3 minute read
30/40/50 jaar Essegem: sociaal-cultureel werk
Deel 2: Erika Bosserez, sociaal-cultureel werker van het eerste uur
De herfst is in het land. Ik begeef me warm ingeduffeld en met een map vol oude ‘Gazetten van Jette’ naar de Broustinlaan, waar collega Marjolein is opgegroeid. Ik heb een afspraak met haar moeder, Erika Bosserez. Brusselse, opgegroeid in het Noorden van de stad, maar al jaren vergroeid met Jette. Zij was tussen 1974 en 1979 de eerste en enige Nederlandstalige beroepskracht voor de Sociaal Kulturele Raad van Jette. Ik ben benieuwd te horen hoe de werking er toen uitzag.
Advertisement
Eerst even de context schetsen. De jaren 70: opkomst van de disco en de punk, begin van het proces van staatshervorming in België, ontstaan van het ‘maatschappelijk opbouwwerk’, aanleg van de metro in Brussel, het eerste Nederlandstalig peuter- en onderwijsplan... In bijna alle gemeenten werd in die jaren een ‘Sociaal Kulturele Raad’ opgericht. Vorige maand vertelden we in deze rubriek nog over de eerste voorzitter. De raad had heel actieve werkgroepen rond politiek, onderwijs, leefmilieu, jeugd en derde leeftijd. Het waren vooral de verzuilde ‘fondsen’ die actief waren in die werkgroepen: het Davidsfonds, Willemsfonds, Vermeylenfonds... Via de werkgroepen werd inspraak in het (lokale) beleid gezocht.
De job van Erika bestond in het begin voor een groot stuk uit vergaderen en administratief werk: vergaderingen voorbereiden, mensen uitnodigen, maken van verslagen, uitschrijven van memoranda in voorbereiding van verkiezingen, het maken van de Gazet van Jette... Die Gazet werd toen vooral bijeengeschreven door vrijwilligers. De titels reflecteren de tijdsgeest: ‘Voor een leefbaar Jette!’, ‘Hoe werkt uw Gemeente?’, ‘Kies het beste onderwijs voor uw kinderen!’... De sociaal cultureel werkers van verschillende gemeenten kwamen wekelijks bijeen om uit te wisselen over acties, aanpak en projecten. Methodieken uit het opbouwwerk werden gedeeld. Er was dus ook, net als nu, een Brusselbrede werking die versterkte en inspireerde.
Na een tijd werden ook meer culturele activiteiten uitgewerkt. Er was een weekend rond ontwikkelingssamenwerking en een weekend rond literatuur in samenwerking met de bib. Er werd een ‘Kulturele veertiendaagse’ georganiseerd met een uitgebreid programma van lezingen, muziek en voorstellingen voor volwassenen en kinderen. Erika haalde De Snaar (voorloper van De Nieuwe Snaar) en Urbanus van Anus naar Jette. Voor de logistieke zaken kreeg ze bijstand van een compagnon uit de duizend: gewetensbezwaarde Guy Neyrinck, alias Guy De Simpele. Notoir langslaper, maar eens uit zijn bed stond hij voor alles klaar. Later gekende Jettenaar en multitalent: muzikant, schilder, acteur, maker van kindervoorstellingen, maar ook cafébaas (oprichter van De Gele Poraa) en kapitein van het Brusselse schip De Eliane.
Vanaf 1977 werd samen met Jeugdhuis De Finkel (waarover later zeker meer) de voorloper van het ‘Joêrmetfestival’ georganiseerd. Vier dagen feest met muziek geprogrammeerd door De Finkel, maar ook straattheater op zondag. Erika haalde hiervoor Radeis naar Jette, de eerste theatergroep van Josse De Pauw, die woordloos theater bracht, toen cartoontheater genoemd). Zondag werd afgesloten met nog meer muziek, volksspelen en een groots volksbal. De vele verhalen doen me wat duizelen. Straattheater op het programma decennia voor we Voenk organiseerden? Het Joêrmetfestival toen al dik feesten! Nederlandstalig onderwijs toen en nu een hot item? Een telefoonnummer dat vier keer mee verhuisde en behalve de toevoeging 02 al die jaren hetzelfde bleef? Ik val vanavond moeilijk in slaap... Was het eerste breugelfeest van de sociaal culturele raad met uiensoep, leverpatei, jagerskip en gebak met koffie op het menu de voorloper van de huidige ‘Mannen aan het fornuis’? Welke linken kennen we nog niet? We hebben gelukkig nog enkele gazetten te gaan.
Tekst: Ilse Verbeke