1 minute read
CODA: mijn ervaring als 'geconfineerde' erfgoedvrijwilliger
Sinds 23 maart moeten we zoveel mogelijk “in ons kot” blijven. Wij zijn begonnen met ons eigen erfgoed – ons huis – eens een goede beurt te geven. Dit houdt in dat we, zonder hulp van Saartje, dagen aan een stuk in beweging bleven: ladder op en af, trap op en af, ramen lappen, afwisselend met linker- en rechterhand, emmers dragen, de artnouveauluster van Bobonne, die bijna 100 jaar oud is (de luster), demonteren en grondig kuisen.
Ook de kasten kregen een flinke beurt, alle laden opengetrokken, afgestoft... Dit betekende een diepe duik in ons familiearchief, gaande van foto’s van Pepe in de jaren 30 in de brousse tot klasfoto’s uit de jaren 50 met een kleine uitdaging: van hoeveel van die klasgenootjes weet je nog de naam? In een lade van de keuken handgeschreven recepten gevonden van moeder en schoonmoeder.
Advertisement
Dan, na 30 jaar broodmachine, eens kramiek gebakken volgens het oorspronkelijke familierecept, met verse gist en met de hand gekneed... de smaak en de geur van toen teruggevonden, en ook tal van herinneringen aan Bobonne: het verleden werd ineens weer springlevend!
In deze quarantaineweken hebben we leren leven op een ander ritme, hebben we een andere kijk op het leven ontwikkeld, hebben we – met plezier – afgezien van zogenaamde verplichtingen, vergaderingen, groepsbezoeken… en hebben we als echtpaar meer tijd samen doorgebracht, meer dingen samen gedaan, een soort tweede honeymoon beleefd, zoveel jaren later.
Voor ons is de quarantaine een soort vruchtbare retraite geweest, een terugkeer naar de essentie, genieten van kleine dingen, de natuur zien ontwaken uit haar winterslaap, genieten van het vrolijke gepiep van de vogels in de bomen, de bloemen zien ontluiken, en dan pas beseffen dat het leven op zichzelf een wonder is.
We hebben in deze bijzondere tijd ook veel solidariteit ontdekt, hulp aangeboden gekregen uit onverwachte hoek, onze vrienden, onze buren en andere mensen beter leren kennen...
Ondanks de vele slachtoffers en met dankbaarheid voor al de mensen die ons door de pandemie hebben geloodst kan ik alleen maar zeggen dat de crisis ons zicht op het leven grondig heeft veranderd en ons heeft leren relativeren. En de moraal van het verhaal: er is hoop !
Marie-Henriette Struyf, Jettenaar en vrijwilliger bij Laca, de geschied- en heemkundige kring van Laken.