Levenskunst okt2014

Page 1

reisgids

Levenskunst Een handreiking rond zingeving van VDZ Nederland voor management en cliëntenraden van zorginstellingen

Vier trektochten • eigen leefstijl

• succesvol zelfstandig wonen

• inspraak en persoonlijke betrokkenheid • voorkomen van eenzaamheid

1

de menselijke maat van de levenskunst


Colofon VDZ Nederland heeft het initiatief genomen voor een extra kwaliteitszorgimpuls op het levensgebied zingeving. Daartoe is de Reisgids levenskunst ontwikkeld als handreiking voor management en cliëntenraden van zorginstellingen. De reisgids is opgezet door Geert A.H. Beke van het gerontologisch onderzoeksen adviesbureau Beke & Netwerk, samen met Friso Teerink (beleidsmedewerker VDZ Nederland) en Trees van Gennip (lid van de Stichting Vrije Levensloop Academie). Tijdens twee expertmeetings is gekeken naar de inhoudelijke en methodische opzet. Aan deze expertmeetings hebben deelgenomen: Daan Iken (M&A, Leiden), Ruud van Doorn (ondersteuner cliëntenraden De Stromen, Rotterdam), Peter Meijs (algemeen directeur Stichting De Kreite en Woningstichting St. Lambertus) en Jan van Mossel (algemeen directeur Stichting Ewoud). Ook Marthijn Laterveer van de Landelijke Organisatie Cliëntenraden was bij de totstandkoming van de Reisgids Levenskunst betrokken. De Reisgids levenskunst is mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van de fondsen Stichting Sluyterman van Loo, Stichting RCOAK en de Bavo stichting te Heemstede. ontwerp: Studio VoetNoot, Utrecht fotografie: Dick Groot Hulze, Joost Radstake, Maarten Radstake, Inge Stolwijk drukwerk: Drukkerij Zuidam & Uithof, Utrecht © Geert Beke van Beke & Netwerk gerontologisch onderzoek en advies, Vlaardingen, tevens lid van het IOG-Netwerk en deelnemer van de Stichting Vrije Levensloop Academie. Meer info: www.bekenet.nl en www.vrijelevensloopacademie.nl januari 2005

2


Vernieuwend denken in plaats van indiceren Veel ouderen in en rond zorginstellingen hebben op de een of andere manier ondersteuning nodig. Het dagelijkse leven vraagt veelal extra energie van de oudere zelf en van zijn familie, vrienden en professionele ondersteuners. Het gaat daarbij niet alleen om zorg en de balans tussen gezond en ziek. In deze periode van zijn leven gaat de oudere samen met zijn omgeving op zoek naar evenwicht tussen onafhankelijkheid en afhankelijkheid, tussen sociale contacten en eenzaamheid, tussen privé en openbaar, maar ook tussen zelf doen en betutteld worden, tussen heden, verleden en toekomst, tussen zingeving en zinervaring. Iedere dag opnieuw is het een opgave voor de individuele oudere om te werken aan zijn eigen welbevinden. Het bijzondere is dat ieder mens voor zich weet en voelt wat dat welbevinden op dat moment inhoudt. Ieder mens weet namelijk wat goed voor hem is. En juist op dat punt is er vernieuwend denken in en rond zorginstellingen mogelijk.

Werken aan het dagelijkse welbevinden leidt tot succes als de oudere zelf zoveel mogelijk kan sturen en daarover zo goed mogelijke kan communiceren met zijn omgeving. En hier wringt nu juist de schoen, want in welke mate worden zorgafhankelijke ouderen in staat gesteld hun eigen regie te voeren? Bestaat er in en rond zorginstellingen evenwicht tussen denken in systemen” en “denken in individuen”, zodat de oudere haast als vanzelf de mogelijkheid geboden wordt om vorm en zin te geven aan zijn eigen dagelijkse leven, ondanks toenemende afhankelijkheid van zorg? De gerontologie leert ons dat ouderen tot op zeer hoge leeftijd de behoefte hebben zich te ontplooien op alle levensgebieden, ook op die van de sociale relaties, de inspiratie en de zingeving. Veel van de bestaande zorgsystemen schieten te kort in de ondersteuning van deze levensgebieden, simpelweg omdat de indicatiestelling andere, functionele aanspraken honoreert. Deze kritiek leeft maatschappijbreed. Dat is af te lezen aan het steeds nadrukkelijker vermijden van opname in zorginstellingen en de toenemende vraag naar mogelijkheden om zelfstandig te blijven wonen. Tegelijkertijd neemt - met name in de psychogeriatrie- de vraag toe naar kleinschalige zorgvoorzieningen, dicht bij mensen en zo “normaal” mogelijk. Dat is in feite een vraag naar zorg op menselijke maat, die het individu ook op hogere leeftijd in staat stelt om zo voordelig mogelijk partij te trekken van de mogelijkheden die het leven en zijn eigen persoonlijke omstandigheden hem bieden. Deze omschrijving van het doel van zorg op menselijke maat valt samen

3

met de definitie van “levenskunst”, het begrip dat centraal staat in deze handleiding in de vorm van een reisgids. De menselijke maat komt bij zorgafhankelijke ouderen tot stand in het directe contact tussen degene die ondersteuning verleent en degene die deze ontvangt.

ouderen zelf is lange tijd onderbelicht gebleven, ondanks de wetenschap dat een zelfsturende oudere minder een beroep zal doen op zijn omgeving. En dat is op zijn zachtst gezegd zeer opmerkelijk in een tijd waarin kosten en baten goed in evenwicht met elkaar moeten zijn.

Dat contact moet in een betekenisvolle relatie plaatsvinden. Dat houdt in dat daarin ook zaken die mensen belangrijk vinden in het leven hun plek krijgen. Niet voor niets missen heel veel ouderen maar ook ondersteuners - het gewone praatje, de persoonlijke aandacht, het gesprek van mens tot mens.

Directeuren kunnen zich uitgedaagd voelen om op basis van bovenstaande inzichten zorgvernieuwing in hun organisatie in gang te zetten. VDZ Nederland biedt hen een handreiking in de vorm van deze Reisgids levenskunst. Laat u uitdagen samen met ouderen en ondersteuners één van de trektochten in deze gids te maken. Doe zelf mee, daag de cliëntenraad uit mee te doen en ga samen op basis van gelijkwaardigheid op zoek naar betere mogelijkheden van de invulling van het dagelijkse leven, naar de kunst van het leven.

Vernieuwing in de zorgsector heeft lang in het teken gestaan van meer vierkante meters en integrale zorg en zich gericht op de “harde kant” van zorgsystemen. De benadering en de inbreng vanuit de

de menselijke maat van de levenskunst


Een reisgids die anders dan andere is Het idee en de opzet In en rond zorginstellingen wonen en werken mensen die dag in dag uit samen proberen het elkaar naar de zin te maken. Het is een kunst om in moeilijke situaties van het leven gelukkig en tevreden te zijn. Iedereen weet dat “gelukkig zijn” iets is waar je zelf voor moet zorgen en dat een ander dat niet voor je kan doen. Wel kunnen mensen elkaar daarbij helpen. De Reisgids levenskunst die VDZ Nederland heeft laten samenstellen is in eerste instantie een handreiking aan management en cliëntenraden van zorginstellingen. In deze “anders dan andere” reisgids wordt het leven van alledag in en rond de zorginstelling gezien als een trektocht: samen gaan groepjes ouderen, mantelzorgers, professionals en managers een speciale reis maken, elkaar onderweg helpend waar nodig. De trektochten waaruit men kan kiezen hebben te maken met onderwerpen die van groot belang kunnen zijn om als individu gelukkig en tevreden in en rond de zorginstelling te wonen en te werken. Wie op reis gaat, bereidt zich meestal goed voor en haalt bij het reisbureau een aantal reisgidsen. In dit geval bestaat uw reisgids uit een aantal brochures: • de Reisgids levenskunst, met algemene informatie, • vier brochures die trektochten beschrijven: 1. trektocht Eigen leefstijl, 2. trektocht Succesvol zelfstandig wonen, 3. trektocht Inspraak en persoonlijke betrokkenheid, 4. trektocht Voorkomen van eenzaamheid. Daarnaast heeft u een map met “reisbescheiden”. Daarin treft u algemene achtergrondinformatie aan en per trektocht allerlei “voorbeeldwegwijzers”,

4

die onderweg te gebruiken zijn. Hoewel elke trektocht zijn eigen voorbeeldwegwijzers heeft met specifieke inhoudelijke accenten, is een groot aantal onderling uitwisselbaar. De gebruiker zelf bepaalt uiteindelijk of en hoe hij gebruikmaakt van zijn map met reisbescheiden. Voor een algemene indruk van de reis kan men het beste eerst deze brochure Reisgids levenskunst goed doorlezen. Hij beschrijft het doel van deze speciale reis en hoe de reis verloopt (of, als we de reismetafoor even loslaten: inhoud en methodiek van dit ontwikkeltraject). Daarna kan men kiezen voor één van de vier trektochten, die elk in een aparte brochure beschreven zijn. De keuze hangt af van de actualiteit die in en rond de zorginstelling speelt. Heeft men besloten een van de trektochten te maken, dan bekijkt men ook de map met reisbescheiden die daarbij hoort. Daarna begint het avontuur. Een trektocht heeft per definitie iets avontuurlijks, iets spannends. Er zijn in de map met reisbescheiden mooie routes uitgezet en de reizigers kunnen onderweg van alles doen, maar het is aan hen zelf om te bepalen waar zij van de route afwijken en waar ze langer verblijven. Een trektocht met de uitdaging om betekenisvolle relaties aan te gaan Ieder mens is gedurende zijn gehele leven van nature op zoek naar de zin van het leven. Het leven is een zoektocht met een telkens wisselende route, in een telkens wisselende omgeving, met telkens wisselende medereizigers, meestal vanuit een zelfstandige woon- en leefsituatie. Bij toenemende zorgafhankelijkheid kan de woon- en leefsituatie zich verplaatsen naar de omgeving van een zorginstelling of zelfs naar binnen de muren van een zorginstelling. De natuurlijke zingeving komt dan onder druk te staan, mede ten


gevolge van functieverlies en verlies van de oorspronkelijke sociale contacten. Juist dan vereist levenskunst dat er aandacht is voor de menselijke maat. Daarom staat tijdens de trektochten het principe van het aangaan van betekenisvolle relaties met zichzelf en met anderen centraal. Als de reiziger onderweg voelt dat hij “lekker in zijn vel steekt”, weet hij zeker dat de reis naar wens verloopt.

Een trektocht met de inzet van de eigen levenservaring Op de avontuurlijke reis van het leven leert de mens met vallen en opstaan hoe hij het beste kan leven. Daarbij gaat het niet zozeer om eigen regievoering in de betekenis van “beheersing”, maar veel meer om zelfsturing van de totale persoon in open communicatie met de omgeving: “Kan ik het mezelf goed naar de zin maken, zonder mijn eigen identiteit te verliezen?” In deze tijd van toenemende individualisering ziet men steeds meer mensen hun eigen levensreis bepalen, wat tevens inhoudt dat er evenzoveel reisplannen gemaakt en bijgesteld dienen te worden.

5

Als de reiziger ouder wordt, in de tweede levenshelft belandt, zorgafhankelijker wordt en in of bij een zorginstelling komt te wonen, is een uitnodigende, kansrijke omgeving in combinatie met eigen mogelijkheden letterlijk van levensbelang! Zijn eigen mogelijkheden kent juist de oudere het best, vanwege de vele ervaringen die hij opgedaan heeft. De innerlijke drijfveer van iedere mens is om

deze ervaringen te gebruiken, maar dat kan alleen als zijn omgeving wil luisteren en meedenken. De trektochten maken deze inzet van de eigen levenservaring van iedere reiziger mogelijk. Deze levenservaring zit in de reiskoffer, niet als ballast, maar als “verborgen talenten”, die op het juiste moment en op de juiste plaats te voorschijn gehaald kunnen worden. Een trektocht met de inzet van ieders eigen, specifieke verantwoordelijkheid Natuurlijk heeft iedereen onderweg zijn eigen specifieke verantwoordelijkheid. Of het nu gaat om de trektocht die te maken

heeft met eenzaamheid, inspraak, eigen leefstijl of succesvol zelfstandig blijven wonen; het belangrijkste is dat een ieder weet wat hij in zijn reiskoffer heeft gestopt. Als er van alles in zit dat niet gebruikt wordt, zal de reiziger zich op de trektocht steeds ongemakkelijker gaan voelen. En hij zal het merken, want hij “steekt niet meer lekker in zijn vel”. Op de trektochten worden de individuele oudere reizigers uitgedaagd hun eigen keuzes te maken en de ondersteuners – zowel de mantelzorgers als de professionals en de managers- worden uitgedaagd te helpen om voor die keuzes een kansrijke omgeving te bieden, ieder vanuit zijn eigen positie en zoveel mogelijk op zijn eigen manier. Onderweg wordt voortdurend met elkaar gesproken, op basis van gelijkwaardigheid en met respect en vertrouwen in elkaar. Meestal spreekt men al reizende met elkaar, maar soms moet men even halt houden en rond de tafel gaan zitten. Vier trektochten die anders dan andere zijn Werden er tot nu toe vooral systeeminstrumenten ontwikkeld, de komende jaren zullen er steeds meer instrumenten ontwikkeld worden die rechtstreeks in handen van de individuele zorgvrager komen. Daardoor zal de gelijkwaardigheid tussen zorgvrager en zorgaanbieder toenemen, zal er een eind komen aan de vele standaardpakketten die de huidige instellingen aanbieden en zal er een bepaalde mate van scheiding van vraag en aanbod ontstaan, waarbij de zorgvrager hoofdzakelijk zelf de keuzes kan maken. Voor de managers van zorginstellingen is het een grote uitdaging concepten te ontwikkelen waarbinnen de individuele zorgvrager een centrale rol speelt. De keuze van de trektocht kan daarbij helpen, iedere trektocht heeft zijn eigen karakter.

reisgids levenskunst


Trektocht Eigen leefstijl - Het dagelijkse zoeken naar zinvolle dagbesteding geeft ouderen levenslust. - Professionals en anderen die met ouderen zoeken naar wat hen “echt beweegt” in het dagelijkse leven ervaren werken als zinvol en leuk. - Directies die zich laten uitdagen om een luisterend oor te bieden aan ouderen en medewerkers worden gestimuleerd om een organisatie te leiden met minder regels en meer dynamiek. Trektocht Succesvol zelfstandig wonen - Het individuele netwerk van de afzonderlijke oudere en zijn eigen regie daarbinnen vormen dé uitgangspunten voor professionele en niet-professionele ondersteuning. - De ondersteuning van en in het individuele netwerk geschiedt vanuit een goed georganiseerd en op de vraag gericht zorg- en dienstennetwerk. Trektocht Inspraak en persoonlijke betrokkenheid - Er wordt gekeken naar mogelijkheden van ouderen in plaats van naar hun tekorten. - De ouderen worden uitgedaagd een volwaardige bijdrage te leveren aan hun eigen dagelijkse leven. - De omgeving staat open voor de stille, sterke kant van de ouderen. Trektocht Voorkomen van eenzaamheid - Het gaat om de eigen beleving van de reizigers. - Men herkent en kent eenzaamheid en raakt daardoor bij elkaar betrokken. - Men helpt elkaar bij het omgaan met eenzaamheid.

Belangrijke bagage voor onderweg Oud worden is blijven groeien Mevrouw Persoon: “De zuster die mij laatst met het aankleden hielp, zat een beetje in de put. Ik heb haar gelukkig wat op kunnen beuren”. Anders dan wat vaak gedacht wordt, houdt oud worden nog steeds groeimogelijkheden in, met name op de persoonlijke emotionele levenslooplijn. Dit is overigens wel in tegenstelling tot de neergaande fysieke levenslooplijn van de mens. In onze samenleving kan de groeipotentie van ouderen, die gemiddeld na het 45ste levensjaar een extra impuls krijgt en zeker door kan lopen tot op hoge leeftijd, veel beter benut worden. Uiteindelijk wordt iedereen daar beter van: • de oudere zelf, want die voelt en weet zich gewaardeerd, ook bij toenemende ouderdom, • de directe omgeving van de oudere, want die kan gebruik maken en leren van ervaringen, • de samenleving, want die zal minder depressiviteit, isolement en burn out tegenkomen. In en rond zorginstellingen kan deze groeipotentie ook veel beter benut

6

worden, door in plaats van het accent te leggen op wat men niet kan, te kijken naar wat men wel kan, en dat te stimuleren. Het levensverhaal vertellen en verhelderen kan de oudere mens helpen zijn persoonlijke talenten te (her)vinden. Dit wordt in de fase van toenemende afhankelijkheid steeds belangrijker, want allerlei levensgebieden, die onze identiteit bepalen, komen steeds meer onder druk te staan: • het lichaam en de geest gaan achteruit, • het eigen netwerk van sociale contacten kan afbrokkelen, • materiële zaken, zoalals wonen, kunnen aanpassingen vereisen, • het kan moeilijker worden om zelf dingen te doen, • en tenslotte is het de vraag hoe geïnspireerd men in het leven kan blijven staan. In het “met elkaar invullen” van het dagelijkse leven van ouderen in en rond zorginstellingen zullen keuzes gemaakt moeten worden op deze levensgebieden. Het ene levensgebied zal nog verbeterd kunnen worden, het andere niet en dan zal men er belang bij hebben te zoeken naar compensatie op een ander levensgebied.


Onderzoek bij ouderen laat zien dat de levensgebieden “sociale relaties” en “inspiratie en waarden” steeds belangrijker worden en uiteindelijk bepalen of het leven nog als zinvol ervaren kan worden. De trektochten bieden de mogelijkheden juist op deze levensgebieden met elkaar op een positieve en individuele manier te werken. De mens en zijn omgeving De heer Van Wijk: “Mijn dochter doet heel veel voor mij en ze bedoelt het hartstikke goed, maar tegelijkertijd merk ik dat ik toch meer zelf over allerlei zaken wil beslissen.” Ieder mens is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de vorm- en zingeving van zijn dagelijkse leven. Men zet daarvoor allereerst zijn eigen stuurvermogens en talenten in en probeert - idealiter - van daaruit met de omgeving te communiceren. Het proces

Het zoeken naar de juiste balans in samenwerking en samenhang met de directe omgeving is een belangrijk aspect bij het inzetten en benutten van de stuurvermogens van zorgafhankelijke ouderen op deze groeilijn. Als de omgevingsdruk te groot is, raakt men in de stress of wordt men apathisch; anderzijds vervalt men in gevoelens van zinloosheid als de omgevingsdruk te laag is. De omgeving omvat niet alleen het individuele sociale netwerk van de oudere, maar ook bijvoorbeeld de zorginstelling, de wijk, de gemeente of het land. Alle omgevingen hebben hun eigen dynamiek en accenten en daarom is vaak zo moeilijk voor de oudere om de balans te vinden: • hijzelf heeft zijn eigen stuurvermogens, zijn (verborgen) talenten; • zijn sociale netwerk heeft zijn eigen ideeën en behoeften; • zijn omgeving “verder weg” (de gemeente, het land ) heeft allerlei weten regelgeving met mogelijk belangrijke invloed op zijn leven. Dit alles maakt de dagelijkse zoektocht naar de balans in het eigen leven tot een ingewikkeld, dynamisch proces, dat grote stuurkunst van alle partijen vraagt. De kiezende oudere in een kansrijke omgeving Mevrouw Den Anker: “De zusters vinden het belangrijk dat ik zoveel mogelijk zelf doe wat ik zelf kan en daar praten we dan over. Soms vind ik dat vervelend, maar uiteindelijk geeft het me wel veel voldoening.”

dat zich afspeelt tussen de persoon en zijn omgeving is een dynamisch proces van elkaar uitdagen, ruimte zoeken en bieden, gezamenlijk toetsen en zich laten beïnvloeden. In de tweede, afhankelijke levensfase van de mens is het soms nodig extra aandacht te besteden aan de kunst van het “interactief je eigen levensloop ontwerpen”. Het gaat erom dat de persoon en de omgeving er samen achter komen wat de juiste invulling voor dát moment is.

7

Eén van de belangrijkste pijlers van de trektochten is het hanteren van het principe dat de kern van het zorgsysteem eruit moet bestaan dat ouderen zelf kunnen kiezen hoe zij hun leven invullen. De zelfsturend kiezende oudere kan dat alleen in communicatie met een kansrijke omgeving. Zelfsturend kiezen wil zeggen dat men als totale persoon zélf het initiatief neemt om een zinvolle leefsituatie voor zichzelf te ontwerpen. Communicatie met een kansrijke omgeving betekent dat men zo gelijkwaardig mogelijk samen met anderen

zoekt naar betere mogelijkheden van de invulling van het dagelijks leven als de bestaande situatie niet meer voldoet. Als binnen het zorgsysteem de oudere zélf op deze wijze in het leven wil staan en als zorgaanbieders zó naar de oudere willen kijken, is de kans groot dat de zorgafhankelijke oudere het leven nog als zinvol en de moeite waard blijft beschouwen, ook als hij ernstig chronisch ziek is. Alvorens aan één van de trektochten te beginnen, is het van belang dat men zich realiseert dat er fikse belemmeringen bestaan in de omgeving van de ouderen. • Oud worden heeft een slecht imago in de samenleving; waar men denkt dat hoogbejaarde mensen niet veel meer zelf kunnen en daardoor sterk afhankelijk zijn of worden. • De basishouding van veel mensen, dus ook van ouderen, is sowieso dat men zich afhankelijk van anderen opstelt. • Belemmeringen treffen we ook aan in de systemen van veel organisaties. Allerlei effecten zijn daarvan bekend: eenmaal per week op een vaste tijd douchen, de thuiszorg medewerker heeft een specifieke taak en mag niet gewoon een half uurtje “sociaal bezig zijn”, het zorgproduct valt onder de thuiszorgorganisatie, maar een activiteitenproduct valt weer nergens onder. De kiezende oudere in een uitdagende omgeving Een oudere die in een zorginstelling woont of er diensten afneemt heeft belang bij een uitdagende omgeving, gericht op het weer bewust maken van zijn eigen stuurvermogens en daarmee op versterking van zijn eigen zelfstandigheid. De omgeving wordt vooral bepaald door zijn individuele netwerk, waarvan natuurlijk zijn familie, vrienden en buren deel uitmaken, maar ook personen uit de zorginstelling(en). Belangrijk is niet alleen het behoud van zijn individuele netwerk, maar ook de herkenbaarheid en het persoonlijke karakter ervan. Daarom zou met name de eerst-verantwoordelijke verzorgende (EVV’er intramuraal) en de contactpersoon

reisgids levenskunst


Een unieke reisformule (coördinator extramuraal) deel kunnen gaan uitmaken van dat individuele netwerk, als de oudere dat wenst. De rol van deze professionals is dan gericht op de ondersteuning van de oudere bij het (her)vinden en gebruiken van zijn eigen talenten en de communicatie daarover met de anderen. In de trektochten wordt een versterkend effect van dit proces gezocht in het hanteren van het principe van de lotgenotengroep. Ouderen die min of meer in dezelfde situatie verkeren en samen op trektocht gaan, versterken met elkaar hun eigen kracht en mogelijkheden. In de directe contacten met de ouderen, zowel individudeel als in groepsverband, wordt gezocht naar praktische oplossingen van knelpunten, waarbij de belangrijkste doelstellingen zijn: • de oplossing moet minstens voor een deel door de betrokkene zelf aangedragen zijn; • het actiepunt is haalbaar; • het actiepunt is zinvol, wat betekent dat het dat de oudere een tevreden gevoel geeft. In de lotgenotengroep hoeft men niet het verschil tussen zichzelf en de anderen te verdoezelen. Tijdens de trektocht vindt er tussen de deelnemers een onderling proces plaats: je maakt verbinding met de ander, ontdekt jezelf daarin nog beter en geeft “het beste in jezelf” door aan de ander.

Een trektocht met een ultiem doel Deze reisgids werkt een aantal trektochten uit. Elke tocht start met reizigers die vanuit eigen motivatie actief mee willen doen. De dragende beginsels zijn dat men zelf aan de slag gaat, dat er vertrouwen is in blijvende groei van mensen en er dialoog plaatsvindt met respect voor ieders eigenheid en ervaringskennis. De verschillende soorten deelnemers aan de trektochten hebben ieder hun eigen doel. • Voor de ouderen zelf bestaat het “ultieme” doel van het trektocht uit: het scheppen van een veilig sociaal klimaat, waar men kan zijn wie men is, voor en met elkaar. • Voor de professionele medewerkers en de directie is het einddoel vooral: een keten van aandacht voor en herkenning van het zo belangrijke thema levenskunst en van interventie op dat gebied. De keten staat voor een samenhangend en betrouwbaar geheel.

De ‘gouden’ driehoek Bij trektochten geldt een maximale doehet-zelfbenadering van alle reizigers bij de minder concrete zaken. Dat zijn de zaken die buiten de concrete zorg- en dienstverlening liggen waarop men gewend is in zorginstellingen het accent te leggen. Centraal in deze unieke reisformule staat de zogenaamde “gouden driehoek”, waarbinnen het proces van communicatie en zelfsturing plaatsvindt: interactief je eigen dagelijkse leven ontwerpen en vormgeven. De oudere

De (semi) professional

De directie

In de leefsfeer in en rond de zorginstelling kan dat dagelijkse ontwerpen niet zonder de directe betrokkenheid en motivatie van de oudere zelf, de (semi-)professio-

8


nele medewerker (waarmee hier ook mantelzorger bedoeld wordt) en de directie. Tijdens de trektocht houdt de gouden driehoek in dat de deelnemers ervaringskennis en kennis afkomstig uit wetenschap en beleidsnotities zo gelijkwaardig mogelijk met elkaar uitwisselen, ieder vanuit zijn specifieke verantwoordelijkheid. Voor ieder mens geldt dat hij –hoe afhankelijk ook- kan beschikken over zijn eigen dag, zijn eigen “logboek”. Zingeving en levenskunst hebben alles met elkaar te maken. Binnen zorginstellingen houdt levenskunst in dat men zelf mogelijkheden heeft om de organisatie aan te sturen. Speciale trajecten Tijdens deze “anders dan andere” trektochten legt men zowel gezamenlijk als individueel een traject af. Van het begin af aan is ieder samen met anderen actief bezig om reisplannen te ontwerpen. Van de deelnemers aan de trektochten wordt dan ook verwacht dat zij persoonlijk betrokken willen zijn en die betrokkenheid samen met anderen willen uiten en dat zij bovendien willen werken aan hun eigen persoonlijke ontwikkeling. Iedereen die daarin geïnteresseerd is kan dan meedoen.

9

a. Voorbereiding: wil de zorginstelling op reis en wie doen er mee? Voorafgaand aan iedere trektocht kijken managers en/of bestuurders samen met cliëntenraden en medewerkers of men echt gemotiveerd is en dus bereid is de noodzakelijke voorwaarden te scheppen. Dan wordt gekeken wie er allemaal mee op trektocht gaan. b. Het eerste deel van het traject: het verkennen van deze specifieke trektocht, om zich er een beeld van te vormen Dit deel van het traject houdt in: samen praten over de dingen die men onderweg tegenkomt en vooral ook daarvan alvast genieten. Wat stellen we ons voor onderweg te doen en kunnen we met elkaar aangeven welke gezamenlijke ontdekkingstochten we belangrijk vinden? Waar zit de uitdaging? De reizigers worden aangesproken als eigenaar van de eigen levensloop . c. Het tweede deel van het traject: plannen ontwerpen Samen maken we enkele reisplannen en kijken we hoe ze uitgevoerd kunnen worden. De reisplannen worden vertaald in concrete routes met pleisterplaatsen; proeftrajecten worden uitgeprobeerd en aan het einde van deze planfase goed nagesproken. d. Het derde deel van het traject: uitvoering van de plannen We gaan op trektocht, genieten van de reis en kijken of anderen mee willen. De nieuwe manier van reizen wordt definitief ingevoerd en na verloop van tijd wordt nog eens bekeken of het allemaal goed gaat.

Gesprekken onderweg Onderweg zal veel met elkaar gesproken moeten worden, want telkens bepaalt men samen hoe de reis verder gaat. De kern van een “goed gesprek onderweg” is gelijkwaardige uitwisseling van kennis en ervaring van alle reisgenoten. Doel en manieren van met elkaar in gesprek gaan verschillen per traject. De werkwijze heeft veel weg van een trechter: een breed uitwaaierend eerste traject, dat zich langzaam versmalt naar het tweede en zich dan toespitst op het concreet te bereiken reisdoel. Deze processen vragen veel energie, stuurmanskunst en goede onderlinge communicatie. De directie en de cliëntenraad worden aangeraden om voorafgaand aan de trektocht een goede inschatting te maken van mogelijke succes- en faalfactoren. Het gebruik van de reisgids Voor elke trektocht is het voorwaarde dat de zorginstelling één of meer reisleiders aanstelt. Het spreekt voor zich dat deze reisleider de “taal” van de trektocht spreekt. De reisgidsformule gaat er vanuit dat zorginstellingen voldoende kennis en kwaliteit in huis hebben na het lezen van de algemene reisgids, de overzichten van de trektochten en de map met reisbescheiden, om een gekozen trektocht te starten. De gemiddelde duur van een trektocht is ruim tien maanden, opgedeeld in drie grote stukken van gemiddeld ieder drie maanden: • de fase van de beeldvorming, • de gezamenlijke ontwerpfase en • de gezamenlijke reis- of implementatiefase.

reisgids levenskunst


De reisleider kan zich laten ondersteunen door een kerngroepje, bestaande uit reizigers. Samen zetten zij -telkens in overleg met alle reizigers- het nieuwe stuk uit van de trektocht. Daarnaast is het wenselijk om onderweg verslagen te laten maken door één of twee reizigers, zodat het proces van de trektocht goed gevolgd kan worden. Mogelijke specifieke doelgroepen per trektocht Er zijn geen beperkingen aan wie er mee willen en kunnen doen aan een trektocht. Het is zelfs zeer aan te bevelen ervoor te zorgen dat de trektocht ondernomen wordt met groepen van binnen en buiten de zorginstelling, zodat er voldoende inspiratie en blikverruiming kan ontstaan. Om het toch enigszins praktisch te maken staat hieronder een aantal keuzemogelijkheden.

Map met reisbescheiden Bij elke trektocht hoort een map met reisbescheiden. De volledige map met reisbescheiden bestaat uit: • de algemene documentatiewegwijzer en de reisthermometer, vervolgens specifiek per trektocht: • een documentatiewegwijzer, • wegwijzers of draaiboeken, • inspiratiewijzers, • voorleesimpressies. De wegwijzers of draaiboeken zijn als optie bedoeld; u kunt naar eigen inzicht op trektocht gaan. Met de zogenaamde “reisthermometer” kan iedere reiziger tijdens de reis “meten” hoe het staat met zijn eigen motivatie op dat moment. Voordat men op trektocht gaat, dient deze Reisgids levenskunst goed gelezen en met elkaar besproken te worden, want hierin staat het centrale gedachtegoed dat aan de basis ligt van elke “anders dan andere” trektocht.

Trektocht Eigen Leefstijl

Trektocht Succesvol Zelfstandig Wonen

Trektocht Inspraak persoonlijke betrokkenheid

Trektocht Voorkomen van eenzaamheid

Reizigers

Reizigers

Reizigers

Reizigers

Uit een of meer afdelingen

Uit visiteclubs,

Uit cliëntenraden

Uit de zorginstelling als geheel

Uit dienstencentra,

Uit andere medezeggenschapsorganen

Uit aanleunwoningen

Uit belangenorganisaties van ouderen

Uit een of meer afdelingen

Uit kleinschalige woonvormen

Uit de dagverzorging,

Uit huiskamers

Uit gespreksgroepen

Uit aanleunwoningen

Uit deelnemers aan wijk- en buurtgesprekken

Individuele ‘losse’ reizigers binnen de instelling

Uit kerkelijke verbanden

Hoewel de reisgidsen in eerste instantie bedoeld zijn voor gebruik in en rond zorginstellingen, zijn met enige creativiteit deze gidsen ook te gebruiken in ‘opener’ situaties, waarin ouderen zich bevinden, zoals in het kader van de Thuiszorg en het Ouderenwerk.

10

Groepjes uit verschillende zorginstellingen


Gebruikt studiemateriaal Voor de samenstelling van deze reisgids is gebruik gemaakt van o.a. de ervaringen van Beke & Netwerk in de navolgende specifieke ontwikkeltrajecten, die allen tussen 2000 en 2004 hebben plaatsgevonden: • de wijkgerichte reistrajecten SeniorenBuurtNetwerk en Succesvol zelfstandig wonen; in respectievelijk Vlaardingen (wijk Ambacht) en Rotterdam (IJsselmonde wijk Hordijkerveld); • het Haagse estafettetraject in zes zorginstellingen Eenzaam? Wat doe ik er aan?; in de Ametisthorst, Centrum Carel van den Oever, Tabitha, Wijndaelercentrum, Loevestein en Duinrust; • het bungalowwonentraject Eigen Leefstijl in het Zorgcentrum De Meerpaal, Vlaardingen; • de ontwikkeltrajecten Zinvolle Dagbesteding en KOKO ( Kiezende Oudere in de Kansrijke Omgeving ), Vragen Staat Vrij en Samen bouwen aan zelfstandig wonen; in respectievelijk Stichting De Stromen (Rotterdam), Stichting ZorgCompas en Stichting KVV Daarnaast is gebruik gemaakt van andere ervaringen en projecten die hebben plaatsgevonden binnen het Rotterdams Forum Communicatie en Zelfsturing Ouderen en binnen het IOG-Netwerk (Interactief Ontwerp Gerontologie). Vanaf juni 2004 is veel van het ontwikkelde instrumentarium en het gedachtegoed ondergebracht in de Stichting Vrije Levensloop Academie.

11

Literatuur Andreoli, P.

‘Het actuele welbevinden, baken voor de zorg- en welzijnssector’. In Geron 3-4, pag. 60-68 (2001) Baart, A. Een theorie van de presentie. LEMMA, 2003 Baltes, P. Baltes, P. en K.U. Mayer (eds.), The Berlin Aging study.; University Press, Cambridge, 1999 Beke, G.A.H. Intimiteit in de hoge ouderdom. Thesis master of arts in gerontology B.U.C. Antwerpen/ Eindhoven. Beke & Netwerk, Vlaardingen, 1997 Cornelis, A. Logica van het gevoel. Stichting Essence, Amsterdam-Brussel-Middelburg, 1998 Egan, G. Deskundig hulpverlenen. Een model, vaardigheden en methoden. Van Gorcum, 1998. Gennip, T. van Het Persoonsgerichte Tweegesprek, een en P.Houben methodiek in ontwikkeling. Werkcahier, onderdeel van training ouderenadviseurs door de IOG-groep. Rotterdam, 2004 Hortulanus, R., e.a. Sociaal Isolement in Nederland. Reed Business Information, Den Haag, 2003 Houben, P.P.J. Levensloopbeleid. Interactief levensloopbeleid ontwerpen in de tweede levenshelft. Elsevier, Maarssen, 2002 SCP Overzicht risicofactoren van beperkingen ouder worden. Rapportage ouderen 2001, Sociaal Cultureel Plan.

reisgids levenskunst


persoonlijke groei

individuele balans


trektocht eigen leefstijl

ouderen gaan ermee op reis


Algemeen In dit deel van de reisgids treft u een voorbeeld van de trektocht Eigen leefstijl aan. Voorafgaand aan deze trektocht is het nodig om de Reisgids levenskunst te lezen. Het is aan te raden dit voorbeeld van de trektocht eerst volledig door te lezen om daarna te kijken hoe u er zoveel mogelijk op eigen wijze invulling aan zou kunnen geven. Vervolgens, om u nog concreter op weg te helpen, treft u in de map met reisbescheiden Eigen leefstijl een grote hoeveelheid achtergrondinformatie en draaiboeken aan. De wegwijzers zijn voorbeelden van concrete draaiboeken met tijdschema’s en activiteiten. In een aantal situaties, met name tijdens het ontwerptraject en het invoertraject is de eigen, specifieke invulling van de betreffende organisatie gewenst. Om die reden zijn sommige wegwijzers geen draaiboeken, maar “inspiratiewijzers”.

Citaten uit het gastenboek Een oudere schrijft: “Als ik meer vrijheid heb om de dingen op mijn eigen manier te regelen en te doen, dan heb ik het erg naar mijn zin”.

Een medewerker schrijft: “Je bent in de schoonmaak erg taakgericht bezig, maar je merkt meteen dat het veel leuker gaat, als je ingaat op het verzoek van de bewoner om zelf te stoffen. Tijdens de trektochten wordt er veel met elkaar gesproken. De gesprekken zijn vooral interactief en informeel, want een gesprek is tenslotte geen vergadering. Voorop staat het principe van de “ontmoeting” en daarvoor is een informele, gezellige omgeving, waar men zich zo ongedwongen mogelijk kan gedragen, erg belangrijk. De duur van deze gespreksbijeenkomsten wordt afgestemd op de draagkracht van vooral de aanwezige ouderen. Op de trektochtbijeenkomsten worden “reisopdrachten” gegeven, die uitgevoerd

14

worden voor de volgende bijeenkomst, zodat men al meteen in de dagelijkse praktijk op avontuur kan gaan. In de reisopdrachten staan zelfreflectie en de eigen ervaring meestal voorop. Het spreekt voor zich dat men zelf bepaalt of er nog extra ontmoetingsbijeenkomsten onderweg nodig zijn. Als het gaat om de methodische kant, is het aan te raden veel in gemengde, kleine groepjes te werken.

Een directeur schrijft: “Als de leefomgeving bewoners uitdaagt zélf het heft in handen te nemen, heb je veel minder te organiseren en over het algemeen is de tevredenheid dan ook veel groter.


In de reiskoffer Het gaat om een trektocht die anders dan andere is. Voor de ouderen biedt het behoud van hun eigen leefstijl in de nieuwe woonsituatie een kans op meer levenslust bij de dagelijkse bezigheden. Voor de professionele ondersteuners wordt het dagelijks werk dan ook leuker en zinvoller en de directie zal een organisatie kunnen leiden met minder regels en meer dynamiek. Op deze trektocht Eigen leefstijl nemen alle reizigers twee bijzondere “gespreksthema’s” mee in hun reiskoffer, die telkens ingezet zullen worden tijdens de bijeenkomsten onderweg. De persoonlijke groei van ouderen Dat betekent dat men als oudere • eigen keuzes kan maken en daadwerkelijk maakt, • probeert in de nieuwe situatie zoveel mogelijk aan te sluiten bij de eigen leefstijl, • vervolgens een eigen dagelijks leefconcept ontwerpt en samen met anderen invult. De trektocht Eigen leefstijl verloopt als een ontdekkingsreis. Een zoektocht naar het antwoord op de vraag hoe de mens in de laatste fase van zijn levensloop een zinvol en gelukkig bestaan kan realiseren. Het is een reis waarbij de reizigers zelf

15

hun route en hun uiteindelijke doel kunnen bepalen. De centrale figuur in het reisgezelschap is de oudere die geconfronteerd wordt met een aanzienlijke afname van zijn fysieke en vaak ook psychische functies. Oud worden betekent voor de meeste mensen, dat zij niet kunnen blijven leven zoals zij altijd gedaan hebben. Dit geldt zeker als zij verhuizen naar een zorginstelling. In dat laatste geval verandert het leven van de ene dag op de andere. Door te blijven werken aan zijn eigen persoonlijke groei kan de oudere zijn route (levensloopverhaal) zelf tot een goed en zinvol einde (doel) brengen. Veel ouderen hebben daarbij ondersteuning en hulp van anderen nodig. Professionele verzorgers, mantelzorgers en vrijwilligers treden dan binnen in iemands meest persoonlijke leefgebied. Zij gaan een belangrijk deel uitmaken van de trektocht van de individuele oudere in deze levensfase. De individuele balans van ouderen Dat betekent dat • betrokken ouderen, (professionele) ondersteuners en directie elkaar interactief ondersteunen bij het zoeken naar en het ontwerpen van een zinvolle daginvulling.

Tijdens de trektocht Eigen leefstijl wordt met elkaar gezocht naar een goede afstemming tussen enerzijds de stuurvermogens van de individuele oudere en anderzijds de door de omgeving aan te reiken steun. Wanneer de stuurvermogens van een oudere door lichamelijke en geestelijke beperkingen een onomkeerbare teruggang vertonen, is er vanuit zijn omgeving actie nodig om hem in staat te stellen zelfstandig te blijven leven en zijn eigen leefstijl te behouden. Als er te weinig steun is wordt de oudere overvraagd, wat zijn mogelijkheden van persoonlijke groei aantast. Als de omgeving te veel steun geeft en te weinig vraagt van hem, ontstaat er onderstimulering. Daar de teruggang van stuurvermogens in de vierde levensfase bij ieder mens anders verloopt, dient regelmatig bezien te worden in hoeverre een bepaald bereikt evenwicht onderweg aanpassing behoeft, hetzij door ondersteuning van de persoon zelf, hetzij door extra steun vanuit de omgeving. Steeds is er het gevaar van onevenwichtigheid, waarbij mensen te zwaar onder druk komen te staan of juist te weinig uitgedaagd worden.

trektocht eigen leefstijl


Reistips

De directie die deze trektocht wil laten plaatsvinden, kan wellicht gebruik maken van de volgende reistips. • De trektocht Eigen leefstijl is in deze gids uitgewerkt binnen de organisatiestructuur van één zorginstelling. Geadviseerd wordt te starten met maximaal drie afdelingen of units, ieder met een reizigersgroep van tien à twaalf personen, waarvan telkens ongeveer de helft bestaat uit ouderen en de overigen uit medewerkers, leidinggevenden, vrijwilligers en familieleden. Het kan ook erg inspirerend zijn deze trektocht te maken met reizigers uit verschillende zorginstellingen. • Voor deze reis is een kleine, maar breed samengestelde kerngroep onder leiding van een reisleider noodzakelijk. De kerngroep is verantwoordelijk voor de aansturing en uitvoering. Zij organiseert de gezamenlijke “grote” bijeenkomsten, fungeert als meedenker in het inhoudelijke proces en als schakel tussen de diverse afdelingen

16

van de zorginstelling. • Op deze trektocht wordt met behulp van allerlei creatieve werkvormen geprobeerd de oudere “een kiezende oudere” te laten zijn en hem een kansrijke omgeving te bieden. Betrokken medewerkers, vrijwilligers, mantelzorgers en managementleden dienen daarom voldoende ruimte te krijgen om eigen keuzes te kunnen maken in hun dagelijkse werk. • De beeldvormingsfase is over het algemeen overal hetzelfde. Naarmate de trektocht meer overgaat naar de ontwerp- en de invoeringsfase, zal er meer invulling–op-maat nodig zijn, want alle organisaties hebben hun eigen identiteit. Om deze reden treft men vooral concrete draaiboeken aan ten behoeve van het traject beeldvorming. • Om het cultuurveranderingsproces goed te kunnen volgen is het handig ëén of twee rapporteurs aan te stellen.


De start van de trektocht

De voorbereiding Doel ”Eigen leefstijl” als thema op de beleidsagenda van directie en cliëntenraad Tijdsspanne Ongeveer één maand Acties Twee bijeenkomsten: • overlegbijeenkomst cliëntenraad en directie • koffieochtend om reizigers te werven

Inhoud traject Voordat de trektocht start, moeten het management en de cliëntenraad voldoende geïnformeerd en gemotiveerd worden (bijvoorbeeld tijdens een speciale overlegvergadering ). Voor het welslagen van de reis zijn draagvlak en eigenaarschap voorwaarden. Het lezen en bespreken van deze reisgids kan daar zeker bij helpen.

Wegwijzer Eigen leefstijl 1 medewerkers, vrijwilligers en familieleden uitgenodigd worden om samen te kijken of er interesse bestaat om een trektocht Eigen leefstijl te starten. Aan het eind van deze koffieochtenden wordt gevraagd wie er mee wil praten over dit thema in een aantal ontmoetingsbijeenkomsten, die de komende maanden gehouden worden.

Indien positief besloten wordt, kunnen tijdens speciaal georganiseerde koffieochtenden per afdeling of unit bewoners,

17

trektocht eigen leefstijl


De beelden verkennen

Doel Verduidelijking van elkaars beeld van ”eigen leefstijl” Tijdsspanne Ongeveer drie maanden Acties Vijf bijeenkomsten. • De eerste, tweede en vijfde ontmoetingsbijeenkomst vinden plaats met alle afdelingen, units en/of groepen samen. • De derde en vierde bijeenkomst vinden plaats per afdeling, unit of groep afzonderlijk. Wegwijzers Eigen leefstijl 2 t/m 5

Inhoud traject In het traject van de beeldvorming gaat het erom zodanige ruimte te creëren, dat de verschillende soorten reizigers medewerkers, ouderen, vrijwilligers,mantelzorgers en management - zich vrij voelen hun ervaringen ten aanzien van “eigen leefstijl” te benoemen, evenals hun sterke en zwakke kanten. Bestaande denkkaders dienen in dit deel van de trektocht zoveel mogelijk losgelaten te worden; men wisselt met elkaar ideeën en meningen uit. Deze ruimere manier van kijken levert allerlei thema’s op die aan het eind van

18

deze beeldvormingsfase geformuleerd worden in trefwoorden. Hier kan straks in het ontwerp traject verder mee gewerkt worden. Ieder thema is een inspirerende opgave, waar mensen zich door uitgedaagd voelen. De onderwerpen leven zodanig bij de deelnemers, dat zij er iets mee willen doen. Voor de reisleider en de rapporteur is het de kunst de juiste themaonderwerpen te vinden in de “soep” van alles wat er tijdens bijeenkomsten op tafel komt. Er is pas sprake van een themaonderwerp als er duidelijk thema-eigenaren zijn die ermee aan de slag willen. In de laatste bijeenkomst worden die onderwerpen gepresenteerd en dan zal moeten blijken of ze inderdaad als thema’s herkend worden en of voldoende mensen zich aanmelden als initiatiefnemers voor verdere uitwerking. Het is van belang dat het management zich vooraf op de een of andere manier committeert aan de uitvoering van de ontwerpuitkomsten en zich zo mogelijk zich uitspreekt over de eventuele kaders: “Doen wat je belooft”.

Ontmoetingsbijeenkomst 1 zie wegwijzer EigenLeefstijl 2 Op de eerste ontmoetingsbijeenkomst wordt het begrip eigen leefstijl met elkaar verkend. • Voeling krijgen met het begrip eigen leefstijl in relatie tot individuele wensen en behoeften. • Versterken van het positieve en gezellige gevoel als we praten over eigen leefstijl • Gemotiveerd raken om er zowel zelf als met elkaar iets mee te gaan doen de komende periode. Eigen leefstijl wordt bespreekbaar gemaakt vanuit eigen ervaringen, zodat de reizigers, zowel de ouderen zelf als de (jongere) medewerkers, de vrijwilligers en de mantelzorgers, voeling krijgen met het thema en min of meer dezelfde woorden kunnen gebruiken als ze er met elkaar over praten. Het is belangrijk om te beginnen bij de ouderen, en hen te vragen zelf iets aan hun eigen leefstijl te doen. Onderweg wordt uitvoerig gesproken over de reisboodschap, die in dit geval inhoudt: “de stille, sterke kracht van mensen genereren”. De reisopdracht die iedere deelnemer meekrijgt heeft te maken met de “wens van de dag”.


Ontmoetingsbijeenkomst 2 zie wegwijzer Eigen Leefstijl 3 In de tweede gemeenschappelijke bijeenkomst wordt het thema “eigen leefstijl” verder uitgediept. • De “wens van de dag” niet bij voorbaat beperken, maar ruim houden, want het gaat om de wensen die er echt toe doen. • Aandacht voor elkaars eigen leefstijl betekent dat de verschillende betrokken partijen of geledingen meer met elkaar in contact gebracht worden. • Ruimte aan elkaar geven en zoeken naar onderlinge inspiratie rond dit thema. De reisboodschap voor onderweg is: in gesprek gaan over de eigen wensen. Hoe kan men het zichzelf naar de zin maken? De reisopdracht luidt: elkaar vertellen over fijne momenten.

Intermezzo Na deze bijeenkomsten bekijkt de reisleider samen met de rapporteur(s) in de kerngroep welke thema’s op dat moment relevant zijn met betrekking tot eigen leefstijl. Deze gegevens worden in kaart gebracht ten behoeve van de (laatste) ontmoetingsbijeenkomst in het beeldvormingstraject.

Bijeenkomsten 3 en 4; per groepje afzonderlijk zie wegwijzer Eigen Leefstijl 4 - algemene documentatiewegwijzer - documentatiewegwijzer Eigen Leefstijl De twee kleine ontmoetingsbijeenkomsten richten zich op de eigen stuurkracht van het individu en van de reizigersgroep als geheel. Om deze reden wordt er met elkaar gesproken in het kleine verband van de afdeling, de unit of het “groepje”. Eerst wordt uitgebreid aandacht besteed aan de levenservaring van individuele mensen, het (her)ontdekken van de ontwikkeling van de eigen stuurkracht. In de volgende kleine bijeenkomst wordt gekeken hoe met deze levenservaring iets gedaan kan worden binnen de vijf levensgebieden: • lichaam en geest, • sociale contacten, • materiële situatie, • activiteiten en presteren en • inspiratie en zingeving. Deze levensgebieden samen bepalen de leefstijl van het individu. De reisboodschap richt zich op het gebruik van de eigen stille kracht van de deelnemers aan deze trektocht. In de reisopdracht wordt gevraagd voor elkaar de eigen leefstijl inzichtelijk maken. Ontmoetingsbijeenkomst 5 zie wegwijzer Eigen Leefstijl 5 en inspiratiewijzer Eigen Leefstijl 5A Deze ontmoetingsbijeenkomst is de afsluiting van het traject beeldvorming en daarom wordt het een extra feestelijke bijeenkomst. Op interactieve wijze worden de themaonderwerpen, die vooral in de eerste twee bijeenkomsten zijn genoemd, bekeken en besproken. Alle elementen die daarbij de rode draad vormen dienen samen te komen rond deze onderwerpen. • Rangschikken van de themaonderwerpen op de vijf levensgebieden. • Stille, sterke kracht en levensmotto’s van mensen verbinden aan de onderwerpen. • Zogenaamde themaeigenaren koppelen aan de onderwerpen. • Verdere afspraken maken over het volgende traject: de plannen ontwerpen. De reisopdracht is voor alle reizigers: gaan voor een inspirerende opgave!!

19

trektocht eigen leefstijl


Reisboodschap op spoor 1: aandacht voor persoonlijke betrokkenheid De oudere wordt uitgedaagd om uit te komen voor wat hij wil en de medewerker leert daar ontvankelijk voor te zijn. Bij de communicatie daarover zijn de sfeer en de beleving van het gesprek belangrijk. Kernbegrippen zijn: vertrouwen, veilig voelen, eigen zijn, aantrekkelijke ambiance. Ook op allerlei andere momenten tijdens de trektocht is deze andere manier van kijken en contact maken inzetbaar.

De plannen ontwerpen Doel Concrete plannen bedenken, die gericht zijn op de eigen leefstijl. Tijdsspanne Ongeveer drie maanden Acties Vijf á zes bijeenkomsten: • drie á vier bijeenkomsten per themagroepje, • twee bijeenkomsten met alle themagroepjes samen. Inspiratiewijzer Eigen leefstijl 6

Inhoud traject Op dit moment tijdens de trektocht wordt de eigenheid, de specifieke manier van werken in de organisatie, zeer belangrijk. Het vervolg zal dan ook zoveel mogelijk aan moeten haken bij de organisatiecultuur. Van daaruit wordt in kleine stappen geprobeerd te komen tot concrete cultuurveranderingsprocessen op het gebied van eigen leefstijl. De reisleider blijft samen met de kerngroep de stimulerende en voorwaardenscheppende krachten, maar meer en meer zal naar inbedding in de bestaande organisatiestructuur gezocht gaan worden. In het traject “plannen ontwerpen” worden de zelf-gekozen thema’s eerst nader verkend, alvorens ze verder geconcretiseerd worden. De afdelings- of unitstructuur dient enigszins losgelaten te worden, omdat er ongetwijfeld themaonderwerpen geconcretiseerd

20

zullen gaan worden die verder reiken dan de eigen afdeling. Daarom wordt aanbevolen in nieuw samengestelde groepjes rond een specifiek thema te gaan werken. De vertaalslag naar de praktijk van alledag is razend moeilijk. Vaak is binnen de zorginstelling niet alleen de oudere gehospitaliseerd, maar ook de (semi-) professionele ondersteuner! In het ontwerptraject gaan groepjes stapje voor stapje met elkaar proberen anders naar dingen te kijken, niet vanuit het idee dat het niet anders kan, maar vanuit de motivatie dat ze het anders willen. De vraag “Hoe gaan we dat samen voor elkaar krijgen?” dient telkens opnieuw gesteld te worden. Door de oudere zelf (die kracht punt uit zijn eigen, stille kracht), door de medewerker, maar ook door de manager en de leidinggevende. De gekozen themaonderwerpen zijn daarbij richtinggevend. Successen onderweg, hoe klein ook, worden gekoesterd en vooral ook aan anderen zichtbaar gemaakt. Dat betekent dat er tijdens de drie maanden van dit ontwerptraject er één of twee feestelijke momenten zijn, waarop de resultaten voor alle deelnemers extra in de schijnwerpers gezet worden.

Reisboodschap op spoor 2: “opzoomeren” Al naar gelang de organisatiestructuur van de zorginstelling kan gekozen worden voor het opstarten van groepjes die de themaonderwerpen rond eigen leefstijl gaan “opzoomeren”. Deze term is ontleend aan de Rotterdamse “Opzoomercomités”. Daarin hebben buurtbewoners die zich mede verantwoordelijk voelen voor de leefbaarheid in hun eigen straat of buurt zich verenigd. Van de gemeente kunnen ze daarvoor enige (financiële) ondersteuning krijgen. Van belang is het te voorkomen dat er binnen de gevormde opzoomer groepjes een “werkgroepensfeer” ontstaat, waardoor de reizigers een bepaalde druk ervaren om iets te moeten presteren. Hierdoor zouden de dynamiek en het enthousiasme snel kunnen verdwijnen. Reisboodschap op spoor 3: aandacht voor inpassen in beleid Het zal iedereen duidelijk zijn dat het traject van de invoering van de plannen alleen kan slagen als er: • ruimte is voor denken in een kader waarbinnen de oudere, de medewerker en het management gezamenlijk de mogelijkheid hebben de ondersteuning van het individuele leefconcept van de ouderen te realiseren, • thema-eigenaren zijn, • aansluiting wordt gevonden met de eigen communicatiestructuur van de zorginstelling (bijvoorbeeld met de kwaliteitscirkels, als men daarmee werkt.


De invoering van de plannen Doel Eigen leefstijl? Doe er iets mee met elkaar! Tijdsspanne Drie maanden en daarna Acties Bijeenkomsten van de themagroepjes met directie en cliëntenraad Inspiratiewijzer Eigen Leefstijl 7

Inhoud traject Iedere zorginstelling legt dit laatste traject op geheel eigen wijze af, met eigen reisdoelen en in eigen tempo. Feitelijk is de invoering van de plannen het dagelijkse reizen. De reisplannen en de daaraan gekoppelde voorwaarden moeten uiteraard goed vastgelegd en bewaakt worden. Natuurlijk kan er tijdens het reizen gekozen worden voor aanpassingen in de route, voor langere rustpauzes, voor totale wijzigingen en dergelijke meer. In bepaalde situaties zal de trektocht weer even terug moeten gaan naar een van de eerder geschetste trajecten van de beeldvorming en de planvorming. Belangrijk voor de communicatie is de invoering van de plannen één voor één concreet zichtbaar te maken in de zorginstelling en goed, transparant en breed te verspreiden. Het is zoals eerder gezegd, niet mogelijk om dit deel van het traject concreet uit te werken in deze reisgids. Desalniettemin kunnen directie en cliëntenraad het volgende schema van de beleidszuilen gebruiken om de beleidsresultaten in onder te brengen. (Beke 2001)

De meeste reisdoelen en de daaraan gekoppelde plannen en ideeën kunnen waarschijnlijk in één van deze beleidszuilen geplaatst worden. Daarbij zal telkens ruimte gecreëerd dienen te worden voor ieders eigen wensen en behoeften op deze gebieden en van de persoonlijke betrokkenheid van ieder bij de concrete invulling. Wist u dat…. De verschillende geledingen hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheden en doelen in het eigen-leefstijl-beleid. • Voor de oudere is het doel het aanleggen en verbeteren van het sociale veld in en rond de zorginstelling.

wonen

zorg

dienstverlening

zingeving

Persoonlijke invulling van het wonen

Flexibele vraag bepaalt zorg

Flexibele vraag bepaalt diensten

Persoonlijke én gezamenlijke invulling activiteiten

21

• De ondersteuner heeft de verantwoordelijkheid erachter te komen wat de individuele wensen en behoeften van de oudere zijn. • De directie heeft de verantwoordelijkheid een manier te vinden om eigenleefstijl-beleid binnen wet- en regelgeving te ontwikkelen en van voorwaarden te voorzien.

trektocht eigen leefstijl


regie eigen leven

individueel netwerk


trektocht succesvol zelfstandig wonen

ouderen gaan ermee op reis


Algemeen De keuze om de trektocht Succesvol zelfstandig wonen te gaan doen is idealiter een bewuste beleidskeuze van een aantal woon-, welzijn- en zorgaanbieders (“touroperators”) die willen samenwerken op het zogenaamde extramurale terrein. Voorbeelden van samenwerking zijn: • zorgcentrum, (deel)gemeente en woningbouwcorporatie, • zorgcentrum, thuiszorg en woningbouwcorporatie, • zorgcentrum, ouderenwerk en woningbouwcorporatie. Deze samenwerkende partners zoeken naar zorgafhankelijke, zelfstandig wonende ouderen die gemotiveerd zijn om mee te gaan op trektocht. Vaak zijn er reeds concrete verbanden waar ouderen elkaar regelmatig treffen, zoals de visiteclub, het dienstencentrum of de dagverzorging. Voorafgaand aan deze trektocht is het nodig om de Reisgids levenskunst te lezen. Het is verder aan te raden dit voorbeeld van de trektocht eerst volledig door te lezen om daarna te kijken hoe u er zoveel mogelijk op eigen wijze invulling aan zou kunnen geven. Vervolgens, om u nog concreter op weg te helpen, treft u in de map met reisbescheiden Succesvol zelfstandig wonen een grote hoeveelheid achtergrondinformatie en draaiboeken aan. De wegwijzers zijn voorbeelden van concrete draaiboeken met tijdschema’s en activiteiten. In een aantal situaties, met name tijdens het ontwerptraject en het invoertraject is de eigen, specifieke invulling van de betreffende organisatie gewenst. Om die reden zijn sommige wegwijzers geen draaiboeken, maar “inspiratiewijzers”. Tijdens de trektochten wordt er veel met elkaar gesproken. De gesprekken zijn vooral interactief en informeel, want een gesprek is tenslotte geen vergadering. Voorop staat het principe van de “ontmoeting” en daarvoor is een informele, gezellige omgeving, waar men zich zo ongedwongen mogelijk kan gedragen, erg belangrijk. De duur van deze gespreksbijeenkomsten wordt afgestemd

24

op de draagkracht van de aanwezigen, met name de ouderen. Op de trektochtbijeenkomsten worden “reisopdrachten” gegeven, die uitgevoerd worden voor de volgende bijeenkomst, zodat men al meteen in de dagelijkse praktijk op avontuur kan gaan. In de reisopdrachten staan zelfreflectie en de eigen ervaring meestal voorop. Alvorens de bijeenkomsten met de gezamenlijke “touroperators” te organise-

ren, is het handig om eerst een intentieverklaring op te stellen. Gedurende de trektocht kan de intentieverklaring steeds meer het karkater krijgen van samenwerkingsafspraken. Bij dit type agendapunten wordt op het niveau van de directies natuurlijk zakelijker gedacht en gewerkt dan in de groepen. Overigens zullen ook de beleidsmakers het principe van de “ontmoeting´ niet mogen vergeten. Het spreekt voor zich dat de organisatie zelf bepaalt of er onderweg nog extra ontmoetingsbijeenkomsten nodig zijn. Als het gaat om de methodische kant, is het aan te raden veel in gemengde, kleine groepjes te werken.

Citaten uit het gastenboek Een oudere schrijft: “Ik wopon al 32 jaar in dit huis en met een beetje extra inspanning lukt het mij goed om hier te blijven wonen. Gelukkig heb ik goede buren, die af en toe vragen of ze iets voor mij kunnen doen”.

Een oudere man schrijft: “Elke week ga ik naar de Probusclub en er is altijd wel iemand die mij met de auto komt halen en weer naar huis brengt. Vaak worden er interessante onderwerpen besproken”. Een andere oudere schrijft: “Vorige week heb ik met de thuiszorgmedewerkster gesproken over hoe ik ’s morgens na het opstaan en aankleden nog zoveel mogelijk energie over kan houden. Samen hebben we een paar handige ideetjes bedacht en ze werken!”


In de reiskoffer Op de “anders dan andere” trektocht Succesvol zelfstandig wonen gaan zorgafhankelijke ouderen die zelfstandig wonen (in de wijk, een aanleunwoning, een seniorenwoning of anderszins) samen op reis. Het behoud van de eigen woon- en leefomgeving doet een appèl op ieders gevoel van onafhankelijkheid en eigenwaarde. Erg belangrijk is de ondersteuning vanuit het individuele netwerk van elke oudere, waarbinnen tegemoet gekomen wordt aan de zo belangrijke behoefte aan betekenisvolle contacten. Bij succesvol zelfstandig wonen is een goed georganiseerd zorgen diensten netwerk rond de individuele oudere noodzakelijk. Binnen die structuur zal de oudere proberen op eigen stuurkracht zijn dagelijkse leven te ontwerpen. Alle reizigers die meegaan op de trektocht Succesvol zelfstandig wonen nemen de volgende twee bijzondere gespreksthema’s mee in hun reiskoffer, die zij telkens in kunnen zetten tijdens de bijeenkomsten onderweg. De centrale regie over het eigen leven (en dus zeggenschap over wat men je aanbiedt) • Hoe meer invloed de individuele mens kan uitoefenen op zijn directe leefomgeving, hoe tevredener hij zal zijn. • De oudere zorgvrager heeft niet alleen belang bij een persoonlijke benadering, maar ook wil hij vanuit zijn individuele

25

sociale netwerk zo lang mogelijk een centrale rol kunnen blijven spelen in zijn eigen zorgproces. Er is hier sprake van een trend, die de komende jaren alleen maar sterker zal worden, omdat de zorgvrager en zijn netwerk mondiger en kritischer zullen worden. De zorgvrager zal moeite moeten doen om de plek waar zijn eigen persoonlijkheid en leefstijl het meest tot hun recht komen, zo lang mogelijk te behouden. Deze plek is bijna altijd zijn huidige woning. Daarnaast zal de ontwikkeling van de technologie de komende jaren een spectaculaire bijdrage kunnen leveren aan de eigen regiefunctie van het individu. Te denken valt aan de mogelijkheden van directe contacten met familie, vrienden, verzorgende, arts en specialist met behulp van telecommunicatie, zelfs met behulp van beeldtelefonie en spraakherkenning. De technische mobiliteit in de breedste zin van het woord zal enorm toenemen en dat in de levensfase waarin de -vaak hoogbejaarde- zorgvrager in een kleiner wordend sociaal netwerk komt te vertoeven. Mede door deze technologische ontwikkelingen zullen bijvoorbeeld hoogbejaarde zorgvragers veel vaker thuis kunnen blijven wonen.

De balans in het individuele netwerk • Hoe is het primaire, meest intieme contactenveld samengesteld? • Hoe is het professionele (zorg) contactenveld samengesteld? • Hoe is het (commerciële) servicecontactenveld samengesteld? Het gaat er niet alleen om de netwerken in hun interne samenhang in beeld te krijgen, maar ook om te kijken of er naar tevredenheid van de oudere zelf de juiste keuzes gemaakt worden in mate en wijze van ondersteuning door het netwerk. De ondersteuning gekoppeld te zjn aan de ondersteuningsvragen! Ieder mens verzamelt gedurende zijn leven een eigen netwerk van personen om zich heen. Hij doet dat vanuit zijn eigen woonomgeving. Deze woonomgeving is niet zomaar neutraal terrein: het is het eigen domein waarop hij zich kan terugtrekken, waar zichzelf kan zijn en zich geborgen weet. Hier vanuit kan de (oudere) mens zich blijvend ontplooien. Soms staan de eigen woonomgeving en het daarbij behorende netwerk aanzienlijk onder druk bij het ouder worden. Ook als men thuis blijft wonen krimpt het persoonlijke netwerk vaak in, terwijl het formele netwerk daarentegen alleen maar uitdijt.

trektocht succesvol zelfstandig wonen


Reistips

De gezamenlijke “touroperators” die deze trektocht organiseren kunnen gebruik maken van de volgende reistips. • De eindverantwoordelijkheid voor deze trektocht berust bij één van de partijen, bij voorkeur bij de zorginstelling. • Geadviseerd wordt om bij de start extra aandacht te besteden aan gemeenschappelijk inhoudelijk draagvlak bij betrokken organisaties en partijen, met name ook bij hun achterbannen, en dit draagvlak te formaliseren in een stuurgroep. • Die stuurgroep kan er zorg voor dragen dat tijdens de trektocht een kader gevormd wordt, waarbinnen nieuw beleid uitgevoerd kan worden. • De beeldvormingsfase is over het algemeen overal hetzelfde. Naarmate de trektocht meer overgaat naar de ontwerp- en de invoeringsfase, zal er meer invulling-op-maat nodig zijn, want alle organisaties hebben hun eigen identiteit. Om deze reden treft men vooral draaiboeken aan ten behoeve van het traject beeldvorming. • In het eerste deel van het traject dienen niet alleen de betrokken ouderen extra gemotiveerd en gestimuleerd te

26

worden om mee te doen, maar vooral ook de samenwerkende organisaties en hun achterbannen. • Voor sommige ouderen is het wenselijk gedurende het gehele reistraject terug te kunnen vallen op iemand die fungeert als directe contact- en vertrouwenspersoon. Deze functie kan (tijdelijk) ingevuld worden door een bestaande functionaris, bijvoorbeeld door iemand die werkzaam is in de extramurale zorg,zoals een ouderenwerker of een casemanager. • Voor deze reis is een kleine, maar breed samengestelde kerngroep onder leiding van een reisleider nodig. Deze kerngroep is verantwoordelijk voor de aansturing en uitvoering. Zij organiseert de gezamenlijke (wijk)gesprekken en fungeert als “meedenker” in het inhoudelijke proces en als schakel tussen de diverse partijen. • Om het cultuurveranderingsproces goed te kunnen volgen, is het is handig één of twee rapporteurs aan te stellen.


De start van de trektocht De voorbereiding Doel Succesvol zelfstandig wonen op de beleidsagenda van de gezamenlijke partijen. Tijdsspanne Twee maanden Acties - Enkele overlegbijeenkomsten van beleidsmakers uit samenwerkende partijen. - Werkconferentie met achterbannen Wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 1 Inhoud traject In de voorbereiding worden de samenwerkende partijen op één (beleids)lijn gebracht met elkaar. Er zijn altijd genoeg aanleidingen te vinden om dit thema op de “extramurale” agenda te plaatsen. Het zorgcentrum, een gemeente of een woningbouwcorporatie kan in een beleidsnota gewag maken van “succesvol ouder worden” van senioren. Als concrete uitwerking daarvan wordt gekeken naar wijkactiviteiten die voor en door ouderen ontwikkeld kunnen worden. Ook zijn er zorgcentra die in het kader van extramuralisering kijken naar de ontwikkeling van een extramuraal zorg- en dienstverleningsconcept dat zo maximaal mogelijk vraaggericht is. De laatste jaren is de ontwikkeling van de woonzorgzone erg in opkomst. De trektocht Succesvol zelfstandig wonen sluit goed aan bij deze ontwikkeling, met name als het gaat om onderlinge communicatie vanuit ieders vermogen

27

tot zelfsturing in de woonzorgzone. Afhankelijk van de specifieke aanleiding wordt -voorafgaand aan de start van de trektocht- door de initiatiefnemer(s) ( de zorginstelling) gekeken met welke groep of groepen zelfstandig wonende ouderen de trektocht gemaakt wordt. Reizigers zijn te vinden bij visiteclubs, groepen ouderen in dienstencentra, ouderen in de dagverzorging, bestaande gespreksgroepen in de wijk, bepaalde wijk- en buurtgroepen en kerkelijke groepen. Voor een succesvolle trektocht zijn

minstens twee groepen gewenst, maar drie of vier is geen bezwaar mits de groepen niet te groot zijn. Nadat de keuze van de groep(en) is gemaakt, nodigtde directie van de zorginstelling de verantwoordelijke beleidsmakers van de achterliggende organisaties uit voor een werkconferentie. Op deze werkconferentie wordt de start van de trektocht met elkaar voorbereid.

De start Doel Individuele ouderen en de personen in hun individuele netwerk, inclusief professionele ondersteuners, uitdagen mee te gaan op deze ‘anders dan andere’ trektocht. Tijdsspanne Ongeveer twee maanden Acties Enkele afzonderlijke bijeenkomsten met groepjes ouderen en hun ondersteuners Wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 2 Inhoud traject In de maand volgend op de voorbereiding worden groepjes zelfstandig wonende ouderen, hun individuele netwerken en

de andere ondersteuners erbij betrokken. Tijdens reguliere bijeenkomsten van de groep(en) wordt onder leiding van de reisleider uitgebreid aandacht besteed aan deze bijzondere trektocht. Aan het eind van elke bijeenkomsten wordt gevraagd wie er mee wil praten over dit thema in een aantal wijkgesprekken, die de komende negen à tien maanden gehouden zullen worden. Als er voldoende groepjes reizigers zijn, stelt de reisleider een kerngroepje samen. Aansluitend wordt een globaal schema opgesteld van de trajecten “beelden verkennen”,“plannen ontwerpen” en “plannen invoeren”.

trektocht succesvol zelfstandig wonen


De beelden verkennen Doel Verduidelijking van het begrip succesvol zelfstandig wonen Tijdsspanne Ongeveer 3 maanden Acties Vijf bijeenkomsten: • De eerste en de tweede bijeenkomst vindentraject plaats met alle Inhoud reizigersgroepen gezamenlijk . • De derde en de vierde bijeenkomst vinden plaats in afzonderlijke kleine reizigersgroepen. Wegwijzers Succesvol zelfstandig wonen 3 t/m 6

28

Inhoud traject In de gezamenlijke ontmoetingsbijeenkomsten wordt gewerkt met zogenaamde stamtafelgesprekken. De ouderen, professionals, mantelzorgers en leidinggevenden zitten in een aantal gemengde groepen van zes tot acht personen rond een tafel. Belangrijke spelregels zijn: • ieder praat met elkaar, ieder kan zijn eigen inbreng hebben; • ieder maakt contact met elkaar, schenkt elkaar aandacht en neemt elkaar serieus; • ieder kan aangeven wat zijn eigen inbreng is en wat hij van anderen nodig heeft. De stille kennis van mensen komt in deze gespreksvorm goed aan zijn trekken. Men leert elkaar letterlijk en figuurlijk beter verstaan. In de twee bijeenkomsten van de afzonderlijke kleine groepen is het belangrijk zo informeel mogelijk bij elkaar te zitten en met elkaar te praten. Bij deze kleine groepen worden de verschillende betrokken groepen apart benaderd. Dat vergt een groot aantal gesprekken, maar de eigenheid van iedere groep dient hier

zo goed mogelijk aan haar trekken te kunnen komen. Er zullen meestal drie of vier groepjes ouderen zijn (vier tot acht per groepje ), één of twee groepjes mantelzorgers en vrijwilligers en één of twee groepjes professionals. De duur van de bijeenkomsten wordt afgestemd op de draagkracht van de aanwezigen, met name van de ouderen. Tijdens de bijeenkomsten worden individuele reisopdrachten gegeven, die uitgevoerd worden voor de volgende bijeenkomst.


Stamtafelgesprekken 1 zie wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 3 Als men zelfstandig woont zijn aanpassingen altijd noodzakelijk bij toemende zorgafhankelijkheid. De meest voor de hand liggende aanpassingen betreffen vaak het huis zelf. De fysieke (en soms ook geestelijke) beperkingen van de oudere vergen extra maatregelen op zaken als persoonlijke en brandveiligheid, bereikbaarheid van kamers en ruimten en toegang van buiten. Minder makkelijk wordt het als het gaat om aanpassingen in de sfeer van sociale contacten, activiteiten, gezelligheid en onderlinge hulpverlening. Aanpassingen worden nog ingewikkelder als er dringende behoefte is aan zorg- en dienstverlening. Iemand woont zelfstandig en op een bepaald moment van de dag heeft hij zorg en ondersteuning nodig. Wat wil hij precies? Kunnen zijn wensen en behoeften überhaupt gerealiseerd worden? En hoe kan dat dan geregeld worden? Wie heeft men daar allemaal voor nodig?

ten opzichte van de oudere en de zorg- of dienstverlener van zijn werksituatie ten opzichte van één of meerdere ouderen.

Van belang is deze onderwerpen aan de stamtafel bespreekbaar te maken in de zogenaamde gouden driehoek van oudere, mantelzorger en professionele zorg- of dienstverlener. De reisboodschap voor onderweg luidt: ouderen, familie, vrienden, medewerkers en leidinggevenden hebben elkaar onderweg permament nodig. Aansluitend is de reisopdracht dat ieder een lijstje van wensen en behoeften maakt en erbij vermeldt wie men daarvoor nodig denkt te hebben. De oudere gaat daarbij uit van zijn eigen situatie, de mantelzorger van zijn situatie

De reisboodschap luidt dat ieder kansen dient te krijgen om de juiste keuzes te maken voor de dagelijkse invulling van de vijf domeinen van zijn eigen leven. De reisopdracht bestaat eruit dat ieder aangeeft hoeveel invloed hij uitoefent op zijn eigen individuele netwerk.

29

Stamtafelgesprekken 2 zie wegwijzer Sussesvol zelfstandig wonen 4 - algemene documentatiewegwijzer documentatiewegwijzer Succesvol zelfstandig wonen Het gesprek aan de stamtafel vangt aan bij de “reisopdracht” die uitgevoerd is. Na een eerste uitwisseling wordt plenair gesproken over de vijf levensdomeinen van Petzold: • lichaam en geest, • sociale contacten, • materiële situatie, • activiteiten en presteren, • en inspiratie en zingeving. Aansluitend wordt aan de stamtafel opnieuw met elkaar gesproken over de “reisopdracht”, maar nu wordt het accent verlegd naar de ondersteuning van de individuele wensen en behoeften op de vijf levensgebieden vanuit ieders individuele netwerk.

Ontmoetingsbijeenkomst 3, per afzonderlijk groepje zie wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 5 - algemene documentatiewegwijzer documentatiewegwijzer Succesvol zelfstandig wonen Het gaat in deze bijeenkomst om de eigen groei op de levenslooplijn van de ouderen en hun mantelzorgers en vrijwilligers en om de eigen groei op de werklijn van hun professionele zorg- en dienstverleners. Daarbij wordt gekeken naar de persoonlijke ervaringslijn van mensen. Door (levens)verhalen te vertellen kan men deze groeilijn aan elkaar duidelijk maken. De reisboodschap luidt dat ieder zijn specifieke inbreng heeft En de reisopdracht is zich bewust te worden van het eigen levensmotto en het gebruik ervan. Ontmoetingsbijeenkomst 4, per afzonderlijk groepje zie wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 5 vervolg Doel van de bijeenkomst is voort te gaan op de weg naar bewustwording van de eigen groei op de levensloop- en werklijn. Het gaat ook nu weer om de groei op de levenslooplijn van de ouderen en hun mantelzorgers en vrijwilligers en de groei op de werklijn van hun professionele zorg- en dienstverleners. Door met elkaar te praten over levensmotto’s leert men de levenservaring juist in moeilijke perioden van het leven te gebruiken. Er ontstaat iets van een positief “lotgenotengevoel” en dat versterkt de persoonlijke groei. De reisboodschap is dan ook: men kan zichzelf en elkaar sterk maken op deze trektocht. Intermezzo Het draaiboek voor de laatste bijeenkomst in het traject “de beelden verkennen” sluit inhoudelijke en procesmatig aan op de vier voorafgaande bijeenkomsten. De rapporteurs bereiden deze bijeenkomst samen met de reisleider en de kerngroep daarom grondig voor. Om de opstap te maken naar het traject “plannen ontwerpen”, dient er voorafgaand aan deze bijeenkomst een inventarisatie plaats te vinden van: 1. opvallende zaken genoemd door de reizigers op het gebied van succesvol

trektocht succesvol zelfstandig wonen


zelfstandig blijven wonen; deze onderwerpen worden gebundeld tot enkele centrale thema’s; 2. opvallende zaken genoemd door reizigers op het terrein van de eigen rol(len) in het proces van succesvol zelfstandig blijven wonen Stamtafelgesprekken 5 zie wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 6 De gesprekken tijdens de stamtafelbijeenkomsten zijn een eerste stap in de cultuuromslag in het (mee)denken over succesvol zelfstandig wonen, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, maar altijd vanuit het kader dat de oudere zijn eigen individuele plan trekt, al dan niet met ondersteuning van de persoonlijk begeleider en de samenwerkende organisaties. Met name de organisaties zijn vanuit het principe van het individuele netwerk mede verantwoordelijk voor het scheppen van een kansrijke omgeving. Tijdens deze afsluitende bijeenkomst van het traject “de beelden verkennen” wordt op inhoudelijke en creatieve wijze aandacht besteed aan de kernboodschap van het vervolgtraject: 1. de oudere trekt zijn eigen individuele plan; 2. de samenwerkende organisaties en de personen van het individuele netwerk zijn mede verantwoordelijk voor het scheppen van een kansrijke omgeving. Belangrijk is dat de reizigers aan het eind van dit stamtafelgesprek aangeven of zij de uitdaging om verder mee te doen met het ontwerpen van de plannen willen aannemen. De reisboodschap zal dan moeten luiden: verder gaan.

De plannen ontwerpen Doel Plannen ontwerpen om met elkaar concreet te werken aan succesvol zelfstandig wonen. Tijdsspanne Ongeveer drie maanden Acties Vier bijeenkomsten: - werkconferentie 2 - drie gespreksbijeenkomsten over de routeplanner Wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 7 en 8

Inhoud traject De reisleider en de kerngroep zijn en blijven de stimulerende en voorwaardenscheppende krachten in dit traject. Enerzijds wordt het doel van de trektocht weer teruggekoppeld naar de samenwerkende organisaties en anderzijds gaan betrokken reizigers verder oefenen met de routeplanner van de individuele ouderen. Ook de rol van de persoonlijke begeleider dient meer in beeld te komen: zowel de individuele ouderen als de samenwerkende organisaties hebben een klankbord nodig. Eerste stap van het ontwerptraject zie wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 7 De posters uit de stamtafelgesprekken 3 dienen als inspiratiebron voor de tweede

30

werkconferentie voor alle “touroperators” en hun achterbannen. Belangrijk is dat alle betrokkenen ervaren dat het gaat om de thema’s en onderwerpen die de individuele ouderen zelf belangrijk vinden. Criteria voor deze thema’s zijn dat zij: • zonder meer van belang zijn; • uitermate geschikt zijn om gelijkwaardig uit te wisselen; • een beroep doen op ieders stuurvermogen en persoonlijke groei. De betrokken partijen, en dan vooral de aanwezige directies en managers, kijken naar de deeltrajecten in deze trektocht en de daaraan gekoppelde thema’s. Verder wordt iedereen weer even bijgepraat. Belangrijk agendapunt is ook het creëren van een soort “vrijplaats” waarbinnen het gezaenlijke ontwerpen verder kan gaan. De randvoorwaarden - onder andere voor de facilitering- zullen besproken en vastgelegd dienen te worden in een samenwerkingsovereenkomst tussen alle betrokken partijen. Tweede stap van het ontwerptraject zie wegwijzer Succesvol zelfstandig wonen 8 Vervolgens start het echte ontwerpen: gezamenlijk wordt de individuele routeplanner ontworpen. De individuele oudere en zijn netwerk gaan oefenen met het omgaan met de routeplanner en de ondersteunende


organisaties gaan oefenen met het inrichten van een kansrijke omgeving voor de routeplanner. Verder is het van belang dat: a. er meer ouderen, mantelzorgers, vrijwilligers en professionele zorg- en dienstverleners mee gaan doen; b. de ideeën en plannen zelfsturend en op eigen initiatief worden bedacht en uitgevoerd; c. de ideeën en plannen klein, simpel en eenvoudig zijn, zodat ze gemakkelijk uitgevoerd kunnen worden. Net als bij de stamtafelgesprekken in het traject “de beelden verkennen” wordt ook nu weer de stilzwijgende, ervaringskennis van iedere deelnemer zo gelijkwaardig mogelijk uitgewisseld. Tegelijkertijd wordt deze ervaringskennis geplaatst naast de vakkennis van de professionele zorg- en dienstverlener (die in nota’s, protocollen, studies en dergelijke is vastgelegd). In deze ontwerpfase wordt er al op zeer kleine schaal op verschillende niveaus voor gezorgd dat men met elkaar leeft. Hoe ouderen, mantelzorgers, vrijwilligers en professionele zorg- en dienstverleners met elkaar omgaan is minstens zo belangrijk voor het realiseren van een goed ontwerp, als de kwaliteit van de inhoudelijke input. Na een proef van enkele maanden kan bekeken worden in hoeverre de ontwerpacties meerwaarde hebben of verdere uitwerking behoeven en kansen beter benut zouden moeten worden. In dat kader wordt tevens gekeken naar ondersteuning en toerusting.

31

De invoering van de plannen

Doel Gezamenlijk succesvol zelfstandig wonen mogelijk maken. Tijdsspanne Drie maanden en daarna. Acties Diverse bijeenkomsten op het niveau van de beleidsmakers en de uitvoering Inspiratiewijzer Succesvol zelfstandig wonen 9

Inhoud traject Bij de invoering van de plannen wordt de reis vervolgd. In dit traject worden de werkwijze met de routeplanner en de inrichting van het individuele netwerk concreet zichtbaar gemaakt in het extramurale beleid en goed, transparant en zo breed mogelijk in de achterbannen verspreid. Natuurlijk kan er tijdens het reizen gekozen worden voor aanpassingen van de route, voor langere rustpauzes, voor totale wijzigingen van de route en dergelijke meer. In bepaalde situaties zal de trektocht weer even terug kunnen gaan naar de fasen van het beelden verkennen of plannen ontwerpen.

De samenwerkende organisaties - de “ touroperators”- proberen nu op formele wijze het beleid met elkaar te bepalen en vast te leggen. Geadviseerd wordt dit te doen op de volgende drie beleidsvelden: 1. de routeplanner en het gebruik van het individuele netwerk, 2. de (semi-)professionele ondersteuning, met name door inzet van de persoonlijke begeleider, 3. de formele samenwerking op beleidsniveau. Voortdurende terugkoppeling van beleid naar de zorgafhankelijke oudere in de wijk is noodzakelijk om de onderlinge communicatie levendig te houden.

trektocht succesvol zelfstandig wonen


intimiteit

daag elkaar uit


trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid

ouderen gaan ermee op reis


Algemeen Er zijn vijf “rechten” die van groot belang zijn op de trektocht Inspraak en persoonlijke betrokkenheid van ouderen in en rond zorginstellingen: 1. recht op het vervullen van een volwaardige rol in het eigen zorgproces, ook bij toenemende afhankelijkheid en afnemende regiefunctie; 2. recht op ondersteuning van de intimiteit: privacy, levensstijl, geborgenheid, psychische en fysieke vertrouwelijkheid; 3. recht op zodanige sociale, medische en paramedische ondersteuning, dat men zijn dagelijks leven als zinvol kan ervaren; 4. recht op een eigen dagritme en op wat men daaraan zelf kan bijdragen; 5. recht op eigen contacten. Deze “anders is andere” trektocht vraagt van de initiatiefnemers (directie en cliëntenraad) een extra reflectie vooraf, die uitgaat van het gegeven dat op dit moment de organisatie teveel de motor is: het systeem is maatgevend en dwingend. Mede daardoor is er vaak geen betrokkenheid van de individuele oudere . 1. De belangrijkste vraag die de cliëntenraad zichzelf zou kunnen stellen, luidt: “Waarmee wil de raad zich bezighouden? Consumeert de raad alles wat de omgeving hem aanreikt, wat vaak betekent dat de raad mij vooral richt naar de onderwerpen die de directie voorlegt? Of besluit de raad zich vooral bezig te houden met onderwerpen die onze oudere zorgvragers bezig houden en te harte gaan?” 2. De belangrijkste vraag die de directie zichzelf kan stellen, luidt: “Hoe wil ik als bestuurlijk eindverantwoordelijke met de medezeggenschap in mijn organisatie omgaan? Wil ik vooral mijn energie stoppen in het formeel uitvoeren van de Wet op de medezeggenschap? Of richt ik me meer op de onderwerpen die de cliëntenraad mij aanreikt?” 3. De belangrijkste vraag die de leidinggevenden zichzelf in dit kader kunnen stellen luidt: “Welke ruimte binnen de organisatie krijgen wij samen met de medewerkers om ons vooral te richten

34

op de directe betrokkenheid van de zorgafhankelijke ouderen en wat voor consequenties heeft dat in de dagelijkse praktijk?” Voorafgaand aan deze trektocht is het nodig om de Reisgids levenskunst te lezen. Het is verder aan te raden dit voorbeeld van de trektocht eerst volledig door te lezen om daarna te kijken hoe u er zoveel mogelijk op eigen wijze invulling aan zou kunnen geven. Vervolgens, om u nog concreter op weg te helpen, treft u in de map met reisbescheiden Inspraak en persoonlijke betrokkenheid een grote hoeveelheid achtergrondinformatie en draaiboeken aan. De wegwijzers zijn voorbeelden van concrete draaiboeken met tijdschema’s en activiteiten. In een aantal situaties, met name tijdens het ontwerptraject en het invoertraject is de eigen, specifieke invulling van de betreffende organisatie gewenst. Om die reden zijn sommige wegwijzers geen draaiboeken, maar “inspiratiewijzers”. Tijdens de trektochten wordt er veel met elkaar gesproken. De gesprekken zijn vooral interactief en informeel, want een gesprek is tenslotte geen vergadering. Voorop staat het principe van de “ontmoeting” en daarvoor is een informele, gezellige omgeving, waar men zich zo ongedwongen mogelijk kan gedragen, erg belangrijk. De duur van deze gespreksbijeenkomsten wordt afgestemd op de draagkracht van de aanwezigen, met name de ouderen. Op de trektochtbijeenkomsten worden “reisopdrachten” gegeven, die uitgevoerd worden voor de volgende bijeenkomst, zodat men al meteen in de dagelijkse praktijk op avontuur kan gaan.Bij deze trektocht staat meestal het spoor van zelfreflectie en eigen ervaring voorop in de reisopdrachten. Het spreekt voor zich dat men zelf bepaalt of er onderweg nog extra ontmoetingsbijeenkomsten nodig zijn. Als het gaat om de methodische kant, is het aan te raden veel in gemengde, kleine groepjes te werken.

Citaten uit het gastenboek Mevrouw Kijkduin schrijft:”Ik ben trots op dat beetje wat ik zelf nog kan en dus wil ik dat behouden!” Meneer Vlag schrijft: “Ik kan veel zelf doen en ook soms beter dan de professionele hulpverlener, dan doe je dat toch?”

Mevrouw Zegers schrijft: “Ieder mens weet toch uit ervaring wat goed voor hem is, of niet soms? Regel daarom dat ‘ene ding’ dat je niet zelf kan en regel de rest zelf”. Meneer Singel schrijft: “Ik probeer altijd heel persoonlijk te zijn als een zuster mij komt helpen met aankleden. Ik ben tenslotte geen etalagepop die aangekleed wordt, toch?”


In de reiskoffer Op deze trektocht gaan cliëntenraden en andere medezeggenschapsorganen die zich direct betrokken weten bij zorgafhankelijke ouderen, samen met anderen op zoek naar inspraak en persoonlijke betrokkenheid bij het dagelijkse leven. Deze “anders dan andere” trektocht vraagt van de reizigers dat zij vooral kijken naar de mogelijkheden van ouderen en niet naar hun tekorten. Ook zijn zij zich bewust van het feit dat ook ouderen in een gehospitaliseerde omgeving graag een volwaardige bijdrage wensen te geven aan hun dagelijkse leven. Alle deelnemers die meegaan op deze trektocht Inspraak en persoonlijke betrokkenheid nemen daarom twee bijzondere “gespreksthema’s” mee in hun reiskoffer, die telkens ingezet zullen worden tijdens de bijeenkomsten onderweg. Intimiteit in de hoge ouderdom De concrete beleving van intimiteit is voor ieder mens bepalend voor een zinvol en gelukkig bestaan. De gerontoloog Beke (1997 ) spreekt in dit kader over

35

het belang van intimiteit in de hoge ouderdom: intimiteit is de hoogste mate van vertrouwelijkheid met zichzelf en in de relatie tot de ander, die ontstaat op het moment dat hij zichzelf kan zijn in zijn persoonlijke leefgebied. Intimiteit omvat: • privacy, • geborgenheid, • leefstijl, • fysieke vertrouwelijkheid, • psychische vertrouwelijkheid. Het eigen huis dient daarbij als de veilige basis, waar de mens zich geborgen weet en van waaruit hij de wereld om hem heen tegemoet treedt. In de zorgafhankelijke levensfase betekent dit dat de oudere in de zorginstelling zijn eigen “thuis” heeft. De woonomgeving dient daarvoor niet alleen voldoende privacy te bieden aan haar bewoners, ook een sfeer van geborgenheid waarin men zijn eigen leefstijl kan uiten is belangrijk. Bovendien hebben mensen behoefte aan een grote mate van vertrouwelijkheid in de zorgondersteuning door anderen.Samen

betekent dit dat inspraak en persoonlijke betrokkenheid op de eigen woon- en leefomgeving een “must” is. Een persoonlijk leefgebied is letterlijk ruimte, maar ook de figuurlijke ruimte om blijdschap of verdriet te tonen. We weten dat de concrete beleving van die ruimte in belangrijke mate bepaald en gestuurd wordt door de persoon zelf. In de zorginstelling treedt men letterlijk en figuurlijk gemakkelijk in iemands persoonlijk leefgebied. Vandaar dat zowel fysieke als psychische vertrouwelijk tussen de oudere en éénn of meer mensen in zijn omgeving van wezenlijk belang is. Daag elkaar uit door te blijven vragen Dit geldt voor ouderen, mantelzorgers, vrijwilligers, professionals en directie. Bij het vragen put de mens vooral uit eigen kennis en levenservaring en ieder kan ervan uitgaan dat de vrager weet wat bijdraagt aan zijn eigenwaarde en wat daaraan afbreuk doet.

trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid


• Vragen vanuit onderling vertrouwen en respect. • Vragen vanuit gelijkwaardigheid. • Vragen die zich vooral bevinden in de context van de vijf “rechten” van zorgafhankelijke ouderen. Binnen de zorginstelling leeft de zorgafhankelijke oudere in een sterk geprofessionaliseerde zorg- en dienstenomgeving. Veelal is er in deze geïnstitutionaliseerde omgeving allerlei professionele kennis aanwezig over wat goed is voor de zorgafhankelijke oudere, van waaruit men zich zeer verantwoordelijk voelt voor het welbevinden van de ouderen.

directie, management en leidinggevenden en cliëntenraad zonder allerlei formele verplichtingen ten opzichte van elkaar op weg kunnen gaan. Om de formele relatie te waarborgen gedurende deze trektocht is het raadzaam een “dagelijks bestuur medezeggenschap trektocht” te benoemen, waarmee enkele overlegvergaderingen worden gepland. Tegelijkertijd wordt vastgesteld welke formele zaken er in het dagelijks bestuur besproken worden. De reizigers die meegaan op deze trektocht komen in eerste instantie uit de drie geledingen die samen het beleid van de organisatie uitstippelen:

Reistips • De eindverantwoordelijkheid berust bij de bestuurder of de directie van de instelling, die tevens optreedt als reisleider. • De cliëntenraad krijgt voor de duur van dit traject een eigen “ondersteuner” toegewezen. • Voor het reistraject is een kerngroep noodzakelijk, bestaande uit één directielid, twee vertegenwoordigers van de cliëntenraad en één uitvoerend manager. • De kerngroep is verantwoordelijk voor de aansturing en uitvoering. Zij organiseert de gezamenlijke gesprekken, fungeert als “meedenker” in het inhoudelijke proces en als schakel tussen de diverse partijen. • De trektocht vindt plaats in een afgebakende tijdsspanne van drie maal drie maanden: voor elke fase drie maanden. • Het is gewenst een rapporteur aan te

In de dagelijkse praktijk van zorginstellingen probeert men de balans tussen wat de oudere wenst en wat de organisatie kan bieden te vangen onder de noemer “vraaggericht werken”, een term en benaderingswijze vanuit de professional en minder vanuit de oudere. Om de balans te zoeken en te vinden tussen de ervaringskennis van de oudere en de vakkennis van de professional kan men gebruik maken van het individuele vermogen tot communicatie en zelfsturing. Cliëntenraden kunnen hier de koers uitzetten namens alle individuele ouderen. Speciale reisvoorwaarden Deze trektocht Inspraak en persoonlijke betrokkenheid kan alleen succesvol plaatsvinden als er een tijdelijke “vrijplaats” gecreëerd wordt, van waaruit

36

• de directie, • de cliëntenraad, • de managers en leidinggevenden. Naast de reizigers uit deze geledingen kunnen zich ook individuele ouderen, mantelzorgers, vrijwilligers en medewerkers aanmelden voor de trektocht.

stellen, die zich met name richten op de verslaglegging van het proces. • Aan het eind van iedere fase wordt gekeken of dat deel van de ontdekkingsreis aan de verwachtingen heeft voldaan en zo ja, hoe de reis verder gaat.


De start van de trektocht De voorbereiding Doel Inspraak en Persoonlijke Betrokkenheid als gezamenlijk thema op de beleidsagenda van directie en cliëntenraad. Tijdsspanne Eén maand. Actie Overlegvergadering directie en cliëntenraad.

Inhoud traject Het is altijd prettig als er een (positieve of negatieve) aanleiding is om het thema “inspraak en persoonlijke betrokkenheid” op de beleidsagenda te zetten, bijvoorbeeld: • een grote reorganisatie en/of renovatie en/of nieuwbouw; • het lukt maar niet om voldoende nieuwe cliëntenraadsleden te krijgen en er komen weer verkiezingen aan; • de contacten tussen cliëntenraad en directie lopen wat stroef; • er vindt weer een nieuwe bezuinigingsoperatie plaats in de zorg. Als er geen rechtstreeks aanleiding is, dan kan dit thema natuurlijk gewoon eens aan de orde gesteld worden in een

37

reguliere (overleg)vergaderingen tussen directie en cliëntenraad. In alle gevallen kan deze gids als eerste verkenning van dit thema aan de orde gesteld worden. De trektocht kan pas starten als de partijen gemotiveerd zijn om mee te doen en de kerngroep samengesteld is.

De start Doel Vaststellen wie meegaan op deze trektocht Inspraak en persoonlijke betrokkenheid? Tijdsspanne Eén maand. Acties Informele gesprekken. Inspiratiewijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 1

meer personen te betrekken. Natuurlijk doen de vaste geledingen mee: directie, cliëntenraad en enkele managers of leidinggevenden. Het is gewenst het reisgezelschap uit te breiden met een aantal individuele ouderen, mantelzorgers, vrijwilligers en medewerkers. De deelname zal mede bepaald worden door de context van de organisatie of instelling. Een goede manier om meer personen bij dit thema betrokken te krijgen, is om af te spreken dat ieder lid één of twee mensen uitnodigt mee te doen: • een cliëntenraadslid nodigt een andere oudere en een mantelzorger uit; • de directie nodigt een lid van de Raad van Toezicht uit; • een manager of leidinggevende nodigt een medewerker en een vrijwilliger uit. De totale groep die op ontdekkingsreis gaat bestaat uit ongeveer vijftien tot twintig personen. Het is daarbij noodzakelijk dat er in de groep voldoende ouderen zijn (50%).

Inhoud traject In de startfase wordt door de kerngroep een wervingsactie op touw gezet om

trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid


De beelden verkennen

Doel Verkenning van het begrip ”intimiteit” en van de groeipotentie van individuele ouderen op dat gebied. Tijdsspanne Ongeveer vier maanden. Acties Negen bijeenkomsten: - vijf groepsgesprekken over intimiteit, - drie workshops over groei, - bijeenkomst voor het opmaken van de balans Wegwijzers Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 2 t/m 6

38

Inhoud traject zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 2 en documentatiewegwijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid De kerngroep organiseert tijdens het eerste deel van deze trektocht ongeveer vijf groepsgesprekken rond het thema “intimiteit in de hoge ouderdom”. Het begrip intimiteit bestaat uit de volgense vijf componenten, die ieder een bepaalde waarde hebben voor de individuele oudere: • privacy: persoonlijk leefgebied; • levensstijl: de wijze waarop men als persoon naar buiten treedt; • geborgenheid: het gevoel “lekker in zijn vel te steken”, • psychische vertrouwelijkheid: de persoonlijke relatie met de ander; • fysieke vertrouwelijkheid: de persoonlijke lichamelijke relatie met de ander. Elke twee weken wordt één item aan de orde gesteld aan de hand van een aantal gerichte vragen. De deelnemers krijgen deze vragen voorafgaand aan het gesprek voorgelegd

met het verzoek om hun eigen situatie te beoordelen met een rapportcijfer en het verzoek er zelf nog een aantal vragen bij te bedenken. Vervolgens wordt er in groepjes van vijf over deze vragen en rapportcijfers gesproken. Na de vijf bijeenkomsten wordt gezamenlijk geprobeerd “de balans” op te maken en vast te leggen. Inhoud traject vervolg De trektocht gaat nu verder in de vorm van drie workshops. Daarin wordt gewerkt met kleine gemengde groepjes, zodat ieder de kans en de ruimte krijgt voluit mee te praten. De verschillende componenten van intimiteit zijn in de eerste stap uitgebreid benoemd en besproken. In de verdere beeldvorming wordt met elkaar gekeken naar de individuele stuurvermogens van de deelnemers met betrekking tot intimiteit en naar de wijze waarop de organisatie er concreet invulling aan geeft of zou moeten geven.


Workshop 1 zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 3 Samen wordt gekeken hoe ieder omgaat met zijn eigen intimiteit. Gebruikt ieder zijn ervaringskennis wel voldoende op het moment dat men ‘afhankelijker’ wordt van anderen? Er wordt gekeken naar de ‘hardware’ van de organisatie, zoals bouw, ruimten, indeling in doelgroepen, maar ook naar de ‘software’ zoals communicatie, eigen regie en inspraak.

Workshop 2 zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 4 en algemene documentatiewegwijzer Een korte verkenning van de vijf levensgebieden van Petzold: lichaam en geest, sociale contacten, materiële situatie, activiteitenen presteren en inspiratie en zingeving. Hoe ervaren de betrokkenen hun eigen levenszuilen op dit moment?

39

Workshop 3 zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 5 en algemene documentatiewegwijzer In de derde workshop wordt gekeken naar de levensloop van de organisatie en de samenleving, uitgaande van de levenslooplijnen van Baltes. Intermezzo De onderwerpen die in alle bijeenkomsten en workshops zijn genoemd worden door de kerngroep bekeken en besproken. Alle elementen die een rode draad vormen dienen samen te komen. Uit de “brei” van opmerkingen wordt een overzichtelijk geheel gemaakt, dat straks goed in te passen is in de beleidsstukken. a. Zijn er onderwerpen genoemd die gerangschikt kunnen worden tot enkele opvallende “grotere” thema’s? a. Kunnen deze hoofdthema’s en onderwerpen gekoppeld worden aan één of meer van de beleidszuilen wonen, zorg- en dienstverlening en zingeving? Workshop 4 zie wegwijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 6 In deze afsluitende workshop wordt met de kerngroep een eerste balans opgemaakt aan de hand van de intermezzoactie van de kerngroep. De resultaten waarmee in het vervolgtraject gewerkt gaat worden, dienen overzichtelijk en behapbaar te zijn. Dat wil zeggen dat er per beleidsgebied één thema gekozen wordt, waarop inspraak en persoonlijke betrokkenheid worden uitgezet in de ontwerpfase.

trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid


eerste folder wordt met een uitnodiging naar alle betrokkenen in de organisatie gestuurd. Natuurlijk kunnen er ook andere communicatieorganen gebruikt worden, worden, zoals een nieuwsbrief of huisorgaan. Stap 2 zie inspiratiewijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 8 Vervolgens start de trektocht van het ontwerpen van plannen op de drie deeltrajecten. In deze fase van de trektocht gaat het er nog niet om het beleid uit te voeren. De intentie is om te kijken hoe deze thema’s zo concreet mogelijk, met zoveel mogelijk betrokkenheid van anderen (dan het reizigersgroepje) “handen en voeten” kunnen krijgen.

De plannen ontwerpen Doel De gevonden groeithema’s koppelen aan drie beleidszuilen .1 Tijdsspanne Ongeveer drie maanden. Acties Communicatie met achterbannen: • ‘vrijplaats’-folder maken, • algemene communicatie met achterbannen, • drie ”verlengde” koffieochtenden. Inspiratiewijzers Inspraak en persoonlijke betrokkenheid7 t/m 9 Inhoud traject Om een en ander werkbaar te houden is het gewenst niet meer dan één hoofdthema te kiezen op ieder van de beleidszuilen. Voor alle thema’s die door de betrokken deelnemers zijn vastgesteld geldt dat zij: • zonder meer van belang zijn; • uitermate geschikt zijn om gelijkwaardig uit te wisselen; • een beroep doen op ieders stuurcompetentie en persoonlijke groei. Met behulp van de drie beleidszuilen kunnen de resultaten na uitwerking (in de ontwerpfase) en toepassing (in de invoeringsfase) gemakkelijk in het

reguliere beleid opgenomen worden. In de fase van het ontwerpen is de kerngroep erop gericht zoveel mogelijk anderen uit de organisatie te betrekken bij het ontwerpen van beleid op de (drie) gekozen deeltrajecten. a. Belangrijk is dat in de deeltrajecten meer ouderen, mantelzorgers en vrijwilligers en professionele zorg- en dienstverleners mee op trektocht gaan. b. Ideeën en plannen worden vooral zelfsturend en op eigen initiatief bedacht en uitgevoerd. c. De ideeën en plannen zijn klein, simpel en eenvoudig, zodat ze gemakkelijk uit te voeren zijn. Stap 1 zie inspiratiewijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 7 Belangrijk agendapunt is wederom het creëren van een soort “vrijplaats”, waarbinnen nu de deeltrajecten ontworpen kunnen worden. De randvoorwaarden onder ander voor de facilitering - worden per deeltraject besproken en vastgelegd door directie en cliëntenraad. De “resultaten” worden zo helder en creatief mogelijk gecommuniceerd aan elkaar in een soort folder of flyer. Deze

De beste manier is wellicht de volgende: de kerngroep organiseert drie “verlengde” koffieochtendbijeenkomsten, voor elke thema één. Voor deze bijeenkomsten wordt iedereen uitgenodigd. Uiteraard is ieder vrij om al dan niet te komen en mee te doen. De “koffietafelgesprekken” leiden tot ideeën op het gebied van de beleidszuilen • wonen, • zorg- en dienstverlening, • zinvolle activiteiten. Telkens zijn deze plannen gekoppeld aan: • individuele wensen en behoeften van de ouderen, • het benutten van het communicatie- en zelfsturingsvermogen van de ouderen. Stap 3 zie inspiratiewijzer Inspraak en persoonlijke betrokkenheid 9 De resultaten van deze drie koffiebijeenkomsten worden door de kerngroep besproken en geordend. Het schema van de beleidszuilen en de hoofdthema’s wordt aangevuld met een kolom “aanvullende opmerkingen” en een kolom “gewenste actiepunten”. Dit alles wordt weer vastgelegd in een folder en verspreid onder alle betrokkenen.

1 De beleidszuilen Wonen, Zorg, Dienstverlening en Zingeving zijn te vinden in de brochure Eigen Leefstijl in het

40

Zorgcentrum; kleinschalig wonen binnen de ‘muren’ van een zorgcentrum, Beke & Netwerk mei 2001


De invoering van de plannen

Doel Aan de slag gaan met Inspraak en persoonlijke betrokkenheid. Tijdsspanne Drie maanden en daarna, Acties - Overlegvergaderingen directie en cliëntenraad. - Eenmaal per kwartaal een verlengde koffieochtend.

Inhoud traject De reis bestaat feitelijk uit het invoeren van de plannen, wat betekent dat de gewenste actiepunten op de drie beleidszuilen worden uitgevoerd. Omdat deze uitvoering plaatsvindt in het kader van inspraak en persoonlijke betrokkenheid, is het nodig tijdens de invoering van de plannen ook te kijken naar het formele beleidskader van medezeggenschap en de uitvoering daarvan. Alle betrokkenen, waaronder de cliëntenraad en directie, hebben ervaren hoe het is om samen bezig te zijn met onderwerpen die de oudere zorgvragers bezig houden en te harte gaan. In deze fase moeten de vragen die in de paragraaf Algemeen gesteld zijn met

41

elkaar beantwoord worden. Misschien kan inspiratie geput worden voor het inpassen van de plannen in het beleid uit de opmerkingen in de hiernavolgende paragrafen. De beleidsplattegrond De thema’s en actiepunten op de drie gekozen beleidsvelden vormen de inhoud van de reiskoffers voor het “nieuwe” beleidsplan voor het komende jaar. Zij worden daar opgenomen onder de beleidsvelden: 1. wonen: persoonlijke invulling van het wonen; 2. zorg- en dienstverlening: invulling flexibele zorg- en dienstverlening; 3. zingeving: invulling persoonlijke activiteiten. In de uitwerking kan tussen de verschillende beleidsvelden verschil in tempo, actie en resultaten zijn. Iedere organisatie heeft haar eigen manier om hiermee om te gaan. De reis dient op de gekozen actiepunten levend te worden gehouden. Dat kan gevoed worden door elk kwartaal een verlengde koffieochtendbijeenkomst te organiseren.

Zoeken naar ‘alternatieve hulpmiddelen’ Het is belangrijk om te kijken naar “alternatieve hulpmiddelen” ter versterking van de inspraak en de persoonlijke betrokkenheid. Er zijn in dat kader al de nodige instrumenten beschikbaar en bruikbaar: • leefstijlonderzoeken, • belevingsgerichte tweegesprekken ter ondersteuning van de eigen regie, • inzet van mantelzorgers en anderen uit het individuele netwerk van de oudere, • inzet van een persoonlijke begeleider of eerstverantwoordelijke of contactverzorgende, • en ook intramuraal inzet van persoonsgebonden budget! De trektochtformule plaatst echter wel de volgende criteria voor oude en nieuwe instrumenten centraal:: 1. het instrument versterkt hetdraagvlak, 2. het instrument hanteert het principe van onderlinge gelijkwaardigheid, 3. het instrument doet recht aan ieders specifieke verantwoordelijkheid, 4. het instrument richt zich op de bevordering en versterking van de persoonlijke groei en van de keuzemogelijkheden. trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid


Alle “alternatieve hulpmiddelen” moeten vooral geschikt zijn voor direct gebruik door de zorgafhankelijke oudere. Vanzelfsprekend zullen er zowel op het niveau van de organisatie als geheel, als op het niveau van het individu telkens accenten gelegd worden per beleidszuil, al naar gelang de actuele situatie waarin de organisatie of het individu zich bevindt. Denkt u eraan dat… • iedereen alle informatie over de belangrijke beleidsontwikkelingen krijgt; • alle betrokkenen permanent worden uitgedaagd actief mee te denken en te doen, waarbij deelname een eigen, vrije keuze is en blijft; • men altijd gezamenlijk begint aan het zoeken van nieuwe thema’s en het globaal inkaderen; - de aansluitende communicatie over verdere invulling “getrapt” plaatsvindt: - informatieverstrekking, draagvlakverwerving en actief meedenken en doen van de diverse afdelingen: medewerkers, managers en vrijwilligers, - informatieverstrekking, draagvlakverwerving en actief meedenken en doen van de bewoners, hun familieleden en mantelzorgers; • er afsluitend weer gezamenlijke afstemming en invulling plaatsvindt; • er veel aandacht wordt besteed aan successen, omdat iedereen trots is op succes, vooral als men daar zelf aan heeft bijgedragen; • een goed intern communicatieplan noodzakelijk is.

42

Denkt u er ook aan dat… • mensen door een jarenlang verblijf in een zorgcentrum langzamerhand in hun lot berusten en weinig tot geen initiatieven ondernemen om zaken te veranderen; • hospitalisatie zowel voor bewoners als medewerkers kan gelden; • de persoonlijke begeleider of eerstverantwoordelijke de individuele oudere helpt zijn individuele wensen en behoeften te benoemen en zo een belangrijke bijdrage levert aan de zelfstandigheid van de oudere en aan de wens van de oudere om zelf maximaal deregie over het leven te blijven vervullen; • het binnen de huidige regeling met enige goede wil mogelijk is ook in het zorgcentrum diensten zowel in natura als via een persoonsgebonden budget aan te bieden.


43

trektocht inspraak en persoonlijke betrokkenheid


betekenisvolle contacten

eigen welbevinden


trektocht voorkomen van eenzaamheid

ouderen gaan ermee op reis


Algemeen In dit deel van de reisgids treft u een voorbeeld aan van de trektocht Voorkomen van eenzaamheid. Het is een bewerking van een estafette­ traject dat tussen 2001 en 2003 op initiatief van de gemeente Den Haag in zes zorginstellingen heeft plaatsgevonden onder de titel: “Eenzaam? Wat doe ik er aan?” Voorafgaand aan deze trektocht is het nodig om de Reisgids levenskunst te lezen. Het is verder aan te raden dit voorbeeld van de trektocht eerst volledig door te lezen om daarna te kijken hoe u er zoveel mogelijk op eigen wijze invulling aan zou kunnen geven. Vervolgens, om u nog concreter op weg

te helpen, treft u in de map met reisbescheiden Voorkomen van eenzaamheid een grote hoeveelheid achtergrondinformatie en draaiboeken aan. De wegwijzers zijn voorbeelden van concrete draaiboeken met tijdschema’s en activiteiten. In een aantal situaties, met name tijdens het ontwerptraject en het invoertraject is de eigen, specifieke invulling van de

46

betreffende organisatie gewenst. Om die reden zijn sommige wegwijzers geen draaiboeken, maar “inspiratiewijzers”. Tijdens de trektochten wordt er veel met elkaar gesproken. De gesprekken zijn vooral interactief en informeel, want een gesprek is tenslotte geen vergadering. Voorop staat het principe van de “ontmoeting” en daarvoor is een informele, gezellige omgeving, waar men zich zo ongedwongen mogelijk kan gedragen, erg belangrijk. De duur van deze gespreksbijeenkomsten wordt afgestemd op de draagkracht van de aanwezigen, met name de ouderen. Op de trektochtbijeenkomsten worden “reisopdrachten” gegeven, die uitgevoerd worden voor de volgende bijeenkomst, zodat men al meteen in de dagelijkse praktijk op avontuur kan gaan.Bij deze trektocht staat meestal het spoor van zelfreflectie en eigen ervaring voorop in de reisopdrachten. Het spreekt voor zich dat men zelf bepaalt of er onderweg nog extra ontmoetingsbijeenkomsten nodig zijn. Als het gaat om de methodische kant, is het aan te raden veel in gemengde, kleine groepjes te werken. Het gaat op deze trektocht niet om mensen met chronische depressieve klachten, die mede daardoor in een sociaal isolement leven. Voor hen dienen deskundige behandelaars geraadpleegd te worden.

Citaten uit het gastenboek Een directeur schrijft: “Het is toch niet te begrijpen dat er eenzaamheid is op een plek waar op zo weinig vierkante meters zoveel mensen 24 uur per dag leven!” Mevrouw Haren schrijft: “Eenzaamheid is iets van jezelf, je kunt het vaak niet aan de ander zien maar toch heb je elkaar nodig om iets aan eenzaamheid te doen.”


van het eigen welbevinden is een vorm van zelfsturing in dialoog met de omgeving. Als de omgeving voldoende persoonlijke aanknopingspunten biedt om op te reageren en het daadwerkelijk mogelijk is om te reageren, functioneert iemand als persoon.

In de reiskoffer Juist waar veel mensen bij elkaar leven kan men iets doen aan eenzaamheid. Met elkaar op weg gaan om te ontdekken dat eenzaamheid iets is van jezelf, en dat een ander het niet zomaar voor je kan oplossen. Wel kan een medebewoner of een medewerker een klankbord zijn. Maar pas als iemand zelf iets wil doen aan zijn eenzaamheid, kan een ander met hem de stap uit de eenzaamheid doen. Alle reizigers die meegaan op deze “anders dan andere” trektocht Voorkomen van eenzaamheid nemen drie bijzondere “gespreksthema’s” mee in hun reiskoffer, die ingezet kunnen worden tijdens de ontmoetingsbijeenkomsten onderweg. Betekenisvolle contacten Voor ieder mens is het belangrijk om betekenisvolle contacten te hebben en te houden. Ouderen willen zelf kunnen bepalen wie er dicht in hun nabijheid komt. Het maakt niet uit of zij veel of weinig contacten hebben, als zij maar af en toe hun hart kunnen uitstorten bij

47

iemand. Ouderen willen tegen hun (professionele) ondersteuners kunnen zeggen wat ze van bepaalde zaken vinden. Juist ouderen hebben behoefte aan betekenisvolle contacten, om goed te kunnen omgaan met veranderingen (verhuizen naar een zorginstelling) , verlies (het overlijden van hun partner) en moeilijke (gezondheids)situaties. Ieder mens wil zijn eigen individuele netwerk ook al is dat nog maar klein - behouden of herstellen. Het eigen welbevinden Ouderen willen blijven meetellen. Ze willen blijven investeren in hun eigen persoonlijke groei, ook in de fase van grote afhankelijkheid; maar wel in hun eigen tempo! Zij willen immers hun eigen welbevinden bewaken; dat is de natuurlijke prioriteit in ieders bestaan. Welbevinden betekent een goed gevoel over zichzelf hebben. We zegen ook wel: “Ik steek goed in mijn vel.” Het bewaken

De “vertraagde tijd” De “vertraagde tijd”is een begrip van Arnold Cornelis (1999), waarmee hij aangeeft dat het de mens mogelijk is als persoon in zijn eigen tempo bezig te zijn met het wezenlijke van zijn bestaan en zijn dagelijkse welbevinden. Door naar jezelf te kijken en te luisteren om “te zien of het goed is” of “om te weten uit ervaring dat het goed komt” breng je een soort vertraging aan in de tijd, los van de druk van buiten. Deze reflectie leidt niet alleen tot denken in mogelijkheden in relatie met de diepere vragen, maar ook tot denken in eigen toekomstbeelden uit jezelf bepaald. De mens heeft in deze tijd van stress en hoge omgevingsdruk vaak te weinig tijd om te werken aan zijn eigen, innerlijke ontwikkeling. Het gevolg is dat de emoties angst, boosheid en verdriet de overhand krijgen. Het is mede daarom van groot belang om in de huidige tijd “winst te boeken” in termen van visie bij het versterken en ondersteunen van het vermogen tot zelfsturing van de ouderen zelf. De opdracht is “omgaan met wat je overkomt”! Begrippen als zelfstandigheid, mondigheid, zingeving, variatie in wonen en zorg- en dienstverlening op maat spelen daarbij een rol.

trektocht voorkomen van eenzaamheid


Reistips De ervaring in Den Haag laat zien dat de trektocht Voorkomen van eenzaamheid zeer goed met een aantal zorginstellingen samen opgezet en uitgevoerd kan worden. De gezamenlijke directies en cliëntenraden kunnen wellicht gebruik maken van de volgende reistips. • Elke zorginstellingen formeert een reizigersgroepje bestaande uit ouderen, medewerkers, mantelzorgers, vrijwilligers en enkele leidinggevenden. • De resultaten die tijdens de trektocht behaald worden kunnen de reizigers doorgeven in hun eigen instelling. • De directies en de cliëntenraden van deze zorginstellingen zijn samen verantwoordelijk voor de concrete start en invulling van de trektocht. Daartoe wijzen zij een reisleider aan, die vervolgens een kerngroep gaat formeren, waarin uit ieder zorginstelling een leidinggevende en een cliëntenraadslid zitting nemen. • De kerngroepleden zorgen voor draagvlak in eigen instelling en voor de samenstelling en betrokkenheid van de reizigersgroep.

48

• De reisleider en de gehele kerngroep zorgen voor de organisatie van de uitvoering en de onderlinge communicatie, terwijl de directies zorgen voor de noodzakelijke randvoorwaarden: inzet van uren, gebruik van voorzieningen, enz. • Geadviseerd wordt te starten met een reizigersgroep per zorginstelling van tussen de tien en vijftien personen, waarbij telkens ongeveer de helft bestaat uit ouderen en de overigen uit medewerkers, leidinggevenden, vrijwilligers en familieleden. • Het is gewenst per reizigersgroep een rapporteur aan te stellen, die zich met name richt op de verslaglegging van het proces in de diverse ontmoetingsgroepen.


De voorbereiding Doel Voorkomen van eenzaamheid op de beleidsagenda van de zorginstellingen. Tijdsspanne Ongeveer twee maanden. Actie Werkconferentie. Wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 1

Inhoud traject zie wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 1 Voor grotere stichtingen met meerdere zorginstellingen is deze trektoch een uitgelezen kans om op een concreet thema gezamenlijk beleid te maken. Het “op reis gaan” met een groepje zorginstellingen vergroot ook de interactie buiten de deur en kan inspirerend werken voor alle betrokken partijen. Aan de hand van de keuze van de zorginstellingen worden de verantwoordelijke beleidsmakers uit de achterliggende organisaties door het management van de overkoepelende stichting uitgenodigd voor een werkconferentie. a. Er wordt een kleine werkconferentie georganiseerd voor directies, beleidsmakers en cliëntenraden uit de achterbannen van de diverse betrokken organisaties. Tijdens deze werkconferentie wordt de de trektocht Voorkomen van eenzaamheid geïntroduceerd. Essentieel onderdeel van deze werkconferentie is de deelnemers zelf ervaren dat gewenste verandering alleen in gang gezet kan worden als men eerst zijn eigen vermogen tot communicatie en zelfsturing verkent en pas van daaruit met anderen gaat praten. b. Iedereen weet nu een beetje wat de bedoeling is van de trektocht Voorkomen van eenzaamheid. De verantwoordelijke deelnemers van de zorginstellingen die meedoen aan de trektocht spreken af de komende maand met hun eigen organisatie tijdens een

49

De start van de trektocht reguliere bijeenkomst te kijken wie er willen meegaan. c. Ter afsluiting wordt de reisleider benoemd, die vervolgens de kerngroep samenstelt.

De start Doel De trektocht Voorkomen van eenzaamheid op de agenda van ouderen, medewerkers, vrijwilligers, mantelzorgers en leidinggevenden van de afzonderlijke zorginstellingen krijgen.

de cliëntenraad tijdens (bijvoorbeeld) een koffieochtendbijeenkomst met alle bewoners, medewerkers, vrijwilligers en familieleden kijken of er interesse bestaat om een trektocht Voorkomen van eenzaamheid te starten. Aan het eind van deze bijeenkomst wordt gevraagd wie er mee wil praten over dit thema in een aantal ontmoetingsbijeenkomsten, die de komende maanden gehouden zullen worden.

Tijdsspanne Twee maanden. Acties Een aantal koffieochtendbijeenkomsten. Wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 2 Inhoud traject zie wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 2 In de maand na de voorbereiding worden de achterbannen in de diverse zorginstellingen erbij betrokken. De kerngroep gaat op uitnodiging van de locatiemanager en

trektocht voorkomen van eenzaamheid


De beelden verkennen

Doel Verduidekijking van het begrip ”eenzaamheid”. Tijdsspanne Drie maanden. Acties Vier ontmoetingsbijeenkomsten.

Wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 3 t/m 6

Inhoud traject Dit deel van de trektocht wordt gezamenlijk met alle reizigersgroepjes gedaan. Tussen de diverse ontmoetingsbijeenkomsten worden “reisopdrachten” gegeven en uitgevoerd in de eigen zorginstelling, zodat het estafettestokje al meteen in de dagelijkse praktijk doorgegeven wordt. In dit traject vinden er in totaal vier bijeenkomsten plaats; het spreekt voor zich dat u zelf bepaalt of u nog extra ontmoetingsbijeenkomsten nodig heeft. Het is inspirerend om de verschillende reizigersgroepjes in de zorginstelling af en toe aan te vullen met anderen. Ontmoetingsbijeenkomst 1 zie wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 3 - algemene documentatiewegwijzer Op de eerste ontmoetingsbijeenkomst wordt het begrip eenzaamheid met elkaar verkend. Eenzaamheid wordt bespreekbaar gemaakt vanuit ieders eigen ervaringen, zodat de deelnemers, zowel de ouderen zelf als de (jongere) medewerkers voeling krijgen met het thema en daarover met elkaar kunnen gaan praten met min of meer dezelfde woorden. Het is belangrijk om te beginnen bij de

50

ouderen, en hen te vragen zelf iets aan hun eenzaamheid te doen. Ook de medewerkers hebben eenzaamheidsgevoelens en moeten dus meedoen, want zij moeten ervoor zorgen dat de omgeving niet onnodig de eenzaamheid versterkt, maar juist het tegendeel bewerkstelligt. Mensen hebben samen heel veel kennis van en ervaring met eenzaamheid en kunnen met elkaar van die kennis gebruik maken om eenzaamheid tegen te gaan, er minder last van te hebben of er zelfs vanaf te komen. Alles wat zou kunnen helpen kan een aangrij-

pingspunt worden voor het gewenste scenario in de ontwerpfase. De reisboodschap van deze bijeenkomst is dat de stille, sterke kracht van mensen genereerd kan worden en als reisopdracht wordt gevraagd om eens met anderen in de zorginstelling te praten over eenzaamheidsgevoelens.


Ontmoetingsbijeenkomst 2 zie wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 4 De persoonlijke ervaringen met eenzaamheid worden verder uitgediept en gecommuniceerd. Het accent wordt daarbij gelegd op de eigen rol van het individu. Dat betekent dat men zich eerst moet realiseren dat men eenzaam is, men moet dat erkennen. Pas dan kan de interactie met anderen hierover op gang gebracht worden. De reisboodschap komt aan bod als de deelnemers met elkaar over hun levensmotto’s praten: het beste van jezelf

51

geef je door aan de ander. De reisopdracht sluit hierbij aan: in gesprek gaan met anderen over levensmotto’s. Ontmoetingsbijeenkomst 3 zie wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 5 Veel reizigers hebben de afgelopen weken in de eigen leefomgeving rondgekeken en mensen gezien en soms ook aangesproken, van wie ze dachten dat ze zich eenzaam voelden. Deze ervaringen worden met elkaar uitgewisseld. Wat zie je aan de buitenkant van iemand die eenzaam is? Hoe kom je erachter dat

iemand in zichzelf aan het pruttelen is? En hoe dat hij uit die eenzaamheid wil treden? Er worden vragen gesteld als: wat is u opgevallen? Hoe gedraagt iemand zich? Waar praat men over? Wat vindt men niet leuk? Zijn er dingen die men wel leuk vindt? Waar heeft u over gesproken? De reisboodschap luidt dat het van grote betekenis is elkaar een klankbord te bieden. En de reisopdracht is om iets terug te geven, want alleen de klank die je teruggeeft telt. Ontmoetingsbijeenkomst 4 zie wegwijzer Voorkomen van eenzaamheid 6 Vanaf het allereerste begin van deze trektocht zijn ouderen, medewerkers en leidinggevenden actief met het thema “eenzaamheid” aan de gang gegaan. Als vanzelfsprekend komen er allerlei grote en kleine plannen en ideeën op tafel. Aan het eind van deze beeldvormingsfase worden de ideeën bijeengeraapt in een soort brainstormsessie. Het zij hier met nadruk gezegd dat dit nog niet de fase van de concrete oplossingen is. De reisboodschap is dat het noodzakelijk is om “aangrijpingspunten”te willen zien en de reisopdracht is om de ideeën en plannen kenbaar te maken aan de achterbannen.

trektocht voorkomen van eenzaamheid


De plannen ontwerpen Doel Plannen bedenken om eenzaamheid te voorkomen. Tijdsspanne Drie maanden. Acties Een aantalwerkbijeenkomsten per locatie. Tweemaal een uitwisselingsbijeenkomst. Wegwijzers Voorkomen van eenzaamheid 7 t/m 9

Inhoud traject Over de “aangrijpingspunten” uit de eerste fase wordt in de ontwerpfase per locatie gebrainstormd. Pas als er een goede afweging van belangen is gemaakt, kiezen de deelnemers er bewust voor om zich te committeren. Ze gaan “ervoor staan”, ze beseffen dat er heel concreet voor moeten zorgen dat er wat gaat gebeuren. “Kiezen” en “zich commiteren”bljven in veranderingsprocessen vaak impliciet, daarom is het van strategisch belang dat er bewust gewerkt wordt aan een breed draagvlak in de eigen organisatie.

52

Stap 1 zie inspiratiewijzer Voorkomen van eenzaamheid 7 en Voorkomen van eenzaamheid 8 De reisleider en de kerngroep blijven ook in deze fase de stimulerende en voorwaardenscheppende krachten. Zij organiseren als eerste stap in deze ontwerpfase een uitwisselingsbijeenkomst. Met betrokken reizigersgroepen, aangevuld met directies en uitvoerende managers, wordt gekeken naar de resultaten uit het beeldentraject; verder wordt iedereen weer even bijgepraat. Belangrijkste agendapunt voor de voortgang op deze trektocht is het creëren van een soort “vrijplaats”, waarbinnen de deeltrajecten verder ontworpen kunnen worden. De randvoorwaarden - o.a. voor de facilitering- dienen in overleg met de directie per deeltraject helder besproken en vastgelegd te worden.

Stap 2 zie inspiratiewijzer Voorkomen van eenzaamheid 8 en Voorkomen van eenzaamheid 9 In deze fase van de trektocht wordt vooral gewerkt in de reizigersgroepjes in de eigen zorginstelling. In de ideeën en plannen dient ruimte te zijn voor: • het tot stand brengen van meer aandacht en contact tussen ouderen onderling en tussen ouderen en medewerkers; • de groei van onderlinge contact en vertrouwen, zodat eenzaamheid beter opgemerkt wordt. Verder wordt er getoetst of de plannen rekening houden met de specifieke verantwoordelijkheid van de betrokkenen bij de uitvoering: • de oudere, die zoekt naar de mogelijkheden zijn eigenheid te behouden; • de medewerker, die streeft naar een goede en kansrijke omgeving voor de individuele oudere; • de directie, die zich verantwoordelijk weet voor het scheppen van de juiste randvoorwaarden. Daarnaast is het belangrijk dat de plannen en ideeën zonder veel moeite en formele kadering uitgevoerd kunnen worden, zodat men meteen “aan den lijve” kan ervaren hoe ze uitwerken. Tussen de verschillende deeltrajecten kan verschil bestaan in tempo, actie, resultaten, enz.. Om elkaar te voeden en te inspireren is het gewenst aan het einde van de ontwerpfase voor de tweede maal ideeën met elkaar uit te wisselen. Na een proef van enkele maanden moet bekeken worden in hoeverre de acties meerwaarde hebben. En ook of er verdere uitwerking nodig is, of er betere kansen zijn of dat er extra ondersteuning of toerusting nodig is. Vervolgens kan de trektocht in het invoertraject stappen.


Doel Werken met de plannen om eenzaamheid te voorkomen. Tijdsspanne Drie maanden en verder. Acties Per locatie een reizigersgroepje samen met management en cliëntenraad. Wegwijzers Voorkomen van eenzaamheid 9 en 10

De invoering van de plannen Inhoud traject zie inspiratiewijzer Voorkomen van eenzaamheid 9 en Voorkomen van eenzaamheid 10 In dit deel van de trektocht dienen de gekozen ontwerpen concreet zichtbaar te worden gemaakt in het beleid en zo breed mogelijk verspreid ten behoeve van de individuele oudere, die ze ook zelf toepast. Iedere zorginstelling doet dat geheel op eigen wijze, met eigen reisdoelen en in eigen tempo. De reisplannen en de daaraan gekoppelde voorwaarden dienen goed vastgelegd en bewaakt te worden. Natuurlijk kan er tijdens het reizen gekozen worden voor aanpassingen in de route, voor langere rustpauzes, voor totale wijzigingen van de route en dergelijke meer. In bepaalde situaties zal de trektocht weer even terug moeten gaan naar één van de eerdere trajecten. De volgende drie grote beleidsthema’s kunnen als een blauwdruk voor dit traject fungeren. Beleidsthema 1: Aanleggen en verbeteren van het sociale veld Uit de ervaringen met de Haagse pilot blijkt dat het merendeel van de plannen betrekking heeft op ontmoetingen in kleinere verbanden: theemiddagen op de

53

afdelingen, verdiepingsbijeenkomsten, driegesprekken, voorleesgroepen, nieuwe bewoners welkom heten en begeleiden, zodat ze zich thuis gaan voelen’. Juist in kleinere verbanden kan een oudere zelf actiever zijn, onder het motto: “Wat doe ik eraan als oudere?!” Beleidsthema 2: Kennis nemen van de vraag achter de vraag Een aantal plannen die geopperd zijn in de Haagse pilot hebben te maken met de rol en de houding van de professionele medewerker. Het gaat daarbij om zaken als iemand wat aandacht schenken en even stilstaan bij iemand. Ze gelden vaak evenzeer voor vrijwilligers en familieleden. Voor de medewerkers is het van belang dat zij inzicht verkrijgen in de individuele wensen en behoeften van ouderen en leren hierover in gesprek te gaan. De manier waarop men in gesprek gaat dient dan weer te passen in het primaire ondersteuningsproces, dat maximaal gericht is op zelfsturing door de oudere en op versterking van de medewerker zelf: “Hoe onderken ik als medewerker eenzaamheid?”

Beleidsthema 3: Communicatie en zelfsturing ontwerpen en van voorwaarden voorzien De directies zijn rechtstreeks verantwoordelijk voor en betrokken bij de start en het onderhoud van het ontwerpen van een interactief proces tussen de ouderen, de medewerkers en de beleidsmakers. In dat proces wordt de oudere en de medewerker een kansrijke omgeving geboden ten behoeve van een adequaat sociaal leefklimaat. In dit (ingewikkelde) interactieve communicatieproces dient de directie te beseffen dat het gaat om: • het met elkaar onderkennen en benoemen van verschijnselen en het toekennen van bepaalde waarden, de zogenaamde betekenistoekenning; • de onderlinge positionering van betrokkenen binnen het sociale systeem van de zorginstelling, waarbij gedacht dient te worden aan verdeling van middelen bij het uitoefenen van “macht”; • de legitimatie van inhoud en onderlinge positionering, of anders gezegd: op welke wijze wordt gerechtvaaardigd dat leden van een sociaal systeem met elkaar communiceren endaarbij macht over elkaar uitoefenen?

trektocht voorkomen van eenzaamheid


Korte Elisabethstraat 17, Utrecht Postbus 19219, 3501 DE Utrecht T 030 231 20 86 F 030 233 36 97 E info@vdznederland.nl I www.vdznederland.nl ISBN 90-808771-2-3


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.