09-06-2009
22:47
Pagina cov1
januari/februari 2002 jaargang 8 nr. 1 Nederland € 3,61 België € 4,50
Anti-zwaartekracht Anti-zwaartekracht De De geheime geheime toepassing toepassing van de Amerikaanse van de Amerikaanse overheid overheid
Ark Ark des des Verbonds Verbonds Verborgen Verborgen Tempeliers Tempeliers de Ark in de de Ark in de Franse Franse Provence? Provence?
De De Toetankhamon Toetankhamon leugen leugen
© Nelly Hegge-Scholtens
Heilige Graal
Vrije energie
Buitenaardsen
Atlantis
Graancirkels
UFO’s
fr0801_2009.qxd
Graf Graf reeds reeds tien tien jaar jaar vroeger vroeger ontdekt ontdekt en en geplunderd geplunderd
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:47
Pagina cov2
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:47
Pagina 1
Hoofdredactie: Filip Coppens Herman Hegge Redactie-medewerkers: Robert Boerman Niels Brummelman David Hatcher Childress John Clements Marianne Danhieux Sylvia Franyik Marjorie Hugens Henk Hut Frans Kamp Simon Langbroek Winfried Machielse
Inhoud 1 3 6 8 11 12 14 16 21 23 26 29 34 36 39
Redactioneel Amerikaanse overheid gebruikt anti-zwaartekracht In Focus Tekens des tijds: Engelse graancirkels in 2001 Eerste Frontier Symposium een groot succes Globescoop De Toetankhamon leugen Desinformatie bewijst echtheid graancirkelfenomeen New York: In de ban van het vreemde? Piramides bouwen: een nieuw perspectief De Verdon: bewaarplaats van de Ark des Verbonds? De Opmars van Big Brother Geheime codering op nieuwe Eurobiljetten? Anglesey: het eiland der druïden Alexandria
Gerald O’Farrell beweert dat het graf van Toetankhamon reeds tien jaar voor de officiele opening geplunderd werd door Carter en Carnavon.
Hans Overbeek Hans Pluut Ger Rombouts Karen Thissen Marc Vredeveldt Lay-out: D-Sine & PDB Druk: Printovit Distributeur: Betapress Abonnementen: Tel. 0321-380558 Het abonnement wordt stilzwijgend verlengd, tenzij het schriftelijk wordt opgezegd uiterlijk één maand voor het aflopen van het abonnement. Advertenties: Tel. 024-3445936 Redactie Frontier Magazine: Postbus 372, 8250 AJ Dronten, Nederland, Tel. 0321-380558 Fax 0228-312081 E-mail: info@fsf.nl Verantwoordelijke uitgever: Postbus 372, 8250 AJ Dronten, Nederland, Tel. 0321-380558
Redactioneel Op 10 november jl. heeft onder enorme belangstelling het eerste Frontier Symposium plaats gevonden. Naast de boeiende lezingen van een zevental sprekers werd de Frontier Award uitgereikt aan Eltjo Haselhoff, in veler ogen een terechte winnaar. Een verslag van het Symposium treft u in dit nummer van Frontier Magazine aan. Met het Frontier Symposium sluiten we symbolisch de eerste zeven jaar van Frontier Sciences Foundation af. De komende zeven jaar hopen we nog actiever te kunnen zijn op het gebied van de grenswetenschappen. Het uitgeven van boeken onder de naam Frontier Publishing is zo’n eerste stap. Daarnaast zal het Frontier Symposium op veler verzoek de komende jaren gecontinueerd worden. Zoals in het artikel over de Engelse graancirkels is vermeld, wordt er op dit moment hard gewerkt aan een speelfilm over graancirkels met Mel Gibson in de hoofdrol. Dit zal het fenomeen graancirkels, dat tot nu toe door de reguliere pers als lachwekkend wordt bestempeld, in een serieuzer daglicht plaatsen. In dit nummer geven Janet Ossebaard en Bert Janssen weer hoe zij met name het afgelopen jaar tegengewerkt zijn in hun graancirkel-onderzoek. Een bewijs te meer dat bepaalde krachten er geen belang bij hebben dat goed onderbouwde informatie naar buiten gebracht wordt. Daarmee wordt indirect aangegeven dat we met een serieus fenomeen te maken hebben. Dat het programma "Big Brother" wereldwijd een succes is zal niemand zijn ontgaan. Dat we met z’n allen ook in een Big Brother-achtige maatschappij leven, ontgaat veel mensen echter wel. In een zeer informatief artikel in dit nummer van Frontier Magazine wordt uit de doeken gedaan in hoeverre Big Brother tot in ons eigen leven en maatschappij is doorgedrongen. De keus tussen acceptatie en het stellen van een grens is aan ons. Herman Hegge, hoofdredacteur
Fax 0228-312081 E-mail: info@fsf.nl http://www.fsf.nl ISSN 1569 - 7983
Op 17 februari 2002 vindt in Zaandam een vrije energie bijeenkomst plaats. Inlichtingen: Frank Bonte: 075-6176660 www.nulpuntenergie.net/bijeenkomsten
1
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:47
Pagina 3
Amerikaanse vliegtuigen gebruiken anti-zwaartekracht. Zo luidt de conclusie van het onderzoek van de Britse journalist Nick Cook, verbonden aan het gezaghebbende tijdschrift Jane’s Defence Weekly. Nick Cook is specialist op het gebied van nieuwe technologieën die door de Amerikaanse vliegtuigmakers gebruikt worden.
Amerikaanse overheid gebruikt anti-zwaartekracht
Anti-zwaartekracht, het Philadelphia experiment, UFO’s en Area 51. Het zijn zaken die door elke serieuze wetenschappers doodgezwegen worden. Ze kunnen namelijk het einde betekenen van een carrière. Dat was ook de reden waarom Cook jarenlang zijn onderzoek in het geheim verrichtte. Slechts een aantal mensen wisten ondertussen wat hem werkelijk bezielde: de vraag of sommige toestellen van de Amerikaanse overheid inderdaad een bepaalde technologie gebruikten die de zwaartekracht manipuleerden. Droom of… Aanleiding voor Cook’s onderzoek was een artikel uit 1956, waarin een aantal leidinggevende maatschappijen, waaronder Glenn L. Martin Aircraft Company, Bell Aircraft, Lear, enz. spraken over de vraag hoe in de nabije toekomst een anti-zwaartekrachtstoestel gebouwd zou kunnen worden. Cook vond eveneens inspiratie in een brief uit 1947, de zogenaamde Twining-memo. Deze memo is vermaard in UFO-kringen, aangezien UFO’s er uitgebreid in besproken worden. Twee hooggeplaatste militairen lieten in deze interne memo blijken niets af te weten van buitenaardse toestellen. De brief is van belang, omdat aangenomen mag worden dat indien er bij Roswell enige maanden daarvoor inderdaad een buitenaards toestel neerstortte, zoals de legende verhaalt, deze twee militairen daarvan zeker afgeweten moeten hebben. Hoe dan ook, in de memo wordt gesproken over de mogelijkheid dat de Amerikaanse luchtmacht op relatief korte termijn over een voor die tijd superieur vliegtuig zou kunnen beschikken. Is er een verbintenis met het artikel uit 1956? Het antwoord lijkt bevestigend te zijn. Maar na het artikel kwam er nooit enig vervolg op. Was dit een teken dat het hele initiatief een grote, niet in werkelijkheid om te zetten, droom was? Of was het eerder zo dat iedereen het zwijgen was opgelegd en dat het project in het uiterste geheim werd voortgezet? Was dit soms de verklaring voor een aantal mysterieuze vliegende objecten, waaronder de driehoek die in België in1989 waargenomen werd? Een "driehoek" die door velen aanzien werd voor een UFO, omdat het geluidloos was. Juist deze eigenschap toonde volgens de UFO-onderzoekers aan dat het niet om menselijke technologie kon gaan. Maar Cook meende dat indien de Amerikaanse overheid toch de wetten van de zwaartekracht had kunnen doorbreken, het resultaat inderdaad een stil toestel zou zijn, waarbij het in snelle, korte, vreemde bewegingen zich kon voortbewegen, alsook boven een bepaalde plek kon zweven. Precies die eigenschappen welke de Belgische driehoek vertoonde. De Duitse connectie Zwaartekracht is verbonden met tijd en ruimte, en het doorbreken van beide leidt tot reizen in de tijd. De principes van de zwaartekracht zijn echter niet volledig verklaard en ze vormen een intrigerend principe, dat o.a. door Albert Einstein sterk beïnvloed werd aan het begin van de twintigste eeuw. Maar, zo stelt Cook, er is
Filip Coppens
theorie… en er is "de Natuur", de realiteit. En er is bovendien een verschil tussen onze pogingen om de wetten van de Natuur te achterhalen en de handelingen van de natuur zelf. En met name in recente jaren zijn er door amateurs machines gemaakt waarbij de zwaartekracht inderdaad opgeheven wordt. Twee minder bekende voorbeelden zijn John Hutchison en Evgeny Podletnov, personen die er recent in geslaagd zijn om toestellen te bouwen die in feite anti-zwaartekracht genereerden, ook al noemden ze die zelf anders. Hutchison slaagde er in om verschillende metalen met elkaar te laten smelten, alsook om voorwerpen door kamers heen te laten drijven, het zogenaamde ‘Hutchison-effect’. Podletnov achterhaalde een methode om tot anti-zwaartekracht te komen via documenten die zijn vader gekregen had van de Russische overheid. De Russen kregen de documenten op hun beurt tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog via Nazi Duitsland in bezit. Maar Cooks aandacht ging met name uit naar Viktor Schauberger. Die Oostenrijker werd door de Duitse regering in de Tweede Wereldoorlog gevraagd of gedwongen hen te helpen met machines die de zwaartekracht ophieven. Cook achterhaalde dat na de Tweede Wereldoorlog Schauberger diepgaand door de Amerikaanse regering ondervraagd werd. In de jaren vijftig werd hij benaderd door een Amerikaanse firma die, met de steun van de Amerikaanse regering, Schauberger vroeg om hen te helpen met de bouw van dergelijke machines. Cook ontdekte eveneens dat Schauberger geen uitzondering was. Verschillende Duitse onderzoekers, werkzaam voor de SS, hadden opdrachten om lasers te ontwikkelen die vliegtuigen konden uitschakelen en om anti-zwaartekracht machines te fabriceren. Officieel bestonden dergelijke experimenten niet, maar Cook vond aanwijzingen in de archieven van de Amerikaanse regering dat zij de betrokken personen ondervraagd hadden. Uiteindelijk bleek dat het hele concept van de "zwarte budgetten" en het testen van nieuwe technologieën zoals de U2 in het geheim op basissen zoals Area 51, in Nazi Duitsland ontstaan was. Het idee werd, samen met de wetenschappers, naar Amerika overgehaald en daar voortgezet, in het diepste geheim. Cook meent eveneens dat de Amerikanen precies wisten dat de
3
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:47
Pagina 4
Dit onder andere omdat de betrokkenen nooit gedreven werden om de kennis aan het Oostblok te geven aangezien de technologie zou kunnen leiden tot een volledige vernietiging van de aarde. Spiegelpaleis Cook is het met sceptici eens die stellen dat het Philadelphia Experiment nooit in werkelijkheid plaatsvond. Volgens hem is het een geval van desinformatie: belangrijke informatie wordt verpakt in een gebeurtenis die nooit plaatsgreep, waardoor de juiste informatie, in dit geval betrekking hebbende op tijdreizen en antizwaartekracht, eveneens ongeloofwaardig wordt. Misschien moet nog een stap verder worden gegaan: wordt de mythe van het Philadelphia Experiment zorgvuldig gevoed door "verklaringen" van bepaalde personen die beweren dat het allemaal waar is, gewoon om mensen op een dwaalspoor te brengen – en het geheim van de Amerikaanse overheid te bewaren, het te omhullen zoals een nucleaire reactor, niet met cement, maar door een muur van leugens? Volgens Cook is het eveneens duidelijk dat UFO’s vaak niets meer of minder zijn dan uiterst geheime toestellen. Die toestellen zijn inderdaad veel sneller dan elk toestel dat wij kennen, bewegen zich in onmogelijke hoeken en stralen een soort elektromagnetisch veld uit dat zorgt voor de vreemde verlichting van het voorwerp en voor de hoofdpijn en het mogelijke geheugenverlies van de eventuele getuigen. En terwijl velen de vraag stellen of de Amerikanen een buitenaards toestel aantroffen en het opnieuw vliegklaar maakten, stelt Cook dat er een veel eenvoudigere mogelijkheid is: de Amerikaanse "zwarte regering", die verantwoordelijk is voor de fabricage van nieuwe toestellen, slaagde er in om één van de "toevallige ontdekkingen" omtrent anti-zwaartekracht om te buigen in een motor die steeds, of althans heel vaak, uitvoerde wat er van gevraagd werd. Deze motor werd vervolgens ingebouwd in een toestel dat zodoende anti-zwaartekracht gebruikt als aandrijving. Diezelfde "zwarte regering" zorgde er ondertussen Podkletnov is een Russische vrije energie-onderzoeker die verbluffende resultaten heeft getoond. Cook achterhaalde hoe zijn werk teruggreep op documenten die de Russen op het eind van de tweede wereldoorlog uit Duitsland naar Rusland brachten.
Viktor Schauberger werkte tijdens de tweede wereldoorlog voor Nazi Duitsland aan de ontwikkeling van een antizwaartekrachtstoestel.
Duitsers met dergelijk onderzoek bezig waren. Vreemde vliegende ballen, de zogenaamde "foo fighters", werden tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog door de Geallieerden boven Duitsland waargenomen. Een aantal Amerikanen geloofden echter niet dat zij hier te maken hadden met UFO’s, maar met nieuwe technologie. Deze nieuwe technologie zou door de Duitsers ontwikkeld zijn, en nu bestemd – tenzij het in de handen van de Russen viel – voor Amerika, waar de betrokken wetenschappers een nieuwe thuis zouden vinden. Net zoals de atoombom, werd dit project omgeven met het grootste geheim. Maar in tegenstelling tot de atoombom, bleef het geheim van de anti-zwaartekracht bewaard.
4
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:47
Pagina 10
Binaire code in graancirkel Linda Moulton Howe Een verhaal apart vormen natuurlijk nog de twee afbeeldingen die geëtst werden in het veld rond de Chilbolton sterrenwacht in Hampshire. Dit radiotelescoopcomplex en het omliggende land zijn afgesloten voor het publiek middels prikkeldraadomheiningen. Toch verscheen daar in 2000 al een van de grootste formaties qua oppervlak. Op 14 augustus 2001 verscheen het omkaderde portret van een gezicht, op 20 augustus gevolgd door het inmiddels alom bekende "binaire code bericht". Bij het zien van de eerste luchtfoto werd onmiddellijk de gelijkenis herkend met de digitale transmissie, verzonden door de Arecibo radiotelescoop in Puerto Rico in 1974. Deze Arecibo-transmissie was destijds bedacht door astronomen van de Cornell Universiteit in de Verenigde Staten, waaronder de befaamde astronoom Carl Sagan. Kleine doch saillante verschillen tussen de Arrecibo-grafiek en de Chilbolton formatie doen suggereren dat deze laatste misschien een retourboodschap is op de transmissie van 1974. Meer informatie over Linda Moulton Howe is te vinden op de volgende website: www.earthfiles.com
New Frontier De nieuwste catalogus van Frontier Sciences Foundation is er ! Honderden nieuwe boeken en video’s, allemaal met cover en inhoud gepresenteerd, zodat gemakkelijk en precies de keuze gemaakt kan worden welke boeken u interesseren… en uw hersenen in de komende weken en maanden zullen voeden met nieuwe informatie. Informeer bij: Frontier Sciences Foundation, Postbus 372, 8250 AJ Dronten Tel: 0321-380558, fax: 0228-312081, E-mail: info@fsf.nl Bestellen kan binnenkort opnieuw via het Internet: http://www.fsf.nl
Disclosure Steven Greer Military & Government Witnesses Reveal The Greatest Secrets Of Modern History 573 pagina’s. Euro 31,90 + Euro 4,50 verz. kosten Te bestellen bij: Frontier Sciences Foundation, Postbus 372, 8250 AJ Dronten Tel: 0321-380558, fax: 0228-312081, E-mail: info@fsf.nl Belgie: Dendermondse Steenweg 56, 9100 Sint-Niklaas, E-mail: dsine@btinternet.com
re osu t l c Dis o j e c Pr
Frontier open volgens afspraak We krijgen regelmatig het verzoek of het mogelijk is de boekenvoorraad van Frontier Sciences Foundation, die in de catalogus te koop aangeboden worden, te bekijken, om zo een betere keus te kunnen maken. Wij willen u graag die mogelijkheid aanbieden. Hiervoor kunt u contact opnemen met Frontier Sciences Foundation, tel: 0228-324076 De opslagplaats is gevestigd in Enkhuizen.
10
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:47
Pagina 2
09-06-2009
22:48
Pagina 16
Bert Janssen en Janet Ossebaard onderzoeken sinds 1994 het graancirkel fenomeen. In navolging op hun eerder verschenen videodocumentaires "Crop Circles, What On Earth Is Going On?" en "Crop Circles, The Research", verscheen in de zomer van 2001 hun meest recente productie onder de titel "Contact". Plots brak voor Janssen en Ossebaard de hel los. Een lastercampagne waarover zij tot dan toe alleen hadden gelezen, werd over hen heen gestort…
Desinformatie campagne bewijst echtheid graancirkel fenomeen
Het begon allemaal heel onschuldig in de lente van 2000. Janet was al vroeg in Engeland dat jaar en bezocht begin juni Silbury Hill. Onmiddellijk werd haar oog getroffen door een groot metalen hek bovenop de heuvel. Bij navraag bleek dat op 29 mei plotseling een diep gat was ontdekt bovenop Silbury Hill. Volgens de officiële lezing betrof het een ingestorte oude archeologische schacht uit de achttiende eeuw. De archeologen hadden destijds hun schacht na afloop van hun schatzoeken niet volledig opgevuld, maar slechts gedeeltelijk. Zij hadden vervolgens een ‘kurk’ in de top aangebracht van aarde, steunend op houten balken, waarna het leek of alles in de oude staat was hersteld. Na ruim twee eeuwen waren de houten balken weggerot en stortte de kurk naar beneden, waardoor een diep, gapend gat ontstond van zo’n elf meter diep. (Voor meer achtergrondinformatie verwijzen wij naar het maart/april 2001 nummer van Frontier Magazine.)
© Janet Ossebaard
fr0801_2009.qxd
Boven: Twee groepen hoaxers: Matthew Williams (meest rechts) en Paul Damon (meest links) en 2 van de 3 leden van Team Satan: Will Russell (2e van links) en Rod Dickinson (2e van rechts) Onder: Pete Glastonbury
Gezien het feit dat, eerder dat jaar, een betrouwbare autochtoon een melding had gedaan van een enorme UFO boven Silbury Hill, en gezien het feit dat meerdere mensen (waaronder Janet zelf) vreemde lichten boven en rondom de heuvel hadden waargenomen, besloten zij en Bert een korte videodocumentaire te maken over de ontwikkelingen rondom het gat in Silbury Hill. Het werd een productie van vijftien minuten, gemaakt om geïnteresseerden op de hoogte te brengen van de vreemde gang van zaken rondom de heuvel en de opmerkelijke houding van de officiële instantie English Heritage hierin. De video vertoont beelden van het gat, zowel op foto alsook op
© Bert Janssen
© Janet Ossebaard
Bert Janssen
Metta Johanson
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 17
Bert: "Toen we doorvroegen wat er verder op hun videobeelden te zien was, werd ze ongemakkelijk en antwoordde ze uiteindelijk dat er wel sporen te zien waren van een kleine inkeping in de neerwaartse tunnel, maar dat dit waarschijnlijk een "werkplatform’ was geweest voor de mijnwerkers die de tunnel groeven, om daarvandaan het ophijsen van de emmers met kalk uit de heuvel te begeleiden. Natuurlijk wist English Heritage heel goed dat dit onzin was. Geen enkel werkplatform is twee meter hoog, vele meters lang en loopt af naar beneden onder een hoek van 45 graden!"
Matthew Williams video. Dit laatste kon in de video opgenomen worden dankzij twee mannen die met videocamera in het gat afdaalden en unieke beelden maakten van de binnenkant van Silbury. Op deze uitzonderlijke beelden is onder meer de structuur van de heuvel duidelijk te zien, evenals de aanwezigheid van een onbekende zijtunnel die onder een hoek van 45 graden naar beneden liep en waarin de mannen rechtop konden staan. Janet en Bert kregen de unieke videobeelden in hun bezit en verwerkten ze in hun productie. Verder toont de video sporen van deels ingestorte geheime kamers in de heuvel, en toont het bovendien mysterieuze lichten in de heuvel. Op één opname staan maar liefst ruim twintig, prachtig gekleurde lichten. Tijdens een tweede bezoek aan de heuvel in december van datzelfde jaar ontdekten zij dat het gat zo’n vijf keer zo breed was geworden. Erosie op deze schaal leek hen uitgesloten, maar English Heritage gaf nul op request. Men bleek nergens vanaf te weten, bovendien ontkende men het bestaan van de (voor archeologen onbekende) zijtunnel. Dit wekte wantrouwen op bij de Nederlandse onderzoekers, hetgeen hen sterkte in het idee om al hun bevindingen op film te zetten. De uiteindelijke documentaire, onder de naam "The Silbury Hole Enigma", bevat naast eerder genoemde zaken bovendien een interview met de woordvoerster van English Heritage, een interview met de UFO-getuige, opnamen van de tweede en derde fase van de instorting, waarbij het gat steeds andere dimensies aannam, opnamen van een spontaan doorgebrande mobiele telefoon, en een duidelijke link naar (en mooie beelden van) de graancirkels die elk jaar rondom Silbury Hill verschijnen. Janet: "Je kunt je onze verbouwereerdheid voorstellen toen we de beelden van de geheime kamers in Silbury zagen. Daar bovenop kwamen nog eens onze eigen opnamen van de lichtballen plus natuurlijk het – overigens zeer betrouwbare – verhaal – van de UFO: een enorm lichtschip. Maar ons interview met de woordvoerster van English Heritage sloeg werkelijk alles… Zij verklaarde keihard voor onze camera dat de zijtunnel en de geheime kamers niet bestonden! Ze vertelde dat medewerkers van English Heritage naar beneden waren afgedaald met een videocamera en dat er niets te zien was van kamers of tunnels. Natuurlijk wist ze op dat moment niet dat wij eveneens videobeelden in ons bezit hadden.
Bert: "We waren nog maar net terug in Nederland (eind augustus 2001) toen we ineens een vreemde e-mail ontvingen. We werden door een ‘zoekmachine’ bedankt voor het aanmelden van een nieuwe site. Vreemd genoeg hadden we helemaal geen site aangemeld, dus klikte ik op de aanmelding en tot mijn verbazing kwam ik terecht op een site die volledig aan Janet en mij was gewijd! Het was gebouwd rondom een artikel over onze Silbury Hill bevindingen die wij op de site van de Crop Circle Connector hadden gepubliceerd. Ons eigen artikel dus, met onze eigen foto’s en foto’s van Janet en mij genomen door Eltjo Haselhoff. Oftewel: zowel ons materiaal als dat van Eltjo was van het net gestolen en op deze vreemde site gezet. Daarbinnen werden wij volledig belachelijk gemaakt. Er was allemaal foutieve informatie aan toegevoegd, van verdraaiingen van de waarheid tot keiharde leugens." Janet: "Zo werd gesteld dat wij zelf in het gat waren afgedaald, waarbij we de heuvel vreselijk hadden beschadigd. De hele verdere erosie kwam door ons, zo werd gesteld! We werden afgeschilderd als zware criminelen, die opzettelijk naar Engeland kwamen om oude Engelse monumenten af te breken. Een belachelijke beschuldiging; we zijn het gat nooit afgedaald hetgeen op de video ook duidelijk te zien is. We zijn juist uitermate voorzichtig in ons werk, zeker als het oude monumenten betreft!" Maar de makers van de laster-site gingen grondig te werk. Zij stuurden hun ‘bevindingen’ tevens naar de BBC, die het vervolgens zonder hoor en wederhoor overnam en op de voorpagina van de BBC-website plaatste. Op een verontwaardigde reactie van Janet en Bert en hun eis tot rectificatie reageerde de BBC niet. Vervolgens namen andere kranten (in binnen- en buitenland) de gegevens van de BBC over, met de veronderstelling dat BBC-inforDoug Bower
© Bert Janssen
© Janet Ossebaard
Op zich was dit alles weliswaar vreemd en verdacht, maar wat had dit nu met laster te maken?
17
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 23
Er is al veel geschreven over de manier en de bedoeling van de bouw van de piramiden van Gizeh, beginnend met de grote piramide van Cheops. Traditionele egyptologen stelden dat hij werd gebouwd gedurende de 23-jarige regering van farao Cheops. Daarbij gebruikmakend van honderdduizenden slaven, harde kalksteen uit verre groeven, grote sloepen voor het transport naar Gizeh, koperen werktuigen om steenblokken te hakken en de hellingen op te slepen om op hun plaats te zetten. Maar ging het wel zo in zijn werk? De Romeinen maakten al gebruik van de zogenaamde "hydraulische kalk", ook wel "Romeins cement" genoemd: een erfenis van de Oude Egyptenaren? Dr. Josef Davidovits deed een interessante ontdekking.
Piramides bouwen: een nieuw perspectief
Het beeld van honderden zwoegende en onder de last van de gigantische piramidestenen bijkans bezwijkende Egyptische slaven, vormde de basis voor talrijke boeken en Hollywoodlegenden. Er is echter een klein probleem: het model faalt bij nadere beschouwing. Dat falen heeft geleid tot nog meer boeken, gevuld met speculaties over buitenaards ingrijpen, verdwenen beschavingen en verloren gegane technologieën. Er was een verborgen technologie, verscholen in hiërogliefen en dubbelzinnig vastgelegd door Herodotus en Plinius. Het werd pas weer bekend toen het principe werd herontdekt in de twintigste eeuw. Het is geen technologie van mijnbouw, transport of het uithakken van steen. Het is een technologie van de materie die aanwezig materiaal gebruikt om cement te maken, zo sterk en hard als steen, dat zich (ver)bindt met natuursteen. Het vormt een mengsel dat als een smurrie gegoten of als klei gemodelleerd kan worden, en hard wordt als beton met het voorkomen en sterkte van natuursteen. De grote piramide van Cheops Genoemd naar de farao die het bevel gaf tot de bouw ervan, was de piramide van Cheops oorspronkelijk een geschatte 146m. hoog, met een basis van 230 meter per zijde en omvat dertien hectare. De deksteen en enkele treden ontbreken, wat de huidige hoogte tot 137 meter vermindert. Een geschatte 2,3 miljoen blokken kalksteen, in zo`n tweehonderd treden, vormen de kern van Cheops. Het gemiddelde gewicht is 2,5 ton maar vele hoger gelegen treden wegen meer dan tien ton. De blokken variëren van 0,66 tot 1,23 meter hoog, in gegradeerde lengten. Binnenin, boven de koningskamer, bevinden zich granieten balken, zo`n negen meter lang. De kern werd in oude tijden bedekt met 115000 dekstenen van goede kalksteen, die afgaand op de nog aanwezige tot vijftien ton wegen, rustend op elke trede en aansluitend op het profiel van die erachter. De buitenkant vloeide samen, zodat een bijna vlak mozaïek op de vier zijden gevormd werd. De dekstenen sluiten zo nauw op elkaar aan dat er geen papiertje tussen gestoken kan worden.
geven voor de aanvoer en verplaatsing van de 2,3 miljoen blokken die de kern van de piramide van Cheops vormen, een tempo van ongeveer een per twee minuten. Neem het middelpunt, met de helft van de stenen gelegd, dat wordt bereikt bij de 48e trede. Sir Flinders Petrie schatte dat een ‘gemiddelde’ steen 2,5 ton woog en 125 bij 125 bij 60 centimeter mat maar sommige zijn veel groter. Trede 48 is ongeveer 218 meter per zijde, waarbij een totale oppervlakte van 139.000 vierkante meter verkregen wordt. Op deze trede kunnen 24500 van Petrie’s ‘gemiddelde’ stenen worden geplaatst, met een tempo van een per twee minuten zijn 82 werkdagen van tien uur nodig om de trede te vullen. Een speciale manier van samenstellen is nodig om in de binnenste ruimten diagonale schachten te creëren, die Cheops doorsnijden. Met de mogelijkheden, de stenenproductiecapaciteit en het verplaatsen moeten we de een per minuut of minder benaderen, jarenlang volgehouden. In termen van totale mass’`s, komt dit in de buurt van 2500 tot 5000 pond per minuut of meer. Het is deze massaproductie die de traditionele ideeën te niet doen, en het boven genoemde feit dat de dekstenen zo nauw aansluiten dat er geen kaartje tussen gestoken kan worden. Wetenschappers die de logistiek en mechanica van de traditionele bouwwijze bestuderen vinden fatale fouten: koperen werktuigen, de enigen die we kennen, kunnen niet de harde kalksteen van de hellingen van de piramide van Cheops bewerkt hebben en die hellingen zouden van harde dekconstructie moeten zijn om het gewicht van de blokken te kunnen dragen. Een rechte helling zou een grotere bouwprestatie zijn dan de piramide van Cheops zelf en er is geen spoor van over. Een spiraalhelling heeft bochten die moeilijk te nemen zijn met de gebruikte lange stenen. Spiraalhellingen bedekken meetkundige punten die nodig zijn om de buitenkant van de dekstenen te vormen Er zijn verblijfplaatsen voor slechts een paar duizend arbeiders gevonden. Chemische analyse van de
De Grote Piramide te Gizeh. Werden de stenen gekapt? Of ter plaatse gemaakt?
Om een voorstelling te maken van de praktijk van deze werkzaamheden: 365 dagen per jaar met werkdagen van tien uur
Mike Carrell
23
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 24
daarentegen werden in steen afgebeeld. De Egyptenaren waren meesters in de productie van glas, juwelen en nagemaakte edelstenen. Dat werk gaf hen kennis over een verscheidenheid aan mineralen, hun oorsprong en eigenschappen. Een mogelijk pad begint bij het maken van brood. Zowel graan als vuur en water zijn bij het bereiden (bakken/rijzen) noodzakelijk. As van sommige planten die als brandstof dienden, is rijk aan ongebluste kalk (calcium oxide). Een alledaags mineraal, natron, werd voor het toebereiden gebruikt; het bevat natrium carbonaat, natrium sulfaat en natrium chloride (keukenzout). Toevallig mengen van water met natron en plantaardig as, zal natrium hydroxide (een ‘zoutzure soda’) vormen.
De piramide van Zosjer, het werk van Imhotep, was de eerste piramide die in Egypte vervaardigd was. Het was de start van een enigmatische periode in de Egyptische geschiedenis. dekstenen komt niet overeen met die uit bekende harde kalksteengroeven. De bereiding van kalksteencement De puzzel wordt opgelost door het besef dat de harde kalksteenblokken van Cheops in feite kalksteencement zijn, gemaakt van een nabije in overvloed aanwezige zachte kalksteen die verbrokkelt in water. Met behulp van de aanwezige materialen werd ter plekke een soort verhardende kalksteen of beton gemaakt. Er was dus een sprake van geen lange-afstands vervoer. Het aangemaakte mengsel had de samenstelling van modder die in manden naar de werkplek vervoerd kon worden en werd gevormd door gebruik te maken van verschillende soorten bekisting, waarschijnlijk van hout. Er hoefden dus geen zware blokken en kolossale hellingensteigers naar boven gebracht te worden. Slechts een menselijke keten die manden, gevuld met de zachte substantie, naar boven brengt langs de zijden van de piramide tot aan de tot dan toe bereikte hoogte. Deze materiële technologie was inderdaad vergeten totdat ze door professor Josef Davidovits werd herontdekt, in de twintigste eeuw. Davidovits, een stoffenscheikundige, was op zoek naar vlambestendige materialen na een reeks van rampzalige clubbranden in Parijs tijdens de jaren zeventig. Hij ontdekte een familie van bouwstoffen die hij "geopolymeren" noemde. De chemische voorlopers naspeurend, realiseerde hij zich al gauw dat dezen in het dagelijks leven van de oude Egyptenaren aanwezig waren. Een paar ongelukken, nauwkeurige observatie en experimenten van zo`n 4600 jaar geleden, openden een deur naar ‘vloeibaar steen’. Steen was belangrijk voor de Oude Egyptenaren, aangezien de duurzaamheid ervan eeuwigheid veronderstelde. Beelden van mensen werden van vergankelijke klei gemaakt, godkoningen
24
Onder de mineralen die gebruikt werden bij het maken van juwelen, behoorden chrysocolla en turkoois. Chrysocolla bevat waterstofrijk silicium en lost op in natrium hydroxide, wat natrium silicaat (water glas) oplevert. Waterglas werd als een oplos- en bindmiddel gebruikt, tot in de twintigste eeuw. Er werden toen betere hechtmiddelen ontwikkeld. Turkooi lost ook op, wat waterstofrijk aluminium fosfaat oplevert. Bij elkaar werd er een vloeistof geproduceerd die uithardt. Met wat Nijlslib (fijn zand) werd een kleiachtig materiaal gemaakt dat gevormd kon worden op een pottenbakkerswiel, en dat binnen korte tijd in steen veranderde. Uitmuntend harde stenen vazen, potten en schalen werden geproduceerd die elke uitleg te boven gingen, tot in de twintigste eeuw. Er zijn vele duizenden van deze voorwerpen gevonden. We weten niet precies wat er is gebeurd, of wanneer. Wat belangrijk is, is dat de benodigde chemicaliën bij de oude Egyptenaren in dagelijks gebruik waren, dat ongelukken kunnen gebeuren met de nodige combinaties tot gevolg, en dat een oplettend waarnemer vreemde gebeurtenissen aan een systematisch onderzoek zal onderwerpen; dat is het wezen van de wetenschap, zowel voor de Ouden als voor ons. De chemische sleutel is een zich herhalende schakel van calciumsilicaten en -aluminaten. Een alkali (basis metaal), zoals kalium of natrium brengt een extra elektron met zich mee, wat kruisschakels mogelijk maakt die steenachtige eigenschappen oplevert. Technisch gesproken is het geen polymeer, wat schakels van lagere eenheden impliceert. Ten gunste van Davidovits, de herontdekker van deze technologie en die de term "geopolymeer" fraseerde voor de moderne toepassingsmethoden, zal ik de term geopolymeer gebruiken voor de van metselwerk vervaardigde complexen van de oude Egyptenaren. Dat geopolymeer in feite een soort steen is, verwant aan graniet en hard aluminium en silicium houdend gesteente, mag niet over het hoofd gezien worden. In chemische vorm bindt het met en hecht zich aan substanties. Critici die de term "beton" horen, denken al gauw aan Portland cement dat 25 procent uitmaakt van modern beton. Portland cement vormt, in de aanwezigheid van water, in elkaar grijpende kristallen. Deze kristallen omsluiten substanties maar verbinden zich er niet mee. Omdat geopolymeren zich wel verbinden is er weinig van nodig, dus het beton kan het uiterlijk en de belangrijkste eigenschappen van natuursteen hebben. Epoxieen (harsen) hebben vergelijkbare eigenschappen – ze zijn hechtend, opvullend, krimpen weinig – maar worden geen steen. Uitvinder Imhotep Imhotep is een van de legendarische figuren in de Egyptische
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 26
De Franse regio van de Verdon is het schouwspel van natuurlijk schoon, maar ook het kader van de overlevering van de Tempeliers… en andere geheime genootschappen, die als enig doel hadden een geheime speurtocht naar het geheim dat de Tempeliers na hun ontbinding aldaar bewaard hadden.
De Verdon: bewaarplaats van de Ark des Verbonds?
De Verdon is een zijrivier van de Durance. De rivier stroomt door een prachtig gebied, een bijzondere streek van de Haute Provence, met prachtige landschappen van een onbeschrijflijke wilde schoonheid, samengesteld uit meerdere geologische, waterbouwkundige en natuurlijke bezienswaardigheden. Deze natuurlijke streek is het onbe-twistbare paradijs van liefhebbers van onmetelijke ruimte, onwezenlijk zoals de "Grand Canyon", ongeëvenaard in Europa, met duizelingwekkende hoogten en laagten welke tot 700 meter boven de rivieren verdwijnen, soms onder de Danteske puinhopen zoals de "Pas de l’Imbut"... Alles in dat landschap is kracht, mysterie en grootheid. De Verdon kan werkelijk zijn rol van natuurlijk Provencaals pronkstuk waar maken. Dat is de geologie. Wat is het verband met de mens? Vanaf zijn oorsprong nam de mens deze rijkdommen onder zijn bescherming vanwege het voedsel voor mens en dier en onontbeerlijke grondstoffen voor de industrie. Voorhistorische overblijfselen werden gevonden in bijna alle gemeen-ten van de Verdon. In de Oudheid vestigden zich de Liguriërs op de Middellandse kuststreek en drongen tevens door tot het achterland. Tot ongeveer 600 jaar voor Christus overweldigden de Kelten Gallië en bezetten stilaan de sector om deze uiteindelijk af te staan aan de Romeinen. Deze landstreken appelleren op een bedenkelijke manier aan de onverschrokken hebzucht van de grootste aan de macht zijnde dynastieën in de Middellandse gebieden. Overgaand van Kronen tot Graafschappen heeft het Provencaalse land achtereenvolgens onder het gezag der Graven van Toulouse, van Barcelona en die van Anjou, die er zich totaal meester van maakten, gestaan. Wie waren de Graven van Anjou? Zij waren de eigenaars van de landen van de "de Beaufort" wier wapenschilden het zogenaamde Kruis van "Jerusalem" of d’Anjou verborgen hadden. Dit is het Kruis met een dubbele dwarslat, waarvan Koning René, vermeend grootmeester van het mysterieuze geheime genootschap, de Priorij van Sion, in de 15e eeuw het beroemde "Kruis van Lorreinen" maakte, een symbool dat Generaal Charles de Gaulle in 1940 aan het vrije Frankrijk gaf. René d’Anjou zou eveneens een beker in zijn bezit gehad hebben die door velen vergeleken is met de Graalbeker. De beker zou spreken over Maria Magdalena, en hoe er uit drinken het eeuwige leven of op zijn minst "eeuwige kennis" zou geven. De Beauforts hadden Graven die aangesloten waren bij de "Orde van de Tempel". Om alleen maar de belangrijkste te noemen: Foulques de Vijfde was Koning van Jeruzalem in 1134. Het staat vast dat de Graven een onschatbaar fortuin bezaten, samengesteld uit een monetaire schat en religieuze voorwerpen van een kolossale waarde. Deze fabel-achtige schat benodigde een veiliger onderkomen dan tot nu toe in het land der "Rozen van d’Anjou". Hertog
André Douzet
De Ark des Verbonds wordt op allerlei plaatsen gezocht, tot in onze tijden. Verloren uit Israel, werd zij uiteindelijk begraven in Frankrijk, een plaats die zelden overwogen wordt als rustplaats van de Ark? Claude de Bagers organiseerde daarom het transport naar de nieuwe Graafschappen van zijn meester: de Verdon. Het oude document, stellig en uitdrukkelijk formeel op dit punt, geeft verschillende data, onbegrijpelijke bijzonderheden en namen van plaatsen, maar helaas onvindbaar op de oude kaarten van de streek. Maar ergens in de Verdon bevindt zich nog steeds een opmerkelijk fortuin. Zijn er sporen te vinden van die schat? Een detail geeft ons echter een zeer precieze en zeer opmerkelijke observatie: het konvooi van "Claudhon de Bager" bereikte op een bepaald punt de weg die gecontroleerd werd door de troepen van de Tempeliers van "Ly mason en Greol", vanwaar het konvooi met muilezels verder ging. De Graafschappelijke begeleiding werd teruggezonden en het einde van het konvooi werd voltooid onder de leiding van Claudhon de Bager, waarbij de bewaking verzekerd werd door de troepen van de Tempel. Waar kwamen deze Tempeliers vandaan? Gréol werd aangeduid als "Gréoux les Bains". Momenteel heerst er een politiek die er in bestaat alles radicaal te negeren wat de aanwezigheid van de Orde der Tempeliers te Gréoux betreft. Deze plaats is traditiegetrouw bekend onder de naam van "Commanderie", nogmaals een verwijzing naar de Orde. Dit negeren zou er op moeten wijzigen dat er nooit Tempeliers in deze sector geweest zouden zijn... En nochtans... de oudste akte ondertekend door de Tempel op Gréoux, van dewelke wij het bewijs vonden, dateert van 1137. Het gaat om drie eigendommen van de Orde en een hoeve (Nr. 118 volgens de collectie Marius Montand te Marseille). Er volgt een ander geschrift (zelfde collectie) aangaande een belangrijke werker aan
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 27
De Ark des Verbonds was het allerbelangrijkste voorwerp in de Tempel van Solomon, gebouwd om de Ark te huisvesten. De Ark, gebouwd door Jahweh, op order van Mozes, zou de mensheid in de mogelijkheid stellen om rechtstreeks in contact te treden met God. het Gastel welke overgemaakt is omtrent 1145 aan de Tempeliers door Raymond Berneger. Tenslotte een derde, melding makend van het opstoppen van een sifon en andere afwateringswerken onder de versterkte omtrek der Tempelieren van Gréoux. Bewijs te over, maar de autoriteiten volharden in hun ontkenning. Men kan zich alleen maar afvragen waarom… Nog meer bindingen en afschriften – en dus bewijsmateriaal – van deze akten werden gemaakt in 1811 bij notaris Soblun van het eiland Malta. Daarin stelt men dat de Tempeliershuizen van Gréols en Montsaunés met elkaar onderhandelden omtrent de ruil van een aantal van hun bezittingen. Doch nog merkwaardiger is de correspondentie van de collectie "Peiresc". Die maakt melding van een ruil van documenten tussen Bompas en de Tempeliers van Gréoux. Peiresc zou al deze informatie ingehaald hebben in de 17e eeuw, dank zij zijn vriend Polycarpe de la Rivière, de Prior van de Karthuizers te Bompas, alwaar vijf eeuwen terug, de trouwe Claud-hon werd begraven. Het is moeilijk te veronderstellen dat deze documenten on-mogelijk te lokaliseren waren door schrijvers van de 20e eeuw. Ook het weigeren van toegevingen van tegenwoordigheid en bestaan der Tempelieren op Gréoux, wat ons erg verwonderd en ongewoon voorkomt, maakt de hele affaire alleen maar interessanter… en dringt een vraag op: waarom ontkent men de feiten? Wat is er dus zo interessant omtrent die feiten? Polycarpe de la Rivière was een controversieel persoon. Hij kende een geprivilegieerde opvoeding, werd monnik in een abdij te St Croix en Jarez, en vervolgens Prior van Bompas, vooraleer hij verdween van het aardoppervlak. Hij schreef over Maria Magdalena en hoe die mogelijk in Frankrijk aangemeerd was en daar haar laatste dagen doorbracht… volgens sommige bronnen in het gezelschap van Jezus. Vervolgens schreef hij een boek over de plaatselijke geschiedenis van Bompas, maar dit werk werd door niemand minder dan de Paus zelf… verboden. Had de uitwisseling van bepaalde documenten, documenten indertijd in het bezit van de Tempeliers, iets te maken met zijn "verboden kennis"? Het verdwijnen van Polycarpe had in elk geval alles te maken met het feit dat hij besloot zijn zoektocht voort te zetten… maar zonder dat iemand het wist. Alfred Weysen is een Belgisch auteur die zijn aandacht op de Verdon gericht heeft. Weysen merkte in zijn boek L’Ile des Veilleurs op dat hij negen oorden van Tempelierse invloed en afkomst heeft geplaatst in deze streek: St Laurent, St Roch, St Jean, St Julien en andere... daarna werkte hij met de initialen van deze oorden en verkreeg het woord T.E M.P.L.A.R.M., een verwijzing naar de Tem-
peliers. Laat ons stellen dat deze conclusie "dromerig" is. Deze onderzoeker bouwt vervolgens een theorie op aangaande de fabelachtige schat, verborgen in de streek van de Verdon. We komen nog terug op de verschillende opmerkingen, zonder het daarmee eens te zijn. Op het register van de Tempel in de Verdon bevindt zich een opmerking: de plaats genoemd "Bagarry" of "de Bagarri". We weten dat de eerste Grootmeester van de Tempeliers een zekere "Hugues de Payns" was. Wie hij precies was en waar hij vandaan kwam, is het onderwerp van speculatie. De meest bekende theorie is deze welke erkend werd door de geschiedenisschrijver van La Champagne. Tussen de andere theorieën is de meest geloofwaardige die van "l’Ardêche" (Brégot du Hut) en "de Barry" in de Verdon (Jacques de Viry). Aldus zou blijken dat de eerste Meester niet Hugues de Paganis", maar "de Baggarri" zou zijn. De vraag dringt zich dus naar voren of de eerste Grootmeester van de Verdon afkomstig was… Wat het antwoord ook moge zijn, het is zeker dat de landstreek van "de barri" een vooringenomen plaats in het raadsel van de Verdon speelt. En, het zou wel kunnen dat deze oude familie een Tempelier tussen hun leden had, te meer dat "Hugues de Barri" in dit geval een monnik zou zijn geweest te St Victor in Marseille. Het moge een toeval zijn, maar een legende stelt dat St Victor in Marseille verbonden is met de komst naar Frankrijk van Maria Magdalena en haar broer Lazarus, die in de bijbel te boek staat als diegene die door Jezus uit de doden werd opgewekt. Was het daarom en vanuit deze invalshoek dat de Tempeliers opgericht werden? Wie zal het zeggen. St Victor in Marseille was in elk geval het onderwerp van precieze opzoekingen door onze eerder genoemde "Polycarpe de la Rivière", alsook een zekere Dom Peretti...die men op een bescheiden manier terug-vindt in een glaskunstwerk in deze zaak. Het was een zonderlinge Benedictijnenmonnik die zijn naam orthografisch veranderde en van oorsprong ‘Pernety’ was. Geboren op 13 februari 1716, stierf hij niet in Valence in 1801 zoals beweerd werd, maar op 16 oktober 1796 te Avignon. Is het werkelijk toeval dat hij tot de Congregatie van St. Maur behoorde? St. Maur is een van de negen oorden van de Tempeliers van de Verdon, waarover we het reeds hierboven hadden. Hij werd bibliothecaris van de Koning van Pruisen, Frederik de Tweede. Daarna onder-hield hij zich vaak met "Graaf Grabianka", alsook met veel andere Poolse aris-tocraten die uiteindelijk toetraden tot zijn beweging genaamd "Les Illuminés d’Avignon", de Illuminati van Avignon, een geheim genootschap dat welbekend is in Rozenkruiser kringen. Tenslotte ontmoette hij de Heer "Vaucroze" te Bedarrides, die hem een woning toevertrouwde waar hij zijn verbazende groepering kon laten opbloeien. Noteren we eveneens dat zowel Pernetti als Polycarpe geïnteresseerd waren in de geschiedenis van Avignon, en dat in het geval Polycarpe, dit eveneens een onderwerp was dat deel uitmaakte van het werk dat door de Paus verboden werd. Het valt eveneens op dat Pernetti bindingen had met "La stricte observance Templière – de strikte Tempelier naleving". Volgens de Franse auteur Serge Hutin zijn er verscheidene schriften over de uitwisseling tussen de beweging der Teutoonse Ridders en de basis van de Illuminati van Avignon. Hutin had voldoende redenen om te denken dat de "Orde van de Zwarte Arend" (welke nu nog in deze huidige tijd bindingen hebben met en onder me-kaar) zich afleiden met het vernieuwen van de befaamde Tombeau de Poulin en lieten geloven in een vergissing van vertaling van de plaats Vaucoze met die van het Heilig Kruis in de Verdon. Als bewijs, het hernemen van de acti-viteiten van deze beweging in de sector van
27
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 30
Camera’s op straat, registratie van telefoongesprekken, het onderscheppen van telefoon, fax en e-mail, paspoort en rijbewijs op chipkaart, biometrische identificatie, computerregistratie en het koppelen van databases. De eerste stappen van een arsenaal van technische hulpmiddelen dat door overheden wordt gezien als het middel om de maatschappij vorm te geven. Daarbij wordt de nadruk gelegd op het voorkomen van fraude en criminaliteit. De elfde september was aanleiding om draconische maatregelen als nieuw te presenteren terwijl men achter de schermen al lang bezig was met de geleidelijke invoering ervan.
De opmars van Big Brother
De komst van de computer, het instrument dat ooit in Amerika als telraam begonnen is om de volkstelling te vergemakkelijken, had niet zo zeer een vereenvoudiging van bureaucratische processen als wel een toename van registraties en te verwerken gegevens tot gevolg. Niet alleen de overheid, maar ook grootwinkelbedrijven en uiteraard de banken, gaan er toe over steeds meer gegevens van hun klanten te registreren. Deze ontwikkeling wordt door gewone mensen wel aangeduid met ‘Ze weten (toch al) alles’. Wat door velen niet wordt beseft is de actieve rol die wij zelf in dit proces vervullen. De PIN-pas en de mobiele telefoon bieden veel gemak maar veel mensen zijn zich niet bewust dat zij dagelijks vele sporen nalaten. Als we onze mobiele telefoon aanzetten vertelt die tegen elke GSM zendmast in welke cel die zich bevindt, afhankelijk van het type telefoon kan deze van een paar honderd tot enkele tientallen meters nauwkeurig getraceerd worden. Deze gegevens worden met tijd en plaats bewaard, zodat ook onze reisroutes nauwkeurig in kaart gebracht worden. Ook SMS berichten worden geregistreerd en bewaard. Als we PIN-nen (Persoonlijk Identificatie Nummer) bij de bank of betalen met PIN worden ook die gegevens met tijd en plaats geregistreerd. Bij steeds meer PIN automaten hangt een camera. Ook binnen in de bank is videobewaking. Veel banken bewaren van hun klanten een foto op CD-ROM. Als we bij een tankstation betalen met PIN worden hoeveelheid en soort brandstof geregistreerd. Bovendien is er ook op veel benzinestations camerabewaking. Als we op de snelweg te hard rijden worden auto en kenteken geflitst. Langs de A2 van Amsterdam naar Maastricht is een systeem geïnstalleerd dat alle uiterlijke kenmerken van een auto kan herkennen zodra die maar een keer is geregistreerd. Het kenteken wordt automatisch vergeleken met het kentekenbestand in Veendam. Als we een treinkaartje kopen en betalen met PIN worden ook die gegevens geregistreerd. In 2003 komt er een chipkaart voor het openbaar vervoer die niet alleen de automatische betaling moet regelen maar ook gegevens over reizigersstromen in kaart moet brengen. Als die kaart persoonsgebonden is om geld van onze bankrekening af te kunnen schrijven of korting te kunnen krijgen, houdt dat gelijk een legitimatieverplichting in. Op stations hangen ook weer camera’s die registreren hoe wij in en uitstappen. Sommige maatschappijen zijn er toe over gegaan om camera’s in bussen en treinstellen te instaleren. Als we op ons werk komen, wordt door de prikklok of met het pasje feilloos geregistreerd hoe laat wij komen, hoe laat wij weg gaan, en vaak ook in welke ruimte wij ons bevinden.
Marcel Heijman
‘s Avonds boodschappen doen, met de bonuskaart of de airmilespas die perfect ons koopgedrag registreert. Even surfen op internet, op iedere site die we bezoeken laten we sporen na, iedere muisklik wordt geregistreerd. Boeken lenen bij de bibliotheek, ons interessegebied wordt moeiteloos vastgelegd. Even een telefoontje plegen, het wereldwijde Echelon afluistersysteem scant het telefoon fax en E-mail verkeer op trefwoorden, zelfs een babyfoon kan worden afgeluisterd... Bij alles wat we doen laten we gegevens achter, met de PIN pas en de mobiele telefoon en op het internet laten we een digitaal spoor na waardoor we niet alleen getraceerd kunnen worden, met alle gegevens bij elkaar opgeteld is een zeer gedetailleerd personlijkheidsprofiel op te stellen. Identificatie is de basis voor controle Zowel de overheid als het bedrijfsleven proberen meer grip te krijgen op de persoonlijke levenssfeer. De overheid legt vooral de nadruk op het voorkomen en bestrijden van fraude, criminaliteit en illegale immigratie, bij het bedrijfsleven en de banken gaat het vooral om goed controleerbaar betalingsverkeer en het opstellen van klantprofielen. De basis van controle is vaak een persoonsgebonden kaart: een bankpas of een klantenkaart. Voor steeds meer handelingen geldt een legitimatieplicht door middel van een paspoort of rijbewijs. Naarmate steeds meer sociale voorzieningen alleen nog maar toegankelijk zijn met een geldig identiteitsbewijs en ook in Nederland op het werk een algehele identificatieverplichting geldt, is de fraude met paspoorten toegenomen. Dit werd jaren geleden al door tegenstanders van de wet op de identificatieplicht voorspeld. De overheid hecht dan ook grote waarde aan een fraudebestendig paspoort. Om dit te realiseren worden paspoorten sinds oktober 2001 op een centrale plaats aangemaakt. Nieuw is ook dat pasfoto’s digitaal worden overgeseind, ter
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 31
plaatse in de pagina worden ingebrand, en in een databank opgeslagen. De meeste landen zijn er toe overgegaan om op paspoorten een persoonsnummer, of Social Security Nummer op te nemen. In Nederland is dit het SoFi-nummer. Dit nummer is een zoeksleutel voor het verkrijgen van verdere gegevens. Door middel van een optische leeszone, (machine readable), kan het nummer aan databases worden gekoppeld voor het verkrijgen van nog meer informatie: wordt deze persoon gezocht? hoe staat het met zijn verzekeringen? Staat er een boete open, enz. Hoe vergaand de mogelijkheden zijn van een identiteitsbewijs wordt duidelijk in Thailand. Iedere inwoner heeft daar een verplichte chipkaart met digitale foto en vinger afdruk. Op een chipkaart, (een chip is in feite een microcomputer) kunnen complete dossiers worden opgeslagen. De Thaise kaart bevat niet alleen naam en adres en nationaliteit, maar ook informatie over familie; ouders, voorouders, opleiding beroep, justitiële- en belastinggegevens, en religie. Al deze gegevens zijn ook nog eens in een centrale database opgeslagen. Met dit systeem is een zeer geavanceerd controlesysteem opgezet dat burgers volledig transparant maakt. Ook in andere Zuidoost Aziatische landen probeert men dergelijke systemen op te zetten zoals Singapore, China de Filippijnen en Japan. Ook in meer democratische landen probeert men omvangrijke controlesystemen te realiseren op basis van een identiteitsbewijs. Als redenen worden altijd illegale immigratie, fraude en criminaliteitsbestrijding, genoemd. Een goed voorbeeld is de "Australia Card", die de Australische regering in 1986 probeerde in te voeren. Dit plan bestond uit de volgende maatregelen: - Een persoonsnummer voor iedereen; - Een multifunctionele identiteitskaart met dit nummer, uitgegeven door de Health Insurance Commission; - Een legitimatieplicht, in veel gevallen moet de kaart worden getoond bv. voor het verkrijgen van werk. Bij weigering volgen harde sancties; - Een centrale bevolkingsadministratie onder controle van het HIC; - Instanties worden verplicht het nummer in hun administratie te gebruiken; - Uitwisseling van gegevens, instanties worden verplicht om veranderingen aan elkaar door te geven. Ook de sancties waren niet mis. Voor het in dienst nemen van werknemers zonder identiteitsbewijs, een boete van 20.000 dollar. Huur van woning of land zonder identiteitscontrole: vijfduizend dollar boete. Verlies van de kaart? Vijfduizend dollar boete. Zonder kaart wordt ook de toegang tot de eigen bankrekening ontzegd. Leven zonder kaart zou onmogelijk geweest zijn als de Australische regering er in geslaagd zou zijn deze plannen door te drukken. De Australia Card bracht de grootste publieke tegencampagne ooit op gang, die leidde tot een scheuring in de regering, waarna men het voorstel voor de kaart heeft ingetrokken. De Australia Card staat niet op zich zelf. Nieuw Zeeland had de Kiwi kaart. In de USA en Canada bestaan al sinds lang plannen voor een Nationale Identiteitskaart, ook in Groot-Brittannië stond bij herhaling de Identiteitskaart op het politieke programma, en in Nederland werkt minister van Boxtel aan de Nederlandse Elektronische Identiteitskaart. In België is dergelijke kaart reeds decennia lang verplicht en dient steeds bij zich gedragen worden, alsook op politie-verzoek vertoont worden. In Amerika en Groot-Brittannië werden de voorstellen in de ijskast gezet toen bleek dat de kosten vele miljarden hoger waren dan verwacht.
De gebeurtenissen van de elfde september brachten opnieuw alle genoemde identiteitskaarten met stip op de politieke agenda. Tevens werden andere draconische maatregelen bepleit zoals uitbreiding van bevoegdheden van politie en inlichtingendiensten om internet en e-mail te onderscheppen, telefoons af te tappen, en bestanden van telecombedrijven, banken en luchtvaartmaatschappijen te koppelen. Daarbij gaat het om vragen als: wie belde met wie? Wie vloog waarheen? Wie heeft waar een bankrekening en welke transacties vinden er plaats? De geestdrift waarmee politici ook in Nederland pleiten voor een identificatieplicht in combinatie met biometrie, doen een dubbele agenda vermoeden. Zoals het Australische en Thaise voorbeeld laten zien is een identiteitsbewijs met persoonsnummer of chip niet een simpele kaart waarop staat wie iemand is, maar maakt een identiteitsbewijs deel uit van een controlesysteem dat in drie woorden samengevat kan worden: identificatieplicht, kaart en database. Het zijn de componenten van een toezichtsapparaat waaraan iedere burger zich moet onderwerpen. Iedereen moet een biometrisch kenmerk inleveren voor de databank en chipkaart. Biometrie is het herkennen van levende wezens met behulp van lichaamskenmerken Een lichaamskenmerk zoals een vingerafdruk, de handpalm, het oor, een oog de iris of de retina wordt elektronisch ingescand en omgezet in een soort cijfercode. Die code wordt opgeslagen in een computer, chipcard of databank. Zo is een computer in staat een persoon te identificeren. Een identiteitsbewijs op chipkaart kan zo zijn eigenaar herkennen. Een irisscan is veel nauwkeuriger dan een vingerscan. Een chip op het identiteitsbewijs, rijbewijs of paspoort geeft bovendien de mogelijkheid van elektronische controle door een zendsignaal. De biometrische gegevens worden gecombineerd met het persoonsnummer, naam, geboortedatum, adres, woonplaats, nationaliteit, verblijfstatus, ras, en religie. Een digitale foto maakt het dossier compleet. Om er zeker van te zijn dat de bevolking de kaart altijd bij zich heeft, worden de situaties waarin men de kaart moet laten zien uitgebreid. Een legitimatieplicht is dan niet meer alleen politie die op straat mensen aanhoudt, maar... Geen identiteitsbewijs? Geen dienstverlening! Geen werk! Geen geld! enz. Het betekent een drastische verandering in de verhouding tussen de burger en de staat en een toenemende machtsongelijkheid in het voordeel van hen die over informatie beschikken. Natuurlijk worden deze aspecten door overheden verdoezeld. In plaats daarvan spreekt men van Burger Service Kaart die toegang geeft tot allerlei elektronische dienstverlening. Biometriekaarten worden altijd eerst getest op personen met weinig of geen politieke en financiële invloed zoals asielzoekers, mensen die van een uitkering moeten leven en militairen. Het is een puur rationele en bureaucratische benadering van gestelde problemen waarbij de techniek als uitgangspunt wordt genomen. Kenmerkend voor deze benadering is dat emotionele aspecten zoals; ‘Ik wil geen nummer zijn’ en ‘Ik wil niet mijn vin-
31
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 36
Het eiland Anglesey in Wales bleef ten tijde van de Romeinen het centrum voor de Keltische Druïden en hun natuurgodsdienst. Werd hun traditie bewaard in de Graallegenden, die eveneens in Wales teruggevonden werden?
Anglesey: het eiland van de Druïden
Hoewel het voor de moderne reiziger niet meer op te merken is, is Noord-West Wales, waar Anglesey zich bevindt, gelegen in een interessant landschap. Wat momenteel het Snowdonia National Park is, is een bergketen die als een muur het eiland Anglesey afschermt van de rest van het Britse eiland. Met pieken van zeshonderd tot duizend meter hoog, is het voor het oog een indrukwekkend schouwspel. Voorbij deze "muur van bergen" bevindt zich het eiland Anglesey, van de rest van Wales afgescheiden door de "Menai Strait", een smalle strook water ter grootte van een rivier. Twee bruggen verbinden dit eiland momenteel met het vasteland, een soortgelijke situatie als aan de andere kant van Anglesey, waar zich het eiland "Holy Island" bevindt, met als belangrijkste stad "Holyhead". In tegenstelling tot het in de onmiddellijke omgeving liggende Snowdonia, is Anglesey bijzonder vlak, waarbij het eiland Holy Island slechts één belangrijke heuvel kent, Holyhead Mountain, met een hoogte van 220 meter. Een interessant landschap, met een interessant verleden. Anglesey staat in Groot-Brittannië bekend als "de moeder van Wales": het wordt beschouwd als een centrum. Anglesey, in Welsch "Ynys Mon", is afkomstig van het Romeinse Mona. Wat de naam van Anglesey ten tijde van de Kelten was, is niet bekend. De Britse auteur Graham Phillips stelt dat het mogelijk Avalon was, een naam verbonden met de Graal-legenden. De naam Avalon is afkomstig van het oude Welsche woord Afallach, wat zoveel betekent als "rijk in appels", waarbij kan worden opgemerkt dat Anglesey ten tijde van de Romeinen inderdaad befaamd was om zijn appel-productie. Geoffrey of Monmouth, de geschiedschrijver omtrent het oude Brittannië, noemt het Insule Pomorum, "het eiland van de appels". "Mona" was de plaats waar de Kelten en hun priesters, de Druïden, het langst de komst van de Romeinen overleefden. Terwijl de Romeinse invasie van West-Europa zorgde voor het uitsterven van de Keltische cultuur in zowel Frankrijk en later Groot-Brittannië, werden de verste randen van het Romeinse rijk die gebieden waar de oude cultuur het langst stand probeerde te houden. Hoewel de Romeinen Anglesey trachtten te veroveren, slaagden ze daar gedurende lange tijd niet in. Ze bouwden tenslotte een burcht, Segontium (nu de stad Caernarfon), aan de oever van de Menai Strait, om er zo voor te zorgen dat de Keltische Druïden op hun eiland bleven. Waarom wensten de Romeinen hun hand te leggen op Anglesey? De Romeinen waren bijzonder gekant tegen de Druïden die door hen beschouwd werden als de verzetsleiders van de overwonnen bevolking. Zij waren het die de plaatselijke bevolking er steeds maar weer toe bracht de wapens op te nemen tegen de Romeinen. En die Druïden waren gesitueerd op het eiland Anglesey, dat in de eerste eeuw na Christus het religieuze centrum van de Britse eilanden was. Dat stelde zowel de Romeinse geschiedschrijver Tacitus alsook de Romeinse keizer Nero, die specifiek stelde dat Anglesey veroverd diende te worden. Heel veel troepen werden uit
Dave Custers
Het eiland Anglesey is rijk aan megalieten, o.a. in de buurt van Holyhead. Was dit het centrum van de druïden, de Keltische priesters? In elk geval overleefden zij hier het langst. Brittannië verplaatst naar Wales, waardoor elders een hiaat in het Romeinse gezag ertoe leidde dat te Londen, "koningin Boudica" een opstand begon. Hierdoor moesten de troepen afzien van hun verovering van Anglesey, om ervoor te zorgen dat Londen en de rest van Brittannië niet uit hun bevoegdheid verdween. De Romeinse leider Paulinus zou de orders van keizer Nero verscheurd hebben en zou via de nieuw aangelegde Watling Street naar Londen zijn getrokken, om het leger van Boudica tegemoet te treden. Dat leger had Londen verlaten, op zoek naar een Romeins leger waartegen zij kon vechten. Uiteindelijk vond de strijd plaats te Atherstone, in Warwickshire, met een gemakkelijke overwinning voor de Romeinen. De verovering van Wales gebeurde echter korte tijd later, nog steeds in de eerste eeuw na Christus. Tacitus schreef het volgende omtrent de strijd die plaatsvond op de kust van de Menai Strait: "Aan de kust stond een oorlogslinie van de oppositie, voornamelijk bestaande uit gewapende mannen, met onder hen vrouwen, hun haar waaiend, terwijl ze toortsen droegen. Er waren Druiden onder hen, die angstaanjagende vervloekingen riepen, met hun handen naar de hemel gerezen, waarbij onze soldaten zo bevreesd waren door het ongewone dat hun ledematen verlamd waren. Ze stonden stil en raakten gewond. Op het eind van de strijd overwonnen de Romeinen, waarbij ze de heilige eiken van de Druïden vernietigden." Hoewel overwonnen, vestigden de Romeinen zich pas op het eind van de derde eeuw na Christus in de streek. Toen bouwden ze een fort te Holyhead, waarvan de restanten tot op heden nog zichtbaar zijn langs de kust, rond de oudste kerk van het eiland Holy Island. De cultus van de Druïden ontwikkelde zich waarschijnlijk uit de prehistorische godsdiensten van de Britse eilanden en Frankrijk, met name de megalithische cultuur. Lange tijd geloofde men zelfs dat de megalithische bouwwerken in Europa gebouwd waren
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 37
op Holy Island, andere megalithische structuren, met name menhirs, teruggevonden worden. Op Holy Island bevinden die zich met name rondom de enige en hoogste heuvel van het eiland: Holyhead Mountain, een heuvel die vanaf bepaalde plaatsen in Anglesey eveneens waargenomen kan worden. Was dit een heuvel, een soort van "heilige berg", mogelijk die plaats die aangezien werd als de heilige plaats waar hemel en Aarde met elkaar het nauwst in verbinding stonden? Hoewel de Druïden ons geen geschriften nalieten, lijkt deze mogelijkheid meer dan waarschijnlijk.
Holyhead Mountain domineert het landschap van Holy Island. Zoals de naam doet vermoeden, lijken we hier te maken te hebben met een belangrijk religieus centrum. door het volk van Asterix en Obelisk, m.a.w. de Kelten. De Keltische godsdienst was een natuurgodsdienst: men aanbad de zon, de maan en de natuur. Uiteindelijk werd hun godsdienst een kaste-systeem, waarbij het religieuze materiaal doorgegeven werd door de priestergemeenschap: de Druïden. Ze waren niet louter priesters, maar eveneens leraren, dokters, poëten en waren mogelijk eveneens verantwoordelijk voor de rechtspraak. Een leerling kon gemakkelijk twintig jaar doorbrengen vooraleer hij gevormd was tot een Druïde. Die vorming lijkt plaatsgevonden te hebben op Anglesey. In 1942 ontdekte men in het opgedroogde meer van Llyn Cerrig Bach, aan de monding van de Alaw rivier, meer dan 150 voorwerpen die in het heilige water gegooid waren als een offer voor de goden. De voorwerpen die aldaar teruggevonden werden, waren geen prullen, maar waardevolle voorwerpen. Het is de grootste vondst van dergelijke voorwerpen in heel Groot-Brittannië. De archeologen dateerden de periode als volgt: het offeren gebeurde gedurende 250 jaar, tot het einde van de eerste eeuw na Christus. Meteen het tijdperk waarbij de rol van Anglesey als laatste heilige initiatieplek voor de Druïden op de voorgrond trad. De Druïden brachten eveneens offers. Normaliter ging het hier om dieren, hoewel de Romeinse auteurs stellen dat eveneens mensen geofferd werden. Soms gebruikte men afbeeldingen in hout die verbrand werden als offer voor de goden. Soms bevonden er zich blijkbaar mensen in deze houten afbeeldingen, zoals dramatisch verbeeld werd in een cult-film van de jaren zeventig, The Wicker Man. De Romeinse auteur Diodorus stelde dat de slachtoffers van dergelijke mensenoffers vaak de wet overtreden hadden. De Druïden waren de meester van deze offers, waarbij mogelijk hun rol als verantwoordelijke voor de rechtspraak onderlijnd werd.
Noord Wales lijkt dus bijzonder verbonden met de megalithische cultuur, de voorloper van de Keltische beschaving – en de Druïden. Zo’n zeventig kilometer van Anglesey bevindt zich Llandudno, met het schiereiland "Great Ormes Head". Het is hier dat men zo’n tien tot vijftien jaar geleden een kopermijn uit de Bronstijd terugvond. Het is de enige dergelijke mijn die trouwens voor het publiek toegankelijk is. Bepaalde passages werden gedurende vierduizend jaar door niemand gezien. De Great Orme rijst eveneens 220 meter uit boven de Irish Sea. De mijn is minstens 240 bij 130 meter groot, met een verticale diepte tot zeventig meter. Verschillende tunnels zijn bijzonder nauw, waarbij de archeologen menen dat het waarschijnlijk kinderen waren die in dit ondergronds netwerk werkten. Momenteel zijn meer dan zes kilometer aan ondergrondse tunnels teruggevonden, waardoor het de grootste prehistorische mijn ter wereld is. De grootste kamer werd tussen 1987 en 1994 onderzocht. Ze bevatte honderden beenderen van dieren, alsook een aantal mensenbeenderen. Deze kamer werd zo’n 3500 jaar geleden uitgegraven. Het is hier dat de grootste stenen hamer werd teruggevonden: hij is 29 kilogram zwaar. Gedurende twaalf jaar van onderzoek hebben de archeologen meer dan drieduizend stenen hamers teruggevonden, alsook dertigduizend werktuigen uit beenderen. Het koper werd gesmolten te Pen Trwyn, ten noordoosten van de Orme. Momenteel is het niet bekend hoe oud deze plaats is, maar indien ze inderdaad uit de Bronstijd zou zijn, dan is het de enige dergelijke plaats die op de Britse eilanden ontdekt is. In de onmiddellijke omgeving van de mijn bevindt zich een cromlech, een bouwwerk dat lijkt op een stenen hut, mogelijk de megalithische versie van de kerk of de tempel. Waarschijnlijk was die cromlech dan ook een onderdeel van het religieuze leven van de mijnwerkers. Anglesey blijft boeien. De Engelse auteur Graham Phillips meent immers dat Anglesey de plaats was waar "de Heilige Familie", met name de Maagd Maria, de moeder van Jezus, geleefd en begraven zou zijn. Hij spitst zich met name toe op beweringen omtrent de
Minder aandacht wordt echter gegeven aan dat "deel" van Anglesey dat in principe geen deel van het eiland vormt, maar dat eveneens vrij was van Romeinse bezetting. Holy Island, of Heilig Eiland, is een interessante naam voor een eiland. Het duidt er op dat het een religieus belangrijk centrum was – het was om een of andere reden "heilig". Bovendien is het zo dat het niet echt bekend is waarom men het "Heilig" noemt. De benaming heeft niets te doen met de Christelijke godsdienst en het lijkt dat het te maken heeft met de Druïdische aanwezigheid – of misschien zelfs vanuit het megalithische tijdperk dat aan de Keltische cultuur voorafging? Anglesey heeft eveneens een aantal megalithische bouwwerken, waarbij Bryn Celli Ddu en Bodowyr de twee meest bekende zijn. Het zijn conische grafheuvels, waarbij elders op het eiland, alsook
37
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 39
Alexandria Boeken
doch verborgen koninkrijk, het "innerlijke Shambhala dat verborgen ligt in het menselijk onderbewustzijn en een domein is van onze geest, en het "andere" Shambhala, t.w.: de geheime leer van esoterische- of mysteriescholen. Elk van deze drie aspecten wordt uitgebreid beschreven en uitgediept, en geen van deze drie aspecten doet in belangwekkendheid voor de ander onder: een interessante, boeiende en adequaat geïllustreerde reisgids voor een zoektocht over land of in de geest. (Sylvia Franyik)
Rudi Klijnstra Shambhala. Het verborgen land waar het wiel van de tijd stilstaat. Uitg. Karnak, 2001 De naam Shambhala roept bij velen onwillekeurig dezelfde beelden op als Atlantis: een rijk van vrede, melk en honing. Het verschil tussen Shambhala en Atlantis is dat volgens de overlevering Altantis ten onder is gegaan en Shambhala nog steeds bestaat. In sommige Indiase Sanskrietteksten wordt vermeld dat Shambhala ten noorden van Bodhgaya in Noord-India, of in de Himalaya ligt. Shambhala betekent "Bron van Geluk" en volgens de Tibetanen is het een land van koningen en lama’s die met elkaar in vrede leven. De koningen van Shambhala vormden een overleveringslijn van incarnaties die de meeste esoterische van alle Tibetaans-boeddhistische oefeningen bewaart, tot de tijd aanbreekt dat deze leer tijdens de regering van de laatste koning van Shambhala voor alle mensen beschikbaar zal komen. Voor Tibetanen is Shambhala het enige Zuivere Land op deze planeet, een verborgen land dat alleen bereikbaar is voor diegenen die een proces van spirituele zuivering hebben doorgemaakt. Rudi Klijnstra reisde door Siberië, Mongolië, Tibet, China, Nepal en India en bestudeerde de Aziatische legenden en overleveringen over Shambhala. Hij toont in zijn boek overeenkomsten aan tussen de mystieke Centraal-Aziatische tradities en die van de Kelten; hij legt een link met Atlantis, Engeland (Glastonbury) en tijdloze fenomenen zoals graancirkels, lichtobjecten en UFO’s. Hij gaat in zijn boek uit van drie manieren om de verhalen over Shambhala te duiden: het "uiterlijke" Shambhala, een bestaand
eindelijke waarheid". Op die tocht werd hij beïnvloed door engelen die hem letterlijk bevolen om heel Europa af te dwalen en vaak te handelen tegen zijn eigen zin, met name toen zijn huwelijk beproefd werd door Kelley’s constante aanwezigheid. Uiteindelijk zou het die Kelley zijn die in Europa de grootste roem en faam vond, terwijl Dee terug naar Engeland trok, waar hij in armoede stierf. Dee is een van de meest bekende historische voorbeelden omtrent de alchemie, maar hij is eveneens een van de meest drieste: het was voor hem niet mogelijk om enig geluk te vinden met zijn gave, en zijn zoektocht naar het grote antwoord werd uiteindelijk nooit beantwoord. Het dient echter gezegd dat hij op zijn zoektocht bijzondere informatie verkreeg, die vele latere onderzoekers, waaronder Isaac Newton, zouden verheugen. (Dave Custers)
Benjamin Woolley The Queen’s Conjuror. The Science and Magic of Dr Dee. London: HarperCollins, 2001 John Dee is volgens velen het toonbeeld van de "Renaissance-man": zowel wetenschapper als alchemist. In het geval van Dee is het echter op een bijzonder hoog vlak: hij was adviseur voor de Engelse koningin Elizabeth I en trok vervolgens samen met zijn "ziener" Edward Kelley in Europa rond. Zijn leven stond bol van mededelingen die hij via Kelley kreeg uit het "hiernamaals", de engelen, enz. Terzelfdertijd was hij echter eveneens een vermaard wetenschapper, met studies in Leuven en een bibliotheek die zijn gelijke niet kende in een Engeland dat indertijd niet als een belangrijke natie in Europa beschouwd werd. Die omkeer werd deels bewerkstelligd door Dee, die via zijn bibliotheek informatie kon verschaffen omtrent details in Azië en Amerika, details die elders in het land niet verkregen konden worden. Bovendien hielp hij met het spionagesysteem, dit in een tijd dat de strijd tussen katholieken en protestanten bijzonder hoog oplaaide. Tot op heden vindt men in het British Museum de "glazen bol" van Dee terug, die hij gebruikte in zijn zoektocht naar "de uit-
Christopher Snyder An age of Tyrants, Britain and the Britons 400-600, Sutton: Stroud, 1998. Dit is de wetenschappelijke evenknie van het eerder besproken boek van Snyder: "Exploring the world of King Arthur." Waar dit populaire boek vooral probeert koning Arthur in zijn tijd te plaatsen en het ontstaan van de legendes tot op de dag van vandaag verheldt, stort An Age of Tyrants zich volop in de wetenschappelijke discussies. Met een beetje doorbijten is ook dit boek toch zeer lezenswaardig. Snyder heeft vooral bezwaren tegen de termen die tot nu toe in de geschiedenisboekjes worden gebruikt om de periode na het vertrek van de Romeinen uit Engeland aan te duiden. Vaak heeft men het over "Sub Roman Britain". Nog vaker kom je de term "Dark Ages" tegen. Beiden voldoen niet omdat ze suggereren dat na het vertrek van de Romeinen de hele samenleving instortte en dat niets van enige waarde gebeurde voor
39
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina 40
de eerste paar honderd jaar. En dat terwijl recent archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat de kleine vorstendommetjes onder leiding van "Tyrants" wel degelijk een behoorlijke welstand en luxe kenden. In het eerste gedeelte van het boek pluist Snyder de historische bronnen uit deze periode door en richt hij zich vooral op de veranderende betekenis van allerlei begrippen, zoals "Britannia" , "Reges" of "Tyranni". In het tweede deel beschrijft hij de belangrijkste archeologische vindplaatsen uit Engeland, zoals Tintagel, South Cadbury en Wroxeter. In zijn conclusie probeert hij de bronnen en de vondsten met elkaar in overeenstemming te brengen en lanceert hij zijn nieuwe term voor deze periode: "An Age of Tyrants." En komt er dan helemaal geen koning Arthur in dit boek om de hoek kijken? Jawel, Snyder kan het niet laten en laat in een appendix toch even zijn licht schijnen over de historische Arthur en waar je die mogelijk eventueel wellicht zou kunnen vinden. Een absolute aanrader voor de echte Arthur diehard. (Ger Rombouts)
Robert Feather De koperen schatkaart, De mysterieuze Dode-Zeerol ontcijferd Baarn: Bosch & Keunig, Tirion, 2000 Robert Feather is metallurg. Het staat op de achterflap van zijn boek en het is misschien wel de belangrijkste informatie die hij verstrekt. Het feit dat Feather geen historicus is stelt hem in staat op een frisse, onconventionele manier naar de geschiedenis te kijken. Hij combineert er lustig op los en trekt grote lijnen van de tijd van aartsvader Abraham naar het vroege christendom. Boeiend, gewaagd en heel wat fantasievoller dan veel pietpeuterige detailstudies van professionele Egyptologen. De metallurg is ook in staat nieuw licht te werpen op een van de grootste mysteries binnen het al even grote raadsel van de Dode Zeerollen.
40
Nog altijd is het historische wereldje het niet eens over herkomst en belang van de vanaf 1947 gevonden teksten bij de Dode Zee. Op conferenties over dit onderwerp lopen de gemoederen zo hoog op dat sommige geleerden zich beter niet te lang bij elkaar in een ruimte kunnen vertoeven. Kernvraag is steeds weer: stammen de teksten uit de periode rond 100 v.Chr en zijn ze gemaakt door een secte die daar leefde: de Essenen. Of komen ze uit de tijd van Jezus Christus en werpen ze nieuw licht op de tijd en omstandigheden waarin de meest invloedrijke persoon uit de geschiedenis in Palestina leefde. Aan deze vragen waagt Feather zich nauwelijks. Het gaat hem om een buitenbeentje binnen de Dode Zeerollen: De koperen rol, die een opsomming bevat van fabelachtige rijkdommen die de Essenen zouden hebben begraven toen hun gemeenschap bij de Dode Zee door de Romeinen bedreigd werd. Feather heeft interessant nieuws over het koper waarvan de rol gemaakt is en komt vooral met overtuigende argumenten om voortaan aan te nemen dat de schrijvers van de rol oude Egyptische gewichtsmaten gebruikten om de fabelachtige schatten weer te geven die in de tekst genoemd worden. Deze schatten worden daarmee onmiddellijk minder fabelachtig, maar wel veel realistischer. Al met al is De koperen schatkaart een aardig boek, met een aantal gewaagde ideeën en een enkele briljante vondst. In zijn slotconclusies is het jammer genoeg niet overtuigend. De echte Indiana Jonesen onder ons laten zich daardoor niet weerhouden. Zij kunnen hun schop en houweel uit de kast halen en op schatgraversexpeditie naar Egypte gaan. (Ger Rombouts)
R.A. Bonewitz en L. Verner-Bonds Kosmische Kristallen Uitg. Ankh-Hermes, 2001 Dit boek is een samenwerkingsverband tussen geoloog en mineraloog Ra Bonewitz en
kleurenexpert Lilian Verner-Bonds. Bonewitz publiceerde enige jaren geleden al een boek over kristallen, getiteld "Kosmische Kristallen", en dat zou verwarring kunnen wekken met de huidige uitgave die in het Engels dan ook is getiteld: "New Cosmic Chrystals." Lilian Verner-Bonds is de auteur van "De Magie van Kleur", dat eveneens enkele jaren geleden is verschenen. In dit boek hebben zij hun specialismen gebundeld zodat "Kosmische Kristallen" een combinatie is geworden van een uiteenzetting over samenstelling, aard en gebruik van edelstenen, kleuren en kristallen en de boodschap die de kleuren in de kristallen hebben. Beide auteurs geven cursussen in persoonlijke ontwikkeling, en Verner-Bonds schitterde reeds in menig Tvprogramma. Het is wellicht door deze activiteiten dat zij (en voornamelijk Bonewitz) in dit boek nogal pertinente beweringen doen en menige opvatting van anderen afgedaan wordt als onjuist of twijfelachtig. Het werken met de helende energie van kristallen is nou eenmaal een subjectieve kwestie waar geen eenduidige regels voor bestaan en het voornamelijk aankomt op de ervaring van de healer die werkt met deze energieën. Met name de kritische kanttekeningen van Bonewitz over bijvoorbeeld de kristallen schedels zijn even twijfelachtig als de beweringen die Bonewitz bekritiseert. Over de genezende werking van kristallen zegt hij (pag. 138): "De vraag is dus: genezen kristallen echt? Het antwoord is eenvoudig: nee, dat doen ze niet". In het hoofdstuk "Psychologie van gekleurde kristallen" jubelt Verner-Bonds echter: "Turquoise kan een trage genezer zijn maar houd vol, uiteindelijk werkt het wel." Door hun beider pertinente stijl van schrijven lijken ze elkaar tegen te spreken, terwijl ze in feite beiden bedoelen dat kristallen een instrument kunnen zijn voor de healer. Al met al biedt dit boek niet veel nieuws voor wat betreft het werken met kleuren en kristallen en lijkt het meer een populaire versie van hun vorige boeken, extra toegankelijk gemaakt door een groot aantal meditatieve oefeningen en uitleg over de diverse chakra’s en hun werking en ontvankelijkheid voor de verschillende kleuren. Het werken met energieën, kleuren en kristallen is en blijft een persoonlijke kwestie waarbij intuïtie en gevoel een belangrijke rol spelen. Voor de geïnteresseerde nieuweling op dit gebied is het een informatief handboek; voor wie de eerdere boeken van Bonewitz en Verner-Bonds kent, biedt dit boek jammer genoeg weinig nieuwe informatie. (Sylvia Franyik)
fr0801_2009.qxd
09-06-2009
22:48
Pagina cov4
Graancirkels, Goden en hun Geheimen Robert Boerman
De geschiedenis van de Mensheid, beschreven in het Graan.
In de meer dan 20 jaar dat de mensheid over de gehele wereld word 'getrakteerd' op duizenden graancirkelformatie's en pictogrammen, is er tot nu toe nog niemand echt in staat geweest om een sluitend bewijs voor dit fenomeen aan te voeren. Is het, zoals sceptici ons willen doen laten geloven, allemaal mensenwerk? Zijn er over de hele wereld diverse grapjassen bezig om bij nacht en ontij U en mij voor de gek te houden, en dat al jaren lang? In dit vlot geschreven boek kan men lezen dat naast een wetenschappelijk en geschiedkundig gedeelte, de auteur een link heeft gelegd tussen twee afzonderlijke graancirkelformatie's, beide nabij Alton Barnes, Wiltshire Engeland. Het betreft een 'oudhebreeuwse' inscriptie en de zogenoemde DNA-spiraal. In diè twee formatie's staat de naam van de maker, zijn boodschap, belangrijke data, en de geschiedenis van de mensheid beschreven. Naar aanleiding van deze uitkomst is een begin gemaakt om de 'graancirkelcode' te kraken. Lees wie de 'goden' waren en dat 'ze' nog steeds onder ons zijn, om de mensheid door middel van prachtige gewasformatie's klaar te stomen voor een naderende dimensieovergang.
De prijs bedraagt € 15,95. Dit is exclusief € 2,30 verzendkosten. Te bestellen bij Frontier Sciences Foundation, Postbus 372, 8250 AJ Dronten Tel: 0321-380558, fax: 0228-312081, E-mail: info@fsf.nl België: Dendermondse Steenweg 56, 9100 Sint-Niklaas, E-mail: dsine@btinternet.com Het boek is eveneens te bestellen via de reguliere boekhandel. ISBN: 90-806700-1-4