Frontier Magazine 7.4 juli / augustus 2001

Page 1

09-06-2009

22:05

Pagina cov1

juli/augustus 2001 jaargang 7 nr. 4 ƒ 7,95 / 160 Bfr. / € 3,60

Jomanda over UFO’s en graancirkels Profiel Profiel Jacques Jacques Vallee Vallee

Lichtschepen in Mexico het verhaal van Carlos Diaz

De De connectie connectie tussen tussen de de Grote Grote Piramide Piramide en en de de Islam Islam Babylonisch kleitablet wijst naar oorsprong van onze cultuur

Glastonbury Tor, Engeland

Heilige Graal

Vrije energie

Buitenaardsen

Atlantis

Graancirkels

UFO’s

fr0704_2009.qxd


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina cov2


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

3 5

8

10

14 19

23

28

De standpunten in de artikelen zijn niet altijd die van Frontier Magazine en/of Frontier Sciences Foundation, zodat die er ook geen verantwoordelijkheid voor kunnen nemen. Het copyright laten we rusten bij de auteur zelf. De copyright voor de overige inhoud ligt bij Frontier Sciences Foundation. © Frontier Sciences Foundation 2001

30

35

36

Pagina 1

Redactioneel Glastonbury Dit kleine stadje in Engeland is verbonden met de legende van de Graal, Koning Arthur, alsook de toegang tot een ondergronds rijk… en elk jaar de thuishaven van de grootste graancirkelbijeenkomst. Voldoende materiaal om op onderzoek uit te gaan. Zeg het met een UFO… Dr. Steven Greer probeert alles in het werk te stellen om de Amerikaanse regering te dwingen al hun geheimen omtrent UFO’s en buitenaardse wezens publiek bekend te maken. Lichtschepen: het verhaal van Carlos Diaz De fotograaf Carlos Diaz heeft voor grote opschudding gezorgd. Zijn foto’s van UFO’s, die hij aanbrengt als bewijsmateriaal voor zijn UFO-ontvoeringen, zijn van een uitzonderlijke kwaliteit. "Te goed" volgens sommigen, ook al zijn vele experts het eens over het feit dat de foto’s geen vervalsingen zijn. Een indringend onderzoek. Globescoop De Tunnelvisie De Grote Piramide blijft mysteries opwerpen. Hoe men precies tot het inwendige gangenstelsel doordrong is een van die geheimen die slechts met moeite opgelost werden. Maar voor twee auteurs is het geen onmogelijke opdracht om door te dringen achter de schermen van dit mysterie. Jacques Vallee: de schaamte van een wetenschapper Jacques Vallee werd vereeuwigd in de film Close Encounters of the Third Kind als de Franse wetenschapper op zoek naar het antwoord op de vraag omtrent buitenaards leven. Jarenlang probeert Vallee zijn wetenschappelijke techniek te koppelen aan zijn enthousiasme omtrent dit fenomeen. Een intrigerend portret van deze naar Amerika uitgeweken Franse astronoom. Alexandria/Boeken Alfabet, hieroglief en pictogram; Stonehenge; Volgens Maria Magdalena; Ships of Light Geografie van de Goden Wim Zitman ontleedt een enigmatische planisfeer uit het British Museum in Londen en komt tot de conclusie dat dit een landkaart is van noordelijk Afrika en het MiddenOosten, ten tijde van het Egyptische en Soemerische rijk. Maar hadden die culturen dergelijke kennis om dergelijke kaarten te produceren? De fysica van liefde en compassie De sacrale geometrie is de wetenschap van de wiskundige constructie van alles in het universum, zo stelt Dan Winter. Jomanda over UFO’s en graancirkels Jomanda bracht reeds in 1995 een bezoek aan een graancirkel. Een uitstekende gelegenheid om het medium zes jaar later te vragen over hoe zij denkt omtrent UFO’s en buitenaardse wezens. 40 Agenda/Aangekondigd

1


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 2


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 3

Hoofdredactie: Filip Coppens Herman Hegge Eindredactie: Sylvia Franyik Redactie-medewerkers: Robert Boerman Niels Brummelman David Hatcher Childress Marianne Danhieux

"UFO-wacht geeft zoektocht op" Met deze titel in de krant ontwaakten de Telegraaflezers op maandag 23 april jl. Nieuwsgierig gemaakt door deze bijzondere kop zal menige kranten lezer snel wakker geworden zijn. Het buiten komkommertijd publiceren van dergelijke artikelen doet vermoeden dat het om een serieuze mededeling van een officiële instantie gaat. Het betreft een bericht over het British Flyig Saucer Bureau BFSB dat haar zoektocht naar UFO’s gestaakt heeft vanwege het feit dat het aantal UFO waarnemingen sterk gedaald zou zijn. Het feit dat we minder frequent buitenaardse bezoek krijgen was voor de Nederlandse en internationale media volop reden om er dieper op in te gaan. Zelfs het journaal wilde ons deze opzienbarende mededeling niet onthouden. Alle Nederlandse UFO organisaties draaiden op dat moment overuren om de honger van de pers naar meer achtergrondinformatie over UFO's te kunnen stillen. Het leek wel alsof er een UFO golf boven Nederland gaande was.

Marjorie Hugens Henk Hut Frans Kamp Simon Langbroek Winfried Machielse Hans Overbeek

Een aantal dingen vallen op als je deze hele "UFO storm" probeert te analyseren. Ten eerste vraag je je af hoe een enthousiaste Engelse UFO onderzoeker zo eenvoudig het internationale nieuws kan halen. Ten tweede blijkt het nieuws in Engeland amper aandacht te hebben gehad, in tegenstelling tot Nederland. Ten derde blijkt nieuws over het niet bestaan van UFO’s nog steeds interessanter te zijn dan de huidige talrijke UFO waarnemingen en UFO golven die plaats vinden. Echter….

Hans Pluut Ger Rombouts Karen Thissen Ed Vos Marc Vredeveldt Lay-out: D-Sine & PDB Druk: Printovit Distributeur: Betapress Abonnementen/advertenties: Tel. 0321-380558 Het abonnement wordt stilzwijgend verlengd, tenzij het schriftelijk wordt opgezegd uiterlijk één maand voor het aflopen van het abonnement. Redactie Frontier Magazine: Postbus 372, 8250 AJ Dronten, Nederland, Tel. 0321-380558 Fax 0228-312081 E-mail: info@fsf.nl Verantwoordelijke uitgever: Postbus 372, 8250 AJ Dronten, Nederland, Tel. 0321-380558 Fax 0228-312081 E-mail: info@fsf.nl

Een paar weken later, op 11 mei, houdt Steven Greer de ondertussen legendarische persconferentie waar een twintigtal gepensioneerde leidinggevenden van Amerikaanse luchtvaartautoriteiten de aanwezige journalisten vertellen over hun ervaringen met UFO’s. De strekking is dat Amerika bewijzen achterhoudt over UFO’s. Met deze actie probeert Greer de waarheid omtrent UFO’s boven water te krijgen. Meer hierover vindt u in dit nummer. Het UFO fenomeen lijkt hiermee weer meer belangstelling te krijgen. UFO Werkgroep Nederland bijvoorbeeld, haalde onlangs de Britse UFO onderzoeker Albert Budden naar Nederland, om hem zijn theorie over het UFO fenomeen te laten presenteren. Hierover leest u meer in het volgende nummer. Vrij dicht bij huis, in het Europese land Turkije, is een ware UFO golf gaande. Een fenomeen waar we in een van de komende nummers op terug zullen komen. Begin juni werd er in Delft een Mars Symposium georganiseerd. Op deze goed georganiseerde en druk bezochte bijeenkomst kwamen een aantal Mars specialisten aan het woord om de mogelijkheid van de eerste bemande Marsvlucht te bediscussiëren. De president van de internationale Mars Society, Robert Zubrin, hield het publiek voor dat binnen tien jaar de eerste mens op Mars zou kunnen rondlopen. De Europese ruimtevaart organisatie ESA vond 20 jaar realistischer. Duidelijk werd dat met de huidige beschikbare technieken de 20 jaar nog aan de positieve kant zal zitten. Het ontbreken van een competitie of een andere drijfveer zoals in de koude oorlog het geval was, zal hier vooral debet aan zijn. Sinds de oprichting is Frontier Magazine actief geweest met het organiseren van lezingen, en in het najaar is het weer zover: dan zullen een aantal Nederlandstalige sprekers de laatste ontwikkelingen op hun vakgebied uit de doeken doen tijdens het Frontier Symposium in Utrecht. Meer hierover en vele andere interessante artikelen vindt u in dit nummer van Frontier Magazine. Herman Hegge, hoofdredacteur Voor dagelijks actueel nieuws op het gebeid van grenswetenschappen, kijk dan op http://www.fsf.nl. Heeft u ook iets gelezen wat het vermelden waard is, geef het door aan ons op info@fsf.nl.

http://www.fsf.nl 3


Ferdinand Calmvoet

fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 5

Glastonbury Een klein stadje in het hart van Engeland herbergt een rijk verleden: van de Graal, tot koning Arthur… en, wie weet, nog veel meer?

Glastonbury. Het Engelse Mekka voor de New Age pelgrim. In de Middeleeuwen stroomden zoveel Christelijke pelgrims naar dit stadje dat men het "Het Tweede Rome" noemde. Het landschap werd dramatisch veranderd in de achttiende en negentiende eeuw, toen het moerassige land drooggelegd werd. Voorheen werd de Tor, een heuvel die oprijst uit de vlakte, vaak beschreven als een eiland tussen het mistige, moerassige landschap. Het werd vergeleken met het eiland "Avalon" van de Graal, en verbonden met legenden. De grootste trekpleister van Glastonbury is die zogenaamde Glastonbury Tor, te vergelijken met Traprain Law, de hoofdzetel van de Keltische stam de Votadini in Zuid- Schotland. Hoewel geen hoge heuvel, is de Tor gesitueerd in een vlakte, die omgeven is door andere, hogere heuvels, maar daar de Tor als een eenzaat op de vlakte zit, krijgt hij alle aandacht. Met een hoogte van circa 200 meter is hij vanaf meer dan 35 kilometer zichtbaar.

Het was in een huis op de flank van deze heuvel (thans Berachah House) dat de occultist Dion Fortune Glastonbury in kaart bracht als het nieuwe Mekka. Zij beschreef de Tor als "een natuurlijke piramide, maar dichterbij lijkt het op een slapende leeuw die een toren op zich draagt." De heuvel wordt inderdaad gekroond door de ruïne van een toren, het enige overblijfsel van een Middeleeuwse kapel gewijd aan St Michael, die de draak doodde. Hij staat symbool voor de overwinning van de Kerk over de heidenen, maar hier in Glastonbury, meent men dat de draak ook het symbool is van de kracht van de aarde, de zogenaamde leylijnen. Maar terug naar de Tor: een pad dat drie keer rondom de heuvel voert, kan de pelgrim omhoog leiden… hoewel de meeste bezoekers een ietwat meer direct pad naar de top kiezen. Geoffrey Russell, een zakenman, zakte ook ooit naar de Tor af, en merkte op dat er meer dan drie "cirkels" zich omhoog werkten. Hij zag er zeven en meende dat de Tor een driedimensioneel labyrint was, gemaakt in prehistorische tijden. Russell maakte kleimodellen van de Tor en stelde alles in het werk om luchtfoto’s van de Tor te verkrijgen. Deze schenen zijn bevindingen te ondersteunen. Deze theorie is vervolgens omarmd door de enthousiasten en verweven in de Glastonbury folklore. Geoffrey Ashe, een befaamd auteur die schreef over de legende van koning Arthur, vestigde zich ook in Glastonbury. Ashe kocht het huis dat voormalig aan Dion Fortune toebehoorde en wandel-


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 6

de de lengte en breedte van de Tor verschillende malen. Uiteindelijk probeerde hij het pad, achterhaald door Russell, te wandelen. In 1979 slaagde hij in deze opzet en scheen daarmee de theorie van Russell te bewijzen. Het was een eenvoudige vorm van bewijsvoering, die echter door niemand uitgeprobeerd was. Philip Rahtz van de Universiteit van Birmingham onderzocht de Tor tijdens de jaren zestig en toonde aan dat de Tor reeds in Romeinse tijden bezocht werd. Maar ook tijdens de Steentijd was de Tor reeds bekend en bezocht. De vroegste vondsten gingen terug naar het Paleolithicum en het Neolithicum, van 10.000 tot 2000 voor Christus. Rahtz onderzocht eveneens de theorie van Russell aangaande het spiraalvormige labyrint. Hij meende dat die in de Neolithische of Bronstijd gebouwd kon zijn. Dat was het tijdperk waarin Silbury Hill gebouwd werd, een tijd waarin het duidelijk is dat men grootschalige projecten kon volbrengen. Rahtz concludeerde dat de aanwezigheid van een dergelijk labyrint mogelijk het belang van Glastonbury kon verklaren als een pelgrimscentrum. Maar de meeste wetenschappers gaan momenteel niet zo ver. Ze duidden op de gelijkenis tussen de "paden" en de forten uit de IJzertijd. Anderen stellen dat de terrasvorming werd aangelegd voor het hoeden van dieren. De heuvel lijkt zo op een "oerheuvel", die oorspronkelijk rees uit de moerassige, waterige diepte. Misschien ligt in die gelijkenis wel de belangrijkste trekpleister voor de faam van de Tor: hij was verbonden met de mythische tijden, zoals de zovele oerheuvels uit de verschillende oude beschavingen, waaronder de Egyptische en de Soemerische. In de zevende eeuw na Christus werd een nieuwe dimensie aan de Tor toegevoegd. De Welsche heilige St Collen, voormalig abt van de abdij van Glastonbury, woonde op de flanken van de heuvels. Zo hoorde hij twee landbouwers spreken over de stelling dat de Tor het kasteel van Gwyn, de zoon van Nudd

zou zijn. Gwyn was de koning van de FAIRIES en de heerser van Annwm, de Keltische onderwereld. Indien de Tor inderdaad zijn faam verkreeg als "oerheuvel", dan wordt het verband met de Keltische onderwereld ineens duidelijk. De oerheuvel was immers een verbinding tussen Hemel, Aarde en de Onderwereld. Het verhaal van Collen verandert dan ook in de mythe van de sjamaan: Collen zou eerst het verhaal van de landbouwers afgewimpeld hebben. Maar ‘s avonds kreeg hij bezoek van een goddelijke boodschapper die hem uitnodigde om de onderwereld te bezoeken. Elke nacht keerde de boodschapper weer en uiteindelijk besloot Collen om hem te volgen. Via een geheime toegang, kwam hij in de Onderwereld, waar hij zag hoe de elfjes feesten en dansten. St Collen weigerde om aan de maaltijd deel te nemen, want dit zou volgens de verhalen dodelijke gevolgen gehad hebben. Zijn antwoord op het vriendelijke aanbod was om de plek vol te sprenkelen met Heilig Water. Het kasteel verdween, alsook de elfjes. Het verhaal van het kasteel van Gwyn en de Onderwereld en het labyrint lijken met elkaar verbonden, want het labyrint staat in direct verband met de Onderwereld. Vergelijk het met de Minotaurus van Kreta. Het labyrint was het zinnebeeld van dood en wedergeboorte. Anderen beweren dan weer dat de Tor een zonnetempel is. De as van de Tor loopt van zuidwest naar noordoost. De as loopt door de kapel op de top heen en ook door de twee stenen onderaan, die volgens Russell en Ashe de aanvang vormen van het labyrint. De as is 63 graden oost, wat overeenstemt met de zonsopkomst van 1 mei, het Keltische feest van de wedergeboorte van de Zon, het kruispunt van de winter en de zomer. Vijftien kilometer in zuidwestelijke richting bevindt zich een ongewone conische heuvel, Burrowbridge Mump, die een soort miniversie is van de Tor. Op 1 mei zag men zo de zon rijzen boven de Tor. Misschien toevallig, maar indien men de lijn doortrekt naar het noordoosten komt men in de zuidelijke ingang van de steencirkels van Avebury terecht. De "Koningin van de Meidag", een folklore die teruggrijpt op Keltische rituelen, is bovendien verweven met de strijd van de koning van de Onderwereld, Gwyn, die vecht met Gwythyr, de zoon van Greidawl, met als inzet de hand van de Meikoningin. Voor vele "New Age" auteurs is verrassend materiaal nooit voldoende. Zij gaan dan ook op zoek naar nog grotere theorieën, vaak ten koste van de interessante bevindingen. Paul Broadhurst verlengde deze lijn in beide richtingen en meende dat de lijn een leylijn was, de meest belangrijke van de Britse eilanden. Helaas is er geen bewijsmateriaal voor die ondersteuning. Niet zozeer dat het niet mogelijk is, maar eerder dat er nergens een referentiekader bestaat dat zou aantonen dat de oude inwoners geïnteresseerd waren in een dergelijke honderd kilometers lange lijn. De lijn doorsnijdt inderdaad een aantal interessante plekken, maar het laat veel interessantere plaatsen links liggen… en bovendien scheppen zij geen kader waarbij die andere plekken in het systeem opgenomen worden. Maar Ashe’s voornaamste interesse lag in koning Arthur en zijn vrouw Guineverre. Die zouden in Glastonbury begraven zijn, zo ging het verhaal. In de Middeleeuwen zouden hun graven teruggevonden zijn aldaar. Koning Arthur zou de Tor aangevallen hebben omdat zijn vrouw Guineverre aldaar gevangen zat, ontvoerd door een zekere Melwas, wiens kasteel zich op de Tor bevond. De naam Melwas is volgens bepaalde onderzoekers een van de vele namen voor de koning van de Onderwereld. Hebben we hier te

6


Michael Hesemann

fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 10

Lichtschepen Het verhaal van Carlos Diaz Volgens de experts is dit het best gedocumenteerde geval van UFO-contact in de geschiedenis van dit fenomeen. Het is met zekerheid de meest zorgvuldig onderzochte buitenaardse ontmoeting. Twintig jaar na de eerste ervaring van Carlos Diaz en tien jaar nadat hij voor het eerst in de publiciteit kwam, presenteren onderzoekers nu hun bevindingen in een tweedelige videodocumentaire.

Het voorval In de vroege uren van 23 maart 1981 rijdt Carlos Diaz, een jonge fotograaf uit Mexico-stad, de "zona vulcanica" binnen in het nationale park Ajusco ten zuiden van de hoofdstad. Een tijdschrift had hem opdracht verleend om foto’s te maken van een zonsopgang in de bergen en hij had hiervoor een bekend uitzichtpunt gekozen. Hij parkeerde zijn auto en wachtte op de opkomst van de zon. Plotseling zag hij een oranje licht omhoog schijnen van de helling tegenover hem. Eerst dacht hij dat het een vuur was, maar toen onderscheidde hij een geeloranje koepel. Het was een UFO! Hij greep meteen zijn camera, nam een eerste foto toen de schotel vlak voor hem was. Op dat moment sloeg de motor van zijn auto af. Diaz nam zijn tweede foto voordat hij uit de auto sprong, net op tijd om te zien en fotograferen hoe de schotel met hoge snelheid wegschoot. Toen hij dezelfde middag de foto’s terugkreeg uit het ontwikkellab, wist Diaz dat hij niet droomde. Die ervaring liet hem niet meer los. Zo vaak als mogelijk ging hij terug naar het nationale park Ajusco. Slechts twee maanden later, op een regenachtige dag, zag hij de oranje gloed opnieuw, dit keer komend van de top van de heuvel.. Hij parkeerde zijn auto, klom omhoog over de modderige vulkanische rotsen, tot hij uiteindelijk het object voor zich zag zweven. Diep onder de indruk door wat hij zag, voelde hij plotseling iemand zijn schouder aanraken. Op hetzelfde moment viel hij flauw. Toen hij bijkwam, was het gestopt met regenen en het object was verdwenen. Volledig in de war klom hij de heuvel af, terug naar zijn wagen… In de daarop volgende maand, begon Diaz zich stukje voor stukje te herinneren wat er met hem gebeurd was gedurende die "vermiste tijd". Sterker nog, er ontwikkelde zich een vriendschappelijke band tussen hem en de bestuurders van die mysterieuze "Lichtschepen". Carlos besloot om te verhuizen naar de vallei van Tepoztla, 40 mijl ten zuiden van Mexico-stad, waar deze objecten waargenomen worden sinds mensenheugenis. Het lukte hem om nog een aantal meer spectaculaire foto’s te maken. Hij had nog meer ontmoetingen die hem leerden waarom deze wezens naar deze planeet komen en hoe verontrust zij zijn over al het leven en de levende wezens op aarde. Tien jaar later, verduisterde de zon boven Mexico. Tijdens de zons-

10

verduistering op 11 juli 1991, zagen duizenden getuigen vreemde voertuigen in de lucht. De bekende televisiepresentator Jaime Maussan onderzocht de verschijningen en gaf opdracht voor een wetenschappelijke analyse van het UFO beeldmateriaal. Carlos voelde dat het moment gekomen was om in de openbaarheid te komen met zijn ervaring. Hij nam contact op met Maussan die diep onder de indruk was van de kwaliteit van de foto’s. Meer nog, hij wilde wat uitproberen. Hij gaf Carlos, die zich dat zelf niet kon veroorloven, een videocamera. Hij werd niet teleurgesteld. Slechts drie dagen later presenteerde Carlos hem zijn eerste film De volgende vijf maanden volgden er nog drie. Ze toonden allemaal hetzelfde "Lichtschip", dat ook op zijn foto’s stond, in ademontnemende manoeuvres boven de vallei van Tepotzlan. Een keer kwam het zo laag dat het de hele lens van de camera vulde. Het Eerste Onderzoek Maussan gaf opdracht voor de eerste wetenschappelijke analyse van het Diaz materiaal. Het onderzoek werd uitgevoerd door professor Victor Quesada, die informatica doceert aan het Polytechnisch Instituut van de universiteit van Mexico. Prof. Quesada analyseerde de foto’s en films in zijn laboratorium beeld voor beeld, volgens verschillende methoden: onderzoek naar beeldscherpte, resolutie, een analyse van de intensiteit van de kleuren en veranderingen in het lichtspectrum van ultraviolet tot infrarood. Uiteindelijk concludeerde hij dat Diaz twee typen objecten had gefilmd - een kleinere met een diameter van twaalf tot vijftien meter en de grotere met een diameter van ongeveer veertig meter. Quesada was zo onder de indruk van het materiaal, dat hij in 1993 besloot om een veldonderzoek te starten. Samen met 10 professoren van de universiteit en 20 studenten richtte hij verscheidene observatieposten in op de bergen rond de vallei van Tepoztlan. En inderdaad zag en filmde het team zelf vreemde lichtgevende voorwerpen. Op een nacht landde een voorwerp bijna bij het kamp. De studenten raakten in paniek en renden weg. Drie van hen vielen en raakten gewond. Prof. Quesada moest het project beëindigen. Beter bewijs van UFO-verschijningen in de vallei van Tepoztlan was er volgens hem toch niet te krijgen..


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 11

Reis naar Tepoztlan Via de Italiaanse stigmatist Giorgi Bongiovanni, hoorden de Duitse historicus, cultureel antropoloog en UFO-onderzoeker Michael Hesemann van dit geval en besloot om een onafhankelijk onderzoek te starten. Toen hij Tepoztlan de eerste keer bezocht in juni 1994, was Hesemann er zeker van, dat als het een echt geval was, hij meer getuigen zou vinden die deze grote lichtgevende voorwerpen gezien moeten hebben boven hun stad toen Diaz zijn films en foto’s maakte. Wat hij aantrof was meer dan een pittoresk Mexicaans plattelandsstadje. Tepotzlan is gelegen in een heilige vallei van de Azteken, de grote Indiaans-Mexicaanse beschaving. De enorme steenformaties werden beschouwd als monumenten van een cultuur van voor de zondvloed van Reuzen en draaikolken van kosmische energie. De Azteken priesters aanbaden de rots van het leven, de rots van de dwergen, de Heuvel van de Mens, dat geacht werd een portret te zijn van de prehistorische halfgod Tepotzecatl, de zoon van de goddelijke Quetzalcoatl, Herculesachtig met zijn grote baard en knots. Daarnaast, op een bergrug, bouwden de Azteken hun enige piramide gelegen op een bergtop. Het heette in hun Nauatl-taal de "teo-calli", het "Huis van Energie". Volgens de overlevering, kwam Keizer Motecuhzoma hier om te mediteren en om rust te vinden na zijn militaire campagnes. Naast de tempel staat een schotelvormige rots als een enorm versteend ruimteschip. Velen geloven dat het een symbool is van hen die hier aanbeden en tegemoet getreden werden door de priesters en sjamanen uit oude tijden. Rechts ervan vindt men de Cerro de la Luz, de rots van de lichten. Hiervandaan verschenen, al zolang de plaatselijke bewoners zich kunnen herinneren, vreemde lichten die de heilige vallei overstaken en soms in de richting vlogen van de machtige vulkaan Popocatepetl die oprijst in het oosten. Hun routes waren gemarkeerd door oude tempels die later door kerken vervangen werden door de Spanjaarden. In het voormalige klooster van Tepoztlan, naast de in 1530 opgerichte belangrijkste kerk van de stad, Santa Maria Natividad, vond Hesemann muurtekeningen van vreemde oranjerode objecten in de lucht, identiek met die gefilmd en gefotografeerd door Diaz. Boven de toegangspoort toont een reliëf de zon, maan en sterren en een "Lichtschip"van het "Diaz-type", toegeblaft door een hond. Zowel, de Tepoztlan hoofdman Don Alberto Palacios en ex-burgemeester Don Lazaro Rodriguez bevestigden Hesemann, dat deze voorwerpen boven Tepoztlan gezien worden, "sinds eeuwen", "sinds de tijd van Christus". Talrijke ooggetuigen De eerste stap in Hesemann’s onderzoek was het vaststellen of er onafhankelijke ooggetuigen bestonden, of er anderen waren die zagen wat Diaz zo dichtbij filmde boven hun stad. Hij begon eenvoudigweg met het ondervragen van mensen op straat en op het land. Het resultaat van dit onderzoek overtuigde de onderzoeker dat er inderdaad iets vreemds gaande was: Meer dan de helft van de bewoners van Tepoztlan beweerde dezelfde oranjerode lichtschepen gezien te hebben. Gevraagd naar de details noemden zij steeds weer dezelfde details die karakteristiek zijn voor de Diasvoorwerpen: "Oranje, rood en geel" in kleur, "rond, schijfvormig, met een platte koepel op de top", "inkepingen aan de rand, als het ware eruit gehapt", "omgeven door lichten", "pulserend in het midden" , "plotseling verschijnend en verdwijnend", "zweven, wiebelend en op en neergaande bewegingen". Eenentwintig ooggetuigen worden geïnterviewd in de videodocumentaire "Lichtschepen". Als die steekproef, tweemaal uitgevoerd door Hesemann (eenmaal in de aanwezigheid van professor John E. Mack

van de medische school van Harvard), representatief is, zou dat betekenen dat 12.000 van de 20.000 inwoners van Tepoztlan de UFO verschijningen gezien hebben. De ooggetuigen kwamen uit alle lagen van de bevolking: Boerenknechten en bankiers, provinciemedewerkers, artiesten, artsen en een katholieke non. Een indrukwekkende, unieke verklaring, bevestigd door de burgemeester van Tepoztlan voor Hesemann’s camera: "Hoewel ik een ongelovige Thomas ben, is dit geloofwaardig. Veel mensen hebben deze voorwerpen gezien op verschillende gelegenheden in verscheidene delen van Tepoztlan. Ze verschenen binnen een seconde, hangen in de lucht en verdwijnen weer. Ze zien eruit als op de foto’s en films en dat bewijst dat ze echt zijn. Ik heb er verschillende zelf gezien." Waargenomen op radar Hesemann besloot om na te gaan of deze voorwerpen op de radar waargenomen waren. Voor dat doel interviewde hij de luchtverkeersleiders van het Benito Juarez International Airport van Mexico-stad, het grootste vliegveld van Centraal-Amerika. Zij nodigden Hesemann uit in de verkeerstoren. Tijdens de drie uur die hij daar was, werden er vier UFO’s waargenomen door de radar. De luchtverkeersleiders bevestigden dat hun radar regelmatig ongeïdentificeerde doelen ontdekken in de streek van Tepoztlan. Deze verklaringen en de ongeïdentificeerde radardoelen, werden door de onderzoeker opgenomen op film. Onderzoekers worden ooggetuigen Maar Hesemann geloofde het pas toen hij er zelf een zag in februari 1996, toen hij op een nacht in een taxi reed van Tepoztlan terug naar Mexico-stad. Zoals de luchtverkeersleiders later bevestigden, werd het object geregistreerd via de radar en gezien door de bemanningen van twee vliegtuigen die op hetzelfde moment de hoofdstad naderden. Andere onderzoekers zagen ook UFO’s boven Tepoztlan: De Italiaanse socioloog dr. Roberto Pinotti, de Zwiterse TV-producent Guido Ferrari, de Australische ex-minister van Buitenlandse Zaken (Staatssecretaris) Andrew P. en Hollywoodster Shirley M., die allen oranjekleurige voorwerpen zagen bewegen zoals de objecten op de Diaz-films. Psychologische studies Hesemanns volgende stap was een psychologische evaluatie van de belangrijkste getuige en zijn familiebanden. Hiervoor nodigde hij in februari 1997 een van de meest gerespecteerde psychiaters van de wereld uit naar Tepoztlan te komen: professor John E. Mack van de medische school van Harvard. Hij ontving de Pulitzer prijs voor zijn biografie over Thomas Edward Lawrence en verbaasde de academische wereld met zijn open ruimgeestige benadering van het fenomeen van ontvoering door buitenaardse wezens. Gedurende drie dagen ondervroeg prof. Mack zorgvuldig Carlos Diaz,

11


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 14

Krantenkiosk NASA veegt complottheorie over Maanlanding van tafel 10 april 2001 De landingen op de Maan als een verzinsel uitwerken zou veel moeilijker zijn geweest dan het programma daadwerkelijk uit te voeren. Zo luidt een schaarse commentaar van het Amerikaanse ruimtevaartbureau NASA op de geregeld de kop opstekende complottheorie die zegt dat er nooit een mens op de natuurlijke satelliet van de Aarde heeft gewandeld en dat alles fake was. Al of niet deskundigen komen geregeld met "bewijzen" of "aanwijzingen" dat de NASA het hele Apollo-project op Aarde heeft geënsceneerd in filmstudio’s. En daarbij fouten hebben gemaakt.

Unieke mummies in Egypte gevonden 10 april 2001 Egyptische archeologen hebben zondag 22 mummies blootgelegd in Bahariya, op zo’n 350 kilometer van Cairo. Ze stammen uit de 6de eeuw voor Christus en lagen netjes verdeeld over twee tombes. Het zou gaan om de best bewaarde en de mooist gedecoreerde exemplaren ooit gevonden in de ‘vallei van de gouden mummies’. "Vooral de patronen en tekeningen op de sarcofagen zijn in buitengewone goede staat," weten specialisten. In de vallei zijn op een jaar tijd al 125 mummies gevonden en archeologen schatten dat er nog eens 10.000 begraven liggen.

Broeikaseffect voorkomt nieuwe ijstijd 10 april 2001 Het broeikaseffect beschermt de wereld mogelijk tegen de gevolgen van een nieuwe ijstijd, blijkt uit een studie aan de uni-

14

versiteit van Cardiff in Wales. Volgens onderzoekers Hoyle en Wickramasinghe is de natuurlijk staat van de aarde die van koude en droogte. Maar iedere 100.000 jaar veroorzaakt het water en het ‘gruis’ van een overkomende komeet de opwarming van de aarde door een soort natuurlijk broeikaseffect. Aan de huidige opwarming van onze planeet zou volgens de wetenschappers over circa 10.000 jaar een einde komen, waardoor wij weer in de ijstijd belanden. Maar het broeikaseffect veroorzaakt door de uitstoot van onder meer CO2 zou dit kunnen voorkomen. De warmte die nu vrijkomt, kan de ijstijd in ieder geval enige tijd uitstellen, citeert de Britse krant The Daily Telegraph Wickramasinghe. Over enige tijd zou de mens daarom niet minder, maar juist meer broeikasgassen moeten uitstoten. Milieu-activisten hebben al verontwaardigd gereageerd op de beweringen van de Britse onderzoekers. Greenpeace noemde deze "onverantwoordelijk en naïef" Een woordvoerder van de groepering ‘Friends of the Earth’ verklaarde dat Hoyle en Wickramasinghe, die bekend staan om hun controversiële uitspraken, lijnrecht tegen de heersende wetenschappelijk opinie ingaan. "Het is een geval waarin één wetenschapper één ding zegt en 7000 iets anders beweren".

Meteorieten van Mars en de maan ontdekt in Afrika 11 april 2001 In Noord-Afrika zijn twee zeldzame meteorieten gevonden die afkomstig zijn van Mars en de maan. Jaarlijks vallen op aarde naar schatting 20.000 brokstukken uit de ruimte op de aarde, en slechts hoogst zelden zijn ze afkomstig van de maan of van Mars. Het brok van de maan is de pas vijftiende meteoriet die op aarde is gevonden. Het brok weegt iets meer dan 1 kg en is daarmee, voor zover bekend, de op één na zwaarste meteroriet van de maan. De klomp werd in Marokko aangekocht, maar werd vermoedelijk vorig jaar in het aangrenzende Algerije gevonden. De meteoriet van Mars is een stuk kleiner dan die van de maan en weegt slechts 28

gram. Het brokje heeft de naam ‘Nordwest-Afrika 480’ gekregen en werd afgelopen november in Marokko gevonden. Het is het zeventiende exemplaar van Mars dat op aarde is gevonden. De bekendste is de ALH84001, een meteoriet met de vorm van een aardappel die mogelijk aanwijzingen bevat of er op Mars ooit leven is geweest. Nadere details over de ontdekte meteorieten in Noord-Afrika worden in het julinummer van de Meteoritical Society bekend gemaakt, een internationaal genootschap dat buitenaarde objecten bestudeert.

Russen maken ‘kopie’ van menselijke hersenen 16 april 2001 Russische onderzoekers zeggen erin geslaagd te zijn een kunstmatig brein te maken dat dezelfde intellectuele vermogens heeft als de hersenen van een mens. Volgens het persbureau Interfax is bij de constructie van de ‘neurocomputer’ gebruik gemaakt van de recentste ontdekkingen op het gebied van neurofysiologie en neuromorfologie. Onderzoeker Vitali Valtsov, informaticaspecialist, zegt dat er nu een echte ‘denkmachine’ is. Hij waarschuwt voor misbruik. "Deze machine moet worden opgevoed als een pasgeboren kind. Wij moeten er een vriend van maken en geen misdadiger of vijand"

Roodharige heeft Neanderthaler-gen 16 april 2001 Mensen met rood haar hebben volgens Britse onderzoekers waarschijnlijk een gen van de Neanderthalers meegekregen. Het gen dat voor hun rode haren en zomersproetjes verantwoordelijk is, kan daardoor wel eens 100.000 jaar oud zijn, en daarmee dus ouder dan de Homo Sapiens die 40.000 jaar geleden uit Afrika naar Europa trok. Het gen is volgens onderzoeksleider Rosalind Harding in elk geval ouder dan 50.000 jaar. De Neanderthalers hebben 200.000 jaar in Europa geleefd, voordat daar de Homo Sapiens voorkwam. Ongeveer


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 15

28.000 jaar geleden stierf de laatste Neanderthaler. Vermoedelijk hebben beide soorten wel met elkaar gepaard zodat het roodhaar-gen in de mens tot op de dag van vandaag kon overleven. De rode haren van de Neanderthalers maakten ze nog eens extra afschrikwekkend. Ze staan te boek als gewelddadige kannibalen, die hun vlees rauw (rood) aten.

Veel meer water in de ruimte dan gedacht

miljoen jaar veertien bekende menssoorten - behalve wij zelf - zijn uitgeroeid. De traditionele verklaring is dat die vroege menstypes niet konden wedijveren met meer intelligente en meer flexibele soorten. Maar sociaal antropoloog Penny Peiser en impact-expert Michael Paine suggereren dat een reeks verwoestende inslagen van asteroïden of kometen tot de uitroeiïng heeft geleid. De Homo Sapiens overleefde aldus eerder door kosmisch toeval.

Londen wil wet tegen klonen mens

18 april 2001 19 april 2001 In de vorm van bevroren waterdamp en waterijs is er ‘in de ruimte’ veel meer water aanwezig dan men tot nu toe aannam. Italiaanse en Spaanse astronomen maken via een artikel in de Astrophysical Journal Letters (AJL) de meetresultaten bekend van een Europese infraroodsatelliet. De ontdekking heeft belangrijke consequenties voor het ontstaan van zonnestelsels en voor de samenstelling van de planeten die daar deel van uitmaken. Water is in de vorm van diepgekoeld ijs in de ruimte aanwezig. Dat is al heel lang bekend. Het is gezien de extreem lage temperaturen in de ruimte tussen de sterren, slechts enkele graden boven het absolute nulpunt (-273,13 graden), ook een van de twee vormen waarin water in het heelal voor kan komen: ijs (aaneengevroren watermoleculen) en bevroren waterdamp (meer rijp dus). Die twee vormen van water komen vrijwel uitsluitend voor in ijle gasen stofwolken, waarvan het in het melkwegstelsel wemelt. Deze wolken zijn donker en ijskoud en kunnen alleen bij infrarode straling (warmtestraling, dat elk object uitzendt dat ‘warmer’ is dan het absolute nulpunt) zichtbaar worden gemaakt. Dat kan alleen met satellieten zoals het ISO; infraroodobservaties vanaf het aardoppervlak zijn door de dampkring onmogelijk.

Homo Sapiens overleeft dankzij stom toeval 18 april 2001 De huidige mens, de Homo Sapiens, is enkel door stom toeval (nog) niet uitgeroeid, zo luidt de bevinding van twee wetenschappers. Antropologen en andere wetenschappers worstelen reeds lang met de vraag waarom alle van de laatste vijf

Groot-Brittannie wil het eerste land worden dat het klonen van mensen bij wet verbiedt.Minister Milburn van Volksgezondheid zal volgens de krant The Independent daartoe binnen enkele maanden een wetsvoorstel presenteren. Milburn spreekt vandaag op een congres van artsen en genetici in Newcastle en zal daar zijn wetsvoorstel aankondigen. Londen streeft ernaar een leidende rol te spelen in genetisch onderzoek. De wet dient de weerstand onder de bevolking tegen genetica weg te nemen.Het is in Groot-Brittannie ook nu al verboden om mensen te klonen,maar dat is slechts een beleidsmaatregel en nog geen wet.

Radarzaklantaarn kijkt door muren 21 april 2001 In de VS is voor de politie een radarzaklantaarn ontwikkeld die door muren heen kan kijken. Het apparaat ziet er uit als een groot pistool. De politie kan ermee door muren kijken om misdadigers of gijzelaars op te sporen, of overlevenden na aardbevingen. Dat heeft de internetnieuwssite Ananova donderdag gemeld. Ook als iemand aan de andere kant van een muur alleen maar ademt, geeft het apparaat dit weer. Een fotografisch beeld produceert het niet. Zo verschijnt iemand die ademt op het scherm als een op en neergaande lijn. De lantaarn werkt met een speciale radarstraal. Die kan ademhaling en/of beweging weergeven tot 3 meter achter een muur van 20 centimeter dikte. De straal detecteert elke beweging, ook van enkele millimeters. De straal gaat ook door hout, glas en beton, maar niet door stroomgeleidende stoffen zoals water en metaal. Wanneer de gebruiker de trekker heeft

overgehaald, geeft het apparaat na 3 seconden aan welke afstand van een wand het beste resultaat geeft. Er zijn volgens hoofdontwerper Gene Greneker nog twee problemen: je moet het toestel absoluut stil houden, omdat het anders zijn eigen beweging weergeeft, en bij het inzoemen op een wand bij de start maakt het nog te veel lawaai. De volgende generatie van de radarzaklantaarn zal zo gevoelig zijn dat die de signalen van de hartslag van een afstand van 30 meter kan waarnemen.

UFO-wacht geeft zoektocht op 23 april 2001 Het aantal waargenomen bezoeken van buitenaardse wezens aan onze planeet is dermate gedaald dat het British Flying Saucer Bureau BFSB zijn deuren heeft moeten sluiten. Het kantoor, dat een halve eeuw lang de zoektocht naar vliegende schotels coördineerde, vermoedt dat de meeste beschavingen hun verkenning van de aarde hebben voltooid, meldde The Times maandag. Volgens de 70-jarige Denis Plunkett, medeoprichter van BFSB, volgden de meeste buitenaardse visites op de explosie van twee Amerikaanse kernbommen in Japan in 1945. "Beide ontploffingen hadden aan de rechterkant van de aarde plaats en waren dus goed te zien vanaf Mars", verklaart Plunkett. In die tijd ontving BFSB wekelijks ten minste dertig meldingen van 1.500 leden over de hele wereld. Het aantal waarnemingen van UFO’s is sinds het einde van de Koude Oorlog zozeer gedaald dat het niet meer de moeite is BFSB open te houden. Volgens Plunkett is er sindsdien ook veel minder geheimzinnigheid rond speciale wapens, zoals de beruchte Amerikaanse Steathbommenwerper, die verantwoordelijk zou zijn voor veel valse meldingen.

Resten in Peru mogelijk van oudste stad op continent 28 april 2001 Resten van piramides, irrigatiekanalen en een soort flatgebouwen in Peru zijn mogelijk van de oudste stad van Zuid- en Noord-

15


Ralph Ellis & Mark Foster

fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 19

De Tunnelvisie Het klassieke verhaal over de ontdekking van de bovenste kamers in de Grote Piramide van Gizeh is zeer bekend. In de negende eeuw besloot Kalief al-Mamoen, de Arabische heerser van Cairo, om zelf eens een kijkje te gaan nemen in het inwendige van de Grote Piramide (de piramide van Cheops), en liet hij met geweld met hamers en beitels een tunnel graven door de dekplaten en steenblokken.

De Kalief had geluk, want door het drukke gegraaf aan de tunnel trilde het bouwwerk zozeer dat de deksteen aan het eind van de stijgende gang naar beneden kwam. De werklieden die al in dit gedeelte aan het graven waren hoorden de geweldig resonerende klap en ze vonden niet alleen de afdalende gang, maar ook de stijgende gang en alle bovenste kamers in de piramide. Na duizenden jaren diep in de Grote Piramide verborgen te hebben gelegen, werden de Koningskamer en de Koninginnenkamer tenslotte geopend en zouden hun schatten spoedig aan de Kalief toebehoren. Er was echter, zo gaat het verhaal, geen buit te bekennen; blijkbaar waren deze oeroude en kostbare schatkamers volkomen leeg. Er waren niet alleen geen artefacten maar ook geen graven of inscripties! De eerste gedachte die waarschijnlijk door het hoofd van de Kalief schoot was dat de tombe geplunderd was, maar hoe? Zelfs als de geheime Rotskamerschacht diep in de piramide op dit moment zou zijn gevonden, dan is die schacht nauwelijks geschikt om een rijke grafkamer vol schatten geheel leeg te halen. Dus waar was alle buit? De Kalief en zijn opgravers moeten na al dat werk niet alleen zeer getergd zijn geweest, maar ook verwonderd. Een mythe? Zijn we er wel zo zeker van dat dit meer dan duizend jaar geleden werkelijk is gebeurd? Of nemen we hier gewoon genoegen mee omdat dit ons al eeuwenlang door gerespecteerde autoriteiten is onderwezen? Misschien is men eerder geneigd uit gemakzucht de heersende mening te delen dan om dit probleem positief en onorthodox te overdenken. Gelukkig zijn er altijd wel enige individuen die graag hun vraagtekens zetten bij een hele hoop klassieke mythen; en zo gebeurde

het dat Ralph Ellis op een dag een korte e-mail kreeg van de gelijkgestemde Mark Foster. Mark wilde graag eens een balletje opgooien over een lastig vraagstuk. Na een snelle blik op de e-mail vond Ralph dit hoogst originele idee beslist de moeite waard voor nadere overwegingen. Na enige discussies over en weer ontwikkelde zich uit het klassieke verhaal het nu volgende alternatieve scenario, dat in menig opzicht zeer navolgenswaardig is. Deze nieuwe uitleg lost niet alleen enkele lastige raadsels op, maar stelt daarnaast een aantal interessante en fundamentele vragen. Zoals Mark al uiteenzette vormt het belangrijkste probleem in de klassieke uitleg dat de tunnel van Mamoen teveel voor de hand liggend is. Hij leidt middels een direct spoor naar die zo belangrijke overgang tussen de dalende en stijgende gang. Er is vaak gezegd dat Mamoen, om de oorspronkelijke gangen te kunnen vinden, de tunnel een scherpe bocht naar links moest laten maken. Daaraan dachten Ralph en Mark toen ze de Grote Piramide voor het eerst bezochten. Maar toen het tweetal in de opengebroken tunnel rondkeek waren ze evenzeer verbaasd over het ontbreken van de veelgenoemde linkerbocht! Ze keerden terug op hun schreden en liepen nog eens door de tunnel. De linkerbocht bleek toen niet meer dan een lichte verwijding op het bedoelde punt te zijn. Feitelijk waren de graafwerkzaamheden bijna recht op hun doel gericht. Hoe kon dit, had Mamoen gewoon geluk en vond hij toevallig de juiste plek? Vermoedde hij waar hij heen moest? Men kan zich sowieso afvragen waarom Mamoen een tunnel groef in de piramide. Niet alleen was de aanwezigheid van de echte ingang naar de piramide al heel bekend in de klassieke Oudheid, men was ook zeer bekend met de dalende gang en de onderaardse grot op de uiterste bodem van de piramide. De geschiedschrijver Strabo zegt over de oorspronkelijke ingang naar de Grote Piramide het volgende: "Aan één kant van de Grote Piramide – iets verhoogd - kan er een steen opgelicht worden. Daarachter is er een schuin aflopende passage naar de funderingen." Strabo lijkt een beschrijving te geven van een stenen deur die op de een of andere manier beweegbaar is, hij kan tegelijkertijd naar boven en naar buiten gedraaid worden. Dat klinkt als een soort valdeur met scharnieren waarbij de scharnieren zich boven op de steen bevinden. Strabo kende de inwendige indeling van de lagere gedeelten van de piramide heel goed, want hij noemt het ruw uitgehouwen gat daar ‘de funderingen’ in plaats van de meer voor de hand liggende term kamer. Ook weet hij hoe de toegangssteen werkt. Bij bovenvermeld citaat van Strabo voegde Sir Flinders Petrie een gedetailleerde studie van de ingangen naar de Vega piramide (de Knikpiramide), de enige piramide met nog immer intacte deuropeningen rond de ingang. Hij ontdekte aan beide zijden van de ingang tegenover elkaar zittende gaten met een doorsnee van zo’n 9 cm en een diepte van 14 cm. Deze gaten waren bijna meteen na de toegang en maar 15 cm van de bovenkant van deze gang uitgehakt. Niet geheel onbegrijpelijk legt Petrie deze gaten uit als zijnde de scharnieruitsparingen waarmee de stenen deur gedraaid kan worden. Achter de uitsparingen bevatte de gang nog meer ophangpunten. Deze kleinere verticale ophangpunten dienden voor een zeer lichte deur. Waarschijnlijk een houten deur tegen het opwaaiende zand. Afbeelding 1 De Grote Piramide met gesloten en met open ingang

19


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 20

beschikbaar was? Daarmee zijn twee zeer belangrijke vragen neergelegd. Waarom zag Mamoen de echte ingang niet terwijl die zo bekend was? En waarom was zijn alternatieve tunnel zo precies bepaald als hij niet wist waar de juiste ingang lag? Het lijkt wel Catch-22. De leidsgang

De hierboven door Petrie afgebeelde diagrammen (constructietekeningen) zijn gebaseerd op zijn analyse van de ingang naar de Vega- of Knikpiramide. De scharnierende steen is duidelijk aangegeven als de grote gearceerde steen. Deze vorm, met de lange uìtstekende bovenkant, is nodig om het gewicht van de steen te compenseren. Het tegengewicht werd zeer nauwkeurig onderzocht en bepaald door de architect. Met normale menselijke beperkingen, ongeveer een kracht van 25 kg, zou de steen geopend kunnen worden. Onzichtbaar Zie hier. We hebben dus het duidelijk bewijs dat de Grote Piramide was voorzien van een beweegbare stenen toegang en dat de dalende gang waarschijnlijk vele malen in de opgetekende geschiedenis was bezocht. Toch was het nog steeds niet eenvoudig om de piramide binnen te gaan. Om de deur te bereiken moesten er een reeks ladders tegen de piramide worden gezet. Waarschijnlijk heeft de stenen deur een soort hendel gehad waaraan men moest trekken en was er vervolgens een soort stut nodig om hem open te houden wanneer de nieuweling door het nauwe gat naar binnen klom en in de dalende gang. Ook moest er langzaam een geknoopt koord naar beneden door de hele gang meegevoerd worden, nodig om gemakkelijk uit de donkere en gekende diepten van de heilige piramide te komen. Ongetwijfeld zouden al deze verwoede activiteiten hun sporen de afgelopen millennia moeten hebben achtergelaten op de ingang naar de piramide. Toch wordt algemeen aangenomen dat de dekstenen tijdens de regeringsperiode van Mamoen nog intact waren daar deze klaarblijkelijk door Sultan Hasan werden gebruikt voor de bouw van zijn moskee in 1356. De vraag is dan ook waarom Mamoen deze overduidelijke aanwijzingen en de oorspronkelijke piramide-ingang, maar een paar meter boven de zijne, niet zag. Waarom zag hij de deurhendel niet, noch de slijtplekken op de gladde buitenkant? Men kon nog steeds op de hoogte zijn van de juiste ingang, dus waarom kon niet een van de plaatselijke bewoners overgehaald worden om de juiste plaats aan te wijzen? Deze klaarblijkelijke onzichtbaarheid van de echte ingang kon bijvoorbeeld niet veroorzaakt zijn door zand omdat Mamoen’s tunnel onder de echte toegang was gelegen. Maar waardoor dan? Waarom werd er zoveel moeite gedaan om een nieuwe tunnel te graven als een eenvoudige toegang

20

Mark Foster was van mening dat Mamoen de oorspronkelijke ingang en de dalende gang al kende en dat hij de nieuw gecreëerde tunnelingang om een heel andere reden gebruikte. Misschien wel om de granieten sluitstenen in de stijgende gang te omzeilen. Of om de nodige gereedschappen op de juiste plaats te krijgen zodat hij om deze sluitstenen heen kon graven. Maar als Mamoen de stijgende gang niet ontdekte tijdens zijn tunnelwerkzaamheden, hoe wist hij dan dat hij er was? Tenslotte was de stijgende gang in die tijd nog geheim en niet begaan, hoe werd hij dan ontdekt? Mark en Ralph dachten hierover hetzelfde. De oplossing tot de ontdekking van de stijgende gang ligt buiten de piramide, even ten oosten van de piramidebasis en ten noorden van de opgaande weg. Hier ligt wat Petrie de proefgang noemde en wat simpelweg een verkleind model is van zowel de dalende gang van de


Niels Brummelman

fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 23

Jacques Vallee: de schaamte van een wetenschapper Jacques Vallee wordt door menigeen beschouwd als de beste Ufoloog ooit. Velen zijn inmiddels op de hoogte van het feit dat zijn karakter model stond voor de wetenschapper die in de film ‘Close Encounters of the Third Kind’ contact met buitenaardse wezens legt. Maar waaraan heeft deze Fransman nu eigenlijk zijn faam te danken? Wat hield hem bezig en waarom horen we nu zo weinig meer van hem? De geschiedenis van Jacques Vallee in een notendop.

Op een zondag in mei 1955 zag de vijftienjarige Jacques Vallee een UFO. Een grijze metaalachtige schijf met een klein koepeltje zweefde geluidloos boven zijn geboortedorp Pontoise, een plaatsje even ten noordwesten van Parijs. Het jaar daarvoor had Frankrijk niet alleen de slag bij Dien Bien Phoe verloren, het land had tijdens de herfst ook te maken gekregen met een reeks UFO-waarnemingen die in alle kranten breed uitgemeten werden. De interesse van de jonge Vallee in het mysterieuze, ongrijpbare fenomeen was door deze gebeurtenissen definitief gewekt. In zijn dagboek schreef hij daarover: ‘Ik had het sterke, onbedwingbare gevoel dat voor het behoud van de menselijke waardigheid een antwoord op deze gebeurtenissen gezocht moest worden. Ik realiseerde me dat ik me diep zou schamen indien we het fenomeen besloten te negeren.’ Aanloopjaren Toch duurde het nog drie jaar voordat de inmiddels studerende Vallee zelf betrokken raakte bij het onderzoek naar UFO’s. Aanleiding vormde het boek Mysterieux Objects Célestes van de Franse Ufoloog Aimé Michel. In dat boek werden de waarnemingen van 1954 aan een grondige analyse onderworpen. Geconcludeerd werd dat deze langs rechte, het gehele Franse territorium doorkruisende, lijnen hadden plaatsvonden. Vallee was gefascineerd en schreef: ‘Eindelijk een intelligent boek over vliegende schotels!… Ik wil niets liever dan dat het fenomeen op me wacht, zodat ik het later zelf kan onderzoeken.’ Tijdens een daaropvolgende briefwisseling met Aimé Michel waarschuwde deze Vallee tegen al te hoge verwachtingen: ‘Je hebt een bijzonder scherpe geest, maar laat jezelf niet misbruiken door het idee de ultieme waarheid te achterhalen. Dat is slechts een hersenschim.’ Een wijze les zo bleek later, want in het nastreven van deze hersenschim stond Vallee nog menige teleurstelling te wachten. Niet iedereen bleek namelijk op een eerlijke, open manier op zoek naar antwoorden. De eerste in een reeks van dergelijke, deprimerende ervaringen vond plaats in het observatorium van Parijs, alwaar Vallee, inmiddels getrouwd met afgestudeerd psychologe Janine, vanaf juni

Een jonge Jacques Vallee, in Pontoise, Frankrijk, in 1957 1961 de Aarde omcirkelende objecten in kaart diende te brengen. Af en toe werden ongeïdentificeerde objecten waargenomen en toen Vallee op een avond zelf vreemde waarnemingen deed werden de banden waarop deze waren vastgelegd door de baas van het observatorium de volgende ochtend vernietigd. Vallee was verbijsterd en na navraag bleek angst voor spot door de buitenwereld de voornaamste reden voor het vernietigen van de banden te zijn. Toen vervolgens bleek dat Aimé Michel vanwege gezondheidsredenen al zijn verzamelde UFO-gegevens juist aan de destructieve directeur van het observatorium over wenste te dragen, zette Vallee een even moedige als gevaarlijke stap: hij bezocht Michel en besloot hem te gaan helpen bij zijn onderzoek. Daarbij kwam zijn passie voor computers goed van pas. Vallee besloot namelijk met behulp van deze, toentertijd nog uiterst logge en onhandige, apparaten de UFO-lijnen van Michel door te trekken op zoek naar een wereldwijd patroon. Ook ging hij, met hulp van zijn vrouw Janine, op zoek naar een overeenkomst in de variabele afstand tussen Aarde en Mars en het aantal UFO-waarnemingen. Ondertussen ontmoette Vallee tijdens zijn werk op het observatorium af en toe wetenschappers die ook interesse hadden in het UFO-fenomeen. Al gauw bleek echter dat deze bijeenkomsten achterdocht bij de overige collega’s opwekten. Voorzichtigheid was geboden, maar op 1 januari 1962 nam Vallee bij het observatorium ontslag. Aanleiding was een aanvaring met de directeur die tijdens de hoog oplopende discussie Vallee beschuldigde van teveel zelfstandig denken. En als er iets is wat de jonge wetenschapper op dat moment graag deed dan was het wel nadenken over het universum, de wereld en het leven zelf. Een vriendinnetje wees hem in 1958 al op de gevaren daarvan: ‘Je bent pas negentien. Als je zo doorgaat loop je de kans om op je tweeëntwintigste al evenveel te weten als de meeste mannen pas op hun dertigste of zelfs nooit zullen weten!’ Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en het zijn, zoals hij zelf schrijft, de liefde en de drang om te ontdekken die hem daarbij leiden: ‘Zo gauw de mens iets doet dat niet de liefde of de ontdekking tot doel heeft, vervalt hij

23


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 24

tot een vies klein beest, een oplichter, een pest voor het universum’. Vallee laat zich dus niet ontmoedigen en gaat met z’n eigen onderzoek verder. Dat onderzoek vindt als gevolg van geld-, ruimte-, en tijdgebrek (Vallee werkt inmiddels bij een elektronicazaak) echter plaats onder amateuristische omstandigheden. Bovendien zijn de omstandigheden in Parijs, waar Vallee in de herfst van 1961 samen met Janine naar toe verhuist, niet bevorderlijk voor zijn denkwerk. UFO’s zijn nog steeds een ‘verboden’ onderwerp waarover vooral lacherig wordt gedaan. Het politieke klimaat helpt ook al niet mee: een demonstratie in Charonne wordt keihard neergeslagen en daarbij vallen enkele doden. Het is de druppel voor Vallee die in de herfst van 1962 naar de Verenigde Staten, een land waarvan hij meer openheid en durf verwacht, verhuist. In de vuurlinie Eenmaal in de Verenigde Staten aangekomen, gaat Vallee wederom in een observatorium aan de slag. Ditmaal in Austin, Texas. Ondertussen leest hij veel over zijn favoriete onderwerp en verbaast hij zich over de lakse houding van de Amerikanen ten aanzien van de langzaam aan intensiteit winnende Vietnam-oorlog. Het werk valt echter wat tegen en zijn onderzoek naar het UFOverschijnsel lijkt niets nieuws meer op te leveren. Om deze negatieve spiraal te doorbreken besluit hij contact op te nemen met J. Allen Hynek, de directeur van het Deaborn observatorium van de Northwestern universiteit nabij Chicago en vanaf begin jaren vijftig eveneens wetenschappelijk adviseur van de Amerikaanse luchtmacht ten aanzien van UFO’s. Tijdens de eerste ontmoeting wordt het al duidelijk dat de twee elkaar uitstekend liggen. Vallee schrijft naar aanleiding van deze ontmoeting in zijn dagboek over Hynek: ‘Hij is een warm en tegelijkertijd zeer geleerd persoon, zit boordevol energie, heeft een geweldig gevoel voor humor, is ruimdenkend en heeft een diepgeworteld gevoel voor cultuur. Het is moeilijk niet onder de indruk te zijn van zijn scherpe ideeën en bereid-

Dr. J. Allen Hynek, in 1964.

24

heid tot actie’. Hynek is maar wat blij met een enthousiaste, intelligente onderzoeker als Vallee en hij besluit hem dan ook te gebruiken bij zijn onderzoek naar de door de luchtmacht verzamelde UFO-incidenten. Ondertussen verhuizen Vallee en Janine naar Chicago, alwaar Jacques een baan krijgt als computerprogrammeur en Janine bevalt van Olivier, een zoon. Het zijn spannende en vermoeiende tijden voor de Vallee’s: de verhuizing, de geboorte van hun zoon, het zich snel opstapelende UFO-werk en niet te vergeten de schokkende moord op president Kennedy. Als assistent van Hynek wil Vallee proberen de generaals binnen Amerikaanse luchtmacht van de ernst en omvang van het probleem te overtuigen en hen ertoe te bewegen het onderzoek in de handen van wetenschappers te leggen. Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Al snel doorgrondt Vallee de situatie: de luchtmacht wenst geen serieus onderzoek en geeft daarom slechts de minder spectaculaire gevallen vrij voor onderzoek. Project Blue Book, de door de Amerikaanse luchtmacht in 1952 opgerichte onderzoeksgroep waarvan Hynek wetenschappelijk adviseur is, lijkt daarom vooral als dekmantel en/of public relations project bedoeld. De wetenschappelijke wereld is ongeïnteresseerd, maar dit is onvermijdelijk, aangezien de beste, meest indrukwekkende gevallen door de luchtmacht geheim worden gehouden. Vallee is teleurgesteld in de houding van de luchtmacht en vooral de belachelijke opmerkingen van luchtmachtsergeant Moody maakt hem kwaad. Laatstgenoemde verklaarde eens een aantal UFO-gevallen als gesloten te beschouwen, aangezien de luchtmacht ze als ongeïdentificeerd had geïdentificeerd! Vallee begrijpt de houding van Hynek, die alles doet om de luchtmacht niet voor het hoofd te stoten en daardoor toegang tot de data te verliezen. Vallee kan wat dat betreft vrijer handelen en schrijft in zijn boeken ’Anatomy’ en ‘Challenge to Science’ over de noodzaak het fenomeen op een wetenschappelijke manier te benaderen. De boeken worden door vriend en vijand positief ontvangen en zelfs Kapitain Quintanilla, samen met Moody verantwoordelijk voor Blue Book, prijst zijn werk. De interesse onder de bevolking lijkt als gevolg van de boeken en nieuwe, spectaculaire waarnemingen opnieuw toe te nemen en de druk op de luchtmacht om open kaart te spelen neemt daardoor toe. Maar als deze vervolgens dreigt het contract met Hynek te verbreken beseft Vallee hoe de zaken werkelijk liggen. Hij schrijft op 10 januari 1966: ‘Wetenschappelijke eerlijkheid en objectiviteit worden verkracht. Het was absurd te denken dat Hynek en ik enig verschil zouden kunnen maken. Wetenschappelijk onderzoek op deze wijze is een betekenisloos ritueel.’ Dan volgt ook nog eens de affaire in Michigan. Talloze getuigen zien daar eind maart 1966 onbekende vliegende objecten die in de buurt van de aldaar aanwezige moerassen schijnen te landen. Hynek wordt door de luchtmacht naar het gebied gestuurd om de boel te sussen. Onder grote druk verklaart Hynek op een haastig opgezette persconferentie dat de waarnemingen wellicht te verklaren zijn door moerasgas. Heel Amerika valt over hem heen en ook Vallee reageert verbijsterd op de uitlatingen. Het betekent een keerpunt in de relatie tussen hem en Hynek, die als gevolg van de affaire landelijke bekendheid verwerft. Vallee walgt van de wijze waarop Hynek met de media omgaat en vergelijkt hem met een populaire gitaarheld die constant in de schijnwerpers wil staan. Door deze houding lijkt serieus onderzoek ondergeschikt te worden aan de glitter en glamour van de sensatie, zo stelt Vallee verbitterd. Hij verliest het vertrouwen in Hynek en dat wordt nog eens verergerd door zijn onderzoek naar de luchtmachtrapporten. Tal van interessante gevallen blijken door Hynek niet onderzocht of met zwakke verklaringen van tafel geveegd te zijn. Dat alles om de


Wim Zitman

fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:06

Pagina 30

Geografie van de Goden Een van de meest raadselachtige voorwerpen dat ooit gevonden werd is een Babylonisch kleitablet met een ronde vorm en met een bolle onderzijde, ca. f 15 cm groot. De kleitablet komt uit de Bibliotheek van koning Assurbanipal van Assyrië en is momenteel te bewonderen in het British Museum te Londen. Het tablet is een Planisfeer en staat bekend onder nummer K 8538 – en is in feite een kaart die opmerkelijke geheimen verschuilt – tot zijn recente ontcijfering.

Een Planisfeer is een afbeelding van een aard- of hemelhalfrond in een plat vlak. Planisfeer K 8538 is reeds vóór 1880 gevonden. Sayce en Bosanquet publiceerden voor de eerste maal over het mysterieuze kleitablet in de ‘Monthly Notices of the Royal Astronomical Society’; XL, 3, January 1880. Tot nu toe heeft de Planisfeer zijn geheimen vrijwel kunnen bewaren. Het raadselachtige kleitablet toont een oermodel van de indeling van de oude wereld - een matrix - waarop regio’s en plaatsen verbonden zijn met, en ressorteerden onder sterrenbeelden en/of sterren. Bepaalde streken op aarde stonden dus onder ‘gezag’ van de sterren. Geografen wierpen het hemelse netwerk van sterren over de aarde om daarmee een aards netwerk te creëren om op deze wijze de aarde in kaart te kunnen brengen. Zij zochten derhalve naar middelen om regio’s of plaatsen te fixeren onder een bepaalde hemelse meridiaan die op zijn beurt verbonden was met bepaalde sterren. Daartoe bedachten zij een matrix, het ‘rechtelijn-systeem’ dat op de Planisfeer uitgebeeld werd, waardoor een indeling van de oude wereld ontstond. Assurbanipal was koning over Assyrië van ca. 668-631 v.C., tijdens de laatste bloeiperiode van dat Rijk. Hij is bij ons vooral bekend geworden door zijn Bibliotheek en als verzamelaar van Chaldeeuwse oudheden. Hij liet de oude teksten door talrijke schrijvers in zijn gehele rijk zorgvuldig kopiëren en in zijn, pas in het midden van de vorige eeuw door Layard opgegraven paleisbibliotheek van Ninevé bewaren. Bij nader onderzoek bleek dat hij de voornaamste voortbrengselen van de vroegere Akkadische literatuur in die Bibliotheek verzamelde. Op een kleitablet roemt Assurbanipal zichzelf, wanneer hij trots de volgende woorden spreekt: ‘Ik laat de kunstig geschreven tafels, in moeilijk te verstaan Sumerisch en duister Akkadisch dat moeilijk te ontcijferen is, bestaan. Ik beleef er vreugde aan om deze tabletten te lezen, die uit de tijd vóór de zondvloed stammen.’ De onmiskenbare betekenis van zijn woorden is dat Sumerische kleitabletten in ieder geval gedateerd dienen te worden vóór de Zondvloed. Dit betekent dat de bloei van het dynastieke Sumerië vóór de overstromingen van 2527 v.C. gedateerd moet worden. Na de Zondvloed ontstond omstreeks 2355 v.C. het Akkadische Rijk van Sargon I. Het Sumerische Rijk verdween in de loop van de tijd in de vergetelheid.

De Soemerische planisfeer, behorende aan Assurbanipal, toont een geografie aan die onze huidige kennis van Soemerie en Egypte ver overstijgt. Het bevindt zich in The British Museum in Londen. Babylonischen Astronomie’ uit 1912, twijfelde aan de mogelijkheid om de teksten van de Planisfeer te kunnen vertalen en analyseren om daarna een wetenschappelijke gevolgtrekking over hun betekenis te maken. Hij meende: ‘In werkelijkheid hebben wij hier een dokument voor ons, dat diende voor waarzeggerij en tovenarij met behulp van Astrologie.’ Weidner veronderstelde dus met toverspreuken te doen te hebben. Even verder in de tekst merkte Weidner op: ‘Naast de formuleringen zijn op het voorwerp nog een rij sterrenbeelden genoemd, die, al staan zij niet precies in de juiste volgorde ten opzichte van elkaar, toch de juiste volgorde behouden. Er worden alleen enkele belangrijke sterren genoemd waardoor de veronderstelling van een volledige ‘Hemelkaart’ weerlegd wordt.’ Weidner constateert dus dat de volgorde van de sterrenbeelden op de hemelkaart niet overeenkomt met de werkelijkheid, waarna hij met enige zinnen ingaat op de indeling van de Planisfeer in acht sectoren. Daarna begint hij met zijn analyse van elk van deze sectoren. Aan het einde van zijn analyse van de Planisfeer sluit hij zijn onderzoek af met de woorden: ‘Ik beëindig mijn verklaring van de tekst, terwijl ik mij er van bewust ben, slechts zeer weinig werkelijk ‘verklaard’ te hebben. Maar wie kan momenteel deze eigenaardige en juist vanwege zijn eigenaardigheid zo bovenal moeilijke tekst volledig ontraadselen! Wanneer geen verdere en beter behouden gelijksoortige teksten gevonden worden, zal ook in de toekomst elke poging om een nauwkeurige volledige verklaring te maken wel moeten stranden.’

Planisfeer en de matrix Eigenaardige en onherkenbare sterrenconstellaties Weidner was de eerste geleerde die in zijn werk ‘Handbuch der

30

Koch merkte in 1989 op dat de Planisfeer een uniek dokument is omdat de sterrenconstellaties aangegeven zijn in het zogenaamde


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:06

Pagina 31

Landkaart van Noord-Afrika en het Midden Oosten tot Kaspische Zee. Op de landkaart is het hemelse netwerk bestaande uit sterrenbeelden met sterren (matrix) uitgespreid. Daarop is de volledige configuratie die op sector 1 van de Planisfeer staat nauwkeurig geprojecteerd. ‘rechtelijnsysteem’. Die wijze van weergeven is nooit eerder aangetroffen. Koch geeft daarmee te kennen dat de ronde Planisfeer een astronomische matrix is. De Planisfeer is daarmee de eerst bekende uiting van schematische cartografie waarmee de sterrenhemel in een matrixmodel werd gevat. De cartografie ontwikkelde zich vanuit schematische voorstellingen. Men tekende in de verre oudheid geen geografische vormen van de aarde of van het landschap. De schematische voorstellingen waren zowel simpel als veelomvattend en zijn moeilijk te herkennen als cartografie. In ‘De Stenen Spreken’ werpen de archeologen/auteurs de Jonge en IJzereef een nieuw licht op de betekenis van inscripties zoals die voorkomen op megalithische monumenten in West-Europa. Zoals bijvoorbeeld ‘The Thing’, waarvan zij de hypothese poneren dat deze inscriptie de kustlijn van GrootBrittanië zou voorstellen. Verder menen zij dat verscheidene inscripties een weergave zijn van afgelegde zeereizen en kustroutes die al vanaf ca. 6000 v.C. werden uitgevoerd. Een ander voorbeeld laat een schematische voorstelling zien en is afkomstig van zeevarende bewoners van de Marshall Eilanden en dateert uit de negentiende eeuw. Eenvoudig ogende gestileerde schema’s blijken dus cartografische voorstellingen te zijn. ‘De oudste, waarvan helaas geen afbeelding beschikbaar is, werd 3800 v.C. gemaakt en toont de Eufraat, zoals deze door noordelijk Mesopotamië stroomt, met dubbele rijen geschulpte insnijdingen, die de bergketens in het oosten en het westen weergeven.’- Men trachtte blijkbaar door middel van schematische en soms ook meetkundige voorstellingen vorm te geven aan zijn kennis van het landschap. Het ‘teruggevonden paradijs’ De voorstelling op sector 1 van de Planisfeer met de beide driehoeken is één van de meest intrigerende figuren op het kleitablet. Zij laat een gelijkbenige gesloten driehoek zien die verbonden is

met een open gelijkbenige driehoek. De eerste vertoont een merkwaardige en opvallende overeenkomst, maar ook een opvallend contrast met ‘de volledig beschrijvende hiëroglief voor ‘piramide’. Deze hiëroglief zou de betekenis hebben van piramidestad Sakkara, gelegen tegenover de residentie Memphis van Egypte. De afbeelding van de Egyptische piramide laat een rode onderrand zien met een blank middenveld en piramidion. De wetenschappelijke betekenis is niet helemaal duidelijk. Het rode veld zou Beneden-Egypte en het blanke middenveld Boven-Egypte kunnen aangeven. De voorstelling van de piramide op de Planisfeer laat daarentegen een blanke onderrand zien met vertaald spijkerschrift, gearceerd middenveld en een piramidion met vier punten, die gezamenlijk met de punt van het piramidion uit totaal vijf punten bestaat. Wat is echter de betekenis van die voorstelling? Weidner en Koch verstrekken geen verklaring over de betekenis van die afbeelding op sector 1 van de Planisfeer. De beide driehoeken vormen voor hen een raadsel. Onze hypothese is dat de ‘open’ gelijkbenige driehoek, het iconografische symbool voor het begin van de Schepping of de onvoltooide Schepping zelf is. De open gelijkbenige driehoek was immers bij uitstek het teken voor de Schepper Atoem, als een symbool dat uit het Ene (Atoem), Twee (de beide benen van de open driehoek) voort kwam, namelijk de goden Shu en Tefnut. Verder is op deze afbeelding de open gelijkbenige driehoek verbonden door een lijn met de gesloten gelijkbenige driehoek. Die gesloten gelijkbenige driehoek stelt naar onze mening, het iconografische symbool voor het voltooide ‘Land van Sopdet’, het ‘Land van God’ voor. Er staan dus op deze afbeelding twee creaties, die na elkaar tot stand kwamen, waarbij de open driehoek voor de onvoltooide en ‘verloren’ gegane bakermat staat die in 5300 v.C. noodgedwongen verlaten werd. De gesloten driehoek symboliseert de daarna gerealiseerde vorming van de staat Egypte en Sumerië. Zodoende zou de voorstelling op sector 1 van de Planisfeer een schematische overzicht zijn van de Schepping. De sterren die op deze sector staan, alfa Pegas-

31


Ma Vedanta Chandani

fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:06

Pagina 36

Jomanda over UFO’s en graancirkels Voorafgaand aan een van de healings van Jomanda in Zutphen kreeg de Japanse wetenschapper Masaru Emoto de gelegenheid de resultaten van zijn onderzoek aangaande waterkristallen uit de doeken te doen. Opvallend was dat vele kristallen een overeenkomst vertoonden met graancirkels die de afgelopen jaren in Engeland zijn ontstaan. Dat en gezien een eerder bezoek van Jomanda aan een graancirkel in Tricht in 1995 was voor Ma Vedanta Chandani de aanleiding om Jomanda uit te nodigen voor een interview om dieper in te gaan op deze connectie en tevens haar mening te horen over UFO’s en buitenaardsen.

In het vorige nummer van Frontier Magazine konden we kennismaken met het onderzoek van de Japanse wetenschapper Masaru Emoto, die heeft aangetoond dat waterkristallen een ‘intelligentie’ bezitten die woorden en gedachten ‘herkent’. Sommige waterkristallen die hij gefotografeerd heeft lijken sterk op bepaalde graancirkels. Is hier diezelfde ‘intelligentie’ werkzaam die Emoto op het spoor is? ”Ik denk het haast wel. Het is net hetzelfde als vroeger dat die appels gesigneerd werden, ik weet niet of je dat nog weet, dat heeft ook te maken met UFO’s eigenlijk. Ik heb toen wel doorgekregen dat het antwoord ooit nog zou komen, maar wanneer dat komt weet ik niet, dus het is altijd heel spannend. Want ik heb het gevoel dat er via mijn stem gebruik werd gemaakt van die trilling, op dat moment, via de radio. Dus ook dat de UFO’s daar op afstemmen of dat die trilling nou net die frequentie haalt, waardoor dan weer via de radio en die frequentie, het in de huiskamer werd bewerkstelligd via die appels.” En dat zijn echt buitenaardse intelligenties? ”Ja.” En die willen heling brengen op de planeet. ”Ja. Ik denk het wel. Dat gevoel heb ik daar wel bij, ja. Maar hoe het dan precies zit, dat weet ik niet, want ook op de healings was het wel eens zo dat hele andere wezens eigenlijk ook al staan te wachten om samen te werken met die helpers van mij. Die wezens zijn denk ik ook van andere planeten of waar ze ook vandaan komen. Dat is natuurlijk voor ons nog steeds een raadsel. Het zijn ook weer werelden die bij elkaar worden gebracht, en ik heb dan ook op dat moment gezegd als dat positief is mag dat ook wel via mijn mediumschap. Als dat de bedoeling is, ook al hoef ik het zelf niet te weten, is dat oké voor de mensen.” En zijn het dan zelf ook mensachtigen, of zijn dat echt hele andere wezens? ”Hele andere wezens, ja. Puntig.” Op wat voor manier puntig? ”Nou, net of ze hele hoge puntmutsen op hebben. En dat is niet zo, maar ook alles is puntiger, dus ook bijvoorbeeld hele lange nagels, het lijkt dan meer een klauw maar het is alleen maar liefde hoor. Het is heel lang gewoon, alles is veel langer.”

36

Ze zijn wel een paar meter of zo. ”Ja. Heel erg lang, ja.” En is het heel ver hier vandaan, dat ze daar leven? ”Weet ik niet! Dat is voor mij heel raadselachtig; maar als er een samenwerking tot stand komt, denk ik wel dat dat ook mogelijk wordt dat wij dat mogen weten. Maar misschien is het nog te ver verwijderd of te moeilijk, dat mensen dan zeker dingen in het belachelijke gaan trekken, wat nu al eigenlijk moeilijk is wat mijn werkzaamheden aangaat. Dat is feitelijk al te diep of te hoog, moet ik het noemen, voor mensen, voor heel veel mensen. Dus als dit er ook nog eens bij komt, nou ja, die appels was al: ‘ze gaat doorslaan’, terwijl het allemaal gebeurde in de huiskamers zonder dat ik dat wist. Het is dus vastgesteld door mensen, niet door mij. Ik bedoel maar, en dat ging een eigen leven leiden, terwijl allerlei dingen uit gingen komen. De mensen kregen soms hartjes op hun appels gegraveerd en dan hadden ze een relatieprobleem. En toen mocht ik zeggen van: Nou, het heeft te maken met een relatieprobleem, eet die appel op en toen was het ook op een gegeven moment opgelost, gingen ze er een gesprek over aan. Dus het juiste komt in die huiskamer op dat moment tot zijn recht.” En dat schijnt dus echt door buitenaardsen gedaan te zijn. ”Ja, net of het geïnjecteerd werd, gewoon geïnjecteerd werd in bepaalde dingen en dat ging ook door als de radio-uitzending afgelopen was. Dus die wezens hebben de ingang gevonden en van daaruit werken ze verder.” Wij hebben dat een keer gezien, bij ons thuis, dat er ook gegraveerd werd, maar dat was niet tijdens een uitzending van jou, maar toch zagen we het ontstaan. ”Dat kan. Kijk, het is toen geconstateerd via een uitzending van mij, en daarna heeft men dus bewust appels voor de radio gelegd. En toen ging het gebeuren. Maar het wil niet zeggen dat het niet ook bij andere mensen, waar ook die trilling aanwezig zou kunnen zijn, gebeurde. Dus dat loopt dan met elkaar in één lijntje, hè, denk ik. Ja, het heeft allemaal te maken met afstemmingen.” Om even de link te leggen met het vorige artikel in Frontier (Jaargang 7 nummer 2) over het onderzoek van Emoto naar de intelligentie van water: Emoto heeft ook het water onderzocht dat door jou is ingestraald. Was er een duidelijk verschil vóór en na het instralen? ”Ja, heel duidelijk, waar hij eigenlijk heel erg van schrok, uit emotie hoor, ik bedoel zoiets van: hij had het niet verwacht. En hij


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:06

Pagina 37

zegt: ik heb nog nooit gezien dat iemand zo snel iets kon veranderen. En dat vond hij zelf zeer uniek. Ik ben ook heel erg trots dat hij mijn contactpersoon is, eigenlijk.” Niet alleen in water maar ook in gewassen verschijnen bijzondere patronen, de zgn. graancirkels. Hierbij zijn vaak lichtverschijnselen waargenomen. Welke kracht of intelligentie zit volgens jou achter het ontstaan van deze graancirkels? Waarom verschijnen deze graancirkels volgens jou? ”Nou, ik denk toch om een boodschap te brengen die wij niet gaan begrijpen. Nog niet. Ik denk dat het nog te vroeg is. Maar ik denk wel dat men een onderzoek doet. En ik heb toen een keer een graancirkel gezien in Tricht, dacht ik dat het was. Maar ik werd daar gevraagd door een journalist, en ik liep dus in het pad er naar toe en toen dacht ik: Goh, ik krijg zoveel energie hier, wat moet ik dan niet voelen als ik in die cirkel kom? En toen voelde ik niks meer. En toen dacht ik: Wat vreemd..Maar toen kreeg ik wel de verklaring. Ik denk: Ja, dat komt pas later. Waar het uitgevoerd wordt, ligt niks meer. Want als je boos wordt bijvoorbeeld, dan wind je je op op déze plek (wijst waar ze staat) en dáár (wijst verderop) deel je die klap uit. Dus die boosheid, die energie, ligt al daarvóór. Dus ik dacht, men gaat landen en men laat daar energie los, zoals je in een vliegtuig ziet dat er gas wordt losgelaten of als je gas geeft ligt daar dus die die energie die uit je knalpijp komt, ik bedoel maar hè? En op een gegeven moment rij je en is die energie misschien anders aanwezig. Dus ik dacht : Oké, die heeft hier dus dat aanmeren of dat landen gewoon dusdanig neergelegd dat ik die energie voelde. Op het moment dat die graancirkel werd gemaakt lag daar veel minder. Ook niet voelbaar door de mens. Maar wel zichtbaar. Kijk, je ziet die graancirkel. En dat is hetgeen wij ervaren. Maar we voelen hem niet. Tenminste, ik niet. Je ziet hem wel liggen.” Ik hoop dus heel erg dat je niet alleen als mens maar ook als medium hierover dingen mag zeggen, dat zou natuurlijk prachtig zijn..

”Uiteraard, uiteraard. Maar er was ook nog een andere graancirkel, was dat Zoelmond geloof ik?” Ja, daar zijn mijn vriend en ik toen ook geweest. ”Daar kreeg ik door van: Er komt er nog één. Die is nog niet geweest. Dat kreeg ik wel heel duidelijk te voelen: er komt er nog één. Want ik zag ineens spontaan, in een flits, in een soort helderziende waarneming, dat daar vijf lichten uit kwamen. Iets wat geland was en wat weer opgestegen was, met vijf lichten, en ik kreeg ook ineens van: Had iemand anders ook gezien. Dat waren twee personen die dat hadden gezien. En die ene vrouw die was met een dieet bezig of zo. Toen ging die journalist met mij langs al die huizen om te vragen, maar we kwamen er niet achter. En toen is het in de krant verschenen, en meldde zich inderdaad een vrouw, die was inderdaad net met een dieet begonnen, en die had het gezien ‘s avonds op haar balkon dacht ik of uit het raam en toen kwam haar zoon gauw die wilde dus een fototoestel pakken en toen was het weg.” En was het dan echt een UFO of een ruimteschip? ”Ja, zoiets was het, ja.” Of was het iets ontastbaars? ”Nee, het was echt een soort UFO, ja. En dat was dan op dat moment ook gebeurd, daar was die graancirkel van. Maar toen er een andere keer ook weer een graancirkel was geconstateerd, belden ze me op: Goh, Jomanda , je zei dat er toch nog eentje kwam, wil jij met ons meegaan want er is er nu weer een in Zoelmond. Ik zei: Nou, dat wil ik graag zien. En toen voelde ik: Dit is nagemaakt, dit is gewoon door mensenhanden gedaan. Wel knap maar het kon niet, het was niet zo precies. Dat gaat niet. Dat kun je niet namaken. En toen was een boer eigenlijk heel boos dat het daar lag, en die zei van: Ja dat ligt hier op dat land en dan kom jij daar ook nog bij dus die was bang dat daar één en al sensatie van gemaakt werd, er was ook zo’n politiekorps en iedereen, maar die kwam achteraf gewoon naar mij kijken, dat was wel grappig. Maar toen zei ik tegen die man: Nou, wees niet bang, want dit is nagemaakt. Toen zei hij: Nou ben ik je erg dankbaar, dat je dat zegt terwijl je hier bent. Dan is het tenminste ook afgelopen en krijg ik ook geen kijkers meer. Ik zei: Nee, dit is gewoon nagemaakt, echt mensenwerk, dus hier is gewoon niets aan de hand. Maar die tweede is er nog niet, die ik toen eigenlijk doorkreeg.” Nou, misschien komt die nog. ”Ja, of het is bedoeld van ‘die tweede komt’, dat die niet klopte, weet je, dat kan ook nog. Maar dat weet ik dus nu niet.” Is er een bepaalde betekenis/bedoeling dat graancirkels in voedselgewassen verschijnen? ”Ik denk dat het niet anders kan. Ik denk dat zij van boven uit dan, dus zij die dat maken, ook iets zoeken om het in te kunnen doen. Ik denk dat het in zand niet gaat, ik denk dat het gewoon hetgeen is dat lichtgevoelig is want kijk, iets wat waait, dat, ja, ...op de één

37


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:05

Pagina 4

The Awesome Life Force Joseph H. Cater Back in Print!! The greatest mysteries known to man are resolved for the first time in human history and so clearly explained in simple language that the understanding of them is placed within the reach of the intelligent layman. 403 pages. Paperback. ƒ 59,90 * € 27,90. Code: TALF (Bedragen zijn excl. verzend kosten.)

Te bestellen bij Frontier Sciences Foundation, Postbus 372, 8250 AJ Dronten, tel: 0321-380558, fax: 0228-312081, E-mail: info@fsf.nl of (België) Dendermondse Steenweg 56, 9100 Sint-Niklaas, E-mail: dsine@globalnet.co.uk

Collected Articles and Lectures Volume 1 & 2 Nikola Tesla In the last twenty years the interest in Nikola Tesla grew more and more, and at the same time the number of publications increased. But even today Tesla's fame stands diametrically to his outstanding contributions for the advantage of mankind. This compilation contains for the first time the complete lectures and articles plus his unpublished description of his so called `death rays´. This first volume covers practically Tesla's work of the nineties. With this researches Tesla laid the foundation for countless inventions based on the principles he discovered. Perhaps sometimes he will be more famous than Einstein and Edison. Volume 1: 465 Pages. Paperback. ƒ 89,-. Code: CAL1 Volume 2: 402 Pages. Paperback. ƒ 99,-. Code: CAL2 (Bedragen zijn excl. verzend kosten.)

Te bestellen bij Frontier Sciences Foundation, Postbus 372, 8250 AJ Dronten, tel: 0321-380558, fax: 0228-312081, E-mail: info@fsf.nl of (België) Dendermondse Steenweg 56, 9100 Sint-Niklaas, E-mail: dsine@globalnet.co.uk

Nulpunt energie Nulpunt-energie of zero point energy (ZPE), houdt veel onderzoekers en uitvinders bezig. Wil wil er geen schone en goedkope energie? Ruim 100 jaar geleden was Tesla er al mee bezig, echter economische belangen hebben er voor gezorgd, dat we tot op heden afhankelijk zijn geworden van hoofdzakelijk fossiele brandstoffen. Het zal nu niet lang meer duren, dat nieuwe schone energie vormen toegepast gaan worden. Er zijn hoopvolle ontwikkelingen gaande. Economische belangen spelen ook nu weer een heel grote rol. Naar de mening van velen, wordt er nog te weinig onderzoek gedaan naar nulpunt-energie. Energie, die uit een andere dimensie (4D?) komt. Dat hij bestaat is vooral duidelijk aangetoond in de therapeuten wereld. We zien hier al veel toepassingen van nulpuntenergie, met prima resultaten. Vaak wetenschappelijk nog niet te verklaren, maar het werkt en dat telt. Overtuigd van de mogelijkheden, is ook in Nederland een groep onderzoekers bezig, kennis en ervaringen door middel van een nieuwsgroep bekend maken. Af en toe houden zij een bijeenkomst. De nieuwsgroep is: nulpunt-energie@yahoogroups.com Door deze groep is een website opgezet, om te zorgen voor een verzamelpunt van kennisverspreiding en bewustwording. Website: http://www.nulpuntEnergie.net , informatie: info@nulpuntEnergie.net Sluit U aan bij de nieuwsgroep, denk en werk mee, doe iets aan de milieu problemen en profiteer van nieuwe inzichten. Contactpersoon is Frank Bonte.

Wizard, the Life and Times of Nikola Tesla Biography of a Genius Marc J. Seifer Nikola Tesla (1856-1943), credited as the inspiration for radio, robots, and even radar, has been called the patron saint of modern electricity. Based on original material and previously unavailable documents, this acclaimed book is the definitive biography of the man considered by many to be the founding father of modern electrical technology. Among Tesla's creations were the channeling of alternating current, fluorescent and neon lighting, wireless telegraphy, and the giant turbines that harnessed the power of Niagara Falls. The book is illustrated with sixteen pages of photographs, including the July 20, 1931, Time magazine cover for an issue celebrating the inventors career. 544 Pages. Paperback. ƒ 55,90 * € 25,90. Code: WIZA (Bedragen zijn excl. verzend kosten.)

Te bestellen bij Frontier Sciences Foundation, Postbus 372, 8250 AJ Dronten, tel: 0321-380558, fax: 0228-312081, E-mail: info@fsf.nl of (België) Dendermondse Steenweg 56, 9100 Sint-Niklaas, E-mail: dsine@globalnet.co.uk

4


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:06

Pagina cov3


fr0704_2009.qxd

09-06-2009

22:06

Pagina cov4

Wat zijn graancirkels? Zij verschijnen, mondiaal, al eeuwenlang in vele soorten gewassen. Graancirkels zijn fysiek: ze liggen maandenlang in de velden en laten zich gemakkelijk onderzoeken. De verschijnselen en onderzoeksresultaten zijn zeer opmerkelijk: wijzigingen in de planten op celniveau, vreemde stoffen die niet op aarde in de vrije natuur voorkomen, dode vliegen, vreemde lichten en geluiden, niet-functionerende camera’s en zaktelefoons.

Graancirkels Janet M. Ossebaard

In ruim 100 pagina’s en ondersteund door 275 kleurenfoto’s en diagrammen krijgt u een complete presentatie van het graancirkelfenomeen, waarvan met recht kan worden gezegd dat het tot de meest complexe en intrigerendste mysteries van onze tijd behoort. ƒ 15,- of € 6,81 of BFR 275 Verzendkosten per zending: ƒ 5,- of € 2,30 of BFR 100

Te bestellen bij FSF, Postbus 372, 8250 AJ Dronten, Tel 0321-380558, Fax 0228-312081, E-mail: info@fsf.nl of (België) Dendermondse Steenweg 56, 9100 Sint-Niklaas, E-mail: dsine@globalnet.co.uk


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.