10-06-2009
07:27
Pagina cov1
UFO’s
fr0902_2009.qxd
Vrije energie Heilige Graal
Gisors: Gisors: schat schat van van de de Tempeliers? Tempeliers?
Willem Willem Oltmans Oltmans over over Pim Pim Fortuyn Fortuyn
Willen Willen buitenaardse buitenaardse wezens wezens menselijke menselijke klonen? klonen? Raël Raël zorgt zorgt voor voor controverse controverse omtrent omtrent claims claims van van gekloonde gekloonde baby’s baby’s
Neo in "Matrix Reloaded" vanaf 15 mei in de bioscoop
Shambhala, Shambhala, het het gouden gouden rijk rijk
Buitenaardsen
Atlantis
Graancirkels
maart / april 2003 jaargang 9 nr. 2 Nederland € 3,95 België € 4,50
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:27
Pagina cov2
Nieuwe uitgaven van Frontier Publishing
Darwin’s Mistake Antediluvian discoveries prove: dinosaurs and humans co-existed Dr. Hans J. Zillmer 292 pagina’s. 170x240 mm. Paperback. Prijs: Euro 25,90. code: DMIS
The Stone Puzzle of Rosslyn Chapel Philip Coppens 120 pagina’s. Paperback. Prijs: Euro 14,90. code: ROSC
Saunière’s model and the Secret of Rennes-le-Château The priest’s final legacy that unveils the location of his terrifying discovery André Douzet 116 pagina’s. Paperback. Prijs: Euro 14,90. code: SMOD
The Templars' Legacy in Montreal, the New Jerusalem Francine Bernier 360 pagina's, Paperback, Prijs: Euro 25,00, code TLIM
Onbekende Aspecten van Nostradamus Wim Zitman 160 pagina’s. 148x210 mm. Paperback. Prijs: Euro 14,95. code: OAVN
Graancirkels, Goden en hun Geheimen De geschiedenis van de Mensheid beschreven in het Graan Robert Boerman 205 pagina’s. Paperback. Prijs: Euro 15,95. code: GGG
Numerologie & Handlijnkunde hand in hand Ans I. de Groot 120 pagina’s. 148x210 mm. Paperback. Prijs: Euro 14,95. code: OAVN
Nostradamus en de verloren erfenis van de Tempeliers Rudy Cambier 176 pagina’s. 170x240 mm. Paperback. Prijs: Euro 22,90. code: NET (bedragen zijn excl. verzendkosten) Te bestellen bij: Frontier Sciences Foundation, Postbus 48, 1600 AA Enkhuizen Tel: 0228-324076, fax: 0228-312081, website: www.fsf.nl E-mail: info@fsf.nl België: Langesteenweg 6 b7, 1785 Merchtem Tel: 052-37.63.43, E-mail: info@frontiermagazine.be
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:27
Pagina 1
Hoofdredactie: Filip Coppens Herman Hegge Eindredacteur: Niels Brummelman Redactie-medewerkers: Robert Boerman Jeannella Felius Sylvia Franyik Marjorie Hugens Ruud Hulleman Marinus Jansen Frans Kamp Bettina Kotterink Simon Langbroek Idde Lijnse Hans Overbeek Evert Poorterman Ger Rombouts Karen Thissen Marc Vredeveldt Hylke Welling Jacqueline Westerman Lay-out: D-Sine & PDB Druk: Van den hende en Bredero Distributeur: Betapress (Nederland) Imapress (België) Advertenties: 0575-564240 Abonnementen: Nederland: Postbus 48 1600 AA Enkhuizen Tel: 0228-324076 e-mail: info@fsf.nl België Langestaanweg 6 bus 7 1785 Merchtem Tel: 052.37.63.43 info@frontiermagazine.be Het abonnement wordt stilzwijgend verlengd, tenzij het schriftelijk wordt opgezegd uiterlijk één maand voor het aflopen van het abonnement. Redactie Frontier Magazine: Frontier Sciences Foundation Postbus 372, 8250 AJ Dronten, Nederland, Tel. 0321-380558 Fax 0228-312081 E-mail: info@fsf.nl Verantwoordelijke uitgever: Frontier Sciences Foundation Postbus 48, NL-1600 AA Enkhuizen, Tel. 0228-324076 Fax 0228-312081 E-mail: info@fsf.nl postbank: 7231599 ABN-AMRO: 40.78.98.417 http://www.fsf.nl ISSN 1569 - 7983
Inhoud 3 9 10 13 15 17 18 21 26 30 32 35 39
Op weg naar buitenaardse klonen? Albert de Booij laat Pim Fortuyn zakken Globescoop Fantasie of werkelijkheid? Herontdekking van oude technologieën? In Focus Het Einde van de Wereld? Het raadsel van Gisors Shambhala, het gouden rijk Geschiedenis van de holle aarde theorie De herkomst van het Friesche volk (deel IV) De ontmythologisering van Area 51 Unieke Frontierwinkel officieel geopend
Redactioneel Roerige tijden en een nieuw begin Terwijl we het gevoel hebben snel de winterperiode en daarmee het lezingencircuit af te sluiten, blijkt dat er op weg naar de lente toch nog een groot aantal happenings op stapel staan. Ten eerste staan we stil bij de Nexus Conferentie die op 29 en 30 maart in Amsterdam plaats zal vinden. De groten der aarde op het gebied van de grenswetenschappen zullen tijdens dat weekend voor een groot aantal belangstellenden aan te horen zijn. Een greep uit het sprekersaanbod: Jim Marrs, Al Bielik, Michael Cremo en Laurence Gardner. De bezoekers komen van over de hele wereld naar Amsterdam voor dit unieke evenement. Nadat de Nexus Conferentie jaren achtereen in Australië georganiseerd werd, wilde Nexus Magazine ook de grote schare lezers aan deze kant van de aardbol de gelegenheid geven de conferentie bij te wonen. Kijk voor meer informatie hierover elders in dit blad. Daar de Nexus Conferentie dit keer in Nederland georganiseerd wordt, is Frontier zelf actief bij de organisatie van dit evenement betrokken. Er zijn overigens nog kaarten beschikbaar! Op 6 april vindt er in België een symposium plaats in het kader van het naderende jaartal 2012. Wat staat ons te wachten tijdens dat mysterieuze jaar? Evenals in het vorige nummer staan we in deze uitgave van Frontier Magazine stil bij mogelijke veranderingen op deze aarde in de komende jaren. De organisatoren in België van het 2012 symposium nodigen iedereen uit om daarover van gedachten te komen wisselen. Frontier Magazine zal er aanwezig zijn met een stand. Tijdens de Elf Fantasy Fair op 26 en 27 april op het indrukwekkende park van Kasteel De Haar te Haarzuilens zal Frontier Magazine eveneens aanwezig zijn. In de Kerk van Kasteel de Haar bemannen we een stand en verzorgen we samen met het tijdschrift Religie & Mystiek een aantal lezingen: Bert Janssen en Evert Poorterman zullen geheel in de stijl van de Fair over hun specialiteiten verhalen, te weten graancirkels en de oertaal. Tot slot: met dit nummer van Frontier Magazine nemen we afscheid van de huidige opmaak van het tijdschrift. Vanaf het volgende nummer zal Frontier Magazine er kleurrijk voor staan; het blad zal vanaf dan volledig in kleur uitgevoerd worden. Herman Hegge, hoofdredacteur
1
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:28
Pagina 3
Rond de jaarwisseling maakte de Raeliaanse beweging, een UFO-groep die stelt dat wij afkomstig zijn van buitenaardse wezens, bekend dat een onderafdeling, Clonaid, erin geslaagd was om twee mensen te klonen. Het tweede kind werd geboren in Nederland, bij een lesbisch echtpaar, op 3 januari 2003. Maar eind januari stelde Rael zelf dat hij niet wist of zijn organisatie al dan niet kinderen gekloond had…
Op weg naar buitenaardse klonen?
In de jaren negentig kwam de Raeliaanse beweging elke zomer in het nieuws; tijdens hun jaarlijkse bijeenkomsten vormden zij steeds een cirkel, waarbij alle groepsleden volledig naakt elkaar de hand gaven. Er was geen duidelijk doel voor een dergelijk ritueel, maar de in publiciteit geïnteresseerde Raelianen nodigden de pers uit om de gebeurtenissen te fotograferen. Tijdens een dergelijke bijeenkomst in de jaren negentig besloot het Belgische tijdschrift Humo de “naakte waarheid” over twee volle pagina’s tentoon te spreiden. Goedkope bladvulling voor het tijdschrift, goedkope publiciteit voor de beweging. De Raeliaanse beweging stelt 55.000 leden te hebben in 84 landen. Het merendeel bevindt zich in Franssprekende landen, met name Frankrijk en Canada. In Canada is de beweging erkend als een officiële godsdienst. In hun Canadese hoofdkwartier en pretpark “UFOland” hebben ze een replica gebouwd van het zilverkleurige ruimteschip dat hun leider, Rael, in 1973 waargenomen zou hebben. De Raeliaanse beweging is een UFO-beweging die, hoewel wellicht minder destructief van aard, gelijkenissen vertoont met twee sekten, de Zonnetempel en Heaven’s Gate, waarvan de leden in de jaren negentig massaal zelfmoord pleegden. Al dan niet toevallig kenden deze sekten eveneens een sterke aanhang in Frankrijk en Canada. De leden van de Zonnetempel meenden na hun zelfmoord naar de ster Sirius te reizen, terwijl men bij Heaven’s Gate ervan overtuigd was dat er zich een buitenaards ruimteschip bevond in het spoor van de Hale-Bopp komeet, een schip dat hun ziel zou meenemen. In schril contrast met deze sekten, leven de Raelianen een ‘normaal leven’, niet afgezonderd van de buitenwereld. Maar ideologisch gezien zijn de Raeliaanse bewe-
Claude Vorilhon, oftewel Rael, meent in 1973 buitenaardse wezens ontmoet te hebben en ging op zoek naar technieken om naar hun voorbeeld mensen te klonen. ging en de genoemde sekten identiek. De Raeliaanse beweging is steeds op zoek naar aandacht. Zo delen ze vaak bij de ingang van conferentiecentra folders uit met informatie over de organisatie, terwijl hun woordvoerders geleerd wordt hoe zich te gedragen tijdens interviews. Ontstaan er problemen, bijvoorbeeld door het ontslag van de Vlaamse leider Yves Nawezi in de jaren negentig, dan wordt er steeds professioneel een laagje vernis over gegoten, zodat publicitair gezien de minste schade wordt opgelopen. Twee doeleinden
Brigitte Boisselier zorgde rond Kerst voor opschudding met de mededeling dat de eerste mens gekloond was.
Filip Coppens & Jeannella Felius
Maar hoe raakte de beweging betrokken bij het maken van klonen? De oprichter van de beweging, de Franse motorjournalist Claude Vorilhon, meende in 1973 een ontmoeting te hebben gehad met buitenaardse wezens. Die UFO-ontmoeting zou op 13 december 1973 hebben plaatsgevonden, in de omgeving van Clermont-Ferrand, bij de vulkaan Puy-de-Lassolas. De buitenaardse wezens zouden Rael naar hun thuisplaneet meegenomen hebben, waar hij, zo stelde hij, Jezus, Mohammed en Boeddha ontmoet had. Allemaal waren zij leerlingen van de buitenaardse wezens, de Elohim. De buitenaardse wezens deelden Vorilhon eveneens mee dat de mens in hun evenbeeld geschapen, gekloond, was. Vorilhon veranderde zijn naam in Rael en stichtte een beweging die twee doeleinden diende na te streven: het oprichten van een ambassade in Jeruzalem om de buitenaardsen in de toekomst te kunnen verwelkomen en het creëren van een menselijke kloon. In 2001 verscheen Rael voor een comité van het Amerikaanse congres, waarin hij zich uitsprak voor het klonen van mensen. “Het
3
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:28
Pagina 4
klonen van mensen zal het mogelijk maken dat de mens eeuwig leeft”, zo stelde hij. Ook al heeft men in Amerika toestemming nodig om experimenten met klonen uit te voeren, de Verenigde Staten hebben op dit moment geen wet die het klonen van mensen verbiedt, dit in tegenstelling tot Groot-Brittannië en een aantal andere landen. Indertijd leek de creatie van een ambassade een veel gemakkelijkere stap dan het klonen, maar anno 2003 is de situatie blijkbaar omgedraaid. Rael heeft nog steeds geen ambassade in Israël, erger nog, de beweging werd in 1990 vriendelijk verzocht hun symbool, de Davidsster, te veranderen om het onderscheid tussen Rael en het joodse geloof duidelijker aan te geven. En ook al is door de beweging zeven miljoen dollar verzameld voor de bouw van een ambassade voor de Elohim in Jeruzalem, de Israëlische regering weigert een bouwvergunning af te geven. Maar de menselijke kloon, die lijkt er te zijn. De eerste jaren van Clonaid Clonaid werd in 1997 door Vorilhon opgericht. Het was het tijdperk van Dolly, het eerste gekloonde schaap en andere pogingen om dieren te klonen. Vorilhon begreep dat het nu of nooit was. In de daaropvolgende jaren waren er mededelingen, o.a. uit Japan, dat Clonaid er in geslaagd was menselijk celdeling te verwezenlijken. Dit zijn de essentiële stappen voor het klonen van een mens. Maar verder onderzoek geschiedde blijkbaar niet, al was het maar omdat een aantal landen wetten aannamen die het klonen van mensen verbieden. Maar voor de wetenschap was het duidelijk: het klonen van mensen was mogelijk. En dus ontstond er een religieuze controverse, waarbij mededelingen dat gekloonde wezens geen ziel hadden het hek volledig van de dam gooiden. De vice-president van Clonaid, Thomas Kaenzig, stelde dat de firma gecreëerd werd om die controverse aan te wakkeren. “Het was zijn [Raels] bedoeling om mensen wakker te schudden”. Clonaid adverteerde met de mededeling dat zij menselijke klonen konden aanbieden, maar er scheen een verschil te zijn tussen hun promotie en de realiteit. “Drie jaar lang was Clonaid niet meer dan een postbus in de Bahamas”, zo stelt Kaenzig. “Er gebeurde geen enkel onderzoek”. In de lente van 2001 deelde Clonaids onderzoekdirecteur Brigitte Boisselier mee dat een geheim laboratorium was opgericht in de Verenigde Staten. Boisselier is chemicus, een Raeliaanse bisschop
Boisselier is niet alleen een chemicus en Clonaid directeur, ze is eveneens een bisschop in de Raeliaanse beweging.
(er zijn ongeveer 150 van dergelijke bisschoppen over de hele wereld) en nu CEO van Clonaid. De US Food and Drug Administration moest echter goedkeuring verlenen voor dergelijke experimenten en volgens hen wilde Boisselier eerst niet prijsgeven waar het laboratorium zich bevond. Maar snel werd het geheim ontdekt: een verhuurde kamer in een verlaten schoolgebouw in Nitro, West Virginia. De omstandigheden waren uiterst erbarmelijk voor dergelijk onderzoek en de onderzoeker ter plaatse was pas afgestudeerd. De notitieboeken werden onderzocht en geklasseerd als “onwaardig” om te dienen bij wetenschappelijk onderzoek. Op dat moment werden geen experimenten met mensen uitgevoerd. De student werkte met koeien, afkomstig uit een plaatselijk slachthuis. In sterk contrast met dit alles, zo stelde het rapport, stond de apparatuur, die nieuw en hoogtechnologisch van aard was. Het geld voor de apparatuur was afkomstig van Mark Hunt, een advocaat, die zijn tienjarige zoon verloren had en hem wilde klonen. Het is bekend dat Hunt 200.000 dollar betaalde voor de apparatuur. De inspecteurs gooiden het met Hunt op een akkoord, hij zou zijn pogingen om zijn dode zoon te klonen stopzetten totdat toestemming verleend was de pogingen te hervatten. Korte tijd later sloot Hunt het lab en verbrak hij alle banden met de Raeliaanse beweging. Reden? De beweging was zijns inziens te veel uit op publiciteit. “Een baby, geen monster” Kaenzig stelt dat Clonaid vervolgens zijn lab buiten de Verenigde Staten vestigde en dat in de herfst van 2001 de eerste gekloonde embryo verwezenlijkt werd. Op dat moment was dit, zoals gesteld, reeds eerder gepresteerd door andere onderzoekers. Op 16 februari 2001 meldde het Amerikaanse televisieprogramme 20/20 dat Boisselier binnen twee weken de eerste menselijke kloon zou creëren en de kloon in een surrogaatmoeder zou implanteren. De eerste sporen van zwangerschap zouden in maart 2001 vastgesteld zijn. Uiteindelijk werd kort na kerstmis 2002 door Nadine Gary, persvertegenwoordiger van Clonaid, de mededeling gedaan dat de eerste menselijke kloon op 26 december in de Verenigde Staten geboren was. Het zou om een meisje gaan, Eve genaamd. Een genetisch perfecte kopie van de 31-jarige moeder, zo werd gesteld. Boisselier deelde tijdens de persconferentie in Hollywood op 27 december mee dat de baby in uitstekende gezondheid verkeerde. “We hebben hier te maken met een baby, geen monster”, zo voegde ze er aan toe. Plots was de kalmte van de eindejaarsperiode doorbroken. Het is niet onredelijk om te veronderstellen dat Clonaid hoopte dat het gekloonde kind op 25 december, de geboortedag van Jezus, geboren zou worden. Publiciteitsstunt? De pers bleek uiterst sceptisch en zocht contact met gerenom-
4
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:28
Pagina 8
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:27
Pagina 2
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 18
Staat het magnetische veld van de aarde op het punt om omgekeerd te worden? Dat is in ieder geval de mening van bepaalde vooraanstaande wetenschappers.
Het einde van de wereld?
In het weekend van 20 en 21 januari 2001 werd er een driedaags seminarie gehouden op het instituut voor ontwikkelingsstudie aan de universiteit van Sussex te Brighton. De "geavanceerde voortstuwings workshop" was een uniek evenement, dat werd bijgewoond door meer dan een derde van 's werelds toonaangevende wetenschappers, ingenieurs en theoretici op het gebied van elektrogravitatie en geavanceerde voortstuwingssystemen. Het evenement was georganiseerd door Graham Ennis, die in de voorafgaande twaalf maanden mij had bediend met een gestage stroom nieuws en informatie betreffende onderwerpen, waaraan geen enkel journaal en geen enkele krant aandacht wenst te besteden. Toen ik Graham en andere wetenschappers ontmoette op de universiteit van Sussex, was ik ietwat verbluft hoe blij zij waren met het feit dat ik er voor gekozen had deze onderwerpen wel te publiceren en ze zo bij het grote publiek bekend te maken. Ofschoon ik natuurlijk ook wel begreep dat de meerderheid van de aanwezigen liever had gezien dat de onderwerpen als eerste waren verschenen in bijvoorbeeld "New Scientist" en niet in "UFO Magazine." Toch beschouwden ze het als een gezonde en positieve start. Dr. Andrus Hansson, secretaris van de te Parijs gevestigde "International Academy of Astronautics" en Dr. Alan Holt van NASA's "Marshall Space Flight Center" prezen mij als één man voor het overzicht van de workshop, welke werd gepubliceerd in de maart/april uitgave van UFO Magazine. Niet lang daarna reisde Graham Ennis vanuit Brighton naar Londen om Dr. Alan Holt te ontmoeten, die daar een kortstondig bezoek bracht. Dr. Holt arriveerde op de samenkomst met een stapel exemplaren van ons maart/april nummer. Graham Ennis vertelde mij over de telefoon: "Dr. Holt wist dat de workshop er in beschreven stond en wilde graag voldoende exemplaren om te verdelen onder zijn collega's bij NASA." Het was tijdens datzelfde telefoongesprek dat Graham vertelde iets met mij te willen delen, maar op voorwaarde dat ik het deze keer niet publiekelijk bekend zou maken of een aanwijzing zou geven in mijn magazine, totdat hij mij daar toestemming voor gaf. Gegeven de gevoelige aard van sommige van de vorige verhalen van Graham – die overigens allemaal bewaarheid werden – was dit toch, van hem, een extreem ongewone voorwaarde. Natuurlijk ging ik akkoord. Graham vertelde dat hij en Dr. Holt in alle rust een afzonderlijke kwestie hadden besproken tijdens hun ontmoeting. "Nadat je gehoord hebt wat ik je nu ga vertellen, zal je begrijpen waarom het noodzakelijk is, dat je er geen woord van doorvertelt", zei Graham. Gedurende de volgende vijf minuten luisterde ik aandachtig, terwijl Graham sprak over een kwestie die mij achterliet in een soort van shock. Graham zou spreker zijn op onze twintigste internationale UFO conferentie te Leeds, welke over slechts enkele maanden zou plaatsvinden, dus vroeg ik hem: "Denk je dat je in de positie bent hier melding van te maken in Leeds?" Hij bleef een lange tijd stil, waarna hij antwoordde: "Laten we maar zien hoe de wind waait…" En dat was de laatste keer dat ik sprak met Graham Ennis. Hij kwam niet opdagen in Leeds en ondanks herhaaldelijke telefoon-
Graham W. Birdsall
Nick Pope (rechts) en Georgina Bruni (midden) zijn momenteel de meest bekende Engelse UFO-onderzoekers. Worden zij in het oog gehouden door de overheid? tjes naar zijn huis en mobiele telefoon, leek het alsof hij van de wereld was verdwenen. Enige tijd later kreeg Georgina Bruni (die samen met Nick Pope aanwezig was op de geavanceerde voortstuwingsworkshop) het voor elkaar om Graham te pakken te krijgen op zijn mobiele telefoon. De conversatie was kort, maar Graham vroeg of zij hem wilde excuseren voor het niet aanwezig zijn te Leeds. Hij vertelde Georgina dat, zodra hij naar buiten stapte om naar Leeds te rijden, hij op het trottoir door twee in burgerkleding gestoken agenten van een speciale afdeling (zij lieten hun identificatiebewijs zien) werd aangesproken. Zij zeiden dat het "onverstandig" van hem zou zijn om naar Leeds te reizen en ze maakten het duidelijk dat zij er waren om hem er van te weerhouden het wel te doen. Sinds februari 2001 heb ik mijn woord gehouden aan Graham. Ik deelde dit geheim, zoals hij wel verwacht zal hebben, met leden van mijn naaste familie en een handvol onderzoekers waarvan ik wist dat ik ze kon vertrouwen en die het voor zichzelf zouden houden. Als ik dat niet gedaan had, dan had ik heel gemakkelijk gestopt kunnen worden in mijn naspeuringen en dat had het einde betekend van de kwestie. Een schokkende openbaring Recente artikelen in de pers en discussies elders staan mij nu toe om de kwestie die Graham Ennis met Dr. Holt had besproken, te openbaren. Het draaide om het magnetisch veld van de aarde en hoe wetenschappers bij NASA en elders hadden vastgesteld, dat het op het punt stond een salto te maken. "Het proces is in gang gezet en is onherroepelijk," vertelde Graham mij. "Het gaat gebeuren en bij NASA staat dit in het middelpunt van de belangstelling, meer dan welk ander project dan ook. Natuurlijk is de Amerikaanse overheid en zijn andere overheden hiervan op de hoogte, maar alles is nu nog slechts op een basis van "noodzakelijk om te weten." Ik zou de film "Deep Impact" als een overeenkomstigheid
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 19
willen gebruiken", zo stelde hij. "Er moeten stappen ondernomen worden en die worden ondernomen, maar denk je eens in wat dit allemaal betekent." Graham schilderde een schrikwekkend en verbijsterend scenario, te vreselijk om over na te denken. "Het leven op aarde zal nooit meer hetzelfde zijn", besloot hij. Je begrijpt dat ik scherp ging letten op nieuws, verhalen of ontwikkelingen in de wetenschappelijke wereld, die zinspeelden op een magnetische verschuiving. Gedurende een jaar lekte er niets uit, maar opeens, nadat ze een brief, gedateerd 11 april 2002, hadden ontvangen van het AAAS (American Association for the Advancement of Science) verscheen het volgende artikel in Nature magazine: Het magnetisch veld van de aarde maakt zich wellicht op om te roteren, waarbij het magnetische noorden zich vervolgens zal nestelen in Antarctica, zo doet een studie vermoeden. Ofschoon zo'n omkering nog nooit is geregistreerd door de mens, hebben deze omschakelingen zich al vele malen voorgedaan tijdens de aardse geschiedenis. Weinig is bekend waarom dit gebeurt, maar onderzoekers vermoeden al jaren, dat stromen gesmolten ijzer die circuleren in de buitenste laag van de kern van de aarde (voortkruipend met een snelheid van ongeveer één meter per uur) de tegenover elkaar liggende magnetische polen in staat stellen zich te verschuiven naar de tegengestelde zijde van de aarde. Computermodellen geven aan dat wervelingen in de gesmolten stroom, die draaien in een richting die het magnetisch veld laat verzwakken, de aanzet kunnen zijn tot het proces van de verschuivende polen. Thans hebben satellietobservaties bewijs opgeleverd dat deze ondergrondse wervelingen bestaan. Door vergelijkingen van de sterkte en de oriëntatie van het magnetisch veld, gemeten door twee satellieten in 1980 en 2000 waren onderzoekers van het "Physics of the Globe Institute of Paris" (IPGP) en het Deense "Space Research Institute" te Kopenhagen, in staat de stromingen van gesmolten ijzer in kaart te brengen die de magnetische ompoling doen ontstaan. In een brief van 11 april aan "Nature" beschrijft het team grote windingen, gelegen vanaf de zuidelijke punt van Afrika en nabij de polen - gebieden waar het magnetisch veld reeds gedraaid is. Twee maanden later ontving ik bericht van overzee, dat het "geheim" op het punt stond naar buiten gebracht te worden, maar om te voorkomen dat er wereldwijde paniek uit zou breken en de angst voor een totale ineenstorting van de toch al fragiele wereldeconomie, werd besloten om in plaats van een persconferentie bij de Verenigde Naties, het nieuws stapsgewijs vrij te geven. Toen, op donderdag 4 juli 2002, werd mijn aandacht getrokken door het nu volgende artikel dat verscheen in de krant The Guardian: Het aardse magnetische veld vertoont sterke aanwijzingen dat de polen bezig zijn om om te schakelen. Dit kan het einde betekenen van de wereld zoals wij hem kennen, schrijft Paul Simons. De aarde kan ondersteboven keren. Het magnetisch veld van de planeet vertoont tekenen om een gigantische radslag te willen maken, zodat het magnetische noorden naar Antarctica wijst en het magnetische zuiden naar het noorden. Kompassen zullen de verkeerde weg wijzen en trekvogels, vissen en schildpadden zullen zeer verward raken. Wanneer dit exact zal gebeuren, hoe lang het gaat duren en wat de consequenties zullen zijn, is moeilijk te doorgronden. Waar geen twijfel over bestaat echter, is dat het zal gebeuren. Ongeveer elk half miljoen jaar draait het aardse magnetische veld zich ondersteboven. Het begint in 1600 als Sir William Gilbert,
geneesheer van Queen Elizabeth I, veronderstelt dat de aarde een grote magneet is. Op de magnetische polen zou een kompasnaald rechtop gaan staan en recht naar het binnenste van de aarde wijzen. Hij had gelijk, tot op zekere hoogte. De magnetische polen zijn daar waar alle krachtlijnen van het aardse magnetische veld samenkomen. Ze vallen niet samen met de geografische polen, de as waaromheen de aarde draait, maar ze liggen er wel dichtbij. Vooralsnog is de aarde geen betrouwbare magneet. Ten eerste wijken haar magnetische polen constant af. Op dit moment beweegt het magnetische noorden langs het Canadese territorium richting de poolzee, over een afstand
"Twee maanden later ontving ik bericht dat het ‘geheim’ op het punt stond naar buiten gebracht te worden, maar om te voorkomen dat er wereldwijde paniek uit zou breken, werd besloten om het nieuws stapsgewijs vrij te geven." van ongeveer achttien kilometer per jaar. Bovendien verliest een staafmagneet snel zijn kracht, maar het magnetisch veld van de aarde is er al voor miljarden jaren, dus iets wekt het op. Dit is waarom Einstein opmerkte, dat de oorsprong van het aardse magnetische veld één van de grootste mysteries van de natuurkunde is. Vandaag de dag denken we, dat de magnetische kracht komt van de hete buitenste schil van de gesmolten ijzerkern, die rondklotst als een zware binnenste kern. Als deze onderaardse oceaan van vloeibaar metaal langzaam rondwervelt, gedraagt het zich als een dynamo en wekt het elektrische stroom en een magnetisch veld op. Precies zoals bij het flikkerende licht van een fietslamp, die wordt gevoed door een dynamo, zijn de aardse stromingen een klein beetje onregelmatig, vandaar dat het magnetische veld aan de oppervlakte van de aarde fluctueert. Wij weten dat de magnetische polariteit ondersteboven zit in rotsgesteente op de bodem van de Atlantische oceaan. Over het midden van de bodem van de Atlantic loopt een gigantische scheur waaruit lava stroomt. Als deze lava stolt en gesteente wordt, dan slaat het de aardse polariteit van dat moment op. Deze opgeslagen gegevens vertellen ons dat we nu toe zijn aan een volgende draaiing. Maar de aarde heeft geen regelmatig ritme, dus niemand kan een voorspelling doen op basis van de opgeslagen gegevens. Er is echter overtuigend bewijs, dat we afstevenen op een tuimeling. Elke keer als het magnetisch veld afstevent op een ommekeer, wordt het in een paar duizend jaar daaraan voorafgaand steeds zwakker, totdat het bijna is verdwenen. Dan keert het om en start het weer op met hernieuwde kracht. Magnetisme opgesloten in oeroud aardewerk laat zien dat over de laatste 4000 jaar het magnetische veld meer dan 50% zwakker is geworden. De afgelopen eeuw is de sterkte zelfs afgenomen met 5%. Met deze afname is het veld wellicht verdwenen in de volgende honderd of duizend jaar. Een andere aanwijzing voor de naderende draaiing komt recentelijk van satellietmetingen van het aardse magnetische veld. Een team, onder leiding van Gauthier Hulot van het "Institut de Physique du Globe de Paris" heeft twee plekken ontdekt van omgedraaid magnetisme, geconcentreerd in twee plaatsen net onder de buitenste mantel van de aarde. In de grootste plek, onder de zuidelijke punt van Afrika, wijst het magnetisch veld naar het hart van de aarde, in plaats van naar buiten. De andere plek is nabij de noordpool. Sommige experts hebben hun nek uitgestoken en voorspellen de volgende omkering in de komende 2000 jaar. Het proces duurt waarschijnlijk tussen de honderd en een paar duizend jaar, nog geen glimp in de geschiedenis van de aarde. We kun-
19
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 21
Het kasteel van Gisors zou volgens sommige bronnen de plaats zijn waar in 1188 de supergeheime "Priorij van Sion" afgezonderd zou zijn van de Tempeliers. Die Priorij zou tot op heden zijn geheime invloed op de wereldpolitiek behouden hebben, met grootmeesters als Isaac Newton, Leonardo da Vinci, Victor Hugo en andere notabelen van de wereldgeschiedenis. In de 20e eeuw zouden te Gisors bovendien sporen teruggevonden zijn van een "schat" van de Tempeliers.
Het raadsel van Gisors
Na de slag van Chartres in 911, ondertekenen het koninkrijk van Frankrijk en Rollon, de Deense gezaghebber en de nieuwe meester van het hertogdom van Normandië, het verdrag van St Claire sur Epte. Om de nieuwe grens langs de Epte rivier te bewaken, liet de Frase koning Karel III meteen een aantal vestingen bouwen: Neaufle, St Martin, Dangu, Chateau sur Epte en de meest belangrijke, Gisors. Een dozijn stevige torens omringen een indrukwekkend leengoed gelegen op een handmatig opgetrokken heuvel waarop zich een veelhoekige vestingstoren verheft. Veel later wordt Normandië na een hevige strijd heroverd en laat Philippe Auguste de toren versterken door een ronde toren van drie verdiepingen. En zo kwam het dat Gisors uitgerust was om het centrum te worden van verschillende mysteries, die allemaal te maken hebben met het al dan niet voortbestaan van de Tempeliers na hun officiële ontbinding in 1312. In 1929 nam de gemeente Gisors een tuinman in dienst die tevens rondleidingen gaf in en om het oude kasteel. Niemand vermoedde op dat moment dat hier langzaam een merkwaardig proces op gang kwam, later bekend als het raadsel van Gisors. De man, Roger Lhomoy, had net met het seminarie gebroken, waarin hij reeds toegelaten was tot de kleine wijdingen. Vreemd genoeg was de oud-seminarist meteen overtuigd (en het wordt tijd dat men zich eindelijk eens afvraagt waarom en hoe) dat de middeleeuwse overblijfselen van de vesting nog steeds de onwaarschijnlijke schat van de ridderorde van de Tempeliers verborgen. Die Tempeliers werden in 1307 door de Franse koning gearresteerd; in 1312 werden ze door de paus ontbonden. Officieel verdwenen ze uit de geschiedenis, maar in de achttiende eeuw stelden een aantal vrijmetselaars dat de Tempeliers in het geheim hun organisatie in stand gehouden hebben. Maar niemand kon ooit bewijsmateriaal op tafel gooien dat een dergelijk voortbestaan aantoonde. Die situatie bestond dus ook in 1929 en Lhomoy zou eveneens nooit vertellen waar hij de zekerheid vandaan haalde dat het kasteel te maken zou hebben met de schat van de ridderorde. Officieel was er helemaal geen schat. Niettemin begon Lhomoy in 1944 met bespottelijk materiaal aan nachtelijke graafwerkzaamheden. Eerst probeerde hij de put naast de vestingstoren bloot te leggen. Hij daalde er twintig meter in af, waarna een inzakking plaatsvond. De avonturier brak zijn been. Hij zocht naar een andere oplossing en groef een verticale gang met een ongelofelijke lengte van zestien meter; daarna een horizontale galerij van tien meter en uiteindelijk een put van vier meter diep. Op een diepte van 21 meter stuitte hij op een stenen bedekking waarachter zich een opening bevond. Die zou volgens Lhomoy leiden naar "een romaanse kapel gemaakt van Louveciennes stenen met een lengte van dertig meter, een breedte van negen meter, en een hoogte van onge-
André Douzet
Het kasteel van Gisors is sinds decennia de inzet van een vraag: bevindt zich hier de schat van de Tempeliers? veer 4,5 meter". Hij vond er beelden van Christus en de twaalf apostelen, 19 sarcofagen en vooral "dertig metalen kisten in zuilenrijen van tien". Had de tuinman van het kasteel de schat van de Tempeliers gevonden? De dag daarop waarschuwt hij het gemeentehuis van Gisors. De notabelen, met spoed aangesneld op de graafplaats, verklaren dat dit "het werk van een gek" is en verbieden hem formeel zijn werkzaamheden voort te zetten. Niemand lijkt de tuinman te geloven, maar toch daalt E. Beyne, bevelhebber van de brandweer, het gat in. Maar wegens gebrek aan zuurstof kan hij niet tot het eind ervan komen. De gemeente is uiteraard niet opgetogen met de tuinman en Lhomoy wordt ontslagen en tevens nadrukkelijk verzocht geen enkele poging meer te wagen om dergelijke werkzaamheden uit te voeren. Diezefde dag zouden Duitse gevangenen de gaten dempen.
Behalve de vraag omtrent de Tempeliers, zou te Gisors eveneens de afscheiding tussen Tempeliers en de zogenaamde “Priorij van Sion” plaatsgevonden hebben.
21
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 22
Lhomoy stelde dat hij rond de Tweede Wereldoorlog een ondergrondse kamer in Gisors gevonden had, met daarin de schat van de Tempeliers. Datzelfde ondergrondse complex werd eerder door Nazi’s onderzocht. Het lijkt het eind van het verhaal. Maar de koppige voormalige tuinier zou nog meerdere malen proberen zijn onderzoek te hervatten. Op 25 juli 1946 zou hij zelfs toestemming krijgen van het Ministerie van Culturele Zaken, maar de gemeente blijft dwarsliggen en weigert toestemming. In 1952 vraagt hij opnieuw toestemming aan. Deze keer gaat de gemeente akkoord, maar vraagt het een ongehoord hoge financiële borg en eist in geval van succes tachtig procent van de vondst! Deze condities betekenen het eind van elke officiële poging. Het lijkt dat de nationale overheid de graafwerken uitgevoerd wenste te hebben, terwijl de gemeente alle trucjes naar boven bracht om Lhomoy dwars te zitten. Maar waarom? Terwijl Lhomoy inderdaad een huzarenstukje had uitgevoerd, was de vondst – indien reëel – van een ondergrondse kamer met daarin mogelijk een schat, een verbluffende toeristische trekpleister die de gemeente alleen maar ten goede zou komen. Ofwel wist de gemeente dus meer, ofwel wist de gemeente dat Lhomoy een gek was. Ongeacht wat de gemeente wist of dacht, Lhomoy ging in het geheim, meerdere malen terug, maar nooit zou hij meer succes hebben. Maar Lhomoy's verhaal raakte bekend aan een journalist, Gérard de Sède, die hierover in zijn befaamde boek "de Tempeliers zijn onder ons" vertelt. Het raadsel van Gisors is geboren en zal meerdere malen weer actueel worden door vreemd twistgeschrijf. Archeologen en historici zeggen dat het schandalig is en dat het hier om een grap moet gaan, aangezien het technisch onmogelijk is dat een kapel zich op twintig meter diepte onder de vestingstoren bevindt! Met andere woorden: een raadsel… Nazi's Laten we eerst terugkomen op de primitieve constructie van het kasteel. In de elfde eeuw vinden de werkzaamheden plaats onder leiding van de architecten Robert de Bellême en Leufroy. Deze laatste zou lid zijn geweest van een duistere initiatiegemeenschap welke hem toegang gaf tot symbolische, militaire, esoterische en astronomische gegevens die hij verwerkte in zijn constructies. Gisors zou een van de plekken zijn geweest waar hij zijn kunsten heeft vertoond. De naam van Robert de Bellême komt voor in een zeer oude tekst waarin hij wordt voorgesteld als "ridder van de tempel". Hier heeft men het voor het eerst over de orde van de tempel, waarmee dit raadsel voorgoed geassocieerd zal worden. Laten we helder en duidelijk zijn: het kasteel van Gisors was nooit de vrucht van een tempeliersinitiatief. De enige tempelse bewoning vond plaats tussen 1158 en 1161, nadat een gemeenschap-
22
De toren van Neaufles werd door de Tempeliers volgens bepaalde bronnen via een ondergrondse tunnel verbonden met het kasteel van Gisors. pelijke Franse (Lodewijk VI) en Engelse (Hendrik I en Hendrik II) beslissing, Gisors toevertrouwde aan de ridders van de tempel... en dat is historisch gezien alles. Maar toch... Vreemd genoeg is er een detail dat over het hoofd wordt gezien door historici en onderzoekers. Het betreft een handgeschreven document "L.I.C.XII-V-E", een soort bepaling uit het begin van de 13e eeuw. Er wordt duidelijk in vermeld dat een dichtbijzijnde commanderij zal zorgen voor een of meerdere ridders, welke garnizoen houden binnen de muren van het kasteel en dit "op een bepaalde plek" voor "een gerichte actie". Mysterieus genoeg? Normaal zijn officiële documenten meer precies en de afwezigheid van dergelijke precisie lijkt reden genoeg om ons af te vragen wat er hier aan de hand was. Er wordt ook vermeld dat deze ene of meerdere ridders hun lidmaatschap bij de orde niet openlijk zullen mogen laten blijken en zich ook niet in gevechtsuitrusting mogen laten zien. Dezelfde maatregel geldt ook voor het kasteel van Neaufles. Met andere woorden: we hebben Tempeliers die door de overheid erkend worden als Tempeliers, maar die om een of andere reden zich niet mogen kleden als Tempeliers. Bovendien moeten ze "iets" in het kasteel doen. Een logische conclusie lijkt dan ook dat dit een soort "geheime Tempeliersagenten" zijn die een geheime missie hadden in het kasteel van Gisors. Dat is meer dan waarschijnlijk realiteit; maar had het iets te maken met de mogelijke vondst van Lhomoy? Tijdens de tweede wereldoorlog waren de Nazi's eveneens geïnteresseerd in het kasteel. In eerste instantie voor intendance rede-
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:28
Pagina 16
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 25
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 26
Verhalen over het mythische, heilige Tibetaanse rijk Shambhala behoren tot een eeuwenoude traditie die aan de wortel ligt van onze cultuur en onze beschaving. Wil men deze traditie begrijpen, dan moet doorgedrongen worden in de spirituele kern van de mensheid.
Shambhala, het gouden rijk
Op 31 juli 2001 berichtte de internationale media wat oorspronkelijk gepubliceerd werd in de Beijing Review, over de ontdekking van een verzameling antieke graftombes in het noorden van Tibet. De groep van acht stenen sarcofagen, keurig in een rij opgesteld, heeft de nieuwsgierigheid van de archeologen opgewekt. De stenen die gebruikt zijn om de sarcofagen te maken zijn niet afkomstig uit Tibet, ofschoon de teraardebestellingen plaatsvonden op een hoogte van 4650 meter. De mensen in Tibet, die toegewijd zijn aan Boeddha, hebben nooit een traditie van begraven in sarcofagen gekend. Daarom hebben de archeologen onder leiding van de doctor Cewang van de Universiteit van Tibet geconcludeerd dat de teraardebestellingen plaatsvonden tussen 3000 en 4000 jaar geleden, tenminste 1300 jaar voordat het Boeddhisme werd geïntroduceerd in Tibet. Deze teraardebestellingen hebben betrekking op een historische periode waarin in Tibet een religieus volk leefde dat de "Bön" werd genoemd. Dat volk had een geloofsovertuiging waarbij de volledige eenwording met de krachten van de natuur centraal stond. Deze traditie werd vervolgens doorgegeven aan het boeddhisme en neergelegd in de doctrine van de "Kalachakra" (het "rad van de tijd"), één van de heilige erfgoederen behorend tot de oudste meditatiepraktijken van de boeddhistische traditie, waarbij een animistische visie op de wereld in acht werd genomen. Het middelpunt daarvan vormt een dimensie anders dan de onze die de naam Shambhala draagt. Om deze belangrijke doctrine te begrijpen moet men doordringen in een oeroude geschiedenis over Shambhala die door een traditionele kroniek verhaald wordt. Deze kroniek gaat feitelijk over een lange periode voor de historische verschijning van het Boeddhisme. Menig lama bevestigt dat deze geschiedenis teruggaat tot het begin van de wereld. Van de kant van de aanhangers van de Bön wordt ze geïdentificeerd met Olmolungring, het voorouderlijk land gesitueerd in het noordoosten van Tibet. De aanhangers van de Bön beweren dat een dergelijke religieuze traditie 17.000 jaar geleden is ontstaan. Fontein van het Geluk Shambhala betekent in het Sanskriet "Fontein van het Geluk". De Tibetaanse Lama 's zijn stellig overtuigd van haar bestaan. Ze plaatsen het op een niet nader aangegeven punt in Centraal Azië. Dit verborgen rijk zou gesitueerd zijn op een plaats ten noorden van een rivier die in de Boeddhistische geschriften Sita genoemd word. Verscheidene hedendaagse geleerden hebben deze rivier geïdentificeerd als de rivier Tarim in de autonome Chinese regio van Sinkiang Uigur. Deze rivier ontspringt in de bergen van Kunlun en stroomt -in de buurt van de 42e breedtegraad- dwars door de woestijn van de Takla Makan en de bergketen van de Tien Shan ( het zogenaamde "Hemelse Gebergte" van de Taoïsten). Ze voert verder langs een zone die dunbevolkt is en politiek instabiel en waarvan de grenzen met China onduidelijk zijn. Deze zone is één van de minst onderzochte plekken op aarde. Er zijn mysterieuze, blanke mummies gevonden van het Kaukasische ras met een getatoeëerde huid (heel vergelijkbaar met de nu verdwenen Maori 's van het blanke ras van Polynesië). Deze mummies behoren waar-
Hernando Mora
schijnlijk tot de oeroude vertegenwoordigers van de sjamanistische religie Bön. De Bön-gelovigen waren de makers van de stenen bouwsels waar Tibet tegenwoordig vol van staat. Ofschoon de antropologen en archeologen nog steeds van hun stuk gebracht zijn door deze vondst, gaat het waarschijnlijk om de allereerste bewoners van Tibet. Aan hen hebben we de Kalachakra-traditie te danken. Tekst bij de foto's: op het titelblad: de heilige stad van Lhasa in Tibet en op de voorgrond de gigantische beelden van de "Koning Bewaker" van het Boeddhisme Op deze pagina, boven: een antiek stenen bouwsel en wat menhirs die behoren tot de periode van de "Bön" van Tibet, de sjamanistische godsdienst van lang geleden, waaruit het Boeddhisme enkele ideeën overgenomen heeft. Beneden: de blanke, getatoeëerde mummies, die in de woestijn van Takla Makan zijn gevonden. In die zone zou zich volgens de overlevering het heilige rijk van Shambhala bevinden. Volgens de antieke geschriften wordt Shambhala omringd door een ring van schitterend besneeuwde bergen. Deze bergen beschermen de heersers van Shambhala door hun verblindende kleurenpracht tegen ongewenste indringers. Dit rijk bevindt zich in een andere werkelijkheid, een dimensie die parallel loopt aan de onze. Volgens de oeroude Tibetaanse doctrine houdt de onzichtbare werkelijkheid van Shambhala niet op en zal deze nooit ophouden de gebeurtenissen van onze profane wereld te beïnvloeden. Volgens de Tibetaanse monarchen kennen de bewoners van Shambhala praktische meditatietechnieken van de Kalachakra. Volgens deze traditie maken deze meditatietechnieken het hen mogelijk een toestand van onzichtbaarheid in de buitenwereld aan te nemen die tot op heden standhoudt.
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 27
De geschriften van Kalachakra verwijzen naar een heerser van dit legendarische rijk, in de Boeddhistische traditie "Sanat Kumara" genaamd (maar waarvoor ook anderen geuzennamen als "Heerser van de Wereld" of "Broeder Jan" gebruikt worden). (Deze heerser kan vergeleken worden met Melchizedek uit de westerse traditie noot van de redactie). Deze koning bezat een magische spiegel, waarin hij de gebeurtenissen die duizenden kilometers van zijn paleis plaatsvonden, kon aanschouwen. Zeventienduizend jaar verder De eerste vermelding van Shambhala is verbonden met de persoon van Siddharta Gautama (de Boeddha Shakyamuni, de grondlegger van de huidige Boeddhistische godsdienst). Volgens de geschriften van de Kalachakra werden de leringen in de stad Dhanyakataka in Midden-India doorgegeven. Maar degenen die belangstelling hebben voor Shambhala, moeten weten dat ook de in de kronieken vermelde koning Sucandra, de eerste heerser van Shambhala, tal van leringen heeft ontvangen. Sucandra, die teruggekeerd was naar zijn rijk, wijdde zich intensief aan de praktijk van meditatietechnieken en zodoende werd hij de eerste monarch en spirituele meester. Hij stond aan het begin van de dynastie die deze doctrine inmiddels al tweeduizend jaar onderwijst. Op deze manier bereikte het onderwijs in de Kalachakra in het mysterieuze rijk van Shambhala z'n hoogtepunt. Daar werd het voor een periode van meer dan duizend jaar bewaard totdat, rondom het jaar 960 na Christus, deze tantra opnieuw verspreid werd in India dankzij een yogi genaamd Chilupa. De tantra heeft bovendien een grote weerslag gevonden in de regionen van de Bengalen en de Kashmir. In diezelfde eeuw leefden andere meesters van grote reputatie, waaronder Pinda Acharya en Naropa een persoonlijkheid die leefde op wat nu het eiland van Giava is en wier leringen die enige zijn, voorbij Tibet, die tot in onze dagen zijn overgedragen. Volgens verschillende Tibetaanse meesters bestaan er nog verborgen leringen van de Kalachakra-cyclus in een tempel in de Boroeboedoer (Java) en op een stoepa van Dhanyakataka, waar de Boeddha zijn oorspronkelijke leringen doorgaf. In de periode waarin, na hun verblijf in het verborgen rijk, de leringen van de Kalachakra terugkeerden in India (in de tiende eeuw), stonden de moslims op het punt het Boeddhisme op het subcontinent van India te elimineren. En dat is de voornaamste reden waarom deze tantristische leringen een korte periode van bloei hebben gekend in India. Desalniettemin was er een hernieuwde ontwikkeling in Tibet, waar het tantrisme niet alleen bloeide, maar tot in het huidige tijdperk onderwezen en gepraktiseerd wordt. De leer heeft zich zelfs tot in het westen verspreid. Hier in het westen is de initiatie in de Kalachakra overgedragen door grote meesters van het Tibetaanse Boeddhisme, zoals de Dalai Lama, Kalu Rinpoche, Lopön Chetchu Rinpoche en Sakya Trizin Rinpoche.
de eeuw de Portugezen Joao Cabral en Estevao Cacella een spoor zochten dat naar China leidde. Toen ze door Tibet trokken, hoorden ze gepraat over een occult rijk dat ze "Xembala" noemden. Twee eeuwen later heeft een andere Katholieke missionaris genaamd abbé Huc een andere versie van de Shambala-mythe neergepend. Aan het einde van de negentiende eeuw begon het westen de legende van dit rijk uit te buiten. Zowel Rusland als Engeland namen deel aan wat het "Grote Spel" genoemd werd. Dat is een eufemisme voor de strijd tussen die twee supermachten om de hoogvlakten van Tibet met als doel de controle over een uitgebreide zone van Centraal-Azië. Tijdens deze donkere periode heeft een lama genaamd Dorjieff (Agvan Dorzhiev 1854-1938) zich in contact willen stellen met G.I. Gurdijeff, de beroemde Armeense meester (de schepper van de Vierde weg). Doordat hij gezien werd met Gurdijeff raakte hij alom bekend. Dorjieff was eigenlijk een Boeddhistische lama van boerenkomaf die fungeerde als diplomatieke vertegenwoordiger van tsaar Nicolaas de Tweede (hoewel sommige beweren dat hij zijn spion was) aan het hof van de drieëntwintigste Dalia Lama. Lam Dorjieff had de toestemming ontvangen om een tempel op te richten van 1909 tot 1915 gewijd aan de Kalachakra in Sint-Petersburg. Ook andere belangrijke personen uit het geteisterde Rusland aan het begin van de twintigste eeuw waren bekend met de mythe van Shambhala, zoals de kunstenaar en ontdekkingsreiziger Nicolas Roerich. Bezeten door de mythe van dit rijk, heeft Roerich menige expeditie georganiseerd om het te vinden. In een periode aan het einde van zijn leven maakte hij reclame voor wat later als het Roerich-pact bekend kwam te staan. Het symbool van het Roerich-pact was de vredesvlag. Het Roerich-pact is een internationaal verdrag waarin alle naties zichzelf verplichten het respect voor en
Tekst bij de foto 's: Boven: de historische Boeddha Shakyamuni gezeten op een lotustroon. Beneden: een schitterend beeld van de tempel van Boeroboedoer (Java). Als men verschillende Tibetaanse meesters moet geloven, zijn er nog enkele tekeningen van de Kalchakra-cyclus verborgen in deze tempel. Shambhala en het westen Shambhala begon in de westerse cultuur bekend te raken door de eerste Katholieke missionarissen die naar Centraal-Azië reisden om te proberen de inwoners van de verre streken tot het Christendom te bekeren. Uit documenten blijkt namelijk dat al in de zeventien-
27
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 32
Eerder duidde ik op de mogelijke verwantschap tussen de Friezen en de Feniciërs, die wellicht dezelfden zijn als de Fenni die eens Drenthe bewoonden. Belangrijk echter is dat zij volgens mij nauw betrokken waren bij de raketbasis (E.DIN) op de vlakte der Asen (AS.EN)… in Mesopotamië.
De herkomst van het Friesche Volk (deel IV)
De geschiedenis, zoals wij deze op school hebben geleerd, vertoont vele onduidelijkheden en hiaten. Dat kan ook niet anders omdat de geschiedschrijving, in met name onze streken, pas vrij laat is vastgelegd op perkament en in akten. De zondvloed heeft een enorme bres geslagen in de geschiedenis en collectieve herinnering van de mensheid en juist door die zondvloed krabbelde de sterk gedecimeerde mensheid uiterst langzaam weer overeind. Om een totaal verwoeste planeet weer te bebouwen, ja zelfs weer op te bouwen, was een geweldige opgave en inspanning. Dankzij de hulp van de goden, de Nephilim/Eluhim, zoals Zecharia Sitchin concludeert, wordt er stapsgewijs en met grote inspanning weer aan wederopbouw gedaan. Met name de oude steden in Mesopotamië, die allen door de vloed werden verwoest, worden allereerst herbouwd en wederom op dezelfde coördinaten. Dat was noodzakelijk omdat de aan- en afvoer van Gaia, maar ook van hun planeet gewaarborgd moest zijn voor hulp van buitenaf. Sitchin meent op basis van zijn onderzoek dat er tussen de 'pieken' van herrijzenis steevast 3600 jaren zitten, die een verwijzing zijn voor de hulp afkomstig van de planeet der goden. Elke cyclus van de passage van de planeet gaat gepaard met een opleving van de beschaving, cultuur, en ontwikkeling.
de leefwereld, na eerst honderden of zelfs duizenden jaren te hebben rondgezworven. Zoekend naar voedsel, naar drinkwater en een geschikte plek om te leven, trokken velen door Azië, Afrika en Europa. Langzaam maar zeker ging men vaste plaatsen bewonen en de jager en verzamelaar werden boeren en zij gingen gewassen verbouwen, vee telen en op een vaste plek wonen. De volgende stap was de stedenbouw, de ontwikkeling van een gestructureerde maatschappij en tenslotte het ontstaan van cultuur, in de vorm van toneel, liederen, poëzie en het schrift. Alles op zijn tijd en steeds met een tussenpoos van ongeveer 3600 jaren. Vaak vroeg ik mij af waarom men kleitabletten gebruikte en deze de oudste presentaties van het moderne schrift bevatten. Nu weet ik het! Het is vrij simpel, er waren geen computers meer, geen papierfabrieken en geen balpennen meer! Dat is flauw, zult u zeggen... maar in een totaal veranderde wereld, zonder steden, havens, vliegvelden, industrie en infrastructuur was de mens overgeleverd aan wat hij vinden en gebruiken kon en aan zijn vermogen tot aanpassen. Hoe zou het u vergaan als u na 10 maanden het luik van de ark opengooit? Wat gaat u dan doen? Dat dus het schrift ná de vloed als eerste verscheen in klei, komt eenvoudigweg omdat klei overal, maar dan ook overal, voorhanden was. En aangezien de Zon met haar kracht de klei kon bakken, kon de tekst bewaard blijven en zelfs meegenomen worden.
De eerste stappen na de vloed De grote vloot U kunt zich voorstellen dat de goden nà de vloed eerst over de planeet vliegen om naar leven te zoeken en om de schade in kaart te brengen. Kennelijk was er niet veel beschaving meer over. In de Kaukasus ontdekten zij een grote groep mensen die de ramp overleefd hadden dankzij een extreem groot schip (genaamd de ark, AR.KE = rood wenden, aak, A.KE = water wenden, bark, BA.AR.KE = balans rood wenden). Zo werd vanuit dit deel van de wereld opnieuw 'beschaving' geplant op Gaia. Met hulp van de guds/goden kon de mens stapsgewijs weer opklimmen. De hulp van de goden lijkt een vriendelijk gebaar, maar was pure noodzaak want de planeet der goden was voor 3600 jaren weg uit ons Zonnestelsel na de zondvloed. De goden moesten overleven totdat hulp geboden werd, zij moesten dus noodgedwongen samen met de mensheid die tijd overbruggen. Doordat de officiële wetenschap die zondvloed afdoet als een regionale overstroming, die zich beperkte tot Mesopotamië, ziet zij de opkomst van de mensheid vanuit het verre verleden tot nu toe als één ononderbroken opgaande lijn. Evoluerend van een primitief tot een buitengewoon beschaafd en intelligent wezen. Juist in dat beeld is het ontwaken van de mens relatief 'laat' ten opzichte van zijn aanwezigheid sinds enkele miljoenen jaren. Het is niet ondenkbaar dat de mens vóór de zondvloed al leefde in een complexe en technologische maatschappij, die de onze doet verbleken! Het is dus onjuist ons beschavingsniveau te relateren aan die laatste 5000 jaren waarvan bekend en zichtbaar is dat de mensheid zich begint te verheffen. Dat was toen men weer in staat was enige orde aan te brengen in
Evert-Jan Poorterman
Terug nu naar de hiaten en onduidelijkheden in onze geschiedenis. Het meest voor de hand liggende is meestal juist en de uitleg van zaken die via allerlei omwegen en constructies tot stand komt, beantwoordt meestal niet aan enige logica. Het geweldige werk van Sitchin, die kennelijk geluk had de juiste kleitabletten te treffen, heeft duidelijkheid opgeleverd en uit zijn onderzoek komt naar voren dat op een bepaald moment in de jonge geschiedenis van de mensheid (van nà de vloed) een conflict tussen de guds/goden van Egypte en Sumer leidde tot een atoomoorlog (zie deel I). Kennelijk wist een groep goden en Sumeru buitengewoon snel de plaats des onheils te ontkomen en duiken zij vervolgens op in centraal-Rusland, Finland, Estland en de Roemeense Laagvlakte. In onze geschiedenisboekjes lezen we hierover niets. Zelfs niet dat de Sumerische beschaving plotsklaps is verdwenen en de Sumerische Taal pas na 300 jaren deels weer opduikt in het Akkadisch. Zoals men niet precies weet waar de Sumeru zijn gebleven, zo weet men ook niet exact waar de Phoeniciërs/Feniciërs vandaan komen. Gemakshalve neemt men aan dat, omdat zij de laatste 1500 jaren de kusten van voor-Azië bewonen, dat zij daar ook vandaan komen. Dat moet wel, kun je zeggen, want Kanaän werd vroeger Kinana genoemd, wat 'rood land' betekent, dus er moet een relatie zijn. Anderen beweren dat zij komen van de westelijke kust van de Rode Zee en van wat wij nu kennen als Eritreya (afgescheiden van Ethiopië). Dat zou inderdaad kunnen, ik wil dat niet bestrijden, maar zoek naar een andere herkomst!
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 33
Wij zullen die naamgeving en de oorsprong van de verwantschap met de kleur rood elders moeten zoeken. Zelf denk ik dat, zoals ik al eerder schreef, dat we het moeten zoeken in hun rode haar ('rode manen' in plaats van rode mannen!) en in hun bleke, blanke huid (wordt erg rood als je veel in de Zon zit). De Kelten, Finnen en Friezen zijn allemaal voormalige Sumeru die zich eeuwen na hun vlucht uit Sumer en Akkad verzamelen in noordwestelijk Europa. Zij zijn verwant aan de Nephilim/Eluhim die withuidig zijn, tegen transparant aan, omdat zij van een duistere planeet komen en derhalve weinig pigment in hun vel hebben. De grote vloot, die rond 1800 voor onze jaartelling vanuit Estland en Finland wegvoer, strand op de kusten van de lage landen en een groot deel van de vloot trok verder. Freya, godin der Vrijen (Freya's Volk), gaf de Friezen hun leefregels en wetten ('hare tex' genoemd) en al die wetten werden vastgelegd en aangebracht op de muren van de hoofdburght der Friezen, Den Burght op Texland (Texel). Van hieruit bestuurden zij het enorme nieuwe gebied en verrezen overal nieuwe burghten zoals Stavia (Stavoren), Medeasblik (Medemblik), Aldergaburght (Alkmaar), Lydasburght (Leiden), de Slavenburght, nu een stadsdeel van Leiden, De Domburght (Domburg), Burght Haamstede, de Middelburght op Walhallagara (Walcheren) en veel meer. Uit het 'Oera Linda Boek' kunnen we opmaken dat met name de Middelburght ongeveer in 1630 voor onze jaartelling werd gebouwd en de burghtmaagd was Minerva (mijne erven), die mogelijk dezelfde is als Nyhelennia (haar bijnaam was 'nieuw helder' - nyhelle). De burghtmaagd van de Flyburght was Syrheed (wat mij doet denken aan het Friesche 'sirre' of sire, wat ‘heet’ betekent. Syrheed zou dus een driftkop kunnen zijn). Haar bijnaam was Kålta, wat op haar Keltische achtergrond kan duiden. Zij was ietwat jaloers op Minerva en wilde ook aanzien hebben. Zij droeg in haar vaandel de Haan en Minerva een Hond en een Uil.
Minno langs de kusten van Europa zuidwaarts voeren en uiteindelijk het Middellandse Zeebekken verkenden. Inka is IN.KA, wat 'intense opener' betekent, hij was een ware pionier, een ontdekker. Helaas werd nooit meer iets van hem vernomen, tenzij de Inca's in Zuid-Amerika verwanten zijn! Jon vestigde zich met zijn Volk op wat wij nu de Ionische eilanden noemen en Minno nestelde zich op Kreta. Zij zijn de proto-Feniciërs, verwant aan anderen zoals de Fenni die werkten op de raketbasis en de Finnen en Friezen - allemaal voormalige vluchtelingen uit Mesopotamië. De benaming Phoeniciërs of Feniciërs heeft volgens mij te maken met de wind. Fenni is PE.HE.EN.NI/PE.HE.EN.I of PE.HE.NI, wat ongeveer neerkomt op; 'persen hevig kolkende wolken' en 'de essentie van deze heren is dat zij zich heftig drukken'... Zeevaarders die dankzij de 'kolkende wolken', de wind dus, zich een weg banen door het ruime sop. Ziehier de overeenkomst van wat wij nu weten van de Phoeniciërs. Jean Mazel, Frans onderzoeker en schrijver, schrijft in zijn boek 'De Feniciërs', dat “Nadat zij waren geëmigreerd, zij voor het eerst beschikten over flinke stukken grond, waar zij sinds de oertijd 'overerfde' kwaliteiten als landbouwers konden combineren met hun aangeboren ondernemingslust”! Mazel doelt hier eigenlijk op de Himyarieten die zich settelden op de kust van NoordAfrika (later pas in de tijd van Carthago). Hij gaat er vanuit dat zij komen uit het zuidelijk deel van het Arabische schiereiland, wat wij nu kennen als Yemen. Hij kon destijds niet weten wat Sitchin naar voren zou brengen en hij heeft waarschijnlijk nooit van het 'Oera Linda Boek' gehoord. De opmerking van Mazel kan zomaar slaan op de Sumeru en de Friezen (Nederlanders). Hij schrijft verder: “Het waren uitmuntende scheepsbouwers, maar ook meesters in het aanleggen van havens en dijken (deden al aan inpolderen). Bovendien hadden de Feniciërs een geweldige maritieme kennis en pasten zij astronomie toe”! Onafhankelijkheid
De grote vloot werd aangevoerd door Jon, Inka en Minno, die zeekoningen worden genoemd, wat waarschijnlijk te vergelijken is met de titel of functie van Admiraal (vlootaanvoerder). Admiraal Inka verkoos het om de Oceaan over te steken, terwijl Jon en Minerva
De Feniciërs waren dus uitstekende landbouwers en veetelers, beschikten over een ondernemingslust en handelsgeest, bouwden geweldige schepen, hadden enorme maritieme kennis, polderden land in en waren meesters in het bouwen van (strategische) havens. Ik krijg er kippenvel van, want ik zie voor mijn geestesoog de geweldige Sumerische beschaving en een overeenkomst met de Friezen in Noordwest-Europa (de Dietsen/Dutch/Duitsers). Ja hoor, hoor ik u zeggen, gaat dat niet wat ver? Helemaal niet! Wijlen Dirk Hoekstra (1973) uit Haarlem was zeer geïnteresseerd in de geschiedenis van zijn stad. Hij was referendaris bij de dienst 'economische zaken' van de gemeente Haarlem en had de mogelijkheid de geschiedenis van Haarlem te onderzoeken en meer dan 25 jaren bestudeerde hij de naamgeving van de Friese steden in Noord-Holland. Wat hem opviel was dat zowel de Semitische als de Indo-Germaanse Talen terug te vinden waren in de naamgeving, in met name Haarlem. Ook zag hij Semitische invloed op de Oud-Friesche Taal. Hij concludeerde dat de Feniciërs niet alleen onze kusten bezochten, maar mogelijk hier ook nederzettingen hadden gesticht. Hoe konden die Semitische woorden anders terecht zijn gekomen in de Friesche gebieden? Hij ontdekte in de oude stadsplattegronden, van met name de Westfriesche steden, een vaste structuur. De vijfpuntige ster, het Pentagram paste op dat stadspatroon en meestal werd zo'n stad gebouwd op de coördinaten van een grote en een kleinere pentagram. Zo werd de stad ingedeeld, alles op zijn vaste plaats en gescheiden van elkaar (zie volgend deel). De onderzoeker Sabatino Moscati en curator/archeoloog Dimitri Baranki, beiden Italianen, menen dat de Zeevolken omstreeks 1200 voor onze jaartelling of eerder de kusten van
33
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 35
Area 51: in het hart van de Amerikaanse woestijn ligt de meest geheime basis ter wereld – althans, een “bekende” geheime basis. Wat wordt er voor ons verborgen gehouden?
De ontmythologisering van Area 51
Het is een publiek geheim: de bekendste boven- en ondergrondse testfaciliteit van Amerika, in Nevada, verdient het nauwelijks om met meer achterdocht te worden bekeken dan normaal gebruikelijk is, wanneer het om clandestiene militaire werkzaamheden gaat. Verhalen, beweringen en theorieën die Area 51 in verband brengen met buitenaardsen, kregen het de afgelopen jaren zwaar te verduren. Zelfs onder deskundigen met kennis van zaken aangaande de geheime militaire installaties, die de mogelijke uitwisseling van technologische kennis tussen de UFO inzittenden en ons militaire apparaat op een gegeven moment niet geheel uitsloten, is het tegenwoordig steeds minder in zwang een romantische, avontuurlijke of ongewone uitleg te geven aan de raadselachtige lichten die men onder gunstige omstandigheden waar kan nemen aan het nachtelijk firmament en de andere verschijnselen die de geruchtencarrousel meer dan tien jaar draaiende hield. Het tijdschrift UFO sprak met zowel een voormalige als een huidige expert op het gebied van de onderzoeken, experimenten, proeven en testprogramma’s die in Area 51 de revue passeren. De conclusies die uit dit gesprek getrokken kunnen worden laten aan duidelijkheid niets te wensen over. ‘Overheidswaakhond’ Norio Hayakawa bestiert het “Burger Comité Overheids Toezicht’, dat hij omschrijft als “een losjes georganiseerde groep informatie verzamelaars en -onderzoekers die onderling hun kennis en inlichtingen met betrekking tot de zogenaamde ‘Black Projects’ uitwisselen.” Het afgelopen decennium heeft de groep zich uitsluitend geconcentreerd op Groom Lake (Groom Lake bestrijkt een gebied dat ongeveer even groot is als Zwitserland- red. Frontier). Hayakawa beheert ook een website over Area 51. “Het is ‘s werelds grootste informatiebron op dit gebied”, beweert hij. In 1989 bezocht hij Groom Lake voor het eerst. Hayakawa begeleidde toen een Japanse televisieploeg. Sindsdien heeft hij zich in het onderwerp vastgebeten. Niets wereldschokkends In 1990, een jaar voordat Hayakawa ten tonele verscheen, zocht natuurkundige Bob Lazar de publiciteit met zijn dramatische beweringen dat hij deel had uitgemaakt van een wetenschappelijk
Norio Hayakawa
team dat de opdracht had gekregen de buitenaardse technologie van een buitgemaakt ruimteschip na te maken in Area 51. Hayakawa, die Lazar verschillende keren heeft ontmoet, is daar nog steeds niet van overtuigd. ”Er is nog steeds geen enkel natuurwetenschappelijk, tastbaar bewijs, van de feitelijke juistheid van Lazars beweringen. Maar ik hou me daar eigenlijk niet zo mee bezig; ik ben meer geïnteresseerd in de basis zelf en de vraag of onze belastingcenten aan fatsoenlijk onderzoek worden besteed.” Eigenlijk verwerpt Hayakawa zelfs de voorzichtigste toespeling op buitenaardse betrokkenheid. “Dat is een dekmantel die zowel bewust als onopzettelijk werd aangedikt om later dienst te kunnen doen als dankbaar mikpunt van spot en hoon en waar de toeleveringsbedrijven van het leger c.q. ‘defensie’ handig gebruik van hebben gemaakt om de aandacht af te leiden en de kans te verkleinen dat men de basis aan een kritisch onderzoek zou onderwerpen. Wat er in werkelijkheid plaatsvindt is het onderzoek naar en de ontwikkeling van een nieuwe generatie met luchtvaartelektronica geïntegreerde wapensystemen. En natuurlijk worden er veelsoortige onderzoeksprogramma’s ontwikkeld en uitgevoerd door specifieke bedrijven en legeronderdelen, die daar al meer dan vijftien jaar werken op enorme, op afstand bestuurbare, hightech platformen. Er is niets dramatisch of ongewoons aan wat zich daar afspeelt. Het is essentieel onderzoek dat onderdeel uitmaakt van het defensiebudget. Er gebeurt niets wereldschokkends. Het heeft betrekking op zaken als de volgende generaties Stealth, onderzoek en ontwikkeling van electro-chromatische panelen en verbeteringen in radar detectie systemen.” Hayakawa vertelt dat de vele waarnemingen van schotelvormige en driehoekige UFO’s in de omgeving van Groom Lake, kunnen worden toegeschreven aan testvluchten van onbemande, computergestuurde vliegtuigen. Deze prototypen worden UAV’s (Unmanned Aerial Vehicles) en UCAV’s (Unmanned Combat Aerial Vehicles) genoemd. “De luchtmacht heeft de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker het vizier gericht op de ontwikkeling van deze op afstand bestuurbare modellen.” Aangenomen dat er geen buitenaards aspect zit aan de werkzaamheden in Area 51; wat te denken van de speculaties en vermoedens dat er sprake is van een samenzwering met een ‘Aards’ gezicht? ”Ik onderschrijf geen enkele complottheorie in het
35
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:29
Pagina 36
een speciale afdeling bevindt, The EG&G Terminal, vanwaar elk half uur ongemarkeerde 737’s opstijgen, die arbeiders naar Groom Lake vliegen. “Sommige arbeidskrachten overnachten er twee of drie dagen. Daarom zijn er minstens twintig slaapzalen.” ”Er bestaan een hoop misverstanden over de basis. Zo denken mensen bijvoorbeeld dat er iets geheimzinnigs aan de hand is en de bewakers dodelijk geweld gebruiken, maar dat is een leugen. Er is niets geheimzinnigs aan deze locatie. De bewaking is uitbesteed aan een privé-bedrijf, dat zijn werknemers zeer slecht betaald. Er was kortgeleden zelfs een staking voor hogere lonen. Er is dus geen militair bewakingspersoneel omdat het geen militaire basis is”, aldus Hayakawa (Dit in naam particuliere bewakingsbedrijf maakt deel uit van een holding company - moedermaatschappij - die te herleiden is naar een bedrijf dat deel uitmaakt van de Carlyle Group- red. Frontier). Als onderdeel van zijn “watchdog’ inspanningen betreffende Area 51, leidt Hayakawa een jaarlijks evenement; The People’s Rally , een openbare protestbijeenkomst die plaatsvindt in de buurt van de basis. Dit protest is niet bedoeld om de overheid te dwingen openheid van zaken te geven over wat het weet over UFO’s, maar om de klachten van voormalige werknemers en hun families te ventileren, die beweren dat ze geen toereikende schadeloosstelling hebben gekregen voor het letsel en de problemen met hun gezondheid die ze hebben opgelopen tijdens hun werkzaamheden op de basis. Satellietopname van Area 51 Glenn Campbell bijzonder,” zegt Hayakawa. “Ik ben gewoon een samenzweringsdeskundige die het effect van complottheorieën bestudeert en de manipulatieve wijze waarop deze theorieën door bepaalde groeperingen worden gebruikt ten behoeve van hun eigen agenda’s of om er de aandacht juist van af te leiden.” Dagelijks leven op de basis Ondertussen gaat het dagelijks leven op de basis gewoon door. Het laatste bezoek dat Hayakawa aan het gebied bracht dateert uit september 2001. “De basis is volop in bedrijf”, zegt Hayakawa. “Er staat een nieuwe brandstoftank en er zijn een paar nieuwe gebouwen bijgekomen. Naar schatting werken er tussen de 1800 en 2300 mensen, dus men is er behoorlijk druk bezig.” Een andere relatief recente ontwikkeling, was de overname van een van de basis’ grootste aannemers, EG&G (Edgerton, Germeshausen & Grier), door de Carlyle Group (Aan het hoofd van de Carlyle Group staan o.a. ex CIA onderdirecteur Frank Carlucci, ex Secretary of State James Baker en ex president George Bush. Tot voor kort onderhield de Carlyle Group nauwe zakelijke banden met de familie van Osama Bin Laden- red. Frontier). Ook zijn er nog wat kleine veranderingen aangebracht. “De bouw van een nieuw onderkomen voor het bewakingspersoneel is net voltooid”, vertelt Hayakawa. “De noordelijke toegangspoort heeft er een bewakerskeet bij gekregen. De witte Cherokee Jeeps zijn vervangen door Ford F150’s. Ook is er sprake van dat de weg naar Groom Lake geasfalteerd gaat worden. Er vliegt nog steeds een dozijn vluchten per dag om technisch en bewakingspersoneel van Las Vegas’ McCarran Airport naar de Groom Lake basis te brengen. Het is slechts vijftien minuten vliegen van McCarran naar Groom Lake en er is geen afname van het aantal vluchten. Ook het aantal geparkeerde auto’s bij de EG&G terminal blijft gelijk. Hier kan men dus uit afleiden dat alles bij het oude is gebleven en de werkzaamheden rond Groom Lake absoluut geen afname vertonen.” Hayakawa vertelde dat zich aan de westkant van McCarran Airport
36
Het beeld dat ons door Hayakawa wordt voorgespiegeld over Area 51 laat weinig heel van de UFO mythe en waas van geheimzinnigheid die rond de basis is geschapen. Zelfs Glenn Campbell, die al vele jaren de beweringen omtrent buitenaardse betrokkenheid bij de basis onderzoekt, bekijkt de zaken tegenwoordig vanuit een ander perspectief. Ooit werd Campbell beschouwd als de deskundige bij uitstek inzake Area 51. Zo stond hij o.a. aan het hoofd van het Area 51 Research Center en was hij de auteur van de Area 51 Viewer’s Guide en een nieuwsbrief genaamd The Groom Lake Desert Rat. Campbell heeft jarenlang informatie verzameld en verspreid over de basis en wees mensen die de basis vanaf hoger gelegen plekken wilden bespieden, de weg door het gebergte rond Area 51, dat later, uit veiligheidsoverwegingen, ook onderdeel van de basis werd. Hij woonde een tijdje in een caravan in het trailerpark bij het plaatsje Rachel (Nevada) dat nogal in de publiciteit kwam toen de eerste verhalen over Area 51 naar boven kwamen drijven. Uiteindelijk verloor Cambell zijn interesse in het onderwerp. “In de grond van de zaak hebben mijn vrienden en ik ongeveer alles Glen Campbell probeert het geheim rond Area 51 op te helderen.
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:30
Pagina 38
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:30
Pagina 39
Op 25 januari was het dan eindelijk zover: de eerste boekenwinkel van de Frontier Sciences Foundation (FSF) opende officieel zijn deuren in de Eerste Bloemdwarsstraat in het hart van Amsterdam. Brad Pitt, die op een steenworp afstand van de winkel een appartement in de Amsterdamse Jordaan schijnt te bezitten, werd gevraagd de eigenlijke opening te verrichten. Filmopnamen in Mexico gooiden roet in het eten (wat een slap excuus!). En dus verrichtten een groot aantal vooraanstaande medewerkers van Frontier, deze historische daad zelf maar. En niemand die het nog over Brad Pitt had…
Unieke Frontierwinkel officieel geopend
Sinds de oprichting van de Frontier Sciences Foundation heeft deze stichting, die zich tot doel heeft gesteld informatie op het gebied van de grenswetenschappen te verzamelen en te verspreiden, een indrukwekkende groei doorgemaakt. Binnenkort verschijnt het blad Frontier Magazine in kleur en worden via Frontier Publishing de meest interessante boeken uitgegeven. En nu bestaat er dus ook een heuse Frontier Bookshop. Deze winkel biedt naast een keur aan boeken op het gebied van grenswetenschappen en New Age, talloze interessante video’s, tijdschriften en verrassende decoratieve elementen. Een unieke winkel, want nergens anders in Nederland treft de geïnteresseerde grenswetenschapper een dergelijke verzameling aan. De opening Alhoewel in december, vlak voor de kerst om precies te zijn, de winkel al geopend werd voor het publiek, vond de officiële opening op 25 januari om twaalf uur ’s middags plaats. Tal van direct betrokkenen, Frontier VIP’s om het zo maar eens te zeggen, waren aanwezig om het bereiken van deze mijlpaal in de geschiedenis van de FSF mee te vieren. Daaronder Bert Janssen, die vorig jaar tijdens het symposium de eerste Frontier Award uitgereikt kreeg,
Robert Boerman, wiens boek Graancirkels, Goden en hun Geheimen het eerste werk was dat door Frontier Publishing uitgegeven werd, Chandani, Bas Meijer, Maurits Enthoven, die als de pioniers van de Frontier Bookshop beschouwd kunnen worden, Lucas van der Linde van sponsor Lucas Verlichting en tot slot Filip Coppens, Herman Hegge en Niels Brummelman van het tijdschrift Frontier Magazine. Toen het Hoge Woord er eenmaal uit was en de winkel daadwerkelijk ‘open for business’ ging, vloeide de champagne rijkelijk. Menig voorbijganger liet zich door de vrolijkheid verleiden en kwam voor het eerst in z’n leven een kijkje nemen in deze bijzondere winkel. En als het aan ons ligt zal het zeker niet de laatste keer zijn! Want alhoewel we ons zeer goed kunnen voorstellen dat de nodige jubel en jolijt aanstekelijk werkt, de inhoud van de winkel spreekt voor zichzelf en dient door eenieder die oprecht geïnteresseerd is in de grenswetenschappen minstens eenmaal in zijn leven aanschouwd te worden! Dus waar wacht u nog op? Pak de fiets, de auto of het openbaar vervoer en ontdek de wereld die zich achter de deur van de Frontier Bookshop schuilhoudt! Het kan uw beste beslissing van het jaar zijn… Frontier Bookshop Eerste Bloemdwarsstraat 15 hs 1016 KR Amsterdam Tel: 020 3309151 Openingstijden: dinsdag tot en met zaterdag 11-18 uur
Niels Brummelman
39
fr0902_2009.qxd
40
10-06-2009
07:30
Pagina 40
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:30
Pagina cov3
fr0902_2009.qxd
10-06-2009
07:31
Pagina `cov4