Rockies traverse

Page 1

N 01 | lente 2015 o.

extreem

tekst: yvonne dudock | beeld: jody macdonald

Paragliden over Canadese Rockies

Will Gadd en Gavin McClurg deden wat nog nooit iemand had gedaan: per paraglider de Canadese Rockies oversteken. Achttien dagen en ruim 800 kilometer vliegen over Noord-Amerika’s onherbergzame en ruige wildernis. Gavin McClurg blikt terug. Ruim 800 kilometer paragliden over de Canadese Rockies, hoe verzin je het? ‘Niemand had ooit zo’n tocht gemaakt, het zou een recordpoging zijn. In eerste instantie zou ik het samen met Nick Greece doen, maar hij moest vlak voor vertrek met een gebroken enkel afhaken. Ik wilde per se doorzetten, maar niet alleen. Iemand suggereerde Will Gadd. Ik kende hem van naam, hij is een groot sportman. En ik wist ook dat een vriend van hem een paar jaar terug een zwaar paragliding-ongeluk had gehad waarbij hij zijn armen en benen had verloren en dat Will daarna uit beeld verdween. Ik wist toen ik hem belde niet eens of hij nog wel vloog.’

072

073


extreem

CANADA Mc Bride Mount Robson

Canadese Rockies

Kinbasket Lake

Alberta Banff Calgary

British Columbia

Gavin McClurg.

Will Gadd.

De recordpoging Wie: Gavin McClurg (42) en Will Gadd (47) Doel: per paraglide de Canadese Rockies oversteken Afgelegde afstand: ruim 800 kilometer Aantal dagen: 18 dagen Gouden regel: alle voorwaartse beweging moest vliegend zijn. Dat betekende hoog op een berg landen, op die plek de tent opzetten en de volgende ochtend Klaar voor de volgende vlucht.

Je kende Will dus niet persoonlijk. Moet je elkaar voor een expeditie als deze juist niet heel goed kennen en blind op elkaar kunnen vertrouwen? ‘Zeker, zeker. Natuurlijk controleerden we elkaars referenties, maakten we ieder onze afweging. Maar we beschikten allebei over de juiste vaardigheden voor deze expeditie, dat moest gewoon goed uitpakken. We zijn wel heel verschillend; Will is de realist, ik de eindeloze optimist. We waren het dan ook niet altijd eens, maar terugkijkend moet ik toegeven dat Will het vaak bij het rechte eind had. Misschien vulden we elkaar juist door die verschillen goed aan.’ Hoe zag je voorbereiding eruit? ‘Will oefende veel top­ landingen. Dat is een heel andere vaardigheid dan landen op een weiland in een dal. De wind is sterker, de landingsplaats is steil en klein, vaak niet meer dan een richel. Zelf was ik al enige tijd in training voor de Red Bull X-Alps. Dus veel hike and fly, met je hele uitrusting naar boven lopen en vervolgens naar beneden zweven. Fysiek zat het dus wel goed, het inpakken was een heel ander verhaal. Daar ben ik bijna drie weken mee bezig geweest. Steeds weer spreidde ik alles uit, puzzelde waar ik een paar gram kon kwijtraken.’ Wat maakte het tot een echte recordpoging? ‘De Rockies zijn al meerdere keren door backpackers doorkruist en lopen met de paraglider op je rug is niet veel anders dan backpacking. Onze gouden regel was dat alle voorwaartse beweging vliegend moest zijn. Dat betekende hoog op een berg landen, daar onze tent opzetten en de volgende dag vanaf diezelfde plek weer

074

gekenmerkt wordt door slecht weer. We zagen de berg liggen en móésten er heen. Daarna pakten we de route weer op, landden hoog op een vlakte en zetten onze tenten op. Maar op andere dagen haalden we vaak niet meer dan tien, vijftien, hooguit dertig kilometer.’

Overnachten op grote hoogte.

vertrekken. Naar beneden, naar boven en terug lopen mocht, maar afstand afleggen voor de recordpoging moest altijd vliegend gebeuren. Vol bivouac of vol bivy in de puurste vorm. Dat had écht nog nooit iemand gedaan.’ Het weer was de eerste dag goed, jullie gingen als een trein. ‘Allereerst moesten we al voor vertrek onze route aanpassen. In British Columbia woedden veel bosbranden waar we niet overheen konden vliegen. We vertrokken nu van McBride naar de Amerikaanse grens, een tocht van hemelsbreed 700 kilometer. Dat lijkt niet veel. Zo staat het record van de langste dagvlucht, 240 km, op mijn naam. Drie van die vluchten en we zouden er al zijn. Maar dat was absoluut niet het geval. De eerste dag was verreweg de beste, we legden met gemak 130 kilometer af, inclusief een d-tour naar Mount Robson. Het was zo helder, terwijl die hoek van de Rockies juist

Waar lag dat aan? ‘Een aantal factoren, zoals het weer en de rook van de bosbranden. Die kwam soms plotseling aan­ waaien, geen pretje. Je ademt continu rook in, je kunt de grond niet of slecht zien. De tweede dag vlogen we slechts drie kilometer. We konden niet starten, dan weer wel, maar moesten door de slechte omstandigheden weer snel landen. Dat ging zo een paar dagen door.’ Dat klinkt niet heel bemoedigend… ‘We hebben ook goede dagen gehad hoor, onze langste vlucht was 160 kilometer. Maar ja, die andere dagen. Zo raakte ik bij Kinbasket Lake Will kwijt. Het is sowieso moeilijk om samen te blijven. Je begeeft je in een vierdimensionale wereld, waar je het belangrijkste – de wind – eigenlijk niet kunt zien. Je moet thermiek zoeken, pakken en omhoog cirkelen, dan eruit zweven om afstand af te leggen en weer opnieuw thermiek zien te vinden. Indi­ vidueel kun je veel grotere afstanden maken, maar soms zit de een vast in een canyon, is er een dwarrelwind of kan je geen goede thermiek vinden. En het was daar zo ongelofelijk on­ herbergzaam dat we voor de veiligheid wel op elkaar wachtten. Maar die dag duwde de wind ons steeds verder de bergen in, weg van onze route. Will kon eruit komen, en ik uiteindelijk

vanaf dat landingspunt weer vertrekken.

ook, maar toen hing ik op slechte plek boven een gletsjer. Ik kon niet anders dan landen, crashen eigenlijk. Mijn hele gezicht lag open. Voordat ik weer op een goede startplek was, was Will al zeker twintig kilometer verder. Bovendien werd het donker en kon ik niet meer vliegen. We moesten apart ons kamp opslaan. Will bij het meer, ik bovenop die berg.’ En toen? ‘Radiocontact was niet mogelijk, we waren te ver uit elkaar. Gelukkig hadden we allebei een Delorme Satellite Tracker waarmee we ook berichten konden sturen. Normaal ben ik huiverig voor dat soort contact, Whatsapp, Facebook, maar nu was ik zo blij dat ik een berichtje kon sturen.’ De volgende dag ging het beter? ‘Het was echt zo’n dag waarop je níét wilt vliegen, maar ik besloot het risico te nemen om weer bij Will te kunnen zijn. Dat is wat de tocht vooral zwaar maakte, het mentale aspect, niet het fysieke. Veel paragliders hebben ook last van de alien world. Vliegen ziet er heel relaxed uit, maar dat is het niet. Je bent continu bezig met sturen, berekenen, zoeken. Het is als een rollercoaster, je hangt nooit stil, je schudt naar links, rechts, omhoog en omlaag. Zolang je in de lucht bent, denk je dat het goed gaat, dat je alles onder controle hebt. Maar zodra je landt, ben je mentaal zo uitgeput, je hersenen werken nog maar vijf procent. Je kan nog geen twee en twee bij elkaar optellen. Die dag dat ik bij Will landde, zat ik in die alien world. Het moet er hilarisch hebben uitgezien: ik zette iets neer, draaide me om en wist niet wat ik had gedaan. Ik kon mijn schoenen niet eens losmaken. De vier dagen bij het

075


extreem Boven op een berg landen was dus het ideaal? ‘Eigenlijk wel. Die dag dat we bij het meer vertrokken moesten we om vijf uur ’s ochtends opstaan om de 1700 meter naar boven te hiken. Een klim van zes uur, dat wil je niet iedere dag. Maar hoog op een berg overnachten was ook niet alles. We hebben veel zomerstormen met onweer en bliksem gehad, waarbij we regelmatig naar beneden moesten rennen om dekking te zoeken. En hoe verder de reis vorderde, hoe slechter het weer werd. Het werd ook kouder, met af en toe zelfs sneeuw. Als we cloudbase (bovenin de thermiek, red.) vlogen, hadden we alles aan wat we bij ons hadden: dikke donsjassen, balaclava, skihandschoenen.’

Nietig tussen de immense rotsen en bergtoppen.

meer, waar we door het slechte weer vastzaten, hadden we echt nodig om te herstellen.’ En dan zit je daar midden in de wildernis. Of was er nog enige vorm van civilisatie? ‘Absoluut niet. Voor veel mensen is het moeilijk voor te stellen hoe niet-geciviliseerd de bergen kunnen zijn. Het is echt een wildernis vergeleken met bijvoorbeeld de Alpen waar we ook vliegen. Er waren geen wegen, geen huizen, geen boten, er was helemaal niets. Alleen beren. Heel veel beren. Er kon zomaar ineens een nieuwsgierige grizzly bij onze tent staan. We hadden dan ook de nodige beerspray bij ons. Er zijn ook regels die je niet breekt. Een is dat je nooit over terrein vliegt waar je niet kunt landen. Je moet een noodplan hebben, je hebt immers geen motor die je even aan kunt zetten. Het grootste deel van de tocht vlogen we uren over terrein met weinig “gezonde” landingsopties: heel veel hoge bomen waar je niet in wilt vastraken. Uiteindelijk braken we alle regels zo vaak, dat het onze standaard werd.’

076

Na achttien dagen voltooiden jullie de tocht. Hoe kijk je terug? ‘Eigenlijk wilde ik niet dat het zou eindigen. Die 800 kilometer waren zo ongelofelijk mooi. Ik woon in de bergen, ben er opgegroeid, maar wat we zagen was de onbekende kant van de parken, zo overweldigend mooi, groots en indrukwekkend. Het was ook het meest beangstigende en risicovolle wat ik ooit heb gedaan, maar tegelijkertijd belichaamde het ook alles waar ik in deze sport van houd.’

A


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.