.

Neutrale Mutualiteitsverbonden

Christelijke Mutualiteiten

Bron: RIZIV

594.623 590.834 585.154 576.001 577.936

SocialisLiberale tische Mutualiteiten Mutualiteiten

18. Uitgaven per verzekeringsinstelling (duizend euro) (1)

06.2004 06.2005 06.2006 06.2007 06.2008

Bron: RIZIV

17. Ledental per verzekeringsinstelling

3.014.182

2.721.252

2.546.167

2.507.781

2.428.640

Onafhankelijke Ziekenfondsen

1.696.703 1.731.046 1.784.391 1.831.725 1.878.953

Onafhankelijke Ziekenfondsen

126.618

116.922

99.949

76.136

63.147

Hulpkas voor ZIV

76.304 76.566 76.555 75.377 73.482

Hulpkas voor ZIV

347.423

329.332

312.778

320.768

302.274

NMBS

132.228 127.338 123.383 121.412 118.778

NMBS

20.114.050

18.408.380

17.286.651

16.917.262

16.556.993

Totaal

10.285.145 10.353.029 10.419.234 10.332.146 10.465.543

Totaal

IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken


IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging

C. Statistieken

19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (duizend euro) Bron: RIZIV

2004

2005

2006

2007

2008

Verzekeringsinstellingen Internationale verdragen Aandeel intresten op beleggingen VI Aandeel terugvorderingen prest. VI Gerechtelijke intresten SIS-kaarten

456.795 440.559 1.344 10.637 15 4.240

399.040 379.777 1.678 17.561 24 0

448.004 427.991 1.678 18.311 24 0

579.330 565.188 1.649 12.469 24 0

641.232 625.743 4.891 10.520 78 -

RIZIV - Andere Sociaal statuut Stagemeesters Art. 56 Art. 56 - 22 moleculaire biologie Sociaal akkoord IMA - Permanente steekproef Fiscaal plafond remgeld Positieve maatregelen Sociaal plan kinesitherapeuten Expertise Terugbetaling recuperatie geneesmiddelen Heffing zakencijfer Afrekening 2006 Bestrijding tabaksgebruik Campagnes Verhoogde kosten tarificatiediensten Autoverzekering (HVKZ) Informatisering Kinesitherapeuten opleiding verpleger Terugbetaling generieken Terugbetaling heffing zakencijfer Provisiefonds geneesmiddelen (overschrijding)

241.440 130.181 38.051 57.902 743 3.798 -

185.656 101.991 8.541 57.617 8.500 1.166

311.706 107.798 9.375 58.173 40.982 8.500 1.166

334.305 122.563 10.526 59.009 13.088 71.056 0 1.283

525.647 136.726 12.947 61.678 17.996 105.683 275 100 1.411

-

-

74.474

-

19.179

-

-

-

10.479

-

1.000 -

2.000 2.000

2.000 2.000

2.000 2.000

2.000 2.000

5.164

3.779

3.864

3.927

3.991

-

62 -

65 -

65 -

5 11.000

4.599

-

-

-

-

-

-

3.309

3.309

-

-

-

-

35.000

41.346

-

-

-

-

109.310

Totaal

698.235

584.696

759.710

913.635

1.166.879

348


V Sociale bijstand 2004-2008



V. Sociale bijstand

1. De dienstverlening van de OCMW's

1. De dienstverlening van de OCMW’s 1.0 Methodologische nota A. Het recht op maatschappelijke integratie De nieuwe wet van 26.05.2002 aangaande het recht op maatschappelijke integratie is van toepassing vanaf 01.10.2002. Zij vervangt de oude wet van 1974 met betrekking tot het bestaansminimum. De nieuwe reglementering voorziet, behalve een tegemoetkoming voor onbemiddelde personen (“het leefloon” genoemd), de mogelijkheid om een opleiding te volgen, om een baan te vinden en om door een maatschappelijk assistent begeleid te worden. Het leefloon wordt toegekend en uitbetaald door de gemeentelijke openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De federale Staat betaalt een gedeelte van de uitgekeerde bedragen terug. Het saldo is ten laste van de OCMW's en dus onrechtstreeks van de gemeenten, die wettelijk verplicht zijn het eventuele tekort op de rekening van het OCMW bij te passen (Cf. art. 106 OCMW-wet). In tabel 1.1 vindt men de evolutie van het aantal rechthebbenden op het leefloon naar gezinstype. Voor het jaar 2004 zijn de categorieën:  gezin (categorie A): samenwonenden;  alleenstaande (categorie B): alleenstaand persoon;  alleenstaande die recht heeft op een verhoogde uitkering (categorie C): alleenstaande ouder die een gedeeltelijke kinderlast heeft; men onderscheidt de alleenstaande ouder die alimentatiegeld betaalt voor zijn kind(eren) en de alleenstaande ouder die de helft van de tijd samenwoont met zijn kind(eren) in het kader van co-ouderschap;  de éénoudergezinnen met kinderlast (categorie D). Voor 2005-2008 zijn de opgenomen categorieën:  samenwonende met één of meerdere personen  alleenstaande  samenwonende met personen ten laste De jaarlijkse bedragen die kunnen worden toegekend zijn de volgende (aan spilindex 110,51 basis 2004=100): - samenwonende met één of meerdere personen: 5.806,30 euro - alleenstaande: 8.709,45 euro - samenwonende met personen ten laste: 11.612,61 euro Tabel 1.2 toont een aantal jaargegevens: het gemiddeld aantal gerechtigden, een gemiddeld jaarbedrag en de uitgaven (uitgedrukt in duizend euro). Het totaal van de uitgaven omvat alle kosten die betrekking hebben op het uitgekeerde leefloon voor een bepaald jaar, en houdt dus ook rekening met de kosten die in een volgend boekjaar werden vereffend.

351


V. Sociale bijstand

1. De dienstverlening van de OCMW's

B. De activering van de financiële dienstverleningen van de OCMW’s Sinds 01.01.1998 krijgen de gerechtigden op bestaansminimum (vanaf 01.10.2002: leefloon) toegang tot de volgende tewerkstellingsinitiatieven:  de doorstromingsprogramma's;  de arbeidsplaatsen erkend in het kader van de professionele reïntegratie van langdurig werklozen (dienstenbanen);  de banenplannen;  de initiatieven voor sociale inschakeling … 1 In 2000 werd het "Lenteprogramma" van kracht. Het betreft een actieplan dat gericht is op de vermindering van het aantal gerechtigden op het bestaansminimum. Hiertoe werden bepaalde tewerkstellingsmodaliteiten versterkt, onder andere de sociale tewerkstelling binnen de OCMW's in het kader van art. 60, § 7 en art. 61 van de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn2. Meer bepaald gebeurt dit door de verhoging van de Staatstoelage, de uitbreiding van de mogelijkheden tot terbeschikkingstelling (eveneens voor de privé-sector) en de mogelijkheid tot tijdelijke deeltijdse tewerkstelling. Verder werden nieuwe tewerkstellingskansen gecreëerd, zoals de invoeginterim en de tewerkstelling in het kader van de sociale economie. De uitgaven gekoppeld aan de activering maken integraal deel uit van de begroting die voorbehouden is aan het recht op maatschappelijke integratie en op maatschappelijke dienstverlening. Er bestaan evenwel twee specifieke toelagen:  De ene moedigt de tewerkstelling aan in de sector van de sociale economie en omvat:  De verhoogde Staatstoelage: in de sociale economie neemt de begroting van maatschappelijke integratie het verschil tussen het leefloon en de regelmatige tussenkomst toegekend aan de personen die tewerkgesteld zijn in het kader van de toepassing van artikel 60, § 7 ten laste;  De activering van het leefloon voor de begunstigden tewerkgesteld via de invoeginitiatieven in de sociale economie (SINE);  De andere werd toegekend aan de OCMW’s in het kader van de activering zoals voorzien in het “Lenteprogramma”. Dit omvat:  De met 25 % verhoogde Staatstoelage voor diegenen die tewerkgesteld worden in het kader van artikel 60, § 7;  De monitoring van het "Lenteprogramma". In 2004 bedroegen de toelagen voor sociale economie aan openbare besturen 9.920 duizend euro. Voor hetzelfde jaar bedroegen de toelagen voor het “Lenteprogramma” aan lokale besturen 10.721 duizend euro. In de tabel 1.3 hernemen we het aantal tewerkgestelde personen in het kader van de maatschappelijke integratie en in het kader van de maatschappelijke hulp. Het gaat voornamelijk om tewerkstellingen in toepassing van artikelen 60, §7 en 61 van de organieke wet van 08.07.1976 op de openbare centra van maatschappelijk welzijn en om activeringsmaatregelen. Tabel 1.4 geeft het aantal gerechtigden van financiële hulp (equivalent van het leefloon), toegekend in het kader van maatschappelijke hulp. U vindt aanvullende informatie over de maatschappelijke integratie en de maatschappelijke hulp op de website van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie bevoegd voor Grootstedenbeleid: www.mi-is.be.

1

Vanaf 01.01.2002 vervangt de veralgemeende activering (activa) de vroegere maatregelen: de -------------------dienstenbanen, de invoeginterim en het banenplan. 2 Zie art. 6-9 van de wet van 26.05.2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

352


V. Sociale bijstand

1. De dienstverlening van de OCMW's

1.1 Aantal rechthebbenden op leefloon naar gezinstype a) jaar 2004 Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2004 Samenwonenden Alleenstaanden Alleenstaanden met het recht op een verhoogd bedrag Eenoudergezinnen met kinderen ten laste

22.756 34.856

Totaal

75.544

1.111 16.821

b) periode 2005-2008 Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2005

01.2006

01.2007

01.2008

Samenwonenden met één of meerdere personen Alleenstaanden Samenwonenden met personen ten laste

21.130 36.792 18.335

21.777 37.387 19.542

22.040 37.249 21.113

23.137 37.606 22.159

Totaal

76.257

78.705

80.402

82.901

1.2 Totale uitgaven leefloon Bron: POD Maatschappelijke Integratie

2004 Gemiddeld aantal rechthebbenden Volledig Gedeeltelijk

Gemiddeld jaarbedrag (euro) Totaal uitgaven (duizend euro)

2005

2006

2007

2008

75.558

76.255

78.715

80.409

82.737

52.035 23.523

53.001 23.254

54.803 23.912

56.359 24.050

58.499 24.238

3.505 264.813

3.788 288.878

3.921 308.662

4.142 333.091

4.471 369.948

1.3 Aantal tewerkgestelde rechthebbenden Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2004 Maatschappelijke integratie Maatschappelijke hulp

01.2005

7.984 1.547

8.625 1.606

01.2006

01.2007

9.409 1.825

9.645 1.955

01.2008 9.584 2.052

1.4 Aantal rechthebbenden op maatschappelijke hulp (financiële hulp) Bron: POD Maatschappelijke Integratie

01.2004 Aantal rechthebbenden

01.2005

38.084

353

35.811

01.2006 32.532

01.2007 28.092

01.2008 21.652



V. Sociale bijstand

2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

2. Inkomensgarantie voor ouderen - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 2.0 Methodologische nota A. De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) Vanaf 01.06.2001 wordt een nieuwe uitkering, ingevoerd door de wet van 22.03.2001, toegekend: de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Degenen die genoten van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden vóór 01.06.2001 kunnen ervan blijven genieten, indien dit voordeliger is dan de nieuwe uitkering. De IGO verschilt van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden hoofdzakelijk door de volgende eigenschappen:  de leeftijd van dewelke men recht kan hebben op de IGO is dezelfde voor de mannen als voor de vrouwen: 62 jaar in 2002; 63 jaar vanaf 2003; 64 jaar vanaf 2006 en 65 jaar vanaf 2009.  de IGO is een individueel recht (er is geen “gezinsbedrag”);  het totale bedrag van de inkomsten en pensioenen in aanmerking genomen bij de berekening wordt gedeeld door het aantal personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen, de betrokkene inbegrepen. In de nieuwe wet, spreekt men niet meer van bedrag “samenwonende “ of bedrag “alleenstaande”, maar van personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen of niet delen. Het toegekende bedrag is afhankelijk of de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats deelt met één of meerdere personen of niet. Het basisbedrag wordt met 50% verhoogd als de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats niet deelt met één of meerdere personen. Dit heeft tot gevolg dat twee personen die samenwonen recht hebben op het basisbedrag, onafhankelijk van het feit ze getrouwd zijn of niet. De wet maakt een uitzondering voor bepaalde categorieën van personen die niet verondersteld worden dezelfde hoofdverblijfplaats te delen als de aanvrager, niettegenstaande ze op hetzelfde adres ingeschreven zijn in het Rijksregister. Deze zijn : de minderjarige kinderen, de meerderjarige kinderen waarvoor gezinsbijslag ontvangen wordt, de bloed- of aanverwanten in dalende lijn, de personen die in hetzelfde rustoord, hetzelfde rust- en verzorgingstehuis of hetzelfde psychiatrisch centrum verblijven. Als de rechthebbende zijn hoofdverblijfplaats enkel deelt met personen van deze categorieën, dan heeft deze recht op de verhoogde uitkering. De bedragen die kunnen toegekend worden zijn de volgende (aan spilindex 110,51 basis 2004):  het bedrag “hoofdverblijfplaats delend”: 7.143,91 euro per jaar;  het bedrag “hoofdverblijfplaats niet delend”: 10.715,87 euro per jaar. We stellen een belangrijke stijging vast van het bedrag van de jaarlijkse uitgaven, dit is hoofdzakelijk het gevolg van een stijging buiten index van het basisbedrag met 60 euro per maand op 01.12.2006

B. Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden is een volledig kosteloos voordeel, wat wil zeggen dat geen enkele tegenoverstaande bijdrage vereist is. Het wordt toegekend na een onderzoek naar de bestaansmiddelen, wanneer deze een bepaald forfaitair jaarbedrag niet overschrijden. De bedragen die kunnen toegekend worden zijn de volgende (aan spilindex 110,51 basis 2004):  het "gezinsbedrag": 10.799,51 euro per jaar;  het bedrag “alleenstaande”: 8.099,78 euro per jaar. Het toegekende bedrag wordt met 90 % van de pensioenvoordelen die de aanvrager/aanvraagster of zijn/haar echtgeno(o)t(e) ontvangt verminderd.

355


V. Sociale bijstand

2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

De RVP geeft in zijn statistieken dezelfde opsplitsing als voor de pensioenen, zodat het bedrag "alleenstaande" onderverdeeld is in drie categorieĂŤn: gehuwden, niet gehuwden en weduwnaars (of weduwen). Vanaf 1999 werd jaarlijks een forfaitaire bijzondere verwarmingstoelage toegekend aan alle gerechtigden. Deze toelage werd vanaf 2002 opnieuw afgeschaft, ze blijft evenwel gelden voor de toegekende prestaties die dateren van voor juni 2001. Voor de IGO en voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden geven we het aantal rechthebbenden (resp. tab. 2.1 en 2.2) en het totaal der uitgaven (tab. 2.3).

356


2.190 506 1.672 12 2.334

Vrouwen Zij die hun hoofdverblijfplaats delen Zij die hun hoofdverblijfplaats niet delen Niet verdeelde gevallen

Totaal rechthebbenden

17.777

11.172 2.652 8.143 377

3.200 3.252 153

6.605

65-69 jaar

17.452

11.273 2.997 7.906 370

3.212 2.709 258

6.179

70-74 jaar

17.234

11.379 2.701 8.331 347

3.282 2.408 165

5.855

75-79 jaar

13.598

9.241 1.580 7.385 276

2.275 1.947 135

4.357

10.757

7.894 600 7.068 226

1.192 1.579 92

2.863

80-84 jaar 85 jaar en +

357

0 1 0 0 11 0 11 0 0 12

Vrouwen Gehuwden, gezin (rustpensioen) Gehuwden, alleenstaanden (rustpensioen) Niet gehuwden (rustpensioen) Rust & overleving

Totaal rechthebbenden

1

10

9 0 9 0 0

0 1 0 0

1

Minder dan 60-64 jaar 60 jaar

Gehuwden, gezin (rustpensioen) Gehuwden, alleenstaanden (rustpensioen) Niet gehuwden (rustpensioen) Rust & overleving

Mannen

Bron: RVP

621

620 11 41 528 40

1 0 0 0

1

65-69 jaar

3.639

2.802 50 158 2.348 246

439 60 334 4

837

70-74 jaar

4.051

3.009 12 135 2.542 320

439 56 529 18

1.042

75-79 jaar

3.263

2.641 4 71 2.340 226

137 32 441 12

622

2.872

2.479 0 28 2.232 219

55 11 319 8

393

80-84 jaar 85 jaar en +

14.468

11.571 77 453 9.990 1.051

1.071 161 1.623 42

2.897

Totaal

Toestand op 1 januari 2008

79.152

53.149 11.036 40.505 1.608

13.219 11.981 803

26.003

Totaal

Toestand op 1 januari 2008

2.2 Aantal rechthebbenden gewaarborgd inkomen voor bejaarden volgens leeftijdsklasse en geslacht

58 86 0

144

60-64 jaar

Zij die hun hoofdverblijfplaats delen Zij die hun hoofdverblijfplaats niet delen Niet verdeelde gevallen

Mannen

Bron: RVP

2.1 Aantal rechthebbenden IGO volgens leeftijdsklasse en geslacht

V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden


V. Sociale bijstand

2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden

2.3 Jaarlijkse uitgaven (duizend euro) Bron: RVP

2004

2005

2006

2007

2008

IGO Gewaarborgd inkomen Verwarmingstoelage

180.433 79.251 1.197

196.144 75.411 1.070

211.913 74.095 904

287.750 66.913 781

382.148 9.437 693

Totaal

260.881

272.625

286.912

355.444

392.278

358


V. Sociale bijstand

3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap 3.0 Methodologische nota De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties steeds door de Staat gefinancierd worden. In 1969 ontstaan de gewone tegemoetkoming, bestemd voor de personen met een fysische handicap en de bijzondere tegemoetkoming, bestemd voor de andere personen met een handicap. In 1973 worden het verhoogd gewaarborgd inkomen en de tegemoetkoming voor hulp van derde ingesteld, en in 1976 de tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. In 1974 worden de bedragen van de gewone en de bijzondere tegemoetkomingen verhoogd en gediversifieerd naargelang van de gezinstoestend, en het onderzoek naar de bestaansmiddelen wordt verscherpt. Tenslotte heeft de wet van 27.02.1987 de regeling grondig hervormd:  de inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon wiens verdienvermogen, ingevolge zijn handicap, verminderd is tot een derde of minder van wat een valide persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen. De integratietegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap met een verminderde zelfredzaamheid, die aldus moeilijkheden ondervindt om zich in het maatschappelijk leven te integreren;  de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt eveneens toegekend wegens gebrek aan en of vermindering van zelfredzaamheid. In geval van herziening van hun dossier, kunnen de “niet-bejaarde” rechthebbenden aanspraak maken op verworven rechten, indien hun recht vóór 31.12.1974 is ingegaan. De “bejaarde” rechthebbenden kunnen verworven rechten laten gelden, ongeacht de datum waarop hun tegemoetkoming is ingegaan. Er zijn twee tabellen, welke ingedeeld werden volgens soort tegemoetkoming. Het betreft het aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (tabel 3.1) en de totale uitgaven per type tegemoetkoming (tabel 3.2).

359


V. Sociale bijstand

3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

3.1 Aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (jaargemiddelden) Bron: FOD Sociale Zekerheid

2004

2005

2006

2007

2008

Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming

130.295

133.672

134.011

135.552

139.233

Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

109.594

114.994

118.334

125.958

126.816

Gewone en bijzondere tegemoetkoming KB 1969 KB 1974

3.419 0

3.070 0

2.874 0

2.559 0

2.297 0

Aanvullende tegemoetkoming

4.317

3.713

3.464

3.055

2.699

Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen

2.844

2.242

1.956

1.540

1.233

737

587

516

401

320

251.206

258.278

261.155

269.065

272.598

3.862

3.188

2.858

2.393

1.980

Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend) Totaal rechthebbenden Tegemoetkoming voor hulp van derde (totaal der voordelen)

(1)

(1) Dit totaal omvat diegenen die uitsluitend recht hebben op deze tegemoetkoming en diegenen die ze cumuleren met een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen.

360


V. Sociale bijstand

3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

3.2 Totale uitgaven tegemoetkomingen aan personen met een handicap naar type tegemoetkoming (duizend euro) Bron: FOD Sociale Zekerheid

2004

2005

2006

2007

Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming

823.118

869.804

893.294

934.388

1.013.536

Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

342.091

367.964

377.587

393.120

416.412

Gewone en bijzondere tegemoetkoming KB 1969 KB 1974

19.736 0

18.170 0

16.551 0

14.989 0

14.108 0

Aanvullende tegemoetkoming

16.360

14.419

12.890

11.641

10.892

4.606

3.582

2.848

2.282

1.894

Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend)

7.147

5.366

4.900

4.102

3.617

Totaal maandelijkse termijnen

1.213.058

1.279.305

1.308.070

1.360.522

1.460.459

149.764

150.346

118.930

124.354

150.618

1.362.822

1.429.651

1.427.000

1.484.876

1.611.077

Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen

Achterstallen Totaal

361

2008



VI DOSZ 2004-2008



VI. DOSZ

A. Beschrijving van het regime

A. Beschrijving van het stelsel Elke analyse van de overzeese sociale zekerheid vereist een verwijzing naar de wet van 16.06.1960. Deze wet belast de organismen met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi onder de controle en met de waarborg van de Belgische Staat.

Verzekeringen De sociale zekerheidsregeling van koloniaal recht bevatte de volgende sectoren:  ouderdom en vroegtijdige dood;  kinderbijslag;  ziekte en invaliditeit;  geneeskundige verzorging;  vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen en beroepsziekten. De onafhankelijkheid van de eertijds door België bestuurde gebieden heeft de opheffing van deze wetgevingen van koloniaal recht tot gevolg gehad. De regeling voor overzeese sociale zekerheid die nadien ontstond, werd ingesteld door de wet van 17.07.1963, welke meermaals gewijzigd werd. Het huidige toepassingsgebied van deze wet is het geheel van personen, die hun beroepsactiviteit in het buitenland verrichten en die niet vallen onder de Verordening (EEG) n°1408 / 71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. Het grondgebied waarop de Verordening (EEG) n°1408 / 71 van toepassing is, is dat van de Europese Unie, verruimd met IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. Volgens de huidige wetgeving omvat de regeling de volgende takken:  de ouderdoms- en overlevingsverzekering;  ziekte- en invaliditeitsverzekering;  de verzekering voor geneeskundige verzorging;  de mogelijkheid om bijzondere contracten inzake arbeidsongevallen, geneeskundige verzorging, alsook ouderdoms- en overlevingscontracten (aanvullende verzekeringen) aan te gaan. Het is een wettelijke regeling door de Belgische Staat ingesteld en gewaarborgd. De aansluiting bij de overzeese sociale zekerheid is niet verplicht. Iedere belanghebbende kan vrij over zijn aansluiting bij deze regeling beslissen. Kunnen erbij aansluiten: de personen die hun beroepsactiviteit uitoefenen in een buitenland, dat niet onder de toepassing valt van de Verordening (EEG) n°1408 / 71. De regeling voor overzeese sociale zekerheid bevat geen enkele verwijzing naar de voorwaarden waarin de aangeslotenen hun overzeese beroepsactiviteit uitoefenen. Zowel de personen, die door een contract hun diensten verhuren als zelfstandigen kunnen zich aansluiten. Sociale bijdragen De financiering van de takken ouderdom en vroegtijdige dood, ziekte en invaliditeit en geneeskundige verzorging in de huidige wetgeving wordt gespijsd door bijdragen die door de verzekerde vrij tussen een bodem- en grensbedrag worden bepaald en die de kostprijs voor levensonderhoud volgen (spilindexcijfers). Het minimum basisbedrag van de maandelijkse bijdrage bedraagt 37,18 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 226,08 euro (spilindex 110,51 basis 2004).

365


VI. DOSZ

A. Beschrijving van het regime

Het maximum basisbedrag bedraagt 148,74 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 904,44 euro (spilindex 110,51 basis 2004). De storting evenwel van het minimumbedrag van de bijdrage opent slechts een recht op pensioen en op de terugbetaling van de geneeskundige verzorging. De uitkeringen van ziekengeld en invaliditeitsuitkeringen worden slechts toegekend indien de gemiddelde maandbijdrage het minimum (geïndexeerd) basisbedrag bereikt. De tussenkomst van de werkgever is niet vereist voor de betaling van de bijdragen: de wet of haar uitvoeringsbesluiten bepalen geen enkele nadere verdelingsregeling van de bijdragen tussen werkgever en de verzekerde; een verdeling kan enkel voortvloeien uit een overeenkomst tussen partijen. De wet van 17.07.1963 heeft drie Fondsen opgericht, elk met een eigen vermogen, namelijk 1  het pensioenfonds  het invaliditeitsfonds2  het solidariteits- en perequatiefonds3 Onverminderd de bijzondere bepalingen die gelden voor verzekerden van niet E.U.-nationaliteiten4 worden de bijdragen tussen de drie Fondsen zo verdeeld:  Pensioenfonds:............................................ 70,0%  Invaliditeitsfonds:........................................... 9,5%  Solidariteits- en perequatiefonds:................ 20,5% Geneeskundige verzorging Het betreft een uitgestelde verzekering, wat betekent dat de terugbetaling van de kosten van de geneeskundige verzorging aan de verzekerde en zijn rechthebbenden enkel wordt verkregen, indien aan bepaalde voorwaarden inzake verzekeringsduur (minstens 16 jaar deelname) en leeftijd (het in genot treden van de voordelen kan ten vroegste vanaf 50 jaar) is voldaan of wanneer de verzekerde arbeidsongeschikt is bevonden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17.07.1963 (hoofdstuk IV). Uitkeringen Voor de verzekerde zijn uitkeringen voorzien in geval hij niet in staat is door zijn werk in zijn 5 levensonderhoud te voorzien ten gevolge van een ziekte die zich manifesteert of van een ongeval dat zich voordoet tijdens de verzekeringsperiode. Ook de verzekerde vrouw die haar beroepsactiviteit staakt wegens zwangerschap, is erkend als zijnde niet in staat om door haar werk in haar levensonderhoud te voorzien.

1

Beheer van de uitkeringen van de ouderdoms- en overlevingsverzekering verzekerd in individuele kapitalisatie. 2 Beheer van de ziekte en invaliditeitsverzekering, van de verzekering geneeskundige verzorging en van de contracten voor bijkomende verzekeringen. 3 Beheer van de prestaties van de ouderdoms- en overlevingsverzekering gefinancierd door de repartitieregeling. 4 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. 5 Uitgezonderd een arbeidsongeval.

366


VI. DOSZ

A. Beschrijving van het regime

Pensioenen De ouderdoms- en overlevingsverzekering, ten laste van het Fonds voor pensioenen, voorziet in de toekenning van ouderdoms- en weduwenrenten. We beperken ons in deze nota tot de bespreking van de ouderdomsrenten. Voor de weduwenrenten, pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot en de indexering van de uitkeringen verwijzen we de lezer naar de website van de DOSZ: www.dosz.be . De ouderdomsrenten worden verkregen vanaf 55 jaar voor de vrouwelijke verzekerden en vanaf een leeftijd die verschilt naargelang van de duur van de aansluiting bij de verzekering voor de mannelijke verzekerden. De ‘normale leeftijd’ is op 55 jaar vastgesteld voor een aansluiting van 20 jaar en meer. Indien de aansluiting bij de verzekering minder dan 20 jaar bedraagt, wordt de leeftijd met één jaar verhoogd per periode van twee jaar minder aansluiting. Voor minder dan twee jaar aansluiting bij de verzekering wordt de leeftijd om voor het ouderdomspensioen in aanmerking te komen bijgevolg op 65 jaar vastgesteld. Onder bepaalde voorwaarden en mits vermindering van het bedrag van de prestatie, kan de verzekerde de vervroegde uitkering van de ouderdomsrente ten vroegste tien jaar voor de normale leeftijd van het in genot treden van het voordeel, bekomen. Het bedrag van de ouderdomsrente wordt bepaald door toepassing van de regels van de individuele kapitalisatie. Het is bijgevolg rechtstreeks afhankelijk van het bedrag van de gestorte bedragen, evenals van de leeftijd van de verzekerde op het ogenblik van de storting van de bijdragen en van de ingangsdatum van het pensioen. Gezinsbijslag De wetten van 16.06.1960 en 17.07.1963 garanderen ten gunste van de rechtgevende kinderen, 6 onderdanen van een der landen, die lid zijn van de Europese Unie , kinderbijslag:  aan de gepensioneerde koloniale werknemers die een loopbaan van tenminste 16 jaar hebben;  aan de slachtoffers van een arbeidsongeval overkomen vóór 01.07.1960 en aan de personen met een beroepsziekte die na die datum niet meer aan het risico blootgesteld waren;  aan de verzekerden die een uitkering trekken krachtens de verzekering geneeskundige verzorging. Arbeidsongevallen en beroepsziekten De wetgeving voor sociale zekerheid naar koloniaal recht voorzag in de verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten. Die uitkeringen worden door de wet van 16.06.1960 gewaarborgd. Het bij de wet van 17.07.1963 opgerichte stelsel voorziet niet in deze takken van sociale zekerheid in het kader van de algemene regeling. Nochtans verschaft de wet de mogelijkheid van een aanvullende verzekering inzake arbeidsongevallen.

6

In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland.

367


VI. DOSZ

B. Lopende rekeningen

B. Lopende rekeningen (budgettair concept) (duizend euro) 2004

2005

2006

2007

2008

Bijdragen Staatstoelagen Alternatieve financiering Toegewezen ontvangsten Externe overdrachten Opbrengsten beleggingen Diversen

46.764 285.470

49.260 290.348

54.141 285.110

54.195 284.559

62.564 310.496

1.692 1.988 1.471 3.799

2.293 3.764 921 3.427

1.938 3.864 1.306 3.466

1.395 0 1.512 3.442

2.344 1.973 2.835 3.742

Totaal lopende ontvangsten

341.184

350.013

349.825

345.104

383.954

Sociale prestaties Betalingskosten Beheerskosten Externe overdrachten Intresten op leningen Diversen

321.952 21 9.632 962 43 3.188

325.282 18 9.502 3.100 61 2.963

330.770 15 8.956 2.605 196 3.066

339.720 14 8.953 2.160 22 3.091

355.461 11 9.328 3.087 805 4.306

Totaal lopende uitgaven

335.798

340.926

345.608

353.961

372.998

5.386

9.087

4.217

-8.857

10.956

Ontvangsten

Uitgaven

Saldo lopende rekeningen

368


VI. DOSZ

C. Statistieken

C. Statistieken 1. Aantal bijdragebetalenden naar geslacht en categorie (Wet van 17.07.1963) Bron: DOSZ

2004

2005

2006

2007

2008

Mannen

6.635

6.764

7.019

7.301

7.768

Vrouwen

1.740

1.748

1.735

1.771

1.903

Totaal

8.375

8.512

8.754

9.072

9.671

2. Bijdragen volgens wetgeving en verzekering (duizend euro) Bron: DOSZ

2004 Uitvoering van de voormalige sociale wetgeving (1) Ouderdom en vroegtijdige dood Arbeidsongevallen Beroepsziekten

2005

2006

2007

2008

0,0 0,5 0,3

0,0 0,5 0,3

0,0 0,5 0,3

0,0 0,5 0,3

0,0 0,4 0,4

33.300,5

35.546,6

38.775,6

38.970,3

44.953,2

3.464,9

3.717,1

4.071,5

4.065,1

4.692,5

7.906,3

8.367,5

8.843,3

9.167,1

10.703,2

1.281,3

1.562,4

1.648,6

1.317,9

1.052,2

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stelsel van overzeese sociale zekerheid Ouderdom en vroegtijdige dood Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging) Aanvullende verzekeringen (2) Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging) Arbeidsongevallen Uitvoering van de wet van 05.08.1968 (3) Ouderdom en vroegtijdige dood

(1) De van kracht zijnde sociale wetgeving van Belgisch-Kongo, Rwanda en Burundi voor de toetreding van deze landen tot de onafhankelijkheid. (2) Het gaat om de verzekeringen bepaald in artikels 57 en 57bis van de wet van 17.07.1963. (3) Uitvoering van de wet tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en die van de privĂŠ-sector.

369


VI. DOSZ

C. Statistieken

3. Aantal rechthebbenden geneeskundige verzorging naar categorie (1) (2) Toestand op 31 december

Bron: DOSZ

2004 Gewezen werknemers Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genieten Slachtoffers van een arbeidsongeval Personen met een beroepsziekte

2005

2006

2007

2008

4.422

4.390

4.346

4.389

4.312

106 1 1

102 1 1

101 1 0

103 1 0

101 1 0

2.072

2.029

2.004

2.027

2.057

99 14 7

96 13 7

96 13 7

96 13 7

96 13 7

Weduwen van Gewezen werknemers Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genoten Slachtoffers van een arbeidsongeval Personen met een beroepsziekte

(1) Er wordt geen rekening gehouden met de titularissen van een aanvullend contract inzake geneeskundige verzorging. (2) Voor 2008 bedragen het aantal dubbeltellingen met de verplichte verzekering ziekte-invaliditeit van het RIZIV voor de gewezen werknemers 1.177 en voor de weduwen 720. Het betreft de opgeschorte rechten.

370


VI. DOSZ

C. Statistieken

4. Uitgaven voor geneeskundige verzorging volgens hoofdrubriek en toepasselijke wetgeving (duizend euro) Toestand 2007

Bron: DOSZ

Wet van 16.06.1960 Geneesheren Farmaceutische verstrekkingen Ziekenhuisverpleging Verpleegkundige zorgen Kinesitherapeuten Andere verstrekkingen Wet van 17.07.1963 Geneesheren Farmaceutische verstrekkingen Ziekenhuisverpleging Verpleegkundige zorgen Kinesitherapeuten Andere verstrekkingen Totaal

Verzekerden (1)

Gepensioneerden

Weduwen

0 0 0 0 0 0 0

222 19 60 46 7 3 87

1.533 144 245 316 69 32 727

6 0 6 0 0 0 0

6.845

14.436

4.132

613

2.201 1.724 1.436 17 83 1.384

2.301 2.664 3.704 437 270 5.060

634 488 968 190 100 1.752

100 185 158 37 22 111

6.845

14.658

5.665

619 Toestand 2008

Bron: DOSZ

Wet van 16.06.1960 Geneesheren Farmaceutische verstrekkingen Ziekenhuisverpleging Verpleegkundige zorgen Kinesitherapeuten Andere verstrekkingen Wet van 17.07.1963 Geneesheren Farmaceutische verstrekkingen Ziekenhuisverpleging Verpleegkundige zorgen Kinesitherapeuten Andere verstrekkingen Totaal

Invaliden

Verzekerden (1)

Gepensioneerden

Weduwen

0 0 0 0 0 0 0

127 6 53 8 3 2 55

1.761 159 253 445 83 36 785

6 0 6 0 0 0 0

7.725

14.859

5.425

801

2.531 1.899 1.602 14 96 1.583

2.296 27 3.446 492 255 8.343

693 579 1.515 270 111 2.257

101 180 229 28 19 244

7.725

14.986

7.186

807

(1) Bijkomende verzekering (art. 57 van de wet van 17.07.1963).

371

Invaliden


VI. DOSZ

C. Statistieken

5. Aantal rechthebbenden uitkeringsverzekering Toestand op 31 december

Bron: DOSZ

2004 Invaliden Weduwen Wezen Totaal

2005

2006

2007

2008

83 43 3

72 39 3

60 38 2

102 36 2

92 36 1

129

114

100

140

129

6. Uitgaven voor de uitkeringsverzekering volgens wetgeving en categorie (duizend euro) Bron: DOSZ

2004

2005

2006

2007

2008

Wet van 16.06.1960 Invaliden Weduwen Wezen

50 27 23 0

43 24 19 0

34 19 15 0

30 15 15 0

27 12 15 0

Wet van 17.07.1963 Invaliden Weduwen Wezen

729 671 57 1

720 661 58 1

635 574 60 1

620 559 60 1

674 611 62 1

Totaal

779

763

669

650

701

372


VI. DOSZ

C. Statistieken

7. Aantal rechthebbenden renten en toelagen volgens wetgeving en categorie

(1)

Toestand op 31 december

Bron: DOSZ

2004

2005

2006

2007

2008

Wet van 16.06.1960 Rustpensioenen Overlevingspensioenen

29.176 18.456 10.720

28.253 17.578 10.675

27.336 16.769 10.567

26.589 15.903 10.686

25.495 14.934 10.561

Wet van 17.07.1963 Rustpensioenen Overlevingspensioenen

25.213 17.698 7.515

25.587 17.901 7.686

26.149 18.285 7.864

27.239 19.162 8.077

28.134 19.886 8.248

(1) De pensioengerechtigden gewaarborgd door de wet van 16.06.1960 die genoten hebben van de regeling ingesteld door de wet van 17.07.1963 zijn onder beide wetgevingen opgenomen.

8. Uitgaven voor de renten en toelagen (duizend euro) Bron: DOSZ

2004

2005

2006

2007

2008

Rust Weduwen Wezen

223.257 63.360 1.203

228.140 65.423 1.203

231.539 67.614 1.050

239.183 68.449 1.061

250.473 72.090 1.105

Totaal

287.820

294.766

300.203

308.693

323.668

373


VI. DOSZ

C. Statistieken

9. Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse Toestand op 31 december

Bron: DOSZ

2004

2005

2006

2007

2008

0 - 6 jaar 6 - 12 jaar 12 - 16 jaar 16 - 25 jaar 25 jaar en ouder

2 17 14 48 6

2 14 12 38 10

0 8 20 26 9

0 7 11 34 8

0 6 12 34 7

Totaal

87

76

63

60

59

10. Uitgaven voor gezinsbijslag (duizend euro) Bron: DOSZ

2004 Gezinsbijslag

2005

171

374

163

2006 137

2007 144

2008 121


VI. DOSZ

C. Statistieken

11. Aantal rechthebbenden arbeidsongevallen volgens wetgeving en categorie Toestand op 31 december

Bron: DOSZ

2004

2005

2006

2007

2008

Wet van 16.06.1960 Invaliden Weduwen

253 197 56

228 176 52

217 168 49

201 154 47

179 137 42

Wet van 17.07.1963 (contracten) Invaliden Weduwen Wezen

347 278 57 12

335 270 56 9

332 268 55 9

325 260 56 9

307 245 55 7

Totaal

600

563

549

526

486

12. Uitgaven arbeidsongevallen volgens wetgeving (duizend euro) Bron: DOSZ

2004 Wet van 16.06.1960 (art. 4) Algemene regeling

2005

2006

2007

2008

484

466

436

441

395

Wet van 17.07.1963 (art. 57) Aanvullende verzekering

1.528

1.566

1.559

1.722

1.527

Totaal

2.012

2.032

1.995

2.163

1.922

375


VI. DOSZ

C. Statistieken

13. Aantal rechthebbenden beroepsziekten Toestand op 31 december

Bron: DOSZ

2004 Wet van 16.06.1960 Blijvende arbeidsongeschiktheid Weduwen

2005

2006

2007

2008

21

21

20

17

16

14 7

14 7

13 7

11 6

10 6

14. Uitgaven voor beroepsziekten (duizend euro) Bron: DOSZ

2004 Beroepsziekten

2005

116

376

111

2006 110

2007

2008 99

97


VII BIJLAGEN



VII. Bijlagen

1. Indexering

1. Indexering 1.0 Methodologische nota De basisreglementering voor de indexering van de uitkeringen van de sociale zekerheid (privésector) en de sociale bijstand ligt vervat in de wet van 02.08.1971. Deze wet werd sinds het begin van de jaren zeventig meermaals aangepast. Zo onttrok een wet van 01.03.1977 een aantal uitgaven in de overheidssector, waaronder de wedden, lonen en pensioenen van de ambtenaren, aan het toepassingsgebied van de wet van 02.08.1971 en paste er een ander, voordeliger, indexeringsmechanisme op toe. De wetgever wenste dat deze uitgaven de evolutie van de levensduurte sneller zouden volgen. In de jaren tachtig en negentig vielen drie belangrijke wijzigingen te noteren:  in 1983 werd het zogenaamde 'afgevlakte indexcijfer' ingevoerd (KB's nr. 156 en 178 van 30.12.1982);  KB nr. 281 van 31.03.1984, gewijzigd door het KB nr. 420 van 18.07.1986, voorzag dat voor een aantal sociale uitkeringen drie indexaanpassingen niet werden doorgevoerd (indexsprongen);  een KB van 24.12.1993, ter uitvoering van de wet van 06.01.1989 tot vrijwaring van ‘s lands concurrentievermogen, verving voor de toepassing van de wet van 02.08.1971 het ‘gewone’ indexcijfer der consumptieprijzen door de ‘gezondheidsindex’ (officieuze benaming). De wet van 02.01.2001 (BS 03.01.2001, erratum 13.01.2001) en de wet van 19.07.2001 hebben het indexmechanisme opnieuw gewijzigd, ditmaal met het oog op een snellere aanpassing van de uitkeringen aan de evolutie van de gezondheidsindex. De wet past daartoe zowel de bepalingen met betrekking tot de vaststelling van het tijdstip van de indexering (wet van 02.08.1971) als de bepalingen met betrekking tot de toepassingsdatum van de indexering (wet van 02.08.1971 én (gedeeltelijk) wet van 01.03.1977) aan. Kort samengevat ziet het indexeringsmechanisme vervat in de wet van 02.08.1971 (sociale zekerheid in de privésector en sociale bijstand) er als volgt uit: Het tijdstip van indexering De aanzet tot het indexeren van de uitkeringen wordt gegeven telkens wanneer de zogenaamde afgevlakte (gezondheids)index de spilindex bereikt. De afgevlakte (gezondheids)index is het rekenkundig gemiddelde van (gezondheids)indexcijfers van de betrokken maand en van de drie voorafgaande maanden.

de

Spilindexcijfers zijn getallen die behoren tot een reeks waarvan het eerste 114,20 is (basis 1966) en elk van de volgende bekomen wordt door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02. Ze fungeren in feite als aanpassingsdrempels. De conversiecoëfficiënten laten toe van de indexcijfers van een vroegere basis naar een meer recente basis om te rekenen.

379


VII. Bijlagen

1. Indexering

De toepassingsdatum De maandelijks te vereffenen bedragen worden dan aangepast met ingang van de maand die volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt1. De per kwartaal vereffende bedragen worden aangepast met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt. De indexaanpassing van de uitgaven die per jaar worden vereffend, wordt doorgevoerd met ingang van het burgerlijke jaar dat volgt op het jaar waarin de spilindex werd bereikt. De aanpassing van de bedragen Voor het aanpassen van de bedragen moet steeds teruggegrepen worden naar de basisbedragen die in de reglementering zijn opgenomen. Deze basisbedragen werden naar aanleiding van de invoering van de euro, opnieuw vastgesteld, uitgedrukt in euro en gekoppeld aan de spilindex van kracht op 01.01.2000: 103,14 (basis 1996). In geval van indexaanpassing worden de bedragen opnieuw berekend door op het basisbedrag de n n coëfficiënt 1,02 toe te passen, waarbij de rang van de bereikte spilindex vertegenwoordigt. Daartoe wordt ieder spilindexcijfer aangeduid met een volgnummer dat zijn rang aangeeft. De spilindex van rang 1 duidt de spilindex aan die volgt op 103,14 (basis 1996), dit wil zeggen, 103,14 x 1,021 = spilindex 105,20. In juli 2005 werd spilindex 116,15 (basis 1996) bereikt. Dit is het spilindexcijfer met rang 6. De basisbedragen werden dus vermenigvuldigd met 1,026 of 1,1262. De sociale prestaties werden aangepast op 1 augustus 2005. Vanaf 1 januari 2006 is de basis 2004 van toepassing. Om een indexcijfer van de consumptieprijzen met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8701 vermenigvuldigen. Om een gezondheidsindex met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8790 vermenigvuldigen. De spilindex 116,15 wordt dus 102,10 in de basis 2004. In december 2007 werd de spilindex 106,22 bereikt. De sociale prestaties werden aangepast op 1 januari 2008. Op 1 mei en op 1 september 2008 werden de sociale prestaties opnieuw verhoogd met 2 % naar aanleiding van het bereiken van de spilindexen 108,34 in april en 110,51 in augustus 2008. In overeenkomst met de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de spilindex (momenteel 112,72) overschreden worden in december 2010. Reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen Op de volgende bladzijde vindt u een tabel met het overzicht van de reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de gezondheidsindex (basis 2004) van 2004 tot eind 2008. Voor een uitgebreidere reeks van indexcijfers verwijzen we naar de website van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Dienst Indexcijfer der prijzen: http://mineco.fgov.be. Vooruitzichten voor de te verwachten evolutie van het indexcijfer kan u vinden op de website van het Federaal Planbureau: www.plan.be . Meer bepaald vindt u daar bij “Vooruitzichten en macroeconomische analyses” de publicatie “Economische begroting 2010 – Economische vooruitzichten”, welke een hoofdstuk wijdt aan de inflatieverwachtingen.

1

Omdat de toepassing van de indexaanpassing vanaf de eerste maand na het bereiken van de spilindex vooral voor uitkeringen die in het begin van de maand uitbetaald worden (d.w.z. slechts enkele werkdagen nadat het indexcijfer van de vorige maand werd gepubliceerd) problemen kan stellen, kan de Koning in dit geval bijzondere uitvoeringsmodaliteiten vaststellen.

380


381

100,00

2,09 %

Gemiddelde

Toename in %

1,63 %

99,98

99,04 99,34 99,37 99,77 99,92 99,90 100,21 100,23 100,28 100,64 100,63 100,43

Gezondheidsindex

2,79 %

102,79

100,83 101,51 102,16 102,39 102,54 102,85 103,47 103,57 103,69 103,50 103,47 103,45

Index

2,17 %

102,15

100,80 101,33 101,88 101,85 102,04 102,22 102,63 102,65 102,54 102,37 102,68 102,76

Gezondheidsindex

2005

1,79 %

104,63

103,48 103,93 103,89 104,40 104,79 104,77 105,13 105,26 104,96 104,75 105,01 105,15

Index

1,76 %

103,95

102,82 103,31 103,23 103,60 103,95 103,93 104,25 104,38 104,36 104,32 104,58 104,68

Gezondheidsindex

2006

1,82 %

106,53

105,20 105,77 105,78 106,26 106,13 106,12 106,57 106,44 106,54 107,10 108,10 108,40

Index

1,77 %

105,79

104,92 105,46 105,23 105,58 105,34 105,28 105,70 105,67 105,71 106,19 106,93 107,44

Gezondheidsindex

2007

4,50 %

111,32

108,84 109,62 110,42 110,67 111,66 112,28 112,87 112,18 112,36 112,16 111,49 111,25

Index

(1)

4,23 %

110,26

107,85 108,71 109,32 109,49 110,20 110,62 111,22 110,88 111,15 111,29 111,09 111,24

Gezondheidsindex

2008

(1) Ingevolge het K.B. van 24.12.1993 ter uitvoering van de wet van 06.01.1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen wordt vanaf januari 1994 de zogenaamde gezondheidsindex gebruikt als basis voor de indexering van de sociale uitkeringen.

98,60 98,97 99,11 99,64 100,03 99,98 100,32 100,44 100,51 101,00 100,88 100,55

Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December

Index

2004

Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

1.1 Overzicht van de reĂŤle evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en van de gezondheidsindex (basis 2004)

VII. Bijlagen 1. Indexering


VII. Bijlagen

1. Indexering

1.2 Vooruitzichten van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en van de gezondheidsindex (basis 2004) (Economische begroting 2010 van 11 september 2009) Bron: Federaal Planbureau

2009 Index

2010

Gezondheidsindex

Index

Gezondheidsindex

Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December

111,36 111,74 111,10 111,34 111,25 111,04 110,97 111,31 111,17 111,45 111,53 111,84

111,45 111,75 111,07 111,17 110,96 110,50 110,48 110,66 110,58 110,84 110,90 111,22

112,01 112,57 112,62 112,82 112,93 113,01 113,15 113,14 113,20 113,46 113,54 113,73

111,37 111,96 111,99 112,18 112,26 112,33 112,47 112,43 112,50 112,76 112,84 113,04

Gemiddelde

111,34

110,97

113,02

112,34

Toename in %

0,02 %

0,64 %

1,51 %

1,23 %

382


VII. Bijlagen

1. Indexering

1.3 Toepassingsdatum voor de aanpassing van de sociale prestaties ten gevolge van de overschrijding van de spilindex Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Toegepaste spilindexen afgeleid uit de evolutie van de gezondheidsindex (vóór 1995: indexcijfer van de consumptieprijzen) Basis 1981 1.02.1990 1.11.1990 1.03.1991 1.12.1991 1.11.1992 1.07.1993 1.12.1994 1.05.1996 1.10.1997 1.06.1999 1.09.2000 1.06.2001 1.02.2002 1.06.2003 1.10.2004 1.08.2005 1.10.2006 1.01.2008 1.05.2008 1.09.2008

140,77 143,59 146,45 149,39 152,38 155,42 158,53 161,70 164,93 168,23 171,59 175,01 178,52 182,09 185,73 189,45 193,25 197,10 201,04 205,07

Basis 1988

Basis 1996

108,26 110,43 112,64 114,89 117,19 119,53 121,92 124,36 126,84 129,37 131,96 134,60 137,29 140,04 142,85 145,70 148,61 151,59

103,14 105,20 107,30 109,45 111,64 113,87 116,15 118,48 120,85 123,26 125,73

Basis 2004

104,14 106,22 108,34 110,51

Conversiecoëfficiënten Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (Dienst indexcijfer der prijzen)

Omzetting naar basis … 1996 1988 1981 1974-1975 1971

Indexcijfer van de consumptieprijzen

Gezondheidsindex

2004

2004

x 1,1493 x 1,4105 x 1,9082 x 2,9388 x 4,0261

x 1,1377 x 1,3717 -

383



VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

2. Alternatieve financiering 2.1 Periode 2004-2008 BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging) a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro) 2004 Index van de consumptieprijzen Netto BTW-ontvangsten

2005

2006

2007

2008

2,10 %

2,78 %

1,79 %

1,82 %

4,49 %

20.180.035

21.334.477

22.541.563

23.764.101

24.017.645

Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %)

4.745.133

5.016.589

5.300.423

5.587.891

5.647.509

Wettelijk minimum Wettelijk geïndexeerd minimum Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002

4.700.789 4.657.917 42.872

4.831.471 4.787.407 44.064

4.917.954 4.873.102 44.853

5.007.461 4.961.792 45.669

5.232.296 5.184.577 47.719

Basisbedrag

4.745.133

5.016.589

5.300.423

5.587.891

5.647.509

116.580 83.573 33.007 -

439.701 164.038 0 33.661 242.002 0 -

838.831 260.861 3.932 33.395 505.200 25.220 1.400 8.823 -

257.158 218.740 4.720 31.788 0 0 1.910 0 -

360.062 332.907 4.720 30.911 16.945 3.400 7.081 -35.902

4.861.713

5.456.290

6.139.254

5.845.049

6.007.571

233.048 40.902 22.310 25.384 1.512 10.460 83.573 15.900 33.007 -

542.965 40.902 22.310 25.384 4.208 10.460 164.038 0 33.661 242.002 0 -

938.587 41.602 22.310 25.384 0 10.460 260.861 3.932 33.395 505.200 25.220 1.400 8.823

336.214 20.902 22.310 25.384 0 10.460 218.740 4.720 31.788 0 0 1.910 0

456.618 5.000 19.810 25.384 0 10.460 332.907 4.720 30.911 16.945 3.400 7.081

Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B)

4.628.665

4.913.325

5.200.667

5.508.835

5.550.953

Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) Verhoging (art. 66, § 3 bis, 2de lid) Desaffectatie "Tewerkstellingsfonds" (overdracht van de reserves) Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid)

6.066.238 4.432.873 1.510.985 22.190 100.190

6.257.378 4.705.491 1.551.887 -

6.532.566 4.980.679 1.551.887 -

7.588.349 5.275.811 1.551.887 -

8.022.944 5.316.148 1.551.887 -

Verhogingen bestemd voor: Dienstencheques Startbaanovereenkomsten (openbare sector) Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) Kostprijs van de werkbonus Sociale economie (samenwerkingsakkoord) FSO Fonds "Tewerkstellingscellen" Artikel 2 van de programmawet van 8 juni 2008 Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) Heffingen (B) RSZPPO RVA - PWA RVA - Betaald educatief verlof RVA - Wachtuitkeringen (EGKS) RSZ - Compensatie - Politiezones RVA - Dienstencheques RVA - Startbaanovereenkomsten RVA - Tijdelijke werkloosheid RSZ - Kostprijs werkbonus RVA - Sociale economie FSO Fonds "Tewerkstellingscellen"

Werkbonus Voorschot dienstencheques Verhoging 2007

Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) Verhoging (art. 66, § 11) Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) Vermindering gekoppeld aan overname v/d schuld Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13)

-

-

-

738.200

738.200

-

-

-

534.200 200.000 4.000

534.200 200.000 4.000

-

-

-

22.451 -

-182.060 23.459 575.310

166.692 195.793 49.121 20.020 -

227.965 207.834 110.989 131.120 -

230.207 219.988 149.701 159.920 -

423.192 233.024 190.168 -

729.378 234.805 254.668 182.060 57.845

385


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro) 2004

2005

2006

2007

2008

RSZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag Basisbedrag toegewezen aan de werknemers (W) Bijzondere bedragen: Compensatie - Politiezones Kostprijs van de werkbonus Dienstencheques

(1)

Tijdelijke werkloosheid

6.160.271 6.066.238 94.033

6.707.539 6.257.378 450.161

7.351.305 6.532.566 818.739

7.849.337 7.588.349 260.988

8.404.303 8.022.944 381.359

10.460 83.573

10.460 242.002 164.038

10.460 505.200 260.861

10.460 0 218.740

10.460 332.907

-

33.661

33.395

31.788

30.911

-

-

8.823

0

7.081

-102.382

67.490

-44.412

-

-

-

83.573

-47.200

44.526

105.082

6.057.889

6.858.602

7.259.692

7.893.864

8.509.385

166.692

227.965

230.207

423.192

729.378

-1.938 -

-2.721 -

949 4.724

-949

-

164.754

225.244

235.880

422.243

729.378

2005

2006

2007

2008

(2)

Fonds "Tewerkstellingscellen"

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag RSVZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag (Z) Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag

(1) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2004 bestemd voor de RSZ. (2) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2005 bestemd voor de RSZ.

c. RVA - Globaal beheer (duizend euro) 2004 Totaal toegekend bedrag

33.007

-

2.400

2.444

2.560

(1)

33.007 -

-

2.400

2.444

2.560

Tijdelijke werkloosheid Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen

-33.007

-

-

-

-

Achterstallen

-

55.727

-

-

-

Totaal geboekt bedrag

0

55.727

2.400

2.444

2.560

(1) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen bestemd voor de RVA in 2003 en 2004.

d. RSZ - Buiten Globaal beheer en buiten minimum (duizend euro) 2004 TOTAAL Aanzuivering schuldvordering Tewerkstellingsfonds Terugvorderingsfonds Sociale Maribel

2005

74.495 51.860 22.635

386

2006 -

2007 0 -

2008 0 -

0 -


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

e. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro) 2004 TOTAAL PWA Betaald educatief verlof Betaald educatief verlof - aanvulling Wachtuitkeringen (EGKS) Startbaanovereenkomsten Sociale economie

2005

65.106 22.310 25.384 1.512 15.900 -

51.902 22.310 25.384 4.208 0 0

2006

2007

2008

135.822 22.310 25.384 58.976 0 3.932 25.220

111.390 22.310 25.384 58.976 0 4.720 0

100.264 19.810 25.384 33.405 0 4.720 16.945

2006

2007

2008

f. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro) 2004 TOTAAL FBZ Asbestfonds

2005 -

-

-

-

10.000 10.000

g. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro) 2004 TOTAAL RSZPPO (art. 66, § 2, 1°)

2005

40.902 40.902

2006

40.902 40.902

41.602 41.602

2007 20.902 20.902

2008 5.000 5.000

h. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro) 2004 TOTAAL FSO

2005 -

387

2006 -

1.400 1.400

2007 1.910 1.910

2008 3.400 3.400


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro) 2004

2005

2006

2007

2008

RSZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag (80 %) Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag

51.050

52.469

53.408

54.380

56.822

-350

-398

672

-

-

50.700

350 52.421

398 54.478

-672 53.709

56.822

12.763

13.117

13.352

13.595

14.206

-88

-100

168

-

-

-

88

100

-168

-5

12.675

13.105

13.620

13.427

14.201

RSVZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag (20 %) Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag

ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro) 2004

2005

2006

2007

2008

-

387.315

402.674

444.792

RSZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag (90 %)

-

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen

-

-

-38.709

-

-

Achterstallen Totaal geboekt bedrag

-

-

348.606

38.709 441.382

444.792

Totaal toegekend bedrag (10 %)

-

-

43.035

44.742

49.421

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen

-

-

-

-

-

Achterstallen

-

-

-

-

-

Totaal geboekt bedrag

-

-

43.035

44.742

49.421

RSVZ - GLOBAAL BEHEER

STOCK OPTIONS (duizend euro) 2004 TOTAAL RSZ - Globaal beheer (95,77 %) RSVZ - Globaal beheer (4,23 %)

2005

2006

2007

2008

56.461

33.446

37.867

36.937

51.580

54.073 2.388

32.008 1.438

36.284 1.584

35.380 1.557

50.389 1.191

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro) 2004 RSZ - GLOBAAL BEHEER

2005

8.278

388

15.270

2006 14.350

2007 17.054

2008 10.208


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro) 2004 RSVZ - GLOBAAL BEHEER

2005 -

2006 -

2007

1.500

2008

2.100

2.530

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro) 2004

2005

2006

2007

2008

-

-

-

127.800

127.514

Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) RSZ - Globaal beheer

-

-

-

46.800 46.800

46.800 46.800

Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) RSZ - Globaal beheer

-

-

-

31.000 31.000

32.897 32.897

Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) RSZ - Globaal beheer

-

-

-

-

-4.428 -4.428

Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) RSZ - Globaal beheer (90 %) RSVZ - Globaal beheer (10 %)

-

-

-

15.000 13.500 1.500

15.674 14.106 1.567

Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) RSZ - Globaal beheer

-

-

-

5.000 5.000

5.225 5.225

Artikel 66, § 12 RSZ - Globaal beheer

-

-

-

30.000 30.000

31.347 31.347

TOTAAL

DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro) 2004 BTW Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) Werknemers (voorlopige verdeling) Zelfstandigen (voorlopige verdeling) Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) Werknemers (voorlopige verdeling) Zelfstandigen (voorlopige verdeling) Inhaalbedragen ziekenhuizen ACCIJNZEN Artikel 67 ter Basisbedrag Werknemers (voorlopige verdeling) Zelfstandigen (voorlopige verdeling) Saldo Werknemers (90 %) Zelfstandigen (10 %) Artikel 67 quinquies Werknemers (voorlopige verdeling) Zelfstandigen (voorlopige verdeling) Totaal verschuldigd aan het RIZIV

2005

2006

2007

2008

1.293.607

1.581.766

1.348.263

1.386.841

1.487.241

1.293.107 1.199.972 93.135

1.334.766 1.228.190 106.576

1.348.263 1.237.038 111.225

1.386.841 1.272.434 114.407

1.487.241 1.364.544 122.697

500 469 31

-

-

-

-

-

247.000

-

-

-

144.800

429.800

685.686

803.215

833.442

144.800

299.800

555.686

673.215

703.442

144.800 135.740 9.060

299.800 280.654 19.146

299.800 280.147 19.652

299.800 279.996 19.805

299.800 280.643 19.157

-

-

255.886 230.297 25.589

373.415 336.074 37.342

403.642 363.278 40.364

-

130.000 121.698 8.302

130.000 121.478 8.522

130.000 121.478 8.522

130.000 121.698 8.302

1.438.407

2.011.566

2.033.949

2.190.056

2.320.683

389


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro) 2004 BTW RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer RVA - Globaal beheer RSZ - Buiten globaal beheer en minimum RVA - Buiten globaal beheer RIZIV - Geneeskundige verzorging RSZPPO FSO ACCIJNZEN RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer RIZIV - Geneeskundige verzorging ROERENDE VOORHEFFING RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer STOCK OPTIONS RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE RSZ - Globaal beheer TAKS OP DE VERZEKERINGEN RSVZ - Globaal beheer PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer ALGEMEEN TOTAAL

2005

2006

2007

2008

7.696.753 6.057.889 164.754 0 74.495 65.106 1.293.607 40.902 -

8.814.143 6.858.602 225.244 55.727 51.902 1.581.766 40.902 -

9.025.059 7.259.692 235.880 2.400 0 135.822 1.348.263 41.602 1.400

9.839.593 7.893.864 422.243 2.444 0 111.390 1.386.841 20.902 1.910

10.847.228 8.509.385 729.378 2.560 0 100.264 1.487.241 5.000 3.400

208.175 50.700 12.675 144.800

495.327 52.421 13.105 429.800

753.783 54.478 13.620 685.686

870.351 53.709 13.427 803.215

904.465 56.822 14.201 833.442

-

-

391.641 348.606 43.035

486.124 441.382 44.742

494.214 444.792 49.421

56.461 54.073 2.388

33.446 32.008 1.438

37.867 36.284 1.584

36.937 35.380 1.557

51.580 50.389 1.191

8.278 8.278

15.270 15.270

14.350 14.350

17.054 17.054

10.208 10.208

-

-

1.500 1.500

2.100 2.100

2.530 2.530

-

-

-

127.800 126.300 1.500

127.514 125.947 1.567

7.969.667

9.358.185

10.224.201

11.379.960

12.437.739

390


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

2.2 Periode 2009-2011 BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging) a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro) 2009 Index van de consumptieprijzen Netto BTW-ontvangsten

2010

2011

0,02 %

1,50 %

1,60 %

23.228.600

24.439.232

25.966.000

Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %)

5.461.973

5.746.641

6.105.645

Wettelijk minimum Wettelijk geïndexeerd minimum Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002

5.233.342 5.185.613 47.729

5.311.843 5.263.398 48.445

5.396.832 5.347.612 49.220

Basisbedrag

5.461.973

5.746.641

6.105.645

330.916 207.801 4.720 85.920 14.332 2.017 5.000

290.100 181.871 4.720 70.666 14.471 2.246 5.000

270.157 195.414 4.720 36.765 14.857 2.275 5.000

7.081 4.045

7.081 4.045

7.081 4.045

5.792.889

6.036.741

6.375.802

427.472 40.902 19.810 25.384 10.460 207.801 4.720 85.920 14.332 2.017 5.000

386.656 40.902 19.810 25.384 10.460 181.871 4.720 70.666 14.471 2.246 5.000

366.713 40.902 19.810 25.384 10.460 195.414 4.720 36.765 14.857 2.275 5.000

7.081 4.045

7.081 4.045

7.081 4.045

Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B)

5.365.417

5.650.085

6.009.089

Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid)

8.364.261 5.138.460 1.551.887 938.200

9.516.613 5.411.086 1.551.887 938.200

11.277.626 5.754.905 1.551.887 938.200

534.200 400.000 4.000

534.200 400.000 4.000

534.200 400.000 4.000

Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) Verhoging (art. 66, § 11) Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13)

-182.096 23.464 894.346

-184.828 23.816 1.776.451

-187.785 24.197 3.196.222

Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13)

773.420 226.957 277.748 182.096 86.619

878.706 238.999 277.748 184.828 177.132

1.046.804 254.184 277.748 187.785 327.087

Verhogingen bestemd voor: Dienstencheques Startbaanovereenkomsten (openbare sector) Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) Sociale economie (samenwerkingsakkoord) FSO Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap" Fonds "Tewerkstellingscellen" Start- en stagebonus Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) Heffingen (B) RSZPPO RVA - PWA RVA - Betaald educatief verlof RSZ - Compensatie - Politiezones RVA - Dienstencheques RVA - Startbaanovereenkomsten RVA - Tijdelijke werkloosheid RVA - Sociale economie FSO Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap" Fonds "Tewerkstellingscellen" Start- en stagebonus

Werkbonus Voorschot dienstencheques Verhoging 2007

391


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro) 2009

2010

2011

RSZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag Basisbedrag toegewezen aan de werknemers (W) Bijzondere bedragen: Compensatie - Politiezones Dienstencheques Tijdelijke werkloosheid Fonds "Tewerkstellingscellen" Start- en stagebonus Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"

8.684.568 8.364.261 320.307

9.795.736 9.516.613 279.123

11.502.391 11.277.626 258.765

10.460 207.801 85.920 7.081 4.045 5.000

10.460 181.871 70.666 7.081 4.045 5.000

10.460 195.414 36.765 7.081 4.045 5.000

-

-

-30.000 -4.000

Besparingen betaald educatief verlof Besparingen PWA Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag

-

-

-

-99.252

-

-

8.585.316

9.795.736

11.502.391

773.420

878.706

1.046.804

-3.791

-

-

769.628

878.706

1.046.804

2009

2010

RSVZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag (Z) Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag

c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)

Totaal toegekend bedrag Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters)

2.604 2.604

2.643 2.643

2.685 2.685

-

-

-

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag

2011

-

-

-

2.604

2.643

2.685

d. RSZ - Buiten Globaal beheer en buiten minimum (duizend euro) 2009 TOTAAL

2010 -

392

2011 -

-


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

e. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro) 2009 TOTAAL PWA Betaald educatief verlof Betaald educatief verlof - aanvulling Startbaanovereenkomsten Sociale economie

2010

84.628 19.810 25.384 20.382 4.720 14.332

84.389 19.810 25.384 20.004 4.720 14.471

2011 85.379 19.810 25.384 20.608 4.720 14.857

f. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro) 2009 TOTAAL FBZ Asbestfonds

2010

10.000 10.000

10.000 10.000

2011 10.000 10.000

g. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro) 2009 TOTAAL RSZPPO (art. 66, § 2, 1°)

2010

40.902 40.902

40.902 40.902

2011 40.902 40.902

h. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro) 2009 TOTAAL FSO

2010

2.017 2.017

393

2.246 2.246

2011 2.275 2.275


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro) 2009

2010

2011

RSZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag (80 %)

56.833

57.686

58.609

-

-

-

56.833

57.686

58.609

14.208

14.422

14.652

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag RSVZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag (20 %) Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag

-

-

-

206

-

-

14.414

14.422

14.652

ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro) 2009

2010

2011

412.154

418.336

425.029

-

-

-

412.154

418.336

425.029

RSZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag (90 %) Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen Achterstallen Totaal geboekt bedrag RSVZ - GLOBAAL BEHEER Totaal toegekend bedrag (10 %)

45.795

46.482

47.225

Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen

-

-

-

Achterstallen

-

-

-

45.795

46.482

47.225

Totaal geboekt bedrag

STOCK OPTIONS (duizend euro) 2009 TOTAAL RSZ - Globaal beheer (95,77 %) RSVZ - Globaal beheer (4,23 %)

2010

2011

55.000

50.000

45.000

52.674 2.327

47.885 2.115

43.097 1.904

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro) 2009 RSZ - GLOBAAL BEHEER

2010

10.673

394

10.673

2011 10.673


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro) 2009 RSVZ - GLOBAAL BEHEER

2010

2.531

2011

2.568

2.610

PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro) 2009

2010

2011

172.982

173.732

175.097

Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) RSZ - Globaal beheer

46.800 46.800

46.800 46.800

46.800 46.800

Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) RSZ - Globaal beheer

33.555 33.555

33.555 33.555

34.170 34.170

Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) RSZ - Globaal beheer

-6.629 -6.629

-6.663 -6.663

-6.762 -6.762

Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) RSZ - Globaal beheer (90 %) RSVZ - Globaal beheer (10 %)

15.677 14.109 1.568

15.912 14.321 1.591

16.167 14.550 1.617

5.226 5.226

5.304 5.304

5.389 5.389

31.353 31.353

31.824 31.824

32.333 32.333

TOTAAL

Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) RSZ - Globaal beheer Artikel 66, § 12 RSZ - Globaal beheer

DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro) 2009

2010

2011

1.656.994

1.609.313

1.609.313

1.656.994 1.520.292 136.702

1.609.313 1.476.545 132.768

1.609.313 1.476.545 132.768

Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) Werknemers (voorlopige verdeling) Zelfstandigen (voorlopige verdeling)

-

-

-

Inhaalbedragen ziekenhuizen

-

-

-

BTW Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) Werknemers (voorlopige verdeling) Zelfstandigen (voorlopige verdeling)

833.583

844.137

855.563

703.583

714.137

725.563

Basisbedrag Werknemers (voorlopige verdeling) Zelfstandigen (voorlopige verdeling)

299.800 280.643 19.157

299.800 280.643 19.157

299.800 280.643 19.157

Saldo Werknemers (90 %) Zelfstandigen (10 %)

403.783 363.405 40.378

414.337 372.903 41.434

425.763 383.187 42.576

130.000 121.698 8.302

130.000 121.698 8.302

130.000 121.698 8.302

2.490.577

2.453.450

2.464.876

ACCIJNZEN Artikel 67 ter

Artikel 67 quinquies Werknemers (voorlopige verdeling) Zelfstandigen (voorlopige verdeling) Totaal verschuldigd aan het RIZIV

395


VII. Bijlagen

2. Alternatieve financiering

ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro) 2009

2010

2011

11.152.089 8.585.316 769.628 2.604 84.628 1.656.994 10.000 40.902 2.017

12.423.935 9.795.736 878.706 2.643 84.389 1.609.313 10.000 40.902 2.246

14.299.749 11.502.391 1.046.804 2.685 85.379 1.609.313 10.000 40.902 2.275

ACCIJNZEN RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer RIZIV - Geneeskundige verzorging

904.830 56.833 14.414 833.583

916.244 57.686 14.422 844.137

928.824 58.609 14.652 855.563

ROERENDE VOORHEFFING RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer

457.948 412.154 45.795

464.818 418.336 46.482

472.255 425.029 47.225

STOCK OPTIONS RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer

55.000 52.674 2.327

50.000 47.885 2.115

45.000 43.097 1.904

BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE RSZ - Globaal beheer

10.673 10.673

10.673 10.673

10.673 10.673

2.531 2.531

2.568 2.568

2.610 2.610

172.982 171.414 1.568

173.732 172.141 1.591

175.097 173.480 1.617

12.756.054

14.041.970

15.934.208

BTW RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer RVA - Globaal beheer RSZ - Buiten globaal beheer en minimum RVA - Buiten globaal beheer RIZIV - Geneeskundige verzorging FBZ - Asbestfonds RSZPPO FSO

TAKS OP DE VERZEKERINGEN RSVZ - Globaal beheer PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING RSZ - Globaal beheer RSVZ - Globaal beheer ALGEMEEN TOTAAL

396


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

3. Sociale correcties 3.0 Methodologische nota De regering heeft in de loop der jaren steeds haar sociaal zekerheidsbeleid aangevuld met specifieke maatregelen die erop gericht zijn zekere modaliteiten in de wetgeving van de sociale bescherming te verbeteren voor de sociaal zwakkeren. Het gaat dan meestal om maatregelen die een bepaalde doelgroep voor ogen hebben: bijvoorbeeld personen die voor een bepaalde tak van de sociale bescherming een minimumuitkering genieten. Het geheel van de maatregelen die met dit doel genomen werden duiden we aan met de term “sociale correcties�. Wat de geneeskundige verzorging betreft, worden buiten de verbetering van de sociale uitkeringen aan personen, ook initiatieven opgenomen de zorgverstrekkers en de ziekenhuizen beogen. De opgenomen tabel geeft een overzicht van de sociale correcties die voor de beschouwde periode van belang zijn. Deze tabel is als volgt opgebouwd: in de eerste kolom vindt men een korte omschrijving van de maatregel (aangeduid met de doelstelling ervan). Daarnaast wordt bij elke maatregel de datum van inwerkingtreding vermeld (tweede kolom). Verder vindt men de geraamde budgettaire kost (in de kolom corresponderend met het jaar waarin de maatregel in werking is getreden). Ten slotte geeft 1 de meest rechtse kolom de kostprijs die berekend werd op jaarbasis en dit in de veronderstelling dat de maatregel op kruissnelheid is gekomen in constante prijzen volume.

1

Het gaat steeds om ex-ante berekeningen: er wordt dus geen rekening gehouden met eventuele terugverdieneffecten.

397


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

3.1 Het stelsel van de werknemers (miljoen euro) (*) Van kracht

2005

2006

2007

2008

Jaarlijkse kost

1. Uitkeringen - welvaartsaanpassing van de plafonds met 2 %

1.1.2005

0,30

- stijging van het ZIV-plafond

1.1.2005

1,00

1,00

- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1997 of voordien

1.9.2005

7,40

22,20

2005

1,50

1,50

- beroepsherinschakeling na invaliditeit

0,30

- hulp van derde voor alleenstaande invaliden

1.1.2006

0,40

0,40

- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998

1.9.2006

1,83

5,49

1.10.2006

0,20

- verhoging van de minima met 1 %

1,20

- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden

1.1.2007

11,60

11,60

- verhoging van de minima inzake invaliditeit tot het niveau van de minimumpensioenen

1.1.2007

19,10

- aanpassing met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen van onregelmatige werknemers

1.4.2007

1,60

- verhoging met 2 % van de minima voor uitkeringen voor invaliditeit en primaire ongeschiktheid

1.9.2007

8,06

24,92

- verhoging met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden ingegaan zijn

1.9.2007

0,59

1,58

- verhoging met 2 % van de inkomensdrempel voor de WIGW en voor de tegemoetkoming die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd

1.9.2007

p.m.

- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 50 % naar 53 %

1.1.2008

11,62

- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de invaliditeitsuitkeringen voor de niet regelmatige werknemers

1.1.2008

5,29

- verhoging van de invaliditeitsuitkeringen verbonden aan het minimumpensioen

1.7.2008

6,63

- herwaardering met 2 % voor oude invaliden (6 jaar ongeschiktheid)

1.9.2008

2,86

- verhoging met 2 % (uitgezonderd minima) voor de invaliden waarvan de arbeidsongeschiktheidsduur ligt tussen 15 en 20 jaar (inbegrepen)

1.9.2008

0,81

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

398


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

(vervolg) Van kracht

2005

2006

2007

2008

2. Werkloosheid - verhoging met 1 % van de wachtuitkeringen voor de jongeren tussen 21 en 25 jaar

1.1.2006

0,45

- herstructurering van de RVA-uitkeringenkostprijs van de werknemers

9,00

- onmiddelijke toekenning van de werkhervattingstoeslag voor de oudere werklozen

2,00

- gedurende 9 jaar, gelijkstelling van een nieuwe werkloosheidsperiode aan een beroepsactiviteit voor de nog oudere werklozen die een beroepsactiviteit als zelfstandige opgestart hebben

0,33

- welvaartsaanpassing met 2 % van de wachtuitkeringen voor alleenstaanden van ouder dan 21 jaar

1.4.2007

2,40

- 5 dagen betaald pleegzorgverlof voor de gezinnen die tijdelijk volwassenen of kinderen in moeilijkheden opvangen (10 dagen in 2008)

1.5.2007

1,80

- verhoging met 2 % van de minima en forfaits inzake werkloosheidsuitkeringen

1.1.2008

p.m.

- verhoging met 3 % van het vervangingspercentage ten gunste van alleenstaande werklozen (vanaf de tweede periode) (53 % in plaats van 50 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwe werklozen

1.1.2008

p.m.

- verhoging van het vervangingspercentage ten gunste van samenwonende werklozen gedurende de eerste periode (58 % in plaats van 55 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwkomers

1.1.2008

p.m.

- maatregelen ter bestrijding van werkloosheidsvallen

1.7.2008

18,00

- maatregelen ter bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden

1.7.2008

5,00

399

Jaarlijkse kost


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

(vervolg) Van kracht

2005

2006

2007

2008

Jaarlijkse kost

3. Pensioenen - welvaartsaanpassing met 2 % voor de pensioenen die ingegaan zijn in 1997 - toeslag voor gemengde loopbaan

1.9.2005

3,97

1.12.2005

0,62

- verhoging van het plafond dat de cumulatie van een beroepsactiviteit met een op de wettelijke leeftijd genomen pensioen toelaat

11,91 7,44 3,04

- welvaartsaanpassing met 2 % voor de pensioenen die ingegaan zijn in 2000 en 2001

1.9.2006

- uitvoering van het generatiepact herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en van een overlevingspensioen

1.1.2007

7,90

- betaling van de kleine pensioenen

23,70

10,80

12,00

0,02

0,06 10,26

- pensioenbonus

1.1.2007

3,38

- totaal welvaartsbonus en welvaartsaanpassing

1.4.2007 1.9.2007

49,70

- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimum-pensioenen die ingang vonden in 2007

1.1.2008

154,50

- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevings-pensioen v贸贸r de wettelijke pensioen-leeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd

1.1.2008

8,18

- vermindering van de solidariteitsbijdrage

1.7.2008

17,15

- verhoging van het minimumpensioen met 2 %

1.7.2008

30,00

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008

3,64

10,92

4. Tijdskrediet - herziening van het vaderschapsverlof (herwaardering van de bedragen)

1.7.2005

8,20

18,40

- volstrekt recht voor de werknemers ouder dan 55 jaar op 1/5 tijdskrediet

2,00

- de werknemers die in dienst worden genomen na de leeftijd van 55 jaar openen na een jaar een recht op tijdskrediet

2,00

400


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

(vervolg) Van kracht

2005

2006

2007

2008

Jaarlijkse kost

5. Gezinsbijslag - gelijke behandeling voor de inkomsten uit arbeid en de sociale uitkeringen van de partner voor de toekenning van sociale supplementen

1.1.2005

- herwaardering van de supplementen voor kinderen met een handicap (en enveloppe Oostende)

1.1.2006

6,97

- schoolpremie

1.9.2006

63,92

- behoud van de verhoogde kinderbijslag gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden in geval van werk-hervatting van invaliden en werklozen

1.1.2007

2,20

7,74

- sociaal supplement kinderbijslag voor eenoudergezinnen

1.6.2007

8,00

20,06

2,65

2,65

65,30

- uitbreiding van het nieuwe systeem van bijslag voor gehandicapten tot kinderen geboren vanaf 1.1.1996 tot 1.1.1993 - jaarlijks leeftijdssupplement voor kinderbijslag - verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

10,39

1.8.2008

9,32

1.10.2008

3,48

6. Arbeidsongevallen

2,48

20,90

0,03

- welvaartsaanpassing van de plafonds met 2 %

1.1.2005

0,60

0,60

- welvaartsaanpassing met 2 % voor de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1997 of voordien

1.9.2005

1,38

4,14

2005

0,50

0,50

- beroepsherinschakeling - welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998

1.9.2006

0,03

- verhoging met 2 % van de minima inzake arbeidsongevallen

1.9.2007

0,66

1,95

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2007

0,55

1,60

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die 6 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2008

0,04

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen voor de ongevallen voorgevallen tussen 1988 en 1992

1.9.2008

0,07

401

0,09


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

(vervolg) Van kracht

2005

2006

2007

2008

Jaarlijkse kost

7. Beroepsziekten - welvaartsaanpassing van de plafonds met 2 %

1.1.2005

0,60

0,60

- welvaartsaanpassing met 2 % voor de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1997 of voordien

1.9.2005

1,41

4,23

- pilootproject preventie rugaandoeningen

1.7.2005

2,00

- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998

1.9.2006

- verhoging met 2 % van de minima inzake beroepsziekten

1.9.2007

0,96

2,76

- verhoging met 2 % van de uikeringen voor beroepsziekten die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2007

0,14

0,39

- herwaardering vanaf 65 jaar van de graad van blijvende ongeschiktheid

1.5.2007

1,91

2,87

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten die 6 jaar geleden zijn ingegaan

1.9.2008

0,03

- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ziekten voorgevallen tussen 1987 en 1992

1.9.2008

0,27

4,00 0,09

402

0,27


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

3.2 Het stelsel van de zelfstandigen (miljoen euro) (*) Van kracht

2005

2006

2007

2008

Jaarlijkse kost

1. Uitkeringen - het optrekken van de invaliditeitsuitkeringen van de zelfstandigen die hun zaak stopgezet hebben - hulp van derde voor alleenstaande invaliden

11,33

1.1.2006

0,45

- adoptieverlof

0,45

0,05

0,10

- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden

1.1.2007

1,92

1,97

- gelijkschakeling van de primaire ongeschiktheid met het minimumpensioen van de zelfstandigen, met invoering van de categorie "samenwonende"

1.1.2007

6,28

9,11

- gelijkschakeling van de invaliditeitsuitkeringen (met stopzetting van de werkzaamheden) met het minimumpensioen van de werknemers, met invoering van de categorie "samenwonende"

1.1.2007

9,00

11,78

- gelijkschakeling van de invaliditeitsuitkeringen (zonder stopzetting van de werkzaamheden) met de uitkeringen voor primaire ongeschiktheid, met invoering van de categorie "samenwonende"

1.1.2007

6,17

8,74

- verlenging van het moederschapsverlof (8 weken in plaats van 6)

1.7.2007

1,91

3,98

- verhoging met 2 % van de minima voor de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid

1.9.2007

1,72

3,72

- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit verbonden aan het minimumpensioen

1.7.2008

1,67

2. Pensioenen - stijging met 30 euro per jaar van het gewaarborgd minimumpensioen voor de zelfstandigen vanaf september 2004 en dit tot 2007

1.12.2005

5,29

1.12.2006

63,49 4,99

1.12.2007 0,20

- verhoging van het plafond dat een cumulatie toelaat van een pensioen en arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd

64,50 5,38

64,50

1,20

0,37

- pensioenbonus

1.1.2007

2,34

7,08

- herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en een overlevingspensioen

1.1.2007

1,20

1,20

0,10

0,29

- betaling van de kleine pensioenen - loopbaanaanvulling na het ingaan van het pensioen

1.1.2007

p.m.

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

403


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

(vervolg) Van kracht

2005

2006

2007

2008

- verkorting van de verjaringstermijn voor de terugvordering van niet-verschuldigde uitkeringen (3 jaar in plaats van 5 jaar)

1.1.2007

p.m.

- totaal welvaartsbonus en welvaartsaanpassing

1.4.2007 1.9.2007

19,31

- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimumpensioenen die ingang vonden in 2007

1.1.2008

48,80

- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevingspensioen v贸贸r de wettelijke pensioenleeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de pensioenleeftijd

1.1.2008

1,33

- vermindering van de solidariteitsbijdrage

1.7.2008

0,44

- verhoging van het minimumpensioen met 2%

1.7.2008

21,10

- afschaffing van de malus na een loopbaan van 43 jaar

1.1.2008

0,45

- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %

1.9.2008

0,36

1.10.2008

6,20

- verhoging van het minimumpensioen met 10 EUR per maand

Jaarlijkse kost

1,08

3. Gezinsbijslag 2,00

- herwaardering van de supplementen voor kinderen met een handicap (en enveloppe Oostende) - verhoogde kinderbijslag voor wezen (recht op wezenbijslag wanneer aan de loopbaancondities is voldaan door een rechthebbende die geen ouder is van het kind)

7,44

0,71

0,71

7,44

7,43

- schoolpremie

1.9.2006

- uitbreiding van de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor personen met een handicap met de kinderen geboren na 1 januari 1993

1.1.2007

0,36

- sociaal supplement kinderbijslag aan eenoudergezinnen

1.6.2007

0,52

- jaarlijks leeftijdssupplement bij kinderbijslag

1.8.2008

1,11

- verhoging met 10 EUR van de bijslag voor het eerste kind

1.4.2008

9,00

- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen

1.10.2008

0,18

404

7,43

0,88

1,10


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

(vervolg) Van kracht

2005

2006

2007

2008

Jaarlijkse kost

4. Faillissementsverzekering - de prestatie toegekend in geval van faling zal toegekend worden gedurende 12 maanden in plaats van 6, en het bedrag zal gelijkgeschakeld worden met het minimumpensioen voor zelfstandigen

1.7.2007

- verhoging met 2 % van de uitkeringen in geval van faillissement

1.7.2008

0,04

- verhoging met 20 EUR van de uitkeringen in geval van faillissement

1.5.2008

0,06

p.m.

0,49

5. Diversen - dienstencheques moederschap

1.1.2006

3,50

3,50

- dienstencheques adoptie

1.7.2006

0,07

0,15

- verhoging van de minimumpensioenen met een bedrag dat zal toelaten op hetzelfde niveau te komen van de IGO op 1 december 2007 en verhoging van het maandelijks bedrag van de kinderbijslag voor het eerste kind om het bestaande verschil tussen het stelsel der werknemers en zelfstandigen te verminderen

1.4.2007

29,00

- stijging van het aantal dienstencheques moederschap (van 70 naar 105)

1.5.2007

1,55

405


VII. Bijlagen

3. Sociale correcties

3.3 De sociale bijstand (miljoen euro) (*) Van kracht

2005

2006

2007

2008

Jaarlijkse kost

1. IGO - verhoging van het basisbedrag met 10 euro per maand en van het verhoogde basisbedrag met 15 euro per maand

1.12.2005 1.12.2006

0,97

- verhoging van het basisbedrag met 60 EUR per maand

1.12.2006

4,62

- verhoging van het basisbedrag met 10 EUR per maand

1.12.2007

- verhoging met 2 % van de IGO - verhoging van het basisbedrag met 5 EUR per maand

0,97

11,70 11,70 55,44

55,44

0,97

11,68

1.7.2008

7,03

1.10.2008

1,63

6,52

2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap - verhoging van de inkomensvervangende uitkering

1.10.2006

1,24

- verhoging met 2 % van de inkomensvervangende uitkering

1.4.2007

7,00

- daling van de inhouding op de integratietegemoetkoming voor personen met een handicap geplaatst in een instelling van 33,33 % naar 28 %

1.6.2007

2,70

- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering

1.1.2008

28,00

2008

p.m.

- uitbreiding van de aftrek op inkomens van de partner voor personen met een handicap die genieten van een leefloon van categorie 1 en 2. Het bedrag van de aftrek wordt in overeenstemming gebracht met deze van de categorieĂŤn 3, 4 en 5

20,40

3. Leefloon - verhoging met 1 %

1.10.2006

- verhoging met 2 %

1.4.2007

- verhoging met 2 %

1.1.2008

0,36

4,32 5,00

8,60 7,60

4. Maatschappelijke dienstverlening - verbetering van de opvang van nietbegeleide minderjarigen - verhoging met 1 % (wet 1965)

1.1.2005

1,44

1.10.2006

1,44 0,30

(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.

406

3,65


VII. Bijlagen

4. Openbare sector

4. Openbare sector 4.0 Methodologische nota In deze bijlage worden een aantal statistieken opgenomen met betrekking tot sociale zekerheidsregelingen van de openbare sector. We beperken ons tot slechts vier deelgebieden, met name de telling van het aantal gerechtigden in de openbare sector met het detail van de statistiek van het personeel in de onderwijssector, de loonmassa, de overheidspensioenen en de gezinsbijslagen. We bekijken nu deze vier onderdelen van naderbij. De personeelssterkte wordt behandeld in de tabellen 4.1 en 4.2. De indeling werd meer in overeenstemming gebracht met de Belgische staatsstructuur. Enerzijds onderscheiden we de centrale overheid die verder uitgesplitst wordt in de Federale Overheid en de Gemeenschappen en Gewesten. Anderzijds zijn er de Provinciale en Plaatselijke besturen. Bij de Gemeenschappen en Gewesten wordt elk van de entiteiten vermeld. De cijfers voor 2007 in de tabel 4.1 hebben we moeten afleiden uit het samen lezen van de verscheidene bronnen (RSZ, RSZPPO, FOD P&O, statistieken van Gemeenschappen en Gewesten,‌), hij is slechts toegevoegd bij wijze van raming. De tabel 4.2 herneemt de deelsector van het onderwijs en is gebaseerd op statistieken van de onderwijsdepartementen zelf. De aantallen worden gegeven per Gemeenschap. Voorlopig kon evenwel niet volledig het onderscheid gemaakt worden tussen vastbenoemden en tijdelijk personeel. De tabel 4.3 geeft de loonmassa van de overheidssector onderworpen aan de RSZ. Deze loonmassa is van belang omdat het vastbenoemde personeel van de overheidssector enkel onderworpen is voor de verzekering geneeskundige verzorging. Het personeel van de openbare sector geniet van een bijzonder pensioenstelsel. De financiering van de overheidspensioenen valt uiteen in verscheidene stelsels met elk hun eigen kenmerken. De meerderheid van de overheidspensioenen wordt evenwel uitbetaald door de CDVU in opdracht van de Pensioendienst voor de Overheidssector. We geven in dit Vade Mecum de uitgaven van de uitbetaalde pensioenen naar onderscheid rustpensioen of overlevingspensioen (tabel 4.4) en de aantallen van deze pensioenvoordelen (tabel 4.5). Voor de gezinsbijslagen van de overheidssector ten slotte is het zo dat de meeste overheidsinstellingen zelf de gezinsbijslag uitbetalen. Voor de periode 2003-2005 hebben we ons omwille van het gebrek aan beschikbare gegevens moeten beperken tot gezinsbijslagen die uitgekeerd worden door de RSZPPO. Voor het jaar 2006 is er een raming van de gezinsbijslagen voor de openbare sector (bron: RKW). De tabel 4.6 geeft de evolutie van het aantal rechtgevende kinderen naar leeftijdsklasse en statuut. De tabel 4.7 geeft de evolutie van de uitgaven voor de gezinsbijslagen volgens een andere uitsplitsing. Ten slotte geven de tabellen 4.8, 4.9 en 4.10 het aantal rechtgevende kinderen naar instelling en respectievelijk naar schaal, rang en leeftijdsklasse. Voor meer gedetailleerde personeelsstatistieken van de federale overheid kan u terecht op de website www.pdata.be .

407


VII. Bijlagen

4. Openbare sector

4.1 Personeelssterkte overheidssector Bron: FOD P&O, RSZPPO, Gemeenschappen en Gewesten en diverse statistieken

Statutairen Federale Overheidsdiensten Pensioendienst van de Overheidsector Ministerie van landsverdediging FOD Kanselarij van de Eerste Minister FOD Personeel en Organisatie FOD Budget en Beheerscontrole FOD Informatie- en Communicatietechnologie FOD Mobiliteit en Vervoer FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie FOD FinanciĂŤn FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking FOD Binnenlandse Zaken FOD Sociale Zekerheid FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu FOD Justitie FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg POD (samen) Bijzondere korpsen Leger Parastatalen

Contractuelen

Geco's

Totaal

416 1.853 96 411 117

83 520 92 122 24

-

236.454 499 2.373 188 533 141

22

9

-

31

1.074

222

-

1.296

2.027

707

-

2.734

25.212

6.131

-

31.343

1.323

618

-

1.941

2.966 900

1.934 315

-

4.900 1.215

810

457

-

1.267

9.796

1.930

-

11.726

1.041

361

-

1.402

217

184

10.097

4.377

-

401 27.550 39.181 14.474

-

-

-

86.092

4.172

2.995

-

7.167

Federale autonome overheidsbedrijven Diversen

Toestand in 2008

Gewesten en Gemeenschappen

-

-

-

419.117

Administratie Onderwijs

-

-

-

66.185 309.741

Pararegionale en paracommunautaire instellingen voor openbare dienstverlening

-

-

-

43.191

141.094

144.675

57.525

343.294

57.789 46.779 13.752 7.003 13.434 2.337

58.790 46.688 15.148 7.429 13.821 2.798

23.574 18.142 6.777 3.475 5.252 304

140.152 111.610 35.677 17.908 32.508 5.439

Provinciale en lokale besturen Gemeenten OCMW's Intercommunales Provincies Politiezones Diversen Totaal

998.865

408


VII. Bijlagen

4. Openbare sector

4.2 Detail onderwijsssector Bron: www.ond.vlaanderen.be

Toestand in januari 2008 (Schooljaar 2007-2008)

Vastbenoemden Vlaamse Gemeenschap Basisonderwijs Secundair onderwijs Hogeschool onderwijs Overige

Tijdelijken

Totaal

131.990 49.921 57.138 9.534 15.398

53.457 19.011 20.722 2.402 11.321

185.447 68.932 77.860 11.936 26.719

Franstalige gemeenschap Basisonderwijs Secundair onderwijs Hogeschool onderwijs Overige

49.403 20.841 18.967 2.484 7.111

73.078 19.397 32.092 5.186 16.403

122.481 40.238 51.059 7.670 23.514

Duitstalige gemeenschap Basisonderwijs Secundair onderwijs Hogeschool onderwijs Overige

1.134 513 545 35 41

679 320 256 25 78

1.813 833 801 60 119

V.T.E. Vlaamse Gemeenschap (1) Basisonderwijs Secundair onderwijs Hogeschool onderwijs Overige

157.914 58.785 69.642 9.561 19.926

185.447 68.932 77.860 11.936 26.719

-

122.481 40.238 51.059 7.670 23.514

1.374 648 637 29 60

1.813 833 801 60 119

Franse Gemeenschap (2) Basisonderwijs Secundair onderwijs Hogeschool onderwijs Overige Duitstalige Gemeenschap (3) Basisonderwijs Secundair onderwijs Hogeschool onderwijs Overige

In hoofden

(1) Bron: www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken "Vlaams onderwijs in cijfers, 2007 - 2008" van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming. (2) Bron: www.statistiques.cfwb.be (schooljaar 2007-2008). (3) Bron: Ministerium der Deutschsprachige Gemeinschaft.

409


VII. Bijlagen

4. Openbare sector

4.3 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa volgens sociaal statuut (1) (miljoen euro) Bron: RSZ

2004 Mannen Arbeiders Bedienden Enkel onderworpen voor geneeskundige verzorging Andere

(2)

Vrouwen Arbeiders Bedienden Enkel onderworpen voor geneeskundige verzorging Andere

(2)

Totaal Arbeiders Bedienden Enkel onderworpen voor geneeskundige verzorging Andere

(2)

2005

2006

2007

2008

11.708,0

11.831,1

12.011,0

12.140,2

12.565,3

529,5 11.178,5

539,9 11.291,2

560,4 11.450,6

585,7 11.554,5

607,6 11.957,7

8.689,9

8.759,6

8.839,8

8.892,4

9.145,6

2.488,6

2.531,6

2.610,8

2.662,1

2.812,1

9.788,8 338,0 9.450,8

10.133,6 310,6 9.823,0

10.537,8 334,6 10.203,2

10.917,2 342,3 10.574,9

11.550,1 357,8 11.192,3

6.206,6

6.496,3

6.760,1

6.974,1

7.367,2

3.244,2

3.326,7

3.443,1

3.600,8

3.825,1

21.496,8

21.964,7

22.548,8

23.057,4

24.115,4

867,5 20.629,3

850,5 21.114,2

895,0 21.653,8

928,0 22.129,4

965,4 23.150,0

14.896,5

15.255,9

15.599,9

15.866,5

16.512,8

5.732,8

5.858,3

6.053,9

6.262,9

6.637,2

(1) Met uitzondering van de onder de RSZPPO ressorterende werknemers. (2) De werknemers in de overheidsdienst en de leerkrachten zijn in de statistiek van de hoofdarbeiders opgenomen wanneer zij enkel aan de verzekering voor geneeskundige verzorging zijn onderworpen. In dit geval wordt geen enkel onderscheid gemaakt of hun betrekking of hun functie uit handenarbeid of hoofdarbeid bestaat. Het vast benoemd personeel van de NMBS is inbegrepen.

410


VII. Bijlagen

4. Openbare sector

4.4 Evolutie van de uitbetaalde overheidspensioenen (miljoen euro) Bron: Pensioendienst voor de overheidssector

2004 Rustpensioenen Federale Overheid

2005

2006

2007

2008

6.210,71

6.665,76

7.103,07

7.552,56

8.177,27

2.344,28

2.503,72

2.604,77

2.714,92

2.904,96

Ambtenaren en speciale korpsen Instellingen van openbaar nut Autonome overheidsbedrijven Erediensten Leger en ex-rijkswacht Ge誰ntegreerde politie

691,92 142,37 534,25 31,72 883,84 60,18

711,60 149,07 630,46 32,31 897,19 83,08

733,20 155,53 659,97 32,59 912,63 110,85

763,17 164,04 695,26 32,03 920,92 139,50

805,83 174,23 765,84 32,78 950,29 175,98

Gemeenschappen en Gewesten

236,47

259,31

284,10

310,66

347,68

119,10 44,74 10,48 61,85 0,30

130,72 48,38 11,93 67,87 0,41

144,73 52,64 13,16 72,96 0,61

159,42 56,77 14,73 79,08 0,65

178,59 64,72 17,26 86,44 0,67

3.134,88

3.381,02

3.625,35

3.887,09

4.222,28

1.786,05 1.336,94 11,89

1.927,35 1.440,79 12,89

2.071,25 1.540,31 13,79

2.219,09 1.652,76 15,24

2.411,51 1.793,84 16,93

491,06

520,13

588,84

639,89

702,36

251,47 142,83 96,75

266,21 150,47 103,45

304,76 162,48 121,60

334,84 175,50 129,54

368,52 192,27 141,57

4,02

1,57

-

-

-

1.119,33

1.152,13

1.193,72

1.228,23

1.279,32

Vlaamse Gemeenschap & Gewest Waals gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest Franstalige Gemeenschap Duitstalige Gemeenschap

Onderwijs Nederlandstalige onderwijs Franstalig onderwijs Duitstalig onderwijs

Lokale besturen Vlaamse lokale besturen Waalse lokale besturen Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen

Voormalig nationale instelling Overlevingspensioenen Federale Overheid

708,58

724,18

740,06

753,68

776,81

Ambtenaren en speciale korpsen Instellingen van openbaar nut Autonome overheidsbedrijven Erediensten Leger en ex-rijkswacht Ge誰ntegreerde politie

248,85 38,35 149,25 0,17 268,75 3,21

253,95 39,20 153,13 0,17 273,46 4,26

258,91 40,36 156,80 0,17 278,05 5,78

263,54 41,08 160,38 0,18 280,99 7,52

268,13 42,21 169,16 0,18 287,74 9,39

Gewesten & Gemeenschappen

35,72

38,35

40,64

43,28

48,02

17,46 9,04 1,16 8,04 0,02

18,65 9,96 1,23 8,48 0,02

19,92 10,66 1,37 8,66 0,03

21,46 11,28 1,44 9,08 0,02

23,89 12,86 1,57 9,63 0,08

247,68

258,47

267,43

277,89

292,56

145,70 100,74 1,24

151,12 106,08 1,27

156,20 109,88 1,35

162,60 113,87 1,42

171,24 119,82 1,50

126,74

130,93

145,59

153,38

161,93

61,04 47,87 17,83

63,00 49,10 18,83

71,97 50,65 22,97

77,88 51,65 23,85

83,04 53,26 25,63

0,60

0,20

-

-

-

7.330,04

7.817,89

8.296,79

8.780,79

9.456,60

Vlaamse Gemeenschap & Gewest Waals gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest Franstalige Gemeenschap Duitstalige Gemeenschap

Onderwijs Nederlandstalige onderwijs Franstalig onderwijs Duitstalig onderwijs

Lokale besturen Vlaamse lokale besturen Waalse lokale besturen Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen

Voormalig nationale instelling Algemeen totaal

411


VII. Bijlagen

4. Openbare sector

4.5 Evolutie van het aantal overheidspensioenen Bron: Pensioendienst voor de overheidssector

Rustpensioenen Federale Overheid

2004

2005

2006

2007

2008

289.079

298.179

310.986

321.964

333.307

114.744

116.474

118.564

120.871

123.528

Ambtenaren en speciale korpsen Instellingen van openbaar nut Autonome overheidsbedrijven Erediensten Leger en ex-rijkswacht Ge誰ntegreerde politie

31.251 7.172 32.512 2.375 38.986 2.448

31.209 7.297 33.801 2.381 38.506 3.280

31.333 7.438 35.018 2.379 38.130 4.266

31.680 7.666 36.358 2.320 37.824 5.023

32.106 7.831 37.553 2.320 37.520 6.198

Gewesten & Gemeenschappen

11.030

11.723

12.536

13.391

14.293

5.622 2.256 517 2.625 10

6.012 2.359 571 2.768 13

6.499 2.494 616 2.911 16

7.007 2.639 665 3.062 18

7.521 2.810 735 3.209 18

133.069

138.844

145.035

151.170

156.701

73.954 58.548 567

77.589 60.661 594

81.427 62.984 624

85.005 65.497 668

88.212 67.779 710

30.013

31.065

34.851

36.532

38.785

15.713 9.289 5.011

16.376 9.587 5.102

18.707 10.140 6.004

19.599 10.579 6.354

21.130 11.009 6.646

223

73

-

-

-

86.100

86.494

88.334

88.811

89.636

Vlaamse Gemeenschap & Gewest Waals gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest Franstalige Gemeenschap Duitstalige Gemeenschap

Onderwijs Nederlandstalige onderwijs Franstalig onderwijs Duitstalig onderwijs

Lokale besturen Vlaamse lokale besturen Waalse lokale besturen Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen

Voormalig nationale instelling Overlevingspensioenen Federale Overheid

54.867

54.705

54.662

54.487

54.403

Ambtenaren en speciale korpsen Instellingen van openbaar nut Autonome overheidsbedrijven Erediensten Leger en ex-rijkswacht Ge誰ntegreerde politie

16.970 2.988 13.087 28 21.615 179

16.845 2.981 13.171 28 21.437 243

16.710 3.020 13.257 28 21.314 333

16.510 3.003 13.327 31 21.187 429

16.379 3.002 13.427 32 21.023 540

Gewesten & Gemeenschappen

2.585

2.713

2.834

2.947

3.139

1.229 699 73 582 2

1.292 754 78 587 2

1.360 785 87 600 2

1.432 827 89 597 2

1.523 888 98 626 4

18.145

18.482

18.863

19.201

19.602

10.046 8.015 84

10.286 8.110 86

10.512 8.260 91

10.798 8.314 89

10.991 8.520 91

10.451

10.580

11.975

12.176

12.492

4.839 4.220 1.392

4.948 4.237 1.395

5.881 4.342 1.752

5.988 4.389 1.799

6.242 4.385 1.865

52

14

-

-

-

375.179

384.673

399.320

410.775

422.943

Vlaamse Gemeenschap & Gewest Waals gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest Franstalige Gemeenschap Duitstalige Gemeenschap

Onderwijs Nederlandstalige onderwijs Franstalig onderwijs Duitstalig onderwijs

Lokale besturen Vlaamse lokale besturen Waalse lokale besturen Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen

Voormalig nationale instelling Algemeen totaal

412


VII. Bijlagen

4. Openbare sector

4.6 Evolutie van het aantal rechtgevende kinderen op gezinsbijslag volgens leeftijdsklasse Bron: RKW en RSZPPO

2004

2005

2006

2007

2008

Openbare sector

-

-

473.425

-

-

0 - 6 jaar 6 - 12 jaar 12 - 18 jaar 18 - 25 jaar 25 jaar en ouder

-

-

102.046 119.788 146.742 101.858 2.991

-

-

185.071 41.771 49.150 38.703 19.716 23.294

189.392 43.602 49.830 39.212 20.191 23.931

192.647 45.227 50.322 39.062 20.619 24.650

198.550 47.832 52.268 39.152 21.152 25.183

202.278 49.414 53.065 38.671 21.530 25.990

21.621 471 739 463

22.269 439 765 458

23.042 404 700 504

21.201 394 3.071 517

24.308 389 728 565

11.504

11.720

11.886

12.101

12.772

11.035 64 405

11.284 61 375

11.469 67 350

9.583 57 2.461

12.328 61 383

933

906

881

862

836

693 240

666 240

647 234

633 229

609 227

waarvan RSZPPO : 0 - 6 jaar 6 - 12 jaar 12 - 16 jaar 16 - 18 jaar 18 - 21 jaar, waarvan: Studenten Leerlingen Werkzoekenden Gehandicapten

21 - 25 jaar, waarvan: Studenten Leerlingen Werkzoekenden

25 jaar en ouder, waarvan: Volledig ongeschikten In beschutte werkplaats

4.7 Evolutie van de uitgaven gezinsbijslag (duizend euro) Bron: RKW en RSZPPO

2004 Openbare sector Kinderbijslag Kraamgeld waarvan RSZPPO : Gezinsbijslag Gewone schaal & schaal gepensioneerden en werklozen Schaal gepensioneerden en werklozen (+ 6 maand) (art. 42bis) Verhoogde invalidenschaal Verhoogde wezenschaal

Kraamgeld Adoptiepremie Achterstallen

2005

2006

2007

2008

-

-

875.000 860.548 14.452

-

-

321.060 315.130

328.499 321.961

339.453 332.631

353.231 345.922

365.842 358.235

250.683

248.697

253.640

264.576

266.878

43.446

50.133

54.960

56.275

63.231

8.838 12.163

10.222 12.909

10.732 13.299

11.554 13.517

13.919 14.207

5.886 44

6.488 50

6.788 34

7.282 27

7.564 43

413


VII. Bijlagen

4. Openbare sector

4.8 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar schaal Toestand op 31 december 2006

Bron: RKW

RSZPPO

CDVU

Onderwijs

Exambtenaren

Derden

Autonomen

Totaal

Gewone schaal Verhoogde wezenschaal Verhoogde schaal voor invaliden Verhoogde schaal voor werklozen en gepensioneerden

164.335

52.647

125.011

6.937

12.509

3.684

47

18

5.975

72

9.796

3.960

35

5

1.652

14

5.666

23.099

16

34

423

8

23.580

Totaal

195.078

52.745

125.068

14.987

12.603

72.944

72.944

434.383

473.425

4.9 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar rang Toestand op 31 december 2006

Bron: RKW

RSZPPO

CDVU

Onderwijs

Exambtenaren

Derden

Autonomen

Totaal

Eerste kind Tweede kind Derde kind en volgende

114.255 56.736 24.087

30.075 16.848 5.822

67.024 41.512 16.532

10.953 3.033 1.001

7.325 3.982 1.296

41.379 22.532 9.033

271.011 144.643 57.771

Totaal

195.078

52.745

125.068

14.987

12.603

72.944

473.425

4.10 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar leeftijdklasse Toestand op 31 december 2006

Bron: RKW

RSZPPO 0 - 6 jaar 6 - 12 jaar 12 - 18 jaar 18 - 25 jaar 25 jaar en ouder Totaal

CDVU

Onderwijs

Exambtenaren

Derden

Autonomen

Totaal

46.233 51.073 59.766 37.137 869

12.000 13.332 15.507 11.892 14

26.219 30.908 38.422 29.511 8

759 1.904 4.714 5.520 2.090

1.832 2.907 4.237 3.618 9

15.003 19.664 24.096 14.180 1

102.046 119.788 146.742 101.858 2.991

195.078

52.745

125.068

14.987

12.603

72.944

473.425

414


VII. Bijlagen

5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid

5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid 5.0 Methodologische nota In deze bijlage wordt de overgang gemaakt van het saldo van de sociale zekerheid (zoals weergegeven in de economische rekeningen) en het financieringssaldo van de sociale zekerheid, zoals weergegeven door het INR in haar “Rekeningen van de overheid”. Vanaf 2008 is de RIZIV-geneeskundige verzorging als apart stelsel gekomen naast het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen (respectievelijk hoofdstukken 4, 2 en 3 van dit VadeMecum). De cijfers die worden weergegeven in het gedeelte “Totale besparing” werden daarom voor de jaren 2004 tot en met 2007 herberekend. Om het verband tussen het saldo van de economische rekeningen en deze bijlage te verduidelijken, werd geopteerd voor deze opsplitsing. Hieronder worden de cijfers van 2004 tot en met 2007 hernomen indien deze herberekening niet zou hebben plaatsgevonden, om zo aan te sluiten bij vorige edities. (miljoen euro)

2004 Totale besparing Werknemersstelsel Stelsel van de zelfstandigen

-275 -274 -1

415

2005 -148 -273 124

2006 349 211 138

2007 1.165 869 296


VII. Bijlagen

5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid

5.1 Financieringssaldo van de sociale zekerheid (1) (miljoen euro)

2004

2005

-274,7

-148,3

348,7

1.164,9

805,7

-103,1 39,4 -211,0

-449,6 106,4 194,9

292,9 72,7 -16,9

698,3 278,5 188,1

836,4 195,9 -226,6

Verschillen in perimeter RSZPPO (gemeentelijke pensioenen) Fondsen voor bestaanszekerheid DOSZ Betaald educatief verlof Private kassen arbeidsongevallen Toekomstfonds geneeskundige verzorging Provisiefonds geneesmiddelen Zorgfonds

35,5 -3,3 30,6 -10,6 -2,5 0,0

122,4 117,1 20,3 -26,8 -5,7 0,0

364,3 87,1 58,9 47,5 2,7 0,0

21,3

17,5

168,1

482,5 93,3 85,0 -8,4 -6,3 0,0 288,6 0,0 30,3

510,5 63,9 59,1 22,3 46,6 0,0 0,0 109,1 209,5

Verschillen in tijdstip van registratie Bijzondere bijdrage Bijdrage farmaceutische nijverheid Fiscale franchise Terugstorting Maribel Aangiften van RSZ-bijdragen Inhaalbedragen ziekenhuizen Vennootschapsbijdragen Facturatie RIZIV Andere

220,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 20,0 200,0 0,0

55,5 0,0 -74,5 0,0 0,0 0,0 350,0 -20,0 -200,0 0,0

-77,3 0,0 -2,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 -75,0 0,0

49,5 0,0 -25,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 75,0 0,0

303,4 0,0 100,0 0,0 0,0 0,0 203,4 0,0 0,0 0,0

-209,3 241,5

-155,4 225,0

144,0 210,9

65,1 235,9

-254,1 3,4

-252,4 -124,8 0,0 -24,2

-258,6 -39,2 0,0 -33,2

-250,0 224,7 0,0 -26,1

-250,0 116,0 0,0 -36,8

-250,0 47,3 0,0 -54,8

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

-49,4

-49,4

-15,5

0,0

0,0

Andere verschillen Gebruik van meer recente gegevens Andere

263,8 207,0 56,8

-12,5 50,5 -63,0

228,4 249,1 -20,7

46,2 77,2 -31,0

482,3 396,3 86,0

Totaal van de verschillen

310,0

10,0

659,4

643,3

1.042,1

35,3

-138,3

1.008,1

1.808,2

1.847,8

Totale besparing Werknemersstelsel Stelsel van de zelfstandigen Rekening RIZIV - geneeskundige verzorging

Verschillen in de inhoud Annulering van de provisies en kwade posten Verschuldige bijdragen die nooit ontvangen zullen worden Annulering van meer- en minderwaarden Annulering van afschrijvingen Investeringen Aanzuivering van de rekeningen van de V.I. geblokkeerd eind 1994 Overname van de schulden door de federale overheid

Financieringssaldo (2)

2006

2007

(1) Zie de verklaringen, gegeven in de methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen, in het begin van dit werk. (2) Rekeningen van de overheid 2008, INR, september 2009.

416

2008


LIJST VAN DE AFKORTINGEN INSTELLINGEN: - Federale instellingen Instellingen afhangend van de FOD Sociale Zekerheid: DOSZ Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid FAO Fonds voor Arbeidsongevallen FBZ Fonds voor de Beroepsziekten HKSVZ Hulpkas voor Sociale Verzekeringen voor Zelfstandigen HVKZ Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden HZIV Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Ex-NPM Ex- Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers, (nu “cel mijnwerkers” bij het RIZIV) RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering RJV Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie RKW Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers RVP Rijksdienst voor Pensioenen KSZ Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid RSVZ Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RSZPPO Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten HVW RVA

Instellingen afhangend van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

Overige instellingen: Compensatiedienst voor Betaald Verlof der Zeelieden Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten Fonds Sluiting Ondernemingen Fonds voor Weduwen en Wezen Interdepartementaal begrotingsfonds Instituut voor de Nationale Rekeningen ex-Nationaal Instituut voor de Statistiek (nu ADSEI: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie NMBS Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Ex-RSRMV Ex- Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van Mindervaliden SVF Sociale Verzekeringsfondsen CDBVZ FCUD FSO FWW IBF INR Ex-NIS

- Pararegionale of paracommunautaire instellingen AWIPH Actiris FOREM VDAB VFSIPH

“Agence Wallonne pour l’Intégration des Personnes Handicapées” (ex-BGDA) Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling “Office Wallon de la Formation Professionnelle et de l’Emploi” Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap

417


TERMEN: CAO EWE GFB IGO IRR PUG TBL UI UVW VI WIGW VKR FOD POD PWA

Collectieve Arbeidsovereenkomst Eerste werkervaring Globaal financieel beheer Inkomensgarantie voor ouderen Ingeschrevenen in het Rijksregister Primaire uitkeringsgerechtigden Toeslag brugrustpensioenen landbouw Uitbetalingsinstellingen Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen Verzekeringsinstellingen Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden en Wezen Voorkeurregeling Federale Overheidsdienst Programmatorische Overheidsdienst Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap

418


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.