Cultuurplan Tilburg 2017-2020 #stadvanmakers

Page 1

#stadvanmakers

Gemeente Tilburg | juli 2016


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

CULTUURPLAN TILBURG 2017-2020 - DEEL 1 VOORWOORD 3 SAMENVATTING 4

INLEIDING

5

1 KUNST EN CULTUUR IN TILBURG

7

2 TERUGBLIK OP DE IMPULSAGENDA CULTUUR 2015-2016

9

3 TERUGBLIK OP DE STADSGESPREKKEN CULTUUR

11

4 WAT GAAN WE DOEN: BELEIDSDOELSTELLINGEN 2017-2020

13

5 SUBSIDIEPARAGRAAF

23

6 FINANCIEEL KADER

28

7 VERVOLG

30

CULTUURPLAN TILBURG 2017-2020 - DEEL 2 - BIJLAGEN 1 OVERZICHT UITVOERING IMPULSAGENDA CULTUUR 2015-2016

b-3

2 CULTUUREDUCATIE 2017-2020

b-8

3 VERSLAG STADSGESPREKKEN CULTUUR VOORJAAR 2016

b-13

4 OVERZICHT BASISVOORZIENINGEN 2017-2020

b-34

5 BELEIDSREGELS VOOR KUNSTENAARSINITIATIEVEN 2017-2020

b-35

2


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

VOORWOORD Geachte mevrouw, mijnheer,

Voor u ligt het Cultuurplan Tilburg 2017-2020; #stadvanmakers. Om direct met de deur in huis te vallen: Tilburg kiest voor makers én culturele basisvoorzieningen. In de bibliotheek doet men kennis op en in oefenruimtes en ateliers werken kunstenaars aan hun ideeën. Podia presenteren theater, dans en muziek, in musea bezoekt het publiek tentoonstellingen. Het gaat om de inhoud van de kunst en wat het mensen brengt. Alles bij elkaar zijn er honderdduizenden mensen per jaar die in Tilburg genieten van kunst en cultuur. Ook zijn er de onverwachte en nieuwe plekken in de gemeente waar particuliere culturele initiatieven groeien met hun eigen betekenis voor kunst en cultuur. En dan spreek ik nog niet eens van de festivals die de stad rijk is en die bijdragen aan de aantrekkelijkheid van Tilburg. Kortom, het een kan niet zonder het ander: de verbeeldingskracht van de kunstenaar en het publiek dat daar op uiteenlopende plekken deelgenoot van wordt. Daarnaast is vanzelfsprekend cultuureducatie een wezenlijk onderdeel van het cultuurbeleid in de komende periode. Het college heeft ervoor gekozen om voort te bouwen op het beleid van de afgelopen jaren, en daarin nieuwe accenten aan te brengen. Dat zijn zichtbaarheid, experiment en vernieuwing. We zetten in op het duidelijker presenteren van de kracht van Tilburg met kunst en cultuur. Verder is het belangrijk om een volgende stap te zetten in de financiële mogelijkheden die de gemeente biedt aan de makers van de kunst. Daarom richten we naast de bestaande mogelijkheden voor Kunstenaarsinitiatieven een Makersfonds in. Onze culturele ambitie reikt verder dan Tilburg. Ons podium is lokaal, regionaal, landelijk en internationaal. Maar dat kan alleen als de Tilburgers cultuur dragen. Daarom gaat mijn dank uit naar de deelnemers aan de stadsgesprekken cultuur die wij in het voorjaar van 2016 hebben gehouden. De input vanuit de stad over hoe Tilburgers naar de stad kijken, was inspirerend en heeft mede de keuzes in dit cultuurplan gekleurd. En de afspraak is dat wij het gesprek over kunst en cultuur in de komende periode met elkaar voortzetten. Daar mag u mij aan houden. Ik hoop en verwacht dat ook in de komende jaren Tilburg een stad zal zijn waar de verbeelding spreekt en meer nog dan nu zichtbaar is!

Marcelle Hendrickx wethouder cultuur gemeente Tilburg

3


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

SAMENVATTING Wij kunnen ons geen stedelijke samenleving voorstellen waarin verbeeldingskracht ontbreekt, waar kunst en cultuur niet bestaan. Juist omdat cultuur van ons allemaal is. Dat rechtvaardigt dat de overheid investeert in cultuur, naast bijdragen van anderen zoals bedrijven, maatschappelijke organisaties en particulieren. Vanuit de erkenning dat cultuur waarde in zichzelf heeft, bijdraagt aan een goed leef- en vestigingsklimaat en wezenlijk is voor de ontwikkeling van mensen. Het Cultuurplan Tilburg 2017-2020; #stadvanmakers beschrijft hoe wij deze maatschappelijke opgave benaderen. Het Cultuurplan Tilburg 2017-2020 schetst de kaders van het cultuurbeleid voor de komende periode. De beleidsdoelstellingen voor 2017-2020 zijn het resultaat van een terugblik op de doelen uit de Cultuuragenda 2011-2016, de Impulsagenda Cultuur 2015-2016 en van de stadsgesprekken cultuur dit voorjaar. De stadsgesprekken bekrachtigen het ingezette beleid maar leveren ook nieuwe aandachtspunten op. Met name de noodzaak van meer zichtbaarheid van kunst en cultuur in en buiten Tilburg springt er uit. Tilburg wordt gezien als ‘makers-stad’, een goed productieklimaat is essentieel. De terugblik en de inbreng van de stad hebben geleid tot de volgende beleidsdoelstellingen: 1. Verbetering van de positionering en zichtbaarheid van het culturele aanbod; 2. Bevordering van verbindingen tussen cultuur en andere domeinen; 3. Bevordering van de kwaliteit en de deelname aan cultuureducatie; 4. Versterking van de cultuurparticipatie; 5. Bevordering van talentontwikkeling, onder meer door een budget voor experiment en vernieuwing; 6. Versterking van de pijlers van de culturele infrastructuur en van flexibiliteit en kleinschaligheid. Deze doelstellingen zijn deels een aanscherping van de huidige doelstellingen (cultuurparticipatie, talentontwikkeling), deels is er sprake van nieuwe accenten (zichtbaarheid, experiment en vernieuwing). Wij werken bovenstaande beleidsdoelstellingen uit in 15 concrete beleidsdoelen, met een subsidieparagraaf en een financieel kader. Dit cultuurplan bevat een voorstel tot wijziging van de subsidietoedeling door een onderscheid te maken tussen basisvoorzieningen (4 jaar), kunstenaarsinitiatieven (4 jaar) en een makersfonds (een flexibel inzetbaar jaarbudget voor maximaal 2 jaar). Dit sluit aan bij een wens van de raad om te komen tot een subsidiecyclus van 4 jaar die aansluit bij de beleidsperiodes van rijk en provincie. Het college van B&W benoemt de basisvoorzieningen1. Dit zijn instellingen die een cruciale schakel vormen in de culturele infrastructuur. We handhaven de huidige regeling voor kunstenaarsinitiatieven en verbreden deze naar alle disciplines. Het makersfonds betreft eenmalige subsidies voor actualiteit, experiment en vernieuwing. Bij de verschillende subsidies gelden de hierboven vermelde beleidsdoelstellingen als toetsingscriteria. Er zijn op dit moment ook jaarlijkse subsidies voor initiatieven die geen basisvoorziening of kunstenaarsinitiatief zijn. In het kader van dit cultuurplan bezien wij of en hoe ook deze initiatieven bijdragen aan de beleidsdoelstellingen 2017-2020 en of de subsidie voor deze initiatieven logischerwijs ondergebracht kan worden bij een van de subsidiecategorieën. Na de vaststelling van het Cultuurplan Tilburg 2017-2020 door de raad informeren wij de instellingen en kunstenaars over inhoud, consequenties en het tijdpad van aan te vragen subsidies. Het streven is dat uiterlijk in december 2016 de subsidiebeschikkingen worden verstuurd aan de basisvoorzieningen en de kunstenaarsinitiatieven. Om de beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren is een extra investering in cultuur nodig. Het college legt aan de raad voor het Cultuurplan Tilburg 2017-2020 vast te stellen.

1 Zie bijlage 4

4


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

INLEIDING VOORGESCHIEDENIS EN TOTSTANDKOMING CULTUURPLAN TILBURG 2017-2020 Tilburg is een stad waar op het gebied van kunst en cultuur veel gebeurt. Een levendige stad met festivals, bruisende podia, topmusea en particuliere initiatieven. Met een grote verscheidenheid aan kunstvormen waarvan het publiek kennis kan nemen. Vanuit het cultuurbeleid ondersteunt de gemeente kunst en cultuur in de stad. Dit Cultuurplan Tilburg 2017-2020 bevat de beleidsvoornemens van de gemeente en beschrijft de wijze van subsidiëring die in de komende periode wordt toegepast. In januari 2014 is een tussentijdse evaluatie van het cultuurbeleid 2011-2016 besproken in de gemeenteraad. Daarna is door de raad de Impulsagenda Cultuur vastgesteld voor de periode 2015-2016. In de Impulsagenda staan de thema’s talentontwikkeling en verrassende verbindingen centraal en wordt bevestigd dat Tilburg een stad is van podiumkunsten en topmusea. Aan de totstandkoming van het Cultuurplan Tilburg 2017-2020 liggen de resultaten ten grondslag uit de Impulsagenda, de stadsgesprekken cultuur die in het voorjaar van 2016 zijn gehouden en overige gesprekken met makers, individuen en instellingen in de stad. Zo werkt de gemeente Tilburg binnen het cultuurdomein als participerende en van de samenleving lerende overheid. Daarnaast laten wij ons leiden door de wens vanuit het culturele veld en de gemeenteraad om de wijze van subsidiëring aan te laten sluiten op die van andere overheden, voor zover passend binnen de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Tilburg.

STATUS VAN DIT CULTUURPLAN Het Cultuurplan Tilburg 2017-2020 wordt door het college van B&W opgesteld. De raad stelt het plan vast en stemt in met de uitwerking hiervan door het college. De uitwerking heeft betrekking op subsidiemogelijkheden en -trajecten voor culturele instellingen en kunstenaars in de vorm van diverse programma’s van eisen en de beleidsregels voor subsidies. In ieder geval worden de indientermijnen voor subsidieaanvragen en de subsidiecriteria vastgelegd. Het college informeert de commissie Vestigingsklimaat over de voortgang.

VERDER KIJKEN DAN 2020 Cultuurbeleid laat zich niet louter vangen in afgebakende periodes. Ontwikkelingen in de maatschappij en binnen kunst en cultuur overstijgen de periode 2017-2020 en daarom werkt cultuurbeleid in interactie met de Omgevingsvisie 2040, Binnenstad 21e eeuw, Routes en Verbindingen, de ruimtelijke ontwikkeling, de economische ambities en de sociale omgeving die een stad is.

VANAF 2017: START MET CULTUURPLAN 2021-2024 Dit cultuurplan komt tegemoet aan de wens van de raad om de gemeentelijke subsidiecyclus aan te laten sluiten bij de planning van de kunstenplannen van OCW en de provincie en de vierjaarlijkse subsidieregelingen van de rijkscultuurfondsen. Wij zetten een eerste stap door voor de periode 2017-2020 een aantal instellingen als basisvoorziening te benoemen en aan deze instellingen een vierjaarlijkse subsidie te verlenen. Een volgende stap zou zijn om in het traject van deze vierjaarlijkse subsidies over te gaan tot een integrale afweging van alle subsidieaanvragen een keer in de vier jaar, met (artistiek-inhoudelijke) advisering door een onafhankelijke adviescommissie. Zoals ook bij het rijk, de rijkscultuurfondsen en de provincie het geval is. Dergelijke wijzigingen van de subsidiesystematiek zijn opties die in de komende beleidsperiode onderzocht worden. De ervaring bij andere gemeenten leert dat een dergelijk traject een doorlooptijd heeft van enige jaren en niet eerder dan met de beleidsperiode 2021-2024 ingevoerd kan worden.

LEESWIJZER In het eerste inleidende hoofdstuk staan wij stil bij de betekenis van kunst en cultuur voor Tilburg. Daarna volgt in hoofdstuk 2 een korte terugblik op wat is bereikt: wat hebben wij gedaan en met welke resultaten? Dat betekent dat wij kijken naar hoe de Impulsagenda Cultuur 2015-2016 heeft gewerkt. Daarna gaan wij in hoofdstuk 3 in op de opbrengsten van de stadsgesprekken cultuur. In hoofdstuk 4 staat centraal: wat gaan wij doen? Op de wijze van subsidiëring en de daarbij horende kaders gaan wij in hoofdstuk 5 nader in, de zogenoemde subsidieparagraaf. Een korte schets van het financieel kader voor cultuurbeleid komt aan de orde in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 volgt de beschrijving van de vervolgstappen. Deel 2 bevat documenten die onderwerpen verder toelichten, verdiepen of uitwerken.

5


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

6


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

1 KUNST EN CULTUUR IN TILBURG DE WERELD, DE STAD, KUNST EN CULTUUR We leven in een sterk veranderende wereld en samenleving. Door internet en het gebruik van social media is de communicatie tussen mensen ingrijpend en voorgoed veranderd. Beelden en beeldvorming zijn dominant geworden. De actualiteit is dat veel mensen op de vlucht zijn vanuit oorlogsgebied naar Europa. Dit vraagt veel van individuele landen, hun inwoners en van Europa in zijn geheel. De polarisatie en het ‘wij/zij-denken’ tussen bevolkingsroepen wordt scherper, met terrorisme als angstaanjagend fenomeen. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op en brengen angst en onzekerheid met zich mee. Dit geldt ook voor de economie. De economische crisis ligt achter ons, maar het herstel is pril en lijkt kwetsbaar. Gemeenten hebben veel nieuwe taken gekregen op het gebied van welzijn, onderwijs en jeugdzorg. Grote operaties die met minder budget uitgevoerd dienen te worden en ook van Tilburg en van Tilburgers grote inspanningen vergen. Hier staat tegenover dat Nederland nog altijd een van de meest welvarende landen ter wereld is. Er zijn initiatieven van burgers die zelf steeds meer zaken ter hand te nemen. Er worden coöperaties opgericht, kleinschaligheid krijgt aandacht, de buurt trekt samen op, velen zetten zich vrijwillig in voor de samenleving en voor de vluchtelingen. Crowdfunding-acties zorgen voor draagvlak van projecten en voor een slagvaardige uitvoering. Kunstenaars verhouden zich ieder op eigen wijze tot maatschappelijke vraagstukken. Waarom dit alles - ongelijksoortig als het is - aanhalen in een plan dat over cultuur gaat? Omdat cultuur een wezenlijk onderdeel is van de samenleving. Kunstenaars werken in deze werkelijkheid - de tijd van nu -, publiek beleeft vanuit die dagelijkse realiteit kunst en cultuur. Vanzelfsprekend zonder de pretentie dat kunst en cultuur de grote maatschappelijke en mondiale vraagstukken een op een kunnen oplossen. Maar kunst en cultuur verbinden, overbruggen tegenstellingen en leiden tot dialoog. Wij durven de stelling aan dat er geen leefbare samenleving is zonder cultuur. Maar wat doen kunst en cultuur met Tilburg? Daarop gaan wij hieronder in.

DE WAARDE VAN KUNST EN CULTUUR: EEN VISIE OP CULTUUR IN TILBURG Cultuur raakt, geeft herkenning, versterkt identiteit, verrast, maakt bewust, maakt boos, is niet altijd direct te doorzien. Kunst is onze manier van ons uitdrukken, contact maken, naar jezelf kijken, verder denken, confrontaties aangaan. Cultuur geeft voldoening. En cultuur haalt vooroordelen weg, haalt een verengd beeld van de wereld weg, haalt de angst voor het vreemde weg. En laat je nieuwe werelden betreden. Cultuur maakt dat je trots bent op wie je bent, waar je deel van uitmaakt, waar je vandaan komt. Zo draagt amateurkunst bij aan verbinding tussen mensen, aan gemeenschapszin. De Tilburger mag graag mauwen, maar kom niet aan zijn stad! Er is meer. Cultuur is van betekenis voor het vestigings- en leefklimaat van de stad. Interessante voorstellingen, concerten, festivals zorgen ervoor dat je je goed voelt. Daardoor is er reuring in de stad, ervaren bewoners direct de leefbaarheid. Aangetoond is dat bedrijven zich het liefst vestigen op een plek waar hun werknemers willen wonen. Wij kunnen ons geen stedelijke samenleving voorstellen waarin verbeeldingskracht ontbreekt, waar kunst en cultuur niet bestaan. Juist omdat cultuur van ons allemaal is. Dat rechtvaardigt dat de overheid investeert in cultuur, naast bijdragen van anderen zoals bedrijven, maatschappelijke organisaties en particulieren. Vanuit de erkenning dat cultuur waarde in zichzelf heeft, bijdraagt aan een goed leef- en vestigingsklimaat en wezenlijk is voor de ontwikkeling en de onderlinge verbindingen van mensen. Dat zijn de beoogde maatschappelijke effecten die aan dit cultuurplan ten grondslag liggen.

7

KUNST EN CULTUUR WERKT Applaus. Opa en oma glimmen van trots: hun kleindochter rapt en danst als de beste. Door gitaarrifs laat de popband je de emotie voelen van de lonesome cowboy. De tekst van een Nederlands lied raakt hem en haar tot tranen toe. Het openluchtfestival brengt een gezin naar een bijzondere locatie, waar de theatervoorstelling nog meer kracht krijgt. Want je voelt en ruikt de omgeving, lucht, de wind. Met ogen dicht luisteren naar een klassiek concert, een intense ervaring. Dat monument laat je geschiedenis herbeleven en toont de kracht waartoe mensen in staat zijn. Het hele gezin doet mee aan de harmonie, die topkwaliteit levert en onmisbaar is bij feestelijkheden. Dat schilderij blijft, alleen al door de kleur, je aandacht trekken. Precies die ene beweging in een dansduet raakt je in je ziel. Zomaar voorbeelden van wat cultuur met mensen doet. De ene kunstenaar reageert in zijn werk direct op maatschappelijke ontwikkelingen, in andere gevallen brengt alleen al de schoonheid van de muziek, of de kracht van de poëzie, troost of sterkt mensen.

7


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

Wat voor een stad willen we zijn? Ons antwoord is: een stad mét cultuur. Een stad met kracht! In de Cultuuragenda 2011-2016 is het culturele profiel van Tilburg beschreven. Kunst en cultuur behoren tot het DNA van Tilburg. Tilburg is bij uitstek een stad van makers. Tilburg is ook een stad van podiumkunsten en topmusea. Daarmee kan Tilburg zich profileren. De keuze voor dit profiel is in de Impulsagenda en in de startnotitie voor dit cultuurplan (januari 2016) nog eens bevestigd. De gemeente schept randvoorwaarden waaronder kunst en cultuur kunnen gedijen in de stad. Bij de zesde stad van Nederland mag verwacht worden dat zowel theater, muziek, dans, letteren, visuele kunsten, architectuur, film aanwezig zijn. Dit rijkgeschakeerde aanbod is vooral te danken aan de makers die op deze terreinen actief zijn. Wij gaan uit van een breed cultuurbegrip waartoe ook design, mode, games, theatersports en urban culture behoren. Het kenmerk van veel nieuwe initiatieven is dat deze over de grenzen van disciplines heen gaan, bijvoorbeeld dans met beeldende kunst of cultuur met zorg. Een strikte scheiding tussen kunstdisciplines is al lang niet meer de enige praktijk van de kunsten. Het gaat om verscheidenheid die past bij de uiteenlopende behoeften en interesses van de makers, de stad en het publiek. Vrijwel alle kunstvormen en mengvormen worden in Tilburg vertegenwoordigd en maken onderdeel uit van het cultuuraanbod. Uiteraard laat ‘de stad’ zich niet in een keurslijf dwingen. Het kan zijn dat er cultuuraanbod ontbreekt of nu nog zeer beperkt in de stad aanwezig is, maar zich sterk ontwikkelt en vervolgens in een aantal jaren toonaangevend wordt. Of een initiatief, dat jaren prominent aanwezig is geweest in de stad, raakt op de achtergrond. Dat hoort bij de dynamiek die kunst en cultuur eigen is. Cultuurbeleid betreft professionele kunsten, amateurkunst, cultuureducatie en een deel van het erfgoed. Bij dit laatste is de inzet dat immaterieel en materieel erfgoed elkaar kunnen versterken. Voortbouwend op de periode 2011-2016 en in gesprek met de stad, maken wij keuzes in het cultuurbeleid voor de periode 2017-2020. In de volgende hoofdstukken treft u deze keuzes en de onderbouwing ervan aan. Daaraan voorafgaand bespreken wij de resultaten van het cultuurbeleid in de afgelopen periode (hoofdstuk 2) en de opbrengsten van de stadsgesprekken cultuur in het voorjaar van 2016 (hoofdstuk 3).

8


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

2 TERUGBLIK OP DE IMPULSAGENDA CULTUUR 2015-2016 Na een tussentijdse evaluatie door de raad in januari 2014 is, in aanvulling op de Cultuuragenda 2011-2016, de Impulsagenda Cultuur 2015-2016 opgesteld. Deze terugblik heeft betrekking op de uitvoering van de Impulsagenda Cultuur 2015-2016 en het daarbij behorende stimuleringsbudget. Voor de resultaten van ieder concreet voornemen uit de Impulsagenda en de besteding van het stimuleringsbudget verwijzen wij naar Bijlage 1. Voor het stimuleringsbudget waren geen subsidiecriteria geformuleerd noch een regeling opgesteld. De Impulsagenda zelf vormde het toetsingskader. In de loop van 2015 en begin 2016 is op verschillende momenten besloten tot de inzet van dit budget, zowel naar aanleiding van subsidieaanvragen als in het kader van eigen beleidsontwikkeling door de gemeente. Besteding van het stimuleringsbudget Het stimuleringsbudget cultuur is divers ingezet, gericht op versterking van zwakke schakels in de keten van cultuurproductie, presentatie en participatie. Deels gaat het om investeringen in de fysieke culturele infrastructuur, deels om activiteiten. In alle gevallen betreft het een extra eenmalige ondersteuning waarvan sommige over meer jaren. Cultuureducatie De uitvoering van het project Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016 (CMK) was succesvol. De taakstelling om 31 scholen te bereiken werd eerder dan verwacht gerealiseerd. Door middel van een eenmalige extra bijdrage konden de 9 basisscholen op de wachtlijst eveneens deelnemen. Het blijkt dat er een langere adem nodig is om de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs duurzaam te kunnen verhogen. Knelpunt is met name dat scholen nog te weinig eigenaarschap tonen en dat leerkrachten meer tijd nodig hebben om zich te bekwamen. Een goede cultuureducatieve infrastructuur, waarbij de taken van de betrokken partijen op elkaar zijn afgestemd en zijn vastgelegd, is onmisbaar. De vakdocenten en de hulp en het advies van CiST2 worden hoog gewaardeerd. Tegelijk constateren we ook dat een beperkt aantal culturele instellingen en zzp-ers is betrokken. Daarbij hebben de scholen vooral een voorkeur voor podiumkunsten (in het bijzonder muziek), van het aanbod erfgoededucatie is beperkt gebruik gemaakt. Eind 2015 heeft het college besloten het project CMK met 4 pilots in 4 VMBO-scholen uit te breiden. Dit loopt tot en met 2017. In de nieuwe rijksregeling voor CMK 2 is niet voorzien in een uitbreiding naar het voortgezet onderwijs (VO). Het project Try-Out Cultuur (2016-2018) is gericht op kennismaking met cultuur voor alle leerlingen in het basisonderwijs. Doordat deze projecten nog tot in 2017 of 2018 doorlopen is het nu niet mogelijk om iets over de resultaten te zeggen. Voor alle projecten bestaat veel belangstelling. In Bijlage 2 gaan we nader in op cultuureducatie en beschrijven wij de contouren van het vervolgproject CMK 2017-2020.

Talentontwikkeling: stad van makers Talentontwikkeling heeft ook betrekking op inwoners van Tilburg die cultureel actief zijn in hun vrije tijd (amateurs). Het Buurtcultuurfonds3 biedt buurtbewoners financiĂŤle middelen om hun eigen culturele initiatieven van de grond te krijgen. Dit fonds verkeert nog in de pilot-fase: het is in 2016 gestart en wordt momenteel in twee Impulswijken (Hasselt-Goirke West en Kruiden- en Kleurenbuurt) uitgevoerd. Voor makers (jong en oud, professioneel of amateur) is de beschikbaarheid van oefenruimtes en ateliers punt van aandacht. We hebben de Hall of Fame ondersteund om zich verder als broedplaats voor muzikale talenten te ontwikkelen. Initiatieven als werkplekken voor artists in residence en de realisatie van een makerspanel verkeren in een verkennende fase. In 2016 wordt onderzocht hoe het Cultuurfonds Tilburg, waar individuele makers een beroep op kunnen doen, kan worden doorontwikkeld en gepositioneerd.

9

2 CiST staat voor Cultuur in School Tilburg (www.cist.nl) 3 Het Buurtcultuurfonds maakt onderdeel uit van het Tilburg Akkoord. Een samenwerkingsverband van de gemeente,

Tilburgse woningcorporaties en het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant dat doorloopt tot en met 2018


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

In samenwerking met de provincie, bkkc en De Kunst van Brabant is gewerkt aan de ontwikkeling van het BrabantModel. Een model gericht op de verbinding van talentontwikkeling met de beroepspraktijk. OCW en de rijkscultuurfondsen volgen deze ontwikkelingen inmiddels met veel interesse. Bij de mogelijke doorontwikkeling van dit model wordt het Rijk betrokken. Verrassende verbindingen De verschillende voornemens zijn alle gestart en in uitvoering. Er zijn verbindingen gelegd met het economische, sociale en het ruimtelijke domein. Zo is het stadslab Cultuur Publieke Domein Tilburg (CuPuDo) per maart 2016 operationeel in Tilburg, met het accent op Stadsbos en de Reeshof. Als de business case slaagt, dan is het voornemen CuPuDo als stadslab voort te zetten. Aan burgers is gevraagd met suggesties te komen voor cultuur in het publieke domein. Er zijn tot dusver circa 15 ideeën aangemeld. CuPuDO draagt bij aan een aantrekkelijker leef- en vestigingsklimaat, in zowel het centrum als wijken en stadsdelen. Ook het Buurtcultuurfonds stelt mensen in staat hun eigen culturele initiatieven van de grond te krijgen en cultuur in te zetten voor de kwaliteit van de directe leefomgeving. Gemeentelijke investeringen in Poppodium 013 en de Kennismakerij van Bibliotheek Midden-Brabant dienen meerdere doelen. Naast de zichtbaarheid voor (top)talent en de vernieuwing van de bibliotheek dragen deze investeringen bij aan de ruimtelijke ontwikkeling van de Spoorzone en het Veemarktkwartier. Deelname aan het Brabantse netwerk Brabant DC stelt Tilburg in staat, zonder daartoe eigen middelen te hoeven inzetten, creatief vermogen internationaal voor het voetlicht te brengen. Dit gaat verder dan cultuur alleen en is ook gericht op innovatief onderwijs, placemaking4 en social innovation. In 2016 heeft de provincie Noord-Brabant als lid van het internationale netwerk Districts of Creativity een reverse mission georganiseerd. Internationale delegatieleden brachten een bezoek aan Tilburg, waarbij onder meer de vernieuwende werkwijzen van het TextielMuseum, de Kennismakerij en het living lab van Fontys Hogeschool voor de Kunsten werden gedemonstreerd. Investeringen in podia en festivals Het stimuleringsbudget is verder ingezet als extra impuls richting podia door middel van fysieke investeringen. Zoals aangekondigd in de Impulsagenda betrof dit de verbouwing van 013 en de update van de technische installaties van Paradox . Het doel was de presentatiemogelijkheden voor (top)talent en makers te verbeteren en Tilburg beter zichtbaar te maken in Brabant, Nederland en (ver) daarbuiten. De bijdragen aan festivals (onder meer Incubate, Mundial) waren gericht op het geven van een extra impuls aan de kwaliteit en de zichtbaarheid en daardoor ook aan het publieksbereik van deze activiteiten. Met de bijdrage aan Tilt investeerden wij in het productieklimaat voor Letteren in de stad. De herinrichting van het voorplein van De Pont, het internationaal vermaarde private museum voor hedendaagse kunst dat in Tilburg is gevestigd, is eveneens gerealiseerd. Het haalbaarheidsonderzoek naar herbestemming van het Dröge-pand voor de brede ambities van het TextielMuseum en TextielLab is onderwerp van afweging.

CONCLUSIE Voor de Impulsagenda Cultuur 2015-2016 zijn geen evaluatiecriteria vastgesteld. Terugkijkend kunnen we evenwel concluderen dat er vanaf de vaststelling van de Impulsagenda veel in gang is gezet. Onder de noemer Ruimte voor Talent en Verrassende verbindingen was een veelheid aan beleidsvoornemens opgenomen. Deze zijn nagenoeg allemaal tot uitvoering gebracht. Een van de speerpunten, het project Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016 staat in directe relatie tot talentontwikkeling en is met succes uitgevoerd. Tegelijkertijd loopt er nog een aantal zaken door in 2017 (uitbreiding CMK met het voortgezet onderwijs en Try-Out Cultuur) of verkeert in de pilotfase (nieuwe financieringsvormen, het project CuPuDo). Een terugblik is meer dan een check of aangekondigde beleidsvoornemens zijn uitgevoerd. De flexibiliteit van het stimuleringsbudget maakte het mogelijk op actuele ontwikkelingen in te springen (denk aan Incubate of de Zuivelfabriek) en kansen voor kunst en cultuur in de stad te benutten (zoals het project TilburgsAns). Hiermee is een aanvang gemaakt met de invulling van de speerpunten Ruimte voor Talent en Verrassende Verbindingen. In de komende beleidsperiode van 4 jaar kunnen deze speerpunten gericht verder ontwikkeld worden.

10

4 De website Project for Public Spaces beschrijft ‘placemaking’ als volgt: “Placemaking inspires people to collectively reimagine and

reinvent public spaces as the heart of every community. Strengthening the connection between people and the places they share, Placemaking refers to a collaborative process by which we can shape our public realm in order to maximize shared value.”.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

3 TERUGBLIK OP DE STADSGESPREKKEN CULTUUR Om input ‘op te halen’ over kunst en cultuur in Tilburg zijn er stadsgesprekken cultuur georganiseerd in de eerste helft van 2016. Het doel was om met kennis uit de stad betere keuzes te kunnen maken voor het cultuurbeleid in de komende jaren. Hiervoor hebben we breed uitgenodigd. Daarnaast hebben we gesprekken gevoerd in een kleinere setting over specifieke onderwerpen. Die opzet is geslaagd. Hierdoor zijn de belangen en wensen van doelgroepen uit de stad en van betrokken partijen in beeld gebracht. De stadsgesprekken cultuur bleken tevens te functioneren als een ontmoetingsplaats voor nieuwe contacten en ideeënuitwisseling. De belangstelling en de betrokkenheid was groot: bijna 400 personen namen deel aan deze gesprekken.

TILBURG MAKERS-STAD Veelvuldig is het talent genoemd dat in de stad aanwezig is. Er werd gewezen op de iconen van Tilburg die internationaal opereren, de kunstvakopleidingen, de wereld van de amateurkunst en initiatieven op het gebied van community art waarbij kinderen en volwassenen betrokken zijn. Tilburg is een stad van makers en mee-makers. Zo wordt de verbinding van cultuur met de sociale kant van de stad zichtbaar. Kortom, in Tilburg maak je het mee! Met deze waarneming als vertrekpunt belichten wij hieronder zes belangrijke opbrengsten uit de stadsgesprekken cultuur. Achtereenvolgens komen aan de orde: 1. Zichtbaarheid; 2. Verbindingen; 3. Cultuureducatie; 4. Cultuurparticipatie; 5. Talenten, experiment en vernieuwing, actualiteit; 6. Pijlers onder de culturele infrastructuur en flexibiliteit voor kleinschaligheid.

UITKOMSTEN VAN DE STADSGESPREKKEN CULTUUR 1. Zichtbaarheid en positionering verbeteren Zichtbaarheid kwam in alle gesprekken aan de orde. Er gebeurt veel in de stad maar er is geen totaalbeeld van. Het gaat hierbij ook om via ontmoeting en samenwerking in beeld te krijgen wat er allemaal in de stad gebeurt en Tilburg als cultuurstad te positioneren. Een doorlopende inventarisatie van wat zich afspeelt op het gebied van kunst en cultuur (professioneel en amateur, erfgoed en cultuureducatie) wordt node gemist. Dat moet in kaart gebracht worden. Zodat Tilburg zich meer dan nu als cultuurgemeente profileert, ook in internationale context. Dat draagt bij aan trots van inwoners op hun stad. Jongeren geven aan dat, naast bekendheid krijgen met het cultuuraanbod in de stad, zij ook behoefte hebben aan bijvoorbeeld een databank die zij kunnen gebruiken voor de eigen activiteiten die zij ontplooien. Waardoor jongeren ook onderling, op basis van vraag en aanbod, met elkaar in contact komen over kunst en cultuur. Plekken van grote cultuurhistorische waarden kunnen in fysieke zin met elkaar verbonden worden door routes in de stad te maken. Ook de presentatie van de verschillende collecties in de stad, het beheer en onderhoud vragen aandacht. Het gaat om de verhalen van Tilburg. Een overzicht laat de verhalen zien die via theater, dans, muziek, beeldende kunst en op andere manieren worden verteld. Samengevat: er is veel dat goed is en onder de aandacht gebracht moet worden. 2. Verbindingen De overtuiging die uit de stadsgesprekken cultuur naar voren komt is dat er een wereld te winnen is in de verbinding van cultuur met onder meer het onderwijs, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Zonder dat hiervoor op dit moment direct een concrete aanpak beschikbaar is. De gemeente zou hier een faciliterende en regierol moeten vervullen. Maar het ligt ook bij instellingen zelf. Een verrassende verbinding was tijdens de stadsgesprekken in ieder geval dat er vanuit de veehouderij deelnemers waren die op zoek zijn naar de verbinding van natuur met cultuur. Jongeren geven aan dat de gemeente het initiatief zou kunnen nemen om hen met professionals in contact te brengen. De start die is gemaakt met de stadsgesprekken vinden zij belangrijk en moet worden voortgezet . Op die manier vervult de gemeente een brugfunctie om partijen bij elkaar te brengen. 3. Cultuureducatie Over cultuureducatie bestaat geen enkele twijfel bij de deelnemers aan de stadsgesprekken: dit dient een wezenlijk onderdeel te zijn van het cultuurbeleid van de gemeente. Met als belangrijke schakel de betrokkenheid van ouders bij de cultuureducatie zowel binnen als buiten school. Cultuureducatie wordt niet alleen gericht op kinderen en jongeren, maar ook het mee-maken door ouderen hoort onlosmakelijk bij het brede palet van de cultuureducatie.

11


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

Daarnaast werd bepleit dat de relatie tot en verbinding van cultuureducatie met amateurkunst meer aandacht krijgt. Het besef dat educatieve en amateurkunstinitiatieven vaak bij elkaar horen en zich ook langs andere lijnen ontwikkelen dan in bestaande structuren is relatief nieuw. Denk bijvoorbeeld op buurtniveau waar kinderen, hun ouders, scholen en andere partijen elkaar ontmoeten. 4. Cultuurparticipatie Vaak kwam culturele diversiteit aan de orde als cultuurparticipatie ter sprake kwam. Kunst en cultuur bieden dezelfde taal voor mensen van verschillende afkomst. Cultuurparticipatie bleek een belangrijk thema: van jong met oud, studenten met burgers, communities in wijken en buurten. Idealiter is kunst en cultuur voor alle Tilburgers. Cultuur versterkt mensen en is daarom voor eenieder van waarde. De betekenis van amateurkunst in relatie tot cultuurparticipatie wordt veelvuldig genoemd als belangrijke factor om mensen in contact te brengen met kunst en cultuur in al zijn verschijningsvormen. Bereikbaarheid van en in aanraking brengen met cultuur zijn onderwerpen die continu aandacht vragen. Toevalligheden creëren waarbij dit gebeurt en samenwerking tussen groepen uit de samenleving kunnen hierbij helpen. Een ‘voedselbank cultuur’, studenten die middels het studieprogramma werken bij culturele instellingen, zijn spontane voorbeelden van hoe de verbinding tot stand kan komen. De vaststelling was dat dit niet altijd gemakkelijk te realiseren is omdat er veel partijen bij betrokken zullen zijn. Maar dat mag geen reden zijn om er niet aan te beginnen. Jongeren benadrukken vanuit de aanbieders van kunst en cultuur te communiceren over het cultuuraanbod in ‘hun eigen taal’ en via de kanalen die zij gebruiken om informatie te krijgen. Dat kan verbeterd worden. Ook kan het financiële aspect een belemmering vormen om van cultuuraanbod te genieten. 5. Talenten, experiment en vernieuwing, actualiteit Bij een stad die zich presenteert als makers-stad is het nodig om ruimte te bieden aan experiment en vernieuwing: de ontwikkeling van de inhoud van de kunst. Daarnaast is het nodig om in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen. Ondersteuning van kleinere initiatieven met relatief bescheiden bijdragen en snelle besluitvorming kan hierbij helpen. En: mislukken mag. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor de randvoorwaarden waaronder kunst kan gedijen. Zo zijn er ‘regelloze’ ruimtes nodig, ruimtes waar gewerkt kan worden maar waaraan geen vaste organisatiestructuren met bijbehorende kosten verbonden zijn. Dat geldt ook voor jongeren die zelf actief zijn in bijvoorbeeld muziek of dans. De aantrekkelijkheid van de stad wordt verder vergroot als er goede woonruimten zijn, ateliers en oefenruimtes. Op die manier toont de stad zijn gastvrijheid aan de makers van kunst en cultuur en is het mogelijk talenten voor de stad te behouden. 6. Pijlers onder de culturele infrastructuur en flexibiliteit voor kleinschaligheid De stad kent een aantal toonaangevende kunstenaars, podia, musea en festivals. Zij vormen pijlers in de culturele infrastructuur van Tilburg. In aanvulling hierop dient er ruimte te zijn voor kleinschalige initiatieven. Het een kan niet zonder het ander.

CONCLUSIE De stadsgesprekken cultuur waren succesvol. De uitkomsten zijn zeer waardevol gebleken voor het cultuurbeleid in de volgende periode. Zij bekrachtigen het ingezette beleid maar leveren ook nieuwe aandachtspunten op. De opbrengsten van de stadsgesprekken cultuur komen terug in hoofdstuk 4.

De weerslag van de gesprekken is opgenomen in Bijlage 3. De tekeningen in dit cultuurplan zijn gemaakt door Jeroen de Leijer tijdens de stadsgesprekken5.

12

5 www.studiodeleijer.nl


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

4 WAT GAAN WE DOEN: BELEIDSDOELSTELLINGEN 2017-2020 DE ROL VAN DE GEMEENTE: AMBITIES EN VERWACHTINGEN Mensen maken de stad. Daarom zijn beleidsdoelen in het cultuurbeleid van de gemeente altijd gekoppeld aan samenwerking met partners in de stad. De gemeente neemt in een aantal gevallen de regie, maar veel cultuur ontwikkelt zich - in eerste instantie - buiten het blikveld van de gemeente en politiek. De gemeente brengt partijen bij elkaar, verbindt deze aan elkaar, creëert randvoorwaarden voor samenwerking. In het coalitieakkoord6 hebben wij al eerder het belang van cultuur bevestigd. De gemeente is initiator van nieuwe financieringswijzen voor kunst en cultuur met partners in de stad, gesubsidieerd en niet-gesubsidieerd. De gemeente geeft impulsen aan de kwaliteit en ontwikkeling van kunst en cultuur in Tilburg zodat zo veel mogelijk mensen daarvan kennis kunnen nemen en streeft naar een optimale omvang en kwaliteit aan pluriform aanbod van kunst en cultuur in de stad. De beleidsdoelen resulteren in acties van de gemeente ter versterking van kunst en cultuur in Tilburg. Met regelmaat gaan we na of we op koers liggen en of het nodig is de beleidsdoelen bij te stellen. Want de Tilburgse samenleving is volop in ontwikkeling. Uiteraard vormen subsidies een belangrijk instrument om de beleidsdoelen te realiseren. Daarop wordt ingegaan in hoofdstuk 5.

IMPULSAGENDA CULTUUR, RESULTATEN STADSGESPREKKEN CULTUUR EN TILBURG MAKERS-STAD ALS VERTREKPUNT Het stadsbestuur heeft in de startnotitie7 voor het Cultuurplan Tilburg 2017-2020 aangegeven te zullen voortbouwen op de Cultuuragenda 2011 t/m 2016 en de Impulsagenda Cultuur 2015-2016. Het profiel van de stad: ‘Tilburg = makers-stad’, stad van verrassende verbindingen en van podiumkunsten en topmusea, geeft richting aan het cultuurbeleid. In de vorige beleidsperiode richtten wij ons op de volgende doelen: - een top 10 positie van het cultuuraanbod; - het duurzaam op niveau houden van het productieklimaat; - het vergroten van cultuurparticipatie van jeugd en volwassenen. In de Impulsagenda Cultuur is daaraan toegevoegd: - ruimte voor talent; - verrassende verbindingen. De herijking van deze beleidsdoelen is gebaseerd op de uitvoering van de Impulsagenda en op de uitkomsten van de stadsgesprekken cultuur. Niet alle suggesties die tijdens de stadsgesprekken zijn gedaan kunnen in detail overgenomen worden. Maar de belangrijkste aanbevelingen ‘uit de stad’ krijgen hun plek in het Cultuurplan Tilburg 2017-2020. Dit heeft geleid tot de volgende doelstellingen voor de periode 2017-2020 : 1. Verbetering van de positionering en zichtbaarheid van het culturele aanbod; 2. Bevordering van verbindingen tussen cultuur en andere domeinen; 3. Bevordering van de kwaliteit en de deelname aan cultuureducatie; 4. Versterking van de cultuurparticipatie; 5. Bevordering van talentontwikkeling, onder meer door een budget voor experiment en vernieuwing; 6. Versterking van de pijlers van de culturele infrastructuur en flexibiliteit. Deze doelstellingen zijn deels een herbevestiging en aanscherping van de huidige doelstellingen (cultuurparticipatie, talentontwikkeling), deels is er sprake van nieuwe accenten (zichtbaarheid, inspelen op actualiteit, en experiment en vernieuwing). Zichtbaarheid is in het bijzonder van belang omdat dit gericht is op mogelijke onbekendheid van de burgers met het cultureel aanbod en op de toeristische aantrekkelijkheid van de stad. Deze zes doelstellingen worden in beleidsdoelen (output) uitgewerkt, met per beleidsdoel concreet te ondernemen acties en resultaten. Dit geldt ook voor een aantal overige beleidsdoelen die we koppelen aan concrete acties. Deze beleidsdoelen zijn eveneens cruciaal voor de ontwikkeling van de stad. In de werkwijze bij subsidies stellen wij ons ten doel om cultural governance te verankeren in het cultuurbeleid. Want hoogwaardig bestuur van en toezicht bij culturele instellingen, draagt naar onze overtuiging bij aan de totale kwaliteit van de culturele sector (zie hoofdstuk 5). 6 In het ‘Coalitieakkoord Tilburg’ benadrukken wij het belang van cultuur voor de (woon)aantrekkelijkheid van Tilburg, zowel in

13

samenhang met het stedelijk vestigingsklimaat, als in verband met leefbaarheid en sociale stijging. In ons sociale beleid stellen we de eigen kracht van de Tilburger centraal. We zetten ons in voor een optimale sociale basisstructuur waarbinnen burgers elkaar ontmoeten, meedoen, talenten ontwikkelen en prettig samenleven. Daarom investeren wij onder meer in sport, cultuur en onderwijs; belangrijke voorwaarden voor een leefbare en aantrekkelijke stad.) 7 De Startnotitie Cultuurplan Tilburg 2017-2020 is op 5 januari 2016 door het college van B&W vastgesteld en op 18 januari 2016 in de raadscommissie Vestigingsklimaat besproken


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

DE BELEIDSDOELEN VOOR DE PERIODE 2017-2020 Positionering en zichtbaarheid van de kunst en cultuur van Tilburg Onder de (inter)nationale zichtbaarheid van kunst en cultuur verbeteren valt een aantal zaken. Ten eerste is het nodig om te laten zien wat er allemaal is, dus wat op enig moment aan dans, theater, muziek, erfgoedactiviteiten, buurtcultuur aan publiek gepresenteerd wordt. Een permanent overzicht van het actuele kunst- en cultuuraanbod. Er bestaan agenda-functies in de media en er zijn websites over cultuur van en in Tilburg, maar hier valt ook te denken aan bijvoorbeeld een structurele verwijzing op de websites van culturele instellingen, voor zover dat nog niet gebeurt, naar wat er verder in de stad gebeurt op cultuurgebied. Het gaat om een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wie zijn vanzelfsprekend ambassadeurs van kunst en cultuur in de stad, hoe wordt dat bekend? Wat betreft de positionering van kunst en cultuur vormen de basisvoorzieningen een platform waarop kunst en cultuur uit en van de stad zichtbaar wordt gemaakt. Profilering van Tilburg als cultuurstad Ten tweede betreft die een marketingvraagstuk hoe de kunst en cultuur van Tilburg te promoten. Verbetering is nodig van de bekendheid van kunst en cultuur voor de eigen inwoners van Tilburg. Of het nu gaat om jongeren of ouderen en alle groepen daartussenin. De rol van de sociale media of de ontwikkeling van bijvoorbeeld een app kunnen hierbij behulpzaam zijn. Een randvoorwaarde is dat naast het Nederlands ook het Engels als voertaal gebruikt wordt. De profilering van Tilburg als internationale cultuurstad krijgt op die manier nadruk.

BELEIDSDOEL 1 Verbeteren van de positionering en zichtbaarheid van kunst en cultuur in stad en in (inter)nationale context Acties -> onderzoek naar de manier waarop de (internationale) zichtbaarheid van kunst en cultuur tot stand komt, en naar een methode of instrument waarmee de zichtbaarheid bevorderd kan worden. -> uitwerking van instrumenten waarmee kunst en cultuur continu zichtbaar wordt buiten de stad (2017); inzet op quick wins in 2017 Wie de gemeente als opdrachtgever in afstemming met onder meer Citymarketing, Tilburg University, hogescholen, culturele instellingen, het onderwijs, inwoners, makers van kunst en het bedrijfsleven Wanneer 2017-2018 Resultaat eind 2017 is er zicht op het juiste instrument met breed draagvlak vanuit de culturele sector en andere belanghebbenden (onderwijs, bedrijfsleven) en volgt een besluit over implementatie vanaf 2018 Overig sluit aan op stadsgesprekken cultuur

Verbindingen Stadsgesprek cultuur Tal van zaken zijn onder het thema verbindingen bij de stadsgesprekken cultuur aan de orde gesteld. Voor de komende periode gaan we verder met het stadsgesprek en de dialoog over cultuur. Om te kunnen bepalen hoe dit het beste uitwerking kan krijgen is betrokkenheid van partijen in de stad essentieel. De gemeente pakt hier een initiĂŤrende rol.

14


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

BELEIDSDOEL 2 Voortzetting van het stadsgesprek en de dialoog over cultuur Actie inrichten periodiek cultuurpanel en makerspanel Wie de gemeente met partners in de stad Wanneer 2017 opzet en vorm; uitvoering: looptijd cultuurplan; 2018 tussenevaluatie Resultaat herkenbaar periodiek gesprek over kunst en cultuur in de stad (kennis en ervaringen delen) Overig met onderwijs, culturele sectors, ondernemers; sluit aan op stadsgesprekken cultuur Culturele sector en bedrijfsleven Er wordt vaak over gesproken dat ‘de cultuur’ met ‘het bedrijfsleven’ moet gaan samenwerken, maar dit laat zich in dergelijke algemene termen moeilijk vangen. Er zijn verbindingen zoals in het Cultuurfonds Tilburg en veel culturele instellingen en kunstenaars hebben een op een contact met ondernemers en bedrijven, al is het maar dat vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zitting hebben in de raden van toezicht. In aanvulling hierop zet de gemeente erop in dat een pilot wordt ontwikkeld waarin directe samenwerkingsverbanden worden gestart tussen culturele instellingen en bedrijven. Het gaat om directe samenwerking in projecten zodat de kennis en ervaring over en weer in de praktijk wordt toegepast en een win win-situatie voor de partners ontstaat. Zo kan bijvoorbeeld een marketingexpert uit het bedrijfsleven zijn of haar kennis toevoegen aan een culturele organisatie die de marketing wil ontwikkelen; anderzijds brengen kunstenaars een manier van denken, handelen en werken mee die voor bedrijven interessant kan zijn bij het uitwerken van nieuwe bedrijfsconcepten. Hiermee is in het land al ervaring opgedaan. Uitgezocht wordt of en zo ja hoe dit in Tilburg het beste toegepast kan worden.

BELEIDSDOEL 3 Bevorderen van samenwerking tussen de culturele sector en het bedrijfsleven Acties -> onderzoek naar marktpartijen die expertprogramma’s ontwikkeld hebben voor directe samenwerking van bedrijfsleven met culturele sector en omgekeerd; -> waar nodig eigen traject uitwerken, een Tilburgs model Wie de gemeente, culturele partners en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven Wanneer 2017-2018, Resultaat pilots uitvoeren op zijn laatst in 2019; 2020 eerste effecten meten en kennis van de best practices delen Overig sluit aan op de stadsgesprekken cultuur Cultuur in het publieke domein: een verrassende verbinding De verbinding van cultuur met de stedelijke omgeving en de totstandkoming en betekenis van kunst in de openbare ruimte krijgt gestalte via het stadslab CuPuDo (Cultuur in het Publieke Domein). CuPuDo appelleert aan verrassende verbindingen die tussen kunst en omgeving kunnen ontstaan, zowel ruimtelijk als sociaal. Waar eerder uitsluitend deskundigen advies uitbrachten aan de gemeente over de realisatie van kunst in de openbare ruimte, krijgen bewoners in CuPuDo directe zeggenschap over welke kunst in het publieke domein wordt geplaatst. Het project verkeert in de aanloopfase. In 2016 vindt een evaluatie plaats van de pilot-fase. Indien deze voldoende aanknopingspunten biedt volgt verdere uitwerking en realisatie in de komende jaren. Een belangrijke opgave daarbij zal zijn financiering op de lange termijn door meerdere partijen te onderzoeken.

BELEIDSDOEL 4 Ontwikkeling CuPuDo Actie vervolg op pilot die in 2016 is gestart indien evaluatie daartoe aanknopingspunten biedt Wie uitvoeringsorganisaties namens de gemeente Wanneer looptijd cultuurplan Resultaat realisatie van kunstprojecten in het publieke domein met zeggenschap van de inwoners van Tilburg Bij de verbinding van cultuur met andere domeinen hoort het onderwijs. Voor de periode 2017-2020 kiezen wij ervoor deze verbinding vooral te versterken via cultuureducatie. De verbinding met het kunstvakonderwijs hoort bij talenten, experiment en vernieuwing. Op de verbinding met de sociale functie van kunst en cultuur wordt ingegaan in de paragraaf over cultuurparticipatie.

15


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

Cultuureducatie Cultuureducatie is van cruciaal belang voor de inwoners van Tilburg om zich als persoon te ontwikkelen. Het draagt bij aan herkenning en beleving van kunst en cultuur. Daarom zijn wij voornemens om cultuureducatie in de periode 2017-2020 te intensiveren en verder te bevorderen. Bijkomend voordeel voor Tilburg is dat Fontys Hogescholen over een groot potentieel beschikt aan studenten die worden opgeleid in de kunsten als docent, waardoor er een logische basis is voor de verbinding van cultuureducatie met de stad.

Samenwerking CiST, Factorium en Art-fact Voor een goede doorstroming tussen cultuureducatie binnen en na school alsmede cultuurparticipatie in de vrije tijd, en dus ook voor ouderen, is samenwerking tussen deze drie betrokken partijen vereist. We zullen deze doorstroming optimaliseren door verregaande samenwerking tussen CiST, Art-fact en Factorium. We verwachten dat er uiterlijk in 2020, en waar mogelijk eerder, sprake zal zijn van één gemeentelijke opdracht voor het totale programma. Een oriëntatie op de rol van andere partijen voor cultuureducatie, zoals particuliere initiatieven en culturele instellingen, is wat ons betreft gewenst. We vragen Factorium in dit proces het voortouw te nemen. Wij bewaken de onafhankelijke adviserende taak van CiST. Tegelijkertijd is het voor ons niet meer dan logisch dat er ruimte komt voor innovatieve methodieken met betrekking tot cultuureducatie in de komende jaren.

BELEIDSDOEL 5 Bevorderen van de samenhang tussen binnen-schoolse en naschoolse cultuureducatie en cultuurparticipatie in de vrije tijd Actie toewerken naar gezamenlijk werkplan, meerjarig beleidsplan Wie Factorium, Art-fact en CiST Wanneer looptijd cultuurplan Resultaat verregaande samenwerking tussen Factorium, Art-fact en CiST ten behoeve van naschoolse cultuur educatie en cultuurdeelname in de vrije tijd Cultuureducatie met Kwaliteit Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK) is een landelijk programma van het ministerie van OCW waarin Tilburg participeert. De eerste fase daarvan is achter de rug. In dit cultuurplan is de bevordering van de kwaliteit en deelname aan cultuureducatie een van de beleidsdoelstellingen. Cultuureducatie met Kwaliteit 2017 -2020 voeren wij niet zelf uit, maar maken wij met financiële steun mede mogelijk. Dat is waar wij op inzetten.

BELEIDSDOEL 6 Intensiveren Cultuureducatie met als doel kinderen culturele competenties bij te brengen Acties -> continuering van in ieder geval het programma Cultuureducatie met Kwaliteit en uitbreiding van CMK met het voortgezet onderwijs -> versterking personele bezetting en reguliere taken CiST -> toename aantal deelnemende scholen in primair onderwijs en vmbo Wie Factorium, CiST, scholen en de gemeente Wanneer 2017/2018 Resultaat -> vergroting culturele competenties bij kinderen -> scholen werken er naartoe cultuureducatie in het curriculum op te nemen en te verankeren Overig sluit aan op stadsgesprekken cultuur

16


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

Cultuurparticipatie Publieksbereik Uit de stadsgesprekken kwam de notie naar voren dat kunst en cultuur voor alle Tilburgers beschikbaar zou moeten zijn. Met als belangrijk aandachtspunt de vaststelling dat culturele diversiteit zowel in het aanbod van als bij de vraag naar kunst en cultuur aandacht vraagt. Culturele instellingen zullen ieder vanuit hun taak en opdracht hierop een antwoord dienen te formuleren.

Cultuurparticipatie - als het gaat om cultuurbezoek - bevorderen is een belangrijke opdracht voor culturele instellingen. De gemeente stelt instrumenten beschikbaar, in de vorm van budget of een programma, om cultuurparticipatie te vergroten. Voorbeelden hiervan zijn het Buurtcultuurfonds en CuPuDo (Cultuur in het Publieke Domein), maar ook de Meedoenregeling voor inwoners met een minimum inkomen. Publieksbereik is een eerste verantwoordelijkheid van culturele instellingen met een presentatiefunctie. En van de makers die voorstellingen, concerten en exposities realiseren. De oriëntatie van het publiek op wat waar te doen is, is met de opkomst van de social media sterk aan verandering onderhevig en dat vereist van culturele instellingen een groot adaptievermogen van hoe het ‘culturele product’ aan te bieden. Daarbij komt dat digitale kanalen als You Tube zich ontwikkelen tot een eigenstandig podium voor de presentatie van kunst en cultuur. Bij cultuurparticipatie van ouderen vervullen makers, kunstenaars en organisaties die geworteld zijn in wijken en buurten een sleutelrol. De verbinding met maatschappelijke organisaties is daarbij logisch en noodzakelijk. Er is overigens ook een segment van ouderen dat goed de weg weet te vinden naar theater, dans, muziek en musea. Op deze groep hoeft de aandacht niet in het bijzonder te worden gericht, maar het is uiteraard wel van belang dat de aantrekkelijkheid van kunst en cultuur zodanig is dat zij dat blijven doen. Het Buurtcultuurfonds: amateurkunst, cultuurparticipatie, community art In de amateurkunst komen actieve en passieve cultuurparticipatie bij elkaar. Dat is ook de reden dat de gemeente al sinds jaren de amateurkunst direct en indirect ondersteunt. Een relatief nieuw instrument is het Buurtcultuurfonds. Daar kunnen bewoners voor culturele initiatieven in hun buurt ondersteuning aanvragen, zodat zij in financiële zin geholpen worden bij de realisatie van hun plannen. De initiatieven zijn uitingen van community art. Ook hier neemt de gemeente de positie in van participerende overheid. Het Buurtcultuurfonds wordt gefinancierd vanuit het Tilburg Akkoord, een samenwerkingsverband van de gemeente Tilburg en de Tilburgse woningcorporaties, met een extra bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant.

BELEIDSDOEL 7 Bevordering van de participatie aan kunst en cultuur door alle Tilburgers Actie het Buurtcultuurfonds ondersteunt culturele initiatieven als onderdeel van het Tilburg Akkoord Wie samenwerkingsverband Tilburg Akkoord en TOG Wanneer tot en met 2018 Resultaat grotere wijkbetrokkenheid bij cultuur (actief en passief) Overig in directe samenwerking met het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant; sluit aan op stadsgesprekken cultuur

17


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

Makersfonds voor talenten, experiment en vernieuwing, actualiteit Tilburg is een makers-stad. Tilburg beschikt over een breed panorama aan kunstvakopleidingen. Er zijn veel kunstenaars die Tilburg als basis hebben terwijl zij (inter)nationaal actief zijn. Het betreft onder anderen musici en componisten, maar ook dansgezelschappen en choreografen, beeldende kunstenaars en theaterinitiatieven en – collectieven, makers die werken in de crossovers tussen de kunstdisciplines. Ruimte voor talent en basisvoorzieningen vormen een logische combinatie. Beide zijn nodig om Tilburg als cultuurstad waar te kunnen maken. Immers, de basisvoorzieningen hebben ook tot taak om talenten letterlijk een podium te bieden. Daarom faciliteren wij dat met het budget voor kunstenaarsinitiatieven en het nieuwe makersfonds, in de vorm van een flexibel jaarbudget voor talenten, experiment en vernieuwing, actualiteit. Dat laatste budget is beschikbaar om snel in te kunnen spelen op de actualiteit. Het accent voor de gemeente ligt bij het mogelijk maken dat makers zich in de stad kunnen ontwikkelen en hier hun thuisbasis ervaren om aan hun ambities verder te werken.

BELEIDSDOEL 8 Ruimte realiseren voor actualiteit, talenten, experiment en vernieuwing Acties inrichten van een makersfonds (flexibel jaarbudget) om in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen en met name ook kleine initiatieven te kunnen ondersteunen Wie de gemeente Wanneer 2017 en 2018 Resultaat andere en nieuwe producties door Tilburgse makers en projecten die de actualiteit raken Overig sluit aan op stadsgesprekken cultuur

Via Stichting Ateliers wordt er voorzien in atelierruimtes en oefenruimtes. Aandachtspunt is om het beschikbare aanbod aan atelier- en oefenruimtes op peil te houden voor de stad. Door ontwikkelingen in de maatschappelijk vastgoedmarkt dreigt een tekort. Vanwege dit dreigende tekort treffen wij uit voorzorg een reservering in het financieel kader voor dit cultuurplan (zie hoofdstuk 6). In het onderzoek wordt betrokken of er andere partners zijn die hierin kunnen voorzien. Een kans ligt er bij het letterlijk zichtbaar maken van ateliers en de werkruimtes van kunstenaars zodat de verbinding van cultuur met de stad verder versterkt wordt. Dit zou goed kunnen in aansluiting op ‘Routes en Verbindingen’.

BELEIDSDOEL 9 Atelier- en oefenruimtes passend bij de ambitie van Tilburg als makers-stad Acties -> onderzoek naar het aantal beschikbare gemeentelijke faciliteiten als oefen- en atelierruimte en toewerken naar een oplossing voor de terugloop van beschikbare ruimtes Wie Stichting Ateliers i.s.m. de gemeente Wanneer looptijd cultuurplan Resultaat handhaving en waar nodig toename van het huidige aantal beschikbare oefen- en atelierruimtes

18


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

In aanvulling op de vorige beleidsperiode vinden wij de verbetering van het productieklimaat in de komende jaren van belang. Wij zien hiervoor aanknopingspunten in het recent tot stand gekomen samenwerkingsverband van Dans Brabant, Incubate, Het Zuidelijk Toneel, De NWE Vorst en Theaters Tilburg voor programma-afstemming. Samenwerking op dit gebied in de stad is belangrijk. Dit initiatief zien wij als het begin van een stadsbrede aanpak. Want op die manier wordt gewerkt aan het productieklimaat voor makers. Hierin passen ook artists in residence. Omdat op die manier een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt opgepakt voor het aanbod dat in de stad beschikbaar is voor inwoners en bezoekers.

BELEIDSDOEL 10 Verbetering van het productieklimaat voor podiumkunsten Actie impuls geven aan het productieklimaat van de professionele podiumkunsten Wie de gemeente Wanneer looptijd cultuurplan Resultaat betere en andere producties op het gebied van de podiumkunsten en in crossovers door Tilburgse makers Overig sluit aan op de stadsgesprekken cultuur

Een belangrijke ontwikkeling van andere aard is dat producenten van kunst, zoals dans- en theatergezelschappen, muziekensembles en beeldend kunstenaars, steeds vaker werken op zzp-basis tegen een laag tarief. Dit sluit aan op een trend in de gehele samenleving. In een aantal gevallen betekent dit dat kunstenaars onder het bestaansminimum terechtkomen. Een onderzoek van SER en Raad voor Cultuur8 heeft uitgewezen dat in veel gevallen de makers van de kunst en zzp-ers die aan de niet-artistieke kant in cultuur werken, in grote mate de gevolgen van de bezuinigingen van de afgelopen jaren dragen. Daarom attenderen wij opdrachtgevers in het culturele domein erop hiervoor aandacht te hebben. De provincie vindt dit eveneens een belangrijk thema en daarom zullen wij daarbij aansluiten vanuit het belang voor de culturele sector. Pijlers van de culturele infrastructuur en flexibiliteit De gemeente waarborgt een goede culturele infrastructuur waarmee de stad laat zien dat cultuur belangrijk is. Dat gebeurt onder meer via subsidies. Wij staan een wijziging voor in de manier van subsidiëren in vergelijking met 2016. Dit wordt in hoofdstuk 5 beschreven. Om het ‘culturele hoofdwegennet’ dat wordt gevormd door de basisvoorzieningen te garanderen, wordt de keuze gemaakt om jaarlijkse subsidies voor de periode van vier jaar mogelijk te maken. De andere kant van de medaille is dat er ook een subsidie komt dat kleinere initiatieven ondersteunt én flexibel en snel ingezet kan worden: het makersfonds (flexibel inzetbaar jaarbudget). Festivals Festivals zijn in een aantal gevallen zowel podium voor presentatie van (podium)kunsten als coproducent van nieuw aanbod. Daarnaast spelen festivals een rol in de citymarketing omdat zij bijdragen aan het positieve imago van de stad. Dat is de reden dat Incubate en Festival Mundial in de afgelopen jaren als beeldbepalend zijn aangemerkt en tweejarige subsidies hebben ontvangen vanuit het Evenementenbudget van de gemeente. Zie ook de paragrafen Basisvoorzieningen en Evenementen in hoofdstuk 5.

OVERIGE BELEIDSDOELEN 2017-2020 Tilburg in regionaal en internationaal perspectief: BrabantStad Het samenwerkingsverband BrabantStad9 bestaat uit de steden Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Tilburg en de provincie Noord-Brabant. BrabantStad heeft een Cultuuragenda in ontwikkeling voor de komende periode. Versterking van de stedelijke regio’s is een van de speerpunten. Dit sluit aan op de beleidsontwikkeling bij het ministerie van OCW waar mogelijk de stedelijke regio vanaf 2020 een meer prominente rol wordt toebedacht bij de invulling van de culturele basisinfrastructuur van het Rijk. Naar ons idee is de regio tevens een belangrijk platform voor internationale verbindingen. Eerder al heeft de minister BrabantStad erkend als een samenhangende stedelijke regio. Dat is uitgemond in de afspraak dat er periodiek overleg van OCW met BrabantStad plaatsvindt. In een convenant tussen het ministerie van OCW en BrabantStad is opgenomen dat BrabantStad in de komende cultuurnotaperiode (2017-2020) werkt aan een gezamenlijke visie op cultuur in de regio. In het convenant wordt tevens de intentie vastgelegd dat Rijk en BrabantStad zich samen inzetten voor versterking van cultuureducatie.

19

8 Raad voor Cultuur en Sociaal Economische Raad (SER): Verkenning arbeidsmarkt cultuursector. Januari 2016 9 Het ministerie van OCW legt het begrip BrabantStad vooralsnog in enge zin uit: Tilburg, Den Bosch, Eindhoven.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

BrabantStad 10 heeft zich uitgesproken over het advies van de Raad voor Cultuur over de landelijke culturele basisinfrastructuur (BIS) en een bidbook opgesteld waarin BrabantStad zich presenteert als nationale culturele proeftuin voor regionale samenwerking en ontwikkeling.

BELEIDSDOEL 11 Bijdragen aan de ontwikkeling van het samenwerkingsverband BrabantStad Acties -> opstellen gezamenlijke cultuuragenda -> toewerken naar gezamenlijke cultuurvisie Wie BrabantStad-steden en provincie Wanneer looptijd cultuurplan Resultaat gezamenlijke visie op de cultuurontwikkeling in Brabant vanaf 2021

Erfgoed Erfgoed heeft een grote verbindende kracht, waaraan vanuit verschillende bestuurlijke invalshoeken wordt gewerkt. Daardoor wordt toegewerkt naar een integrale benadering van erfgoed in onze stad: verhalen over de geschiedenis van Tilburg geven betekenis aan de stad en versterken ons besef van identiteit. Dat draagt bij aan community-vorming vanuit trots op wat we hebben bereikt. Door verhalen van Tilburg in context te vertellen, krijgen bewoners een scherper beeld van de stedelijke ontwikkeling; hoe Tilburg tot hier is gekomen én hoe we de stad verder kunnen brengen. Daarnaast wekt een goed gecoördineerde en inzichtelijke presentatie van de stedelijke ontwikkelingsgeschiedenis de belangstelling van bezoekers aan onze rauwe, experimentele en daadkrachtige stad. Hoe meer mensen vertrouwd raken met dat beeld, hoe sterker het imago van Tilburg in stad en (buiten)land. Een stad als Tilburg vraagt om een eigentijdse benadering van deze uitdaging. Met de erfgoedpartners gaan we ieders kracht benutten om daaraan inhoud te geven. Erfgoed omvat objecten en collecties, monumenten en stadsgezichten, maar ook historisch waardevolle ensembles, landschappen en bodemarchief. Monumentenzorg streeft naar behoud door ontwikkeling met onder andere instandhouding, leesbaarheid en inspiratie als doel. Dit speelt nadrukkelijk mee in de ruimtelijke kwaliteit. Richtinggevend daarin is de Omgevingsvisie Tilburg 2040 waarin wij ons richten op het verhaal, of beter de verhalen van de stad. In het verlengde hiervan wordt in 2016 een werkplan Ruimtelijk Cultureel Erfgoed vastgesteld. Naast het materiële erfgoed zijn er de stadse, dorpse en regionale tradities en gebruiken die inwoners met elkaar verbinden; het immateriële erfgoed. Plekken van cultuurhistorische waarde willen we niet alleen inhoudelijk uitlichten, maar ook in fysieke zin met elkaar verbinden door middel van specifieke routes. We benutten de Omgevingsvisie bij het versterken van de relatie tussen erfgoed en ruimte.

BELEIDSDOEL 12 Bewoners en bezoekers nemen kennis van de verschillende verhalen van Tilburg Acties ontwikkelen gezamenlijk erfgoedprogramma over de cultuurhistorie van Tilburg, Berkel-Enschot en Udenhout Wie samen met gemeentelijke erfgoedpartners (in brede zin), City Marketing, Erfgoed Brabant, Onderwijs en CiST Wanneer looptijd cultuurplan Resultaat verhalen van Tilburg zijn zichtbaar en toegankelijk

Niet alleen de presentatie, ook het beheer en behoud van collecties vragen onze aandacht. De collecties van TextielMuseum en van Stadsmuseum Tilburg, beide eigendom van de stad, vereisen betere opslag en bescherming. De collectie van Kessels-muziekinstrumenten is tijdelijk opgeslagen in het Dröge-pand. Een nieuwe, permanente voorziening is hiervoor aan de orde wanneer wij voor het Dröge-pand een nieuwe bestemming hebben gevonden. In de beleidsperiode van dit cultuurplan komen wij daarom met een voorstel ter verbetering van depotvoorzieningen voor erfgoedcollecties van onze stad.

10 BrabantStad heeft op 25 mei 2016 een reactie gestuurd naar de minister over het advies van de Raad voor Cultuur. Daarin wordt

20

onder meer aandacht gevraagd voor de positie van Het Zuidelijk Toneel en van het Europees Keramisch Werk Centrum (EKWC). Daarnaast is een bidbook gemaakt met het aanbod van BrabantStad om in de komende cultuurnota te fungeren als nationale culturele proeftuin. Zie: Bidbook_BrabantStad_Cultuur.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

BELEIDSDOEL 13 Depotvoorzieningen voor erfgoedcollecties van Tilburg worden verbeterd Acties ontwikkelen voorstel Wie de gemeente in samenspraak met Mommerskwartier en Kessels Wanneer looptijd cultuurplan Resultaat voorstel aan de raad strekkende tot verbetering van depotvoorzieningen voor erfgoedcollecties van Tilburg

Bibliotheek Nieuwe Stijl Ter realisatie van de Bibliotheek Nieuwe Stijl in de Spoorzone werkt Bibliotheek Midden-Brabant samen met partners aan het concept, ontwerp, de inrichting en programmering. Daarmee geeft de bibliotheek op een nieuwe, moderne manier invulling aan de functionaliteit van bibliotheekwerk in de veranderende samenleving. Dit leidt tot een kennis- en cultuurcluster in de Spoorzone. Te denken valt bijvoorbeeld aan de rol van de bibliotheek als partner van het beoogde mediacluster in de Spoorzone en aan de verbinding met welzijn van inwoners van Tilburg in de aanpak van laaggeletterdheid. De verhuizing van de hoofdvestiging van de bibliotheek naar de Spoorzone is voorzien in de uitvoeringsperiode van dit cultuurplan.

BELEIDSDOEL 14 Ontwikkeling van een nieuw bibliotheekconcept gekoppeld aan de verhuizing naar de Spoorzone Actie monitoring proces van de bibliotheek Nieuwe Stijl Wie Bibliotheek Midden-Brabant en de gemeente Wanneer looptijd cultuurplan Resultaat nieuw bibliotheekconcept en nieuwe huisvesting voor Bibliotheek Midden-Brabant met mogelijk nadere voorstellen aan de raad Overig mede in het kader van de ruimtelijke, economische en stedelijke ontwikkeling van de Spoorzone Museumkwartier Het stedelijk gebied waarin TextielMuseum, Museum De Pont en PARK zijn gelegen vraagt om versterking door ontwikkeling. Het gebied heeft kwaliteiten, die door onderlinge verbinding en door verbinding met de stad, kansen bieden op economische, culturele en infrastructurele meerwaarde voor Tilburg. Een studie naar ontwikkelopties voor het Museumkwartier is gericht op de versterking van en de relatie tussen de iconen en parels in dit gebied. Een eerste stap in die opgave is mogelijk de ontwikkeling van het monumentale Drรถge-pand naast het TextielMuseum is. Het door het TextielMuseum opgestelde Bidbook vormt hiervoor een basis.

BELEIDSDOEL 15 Versterking Museumkwartier Acties/Wie studie naar ontwikkelopties voor het Drรถge-pand Wie TextielMuseum en de gemeente Wanneer looptijd cultuurplan Resultaat uitkomsten onderzoek met aanbevelingen voor de ontwikkelopgave van het Drรถge-pand en het Museumkwartier Overig mede in het kader van de ruimtelijke, economische en stedelijke ontwikkeling van het Museumkwartier

21


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

De Pont Tilburg heeft binnen haar gemeentegrenzen een privaat museum dat iconisch is: De Pont is een vermaard internationaal museum voor hedendaagse kunst. Een museum dat naar eigen zeggen ‘niet verzamelt in de breedte maar in de diepte’. In 2016 is de uitbreiding van het museum gereed. In 2017 viert de gemeente samen met De Pont dat het museum 25 jaar bestaat.

22


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

5 SUBSIDIEPARAGRAAF Wij streven ernaar een aantrekkelijke, leuke stad en gemeente te zijn en te blijven voor zowel huidige als nieuwe bewoners, bedrijven en bezoekers. In de programmabegroting van de gemeente ressorteert cultuur onder het thema Vestigingsklimaat. In dit hoofdstuk gaan wij in op hoe wij door investeringen in onze culturele infrastructuur bijdragen aan de versterking van het vestigings- én leefklimaat. Het belang van cultuurbeleid is breder dan de versterking van het vestigings- en leefklimaat. Cultuur draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling en aan de verbindingen tussen mensen. Cultuur draagt zo bij aan een beter sociaal klimaat in de stad. De maatschappelijke effecten van ons cultuurbeleid kunnen we indirect monitoren aan de hand van gegevens over cultuurdeelname.

WIJZIGING SUBSIDIETOEDELING Wij stellen voor om binnen de culturele sector een onderscheid te maken tussen basisvoorzieningen (4 jaar), kunstenaarsinitiatieven (4 jaar) en een makersfonds, dat is een flexibel inzetbaar jaarbudget (projectondersteuning voor maximaal 2 jaar). Het budget voor Kunstenaarsinitiatieven is bestemd voor en door kunstenaars, en heeft één ronde van vier jaar (2013-2016) gehad. Daarnaast zijn er overige cultuurbudgetten voor initiatieven die niet tot de basisvoorzieningen of kunstenaarsinitiatieven behoren. De eerder geformuleerde beleidsdoelstellingen op pagina 14 vormen mede de criteria voor de verschillende subsidies. Kwaliteit is en blijft uiteraard een belangrijk toetsingscriterium. Op basis hiervan kunnen wij onze prioriteiten stellen. Wij continueren de samenwerking met De Cultuuralliantie en werken verder aan een effectief cultuurfonds. Dit zijn voorbeelden van praktijkonderzoek met partners naar nieuwe financieringsvormen voor cultuur. De pilot van het cultuurfonds met het bedrijfsleven en voor crowdfunding is na evaluatie verlengd. De Cultuuralliantie (grote projecten in matching met het Brabant C fonds) betreft een eenmalig budget dat loopt tot en met 2018. Het Buurtcultuurfonds tenslotte maakt onderdeel uit van het in hoofdstuk 4 genoemde Tilburg Akkoord en loopt eveneens tot en met het jaar 2018.

BASISVOORZIENINGEN De basisvoorzieningen vormen het ‘culturele hoofdwegennet’ van de stad. Basisvoorzieningen zijn instellingen die een cruciale schakel vormen in de culturele infrastructuur. Dat betreft met name instellingen met een presentatiefunctie, zoals podia en musea, en voorts de bibliotheek, cultuureducatie-instellingen en instellingen met een facilitaire functie. Vanwege deze functies worden aan de basisvoorzieningen jaarlijkse subsidies verleend voor de periode van vier jaar (2017-2020). Dit gebeurt onder het voorbehoud van vaststelling van de programmabegroting door de raad. Niet elke keten en/of kunstdiscipline is per definitie vertegenwoordigd in de basis. Het kan zijn dat hiervoor geen instelling uit een bepaald cultuurdomein in aanmerking komt. Voor nu waarborgt de gemeente het ‘culturele hoofdwegennet’ van Tilburg in de komende vier jaar en maakt de keuze voor de basisvoorzieningen, ofwel de culturele basisinfrastructuur van Tilburg in de periode 2017-2020. Voor de periode 2021-2024 is het de overweging het traject voor meerjarige subsidies ook in de besluitvorming verder aan te passen. Daarin kan passen dat een onafhankelijke adviescommissie wordt ingesteld die alle aanvragen van de culturele instellingen in het kader van het cultuurplan voor de periode 2021-2024 beoordeelt. Hiermee dient vanaf 2017 een aanvang te worden gemaakt. Als tot een dergelijk traject wordt besloten, dan leert de ervaring bij andere gemeenten dat een dergelijk traject een doorlooptijd heeft van enige jaren. Welke culturele instellingen ontvangen het predicaat ‘basisvoorziening’? Het college van B&W wijst basisvoorzieningen aan en doet dit aan de hand van de volgende voorwaarden waaraan een basisvoorziening dient te voldoen: - Basisvoorzieningen vormen een cruciale schakel in de keten van scheppen, produceren, presenteren en publieksafname op het gebied van kunst en cultuur; - De basisvoorzieningen vormen samen het fundament van de gesubsidieerde culturele infrastructuur, zij vormen het gesubsidieerde culturele ‘hoofdwegennet van de stad’; - De artistieke en zakelijke kwaliteit is aangetoond, erkend en herkend; - De instelling (of zijn voorganger) bestaat tenminste vijf jaar; alleen in uitzonderlijke gevallen zal het college hiervan afwijken. De culturele instellingen die basisvoorziening zijn dienen een plan in op basis van het Programma van Eisen dat in de loop van dit jaar beschikbaar komt. Daarin wordt onder meer opgenomen dat basisvoorzieningen zich verplichten de Code Cultural Governance 11 toe te passen en na te leven.

23

11 De Code Cultural Governance is ontwikkeld als richtlijn voor goed bestuur en toezicht van culturele organisaties: “De cultuursector kenmerkt zich door grote diversiteit, maar voor de gehele sector geldt hetzelfde: het werken met gemengde financiering, risicobeheer, toezicht en verantwoording is zwaarder gaan tellen.” Zie: www.governancecodecultuur.nl


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

De basisvoorzieningen worden iedere vier jaar aangewezen. Dus in beginsel ligt niets voor de zeer lange termijn vast, hoewel de verwachting gerechtvaardigd is dat een aantal basisvoorzieningen langjarig ondersteund zal worden. Door een toets iedere vier jaar wordt de keuze van de basisvoorzieningen en de hoogte van de subsidiebijdragen herijkt dan wel gewijzigd. Vanzelfsprekend wordt jaarlijks bezien of de gemaakte resultaat- en prestatieafspraken op grond van de actualiteit bijstelling verdienen. Instellingen die worden aangemerkt als basisvoorzieningen kunnen in beginsel geen beroep doen op de regeling voor Kunstenaarsinitiatieven en komen niet in aanmerking voor bijdragen uit het makersfonds, het nieuwe flexibel jaarbudget. In Bijlage 4 zijn de culturele instellingen opgenomen die in de periode 2017-2020 in ieder geval door het college van B&W als basisvoorzieningen worden aangemerkt. De BasisInfraStructuur (BIS) van het Rijk De positie van de enige landelijke BIS-instelling 12 die Tilburg rijk is, het door ons als basisvoorziening benoemde theatergezelschap Het Zuidelijk Toneel (HZT), staat onder druk door het advies dat de Raad voor Cultuur heeft uitgebracht. Vanuit BrabantStad is op dit advies gereageerd naar de minister; wij gaan ervanuit dat HZT onderdeel uit blijft maken van de landelijke BIS. Festivals In beginsel is het mogelijk dat culturele festivals als basisvoorziening voor een periode van vier jaar worden aangemerkt. Festivals bieden ruimte aan talent, vormen plekken voor vernieuwing en experiment en hebben een publiekssamenstelling die in een aantal gevallen anders is dan bij podia of andere presentatieruimtes. In die zin kunnen zij zich ontwikkelen tot een cruciale schakel in de keten van het evenementen- en cultuuraanbod in de stad. Vanuit het Evenementenbeleid is er in de afgelopen jaren voor gekozen om Incubate en Festival Mundial als beeldbepalende evenementen voor de stad te benoemen en een tweejarige financiële ondersteuning te bieden. In de afgelopen jaren zijn culturele festivals met name ondersteund vanuit de beschikbare evenementensubsidies van de gemeente en zijn zij niet opgenomen in de programmabegroting cultuur. Op basis van de evaluatie van het Evenementenbeleid in 2016 zal worden nagegaan waar culturele festivals op termijn hun logische plek krijgen: binnen het evenementenbeleid of binnen het cultuurplan. Wettelijke verplichtingen De lokale overheden in Nederland dienen op basis van wettelijke verplichtingen te voorzien in een bijzondere categorie instellingen of voorzieningen. Dit geldt voor de lokale omroep, het archief en een bibliotheekvoorziening. Dit zijn derhalve voorzieningen met een wettelijk karakter.

TILBURG ALS MAKERS-STAD ZICHTBAAR MAKEN EN RUIMTE BIEDEN AAN EXPERIMENT EN VERNIEUWING Een hoofdwegennet bestaat niet als er geen wegen, straten en paden zijn die daar naartoe leiden, het hoofdwegennet kruisen, veranderingen veroorzaken, een verrassende afslag vormen of nieuwe straten en wegen blijken te zijn of worden, met een andere structuur en vormgeving. Zodat de stad groeit en ontwikkeling laat zien. Kortom, hier ligt het accent op de producenten van de kunst, de makers en kunstenaars13. In dit segment passen de kunstenaarsinitiatieven, de instellingen die artistieke erkenning en cofinanciering realiseren bij andere financiers en het eerder genoemde makersfonds voor kleine(re) initiatieven. Dit laatste budget maakt het ook mogelijk om initiatieven van jongeren te ondersteunen.

KUNSTENAARSINITIATIEVEN De regeling Kunstenaarsinitiatieven is bestemd voor en door kunstenaars. Voor de Kunstenaarsinitiatieven geldt sinds 2013 een vierjaarlijkse ondersteuning. In 2017 start de nieuwe periode van vier jaar. In februari 2016 hebben we met de gesubsidieerde kunstenaarsinitiatieven gesproken over hun ervaringen met deze regeling. Deze inbreng is meegenomen in de actualisering en verbreding van de huidige regeling “Kunstenaarsinitiatieven, eenmalige subsidie 2013-2016”. De beleidsregels voor Kunstenaarsinitiatieven zijn ter kennisname als Bijlage 5 bij dit cultuurplan opgenomen. Wij handhaven de definitie van kunstenaarsinitiatieven, namelijk: “elk initiatief dat voor en door kunstenaars wordt genomen”. Vanwege het grote aantal kwalitatief goede kunstenaarsinitiatieven dat Tilburg rijk is, is het ons voornemen het budget hiervoor te verruimen (zie hoofdstuk 6).

12 BIS = Basisinfrastructuur van het Rijk. De Raad voor Cultuur heeft daarover op 19 mei 2016 advies uitgebracht aan de minister. Het

24

Zuidelijk Toneel (HZT) brengen wij niet onder bij ‘cofinanciering’, omdat aan de bijdrage vanuit de gemeente aan HZT een bestuurlijke afspraak ten grondslag ligt met de minister: de landelijke basisinfrastructuur wordt als een gezamenlijke verantwoordelijkheid beschouwd en daarom investeren andere overheden hierin ook voor een deel indien de minister instellingen in de BIS opneemt. 13 Over kunstenaars wordt veelal gesproken in het domein van de visuele kunsten. In de podiumkunsten wordt veelal de term ‘maker’ gebruikt omdat zowel de uitvoerende kunstenaars betreft op de podia zelf, zoals musici, dansers en acteurs, als de choreograaf of regisseur.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

De regeling wordt op onderdelen aangepast: - verbreding naar alle disciplines, niet alleen beeldende kunst en podiumkunsten; - beoordelingscriteria: aantoonbare artistieke én zakelijke kwaliteit, en bijdrage aan de beleidsdoelstellingen 2017-2020; - zogenoemde ‘plus’-factoren (het tonen van ontwikkeling en toevoeging aan het bestaande aanbod).

CULTUURPROJECTEN MET COFINANCIERING Cofinanciering is gekoppeld aan de ondersteuning door andere subsidiënten, de rijkscultuurfondsen en de provincie, en beslaat maximaal 4 jaar maar kan ook voor een korte periode worden ingezet. De praktijk is dat culturele instellingen en organisatoren van culturele activiteiten zoals festivals een meervoudige financiering kennen. Om de activiteiten te kunnen realiseren is ondersteuning van meerdere financiers noodzakelijk. Dit hoort overigens in veel andere sectoren in de maatschappij tot de dagelijkse gang van zaken om tot realisatie van plannen te komen. De culturele sector is daarin niet uniek. Het Rijk verplicht aanvragers tot een financieringsmix, waarbij een bijdrage van de lokale overheid en eigen inkomsten voorwaarden zijn. Een aantal Tilburgse instellingen vraagt ondersteuning aan bij een of meerdere rijkscultuurfondsen, zoals bij het Fonds Podiumkunsten (FPK). Dit fonds 14 kent subsidieregelingen voor meerjarige ondersteuning (2-4 jaar). Een bijdrage van dit fonds houdt landelijke erkenning in op artistiek-inhoudelijk gebied en garandeert een financieel perspectief voor meerdere jaren. De druk op het beschikbare budget bij het FPK is groot, het fonds zal slechts een klein deel van de aanvragers kunnen honoreren. Om voor cofinanciering vanuit de gemeente in aanmerking te komen gelden in ieder geval de volgende criteria: - de aanvraag moet bijdragen aan de doelstellingen van dit cultuurplan; - andere overheidsfinanciers stellen een substantieel budget beschikbaar. Ook de provincie maakt haar kunstenplan met de mogelijkheid van vierjarige subsidies. De regeling en de criteria zijn 1 juni 2016 opengesteld. De beoordeling en de toekenningen volgen begin oktober. De gemeente kan derhalve in haar Cultuurplan Tilburg 2017-2020 op dit moment niet voorzien welke cultuurprojecten voor cofinanciering uit het cultuurbudget van de gemeente in aanmerking kunnen komen. In deze categorie kunnen ook festivals worden opgenomen als daartoe aanleiding is vanuit de cofinanciering door de provincie of de rijkscultuurfondsen. Een reservering in de programmabegroting cultuur is nodig om deze cultuurprojecten te kunnen ondersteunen in de komende jaren. Met de invoering van een vierjaarlijkse subsidiecyclus met ingang van 2017 komt dit cultuurplan tegemoet aan de wens van de raad om de gemeentelijke subsidiecyclus aan te laten sluiten bij de planning van de kunstenplannen van OCW en de provincie en de vierjaarlijkse subsidieregelingen van de rijkscultuurfondsen.

MAKERSFONDS VOOR TALENTEN, EXPERIMENT EN VERNIEUWING, ACTUALITEIT

Experiment en vernieuwing Ruimte voor experiment en vernieuwing hoort onlosmakelijk bij de ontwikkeling van de kunsten, zoals research & development functioneert voor het bedrijfsleven. Het gaat daarbij vaak om relatief kleine maar betekenisvolle initiatieven. Daarvoor is het flexibel in te zetten jaarbudget, het makersfonds, bedoeld. Subsidies ten laste van dit budget zijn eenmalig, maar kunnen meerdere jaren bestrijken. Uitgangspunten en criteria De nadere uitwerking van de criteria die gelden voor aanvragers bij het flexibel jaarbudget voor talenten, actualiteit, vernieuwing en experiment, volgt in het najaar. De regeling wordt eind van 2016 of begin 2017 opengesteld. Uitgangspunten zijn: - bestemd voor kleinere initiatieven, van beperkte financiële omvang; - niet toegankelijk voor basisvoorzieningen; - open voor alle kunstdisciplines, interdisciplinaire projecten en crossovers. Werkwijze: - werken vanuit vertrouwen; - mislukken mag (maar niet te vaak); - mogelijkheid voor een korte mondelinge presentatie van het plan door de aanvrager; - geen vast subsidieformat, maar maatwerk; - lichte administratieve verplichtingen voor de aanvrager; - besluitvorming binnen 14 dagen.

25

14 Het FPK maakt op 2 augustus 2016 bekend welke instellingen voor meerjarige ondersteuning in aanmerking komen.

25


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 WAAROM BASISVOORZIENINGEN, KUNSTENAARSINITIATIEVEN EN COFINANCIERING? 1. Met een vierjarige subsidiecyclus ontstaat een betere afstemming met andere overheden op het gebied van cultuurbeleid. 2. Door een meerjarige bijdrage van de gemeente wordt het artistiek-inhoudelijke, organisatorische en financiële belang van de betreffende instelling onderstreept. 3. Instellingen kunnen zo aantonen bij andere financiers zoals sponsoren, banken en particuliere fondsen dat de gemeente een langjarig commitment met hen aangaat; dit is veelal een vereiste om andere financiers te kunnen interesseren. 4. Culturele instellingen kunnen gemakkelijker meerjarige samen werkingsverbanden aangaan omdat zij een meerjarige perspectief hebben. 5. Jaarlijkse subsidies vormen voor basisvoorzieningen geen goede basis voor de bedrijfsvoering; een aantal instellingen heeft, alleen al uit oogpunt van planning, een meerjarig perspectief nodig om te kunnen werken.

OVERIGE CULTUURBUDGETTEN (GEEN BASISVOORZIENING OF KUNSTENAARSINITIATIEF) In de programmabegroting cultuur zijn ook cultuurbudgetten opgenomen voor initiatieven die geen basisvoorzieningen of kunstenaarsinitiatief zijn. De budgetten hiervoor maken structureel onderdeel uit van de programmabegroting cultuur. In de jaarlijkse subsidienota wordt expliciet opgenomen of deze cultuurbudgetten worden toegekend of gereserveerd. Het betreft ondersteuning van cultuurprogrammering in buurten tot amateurkunstinitiatieven en van prijzen tot semiprofessionele muziekgezelschappen en cultuuractiviteiten in buurten en stadsdelen. Wij willen deze budgetten om twee redenen tegen het licht houden. De eerste reden is dat wij willen herijken of en in welke mate deze initiatieven bijdragen aan de beleidsuitgangspunten 2017-2020. De tweede reden is dat wij willen nagaan of de subsidies voor deze initiatieven (op termijn) logischerwijs ondergebracht kunnen worden bij de basisvoorzieningen, kunstenaarsinitiatieven of het makersfonds. Goed opdrachtgeverschap ten behoeve van goed werkgeverschap Bij het verstrekken van subsidies is het zaak dat de gemeente Tilburg als subsidiënt en opdrachtgever subsidieontvangers erop attendeert dat zij worden geacht zorgvuldig werkgeverschap en opdrachtgeverschap uit te oefenen. Het is logisch dat er onderhandeling plaatsvindt over prijzen en bedragen waarop inhuur van bijvoorbeeld freelance medewerkers of personeel plaatsvindt. Dat marktmechanisme is op voorhand niet verkeerd. Maar subsidieontvangers dienen ervoor te waken dat ingeschakelde kunstenaars en makers op zzp-basis enerzijds en anderzijds medewerkers die als zzp-er werken aan de niet-artistieke kant van de kunstpraktijk niet onderbetaald dreigen te worden. Dit sluit wat ons betreft aan op het goed besturen van culturele organisaties zoals in de Code Cultural Governance wordt aangegeven.

ANDERE FINANCIERINGSWIJZEN VAN CULTUUR DOOR DE GEMEENTE TILBURG

De gemeente onderhoudt directe subsidierelaties met de basisvoorzieningen en kunstenaarsinitiatieven. Ook is er een directe subsidierelatie bij de inzet van het makersfonds en bij cultuurprojecten met cofinanciering. Daarnaast investeert de gemeente op onderstaande wijze in kunst en cultuur. Buurtcultuurfonds Het Buurtcultuurfonds maakt onderdeel uit van het Tilburg Akkoord waarin de gemeente participeert. Dit fonds is bedoeld voor culturele activiteiten van buurtbewoners en betreft eenmalige subsidies. De Cultuuralliantie De Cultuuralliantie brengt zwaarwegend advies uit aan het college over de besteding van het budget van € 1 miljoen. Hieraan ligt een amendement van november 2013 in de gemeenteraad ten grondslag. Dat budget zet De Cultuuralliantie vooralsnog in voor een periode van drie jaar. Projecten komen alleen in aanmerking als het Brabant C fonds een bijdrage ter beschikking stelt. De Cultuuralliantie volgt in beginsel de artistiek-inhoudelijke en zakelijke beoordeling van de projectaanvragen door de adviescommissie van Brabant C. Zodat vanuit een onafhankelijk perspectief naar de ingediende aanvragen wordt gekeken. Het gaat derhalve om matching vanuit het budget voor De Cultuuralliantie met Brabant C en betreft eenmalige subsidies voor maximaal 3 jaar.

26


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

Cultuurfonds Tilburg In het Cultuurfonds Tilburg15 matcht de gemeente haar bijdrage met de bijdrage van ondernemers die op deze wijze in cultuur investeren. Het Cultuurfonds Tilburg is bedoeld voor crowdfunding. De ingediende aanvragen worden beoordeeld en toegekend door het fonds.

Amateurkunst en kunst en cultuur in wijken en buurten Voor de volledigheid melden wij hier dat wij amateurkunst met jaarlijkse subsidies ondersteunen via Art-fact, het servicepunt voor amateurkunst. Deze zijn in de subsidie die wij verstrekken aan Art-fact opgenomen. Op deze manier wordt gegarandeerd dat in wijken en buurten kunst en cultuur aanwezig en zichtbaar is. Daarnaast investeert de gemeente rechtstreeks in kunst en cultuur in wijken door rechtstreekse budgetondersteuning van culturele initiatieven en culturele programma’s. Cultuurfinanciering door anderen Ten slotte hechten wij eraan hier te vermelden dat ook anderen dan de gemeente in kunst en cultuur investeren. Daardoor is er een grote verscheidenheid aan kunst en cultuur in onze stad. Dat gebeurt doordat particulieren investeren in culturele activiteiten, door bijdragen van het publiek via crowdfunding of via bijvoorbeeld Stichting Kunst & Onderneming Brabant (KoBra), een samenwerkingsverband van Midden-Brabantse ondernemingen.

EVENEMENTENSUBSIDIES Uit de evenementensubsidies van de gemeente worden culturele festivals ondersteund indien de aanvraag door de onafhankelijke adviescommissie positief wordt beoordeeld. De verantwoordelijkheid voor deze subsidies berust bij de Afdeling Economie & Arbeidsmarkt. De evenementensubsidies worden in 2016 geëvalueerd. De evaluatie leidt mogelijk tot bijstelling van de uitgangspunten en een andere uitvoering. Afhankelijk hiervan is op welke wijze culturele festivals met ingang van 2017 een beroep op evenementensubsidies kunnen doen.

INFORMATIE VOOR CULTURELE INSTELLINGEN De culturele instellingen en kunstenaars waarmee de gemeente een subsidierelatie onderhoudt, worden na de vaststelling van het cultuurplan door de raad geïnformeerd over welke subsidiemogelijkheid voor hen openstaat alsmede het subsidietraject van indienen tot besluitvorming. Verder wordt gepubliceerd hoe nieuwe aanvragers hun subsidieaanvragen aan de gemeente kunnen voorleggen.

27

15 Zie www.cultuurfondstilburg.nl: “Het fonds biedt projecten financiering, maar de kunstenaar moet zelf ook donateurs werven onder

het publiek via tilburgvoorcultuur.nl. Uiteindelijk bepaalt het publiek dus welke projecten aanspreken en gerealiseerd worden. Dat creëert betrokkenheid bij het publiek en het vergt ondernemerschap van de aanbieders.”n.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

6 FINANCIEEL KADER In de vastgestelde meerjarenprogrammabegroting zijn voor het product Cultuur de onderstaande budgetten opgenomen: Tabel 1 Huidige cultuurbudgetten Cultuurbudgetten 2017 2018 2019 2020 Basisvoorzieningen 19.727.600 19.706.200 19.706.200 19.706.200 Kunstenaarsinitiatieven 361.500 361.500 361.500 361.500 Overige cultuurbudgetten 1.048.800 1.048.800 1.048.800 1.048.800 Totaal 21.137.900 21.116.500 21.116.500 21.116.500 Toelichting bij tabel 1: 1. De budgetten in de tabel zijn exclusief doorbelaste organisatiekosten, kapitaallasten en interne huren. 2. De daling van het budget 2018 t.o.v. 2017 betreft een lagere subsidie voor de openbare bibliotheek (basisvoorziening) (PB 2015-2018, E-boeken, meicirculaire 2014). 3. De hierboven vermelde cultuurbudgetten vanaf 2018 zijn nog exclusief de hogere subsidies in verband met de nieuwe huurwaarde van het maatschappelijk vastgoed (voor gemeente en instelling budgettair neutraal). Deze aanpassing met ingang van 1 januari 2018 wordt meegenomen in de meerjarenbegroting 2017-2020. Tabel 2 Benodigd budget cultuurplan en (benodigde) dekking Cultuurplan Tilburg 2017-2020 Basisvoorzieningen Kunstenaarsinitiatieven Cultuurprojecten met cofinanciering (rijk/prov.) Overige cultuurbudgetten Versterking beleidsdoelen Totaal

Raming 2017 Huidig budget Verschil 19.727.600 19.727.600 0 511.500 361.500 150.000 150.000 0 150.000 748.800 1.048.800 -300.000 600.000 0 600.000 21.737.900 21.137.900 600.000

Toelichting bij tabel 2: 1. De basisvoorzieningen zijn reeds structureel in de meerjarenbegroting opgenomen. 2. Om de beleidsdoelen die verwoord staan in dit cultuurplan te kunnen realiseren, is een bedrag van € 900.000,- nodig. Daartoe wordt € 300.000,- uit de huidige programmabegroting (overige cultuurbudgetten) ingezet en is aanvullend € 600.000,- nodig. 3. Het budget dat vermeld staat bij Kunstenaarsinitiatieven betreft een verhoging met € 150.000,-. 4. Voor cultuurprojecten die gekoppeld zijn aan de ondersteuning door de cultuurfondsen van rijk en/of provincie, stellen wij voor cofinanciering € 150.000,- beschikbaar. 5. Overige cultuurbudgetten: het beschikbare structurele budget voor invoering nieuwe cultuurnota ad € 250.000, wordt ingezet ter dekking van dit cultuurplan. Daarnaast verwachten wij € 50.000,- te kunnen vrijmaken uit overige cultuursubsidies, die niet (meer) bijdragen aan de beleidsdoelen. 6. Alle budgetten zijn prijspeil 2016. Het aanvullend budget van € 600.000,- wordt ingezet voor versterking van de beleidsdoelen in de periode 2017-2020. Daarbij ligt onze focus in financiële zin in ieder geval op de beleidsdoelen die het meest direct aansluiten op: a) het intensiveren van cultuureducatie; b) het versterken van Tilburg als makers-stad; c) de mogelijkheden voor kunstenaars om te werken en te oefenen. Dit betekent dat wij er voor kiezen het aanvullend budget in ieder geval in te zetten voor de volgende beleidsdoelen. Deze worden hieronder in vet weergegeven: 1. Positionering en zichtbaarheid kunst en cultuur in Tilburg 2. Voortzetting stadsgesprek en dialoog over cultuur 3. Samenwerking culturele sector en bedrijfsleven 4. Ontwikkeling CuPuDo 5. Bevorderen samenhang cultuureducatie en cultuurparticipatie 6. Intensiveren Cultuureducatie voor bijbrengen culturele competenties 7. Kunst en cultuur voor alle Tilburgers

28


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

8. Makersfonds voor actualiteit, talenten, experiment en vernieuwing 9. Atelier- en oefenruimtes voor Tilburg makers-stad 10. Verbetering productieklimaat podiumkunsten 11. Ontwikkeling BrabantStad 12. Bewoners en bezoekers nemen kennis van de verhalen van Tilburg (erfgoed) 13. Depotvoorzieningen voor erfgoedcollecties in Tilburg verbeteren 14. Programmaontwikkeling Bibliotheek MB in Spoorzone 15. Versterking Museumkwartier Verder kiezen wij ervoor om kunstenaarsinitiatieven financieel te versterken en ruimte te bieden aan cultuurprojecten met cofinanciering. Dit is hierboven weergegeven in tabel 2. Afhankelijk van de vaststelling van de programmabegroting 2017 door de raad, wordt duidelijk of een nadere prioritering van de beleidsdoelstellingen nodig zal zijn. Het Cultuurplan in 2019 en 2020 Voor de jaren 2019 en 2020 hebben wij vooralsnog voor de verdere realisering van het cultuurplan geen extra budgetten beschikbaar. In 2017, uiterlijk 2018, zal nader bezien moeten worden hoe het cultuurplan in de jaren 2019-2020 in financiĂŤle zin zo optimaal mogelijk gerealiseerd kan worden.

29


Cultuurplan Tilburg 2017-2020

7 VERVOLG De besluitvorming over en invoering van het Cultuurplan Tilburg 2017-2020 gebeurt in een kort tijdsbestek. Dit komt voort uit het streven om het cultuurplan per 1 januari 2017 te laten ingaan. Daarmee wordt bereikt dat de basisvoorzieningen weten dat zij vier jaar ondersteund worden, het cultuurbeleid van Tilburg aansluit op de beleids- en subsidie-cyclus zoals bij andere overheden gangbaar is, de kunstenaarsinitiatieven nog dit jaar weten of hun plannen gehonoreerd worden en het makersfonds voor talenten, experiment en vernieuwing, actualiteit vanaf dat moment ingezet kan worden. Mocht besluitvorming over de financieringsstructuur meer tijd vragen, dan loopt de concrete uitwerking hiervan door na aanvang van het Cultuurplan Tilburg 2017-2020 op 1 januari 2017. Het Cultuurplan Tilburg 2017-2020 wordt eind 2020 geĂŤvalueerd, na een tussentijdse rapportage halverwege. De planning is zodanig dat de resultaten meegenomen kunnen worden in de voorbereiding van de periode 20212024. Voor de evaluatie denken wij ook aan een kwalitatief onderzoek, waarbij bijvoorbeeld het makerspanel en het burgerpanel betrokken worden.

KALENDER 2016 - BESLUITVORMING CULTUURPLAN TILBURG 2017-2020 21 juni

college - besluitvorming

4 juli

raadscommissie - bespreking

18 juli

gemeenteraad

juli/augustus

publicatie regeling Kunstenaarsinitiatieven

3 oktober

indientermijn plannen Kunstenaarsinitiatieven

1 oktober

Programma van Eisen basisvoorzieningen

september/oktober

uitwerking criteria makersfonds

oktober/november

beoordeling plannen Kunstenaarsinitiatieven door adviescommissie

1 november

indientermijn plannen basisvoorzieningen

november

beoordeling plannen basisvoorzieningen

november

besluitvorming over kader makersfonds

november/december

begrotingsbespreking in gemeenteraad

1 december

besluitvorming over kunstenaarsinitiatieven

december (1e helft) besluitvorming over en beschikking aan basisvoorzieningen

30


Cultuurplan Tilburg 2017-2020


#stadvanmakers

BIJLAGEN Gemeente Tilburg | juli 2016


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

CULTUURPLAN TILBURG 2017-2020 - DEEL 2 - BIJLAGEN 1 OVERZICHT UITVOERING IMPULSAGENDA CULTUUR 2015-2016

b-3

2 CULTUUREDUCATIE 2017-2020

b-8

3 VERSLAG STADSGESPREKKEN CULTUUR VOORJAAR 2016

b-13

4 OVERZICHT BASISVOORZIENINGEN 2017-2020

b-34

5 BELEIDSREGELS VOOR KUNSTENAARSINITIATIEVEN 2017-2020

b-35

b-2


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

BIJLAGE 1 OVERZICHT UITVOERING IMPULSAGENDA CULTUUR 2015-2016 TALENTONTWIKKELING

b-3

Een eerste impuls bestaat in het versterken van doorlopende leerlijnen in het cultuuronderwijs. In 2012 zijn wij gestart met het programma Cultuureducatie met kwaliteit (CMK). Inmiddels werkt ongeveer de helft van de ruim 60 Tilburgse basisscholen aan doorlopende leerlijnen. In 2015 stimuleren wij dat nog meer scholen hiervoor kiezen. Inmiddels doen 40, in plaats van de afgesproken 31 scholen, mee aan de regeling. De eerste groep scholen die bij aanvang van het CMK project zijn gestart, beëindigt eind 2016 zijn 4 jarig traject. Duidelijk is echter dat scholen nog behoorlijk wat tijd en ondersteuning nodig hebben om duurzame resultaten te kunnen boeken, met name omdat deskundigheidsbevordering van leerkrachten meer tijd zal vergen. Bij de uitvoering zijn slechts enkele culturele instellingen betrokken (Factorium 23 scholen, BIK Kinderkunstklas 7 scholen, bibliotheek 3 scholen, Mommerskwartier 1 school).

Als specifiek onderdeel van doorlopende leerlijnen gaan wij samen met de scholen aan de slag met het landelijke programma ‘Kinderen maken muziek’. Subsidieverzoeken in dit kader moeten door scholen zelf, voor 1 oktober 2016, worden ingediend. Naar verwachting zullen 5 á 6 Tilburgse scholen een verzoek indienen.

Daarnaast starten wij met pilots die doorlopende leerlijnen uitbreiden naar het VMBO. De 2jarige pilots op de Jozef MAVO, Frater van Gemert school, Vakcollege en Cobbenhagenmavo zijn eind 2015 gestart. Betreffende scholen zijn enthousiast en geven nu reeds aan ook ná 2017 door te willen gaan met investeringen in cultuureducatie. Ook van andere VMBO scholen is bekend dat ze graag mee zouden willen doen.

En we gaan investeren in combinatiefunctionarissen cultuur: personen die een verbinding vormen tussen het onderwijs en de cultuursector. Bij de uitvoering van het project CMK 2013 - 2016 is de wenselijkheid van deskundige expertise van de betreffende discipline gebleken. Dit helpt scholen en culturele instellingen met het vertalen van hun onderwijsvraag op het terrein van cultuureducatie naar een concrete aanpak. De wens voor een dergelijke versterking van onze culturele infrastructuur is betrokken bij het Cultuurplan 2017-2020.

We bieden onze amateurs financiële middelen om hun eigen culturele initiatieven van de grond te krijgen. Dat doen wij via het buurtcultuurfonds, een fonds waarin wij met meerdere partijen geld inzamelen om lokale initiatieven op het gebied van cultuur en leefbaarheid te ondersteunen of te realiseren. Op deze wijze geven wij de burger meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden en stellen wij mensen in staat cultuur in te zetten voor de kwaliteit van hun directe leefomgeving. De overeenkomst tussen Tilburg Akkoord, gemeente Tilburg, Art-fact en Prins Bernard Cultuurfonds is op 10 december 2015 ondertekend. Hierin staat dat in twee impulswijken in Tilburg (Hasselt-Goirke west en Kruidenen Kleurenbuurt) budget wordt ingezet vanuit Tilburg Akkoord voor buurtactiviteiten op initiatief van de buurtbewoners. In Hasselt-Goirke West is inmiddels een cultuurverkenner aangesteld die samen met de bewoners en in overleg met de omgevingsmanager en wijkorganisaties een project in deze wijk ontwikkelt. Voor Kruiden- en Kleurenbuurt lopen nog gesprekken met de beoogde cultuurverkenner.

Voor jongeren en studenten die zich graag buiten de begaande wegen begeven, is de Hall of Fame een belangrijk platform. Daarom faciliteren wij de totstandkoming van een businessplan voor de Hall of Fame, dat moet zorgen voor een duurzame toekomst van dit centrum. Samen met stedelijke en provinciale partners zijn wij betrokken geweest bij de totstandkoming van Hall of Fame 3.0. een document waarin de organisatie haar ambities voor de jaren tot 2022 heeft beschreven. Daarbij hebben wij de samenwerking tussen Hall of Fame en de Fontys Academy of Creative Industries (ACI) gefaciliteerd. Voor de periode 2016-2017 hebben we Hall of Fame een subsidie verleend om, samen met partners als 013 en het beroepsonderwijs, te komen tot versterking van de marketing- en de productieafdeling, en zo tot een beter verdienmodel voor Hall of Fame.

We gaan onderzoeken in hoeverre bestaande werkplaatsen als de Kunstbalie tegemoet (kunnen) komen aan de (werkplaats)behoeften van de amateursector. Een verkenning naar de mogelijkheden van Kunstbalie heeft nog niet tot resultaten geleid. Of en hoe werkplaatsen voor amateurkunstenaars te realiseren, blijft onze aandacht houden.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

b-4

Samen met het onderwijs, de culturele sector, de provincie en de B5-gemeenten proberen we te komen tot een BrabantModel voor talentontwikkeling. Daarin staat het talent centraal en wordt zijn beroepspraktijk in volle breedte bekeken: de ontwikkeling van inhoudelijke competenties en vaardigheden, zijn gedrag en zijn ondernemerschap. Met behulp van coaching en scouting wordt gewerkt aan ontwikkeladviezen gericht op werk. We gaan innovatieve projecten die hiermee verbandhouden (financieel) ondersteunen. In samenwerking met de provincie, BKKC en de Kunst van Brabant wordt gewerkt aan het BrabantModel voor talentontwikkeling. OCW en de rijksfondsen volgen de ontwikkelingen inmiddels met veel interesse en zien het als een innovatief model voor de verbinding tussen talentontwikkeling en beroepspraktijk. Bij de doorontwikkeling van het model in de cultuurplan 2017-2020 wordt het rijk verder betrokken.

We starten een artist in residence programma. Daarbij versterken we bestaande voorzieningen op dit terrein, zoals Leo XIII en TILT, door een stadsbrede programma-aanpak. In 2016, de aanloop naar de nieuwe cultuurplanperiode, onderzoeken we welke bestaande en nieuwe (kunstenaars)initiatieven een rol willen en kunnen spelen bij een stedelijk artist in residence programma. Daartoe zijn verkennende gesprekken gevoerd met organisaties variërend van Tilt tot Zuiderlicht.

We creëren meer oefenruimtes voor muzikanten voor makers en toptalenten. Met een financiële impuls steunen we de samenwerking van Hall of Fame met 013 en Fontys ACI om Hall of Fame verder te ontwikkelen als een broedplaats voor muzikale talenten.. Als uitvoerder van ons beleid zorgt Stichting Ateliers voor een passend werkplaatsen- en atelieraanbod in de stad. Dit aanbod staat onder druk doordat de gemeente een aantal panden - thans in gebruik als atelierruimte - gaat verkopen.

We versterken de mogelijkheden voor Dans Brabant en de NWE Vorst om te fungeren als expertise- en productiecentrum voor de danssector. We zijn actief betrokken bij gemeentelijke en provinciale gesprekken en lobbytrajecten om DansBrabant en NWE Vorst te positioneren als Brabantse expertisecentra / hubs voor talenontwikkeling.

We versterken Park als basisvoorziening en tentoonstellingsruimte voor de beeldende kunstsector. Stichting Park heeft een voorstel gemaakt voor een doorstart. De nieuwe koers die men wil volgen vanaf 2017 heeft betrekking op een sterkere maatschappelijke verankering en meer verbindingen met organisaties in de stad enerzijds en verbreding van (eigen) cultureel ondernemerschap anderzijds.

We onderzoeken de mogelijkheden voor een basisvoorziening - platform en productiebureau - voor de letteren, en gaan daarvoor het gesprek aan met Tilt. Wij verleenden subsidie aan de Stichting Bookawake voor het realiseren van het projectplan ‘Professionalisering & doorontwikkeling Tilt tot Bureau Tilt’ in 2015 en 2016. Deze professionalisering beoogt een versterking van het bestaande, meerdaagse Festival Tilt in Tilburg, de start van een talentontwikkelingstraject, nieuwe, experimentele literaire activiteiten en uitbreiding van samenwerkingen via nieuwe verbindingen binnen en buiten het literaire veld, zowel in Brabant, Nederland als Vlaanderen.

We realiseren eenvoudigere subsidieregelingen die beter aansluiten bij de planning van de rijksfondsen. In het Cultuurplan 2017-2020 is een voorstel opgenomen tot wijziging van de subsidiesystematiek. Een onderdeel daarvan is om voor een aantal culturele instellingen over te gaan van een jaarlijkse naar een vierjaarlijkse subsidie. Daarmee vindt aansluiting plaats bij de subsidiesystematiek van rijksoverheid en provincie.

We verkennen de oprichting van een makerspanel met een klankbordfunctie voor de gemeente. De mogelijkheden van een makerspanel verkennen wij in de loop van 2016, in relatie tot het Cultuurplan 20172020. We betrekken hierbij ook de ervaring die we op hebben gedaan met het voeren van stadsgesprekken.

We gaan verder met het ontwikkelen van nieuwe financieringsvormen voor de cultuursector, met name voor individuele makers. Om te komen tot een gunstiger productieklimaat onderzoeken wij, samen met het bedrijfsleven en makers, hoe het Cultuurfonds Tilburg effectiever en efficiënter kan worden ingezet voor kleine cultuurorganisaties en individuele makers met (financieel) bescheiden plannen. Eind 2015 hebben wij het Tilburgse cultuurfonds geëvalueerd. Daarin wordt geconcludeerd dat de gemeente blij is met de inzet van ondernemers en hun bijdrage aan het versterken van het culturele productieklimaat van Tilburg. Duidelijk is dat het cultuurfonds nog in een experimenteerfase verkeert, mede omdat crowdfunding nog relatief nieuw is. Daarom wordt de pilot verlengd en benutten we 2016 om samen met het cultuurfonds te onderzoeken hoe het Cultuurfonds Tilburg kan worden doorontwikkeld en gepositioneerd.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Daarnaast investeren wij in onze podia en musea om de presentatiemogelijkheden voor (top)talent en makers te verbeteren en Tilburg beter zichtbaar te maken in Brabant, Nederland en daar buiten: • We verbouwen 013 tot een van de prominentste zalen van de Nederlandse popmuziek. Dit is inmiddels gerealiseerd, de verbouwing is afgerond. • We ondersteunen Paradox in de update van de technische installaties en onderzoeken de noodzaak van verbouwings- en vervangingsinvesteringen bij andere Tilburgse podia en musea. Aan Paradox is ten behoeve van de vervanging van de technische installaties een subsidie verleend ten laste van het Stimuleringsbudget Cultuur. • We realiseren de herinrichting van het voorplein van Museum De Pont , om de zichtbaarheid en de uitstraling van het museum te versterken. De herinrichting van het voorplein is gerealiseerd. De entreepoort (Follies) is 17 december 2015 opgeleverd. Wat resteert is de afwerking op enkele onderdelen in 2016 in samenwerking met De Pont. Daarna organiseert de gemeente de officiële opening, eveneens in overleg met De Pont. • Wij voeren een haalbaarheidsonderzoek uit naar herbestemming van het Dröge-pand voor de brede ambities van het TextielMuseum/TextielLab . Stichting Mommerskwartier presenteerde eind 2015 de uitkomsten van het eerste haalbaarheidsonderzoek met betrekking tot de culturele en textiele hotspot TextielMuseum. Het Dröge-pand maakt deel uit van de toekomstplannen. De ambities van het museum zijn inhoudelijk en financieel omvangrijk. Dat vraagt om een zorgvuldige, integrale afweging in relatie tot de ambities van de stad alsmede om coöperatieve afstemming met het museum. Daarbij vinden we het belangrijk dat de stedelijke stakeholders en partners nauw in de verdere planvorming worden betrokken.

VERRASSENDE VERBINDINGEN

b-5

We gaan het huidige evenementenbeleid evalueren en onze culturele evenementen nadrukkelijker verbinden met leisure en citymarketing, waardoor we voor onze stad meer bezoekers en extra bestedingen bewerkstelligen, en meer aantrekkingskracht uitoefenen op bedrijven en studenten. We dagen ondernemers bovendien uit om actief in te spelen op de evenementen. Evaluatie van het evenementenbeleid vindt plaats in 2016 (onder verantwoordelijkheid van de afdeling E&A). Vanuit de overtuiging dat cultuurbeleid en citymarketing elkaar kunnen versterken, vindt regelmatig afstemming plaats tussen de gemeente en het sinds 2016 zelfstandige bureau citymarketing .

We creëren meerjarige subsidies voor beeldbepalende culturele evenementen met grote betekenis voor het vestigingsklimaat van onze stad, zoals Incubate. Zo stellen wij hen in staat om structureel verder te bouwen aan hun evenement en krijgen zij ruimte om ‘geld met geld te maken’. We willen een systeem dat bovendien rekening houdt met de koers van het Kunstenplan 2017-2020 van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Dit krijgt zijn beslag in het Cultuurplan 2017-2020.

Door talenten en makers beter te verbinden aan het bedrijfsleven en kennisinstellingen geven wij ook een impuls aan onze creatieve industrie. Zo verbinden we door de verbouwing en uitbreiding van 013 de popcultuur aan de creatieve industrie in het Veemarktkwartier en geven we tegelijkertijd een impuls aan de ruimtelijke ontwikkeling van dat gebied. Met de verbouwing en uitbreiding van 013 hebben we een stevige impuls gegeven aan de publiektrekkende werking van het Veemarktkwartier als stedelijke hub voor creatieve bedrijvigheid.

Tilburg gaan wij stevig positioneren binnen ‘Brabant DC’. Onder deze naam is Noord-Brabant sinds 2014 lid van het Internationale Districts of Creativity Network, een netwerk van de 14 meest innovatieve regio’s ter wereld. Hier delen we kennis, doen we inspiratie op en leggen we contacten, waar de cultuursector en onze creatieve bedrijven profijt van gaan hebben. We starten een haalbaarheidsonderzoek om het netwerk binnen vier jaar naar Brabant / Tilburg te halen door het organiseren van een Reverse Mission en/of World Creativity Forum. We betrekken de cultuursector en het kunstvakonderwijs bij de mogelijkheden die het netwerk de stad biedt. Dit heeft o.a. geleid tot een bijdrage van o.a. Het Zuidelijk Toneel (HZT) , TextielMuseum aan de reverse mission Brabant 2016 en betrokkenheid van Fontys Hogeschool voor de Kunsten (FHK) en ACI bij de samenwerking creative education.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

b-6

We gaan cultuur nadrukkelijk positioneren in de (ruimtelijke ontwikkeling van de) Spoorzone door er een cultuuren kenniscluster te realiseren, met in het hart de Bibliotheek van de Toekomst met provinciale steunfuncties (inclusief Brabant DC en Brabant C). Tegelijk versterken en vergroten we de (culturele)verbinding van de Spoorzone met de ‘oude’ binnenstad als concentratie van culturele voorzieningen en manifestaties. Op basis van een VO is door de raad een uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld voor de realisatie van de LocHal met ruimte voor o.a. de Bibliotheek van de Toekomst, bkkc en Kunstbalie. In de programmatische plannen van deze culturele organisaties wordt expliciet verbinding gezocht met (culturele) partners uit stad, en met provinciale partners als Erfgoed Brabant.

Wij stimuleren en ondersteunen verrassende verbindingen tussen cultuur en het sociale domein. Een voorbeeld van ‘the art of impact’ is de Cultuurkantine, een project dat cultuur koppelt aan jeugdzorg. Dit project is in uitvoering.

We creëren nieuwe mogelijkheden voor Cultuur Publieke Domein Tilburg (CuPuDo) als opvolger van Kunst in de Openbare Ruimte Tilburg (KORT). Wij geven een opdracht aan een kwartiermaker om een business case te ontwikkelen voor een Stadslab als uitvoeringsorganisatie. Met Stadslab als expertisecentrum en aanjager gaan we in de periode 2015-2016 ervaringen opdoen voor de periode 2017-2020. Bij een haalbare business case gaan we het Stadslab verder vormgeven. Daarnaast geven we de burgers op dit terrein een eigen verantwoordelijkheid met het Buurtcultuurfonds (zie eerder). Zo maken we de openbare ruimte in zowel het centrum als in de wijken van Tilburg aantrekkelijker. De business case (uitvoeringsmodel) voor het stadslab CuPuDo is per maart 2016 operatief in Tilburg met het accent op Stadsbos/Reeshof. Er is een programmamaker aangesteld en 3 verkenners. Door middel van een transparant model op de website www.cupudo.nl wordt aan burgers gevraagd met suggesties te komen voor cultuur in het publieke domein en/of te reageren op ingebrachte ideeën. Er zijn circa 15 ideeën ingebracht die nu op slagingskans worden onderzocht. De verkenners gebruiken hun expertise op het gebied van Kunst, Innovatie, Community om de ideeën waar mogelijk te verrijken en te verbinden in de stad.

Wij geven van harte uitvoering aan de opdracht van de raad om te komen tot een Cultuuralliantie, een coöperatieve samenwerking van cultuur, bedrijfsleven, onderwijs en inwoners. Wij faciliteren deze alliantie en geven haar de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor significante cultuurprojecten. De deelnemers aan de Cultuuralliantie concentreren zich op bovenregionale projecten die Tilburg op de kaart zetten en daardoor kunnen rekenen op financiële steun van Brabant C. Het ambitieniveau van Brabant C ligt hoog. Daardoor ontstaat wellicht de indruk dat kleine initiatieven niet kunnen profiteren van de mogelijkheden van dat fonds. Daartoe aangespoord door signalen uit de raad doen wij een moreel beroep op de Cultuuralliantie om te onderzoeken of en hoe individuele makers en kleinere initiatieven uit Tilburg kunnen worden betrokken bij de voorstellen die worden ingediend bij Brabant C. In 2015 is met de Cultuuralliantie een coöperatieve samenwerking tot stand gekomen van cultuur, bedrijfsleven, onderwijs en inwoners. Conform haar opdracht werkt de cultuuralliantie aan het bouwen van een ‘culturele community’ en aan het in Tilburg realiseren van culturele projecten met bovenregionale uitstraling die kunnen rekenen op financiering door het Brabant C Fonds, met bijdragen aan Incubate en Woo Hah.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

STAND VAN ZAKEN BESTEDING STIMULERINGSBUDGET IMPULSAGENDA CULTUUR

1.000.000,00

013

Raadsbesluit 03-11-14

250.000,00

Incubate, Do it with others

Collegebesluit 16-12-14

100.000,00

Mundial

Collegebesluit 17-03-15

45.000,00

Paradox

Collegebesluit 16-06-15

65.000,00

Subsidie Zuivelfabriek

Collegebesluit 16-06-15

21.851,40

Incubate, extra ondersteuning

Collegebesluit 07-07-15

60.000,00

Impuls Tilt festival

Collegebesluit 25-08-15

60.000,00

Rudolfs muziekreis

Collegebesluit 14-07-15

15.000,00

Brabant Biënnale

Collegebesluit 14-07-15

10.000,00

Cultuurkantine, kunstkameraden

Collegebesluit 22-09-15

15.000,00

Try outs cultuur

Collegebesluit 15-12-15

92.000,00

Cultuureducatie met kwaliteit vmbo

Collegebesluit 03-11-15

40.000,00

Project TilburgAns

Collegebesluit 20-10-15

10.000,00

KinderKunstKaravaan

Collegebesluit 16-02-16

3000,00

Project De Schoolschrijver

Collegebesluit 16-02-16

15.000,00

Stadslab CuPuDo

Collegebesluit 23-02-16

144.000,00

Hall of Fame

Collegebesluit 08-03-16

54.000,00

Totaal besloten

Restant 148,60

999.851,40

b-7


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

BIJLAGE 2 CULTUUREDUCATIE 2017-2020 BELANG VOOR MEERDERE PARTIJEN Cultuureducatie heeft meerdere doelen en is voor meerdere partijen van belang. a. Doel in zichzelf Cultuur kan plezier en beleving bieden, andere werelden laten zien, mensen verbinden en leiden tot zinvolle vrijetijdsbesteding. Kinderen breed laten kennismaken en op laten groeien met cultuur, vergroot de kans dat zij een leven lang op een of andere wijze hierbij betrokken blijven en blijven participeren. En dat is voor de Tilburgse culturele infrastructuur, en m.n het toekomstige gebruik ervan (sociale rendement), van groot belang. b. Doel als middel tot ontwikkeling Cultuur kan ook als middel of instrument dienen om leer- of ontwikkelingsdoelen te realiseren en bijdragen aan creatief, creërend, receptief, reflectief en analyserend vermogen. Of door het verbinden van cultuur met andere vakken waardoor contextrijk onderwijs ontstaat. Dergelijke bijdragen aan gewenste nieuwe vaardigheden van kinderen maakt cultuureducatie ook voor het onderwijs belangrijk. c. Doel als voorwaarde voor talentontwikkeling Tilburg wil een bruisende stad zijn met een vruchtbare bodem waar culturele talenten goed kunnen gedijen en zich goed kunnen ontwikkelen. Cruciale randvoorwaarde hiervoor is brede, voor ieder kind toegankelijke cultuureducatie. Talentontwikkeling is nl. als een piramide waarbij in de onderste laag een sterke basis moet worden gelegd om vervolgens, via de 2e laag (lesaanbod culturele instellingen en amateurkunstverenigingen) en de kunstvakopleidingen in de 3de laag, culturele talenten tot bloei te kunnen brengen. We willen hierin investeren omdat onze jonge talenten van nu, straks onze toekomstige deelnemers, bezoekers of makers zijn binnen onze culturele infrastructuur.

SPEERPUNT 2017-2020 DOORGAANDE LEERLIJNEN Om optimaal te kunnen leren en talenten goed te kunnen ontwikkelen en te laten gedijen dient er lijn te zitten in de opbouw van lessen en moet steeds kunnen worden doorgeborduurd op en worden aangesloten bij het eerdere geleerde. Overgangen moeten worden voorkomen om (risico) op uitval te vermijden. Dat is de kern van het begrip doorgaande leerlijnen. Werken op basis van doorgaande leerlijnen is een belangrijke voorwaarde om efficiënter en effectiever (cultuur)onderwijs te bieden en bevordert talentontwikkeling. We benoemen dit dan ook als speerpunt op basis waarvan we ons cultuureducatiebeleid verder willen uitbouwen. Er zijn diverse toepassingen voor doorlopende leerlijnen. Voor de periode 2017-2020 kiezen we voor dié doorlopende leerlijnen die nú voor de Tilburgse situatie het meest van belang zijn, nl. 1. Doorlopende leerlijn cultuureducatie in het Primair Onderwijs (4-12 jaar) 2. Doorlopende leerlijn cultuureducatie in de onderwijsketen (PO/VO/HBO/PABO (4-24 jaar). 3. Doorlopende leerlijn cultuureducatie binnen school - buiten school - en in de vrijetijd.

WAT GAAN WE DOEN Omdat we als lokale overheid belang hebben bij kwalitatief goed cultuuronderwijs willen we de behaalde resultaten en reeds genomen initiatieven in de afgelopen jaren continueren en borgen. Daarnaast willen we het rendement van de Tilburgse cultuureducatie verhogen door te investeren in verbeteringen in de 3 genoemde doorgaande lijnen (punt 1, 2 en 3). Samen met de onderwijssector en de cultuursector hebben we hiermee een gezamenlijk gedeeld doel. Ook zij streven immers naar kwalitatief goede cultuureducatie. Daarom zullen wij op scholen en culturele instellingen een appél doen om hierin samen met ons op te trekken en naar eigen inzichten en mogelijkheden bij te dragen (punt 4).

b-8


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

1 DOORGAANDE LEERLIJN “CULTUUREDUCATIE 4 - 12 JAAR” IN HET PRIMAIR ONDERWIJS (PO) In deze doorlopende leerlijn blijven we waar mogelijk streven naar het bereiken van alle kinderen. Omdat we vraaggericht werken (het onderwijs zelf is leidend) betekent dit dat we ons zullen richten op alle scholen die “vragen” naar een verbetering van de kwaliteit van hun cultuureducatie op school en bereid zijn hier, op meerdere fronten, een bijdrage aan te leveren. De afgelopen periode heeft Tilburg met 31 basisscholen deelgenomen aan de rijksregeling Cultuur met Kwaliteit (CMK), conform de hieromtrent gemaakte prestatieafspraken met het rijk. Scholen kiezen in dit project, op basis van hun eigen schoolvisie, een bepaalde cultuurdiscipline. Met behulp van externe expertise van vakdocenten wordt, aan de hand van de door de 5 grote steden in Noord Brabant ontwikkelde “Culturele ladekast”, een concrete aanpak op maat van de school gemaakt. Het hele team van leerkrachten wordt bijgeschoold om later de aanpak zelfstandig uit te kunnen voeren en het vervolgens te borgen/implementeren in het schoolplan. Gezien de grote wachtlijst heeft het college eind 2015 besloten tot extra deelname van 9 scholen, met name om aan hun motivatie geen afbreuk te doen. Input voor CMK 2 De strekking van de landelijke evaluatie is helder. Er is een grote wil om door te gaan, de ingeslagen richting is goed. Maar er is een langere adem nodig om de kwaliteit van cultuureducatie in het PO duurzaam te kunnen verhogen en de opbrengsten goed te implementeren in de school en vervolgens te borgen in het schoolplan. Knelpunt is met name dat scholen nog te weinig eigenaarschap tonen en dat leerkrachten meer tijd nodig hebben om zich te bekwamen. Een goede cultuur educatieve infrastructuur, waarbij de taken van de betrokken partijen op elkaar zijn afgestemd en zijn vastgelegd, is onmisbaar. Deze is in Tilburg nog niet optimaal (zie verder punt 3). Deze conclusies komen grotendeels overeen met de gegevens uit de (tussentijdse) Tilburgse evaluatie van CMK. Hierin valt verder voor Tilburg op dat de ingezette vakdocenten (ook ZZP- ers) en de hulp/advies van CiST hoog worden gewaardeerd. We constateren ook dat er nog te weinig verschillende Tilburgse culturele instellingen bij zijn betrokken (Factorium (18 scholen), BIK Kinderkunstklas (7 scholen) Bibliotheek (3 scholen), Mommerskwartier(1 school). Acties We zullen de deelname aan de rijksregeling voor CMK in de periode 2017-2020 (CMK 2) continueren en CiST in staat stellen om, naast de reguliere adviestaken, de CMK scholen met raad en daad te blijven bedienen. Aangezien Factorium zich de afgelopen jaren met verve heeft gekweten van de taak van penvoerder en projectverantwoordelijke van CMK vragen we Factorium deze rol ook voor CMK 2 op zich te nemen. We weten nu de concrete behoefte van deelname van scholen aan CMK 2 nog niet. Indien niet alle aanvragen van scholen kunnen worden gehonoreerd, wordt de volgende prioriteitsvolgorde gehanteerd. Eerst de extra 9 scholen omdat zij pas 1 jaar hebben doorlopen van het 4 jarige traject. Daarna de huidige 31 scholen van CMK 1 om hun eerdere resultaten beter te borgen, de scholing van leerkrachten te continueren en mogelijkheden te bieden om door te ontwikkelen naar andere disciplines of verticale leerlijnen (verbinding met andere vakken). Daarna volgen eventuele nieuwe scholen die een “vraag” hebben naar CMK en bereid zijn hierin te investeren.

2 DOORGAANDE LEERLIJN “PRIMAIR ONDERWIJS - VOORTGEZET ONDERWIJS - MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS - HOGER ONDERWIJS” Cultuureducatie eindigt niet na de basisschool. Voor het verbeteren van de doorgaande leerlijnen cultuureducatie in de hele onderwijsketen willen we de in punt 1 geschetste aanpak in het PO, waar mogelijk, doortrekken naar het voortgezet onderwijs (VO). Dit is onderstaand nader uitgewerkt. Vanaf schooljaar 2016/2017 is er ook een cultuurkaart voor het MBO, waarmee studenten met korting naar culturele instellingen kunnen. Landelijk gaat het om 1 miljoen, dus voor Tilburg om minstens € 100.000,=. Het ministerie van OCW ziet kunst en cultuur als onmisbaar voor het vakonderwijs van de toekomst. Juist de vakmensen van morgen moeten, naast goede vakkennis, ook vernieuwend en creatief kunnen zijn. Voor de langere termijn is het van belang om de PABO te betrekken bij CMK om te bevorderen dat toekomstige leerkrachten beter geëquipeerd zullen zijn voor het vak cultuureducatie en projecten als CMK niet structureel noodzakelijk blijven. Dit kan o.a. ook via de ontwikkelacademie van T Primair. Voor een goede “vertaling” van de vraag van scholen naar een kwalitatief goede aanpak, is de expertise van de HBO kunstvakopleidingen nodig. Er zijn goede ervaringen opgedaan met Cultlab. Dit is een initiatief vanuit de HBO kunstopleidingen waarbij zij gekwalificeerd personeel inzetten ter ondersteuning van scholen met het vertalen van culturele vragen van scholen naar een gerichte aanpak. Ook de kunstopleidingen zelf zijn hier immers bij gebaat omdat het voor hun opleiding en studenten belangrijk is om kennis van en over onderwijs in te bouwen. We zullen het feit dat basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar

b-9


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

beroepsonderwijs en hoger beroepsonderwijs elkaar dus hard nodig hebben, de komende periode verder benutten. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door gezamenlijk te investeren in combinatiefuncties cultuur/onderwijs per cultuurdiscipline. In het project CMK is gebleken dat er meer behoefte is aan specifieke vaktechnische deskundigheid. Dergelijke combinatie functionarissen cultuur, specialisten binnen een bepaald discipline, zouden een welkome versterking zijn van het huidige educatieve team van uitvoerende vakdocenten in de CMK projecten. Zij zijn de inhoudelijke experts en vormen het hart van de ontwikkeling die we op scholen willen zien. Aanvulling ten behoeve van Voortgezet Onderwijs Eind 2015 heeft het college besloten het project CMK met 4 pilots in 4 VMBO scholen uit te breiden. Deze uitbreiding was mogelijk door mede financiering van 2 fondsen. In de nieuwe rijksregeling voor CMK 2 is niet voorzien in een uitbreiding naar het VO. Aangezien de pilots recent zijn gestart zijn er nog geen concrete resultaten bekend. Wel weten we dat het enthousiasme van de 4 pilotscholen groot is en dat er ook bij andere VO scholen brede belangstelling voor deelname is. In Brabant is een doorlopende leerlijn cultuureducatie ontwikkeld waarin, per discipline, toegewerkt wordt naar het bevorderen van culturele competenties (receptief, creërend, reflectief en analyserend vermogen) van 4 tot 18 jaar. In het project CMK maken leerkrachten van scholen zich deze aanpak eigen. Om echt rendement te krijgen in de culturele competenties van kinderen is het van belang deze aanpak door te trekken van het PO naar de onderbouw van het VO en naar het vak CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming) in de bovenbouw van het VO. Daarom zullen we zoeken naar mogelijkheden om deelname van VO scholen, waar sprake is van een groot draagvlak, mogelijk te maken. Indien niet alle aanvragen van scholen kunnen worden gehonoreerd, wordt de volgende prioriteitsvolgorde gehanteerd. Eerst de huidige 4 pilots in de onderbouw van 4 VMBO scholen omdat deze medio 2017 aflopen en aangenomen mag worden dat 1,5 jaar niet lang genoeg is om tot duurzame resultaten te komen en deze door te trekken naar de bovenbouw van het VMBO. Daarna eventuele nieuwe VMBO scholen die een “vraag” hebben naar CMK en bereid zijn hierin te investeren en tot slot eventuele HAVO/VWO scholen die willen investeren in het vak CKV. Dit vak en de hierbij horende cultuurkaart, die de Tilburgse culturele instellingen de nodige middelen verschaft, kan dan ook in kwalitatief opzicht worden verbeterd.

3 DOORGAANDE LEERLIJN “BINNEN SCHOOL - NA SCHOOL - VRIJE TIJD” (DE EDUCATIEVE INFRASTRUCTUUR) We willen dat zo veel mogelijk kinderen als basis culturele scholing meekrijgen en dat kinderen die daar voor kiezen, zich ook buiten school cultureel verder kunnen blijven ontwikkelen met cursussen/lessen in onze culturele instellingen en dit ook later in hun vrije tijd blijven doen al dan niet in een amateurvereniging. Voor getalenteerde kinderen geldt dat zij moeten kunnen doorstromen van school naar culturele instelling en vervolgens naar een kunstvakopleiding. Overgangen moeten worden voorkomen om uitval te vermijden. Naast brede kennismakingsmogelijkheden voor kinderen willen wij zorgen voor een optimale begeleiding en een goede doorstroming van kinderen gedurende hun jeugd met het oog op levenslange cultuurparticipatie. Hiervoor is het nodig in deze keten de onderlinge afstemming van taken te verbeteren. Daarom zullen we de samenwerking tussen de betreffende drie instellingen CiST, Factorium en Art-fact sterk intensiveren. Ook in de stadsgesprekken is dit bepleit omdat educatieve en amateurkunstinitiatieven vaak bij elkaar horen. Hieruit kunnen dan ook bijvoorbeeld activiteiten op wijkniveau ontstaan waar kinderen, ouders, scholen en andere partijen elkaar ontmoeten. Acties Continueren Try-Out Cultuur Tilburg Om kinderen breed kennis te kunnen laten maken met het aanbod van het Tilburgse aanbod is in 2016 gestart met Try-Out Cultuur Tilburg. Dit project is aangehaakt bij CiST. De succesvolle start van ruim 5.000 aanmeldingen van kinderen binnen één week, geeft de grote behoefte hiernaar aan. We zullen Try-Out Cultuur Tilburg uitbreiden met bijvoorbeeld kennismakingsactiviteiten op het terrein van Wetenschap en techniek en Natuur en Milieu Educatie. Om scholen zo min mogelijk met extra taken te belasten streven we er naar dit te combineren met Try-Out Sport Tilburg zodat op termijn één breed kennismakingaanbod ontstaat met één organisator. In een dergelijk breed aanbod zouden bijv. ook scoutingactiviteiten/Jong Nederland kunnen worden opgenomen. In de stadsgesprekken is gebleken dat kennismaken met cultuur niet alleen voorbehouden zou moeten zijn aan kinderen. Daarom zullen we de behoefte naar en mogelijkheden voor Try-Out Cultuur Tilburg voor volwassenen/senioren onderzoeken.

b-10


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Samenwerking CiST, Factorium en Art-fact Voor een goede doorstroming in deze keten is samenwerking tussen de 3 betrokken partijen vereist. We zullen deze optimaliseren door verdergaande samenwerking te realiseren tussen CiST, Art-fact en Factorium. Het doel is de hele achterban en de medewerkers van deze 3 partners stapsgewijs dichter bij elkaar te brengen, hier draagvlak voor te creëren en efficiencywinst te behalen. Het gaat primair om het verbinden van elkaars taken en de mensen die hier mee bezig zijn. Dit dient uiteindelijk te leiden tot één programma van eisen en één subsidieverzoek. Omdat het met name gaat om het proces van toegroeien naar elkaar, willen we hier geen tijdsdruk op leggen. We verwachten wel dat er uiterlijk in 2020, en waar mogelijk eerder, sprake zal zijn van één gemeentelijke opdracht voor het totale programma. Met deze beweging lossen we tevens 2 andere knelpunten op. CiST is een gemeentelijk bureau met uitvoerende taken op het gebied van cultuureducatie. Omdat dergelijke uitvoerende taken geen kerntaken van de overheid zijn is uitplaatsing al langer onderwerp van gesprek. Het 2de knelpunt is het feit dat zowel CiST als Art-fact kleine (minder dan 2 fte) en dus kwetsbare organisaties zijn. We vragen Factorium deze kar te gaan trekken. In verband met de brede objectieve adviserende functie van CiST dient CiST onafhankelijk te zijn (en te blijven) van het onderwijs en het culturele veld. Feit is dat Factorium, als aanbieder van enkel de disciplines muziek, dans, musical en theater, geen volledig onafhankelijke positie heeft in dit geheel. Er kunnen zich altijd zaken voordoen waarbij het eigen belang van Factorium (ook) een rol speelt. Daar staat echter tegenover dat Factorium het grootste aandeel heeft in het Tilburgse cursorische buiten-schoolse aanbod, reeds penvoerder, projectverantwoordelijke en grootste uitvoerder is van het programma Cultuur met Kwaliteit en al jaren lang investeert in deskundigheidsbevordering ten behoeve van haar rol in het primair onderwijs.

4 SAMEN INVESTEREN Gesteld is dat de gemeente belang heeft bij kwalitatief goed cultuuronderwijs omdat we breed de cultuurparticipatie willen bevorderen, vanwege het sociale rendement van ons culturele kapitaal in de stad en vanwege onze doelen op het terrein van talentbevordering. Maar ook voor de Tilburgse culturele instellingen zelf is cultuureducatie belangrijk omdat het een belangrijke voorwaarde is voor een levenslange cultuurparticipatie en voor talentontwikkeling. Voor het onderwijs geldt dat de kwaliteit van de binnen schoolse cultuureducatie primair hun eigen verantwoordelijkheid is. Daarnaast wordt door scholen aan cultuureducatie een groeiend belang toegekend vanuit het besef dat hiermee kan worden bijgedragen aan nieuwe gewenste vaardigheden van kinderen. Om diezelfde reden is het ook voor ouders belangrijk om betrokken te zijn en deelname aan culturele activiteiten te stimuleren. In het kader van deze brede gedeelde belangen zien wij het onderwijsbeleid en het cultuurbeleid als communicerende vaten. We zullen de cultuursector en de onderwijssector echter ook vragen zelf te investeren en bij te dragen aan kwaliteitsverbeteringen. Culturele instellingen In het CMK project is geconstateerd dat een beperkt aantal Tilburgse culturele instellingen deelneemt en dat het vraaggericht werken (onderwijs is leidend en stelt de vraag) bij culturele instellingen en de in te zetten zzp- ers verder moet worden ontwikkeld. Diverse instellingen ontbreken en zijn nog niet betrokken bij de planvorming en uitvoering op scholen. Daarom zullen we de door ons gesubsidieerde culturele (basis) voorzieningen, in het kader van onze subsidierelatie, vragen op welke wijze zij denken een actieve bijdrage te kunnen leveren aan cultuureducatie en het vraaggericht werken ten behoeve van het onderwijs te verbeteren. CiST zal dit proces actief ondersteunen, binnen of buiten het kader van CMK. Primair en Voortgezet Onderwijs Uit de landelijke evaluatie van het CMK project is gebleken dat scholen nog te weinig eigenaarschap tonen en dat betrokkenheid teveel afhankelijk is van individuele motieven van een directie. Uit de Tilburgse evaluatie is gebleken dat leerkrachten en interne cultuur coördinatoren vaak onvoldoende worden gefaciliteerd om goede resultaten te kunnen boeken. In de Lokale Educatieve Agenda 2015-2018 is aandacht gevraagd voor talentontwikkeling en er zijn via de Integrale Locatie Plannen mogelijkheden om extra te investeren in bijvoorbeeld cultuureducatie. Wij zullen aan scholen die deel willen nemen aan CMK 2 voorwaarden stellen. Uitgangspunt zal een grotere financiële verantwoordelijkheid van de scholen zijn. Naast financiële bijdragen zullen wij ook draagvlak en commitment vragen. Een nieuw ontwikkelde aanpak op maat voor de school moet, ten behoeve van een goede implementatie, worden gefaciliteerd en de nieuwe invulling van het cultuuronderwijs moet vervolgens worden geborgd/vastgelegd in het schoolplan. Daarnaast kunnen scholen hun eigen bijdrage verhogen door in te spelen op nieuwe subsidieregelingen van het rijk zoals de Impuls muziekonderwijs en de Professionalisering cultuuronderwijs primair onderwijs.

b-11


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Ouderbetrokkenheid Betrokkenheid van ouders is in algemene zin een belangrijke randvoorwaarde voor de ontwikkeling van culturele competenties (binnen school) en cultuurparticipatie (buiten school) van kinderen. We willen bevorderen dat ouders betrokken worden bij cultuur op school en dat ouders aandacht besteden aan cultuur in de vrije tijd met hun kinderen. Daarom zullen we voor dit aspect aandacht vragen in de nieuwe planvorming van CMK 2. We zullen bezien of het afsluiten van een convenant tussen gemeente, onderwijs en culturele veld een hulpmiddel kan zijn bij het vormgeven van de samenwerking.

b-12


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

BIJLAGE 3 VERSLAG STADSGESPREKKEN CULTUUR VOORJAAR 2016 In voorjaar van 2016 heeft de gemeente vijf stadsgesprekken gevoerd aan de hand van verschillende thema’s. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met specifieke groepen. Doel was om ‘input’ op te halen over kunst en cultuur uit de stad. In deze bijlagen zijn samenvattingen opgenomen van de stadsgesprekken cultuur die achtereenvolgens op 2, 9, 17 maart, 6 april en 10 mei zijn gehouden.

SAMENVATTING STARTBIJEENKOMST 2 MAART 2016 IN HAL 88, SPOORZONE THEMA: “HOE ZIET TILBURG ER IN 2020 CULTUREEL UIT?” De opkomst is hoog: ruim 125 kunst- en cultuurliefhebbers. Het gevarieerde gezelschap bestaat uit allerlei makers, medewerkers van kunstopleidingen, culturele en educatieve instellingen en organisaties (bibliotheek, musea, Fontys-onderwijs), bestuurders en (muziek)beoefenaars van diverse culturele amateurgezelschappen en -verenigingen, erfgoed Tilburg, politici en ook spontane deelnemers en inwoners van de stad. Namens de gemeente zijn wethouder Marcelle Hendrickx aanwezig en beleidsmedewerker Cultuur Martin van Ginkel. Gespreksleider Beeldverslag

Ruben Maes tekenaar Jeroen de Leijer

Opening De gespreksleider opent de avond door de aanwezigen de vraag voor te leggen waarom zij kunst en cultuur belangrijk vinden. Een aantal reacties: - Kunst en cultuur maakt het leven leuk, vormt, verbindt, zet bewustwording in gang. - We moeten een brede basis bieden, voor jong en oud, voor álle Tilburgers. - Er moet aandacht zijn en blijven voor het erfgoed van Tilburg. - De deelname aan het culturele verenigingsleven nieuw leven inblazen. - Ruimte bieden aan jong talent en nieuwe concepten, denkkracht stimuleren. - Begrip kunst en cultuur oprekken: design, grafisch ontwerp, games, muziek, mode, eetgedrag en –gewoonten (voeding, gezondheid); met name kinderen bewustmaken van afkomst producten via boerderijeducatie. - Kunst en cultuur biedt dezelfde taal aan mensen van verschillende afkomst. Graag meer aandacht voor culturele diversiteit. Samen Van onderaf en samen op dynamische wijze met de stad de belangrijkste kunst- en cultuurthema’s van Tilburg voor de komende jaren in beeld krijgen. Dat is de wens van het stadsbestuur, licht de wethouder toe. De gemeente wil ruimte bieden aan jong talent, verrassende verbindingen tot stand laten komen en een klimaat scheppen waarin iedereen kan meedoen. ‘We willen van alle betrokkenen zelf horen waar de accenten moeten komen en suggesties krijgen over hoe dit te organiseren en structureel te financieren’, aldus de wethouder.

b-13


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Naast de economische waarde van kunst en cultuur voor individu en maatschappij, telt voor de gemeente ook de economische waarde voor de stad. Kunst en cultuur komt op diverse maatschappelijke domeinen samen. Dit vraagt om een integrale benadering. Als 6de stad van Nederland vindt de wethouder echter dat Tilburg zich veel meer moet profileren. ‘De stad is nog te veel naar binnen gekeerd, terwijl de Tilburgers trots mogen zijn op de vele nationale en internationale iconen die uit het Tilburgse broednest al zijn voortgekomen. De stad heeft ambassadeurs nodig die met overtuiging de kwaliteit van Tilburg uitdragen’, besluit de wethouder. Respons uit de zaal Uit de zaal komt de reactie dat het nieuwe beleidsplan niet moet worden afgebakend tot de beleidsperiode 20172020 maar wellicht tot 2050. De gemeente beaamt dit, maar tekent tegelijkertijd aan dat de gekozen periode samenhangt met de Rijksfinanciering en men nu ook concrete stappen wil zetten. Een ander geluid: “de thema’s voor Tilburg liggen voor de hand: rauw, talentontwikkeling, experiment en educatie. Tilburg is een stad van makers, zowel professioneel als op amateurgebied. Graag inzetten op meer inwoners van de stad mee kunnen laten doen en mee kunnen laten maken.” 16 ronde tafelgesprekken De aanwezigen gaan in 16 ronde tafelgesprekken enthousiast aan de slag om hun belangrijkste uitdagingen en dromen voor Tilburg te vertellen en te noteren. De hoeveelheid opgehaalde informatie is groot. Veel aanbevelingen overlappen elkaar of vullen elkaar aan en zijn grofweg onder te verdelen in een aantal thema’s. Hieronder een greep uit de vele reacties, per thema. Verbinding - Kunst en culturele diversiteit voor iedereen toegankelijk - Verbindingen: onderwijs - cultuur, jong en oud, maar hoe? - Meer sociale samenhang tussen alle wijken en bevolkingsgroepen. - Opbouwend samenwerken, uitdaging goede verhoudingen - Culturele integratie en betrokkenheid bedrijfsleven - Spanningsveld tussen lokaal, regionaal, nationaal, internationaal - Omgaan met inkomensverschillen (armoede). - Creëer laagdrempelige plek in wijk en dorpen om kunst/cultuur in nabijheid te brengen van alle inwoners - 210.000 mee-makers -> participatie - Samenwerking tussen sectoren (cultuur cross-over met andere sector) - Verbinding amateurs + professioneel. Ontmoeten + bestuiven, uitwisselen/delen. - Spin-off kunstonderwijs breder uitventen -> city marketing - Erfgoed: goed voor identiteit, authenticiteit, sociale cohesie Diversiteit - Veel culturele diversiteit - Jongvolwassenen 25-30 jaar maken/zijn de stad -> vasthouden voor de stad -> gelaagdheid/diversiteit Vernieuwing - Nieuwe vormen van cultuurontwikkeling: jong en oud betrekken bij cultuur - Basis faciliteren: talentontwikkeling mogelijk maken tot aan professioneel - Ruimte voor kleinschaligheid als voedingsbodem voor makers en ontmoetingen Jong en oud - Meer jongeren betrekken inspireren voor cultuur - Jeugd faciliteren voor kunst (onderwijs/kunstenaars) - Alle scholen (+buitenschools) cultuureducatie/kennisdelen - Houd verbinding met inwoners (écht Tilburgs) - Mogelijkheden voor kinderen om zich van jongs af aan breed te ontwikkelen tot cultuurgenieters/makers/ dragers - Muziekonderwijs voor kinderen - Bewustwording van voeding en gezondheid (m.n. bij kinderen) - Alle basisscholen hebben in 2020 een goed uitgewerkt cultureel-educatief plan. - Ouderenparticipatie in cultuur (financieel niet altijd te realiseren) Cultuureducatie - Vakdocenten in het basisonderwijs - Erfgoed: inspiratie voor educatie, kunst, literatuur-verhaal

b-14


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Trots en lef - Nek uitsteken: lokaal en globaal (wisselwerking) eu.com.nl; stad moet lef hebben en pronken met talent (nieuwe gezichten) - Makers op een voetstuk, geef ze ruimte - Nr. 1 in kunst en cultuur: internationaal (visie/doel) - Balans/afweging: amateur – professionals - Trots zijn op je stad + leesplankje van Zwijssen + textielverleden - Tilburg kunstenstad; Imago cultuurstad uitdragen; het is er al! - Overstijg nog meer het (industriële) verleden en werk aan een ander imago (cultureel etc.). Ben trots op je stad en op wat er allemaal gebeurt. - Zekerheid voor kunstenaars, ook financieel! - Binnenstad is bruisend, leefbaar, groen, genieten; Stadspark (plek voor iedereen) - Erfgoed is meer dan monumenten - Uitdaging: van leeg winkelcentrum naar levendige binnenstad - Droom: integraal – op plekken – Spoorzone, Piushaven (Verkadefabriek), bruisend. - Circulaire economie, terugvinden in kunstbeleid - Makersruimte behouden om vanuit eigen visie bij te dragen aan maatschappij Motivaties Veel gehoorde uitspraken: - Jong geleerd is oud gedaan! - Kunst/cultuurbehoefte sluimert in elk kind! Wakker het aan. Zelfvertrouwen, uitlaatklep, cultureel bewustzijn, trots, creativiteit, zelfontplooiing. Daarmee maken zij hun toekomst! - Voor ouderen: inspiratie door de jongeren. ‘Ontroesten’ van de oudere generatie - Cultuureducatie met kwaliteit is meer dan kunstzinnige activiteiten in de klas… -> naar buiten, naar de kwaliteitsinstellingen: theater, musea, erfgoedlocaties - Kunst en cultuur maakt dat mensen elkaar opzoeken -> verbinding -> waarden, normen en passie verbindt. Cultuur moet voelbaar zijn in dorpen en de stad. - Door samenwerking ontstaan nieuwe ideeën, impulsen en innovatie en kansen. - Projectmatig werken i.p.v. verenigingsstructuur; kunst in nieuwe context plaatsen - De gemeente moet de uitdrager zijn: zien, prikkelen (fouten mogen maken), stimuleren i.p.v. sturen, etc.; verder dan collegeperiode willen kijken en vastleggen in visie. Controlezucht in beleid moet overboord. - Samen sterk: basis/roots niet verliezen; verbinding met de ander; draagvlak voor plannen; van elkaar leren; elkaars kracht gebruiken; niet oubollig (balans). - Laagdrempelig: gemeenschap bouwen; samen betalen.

b-15

Onderzoeksvragen Voor het vervolg van de stadsgesprekken is een aantal onderzoeksvragen vastgesteld: > Hoe maak je doorlopende lijn voor makers, zorg je voor continuïteit? Educatie-> talent-> begeleiding-> leren aan anderen. > Hoe kan kunst en culturele diversiteit bijdragen aan leefbare, prikkelende, inspirerende stad? > Hoe organiseren we de samenwerking in eigen en andere cultuur? > Hoe kun je experimenten en vernieuwing relateren aan wat er al is? > Hoe zorgen we ervoor dat de Tilburger trots is/wordt op zijn stad? En hoe zorgen we ervoor dat de rest van de wereld dat weet? Hoe geven we Tilburg vleugels? > Hoe maken we kunst en cultuur voor iedereen bereikbaar? (financieel, fysiek, jong en oud) > Hoe zorgen we voor borging van culturele ontwikkeling in onze stad? > Vaste structuren tegenover dynamische tijd/processen -> Hoe komen vaste structuren en nieuwe/tijdelijke initiatieven in een veranderende tijd samen? > Hoe zorgen we ervoor dat alle Tilburgers betrokken zijn bij kunst en cultuur? En hoe verbind je diverse doelgroepen en initiatieven waardoor nieuw aanbod zich kan ontwikkelen. > Hoe kan en gaat Tilburg faciliteren zodat subculturen, niches, makers, diversiteit zich zo kunnen ontwikkelen dat het onderdeel uitmaakt van de profilering van Tilburg? > Hoe zorg je ervoor dat de jeugd meer en beter kennis maakt met kunst en cultuur? > Hoe kun je met cultuurbeleid de dynamiek van de toekomst faciliteren? > Kunstdisciplines: hoe zorgen we voor meer cross-over? > Stad + platteland: hoe zorgen we voor meer integratie/cross-over? > Hoe zorgen we ervoor dat de kinderen van Tilburg cultuur(mee) maken? > Wat zijn de maatschappelijke effecten die je met kunst/cultuur wilt bereiken? > Hoe andere culturen + jonge mensen actief betrekken bij cultuurvorming? > Hoe wordt de infrastructuur geregeld voor (jong) talent/makers/bezoekers? > Hoe krijgen we scholen naar de boerderij?


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Aandachtspunten - Hoe komen vaste structuren/nieuwe initiatieven in een veranderde tijd samen? Is wat we nu vinden over 5 jaar nog steeds actueel? Er is behoefte aan structuur en zekerheid, maar ook aan ruimte voor vernieuwing. Dat vraagt om flexibiliteit en financiering. - De samenwerking binnen de wereld van de kunst en cultuur en met de wereld erbuiten, is een belangrijk vraagpunt. Er zijn veel raakvlakken met andere domeinen, maar wat moet leidend zijn? - Hoe de culturele ontwikkelingen in de stad voor de toekomst qua visie en niet alleen financieel te borgen. - De maatschappelijke effecten van kunst en cultuur zijn evident, maar hoe bereik en activeer je iedereen. - Cultuureducatie werd, evenals de actieve rol van jongeren, breed onderschreven. - Tilburg mag trotser zijn, gezien de vele iconen. - Naast vernieuwing is het erfgoed nodig voor identiteitsvorming. Afsluiting De wethouder had graag meer pluspunten gehoord over Tilburg welke absoluut behouden moeten blijven. Een voorbeeld is het leggen van (verrassende) verbindingen met en tussen verschillende sectoren. Deze dient goed bewaakt en verder ontwikkeld te worden. De thema’s ‘culturele diversiteit’ en ‘culturele maatschappelijke participatie’ geven volgens de wethouder niet alleen kansen voor vernieuwing, maar verdienen absoluut aandacht, zodat veel kinderen uit bepaalde wijken en andere culturen ook in aanraking kunnen komen met kunst en cultuur. Het vereist tevens sensitiviteit van makers om in de samenleving verbindingen te leggen. De gemeente wil samen met organisaties en culturele partners op zoek naar een manier om de uitdaging waar we voor staan, vorm te geven en aan te gaan. Tekenaar Jeroen de Leijer laat tot slot van de avond rake prenten zien die de dilemma’s van de opgaven weerspiegelen.

b-16


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

SAMENVATTING 2E STADSGESPREK 9 MAART 2016 IN MFA HET SPOOR THEMA: “VERBINDING VAN CULTUUR MET DE STAD”

Ook dit tweede debat een goede opkomst met zo’n 90 kunst- en cultuurliefhebbers: genodigden (vele makers, culturele instellingen en organisaties, onderwijs, allerlei culturele verenigingen, bibliotheek, politiek) en spontane deelnemers. Namens de gemeente zijn wethouder Marcelle Hendrickx aanwezig en beleidsmedewerker Cultuur Martin van Ginkel. Gespreksleider Beeldverslag

Ruben Maes tekenaar: Jeroen de Leijer

Inleidend De gespreksleider heet iedereen van harte welkom op het 2e stadsgesprek met als thema ‘verbinding leggen’. Een groot deel van de aanwezigen was niet bij de startbijeenkomst. In die eerste bijeenkomst zijn de onderzoeksvragen geïnventariseerd. Daaruit bleek een spanningsveld tussen wat behouden moet blijven en hoe vernieuwing te realiseren. Tekenaar Jeroen de Leijer laat de aanwezigen dilemma’s en gevoeligheden zien die hij tijdens de vorige bijeenkomst op een rake manier via tekeningen in beeld heeft gebracht. Voorbeelden zijn ‘subsidie maakt misschien lui?’, ‘veel mensen hebben oog voor ouderenparticipatie’, ‘geen gefröbel’ (i.v.m. buurtcultuur), ‘thema’s worden: rauw, talentontwikkeling, experiment’. Aansluitend volgt een korte film, als inleiding op de inhoud van deze avond. Stand van zaken In het gesprek over de ontwikkelingen binnen kunst en cultuur, licht wethouder Marcelle Hendrickx onderstaande punten toe: • Het nieuwe beleidsplan voor kunst en cultuur is nog niet klaar. Dit heeft te maken met de stadsgesprekken die nog in volle gang zijn. Zijn dienen als input. Het doel is tot een gezamenlijk plan te komen dat, naast de cultuursector, gedragen wordt door heel de stad. • De stadsgesprekken zijn doorlopende gesprekken. Het verslag van vanavond geeft weer input voor volgende gesprekken. Daarnaast vinden gesprekken plaats met specifieke groepen, zoals jongeren, ondernemers en makers. • De slotbijeenkomst staat gepland op 10 mei. Dan laat de gemeente weten aan de stad welke ideeën zijn opgehaald in de gesprekken. Vóór de zomer volgt een beleidsdocument met een financieringsvoorstel. Mogelijk komt er een klankbordteam ter ondersteuning van het schrijfproces. • Een serieus probleem waar Tilburg mee worstelt is dat we niet trots genoeg zijn op onze stad. En dat terwijl Tilburg inmiddels heel wat iconen heeft. Deze kwestie is niet alleen op te lossen met city marketing. • Bij het maken van verbindingen wil de wethouder een relatie zien met de opgave ouderenparticipatie. De werelden van kunst, cultuur en ouderen moeten meer met elkaar verbonden zijn. Ze roept iedereen op mee te denken over hoe ouderenparticipatie te bevorderen.

b-17


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Reacties en suggesties Vanuit de zaal klinken direct ideeën om de ouderen meer te betrekken: • In Manchester is de sociale agenda verbonden met de kunst- en cultuuragenda. Het gaat om grotere projecten. • Een galeriehoudster merkt op dat het om bepaalde groepen ouderen gaat. ‘De schouwburg trekt bijvoorbeeld al veel ouderen.’ • Specifieke groepen ouderen op een andere manier benaderen en zorgen dat de koek groter wordt. Doelgroepen bepalen De gespreksleider vraagt iedereen om binnen twee minuten groepen te bedenken om verbinding mee te maken vanuit de kunst- en cultuursector. Dat levert een lijst op met twintig groepen en bovendien de constatering hoe breed en divers de doelgroep is. De opdracht aan de deelnemers is om een groep te ‘adopteren’ en zo duidelijk mogelijk te bepalen hoe je de verbinding legt. Per tafel zijn de volgende groepen geadopteerd: 1 Jonge gezinnen met kinderen (nieuwe groep) 2 NTNNA (Nederlandse Tilburgers met een niet-Nederlandse achtergrond) 3 Toeristen 4 Mee-makers 5 Amateurkunst 6 Alle studenten 7 Alle leerlingen, breder dan onderwijs 8 Studenten 9 Wijkbewoners 10 Bedrijfsleven 11 Lage inkomens 12 Jonge wijkbewoners 13 Mee-makers De gespreksleider concludeert dat bepaalde groepen niet zijn genoemd: mensen met een beperking, toptalenten/ echte helden, podia, beleidsmakers, onderwijs, sociale domein (Jeugdzorg/WMO), regio en onderwereld. Brainstorm De aanwezigen krijgen een half uur tijd om per tafel na te denken over hoe de gekozen groep te benaderen. Daarna worden de highlights van de uitwerkingen gezamenlijk besproken. Hieronder volgen de bevindingen en bespreking per groep. Studenten • Er zijn veel studenten in Tilburg • In Amsterdam runnen studenten een bioscoop: Kriterion • Studenten toffe bijbanen aanbieden bij culturele instellingen. Ze nemen hun vrienden en vriendinnen daar dan mee naar toe. Samenvattend: Culturele instelling volledig door studenten laten runnen en betaalde bijbanen voor studenten. Mogelijkheden: een variant op het startersbeursidee, een eis dat bijvoorbeeld 20% van medewerkers uit studenten bestaat; een uitzendbureau voor studenten. De gespreksleider vraagt per tafel bovenstaand idee aan te scherpen. Dit levert het volgende op: • De studierichting lifestyle van Fontys is benaderd. Vier concepten zijn gerealiseerd. • Een student wil vier zaken: studeren, relaxen, van de natuur genieten en een beetje sporten. Zaken aantrekkelijker maken voor studenten kan bijvoorbeeld door een “student return” in de subsidievoorwaarden op te nemen. Dan kun je als werkende student met flinke korting gebruik maken van het aanbod (zoals medewerkers van TheatersTilburg). (Makers en) mee-makers tafel • Het organiseren van een 30-daagse, Tilburgse muziekmarathon. ‘Iedereen per wijk mobiliseren om 3 dagen lang, 24 uur per dag muziek te maken. Bewoners kunnen gebruik maken van een basiscompositie. Dit muziekstuk moet deze zomer klaar zijn. Iedereen die meedoet, legt zich vast voor drie jaar. Tijdens de 30 dagen organiseren de deelnemers regelmatig een hoogtepunt. Op zondag 17 april is de presentatie van dit idee in De Poort.’

b-18


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Samenvattend: focussen op één ding, waarmee je de stad in beweging krijgt. Hoe doe je dat bijvoorbeeld met beeldende kunst? Reacties: - iedereen (dus ook beeldende kunst) kan aanhaken op dit idee; - niet richten op muziek, maar noem het ‘Cultuurkaravaan’! Dan zijn we allemaal uitgenodigd!; - het lijkt op de T-parade. Wijkbewoners • Belangrijk is het zoeken naar fysieke plekken in de wijk. Behalve in een MFA kan het ook bij de mensen thuis, in buurtcafés en in winkelcentra. • Idee: Maak een ‘scan’ per wijk. Wat zit er in de wijk aan (aanbiedende) kunstenaars? Onwetenden / ongeïnteresseerden • Probleem is altijd hoe je dit soort groepen kunt bereiken. Een idee is om niet je eigen concept te volgen, maar als theatermaker te starten. Een voorbeeld is gaan wonen in een flat in de Bijlmer en zo laten zien dat je ‘vanuit iemand anders’ start met je kunstwerk. • Tip van gespreksleider: kijk ook eens bij PS Theater Leiden. Lage inkomens • Een soort ‘voedselbank voor cultuur’ inrichten voor de mensen met een laag inkomen. Bijvoorbeeld: entreekaarten beschikbaar stellen die je niet gebruikt (vergelijkbaar met het idee van “uitgestelde koffie”). • Iets dergelijks gebeurt al voor de mensen uit de Quiet 500 (mensen die voor de Voedselbank in aanmerking komen). Mensen kunnen ook materialen beschikbaar stellen, zoals gitaren die je nooit gebruikt. Meer informatie op de website van “Quiet Community”. Bedrijfsleven • Combineer kunst en cultuur met nieuwe techniek/social innovation; een cineast en een beddenfabrikant kunnen een film op een plafond maken, waarbij men op een nieuw bed kan liggen. Spreker zegt een community te zullen opstarten. • In dit verband komen verschillende mogelijkheden en ideeën ter sprake: een Cultural Business Case uit Den Haag; in de Kennismakerij (Spoorzone) is elke eerste dinsdag van de maand de BIG Borrel; Buurthuis; Open cultuurfabriek met betaalde kunstenaars (In België hebben alle dorpjes dergelijke voorzieningen; mensen krijgen daar les van kunstenaars). NTNNA (= Nederlandse Tilburgers met een niet-Nederlandse achtergrond) • Deze doelgroep moet Festival Mundial bezoeken. Laagdrempeliger en beter betaalbaar zijn hiervoor vereisten. Hoe bereik je dat? Samen bedenken met de doelgroep. Iemand buiten de tafelgroep merkt op dat Festival Mundial het kwalitatief beste festival in West-Europa is voor een lage prijs. • Inschatting is dat ongeveer 90% van de Tilburgers niet op zoek is naar cultuur. ‘Toevalligheden’ creëren zodat deze mensen ermee in aanraking komen. Bijvoorbeeld door een piano neer te zetten bij het station. Samenvattend: onverwacht op plekken verschijnen waar de mensen al zijn. Over de andere doelgroepen die in de gezamenlijke nabespreking niet aan de orde kwamen, is het volgende opgeschreven: Toeristen: - Continuïteit bij evenementen, festivals - VVV betere informatie voorziening, duidelijker en zichtbare plek - Duidelijker gezicht van de stad (Eindhoven heeft een duidelijk gezicht d.m.v. design), wat maakt Tilburg uniek? - De gemeente faciliteert, maar het initiatief moet uit de stad komen. Jonge wijkbewoners: - Afstand verkleinen - Breng cultuur naar de wijk. Pop-up, buitenpodium in de wijk, toevalligheid creëren - Cultuur aan laten sluiten op belevingswereld / leefwereld + wat vinden ze leuk of doen ze graag (sporten, gamen, chillen, social media) - Cultuureducatie op en na school Jonge gezinnen met kinderen: - Pop-up cinema maar ook beeldende kunst, zoals Lustwarande - Wijkraden benaderen; Verrijk-je-wijk-gelden aanvullen met cultuurgelden - Openstelling wijkcentra in de weekenden - Kinderopvang aanbieden bij culturele activiteiten / instellingen

b-19


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Leerlingen: - Jong: Kinderboerderij, ateliers, cultuurfabriek - Ouder kind: schoolbandjes, musical, integreren in school curriculum Jongeren onder de 23 jaar, zonder startkwalificatie: - Interesse ontstaat door te doen - Doen ontstaat door laagdrempeligheid en door ambassadeurs; mogelijk via cultuurcoaches/welzijn, e.d. - Accommodaties betrekken door subsidievoorwaarden - Doelgroepen combineren en met elkaar samen laten werken (door ambassadeurs) Afsluiting Tekenaar Jeroen de Leijer laat luchtige en prikkelende prenten zien die de highlights van deze avond mooi weergeven, zoals een “Plafond-film” in samenwerking met een matrassenkoning en bankstellenkampioen. Tot slot geeft wethouder Hendrickx een korte reactie op wat er deze avond besproken is: • Het spanningsveld rondom Festival Mundial is opvallend. Aan de ene kant is er de internationale uitstraling, aan de andere kant de wens zich te richten op de Tilburger. • Ze wijst erop dat een van de pijlers van Tilburg ‘kunst en cultuur’ is. Dat neemt niet weg dat het ijdele hoop is dat iedereen daarbij betrokken kan, zal en wil worden. • Het is de vraag of het idee over de “betere bijbaan” voor studenten verplicht opgelegd kan worden via subsidie voorwaarden. De wethouder vindt de opkomst en betrokkenheid enorm. Zij bedankt allen hartelijk daarvoor. Data vervolggesprekken: 17 maart, 6 april en 10 mei.

b-20


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

SAMENVATTING 3E STADSGESPREK 17 MAART 2016 IN HET TEXTIELMUSEUM THEMA: “RUIMTE VOOR EXPERIMENT EN VERNIEUWING” Het derde stadsgesprek kent wederom een divers gezelschap: enkele commissie-/raadsleden, individuele kunstenaars/ZZP-ers, onderwijs (Fontys Hogeschool voor de kunst, Kunstacademie, UvT, Seniorenacademie), gezelschappen uit de amateurkunst (theater, seniorenkoor, Surinaams koor, harmonie), lid kunstenaarsvereniging, stichting Ateliers, ART, organisator festivals, uit het bedrijfsleven (culturele dienstverlening), bestuur van culturele instelling, Factorium, bibliotheek (kunsteducatie), ambtenaren cultuur van de gemeente, Textielmuseum, erfgoed, klasseboeren, vele inwoners en geïnteresseerden. Namens de gemeente is beleidsmedewerker Cultuur Martin van Ginkel aanwezig. Wethouder Marcelle Hendrickx is door omstandigheden verhinderd. Gespreksleider Beeldverslag

Ruben Maes tekenaar: Jeroen de Leijer

1. OPENING De gespreksleider heet de aanwezigen welkom en licht de bevindingen toe uit de twee voorgaande bijeenkomsten. Aansluitend vraagt hij ieders beweegreden om deel te nemen aan dit derde stadsdebat. Sommigen hebben ook aan de vorige debatten deelgenomen en voelen zich zeer betrokken bij de toekomst van Tilburg op het gebied van de kunst en cultuur. Mogelijkheden in verbinding Via humoristische tekeningen van Jeroen de Leijer, wordt kort teruggeblikt op bevindingen uit de twee voorgaande bijeenkomsten. Duidelijk is dat wij niet zien wat Tilburg allemaal te bieden heeft en dat evenmin uitdragen. Maar ook dat kunst/cultuur wellicht wel de verbinding kan maken met bepaalde groepen uit de samenleving die geen aansluiting hebben. Tilburgers kunnen misschien op een ‘plattere’ manier (gratis) bij kunst/ cultuur betrokken worden. Vernieuwing en experiment Beleidsmedewerker van Ginkel licht toe dat de gemeente vanuit meerdere invalshoeken en stadsbreed zoveel mogelijk ideeën wil ophalen. Deze kunnen een goede bijdrage leveren aan het nieuwe cultuurplan 2017-2020. Na deze avond volgen nog diverse gesprekken. Een punt van aandacht is de manier om in gesprek te blijven met stakeholders. In de vorige bijeenkomsten is vooral gekeken naar de betekenis van kunst en cultuur voor de samenleving. Vanavond ligt de nadruk op de economische waarden van kunst en cultuur, zoals vernieuwing en experiment. De voorzitter van het Cultuurfonds Tilburg zegt ruimte te willen bieden aan vernieuwing en experiment maar nog zoekt naar de vorm. ‘Innovatie, vernieuwing en experiment gebeurt bij uitstek in de wereld van kunst en cultuur.’

2. VRAGEN IN RELATIE TOT RUIMTE VOOR VERNIEUWING EN EXPERIMENT De aanwezigen kunnen hun vragen kwijt waarop zij vanavond een antwoord willen. Het levert een mooie lijst op: • Hoe verdeel je budget aan nieuwe initiatieven en experimenten? • Hoe kunnen we op innovatieve manier via kunst en cultuur stad en platteland verbinden? • Hoe stellen we vast wat er al is aan innovatieve verbindingen in de stad (zoals cultuur en natuur) en wat we kunnen missen? • Hoe behoeden we de cultuursector voor louter politieke doeleinden? • Elke generatie heeft recht heeft op experimenteren, maar hoe beoordelen we wat een experiment is? • Hoe krijgt Tilburg een volledig beeld van activiteiten op het gebied van amateurkunst en cultuur? • Hoe kom je tot en garandeer je een structuur voor experiment & innovatie (die is er nu niet is)? • Hoe borg je structurele ruimte, faciliteiten, inhoudelijke begeleiding voor langdurig experiment en vernieuwing in de professionele kunst? (bedrijfsleven, politiek, beleid). En hoe maak je een cultuurplan voor 4 jaar overbodig. • Hoe kunnen we jongeren/mensen aan de rand van de samenleving, betrekken bij kunst en cultuur en zo verbinden? • Hoe kom je niet in de knoop met auteursrecht, beeldrechten, bumarechten? (organiserende vereniging is verantwoordelijk voor betaling van bumarecht). • Hoe zetten we Tilburg binnen enkele jaren als kunst- en cultuurstad op de kaart? Stapsgewijs: Brabant, Zuid-Nederland, Nederland, Europa… • Hoe gaat Tilburg de verbinding leggen met steden in andere landen en andere culturen vanuit het makers perspectief. Tilburg heeft veel kunstenaars werkzaam in de verschillende disciplines van de kunst die internationaal opereren, maar Tilburg doet daar weinig mee.

b-21


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

In gesprek met elkaar De aanwezigen gaan met elkaar in gesprek om de vragen aan te scherpen. Daarna volgt gezamenlijk een verdieping vanuit diverse invalshoeken (politiek, onderwijs, bedrijfsleven, etc.). De groepen gaan met onderstaande thema’s aan de slag: 1 Verdelingsvraagstuk geld en hoe experiment beoordelen 2 Buma-rechten/beeld-, auteursrechten 3 Verbinding van jongeren en ouderen 4 Verbinding stad-platteland, cultuur-natuur 5 Langdurig ruimte bieden voor experiment (meerjarenplan) 6 Tilburg op de kaart zetten, nationale-/internationale verbinding 7 Inventarisatie amateurkunst (overzicht)

3. GEZAMENLIJKE TERUGKOPPELING EN DISCUSSIE De kruisbestuiving en onderlinge betrokkenheid in de zaal zorgt voor interessante gesprekken waarin de vragen worden aangescherpt en de deelnemers zoeken naar antwoorden en mogelijke oplossingen. Hieronder een toelichting per aandachtspunt. a. Langdurig ruimte bieden voor experiment (meerjarenplan) ‘Permanent en van onder af ruimte bieden aan initiatieven in plaats van jaarlijks en van bovenaf de mogelijkheden bepalen. Hoe doen we dat binnen de huidige structuur?’, klinkt het uit de zaal. Beleidsmedewerker Van Ginkel: ‘afwijken van het huidige 4-jaren systeem betekent zoeken naar hoe dan wel. Kunst en cultuur blijven zich ontwikkelen. Naar mijn mening is het goed om wel op gezette tijden te evalueren, ook met een horizon die een stuk verder ligt (zoals 2040).’ ‘Daardoor blijft men te veel blijft vastzitten aan en denken binnen bestaande topdown-kaders’, is hierop de reactie. Community van vrijdenkers Een soort community van vrijdenkers (broeinest) oprichten met als uitgangspunt: vernieuwing, meer bekendheid geven aan kunst en cultuur in Tilburg en een podium voor initiatieven van onderaf. Bovendien creatieve uitingen niet afhankelijk maken van subsidiestromen maar mensen continue prikkelen door een podium te bieden. De gespreksleider vraagt zich af hoe dit te realiseren. Iemand komt met het voorstel dat de gemeente en de gemeenteraad zich voortdurend drie vragen moeten stellen: 1 wat is de komende tijd belangrijk voor Tilburg; 2 wie zijn nodig om de plannen te realiseren (partners in het veld, culturele instelling, onderwijs); 3 wat is de bijdrage van de gemeente zelf. Een andere aanpak dan de ‘betonnen structuur’ met zijn jaarlijkse aanpassing en topdown aansturing. Een deelnemer suggereert om voor de sector Cultuur gebruik te maken van de midpointstructuur (zoals bij Leisure). Op een abstracter en regionaal niveau een visie/beleid uitzetten voor een langere periode met garantie voor meer continuïteit en welllicht minder afhankelijkheid van politieke schommelingen tot gevolg. b. Hoe borg je structurele ruimte voor langdurig experiment en vernieuwing in de professionele kunst? (bedrijfsleven, politiek, beleid) De culturele sector lijkt veel meer last te hebben van politieke verschuivingen (zowel lokaal als landelijk) dan de andere sectoren waar veel meer geld in omgaat. ‘Elke 4 jaar willen politici hun stempel erop zetten. Is er een structuur te bedenken die meer borging kan garanderen?’ c. Hoe behoeden we de cultuursector ervoor dat deze uitsluitend instrumenteel wordt gebruik voor politieke doeleinden? Reacties: - De sector (theater, onderwijs, kunsten, zzp-ers) moet zich zo organiseren en manifesteren dat de politiek er niet omheen kan - De oproep klinkt om meer, intenser en langduriger samen te werken als makers en performers. Ieder kan zijn beste en sterkste punt naar voren brengen en kijken hoe je daar een ander mee verder helpt. Subsidie werkt korte termijn aanpak in de hand. - Door subsidies gaat men niet beter samenwerken. Wel zijn ze nodig om kunst en cultuur staande te houden en initiatieven tot samenwerken te ondersteunen (ruimte en tijd). Zich daarbij wel realiserend dat resultaten pas na verloop van tijd zichtbaar worden.

b-22


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

d. Hoe borg je ruimte, faciliteiten, inhoudelijke begeleiding, de vernieuwing en experiment in de podiumkunsten? ‘Er moet ruimte zijn om fouten te mogen maken om te kunnen groeien. Initiatieven niet gelijk afschieten dus. Vaak zijn mislukkingen nodig om te weten hoe het niet moet’, aldus een van de aanwezigen. Reacties: - Samen het experiment dragen, samenwerking - Voor bepaalde kunstvormen/uitingen werkt een samenwerking op Tilburgs niveau niet - De politiek denkt nu vaak in hokjes en bepaalt of er geld voor komt. - Cultuur heeft effect op veel andere gebieden. Zo zou geld voor zorg ook kunnen gaan naar cultuur. Een raadslid vraagt zich hoe politieke verantwoording af te leggen over experimenten - Bepaalde vormen van kunst zullen nooit plaatsvinden als er geen geld voor is. Bij het maken van keuzes moet men zich dat realiseren. Sommige vormen van kunst betalen zich niet terug in klinkende munten maar wel in andere waarden. e. Hoe kom je tot en garandeer je een structuur voor experiment & innovatie (die is er nu niet is)? ‘Hoe kom je in het veelvormige veld van kunst en cultuur tot een organisatie/structuur waarin men elkaar ruimte geeft voor experimenten op basis van solidariteit. Is men bereid om opbrengsten uit successen te investeren in nieuwe experimenten en eventuele mislukkingen?’ Reacties: - Deze solidariteit niet vragen aan de sector zelf (de makers) maar aan het publiek. Nu moet je als kunstenaar veel tijd en energie steken in het ophalen van geld (fonds, sponsoren) om iets te kunnen organiseren. Het samen dragen moet komen vanuit de stad, het publiek, de samenleving. - Het loopt vast door de ‘hokjescultuur’ die zowel te zien is bij de gemeente als bij het cultuurfonds, bij instellingen, in de discussie of iets cultuur is of een evenement - De laatste decennia is veel geld weggehaald in de kunst- en cultuurwereld met eerder concurrentie dan solidariteit tot gevolg. Het is een verdelingsvraagstuk. f. Waarom willen we ruimte voor experimenten en vernieuwing, en ruimte voor mislukkingen? Deze vraag allereerst in beleid en politiek beantwoorden. Als we weten waarom we dit willen (de stad blijven verbazen en verrassen) is het verantwoordingsvraagstuk minder relevant, maar gaan we meer nadenken over hoe we dat willen doen. Reacties: - Artistiek bezig zijn is per definitie experiment/innovatie - We moeten niet uitgaan van ‘mislukkingen’. Het gaat erom dat kunst en cultuur verbindingen legt met andere sectoren: natuur, mobiliteit, economie, vrijetijdsbesteding etc. g. Hoe kunnen we op innovatieve manier via kunst en cultuur stad en platteland verbinden? Kunstenaars die bijdragen aan die verbinding waar andere sectoren van kunnen profiteren, moeten alle ruimte krijgen. Kunstenaars leven allang niet meer in een ivoren toren maar zijn druk bezig met de eigen broek ophouden, experimenten en het maken van verbindingen met andere sectoren. Dit wordt niet (genoeg) gezien. Kunstenaars horen vaak dat ze ‘niet passen in dit of dat hokje’. De vraag rijst wat de waarde is van vernieuwing. Ook de wereld van cultuur is voortdurend in verandering en vernieuwing is nodig als aanpassing bij veranderde omstandigheden. h. Hoe kunnen we vaststellen wat er al is aan innovatieve verbindingen in de stad (bijv. aan cultuur en natuur) en wat we kunnen missen? Er moet ruimte zijn voor mislukking/mutatie/vernieuwing, maar welke criteria zijn nodig? ‘We moeten durven opruimen.’ (Zoals de ambachtelijke tuinman die kijkt wat nog goed is om op voort te borduren en niet de tuinarchitect die aan de slag gaat met een volledig nieuw ontwerp).

b-23


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

i. Als er geld is om vernieuwing en experiment te ondersteunen, hoe verdeel je het dan? De gespreksgroep is blijven hangen bij de vraag waarom ze vernieuwing belangrijk vinden en daardoor niet toegekomen aan het geldverdelingsvraagstuk. - Wat is de betekenis van je kunstuiting voor anderen (boodschap meegeven, ontspanning bieden e.d.). Bij de geldverdeling mogelijk effectiviteitscriteria hanteren. - Diverse cultuurfondsen verdelen reeds geld, maar op basis van welke criteria is niet bekend. Wat gedaan wordt met de overschotten evenmin. - Als reactie klinkt dat de criteria ook deels subjectief zijn; belangrijke criteria zijn het publieke bereik en de waardering van het publiek (crowdfunding). Met geld in het Cultuurfonds wil het bedrijfsleven meehelpen ruimte te bieden aan experimenten; in de markt toetst men of het publiek er ook geld voor over heeft. - Ruimte/geld bieden aan experimenten in de kunst en cultuur met nationale en/of internationale potentie. Een criteria is of er al (inter)nationale partijen/financiers betrokken zijn. - ‘(Inter)nationale allure is niet af te meten aan dergelijke criteria. Maak loketten waar initiatiefnemers langs kunnen komen. Geef hen ruimte door koppelsubsidies aan te bieden en controleer regels waar men aan moet voldoen.’ - Iemand anders adviseert een ‘regelloze ruimte’ en het cultuurveld het vertrouwen te geven om het zelf te regelen (zoals KNVB de scheidsrechter bij de F-jes heeft afgeschaft en de pupillen het onderling moeten oplossen). - Cultuurfonds meer van en voor het cultuurveld maken. De wens bestaat om als ondernemer geld en een web site beschikbaar te hebben met een beperkte set aan spelregels en het proces verder over te laten aan het veld. - Er gaat nu erg veel energie zitten in het maken van regelgeving. Spreker roept op eenvoudige manieren te verzinnen om mensen die cultuur maken te ondersteunen. - Op de vraagt waar en hoe de te maken keuzes te organiseren, volgt als reactie dat dit samen hangt met de solidariteit in het veld en of zij zelf verantwoordelijkheid wil en kan dragen. - De oproep klinkt te stoppen met alles langs de economische maatstaf te leggen, maar de waarde van kunst en cultuur voor de samenleving te benadrukken. - Niet iedereen blijkt tevreden over het verloop van het gesprek: ‘We zijn in de hoe-vraag valkuil gevallen. Bedenk geen nieuwe systemen maar neem ruimte voor experiment en vernieuwing gewoon op als criterium, en kijk waar nog ruimte is voor experiment. ‘ Gespreksleider constateert dat de waarom-vraag momenteel belangrijker is dan de hoe-vraag. Jonge, afgestudeerde kunstenaars gaan tegenwoordig gelijk op zoek naar een betaalde baan. Hun kunstbeoefening doen ze er vaak als veredelde hobby naast. - ‘De ‘wat-vraag’ komt niet in het gesprek voor. Wat gaan we doen op lange termijn (perspectief 2040); Wat doen we al en wat missen we nog? Hoe aan jong talent ruimte bieden en binnen de huidige structuren te innoveren, passend binnen Tilburg, Brabant en verder? Innovatie zit niet in 20 nieuwe projecten.’ - Iemand merkt op dat het gesprek gespeend blijft van elke ambitie over de toekomst van Tilburg in cultureel opzicht.’ In Den Bosch wordt met jaloezie gekeken naar Tilburg omdat in Tilburg ruimte is voor experimenten. Maar dat stralen we niet uit.’ - Een kunstenaar vertelt dat zij zoek gaat naar leemtes in de samenleving (zoals met kunst aandacht geven aan bepaalde doelgroepen: ouderen die kampen met eenzaamheid of dementie). j. Hoe kunnen we jongeren/mensen die aan de kant staan, betrekken bij kunst en cultuur en ze zo verbinden met de samenleving? De oproep klinkt om initiatieven hiervoor te ondersteunen omdat het een probleem is dat iedereen raakt. Het onderwijs (voor kennisoverdracht), de politiek (om ruimte beschikbaar te stellen) en ondernemerschap. - Een jonge maker zegt zich vanavond niet echt gehoord te voelen. De vraag is hoe de gemeente (en niet de belangenpartijen) experimenten en innoveren kan ondersteunen en dat in het belang van iedereen (jongere en oudere makers). - Een aanwezige doet een beroep op de professionaliteit van de professionals en stelt dat kunst en cultuur een sociaal grondrecht is. Hij verwijst naar het rapport en de vastgestelde criteria van de wetenschapsraad (landelijke bijeenkomst over “Waarde van cultuur”; via you tube te beluisteren).

b-24


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

4. BEELDVERSLAG VAN JEROEN DE LEIJER Ook vanavond heeft Jeroen de Leijer veel gehoorde geluiden in tekeningen gevangen: 1 Wat gebeurt er met uw ideeën? Uw ideeën worden zorgvuldig gearchiveerd, maakt u zich geen zorgen, alle inbreng wordt meegenomen! 2 Hoe te communiceren met jongeren? Zo: “Yo cultuur is dope, shit, vet eh… chill”. 3 Geef ruimte voor mislukking: Geen experiment zonder mislukking… “Het leeft!” 4 Tilburg internationaal op de kaart zetten: Tilburg spreekt een woordje mee, ook internationaal (calimero complex van Tilburg: Bestaat Tilburg wel, is het zichtbaar?) 5 Gezeik in kruikenstad! Even een plasje doen over het cultuurbeleid. 6 Ruimte voor experiment, ook in de dans: “het andere been ook graag!” 7 Het onbezoldigde en vrolijke kunstenaarsvolkje samen dansend rond de subsidiepot. 8 Een tuinman is nodig: Knip knip knip (minder regels) 9 Pas op voor de hoe-valkuil! Hoe/Wat? Afsluiting Beleidsmedewerker van Ginkel besluit de avond met de conclusie dat een vraag sterk naar voren komt vanavond: ‘Welke stad willen we met elkaar willen zijn. ‘Accenten leggen en daar ruimte voor maken, met een horizon verder dan 4 jaar. Maar welke keuzen gaan we dan maken en sluiten die aan bij wat we al hebben, dat zijn de vervolgvragen.’ Eventuele aanvullende opmerkingen en suggesties graag mailen naar martin.van.ginkel@tilburg.nl

b-25


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

SAMENVATTING 4E STADSGESPREK 6 APRIL 2016 IN GEBOUW P3 VAN FONTYS ACADEMY FOR CREATIVE INDUSTRIES (ACI) THEMA: “CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST” Ook de vierde stadsbijeenkomst mag rekenen op een hoge opkomst. De zaal telt zo’n 125 kunst- en cultuurliefhebbers. Genodigden (vele makers, culturele instellingen en organisaties, onderwijs, allerlei culturele verenigingen, bibliotheek, politiek) en spontane deelnemers. Namens de gemeente zijn wethouder Marcelle Hendrickx aanwezig en beleidsmedewerker Cultuur Martin van Ginkel. Gespreksleider Beeldverslag

Ruben Maes tekenaar: Jeroen de Leijer

Opening De gespreksleider heet de aanwezigen welkom. Het thema van de avond is hoe de link te leggen tussen cultuureducatie en amateurkunst. Vanuit de onderwijshoek klinkt de wens voor een vaste plek voor cultuur op scholen. Om de kwaliteit te waarborgen, is uitleg van professionals heel welkom. Momenteel gebeurt er niets aan amateurkunst op school. De amateurkunst zelf wil graag aansluiting bij scholen. Dit gebeurt nu zelden. Afwijkende tijden (overdag en ‘s avonds) zijn vooral een struikelblok. De gespreksleider concludeert dat culturele instellingen (de aanbieders) hierin een rol kunnen spelen. ‘Verbindingen vanuit de kunst- en cultuursector en ruimte voor experimenten zijn nodig om de link te kunnen leggen.’ Een korte film over Tilburg Cultuurstad illustreert de breedheid van het onderwerp. Er gebeurt veel op cultureel gebied. De gemeente ontvangt graag suggesties over hoe daar gebruik van te maken. Uitgangspunten In het gesprek met wethouder Hendrickx komen de volgende punten aan de orde: • Een cultuurplan is nodig om te bezien wat de stad op lange termijn nodig heeft en welke culturele infrastructuur daarbij hoort. Uitgangspunt is aandacht voor het brede veld en een plan waarin de stad zich herkent. In veel gesprekken staat niet het geld centraal maar hulp bij het leggen van netwerken en zaken doen in de regio. Naast vermelding van budget is het plan vooral inspirerend en richtinggevend. • Amateurkunst hoort uitdrukkelijk bij Tilburg en de regio Brabant. Onderdeel hiervan is hoe mensen zich hebben georganiseerd; een belangrijk identiteitskenmerk van de Tilburger. De amateurkunst moet stevig aanwezig blijven in de stad. • Vanuit beleid bestaat de wens er “bovenop te zitten, maar niet alles vast te timmeren”. De wethouder wil een open gesprek voeren over “liefdevolle verwaarlozing”. • De wethouder wil de ambities op het terrein van cultuureducatie samenbrengen en een volgende stap maken (zoals uitbreiding scholen met cultuureducatie; cultuureducatie in het voortgezet onderwijs; cultuureducatie voor volwassenen). • Alles wat in de stadsgesprekken is opgehaald, wordt in verslagen vastgelegd en op 10 mei teruggekoppeld naar de stad. Daarnaast volgen er nog gesprekken met specifieke groepen (jongeren, ondernemers, makers). Alle input leidt tot een cultuurplan dat als voorstel naar de raad gaat.

b-26


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

17 ronde tafelgesprekken Na het bekijken van de prenten van Jeroen de Leijer over het eerste deel van deze bijeenkomst, volgen ronde tafelgesprekken over amateurkunst en cultuureducatie. De opdracht is om zo concreet mogelijk met ideeën en opvattingen te komen. Hieronder volgt per thema een opsomming van vaak genoemde punten (met kansen en belemmeringen).

AMATEURKUNST 1. Wat is er nodig om alle Tilburgers actief of passief te laten kennismaken met cultuur en te laten deelnemen aan cultuur? - Basis (aanwezigheid kunst) en visie dat kunst er echt toe doet voor iedereen - Infrastructuur, kennis van bestaand veld, vindbaarheid faciliteiten/podia - Enthousiasmeren, prikkelen en motiveren - Faciliteren en toegankelijkheid Kansen: - Aanbod zichtbaar maken (op verschillende manieren) - Breng cultuur laagdrempelig en actief in de wijk - Verbindingen met ROC, FHK, CiST, buurtcentra, Contour de Twern, Mundial en andere culturele instellingen in de stad - “Sjors creatief” breder inzetten (ook voor volwassenen) - Verrassende verbindingen zoeken - Projecten (ad hoc) Belemmeringen: - De naam “amateurkunst” - Onvermogen qua publiciteit - Onvoldoende financiële draagkracht - Gebrek aan inzicht in subsidiemogelijkheden/fondsenwerving 2. Kunnen het verenigingsleven en buurtcultuurinitiatieven de amateurkunst samen versterken of gaat het hier om gescheiden segmenten? Kansen: - Broedplaatsen bouwen - Versterken door samenwerken - MFA’s om elkaar te ontmoeten - Stads- en buurtwandelingen - Community art als verbinding tussen amateurkunstorganisaties, instellingen, ideeën/ontwikkelingen in buurten en wijken: ‘haarvaten’ van de stad Belemmeringen: - Te hoge huren 3. Wat is de rol van cultuureducatie voor de amateurkunst? De hoofdrol: cultuureducatie is ingang voor amateurkunst/cultuurparticipatie. De try-out binnen onderwijs leidt tot amateurkunst.

CULTUUREDUCATIE 1.Wat is er nodig om alle kinderen in Tilburg te laten kennismaken en te laten opgroeien met cultuur? - Aanwezigheid kunst en cultuur (veelzijdig aanbod in alle cultuur disciplines, dus ook ambachtelijk en innovatief) - Cultuur in het curriculum van het primair onderwijs - Professionaliteit (aanbieders + leerkrachten); gepassioneerde en deskundige docenten - Goede toegang: laagdrempelig / betaalbaar (b.v. cultuurkaart, Tilburg Cultuurpas). - Ouderparticipatie (als rolmodel en vanwege facilitering) - Faciliteiten (geld, ruimte, tijd, vervoer) 2. Omcirkel de belangrijkste kansen en belemmeringen Kansen: - Cultuur leeft - Aanpassen aan doelgroep (op maat) - Volkscultuur leidt tot cultuur (Roy Donders leidt ons naar Het Museum) - Ouderparticipatie (& onderwijs); meedoen R-Newt - Voorbeeldfiguren (Ali B ontdekte het rappen in groep 8) - PABO – voorstellingen – musea bezoeken

b-27


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Belemmeringen: - Tijd; docenten hebben geen (extra) tijd voor cultuureducatie; onkunde bij docenten (onbekend) - Samenwerking scholen - ‘Onwetende’ ouders - Geld! 3. Hoe kan cultuureducatie op school, na school en in de vrije tijd het beste op elkaar aansluiten? (Wie zijn betrokken partijen en wie moet wat doen?) - Leerlingen (divers!) en hun ouders (motiverende en participerende rol) - Docenten / experts /vakmensen (kunstmakers & kunstaanbieders; musea (culturele instellingen). Zowel docenten als vakmensen zijn inspirerende ambassadeurs. Bij de samenwerking heeft de school de regie en zijn de lijnen kort. - Cultuurbeleidsmakers: dienstbaar aan de professionals, geen top down, overzicht van wat er al in het veld gebeurt, faciliteren van ontmoetingsplaatsen (werkplaats/broedplaats voor jongeren en kinderen, uitwisseling & crossovers in de stad Tilburg/aanrommelen, doe-museum, verwonderkamers). Prioriteiten De gespreksleider vraagt aan alle groepen om een keuze te maken over wat men het belangrijkste vindt, door het aanvullen van de zin: “De wethouder moet in het cultuurplan...” Het levert de volgende reacties op: - dit gesprek continueren - ervoor zorgen dat de ‘kleurrijke mama’s Tilburg’ over vier jaar nog bestaan - kunst/cultuur zo breed mogelijk voor iedereen toegankelijk maken - het talent zo breed mogelijk zien en voeden - aandacht hebben voor talentontwikkeling & belevingswereld “cultuur”. Diversiteit en ontwikkelingsmogelijk heden voor de jongste leerling tot de oudste amateurkunstenaar. - erkennen dat cultuur niet de kers op de taart is, maar DE TAART. Cultuur is de basis van bestaan en ondersteunt het verenigingsleven. Amateurkunst + kunsteducatie = cultuur participatie. - broedplaatsen voor makers creëren met een goede toegang voor alle soorten onderwijs > culturele, kunst zinnige en creatieve ervaring - verbinden en versterken; cultuur is van en voor iedereen - diversiteit van de culturen in de stad verbinden en uniek vormgeven via non-formele educatie - draagvlak creëren - structureel cultuureducatie in basisonderwijs en voortgezet onderwijs. In verbinding met instellingen + wijk + ouders. In samenwerking met professionals + amateurs. - ervoor zorgen dat organisaties, kinderen, jongeren, onderwijs en anderen elkaar kunnen ontmoeten op een eenvoudige manier, zodat ze elkaar inspireren, enthousiasmeren, uitdagen. “Er wordt al veel gedaan, maar weten we dat van elkaar?” - culturele verrijking van iedere Tilburger onderstrepen - alle betrokkenen (ouders, scholen, aanbieders, ondernemers) overtuigen dat cultuureducatie de basis is van de ontwikkeling van onze kinderen en daarmee de toekomst van de stad! - aandacht voor uitwisseling, integraliteit en dialoog - verbinding buitenschools (via try out cultuur) naar kunst in vrije tijd/amateurkunst (programmalijn) Plenair worden enkele onderwerpen uit de ronde tafelgesprekken nader besproken: Ouderbetrokkenheid Ouders zijn nodig om kinderen bewust cultuur te laten beleven. De gemeente kan betrokkenheid van ouders stimuleren door te investeren in hun vaardigheden cultuur te (leren) waarderen. Door met cultuur bezig te zijn leren kinderen andere zaken, zoals buiten de lijntjes/creatiever denken. Een aanvulling op lezen en rekenen. Amateurkunst (en ouderbetrokkenheid) In Tilburg-Noord is de ontwikkeling van een wijkorkest in volle gang. Een complex project waar verschillende organisaties en culturen bij betrokken zijn. Ouders zijn nodig voor het regelen van praktische zaken (organisatie, halen en brengen van kinderen). Volgens een betrokkene is het verenigingsleven de goedkoopste plek om muziekles te krijgen. De gespreksleider haalt het eerder geopperde idee van de Muziekmarathon aan en vraagt hoe mensen, scholen en theaters daarvoor te mobiliseren.

b-28


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

• Als ouders hun kind bij Theaters Tilburg op het podium zien staan, spreekt het voor zich dat daarvoor organisatie en samenwerking nodig is. • Bij een uitwisseling de eilandencultuur doorbreken en verbinden. Alleen een vraag- en aanbodwebsite is niet de oplossing. Kijken in de keuken bij andere kunstvormen is dat wel. • Je openstellen voor andere cultuurvormen kost veel tijd. Samenwerking • De wethouder moet “talent” heel breed zien. • Sommigen hebben moeite met het woord “amateurkunst”. • Zowel in de amateurkunst als bij cultuureducatie gaat het om cultuurparticipatie. Daar moeten geen schotten tussen. • “Laaghangend fruit plukken” kan door in een klein groepje (dwarsdoorsnede van instellingen) ideeën uit te wisselen en zaken af te spreken. Zoiets kan klein beginnen. Diversiteit verbinden en vorm geven via non formele educatie • Cultuur is veel breder. Het is wenselijk om buiten het klaslokaal te treden en samen met anderen aan één cultuurproject te werken. • Praktijkvoorbeeld: de Kleurrijke Mama’s. De groep bestaat uit vrouwen met verschillende culturele achtergronden. Zij hebben in eigen beheer een CD gemaakt. Aan de basis ervan liggen waar gebeurde verhalen die in een schrijfworkshop aan de orde kwamen. Vluchtelingen zijn gaan koken bij de cd-presentatie. De Mama’s hebben wel eens opgetreden op scholen. Amateurkunst: zichtbaarheid en lading • Zichtbaarder maken wat er allemaal aan amateurkunst is in de stad. Ook belangrijk voor nieuwe inwoners. • Alle verenigingen kunnen faciliteiten en mogelijkheden benutten van de Werkplaats voor Amateurkunst. • Art-fact wil en kan een rol kunnen spelen bij het laagdrempelig verbinden van amateurkunstverenigingen, cultuurinstellingen en bewoners. Ze wenst aandacht voor een tweesporenbeleid. • Docenten hebben opdrachtgevers nodig die geïnteresseerd zijn in een geïntegreerde aanpak. Afsluiting De wethouder vat de avond samen: • Het woord ‘amateurkunst’ heeft een lading. Het gaat in principe om kunstbeoefening in de vrije tijd. In Tilburg gebeurt dit op hoog niveau. In 2012 was Tilburg amateurkunststad van het land. Het is belangrijk en gewenst deze energie bij elkaar te houden. • Ouderbetrokkenheid in het onderwijs is een belangrijk thema. De wethouder heeft ook onderwijs in haar portefeuille. Om meer ouders actief te betrekken bij schoolactiviteiten, mogelijk verbinding leggen met de ouderkamers op scholen. Daar komen ouders informeel samen en krijgen ze cursussen. • Deze stadsgesprekken zijn ook een goed middel om verbindingen te leggen. Misschien overwegen om ze voort te zetten.

b-29


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

SAMENVATTING SLOTBIJEENKOMST STADSGESPREKKEN 10 MEI 2016 IN 013 POPPODIUM - TILBURG Deze slotbijeenkomst mag rekenen op ruim 100 deelnemers, waaronder directies en medewerkers van allerlei culturele en onderwijsinstellingen en andere betrokken personen. Namens de gemeente is wethouder Marcelle Hendrickx aanwezig, beleidsmedewerker Martin van Ginkel en diverse ambtenaren en raadsleden. Gespreksleider Beeldverslag

Ruben Maes tekenaar Jeroen de Leijer

Opening Gespreksleider Ruben Maes heet iedereen welkom op de slotbijeenkomst waarin het delen van ‘de oogst tot nu toe’ centraal staat. In een vraaggesprek met wethouder Hendrickx passeren deze avond allerlei items de revue en vertelt de wethouder wat zij in de stad heeft opgehaald. De gespreksleider hoort eerst graag de ervaringen van deelnemers aan de voorgaande stadsgesprekken. Bij navraag blijkt het merendeel van de aanwezigen 1 tot 4 keer te hebben deelgenomen aan een stadsgesprek. Het levert de volgende reacties op: - Bijzonder om met alle disciplines uit professionele en amateurwereld en onderwijs samen onderwerpen te bespreken en toe te werken naar één verhaal. Iedereen krijgt de kans voor inbreng. Vraag blijft in hoeverre sprake is van een democratisch proces. - Vereniging van klassenboeren heeft de avonden als inspirerend ervaren en willen als sector zeker een plek. - Onderwijs onderkent het belang van cultuuronderwijs en weet dat talentvorming hoog op de lokaal-educatieve agenda van de gemeente staat. Onderwijs staat positief tegenover het initiatief ‘meer muziek in de klas’. ‘Het helpt kinderen hun muzikale talenten te ontwikkelen en zich daardoor fijner te voelen.’ Inmiddels hebben zich al meer dan 270 scholen aangemeld. Gespreksleider vraagt aan raadslid of niet zij, de volksvertegenwoordigers, dit democratische proces voeren? ‘De gekozen aanpak ligt voor de hand; samen met burgers, professionals en kunstbeoefenaars vorm geven aan het nieuwe cultuurbeleid voor de komende jaren met een andere manier van financieren. De hoge opkomst en de gelegde contacten en verbindingen zijn geweldig en wordt door velen zeer op prijs gesteld.’

IN GESPREK MET WETHOUDER MARCELLE HENDRICKX Proces tot nu toe, waarom is het zo georganiseerd? ‘Ik wil met heel de stad in gesprek en niet alleen met het culturele veld, om zoveel mogelijk input uit de verschillende hoeken van de samenleving op te halen. Die informatie hebben we nodig om goed beleid te kunnen maken, zeker gezien de nieuwe financieringswijze. Het gekozen pad heeft dus niets te maken met een democratische procesgang. Zodra het concept beleidsplan er ligt, volgt de politieke besluitvorming. Eerst via het College en daarna in de Raad.’

b-30


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Een breed gedragen cultuurplan dus, maar is het niet beter om duidelijke keuzes te maken i.p.v. van alles een beetje? (Een risico als iedereen mag meepraten en gelet op tegengestelde belangen). ‘Belangen en keuzes maken staan niet met dit proces op gespannen voet. Deze aanpak is bedoeld om vanuit de verschillende (onbekende) invalshoeken input en ‘eye-openers’ te krijgen, niet om vooraf draagvlak te creëren. Reden om na de eerste ‘brede’ bijeenkomst de vervolggesprekken toe te spitsen op een aantal thema’s. Hoewel de samenvatting van wat tot nog is opgehaald nog niet gereed is, zijn er al wel hoofdlijnen duidelijk.’ Waar zitten we nu in het proces? Zijn er al geldzakjes neer te leggen? ‘Nee, de hoofdlijnen van het nieuwe cultuurplan staan voor de zomer op schrift om aan de raad voor te leggen. Na de zomer volgt de uitwerking en een financieringsplan waarin staat hoe de gemeente de financiering wil organiseren. De concrete uitwerking volgt daarna om in 2017 gereed te zijn. Tijdens het besluitvormingsproces met de raad voor en na de zomer kunnen burgers en vertegenwoordigers van instellingen nog inspreken.’ Hoe hebt u als wethouder de avonden ervaren? ‘Het was spannend om te kiezen voor deze aanpak, omdat je van tevoren het verloop van de avonden niet kent. Ligt de nadruk op kritiek of pakt het anders uit. Uiteindelijk zijn het zeer goed georganiseerde avonden geworden met een geweldige opkomst. Op de eerste avond in Hal 88 waren er ruim 120 mensen. Dit zegt iets over de betrokkenheid van deze stad. Het viel me gelijk op dat er niet direct over financiering werd gesproken, maar over waarden zoals het belang van diversiteit, beschikbaarheid van cultuur voor iedereen, het grote belang van amateurkunst die terug te zien moet zijn in beleid, de verbinding tussen amateurkunst en de professionele wereld waaruit winst te halen is. En gesprekken over vraagstukken als: wat betekent cultureel ondernemerschap (los van het subsidiestelsel), hoe geef je vorm aan cultuureducatie, in scholen maar ook in relatie tot de landbouw bijvoorbeeld. Maar ook (gebrek aan) trots kwam aan bod, net als de vele kwaliteiten die Tilburg in huis heeft en zichtbaarder moeten worden, in en buiten de stad. Genoeg eye-openers.’ Hoe wordt dit verhaal binnen het College ontvangen? ‘Dit proces met stadsgesprekken wordt ook door collega-wethouders op andere beleidsterreinen toegepast. Vooralsnog houdt men elkaar informeel op de hoogte over het verloop.’ Hoe laagdrempelig moeten we worden om de toegankelijkheid te vergroten? ‘Laagdrempeligheid vergroten betekent in elk geval niet dat de kwaliteit verlagen. Wel dat allerlei mensen zich ermee verbonden gaan voelen.’ Moeten we ons allemaal gaan richten op één ding? Amateurkunsthoofdstad (2012), Muziekstad Tilburg (2020)? ‘Geen goed idee om te kiezen voor één stip op de horizon (muziek, dans) maar juist de verbinding opzoeken. Dat is ook het geluid dat steeds uit de gesprekken naar voren kwam. Als bestuurder wil ik graag dat wat we in de stad hebben, versterken en toekomstbestendig maken. En wat is afgesproken in de raad, ook daadwerkelijk realiseren. In Tilburg is sprake van een grote diversiteit. Het vraagt wel durf om te kiezen.’ Waarin onderscheiden we ons als Tilburg? ‘Tilburg is een stad van makers: we leiden ze op en hebben makers op allerlei terreinen. Ze zijn terug te vinden op allerlei niveaus: amateurkunst, onderwijs, cultuureducatie in het onderwijs, crossovers met andere kunstdisciplines of met andere domeinen zoals zorg, makersopleidingen en onze iconen natuurlijk met wie we het lijntje moeten aanhalen. De mouwen opstropen past bij Tilburg. Maar laten zien wat we doen, ook aan eigen inwoners, is een thema waar we zeker mee aan de slag moeten. Eerst in kaart brengen wat er al is en dat zichtbaar maken. We willen alle mensen bereiken, ook hen voor wie de drempel hoog is. Cultuureducatie zien we graag opgenomen in het onderwijs. Tilburg is een voorbeeldstad voor cultuureducatie, maar het kan beter. Bijvoorbeeld vanuit cultuureducatie op scholen verbinding zoeken met buiten en hobby’s stimuleren bij kinderen. Cultuureducatie moet er ook zijn voor ouderen. Denk aan een beeldende kunstopleiding voor volwassenen (velen gaan nu naar een amateuropleiding in België). Een ander belangrijk thema in deze stad met allerlei culturen is culturele diversiteit. Die verscheidenheid mag terugkomen in de vraag en aanbod op het gebied van cultuur. Bijvoorbeeld via cultuureducatie, amateurkunst en buurtcentra (koorgroepen). Daarmee komen culturele pareltjes bovendrijven. ‘ Kijkend naar de deelnemers aan de stadsgesprekken blijkt de culturele diversiteit steeds beperkt (Tilburgers met niet-Nederlandse achtergrond). ‘We zullen dat als gemeente blijkbaar toch anders moeten organiseren.’

b-31


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Is er ruimte voor experiment en flexibiliteit? Zijn fondsen beschikbaar? ‘Het extra geld voor cultuur is zo op aan kleine bedragen zoals start- en projectgeld. Zoals het nu is georganiseerd, is die flexibiliteit er niet. Een fonds is er evenmin. Om vernieuwing, experimenten en het kleinschalige te stimuleren, is die flexibiliteit wel nodig. Ondersteunen met kleine bedragen en zonder ingewikkelde regelgeving.’ En de grotere podia? ‘Deze aanpak geldt niet voor de bestaande, vaste waarden in de stad waar we trots op zijn, zoals de schouwburg en concertzaal, de musea, 013 poppodium en wellicht ook nog andere. Deze hebben een lange termijn perspectief nodig.’ Niet alleen naar de kunst- en cultuurportefeuille kijken, maar de verbinding zoeken met andere domeinen zoals economie en onderwijs. Dat was het uitgangspunt. Zijn we daarin geslaagd? ‘Ja, en deels zijn die er al. Denk aan het door ondernemers geïnitieerde Cultuurfonds (zij stellen geld beschikbaar voor culturele projecten). In het stadsgesprek met een 20-tal ondernemers (ad random uitgenodigd) bleek het voor iedereen vanzelfsprekend om als stad te investeren in kunst en cultuur. Ook zijn sommige ondernemers bereid om kunstenaars te begeleiden, door hun expertise in te zetten (soort buddysysteem organiseren). Andere ondernemers willen eventuele initiatieven sponsoren zoals kunst in de openbare ruimte.’ Vanuit businesscases dit soort ontmoetingen organiseren? ‘Ja, in het cultuurplan zullen we vastleggen dat we dit soort gesprekken en ontmoetingen met en tussen verschillende groepen moeten en willen blijven faciliteren.’ Moeten we er niet voor waken dat kunst de pakezel wordt voor zaken die je maatschappelijk voor elkaar wilt krijgen? Kunst als instrumentele factor? ‘De discussie moet niet gaan over de vraag of kunstenaars in ruil voor subsidie iets maatschappelijks moeten doen. Het gaat over de verbinding van kunst met publieke opgaven, de brede maatschappelijke waarde. Zoals design-thinking (Roosegaarde is er groot mee geworden). Vanuit een andere bril kijken naar een opgave in het ruimtelijke domein, maar bijvoorbeeld ook op het gebied van veiligheid. Zo ontstaan er heel andere, interessante oplossingen. Dit is voor kunstenaars bij uitstek een aantrekkelijk opdrachtenveld.’ Broedplaatsen creëren? ‘Het gaat om werk- en ontmoetingsplaatsen, ateliers, combinaties van woon/werken. Divers en voor verschillende doelgroepen. Dit is nodig en gaan we opnemen in het Cultuurplan. In overleg met stichting Ateliers gaan we kijken hoe dit voor verschillende doelgroepen uit te werken. Zo zouden ondernemers ontmoetingsplekken met expositieruimte kunnen faciliteren. We hopen op initiatieven uit de stad.’ Hoe vergroot je betrokkenheid van ouders bij cultuureducatie? ‘Gesproken is over ouderkamers, maar daarmee begeven wij ons op andere beleidsterreinen (onderwijs) die in samenspraak met andere portefeuillehouders moet worden bezien.’ Waar zijn wij als gemeente echt aan zet, los van de financiering en subsidiëring? - ‘Periodiek dit soort ontmoetingen voor allerlei disciplines organiseren c.q. faciliteren. - Een makers panel (geen kunstcommissie) inrichten en hen periodiek bij elkaar laten komen. - Onderzoeken of we i.p.v. subsidies vooraf, beloningen achteraf kunnen geven (bijvoorbeeld financiële beloning bij opname culturele diversiteit in programmering, publiek of aanbod; controleerbaar, gelet op publieksgeld). - In de politieke arena bestaat een code voor het thema ‘governance’. Wellicht invoeren bij organisaties die meerdere jaren gemeentelijke subsidie krijgen. Met deze code willen we organisaties inspireren (niet afdwingbaar): verversing Raad van Toezicht, geen vanzelfsprekende stapeling van functies, verantwoording naar de stad, etc. Een goede organisatie vooraf, voorkomt onnodige discussies over governance- of morele kwesties. - Minder regels bij de manier waarop we subsidiëren en wat men moet verantwoorden.’ Er volgen nog aantal gesprekken. Hoe is de verdere planning? ‘In mei/juni gaan we de lijnen en hoofdpunten verder uitwerken en vervolgens in het College bespreken. In juli wordt het plan ter vaststelling voorgelegd aan de raad. Na de zomer volgt de uitwerking van de subsidiekaders voor de basisvoorzieningen met een plan van aanpak voor de wijze van invoering. De thema’s die terugkomen zijn: een stad met een prominente plek voor makers, kunst en cultuureducatie, flexibiliteit in financieel ondersteunen, verbinding tussen amateur en professioneel, ouderen en jongeren betrekken, cultureel divers, meerjarige financiering voor basisinstellingen.’

b-32


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Reacties uit de zaal n.a.v. het geschetste eindbeeld: - Nog erg open. Een aanwezige bespreekt graag zijn eigen idee over verbinding met gemeente. - Geraakt door opmerking dat cultuur is verbonden met andere sectoren, want cultuur geeft betekenis aan het leven. Cultuur kan helpen de maatschappelijke verbindingen te versterken, nu veel zorg in de samenleving verdwijnt en afhangt van eigen kracht en burgerparticipatie. Welzijn is de nieuwe zorg en cultuur is de nieuwe welzijn. Zonder veel extra middelen zijn met kunst en cultuur meer waarden toe te kennen aan ieders leven in de stad. - In groepsgesprekken worden sociaal wenselijke dingen gezegd. De uitdaging is andere geluiden los te krijgen. - Opvallend dat in geen enkel gesprek is gesproken over het Tilburgs verleden. Spreker mist het gesprek over het culturele erfgoed. De gemeente licht toe dat een apart gesprek staat gepland met de erfgoedsector (en jongerencultuur). - De keuzes in het onderwijs zijn al gemaakt en onderkend in beleid. Er ligt nog veel open, belangrijk om ook daarin keuzes te maken. Dit hangt af van de middelenverdeling. - Graag opname ‘van stad naar platteland’ in het plan. - Uitgangspunten zijn helder en te onderschrijven. Nu wachten op concrete invulling. - Goed om binnen cultuurparticipatie amateurkunst en cultuureducatie meer te verbinden. - Kunstenaars hebben in community-art een belangrijke rol. Doorlopend proces De wethouder licht toe dat de discussie over verbinding met andere domeinen en financieringswijze verder gaat en dat dit een spannend proces zal zijn. Bovendien wil men met het nieuwe cultuurplan in de pas lopen met de Rijksfinanciering, maar de ambitie is om langjarig beleid uit te zetten zodat organisaties en instellingen ook de gelegenheid hebben om langdurige financiële verbindingen met elkaar aan te gaan. Beeldverslag van Jeroen de Leijer Jeroen de Leijer heeft ook deze slotbijeenkomst samengevat in tekeningen. Tot slot De wethouder bedankt iedereen voor hun komst, betrokkenheid en inzet. De stadsgesprekken zijn ervaren als een leuke vorm om met elkaar in verschillende gezelschappen van gedachten te wisselen over kunst en cultuur in de stad. De gemeente ziet graag een vervolg om nog meer de diepte in te gaan en nodigt ieder uit voor een initiatief daartoe. De gemeente faciliteert graag. In het najaar volgen keuzes waar wellicht niet iedereen tevreden mee zal zijn, maar waarmee de gemeente de kwaliteit die er nu al is in de stad, een extra push wil geven. Aanvullende ideeën en suggesties blijven ook na deze stadsgesprekken welkom. De wethouder dankt in het bijzonder gespreksleider Ruben Maes voor de wijze waarop hij de gesprekken deskundig en met humor heeft geleid.

b-33


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

BIJLAGE 4 OVERZICHT BASISVOORZIENINGEN 2017-2020 PODIUMKUNSTEN 2017 Theaters Tilburg € 4.045.231 Paradox 310.962 De NWE Vorst 591.414 Het Zuidelijk Toneel 482.859 Poppodium 013 557.392

CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST Factorium € 2.043.190 Art-fact 489.493

MUSEA TextielMuseum (Stichting Mommerskwartier) € 4.367.013 Natuurmuseum 763.821 De Pont 1

KENNIS, INFORMATIE, LETTEREN Bibliotheek Midden-Brabant

€ 5.905.888

FACILITAIR Stichting Ateliers

170.336

TOTAAL

€ 19.727.600

Bedragen: prijspeil 2016

b-34

1 De Pont is het museum voor hedendaagse kunst in Tilburg. De Pont is een museum met internationale uitstraling en betekenis. De Pont is een particulier initiatief, de gemeente onderhoudt derhalve geen directe subsidierelatie met dit museum. In dit overzicht wordt De Pont wel vermeld omdat dit museum grote betekenis heeft voor de culturele infrastructuur van Tilburg.


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

BIJLAGE 5 KUNSTENAARSINITIATIEVEN 2017-2020 Subsidie Beschrijving

Voorwaarden

Criteria

Beleidsdoelstellingen

Plusfactoren

Kunstenaarsinitiatieven, eenmalige subsidie 2017-2020 In Tilburg is een aantal kunstenaarsinitiatieven actief. Om de vier jaar bekijken we welke initiatieven we willen ondersteunen met een meerjaren subsidie. Hiermee willen we gedurende een langere periode zekerheid bieden aan de kunstenaarsinitiatieven. Onder een kunstenaarsinitiatief verstaan wij ‘elk initiatief dat voor en/of door kunstenaars wordt genomen’. Met deze subsidie wil de gemeente Tilburg een bijdrage leveren aan de exploitatiekosten. We financieren dus niet de totale exploitatie van een kunstenaarsinitiatief. Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten kunstenaarsinitiatieven • gevestigd zijn in de gemeente Tilburg; • professioneel zijn (de subsidie is dus niet bedoeld voor initiatieven op het gebied van de amateurkunst); • geen winst nastreven. We beoordelen uw aanvraag op basis van de volgende criteria: • artistieke kwaliteit; • zakelijke kwaliteit: het tonen van cultureel ondernemerschap, door het verwerven van eigen inkomsten en een ondernemingsplan; financieel goed de zaken op orde hebben en voldoende zichtbaar zijn; • Bijdragen aan speerpunten. Een kunstenaarsinitiatief kan prioriteit krijgen in relatie tot andere initiatieven door bij te dragen aan de volgende speerpunten: • zichtbaarheid: het promoten van onze stad, bijvoorbeeld door zichtbaarheid van Tilburgs talent (inter)nationaal, het trekken van publiek van buiten de regio of door positieve media aandacht; • verbindingen: samenwerken met makers, culturele instellingen, onderwijsinstellingen, bedrijfsleven; • talentontwikkeling: kansen bieden aan jonge makers, bijvoorbeeld door hen te betrekken bij activiteiten of door het bieden van faciliteiten of educatie; • bevorderen van cultuureducatie en cultuurparticipatie; publieksbereik. • het tonen van een duidelijke ontwikkeling, bijvoorbeeld in publieksbereik, artistieke kwaliteit, netwerken of ondernemerschap (in de afgelopen periode, maar ook in gestelde doelen voor de toekomst); • uniek zijn voor Tilburg, dus iets toevoegen aan het bestaande aanbod. We beoordelen uw aanvraag ook in relatie tot de overige aanvragen. Het kan dus zijn dat uw aanvraag aan de criteria voldoet, maar dat uw aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen o mdat het aangevraagde totaalbedrag hoger is dan het beschikbare budget.

Aanpak

Wet- en Regelgeving

Een onafhankelijke adviescommissie beoordeelt de aanvragen. De Adviescommissie Kunstenaarsinitiatieven bestaat uit deskundigen in de verschillende disciplines, een financieel expert en een marketingexpert. Gemeentelijke regeling Algemene Subsidieverordening

Indiendatum

3 oktober, 12.00 uur

Begindatum

01-01-2017

Einddatum

31-12-2020

Indienadres

Gemeente Tilburg, afdeling Sociaal

Bezoekadres

Stadhuisplein 130; 5038 TC Tilburg

Postadres Bijgewerkt

b-35

Postbus 90155; 5000 LH Tilburg of per e-mail: kunstenaarsinitiatieven2017@tilburg.nl 18-07-2016


Cultuurplan Tilburg 2017-2020 - bijlagen

Colofon Het Cultuurplan Tilburg 2017-2020; #stadvanmakers is een uitgave van de gemeente Tilburg Tekeningen: © Jeroen de Leijer Pictogrammen in de tekst gebaseerd op de TilburgsAns: ©Ivo van Leeuwen Foto’s: © Wilfried Scholtes Tilburg, juli 2016


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.