LEREN VAN BRAND Een decennium brandonderzoek in uitvoering
4
Brandweer Flevoland
Inhoud Voorwoord 7 Brandonderzoek, een inleiding 8 De brandonderzoekers 10 Casussen 13 Woningbranden Casus 1: Parkwijklaan Almere 15 Casus 2: Trompettershof Swifterbant 16 Casus 3: Blankenhammerweg Luttelgeest 17 Casus 4: Florijn Dronten (zonnepanelen) 18 Casus 5: Velsenpad Almere 19 Casus 6: Sterrekruid Zeewolde 20 Casus 7: Noorderbocht Ens 21 Casus 8: Hermelijnweg Almere 22 Casus 9: Rietmeent Almere-Haven 23 Casus 10: El Grecostraat Almere 24 Casus 11: Zeistpad Almere 26 Casus 12: Wijngaard Lelystad 28 Casus 13: Lange Nering Emmeloord 30 Casus 14: Horst Lelystad 32 Casus 15: Kampstraat Hilversum 34 Casus 16: Nacontrole woningbrand Huizen 36 Casus 17: Naarderstraat Hilversum 37 Casus 18: Sparrenlaan Hilversum 38 Casus 19: Meerkade Muiderberg 39
Brand in bedrijfspanden Casus 20: Houtwijk Dronten 42 Casus 21: Kempenaar Lelystad 43 Casus 22: Kinderdagverblijf Wisentweg Dronten 44 Casus 23: Europalaan Emmeloord 45 Casus 24: Griend Urk 46 Casus 25: Neuweg Hilversum 48 Casus 26: Nieuwe Vaart Bussum 50
Overige branden Casus 27: Schuurbrand Oosterringweg Luttelgeest Casus 28: Autobrand Zuiderkader Emmeloord Casus 29: Begeleid wonen-complex Schoener Lelystad Casus 30: Winkelcentrum Lelycenter in Lelystad Casus 31: Complexbrand Odeonstraat Almere
52 53 54 56 58
Casus 32: Saunabrand vakantiecomplex Slingerweg Zeewolde
62
Delen van kennis en ervaringen
64
Incidentverslagen 64 Verslag 1 Woningbrand na gasexplosie Grote Fok Urk Verslag 2 Schuurbrand Duikerweg Zeewolde Verslag 3 Schuurbrand Klutenpad Creil Verslag 4 Schuurbrand Zwijnsweg Ens Verslag 5 Winkelbrand Weverstraat Lelystad Verslag 6 Industriebrand Schulpengat Urk
66 68 70 72 74 76
Nawoord 78 Begrippenlijst 79 Brandweer Gooi en Vechtstreek
5
Foto commandant
6
Brandweer Flevoland
2014
Voorwoord Ongeveer een decennium geleden deed brandonderzoek zijn intrede in onze regio’s. Een paar collega’s volgden de opleiding tot brandonderzoeker en startten op kleine schaal met het doen van onderzoek naar branden. Door het doen van brandonderzoek ontstond meer inzicht in het ontstaan van brand, maar ook in het brandverloop. De onderzoeken leverden informatie op die waardevol bleek voor verzekeraars, politie, gemeentes, maar ook voor onze eigen organisaties. Zo resulteerde brandonderzoek bijvoorbeeld in adviezen aan afdeling Risicobeheersing over het gebruik van bepaalde materialen. In de afgelopen jaren is brandonderzoek binnen brandweer Flevoland en Gooi en Vechtstreek verder geprofessionaliseerd. De twee regio’s werken steeds intensiever samen en maken veel gebruik van elkaars kennis en expertise. Bovendien werken de brandonderzoekers binnen een landelijk netwerk waarin veel aandacht is voor het ontdekken van trends en het inspelen op actuele ontwikkelingen in de samenleving zoals de energietransitie. We zijn trots op de ontwikkeling die brandonderzoek in onze regio’s heeft doorgemaakt. De onderzoeken en bevindingen van de brandonderzoekers bevatten belangrijke lessen. Door deze lessen en inzichten met elkaar te delen in de vorm van dit boek, kunnen we ons werk steeds beter en slimmer doen. Dat is belangrijk voor de mensen en dieren die we helpen, maar ook voor onze eigen veiligheid! John van der Zwan Brandweercommandant Flevoland en Gooi en Vechtstreek
Brandweer Gooi en Vechtstreek
7
Brandonderzoek, een inleiding Hoe het allemaal begon… In 2006 verdiept de brandweercommandant van Apeldoorn zich voor een afstudeerscriptie in het begrip ‘brandonderzoek’. Op basis van zijn onderzoek komt hij tot de conclusie dat brandonderzoek veel kennis oplevert. Deze kennis maakt het mogelijk andere branden te voorkomen, trends te ontdekken en interne processen te verbeteren. Twee jaar later starten daarom zes regio’s met een brandonderzoekpilot. Deze pilot slaat aan en andere regio’s volgen. In 2012 start Flevoland met brandonderzoek en in 2014 volgt Gooi & Vechtstreek. Nieuwsflitsen en incidentverslagen: de basis van dit boek Inmiddels bestaat het Team Brandonderzoek in Flevoland en Gooi & Vechtstreek uit in totaal zes personen (2021). Samen onderzoeken zij tussen de 20 en 40 branden per jaar. Het onderzoeken van een brand duurt bij elkaar ongeveer 10 uur. Hiervan zijn de brandonderzoekers ongeveer een halve werkdag kwijt aan onderzoek op de brandlocatie. De rest van de tijd zit in verslaglegging: na elke brand maken de brandonderzoekers een zogenaamde Nieuwsflits waarin zij hun bevindingen beschrijven. Een enkele keer wordt er een leertafel georganiseerd. Tijdens deze speciale avonden komen bevelvoerder, officier van dienst (OVD), hoofd officier van dienst (HOVD) en alle andere betrokkenen bij elkaar om een brand te bespreken en evalueren. Op basis hiervan wordt een uitgebreid verslag gemaakt. De nieuwsflitsen en leertafels van de afgelopen zes jaar vormen de basis van dit boek. Samenwerking Brandonderzoekers werken altijd in tweetallen. In eerste plaats omdat ze samen meer zien en dus nauwkeuriger onderzoek kunnen doen, maar ook om (valse) beschuldigingen van bijvoorbeeld diefstal
8
Brandweer Flevoland
van kostbaarheden te voorkomen. Daarnaast is er vaak een intensieve samenwerking met verzekeraars en politie. Zo maakt team Brandonderzoek regelmatig gebruik van speciaal opgeleide politiehonden die getraind zijn in het opsporen van vluchtige brandstoffen zoals benzine en spiritus. Aanwezigheid van zulke stoffen zegt iets over het verloop van de brand en in sommige gevallen ook over de oorzaak. Informatie die voor zowel de brandweer, de verzekering als de politie van groot belang is. Menselijk handelen: de belangrijkste brandoorzaak 80% van alle branden ontstaat door menselijk handelen. Meestal gebeurt dit onbewust (een laptop ligt aan de lader, op een bed, onder een deken), soms bewust. In Flevoland komen keukenbranden verreweg het meeste voor, terwijl schoorsteenbranden in vergelijking met de rest van Nederland veel minder voorkomen. In Gooi & Vechtstreek komen daarentegen relatief veel branden in rietkappen voor. Kijken, fotograferen, uitpluizen, reconstrueren Team Brandonderzoek komt zo’n zes uur nadat de brand uit is in actie. Het klimaat in het pand is dan dusdanig dat de brandonderzoekers naar binnen kunnen. Tijdens het onderzoek proberen de onderzoekers de brandoorzaak en het brandverloop te achterhalen. Dit doen zij door alles nauwkeurig te bekijken, foto’s te maken, materialen uit elkaar te pluizen en zaken te reconstrueren. Daarbij geldt de belangrijke stelregel: brandonderzoek kun je maar één keer doen. Zorgvuldigheid is dus geboden. Naast de onderzoeksresultaten vormen de verhalen van bewoners en bevelvoerders belangrijke input voor de brandonderzoekers. Op basis van hun waarnemingen kan de brandonderzoeker het plaatje compleet maken.
Doorbreken landelijke trends De bevindingen van Team Brandonderzoek worden gebruikt voor het vullen van een landelijke database. Deze database is belangrijk voor het ontdekken van trends. Zo is er de laatste jaren steeds vaker sprake van grote stalbranden. Op basis van de gegevens in de database wordt onderzocht wat de meest voorkomende oorzaken van deze stalbranden zijn en welke maatregelen nodig zijn om deze trend te doorbreken.
installatie. In het complex ontstond brand nadat er vocht in de afzuiginstallatie kwam. Na het doen van brandonderzoek bleek dat de installatie niet aan het plafond, maar aan de wand gemonteerd had moeten worden. Dit leidde ertoe dat sindsdien de dozen waar deze installaties in verpakt zitten bij bouwmarkten zijn voorzien van een rode sticker met daarop een specifieke aanwijzing.
Lokaal succes Brandonderzoek heeft zijn meerwaarde in het afgelopen decennium dubbel en dwars bewezen. Een lokaal succes werd geboekt in de wijk Noorderplassen-West in Almere. Naar aanleiding van een brand en het daaropvolgende brandonderzoek werd een manco in de constructie van 40 huurwoningen ontdekt. De woningcorporatie besloot vervolgens op basis van de uitkomsten van het brandonderzoek alle woningen te laten aanpassen. Een mooi voorbeeld wat de toegevoegde waarde en importantie van brandonderzoek goed laat zien. In een appartementencomplex in Gooi en Vechtstreek werden de doucheruimtes bij de bouw voorzien van een condens-afzuig-
Brandweer Gooi en Vechtstreek
9
De Brandonderzoekers
HILDEMARIE SCHIPPERS OVER TEAM BRANDONDERZOEK Al een aantal jaren hebben we brandonderzoekers in Flevoland en Gooi en Vechtstreek. Zij gaan meestal een dag na (maar soms al tijdens) een brand naar een brandadres om te onderzoeken wat er precies gebeurd is. Daarmee zijn de brandonderzoekers niet altijd voor iedereen zichtbaar, maar zij verrichten belangrijk werk! Op dit moment bestaat het team Brandonderzoek (TBO) uit vier enthousiaste collega’s met een achtergrond in zowel incidentbestrijding als risicobeheersing. Twee nieuwe brandonderzoekers zijn in opleiding om het team te komen versterken. Brandonderzoekers komen een brand onderzoeken als sprake is van onverwacht of onduidelijk brandverloop, als de oorzaak onbekend is of als een brand past in één van de landelijke onderzoeksprogramma’s. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor woningbranden, stalbranden en branden met zonnepanelen en accu’s. Door deze onderzoeken te doen en resultaten te delen, dragen we bij aan landelijke onderzoeken
10
Brandweer Flevoland
en kennisontwikkeling zowel op gebied van incidentbestrijding als risicobeheersing. De resultaten van brandonderzoek gebruiken we vooral om van te leren. De link met vakbekwaamheid is voor ons dan ook erg belangrijk. Regelmatig delen de teams Brandonderzoek, Risicobeheersing, Vakbekwaamheid en Incidentbestrijding hun ervaringen, om op deze manier van elkaar te leren. Vanuit mijn rol als leidinggevende vind ik het echt mooi om te zien hoe TBO zich de afgelopen jaren ontwikkelt. Het team wordt steeds professioneler in de aanpak, er worden mooie resultaten bereikt en die worden steeds beter gedeeld. Ook wordt er door bevelvoerders en OVD’s steeds vaker een beroep gedaan op brandonderzoek als er vragen zijn over de brandoorzaak of het brandverloop. Ik ben er trots op als ‘mijn’ brandonderzoekers dan bij kunnen dragen aan antwoorden en meer duidelijkheid!
RIEKELT DE BOER
Frans van der veen
Riekelt de Boer is een geboren en getogen Urker. Deze vader van zes en opa van 14 kleinkinderen werkt al 33 jaar bij de brandweer, eerst als vrijwilliger, later als beroepsbrandweerman. Sinds 2014 is Riekelt naast adviseur brandveiligheid en brandveilig leven ook brandonderzoeker. Zelf zegt hij daarover: ‘Ik ben van oorsprong bouwkundige. Als brandweerman was ik betrokken bij het blussen van branden, maar vaak ging ik na het blussen met een ontevreden gevoel naar huis. Ik bleef me dan afvragen hoe de brand was ontstaan en hoe het brandverloop geweest was.’
Frans van der Veen is 63 en zit bijna 40 jaar bij de brandweer. In zijn loopbaan zijn verschillende functies voorbij gekomen. Van vrijwilliger tot beroeps, van hoofd Opleidingen tot commandant van Post Blaricum. Sinds een paar jaar is Frans naast KAM-adviseur (Kwaliteit, Arbo, Milieu) ook brandonderzoeker. Hij vertelt: ‘Ik ben altijd nieuwsgierig geweest naar de oorzaak van branden. Daarnaast wil ik graag weten welke lessen we kunnen trekken. Ik vraag me altijd af: Wat hadden we beter kunnen aanpakken? En wat had preventief anders gekund om deze brand te voorkomen?
Riekelt vervolgt: ‘Brand is altijd aangrijpend, vooral voor de bewoners van de woning waar brand geweest is. Als brandonderzoeker kom ik pas als de brand geblust is, maar kan ik wel een stukje nazorg bieden. Bovendien kreeg ik als brandonderzoeker eindelijk de kans om de oorzaak van branden te achterhalen en dat geeft veel voldoening. Niet alleen bij mij, maar ook bij collega’s van de repressie en risicobeheersing die altijd erg geïnteresseerd zijn in de bevindingen van brandonderzoek.’
Frans vervolgt: ‘Een paar jaar geleden deed ik onderzoek naar een brand in een appartementencomplex. In het complex waren afzuiginstallaties tegen het plafond gemonteerd om vochtige lucht uit de badkamer af te zuigen. Tijdens het brandonderzoek bleek dat de brand in één van deze afzuiginstallaties was ontstaan. Doordat het apparaat tegen het plafond hing, kwam er condens op de condensator en daardoor ontstond kortsluiting. Al gauw kwam ik erachter dat dergelijke afzuiginstallaties bij alle bouwmarkten verkrijgbaar waren, maar zonder duidelijke instructie. Daar heb ik actie op ondernomen en tegenwoordig voorziet elke bouwmarkt de dozen waarin de installaties verpakt worden van een sticker. Op die manier voorkom je dat zoiets opnieuw gebeurt.’
Ook al gaat Riekelt over een paar jaar met pensioen, hij heeft een scherp oog voor de maatschappelijke ontwikkelingen die invloed hebben op zijn vakgebied. Riekelt: ‘Door de energietransitie verwacht ik de komende jaren veel meer branden met elektriciteit. Er komen steeds meer elektrische voertuigen en steeds meer mensen hebben zonnepanelen op het dak liggen.’ Vooral het binnenhuis opladen van elektrische fietsen en scootmobiels brengt volgens Riekelt risico’s met zich mee. Zijn belangrijkste advies is dan ook: Deuren dicht en plaats een extra rookmelder in risicoruimten! ‘Door deuren te sluiten doorbreek je de zuurstoftoevoer en is de kans groter dat een brand uitgaat en de schade beperkt blijft.’
In de komende jaren voorziet Frans in zijn vakgebied vooral ontwikkelingen op het gebied van energie: ‘We horen steeds meer over zonnepanelen en buurtaccu’s, maar er komen ook steeds meer voertuigen die werken op batterijen of zelfs op waterstof. Ontstaat er brand waar zo’n voertuig bij betrokken is, dan moet je als brandweer op een heel andere manier te werk gaan. Als brandonderzoeker ben ik dan ook vooral geïnteresseerd in het voorkomen van incidenten die voortkomen uit de energietransitie. Het is voor een groot deel onontgonnen gebied en ik ben heel benieuwd welke lessen we kunnen leren van deze nieuwe branden.’
Brandweer Gooi en Vechtstreek
11
arno van de boom
erik gout
Arno van de Boom is 57 en de brandweer zit in zijn DNA. In navolging van zijn vader startte Arno als 20-jarige als brandweervrijwilliger in Leusden Na 15 jaar werd hij beroepsbrandweerman, onder andere in Bussum, Amersfoort en Hilversum. Inmiddels werkt hij alweer tien jaar in Flevoland als specialist complexe objecten. Sinds zeven jaar is Arno daarnaast brandonderzoeker.
Erik Gout is 63. Na 40 jaar branden te hebben geblust, dwong zijn gezondheid hem om binnen de brandweer een andere taak te gaan vervullen. Hij werd logistiek planner en sinds vijf jaar is Erik daarnaast ook brandonderzoeker. Erik: ‘Als team onderzoeken we jaarlijks zo’n 30 branden. Meestal gaan we met z’n tweeën op pad. Samen zie je meer dan alleen en het is waardevol om met elkaar te kunnen sparren tijdens een onderzoek. Je krijgt namelijk maar één kans om het goed te doen.’
Arno: ‘Mijn drive is het leren van branden. Als specialist complexe objecten heb ik veel te maken met regeltjes. Ik kijk mee met bijvoorbeeld de bouw van een school of zorgcomplex en beoordeel of er voldaan wordt aan alle wet- en regelgeving op het gebied van brandveiligheid. In mijn werk als brandonderzoeker toets ik vervolgens de theorie aan de praktijk. Soms kom ik er door een brandonderzoek achter dat regelgeving op bepaalde punten aangepast moet worden.’ Brandonderzoek is een vakgebied dat in beweging is, ook volgens Arno: ‘Ik verwacht dat de term brandonderzoeker op termijn verandert in incidentonderzoeker, waarmee ons takenpakket ook breder wordt. Een mooie ontwikkeling, waarbij binnen ons onderzoek hopelijk ook meer aandacht komt voor de veiligheid van collega’s van de repressie.’ Daarnaast hoopt Arno dat brandveiligheid veel meer een consumentenkeuze wordt, net zoals energiezuinigheid. ‘Ik zou graag zien dat over een paar jaar bijvoorbeeld artikelen bij Ikea zijn voorzien van een groene, oranje of rode sticker waardoor je in één oogopslag ziet hoe brandveilig je nieuwe aankoop is.’
12
Brandweer Flevoland
Erik vervolgt: ‘In mijn carrière als brandweerman heb ik twee keer meegemaakt dat bij een brand drie collega’s omkwamen. Dat zijn ingrijpende gebeurtenissen die je altijd bijblijven, maar die bij mij ook iets teweeg hebben gebracht: Ik wil voorkomen dat er meer ongevallen gebeuren. Door mijn werk als brandonderzoeker kan ik een bijdrage leveren aan het veiliger maken van woningen en bedrijven.’ Brandonderzoekers worden niet na elke brand ingezet. Erik: ‘Voor het doen van brandonderzoek moet een brand aan bepaalde criteria voldoen. Is er sprake van slachtoffers of moesten mensen door de brandweer gered worden, dan doen we standaard onderzoek. Datzelfde geldt voor branden die te maken hebben met de energietransitie of branden in de gezondheidszorg. Soms gebeurt het dat een bevelvoerder of OVD vragen heeft bij het brandverloop of de brandoorzaak. Zij dienen dan een verzoek in voor het doen van onderzoek. Gemiddeld onderzoeken we 1 op de 5 woningbranden.’
2014
LOE van der borgh
TOM LANGENDIJK
Loe (52 jaar) omschrijft zichzelf als ‘iemand die van origine heel nieuwsgierig is’. Die nieuwsgierigheid vormde de drijfveer om een opleiding tot laborant te volgen en om, jaren later, te solliciteren op de functie van brandonderzoeker.
Alle opties openhouden en blanco een onderzoek ingaan: dat is wat Tom Langendijk betreft de grootste uitdaging in het werk van een brandonderzoeker. Tom is vrijwilliger in zijn woonplaats Zeewolde en werkt sinds 2009 bij Brandweer Flevoland als specialist risicobeheersing. Met zijn nieuwe functie als brandonderzoeker erbij, is de cirkel wat hem betreft rond.
Loe: ‘Na mijn de laboratoriumopleiding ben ik in het ziekenhuis in Amersfoort gaan werken. Eerst binnen mijn eigen vakgebied, maar naar verloop van tijd kwam ik terecht op de afdeling Veiligheid als stafmedewerker Brandveiligheid.’ In 2009 komt Loe, die als sinds 2001 vrijwilliger is bij de brandweer in Blaricum, in dienst bij afdeling risicobeheersing binnen Gooi en Vechtstreek. Loe: ‘Als specialist risicobeheersing geef ik onder andere bouwadvies en houd ik toezicht op de bouw en bij het gebruik van een pand. Op dit moment ben ik bijvoorbeeld betrokken bij de realisatie van het nieuwe ziekenhuis in Hilversum en bij het Mediapark. Zo beoordeel ik of objecten en preventieve bouwmaterialen voldoen aan wet- en regelgeving. En daar zit tegelijk een interessante link met het werk dat ik ga doen als brandonderzoeker, want dan ga ik ontdekken of en hoe die preventieve middelen in de praktijk werken.’ Inmiddels is Loe zo’n acht keer op pad geweest met Frans van der Veen, zijn leerwerkbegeleider. Loe: ‘Van Frans en door de opleiding Brandonderzoek die ik nu volg, leer ik met andere ogen naar een brand te kijken. Als ik als bevelvoerder aan het werk ben, is het de uitdaging een brand zo snel mogelijk onder controle te krijgen. Nu leer ik, door in alle rust brand- en rookpatronen te volgen en onderzoek te doen, te achterhalen waar en hoe een brand ontstaan is. Ik ben altijd al een speurder geweest, wil graag weten hoe iets in elkaar zit. Het doen van brandonderzoek vind ik dan ook machtig interessant.’
Tom vertelt: ‘Ik ben betrokken bij een aantal grote projecten zoals Inditex, de terminal op Lelystad Airport en het grootste datacentrum van Nederland wat gebouwd wordt in Zeewolde. Ik beoordeel de nieuwbouwplannen en voer controles daarop uit. Is er ergens brand, dan ben ik vaak betrokken als manschap, chauffeur of bevelvoerder en straks mag ik ook de onderzoeken na afloop uitvoeren.’ Net als Loe houdt Tom ervan om dingen te onderzoeken. ‘Ik volg nu samen met Loe de opleiding tot brandonderzoeker waar je alles leert over brandoorzaken, brandverloop en hoe je dit onderzoekt. Zowel voor mijn dagelijks werk binnen risicobeheersing, als voor mijn repressieve werkzaamheden is dit heel erg interessant. Ik zie nu met eigen ogen wat de brandoorzaak is, hoe de brand- en rookverspreiding plaatsvindt en hoe brandpreventieve voorzieningen functioneren. Dat is kennis die ik ook met mijn collega’s deel.’ Het team Brandonderzoek ervaart Tom als leuk en fanatiek: ‘We ontmoeten elkaar door corona vooral digitaal. Maar het is opvallend hoe enthousiast alle brandonderzoekers zijn over hun vakgebied en hoe leerzaam de tot nu toe meegemaakte brandonderzoeken zijn.’
Brandweer Gooi en Vechtstreek
13
14
Brandweer Flevoland
2014
Woningbranden
Casus 01 Woningbrand aan Parkwijklaan, Almere MELDING De bewoners van de betreffende woning zijn thuis en zien rook uit de schuur komen. BEVINDINGEN De schuur bevindt zich in de achtertuin en is geschakeld met de schuur van de buren. De wanden en het plafond van de schuur zijn van hout. AANLEIDING BRANDONDERZOEK De bevelvoerder kan, tussen de rokende massa, aanvankelijk geen brandoorzaak ontdekken. OORZAAK De oorzaak van de brand is (kort)sluiting. OVERIGE FEITEN/ GEGEVENS In de schuur stond een combi-oven/magnetron waarvan de stekker in de wandcontactdoos zat. Bovenzijde van het kunststof bedieningspaneel is verbrand (foto 1). De verbranding heeft plaatsgevonden vanuit de binnenzijde van het apparaat (de bedieningsplaat is vanuit bovenzijde verbrand). Hierdoor kan uitgesloten worden dat de brandoorzaak van buiten de oven is gekomen. Er is ook een sluiting te zien in het motorhuis van de oven (foto 2). Die sluiting is de meest aannemelijke oorzaak van de brand. Bewoner geeft aan dat hij geprobeerd heeft om de gasflessen in veiligheid te brengen. (plaats gasflessen foto 4).
Foto 1
Foto 2
PREVENTIE Preventieve voorzieningen hebben geen invloed gehad. De scheiding met de buren is ook van hout. Deze hoeft niet brandwerend te zijn. Had de brand langer geduurd, dan waren de houten scheiding en de schuur van de buren zeker mee gaan branden. Op foto 3 en foto 4 is de roetvorming vanaf het dak goed te zien. Deze roetvorming is doorgegaan tot ongeveer 1 meter vanaf de grond. PREPARATIE Via de naastgelegen straat was de achterzijde goed bereikbaar. REPRESSIE Door een snel optreden is de brand beperkt gebleven.
Foto 3
CONCLUSIE (kort) sluiting.
Foto 4
Brandweer Gooi en Vechtstreek
15
Casus 02 Dakbrand aan de Trompettershof in Swifterbant MELDING De buren van een tegenoverliggende woning bellen 112 om een uitslaande dakbrand te melden. BEVINDINGEN Bij het ter plaatse komen, ligt de bewoner nog op bed. Bij het forceren van de deur wordt de bewoner wakker. De bewoner heeft om 22.00 uur de open haard uit laten gaan, maar waarschijnlijk hebben vonken uit de openhaardpijp een tijd liggen smeulen onder de dakpannen. OORZAAK Vonken vanuit de openhaardpijp die onder de nokpannen brand hebben veroorzaakt. PREVENTIE De dubbelwandige openhaardpijp is van binnen goed gemonteerd en vertoont geen sporen van oververhitting. Wel is de bovenkant van de pijp te kort: hij stopt gelijk met de bovenkant van de nokvorsten. Formeel moet de pijp een halve meter boven de nok uitsteken. Door de harde wind richting nokpannen zijn er vonken onder de nokpannen terecht gekomen. Deze hebben daar de brand veroorzaakt.
16
PREPARATIE Op de pijp zit geen vonkenvanger. Dit blijkt bij steenachtige dakbedekking wel noodzakelijk te zijn. Controle of pijpen voldoen aan de regelgeving vindt vrijwel nooit plaats. Dit is een aandachtspunt voor de gemeente. REPRESSIE De woning is gesitueerd aan een hofje, maar wel goed bereikbaar voor de brandweer. De hoogwerker is ingezet om het dak te inspecteren. CONCLUSIE Het is belangrijk regelmatig te controleren of openhaardpijpen conform regelgeving zijn aangebracht en of er een vonkenvanger aanwezig is. Dit is een actie die door de gemeente uitgevoerd moet worden. Ook is het van belang om samen met Brandveilig Leven te bekijken hoe hier meer/ betere voorlichting over te geven.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Brandweer Flevoland
Woningbranden
Casus 03 Woningbrand aan Blankenhammerweg in Luttelgeest MELDING De bewoner van een woning aan de Blankenhammerweg in Luttelgeest belt omdat zijn meterkast in brand staat. BEVINDINGEN De bewoner wordt rond 4.00 uur in de morgen wakker van een rookmelder die afgaat in de hal van de woning. Wanneer de bewoner op onderzoek uit gaat, blijkt de meterkast in brand te staan. Een poging om de brand te blussen met een blusdeken mislukt. De bewoner sluit de deur naar de hal en belt de brandweer. OORZAAK De brand is ontstaan in de groepen-verdeelinrichting in de meterkast. PREVENTIE De aanwezige rookmelder heeft zijn werk goed gedaan. In de meterkast waren de laatste tien jaar geen wijzigingen aangebracht. Toch moet de brand zijn ontstaan door een losse elektradraad.
Foto 1
PREPARATIE Niet van toepassing REPRESSIE Door het sluiten van de deuren kon de brand zich niet doorontwikkelen en lukte het de brand snel te blussen. Het nutsbedrijf heeft de meterkast daarna spanningsloos gemaakt. De ingezette ploeg hield rekening met het feit dat de installatie onder spanning stond. CONCLUSIE Duidelijk is dat de rookmelder de bewoner heeft gewekt in zijn slaap. Hierdoor kan gesteld worden dat de rookmelder een leven heeft gered. Zonder alarmering had de brand zich verder kunnen ontwikkelen en was er aanmerkelijk meer schade veroorzaakt. Een aandachtspunt bij soortgelijke branden blijven de stroomvoerende delen bij een meterkastbrand. Bij deze brand waren de schakelaars weggesmolten en lag de toevoerleiding gedeeltelijk bloot. Het nutsbedrijf is vaak de enige die de installatie spanningsloos kan maken. De brand is dan meestal al geblust.
Foto 2
Foto 3
Brandweer Gooi en Vechtstreek
17
Casus 04 Woningbrand door zonnepanelen aan de Florijn in Dronten MELDING Er wordt melding gemaakt van een woningbrand. BEVINDINGEN De brand is ontstaan onder de dakkapel op de tweede verdieping. Op deze plek zaten de aansluitingen van de zonnepanelen op het lichtnet en stond de unit van de mechanische ventilatie op de vloer. Van hieruit heeft de brand zich ontwikkeld.
Foto 1
OORZAAK De brand is waarschijnlijk veroorzaakt door de aansluitingen van de zonnepanelen op het lichtnet (70% kans) of door het oververhit raken van de mechanische ventilatie-unit (30% kans). Landelijk gezien ontstaan meer branden door zonnepanelen dan door ventilatie-units. Daarom worden de zonnepanelen als brandoorzaak waarschijnlijker geacht. Wel moet opgemerkt worden dat de ventilatie-unit kort voor de brand op vol vermogen is gezet. PREVENTIE De woning waar de brand is ontstaan, betreft een twee-ondereen-kap in dwarsrichting, met één nok voor beide woningen. De aansluitingen en de ventilatie-unit waren achter het knieschot weg getimmerd. In de ruimte achter het knieschot kon de brand zich in eerste instantie ontwikkelen. De dakplaten waren van polystyreen. Hierdoor kon de brand zich makkelijk uitbreiden over de gehele verdieping. Aan de ventilatie-unit is door de bewoners geen onderhoud gepleegd. Men gaf aan niet te weten dat dit periodiek noodzakelijk is.
Foto 2
Vrijwel het gehele dakvlak was voorzien van zonnepanelen. De opbrengst kan in zo’n geval oplopen tot meer dan 2000 watt. PREPARATIE Kennis over zonnepanelen draagt bij aan een veiliger optreden. REPRESSIE De brand is geblust via een offensieve binnenaanval. De bevelvoerder heeft de manschappen gewezen op de gevaren van de zonnepanelen. Ook als de stroom is afgesloten, kan er spanning op de bedrading staan. CONCLUSIE Door snel optreden kon de brand geblust worden van binnenuit. Wel is het zaak aandacht te blijven schenken aan de risico’s van zonnepanelen en dit ook aan de bewoners door te geven (spanning op kabels).
Foto 3
18
Brandweer Flevoland
Woningbranden
Casus 05 Woningbrand aan Velsenpad, Almere MELDING Woningbrand. BEVINDINGEN Bij een brand in een middenwoning met serre zijn de serre, schutting en schuur grotendeels verbrand. Verder is er brandschade in de woonkamer en brandschade bij de buren AANLEIDING BRANDONDERZOEK Bevelvoerder en OVD geven aan dat ze het een vreemd brandverloop vinden. OORZAAK De oorzaak is onbekend, maar het meest aannemelijk is een vliegvuur (vonken die door de lucht vliegen en elders brand veroorzaken) van een vuurkorf op de lounge-set of een peuk in de bloembak.
Foto 1
OVERIGE FEITEN/GEGEVENS Op basis van de inbranding is het aannemelijk dat de brand in het midden van de tuin is begonnen met uitbreiding naar de schuur en serre. De brand is ontstaan bij de buren. Door de wijze van monteren van de schutting kon de brand zich snel ontwikkelen, net zoals bij een palletbrand. PREVENTIE Preventieve voorzieningen hebben de verwachte uitwerking gehad. Omdat de houten serre uitgebouwd was, bestond de kans dat de brand zou uitbreiden naar de buren als de brandweer niet op tijd was geweest.
Foto 2
PREPARATIE Er zijn geen opmerkingen over preparatie. REPRESSIE De repressie heeft de snel uitbreidende brand vlug en vakkundig geblust. CONCLUSIE Er lijkt geen sprake van opzet. De brand kon snel ontwikkelen door de hoge vuurlast (veel hout en kunststof). Foto 3
Foto 4
Brandweer Gooi en Vechtstreek
19
Casus 06 Woningbrand Sterrekruid Zeewolde
Foto 1
Foto 4
MELDING De aanwezige dochter van de hoofdbewoner geeft aan in de woonkamer een brandlucht te ruiken. Bij onderzoek ziet zij in de bijkeuken vlammen uit de droogmachine komen. Daarna zet zij de schuifpui open, wat de brandontwikkeling versterkt. BEVINDINGEN Bij het onderzoek treffen we een vrijwel geheel uitgebrande bijkeuken en keuken aan. In de woonkamer is de plaats van de gevormde rooklaag goed te zien. Deze trekt door naar de entree van de woning. De slaapkamers hebben, doordat de deuren gesloten waren, weinig schade opgelopen.
Foto 2
PREVENTIE De keuken en woonkamer staan in open verbinding met elkaar. In de brandruimte is een leidingschacht aanwezig die goed heeft gefunctioneerd. De onderburen hebben alleen wat waterschade. PREPARATIE Waterwinning is geen probleem. MDT heeft een storing waardoor er geen route beschikbaar is en ook gegevens over het pand ontbreken. REPRESSIE De eerste inzet wordt gedaan vanaf het Sterrekruid (met lage druk via het balkon doorgevoerd). Vanaf de Strandweg gaat de 2e tankautospuit blussen met twee stralen hoge druk.
Foto 3
20
Brandweer Flevoland
CONCLUSIE De eerste en de tweede tankautospuit zijn vrijwel gelijktijdig ter plaatse. Hierdoor kan aan beide kanten van het pand de brand worden bestreden. De eerste tankautospuit overweegt niet om het nieuwe blussysteem One Seven in te zetten. Hier is wel mee geoefend, maar de bemanning heeft zich het systeem nog niet eigen gemaakt
Woningbranden
Casus 07 Woningbrand Noorderbocht Ens MELDING Een jongetje wordt ’s nachts wakker van een ‘lichtschijnsel’ op de voorzolder en wekt zijn moeder beneden. Moeder ziet vuur op de zolder en verlaat met het kind de woning en belt de brandweer. BEVINDINGEN De brand woedt in een middenwoning bestaande uit een begane grond met zolder (twee bouwlagen). De zolder, trap en hal branden helemaal uit, de woonkamer slechts gedeeltelijk (foto 4). De brand breidt zich ook uit naar de zolders van de naastgelegen woningen. De zolderkamer van de buren brandt helemaal uit. In de woning waar de brand ontstaat, woont een moeder met een kind (jongetje, 5-6 jaar). OORZAAK De oorzaak van de brand is onbekend en het is ook niet mogelijk hier verder onderzoek naar te doen. Het snel afdichten van de woning en het niet begaanbaar zijn van de trap bemoeilijken verder onderzoek. De oorzaak en het verloop van de brand blijven daarom onbekend. De politie ziet geen noodzaak tot nader onderzoek. OVERIGE FEITEN/ GEGEVENS De 1e tankautospuit is 5,5 minuten na melding ter plaatse. In de woning woedt op dat moment een flink ontwikkelde brand die binnen al tot achter de voordeur zit en boven uitslaand is. Er is een doorslag naar twee naastgelegen woningen (foto 2). Op basis van de inbranding van de zolderbalken en de trap lijkt de brand al zeker een half uur gebrand te hebben. De snelle uitbreiding naar beneden is opmerkelijk (foto 3). De woning is 20 jaar oud en op zolder zijn polystyreenplaten
toegepast als isolatie (foto 1 en 5). De woningen zijn onderling op zolder gescheiden door een stenen muur die tot het dak loopt. Aan deze muur is een balk bevestigd waaraan de zolderbalken gemonteerd zijn. De zolder heeft een voorzolder met een kamer die weer van de voorzolder gescheiden is door een steenachtige muur, met deur. In de zolderkamer zit in het dak een dakraam (Het dakraam is ongeveer 12 dakpannen breed) PREVENTIE Preventieve voorzieningen hebben kennelijk niet gewerkt, aangezien de brand over de scheidingsmuur is heengelopen. Als de 1e tankautospuit niet op tijd had ingegrepen, waren naastliggende woningen verloren gegaan. PREPARATIE Brandkranen zijn goed bereikbaar. REPRESSIE De 1e tankautospuit zet keurig ‘volgens het boekje’ in door tijdig op te schalen en eerst in te zetten op de uitbreidingen bij de naastgelegen woningen (redding was niet aan de orde). De blussing van de woning waar de brand is ontstaan, gebeurt samen met een 2e tankautospuit uit Nagele. Hierbij ondersteunt de hoogwerker uit Kampen. CONCLUSIE Opmerkelijk is de snelle branduitbreiding. Mogelijk hebben de platen polystyreen hierbij een rol gespeeld. De inbranding strookt niet helemaal met het verhaal van de bewoners.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Brandweer Gooi en Vechtstreek
21
Casus 08 Woningbrand Hermelijnweg Almere MELDING Woningbrand BEVINDINGEN De brand vindt plaats in een tussenwoning (2e van de hoek). De woning heeft zonnecollectoren op het dak. De zolder brandt nagenoeg uit. Het dakraam aan de voorzijde en de dakdoorvoer aan de achterzijde zijn weggebrand, waardoor de brand kan uitslaan. De hitte en rook zijn tot op het vloerniveau van de zolder waar te nemen (foto 1). Er zijn geen rookmelders geplaatst.
PREVENTIE Preventieve voorzieningen hebben naar verwachting gewerkt. Er is geen branduitbreiding naar de buren geweest.
OORZAAK De droger vormt de meest waarschijnlijke oorzaak van de brand.
PREPARATIE Er zijn geen opmerkingen over preparatie.
OVERIGE FEITEN/ GEGEVENS Op de zolder zijn vier mogelijke brandoorzaken te vinden: de CVketel, de omvormer van de zonnecollectoren, de wasmachine en de wasdroger. Op basis van de brandsporen kunnen we de CV-ketel uitsluiten. Deze is zelf aan de linkerzijde aangestraald (foto 2). Bij de omvormer zijn geen brandpatronen te zien die de omvormer als oorzaak kunnen aanwijzen. Van de wasmachine is de kunststof bovenzijde nog aanwezig. De wasdroger is het meest vervormd en boven de wasdroger is de inbranding het diepst (foto 3). Het dakraam boven de droger is door de hitte verbrand. Door opstapeling van hitte in de nok, is ook het hout in de nok gaan ontbranden en de dakdoorvoer weggebrand. Hierdoor is een flashover voorkomen, al zat de hitte al bijna op vloerniveau. Door
REPRESSIE Door de snelle inzet is er geen volledige kamerbrand opgetreden, al zat de hitte al op vloerniveau. Er was veel aandacht voor het feit dat er zonnecollectoren op het dak lagen en dat er mogelijk nog spanning op de bedrading stond. Inzet: 2 tankautospuiten, 1 hoogwerker.
Foto 1
Foto 3
22
het zelf bouwen van een slaapkamer op zolder, was er relatief weinig volume beschikbaar. Hierdoor kon de zolderverdieping snel opwarmen. De met een gipswand afgewerkte slaapkamer is aan de binnenzijde niet door vuur aangetast. De dakpanelen bevatten isolatie van glaswol. Deze isolatie heeft de schade nog enigszins beperkt.
Brandweer Flevoland
CONCLUSIE Er zijn geen sporen van opzet. De brand is waarschijnlijk in de wasdroger ontstaan. Door het bezwijken van het dakraam en de dakdoorvoer kon een gedeelte van de warmte weg waardoor er geen flashover heeft plaatsgevonden.
Foto 2
Woningbranden
Casus 09 Woningbrand aan Rietmeent in Almere-Haven MELDING De brand wordt gemeld door de zoon van het gezin. De vader doet nog een bluspoging, maar moet deze meteen staken vanwege rook en hitte. Hij ziet de grootste vlammen aan de linkerzijde van de kamer.
CONCLUSIE Er zijn geen sporen te vinden van opzettelijke brandstichting. Het vuur kon zich snel ontwikkelen door de aanwezigheid van de matrassen. De brand heeft een technische oorzaak.
BEVINDINGEN De woningbrand vindt plaats in een eengezins-/rijtjeswoning met twee verdiepingen en een zolder. De zolder bestaat uit een voorzolder die toegang geeft tot twee gelijke kamers. In de door brand getroffen zolderkamer bevindt zich een kantelbaar dakraam (‘Velux’) (foto 1). De kamer is door middel van een opdekdeur gescheiden van de voorzolder. De deur is gedeeltelijk geopend en het dakraam staat op een kier. Inrichting: De kamer heeft, vanuit de deur gezien, rechts een kledingkast. Tegen de tegenoverliggende muur staan twee éénpersoons bedden tegen elkaar aan en links staat een laag kastje (foto 2) met daarop een tv en audio-apparatuur. Links bevindt zich nog een wastafel.
Foto 1
OVERIGE FEITEN/ GEGEVENS Op het moment van het ontstaan van de brand is er niemand in de kamer aanwezig/net aanwezig geweest. De kamer(s) en de zolder zijn niet voorzien van rookmelders. REPRESSIE De eerste tankautospuit zet meteen in met DLS. De deur van de kamer is al gedeeltelijk weggebrand en de hitte/rook op de zolder is tot 70 cm van de vloer gedaald. Met DLS wordt een knock down verkregen, waarna met 1 HD verder wordt afgeblust. Eén bed is naar buiten afgevoerd. Er is na afloop nauwelijks bluswater terug te vinden in de brandruimte.
Foto 2
OORZAAK De plaats van ontstaan kunnen we terugvoeren naar (foto 4) het lage kastje, rechts voor de TV. Onderzoek in de restanten wijst uit dat daar een KPN-kastje (foto3) voor de TV stond. Het kastje was mogelijk afgedekt, waardoor het de warmte niet kwijt kon. Hierdoor is de warmte in het kastje opgebouwd, wat mogelijk tot een ontbranding heeft geleid. Waarmee het kastje was afgedekt, kunnen we niet meer herleiden. Foto 3 BRANDVERLOOP Het in brand raken van het KPN-kastje heeft het lage, houten kastje doen ontbranden, waarna de bedden vlam vatten. De matrassen droegen in grote mate bij aan de uitbreiding van de brand. De gedeeltelijk geopende deur en het geopende raam maakten het een brandstofgecontroleerde brand. De meeste brandstof werd geleverd door de matrassen. PREVENTIE Rookmelders hadden voor een snellere ontdekking van de brand kunnen zorgen, met minder schade tot gevolg. Ingeschakelde elektrische apparatuur moet vrij en niet bedekt zijn, waardoor de warmte weg kan.
Foto 4
Brandweer Gooi en Vechtstreek
23
Casus 10 Woningbrand aan El Grecostraat in Almere MELDING Bewoners ontdekken de brand doordat de rookmelders afgaan. Eén van de bewoners doet nog een bluspoging. Zij geeft naderhand aan dat “alles al zwart was en zij niks zag, behalve vuur links”. De bewoners gaan naar beneden, roepend dat er brand is, en verlaten de woning. Op dat moment slaat de brand uit op de eerste verdieping. BEVINDINGEN De brand is in een tussenwoning met drie bouwlagen. Begane grond: Woonkamer, keuken, entree, toilet en meterkast 1e verdieping: Slaapkamer 1 aan de voorzijde, badkamer en slaapkamer 2 aan de achterzijde. 2e verdieping: Slaapkamer 3 aan voorzijde en slaapkamer 4 aan de achterzijde De woning is opgetrokken uit beton en metselwerk en heeft een plat dak aan de achterzijde op de 2e verdieping. Het dak is niet toegankelijk (foto 1). OORZAAK Spelen met vuur door een kind (6 jaar). OVERIGE FEITEN/ GEGEVENS Verklaring zeer snel brandverloop: in slaapkamer 1 zijn houten meubels aanwezig (bed, kast naast bed, lage kast voor raam en grote kledingkast), lectuur, hangende kleding en veel losse kledingstukken (foto 3). Al deze spullen vormen met elkaar een grote vuurbelasting. Het raam staat open, evenals de deur naar de overloop. Van slaapkamer 3 staan de deur en het raam ook open. Ook voor deze kamer geldt dat er door het vele meubilair en aanwezige kleding een grote vuurbelasting is. De deur van slaapkamer 4 is dicht. Op basis van de inbrandingspatronen en temperatuurverschillen van muren en plafond, is het aannemelijk dat de brand bij de kledingkast is begonnen. De kast stond aan de linkerzijde van slaapkamer 1, van raam tot muur overloop. Op deze hoogte is ook het beton van het plafond gesprongen. (foto 2) PREPARATIE De brandkraan is ongeveer 80 meter verderop (bron chauffeur 1e tankautospuit). REPRESSIE De uitslaande brand op eerste en tweede verdieping (foto 5), wordt neergeslagen met DLS en afgeblust met lage drukkop van DLS. Er is opmerkelijk weinig waterschade. Inzet van offensief buiten naar offensief binnen. Afgelegd: 2 x DLS, 1 x LD. Ingezet: 2 x TS4, 1 x HW en 1 x OvD. BRANDVERLOOP Op de eerste verdieping in slaapkamer 1, is brand ontstaan in de kledingkast. Vanwege de vuurbelasting in de kledingkast wordt de brand snel groter.
24
Brandweer Flevoland
Kort na het in werking treden van de rookmelder(s), verlaten de bewoners het pand en slaat de brand uit. Op slaapkamer 1 vindt een hevige en snelle ontbranding plaats, waarschijnlijk een flashover. Door de ontstane overdruk en de hoge temperatuur (gesmolten ruitglas gevonden) bezwijkt het raam en breidt de brand zich via de overloop en zoldertrap uit. Op zolder breidt het vuur zich uit naar slaapkamer 3, mede vanwege de trek door het open raam op de tweede verdieping. Door de hoge temperatuur brandt de deur van slaapkamer 4 aan de bovenzijde weg en kan de brand zich uitbreiden naar de gehele tweede verdieping. Op het moment dat de brand op de eerste en tweede verdieping uitslaand zijn, komen de eerste eenheden van de politie ter plaatse, snel gevolgd door de brandweer. Door de geopende voordeur, geopende ramen op eerste en tweede verdieping, vormt de woning één schoorsteen en door de trek wordt het vuur naar de zolder gestuwd. Bewijs hiervan is dat er geen rook-, vuur- of roetspoor te vinden is in het trappenhuis naar de eerste verdieping (foto 6). De brand is brandstof gecontroleerd. BRANDVEILIG LEVEN Rookmelders hebben bijtijds bewoners gewaarschuwd waardoor de ontvluchting nog (net) mogelijk was. Hoge vuurbelasting door aanwezigheid van veel meubilair en kleding. Daarnaast geopende deuren en ramen waardoor een zeer snelle brandvoortplanting mogelijk is.
Woningbranden
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
Brandweer Gooi en Vechtstreek
25
Casus 11 Woningbrand Zeistpad Almere MELDING Woningbrand. BEVINDINGEN De brand vindt plaats in een tussenwoning die dienst doet als kamerverhuurpand. De woning maakt onderdeel uit van een blok van twaalf woningen (foto 1). INDELING: Begane grond: keuken met gemeenschappelijke ruimte, toilet en meterkast. 1e verdieping: drie slaapkamers 2e verdieping: voorzolder en zolderkamer. Alle kamers zijn voorzien van bedden (ook de voorzolder) en het is duidelijk dat de kamers gebruikt worden. OORZAAK Waarschijnlijk brandstichting OVERIGE FEITEN/ GEGEVENS Op basis van reconstructie en de brandpatronen, is het aannemelijk dat er twee brandhaarden waren. Brandhaard 1 was op de voorzolder, waar een matras is verbrand met daarbij een stapel kleding (foto 2). Brandhaard 2 was op de zolderkamer. Tegen de deur is waarschijnlijk een hoeveelheid kleding en papier in brand gestoken (foto 4). Deze brand heeft zo’n hitte ontwikkeld dat één van de balken van de dakconstructie ongeveer 1 centimeter is ingebrand, boven de brandhaard. Door de hitte is het daar aanwezige matras gaan smeulen, zijn kleding en meubelen gaan branden en is het binnenglas van de zolderramen gesprongen. Er wordt ook nog een ontplofte spuitbus gevonden (foto 3). Er waren veel kaarsen aanwezig en er werd gerookt. Het enige elektrische apparaat wat aangesloten was, was een radio/Cd-speler. Verder waren en geen grote stroomverbruikers aanwezig. In de meterkast bleken alle groepen nog in bedrijf. Brandhaard 2 kan niet het gevolg zijn geweest van brandhaard 1 en omgekeerd. De zolderdeur was dicht ten tijde van het ontstaan van de brand op de zolderkamer (foto 4, reconstructie). Dit was het ontstaansgebied van brandhaard 2. De aanwezigheid van brand
26
Brandweer Flevoland
versnellende stoffen op de plaats van ontstaan, zijn niet gemeten of op een nadere manier aangetoond. De aanwezige schuimblusser is niet door de bewoner(s) gebruikt om een bluspoging te doen en heeft gedurende de brand in de beugel gehangen. (foto 5 en foto 6) De blusser is door de onderzoekers getest en werkte naar behoren. PREVENTIE Preventieve voorzieningen hebben naar verwachting gewerkt. De brand bleef binnen het pand van ontstaan. PREPARATIE Er zijn geen opmerkingen over preparatie. REPRESSIE Deze ‘standaard’ brand wordt bemoeilijkt door een verwarde bewoner, die tijdens de brand vanuit het zolderraam het dak op geklommen is. Deze persoon gooit vanaf het dak, dakpannen naar de hulpverleners. Het brandverloop wordt hier niet negatief door beïnvloed omdat op dat moment de ploeg van de eerste tankautospuit al naar binnen gaat en de blussing kan doen. De verwarde persoon wordt later door de politie van het dak gehaald, met de medewerking van de HW. Ingezet: 2 x TS4, 1 x HW en 1 x OvD CONCLUSIE Twee onafhankelijke brandhaarden. Geen grote stroomverbruikers ingeschakeld. Geen bluspoging gedaan. Zeer waarschijnlijk brandstichting.
Woningbranden
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
Brandweer Gooi en Vechtstreek
27
Casus 12 Woningbrand Wijngaard, Lelystad DE WIJK De woning bevindt zich in de Atolwijk: een wijk uit de jaren ’70 aan de oostzijde van Lelystad. De Atolwijk wordt begrensd door de Zuigerplasdreef (west), de Houtribdreef (noord), de Oostranddreef (oost) en de Kustendreef (zuid). DE WONING De eengezinswoning staat in een rij van zeven woningen. Deze zeven woningen zijn onder te verdelen in drie woningen onder één kap en dan een verspringing naar vier onder één kap. De getroffen woning is de rechtse van de drie onder één kap. De woning is gebouwd in 1975 en twee jaar geleden gekocht door de huidige bewoners. Het pand is ‘asbestvrij’. De woning bestaat uit drie bouwlagen: • Begane grond: woonkamer, keuken, toilet, hal, meterkast, trapopgang en aangebouwde berging. • Eerste verdieping: drie slaapkamers en een badkamer • Zolder: voorzolder, berging en een grote zolderkamer met dakkapel aan de achterzijde. Ten tijde van de brand waren alle verdiepingen voorzien van een rookmelder en er was een draagbaar blustoestel (P2) in de woning aanwezig. DE GETROFFEN RUIMTE Op de zolderkamer bevond zich, in het midden, een tweepersoonsbed. Dit bed deed dienst als logeerbed en werd op het moment van de brand gebruikt door een logee. Naast het logeerbed waren onlangs gekregen babykleertjes opgeslagen evenals een wiegje, wagentje, badje etc. voor het kindje. Schuin naast het voeteinde van het bed, in de hoek en onder de schuine kap, was de opstelling van de wasmachine en de wasdroger. Verder waren er – zelfbouw – muurkasten en een lage kast met administratieopslag onder de dakkapel. DE BEWONERS Op het adres woont een stel met een klein kindje. Op de dag van de brand was ook opa aanwezig, die een paar dagen bij het gezin logeerde. HET INCIDENT Opa merkt dat de babyfoon ermee stopt. Hij gaat naar de groepenkast en ziet dat er een zekering ‘uit gesprongen’ is. Na inschakelen gaat de zekering meteen weer uit. Opa neemt polshoogte en vraagt aan zijn zoon, die in de badkamer op de eerste verdieping is, wat de oorzaak kan zijn. Beide horen op dat moment een schel geluid en realiseren zich dat dit de rookmelder is die afgaat. Opa gaat naar de zolderkamer, waar hij ziet dat de wasdroger in brand staat. Aan de voorzijde (ter hoogte van het display) komt er vuur uit. Er wordt een bluspoging gedaan met een poederblusser (inhoud 2 kg) en de zoon probeert de brand te doven met een natte handdoek. De bluspoging mislukt en door de rookontwikkeling besluiten opa en zoon het pand te verlaten en 112 te bellen. REPRESSIE Er wordt uitgerukt met een TS-4 en een HW. Aanvankelijk worden de TS en de HW gealarmeerd voor een ander huisnummer. Ter plaatse constateert de bemanning van de eerste TS
28
Brandweer Flevoland
dat dit huisnummer niet klopt. Onbekend is of- en zo ja, hoeveeltijd hiermee verloren gaat. Ter plaatse is de brand nog niet uitslaand. Wel wordt flinke rookontwikkeling aan de achterzijde waargenomen. De eerste aanvalsploeg wordt op de zolder geconfronteerd met een behoorlijke hitte, wat het betreden van de zolderkamer bemoeilijkt. Ook missen zij een tweede aanvalsploeg die kan helpen de DLS-straal op te voeren. Deze stagneert bij het doorstoten naar de zolder. De straal is nodig omdat bij het openen van de deur de brand over de aanvalsploeg heen dreigt te komen (…) en er rookgaskoeling moet plaatsvinden. Daarna kan de ploeg pas doorstoten naar de vuurhaard. Vanwege werkzaamheden aan de bestrating in de wijk blijkt de dichtstbijzijnde OBK ‘onder gestraat’ te zijn. Deze moet eerst worden uitgegraven voordat hij klaar is voor gebruik. Vanwege deze stagnering maakt de eerste bevelvoerder er ‘middelbrand’ van. De HW bemanning helpt de pompbediener van de eerste TS hier in eerste instantie mee. De HW bemanning moet, vanwege het vastlopen van de DLS-straal, met de HD-straal assisteren. Opdracht is om rookgassen te koelen, zodat de zolderkamer toegankelijk wordt. Wanneer de zolderkamer voor de tweede keer wordt betreden, zijn de ramen van de dakkapel al kapot. Hierdoor kan de warmte grotendeels weg. De brand slaat vervolgens aan de straatzijde ook nog door het dak heen. Door de eerste TS is ondertussen succesvol geblust met één straal HD en een DLS-straal. Bij de blussing blijkt er nog wel spanning op de installatie of een gedeelte hiervan, te staan. De stroom is door de brandweer uitgeschakeld. Het onderzoek: Bij ‘middelbrand woning’ wordt automatisch TBO gealarmeerd. Aangezien woningbranden een speerpunt van TBO vormen, is er uitgerukt en een onderzoek ingesteld. De politie geeft aan dat de woning geen plaats delict is, waardoor TBO zelf een onderzoek kan instellen. De eigenaar geeft toestemming voor het onderzoek, nadat is uitgelegd wat het doel van onderzoek door TBO is en wat het onderzoek precies inhoudt. De onderzoekvragen zijn: ‘hoe is de brand ontstaan?’ en ‘hoe heeft de brand zich ontwikkeld in relatie tot de oorzaak’. Het onderzoek wordt ingesteld nadat de eerste bevelvoerder het pand vrijgeeft. Er zijn geen veiligheidsrisico’s ten aanzien van instortings- of valgevaar. Er is geen CO gemeten, O2 heeft met 20,9% een normale waarde en de spanning is afgeschakeld. Controle met de ‘Voltstick’ bevestigt dat. Vanaf de trap naar de zolder is al te zien tot welk niveau de rook en warmte op zolder gekomen zijn. Dit is niet geheel tot vloerniveau. Op de zolderkamer is te zien dat de ruimte volledig verbrand is en dat de constructie is aangetast. De grenen balken van de dakconstructie zijn 3-4 cm ingebrand. Dit duidt op een langdurige brand of een brand waarbij in korte tijd veel energie vrijkomt. De sporen van inbranding wijzen richting de wasdroger, wat het verhaal van de bewoner bevestigt. De droger was gevuld met ‘kluskleding’ van de bewoner. Er is met deze kleding niet gewerkt met (plantaardige) olie. Broei is als mogelijke oorzaak dus niet aannemelijk. De wasdroger is vorige week nog
Woningbranden
helemaal schoongemaakt door de bewoner, wetende dat het een potentieel brandgevaar kan zijn. De filters zijn vanmorgen vóór ingebruikname gereinigd. De oorzaak moet dus gezocht worden in mechanisch en/of elektrisch falen. Een grote hoeveelheid energie werd geleverd door de opslag op zolder van kinderkleding en babytoebehoren en het tweepersoonsbed. HET BRANDVERLOOP: De brand is begonnen in de wasdroger. Deze heeft de naastliggende kinderkleding aangestraald (radiatie) en doen ontbranden. Naast de babykleren en de rest van de baby-uitrusting stond het tweepersoonsbed. Deze heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de warmteproductie. Uiteindelijk is ook de overige inventaris in de ruimte mee gaan branden, inclusief de knieschotten en de constructie. Bij het betreden van de zolder door de eerste aanvalsploeg was de hitte al zo groot dat er rookgaskoeling nodig was. Vervolgens is de deur gesloten, omdat de brand ‘over de ploeg heen dreigde te komen’. Bij het openen van de deur heeft de brand een zuurstofimpuls gekregen. Hierdoor is een ‘roll-over’ ontstaan met een grote hitte-ontwikkeling en overdruk tot gevolg. Dit heeft geleid tot het bezwijken van de ramen van de dakkapel, waardoor de grootste hitte weg kon. Waren de ramen intact gebleven, dan was uiteindelijk een ‘flashover’ redelijk mogelijk geweest. Met HD-straal zijn de meeste rookgassen gekoeld en met de DLSstraal is de brand geblust.
Foto 1
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 2
Brandweer Gooi en Vechtstreek
29
Casus 13 Woningbrand Lange Nering, Emmeloord MELDING Woningbrand. BEVINDINGEN De brand is in een woonhuis van drie bouwlagen boven een winkel (foto 1). De winkel bevindt zich op de begane grond. De eerste verdieping bestaat uit een keuken, twee kamers, toilet, klein halletje en een houten trap naar de tweede verdieping. De tweede bouwlaag bestaat uit drie (slaap)kamers, een badkamer en een houten trap naar zolder. De zolder bestaat uit een voorzolder en een zolderkamer, gescheiden door een stenen wand. De beide houten trappen zijn recht boven elkaar gesitueerd. Het pand is gebouwd eind jaren vijftig en opgetrokken uit steen, hout en beton. De vloer tussen de eerste en de tweede bouwlaag is van beton en de vloer tussen de tweede bouwlaag en de zolder bestaat uit houten balken met vloerdelen. De woning is voorzien van gas, water en elektriciteit. De ingang van de winkel is aan de Lange Nering. De ingang van de woning bevindt zich aan de achterzijde, genaamd Achterom (foto 2). Daar zit ook de hoofdschakelaar voor de elektra en de hoofdafsluiters voor gas en water (foto 3 ). In de woning zelf is een meterkast met daarin de verbruiksmeter voor elektra en de groepenverdeling.
Vanwege de instorting van het dak en het deels wegbranden van de vloer, was de zolder niet meer toegankelijk. PREPARATIE Er bevindt zich in de winkelstraat een blusleiding, die aan weerskanten gevoed kan worden. Plaatselijke bekendheid en recente ervaring leerden dat deze leiding onbetrouwbaar is. Daarom is deze leiding niet gebruikt. Door de ligging aan een smalle winkelstraat met obstakels als fietsenrekken, banken, gedeeltelijke overkapping, overhangende elektraleiding en een terras, zijn de woningen slecht bereikbaar voor brandweervoertuigen. De straat maakt onderdeel uit van een voetgangersgebied.
OVERIGE FEITEN/GEGEVENS De tweede bouwlaag van de woning is volledig in gebruik als wietplantage (foto 4). Het irrigatiesysteem bevindt zich in de badkamer. Op de zolder bevindt zich de luchtbehandeling, bestaande uit ventilatoren, een afzuiginstallatie en filters. Ook zijn er op de zolder kweekpotten met jonge plantjes, overdekt met kweeklampen.
REPRESSIE Al tijdens het aanrijden bestaat de mogelijkheid dat er nog een persoon in het pand aanwezig is. Ook bestaat er uitbreidingsgevaar naar: • Naastgelegen woningen, links en rechts • Binnen de woning zelf en • Onderliggende winkel(s)
Nader onderzoek leert dat er in de kast van de hoofdschakelaar extra draden getrokken zijn, om de hoofdschakelaar heen. De doorverbinding is gesmolten vanwege de grote stroomafname. Gedurende de brand en de dag erna, heeft er spanning op het pand gestaan. Het omzetten hoofdschakelaar is geen garantie dat het pand spanningsvrij is bij illegale activiteiten. Bij aantreffen van bijvoorbeeld een wietplantage: veiligheid opnieuw overwegen! (foto 5 )
Bijkomend probleem is de slechte bereikbaarheid van het pand. Vanwege deze kennis en het feit dat ter plaatse blijkt dat er twee etages branden, wordt er vrij snel opgeschaald zodat over voldoende eenheden kan worden beschikt. De eenheden kunnen voorkomen dat de brand zich verder uitbreidt. De brand blijft beperkt tot de twee bovenste bouwlagen van de woning.
PREVENTIE De bouwkundige voorzieningen zijn zoals kan worden verwacht in een woning van eind jaren 50 van de vorige eeuw, voldoend aan de bouwkundige eisen van die tijd. OORZAAK De waarschijnlijke oorzaak van de brand is overbelasting van de elektra door illegaal stroomgebruik buiten de meter om. Geschatte afname: 250 A/h (bron: Liander). HET BRANDVERLOOP Op basis van de brandpatronen is zeer aannemelijk dat de plaats van ontstaan de groepenkast in de woning is (foto 6). Vanuit de groepenkast heeft de brand zich verspreid door het halletje richting het trappenhuis. In het trappenhuis heeft de houten trap vlam gevat en vervolgens zijn de hitte en verbrandingsgassen door het ventilatiesysteem (foto 7) naar boven gezogen. Hierop is ook de
30
tweede trap gaan branden en heeft het vuur zich verspreid over de tweede en derde bouwlaag. Het trappenhuis is op deze manier een ‘mechanische schoorsteen’ geworden. Door de grote hoeveelheid energie van de brandende trappen zijn de houten vloer tussen tweede en derde bouwlaag en het dakbeschot gaan branden en vervolgens bezweken. In eerste instantie vormden de trappen de brandstof, gevolgd door de houten vloer van de zolder en daarna het dakbeschot. Door het luchtbehandelingssysteem is de brand brandstof beheerst geweest. De beide trappen zijn volledig weggebrand. (foto 8)
Brandweer Flevoland
Woningbranden
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
Foto 7
Foto 8
Brandweer Gooi en Vechtstreek
31
Casus 14 Woningbrand Horst, Lelystad MELDING Woningbrand BEVINDINGEN De brand is in een hoekhuis, onderdeel van een rijtje van vier woningen. De woning heeft twee bouwlagen. (foto 1) Begane grond: woonkamer, keuken, entree met toilet en opgaande trap naar eerste verdieping. Verdieping: voorzolder/gang met twee slaapkamers en de badkamer. De getroffen ruimte betreft een slaapkamer (foto 2) die is ingericht met een tweepersoons bed met daaronder twee reserve (schuim)matrassen. Naast het hoofdeinde van het bed, bij knieschot en schuine kap, staat een lage kast met twee lades en daarboven een open vak. Tegenover het bed, tegen de buitengevelzijde, bevindt zich een hoge kledingkast. Boven het voeteinde van het bed hangt aan de muur een TV.
BRANDVERLOOP Door het opgloeien en doorbranden van het laadsnoertje is – mogelijk – de brand ontstaan/versneld, door vloeistof of damp van de aanstekerbenzine. De ontstane brand heeft één van de schuimmatrassen ontstoken. Door het ontbranden van het schuimmatras (foto 6) zijn ook de andere matrassen ontstoken waardoor het bed vlam vatte en de vlammen via het schuine dakbeschot en het plafond door de kamer gingen. In de slaapkamer is een overdruk ontstaan waardoor de rook zich verspreidde door de gang, het dakbeschot en via het openstaande raam (kierstand) naar buiten. De meeste energie werd geleverd door de schuimmatrassen (de brandstof). De brand was brandstofgecontroleerd.
OVERIGE FEITEN/GEGEVENS Ongeveer 20 minuten voor het bemerken van de brand, zijn de bewoners nog in de slaapkamer. Van brand is op dat moment niks te merken. Niemand ziet of ruikt iets. De brand wordt pas opgemerkt als de stroom uitvalt (woonkamer en slaapkamer zijn aangesloten op dezelfde groep) en één van de kleine kinderen begint te schreeuwen. Op dat moment wordt de rook al door de dichte deur de gang in geperst (foto 5). Dit geeft aan dat de brand zich vrij snel ontwikkelt.
PREPARATIE Er zijn geen opmerkingen betreffende preparatie.
REPRESSIE De eenheden zijn snel ter plaatse en er wordt een goede, snelle inzet gedaan.
De oorzaak was een ondeugdelijk, niet origineel laadsnoertje. De slaapkamer van de kleine kinderen bevond zich naast de getroffen slaapkamer. Had deze situatie zich ’s nachts voorgedaan, dan was een heel ander scenario mogelijk geweest, waarbij de bewoners een groot risico hadden gelopen.
OORZAAK Er zijn diverse elektrasnoeren aan elkaar doorgekoppeld, maar gelet op de geringe afname heeft dat geen rol gespeeld in de brandoorzaak. De oorzaak is het heet worden en ontbranden van een laadsnoertje van de telefoon. De lader/adapter is origineel, maar het snoertje met de USB aansluitingen is afkomstig uit een goedkope winkel met actieproducten. Het geheel was aangesloten op een stekkerblok, die in de onderste lade van de lage kast was gelegd. (foto 4) De lade was gesloten waardoor er bijna geen hitte in de lade is doorgedrongen. Alle snoeren zijn intact behalve het genoemde laadsnoertje. Deze was verbrand. Naast het kastje, en tussen het bed en het knieschot, lag een (namaak) Zippo aansteker (foto 3). Mogelijk heeft deze aansteker brandbare vloeistof gelekt, waardoor de
32
brandontwikkeling versnelde. De aansteker was recent nog bijgevuld. Het busje aanstekerbenzine dat er naast lag, heeft niet deelgenomen aan de verbranding.
Brandweer Flevoland
PREVENTIE Doordat de deur van de slaapkamer gesloten was, kon het vuur (en in mindere mate de rook) zich niet snel door de gang verspreiden. Als er rookmelders hadden gehangen, was de brand zeker eerder opgemerkt.
CONCLUSIE Er is geen sprake van opzettelijke brandstichting. De brand heeft een technische oorzaak. Rookmelders hadden de brand eerder kunnen melden. Veel extra schade is voorkomen door de gesloten deur van de slaapkamer. Bewoners, maar ook de brandexperts van de verzekering, geven complimenten aan de brandweer. Niet alleen was de brandweer snel ter plaatse, door een goede, snelle inzet kon meer schade voorkomen worden.
Woningbranden
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
Brandweer Gooi en Vechtstreek
33
Casus 15 Woningbrand Kampstraat, Hilversum MELDING Team Brandonderzoek wordt gealarmeerd om onderzoek te doen naar een brand in een portiekwoning aan de Kampstraat in Hilversum. De OVD heeft tijdens de inzet om de komst van TBO gevraagd. Reden is dat er, voor het ter plaatse komen van de eerste TS, een explosie in de woning heeft plaatsgevonden. Daarnaast is er tijdens de binnenaanval enorme hitte geconstateerd en de kozijnen in de gevel zijn ontzet. BEVINDINGEN Bij aankomst op de brandlocatie blijkt dat de politie rekening houdt met opzet, waardoor de brandlocatie als een plaats delict (PD) wordt beschouwd en Forensische Opsporing is gealarmeerd. Dit betekent dat TBO moet wachten met onderzoek totdat FO aanwezig is. In afwachting van FO hebben de brandonderzoekers gelegenheid om de eerste bevelvoerder te vragen of ten tijde van de inzet iets aan de inrichting van de woning is gewijzigd. Deze informatie helpt om een beeld te vormen van het brandverloop. De brand heeft gewoed in een slaapkamer op de bovenste etage van de portiekflat. In de woning stellen we vast dat de brand in het midden van de slaapkamer moet zijn ontstaan. Langs de wanden, bij de plinten, is de vloerbedekking namelijk nog redelijk intact. Zodra FO aanwezig is, trekken we samen op in dit onderzoek. INRICHTING In het midden van de slaapkamer staat een 2-persoons bed. Alles in en rond het bed is compleet verbrand.
OVERIGE FEITEN/GEGEVENS Door de hoge vuurlast in de ruimte heeft er een extreme hitteopbouw plaatsgevonden waardoor stukken beton van het plafond zijn afgespat. BRANDVERLOOP Nader onderzoek wijst uit dat de ramen en deuren van de slaapkamer ten tijde van de brand gesloten waren. Door de hoge vuurlast van matrassen en kleding heeft in de slaapkamer een enorme hitteopbouw plaatsgevonden. Vermoedelijk heeft deze enorme hitte de slaapkamerramen laten springen en is hierdoor zuurstof bij de brand gekomen. Dit heeft geleid tot een spontane ontbranding van de in de slaapkamer aanwezige rookgassen en de explosie die door velen is gehoord. OORZAAK Doordat de brand bijna alles in de ruimte onherkenbaar heeft verwoest, kan alleen het ontstaansgebied vastgesteld worden. In de brandresten wordt tevergeefs gezocht naar mogelijke ontstekingsbronnen of brandversnellers die de brand veroorzaakt zouden kunnen hebben. CONCLUSIE Het tactisch onderzoek van de politie en FO loopt nog. Een definitieve uitspraak over de brandoorzaak is nog niet bekend.
Foto 1
Foto 3
34
Brandweer Flevoland
Foto 2
Woningbranden
Waar vroeger de onderzoeken van de politie alleen op strafrecht gericht waren en in het archief werden opgeborgen, kunnen we nu teruggrijpen op de brandonderzoeken in onze operationele rugzak. Een mooi praktijkvoorbeeld is het brandonderzoek in een studentenflat in Diemen (2017). De uitkomsten hiervan vormden de reden voor tactisch evacueren bij een grote brand aan de Ringdijk in Lelystad een jaar later. - Hans Twigt, HOVD -
Brandweer Gooi en Vechtstreek
35
Casus 16 Nacontrole Woningbrand, Huizen MELDING Terugkomend van zijn werk treft de bewoner bij binnenkomst de woning donker aan. Alles lijkt donkerder dan normaal. Ook reageert de hond niet. Doorgelopen naar de achterdeur opent de bewoner deze. Plots wordt hem duidelijk dat alles zwart is door roetaanslag op deuren en ramen. Even later ziet de bewoner zijn hond dood op de grond liggen. Hij belt vervolgens direct de brandweer. INRICHTING De woning is gelijkvloers en heeft een woonkamer met een geïntegreerde keuken, twee slaapkamers en een badkamer. ONDERZOEK Onderzoek ter plaatse laat patronen van rook en brand zien. De vele roetvorming in de patronen doet vermoeden dat het hier ging om een ventilatie gecontroleerde brand. De brand is uiteindelijk gesmoord, zo kan opgemaakt worden uit de roet en druipers die op de ramen zichtbaar zijn. De brandruimte was al afgekoeld bij thuiskomst van de bewoner. VERMOEDELIJKE OORZAAK De brand heeft zich geconcentreerd in de keuken, precies achter een tafelmodel vrieskast die stond opgesteld op het aanrecht. Kortsluiting in de elektronica in de vrieskast vormt de meest waarschijnlijke brandoorzaak. Er zijn geen andere mogelijke ontstekingsbronnen aangetroffen.
Foto 2
Foto 3
CONCLUSIE De brand en de schade zijn beperkt gebleven doordat de bewoner altijd deuren en ramen tijdens afwezigheid en het slapen gesloten houdt.
Foto 4
Foto 1
36
Brandweer Flevoland
Foto 5
Foto 6
Woningbranden
Casus 17 Woningbrand Naarderstraat, Hilversum MELDING Er komt om 16.22 uur een melding binnen van brand in een appartement. BEVINDINGEN Als de brand geblust is, neemt de bevelvoerder contact op met TBO. Voor de dienstdoende ploeg is onduidelijk wat de oorzaak van de brand is, daarom wordt gevraagd om een onderzoek. De brandonderzoeker is om 18.00 uur ter plaatse. In het appartementencomplex wonen cliënten van Philadelphia. Philadelphia is een stichting die mensen met een beperking ondersteunt en begeleidt. OVERIGE FEITEN/GEGEVENS Bij binnenkomst in het pand, in de hal, zijn diverse rooksporen te zien. Een soort van alarmeringsknop (blijkt later) ligt gesmolten op de grond in de hal. In de ruimte rechtsom is de brand ontstaan. De precieze ontstaanslocatie is de bank rechtsachter de deur. De brandonderzoeker gaat in de resten van de bank op zoek naar sporen van elektronische apparatuur, elektrakabels of stekkerblokken, maar vindt niets. REPRESSIE Een TS4 en een TS2 rukken uit, samen met een hoogwerker. OORZAAK Om meer duidelijkheid te krijgen over wat zich precies heeft afgespeeld, doet de brandonderzoeker na het eerste onderzoek navraag bij één van de begeleiders. De vermoedelijke oorzaak van de brand is een brandende sigaret. BRANDVERLOOP De ontstaanslocatie is het kussen op de rechterzijde van de bank. Het kussen is weggebrand. Er zijn nog sporen te zien van een breiwerkje, breinaalden en een afstandsbediening. Bij het verplaatsen van de bank vindt de brandonderzoeker een apparaat waar batterijen in zitten. Uit navraag blijkt dat dit een koekoeksklok is die wordt gevoed door batterijen. Deze klok hing boven de bank en is door de hitte gesmolten en op de grond terechtgekomen. CONCLUSIE De bewoner van het appartement heeft een sigaretje gedraaid en aangestoken. Een pluk brandende/smeulende shag is op de bank/het kunststof kussentje op de bank terechtgekomen en dit heeft geleid tot ontbranding van het bankstel.
Brandweer Gooi en Vechtstreek
37
Casus 18 Woningbrand Sparrenstraat, Hilversum DE MELDING Om 18.36 uur komt er op de meldkamer een melding binnen van een keukenbrand met heftige rookontwikkeling OBJECT De brand is in een vrijstaande woning, gebouwd in 2014. De houten woning heeft een oppervlakte van 434 m² en staat op een gemetselde fundering. Het huis heeft een rieten dakbedekking. OORZAAK / HYPOTHESE De keuken is te benaderen via twee openingen vanuit de woonkamer waar zich (in verband met het hoogteverschil) enkele traptreden bevinden die worden aangelicht. De brand is begonnen in de spouwmuur van de doorgang ter hoogte van de traptredeverlichting. De ingebouwde LED-driver van de traptredeverlichting vormt mogelijk de oorzaak van deze brand. OVERIGE FEITEN/GEGEVENS De bewoner meldt dat hij al twee dagen een brandlucht rook en dit niet wist te traceren. Omdat er in de keuken ook een openhaard aanwezig is, dacht de bewoner dat de geur mogelijk hier vandaan kwam. ’s Avonds constateerde de bewoner dat er rook boven in de keuken hing en dat dit na verloop van tijd erger werd. BRANDVERLOOP De brand lijkt te zijn begonnen in de LED driver van de traptredeverlichting. De printplaat van de LED driver toont sporen die sluiting doen vermoeden. Omdat de LED driver zich rondom mineraal isolatiemateriaal (vrijwel zeker brandklasse A1/ onbrandbaar) bevond en er een tekort aan zuurstof was, is het bij een kleine brand gebleven. Het toenemen van de rook komt mogelijk door het hout dat in de spouwmuur is gaan uitgassen waarna het hout tussen de wand toch langzaam is gaan meebranden.
38
Brandweer Flevoland
OVERIGE FEITEN/GEGEVENS In de resten is te zien dat het minerale isolatiemateriaal (wol) is verkoold. Zeer waarschijnlijk heeft dit al enkele dagen een brandgeur afgegeven. Daarnaast is duidelijk inbranding te zien van het houtenplaatmateriaal tegen de wand. Vooral boven de verlichtingsarmatuur en bij de houten tengels in de spouw, ter hoogte van de tredeverlichting. Wellicht heeft het inbranden van het hout de toename van rook veroorzaakt. Tussen de resten is de printplaat van de LED driver gevonden. Deze toont sporen van sluiting. De verlichting aan de andere zijde van de keuken is door TBO gedemonteerd. Armatuur en LED driver zijn, na toestemming van bewoner, meegenomen door TBO. Binnen TBO wordt nagegaan of dit merk/type al eens eerder problemen heeft veroorzaakt. REPRESSIE De volgende voertuigen zijn uitgerukt: 1x TS 4 Hilversum 1x TS 2 Hilversum 1x HW Hilversum Logistiek TBO Bij binnenkomst zien collega’s van de repressie rook boven in de keuken (hoge puntvormige ruimte). Er is op dat moment geen brandhaard waarneembaar. Wel wordt een hotspot in de wand gescand met de warmtebeeldcamera. Na sloopwerkzaamheden wordt een kleine brand in de spouwmuur gevonden en vervolgens geblust. Na de inzet komt bij TBO de vraag om onderzoek te doen. CONCLUSIE De brand in de woning betrof een ventilatiegecontroleerde brand die niet tot ontwikkeling is gekomen. Vermoedelijke oorzaak is de LED driver van de traptredeverlichting.
Woningbranden
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 6
Foto 5
Foto 7
Brandweer Gooi en Vechtstreek
39
Casus 19 Woningbrand Meerkade, Muiderberg MELDING Om 04.18 uur komt er een melding binnen van een woningbrand. De brandweer krijgt door dat er drie personen betrokken zijn bij de brand. Eén persoon zou op het dak van de woning zitten, de twee andere bewoners bevinden zich in de woning. Zij proberen uit het raam te klimmen. De hoogte is te overbruggen omdat er ladders in de tuin liggen in verband met werkzaamheden aan het dak.
OVERIGE FEITEN/ GEGEVENS Er waren geen werkende rookmelders aanwezig. Het gas voor de woning wordt aangeleverd vanuit een tank die buiten de woning gesitueerd is. De hoofdkraan van de tank was dichtgedraaid door de brandweer, evenals de afsluiter bij de woning. Ook heeft de brandweer de aardlekschakelaar en de overige groepen uitgezet en de waterleiding dichtgedraaid.
OBJECT Het betreft een brand in een vrijstaand pand, gelegen in een natuurgebied. Op het moment van de brand wonen hier drie personen. Pand is in eigendom van de hoofdbewoner.
Uiteindelijk zijn alle slachtoffers zelf uit de woning gekomen. Bij aankomst van de brandweer staan de drie bewoners bij de reeds aanwezige ambulance. Ze worden alle drie meegenomen naar het ziekenhuis omdat ze veel rook hebben binnengekregen. Bij aankomst van TBO is niemand van de bewoners aanwezig. Er kan dan ook geen documentatie aangeleverd worden over de ketel en eventueel onderhoud.
OORZAAK De brand is begonnen in een kast in de hal. In deze kast staat een cv-ketel van het merk Daalderop. Deze cv-installatie is de oorzaak van de brand. BRANDVERLOOP De brand is begonnen in het brander-gedeelte van de cv-ketel. De isolatie van de cv-ketel is helemaal weggesmolten. Dit verklaart mogelijk de grote hoeveelheid rook. De extreme hoeveelheid rook bulkte, bij aankomst van de brandweer, uit de ramen van de eerste verdieping. De rook kon, via het trappengat, naar de bovenliggende verdieping. De cv-ketel zat in een houten kast (foto 3) bij de voordeur. De kast had met name op 1 meter hoogte vanaf de vloer brandschade. Op de deur aan de binnenzijde was de zogeheten krokodillenhuid goed zichtbaar. De rook heeft zich ook verspreid via het plafond in de kast. (foto 5) Eén persoon in de slaapkamer is wakker geworden en die heeft overige bewoners kunnen alarmeren. De waterleiding linksboven de cv-ketel is gesprongen. Dit is tijdens de brand gebeurd. De kapotte leiding heeft als sprinkler gefunctioneerd. Hierdoor is de brand onder controle gebleven en niet uit de kast gekomen totdat de brandweer de kast opende.
REPRESSIE Door snelle inzet en de gesprongen waterleiding die als sprinkler functioneerde, is brand beperkt gebleven tot in de cv-kast. Er is wel sprake van veel rookschade. BRANDVEILIG LEVEN Als er rookmelders aanwezig waren geweest, was de brand veel eerder opgemerkt en waren de bewoners eerder geattendeerd op de brand. Nu is één van de bewoners gelukkig wakker geworden door de rooklucht en konden de overige bewoners op tijd gewaarschuwd worden. CONCLUSIE De brand heeft een technische oorzaak. Door snel ingrijpen van de brandweer en de gesprongen waterleiding is de brand beperkt gebleven tot hoofdzakelijk brand in de ketel en de kast waarin deze stond. Wel heeft de rook veel schade aangebracht aan de inboedel.
Foto 1
40
Brandweer Flevoland
Woningbranden
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Brandweer Gooi en Vechtstreek
41
Casus 20 Brand in een bedrijfspand aan de Houtwijk in Dronten MELDING De brand wordt een uur na sluitingstijd geconstateerd. Voorbijgangers zien flinke rookontwikkeling binnen.
PREPARATIE De bereikbaarheid van het pand was goed. De waterwinning verliep via een ondergrondse brandkraan.
BEVINDINGEN Bij het onderzoek komt naar voren dat er in het midden van de winkelruimte een brand is ontstaan. In het middengebied stond de balie met daarop een pinapparaat, de kassa en een koffiezetapparaat. Aan het brandverloop is te zien dat de brand begonnen is in de buurt van het koffiezetapparaat.
REPRESSIE Het blussen van de brand gebeurde door enkele ruiten te verwijderen, waardoor de brand bereikbaar werd. Aandachtspunt bij dergelijke branden blijft de rookontwikkeling in het pand en het toevoeren van zuurstof door het verwijderen van ruiten. RSTV moet een aandachtspunt zijn bij dergelijke inzetten. De overdrukventilator is gebruikt om geforceerd te ventileren.
OORZAAK De oorzaak van de brand is niet geheel duidelijk. Het vermoeden is dat de brand is veroorzaakt door een storing in het koffiezetapparaat op de balie in het midden van de winkel. PREVENTIE Het pand betreft één brandcompartiment. De vlammen hebben het stalen dak flink aangetast. De steenwol isolatiematerialen op het dak konden voorkomen dat de brand zich via de isolatie uitbreidde. Hierdoor is de brand beperkt en binnen de winkelruimte gebleven.
42
CONCLUSIE Gezien de rookontwikkeling in het afgesloten pand is de brand ventilatiegecontroleerd geweest. Door de steenwolisolatie is de branduitbreiding beperkt gebleven tot de ruimte nabij de balie. Het hele pand is echter wel beroet door het zuurstoftekort en de onvolledig verbranding.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Brandweer Flevoland
Brand in bedrijfspanden
Casus 21 Brand in bedrijfspand Kempenaar, Lelystad MELDING Rond middernacht komt er een melding binnen over van een gebouwbrand in de Kempenaar in Lelystad. BEVINDINGEN Er wordt opgeschaald naar middelbrand. De brand is ontstaan op de 1e verdieping achter de koelkast, tegen de tussenmuur. Vanaf daar heeft het vuur zich verder ontwikkeld tot een uitslaande brand. De vlammen slaan tussen de brandmuur en dakplaten naar buiten. OORZAAK Het meest aannemelijk is dat de koelkast of de elektrische bedrading achter de koelkast de brand hebben veroorzaakt. Foto 1
PREVENTIE Het pand betreft één brandcompartiment met vier ruimten. Op de begane grond zijn twee ruimtes en op de eerste verdieping bevinden zich de andere twee. PREPARATIE De brandkranen waren op locatie beschikbaar. REPRESSIE In eerste instantie was het binnen te warm voor een binnenaanval. Na het forceren van deuren aan de voor- en achterzijde van het pand werd het pand door de forse wind op de voorzijde feitelijk geventileerd. Dit zorgde voor een aanzienlijke vermindering van de brandbare rookgassen waardoor een succesvolle binnenaanval kon worden gedaan.
Foto 2
CONCLUSIE De plaats van het ontstaan van de brand is duidelijk, achter de koelkast. Door adequaat optreden van de blusploegen en door repressieve ventilatie toe te passen, is het gebouw gespaard gebleven.
Foto 3
Brandweer Gooi en Vechtstreek
43
Casus 22 Brand in kinderdagverblijf aan de Wisentweg in Dronten MELDING Brand in een kinderdagverblijf. BEVINDINGEN Het betreft een kinderdagverblijf met ongeveer 30 kinderen in de leeftijd 0-5 in de opvang. De brand is begonnen in de dakplaten, vlakbij de plek waar de bliksem is ingeslagen. Ontlading heeft plaatsgevonden via de staalconstructie en de elektrische installatie. Diverse plafondplaten en laagspanningsstroom-elementen vertonen brandsporen.
Foto 1
OORZAAK Blikseminslag nabij de nok van het pand. PREVENTIE Het pand is één brandcompartiment. Door de aanwezigheid van meerdere vluchtwegen hoefden aanwezigen niet te vluchten via de hoofdingang waarboven de inslag had plaatsgevonden. PREPARATIE De brand is geblust met één straal hoge druk. Gezien de omvang van de brand was er op het voertuig voldoende blusmiddel aanwezig. Een brandkraan was op afstand aanwezig.
Foto 2
REPRESSIE In eerste instantie wordt er één tankautospuit gealarmeerd (1xTS4/6). In dit geval Dronten (TS4). Bij voldoende opkomst in Dronten rukken twee tankautospuiten uit met in totaal negen personen. Op basis van het berichtenverkeer maakt de meldkamer middelbrand. Na 16 minuten arriveert Swifterbant (TS5 zonder BV). Door kordaat optreden van de eerste twee tankautospuiten is de brand snel geblust. CONCLUSIE Door het kort na elkaar ter plaatse komen van twee tankautospuiten kan de brand zich niet verder ontwikkelen en kan snel worden geblust. Ontruiming van het pand heeft al plaatsgevonden door de BHV-organisatie.
Foto 3
Foto 4
44
Brandweer Flevoland
Brand in bedrijfspanden
Casus 23 Brand Chinees restaurant Europalaan, Emmeloord MELDING Tussen twee en drie uur wordt door de buren een ontploffing gehoord waarna de brandweer wordt gealarmeerd. Het blijkt om een binnenbrand te gaan. BEVINDINGEN De brand bevindt zich achter de bar, vlakbij de kelderingang. Vanaf dat punt ontwikkelt de brand zich de ruimte in. Tijdens aanrijden wordt de status middelbrand gemaakt, na verkenning wijzigt dit in ‘grote brand’. OORZAAK De brand is waarschijnlijk veroorzaakt door het toebrengen van brand-bevorderende middelen. PREVENTIE De brand blijft beperkt tot de hoek achter de bar. Het systeemplafond is gedeeltelijk verdwenen, maar de daarboven gelegen betonvloer heeft doorslag naar boven tegengehouden. Door snel optreden is het vlamoverslagpunt voorkomen.
Foto 1
PREPARATIE In de omgeving zijn voldoende brandkranen aanwezig. Het pand heeft geen bereikbaarheidskaart, terwijl dit volgens de regels wel verplicht is. Regelgeving vindt vrijwel nooit plaats. Dit is een aandachtspunt voor de gemeente. REPRESSIE Bij het ter plaatse komen, treft de ploeg een flink ontwikkelde brand aan. Via de voordeur wordt de brand in eerste instantie bestreden met DLS. De temperatuur gaat moeizaam omlaag. Pas wanneer ook een HD straal wordt ingezet, is het mogelijk het pand te betreden. Portofoonverkeer is ondanks de korte afstanden moeilijk verstaanbaar.
Foto 2
CONCLUSIE De brand is geblust met DLS in combinatie met een HD straal. In het pand is teveel hitte aanwezig om offensief de binnenaanval te doen. Omdat het DLS niet goed op de vuurhaard kan worden gericht, gaat de knock down moeizaam. De verbindingen met de porto zijn moeilijk. De oorzaak daarvan is gedeeltelijk bekend. Het brandverloop is duidelijk te zien. De brand heeft zich niet ontwikkeld tot een volledig ontwikkelde brand.
Foto 3
Brandweer Gooi en Vechtstreek
45
Casus 24 Brand in bedrijfsunits Griend op Urk MELDING De brandmelding komt binnen om 1.30 uur, in de nacht van zaterdag op zondag. Een passant rijdt op de Domineesweg richting Urk, ziet de brand en meldt meteen dat het om een uitslaande brand gaat. BEVINDINGEN Het pand bestaat uit een 17 bedrijfsunits, verdeeld over drie brandcompartimenten. De brand woedt in de meest zuidelijk samengevoegde units die een apart brandcompartiment vormen. De compartiments-wanden hebben de brand niet tegen kunnen houden. OORZAAK De oorzaak van de brand is na uitgebreid onderzoek door FO van de politie niet duidelijk. Afgestoken vuurwerk wordt genoemd als brandoorzaak, maar de kans dat de brand in het pand is begonnen, wordt groter geacht. PREVENTIE De compartimentswanden zijn ingestort, waarschijnlijk door de grote hitte. Mogelijk heeft ook de uitvoering van de dubbele staalconstructie bijgedragen aan het instorten van een deel van het pand. Onder de dakbedekking op de brandscheidingen is steenwol aangebracht. Dit heeft redelijk goed gefunctioneerd. De snelle
46
ontbranding van de overige isolatiematerialen op het dak (EPS) heeft daarentegen een negatief effect gehad. PREPARATIE De waterwinning gaat eerst via de brandkraan, daarna wordt een dompelpomp aangelegd naar het kanaal op ongeveer 500m afstand van het pand. Er is voldoende water beschikbaar. REPRESSIE Gezien de ontwikkeling van de brand is het eerste doel om overslag naar de buren (op 11m afstand) te voorkomen. De regenpijpen smelten er al wel af. De tweede en derde ingezette eenheid krijgen de opdracht een stoplijn te creëren halverwege het pand . CONCLUSIE Door de inzet is een gedeelte van het pand behouden gebleven. Het leermoment zit in de preventieve voorzieningen. In dit geval werd duidelijk dat het gebruikte isolatiemateriaal EPS (polymeer geëxpandeerd polystyreen) zeer negatief bijdraagt aan een uitslaande brand.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Brandweer Flevoland
Brand in bedrijfspanden
Met de intrede van Brandonderzoek in onze regio’s is een weg ingeslagen naar een fundamentele wijziging in het leren van de brandweer. Onze preferente leerstijl hecht van oudsher grote waarde aan de praktijk. En terecht, maar het meten van het ‘effect’ en het begrijpen van ons optreden zijn daarbij erg lastig gebleken door het grote aantal variabelen. Daarom kijken we nu met een nieuwe, onderbouwde bril naar deze effecten met gebruikmaking van zo veel mogelijk bronnen om te funderen. Kortom, brandonderzoek levert de nodige bewijslast om ons repressieve optreden beter te begrijpen en ons leren te versterken. Er is geen weg meer terug ;) - Jeroen van Opstal, Clusterhoofd Vakbekwaamheid -
Brandweer Gooi en Vechtstreek
47
Casus 25 Brand in pizzeria Hilversum MELDING Rond 3.30 uur wordt de overbuurman van de pizzeria wakker van glasgerinkel. Hij roept uit zijn raam ‘wat moet dat?’ en ziet een in het zwart geklede figuur naar binnen gaan. Na tien, vijftien seconden is de persoon weer buiten, waarop een knal en een flits volgen. BEVINDINGEN Naar aanleiding van de melding wordt al snel gedacht aan brandstichting. OVERIGE FEITEN/GEGEVENS In de pizzeria staan twee bromfietsen die benzine bevatten. Tijdens de repressieve inzet zijn de brommers niet van hun plaats geweest en dat vergemakkelijkt dit onderzoek.
Foto 1
REPRESSIE De repressie moet het blussen kort staken omdat er kortsluiting ontstaat in de meterkast. ONDERZOEK In deze casus werken de brandonderzoekers nauw samen met het FO team omdat er vermoedelijk opzet in het spel is. Na het lokaliseren van het ontstaansgebied wordt met een zogenaamde PID meter gezocht naar brandversnellende middelen. Op meerdere plaatsen in het uitgebrande pand geeft de PID meter een positieve uitslag. Deze plekken worden gefotografeerd. Medewerkers van FO nemen monsters mee voor verder onderzoek in het laboratorium. Een speurhond bevestigt (door te blaffen) de aanwezigheid van brandversnellende middelen op dezelfde plekken als de PID meter heeft uitgewezen. Bij het onderzoeken van de meterkast blijkt dat de elektrische verdeelinrichting ook in brand heeft gestaan. De hoofdzekeringen en Kwh-meter zijn volledig weggebrand. In eerste instantie wordt vermoed dat er in de meterkast ook sprake is geweest van brandstichting. Na onderzoek met de PID meter worden geen brandversnellende middelen aangetroffen. Ook een technische oorzaak is uitgesloten. CONCLUSIE Omdat het niet lukt een onderbouwde hypothese samen te stellen, worden video-opnames en overig beeldmateriaal uit de media bekeken. Uit deze opnames kan opgemaakt worden dat de meterkastbrand in een later stadium (tijdens nablussen) is ontstaan. Op basis van deze beelden blijkt ook dat de wanden van de meterkast niet tot het plafond opgetrokken waren. De meterkast was aan de bovenzijde (boven plafond) aan vier zijden open. Hierdoor is het bluswater via de achterwand in de meterkastopstelling gelopen waardoor een elektriciteitsbrand is ontstaan.
48
Brandweer Flevoland
Foto 2
Foto 3
Brand in bedrijfspanden
Foto 4
Foto 5
Brandweer Gooi en Vechtstreek
49
Casus 26 Brand in bedrijfspand Nieuwe Vaart in Bussum MELDING De meldkamer ontvangt via de politie een melding. De politie is afgegaan op een inbraakalarm en ontdekt bij aankomst de brand. OBJECT De brand is in een pand waar een rijschool in is gevestigd. OVERIGE FEITEN/GEGEVENS Bij aankomst van de brandweer staan er in het pand twee lesauto’s in brand. De overige voertuigen, motoren en brommers worden door de brandweer naar buiten geduwd of gereden. De brandweer schaalt al snel op naar zeer grote brand.
CONCLUSIE De oorzaak van de brand ligt bij de HD-reiniger die vermoedelijk een technische storing heeft gekregen. De Aan/Uit schakelaar is teruggevonden, maar deze is zo versmolten dat niet meer te testen is of deze voorafgaand/ tijdens de brand aan of uit stond. De dieselbrandstof zat nog in het reservoir en is niet mee gaan branden. FO trekt dezelfde conclusie. Na onderzoek wordt het pand overgedragen aan de verzekeringsexpert.
In de ruimte staan alle lesauto’s met de ramen open. Vanwege het coronavirus is de rijschool niet in bedrijf en zo kunnen alle auto’s gelucht worden. In de rechterhoek, direct achter de doorgeslepen roldeur, is een voertuig dusdanig door de brand aangestraald dat deze niet meer te verplaatsen is. Voor deze auto staat nog een andere auto, maar deze wordt geblokkeerd door het in de brand staande voertuig en kan daardoor niet weggehaald worden. REPRESSIE De brandweereenheid heeft met relatief weinig schade de brand bestreden. Voor het binnenkomen hebben ze de roldeur doorgeslepen en het stuk verwijderd. Hierdoor krijgen zij vrij toegang tot het pand. HET ONDERZOEK TBO wordt gealarmeerd en spreekt direct na aankomst met de OVD en de HOVD. De HOVD meldt dat van het pand een plaats delict wordt gemaakt. Onderzoek door TBO en FO moet uitwijzen wat de oorzaak van de brand is. Liander schakelt gas en stroom uit, zodat het onderzoek veilig gedaan kan worden. Het onderzoek start met een interview. De eigenaar van de rijschool, zijn zoon en twee werknemers schetsen een reëel beeld van de toestand in het pand vóór de brand. Tijdens het onderzoek wordt achter het in de brand staande voertuig een HD-reiniger van het merk Karcher type HDS588C gevonden. Uit navraag blijkt dat dit apparaat geen water meer kon verwarmen. Er kon dus alleen nog met koud water gespoten worden. Het is inmiddels tien dagen geleden dat het apparaat voor het laatst gebruikt is. De medewerkers van de rijschool zetten de schakelaar op het apparaat na gebruik altijd uit. Het hogedruk apparaat werd, toen het nog naar behoren werkte, verwarmd door dieselbrandstof. Op de muur is een mooie aftekening te zien van de brand. Daar waar de HD-reiniger stond, is de muur praktisch schoongebrand. Rechts van de HD-reiniger staat een compressor die nauwelijks schade heeft. De stekker van de HD-reiniger zit nog in het stopcontact en de aardlekschakelaar is uitgeschakeld.
50
Brandweer Flevoland
Foto 1
Brand in bedrijfspanden
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Brandweer Gooi en Vechtstreek
51
Casus 27 Schuurbrand aan Oosterringweg in Luttelgeest MELDING Schuurbrand. BEVINDINGEN De brand is in een schuur van een boerderij met riet tussen de sporen (de dakliggers of spanten) van het dak onder de dakpannen. Door het ontbranden van het riet vindt er een snelle branduitbreiding plaats. Voordat de eerste tankautospuit ter plaatse is, staat het dak van de schuur vrijwel geheel in brand (uitslaand). OORZAAK De brand ontstaat doordat de eigenaar met een föhn verf afbrandt van de daklijsten. Als hij naar de andere kant van het pand loopt, ziet een vriend rook uit het dak komen. Het riet onder de dakpannen blijkt vlam te hebben gevat.
Foto 1
PREVENTIE Tussen de schuur en de woning was een brandwerende wand aanwezig. Deze heeft, hoewel er wat gaten in zaten, goed dienst gedaan. Op het dak van de woning was het riet aan de binnenzijde afgedekt met platen. Hierdoor kon de brand zich daar minder snel ontwikkelen en was het mogelijk een stoplijn te creëren. PREPARATIE De ondergrondse brandkraan zit aan de overkant van de Oosterringweg. Hierdoor moet deze weg worden afgesloten. Gezien de vuurbelasting wordt een tweede tankautospuit gealarmeerd voor de waterwinning op open water. REPRESSIE Omdat de brand bij aankomst al uitslaand is, wordt ingezet op het behoud van de woning. Gelet op de brandmuur en de beplating onder het dak, lukt dit vrij goed. Aandachtspunt is het gevaar van asbest in het pand.
Foto 2
CONCLUSIE Bij een volledig uitgebrande boerenschuur moet instortingsgevaar een aandachtspunt zijn. Hiermee is bij de bestrijding rekening gehouden. Verder is bij een dergelijke inzet asbest een aandachtspunt. Door een stoplijn te creëren is de woning gedeeltelijk gespaard gebleven.
Foto 3
52
Brandweer Flevoland
Overige branden
Casus 28 Autobrand aan Zuiderkade, Emmeloord MELDING Bij de meldkamer komt de melding van een autobrand binnen. BEVINDINGEN Ter plaatse blijkt dat er in de auto een explosie is geweest. De voorruit van het voertuig ligt op 15 à 20 meter afstand van de auto. Ook zijn de airbags afgegaan. OORZAAK De explosie is ontstaan door in een afgesloten auto deodorant te spuiten in het ventilatiesysteem en daarna een sigaret aan te steken.
Foto 1
PREVENTIE Op de spuitbus waren veiligheidsvoorschriften aangegeven: Zeer brandbaar en niet roken. PREPARATIE Niet van toepassing REPRESSIE Veilig optreden is erg belangrijk bij dergelijke incidenten. Het is niet meteen duidelijk wat de oorzaak van de explosie is. Hiervoor is een veilige werkafstand noodzakelijk. Eerwraak komt ter sprake en dit is voor de politie aanleiding om een onderzoek in te stellen.
Foto 2
CONCLUSIE Door een vrij onschuldig iets heeft een forse explosie plaatsgevonden. Niet meteen is duidelijk dat drijfgas uit een deodorant spuitbusje de oorzaak hiervan is. Tot dat moment heeft eigen veiligheid prioriteit en moet de politie het initiatief nemen. Na een zoektocht op internet blijken er in de afgelopen jaren meerdere identieke explosies te zijn geweest. Het incident zal worden voorgelegd aan de Keuringsdienst van Waren.
Foto 3
Brandweer Gooi en Vechtstreek
53
Casus 29 Brand in begeleid-wonen complex Schoener Lelystad MELDING Woningbrand. BEVINDINGEN Locatie van de brand is een woonunit, onderdeel van een complex voor begeleid wonen. De woonunit bestaat uit een woonkamer, open slaapkamer en een aparte natte groep (douche, wastafel en toilet), afgesloten met een deur. Er is een BHV-organisatie die het complex tijdig heeft ontruimd en de hulpdiensten van alle relevante informatie heeft voorzien. OORZAAK Brandstichting.
Foto 1
OVERIGE FEITEN/ GEGEVENS Op basis van de brandpatronen is de meest aannemelijke ontstaansplek het bed (foto 1). Naast het (deels houten) bed bevindt zich een smal looppaadje van zo’n 30 cm (geschat) en een houten kast met onder andere veel CD’s (foto 2). De overige meubels bestaan uit een tafel, stoelen, wandkasten bij de deur links en een keukenblok rechts van de deur. Alle meubels zijn van hout. De hele unit heeft een verlaagd systeemplafond. Over de woonunit kan gezegd worden dat de vuurbelasting hoog is. De bewoner van de woonunit heeft een verleden met brandstichting. Eerder deed hij verschillende (geslaagde) pogingen om brand te stichten. De unit is volledig uitgebrand (foto 3). Boven het voeteind van het bed is het beton gesprongen (foto 4). De deur van de natte groep is compleet weggebrand. Bij de brand is zeer veel energie vrijgekomen.
Foto 2
PREVENTIE De bouwkundige voorzieningen hebben goed gewerkt. De brand is binnen de woonunit (compartiment) gebleven, ondanks de hoge vuurlast. De ramen en deuren waren tijdens de brand gesloten. De rook- en hitteschade in de gang is ontstaan door het openen van de deur bij het bestrijden van de brand. PREPARATIE De dichtstbijzijnde OBK ligt buiten het terrein. De ooit aanwezige OBK op het terrein is niet te vinden, ook niet op MDT. (Bron: bemanning 1e tankautospuit) REPRESSIE Tijdens aanrijden van de 1e tankautospuit is door de alarmcentrale doorgegeven dat de brand uitslaand is en dat iedereen het gebouw inmiddels verlaten heeft. In overleg wordt er daarom een ‘middelbrand’ van gemaakt. Ter plaatse wordt ingezet met 1 hogedrukslang (nr 1 en 2), vanwege de hitte aangevuld met 1 lagedrukslang, afgelegd door bemanning van de hoogwerker. De 2e tankautospuit richt zich op waterwinning om de 1e tankautospuit te kunnen voeden.
Foto 3
Foto 4
54
Brandweer Flevoland
Overige branden
Brandonderzoek is wat mij betreft een key-element in de organisatie. Ik moet daarbij denken aan een tweetal eigen OVD ervaringen: De Bouwweg in Lelystad, en de Zwijnsweg in Ens. Bij deze incidenten was het lastig om het brandverloop en de ontwikkeling van de brand te verklaren. Brandonderzoek heeft bij deze branden een grote bijdrage geleverd aan de evaluatie, het leren en begrijpen. Zo werd niet alleen het effect van ons optreden en het gedrag van de brand duidelijk, maar werd dit ook onderbouwd en in breder perspectief geplaats. De kennispositie die we daarmee als brandweer verwerven, is de basis voor ons eigen lerend vermogen, maar ook bruikbaar in het geheel van de veiligheidsketen. Zo kan Brandonderzoek bijdragen aan de synergie tussen het bouwwerk of object in relatie tot de omgeving, afgestemd op de vooraf gewogen en geaccepteerde risico’s die een eventuele brand in zo’n object of pand met zich meebrengt. -Hendrik Kramer, OVD / Senior medewerker Risicobeheersing-
Brandweer Gooi en Vechtstreek
55
Casus 30 Brand in winkelcentrum Lelycentre in Lelystad (Zie ook pag. 74)
MELDING Winkel/gebouwbrand. De melding wordt gedaan door iemand die in het pand aanwezig is. AANLEIDING ONDERZOEK Brandverloop. BEVINDINGEN Het Lelycentre is een overdekt winkelcentrum (het oudste van Lelystad) met winkels op de begane grond en zalen/restaurants op de eerst verdieping. De eerste verdieping is bereikbaar via (voornamelijk) buitentrappen die leiden naar een galerij/balustrade. De winkels zijn ten tijde van de brand gesloten. De begane grond is daarom niet bereikbaar.
PREPARATIE Aan beide zijden van het pand bevinden zich brandkranen. Voor de vermoedelijke inzet van meerdere eenheden is grootwatertransport opgeroepen, maar niet ingezet. REPRESSIE Er is een leertafel geweest over dit incident. De zaken die van belang zijn voor repressie staan in het document van de leertafel beschreven. CONCLUSIE Door snel inzetten van de eenheden is de brand beperkt gebleven.
BRAND De brand ontstaat tijdens de jaarwisseling van 2016/2017 rond 00:30 uur. De brand ontstaat op de begane grond en slaat naar binnen bij Marskramer, een winkel in huishoudelijke artikelen. Via overslag breidt de brand zich uit naar de balustrade. Het brandbare materiaal van de ventilatiekoker ter hoogte van de verdiepingsvloer van de winkel naar de balustrade speelt een grote rol bij de ontwikkeling van de brand (foto 3, 4 en 5). Op de dag na de brand wordt geconstateerd dat er asbest in het pand zit. Tijdens de brand bestond het vermoeden dat er geen asbest was (foto 7).
Foto 1
OORZAAK Vuurwerk (een sterretje) is terechtgekomen op tuinmeubelen met daar overheen een afdekhoes. PREVENTIE Tussen de winkel en de zaaltjes bevindt zich een betonvloer (foto 6). Deze scheiding heeft de doorslag voorkomen. De balustrade is van een raster van staal. De binnenzijde van de balustrade is van riet voorzien. Dit riet heeft de overslag van de winkel naar de balustrade doen versnellen. De zaaltjes hebben deels een plafond van zachtboard. Door ingrijpen van repressie heeft dit zachtboard geen vlam gevat. De balustrade heeft meerdere uitgangen. Vanwege overlast door hangjongeren heeft de beheerder meerdere toegangen/uitgangen afgesloten. In de week na de brand is ervoor gezorgd dat alle balustrades vanuit elk punt weer twee uitgangen hebben. De voor de brand aanwezige rommel en versperringen zijn weggehaald (foto 8). Ook zijn andere preventieve zaken opgepakt door gemeente en Risicobeheersing.
56
Brandweer Flevoland
Foto 2
Overige branden
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
Foto 7
Foto 8
Brandweer Gooi en Vechtstreek
57
Casus 31 Complexbrand Odeonstraat Almere DE WIJK (foto 5) De wijk waar het complex zich bevindt (Filmwijk) is in opbouw en bestaat uit een paar wooncomplexen zoals het getroffen complex en woningen voor één- en tweepersoons huishoudens. Onder de bewoners zijn veel studenten. De wijk ligt tegen het centrum van Almere Stad aan en wordt begrensd door de Stadswetering (westzijde), Spoorbaanpad (noordzijde), Charlie Chaplinweg (oostzijde) en de Cinemadreef (zuidzijde). HET WOONCOMPLEX Het wooncomplex bestaat uit een aantal gestapelde woonunits (‘containerwoningen’) met elk een afmeting van 6m x 2.44m. Er staan aan de straatzijde zes units naast elkaar, gestapeld in drie lagen. Ook aan de achterzijde is eenzelfde blok woonunits te vinden, maar daar zijn units gespiegeld aan de units die zich voor bevinden. De units aan de voor- en achterzijde zijn met elkaar verbonden door een galerij van metalen open roosters. Op de beide kopse kanten is een trap die de drie bouwlagen ontsluit (foto 2). Alle aansluitingen lopen onder het gebouw door (in een centrale, geïsoleerde ‘koker’) en gaan per drie gestapelde units omhoog naar de betreffende woningen. Tussen de units onderling is het open: de units staan niet ‘koud’ met de zijwanden tegen elkaar aan. De opening is over de hele lengte ongeveer 20 cm breed. DE WOONUNIT Elke woonunit heeft aan de achterzijde een deur die uitkomt op de galerij. Van hieruit kun je twee kanten op om het complex te ontvluchten bij brand. Aan de voorzijde (foto 1) heeft de unit een deur met een ‘Frans balkon’ en een groot raam. VOORZIENINGEN EN INDELING: Elke unit heeft, bij binnenkomst links, een keukentje. Dit keukentje bestaat uit een aanrecht met spoelbakje, een elektrische dubbele kookplaat (tafelmodel) en wat kastjes. Achter de keuken (links) is een ruimte met daarin de ‘natte groep’ met een douche, wasbak en toilet. Boven het plafond van de natte groep zit de mechanische ventilatie, een boiler en de groepenverdeelkast voor elektra. Hiervóór hangt aan het plafond een rookmelder met aansluiting op het lichtnet (foto 3). Rechtsboven in de hoek, boven de natte groep, komen water, elektra en de datakabel de woning binnen. Voor de raampartij, aan de voorzijde, is de vloer verhoogd. Dit is bedoeld voor plaatsing van een bed. Tussen de verhoging en de natte groep is een lege ruimte om vrij in te delen. CONSTRUCTIE: De basis voor de unit is een ‘container’, aan de buitenzijde afgewerkt met polyester, opgebouwd uit glasvezelmatten met daarover een laag kunsthars (foto 4). De eindafwerking bestaat uit een gekleurde coating. Aan de binnenzijde zijn muren en plafond afgewerkt met kunststof beplating. De natte groep is aan de buitenkant afgewerkt met hout. PREVENTIE De woonunits hebben, voor ze in Almere geplaatst werden, in Amersfoort gestaan. Ze zijn daar getoetst aan de bouwregelgeving. De woningen voldeden aan de geldende regelgeving, wat
58
Brandweer Flevoland
inhoudt dat elke woning 30 minuten brandwerend is uitgevoerd. (Weerstand branddoorslag brand overslag (WBDBO) van 30 minuten). Bij eerder geplaatste units in Almere is de ruimte naast elke unit volledig dichtgemaakt. Het is onbekend waarom dat bij dit complex niet gedaan is. PREPARATIE De (bouw)weg is begaanbaar en het complex is goed met brandweervoertuigen te bereiken. Ook de brandkranen zijn goed bereikbaar. De dichtstbijzijnde brandkraan ligt op ca. 80 meter van het brandadres. DE BRAND Om 02.06 uur krijgen de posten Almere Stad en Almere Veluwse Kant alarm voor een woningbrand. Beide posten rukken uit met een tankautospuit (TS). Een Hoogwerker (HW) rukt uit vanaf post Lelystad. De situatie die de eerste TS-en ter plaatse aantreffen: • Een ontwikkelde brand op drie bouwlagen, in het midden van het complex, tussen de woningen aan de galerij. • Naast de woningen tussen de tweede en derde bouwlaag, in het midden aan de straatzijde, komen de vlammen tussen de openingen van de woonunits door. Door de brand tussen de units ontstaat een schoorsteeneffect. • Binnen in het complex, aan de galerij op de tweede en derde bouwlaag, is het vuur zo hevig dat de tegenoverliggende units (achterzijde) aangestraald worden en mee gaan branden. Op de tweede en derde bouwlaag is dus ‘massief vuur’ aanwezig. (foto 6) • Aan de straatzijde hangt iemand op de derde bouwlaag aan het kozijn. Deze persoon roept om hulp omdat de woonunit niet meer via de galerij te ontvluchten is. • Eén persoon is aan de straatzijde reeds gesprongen. • Door de open stalen roosters die dienen als galerijvloer, kunnen vlammen en rook ongehinderd opstijgen naar boven. DE INZET Tijdens het aanrijden, schaalt de bevelvoerder op basis van de verkregen informatie op naar ‘middelbrand’. Eenmaal ter plaatse besluit de bevelvoerder direct op te schalen naar ‘grote brand’. De eerste TS begint met het naar beneden halen en in veiligheid brengen van de persoon aan de gevel. Het gesprongen slachtoffer is al overgedragen aan de politie. Aan de politie wordt gevraagd een afzetting te maken zodat de eenheden ongehinderd kunnen werken. De eerste TS zet, na de eerste snelle verkenning, in op redding. Het vermoeden bestaat namelijk dat er nog personen in de units aanwezig zijn. Om er zeker van te zijn dat er niemand meer in de units aanwezig is, moeten eerst alle units betreden en gecontroleerd worden. Zodra de 2e TS arriveert, voegt de bemanning zich bij de 1e TS om de redding te ondersteunen. De beide TS-chauffeurs maken eerst de waterwinning gereed. Om de units te kunnen betreden, wordt gebruik gemaakt van de reddingzaag (‘cutter edge’) om de deuren te openen. Om bij de middelste units te komen op de tweede en derde bouwlaag, zet de bemanning een straal DLS in voor een snelle knockdown, om de redding te ondersteunen.
Overige branden
Nadat is vastgesteld dat er geen personen meer in de brandende units aanwezig zijn, zetten de eenheden in op blussing. De OvD heeft ondertussen GRIP 1 afgekondigd, in verband met mogelijk meerdere slachtoffers, ontruiming, opvang, nazorg, publiciteit en politieke gevoeligheid. Grofweg is de taakverdeling als volgt: • 1e TS: 3e bouwlaag • 2e TS: 2e bouwlaag • 3e TS: 1e bouwlaag • 4e TS: Reserve, aflossing en ondersteuning. Foto 1
Foto 2
De units laten zich redelijk eenvoudig blussen, ondanks de hevige vlammen en hoge temperatuur. Problemen en beperkingen waar de eenheden tegenaan lopen bij de inzet zijn: • Geringe bezetting van de voertuigen (TS 4): Bij dit soort complexe inzetten (verkennen, redden, blussen) komt men in de aanvang van de inzet veel handen tekort. • Geen informatie over aanwezigheid bewoners: Omdat er geen informatie is over eventuele aanwezigheid van bewoners, moet elke unit betreden en doorzocht worden. Dit vergt veel tijd. • Brandgedrag van de toegepaste materialen: Door de toepassing van polyester als bouwmateriaal, breidt de brand zich uit naar zowel boven als beneden. Dit doordat het materiaal vloeibaar wordt en brandend naar beneden druppelt. • Brandhaarden tussen de units: De brandhaarden in de ruimte tussen de units zijn moeilijk bereikbaar waardoor men dicht naar de units toe moet om de blussing tussen de units te realiseren. Op de galerij is dit 1-2 meter. Uiteindelijk is er voor de blussing ingezet met twee stralen DLS en één straal HD. Ingezette brandweereenheden: 4x TS, 1x HW, 1x OvD, 1x HOvD, 1x HA met CoPI bak en 1x F-Log.
Foto 3
HET ONDERZOEK Vanwege onduidelijkheid over het ontstaan van de brand, is het complex door de politie tot ‘plaats delict’ (PD) verklaard. Dit houdt in dat het complex niet meer betreden mag worden, behalve door brandweer en politie en alleen voor het uitvoeren van strikt noodzakelijke werkzaamheden. In dit soort gevallen doet FO van de politie brandonderzoek. Dit onderzoek vindt meestal de volgende dag plaats. Ook TBO is gevraagd een onderzoek in te stellen. Het verzoek komt van de teamleider afdeling Risico Beheersing (RB) na overleg met de HOvD die ter plaatse is. Onderzoeksvraag die wij krijgen is: “Is deze brand door een technische oorzaak ontstaan?” Reden hiervoor is dat bij sommige aanwezigen het beeld van een technische oorzaak bestaat. Maar ook omdat er een aantal soortgelijke complexen binnen de regio staan. Bij het aantonen van een technische oorzaak zou dit tot actie moeten leiden om brand in dergelijke wooncomplexen te voorkomen.
Foto 4
Brandweer Gooi en Vechtstreek
59
TBO doet vaker brandonderzoek in combinatie met FO en we kunnen daarom bij dit onderzoek samen optrekken. FO blijft bij dit soort onderzoeken leidend. Bij het onderzoek kijken we naar de brandpatronen die te zien zijn op het complex. Op de 1e bouwlaag is er een lichte ‘V’ vorm waar te nemen (foto 7 en foto 8). Op de 2e bouwlaag is het brandbeeld al een stuk breder. De tegenoverliggende units zijn behoorlijk aangestraald waardoor deze mee zijn gaan branden (foto 9 en foto 10). Dit effect is mede ontstaan doordat de galerijvloeren zijn uitgevoerd als open stalen roosters. Het vuur kan hier ongehinderd doorheen, naar de bovenliggende bouwlaag.
Foto 5
Op de 3e bouwlaag is het vuurfront nog breder dan op de 2e bouwlaag en aan beide zijden van de galerij hebben units gebrand. (foto 11 en foto 12). Op de foto’s 11 en 12 is goed te zien hoe het vuur door de roosters van onderliggende verdieping is gekomen. Ook is te zien dat er bij meerdere units ontvluchting via de galerij niet mogelijk was. Bij deze units stond ook de voordeur in brand. Normaal gesproken verwachten we dat de brand van de eerste bouwlaag komt, gelet op de breder wordende sporen naar boven. In eerste instantie concentreert het onderzoek zich dan ook richting de koker onder het complex, waar alle leidingen doorheen lopen. In deze koker zijn geen brandsporen, zodat deze als brandoorzaak uitgesloten kan worden. Rekening houdend met het feit dat brandend materiaal vloeibaar en brandend naar beneden kwam, wordt het beeld bijgesteld. Onderzoek naar een technische oorzaak levert niets op: alle elektraleidingen zijn onaangetast en als oorzaak uit te sluiten.
Foto 6
Om de mogelijkheid van de aanwezigheid van ontvlambare stoffen vast te stellen, worden metingen met de PID meter verricht. Deze meter kan zeer kleine hoeveelheden van een groot aantal brandbare stoffen (koolwaterstoffen) aantonen. Aangezien de meetapparatuur niets aangeeft, besluit FO om een speurhond te laten komen om het complex te controleren op brandbare stoffen ten tijde van de brand, met name bij het ontstaansgebied. Na twee keer verschillende honden door het complex te laten gaan, kan vastgesteld worden dat er geen ontvlambare stoffen (brandversnellers) aanwezig zijn geweest.
Foto 7
Nader onderzoek levert uiteindelijk wel een plaats van ontstaan op, namelijk op een van de bouwlagen (foto 12). Het vuur heeft zich zowel naar boven als naar beneden uitgebreid. Naar boven door de opstijgende hitte, die pyrolyse veroorzaakt aan de bovenliggende materialen, met als gevolg dat deze zijn gaan branden. Door het vloeibaar worden van de toegepaste kunsthars viel dit materiaal in vloeibare vorm als brandende druppels naar beneden. Deze brandende druppels hadden voldoende energie om op lagere gedeelten het polyester te doen ontbranden. Foto 8
60
Brandweer Flevoland
Overige branden
Foto 9
CONCLUSIES Alle elektraleidingen zijn intact en er is geen gas in het complex aanwezig. Een technische oorzaak vanuit, of via de leidingen, kan hierdoor uitgesloten worden. De brandwerendheid van de units heeft naar behoren gefunctioneerd. Er is geen brand binnenin de units geweest. Een brand aan de buitenzijde van de units kan, door de toepassing van polyester, snel uitbreiden naar boven en naar beneden. Door de openingen aan de zijkant van de units ontstaat er een ‘schoorsteeneffect’ waardoor de brand zich tussen de units snel kan uitbreiden. Door een snel uitbreidende buitenbrand aan de galerijzijde is ontvluchting voor een aantal units niet mogelijk geweest. Dit kwam doordat de galerijvloeren uitgevoerd waren als open roosters. ADVIES • Openingen tussen de woonunits dicht maken. Dit voorkomt een ‘schoorsteeneffect’, waardoor een brand mogelijk minder snel uitbreidt naar boven. • Galrijvloeren uitvoeren als dichte, brandwerende vloer. Deze dichte vloer dan ook laten aansluiten aan de woonunits, waardoor ontvluchting bij een brand op een onderliggende bouwlaag gewaarborgd is.
Foto 10
Foto 11
• Polyester afwerken met een onbrandbare coating. Het toegepaste kunsthars in polyester is brandbaar. Bij brand wordt dit ook vloeibaar waardoor de brand zich zowel naar boven als naar beneden verspreidt. Door het polyester af te werken met een moeilijk brandbare- of brandwerende coating, kan het onderliggende polyester beter tegen brand beschermd worden. TENSLOTTE Het onderzoek is uitgevoerd door twee collega’s van TBO Flevoland en twee technisch rechercheurs van FO Midden Nederland. Later op de dag aangevuld door een onderzoeker van een particulier expertise bureau, namens de verzekeraar. Als bron voor de informatie van de brand, alsmede de inzet, is een interview gehouden met de eerste twee bevelvoerders van Almere die bij dit incident ter plaatse waren. De OvD en HOvD hebben kennisgenomen van het concept van het verslag en hun bevindingen zijn, zoveel mogelijk, in het verslag verwerkt. Vanwege het feit dat deze brand nog bij de politie in onderzoek is, kunnen niet alle details van het door TBO gedane onderzoek bekend gemaakt worden. Dit doet echter niets af aan de verslaglegging van de brand, de conclusies en de adviezen die we daaraan verbinden. Er is een inspecteur Bouw en Woningtoezicht aanwezig geweest. Deze heeft de situatie opgenomen en zegde toe te adviseren om de ruimtes tussen de units dicht te laten maken. De getroffen units zijn ondertussen door een aannemer uit het complex gehaald en afgevoerd.
Foto 12
Brandweer Gooi en Vechtstreek
61
Casus 32 Saunabrand Vakantiecomplex Slingerweg, Zeewolde MELDING Woningbrand. BEVINDINGEN De brand vindt plaats in een appartementencomplex met zes bouwlagen. Per etage zijn er twee appartementen. Het brandobject bevindt zich op de derde etage. INRICHTING Het appartement bestaat uit een woonkamer met open keuken, een balkon, een slaapkamer, een badkamer met daarin een ligbad en een ‘Finse sauna’. De sauna is volledig afgetimmerd met houten schroten op rachelwerk (foto 1). Dit is het houten skelet van de sauna waar schroten op gespijkerd zitten. Tussen de wanden in is glaswol op papier aangebracht. Plafond en alle wanden zijn met schroten afgetimmerd. In de wand aan de voorzijde is een glazen deur aangebracht met daarnaast, op de buitenwand gemonteerd, de bedien-unit voor de saunaverlichting en de kachel. Achter de schroten wand, naast de deur, is de bekabeling weggewerkt voor de aansturing van de elektrische kachel. De bekabeling is bestand tegen hogere temperaturen en loopt door pvc mantelbuizen. De wandcontactdoos voor de stroomvoorziening zit boven de sauna, tussen het saunaplafond en het plafond van de badkamer. Het betreft een enkele wandcontactdoos, 230 V en is 16A gezekerd. Maximaal toegestane vermogen is dus 3680 W. Het vermogen van de kachel is 3600W (3.6 kW). De kachel is door middel van een metalen profiel aan de schroten wand gemonteerd, wat een afstand tot de wand geeft van ongeveer 2 cm (foto 2). Boven de kachel is een plaatje NOBRANDA© gemonteerd welke rechtstreeks op de houten wand is geschroefd. Daarboven zit aan de wand een temperatuur-indicator gemonteerd. Deze geeft een signaal aan de regelunit, die de kachel aanstuurt en de temperatuur regelt. Aanbevelingen/richtlijnen voor sauna’s zijn: • Kachel 5-7 cm afstand tot de wand; • NOBRANDA© plaat (of vergelijkbaar materiaal) niet direct op de muur monteren maar met tussenruimte; • Afdoende ventilatie in de sauna; • Ventilatie boven de sauna, van 110 mm diameter óf twee roosters voor natuurlijke ventilatie; • Als hout donkerder van kleur wordt: deskundigen erbij halen: duidt op pyrolyse. OVERIGE FEITEN/GEGEVENS De gast van het appartement zet de sauna aan om warm te worden, met de temperatuurregeling op maximaal. Na 15 minuten bekijkt de gast nog even of alles goed gaat en stelt de temperatuur iets naar beneden bij. Nog geen kwartier later ontdekt de gast de brand. Door het meteen sluiten van de deur en de goede compartimentering blijft de brandschade beperkt tot de badkamer. REPRESSIE Er wordt uitgerukt vanuit twee Almeerse posten. Gezien de ligging van het object is het onmogelijk binnen acht minuten ter plaatse te zijn.
62
Brandweer Flevoland
OORZAAK Door het te dicht op de wand plaatsen van de kachel is er pyrolyse ontstaan in de vurenhouten schroten. Dit is zichtbaar door een donkere verkleuring (foto 5) als de plaat NOBRANDA© verwijderd wordt. Aangezien de plaat rechtstreeks op de houten wand gemonteerd was, is het zeer aannemelijk dat er dóór het materiaal heen, warmte afgegeven werd achter de binnenwand. Aangezien de plaat met zes schroeven op de wand gemonteerd zat, is het aannemelijk dat de zes schroeven ook als warmtebrug hebben gewerkt en de warmte van de kachel d.m.v. geleiding (conductie) hebben doorgegeven aan de ruimte achter de wand. Deze warmte heeft zich meerdere malen, bij elk gebruik van de sauna, op kunnen bouwen waardoor er een onzichtbare pyrolyse in de ruimte achter de binnenwand gaande was. Pyrolyse is er de oorzaak van dat de ontbrandingstemperatuur van het hout lager wordt, tot het moment dat het hout op zelfontbrandingstemperatuur komt. Hierdoor zijn uiteindelijk de toegepaste dwarsbalken van het rachelwerk gaan branden alsmede de kunststof leidingen waar de elektra doorheen liep. BRANDVERLOOP De brand is ontstaan achter de wand, ter hoogte van de bovenzijde van de kachel. Bij het in brand raken van de dwarsbalken, de elektra buizen (pvc), de schroten en het papier van de isolatie, heeft de brand zich via de pvc-mantelbuizen en volgende dwarsbalken, omhoog gewerkt. Vervolgens is de brand door een ontstane kier door de wand heen gebrand en heeft de binnenwand van de sauna ontstoken. Vanwege geringe ventilatie heeft de brand zich niet veel verder kunnen ontwikkelen en is een deel van de sauna beschadigd. De brand heeft langdurig gebrand achter de wand, gelet op de inbranddiepte van de dwarsbalk ter hoogte van de kachel. De inbranddiepte op de houten schroten en de deurstijl is oppervlakkig. De inbranddiepte van de schroten is enkele millimeters, de inbranddiepte op de dwarsbalk enkele centimeters (foto 3). De schroten achter de wand, ter hoogte van de kachel zijn weggebrand (foto 4). De brand was zuurstof beheerst. PREVENTIE Object heeft een goed werkende BHV-organisatie. Er was ook al een opzetstuk voor de brandweer geplaatst. ONDERZOEK Door het maken van een gedeeltelijke reconstructie (foto 6) van de meest essentiële materialen en onderdelen, kon het brandverloop achteraf worden vastgesteld. Om dit mogelijk te maken kon, voor de beeldvorming, gebruik gemaakt worden van een soortgelijke sauna (foto 1). Ook deze sauna en nog een derde, vergelijkbare sauna, toonde de eerste verschijnselen van pyrolyse. CONCLUSIE Vanwege het waarschijnlijk niet volledig toepassen van de richtlijnen voor sauna’s en het niet juist aanbrengen van het brandwerend materiaal is er door pyrolyse brand ontstaan. Deze vaststelling is gedeeld met één van de leidinggevenden van het object. Advies aan deze leidinggevende was om verder onderzoek te doen naar de gebruikte materialen en de wijze waarop deze gemonteerd zijn.
Overige branden
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
Foto 5
Foto 6
Foto 7
Brandweer Gooi en Vechtstreek
63
Delen van kennis en ervaringen Gijs Cretier over het delen van kennis en ervaringen:
‘Ervaring is pas ervaring als hij begrepen wordt’ Hoe kunnen we als brandweer blijven leren en de arbeidsveiligheid verbeteren? Die vraag staat centraal in het werk van Gijs Cretier, regisseur kennis en arbeidsveiligheid voor Brandweer Flevoland en Gooi en Vechtstreek. Gijs (30 jaar) is vrijwillig bevelvoerder en brandweerduiker op post Urk. In 2013 startte hij als KAM-functionaris bij Brandweer Flevoland. Eind 2019 volgde hij Jeroen van Opstal op als regisseur kennis en arbeidsveiligheid. Gijs vertelt: ‘In mijn werk ben continue op zoek naar manieren om kennis en ervaringen binnen de brandweer te delen. Daarbij ligt mijn focus altijd op de verbetering van (de veiligheid bij) het repressief optreden. Dit doe ik door de leer- en verbeterpunten uit incidentrapporten, de After Action Review (AAR), leertafels en ongevalsonderzoeken te adresseren aan de juiste afdeling en vervolgens de uitvoering te monitoren. Jeroen heeft in de afgelopen jaren echt fantastisch werk verzet en een stevige basis gelegd. Ik wil daar graag op voortborduren.’ Leren van praktijkervaringen Afgelopen jaren zijn diverse incidenten middels een leertafel of AAR nabesproken. Dat heeft geleid tot een aantal mooie kennisproducten waarvan er een paar zijn opgenomen in dit boek. Gijs: ‘Van onze eigen praktijkervaringen kunnen we veel leren en delen want: ervaring is pas ervaring als hij begrepen wordt. De ervaringsberichten zijn echt bedoeld als praatplaat om tijdens de oefenavond met de ploegen te bespreken en kunnen zelfs prima gebruikt worden voor een oefenscenario, een les of instructie.’
64
Brandweer Flevoland
Samenwerking met brandonderzoekers Gijs vervolgt: ‘Bij nabesprekingen en leertafels worden de brandonderzoekers standaard uitgenodigd. Hun bevindingen kunnen helpen om op een technische en tactische manier naar een brandinzet te kijken. Ik hecht dan ook veel waarde aan de expertise van onze brandonderzoekers. Zij leveren een belangrijke bijdrage aan het lerend vermogen van de brandweerorganisatie.’ Tot slot een oproep: Heb je als repressieve collega na een incident een leer- of verbetervraag? Wil je iets delen met je collega’s? Of heb je al een AAR met je ploeg uitgevoerd en zijn daar vervolgvragen uit voortgekomen? Schroom dan niet om contact op te nemen. Samen kijken we dan hoe de nabespreking opgestart kan worden.
Wanneer wordt een incident nabesproken om er lessen uit te trekken? • Op aanvraag van de ploegen, bevelvoerder, OvD • Ongeval eigen personeel • Incident met kwalificatie ‘zeer groot’ • Incident met opmerkelijk veel media-aandacht
Door brandonderzoek ontstaat er steeds meer duidelijkheid over het ontstaan van brand. Als het duidelijk is hoe een brand is ontstaan, geeft dat ook input op de wijze hoe een brand bestreden is of kan worden. Wat we kunnen leren van het ontstaan en vervolgens bestrijden van een brand komt hiermee samen en geeft waardevolle informatie voor o.a. de repressieve dienst. De opgedane kennis en praktijkervaring kan gebruikt worden bij nieuwe incidenten en geeft de repressieve dienst handvatten om bijvoorbeeld te verklaren waar de rook nu door ontstaat bij een brandgerucht. Het delen van TBO verslagen is een belangrijk middel geworden om kennis te verspreiden en te verbreden. -Valentijn Honing, Senior medewerker Preparatie & Incidentbestrijding / OvD-
Brandweer Gooi en Vechtstreek
65
Woningbrand na gasexplosie Grote Fok Urk Op vrijdagavond 3 juni 2016 worden door twee gasexplosies drie woningen verwoest en nog eens drie woningen zwaar beschadigd. Na de eerste explosie breekt er een grote brand uit in twee woningen die zich verspreidt naar de derde en vierde woning. Een 2e explosie volgt na aankomst van de eerste brandweereenheden. De ravage is enorm en er wordt rekening gehouden met meerdere slachtoffers. Tijdens de verkenning door de eerste bevelvoerder wordt duidelijk dat er sprake is van een grote gaslekkage in het riool, vermoedelijk ontstaan door werkzaamheden. Dit wordt bevestigd als het uitstromende gas in de bouwput plotseling ontbrandt. De Grote Fok is in enkele ogenblikken veranderd in een ‘oorlogsgebied’
Materieel 25-6531 TS Urk 110 25-6532 TS Urk 120 25-6135 TS Nagele 130 25-6136 TS Creil 140 25-6131 TS Emmeloord 150 25-6091 OVD 100 25-5151 RV Lelystad 25-8166 WTS 1000
Overige ondersteunende eenheden
66
Brandweer Flevoland
3x TS, HOVD, IM, AGS, logistiek
Defensieve Buiteninzet
Offensieve Buiteninzet
Defensieve Binneninzet
Offensieve Binneninzet
Incidentverslagen
Chronologisch 18:09
Melding woningbrand na explosie
18:12
Middelbrand: tweede en derde woning branden ook.
18:14
6531 uitgerukt, schaalt op naar grote brand
18:16 NB 6531: meerdere woningen door explosie vernietigd. Meerdere woningen in brand, onbekend of er slachtoffers zijn. 18:18
6532 ter plaatse
18:19
OVD: GRIP 1
18:22
NB 6531: er wordt een sterke gaslucht geroken, in straal van 200m ontruimen en afzetten. Het gas moet zo snel mogelijk worden afgesloten.
18:24
NB 6531: 2e explosie, opschaling naar zeer grote brand.
18:29
NB 6531: grote gaslekkage in het riool, Liander met spoed ter plaatse.
19:32
NB OVD: onduidelijk of er personen vermist worden.
19:46
STH team alarmeren
21:10
NB OVD: brand meester
00:20
Alle eenheden ingerukt
Wat vertellen we onze collega’s? Explosie Op basis van het kladblok en de rookkolom schaalt de 110 aanrijdend op naar grote brand. Bij aankomst ligt de straat van de Grote Fok geheel open door werkzaamheden aan de riolering. Op de hoek bij de 1e woning ligt een berg zand met een open rioolput. De gasleiding bij deze put wordt nog niet gezien. De 1e woning is volledig verwoest, de 2e woning staat in brand. Door de explosie zijn de ramen van de 3e, 4e en 5e woning gesprongen. Verkenning De 110 stuurt zijn manschappen op verkenning: op zoek naar mogelijke slachtoffers en om in kaart te brengen waar het brandt en of hier op ingezet kan worden. Als de 110 zelf een rondomverkenning doet, ruikt hij ter hoogte van het riool een sterke gaslucht; hij staat midden in een gaswolk. Hij ziet bij een rioolput meetapparatuur liggen, de sonde zit nog in de put. Uit onderzoek blijkt achteraf dat er al langere tijd sprake was van een gaslekkage. De monteur was net voor de eerste gasexplosie ter plaatse. De 110 schaalt op naar zeer grote brand en brengt de 120, inmiddels aanrijdend, op de hoogte van de gaslekkage. De 120 geeft bij aankomst omstanders direct de opdracht om het gebied te verlaten.
lijn proberen te maken tussen de 2e en 3e woning en op zoek gaan naar eventuele slachtoffers in de woningen die nog niet betrokken zijn bij de brand. 2e explosie De 110 en 120 geven hun manschappen opdracht om aan de vooren achterzijde een offensieve buitenaanval met lage druk te starten om brandoverslag naar de 3e woning te voorkomen. Niet veel later volgt er een 2e explosie vanuit de kruipruimtes waarbij de 2e en 3e woning verwoest worden. Bij het instorten van de gevels raakt wonderwel niemand gewond. Vanwege de gevaarzetting wordt de tactiek aangepast naar een defensieve buiteninzet. Door instortingsgevaar van de resterende drie woningen moet er rekening gehouden worden met een valschaduw. De 110 en 120 maken ondertussen een 360ºverkenning en zien grote horizontale scheuren in de muren van de overige drie woningen. Het is op dat moment nog steeds onduidelijk of er slachtoffers zijn. Het betreden van de woningen is door deconstructie echter niet verantwoord.
Bevelvoerder 120 Je weet bij het ter plaatse komen niet hoe het gas zich verspreid heeft in de omgeving, bebouwing en onder de grond. Eerst ruik je niets en een paar tellen een flinke gaslucht. Pak je rust en neem afstand, deel de risico’s met je manschappen.
3e explosie Op enig moment volgt er een 3e explosie waarbij de gaswolk boven de rioolput ontbrandt. De stralingswarmte van de brandende gaswolk bedreigt een 2e woonblok. Er worden stralen lage druk op ingezet voor afscherming. Ondertussen is Liander druk bezig om de gastoevoer af te sluiten. Dit lukt uiteindelijk rond 20:45 uur. Door de beperkte hoeveelheid bluswater wordt de 130 ingezet als haler voor de 140. De 140 wordt ingezet op de brandoverslag aan de voorzijde in woning 4. De 150 wordt ingezet met de DPU en levert assistentie aan de front-eenheden. Inzet STH Na overleg in het CoPI wordt om 19:45 uur besloten om een STHteam in te zetten voor het verkennen van de woningen. Op dat moment is namelijk één bewoner nog niet getraceerd. Rond 21:00 uur komen er twee STH-teams (Drachten en Zwolle) ter plaatse. Omstreeks 21:45 uur wordt duidelijk dat alle bewoners getraceerd zijn en de woningen leeg zijn. de STH-teams rukken hierop in. De 110, 120, 130, 140 en 150 worden in de loop van de avond afgelost.
Officier van dienst 100 Er komen situaties voor waarbij spontane hulp wordt geboden door collega’s die op dat moment geen repressieve taak hebben. Verlies dan de veiligheid voor elkaar niet uit het oog. Spreek elkaar aan en wijs elkaar op de veiligheid.
Bevelvoerder 110 Schroom niet om snel op te schalen en pak het plaatje altijd breed op, maak zo snel mogelijk een 360ºverkenning.
Inzet De 110 en 120 treffen elkaar snel en stemmen hun inzet af: een straal inzetten om de gaswolk bij het riool af te schermen, een stop-
Brandweer Gooi en Vechtstreek
67
Schuurbrand Duikerweg in Zeewolde Aan de Duikerweg 9 in Zeewolde staat een boerenbedrijf zoals er in Flevoland veel te vinden zijn. Op het terrein bevinden zich meerdere grote schuren. Tussen de schuren is geen ruimte opengelaten waardoor doorslag van brand goed mogelijk is. Bijzonder bij dit object is dat één schuur aan de woning verbonden is. Dergelijke schuren bevatten vaak asbest. De laatste jaren worden steeds meer schuren gebouwd die van andere materialen zijn voorzien, maar bij een brand houden we altijd rekening met de aanwezigheid van asbest. Bij het blussen van branden op boerenerven is de watervoorziening vaak een probleem. Melding Op dinsdag 15 maart 2016 om 8:49 uur komt de melding over de schuurbrand binnen. Het betreft een schuur (ca. 35x25 meter) die voor de opslag van aardappels gebruikt wordt. Het is al snel duidelijk dat het om een uitslaande brand gaat en dat de waterwinning mogelijk een probleem oplevert. De meldkamer schaalt op naar middelbrand
Materieel 25-4133 TS Almere Veluwsekant 110 25-4132 TS Almere Buiten 120 25-4531 TS Zeewolde 130 25-4131 TS Almere Stad 140 25-8091 OVD 100 25-4151 RV Almere Veluwsekant 25-8062 SB Lelystad WTS 2x WTS 1000 1x WTS 2500 Overige ondersteunende eenheden
68
Brandweer Flevoland
4x TS, HOVD, logistiek
Defensieve Buiteninzet
Offensieve Buiteninzet
Defensieve Binneninzet
Offensieve Binneninzet
Incidentverslagen
Chronologisch 8:50 Schuurbrand Grote aardappelschuur, 2e schuur bedreigd Middelbrand 8:57
NB 4132: op voorhand graag WTS 1000 mee
9:00
NB OVD 8091: grote brand + SB Lelystad
9:15
NB OVD 8091: zeer grote brand + 2 extra TS’n voor het pendelen
9:35
NB OVD 8091: een extra WTS
10:54
WTS opgebouwd over lengte van 4 km
12:28
NB OVD 8091: BRAND MEESTER
16:05
NB AC: TS Urk gealarmeerd voor aflossing
17:35
NB OVD 8091: WTS wordt opgeruimd. Kraan is bezig om staalconstructie uit elkaar te trekken om beter af te blussen.
22:38
Alle eenheden ingerukt
Wat vertellen we onze collega’s? Buitengebied Het brandobject ligt in het buitengebied. De eerste eenheden weten al dat de waterwinning mogelijk een probleem vormt. Op het terrein staan drie grote schuren, waarvan er één gevuld is met aardappelen. Daarnaast staat er een dieseltank met 4500 liter op het terrein. Er wordt opgeschaald naar grote brand en er wordt een WTS1000 en een SB gealarmeerd. Er wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van asbest.
Bevelvoerder 110 ‘Je moet vertrouwen hebben in elkaar en in het gereedschap waarmee je werkt. Drukluchtschuim blijkt ook hier van grote waarde. Zeker als er weinig water is en toch de eerste blussing moet worden ingezet.’
Inzet De 110 besluit defensief in te zetten met DLS. Op de schuur is hierbij een kanon ingezet op de scheiding naar de andere schuur. De tweede en derde tankautospuit zetten in op de woning met als doel doorslag richting de woning te voorkomen en een stoplijn te creëren (defensief binnen). De vierde tankautospuit wordt ingezet om brandoverslag naar de andere twee schuren te voorkomen (defensief buiten). Pendelen Door de grote afstand van open water naar de incidentlocatie (+/- 2500 meter) wordt een 2e WTS1000 en een slangenbak 2500 ingezet. Vanwege de beperkte navigatiemogelijkheid van het haakarmvoertuig gaat er enige tijd overheen voordat duidelijk is waar de DPU in het water moet. Besloten wordt om te gaan pendelen met TS-en. De SB wordt ingezet als buffer. De 100 schaalt op naar zeer grote brand en vraagt om twee extra TS-en. In totaal worden er vier TS-en ingezet voor het pendelen om de opbouwtijd van het WTS te overbruggen.
Officier van dienst 100 ‘Maak creatief gebruik van WTS! Vanuit de natuurbrandbestrijding is het heel normaal om met een blusreservoir te werken. In ons geval kan de SB prima fungeren als reservoir. De kunst van het pendelen zijn we in ieder geval nog niet verleerd.’
Dilemma’s en aandachtspunten Onderstaande punten speelden een rol tijdens de inzet: • Waterwinning: watervoorziening was een groot probleem. In verband met beperkte watervoorziening en opschaling in meerdere TS-en op inzet “pendelen” is de logistiek een aandachtspunt. Tankwagen inzetten bij branden in buitengebied. • Aandacht voor asbest: door de boer is bij aankomst bevestigd dat de gebouwen geen asbest bevatten, maar in een later stadium werd mogelijk toch asbest gevonden wat onderzocht moest worden. Aandachtspunt: Asbestprocedure hanteren totdat aanwezigheid asbest uitgesloten is. • EPS was in de panden verwerkt als isolatiemateriaal. Dit is een aandachtspunt bij snelle branduitbreiding.
Verkenning Bij aankomst van de eerste tankautospuit is de brand uitslaand en er is inmiddels een doorslag naar de aangrenzende woning. De 110 heeft contact met de eigenaar over de locatie van de brand, de locatie van de brandkraan, de mogelijke aanwezigheid van asbest en de 4500 liter dieselolie. De eigenaar geeft aan dat er geen sprake is van asbest. De waterwinning vormt een probleem door lage waterdruk en onvoldoende capaciteit op de brandkraan.
Bevelvoerder 120 ‘Zorg dat je individueel klaar bent voor je taak: ken je ‘drills-and-skills’, zorg dat je zelfstandig kunt schakelen en mee kunt denken in de ontwikkeling van het incident. Pas daarom voortdurend je eigen TRA toe.’
Brandweer Gooi en Vechtstreek
69
Schuurbrand Klutenpad in Creil Op woensdag 14 september 2016 om 18:14 uur komt er bij de meldkamer een melding binnen van een schuurbrand aan het Klutenpad in Creil. De buren geven aan dat er rook uit een schuur komt en even later komen er ook vlammen uit het dak. Er wordt aangegeven dat er paarden in de schuur staan en honden aanwezig zijn. Ook is er mogelijk een wietplantage. De meldkamer schaalt op naar middelbrand. Tijdens het aanrijden is er een forse rookkolom boven het polderlandschap zichtbaar. De bevelvoerders van Creil en Rutten zijn beiden plaatselijk goed bekend.
Defensieve Buiteninzet
Offensieve Buiteninzet
Defensieve Binneninzet
Offensieve Binneninzet
Materieel 25-6136 TS Creil 110 25-6137 TS Rutten 120 25-6531 TS Urk 130 25-6532 TS Urk 140 25-8091 OVD 100 25-5151 RV Lelystad 25-8166 WTS 1000 Overige ondersteunende eenheden
70
Brandweer Flevoland
2x TS, HOVD, AGS, logistiek
Incidentverslagen
Chronologisch 18:12
Melding woningbrand
18:14
Middelbrand; manege in brand, zwarte rook, vlammen door het dak
18:26
NB 6136: grote brand + WTS 1000
18:35
OVD: open water op 300 meter
18:45
Graag AGS ter plaatse laten komen
18:51
NB OVD: zeer grote brand
19:44
NB OVD: brand meester
19:55
Liander waarschuwen i.v.m. illegaal aftappen stroom
21:44
HOVD: AGS heeft geen asbest aangetroffen.
22:44 OVD: bezig met nablussen, locatie wordt PD i.v.m. wietplantage. 00:20
Alle eenheden ingerukt
Wat vertellen we onze collega’s? Geen ‘gewone’ schuurbrand Door de verstrekte informatie van de meldkamer houdt de eerste tankautospuit bij de verkenning rekening met een aantal risico’s: • Aanwezigheid van boobytraps in verband met een mogelijke wietplantage. • De honden (‘dat zijn “hufters”’) wordt door omstanders gemeld. • De paarden: onbekend waar deze ‘grote huisdieren’ staan en in welke toestand. • Aanwezigheid van asbest De bewoners zijn niet thuis. Vermoedelijk zit er geen asbest in het dak van de brandende schuur, maar wel in het dak van de aangrenzende (domein)schuur. Het redden van de paarden en het zetten van een stoplijn tussen de brandende schuur en de domeinschuur hebben prioriteit. Er wordt opgeschaald naar ‘grote brand’ en een WTS1000 (+TS) wordt gealarmeerd.
Bevelvoerder 110 Neem oprecht de tijd voor goede beeldvorming en neem daarop je besluit. Als je rust pakt, win je tijd!
In de schuur wordt door de 110 lage druk afgelegd en door de 120 een straatwaterkanon opgesteld om een stoplijn te creëren. De hoogwerker wordt gekoppeld aan de 110 en ingezet via de bovenzijde op de stoplijn. De 100 heeft tijdens het aanrijden een goed beeld gekregen van de situatie en schaalt op naar ‘zeer grote brand’. Hij wil extra handjes voor aflossing, omdat het die dag erg warm is (28º C). Bevelvoerder 120 Onderschat nooit de effecten van het warme weer en het gevaar op hittestuwing. Houd het hoofd letterlijk koel!
Oogmerk Als de 100 ter plaatse is, wordt samen met de bevelvoerders het oogmerk van de inzet bepaald: een defensieve binneninzet. Er wordt geprobeerd de brand tegen te houden bij de stoplijn zodat de aangrenzende domeinschuur met asbest en veel vuurbelasting niet bij de brand betrokken raakt. De paar woningen ten westen van de schuur zijn ontruimd. Inmiddels is ook een bewoner thuis gekomen, maar zijn informatie is verwarrend en incompleet. Wietplantage In de meterkast, nabij het woonhuis, is voor de meter stroom afgetapt. Liander wordt geïnformeerd om de stroom af te schakelen. Dit doet vermoeden dat er toch ergens een wietplantage moet zijn. Deze wordt aangetroffen achter een scheidingswand in de deels verbrande schuur. Logistiek is inmiddels ter plaatse met ademlucht, eten, drinken en schone bluspakken. De ingezette personen worden voortdurend afgelost om af te koelen. Om asbestverspreiding uit te sluiten, komt een AGS ter plaatse. Deze bevestigt dat er geen sprake is van asbestverspreiding, wat ook de gemeente al heeft aangegeven. Rond 22:00 uur is de brand geblust. Deze is beperkt gebleven tot de westzijde van de schuur ter hoogte van een inpandige kantine. Er was niet veel vuurbelasting. Een groot deel bestond uit een paardenbak.
Officier van dienst 100 Wees je bewust van de kracht van de SITRAP. Berichtgeving van de bevelvoerders was rustig en to-the-point. Dit helpt in de dynamische beeldvorming en ieders omgevingsbewustzijn.
Inzet Het is lastig toegang te krijgen tot de schuren. De deuren worden geforceerd. Als deze open zijn, is de vuurhaard goed zichtbaar. Er is een gat in het dak gebrand waardoor hitte en rook kunnen ontsnappen. Wegens instortingsgevaar is het te gevaarlijk de brandende schuur te betreden. In de domeinschuur staan caravans en auto’s gestald. Deze worden nog niet bedreigd. Ook treft de 120 hier twee paarden aan . Deze worden naar buiten gebracht. De honden zitten in een tussenschuur vast, nabij de meterkast. Zij worden later door de eigenaar weggehaald.
Brandweer Gooi en Vechtstreek
71
Grote schuurbrand Zwijnsweg Ens Het werken in de frontlijn bij de brandweer vraagt het vermogen om te reageren op de complexiteit van een incident. Een incident is complex als er verschillende oorzaken, aspecten en spelers sterk met elkaar verbonden zijn en elkaar beïnvloeden. Complexe incidenten hebben over het algemeen een hoog dynamisch karakter. De brandweer staat daarbij voor de uitdaging om zich aan deze veranderende omstandigheden aan te passen. Ervaring met complexiteit is een schaars goed. Daarom is het delen van deze praktijk van levensbelang. Dat is niet eenvoudig, want ‘ervaring is pas ervaring als hij begrepen wordt’. Dit ervaringsbericht is een vertaling van de gedeelde (AAR) incidentrapportage van de (H)OvD in samenwerking met Kennisregie/Stafbureau. Brandonderzoek heeft deze informatie aanvullend verrijkt. Nu is het zaak deze ervaringskennis om te zetten naar ‘ervaringsopbouw’ voor jezelf en het team waarin je werkt. Dit draagt bij aan je eigen intuïtie, veerkracht en vakbekwaamheid. Maar let op: praktijkervaring is altijd subjectief en kan bedriegen. Deze informatie vraagt dus om een nadere (collectieve) opvolging, deling en duiding. Dit ervaringsbericht is dus niet een eindproduct, maar fungeert als een ‘beginpunt’ voor onder andere een proces van eigen reflectie, bevelvoerders- of OvD-intervisie en/of scenario-training in vakbekwaamheid. Door oefeningen te baseren op scenario’s die gebaseerd zijn op echte incidenten met een realistisch verloop, wordt bijgedragen aan onze ervaringskennis.
Materieel 25-6134 TS Ens 110 25-6133 TS Marknesse 120 25-1235 TS Vollenhove 130 25-6532 TS Urk 140 25-6136 TS Creil aflos 25-6135 TS Nagele aflos 25-6091 OVD 100 25-1450 RV Kampen 25-8062 SB Lelystad 25-8166 WTS 1000 Overige ondersteunende HOVD, AGS, CVE, VE, TBO, logistiek eenheden
72
Brandweer Flevoland
Incidentverslagen
Chronologisch 13:22
Schuurbrand (30x10 meter)
13:29 Middelbrand 13:31
110 ter plaatse
13:47
NB: brand meester
14:18
NB: grote brand
14:22
Vuurhaard onbereikbaar, inmiddels uitslaand
15:54
NB OVD: brand meester
Verloop Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in het incident? Twee TS’en en de OvD worden gealarmeerd voor een brand. In een schuur staat een magnetron in brand. De bemanning van de 1e TS blust de brand vrij snel, waarna het sein ‘brand meester’ wordt gegeven. Bij het afronden van het incident in de brandruimte, (met behulp van de WBC), wordt toch nog warmte in de muur aangetroffen, waarna het besluit volgt om de muur open te breken. Bij het weghalen van kuubskisten aan de andere zijde van de scheidingswand komt er aan de onderzijde van de met Polyurethaan bezette wand rook weg. Bij het verder openbreken van de wanden neemt men een toename van rook in de brandruimte waar. Vlak daarna wordt over de hele nok van de schuur lichte rook gezien die snel overgaat in forse rook en vlammen over de totale lengte van de nok. De brandhaard/hotspot binnen is niet bereikbaar. Omdat de rook en vlammen zich snel ontwikkelen, wordt er opgeschaald naar ‘grote brand’. Vanwege de snelheid en het niet kunnen bereiken van de hotspot, wordt ervoor gekozen om over te schakelen van offensief/ defensief binnen naar ‘defensief buiten’ en het behouden van naastgelegen schuren. Hierdoor lukt het om schuur 3 en de schuur met crossmotoren te behouden. In verband met mogelijke instorting van de gevel, is in overleg met Salvage een kraan besteld. De kranen bespoedigen de bluswerkzaamheden en beperken de nevenschade door (constructie-) materiaal uit elkaar te halen. Bewoners van de naastgelegen woningen kunnen daardoor eerder terug naar huis. Wat waren zwaartepunten en gevaars-aspecten? • Vuurbelasting in de constructie en snelle branduitbreiding. Door de snelle ontbranding van polyurethaan isolatiemateriaal en panelen in combinatie met riet en vlas heeft de brand zich via de loze ruimten verspreid. Vervolgens is de brand in de nok op zolder tot ontwikkeling gekomen. • Zonnepanelen op het dak die door constructie loslaten (vallende objecten). • Mogelijk asbestverdacht materiaal. • Opslag van 2000L aan diesel en diverse gasflessen. • Onvoldoende waterdruk op de brandkraan. Secundaire waterwinning op 1300 meter.
Reflectie Wat zijn de belangrijkste reflecties (AAR) om te delen? • Bij dit incident is sprake van een complexe situatie. Aanvankelijk leek de brand beheersbaar. Toch was het moeilijk om de kubus ‘rond’ te krijgen. Daardoor kon ongehinderd de pyrolyse in een loze ruimte achter scheidingsmuur/betimmering in de isolatie (polyurethaan i.c.m. riet/vlas) zich ontwikkelen. Na ontbranding heeft de brand uit het zicht kunnen ‘groeien’ tot een onbeheersbare brand in de constructie. Ook de met PUR bedekte zolder die in de nok gevuld was met riet, was niet toegankelijk. Hierdoor kon de brand ‘verticaal’ tot aan de nok zich zeer snel voeden. • Betrokken collega’s hebben snel geschakeld tussen ‘offensiefbinnen’ naar ‘defensief-buiten’. Daarmee is, met de krapte aan bluswater, veerkrachtig en veilig doorgepakt. Met de KNRM-motorspuit (TS Urk) en de SB is de overbruggingstijd van ‘opbouw WTS1000’ opgevangen. • Het inzetten van DLS heeft weliswaar een vertragend effect gehad op de naastgelegen schuur, maar heeft overslag niet voorkomen, omdat delen van de schuur slecht bereikbaar waren. DLS had nu een groter effect bij het afschermen van de gastanks op het erf. • Met de extreem koude weersomstandigheden was het verstandig geweest om eerder ‘groot logistiek’ te alarmeren. Hiermee was, onder andere met een tent, een mogelijkheid gecreëerd om op te warmen. Bovendien was het voor de aflossende eenheden dan niet nodig geweest om via Lelystad alles om te wisselen. • Er was een gevaarsetting van zonnepanelen op het brandende dak. Met de juiste afzetting (lintprocedure) is dit risico goed beheersbaar geweest. Opvolging Om met de ploeg te bespreken • Kijkend naar alle kenmerken in het incident: waren er alternatieven om de kubus ‘rond’ te krijgen? Wat betekent dat voor onze inzetmogelijkheden ? • Als je deze brand plaatst in de theorie van de ‘voorspelbare’ afloop … wat valt je dan op? Neem de incidentkenmerken daarbij nog eens onder de loep? • Wat zijn de ‘praktische’ inzetmogelijkheden van DLS (OneSeven)? Welke varianten van schuim kun je gebruiken voor welke toepassing? • De waterlevering in de buitengebieden van Flevoland is soms schaars voor een offensieve brandbestrijding. Hoe zou bij deze brand de ‘waterwinning’ zijn opgebouwd in een ‘pendelsysteem’. En wat zou daar voor nodig zijn geweest? • Zijn er in je eigen verzorgingsgebied objecten te noemen met een potentieel vergelijkbaar scenario of vergelijkbare gebouwkenmerken? • Wat is het belang van ‘bewust alert blijven’ bij incidentbestrijding? Op welke onderdelen speelde het bij deze brand een rol? • Er is nadrukkelijk aandacht geweest voor arbeidsveiligheid tijdens de brandbestrijding. Toch lukt het niet altijd om bij het nablussen deze scherpte vast te houden (o.a. het dragen van PBM’s). Wat is er nodig deze veilige lijn door te zetten in de nafase?
Brandweer Gooi en Vechtstreek
73
Winkelbrand Weverstraat in Lelystad Op 1 januari 2017 komt er om 1.00 uur een melding binnen van een voorbijganger die aangeeft dat er in het Lelycentre een winkel in brand staat. Het Lelycentre is een overdekt winkelcentrum in Lelystad waar op het moment van de brand mogelijk meerdere mensen aanwezig zijn.
Materieel 25-5132 TS Lelystad 110 25-5131 TS Lelystad 120 25-5134 TS Lelystad 130 25-5133 TS Lelystad 140 25-5534 TS Swifterbant 150 25-5533 TS Biddinghuizen 160 25-6091 OVD 100 25-5151 RV Lelystad 25-8166 WTS 1000 Overige ondersteunende eenheden
74
Brandweer Flevoland
2x TS, HOVD, IM, TBO, logistiek
Defensieve Buiteninzet
Offensieve Buiteninzet
Defensieve Binneninzet
Offensieve Binneninzet
2014 Chronologisch 01:01 Winkelbrand 01:03
Hele pand in lichterlaaie, uitslaand.
01:06
Meerdere winkels in brand
01:07
5131 ter plaatse
01:08
NB: grote brand
01:14
Mogelijk personen in het pand
01:22
OVD: GRIP 1
01:28
Nog geen duidelijkheid over slachtoffers
01:30
NB: zeer grote brand
02:12
Brand nog niet onder controle, definitief geen slachtoffers.
03:05
NB OVD: brand meester
Wat vertellen we onze collega’s? Uitrukfase Bij de meldkamer komt om 01:00 uur een melding binnen van een voorbijganger die aangeeft dat er in het Lelycentre een winkel in brand staat. De meldkamer neemt hierop contact met de 5132 (110), omdat deze eenheid vlakbij is (op de Gildenhof) en zich net ‘ter beschikking’ meldt. Omdat de 5131 (120) nog gekoppeld is aan een ander incident worden op basis van scenario winkelbrand (middelbrand) de 5131 (120), 5134 (130), 5151 en 6091 (100) gealarmeerd. In verband met de jaarwisseling zijn er twee TS4’en gekazerneerd in Lelystad. Ook de tweede TS4 (5131) meldt zich nu ‘ter beschikking’ en gaat in overleg met de AC ter plaatse. Tijdens de alarmering volgen meerdere 112-meldingen voor dezelfde winkelbrand. De 100 is inmiddels aanrijdend en schaalt snel op naar ‘zeer grote brand’. De 5133 (140) meldt zich bij de meldkamer en geeft aan met vier personen te zijn. De HW is alleen nog niet aanrijdend. In overleg met de 100 wordt besloten de TS en HW met in totaal vier personen ter plaatse te laten gaan en deze voertuigen met andere aanrijdende eenheden weer compleet te maken. De 110 arriveert snel op het Noorderwagenplein.
Bevelvoerder 110 ‘Succes ligt in de snelheid van optreden. Als bevelvoerder (TS4) ondersteun je als het moet de 111 en 112 met opvoeren van de straal en schakel je snel in de 3H’s.’
Bij de eerste verkenning blijkt ook aan deze zijde het winkelcentrum afgesloten te zijn. Na opbouw van waterwinning wordt de schuifdeur geforceerd. De 120 meldt aan de AC dat de Marskramer ‘vol’ in brand staat en in overleg met de 110 zet hij LD in aan de rechterzijde om uitbreiding te voorkomen. De 100 onderkent op dat moment de volgende knelpunten: 1) mogelijk nog personen in het restaurant (boven de Marskramer), 2) onbekend hoe brand zich zal ontwikkelen (kubus), 3) vooralsnog onvoldoende slagkracht, 4) grote afstand voor- /achterzijde (incl. overkapping), 5) mogelijk asbest in de constructie.
Bevelvoerder 120 ‘Mijn lokale bekendheid was hier een groot voordeel. De 110 was vanuit het Gildenhof aanrijdend. Ik wist daardoor precies mijn opstelplaats. Ter plaatse zat ie er vol in, dus gingen we gelijk voor lage druk.’
Inzetfase/stabilisatiefase Bij het definitieve inzetplan ligt de focus op het voorkomen van branddoorslag en -overslag vanuit de Marskramer. Er wordt gelijktijdig zowel een defensieve als offensieve buiteninzet gedaan. Vlak daarna wordt gestart met een defensieve binneninzet. De 110 en 120 richten zich op blussing van de linker- en rechterzijde van het brandobject. De 130 wordt ingezet vanaf de Maerlantzijde bij de 120. De 140 krijgt opdracht te ondersteunen bij de waterwinning voor de 110 en 120. Daarna wordt boven de Marskramer een verkenning gedaan met als opdracht: ‘mogelijke redding van personen en voorkomen van mogelijke door-/overslag naar boven’. De 130 ontdekt overslag vanaf de Marskramer naar de galerij. De vuurhaarden worden snel afgeblust. Bij de verdere verkenning blijken geen personen meer binnen aanwezig te zijn. De 150 wordt ingezet op het voorkomen van uitbreiding naar Bakkerij Prins. De 160 is ingezet op de binnenplaats achter de Marskramer, waar lichte rookontwikkeling zichtbaar is. Bij opening van de Marskramer, is de rook intenser en donker van kleur. Met DLS en HD wordt offensief binnen ingezet. De ‘asbest-vraag’ wordt via OvD Bevolkingszorg uitgezocht. Nadat documentatie is bestudeerd, komt de bevestiging dat er geen asbest aanwezig kan zijn. Na het sein brand meester wordt er afgeblust en gestart met ventilatie van het object. Er wordt afgeschaald en eenheden keren terug naar de post.
Officier van dienst 100 ‘Ik heb op basis van de eerste nader-berichten zeer snel opgeschaald om niet achter de feiten aan te lopen. Zo kon de kubus snel compleet gemaakt worden en de brand van alle zijden worden ingepakt.’
Verkenningsfase De 110 treft een overdekt en afgesloten winkelcentrum aan. De brand bevindt zich in een winkel onder de overkapping, op zo’n 200 meter van de ingang. Om de snelheid erin te houden, wordt besloten de schuifdeur te forceren. De ploeg weet niet dat er een sleutelkluis aanwezig is. Na een eerste verkenning besluit de 110 aan de linkerzijde van de Marskramer (brandadres) een lagedrukstraal in te zetten om uitbreiding te voorkomen. Voor de 110 is de ‘branduitbreiding’ in de kubus op dat moment de belangrijkste blinde vlek. Het in onbekend of er boven het object mensen aanwezig zijn en of er over- en doorslagen zijn. In overleg met de 110 laat de 120 z’n autospuit aan de achterzijde -aan de Maerlantzijde- plaatsen. Hij heeft hierdoor een kortere aanvalsroute.
Brandweer Gooi en Vechtstreek
75
Industriebrand Schulpengat op Urk Op woensdag 4 april 2018 komt om 07:53 uur een melding binnen bij de meldkamer over een brand bij visverwerkingsbedrijf Van der Lee. Het betreft een brand in een van de opslagschuren op het terrein. Ter plaatse blijkt de schuur direct te grenzen aan de rest van het bedrijfspand. De brand dreigt uit te breiden naar de productiehallen en vriescel, met name via de dakbedekking (EPS in combinatie met bitumen). Op het dak van het pand staat onder andere een ammoniakinstallatie. Er wordt een brandweercompagnie ingezet om de brand te bestrijden.
Materieel 25-6331 TS Urk 110 25-6135 TS Nagele 120 25-6131 TS Emmeloord 130 25-5534 TS Swifterbant 140 25-5531 TS Dronten 150 25-6133 TS Marknesse 160 25-6091 OVD 25-8062 SB Lelystad 25-5151 RV Lelystad 25-4151 RV Almere 04-1450 RV Kampen 25-8166 WTS 1000
Overige ondersteunende eenheden
76
Brandweer Flevoland
4x TS, (H)OVD, AGS, TBO, logistiek
Defensieve Buiteninzet
Offensieve Buiteninzet
Defensieve Binneninzet
Offensieve Binneninzet
2014 Chronologisch 07:54
Schuurbrand, industrie, visverwerking
08:00
6531: grote brand, grote rookwolken
08:10
OVD: zeer grote brand
08:33
HOVD: GRIP 1
08:39
OVD: extra RV ter plaatse
08:51
Alarmeren 2e peloton
09:02
CVD: GRIP 2
12:12
NB OVD: brand meester
Wat vertellen we onze collega’s? De eerste melding wordt gedaan door de eigenaar van het visverwerkingsbedrijf. Er zou brand zijn in de opslagruimte die grenst aan verwerkingshal. In de opslag ligt verpakkingsmateriaal en 17 ton aan bakolie. De vlammen slaan uit het dak en rookwolken zijn vanaf grote afstand zichtbaar en trekken over Urk. De brand breidt uit naar de productiehallen en vriescel, vooral via de EPS (piepschuim-isolatie) in het dak. De EPS en de cannelures zorgen voor branduitbreiding via het dak tegen de windrichting in. Een muur tussen productie- en opslagruimte voorkomt echter in eerste instantie dat de brand zich ook binnen uitbreidt. Ook de wind staat gunstig gekeken naar het uitbreidingsgevaar. In het bedrijf en op het dak zijn diverse gevaarlijke stoffen aanwezig.
Aan de noordzijde (Meep) zijn 4 TS’en en een RV ingezet binnen bij de baklijn en op het dak om uitbreiding te voorkomen. De RV wordt ‘offensief buiten’ ingezet om het dak te blussen, de TS-en om twee sleuven (als ‘defensieve’ stoplijn) in het dak te zagen en waterkanonnen in te zetten op de propaan- en ammoniaktank. Aan de Zuidzijde (Schulpengat) zijn 5 TS’en en een RV ingezet om van binnenuit (110+140) de brand tegen te houden, het dak te blussen en het dak van de vriescel te openen om de brand te stoppen. De 160 is samen met ploeg Ens in de vriescel ingezet (- 23 ºC) ter controle op uitbreiding. Zij hebben waterkanonnen aangesloten voor het geval de brand zich zou uitbreiden richting gevaarlijke stoffen. Naar beide zijden toe is een WTS1000 opgebouwd vanuit de Urkervaart. Aan de noordzijde dreigde op een gegeven moment ook een gebouw van een autosloopbedrijf te gaan branden. Dit kon snel worden afgeschermd door de 240. De AGS heeft tijdens het incident geadviseerd over de effecten die konden optreden als er gevaarlijke stoffen zouden vrijkomen. Diverse scenario’s zijn voorbereid in de stafsectie in Lelystad. Uiteindelijk heeft de inzet goed gewerkt en is de brand gestopt. Uit berichten van bedrijfsdeskundige en ingezette eenheden kwam naar voren dat 17 ton bakolie ook zou branden. Achteraf gezien heeft deze niet gebrand, maar de opslagtank heeft uren in een brandende ruimte gestaan. Als deze ineens was gaan lekken of scheuren, had de brand zich verder uit kunnen breiden. Dat is door een succesvolle inzet niet gebeurd.
De bevelvoerder van het eerste TS schaalt, nog voor het uitrijden, op naar ‘grote brand’. Uiteindelijk wordt opgeschaald naar GRIP2 en ‘zeer grote brand’ en een extra PEL-brandbestrijding, 3x RV, SB en 2x WTS1000. Inzet 110 was gericht op het voorkomen van uitbreiding via een ‘defensieve binneninzet’ in de productiehal. Omdat de wind gunstig stond en de gevel van de opslagruimte was ingestort, was er weinig rook in de productiehal. Met het goede zicht kon er binnen gericht worden ingezet via een deur naar de opslagruimte en via TL-balken in het plafond. Later zijn er met een heftruck meer plafonddelen verwijderd om het gevaar van een rookgasexplosie te voorkomen. De brand breidde zich tegen de wind in uit over het dak. De 110 is op aangeven van de 100 teruggetrokken omdat de aanvalsweg onveilig dreigde te worden. De 2e TS Urk was onderbezet en werd samengevoegd met 110.
Brandweer Gooi en Vechtstreek
77
Nawoord ‘Een kleine groep enthousiaste medewerkers die hart voor de zaak hebben’. Zo kan ik de pak ‘m beet 120 brandonderzoekers die Nederland rijk is, het beste omschrijven. In het relatief korte bestaan van de discipline Brandonderzoek zijn deze collega’s van pioniers uitgegroeid tot bekwame, technische onderzoekers met bakken ervaring. Die ervaring wordt gedeeld binnen de vakgroep Brandonderzoek, die sinds 2010 bestaat. Binnen de vakgroep Brandonderzoek zijn alle districten waar brandonderzoekers actief zijn, vertegenwoordigd. Eén van de doelen van de vakgroep is om te komen tot landelijke afspraken die het werk van de brandonderzoekers makkelijker maken. Daarnaast is de vakgroep erop gericht om van elkaar te leren en bevindingen uit de praktijk om te zetten naar leermomenten. Want hoe kunnen we van branden leren als we ze alleen maar blussen? Door casuïstiek met elkaar te delen, zoals in dit boek, vergroten we de kennis van brandonderzoekers, maar ook van collega’s uit andere disciplines van de organisatie. Als we zien hoe brand(on)veilig bepaalde materialen zijn, of hoe de brandpreventieve voorzieningen gewerkt hebben, kan dit leiden tot waardevolle adviezen aan Brandveilig Leven en Risicobeheersing, terwijl kennis over de ontwikkeling van branden van belang is voor de veiligheid van onze repressieve collega’s. Sinds 2019 werken we, als eerste onderdeel van de brandweer, met een landelijke database. Deze database wordt gevuld met alle bevindingen van branden en incidenten waar brandonderzoekers bij betrokken zijn. Nu de ervaringen van alle brandonderzoekers op één punt verzameld worden, kunnen we op basis van objectieve data kijken wat er gebeurt in ons vakgebied, analyses maken en trends ontdekken. Als vakgroep Brandonderzoek vinden we het van groot belang dat we doorontwikkelen. Onder het motto ‘Sporen maken SLIM’ richten we ons daarom de komende jaren op zes zogenaamde proeftuinen. Eén van deze proeftuinen is de landelijke database, andere proeftuinen betreffen bijvoorbeeld het vakbekwaam worden en blijven en vraaggericht werken voor Incidentbestrijding en Crisisbeheersing. De collega’s van Brandonderzoek hebben hun meerwaarde inmiddels dubbel en dwars bewezen. Ze worden betrokken bij belangrijke landelijke strategische beslissingen en vertalen hun bevindingen in lessen voor de toekomst. Vol goede moed kijk ik dan ook naar de jaren die voor ons liggen. Als voorzitter van de vakgroep hoop ik dat Brandonderzoek (nog meer dan nu) een vaste en continue waarde binnen de organisatie krijgt en we met elkaar blijven werken aan een nog grotere, aantoonbare impact op het leren van de brandweer. Ymko Attema is Teamleider van het Kenniscentrum van Brandweer Twente en sinds 2018 voorzitter van de Vakgroep Brandonderzoek. (foto)
78
Brandweer Flevoland
Begrippenlijst AC
Alarmcentrale
AGS
Adviseur Gevaarlijke Stoffen
EPS
Geëxpandeerd Polystyreen
FO
Forensische Opsporing
Flashover
Plotselinge ontbranding van een hete rookgaslaag
HD-straal
Hoge Druk-straal
HW
Hoogwerker
LD
Lage Druk
MDT
Mobiele Data Terminal
OBK
Ondergrondse Brandkraan
DLS
Blusmiddel waarbij water wordt omgezet in schuim. Hierdoor is minder water nodig is en een kan een brand effectiever geblust worden.
OvD
Officier van Dienst
RSTV
Model dat inzicht geeft in brandregime en brandverloop aan de hand van de volgende vragen:
• Is er rook in de ruimte en/of van buitenaf waarneembaar (rook is brandstof)?
• Is er sprake van een verhoogde temperatuur?
• Is er sprake van stroming (air track, ventilatie, luchtbeweging)?
RV
Reddingsvoertuig
SB
Schuimblusser
STH
Specialisme Technische Hulpverlening
TBO
Team Brandonderzoek
TS
Tankautospuit
WBC
Warmtebeeldcamera
WBDBO
Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag
79
80
Brandweer Flevoland
NOTITIES
Brandweer Gooi en Vechtstreek
81
82
Brandweer Flevoland
2014
Brandweer Gooi en Vechtstreek
83