Actief Wonen "Eighties revival"

Page 1

Nogaltijdeenvandebestverkochteitemsvan Alessi:deiconischewaterketelmethetvogeltje, ontworpen door Michael Graves in 1985.

Bureaulamp“Tahiti”. Ontworpen door Ettore Sottsass in 1981. In collectie bij Memphis Milano Collection.

Roomdivider“Carlton”van laminaat. OntworpendoorEttoreSottsassin1981.In collectie bij Memphis Milano Collection.

Eighties revival Mijn herinneringen aan de jaren 80? Mijn moeder met poedelkapsel, gehuld in een lange grijsleren jas met schouders zo breed dat ze er amper mee door de deur kon. Zelf liep ik rond in een fluogeel-paarsgeblokte bermudashort en zong ik Sandra Kims “J’aime La Vie” op de speelplaats. Ben je ouder dan ik? Dan zette je indertijd misschien thee met de Alessifluitketel. De jaren 80 zijn esthetisch gezien een bewogen decennium. Dertig jaar na de feiten kunnen we er met wat afstand op terugblikken. In de modewereld grijpen ze al langer terug naar de eighties, denk aan de legging of de fluokleuren in make-up en silhouetten. Stilaan komt ook het design van toen weer in beeld. Reden genoeg om in de tijd te duiken.

experimenteel antiDesign Wie jaren 80 zegt, zegt ook Memphis. Dit Italiaanse designcollectief van jonge architecten en ontwerpers (o.a. Matteo Thun, Martine Bedin, Michele De Lucchi) werd geleid door Ettore Sottsass, een gevestigde architect in zijn zestiger jaren. Hun debuut in 1981 zette de designscene op zijn kop. De basis voor wat er in de jaren 80 gebeurde, werd echter eind jaren 70 gelegd. “In Italië ontstond in 1978 het ontwerpcollectief Studio Alchimia. Een van de leden, met name Ettore Sottsass, richtte 3 jaar later zijn eigen collectief Memphis op”, vertelt Lieven Daenens, directeur Design Museum Gent. “Alchimia en Memphis predikten een soort antidesign. De ontwerpers waren het overheersende functionalisme van het naoorlogse design beu. Ze reageerden met een artistieke impuls op de heersende norm van functionaliteit. De Memphis-groep had een grote invloed op tal van ontwerpers.” Ze deden alles wat niet kon, om het zielloze, ‘mooie’ design een hak te zetten. “Het was allemaal heel speels en experimenteel”, vertelt vintagekenner Frederic Rozier. “Ze combineer-

34

september 2011  aw

den marmersoorten met goedkoop laminaat met een print, of gebruikten kostbaar fineer maar met een speciale kleur. Nog typisch zijn gek kleurgebruik en de combinatie van verschillende stijlen. Vaak zijn de stukken imposant en moeilijk te plaatsen in een gewoon huis. Hun design gold meer als statement. Op wereldvlak vinden maar weinig mensen Memphisdesign echt mooi.” Dat laatste ondervond ook Geo Gyselinck, uitbater van de zaak Gyselinck Design in Kortrijk. “Memphis, dat was de totale revolutie,” herinnert hij zich. “Ik heb geprobeerd om Memphis-ontwerpen te verkopen, maar dat was niet evident. Sottsass’ lamp “Callimaco” heeft bijvoorbeeld 7 jaar in mijn etalage gestaan.” Toch had Memphis internationaal veel succes. Zo sloten ook de Amerikaanse architect Martin Graves en de Japanner Shiro Kuramata zich aan. Er volgden expo’s in LA, New York en Tokyo. De media-aandacht was enorm. Daardoor gaf Sottsass er de brui aan in 1985. Voor de liefhebbers: vandaag zijn er nog altijd Memphis-ontwerpen in productie (www.memphis-milano.it/). Het antidesign van Memphis kun je goed plaatsen in het postmodernisme. Tijdens die stijlperiode zetten architecten zich aanvankelijk af tegen de eenvoud van het modernisme. Ze gooiden het minimalistische korset van zich af en eigenden zich een ongeziene vrijheid toe. De eerste sporen treden op in de jaren 70 en al gauw beïnvloedden die ideeën uit de architectuur ook andere creatieve sectoren zoals grafische vormgeving, muziek en design. Precies in de booming jaren 80, waarin alles draaide om snelheid, uitspattingen en roem, werd design big business. Het mantra “meer en meer” uitte zich dus zowel in de vormgeving als in de ontwikkeling van de sector zelf. Het is geen toeval dat het Zweedse woonwarenhuis Ikea toen volop de wereld veroverde en wereldwijd steeds meer vestigingen opende. In 1984 verwelkomde ons land de eerste vestiging.

Tekst: Anneleen Peeters

De jaren 80 roepen als stijlperiode vaak aversie op. Terecht of niet? AW dompelde zich onder in dit eclectische designdecennium en stelde de vraag of onze eightiesinboedel ooit nog een cent waard zal zijn.


trend: jaren 80  aw  Het unieke stuk“Pod of Drawers”. Ontworpen door Marc Newson in 1987.

Jaren 80 als investering? Wanneer veroveren de jaren 80 de vintagemarkt? Wat is of wordt waardevol, en wat niet? Twee vintage-experten verduidelijken.

Thierry Belenger van Brussels Design Market “De jaren 80 zijn nog te dichtbij. De tijd is er nog niet rijp voor. Neem als vergelijkbaar voorbeeld het Scandinavische vintagedesign: 5 jaar geleden had niemand er interesse voor, vandaag is het enorm gegeerd. Vaak moet zo’n revival een duwtje in de rug krijgen, van een expo of een toonaangevend magazine. Het zijn ook de Fransen die de vintagemarkt sturen. Ze organiseren een expo of een veiling, en creëren zo zelf vraag en aanbod. Een andere reden waarom het nog te vroeg is voor een echte revival, is dat heel wat sterke ontwerpen uit die jaren nog altijd in productie zijn. Neem bijvoorbeeld de tafel “Nomos Desking System” (1987) van Norman Foster. Dat stuk staat nog altijd in de cataloog. De meubels waren in die tijd ook niet zo duur. Dat veel mensen de jaren 80 niet mooi vinden? Ook dat evolueert. Het typische bruin uit de jaren 70 vonden we maar niets, vandaag vinden we het weer mooi. Sommige stukken uit de jaren 80 zijn al waardevol, denk aan de ontwerpen van Philippe Starck uit zijn beginperiode. Die stukken zijn vooral in Frankrijk erg gegeerd.” > www.brusselsdesignmarket.be

Frederic Rozier van Designmarkt en galerie Design7 “De jaren 80 hebben hun revival al eens gehad, die is intussen weer gekalmeerd, maar komt ongetwijfeld nog eens naar boven. De stijl is specifiek en herkenbaar, en spreekt vooral designfanatici aan. De ontwerpen van de Memphis-beweging krijgen de meeste interesse. Voor zo’n stuk is er altijd wel een koper. Stukken van ontwerpers die sterk waren in een bepaalde periode, zijn altijd interessant om te bewaren. Er zijn geen perioden die er echt bovenuit steken. Als je een goed stuk hebt, zoals de fluitketel van Alessi, houd het dan in goede staat en gooi het zeker niet weg. Veel jaren 80-meubels komen weer naar boven. Na 20 à 30 jaar zijn mensen hun interieur beu en willen ze het aanpassen aan de tijd. Daardoor duiken er plots meer jaren 80-stukken op. Is iets nog in productie is, dan beïnvloedt dat de waarde van de oude exemplaren. Vaak worden ze dan gewoon als tweedehands gezien, ook omdat de productiemethoden en techniek nog altijd dezelfde zijn. In dat geval zul je voor een oud stuk nooit meer geld krijgen dan voor een nieuw exemplaar.” > www.designmarkt.be

De architecturale en aanpasbare kantoortafel “Nomos Desking System”. Ontworpen door Norman Foster in 1987. De tafel is nog altijd in productie bij Tecno waardoor de waardevanoudemodellenlaagblijft.

En de Belgen? “Het Belgische design stelde in die periode niet veel voor”, zegt Lieven Daenens van Design Museum Gent. “Er was nauwelijks nog een industrie: de meubelfabrikanten die bleven vasthangen aan het functionalisme gingen failliet, keramiek en glas hadden we al lang niet meer. Wat ontwerpers betreft kan ik twee namen noemen: Pieter De Bruyne en Emiel Veranneman. Zij werkten niet meer voor de industrie, maar maakten unieke stukken voor opdrachtgevers. Pieter De Bruyne is eigenlijk de eerste postmodernist. Hij inspireerde Sottsass van Alchimia en later Memphis. De groep had De Bruyne gevraagd om zich bij hen te voegen, maar hij heeft het niet gedaan. Dat is een verkeerde inschatting van hem geweest, anders was hij wereldberoemd geworden. Enfin, dat kan nu nog komen natuurlijk. In de zomer van 2012 plant Design Museum Gent een expo over deze ontwerper.” Zijn kast “Chantily” uit 1975 (zie foto) kun je nu al bewonderen in de expo over postmodernisme in het Londense Victoria & Albert Museum.

aw  september 2011

35


aw  trend: jaren 80 Stoel“Costes”. Ontworpen door Philippe Stark toen hij in 1984 Café Costes inrichtte.“Starck was extravagant”, rakelt Geo Gyselinck op. “Met“Costes”ontwierphijeenstoelop drie poten, dat was ongezien.”

Minimalisme uit de jaren 80: de humoristische ladekast uit de collectie “Progetti Compiuti”.Ontworpendoorde Japanner Shiro Kuramata voor Cappellini. Voor zijn origineel werk wordt vandaag op veilingen veel geld gegeven.

Typisch jaren 80 Individualisme In de jaren 80 is er eigenlijk geen overkoepelende stijlperiode, het is in de eerste plaats een erg individualistische periode waarin ieder zijn eigen stijl heeft. Lieven Daenens: “In tegenstelling tot vorige decennia was er geen school van ontwerpers meer, de nadruk lag voor het eerst op de ontwerpers zelf. Het is de start van het individualisme.” Frederic Rozier bevestigt: “Het is een periode waarin heel veel stijlen naast elkaar bestonden. Ook een minimalistische stijl was toen gangbaar. Denk aan het werk van Memphis-lid Shiro Kuramata.”

Heruitgaven Veel ontwerpers zetten zich af tegen de modernisten van vroeger, maar gek genoeg is er ook het prille begin van de heruitgaven. Merken als Cassina en Vitra brengen oude ontwerpen van onder meer Le Corbusier weer op de markt. “Het was ook de opkomst van de ontwerpen van Eileen Gray bij ClassiCon”, herinnert Geo Gyselinck zich. “Intussen is het heruitbrengen van klassiekers gemeengoed geworden.”

Architect wordt designer Nog een nieuw fenomeen is de relatie tussen architecten en producenten. “Het was niet nieuw dat architecten zich aan meubelontwerp waagden,” vertelt Lieven Daenens. “Wel nieuw was dat producenten van objecten en meubels expliciet aan architecten vroegen om iets voor hen te ontwerpen.” Een mooi voorbeeld hiervan is het “Tea and Coffee Piazza”project van Alessi. Het merk vroeg voor het eerst aan architecten (o.a. Michael Grave en Aldo Rossi) om objecten als servies, koffie- en theepotten te ontwerpen.

Britten en Fransen laten zich kennen In de jaren 80 nemen Italiaanse corifeeën zoals Ettore Sottsass, Alessandro Mendini, Matteo Thun of Michele De Lucchi dan wel het voortouw, toch is het ook een periode waarin internationaal heel wat bekende namen hun carrière beginnen en zich laten opmerken. Denk aan de Amerikanen Robert Venturi, Frank Gehry, de Japanner Shiro Kuramata en de Tsjech Borek Sipek. Opvallend anders is het Britse geluid. Ron Arad, Tom Dixon en Marc Newson maken onder invloed van de punkbeweging industrieel geïnspireerd werk. Ron Arad last zelf ijzeren frames aan afgedankte autostoelen. Met “Rover chair” is ook het gelimiteerde design geboren. In Frankrijk is het Philippe Starck wiens ster stijgt. Hij breekt internationaal door met de stoel “Costes” die hij ontwierp voor het gelijknamige café in Parijs. Starck weet wat marketing is en ontpopt zich als een van de eerste wereldberoemde sterdesigners.

Meer weten? Tentoonstellingen:

• “Postmodernism: Style and Subversion 1970-1990” in het Victoria & Albert Museum in Londen, van 24 september tot 15 januari. > www.vam.ac.uk. • Borek Sipek, die in de jaren 80 doorbrak, is nog altijd actief. Zijn nieuwe glaswerk wordt gepresenteerd in de expo “Borek Sipek - édition 2011” van 6 september tot 1 oktober in de Galerie d’art Hip (rue Saint-Roch 8) in Parijs.

Interessante lectuur:

“Meubles et décors des années 80” door Anne Bony, uitgegeven door Editions du Regard. 65 euro. “Collecting Design” door Adam Lindemann, uitgegeven door Taschen. 29,99 euro.

Winkels: “WellTemperedChair”.Ontworpen door Ron Arad in 1986. Ooit in productiebijVitra,ernualleennog tevindenalsminiatuur.Heruitgaven van zulke stoelen worden steeds moeilijker te realiseren omdat de erfgenamenhogebedragenvragen voor de productierechten.

36

Jaren 80-design vind je op vintagemarkten, en in designgaleries en vintagewinkels, al zijn die zelden enkel en alleen gespecialiseerd in de jaren 80. Een uitzondering hierop is de Amerikaanse online galerie: > www.the80sgallery.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.