20150609 stimuleringsagenda economie en arbeidsmarkt versie ontwerpbesluit

Page 1

Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018 Eindconcept Door BenW vastgesteld als ontwerpbesluit 9 juni 2015 Openbaar


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Samenvatting Extra impulsen aan de Tilburgse economie en arbeidsmarkt Uitgewerkte en vernieuwde aanpak van economisch stimuleringsbeleid De gemeente Tilburg wil de ontwikkeling van de economie en de arbeidsmarkt extra stimuleren. De gemeenteraad heeft voor de huidige collegeperiode 3 miljoen euro bestemd als extra impuls vo or deze stimulering. Het doel is meer bedrijven en werkgelegenheid en passend werk voor zoveel mogelijk inwoners. Hoe en waarom we dit willen realiseren staat in deze agenda. De agenda is meer dan een lijstje van projecten 1 maar is ook een verdere uitwerki ng van de vastgestelde beleidskaders op basis van actuele cijfers nieuwe inzichten en raadpleging van een groot aantal bedrijven en instellingen. Samen met hen willen wij de uitvoering ter hand nemen. Sterker nog, als er vanuit deze partijen geen belangstelling bestaat, maakt de uitvoering wat ons betreft geen kans. Midpoint Brabant is hierbij voor ons een belangrijke partner. Zij brengt overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen in de regio Hart van Brabant bij elkaar. Dynamische werk- en investeringsagenda's De uitvoering van de projecten en activiteiten van deze stimuleringsagenda vraagt om menskracht en investeringen van de gemeente. Wij proberen tevens investeringen uit andere private en overheidsmiddelen te genereren en aan te sluiten bij andere programma's om zo werk met werk te maken. Onze investeringsagenda is dynamisch; we geven aan voor welke projecten we impulsgelden willen inzetten, maar we spijkeren niet de besteding van elke euro nu al vast. Zo kunnen we inspelen op de actualiteit en eventuele nieuwe initiatieven. We hebben drie werk- en investeringsagenda's gemaakt met daarin aangeven de projecten en trajecten waarin wij investeren met menskracht en geld. We actualiseren en verantwoorden onze investeringslijst ieder half jaar. Onze rol verschilt van project tot project en per fase en varieert van trekker, regisseur tot facilitator. En, zoals gezegd, we kunnen en willen het niet alleen.

Vernieuwing en versterking langs drie sporen Belangrijke ontwikkelingen voor de Tilburgse Economie en Arbeidsmarkt  De werkgelegenheid in Tilburg zal de komende jaren per saldo licht groeien. Industrie zal in arbeidsplaatsen wat afnemen, terwijl zorg en handel (logistiek) het sterkst zullen groeien.  Steden zijn steeds belangrijker voor de economie en 'agglomeratiekracht' steeds belangrijke voor stedelijke ontwikkeling. Een strategie van metropoolvorming samen met de andere Brabantse steden waarbij elkaars kracht en kwaliteiten worden benut is voorwaar de om verder te kunnen groeien.  Er is een ruime arbeidsreserve in de gemeente. Tilburg kent 12.000 mensen die op zoek zijn naar werk.  De werkende bevolking heeft te maken met vergrijzing, flexibilisering van de arbeidsmarkt, afnemende mobiliteit en internationalisering  De afstuderende bevolking heeft de meeste kansen bij techniek en zorg. De vooruitzichten voor mensen met 'sociaal-cultureel' en economie-opleidingen zijn slecht.  Kennis en innovatie worden steeds belangrijker als bepalende factor voor econo misch succes. Bedrijven moeten in toenemende mate in hoog tempo blijven vernieuwen en de processen slimmer en efficiënter maken om te kunnen groeien. Economische clustervorming waarbij bedrijven en onderwijsinstellingen binnen een bepaald specialisme met elkaar samenwerken, wordt steeds belangrijker. Drie sporen met ieder een eigen werkagenda We kiezen niet voor 'speerpuntensectoren' maar werken in deze stimuleringsagenda volgens een driesporenbeleid waarin wij specifiek de focus leggen op (kennisintensi eve) innovatie, op cross overs en verbindingen tussen kennisinstellingen en bedrijven. Zo willen we ertoe bijdragen dat Tilburg op een aantal 1

De Economische Agenda Tilburg 2012-2020 (EAT) is ons belangrijkste kader voor de uitwerking van het economische deel van deze stimuleringsagenda. Daarnaast sluiten wij met de Stimuleringsagenda aan op ander beleid binnen de gemeente, zoals de Omgevingsvisie en de Cultuuragenda, het plan 'Meedoen en groeien' en Frontlijn / NOMA. Ook sluiten wij aan op het beleid en de regelingen van regio, provincie, Rijk en Europa. Samenvatting


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

terreinen voorop blijft lopen en dat er meer vernieuwende initiatieven een kans krijgen en sneller van de grond komen. De Stimuleringsagenda staat naast ons dagelijkse werk ter ondersteuning van (alle) ondernemers, werknemers en werkzoekenden in de stad. Duurzame, inclusieve groei is voor ons een belangrijk vertrekpunt. Spoor 1: Modern Industrieel en Logistiek Cluster Opgave: Versterk de kracht van het economische DNA van Tilburg door het stimuleren van innovaties in de logistiek en industrie, het ontsluiten van kennis (van vakman tot onderzoeker) en verbinden van sterke partners (bedrijven, onderwijs - en kennisinstellingen) in de stad die het cluster dragen. Spoor 2: Stedelijke Economie Opgave: Benut de aanwezigheid van talent en de kwaliteit van het onderwijs voor economische ontwikkeling. Anticipeer op groei van kleinere, binnenstedelijke bedrijven. Bevorder en stimuleer kennis-, creatieve en ambachtseconomie en zorg voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat en dito woon- en werkomgeving. Spoor 3: Arbeidsmarktvernieuwing Opgave: Een arbeidsmarkt die ‘mee ademt’ met de marktbehoefte en die zoveel mogelijk mens en de mogelijkheid biedt om zijn of haar talenten in te schakelen. Een dynamische onderwijsveld dat aansluit op de behoefte van bedrijven. Een arbeidsmarkt- en kennisinfrastructuur die de ontwikkeling en toepassing van kennis als belangrijkste productiefactor ziet en zoveel mogelijk middelen direct inzet op mensen en bedrijven zonder tussenkomst van overbodig systeem.

Spoor 1: Modern Industrieel en Logistiek Cluster Het modern industrieel en logistiek cluster in Tilburg en de rest van Midden-Brabant, waarin de landelijke topsectoren als High Tech Systems en Materialen (o.a. maintenance), chemie en logistiek sterk vertegenwoordigd zijn, is internationaal concurrerend en vormt een wezenlijk onderdeel van de Brabantse economische structuur. Mede onder invloed van veranderde verhoudingen in de wereldeconomie en nieuwe technologische ontwikkelingen is de industriële sector getransformeerd van traditionele productiesector naar een sector gedreven door innovatie, kennis en creativiteit. Dat betekent ook dat de gren zen tussen industriële productie (maakindustrie), industrieel onderhoud (maintenance), transport, overslag, assemblage (logistiek) en marketing en sales, e-commerce, zakelijke dienstverlening (bijv. verzekeringen) verder zullen vervagen. De onderscheidende kracht van het regionale cluster zit voor een deel in maintenance en aerospace. Onderhoud is vanuit het verleden (textielmachines) sterk geworteld terwijl de aerospace gerelateerde bedrijvigheid de afgelopen gegroeid is rond de vliegbasis in Gilze-Rijen. Gespecialiseerde maintenance wordt, met de toename van robotisering in de industrie, steeds belangrijker. De logistieke component (het juiste onderdeel snel op de juiste plaats) is daarbij essentieel. Daarnaast kent Tilburg een sterke (MKB-) maakindustrie, zoals bijvoorbeeld de productie van tandwielen en gereedschappen. De grote werkgevers Fuji en I.F.F. zorgen ervoor dat ook de topsector Chemie in Tilburg nadrukkelijk aanwezig is, met een sterk innoverende industrie. Zo is Fuji in een aantal jaren van fotorolletjes omgeschakeld naar membraantechnologie. Binnen de logistiek zien we, naast steeds verder gaande robotisering, de zich snel ontwikkelende levering aan de eindgebruiker die rechtstreeks via internet bestelt. Ook zien we, dankzij de verder gaa nde inzet van ICT, toenemende combinaties van transport over weg, water en rail waarbij de transportmiddelen steeds efficiënter worden ingezet ('ketenintegratie'). De kansen voor Tilburg om zich ten opzichte van andere logistieke en industrieregio's te on derscheiden en te ontwikkelen liggen specifiek in de verbinding van (moderne) industriële en logistieke activiteiten. Hoewel de werkgelegenheid in de Tilburgse industrie in de afgelopen tien jaar met 8% is gekrompen en de werkgelegenheid verder zal afnemen, blijft deze sector, samen met de logistiek, voor Tilburg zeer belangrijk en met de potentie om internationaal concurrerend te blijven en veel toegevoegde waarde te genereren. Wij ondersteunen de innovatie (het 'slimmer maken' van het cluster, ook wel smart industry genoemd) en de verbindingen tussen logistiek en industrie, maar ook de optimale afstemming tussen onderwijs en bedrijfsleven. Dit doen wij langs de volgende vijf programmalijnen:

Samenvatting


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

1.

2.

3.

4.

5.

Versterken innovatief vermogen van het cluster. Dit doen wij door middel van de ondersteuning van Field Labs (experimenten met smart-industry-oplossingen), thematische bijeenkomsten over innovaties, samenwerking met bedrijven in de regio Zui d-Oost 'Brainport Industries'. Bevorderen 'Value Added en Service logistics'. Dit zijn activiteiten waarbij logistiek gekoppeld wordt aan service, onderhoud of andere activiteiten die waarde toevoegen aan het product dat wordt doorgevoerd. Dit doen wij door het ondersteunen van 'match making' tussen bedrijven en een bijdrage aan proeftuinen rondom het thema e-commerce. Stimuleren van fysieke innovatie-omgevingen. Bedrijven en kennisinstellingen willen soms letterlijk dicht bij elkaar zitten om optimaal gebruik te kunnen maken van elkaars kennis, medewerkers en faciliteiten. Dit gebeurt bijvoorbeeld op Gate 2 in Gilze-Rijen. Maar dat is ook denkbaar rond innovatieve bedrijven of op het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein Wijkevoort. De gemeente werkt acti ef mee aan de totstandkoming van dit soort omgevingen, met financiële middelen en regelgeving. Versterken multimodale infrastructuur. De gemeente werkt aan en lobbyt voor de verbreding van weg, water en spoor, maar stimuleert ook technische innovaties voor betere doorstroming op de A58 en comfortabele en veilige parkeervoorzieningen voor trucks. Logistiek Ecosysteem uitbouwen. Met deze term benoemen wij een omgeving waarin de logistieke sector zich thuis voelt. Een omgeving waar bedrijven elkaar ontmoeten in het 'huis van de logistiek' en op een jaarlijks evenement, waar actief wordt gewerkt aan personeelswerving en waar de regio zich profileert in een 'digitaal' portfolio.

De gemeente heeft, naast de ambtelijke inzet, vanuit de 'impulsgelden' een bedrag van 475.000 euro gereserveerd om bovenstaande activiteiten mede mogelijk te maken.

Spoor 2: Stedelijke Economie Onder stedelijke economie verstaan wij economische activiteiten die 'de stad' als voedingsbodem hebben. De stad is, door haar vele inwoners met diverse achtergronden en pluimage, haar opleidingsinstituten en vele hoger opgeleiden, de culturele en overige voorzieningen en aantrekkelijke groene omgeving, aantrekkelijk voor vele vormen van economie en werkgelegenheid, van het zorg- en onderwijscluster tot en met de gastvrijheidssector en de creatieve industrie. Steden groeien in inwonertal, met name doordat zij in trek zijn bij hoger opgeleiden en jongeren. Dit geldt ook voor Tilburg. Ook de verdergaande integratie van de B5-steden biedt de nodige kansen voor de Tilburgse stedelijke economie. Er is groeiende behoefte aan authentieke en sfeervolle werklocaties in veelkleurige stedelijke omgevingen. Flexibiliteit is daarbij een voorwaarde. Ook horeca met werkplekken doet het goed. Het aantal kleine bedrijven, evenals het aantal werkenden dat zijn brood verdient als zelfstandig ondernemer, groeit sterk, mede onder invloed van de flexibilisering van de arbeidsmarkt, waarbij er in Tilburg sinds 2004 per saldo 1000 banen per jaar in de kleine bedrijven zijn bijgekomen. Het gevolg is dat steeds meer mensen, al dan niet door omstandigheden gedwongen, ondernemer worden. Ondersteuning en professionalisering van ondernemerschap kan helpen om een beroep op een uitkering te voorkomen, maar ook om kansrijke i deeën te laten slagen. Er zijn veel kennisintensieve en innovatieve bedrijven die soms falen, maar soms ook heel succesvol zijn en dan ineens sterk groeien. De zorgsector is groot en biedt veel kansen voor vernieuwing. Op het snijvlak van zorg, wetenschap en economie ontwikkelen zich nieuwe concepten, toepassingen en producten. Een goed aanbod van cultuur, horeca en overige vrijetijdsvoorzieningen is een belangrijke voorwaarde voor een bloeiende stedelijke economie. Bovendien zorgt een aantrekkelijke stad voor bezoekers, bestedingen en dus voor werk. Met deze stimuleringsagenda zetten wij in op groei en innovatie van de stedelijke economie. De innovatieve stedelijke economie beschrijven wij met behulp van drie termen:  Kenniseconomie: de factor (techni sche) kennis is in toenemende mate dé productiefactor in deze vorm van stedelijke economie. De groeiende en steeds pluriformere dienstensector is hiervan een goed voorbeeld.

Samenvatting


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018  

Creatieve economie: beroepen en bedrijfstypen gericht op design, vormgeving, muziek, theater, beeldende kunst, reclame, gaming en softwareontwikkeling. Ambachtseconomie: producten of diensten die zonder geschoolde handen niet denkbaar zouden zijn, onder andere materiaalbewerking, meubelmakers, leerbewerkers en reparateurs.

Wij dragen bij aan de versterking van de innovatieve stedelijke economie langs de volgende drie doelen met programmalijnen: 1. Ondernemersklimaat in het binnenstedelijk gebied (binnen de ringbanen) versterken. In ons ruimtelijk beleid en de regelgeving zijn wij alert op het vergroten van mogelijkheden voor (kleinschalige) economische activiteiten, bijvoorbeeld in leegstaande panden. We stimuleren ondernemersadvies (onder andere via kennischeques), we faciliteren 'shared services' (zoals 3 -D printers). We dragen bij aan een ondernemershuis waar ondernemers in de stedelijke economie elkaar ontmoeten en terecht kunnen voor advies en ondersteuning. 2. Kwaliteit van de binnenstad en haar voorzieningen (educatie, cultuur, vrijetijd) verhogen. Hierbij werken wij aan de kwaliteit van de buitenruimte, aantrekkelijke voetgangersroutes tussen het museumkwartier, de spoorzone, het centrum en de Piushaven. We werken actief mee aan de uitbreiding van het vrijetijdsaanbod en de komst van nieuwe (zakelijke) evenementen. 3. Talentontwikkeling, ondernemerschapsbevordering aanjagen. We benutten en vergroten de techniekbelangstelling, bijvoorbeeld door financieel mee te werken aan de 'ontdekfabriek' voor jongeren. We ondersteunen de organisatie van 'summer- en weekendschools' (educatieve en attractieve weekenden weekarrangementen). We stimuleren de koppeling van onderzoek op de universiteit en hogescholen aan stedelijk-economische vraagstukken. De gemeente heeft, naast de ambtelijke inzet vanuit de 'impulsgelden' een bedrag van 1,24 miljoen euro gereserveerd om bovenstaande activiteiten mede mogelijk te maken.

Spoor 3: Arbeidsmarktvernieuwing Er is behoefte aan een arbeidsmarkt die ‘mee ademt’ met de marktbehoefte en die zoveel mogelijk mensen de mogelijkheid biedt om zijn of haar talenten in te schakelen. Een dynamisch onderwijsveld dat aansluit op de behoefte van bedrijven. Een arbeidsmarkt- en kennisinfrastructuur die de ontwikkeling en toepassing van kennis als belangrijkste productiefactor ziet en zoveel mogelijk middelen direct inzet op mensen en bedrijven. De komende jaren liggen op het domein van arbeidsmarkt de prioriteiten op stimulering en versterking langs drie doelen met programmalijnen: 1. Mobiliteit en duurzame inzetbaarheid. (arbeidsmarkt werkenden): de opdracht om maximaal bij te dragen aan het aanpassingsvermogen en de innovatiekracht van de bedrijven in onze regio via het tijdig beschikbaar hebben van de juiste talenten (oftewel de ontwikkeling van human capital roadmaps en inzicht in hun betekenis voor (nieuwe) investeringen in kennisinfrastructuur); De agenda voor arbeidsmarktvernieuwing staat ten dienste van de gewenste economische ontwikkelingen. De vraag van het bedrijfsleven is het vertrekpunt bij de aanpak van vraagstukken op de arbeidsmarkt voor werkenden. Daarom ontwikkelen we voor belangrijke economische sectoren Human Capital Agenda's. Deze HCA's geven voor de komende jaren aan waar bedrijven op het vlak van talent en vaardigheden behoefte hebben en wat er voor nodig is om deze arbeidskrachten beschikbaar te krijgen. Specifieke aandacht krijgt de ontwikkeling van een HCA Techniek. Er is veel behoefte aan technisch talent. Technisch talent is ook een essentiële randvoorwaarde voor de cross -sectorale ontwikkeling die wij nastreven. Door het faciliteren van een nieuwe aanvraag voor sectorplanmiddelen bieden we ondersteuning aan bedrijven om arbeidskrachten om te scholen of nieuw werk te laten vinden. De ontwikkeling van een Transfercentrum is hierin een belangrijk wapenfeit. 2.

Inclusieve arbeidsmarkt (arbeidsmarkt werkzoekenden): de opdracht om zoveel mogelijk Tilburgers te activeren en te betrekken bij arbeidsprocessen. Ook bij de arbeidsmarkt voor werkzoekenden nemen we de vraag van bedrijven steeds als vertrekpunt. Zo nodigt het Ondernemersakkoord bedrijven uit om oplossingen te bieden voor de inzet van moeilijke

Samenvatting


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

doelgroepen op een wijze die past in de behoefte van het bedrijf. Op verzoek van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging BZW en de bedrijven die zijn aangesloten bij het akkoord faciliteren we een verdere 2 groei van het netwerk en investeren we in marketing en PR van het initiatief. NOMA is afgelopen jaren ingezet om arbeidsmarktrelevant te re-integreren en jaarlijks onze effectiviteit te verbeteren. We investeren de komende jaren waar mogelijk in een verbeterde aanpak voor specifieke doelgroepen, waaronder ouderen. Door middel van jobcarving / jobcrafting richten we samen met bedrijven bedrijfsprocessen anders in zodat enerzijds mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te passen zijn en anderzijds het bedrijf efficiĂŤnter kan produceren. Deze expertise willen we ook gebruiken om mensen in te schakelen op vrijwilligerswerk als de reguliere arbeidsmarkt te hoog gegrepen is.

3.

Moderne arbeidsmarktinfrastructuur: Voor vraagstukken van de 21e eeuw richten wij een eigentijdse en efficiĂŤnte infrastructuur in. Deze ondersteunt transities op de arbeidsmarkt (van school naar werk, van uitkering naar werk, van werk naar werk) en stelt relevante arbeidsmarktinformatie breed beschikbaar. Een Regionaal Werkbedrijf gaat in de toekomst een belangrijke schakel worden in de aansluiting van arbeid beperkten en regulier werk. Nu nog vanuit een netwerkgedachte en een praktische insteek om de baanafspraken te organiseren. Straks vanuit een betrokken en directe sturing vanuit bedrijven, vakbonden en gemeenten op de beleid- en uitvoeringspraktijk en ingebed in een regionale programmatische aanpak van de arbeidsmarkt. Tot slot noemen we in dit verband de inspanning om reshoring te stimuleren of offshoring te voorkomen. Samen met bedrijven is een online tool ontwikkeld die bedrijven meer inzicht verschaft in de beste keuze. Dit vormt een startschot om te onderzoeken in hoeverre aanpassingen mogelijk zijn om het ondernemersklimaat voor deze activiteiten te verbeter en. Zodoende creĂŤren we meer werkgelegenheid de komende jaren voor de participatiedoelgroep en versterken we indirect de ambachtseconomie.

Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt De arbeidsmarktagenda versterkt de aansluiting onderwijs -arbeidsmarkt op verschil lende aspecten. Zo agenderen we een optimale kennisinfrastructuur in de regio op basis van de behoefte van het bedrijfsleven en onderzoeken we samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen waar de kennisinfrastructuur beter kan. We investeren in een betere ontwikkelcultuur op de arbeidsmarkt, onder andere door dienstverlening en ondersteuning aan (MKB)bedrijven voor leren en werken-vraagstukken via het LeerWerkLoket. De komende drie jaar ontwikkelen we met bedrijfsleven, jongeren, regiogemeenten, kennis instellingen, zorginstellingen, justitie en het UWV een Jeugdwerkeloosheidvrije zone. De noodzakelijke verbeterslag die gevraagd wordt vanuit het bedrijfsleven en het onderwijs zal hierin een prominente plek krijgen. Ook vragen we bij kennisinstellingen meer aandacht voor onderwijs in vaardigheden en kennis die studenten voorbereidt op het ondernemerschap. Regionale samenwerking De arbeidsmarkt heeft geen grenzen. In toenemende mate organiseert de arbeidsmarkt zich cross -sectoraal en op regionaal niveau. Enerzijds door economische ontwikkelingen, anderzijds onder invloed van wet- en regelgeving en bezuinigingen. Voor de verschillende prioriteiten geldt dan ook dat de regionale schaal in toenemende mate wenseli jk is als organisatiegraad. Binnen het spoor a rbeidsmarktvernieuwing van deze agenda maken wij ons hard om de komende jaren in de regio met gemeenten, maar ook met andere stakeholders, slimmer en intensiever samen te werken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan minder uitvoeringsorganisaties, maar ook aan het beter benutten van infrastructuur tussen WSW-organisaties. Zodoende denken we dat meer middelen direct beschikbaar komen voor werkenden, werkzoekenden en bedrijven. Los van de investering in meer duurzaam beleid, een tripartiete sturing en het bundelen v an middelen stimuleren we met deze agenda in de beschikbaarheid van toegankelijke, eenduidige en actuele arbeidsmarktinformatie voor iedereen die hiervan gebruik wil maken. De gemeente heeft, naast de ambtelijke inzet, vanuit de 'impulsgelden' een bedrag van 1,24 miljoen euro gereserveerd om bovenstaande activiteiten mede mogelijk te maken.

2

Nieuw Ondersteuningsmodel Arbeidsmarkt

Samenvatting


Inhoud 1.

2.

3.

4.

5.

Inleiding ............................................................................................................................................................................. 1 1.1.

Een extra impuls aan de stedelijke economie en werkgelegenheid! ........................................................... 1

1.2.

Vernieuwing en versterking van de Tilburgse economie en arbeidsmarkt ................................................. 1

1.3.

Geen nieuwe kaders. EAT en Tilburgs beleid participatiewet blijven van kracht ...................................... 3

1.4.

Tilburg geeft internationalisering actief vorm.................................................................................................. 6

1.5.

Drie werkagenda’s met programma's ................................................................................................................ 6

1.6.

Bekostiging van de uitvoering van de werkagenda’s ...................................................................................... 7

Vernieuwing en Versterking langs drie sporen ......................................................................................................... 8 2.1.

De Tilburgse Economie in cijfers ......................................................................................................................... 8

2.2.

Bepalende ontwikkelingen voor de Tilburgse economie................................................................................ 9

2.3.

Onze ver trekpunten bij de invulling van de agenda ......................................................................................12

2.4.

Een agenda langs drie sporen............................................................................................................................14

Modern industrieel en logistiek Cluster....................................................................................................................16 3.1.

Sterke economische dragers van de stad: industrie en logistiek ................................................................16

3.2.

Moderne Industrie...............................................................................................................................................17

3.3.

Logistiek.................................................................................................................................................................20

3.4.

Werkagenda voor het Moderne IndustriĂŤle en Logistieke Cluster .............................................................24

Spoor 2: Stedelijke Economie ......................................................................................................................................28 4.1.

Inleiding .................................................................................................................................................................28

4.2.

Trends en ontwikkelingen ..................................................................................................................................29

4.3.

Kennis, creatie en ambacht................................................................................................................................30

4.4.

Beeld van de stedelijke economie ...................................................................................................................31

4.5.

Ruimtelijke aspecten ...........................................................................................................................................34

4.6.

Ambitie en doelen ...............................................................................................................................................34

Spoor 3: Arbeidsmarktvernieuwing ...........................................................................................................................40 5.1.

Van analyse naar stimuleringsagenda..............................................................................................................40

5.3

Inclusieve arbeidsmarkt......................................................................................................................................47

5.4

Eigentijdse arbeidsmarktinfrastructuur...........................................................................................................52


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

1. Inleiding 1.1. Een extra impuls aan de stedelijke economie en werkgelegenheid! Extra impulsgeld De gemeente Tilburg wil de ontwikkeling van de economie (meer bedrijven en werkgelegenheid) en de arbeidsmarkt extra stimuleren. De gemeenteraad heeft 5 miljoen euro beschikbaar gesteld om de ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid in de stad een extra impuls te geven. Het betreft de periode tot en met 2018. Van dit geld is 2 miljoen bestemd voor de citymarketingstrategie. De resterende 3 miljoen is bestemd voor een extra impuls aan de stimulering van Economie en 3 Arbeidsmarkt . In deze Stimuleringsagenda staat beschreven hoe de Gemeente Tilburg die stimulering, binnen de vastgestelde kaders, vorm wil geven en hoe zij daarbij de drie miljoen de komende jaren denkt te gaan inzetten. Meer dan een lijstje projecten De agenda is meer geworden dan een lijstje met projecten en bestedingen. De agenda bevat nieuwe cijfers, trends en inzichten (mede op basis van vele gesprekken met vertegenwoordigers uit de sector) die ons voorzien van de nodige scherpte om de vastgestelde beleidskaders met concrete programmalijnen in te vullen. Daar komt bij dat we in deze agenda de stimulering van economie en arbeidsmarkt samen nemen en hiertussen verbindingen leggen. Tenslotte geeft deze agenda antwoord op de specifieke wens vanuit het collegeakkoord om het economisch beleid te versterken met 'stedelijke economie'. Deze keuze voor stedelijke economie werken we uit in een specifieke aanpak. Het geheel werken we uit in een aanpak met drie programmasporen en daarbij behorende initiatieven. Niet alle initiatieven en projecten zitten in hetzelfde stadium van ontwikkeling. Sommige initiatieven lopen al of kunnen meteen worden gestart, andere vereisen nog nader onderzoek en uitwerking.

1.2. Vernieuwing en versterking van de Tilburgse economie en arbeidsmarkt Versterking en vernieuwing van de Til burgse economie en arbeidsmarkt is een belangrijk actiepunt van de gemeente (Collegeakkoord 2014 - 2018). Dit alles met het oog op de hoofddoelstellingen van het College van BenW binnen de programmalijnen Vestigingsklimaat en Sociale Stijging: méér werkgelegenheid, maar ook méér bezoekers en bestedingen. Om dit te bereiken, aldus het collegeakkoord,  intensiveren we onze inzet op het brede terrein van arbeidsmarktbeleid, economie, citymarketing en evenementen en vers terken de onderlinge samenhang,  versterken we de agenda met stedelijke economie,  versterken we de combinatie van kennisprofiel in combinatie met het industrieel cluster,  zetten we door op de regionale agenda van Midpoint,  pakken we door op het gebied van citymarketing,  leggen we een brug tussen nieuwe economische kansen en sociale versterking van de stad,  bestrijden we (jeugd)werkloosheid,  zorgen we dat mensen hun talenten kunnen benutten,  en trekken we voor de deze ambities structureel 1 miljoen euro uit, en 5 miljoen als extra impuls.

3

De beschikbare middelen vanuit de Reserve Grootschalige Investeringen (RGI) zijn in de programmabegroting 2015 door de Raad beschikbaar gesteld. pagina 1


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

In het verlengde hiervan schrijft de programmabegroting 2015 over clusterbeleid, stedelijke economie en arbeidsmarkt dat  we blijvend inzetten op het behouden en versterken van de sterke economische sectoren / clusters waarin we ons onderscheiden en waaraan we onze concurrentiekracht en groeipotentie ontlenen.  we ons specifiek richten op de versterking en verbreding van onze stedelijke economie.  we de relatie van zowel techniek, creatieve bedrijvigheid als de duurzame maakindustrie met onze sterke sectoren inzichtelijk maken.  we in kaart brengen welke talenten het bedrijfsleven nu en in de toekomst nodig heeft  we de betekenis hiervan duiden voor investeringen in de kennisinfrastructuur , van ongeschoolden/laag opgeleiden tot hoog opgeleiden  we investeren in perspectief voor mensen die tijdelijk of structureel niet deelnemen op de arbeidsmarkt Stimuleren en accommoderen Ons economisch beleid bestaat uit (specifiek) stimuleren en (generiek) accommoderen. Stimuleren doen wij specifiek voor een aantal sectoren en bedrijven die kansrijk en onderscheidend zijn en tevens belangrijk voor de economische ontwikkeling, maar nog extra ondersteuning kunnen gebruiken. Hierbij denken wij aan investeringen in specifieke netwerken, een bijdrage aan plaatsen waar partijen samen tot nieuwe producten en concepten komen, ondersteunende gezamenlijke voorzieningen (zoals laboratoria, arbeidsmarkttoepassingen en opleidingscentra) en aan acquisitie van nieuwe bedrijven. Hierover gaat deze stimuleringsagenda. Naast het specifieke stimuleringsbeleid voert de gemeente een accommoderingsbeleid voor alle zittende en nieuwe ondernemers. De gemeente wil er aan meewerken dat deze ondernemers en hun activiteiten zich duurzaam kunnen ontwikkelen. Accommoderen betekent voor de gemeente: verbeteren van de bereikbaarheid van de gemeente, zorgen voor een optimaal woon- en leefklimaat, zorgen voor voldoende en adequate werkmilieus (zoals bedrijventerreinen en kantorenlocaties) en ondersteuning voor startende ondernemers. Deze stimuleringsagenda gaat verder niet in op het accommoderingsbeleid voor alle ondernemers. Het arbeidsmarktbeleid staat ten dienste aan de economische ontwikkeling. Daarin draagt de gemeente bij aan het op het juiste moment, in de juiste omvang en in de juiste hoeveelheid beschikbaar krijgen en houden van talenten. Daarnaast zoeken we samen met het bedrijfsleven naar vormen van re-integratie van de groep werkzoekenden en mensen met een belemmering voor de arbeidsmarkt. Beide kanten van het arbeidsmarktbeleid kennen zowel stimulerende als accommoderende elementen. In deze agenda zijn alleen de nieuwe impulsen opgenomen. Duurzaam Duurzaamheid is voor de economi sche ontwikkeling van de gemeente een vanzelfsprekendheid. Daarbij gaat het om het realiseren van een aantrekkelijke woon-, werk en leefomgeving met aandacht voor onder andere goede arbeidsomstandigheden, energiebesparing, duurzame energieopwekking, goede bereikbaarheid en volop natuur. De gemeente gaat daarmee uit van een zorgvuldige balans tussen markt, milieu en mensen. Samen met partners in bedrijfsleven en instellingen Versterking van de economie kan de overheid niet alleen. In tegendeel: het is vooral een zaak van ondernemers die kiezen voor Tilburg om te investeren en te vernieuwen. Ook kennisinstellingen (onderwijs en onderzoek) vervullen een belangrijke rol. Samenwerking en afstemming tussen deze Tilburgse partijen is daarom een evident uitgangspunt in het bereiken van de economische ambities . Wij geven impulsen en creëren voorwaarden zodat deze bedrijven en instellingen beter floreren . Midpoint Brabant heeft daarbij een belangrijke rol als verbinder tussen bedrijven, kennisinstellingen en over heid.

pagina 2


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Inzet van Midpoint Midpoint Brabant is dé organisatie die overheid, kennisinstellingen en bedrijven in de regio Hart van Brabant bij elkaar brengt. De gemeente Tilburg hecht, als belangrijkste contribuant aan deze organisatie, veel waarde aan de verbindingen die Midpoint op regionaal niveau legt tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven. Midpoint werkt vanuit een strategische visie aan een aantal regionale ambities op het gebied van de vier 'speerpuntsectoren' en op het gebied van arbei dsmarkt. Midpoint heeft vier ambitiedocumenten opgesteld waarmee de regio op de versterking van vier verschillende economische sectoren inzet: Care, Aerospace en Maintenance, Logistics en Leisure. Deze stimuleringsagenda kan gezien worden als een Tilburgse lokale bijdrage aan de verwezenlijking van die regionale ambities. Daarnaast heeft de gemeente ook nog andere lokale economische opgaven, vooral op het gebied van de stedelijke economie. Deze beschrijven wij eveneens in dit document waardoor de totale economische structuurversterking van Tilburg in beeld wordt gebracht.

1.3. Geen nieuwe kaders. EAT en Tilburgs beleid participatiewet blijven van k racht Economische Agenda Tilburg 2012-2020 (EAT) In 2012 heeft de gemeenteraad de Economische Agenda Tilburg 2012 -2020 (EAT) vastgesteld. Deze EAT is ons belangrijkste kader voor de uitwerking van de eerste twee sporen van deze stimuleringsagenda. Met name het onderwerp ‘Economische Structuurversterking’ uit de EAT geven wij verder handen en voeten. De EAT bevat een aanpak en een programma die nog altijd nauw aansluiten bij de ambities van het huidige college en de programmabegroting 2015. Wel lijkt het onderwerp 'Stedelijke Economie' nieuw in het vizier gekomen. Toch, als we beter kijken, komt het onderwerp Stedelij ke economie wel degelijk voor in de EAT, maar onder andere 'kopjes'. Zo is in de EAT opgenomen dat er extra aandacht wordt besteed aan het onderwerp ‘zakelijke dienstverlening’. De verbinding met kennisinstellingen is eveneens een belangrijk aandachtspunt en ook de onderwerpen stedelijke 'leisure' (vrijetijdseconomie) en 'care' uit de Economische Agenda vormen belangrijke elementen. Al deze onderwerpen komen nu samen in het tweede spoor van deze agenda: 'Stedelijke Economie' (H4). Al met al constateren wij dat deze Stimuleringsagenda geen nieuw kader is, maar vooral een aanpak om bestaande prioriteiten uit de EAT in samenhang te bezien en het onderwerp Stedelijke Economie met extra nadruk en inzet uit te werken.

pagina 3


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

De EAT is in zijn opzet breder dan het hui dige document: de EAT gaat over stimuleren én accommoderen, over citymarketing, ondernemerstevredenheid, nieuw en bestaande bedrijventerreinen en het woon werk- en leefklimaat in algemene zin. NOMA, Participatiewet en regionaal arbeidsmarktprogramma Ook voor het arbeidsmarktbeleid zijn er vastgestelde kaders die wij met deze stimuleringsagenda verder uitvoeren zonder ze te willen wijzigen. Belangrijke aandachtspunten uit de kaders:  De gemeente heeft steeds meer oog gekregen voor brede arbeidsmarktvraagstukken en betrekt ondernemers daarbij.  Via het Ondernemersakkoord voeren we gesprekken met bedrijven niet zozeer op basis van dwingende regelgeving (Quotumwet/Baanafspraak) maar plaatsen we mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt omdat zij een toegevoegde waarde hebben. Zo bouwen we aan een netwerk van betrokken bedrijven die ook op eigen initiatief naar oplossingen zoeken.  Het besef dat de arbeidsmarkt meer en meer om een (inter)regionale aanpak vraagt komt tot uiting in een regionaal arbeidsmarktprogramma. Inmiddels is dit regionale programma met het regionale economische programma van Midpoint vervlochten.  NOMA. Mede onder druk van bezuinigingen en stelselherzieningen heeft de gemeente Tilburg de manier waarop zij ondersteuning biedt aan participatiebehoeftigen en werkgevers anders ingericht. In deze nieuwe werkwijze (nieuw model ondersteuning arbeidsmarkt (NOMA)) beoogt de gemeente reintegratie effectiever en efficiënter vorm te geven. Daarin is nadrukkelijk de verbinding gezocht en gevonden met de inrichting van de frontlijn en het programma meedoen en groeien. Door in de Tilburgse aanpak in de integrale wijkteams expertise op het terrein van werk en inkomen in te brengen krijgen we een meer samengesteld beeld van mensen en hun omgeving en is meer maatwerk in de dienstverlening mogelijk. Mensen met complexe problematiek krijgen een integrale dienstverlening en er ontstaan meer mogelijkheden voor mensen met een uitkering om vrijwilligerswerk te doen. De komende periode zal dit model monitoring en aanpassing vragen.

pagina 4


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

We sluiten aan op de Omgevingsvisie Tilburg 2040 en de Cultuuragenda 2011-2016 Deze Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt Tilburg 2015-2018 sluit aan op de Omgevingsvisie 2040 en de Cultuuragenda 2011-2016. De Omgevingsvisie die in 2015 bestuurlijk wordt vastgesteld, werkt langs dezelfde economische lijnen als de Stimuleringsagenda en beschrijft de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor de Tilburgse economie. Van de binnenstad met spoorzone tot en met de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen en de ruimtelijke knooppunten en clusters waar kennisinstellingen en grote en kleine bedrijvigheid gebruik kunnen maken van elkaars faciliteiten en mensen. De cultuuragenda Tilburg, beschrijft de doelen van de Gemeente Tilburg op het gebied van haar cultuurbeleid. De agenda sluit goed aan bij de ambities voor de 'creatieve economie' die we in het spoor 'stedelijke economie' presenteren.

Regionaal, Provinciaal, Landelijk en Europees beleid De economie en arbeidsmarkt zijn niet aan grenzen gebonden. In een sterk veranderende en steeds internationaler worden dynamiek, maar ook sterk krimpende budgetten is het van belang om hechte allianties te smeden op verschillende niveaus. Deze agenda sluit dan ook aan bij de niet-gemeentelijke kaders en beleid en geeft het belang van samenwerking met partners aan. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste kaders per niveau weergegeven. Belangrijke beleidskaders Europa Rijk (Nederland) Provincie NoordBrabant Hart van Brabant

Economisch beleid

Arbeidsmarkt

INTERREG Topsectoren Economisch programma Brabant 2020

Horizon 2020, ESF, SITS Techniekpact, decentralisaties Brabants Arbeidsmarkt Akkoord

Ambitiedocumenten Midpoint

De Regio Werkt

pagina 5


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

1.4. Tilburg geeft internationalisering actief vorm De gemeente Tilburg geeft actief vorm aan de internationalisering van de stad; ook als het gaat om 4 economische betrekkingen . Tilburg internationaliseert onder invloed van globalisering. Het aantal verbindingsmogelijkheden tussen bedrijven, burgers en overheden is enorm toegenomen (fysiek en ICT), waarbij geografische afstand steeds minder relevant is. Technologische vooruitgang (m.n. internet) en economische liberalisering (internationale (handels)verdragen en deregulering) vormen de belangrijkste pijlers onder deze beweging. Daarnaast ontstaat een groeiend besef dat innovatie en oplossingen voor complexe problemen zoals armoede, vergrijzing en klimaatverandering effectiever door middel van grensover schrijdende samenwerking tot stand komen. De bevolkingssamenstelling van Tilburg wordt door veranderende migratiepatronen steeds internationaler. Ook speelt de mondiale context een steeds nadrukkelijker rol bij het realiseren van economische en maatschappelijke ambities en doelstellingen. Bijvoorbeeld in de relaties met nieuw aan te trekken of bestaande internationale bedrijvigheid. Ook het aantrekken van internationale kenniswerkers en studenten is belangrijk. Aandacht voor de internationale context is, ook in de Tilburgse aanpak van economie en arbeidsmarkt, cruciaal voor het behoud van de economische vitaliteit en concurrentiepositie van onze regio. In wisselende allianties en samenwerkingsverbanden werken we aan het realiseren van onze economische ambities en doelstellingen. Midpoint, de provincie, de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM), het ministerie van Economisch zaken, de onderwijs - en kennisinstellingen en natuurlijk het bedrijfsleven zelf zijn daarbij onze belangrijkste partners. Op dit moment werken binnen de gemeente verschillende afdelingen, ieder vanuit een eigen invalshoek aan beleid met een duidelijke internationale component. De afdeling Sociaal werkt aan nieuw beleid rond het thema mondiale bewustwording; de afdeling S&C heeft net een lobbystrategie ontwikkeld en richt zich o.a. op Europese fondsenwerving en beleidsbeïnvloeding. De afdeling E&A is recent een gestart met het ontwikkelen van economisch internationaliseringsbeleid (internationale profilering, P&A etc.) dat na de zomer 2015 gereed moet zijn en waarvoor de nu voorliggende stimuleringsagenda belangrijke inhoudelijke 'lading' vormt.

1.5. Drie werkagenda’s met programma's Deze stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt beschrijft de stand van zaken met betrekking tot de Tilburgse Economie en de gekozen koers en aanpak volgens drie sporen. Hoofdstuk 2 beschrijft de ontwikkeling van de werkgelegenheid, onze uitgangspunten en de keuze voor drie sporen voor de stimuleringsagenda. De hoofdstukken 3, 4, en 5 beschrijven vervolgens voor elk van de drie sporen de stand van zaken en de trends, onze keuze en voorgestelde aanpak. Elk van deze drie hoofdstukken sluit af met een werkagenda. Iedere werkagenda bevat een aantal programma’s en bijbehorende projecten/activiteiten. De werkagenda’s voor ieder spoor. De werkagenda's brengen onze projecten en activiteiten voor ieder van de drie sporen samen. De eerste kolom laat zien welk op welk doel het project of de activiteit (tweede kolom) gericht is. In de derde kolom wordt de status weergegeven:  in uitvoerende fase (U): het project wordt gerealiseerd of de activiteit wordt momenteel uitgevoerd  in ontwikkelende fase (O): het project of de activiteit sluit aan op een bestaande ontwikkeling maar is nog niet gestart  in verkennende fase (V): er is nog onderzoek nodig om te bepalen of het project of de activiteit haalbaar is of voldoende oplevert

4

Raadsbrief van het College van BenW (wethouder Jacobs) over internationalisering 16 december 2014 pagina 6


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Rol gemeente en betrokken partners Zoals eerder aangegeven: economie en arbeidsmarkt creëren wij als overheid niet zelf. Onze rol past in het model van de participerende overheid. In de derde en vierde kolom wordt de rol van de gemeente en die van de betrokken partners benoemd. Wij onderscheiden daarin drie rollen. Deze rollen sluiten elkaar daarbij niet uit; aanjagen kan bijvoorbeeld gepaard gaan met faciliteren:  Initiëren: Om in te kunnen spelen op kansen en ontwikkelingen in de sector, initiëren we netwerken met de drie o's en houden we ons op de hoogte van wat er speelt op het vakgebied. Wij nemen zelf het initiatief om nieuwe ontwikkelingen, projecten of informatie te genereren die vervolgens de 'markt' in positie moet brengen om deze te benutten.  Stimuleren: We willen nieuwe economische activiteiten en innovatie aanjagen en stimuleren. Dit doen we door partijen bij elkaar te brengen om samenwerking en cross -overs te bewerkstelligen en door nieuwe ontwikkelingen te signaleren die bij kunnen dragen aan het versterken van de sector. We willen daarmee initiatieven bij ondernemers stimuleren en vernieuwing uitlokken.  Faciliteren: We zien voor onszelf een belangrijke rol als facilitator. Bijvoorbeeld door initiatieven van partners te ondersteunen in de uitvoering. Onder de betrokken partners verstaan we : Kennis- en onderwijsinstellingen, waaronder: UvT, Avans, Fontys en ROC-Tilburg Bedrijfsleven (georganiseerd), waaronder: Stichting Logistiek Midden-Brabant, , Brabants-Zeeuwse Werkgevers, (BZW), en het Bedrijven Overleg Regio Tilburg (BORT). Samenwerkingsorganisaties, waaronder: Midpoint Brabant en DI-WCM (World Class Maintenance). Overheden, waaronder: Regio Hart van Brabant, gemeenten, Provincie, UWV en Rijk.

1.6. Bekostiging van de uitvoering van de werkagenda’s De uitvoering van de projecten en activiteiten uit de werkagenda ’s bij de drie sporen vragen om investeringen. Dit gebeurt door middel van financiële mi ddelen en door de inzet van beschikbare uren van ambtenaren. Deze agenda is richtinggevend voor de besteding van de drie miljoen stimuleringsgel den Economie en Arbeidsmarkt. Tegelijkertijd biedt de agenda mogelijkheden om aan te sluiten bij prioriteiten uit andere agenda's met overlappende doelstellingen en zo meer resultaat te kunnen bereiken. Dit is onderwerp van toekomstige afstemming. We denken hierbij aan: Co-financieringsfonds gemeente Tilburg Regionale, provinciale of Rijksmiddelen Europese fondsen Stimuleringsgelden uit andere programma’s van de gemeente Tilburg (Sociaal, Ruimte). Een concreet voorstel voor de komende drie jaren (medio 2015 - medio 2018) is opgenomen in een bijlage bij dit rapport. Onze investeringsagenda is dynamisch; we geven aan voor welke projecten we impulsgelden willen inzetten, maar we spijkeren niet de besteding van elke euro nu al vast. Zo kunnen we inspelen op de actualiteit en eventuele nieuwe initiatieven. We hebben drie werk- en investeringsagenda's gemaakt met daarin aangeven de projecten en trajecten waarin wij investeren met menskracht en geld. We actualiseren en verantwoorden onze investeringslijst twee keer per jaar. De verdeling van onze financiële inzet over de drie sporen geven wij hieronder aan. Daarnaast reserveren wij € 50.000,- voor nieuwe onvoorziene projecten. Ook eventuele vrijval van gelden omdat projecten onverhoopt niet doorgaan, goedkoper uitvallen of worden vertraagd kan voor nieuwe onvoorziene projecten worden ingezet. spoor 1 Modern Industrieel en Logistiek Cluster

475.000

spoor 2 Stedelijke Economie

1.240.000

spoor 3 Arbeidsmarktvernieuwing

1.235.000

Nieuwe onvoorziene projecten Totaal

€ €

50.000 3.000.000

pagina 7


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

2. Vernieuwing en Versterking langs drie sporen 2.1. De Tilburgse Economie in enkele cijfers

Sectoren, banen en vestigingen 2014 De Tilburgse economie heeft een brede basis en niet exclusief afhankelijk van 2 of 3 sectoren die de economische structuur domineren.  De 5 grootste sectoren Gezondheids- en welzijnszorg, Groot- en detailhandel, Industrie, Onderwijs en Vervoer en Opslag zijn samen goed voor 63% van de werkgelegenheid.  Onderwijs en zorg hebben meer arbeidsplaatsen per 10.000 inwoners dan landelijk, omdat deze sectoren zich voornamelijk in de steden manifesteren.  Sectoren die wij over het algemeen rekenen tot 'Stedelijke Economie': Zorg, zakelijke en financiële dienstverlening, onderwi js, horeca , cultuur, sport en recreatie, zijn goed voor ruim 60.000 banen: (56% van de banen) i n Tilburg. Als we overheid en groot- en detailhandel ook meerekenen komen wij zelfs op een kleine 82.000 arbeidsplaatsen: 76% van het totaal. Ontwikkeling werkgelegenheid 2004-2014  De Tilburgse industrie is van oudsher sterk vertegenwoordigd in de stad. Dat is nog steeds zo, maar ze heeft echter wel te maken gehad met teruglopende werkgelegenheid (3.800 banen). De ontwikkeling sluit daarmee aan op het landelijk beeld en is onder andere het resultaat van automatisering, robotisering en uitplaatsing van productie naar lage lonenlanden.  Cultuur, sport en recreatie zijn als sector fors gegroeid met 1.425 banen, een toename van bijna 60%.  Zakelijke dienstverlening is in Tilburg sterk gegroeid met 1.745 banen.  De Tilburgse gezondheids- en welzijnszorg is in de afgelopen 10 jaar gegroeid met 3.000 banen. 5

Al met al heeft Tilburg een gemiddelde groei doorgemaakt ten opzichte van andere middelgrote steden, ook al is het aantal banen van 2011- 2013 gedaald, en is er ook in 2014 sprake van lichte krimp. Verwachting ontwikkeling werkgelegenheid tot 2040

5

Ecorys, 2014 pagina 8


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Ecorys (2014) heeft prognoses gemaakt van de toekomstige werkgelegenheidsontwikkeling in Midden-Brabant. Op basis van een 'shift en share' analyse zijn de landelijke prognoses vertaald naar de regio Hart van Brabant. Uitgangspunt zijn vier mogelijke scenario's, waarbij SE (Strong Economy) en TM (Transatlantic Market) als meest waarschijnlijk worden geacht. De verwachting van Ecorys is dat de industrie nog meer arbeidsplaatsen zal verliezen (waarbij de toegevoegde waarde per werknemer juist verder zal stijgen), terwijl de grootste groei zal worden gerealiseerd in de zorg en de handel. Bij de afname van de banen i n de industrie is 'reshoring' van productie uit lage lonenlanden naar Europa overigens nog niet meegerekend, waardoor het verlies aan arbeidsplaatsen in de industrie wellicht nog wat lager uit zal vallen. Al met al verwacht Ecorys voor MiddenBrabant de komende decennia een banengroei boven het Nederlands gemiddelde als gevolg van een goed ondernemersklimaat. Omdat dergelijke lange termijn inschattingen hoogst onzeker zijn, richten we ons op de middellange termijn. Hoewel economisch herstel in 2014 zichtbaa r werd, heeft dit landelijk vooralsnog niet geleid tot banengroei (2014: -0,8%). Voor 2015 wordt een kleine groei van de werkgelegenheid verwacht (0,1%). Deze toename zet zich gedurende de periode 2016-2019 verder door maar blijft met ongeveer 0,3% per jaar beperkt. Landelijke groeisectoren in deze periode zijn ‘vervoer en opslag’, ‘detail’ en ‘horeca’. Door een beperkte groei van zowel de werkgelegenheid als de beroepsbevolking stabiliseert het werkloosheidspercentage zich in de periode 2014-2019 op ongeveer 8%.

2.2.

Bepalende ontwikkelingen voor de Tilburgse economie

Agglomeratiekracht steeds belangrijker voor economische ontwikkeling Voor het versterken van de economie van steden en om in het internationale speelveld een rol van betekenis te spelen, is het belangrijk om de agglomeratiekracht te versterken. De steden en stedelijke regio's in Nederland zijn op zichzelf te klein om internationaal te excelleren en missen massa en dichtheid. Een strategie van metropoolvorming waarbij elkaars kwaliteiten en kracht beter worden benut, kan daarin voorzien. Het gaat dus om de vraag 'hoe kun je meer profiteren van elkaars mensen, bedrijven en voorzieningen'? Deze vraa g doet zich voor Tilburg op drie niveaus voor. 1. 2.

3.

Op de schaal van de vijf Brabantse steden (BrabantStad) liggen veel kansen door deze beter met elkaar te verbinden en gebruik te maken van elkaars kracht. Het rijk verkent op dit moment de mogelijkheden om het belangrijkste economische kerngebied van Nederland in de driehoek Amsterdam/ Utrecht-Rotterdam/ Den Haag-regio Eindhoven beter met elkaar te verbinden zodat de steden elkaar versterken: het vergroten van de agglomeratievoordelen (via het traject REOS (Ruimtelijk Economische Ontwikkelingsstrategie)). Daarin wordt verbinding gezocht met de andere economisch belangrijke stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren, waartoe ook Tilburg behoort, die kunnen bijdragen aan een verdere vergroting van de concurrentiepo sitie (via de Beleidsverkenning Versterking Vestigingsklimaat Nederland (BNVL)). Tilburg (en Tilburg University) maakt deel uit van het nationale Netwerk Kennissteden, dat bevordering van de kenniseconomie voorstaat en een werkprogramma ontwikkelt in het kader van de nationale Agenda Stad en in het kader van de urban agenda van de EU. Tilburg is een van de universiteitssteden waar meer hoger opgeleiden worden 'uitgeleend' (elders werkend), dan worden 'ingeleend' (hier werkend, elders wonend).

Cruciale rol steden in economie en samenleving, waardoor deze de grootste groei vertonen Nederland heeft een zeer open economie; er is sprake van een netwerkeconomie en netwerksamenleving. Het belang van steden en stedelijke regio's neemt in deze open netwerksamenleving toe. De steden vormen de motoren voor economische groei en zijn de bron en dragers voor maatschappelijke innovaties, vernieuwing en creativiteit. Steden zijn de broedplaatsen van ondernemerschap en trekken talenten en investeringen aan. Werkgelegenheid concentreert zich met name ín de stad. Er is sprake van een trek naar de grote steden. De steden groeien, in tegenstelling tot de omliggende gebieden. Agglomeratievoordelen, de voordelen van ruimtelijke nabijheid tot (andere) bedrijven en huishoudens, is de belangrijkste achterliggende reden voor de trek naar de stad. Er is groei van interstedelijke netwerken, vooral gevoed door de jongere, hoger opgeleide generatie (18-40)

pagina 9


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Tilburg profiteert van de agglomeratievoordelen en zal de komende jaren verder groeien in inwonertal. De regio Midden-Brabant groeit tot 2025 met 2,5% tot 5%. Daarbinnen zal Tilburg het leeuwendeel deel van deze groei voor zijn rekening nemen, (mede dankzij de aanwezigheid van de universiteit en de HBO-instellingen (studenten vestigen zich na hun afstuderen), zijn regionale functie op het gebied van werk en voorzieningen en het gebrek aan krapte op de woningmarkt) zo stellen CBS en CPB. Volgens de prognose van CBS en CPB zal Tilburg, uitgaand van de huidige gemeentegrenzen, in 2025 bijna 220.000 inwoners tellen, een groei van 10% 6 ten opzichte van nu . Relatieve bevolkingsgroei per COROP-regio

De arbeidsreserve De arbeidsmarkt is al langere tijd zeer ruim: de werkloosheid is de afgelopen jaren sterk toegenomen en het aantal vacatures is gekrompen. Daarmee is er vooral sprake van overschotten van personeel: tussen januari 2009 en januari 2014 steeg het aantal WW-uitkeringen bijvoorbeeld met 136 procent (een duidelijke indicator van groeiende overschotten). Eind 2014 stond de teller op 6.061 mensen die een werkloosheiduitkering hadden. Tel hier 6.566 Tilburgers bij op die eind 2014 een bijstandsuitkering hadden en we spreken van afgerond 12.600 mensen die op zoek zijn naar werk.

6

CPB en PBL, 2013 Regionale Prognose 2013-2040. pagina 10


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

De werkende bevolking  Groene en grijze druk. Groene druk: de verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar of ouder en het aantal personen van 20 tot 65 jaar, in Midden-Brabant ligt in 2014 op 37% en blijft gedurende de periode 2014-2020 redelijk stabiel (36% in 2020). De grijze druk, de verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen van 20 tot 65 jaar, in Midden -Brabant daarentegen neemt gedurende deze periode relatief sterk toe, van 29% in 2014 tot 34% in 2020. De (toekomstige) verhoging van de AOW-leeftijd heeft tot gevolg dat de productieve leeftijdsgroep toeneemt en de grijze druk lager uitvalt. De arbeidsparticipatie van j ongeren (40,9%) en ouderen (57,8%) is in Midden-Brabant, ten opzichte van Nederland, relatief laag. Vooral de relatief lage arbeidsparticipatie van ouderen is vanuit het oogpunt van de verhoging van de AOW-leeftijd en vanuit de demografische ontwikkeling (ouder wordende beroepsbevolking) een aandachtspunt. In Midden-Brabant is 15% van de werkenden 55 jaar of ouder. Vooral de sectoren industrie, vervoer en opslag, bouw en onderwijs hebben te maken met een sterke vergrijzing. Jongeren zijn sterk vertegenwoordigd in de landbouw, bosbouw, visserij, detailhandel, verhuur, zakelijke dienstverlening en groothandel (met name opslag). Net als in de andere Brabantse arbeidsmarktregio’s zijn relatief veel mensen werkzaam in elementaire/lagere beroepen. Dit sluit aan bij de landelijke tendens dat werkgelegenheid op MBO-niveau daalt en de werkgelegenhei d op lager en hoger niveau toeneemt.  Flexibilisering. De arbeidsmarkt is in toenemende mate onderhevig aan flexibilisering. Met name de sectoren horeca, overige zakelijke dienstverlening en detail kenmerken zich door veel (>18%) flexibele contracten. Verwacht mag worden dat door de Wet Werk en Zekerheid de flexibilisering van de arbeidsmarkt de komende jaren verder zal toenemen, ook in andere sectoren.  Mobiliteit. Steeds minder mensen wisselden de afgelopen jaren van baan, waarschijnlijk omdat de economische crisis heeft geleid tot minder vacatures en mensen in een ongunstige arbeidsmarkt minder snel geneigd zijn om de zekerheid van een bekende, vaste baan op te geven voor de onzekerheid van een nieuwe baan zonder vast contract.  Internationalisering. Eind 2013 was 3% van de werknemers in onze regio niet afkomstig uit Nederland. 9% van alle medewerkers in de landbouw en transport en logistiek is afkomstig uit Midden- of Oost Europa. Daarnaast zijn ook via uitzendbureaus veel MOE-landers werkzaam. De (af-)studerende bevolking: kansen bij techniek en zorg

Afbeelding: Groep 3 en 4 van het basisonderwijs maakt bij ROC Tilburg kennis met techniek.

Uit arbeidsmarktanalyses blijkt dat de komende jaren vooral een vraag zal ontstaan naar mensen met een MBO-opleiding in de richtingen gezondheidszorg, techniek en groen. In zijn algemeenheid geldt bovendien dat het arbeidsmarktperspectief veel gunstiger is bij een opleiding op MBO-niveau 4 dan bij niveau 2 (de minimale grens voor een ‘startkwalificatie’). Ook voor HBO-ers met een opleiding in de richting techniek en zorg zijn de vooruitzichten gunstig. Voor schoolverlaters met een MBO-diploma sociaalcultureel, HBO sociaal-cultureel en HBO economie zijn de vooruitzichten medio 2018 daarentegen slecht. De kans dat zij werk vinden dat direct aansluit bij de hun vooropleiding is beperkt.

Ongeveer 60% van alle MBO- en HBO-afgestudeerden woonachtig in de provincie Noord-Brabant is werkzaam in een beroep die zowel qua niveau als richting aansluit op de vooropleidi ng. Voor 40% daarentegen is sprake van een mismatch: horizontaal, verticaal of gecombineerd. Het aantal BBL-leerwerkplekken op MBO niveau 1 & 2 dat door bedrijven wordt aangeboden blijft met name in de sectoren zorg & welzijn en bouw sterk achter bij de behoefte. Verwacht wordt dat kwalitatieve discrepanties de komende jaren verder zullen toenemen als gevolg van de veranderende vraag op de arbeidsmarkt. Werkgevers krijgen de komende jaren, met name door vergrijzing te maken met grote krapte in een behoorlij k aantal beroepen op verschillende niveaus. Dat geldt vooral voor de technische beroepen. pagina 11


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Bedrijvigheid steeds kennisintensiever; clustervorming In vele sectoren van de economie nemen kennis en innovatie een steeds belangrijker plaats in. Om concurrerend te blijven moeten bedrijven zich vernieuwen en hun productie slimmer en efficiënter maken. Daar komt bij dat de technische mogelijkheden (ICT, automatisering, robotica, big data) toenemen, waardoor industriële productie, maar ook de dienstverlening, er anders uit komen te zien. Clustervorming, nieuwe samenwerkingsvormen en allianties van bedrijven en onderzoeksinstellingen hangen hier nauw mee samen omdat de mogelijkheden voor uitwisseling van kennis en informatie (formeel en informeel) cruciaal zijn voor innovaties . Clustervorming in een bepaalde bedrijfssector begint vaak rondom bedrijven en onderwijsinstellingen die dicht bij elkaar gevestigd zijn en in wisselende coalities met elkaar samenwerken, elkaars toeleverancier zijn, ook op het gebied van arbeid en innovatie. Er ontstaan ook nieuwe bedrijven, vaak als spin off van bestaande bedrijven of van de kennisinstellingen en door uitwisseling van arbeidskrachten/ arbeidsmobiliteit. Versmelting van sectoren en het ontstaan van nieuwe niches binnen sectoren worden zo zichtbaar. Clustervorming leidt soms tot specifieke ruimtelijke invullingen zoals campusontwikkelingen en het ontstaan van specifieke interactiemilieus rondom grote bedrijven of instellingen. Voor andere bedrijven is er geen directe reden om dicht bij elkaar te zitten. Zij blijven op fysieke afstand. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor ICT-dienstverlening. Clustervorming en economische groei voltrekt zich ook in het midden- en kleinbedrijf, vooral in het segment der kleinere bedrijven. Economische topsectoren kansrijk in het internationale speelveld 7 Het economisch beleid van het Rijk is gericht op de kansen van Nederland in het internationale speelveld. De economische (top-)sectoren waar Nederland nu al sterk in is, vormen daarbij het uitgangspunt: Logistiek, Water, High Tech Systemen en Materialen, Life Sciences & Health, Agro & Food, Creatieve Industrie, Energie, Chemie en Tuinbouw. Kansen voor vernieuwing en versterking liggen er in verbindingen tussen sectoren en in niches door cross-overs. Midden Brabant is een sterke of bovengemiddelde speler in de topsectoren Logistiek, HTSM en Chemie.

2.3.

Onze vertrekpunten bij de invulling van de agenda

Bij de uitwerking en vertaling van onze economische ambitie hanteren we vijf belangrijke vertrekpunten: 1. We zijn netwerkstad in BrabantStad De grotere steden zijn dominant in de Brabantse economie. De vijf grootste Brabantse steden vormen samen een netwerk waarbinnen steeds meer uitwisseling van (economische) activiteiten plaatsvindt. De steden zijn daarom steeds afhankelijker van elkaar, maar kunnen ook samen (nog beter) als één grootstedelijke regio functioneren. Tilburg werkt voluit mee aan de verdere integratie en onderlinge verbondenheid van de vijf Brabantse steden. Het zijn nu eenmaal de grootstedelijke gebieden die in de mondiale economie van vandaag het spel bepalen. Brabant is de tweede economische kernregio van Nederland. Tilburg ligt letterlijk en figuurlijk centraal in de 'metropoolregio' BrabantStad. We gaan de komende periode werk maken van het versterken van de agglomeratiekracht van de vijf grootste Brabantse steden door gebruik te maken van elkaars sterkten, betere verbindingen te leggen tussen de steden en met de andere grootstedelijke regio’s, en gebruik te maken van elkaars massa (borrowed size) of sterkten te benutten (borrowed qualities). Tilburg wil expliciet bijdragen aan verdere clustervorming in Midden Brabant, en daarbij ook aansluiten bij economisch sterke clusters die een grotere regio bestrijken (Brainport Eindhoven, WestBrabant en de Randstad). De inbreng van eigen kwaliteiten en kracht vormen hierbij ons vertrekpunt.

7

(Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) (Ministerie I&M), Bedrijfslevenbrief (Ministerie EZ)) pagina 12


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

2. We werken aan duurzame inclusieve groei We willen perspectief bieden voor toekomstige generaties: een aantrekkelijke, leefbare en toekomstbestendige stad dus. De duurzaamheidsbalans is daarom ons kompas. We streven naar een optimaal evenwicht tussen de drie duurzaamheids -kapitalen; people, planet en profit zijn in balans. De ontwikkelingen in de economie, maatschappij en de leefomgeving gaan niet ten koste van elkaar, maar sluiten op elkaar aan en kunnen elkaar versterken. We zetten ons in voor een goed functionerende arbeidsmarkt die de economische ontwikkeling stimuleert en faciliteert en zodoende zorgt voor behoud van welzijn en welvaart.

3. Social Innovation ( vernieuwend samenwerken) Onze werkwijze van besturen en besluitvormen is open en innovatief. Het werken met gezamenlijke flexibele arrangementen tussen overheid, onderwijs en ondernemers , coöperaties en verenigingen van inwoners of losse netwerken van inwoners zijn hier voorbeelden van. We zien ons zelf als één van de spelers in het netwerk: het duurzaam ontwikkelen van de stad kan de gemeente niet alleen. Samen met bedrijven, bewoners en organisaties willen wij onze ambities realiseren. Hiervoor zijn andere manieren van denken, organiseren en doen de leidraad. Social innovation geeft ons een leidraad om op vernieuwende wijze naar slimme oplossingen in de praktijk te zoeken en buiten de gebaande paden te gaan. En waar dit gepast is werken wij ‘op z’n Tilburgs’, via social innovation.

pagina 13


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

4. Het DNA als uitgangspunt: Technisch, Creatief, Toepasbaar Techniek, creativiteit en kennis van menselijk gedrag komen samen in Tilburg. Meer dan in welke andere Brabantse stad ook zijn techniek, creativiteit en kennis van menselijk gedrag en samenleving verenigd in Tilburg. Tilburg is dĂŠ plek waar nieuwe oplossingen worden toegepast, uitgetest en verbeterd; met kennis van techniek (maken en onderhouden) en van de samenleving en de mens. Tilburg wil hierin voorop lopen in Brabant, en- op onderdelen- een koppositie innemen in Nederland. Tilburg wil de koppeling van techniek, creativiteit en toepasbaarheid in de praktijk zichtbaar maken: het gaat om het creĂŤren van maatschappelijke meerwaarde. Tilburg heeft hierin een uitstekend trackrecord, zowel in het onderwijs als in de (ambacht)economie. Met opleidingen, onderzoek en (industriĂŤle) bedrijvigheid. De samenhang tussen onderwijs, onderzoek en het DNA willen we beter verzilveren, op een manier waardoor nieuwe bedrijven ontstaan, maar ook producten en diensten worden ontwikkeld en toegepast die in de stad zelf, Brabant en de rest van de wereld hun weg vinden. De koppeling tussen technologische en sociale innovatie is een pijler onder de samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid. Tilburg wil hierin voorop lopen in Brabant, en- op onderdelen- een koppositie innemen in Nederland.

2.4. Een agenda langs drie sporen

In deze lokale stimuleringsagenda is het uitgangspunt een kwalitatieve en sectoroverschrijdende benadering in plaats van een klassieke sectorale indeling. Hiermee leggen we sterker de focus samenhang en cross overs tussen sectoren. Het gaat ons vooral om de vernieuwing op te zoeken en te stimuleren in plaats van een bepaalde sector in de volle breedte extra steun te geven. We nemen daarom moderne industrie en logistiek samen. Juist de cross overs tussen beide sectoren bieden veel kansen voor innovatie, kennis en creativiteit. Het zijn sectoren die elkaar kunnen vinden op de moderne, multimodaal ontsloten bedrijventerreinen met een grote schaal. Zij vormen het eerste spoor van onze stimuleringsagenda. Het volgende hoofdstuk (hoofdstuk 3) beschrijft de aanpak van dit eerste spoor . Het tweede spoor betreft het aanjagen van de vernieuwing in de stedelijke economie. Ook hier zijn wij er niet op uit om alle subsectoren van de stedel ijke economie in de volle breedte te stimuleren. Alle sectoren die we zouden kunnen rekenen tot stedelijke economie vormen samen wel 50 tot 60 procent van alle werkgelegenheid in de stad. Wij leggen, zoals we in hoofdstuk 4 zullen beschrijven, ook hier onze focus op de innovatie, de cross overs, het bevorderen van kennis en creativiteit en de aansluiting met onderwijs en

pagina 14


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

zorginstellingen. Daarbij maken wij gebruik van de termen kenniseconomie, creatieve economie en ambachtseconomie. Vrijetijd en zorg vormen bij onze aanpak een geĂŻntegreerd onderdeel van de stedelijke economie. Het derde spoor betreft arbeidsmarktvernieuwing. Een spoor dat de gehele economie van Tilburg aangaat, dus ook het Modern Industrieel Cluster en de Stedelijke Economie. Dit spoor is mede onderdeel van het stimuleringsbeleid omdat de aanpak van de inschakeling van werkzoekenden vertrekt vanuit de behoefte van de Tilburgse ondernemers. We willen samen met onze partners, het verschil maken met een arbeidsmarkt die voldoende arbeidskrachten biedt met de juiste scholing en ervaring. Zo hebben wij met ons vestigingsklimaat een streepje voor te hebben en willen wij onze bedrijven en instellingen optimaal bedienen. Tegelijkertijd werken we ook aan het perspectief van de Tilburgers zelf. We voelen ons als gemeente, samen met de regio, verantwoordelijk voor passend werk en persoonlijke ontwikkelingskansen in hun werk. In hoofdstuk 5 beschrijven wij onze aanpak van de arbeids marktvernieuwing. Dit wil overigens niet zeggen dat we de oorspronkeli jke speerpuntsectoren, Logistiek, Aerospace & Maintenance, Care en Leisure loslaten. Via het programma van Midpoint werken we samen met de regio aan het versterken van deze sectoren.

1

Modern Industrieel en Logistiek Cluster

2

Stedelijke Economie

3

Arbeidsmarktvernieuwing

Versterk de kracht van het economische DNA van Tilburg door het stimuleren van innovaties in de logistiek en industrie, het ontsluiten van kennis (van vakman tot onderzoeker) en verbinden van sterke partners (bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen) in de stad die het cluster dragen. Benut de aanwezigheid van talent en de kwaliteit van het onderwijs voor economische ontwikkeling. Anticipeer op groei van kleinere, binnenstedelijke bedrijven. . Bevorder en stimuleer kennis-, creatieve en ambachtseconomie en zorg voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat en dito woon- en werkomgeving. Een arbeidsmarkt die ‘mee ademt’ met de marktbehoefte en die zoveel mogelijk mensen de mogelijkheid biedt om zijn of haar talenten in te schakelen. Een dynamische onderwijsveld dat aansluit op de behoefte van bedrijven. Een arbeidsmarkt- en kennisinfrastructuur die de ontwikkeling en toepassing van kennis als belangrijkste productiefactor ziet en zoveel mogelijk middelen direct inzet op mensen en bedrijven zonder tussenkomst van overbodig systeem.

pagina 15


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

3. Modern industrieel en logistiek Cluster 3.1. Sterke economische dragers van de stad: industrie en logistiek De industrie is van oudsher een belangrijke sector in Tilburg. De stad draagt de industriële bedrijvigheid in haar economisch DNA en staat vanuit het verleden vooral bekend om de textielindustrie en onderhoud van industriële machines. Door de jaren is de maak- en onderhoudsindustrie steeds verder geëvolueerd. Zij heeft zich weten aan te passen aan de snelle veranderingen in de economie (internationalisering) en de sterk toegenomen mogelijkheden om processen te automatiseren en te robotiseren. Tegenwoordig kent de industriële sector een brede en moderne invulling met bedrijven die zich richten op verschillende toepassingen in de high tech, chemie, aerospace en maintenance (onderhoud) en, in mindere mate, agro -food. Naast de moderne industrie kennen we de, van oudsher in stad en regio sterk aanwezige logistieke sector, die met value added services extra waarde toevoegt. De industrie die opereert in een internationale markt en de logistieke sector vullen elkaar in Tilburg goed aan. De uitstekende internationale ligging in de Europese logistieke OostWest corridor (van de havens van Rotterdam/ Antwerpen via Brabant naar het Europese achterland), de aanwezige infrastructuur van weg, water en rail zijn hiervoor belangrijke voorwaarden net als de beschikbaarheid van ruimte (bedrijventerreinen). De aanwezigheid van grote transporteurs en een onderscheidend aantal Europese distributiecentra maakt Hart van Brabant tot één van de belangrijkste logistieke regio´s van Nederland. Verwevenheid en clustervorming De koppeling tussen de moderne industriële bedrijvigheid en uitstekende distributienetwerken onderscheidt de stad van andere logistieke centra en zorgt voor bijzondere economische kansen. De logistiek rondom maintenance bedrijven (de zogenaamde service logistiek) is daar een voorbeeld van. Het levert een hoge toegevoegde waarde op: logistiek bepaalt in grote mate de uiteindelijke kwaliteit van dienstverlening aan de klant. Een voorbeeld is het logistieke proces bij het bedrijf Agristo (vervaardigen van aardappelproducten) waar circa elke 10 minuten een vrachtwagen met producten vertrekt en vertraging hierin het gehele productieproces negatief beïnvloedt. Ook in de assemblagewerkzaamheden van Tesla in Tilburg is de verwevenheid van productie en vervaardiging met logisti ek zichtbaar. Door deze toenemende verwevenheid spreken we daarom in één adem van het Tilburgse modern industrieel en logistiek cluster. We beschouwen beide ook in samenhang omdat Tilburg zich, ten opzichte van andere industriële of logistieke regio’s kan onderscheiden in de combinatie van logistiek en moderne industrie. Mede onder invloed van veranderde verhoudingen in de wereldeconomie en nieuwe technologische ontwikkelingen is de industriële sector getransformeerd van traditionele productiesector naar een sector gedreven door innovatie, kennis en creativiteit. Een gevolg daarvan is dat binnen de industrie, maar ook in aanverwante sectoren, de traditioneel bestaande scheiding tussen economische bedrijvigheid in hoog tempo verdwijnt. Steeds meer bedrijven herbergen verschillende activiteiten, soms zelfs alle activiteiten, uit de productieketen in één vestiging. Er ontstaan cross -overs waardoor bedrijfsactiviteiten en economische sectoren met elkaar verweven op één locatie, binnen één organisatie en leiden tot nieuwe geïntegreerde economische clusters, ketens of netwerken. Dat betekent bijvoorbeeld dat de grenzen tussen industriële productie (maakindustrie), industrieel onderhoud (maintenance), transport, overslag, assemblage (logistiek) en marketing en sales, e-commerce, zakelijke dienstverlening (bijv. verzekeringen) verdwijnen. Op deze wijze wordt er een modern industrieel cluster gevormd. Het moderne industriële en logistieke cluster in Tilburg, waarin de landelijke, topsectoren als HTSM (o.a. maintenance), chemie en logistiek sterk vertegenwoordigd zijn, is internationaal concurrerend en vormt een wezenlijke aanvulling op de Brabantse economie. Gemeente Tilburg en de regio, vertegenwoordigd door Midpoint, willen de ontwikkeling van en vernieuwing in dit cluster stimuleren. Daarom vormt de ontwikkeling van het modern industrieel en logistiek cluster één van de drie hoofdsporen van het stedelijke en regionale economische beleid. Doelen voor de ontwikkeling van moderne industriële bedrijvigheid én de logistiek Logistiek en industrie vormen de twee bouwstenen van het Modern Industrieel en logistiek cluster. Naast de toenemende integraliteit is er sprake van specifieke activiteiten, opgaven en trends die sectoraal van aard zijn. pagina 16


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

We behandelen ze in de volgende twee paragrafen eerst afzonderlijk, en benoemen vervolgens zowel de opgaven per bouwsteen als voor het gehele cluster. Tot slot wordt in de werkagenda (3.4) projecten en activiteiten die richting geeft aan de uitvoering van deze doelen samengebracht.

3.2. Moderne Industrie In Tilburg kent de industriĂŤle sector een brede invulling met bedrijven die zich richten op verschillende toepassingen in de high tech, chemie, aerospace en maintenance (onderhoud) en, in mindere mate, agro -food. (zie tabel 1.1). Tilburg heeft een aantal internationale vooraanstaande bedrijven en een sterke maakindustrie, maar daarnaast ook veel industriĂŤle MKB bedrijven. Analyse van de sector e Bijna 12% van het aantal banen in Tilburg is in de industrie te vinden. Deze sector is daarmee de 4 grootste sector in de Tilburgse economie. Daarmee heeft het een structureel groot aandeel, vergelijkbaar met het landelijke aandeel van 11%, ondanks dat de afgelopen jaren door technologische vernieuwing en automatisering (landelijk) de werkgelegenheid afneemt. Het belang van de sector zit naast werkgelegenheid in de toegevoegde waarde die de industriĂŤle bedrijven met elkaar leveren. De afgelopen jaren is landelijk de toegevoegde waarde van de industrie structureel gestegen, zowel in omvang (16%) als per werknemer (zelfs 30%). Deze gegevens zijn niet op het niveau van Tilburg beschikbaar, maar er is geen reden te veronderstellen dat dit anders zal zijn in Tilburg. 8

9

De onderscheidende kracht van het regionale cluster zit voor een deel in maintenanc e en aerospace . Onderhoud is vanuit het verleden (textielmachines) sterk geworteld terwijl de aerospace gerelateerde bedrijvigheid de afgelopen gegroeid is rond de vliegbasis in Gilze-Rijen. Daarnaast wordt het moderne

8 alle onderhoudgerelateerde activiteiten aan kapitaalgoederen in de industrie waarvoor hoogwaardige kennis of hoogwaardige technologie nodig is. 9 luchtvaartgerelateerde bedrijvigheid die betrekking heeft op de ontwikkeling, productie en onderhoud van helikopters en vliegtuigen pagina 17


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018 10

industriĂŤle cluster gevormd door de aanwezigheid van de landelijke topsectoren HTSM , Chemie en Agro-food. Deze sectoren zijn kennisintensief, export georiĂŤnteerd en leveren een belangrijke bijdrage aan de concurrentiekracht van de Nederlandse economie. Tabel 1.1. Het Modern Industrieel Cluster in Tilburg (2014) Indeling Modern Industrieel Cluster HTSM* (Verv. v. apparaten, machines en vervoermiddelen) Food (Verv. van voedingsmiddelen en dranken) Chemie (Vervaardigen van chemische prod.) A&M (Maintenance + Fijnmetaal + Aerospace)

Totaal MIC (excl. Logistiek) Logistiek

Totaal MIC (incl. Logistiek)

Banen 2004* 2.750 1.975 2.975 4.325 12.025 4.325 16.350

Banen 2014* 2.375 2.100 2.925 3.800 11.025 5.900 16.950

Groei 2004-2014 (%)** -12% 6% 0% -18% -8% 37% 4%

* Exclusief de Aerospace en Maintenance bedrijven die ook tot de HTSM gerekend worden * Afgerond ** Niet afgerond Bron: Bedrijvenregister Tilburg 2014, bewerkt door Ecorys

De werkgelegenheid binnen het MIC is in de afgelopen 10 jaar gekrompen met 8% tot circa 11.000 banen. Dit past in de landelijke ontwikkeling waarbij de werkgelegenheid in de industrie afneemt en de toegevoegde waarde per werknemer toeneemt. Bedrijvigheid binnen aerospace & maintenance (incl. fijnmetaal ) vormt in aantal banen de grootste subsector binnen het MIC. De werkgelegenheid bij HTSM en A&M-bedrijven is in de periode 2004 - 2014 afgenomen, terwijl in de chemie het aantal banen in 2014 op een vergelijkbaar niveau is als in 2004. De werkgelegenheid in aerospace & maintenance is vooral in de laatste paar jaar afgenomen. De food -sector is als enige gegroeid. Wordt ook de logistiek meegenomen in de ontwikkeling van het MIC dan is het aantal banen sinds 2004 met circa 4% toegenomen in plaats van afgenomen. Arbeidsmarktontwikkeling De industrie in Nederland en Tilburg kent in zijn algemeenheid een teruglopende werkgelegenheid die gepaard 11 gaat met een toename van de toegevoegde waarde per werknemer . Daarbij krijgt de industrie te maken met een sterke vergrijzing van arbeidskrachten en minder aanwas van jonge mensen. Er is enerzijds behoefte aan een sterke onderwijskolom om de instroom van jong talent te vergroten en aan de andere kant om de duurzame inzetbaarheid van oudere medewerkers te faciliteren. Daarnaast is de aanwezigheid van voldoende technisch geschoolde arbeid een blijvend aandachtspunt. De verbinding met het onderwijs daarin is een belangrijk om zowel onderwijsprogramma's af te stemmen op de gevraagd competenties in de markt en scholieren studenten (tijdig) in aanraking te laten komen met 'het vak'. In de regio Midden-Brabant vertoont de instroom in het technische onderwijs een positieve ontwikkeling op dit moment, maar behoud van technici en ontwikkeling van specifieke (ook niet-technische) competenties vragen om aandacht. Zo blijkt dat (landelijk) 38% van de technisch opgeleide schoolverlaters in niet-technische banen en niet-technische sector aan de slag gaat. Over de gehele linie van technische beroepen lijken de verwachte tekorten in de regio voor gekwalificeerd personeel mee te vallen. Trends en ontwikkelingen De verwachting is dat het belang van de industrie voor de economie in Nederland de komende jaren verder toeneemt, - ondanks het feit dat de werkgelegenheid eerder af- dan toeneemt. De toegevoegde waarde die de maakindustrie realiseert neemt de laatste tien jaar sneller toe dan die van de industrie als geheel (onder meer dankzij hogere R&D-intensiteit). Ook de productiviteit per werknemer is, mede als gevolg van robotisering, sterk gestegen in de afgelopen jaren. Ook naar de toekomst toe wordt verwacht dat deze blijft toenemen. De opkomst van Smart Industries draagt daaraan bij. De Nederlandse industrie wordt steeds complexer doordat zij is opgebouwd in samenwerkende ketens. Ook wor dt zij kennisintensiever, gericht op specifieke 10

HTSM=High Tech Systems en Materialen

11

Dat geldt landelijk niet voor alle deelsectoren. De werkgelegenheid in de machinebouw, installatie- en reparatie van machines en de productie van transportmiddelen groeit pagina 18


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

niches. Op maat gemaakte oplossingen voor de klant is daarbij een sterke onderscheidende factor. Deze ontwikkelingen worden extra versneld door verregaande digitalisering van producten, en machines. Smart Industry is een term die wordt gebruikt om allerlei recente ontwikkelingen te duiden: maximaal gebruik maken van de nieuwste informatie en (productie-) technologie zodat deze efficiënter, flexibeler, kwalitatief beter en ‘tailor made’ kan ’produceren‘ Naast het groeiend belang van Smart Industry als onderscheidend vermogen voor industriële sectoren zijn er sociaal-economische ontwikkelingen zoals ‘circulaire economie’ en re-shoring die het Modern Industrieel Cluster in belang doen toenemen. Tilburg heeft goede kaarten in handen om in te spelen op de effecten van de ontwikkeling van de circulaire economie (langer gebruik van kapitaalintensieve productiemiddelen) en reshoring (verplaatsing van (standaard)productie van naar lagelonenlanden terug naar Nederland) . Het terughalen van de productiefaciliteiten van China naar Tilburg door Capi Europe is aansprekend voorbeeld daarvan. Ambitie en doelen De gemeente Tilburg zet, samen met de regio, de komende jaren in op het versterken en uitbouwen van het Modern Industrieel Cluster door het vergroten van het innovatief vermogen, het stimuleren van cross -overs tussen (deel)sectoren en te werken aan een arbeidsmarkt op maat. Deze inzet hebben we vertaald naar vier doelstellingen. Voor het realiseren van onderstaande doel en zal dan ook op verschillende schaalniveaus worden samengewerkt met partners vanuit het bedrijfslevens, de kennisinstellingen en overheden. Op regionaal schaalniveau is deze samenhang geborgd in het aerospace en maintenance programma van Midpoint Brabant, dat in de toekomst mogelijk ook zal worden verbreed tot een inzet voor het gehele Modern Industrieel Cluster. Doelen Moderne Industrie tot 2018 1. Versterken innovatief vermogen Modern Industrieel Cluster Stimuleren Smart Industry-oplossingen binnen het gevestigde industriële bedrijfsleven Bevorderen maintenance activiteiten die added value (milieu, veiligheid, kapitaal) leveren voor industriële sectoren 2. Bevorderen koppeling logistiek en industriële activiteiten Inzetten op een toename van service logistics activiteiten Ontwikkeling van het Smart Industry-concept voor knooppunt Maintenance (Wijkevoort) 3. Stimuleren van fysieke innovatieomgevingen en interactiemilieus Samen met de regio verder investeren in de ontwikkeling van Gate2 als centrum voor productietechnologie, simulatorenpark en een FieldLab Smart Industries Meewerken aan de ontwikkeling van innovatieomgevingen (bedrijfscampussen, proeftuinen) bij bedrijven of kennisinstellingen 4. Inzetten op voldoende aanbod technisch personeel In Triple Helix verband projecten en activiteiten gericht op techniek en maintenance opzetten (o.a. onderwijsprogramma’s) Meewerken aan programma’s gericht op een gepast arbeidsaanbod dat in de vraag van de bedrijvigheid voorziet (technische vaardigheden, ICT). Versterken innovatief vermogen Modern Industrieel Cluster De sterke industriële positie van Tilburg kan alleen worden behouden als het inspeelt op nieuwe technologieën en de toenemende automatisering (mechatronica, robotisering) waarbi j smart industry een belangrijk aandachtsveld is. Wij willen helpen Smart Industry beter onder de aandacht van bedrijven en andere rel evante partijen te brengen en hen te stimuleren met Smart Industry aan de slag te gaan en gebruik te maken van de kennis die al aanwezig is. Daar waar sectoren elkaar 'raken' ontstaan innovaties en nieuwe technologische ontwikkelingen. Zo zien we dat nieuwe ontwikkelingen in de luchtvaarttechniek vaak als innovaties in de andere industriële sectoren toegepast zijn. De toekomst van het Tilburgse Modern Industrieel Cluster zit de pagina 19


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

komende jaren dus ook mede in het vermogen om cross -over te realiseren met andere onderdelen binnen en buiten het cluster. Het organiseren van 'ontmoetingen' tussen bedrijven is daarin een blijvende opgave. Bevorderen koppeling logistiek en industriële activiteiten: servicelogistiek Een belangrijke kansrijke cross-over zien wij in de koppeling met de logistieke sector. Bedrijven hebben vaak fors moeten investeren in complexe kapitaalgoederen waar onderhoud en (service) logistiek in de levenscyclus van een goed een groot deel van de kosten uitmaken. Goede onderhoud/logistiek strategieën kunnen de kosten sterk reduceren en de beschikbaarheid van machines garanderen. Servicelogistiek omvat alle logistieke kennis en competenties die nodig zijn om dienstenpakketten rondom duurzame consumptie- en kapitaalgoederen af te stemmen op de kla ntvraag. Met andere woorden: een externe partij draagt zorg voor een goede regie op levering van het goed, de installatie, onderhoud en reparatie en retournering. De logistiek dienstverlener kan als zodanig als regisseur optreden en zo van strategisch belang worden voor de producent en zorgen dat deze zich volledig op zijn hoofdactiviteiten kan richten. De ontwikkeling van bedrijventerrein Wijkevoort biedt ruimtelijke/fysieke kansen voor het samenbrengen van zowel maintenance als logistieke activiteiten. De toekomstige ontwikkeling van dit terrein is daarom zoveel mogelijk gericht op dit type activiteiten. Stimuleren van fysieke innovatieomgevingen en interactiemilieus De gemeente Tilburg heeft samen met de provincie Noord-Brabant de afgelopen drie jaar geïnvesteerd in de ontwikkeling van Gate2. De gemeente Tilburg zal, samen met de gemeente Gilze en Rijen, verder investeren in Gate2 om zo de aerospace activiteiten uit te bouwen. De gemeente zal daarbij de ontwikkelstrategie van Gate2 verder stimuleren door onder andere samen met Midpoint Brabant in te zetten op het realiseren van een centrum voor productietechnologie, een simulatorenpark en een FieldLab Smart Industries in de bredere campusontwikkeling van het Aeroparc. Een belangrijk element in de ontwikkeling van Gate2 is het realiseren van civiel medegebruik op de militaire vliegbasis Gilze en Rijen voor benutting van kwalitatief hoge onderhoudsruimten en faciliteiten op de basis voor het accommoderen van vliegopleidingen. Naast Gate2 zijn er nog andere locaties rond bedrijven of kennisinstellingen die kunnen uitgroeien tot kennis - en innovatiecentra. Het nog te ontwikkelen bedrijventerrein Wijkevoort wordt daartoe gerekend maar ook op bestaande locaties kunnen zulke milieus uitgebouwd worden. In dat kader wordt al wel voorzichtig gesproken over een Fuij-Campus maar ook het bedrijventerrein T58 kan tot zo’n locatie uitgroeien. Inzetten op voldoende aanbod technisch personeel Hoewel binnen het Modern Industrieel Cluster de werkgelegenheid terugloopt, mede als gevolg van nieuwe technieken en de automatisering van veel processen, is er wel degelijk sprake van groei. Groei door een hogere productiviteit per werknemer en het creëren van meer toegevoegde waarde per werknemer . Een van de belangrijkste randvoorwaarden om deze groei te kunnen bewerkstelligen is voldoende goed opgeleide werknemers. De beschikbaarheid van de juiste arbeidskrachten in een regio is één van de cruciale randvoorwaarden bij een locatiekeuze door internationale bedrijven. De sector krijgt zoals gezegd te maken met een sterke vergrijzing en minder aanwas van jonge mensen. Door middel van het actieprogramma 'De regio werkt!' wordt gewerkt aan het in beeld brengen en matchen van het kwantitatieve en kwalitatieve aanbod op de arbeidsmarkt met de vraag. Met dit actieprogramma investeert de overheid, bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen in een optimaal functionerende arbeidsmarkt die steeds weer zo goed mogelijk aansluit bij de behoeften van de bedrijven.

3.3. Logistiek Tilburg kent een sterke logistieke sector. Vooral op grond van het grote logistieke werkveld dat van oudsher actief is en de aanwezigheid van multimodale ontsluiting, grote transporteurs en een onderscheidend aantal Europese distributiecentra maakt het Til burg en omgeving tot één van de belangrijkste logistieke regio´s van Nederland. Analyse van de sector De logistieke sector wordt gevormd door bedrijven die actief zijn in vervoer en opslag van goederen en de dienstverlening die daarmee gepaard gaat (het segment ‘goederenvervoer over de weg’ en ‘expediteurs, pagina 20


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

cargadoors, bevrachters e.a.’). Deze bedrijven vallen onder de definitie/indeling die binnen de Topsector Logistiek wordt gehanteerd. Naast deze bedrijven zijn er bedrijven die niet binnen deze definitie vallen, maar wel activiteiten ontplooien die onderdeel uit maken van logistieke ketens en processen. Deze bedrijven staan veelal aan start of einde van een logistiek proces. Dit betreffen veelal groothandelsbedrijven. Daarnaast trekt de logistieke de sector veel aanverwante bedrijvigheid aan zoals eindassemblage, call centers en servicefuncties. Deze bedrijvigheid vormen als het ware een schil om de kern, wat het belang van de logistieke 12 sector in werkgelegenheid verder onderstreept De logistiek is met 6.475 banen goed voor 6% van de werkgelegenheid in Tilburg (sectordefinitie Topsector Logistiek). De sector is de afgelopen jaren, ondanks een dip in 2010, sterk gegroeid. Ten opzichte van 2004 is er zelfs een groei van 26% in de werkgelegenheid gerealiseerd. Ook het aantal vestigingen is ten opzichte van 2004 gegroeid van 169 naar 267. Figuur 1 Ontwikkeling banen en vestigingen in de logistieke sector in Tilburg (2014)

We maken onderscheid naar 5 subsectoren in de logistiek, zoals in figuur 1 weergegeven. Opslag en goederenvervoer vormen de kernactiviteiten binnen de logistieke sector met de meeste werkgelegenheid.

Opslag en goederen-vervoer (banen) Expediteurs, cargadoors, bevrachters, andere tussenpersonen Goederenvervoer over de weg (geen verhuizingen) Opslag in distributiecentra, overige opslag (niet in tanks) Opslag in koelhuizen e.d. Post met en zonder universele dienstverplichting Totaal

2004

2014

Banen

Vestigingen

Banen

Vestigingen

875

16

1.325

24

1.925

72

2.625

85

300

12

225

16

1.250

2

1.200

2

575

8

575

4

4.900

110

5.925

131

Bron: Bedrijvenregister Tilburg 2014

Ten opzichte van 2004 is de werkgelegenheid in de subsectoren expediteurs en goederenvervoer toegenomen. Ondanks een kleine terugloop in de werkgelegenheid in de afgelopen 3 jaar bij de expediteurs en cargadoors is deze subsector met 52% gegroeid (tot een totaal van 24 vestigingen). Het aantal banen binnen goederenvervoer, de grootste subsector binnen de logistiek (85 vestigingen), is met 37% gegroeid ten opzichte van 2004. Vooral sinds 2010 is een toename zichtbaar met de komst van Kuehne + Nagel Logistics B.V. De drie overige subsectoren zijn qua aantal vestigingen kleiner dan de andere twee, maar kent een aantal grote werkgevers zoals Albert Heijn Distributiecentrum Tilburg en ND Logistics Nederland B.V. (opslag in koelhuizen) en PostNL (post zonder en met universele dienstverplichting’) dat in haar categorie verreweg de grootste is met meer dan 500 banen.

12

Om de kern en schil te duiden worden in sommige studies de bedrijfstak indeling van CBS gehanteerd waarbij Handel (G) en Transport (H) bij elkaar opgeteld worden. Nadeel van deze indeling is dat tot de categorie G alle groot- en detailhandel gerekend wordt In Tilburg gaat deze indeling gepaard met ca. 20.000 banen in Tilburg en 17% van de werkgelegenheid pagina 21


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Arbeidsmarktontwikkeling De werkgelegenheid in de logistieke sector is de afgelopen 10 jaar in Tilburg sterk gegroeid. Echter, de beschikbaarheid van kwalitatief voldoende personeel om de vraag van de logistieke bedrijven op te vangen is groot aandachtspunt in de ontwikkeling van de sector. Logistieke bedrijven in Tilburg geven aan dat het moeilijk is om vacatures te vullen met werknemers uit Tilburg en de regio. Dit komt mede doordat de vraag naar competenties van de bedrijven onvoldoende aansluit op de competenties die in de onderwijsprogramma's centraal staan. De lager geschoolde (MBO) banen worden daardoor voor een groot deel ingevuld door werknemers uit vooral Oost-Europa, waarbij de verwachting is dat dit aandeel zal toenemen. Daarnaast is er een groeiende behoefte aan hoger opgeleid personeel (WO/HBO) om opgaven in de complexer wordende ketens (inter)nationale vervoerstromen aan te pakken en vernieuwing in de sector te stimuleren. Daaraan gekoppeld signaleren de bedrijven een 'imago' probleem als het om werken in de logistiek gaat, waardoor er een duidelijke opgave ligt om samen met de onderwijsinstellingen scholieren en studenten (tijdig) in aanraking te laten komen met het logistieke werkveld. Trends en ontwikkelingen De economische betekenis van de logistieke sector in Tilburg in de toekomst is vooral afhankelijk van de wijze waarop het bedrijfsleven en kennisinstellingen kunnen blijven inspelen op de snelle veranderingen die op deze sectoren afkomen. De meerwaarde van de logistieke sector voor de Tilburgse economie zal verder toenemen als het kan inspelen op ontwikkelingen die waarde toevoegen aan de bestaande logistieke processen. Centraal daarin staat het vermogen van de logistieke sector om de traditionele logistieke processen uit te bouwen tot value added activiteiten. E辿n van de ontwikkelingen die in de logistieke sector de komende verder zijn beslag gaat vinden is Service Logistics. Producten worden daarbij niet alleen vervoerd of opgeslagen door de logistieke b edrijven maar er worden ook 'behandeld' (of te wel er worden services verleend die waarde aan het product toevoegt). De opeenvolging van onderdelen in de keten op verschillen de locaties wordt daarmee sterker ge誰ntegreerd. De bedrijfslocatie van Tesla in Tilburg is een voorbeeld van die ge誰ntegreerde ketenbenadering. Kennis op de terreinen van automotive en logistiek komen hierin samen en dit leidt tot cross -over tussen bedrijvigheid en activiteiten in de topsectoren HighTech Systemen (HTSM) en Logistiek. Er zijn daarnaast meerdere sociaaleconomische trends en ontwikkelingen te onderscheiden die de sector be誰nvloeden zoals een blijvende groei van vervoersstromen, bundeling van logistieke activiteiten op centrale 13 vervoersassen en nieuwe distributieketens door toename e-commerce activiteiten . Ambitie en doelen Tilburg wil zich ontwikkelen tot de beste logistieke regio van Nederland waar multimodaliteit, slimme mobiliteit en de aanwezigheid van VAL-activiteiten uitgesproken kenmerken vormen. Deze inzet hebben we vertaald naar vier doelstellingen. Voor het realiseren van onderstaande doelen zal op verschillende schaalniveaus worden samengewerkt met partners vanuit het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en overheden. Op regionaal schaalniveau is deze samenhang geborgd in het logistieke programma van Midpoint Brabant.

13

Een uitgebreide kwantitatieve en kwalitatieve analyse is opgenomen in bijlage X: (invoegen naam bijlage) pagina 22


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Doelen Logistiek tot 2018 1. Versterken van de multimodale infrastructuur en bevorderen slimme mobiliteit Samen met partners inzetten op maximale bereikbaarheid via weg, water en spoor Aanjagen van slimme mobiliteitstoepassingen ter bevordering van modal shift en betere bereikbaarheid. Stimuleren van vernieuwingen in logistieke ketens door synchro-modaliteit en ketenregie 2. Uitbouwen van het logistiek ‘ecosysteem’ Matchen van vraag en aanbod op de logistieke arbeidsmarkt Doorontwikkeling Huis van de Logistiek als middelpunt voor kennisontwikkeling en innovatie 3. Stimuleren van fysieke innovatieomgevingen en interactiemilieus Ruimte voor logistiek gekoppeld met industriële activiteiten o.a. in het knooppunt Maintenance (Wijkevoort) 4. Bevorderen koppeling logistiek en industriële activiteiten Inzetten op groei van VAL-activiteiten en service logistics Stimuleren innovaties in logistieke ketens en producten 5. Inzetten op voldoende aanbod personeel [zie spoor 3 arbeidsmarktvernieuwing] Meewerken aan programma's gericht op een gepast arbeidsaanbod dat in de vraag van bedrijvigheid voorziet.

Versterken van de multimodale infrastructuur en bevorderen slimme mobiliteit De ontwikkeling van Tilburg en de regio als vitaal onderdeel op de logistieke draaischijf binnen (West-) Europa heeft een sterke infrastructurele en ruimtelijke component. Bij infrastructuur draait het om de multimodale bereikbaarheid via weg, water, rail en buis binnen de oost-westcorridor. De A58, het Wilhelminakanaal en het spoor zijn daar belangrijke dragers van. Om een aantrekkelijk vestigingsmilieu voor de logistieke bedrijven in Tilburg én nieuwe vestigers te blijven moet er geïnvesteerd worden in multimodale bereikbaarheid. Knelpunten in de regionale infrastructuur zullen gezamenlijk met bedrijven landelijk onder de aandacht gebracht en aangepakt moeten worden zoals de corridor A58 of parkeerproblemen met vrachtwagens. Het slimmer en duurzamer maken van logistieke processen sluit aan op de bredere opgave van Smart Mobility, waarbij oplossingen voor maatschappelijke mobiliteitsvraagstukken zoals het vergroten van de bereikbaarheid en een betere en duurzame benutting van infrastructuur centraal staat. De focus ligt daa rbij enerzijds op het beperken van vervoer door efficiënt (vracht)transport en een goede infrastructurele inrichting. Modal shift (minder goederenvervoer over de weg) tot stand brengen en groei van schone en intelligente vervoermiddelen zijn daarbij de belangrijkste opgave. Binnen de logistieke sector is er ook een steeds groter besef dat ketenregie ook oplossingen biedt voor complexer wordende logistieke processen. Deze kunnen sneller en slimmer. Synchromodaliteit, het optimaal flexibel en duurzaam inzetten van verschillende transportmodaliteiten in een netwerk onder regie van een logistiek dienstverlener, zodanig dat de klant (verlader of expediteur) een geïntegreerde oplossing voor zijn (achterland)vervoer krijgt aangeboden, wordt daarin als een belangrij ke ontwikkeling gezien. Daarnaast moet de sector inspelen op de effecten van de sterk groeiende e-commerce op de logistieke keten en het vastgoed. Dit leidt tot nieuwe distributieketens die, anders dan de traditionele keten van producent, distributiecentrum, winkel en consument, directer de consument bedienen. Uitbouwen logistiek 'ecosysteem' Naast de multimodale bereikbaarheid en functionele bedrijfshuisvesting is het voor logistieke bedrijven van belang te kunnen beschikken over goed gekwalificeerde werknemers. In de komende jaren neemt het aantal bedrijven in de logistiek toe en de dienstverlening wordt complexer. Innovatie en slimme samenwerking is cruciaal en van de werknemers worden ook steeds complexere vaardigheden verwacht. In 2014 hebben overheden en ondernemers de handen ineengeslagen om de sector transport en logistiek voor te bereiden op de sterk groeiende goederenstroom in de regio én de vergrijzing en ontgroening van de arbeidsmarkt. De Stichting Logistiek Midden-Brabant waarin logistieke ondernemers zich hebben verenigd, is daarin een pagina 23


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

belangrijke partij. De stichting werkt aan thema’s als innovatiebevordering en imago. Gemeente Tilburg wil de komende jaren samen met de Stichting LMB inzetten op de doorontwikkeling van het Huis van de Logisti ek als middelpunt voor kennisontwikkeling en innovatie. Het Huis van de Logistiek richt zich o.a. op behoud en ontwikkeling van het logistieke arbeidskapitaal, versterking van de aansluiting tussen onderwijs en ondernemingen en moet gaan fungeren als centraal loket voor scholing, arbeid en kennis in het logistieke werkveld van de regio. Het Huis van de Logistiek kan haar functie als logistiek centrum verder uitbouwen en dienen als uithangbord van de logistieke sector in Tilburg en de regio. Stimuleren van fysieke innovatieomgevingen en interactiemilieus De beschikbaarheid van bedrijventerreinen met de aanwezigheid van kwalitatief goed vastgoed is van wezenlijk belang. Dit vraagt enerzijds om tijdige beschikbaarheid van ‘ruimte’ voor nieuwe bedrijvigheid. Door adaptief te programmeren kan er op tijd ingespeeld worden op de vraag naar nieuwe bedrijfsgrond en logistieke bedrijfsruimten. Anderzijds moet bepaald worden of en hoe bestaande, vaak verouderde, bedrijventerreinen en logistiek vastgoed nog een functi e kunnen vervullen of een nieuwe functie moeten krijgen. Specifieke aandacht gaat de komende jaren uit naar de ontwikkeling van bedrijventerrein Wijkevoort. Dit terrein is bedoeld voor zowel logistieke als industriële bedrijven met bijzondere kansen voor d e koppeling van beide typen bedrijvigheid. Bevorderen koppeling logistiek en industriële activiteiten Meer dan het vervoeren van producten leiden Value Added Logistics (VAL) en Service logistics tot toegevoegde waarde en werkgelegenheid. In het bijzonder de samenwerking tussen servicelogistiek en industriële bedrijven kan hier van meerwaarde zijn. De servicelogistiek kan zorg dragen voor de regie op levering van het goed, de installatie, onderhoud en reparatie en retournering. De logistiek dienstverlener kan als zodanig als regisseur optreden en zo van strategisch belang worden voor de producent en zorgen dat deze zich volledig op zijn hoofdactiviteiten kan richten. Bovendien zijn vaak aan het einde van elk productieproces nog enkele handelingen nodig om het product compleet, goed samengesteld en juist verpakt op de plaats van de bestemming te krijgen. Fysieke nabijheid van producent en dienstverlener ondersteunt dit. Inzetten op voldoende aanbod personeel De beschikbaarheid van de voldoende arbeidskrachten met de juiste kwalificaties in een regio is één van de cruciale randvoorwaarden bij een locatiekeuze door internationale bedrijven De logistieke sector heeft enerzijds behoefte aan een flexibel inzetbaar laaggeschoold arbeidspotentieel, waarbij men op piekdagen snel extra krachten moet inzetten. Anderzijds is er ook behoefte aan goed opgeleide werknemers. De sector krijgt zoals gezegd te maken met een sterke vergrijzing en minder aanwas van jonge mensen. Door middel van de Human Capital Agenda Logistiek (zie ook spoor 3) wordt gewerkt aan het in beeld brengen en matchen van het kwantitatieve en kwalitatieve aanbod op de arbeidsmarkt met de vraag. De uitdaging is om, met name bij de behoeften aan laaggeschoolden, om, naast de flexibele uitzendkrachten van buiten de regio, ook optimaal gebruik te maken van arbeidspotentieel uit de regio.

3.4. Werkagenda voor het Moderne Industriële en Logistieke Cluster Op de volgende pagina staat de werkagenda voor de uitvoering van onze stimuleringsacties voor het Moderne Industriële en logistieke cluster in Tilburg. Voor een uitleg van de systematiek van de tabel verwijzen wij naar hoofdstuk 1 (paragraaf 1.5). In het schema worden afkortingen gebruikt die daar eveneens zijn toegelicht. De stimuleringsgelden Economie en Arbeidsmarkt vormen de voornaamste middelen en input voor de agenda. Voor het uitvoeren van de werkagenda Modern Industrieel Cluster is, vanuit een hui dige schatting tot en met 2016 ongeveer € 425.000 benodigd. De uitgaven in de jaren daarna worden in 2016 bepaald.

pagina 24


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Programma Modern Industrieel en Logistiek Cluster Programmalijnen Project of activiteit 1.Versterken innovatief FieldLab Smart Industries: realiseren en door ontwikkelen vermogen Modern FieldLab Campione als onderdeel van de landelijk actieagenda Industrieel Cluster Smart Industries en regionaal ‘innovatie-centrum’.

2. Bevorderen VAL en Service logistics activiteiten

Status U

Rol Gemeente Faciliteren

Betrokken DI-WCM, Midpoint, Gemeente Gilze en Rijen

Investering Ondersteunen van opstartfase en doorontwikkeling FieldLab Organisatiekosten bijeenkomsten

Kennislabs innovatie in de industrie en logistiek: organiseren van thematische bijeenkomsten die gericht zijn op innovatie en vernieuwing in de industrie (2 keer per jaar). Stimuleringsfonds Smart Industries: verkennen van de mogelijkheid tot ondersteunen van onderzoek of uitvoering van pilots die gericht zijn op het toepassen van Smart Industryoplossingen in de maakindustrie. Samenwerking Brainport (Industries): bevorderen van verbindingen en samenwerking tussen bedrijven of initiatieven in beide regio’s. Pitch Logistics: ondersteunen van innovatieve start-ups in de logistiek, waarbij Tilburgse logistieke dienstverleners de kansrijkheid van de initiatieven beoordelen.

V

Initiator

Midpoint, BZW, Kennisinstellingen

V

Initiator

Midpoint, BZW, Kennisinstellingen

Jaarlijkse bijdrage voor het fonds-beheer en vullen van het fonds

V

Aanjagen

Inzet uren beleidsmedewerker

V

Faciliteren

Brainport (Industries), Midpoint Stichting LMB, Midpoint, BOM

Service Logistics ‘match-making’: industriële en logistieke bedrijven verkennen door middel van actuele opgaven / casussen hoe ze service logistics in de praktijk kunnen optimaliseren

V

Initiëren

Midpoint, BZW, Kennisinstellingen

E-commerce proeftuin: initiatieven die gericht zijn op het optimaliseren van de logistieke keten in de e-commerce experimenteerruimte bieden

V

Faciliteren

Ondernemers, Midpoint

Jaarlijkse bijdrage voor het fonds-beheer (inbreng in het fonds vanuit cofinancieringsfonds) Stimuleringsmiddelen om nieuwe ideeën te verkennen of uit te voeren Stimulerings-middelen om nieuwe ideeën te verkennen of uit te voeren

pagina 25


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

3. Stimuleren van fysieke innovatieomgevingen en interactiemilieus

4. Versterken van de multimodale infrastructuur en bevorderen Slimme mobiliteit

Gate2 doorontwikkelen: uitbouwen van Gate2 tot het kennis - en expertisecentrum op het gebied van simulatietechniek, productietechnologie en opleidingen en trainingen voor onderhoud in de luchtvaartsector (helikopters) Conceptontwikkeling Knooppunt Maintenance (Wijkevoort): uitwerken van een ruimtelijk-economische visie op de ontwikkeling van het knooppunt tot een (inter-)nationale hotspot voor het Modern Industrieel en logistiek cluster Overige locaties: bevorderen van campusontwikkeling of interactiemilieus rond bedrijven en kennisinstellingen

U

Faciliteren

Gate2 B.V., Midpoint

Inzet uren beleidsmedewerker

O

Initiëren

Kennisinstellingen, Bedrijven, Midpoint

Investering in planen/of conceptontwikkeling

V

Faciliteren

Kennisinstellingen, Bedrijven

Huis of Café v/d Techniek: ontmoetingslocatie / -momenten ontwikkelen voor technische bedrijven

V

Faciliteren

Bedrijven

Wilhelminakanaal verbreden: kanaal bereikbaar maken voor vaarklasse IV schepen Havens Midden-Brabant: professionaliseren van havenbeheer- en onderhoud en profilering door intensiveren samenwerking en waar mogelijk integreren van gemeentelijk taken

U

Initiëren

Rijkswaterstaat

U

Initiëren

Corridor A58 optimaliseren: knelpunten in de doorstroom op de A58 agenderen bij het Rijk en voorstellen voor verbeteringen uitwerken Truckparking A58 realiseren: aanleg en exploitatie van een beveiligde Truckparking aan de A58 realiseren.

U

Aanjagen

V

Aanjagen

Vrachtwagen parkeren op Vossenberg realiseren: samen met bedrijfsleven (tijdelijke) parkeervoorzieningen realiseren voor vrachtwagens. Capaciteitsvergroting railvervoer Innova58: projectplan tot ontwikkeling brengen en innovatieve toepassingen voor betere doorstroming op de A58 realiseren.

O

Faciliteren

Brabant Intermodal, Gemeente Oosterhout, Gemeente Waalwijk Rijkswaterstaat, provincie NoordBrabant Rijkswaterstaat, provincie NoordBrabant Bedrijfsleven, BOM (LHFT)

Investering in planen/of conceptontwikkeling Ondersteunen organisatiekosten bijeenkomsten Investering uit andere financieringsstromen Investering in profilering en samenwerkingsprojecten Inzet uren beleidsmedewerker

V U

Aanjagen

Gemeenten (A58), Rijkswaterstaat, provincie Noord-

Aanbestedingstraject opzetten en uitvoeren Investering uit o.a. LHFT

Inzet uren beleidsmedewerker

pagina 26


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

5. Uitbouwen logistiek ecosysteem

Huis van de Logistiek door ontwikkelen: het huis van de logistiek verder uitbouwen tot kennis-, expertise- en ontmoetingscentrum voor de logistieke sector

U

Faciliteren

Brabant Stichting LMB

Organiseren jaarlijks event logistiek: landelijk event organiseren over ontwikkelingen in de logistieke sector

O

InitiĂŤren

Stichting LMB

Student Logistiek Match: bevorderen van interesse en deelname HBO/WO studenten en afgestudeerden in de logistieke sector. Digitale Portfolio Logistiek Midden-Brabant: de portfolio is een promotie- en acquisitie middel om de logistieke sector in de regio eenduidig door bedrijfsleven en overheid uit te dragen

U

Faciliteren

Stichting LMB

U

Faciliteren

Stichting LMB

Ondersteunen activiteiten die doorontwikkeling stimuleren Ondersteunen organisatiekosten bijeenkomsten Inzet uren beleidsmedewerker Ondersteunen van doorontwikkelen informatie- en promotiemiddelen

pagina 27


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

4. Spoor 2: Stedelijke Economie 4.1. Inleiding Onder stedelijke economie verstaan wij economische activiteiten die 'de stad' als voedingsbodem hebben. De stad is, door haar vele inwoners met diverse achtergronden en pluimage, haar opleidingsinstituten en vele hoger opgeleiden, de culturele en overige voorzieningen en aantrekkelijke groene omgeving, aantrekkelijk voor vele vormen van economie en werkgelegenheid, van het zorg- en onderwijscluster tot en met de gastvrijheidssector en de creatieve industrie. Steden groeien in inwonertal, met name doordat zij in trek zijn bij hoger opgeleiden en jongeren. Dit geldt ook voor Tilburg. Ook de verdergaande integratie van de B5-steden biedt de nodige kansen voor de Tilburgse stedelijke economie. Steden beschikken over ook agglomeratiekracht: het feit dat grote bevolkingsconcentraties gespecialiseerde economische activiteit mogelijk maken. Op vraag van de provincie Noord-Brabant stelde hoogleraar Ruimtelijke Planning Joks Janssen vast dat de grote steden in Brabant zowel hard groeien, als onderling steeds meer met elkaar verweven raken. "De jongere generatie zorgt via intensieve zakelijke contacten en woon-werkpendel voor versterking van de netwerken tussen de grote steden. Zodoende ontwikkelt zich in Brabant langzamerhand tot een samenhangend en grootstedelijk gebied. Zo’n grootstedelijk gebied met voldoende massa aan bevolking en bedrijven is een goede voedingsbodem voor allerlei vormen van gespecialiseerde dienstverlening Economen en planologen die spreken over stedelijke economie hebben het doorgaans over miljoenensteden. Politicoloog Benjamin Barber en econoom Edward Glaeser zijn de voornaamste (Amerikaanse) pleitbezorgers van het begrip stedelijke economie, dat ze als de belangrijkste bron van welvaart zien. Het begrip is echter ook van toepassing op een provinciale stad als Tilburg, met een hoge urbanisatiegraad, maar ook een samenhang met en tussen de omliggende steden en regio's. De belangrijkste kenmerken zijn groei van het aantal inwoners en een toename van kennis en creativiteit. Da t laatste heeft sterk te maken met de aanwezigheid van instellingen voor hoger onderwijs, die talent naar de stad trekken. Stedelijke economie - in dit perspectief - is allerminst eenduidig en bestaat uit een groot aantal sectoren of clusters met vaak een hoge dynamiek: snel wisselende markten, veel innovatie. De sectoren die worden gerekend tot de stedelijke economie, zoals zakelijke dienstverlening, vrijetijdseconomie, onderwijs en zorg, zijn goed voor mogelijk wel 60% van de banen. Midden- en Kleinbedrijf, waar kennis, creativiteit en ambachtelijkheid belangrijke bestanddelen blijken zijn snelle groeiers binnen deze sectoren. e stedelijke economie is van wezenlijk belang voor de werkgelegenheid. Nieuwe banen ontstaan vaak bij jonge innovatieve ondernemingen. Volgens gegevens van Onderwijszorg Nederland (ONL) bevindt 85% van de nieuwe banen zich bij ondernemingen waar minder dan 25 mensen werken. Ook in Tilburg zit de groei van de arbeidsmarkt voor een belangrijk deel in deze categorie.

pagina 28


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

4.2. Trends en ontwikkelingen 

 

 

Steden zijn in trek, vooral bij hoger opgeleiden en jongeren. Dit geldt ook voor Tilburg, waardoor de kansen voor stedelijke economische activiteiten blijven groeien. We zien steeds meer kleine ondernemers die beginnen op zolder of in de garage en gaandeweg behoefte krijgen aan grotere werkruimtes, netwerken en faciliteiten. Zoals ook de Omgevingsvisie van Tilburg vaststelt, zien we dat steeds meer stedelijke economische activiteiten vragen om moderne werklandschappen in het binnenstedelijk gebied. De toepassing en het gebruik van ICT blijven zich verder ontwikkelen en zijn bijna onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van de stedelijke economie. Nieuwe technieken, die vroeger vooral een bedreiging voor de ambachten vormden, blijken zelf weer aanleiding te zijn voor het ontstaan van nieuwe ambachten en bestaande ambachten van nieuwe instrumenten te voorzien. De groei van de stedelijke economie vertaalt zich in de vraag naar kleinschalige voorzieningen en (binnenstedelijke) bedrijfsruimtes, (kantoor-)panden, flexibele werkplekken met een uitstekende digitale infrastructuur, horecavoorzieningen met gratis Wi -Fi en stopcontacten voor laptops. In steden met industrieel erfgoed zijn en worden fabrieks- en kantoorpanden omgebouwd tot werkruimten voor de kennis- en creatieve economie. Ook signaleren we steeds meer horecagelegenheden waar studenten of zzp'ers aan het werk zijn, denk in Tilburg aan Buutvrij of Mugs&Muffins. Er is in het vastgoed in toenemende mate sprake van een vragersmarkt waar kwaliteitseisen worden gesteld: binnenstedelijk, aantrekkelijk, groen, goed bereikbaar, (multimodale) locaties, in de buurt van stedelijke voorzieningen (winkels, horeca, cultuur). Wonen en werken worden steeds vaker op één plek gecombineerd. Dit geldt ook voor Tilburg, zo blijkt uit een s tudie van Bureau Nieuwe Gracht en de Universiteit Utrecht naar de ontwikkelingen in de micro-economie. In veel steden ontstaan ondernemershuizen. Het ondernemershuis is een spil in de versterking van het vestigingsklimaat voor startende ondernemers. Het bundelt private en publieke dienstverlening, organiseert stimulerend programma en versterkt kansrijke netwerken en clusters. Tilburg heeft nog geen ondernemershuis maar er is al wel een plan in ontwikkeling Beweging in het onderwijs waardoor kennis en onderwijs nadrukkelijker koersen op toegevoegde, economische waarde (valorisatie). Ondernemerschapsonderwijs is een goede bodem voor ondernemerschap, en zou breder gestimuleerd kunnen worden: aantal ondernemingen (regionaal) va nuit hoger onderwijs via Starterslift is de laatste jaren verdubbeld (nu: 430, in 2013: 212).

pagina 29


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

4.3. Kennis, creativiteit en ambacht Onderwijs levert een belangrijke bijdrage aan het economisch profiel van een stad. Het is de kweekvijver voor de arbeidsmarkt en ook steeds meer een voedingsbodem voor ondernemerschap. Tilburg is een typische onderwijsstad, met een permanente aanwas van talent dat uitstroomt van de drie instellingen voor hoger onderwijs. Deze hoger opgeleiden beschikken over kennis (veelal alfa en gamma) en creativiteit (denk aan het grote aantal opleidingen in die sector) die in economische zin steeds belangrijker blijkt. Tilburg is ook een stad met een sterk middelbaar beroepsonderwijs, met een grote uitstroom van ambachtelijk talent. De aard van de economie in Tilburg wordt bepaald door het Midden- en Kleinbedrijf, dat goed is voor meer dan 90% van de werkgelegenheid in de regio. Economische groei zien we vooral in het segment van de jongere, kleine bedrijven. De werkgelegenheid in deze categorie neemt sterker toe dan de totale werkgelegenheid. In het bijzonder neemt de werkgelegenheid toe in de kleine bedrijven (< 5 werknemers) en onder ZZP'ers. Het is het soort bedrijvigheid dat ook wel wordt aangeduid als micro-economie. Daarbinnen zijn op grond van de genoemde Tilburgse karakteristieken steeds duidelijker drie categorieën te onderscheiden:   

Kenniseconomie Creatieve economie Ambachtseconomie

Kenniseconomie is een nog vrij abstract begrip uit de economie dat aanduidt dat economische groei en ontwikkeling steeds meer worden bepaald door de factor (technische) kennis. Kennis, bijvoorbeeld georganiseerd binnen afdelingen R&D (research and development) is een steeds belangrijk productiefactor in relatie tot de 'klassieken': arbeid, natuur en kapitaal . Deze ontwikkeling past in het kader van de transities van arbeid in de landbouw via industrie naar diensten en in de bevolkingsgroei van steden (waar opleiding zich concentreren) ten opzicht van rurale gebieden. Kenniseconomie is in bestuurlijke zin een EU-speerpunt. De creatieve economie is een recent opgekomen verzamelnaam voor de beroepen en bedrijfstypen gericht op de exploitatie van scheppingskracht en intellectueel eigendom. Het betref een groeiend economie die stoelt op mensen die een kunstzinnige opleiding hebben genoten, waarin techniek (met name ICT) een steeds grotere rol speelt. Design, vormgeving, muziek, theater, beeldende kunst, reclame, vormgeving, maar ook gaming en softwareontwikkeling worden ertoe gerekend. Ambachtseconomie is een eveneens recente omschrijving (2009, bedrijfschap Ambachten) van producten of diensten die zonder geschoolde handen niet denkbaar zouden zijn. Men duidt er activiteiten mee aan in diverse sectoren en categorieën (bouw, installatie- en elektrotechniek, voeding, zorg en verzorging, materiaalbewerking, meubelmakers, leerbewerkers, reparateurs). Recente door het onderzoeksinstituut EIM gemaakte schattingen wijzen uit dat in Nederland bijna een miljoen mens en in een ambachtelijk bedrijf werken en dat er bijna een kwart miljoen van dergelijke ambachtelijke bedrijven zijn.

pagina 30


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

4.4. Beeld van de stedelijke economie

De omvang van stedelijke economie is moeilijk exact te bepalen. Enerzijds zijn er de klassieke indelingen. Daaruit kan worden afgeleid dat een meerderheid van de economische activiteit zich onder deze paraplu laat bundelen. Anderzijds zijn er pas recent cijfers over bedrijven die gerekend worden tot de kennis - creatieve of ambachtseconomie. Wat we weten is dat het met name de kleinere bedrijven zijn die de kennis- creatieve- en ambachtseconomie vormen. Een aantal data echter hebben we wel. Groei aantal kleine bedrijven Als we kijken naar kleinere bedrijven en klein ondernemerschap in Tilburg (< 10 b anen), zien we dat van 2004 tot 2014 het aantal ondernemingen in die categorie is toegenomen van 8.181 tot 14.317. In Tilburg bestaat 91% van het bedrijfsleven uit dit type bedrijven. Kenmerkend voor de categorie is tevens dat er elk jaar veel bedrijven bijkomen, maar ook weer verdwijnen: de tucht van de markt, het proces van creative destruction. Per saldo is er sinds 2004 een groei van circa 115%, en een gemiddelde toename van arbeid in kleine bedrijven van tenminste 1000 banen per jaar. Mogelijke verklaringen voor die groei zijn de flexibilisering van de arbeidsmarkt waardoor veel voormalige werknemers zich nu als zelfstandige moeten laten inhuren. Maar er is ook een duidelijke trend naar meer start ups in de stedelijke economie. Dit lijkt te worden veroo rzaakt door een stimulerende tijdgeest (denken in kansen, ambities realiseren via een eigen onderneming, toename van spin offs, van best practices), maar ook een faciliterend overheidsbeleid. Subsidies, fiscaliteit, en regelingen als de Bbz blijken effectief om een beroep op uitkering te voorkomen.

Voorbeelden van innovatieve bedrijven in Tilburg pagina 31


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Het gaat om kennisintensieve, innovatieve bedrijven. Voorbeelden in Tilburg: Freshheads , bedenker van bijvoorbeeld 'werkspot.nl' het grootste vraag- en aanbodplatform voor klussen in Nederland, begonnen op een slaapkamer en nu uitgegroeid tot een bedrijf met 41 medewerkers. Datacon, een softwarespecialist die klantprocessen effectiever maakt, initiatief van een TiU-student en nu een bedrijf met 50 werknemers. Tilburg Rural Spark een bedrijf van een aantal oud-studenten van TiU en de TU dat een systeem ontwikkelde waarmee mensen in India zelf hun stroom kunnen opwekken. ICT-platform Boxplosive dat via internet aankopen op een fysieke locatie stimuleert. Maar denk ook aan de R&D tak van Fuji, een kennisintensief bedrijf met een hoog innovatief vermogen, ooit begonnen met de productie van fotorolletjes, inmiddels gespecialiseerd in membraamtechnologie met toepassingen in de energie- en caresector. Of aan Tias, de business school van de universiteit, of aan de diverse zomerprogramma's van andere onderwijsinstellingen die een toenemende economische waarde vertegenwoordigen. Binnen de innovatieve ambachtseconomie zien we de opkomst van 3-D printen, waarbij het delen van faciliteiten opvalt. In Tilburg is Minase bijvoorbeeld bezig met software voor het printen van orthopedische hulpmiddelen. Starters steeds belangrijker voor de economie Cijfers van bijvoorbeeld Starterslift tonen aan dat de bijdrage aan de economie van vooral hoger opgeleide starters, in 2013 is verdubbeld ten opzichte van 2012. De bijdrage aan de economie van deze ondernemers bedroeg bijna 11 miljoen euro, het aantal arbeidsplaatsen bedroeg 430. Ook positief voor de economie is dat ondernemerschap zorgt voor inkomen, en voorkomt dat mensen een beroep doen op een overheidsuitkering. Er is namelijk een groep mensen die min of meer noodgedwongen voor het ondernemerschap kiest, wegens een gebrek aan perspectief op de arbeidsmarkt. Tilburg heeft goede voedingsbodem voor stedelijke economie  Onderwijs- en kennisinstellingen zoals Tilburg University, Fontys Hogescholen, Avans, MBO's  Valorisatietrajecten in het onderwijs (ondernemerschapsonderwijs, incubates, social innovation  Creatieve (vak)opleidingen in alle richtingen – van architectuur tot circus, van journalistiek tot gaming, van musical tot beeldhouwen. Uit onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van zo'n keten van groot belang is én onderscheidend is ten opzichte van andere steden.  Sterke micro-economie: hoge mate van (veelzijdig) MKB, met name de kleinere ondernemers (kennis, creatief en ambachtelijk)

Randvoorwaarden aanwezig, inzet op transparantie, versterking, bundeling Tilburg beschikt over een interessant aanbod van cultuur, horeca en evenementen, met een toenemend aantal onderscheidende evenementen (Incubate, Mundial, Night University) waarbij ook de onderwijsinstellingen zijn aangesloten. De infrastructuur binnen de ringbanen is eveneens interessant: een netwerk van ontmoetingsplekken, oude industriële panden en ruimtes die tijdelijk beschikbaar zijn. Een betere transparantie en een grotere samenhang daartussen bevordert doorstroming en behoud van talent voor de stad. Als het gaat om horeca is er een opvallend detail: Er is per inwoner minder horeca dan in andere steden. Het aantal vestigingen en de totale vloeroppervlakte ligt onder het gemiddelde van steden als 's Hertogenbosch, Eindhoven, Breda, Groningen en Nijmegen. We zien wel een toename de afgelopen jaren. Zo heeft het Dwaalgebied door de komst van onder andere Happy Italy, de Spaarbank en Buutvrij een levendige uitstraling gekregen, en trekt de Piushaven met de vele terrassen steeds meer bezoekers. Met slechts 11 -grotere- logiesaccommodaties (totaal 377 kamers) is het logiesaanbod behoorlijk klein voor de zesde stad van het land. En in het centrum is het aanbod al helemaal beperkt met 5 grotere accommodaties. Er zijn ook geen bijzondere trekkers op dit vlak en er i s weinig ruimte voor (internationale) congressen. Wel komt er een nieuw van der Valk hotel aan de Kempenbaan. Al met al heeft Tilburg een gemiddeld aanbod met enkele parels in de sfeer van cultuur en evenementen. Uitschieters naar beneden zijn het horeca -aanbod en de hotels en de looproutes naar de Piushaven en de musea.

pagina 32


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Leisure als vestigingsvoorwaarde en economische kans Vrije tijd is voor bewoners en bezoekers een reden om ontspanning, vertier en verheffing buitenshuis te zoeken. Een stad met een goed aanbod van cultuur, horeca en voorzieningen trekt publiek en dient tevens een economisch belang. Het aantal evenementenbezoeken in 2013 was 2,3 miljoen, goed voor de 7e plaats in de G50-Evenementenmonitor. De werkgelegenheid in de sector is tussen 2004 en 2014 met 18% gegroeid tot circa 7.525 banen (7% van de stedelijke werkgelegenheid). De horeca levert de meeste banen, de grootste groei is te zien in de cultuursector, recreatie en amusement, ook hier vooral door een toename van kleine bedrijven (bron: Bedrijvenregister Tilburg 2014, bewerkt Ecorys) De kansen voor Tilburg liggen vooral in het meer benutten, belichten en versterken van haar kracht en unieke kanten: de culturele parels, de prachtige omgeving met mogelijkheden voor fietsarrangementen, de Spo orzone waar evenementen, congressen en horeca passen, het verbinden van plekken waardoor meer combinatiebezoek ontstaat. Kansen in het kader van de stedelijke economie worden gevormd door enerzijds het ontwikkelen van nieuw of meer geclusterd aanbod vanuit sectoren als het onderwijs (post initieel, weekend- en vakantieaanbod, congressen) en het inspelen op de groeiende markt van senioren. Anderzijds door stad en regio beter te positioneren als juist een aantrekkelijke locatie voor inhoudelijk en meerdaags verblijf. De zorgsector als kansrijk en dynamisch onderdeel van de stedelijke economie Speciaal in de zorgsector liggen veel kansen voor de ontwikkeling van de kenniseconomie en cross overs. De zorgsector is, en blijft, volop in beweging. De grootste uitdaging is de ontwikkeling op de arbeidsmarkt. Op dit moment vermindert het aantal banen in de zorg. Maar doordat de bevolking vergrijst en ouder wordt is er meer en langer behoefte aan zorg en daarmee aan personeel. De sterke toename aan kosten die deze ontwikkeling met zich meebrengt stelt de samenleving voor grote dilemma's. Dit vraagt om innovatieve oplossingen. Dit biedt veel kansen voor de stedelijke economie, met de ontwikkeling van techno logische innovaties, nieuwe ICT-toepassingen, en cross overs met de zakelijke dienstverlening. Tilburg stimuleert de vernieuwingen in de zorg. De meest succesvolle kunnen zich verspreiden over de rest van Nederland en de wereld. Tilburg kent een aantal bijzondere bedrijven/ projecten waarmee de stad voorop loopt; Into D’mentia, Vitura, Minase, Leijhoeve, Focal Meditech, met een aantal proeftuinen op het gebied van dementiezorg, bestraling, en therapie in het buitengebied. Aansluiting op strategische agenda's In de strategische agenda van de gemeente Tilburg zijn kennis en creativiteit bestempeld als pijlers voor een innovatieve stedelijke economie. "De aandacht voor innovatie (maatschappelijk, technologisch, sociaal) en creativiteit groeit. Dit vertaalt zich in een groeiend aantal arbeidsplaatsen in de kennis - en creatieve sector. Kenniswerkers en (creatief) talent willen we graag binden aan onze stad. Aantrekkelijke woon- en werkmilieus, top-voorzieningen en specifieke topmilieus (bijv. universiteitscampus, Spoorzone) zijn daarom belangrijk." Tilburg is daarnaast actief lid van 'DC Brabant'. Onder deze naam is Noord-Brabant sinds 2014 lid van het internationale District of Creativity Network, een netwerk van de 14 meest innovatieve regio's ter wereld.

pagina 33


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

4.5. Ruimtelijke aspecten Een opvallende overeenkomst is dat veel jonge bedrijven (ZZP-ers en kleinere MKB-ers) zich, vanuit de ‘zolderkamer en de garage’ vestigen in bedrijfsruimtes in het binnenstedelijk gebied (het gebied pakweg tussen de ringbanen). Uiteraard blijft het grotere bedrijfsleven de kurk waarop de klassieke economie drijft, maar de ''beweging van onderop'' biedt kansen voor nieuwe stedelijke economische ontwikkeling. De belangstelling voor binnenstedelijk (herbestemde) industriële complexen is groot, en er is een toenemende vraag naar s hared spaces, services en practices. Stedelijke economie gedijt in de binnenstad, aan de linten, in de wijken, in leegstaande scholen in herbestemde industriële panden. Informele en formele economie lopen soms in elkaar over, in een stedelijke omgeving die op te vatten is als een humuslaag, met de potentie om te groeien, te innoveren, zich te ontwikkelen tot steviger bedrijven. De recente ruimtelijk structuurvisie 2040 van de gemeente Tilburg stelt het zo: "door initiatieven vanuit de samenleving centraal staan te stellen, waarbij de gemeente een kader stellende, faciliterende en soms participerende rol heeft. Het organisch (laten) ontwikkelen van gebieden betekent dat we anders durven omgaan met de bestaande regels. We gaan voor maatwerk. Schakelen snel met initiatiefnemers en sturen op gewenste projecten. De energie, de creativiteit en het investeringsvermogen van iedereen moet aangeboord kunnen worden om toekomstige kansen te pakken." Binnenstedelijke gebieden worden in de structuurvisie als werkplaatsen van de 21e eeuw beschouwd. De stadscampus van de Spoorzone is in dat licht "een gebied waar werken, leren, inspireren en ontmoeten centraal staat. De herontwikkeling van de Lochal en omgeving verdient als eerste aandacht. Wij zetten daarbij specifiek in op de kenniseconomie, het vestigen van het MKB (gazelles) en bedrijven die gespecialiseerd zijn in ontmoeten en vergaderen…. Het gebied biedt in de toekomst ook werkplekken voor studenten en beginnende ondernemers. Flexibiliteit (in ruimtegebruik, in contractduur) is een basisvoorwaarde geworden om dit type economie te laten floreren. Er ontstaat een vragersmarkt waar kwaliteitseisen worden gesteld: binnenstedelijk, aantrekkelijk, groen, goed bereikbaar, (multi modale) locaties, in de buurt van stedelijke voorzieningen (winkels, horeca, cultuur). Wonen en werken) worden steeds vaker op één plek gecombineerd. Dit geldt ook voor Tilburg, zo blijkt uit een studie van de Universiteit Utrecht naar de ontwikkelingen in de micro-economie. We zien dat kleine ondernemers die beginnen op zolder of in de garage en gaandeweg behoefte ontwikkelen aan grotere werkruimtes, netwerken en faciliteiten. De economische ontwikkeling van binnenstedelijke gebieden is een ruimtelijke opgave, maar ook een uitdaging voor stedelijke economie. Het stimuleren en faciliteren van ondernemerschap is een belangrijke opgave, evenals het bewerkstelligen van groei. Hoe slagen we er in om uit ondernemerschap en uit innovaties binnen bedrijven economische ontwikkeling te putten. Of: hoe zorgen we ervoor dat er een doorlopende lijn ontstaat van starters en spin offs die uitgroeien tot duurzaamheid? Fysieke, inspirerende ruimtes zijn één, toegang bieden tot financiële middelen, (shared) services, resources en netwerken is een opgave waarvoor publiekprivate ondernemersondersteuning staat. Een micro-economie van waaruit groei ontstaat is gebaat bij verbinding en clustering, of het nu gaat om het gebruik van ruimte en materialen of het opzetten van strategische netwerken of platforms.

4.6. Ambitie en doelen De hedendaagse economie is een kenniseconomie waarbij het menselijk kapitaal de belangrijkste sleutelfactor is. De WRR bepleit in haar rapport ‘Naar een lerende economie’ voor een intensieve samenwerking tuss en bedrijven, kennisinfrastructuur, onderwijsinstellingen en overheden om de regionale kenniscirculatie te bevorderen. Deze opgave zien wij zowel in Tilburg zelf als in het verband van de Brabantse steden. Zo kunnen de Brabantse steden beter gebruik maken van elkaars universiteiten, hogescholen, campussen en andere onderzoeksinstellingen. Het Beagle-initiatief, waarin het Brabantse hoger onderwijs en de BOM kennis inzetten voor innovatie en bedrijfsontwikkeling is in onze optiek een impuls om te komen tot een intensievere samenwerking tussen alle partijen op dit terrein. pagina 34


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

De toekomst is aan sterke slimme steden (Brabantcahier, 2014). Voor het versterken van de economie van steden en om in het internationale speelveld een rol van betekenis te spelen, moeten wij de ‘agglomeratiekracht’ van Tilburg versterken. Dit is niet voor niets één van onze vertrekpunten (zie 2.3). Tilburg is centraal gepositioneerd in het stedelijke netwerk BrabantStad: vijf onderling verbonden grote Brabantse steden op korte afstand van elkaar. De overlap in de 'daily urban systems' betekent dat het doen en laten van burgers, instellingen en bedrijven het hele stedelijke netwerk betreffen. Tilburg kan en wil van deze positie de vruchten plukken en werkt daarom met overtuiging door aan de verdere verbinding en vervlechting met de overige steden in Brabant. Op de schaal van de stad faciliteren en stimuleren wij ondernemerschap en innovatie, bevorderen wij verbinding en ontmoetingen, en vergroten wij de aantrekkelijkheid van de binnenstad en binden wij talenten aan de stad. Deze inzet voor de stad vertalen we naar drie programmalijnen met doelstellingen. Om deze doelen te realiseren werken we samen met partners uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere overheden.

Programmalijnen tot 2018 1. Ondernemersklimaat in het binnenstedelijk gebied versterken Stimuleren micro-economie (ondernemershuis, portal) Ondersteunen ondernemers: op maat en geïntegreerd (w.o. kennischeques) Bevorderen herbestemming en tijdelijk gebruik leegstaande pa nden Flexibiliseren bestemmingsplannen en minder regeldruk Analyseren stimuleringsbeleid en bevorderen Europese middelen 2. Binnenstedelijke kwaliteit en voorzieningen (cultuur en vrijetijd) verhogen Vergroten, verbinden en meer zichtbaar maken van onze binnenstedelijke kwaliteiten en voorzieningen (routes, buitenruimte, ICT en apps). Vergroten en vernieuwen van het aanbod (bijv. congresfaciliteiten, ) 3. Talentontwikkeling, onderwijs en ondernemerschapsbevordering stimuleren Benutten en vergroten techniekbelangstelling (verbinden onderwijs, leisure en arbeidsmarkt) Talent trekken en binden Versterken ambachtelijke economie Toenemende vraag naar onderwijs (Tias, Summerschools) verbinden aan sterktes van de stad .

Ondernemersklimaat in het binnenstedelijk gebied versterken We willen innovatief ondernemerschap in de binnenstad stimuleren. Starters, creatieven en zzp'ers hebben behoefte aan binnenstedelijke verzamelgebouwen en horeca waar het mogelijk is flexibel te werken, waar ze gelijkgestemden kunnen ontmoeten en gebruik kunnen maken van shared services. Ze verlangen van de overheid dat zij hierin mede faciliteert, en dat ze meedenkt en zo min mogelijk belemmeringen oplegt. Creatieve geesten floreren in een omgeving met weinig regels. Leegstand en herbestemming -vooral van de authentieke panden waarvan Tilburg er gelukkig voldoende heeft- vormen hier een kans. Het creëren van broedplaatsen is hier goed mogelijk, plaatsen waar starters goedkoop kunnen beginnen én door kunnen groeien. Dit kunnen tijdelijke plekken zijn, bijvoorbeeld in de Spoorzone, of in leegstaand vastgoed elders in het centrum. Ook het Veemarktkwartier en de Piushaven zijn hier geschikt voor. Juist bedrijven in de creatieve sector voelen zich thuis in dit soort gebieden in transitie. Geef ze de vrije hand en ze creëren hun eigen stedelijke hotspots. Dit biedt aantrekkelijke opties voor fasering en diversiteit. Ondernemershuis. Daarnaast kunnen we ondernemers ondersteunen waar nodig. Een veelheid van organisaties richt zich op advisering, begeleiding, coaching, financiering en huisvesting. De bestuurlijke inzet is om ondernemersondersteuning effectiever te maken door een bundeling en fysieke concentratie. Vitaal onderdeel daarvan is de gemeente Tilburg zelf (Ondernemersadvies), die MKB-bedrijven actief adviseert en pagina 35


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

ondersteunt, vooral in het kader van de BBZ-regeling (wettelijke taak). In de afgelopen twee jaar zijn er - naast behoud - ook nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd in een tijd waar veel bedrijven het moeilijk hebben als gevolg van de economische laagconjunctuur. Deze dienstverlening is essentieel voor de micro-economie, vanwege de innovatiekracht, flexibiliteit en de sterke bijdrage aan de werkgelegenheid (Zes van de tien arbeidsplaatsen creëert het MKB). Tevens is er extra aandacht voor de moeizame financieringsmarkt voor het MKB en de positie van zelfstandigen zonder personeel in de huidige crisisperiode. In 2015 wordt bezien op welke wijze deze vorm van dienstverlening een plek krijgt binnen het Ondernemershuis. Kennischeques als innovatiemiddel De gemeenteraad heeft via motie 30 een onderzoek gevraagd naar de invoering van kennischeques. Kennischeques worden in den lande veelal toegepast om het MKB te innoveren via samenwerking met kennisinstellingen of de inkoop van kennis van hoger opgeleiden. De vraag van een ondernemer die een kennischeque verzilvert is leidend en kan gericht zijn op onderzoek, ontwikkeling producten, diensten of processen. Deze doelstelling kunnen we combineren met andere doelen die in motie 30 zijn opgenomen zoals het behoud van talent voor de stad, aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt en het bijdragen aan jeugdwerkgelegenheid. Zodoende kunnen we verbindingen maken met bijvoorbeeld bestaande kennisateliers, afstudeeropdrachten en studentenuitzendbureaus. We stellen voor een eenvoudige regeling te ontwerpen waarin de kennisvraag van ondernemers centraal staat. Hiermee geven we prioriteit en invulling aan het versterken van de innovatiekracht van het MKB. De bestaande regelingen leren ons dat er een aantal onderwerpen zijn waarmee we rekening moeten houden bij de uitwerking:  We voorkomen administratieve rompslomp  We faciliteren bij het formuleren van kennisvragen (bijvoorbeeld via het Ondernemershuis en/of Leerwerkloket) zodat we daarmee de toegang tot de regeling ook voor kleine bedrijven eenvoudig maken.  We zorgen dat de uitvoeringskosten laag zijn en waken voor concurrentievervalsing.  De kennischeque wordt gemaximeerd tot € 5.000 per aanvraag en er moet cofinanciering van het bedrijf ingezet worden. We starten met een pilot voor een beperkt aantal aanvragen. In 2015 reserveren we € 20.000 en in 2016 € 30.000 voor inzet van kennischeques. In 2016 evalueren we en bepalen we of continuïteit is gewenst.  De cheque moet voor ondernemers eenvoudig inwisselbaar zijn rechtstreeks bij een kennisinstelling, maar kan ook verzilverd worden door bijvoorbeeld inhuur van jong talent via een studentenuitzendbureau. Binnenstedelijke kwaliteit en voorzieningen (educatie, cultuur en vrijetijd) Om een gunstig vestigingsklimaat te creëren voor innovatieve, creatieve ondernemers moeten we investeren in een aantrekkelijke binnenstad. Ondernemers werken en netwerken graag in een inspirerende omgeving met horeca, levendigheid en uitstraling. Onze stad heeft nu al veel te bieden, met musea zoals De Pont, het Textielmuseum en het Brabants Natuurmuseum, winkelaanbod, horeca, bioscopen en verschillende podia waaronder Poppodium 013, Theaters Tilburg en de Nwe Vorst. Toch is niet alles even goed zichtbaar, vindbaar, verbonden en bereikbaar. De verbinding en looproutes tussen het museumkwartier, Spoorzone, binnenstad en Piushaven laten bijvoorbeeld nog flink te wensen over. Evenementen als de Kermis, Meimarkt, Ten Miles en Festival Mundial hebben een grote aantrekkingskracht. Het aantal evenementenbezoeken in 2013 was 2,3 miljoen, hiermee staat Tilburg op de zevende plaats in de G50-Evenementenmonitor wat betreft bezoekaantal. We kunnen echter extra inzetten op meerdaagse evenementen, bijvoorbeeld voor de zakelijke markt. Ook liggen er kansen in concepten zoals de Ontdekfabriek (Station T) die onderwijsdoelstellingen, arbeidsmarktbenadering en leisure verbinden met een aanbod waarin wetenschap, techniek en cultuur verbonden worden.

pagina 36


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Talentontwikkeling, onderwijs en ondernemerschap Cruciaal voor het stimuleren van ondernemerschap is dat we talent trekken en binden aan onze stad. Naast onze inzet op goede vestigingsvoorwaarden, zoals hierboven beschreven, gaan we onderwijs in ondernemerschap stimuleren. Dit doen we bijvoorbeeld met Tilburg Centre for Entrepreneurship en Starterslift, maar ook door de inzet van studentenateliers, academische werkplaatsen en proeftuinen. We verbinden de sterktes van de stad (logistiek, neurochirurgie, gedragswetenschappen, cultuur) aan het onderwijs, focussen het verbeteren en verdiepen van samenwerking met kennisinstellingen en doen onderzoek naar de mogelijkheden van Summerschools, Weekendschool+ en meer mogelijkheden voor TIAS. Station T - de Ontdekfabriek van Tilburg De Ontdekfabriek Eindhoven heeft een verkenning verricht met bedrijven, onderwijsinstellingen, de bibliotheek en de gemeente om in Tilburg een voorziening op het terrein van Wetenschap & Techniek in te richten. Onder de werktitel Station T wordt momenteel een bidbook ontwikkeld en wordt in 2015 het eerste gemeenschappelijk programma aangeboden voor kinderen en jeugd. Station T beoogt een combinatie van leisure, onderwijs en arbeidsmarktvoorbereiding waarin techniek de rode draad vormt. Het concept functioneert in Eindhoven met aantoonbare effecten. Bedrijven en instellingen hebben met enthousiasme gereageerd op het voornemen om activiteiten op het terrein van wetenschap & techniek te verbinden en op te schalen. Meer fysieke en programmatische samenwerking kan leiden tot samenhangende programmering van nu nog versnipperde techniekactiviteiten. Ook zou door een dergelijk aanbod een aanmerkelijk groter publiek bereikt kunnen worden en daarmee een effectieve inzet van middelen. Door deze bundeling wint tevens h et profiel van de stad en het gebied aan scherpte. Summerschools- post initieel onderwijs Tilburg kent een behoorlijk aanbod van buitenschools onderwijs, voor zeer uiteenlopende doelgroepen: hoogbegaafden, kinderen met een achterstand, senioren, bedrijven et cetera. De groeiende vraag naar onderwijs wordt hier, maar meer nog in andere landen, beantwoord met concepten als summerschools, weekendschools en andere cursusvormen. De ontwikkeling van een samenhangend concept van een Tilburg Summer School biedt kansen voor de verdere uitgroei en professionalisering van de diverse initiatieven voor summerschools in Tilburg. De valorisering van het onderwijs kan hiermee een belangrijke stap verder worden gebracht. Doelstellingen uit het coalitieakkoord en uit de Perspectiefnota inzake de ontwikkeling van talent, innovatie en de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt krijgen hierdoor een impuls. Bovendien kan met Tilburg Summer School de kan de profilering van de stad als belangrijke onderwijsstad, als stad die aantrekkelijk is voor jongeren en voor het hele gezin verder vorm krijgen. Een samenhangend ini tiatief is in Nederland nog niet ontwikkeld. Tevens zal door het zoeken van aansluiting bij horeca en detailhandel en door de focus op gerichte gebiedsontwikkeling de economie van de stad een extra impuls krijgen. De stedelijke economie heeft baat bij de binding aan de jeugd, bij valorisatie en de stimulering van de creatieve sector in de breedste zin van het woord. De haalbaarheid en insteek van een dergelijke summerschool zal worden verkend via een bidbook (2015) en proefprogramma aanbod (2016).

pagina 37


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Werkagenda Stedelijke Economie 2015-2018

Programmalijnen

Ondernemerschap in het binnenstedelijk gebied versterken

Kwaliteit en voorzieningen (cultuur & vrijetijd) verhogen in de binnenstad van de 21e eeuw

Activiteiten en projecten Ondernemershuis. Samenhangende ondernemersstimulering en advisering in publiek-private samenwerking digitale portal van en voor ondernemers in de stedelijke economie Herbestemming en tijdelijk gebruik van bedrijfspanden faciliteert ontwikkeling van binnenstedelijk MKB. Leegstand als kans: Lange termijn en tijdelijk (pop-up stores, anti-kraak). Stimuleren en mede opbouw van publiek-private aanpak van shared services ( seats to meet, fablab, hackerspaces, # D-print, Ontdekfabriek etc) Flexibilisering van bestemmingsplannen en minder regeldruk Onderzoek naar belemmeringen en kansen voor ondernemerschap Individuele ondersteuning ondernemers in combinatie met BBZ (hiervoor wordt na 2015 een structurele oplossing gezocht) Aantrekkelijke routes Binnenstad. Verbinden (fysiek, digitaal, bewegwijzering) van Piushaven, Binnenstad/Veemarktkwartier, Linten, Spoorzone tot en met Museumkwartier. Stimuleren innovatief vrijetijdsaanbod in de Spoorzone, Van Gend & Loosterrein en overgangszones. Aanbod dat past bij DNA, in co-creatie met markt en kennisinstellingen. Verbinden ondernemers in vrijetijd en cultuur. Arrangementen, gezamenlijke promotie, ook in de digitale promotie Faciliteren via kennis, netwerken, innovatie, communicatie. 'Tilburg Trakteert 2.0': verbinden evenementen/ horeca aanbod/ cultureel aanbod

Status U

Rol Gemeente Initiëren en faciliteren

Betrokken Ondernemers, Kennisinstellingen, starterslift

V

Initiëren en faciliteren

Gebouwbeheerders, eigenaren

O

Faciliteren

Private partijen, dienstverleners, onderwijsinstellingen

V

Initiëren

Private partijen, dienstverleners, onderwijsinstellingen

U

faciliteren

ondernemers

V

Initiëren en faciliteren

Kennisinstellingen, ondernemers

O

Faciliteren

Midpoint, kennisinstellingen

V

Initiëren

Regio Hart van Brabant, Visit Brabant en Midpoint

V

Aanjagen en financieren

Midpoint, Visit Brabant

pagina 38


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

programmalijn

Talentontwikkeling, verbindingen onderwijs en ondernemerschap

Activiteiten en projecten Verkennen Station T in Spoorzone verbindende factor, via tijdelijke programmering met bedrijven en onderwijs naar duurzame contextrijke leer- en leisureomgeving

Status V

Rol Gemeente Initiëren, faciliteren

Betrokken Ontdekfabriek, onderwijsinstellingen, bedrijven

Studentenateliers, academische werkplaatsen, proeftuinen Verbinding onderhouden met Ambachtshuis i.o. Stimuleren ondernemerschapsonderwijs MBO/HBO/WO

V

Faciliteren en financieren Faciliteren

Summer Schools, Weekendschool+, HOVO, Tias - verbinding met horeca en cultuur. Onderzoek en pilots tot (ook economisch) opschalen en verbinden van onderwijs i.r.t. toenemende onderwijsvraag ( Alumninetwerk TiU in relatie brengen met internationalisering bedrijven Nederlands-Vlaamse coalitie versterken door Interreg A projecten Mogelijkheden onderzoeken om cofinanciering beter benutten (bijv. CbusineZ) Kennischeques. Ondernemers de mogelijkheid geven kennis in te huren bij studenten voor een specifieke uitdaging/innovatie in hun bedrijf.

O

Initiëren en financieren

MKB, Hoger Onderwijs, studenten, Citymarketing TCE, MBO, Starterslift, Ambachtshuis Brabant Tias, TiU, ondernemers

V

Initiëren

O

Initiëren en faciliteren

O

TiU, bedrijven, Midpoint

pagina 39


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

5. Spoor 3: Arbeidsmarktvernieuwing 5.1. Van analyse naar stimuleringsagenda Een solide basis In Tilburg is de afgelopen jaren gewerkt aan een sterk fundament van waaruit we de uitdagingen op de arbeidsmarkt tegemoet kunnen treden. In relatief korte tijd is Tilburg uitgegroeid tot een landelijk bekende speler die veelal in het belang van bedrijven en mensen praktische en eigenzinnige oplossingen biedt voor ingewikkelde arbeidsmarktvraagstukken. Va nuit een gerichte strategie is de slag gemaakt van een gemeente die zich enkelvoudig oriënteert op ‘sociale dienst-vraagstukken’ naar een gemeente die oog heeft voor brede arbeidsmarktvraagstukken en daarin steeds zorgt voor betrokkenheid van ondernemers. Mede onder druk van bezuinigingen en stelselherzieningen heeft de gemeente Tilburg de manier waarop zij ondersteuning biedt aan werkzoekenden en werkgevers anders ingericht. In deze nieuwe wijze (NOMA) beoogt de gemeente reintegratie effectiever en effici ënter vorm te geven. Het besef dat de arbeidsmarkt meer en meer om een (inter)regionale aanpak vraagt komt tot uiting in een regionale arbeidsmarktagenda waarin Tilburg nadrukkelijk samenwerking stimuleert en stuurt. Daarin trekken we nu voor het derde opeenvolgende jaar op met de regionale economische agenda van Midpoint en proberen we, in het belang van werkzoekenden en bedrijven, een eenduidig en gelijk speelveld te creëren voor matching van vraag en aanbod. Ook internationaal timmeren we aan de weg door met partnersteden in Europa de jeugdwerkloosheid op een andere wijze te agenderen en aan te pakken. Tot slot speelt Tilburg zich door een vruchtbare samenwerking met de TiU nadrukkelijk in de kijker met een aantal nieuwe arbeidsmarkttoepassingen die landelijk draagvlak vinden en worden overgenomen. De stimuleringsagenda arbeidsmarktvernieuwing die wij in dit hoofdstuk presenteren leunt, met andere woorden, dan ook op een solide basis. Deze basis biedt een vertrekpunt voor verdere uitbouw en nieuwe accenten. Analyse van de arbeidsmarkt Uit de arbeidsmarktanalyse in hoofdstuk 2 blijkt dat de arbeidsmarkt regio Tilburg de komende periode geconfronteerd wordt met een veelheid aan ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen vinden enerzijds plaats als gevolg van keuzen in de landelijke politiek. Anderzijds hebben de verschillende sectoren in deze arbeidsmarktregio unieke kenmerken en behoeften. We vatten hier de belangrijkste kenmerken voor regio Tilburg samen: De komende jaren is er sprake van een beperkte groei aan werkgelegenheid. Kansen op de arbeidsmarkt ontstaan voor een overgroot deel door een vervangingsvraag. Kijken we naar de groeisectoren en dan met name naar de kansrijke beroepen dan bevinden deze zic h aan de ene kant vooral op niveau Mbo – 2 en hoger, maar aan de andere kant zijn er vooral binnen de Leisure en Logistieke dienstverlening & transport en Groothandel ook kansrijke instroom beroepen op MBO – 2 en lager. Een kenmerk van deze kansrijke vacatures is overigens dat deze vooral van tijdelijke aard zijn en veelal door jongeren (lees ook goedkope arbeidskrachten) worden vervuld. Vanwege de nog onzekere economische situatie, maar ook nieuwe regelgeving vanuit Den Haag verwachten we dat de komende j aren het aantal flexwerkers zal toenemen. De reeds bestaande mismatch tussen vraag en aanbod dreigt de komende jaren verder te verscherpen door snelle veranderingen binnen de economische structuur in onze regio en het bijpassende beroepenveld. De onmiskenbare trend van ontgroening en vergrijzing maakt blijvende aandacht voor de deelname van ouderen aan de arbeidsmarkt noodzakelijk. De technische sectoren bijvoorbeeld (Aerospace & Maintenance en Bouw) hebben te maken met een toenemende vergrijzing van het personeelsbestand, toenemende technologische veranderingen en daardoor toenemende behoefte aan andere vaardigheden en competenties. De kansrijke beroepen liggen hier dus veelal op lager niveau, zoals beroepen als assemblage medewerker. Voor deze beroepen is een groot aanbod en zijn ook net zoals in de leisure van tijdelijke duur ( op tijdelijke basis ongeacht de leeftijd van de persoon).

pagina 40


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Wanneer we naar de aanbodzijde van de arbeidsmarkt kijken dan zijn er duidelijk signalen dat tijd van groei van werkloosheid achter ons ligt. Wel blijven we de komende jaren spreken van een ((zeer) ruime arbeidsmarkt. Een knelpunt is of blijft dat een grote groep werkelozen, maar ook medewerkers die ontslagen worden niet over de gewenste (start) kwalificatie) of vaardigheden en competenties beschikken om direct te kunnen instromen in de kansrijke beroepen. Met name laag opgeleiden, alleenstaande ouders, jongeren en ouderen vinden nog steeds onvoldoende hun weg naar duurzaam, regulier werk. Ondanks het overschot van mensen aan de aanbodzijde is ook hier een kwalitatieve mismatch zichtbaar. bij de lagere en elementaire beroepen. Bedrijven vinden onder andere een oplossing door het inhuren van MOE-landers. Stimuleringsagenda arbeidsmarktvernieuwing De analyse wijst uit dat we de komende jaren moeten blijven werken aan mogelijkheden om een grote groep werklozen in het reguliere arbeidsproces in te schakelen (arbeidsmarkt werkzoekenden). Daarnaast vraagt ook de arbeidsmarkt van de werkenden onze aandacht vanwege een toenemende kwalitatieve mismatch. Met steeds schaarser wordende budgetten wordt het nog belangrijker dat middelen ten goede komen aan de ondersteuning van werkzoekenden en bedrijven en niet aan organisaties, systemen en overhead. Een effectieve en efficiënte arbeidsmarktinfrastructuur in de regio moet bijdragen aan soepele transities ‘van uitkering naar werk’, ‘van werk naar werk’ en ‘van school naar werk’. In de verbinding tussen bovenstaande kernvraagstukken liggen kansen om samen met bedrijven te zoeken naar andere oplossingen. Oplossingen die de concurrentie van bedrijven als uitgangspositie nemen en een verbinding weten te leggen tussen de mobiliteitsvraagstukken voor de hogere beroepen en tegelijkertijd het plaatsen van moeilijke doelgroepen in de lagere segmenten. In de onderstaande agenda voor arbeidsmarktvernieuwing zoeken we de balans tussen enerzijds het creëren van gezonde randvoorwaarden om het in 2014 vastgestelde beleid en bijbehorende uitvoering te laten renderen en tegelijkertijd ook ruimte te bieden aan vernieuwing. De signatuur van deze agenda komt nadrukkelijk tot uiting in het streven naar meer samenwerking, focus en regie op het drukke speelveld van de Midden-Brabantse arbeidsmarkt en de versterking van de betrokkenheid van onderwijs en het bedrijf sleven. Maar ook in het streven om innovatie meer ruimte te bieden en uiteindelijk, blij gebleken succes, in het streven om een duurzame plek kan krijgen in de lokale en regionale arbeidsmarkt. Deze agenda arbeidsmarktvernieuwing bevat voor de komende jaren drie hoofdopdrachten: 1.

2. 3.

Mobiliteit en duurzame inzetbaarheid (arbeidsmarkt werkenden): de opdracht om maximaal bij te dragen aan het aanpassingsvermogen en de innovatiekracht van de bedrijven in onze regio via het tijdig beschikbaar hebben van de juiste talenten(oftewel de ontwikkeling van human capital roadmaps en inzicht in hun betekenis voor (nieuwe) investeringen in kennisinfrastructuur ); Inclusie (arbeidsmarkt werkzoekenden): de opdracht om zoveel mogelijk Tilburgers een productievere status te geven dan ‘werkloos-thuis-op-de-bank’; e Eigentijdse arbeidsmarktinfrastructuur: de opdracht om voor vraagstukken van de 21 eeuw een eigentijdse en efficiënte infrastructuur in te richten die transities op de arbeidsmarkt (van school naar werk, van uitkering naar werk, van werk naar werk) ondersteunt en relevante arbeidsmarktinformatie breed beschikbaar stelt.

Onderstaande illustratie laat zien dat de arbeidsmarkt voor werkenden en werkzoekenden communicerende vaten zijn en afhankelijk zijn van de economische ontwikkelingen. De agenda voor arbeidsmarktvernieuwing is nauw verweven met de agenda voor economische stimulering. Niet alleen door de vraag van het bedrijfsleven centraal te stellen bij de vraagstukken op de arbeidsmarkt voor werkenden. Zo ontwikkelen we een Human Capital Agenda voor Techniek omdat het beschikbaar hebben van technisch talent een essentiële randvoorwaarde is voor cross sectorale ontwikkelingen. Onderzoeken we samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen waar de kennisinfrastructuur beter kan. Of bieden we ondersteuning om arbeidskrachten om te scholen of nieuw werk te laten vinden (Transfercentrum/Leer werkloket) en maken we voor bedrijven arbeidsmarktinformatie toegankelijker. Maar ook door de behoefte van het bedrijfsleven als vertrekpunt te nemen bij inschakeling van werkzoekenden. Zo nodigt een verdere ontwikkeling van het Ondernemersakkoord bedrijven uit om oplossingen te bieden voor de inzet van moeilijke doelgroepen op een wijze dat het de economische bedrijvigheid stimuleert in plaats van remt. Investeren we in reshoring en versterken we daarmee pagina 41


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

indirect de ambachtseconomie. En richten we samen met bedrijven bedrijfsprocessen anders in zodat enerzijds mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in te passen zijn en anderzijds het bedrijf efficiënter kan produceren.

De aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt komt ook in bijna alle facetten van de agenda terug. Deze lichten we nadrukkelijker toe in een specifieke investeringsagenda onderwijs -arbeidsmarkt in een separaat document voor de zomer 2015. Zo agenderen we een optimale kennisinfrastructuur in de regio op basis van de behoefte van het bedrijfsleven en gaan we onder andere met kennisinstellingen in gesprek over wat beter moet. Bieden we een ondersteuning aan (MKB)bedrijven voor leren en werken-vraagstukken via het LeerWerkLoket. Of ontwikkelen we met de Jeugdwerkloosheid vrije zone een monitor wa arin duidelijk wordt welke jongeren in onze regio al dan niet op school zitten.

5.2

Mobiliteit en duurzame inzetbaarheid

Werkgevers stellen steeds hogere eisen aan werknemers in termen van kennis, vaardigheden, inzetbaarheid en flexibiliteit. Werkgevers hebben (voor een deel) behoefte aan breed inzetbare, hoogopgeleide of vakbekwame werknemers die beschikken over de benodigde (ICT-) vaardigheden, inzetbaar op het juiste moment in de juiste aantallen. Ondanks de huidige krapte op de arbeidsmarkt komt va nuit verschillende sectoren het signaal dat men zich zorgen maakt over de beschikbaarheid van personeel op het moment dat de economie blijvend aantrekt en de vergrijzing (uiteindelijk) gaat leiden tot het vertrek van ervaren personeel. Het aantal gediplomeerden uit het onderwijs is op termijn onvoldoende om in deze vervangingsvraag te voorzien. De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is bovendien suboptimaal. Er zijn studierichtingen met een zeer hoge werkloosheid onder gediplomeerde schoolverlaters, soms zelfs meer dan 25 procent. Bij andere studies, met name in de techniek, zorg, economisch-financiële richtingen en lerarenopleidingen in specifieke vakken, is vrijwel iedereen aan het werk op het niveau waarop het diploma is behaald maar blijft de instroom in het onderwijs achter. Een juiste benutting van talenten van werknemers is goed voor de werknemer, goed voor de werkgever en daarmee ook goed voor de gehele samenleving. Toch komt lang niet iedere werknemer in de huidige functie optimaal tot zijn of haar recht. Een verbeterde mobiliteit 'van werk naar werk' en het investeren in duurzame inzetbaarheidbiedt kansen voor mensen om uiteindelijk toch op de plek te komen die aans luit bij opleidingsniveau, ambitie en motivatie (of daar te blijven) en zorgt gelijktijdig voor kansen aan andere mensen om in- of door te stromen op de arbeidsmarkt (‘trek in de schoorsteen’). Belangrijk inzicht is dat de bestaande innovatiepraktijk zal veranderen gelet op de vorming van complexere pagina 42


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

netwerken en het aandeel MKB in onze economie en werkgelegenheid. De productie van nieuwe kennis in de vorm van R&D staat niet langer centraal als motor van de Midden Brabantse economische groei. We blijven innovatie stimuleren maar dit is en wordt in hoge mate meer context specifiek. Het laten circuleren en toepassen van bestaande kennis wordt meer en meer een belangrijke opdracht voor onderwijs, bedrijfsleven en overheid in onze regio. Leren en werken lopen steeds meer door elkaar. Mensen zouden zich tijdens hun arbeidsleven voldoende uitgedaagd moeten voelen om hun kennis en vaardigheden te blijven ontwikkelen. Het is in ieders belang dat dit proces de komende periode meer aandacht krijgt en gefaciliteerd wordt.

Het bevorderen van mobiliteit en duurzame inzetbaarheid is een gedeelde verantwoordelijkheid. De werkende moet zelf nadenken over zijn of haar ontwikkeling en ontplooit eigen initiatieven. De werkgever heeft vooral een taak om mobiliteit en duurzame inzetbaarheid regelmatig te bespreken en bijbehorende activiteiten te stimuleren. Meerdere gremia zetten zich in om in Midden Brabant voldoende leerplaatsen in het bedrijfsleven te realiseren en de kwaliteit van de aansluiting van (V)MBO op het bedrijfsleven te borgen. De Hart van Brabantgemeenten investeren via Midpoint in verschillende initiatieven om bedrijven te ondersteunen (bijvoorbeeld door landelijke sectormiddelen te vertalen naar de regio) en hen bewust te maken van goed HRMbeleid (bijvoorbeeld door ontwikkeling van een personeelsbarometer). Toch is er meer nodig om de vraagstukken de komende jaren het hoofd te bieden. Zo ontbreekt er bijvoorbeeld in Nederland en dus ook in Tilburg een duidelijke en samenhangende ondersteuningsstructuur die mobiliteit en duurzame inzetbaarheid bevordert. Hieronder noemen we de belangrijkste initiatieven die we op de agenda arbeidsmarktvernieuwing zetten die mobiliteit en duurzame inzetbaarheid de aandacht geven die noodzakelijk zijn om de arbeidsmarkt te laten functioneren.

Van HCA’s naar gerichte investeringen in de kennisinfrastructuur In navolging van de landelijke inzet op het opstellen van Human Capital Agenda’s (HCA’s ) van de 9 Nederlandse topsectoren, maakt de gemeente Tilburg zich sterk om deze ook voor de belangrijkste sectoren in Midden Brabant op te stellen. Alleen door goed te luisteren naar wat bedrijven in Tilburg en de regio zien als de belangrijkste ontwikkelingen binnen hun sector, is het mogelijk om een goed beeld te krijgen van hoe vraag en aanbod van goedgeschoolde arbeidskrachten zich de komende jaren ontwikkelen. Een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en een structurele samenwerking tussen bedrijven en onderwijsinstellingen zijn daarbij cruciaal. Alles draait om het vasthouden en ontwikkelen van beschikbaar talent in Tilburg en de regio en hiervoor de juiste activiteiten te plannen. De HCA’s bieden een belangrijk vertrekpunt om de regional e kennisinfrastructuur voor deze sectoren opnieuw te tegen het licht te houden. Daarnaast brengen ze in kaart wat nodig is om de talenten nu en in de toekomst beschikbaar te krijgen. Welke investeringen de HCA’s en de nadere analyse op de kennisinfrastructuur vragen van de lokale overheid zal pas op termijn duidelijk worden en zal in samenspraak met bedrijfsleven en kennisinstelling in kaart worden gebracht. Voor de sectoren Zorg en Welzijn en Logistiek zijn we hierin al een stapje verder. De HCA Zorg en Welzijn is inmiddels gereed en diende als basis voor het beschikbaar krijgen van landelijk sectormiddelen voor onze regio. Deze HCA willen we tevens gebruiken om samen met werkgevers in deze sector een aanvalsplan ‘ behoud werkgelegenheid’ te ontwikkelen. Zodoende worden talenten voor de sector behouden die op termijn weer hard nodig zijn. De HCA Logistiek en het sectorplan Logistiek biedt voldoende ingrediënten om in 2015 een permanente instroom van nieuwe talenten voor de logistiek te creëren. Voor de inr ichting van een dergelijk "arbeidsmarktecosysteem Logistiek" hebben bedrijven al toegezegd vacatures te melden bij het Huis van de Logistiek. Via een duidelijk assessment krijgen kandidaten snel een duidelijk beeld van de mogelijkheden binnen deze sector. Afhankelijk van de situatie van de kandidaat zijn verschillende vervolgstappen mogelijk naar uiteindelijke plaatsing op een vacature.

pagina 43


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Ontwikkelen van Techniekagenda Midden Brabant We weten nog weinig over het aandeel van en toegevoegde waarde van techniek in deze regio. En dat terwijl de techniek een cruciale randvoorwaarde is voor onze economische ambities waarin ‘smart industries’ en ‘creatieve bedrijvigheid’ als belangrijke pijlers naar voren worden gesc hoven. Een goed opgeleide beroepsbevolking, met voldoende vakbekwame technici vormt een belangrijke voorwaarde voor het vasthouden van de concurrentiepositie van onze speerpuntsectoren (denk bijvoorbeeld aan Logistiek en ICT). We werken toe naar een gedegen beschrijving van de technieksector in Midden Brabant. De verkenning moet leiden tot een onderbouwde economische agenda waarin reële kansen op crossovers tussen de technieksector en overige sectoren tot uiting komen. Hierin staan concrete suggesties voor interventies voor de korte en langere termijn op de arbeidsmarkt. Bovendien biedt de agenda inzicht in eventuele investeringen in de kennisinfrastructuur Techniek in deze regio. De techniekagenda Midden Brabant heeft een tijdsspanne van 5 10 jaar en dient tevens als basis voor aansluiting met Europese, landelijke en regionale stimuleringsprogramma’s. Nieuwe aanvraag sectormiddelen Voor de zomer 2015 dienen we een nieuwe aanvraag voor sectormiddelen in. De aanvraag wordt toegespitst op beroepen waarin naar verwachting op de korte en (middel)lange termijn vacatures beschikbaar zijn en wat er voor nodig is om mensen te ondersteunen in hun mobiliteit (van werk naar werk). Nog belangrijker is dat we nu niet landelijke plannen vertalen naar de regio, maar de rui mte hebben gekregen om de behoefte in de regio als vertrekpunt te nemen. Met de aanpassingen wordt ook beoogd om baanwisselingen beter te ondersteunen waarvoor een behoorlijke omscholing nodig is. Ontwikkelen infrastructuur mobiliteit en duurzame inzetbaarheid Het belangrijkste agendapunt vormt de ontwikkeling van een ondersteuningsstructuur voor mobiliteit en duurzame inzetbaarheid. We richten een transfercentrum mobiliteit in en onderzoeken daarbij de mogelijkheden voor publiek-private opzet, de wijze vanfinanciering en de juiste aansluiting bij bestaande en bewezen initiatieven. De ontwikkeling van een dergelijk centrum kan niet los worden gezien van de nieuwe aanvraag voor sectormiddelen waarin we hopelijk een deel van de cofinanciering van een dergeli jk centrum kunnen vinden. Doel is om voor onze regio een infrastructuur voor mobiliteit in te richten die voor alle soorten arbeidsorganisaties en mobiliteitsvraagstukkendienstverlening biedt. Alles draait om tijdig intersectoraal ingrijpen zodat krimpsectoren van hun personeel af kunnen en groeisectoren (met de juiste omscholing of andere interventies) op het juiste moment over de juiste talenten beschikken. Hierin blijft de verantwoordelijkheid van individuele werknemers voor hun eigen loopbaan en de ver antwoordelijkheid van bedrijven voor personeelsbeleid voorop staan.De wijze waarop kennisinstellingen een flexibel scholing kunnen inpassen aan de werkende bevolking en bedrijven is hierin zeker een aandachtspunt. We betrekken kennisinstellingen, maar ook het UWV (onder andere transitievergoeding WW) bij deze ontwikkeling. Te weinig mensen beschikken over eigen middelen om zich tijdig voor te bereiden op een vervolgstap door middel van aanvullende scholing en arbeidsmarktoriëntatie. Mensen zijn daarnaast geholpen als zij eerder contact kunnen leggen met een ander bedrijf in een andere sector. Dat kan bijvoorbeeld door het mogelijk maken van “proefwerken” bij een andere werkgever, voor een deel of de hele tijd van de aanstelling. De eigen werkgever zou in ruil daarvoor geen ontslag- of transitievergoeding hoeven betalen of kan de opzegtermijn hiervoor ter beschikking stellen aan de werknemer. We onderzoeken, in navolging van de eerder geïntroduceerde Starter- en Meesterbeurs, of een nieuw instrument --de Doorstartbeurs -- deze gaten kan dichten. Uitgangspunt hier is ook weer om een laagdrempelig instrument te bieden die dat werkgevers en werkzoekenden in contact laat komen met elkaar. Nieuwe ontwikkelingen als de transitievergoeding WW (uitvoering UWV) en deze Doorstartbeurs zijn in de toekomst instrumenten die het transfercentrum in haar dienstverlening meeneemt/aanbiedt. Als het gaat om de ontwikkeling van een ontwikkel - en leercultuur in Midden Brabant realiseren we in 2015 een leerwerkloket. Inwoners hebben slechts versnipperd toegang tot (arbeidsmarkt- en opleidings)informatie. Bovendien is MKB wel de banenmotor in de regio, maar is er door de geringe personeelsomvang onvoldoende HRMdeskundigheid om een leercultuur te ontwikkelen die duurzame inzetbaarheid bevordert en leervragen pagina 44


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

van werknemers beantwoordt. Voor onderwijs is het loket een overzichtelijke kennisbank en een mogelijke schakel tussen ondernemersvragen en onderwijs. Voor inwoners en werkenden moet de dienstverlening toegankelijk zijn door gericht en snel antwoorden te bieden op vragen (bijvoorbeeld leervragen en gebruik van stimuleringsregelingen). Voor het bedrijfsleven biedt het loket ondersteuning door gericht instrumenten en advies te bieden die de leercultuur in praktijk te brengen. De i nzet van de reeds beschikbare personeelsbarometer als eerste graadmeter of werknemers (aanvullende) scholing nodig hebben is een instrument dat we zeker inbrengen. Belangrijk aandachtspunt voor de ontwikkeling van het loket is dat het niet losstaat van bestaande werkgeversdienstverlening in deze regio. De definitieve positionering van het loket kan alleen in samenhang met de ontwikkeling van concepten als het het transfercentrum mobiliteit en het ondernemershuis gevonden worden. Het betreffen namelijk all en elkaar aanvullende diensten voor ondernemers. Aanboren van onbenut potentieel Niet uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (nugger's) zijn gemiddeld genomen beter opgeleid, meer gemotiveerd en aldus beter bemiddelbaar. Door meer aandacht aan deze groep te besteden, ontsluiten we meer talenten voor de huidige en toekomstige arbeidsmarkt. Talenten die het regionale bedrijfsleven hard nodig heeft om de concurrentiepositie te handhaven of uit te breiden. Op dit moment bieden we deze mensen nog beperkt ondersteuning. We onderzoeken de mogelijkheden om deze doelgroep ook binnen NOMA extra ondersteuning te bieden zodat deze talenten eerder en beter beschikbaar komen voor de arbeidsmarkt. We denken in eerste instantie aan collectieve arrangementen in de Poort.

Stimuleringsagenda arbeidsmarktvernieuwing: doelen mobiliteit en duurzame inzetbaarheid (realisatie uiterlijk 2018) 1. Ontwikkelen Human Capital Agenda’s Ontwikkelen HCA's voor belangrijke sectoren (waaronder Techniek) Aanvalsplan behoud werkgelegenheid Zorg Nieuwe aanvraag sectormiddelen (bevorderen mobiliteit (werk naar werk)) 2. Ontwikkelen infrastructuur mobiliteit en duurzame inzetbaarheid - Ontwikkelen van Transfercentrum - Implementatie van Leerwerkloket - Onderzoeken meerwaarde doorstartbeurs - MKB-ondersteuning - Op basis van de HCA’s onderzoeken of kennisinfrastructuur in deze regio nog voldoet 3. Aanboren van onbenut potentieel - Meer talenten van niet uitkeringsgerechtigde werkzoekenden benutten

pagina 45


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

pagina 46


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

5.3

Inclusieve arbeidsmarkt

De afgelopen jaren is landelijk veel gesproken over de inrichting van een activerend systeem voor alle mensen die nog niet deelnemen aan de arbeidsmarkt. Een systeem dat belemmeringen wegneemt en ondersteuning mogelijk maakt voor diegenen die dit nodig hebben. We moeten vaststellen dat het resultaat teleurstellend is: een bonte en complexe samenstelling van wetgeving die samen gaat met forse bezuinigingen. Het onvoldoende wegnemen van schotten tussen regelgeving en instituties vraagt het uiterste van partners op de Midden-Brabantse arbeidsmarkt om de komende jaren toch zoveel mogelijk mensen te ondersteunen naar werk of participatie anderszins. De gemeente Tilburg heeft al vroeg geanticipeerd op de Participatiewet en het Sociaal Akkoord. Dit komt tot uiting in de volgende 4 basiskeuzen: 1 De mens centraal, niet regelgeving of organisaties Via de Tilburgse aanpak in de frontlijn schetsen we een goed en compleet beeld van de uitkeringsgerechtigde en zijn steunstructuur. Dit beeld is bepalend voor de (complementaire) ondersteuning die wij bieden. Mensen die dicht op de arbeidsmarkt staan ontvangen lichte ondersteuning en zijn primair zelf aan zet voor hun reintegratie. Voor mensen die pas op langere termijn de transitie naar werk kunnen maken organiseren we andere activiteiten die bijdragen aan sociale stijging. Re-integratiemiddelen zetten we met name in op de middengroep: mensen die met intensieve (maatwerk)ondersteuning in s taat worden geacht om duurzaam aan het werk te geraken en blijven. Deze keuzes stellen ons in staat om zoveel mogelijk mensen te ondersteunen naar een maximaal niveau van zelfredzaamheid. We kijken niet vanuit regelgeving naar mensen maar vanuit kansen en mogelijkheden. Ook als dat vraagt om de ontwikkeling van een alternatief voor de voorziening beschut werk. We vragen een tegenprestatie van iedere kandidaat die tenminste bestaat uit maximale inzet om weer actief in de samenleving te participeren, en vragen dat hij of zij maatschappelijk nuttig werk verricht als dit past bij het ontwikkelperspectief. We schromen niet om bestaande systemen lokaal en regionaal ter discussie te stellen. De arbeidsmarkt is in beweging en vraagt immers iets anders van uitvoeringsorganisaties. Zo zal Diamant groep zich nadrukkelijker moeten gaan richten op haar kerntaak als begeleidingsorganisatie voor een brede participatiedoelgroep en niet per definitie vasthouden aan bestaande verdienmodellen of infrastructuur. Het belang van de vaste formatie SW-medewerkers voor de bedrijfsvoering neemt af en de uitstroom van mensen naar de reguliere arbeidsmarkt wordt meer en meer leidend. 2 De bedrijvigheid van werkgevers is het vertrekpunt voor re-integratie We stappen af van re-integratietrajecten die plaatsvinden in de massaliteit van afgeschermde werkhallen en organiseren re-integratie zoveel mogelijk rechtstreeks op de werkvloer in het bedrijfsleven. Zo weten we zeker dat mensen vaardigheden leren die ook daadwerkelijk aansluiten bij de vraag van de arbeidsmarkt. In onze werkgeversdienstverlening maken we gebruik van actuele arbeidsmarktinformatie, zodat onze inzet gericht en efficiĂŤnt is. In het belang van bedrijven en werkzoekenden stuurt Tilburg in de regionale samenwerking acti ef op eenduidige en transparante randvoorwaarden waartegen de plaatsing van werkzoekenden tot stand komt. 3 Minder complexiteit en meer flexibiliteit Een belangrijke winst van NOMA is dat er minder overlap is in de dienstverlening aan werkzoekenden. Ook z ijn er minder partners betrokken bij de re-integratie en hebben de professionals die het directe contact hebben met bedrijven en werkzoekenden meer mandaat om afspraken op maat te maken. Als evenwel specifieke dienstverlening nodig is die niet bij de prima ire aanbieders beschikbaar is worden andere dienstverleners ingeschakeld. We hebben gekozen om de eerste fase in de ontwikkeling van een Regionaal Werkbedrijf vooral praktisch aan te pakken. Geen werkzoekenden heeft er immers baat bij als we eerst in de regio een lange en ingewikkelde discussie voeren over mandaten, convenanten en verantwoordelijkheden.

pagina 47


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

4 Innovatie is noodzakelijk en zorgt voor meer mogelijkheden Met NOMA is gekozen voor een indikking van het speelveld, waarbij de relatie met de resterende partners een meer duurzaam karakter krijgt. Zo ontstaat een re-integratieklimaat waar vanuit deskundigheid, openheid en inhoud wordt samengewerkt aan het verbeteren van de totale prestaties van het model. Arbeidsmarkttoepassingen zoals de Startersbeurs en de Meesterbeurs herstellen op een praktische en aantrekkelijke manier de verbroken verbindingen tussen bedrijven en jonge en oudere werkzoekenden en zetten de betrokkenen daarbij maximaal in hun eigen kracht. De ontwikkeling van een alternatief voor de voorziening beschut werk en een vernieuwende aanpak voor arbeidsgehandicapte jongeren waarin met passend onderwijs een gezamenlijke werkgeversbenadering is ontwikkeld, toont lef en vernieuwingsdrang. Telkens weer blijkt dat dergelijke innovaties in de ontwikkelfase te maken hebben met interne en externe weerstand op verschillende schaalniveaus (lokaal tot Europees). Bij gebleken succes worden ze echter breed overgenomen en benadrukken ze de positie van Tilburg als arbeidsmarktinnovator. De vruchtbare samenwerking met TiU/Reflect is ook in formele zin meerjarig bekrachtigd. Ruimte geven aan innovatie en voldoende tijd nemen om nieuwe activiteiten ook tot wasdom te laten komen blijft desalniettemin een aandachtspunt. NOMA en aansluiting bij Tilburgse Aanpak Door deze basiskeuzen en bijbehorende inrichting van de uitvoering is veel voorbereidend werk verricht in Tilburg Hieronder noemen we de extra stimuleringsmaatregelen die we willen treffen om een inclusieve arbeidsmarkt meer binnen handbereik te krijgen. De noodzaak om nog meer samen te werken in de regio komt hieronder en in de volgende paragraaf tot uiting. Verbetering van het model Voor deze coalitieperiode is het van belang dat we de voorgenomen werking van NOMA goed monitoren en de resultaten periodiek terugkoppelen aan het bestuur zodat tijdige bijsturing mogelijk is. Mocht bijvoorbeeld het alternatief voor de voorziening beschut werk er niet in slagen om via een sluitende aanpak perspectief te bieden aan deze kwetsbare groep dan is een nieuwe variant al voorhanden waarmee direct een tijdelijke gesubsidieerde baan -en daarmee perspectief- wordt geboden. Het maatjesproject van het Ondernemersakkoord leert ons dat kandidaten beter plaatsbaar zijn zodra bedrijven de kandidaten beter kennen. Daarom ontwikkel en we op dit moment een applicatie waarmee werkzoekenden zichzelf op een laagdrempelige, eenvoudige en snelle wijze kunnen voorstellen aan potentiele werkgevers. We onderzoeken of andere dienstverlening of aangepaste leerprogramma's voor specifieke doelgroepen noodzakelijk zijn. Jaarlijks agendeert het MT Participatie zodoende een aantal analyses/onderzoeken rondom een aantal thema's/vraagstukken en koppelt de resultaten terug aan het bestuur. Voor 2015 richten we ons daarbij in ieder geval op dienstverleni ng aan ouderen en multiprobleem gezinnen. De stappen die in de Wet Werk en Zekerheid zijn voorgenomen om de balans tussen flex en vast werk te verbeteren, zijn onvoldoende. We vinden dat flexwerken kwalitatief beter kan en moet, in termen van scholing, carrièreperspectief en werkzekerheid. Flexibiliteit is nu nog te vaak een luxe die niet iedereen zich kan veroorloven. Vanuit de lokale overheid onderzoeken we wat wij kunnen bijdragen aan praktische oplossingen en hopen we een experiment te kunnen starten onder de vlag van de experimentenwet BZK. We richten ons in dit experiment op praktische belemmeringen voor zzp’ers en mensen met nulurencontracten om definitief uitkeringsonafhankelijk te worden en schakelen tijdelijk onderdelen van de Partcipatiewet en d e Belastingwet uit. We vragen daarnaast specifiek binnen NOMA aandacht voor ontwikkeling van ondernemersvaardigheden indien dit past bij de ontwikkeling van een individu (zie voor meer initiatieven/ondersteuning irt ontwikkeling ondernemerschap bij spoor 2: stedelijke economie). Nieuwe banen Werkzoekenden aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn aangewezen op werk met de volgende randvoorwaarden: gestructureerde werkzaamheden, een beperkte variatie in taken, weinig autonomie en verantwoordelijkheid. Uit de arbeidsmarktanalyse blijkt duidelijk dat er de komende jaren simpelweg nog onvoldoende vacatures zijn die hierbij aansluiten. Werkgevers geven aan dat zij belang hechten aan voldoende inzicht in de kwaliteiten van kandidaten, geen risico willen lopen (bijvoorbeeld bij uitval wegens ziekte), over pagina 48


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

een vast contactpersoon willen beschikken en voldoende ruimte ervaren om de functie en werkzaamheden aan te kunnen passen). Vanuit deze inzichten blijven we zoeken naar mogelijkheden om bedrijven te laten kiezen voor inzet van mensen uit Tilburg/Midden Brabant in plaats van mensen uit Midden en Oost Europese EUlanden (zie vorige paragraaf ‘’arbeidsecosysteem Logistiek’’. Maar investeren we de komende jaren ook nadrukkelijk in specifieke deskundigheid waarmee we vanuit onze werkgeversdienstverlening samen met bedrijven nieuwe functies maken (job crafting) of bestaande functies omvormen (job carving) zodat deze geschikt worden voor onze doelgroep. De kansen die ontstaan door Social Return on Investment moeten we nog beter gaan benutten. Door te investeren in een monitoringsysteem zoeken we de bedrijven die een verplichting zijn aangegaan nog meer op en creëren we meer plaatsingsmogelijkheden. In de eerste helft van 2015 presenteren we een online tool waarmee het regionale bedrijfsleven ondersteund wordt in het maken van een nauwkeurige inschatting of het uitbesteden van activiteiten naar het buitenland, of juist het terughalen van activiteiten (reshoring) rendement oplevert. Vaak gaat het om banen op laaggeschoold/elementair niveau. De lancering van deze tool is slechts een eerste stap in een breder offensief. Eind 2015 presenteren we een plan waarin we beschrijven op welke wijze het ondernemersklimaat reshoring kan stimuleren. Uitbreiding ondernemersakkoord Via het Ondernemersakkoord maken we afspraken met bedrijven niet zozeer op basis van dwingende regelgeving (Quotumwet/baanafspraken), maar plaatsen we mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt omdat zij een meerwaarde hebben voor het bedrijf in kwestie. Zo bouwen we langzaam maar zeker een netwerk van betrokken bedrijven uit en zoeken bedrijven op eigen initiatief en met elkaar naar oplossingen. Dit vraagt van Tilburg nog steeds een initiatiefrijke en agenderende rol, maar in toenemende mate vooral ook een faciliterende rol. De komende jaren helpen we het Ondernemersakkoord uit te bouwen door het netwerk te faciliteren onder andere door middel van goede communicatie- en marketingondersteuning. Op expliciet verzoek van het bedrijfsleven handhaven we bovendi en voorlopig de inrichting van en de sturing op het stimuleringsfonds Midden-Brabant, maar gaan we onder leiding van het bedrijfsleven samen op zoek naar meer private financiering. De regio Midden Brabant wordt een jeugdwerkloosheidsvrije zone Per november 2014 waren in onze regio 2.445 jongeren tot 27 jaar werkloos. De regio Hart van Brabant heeft onder leiding van Tilburg de ambitie uitgesproken om uiterlijk 1 januari 2018 een regionale, sluitende aanpak van de jeugdwerkloosheid te realiseren. Het beoogde resultaat is dat alle jongeren in de regio tijdens de transitie van onderwijs naar werk, inactiviteit naar werk of van werk naar werk, binnen 4 maanden een aanbod krijgen dat bestaat uit of werk, of een vervolgopleiding, of een leerwerk-stageplek, of een traineeship. Een belangrijk verschil met de huidige regionale aanpak is dat jongeren meer zelf betrokken worden en dat we werken aan een continu en duurzaam proces van verbetering van de jeugdwerkloosheid. In drie fasen, te weten een ontwikkel-, een uitvoering- en een evaluatiefase werken we toe naar de jeugdwerkloosheidsvrije zone. In de ontwikkelfase, die loopt tot 1 juli 2015 zorgen we voor draagvlak bij stakeholders zoals de zorg, het bedrijfsleven, overheden, onderwijs en zorgen we voor een regional e monitorfunctie waarmee de ontwikkeling van de jeugdwerkloosheidsvrije zone goed gevolgd kan worden. Het belangrijkste product van deze fase echter is een uitvoeringsprogramma, inclusief een begroting, waarin wordt beschreven op welke wijze de regio binnen 3 jaar jeugdwerkloosheidsvrij is en wat de inzet daartoe van de verschillende stakeholders is. Jongeren proberen een baan te veroveren, terwijl veel oudere werknemers bereid zijn om (geleidelijk) een stapje terug te doen. Nog vaker dan demotie of deeltijdpensioen klinkt daarom het pleidooi om jong en oud te laten samenwerken: als meester/gezel of in een duobaan waarin intreder en uittreder samengaan. Daarbij gaat het minder over een geleidelijke overheveling van salaris en eerder over een overdracht van kennis en ervaring. Bedrijven, werkzoekenden en werknemers ervaren veel obstakels om dergelijke constructies tot stand te brengen. In samenwerking met het bedrijfsleven starten we daarom in 2015 een experiment waarin ouderen langer op niveau inzetbaar blijven en hun kennis overdragen aan de jongere generatie, terwijl pagina 49


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

jongeren de kans krijgen om gefaseerd stappen te maken binnen het bedrijf en de functie waarin zij werkzaam zijn. Los van de directe win-win situatie voor bedrijf en werknemers gebruiken we dit experiment om de randvoorwaarden en knelpunten in beeld te brengen die een rol spelen bij dit type arbeidsmarktconstructies, welke bijdrage dit vraagt van stakeholders waaronder ook de overheid en in hoeverre deze aanpak overdraagbaar is naar andere bedrijven en sectoren. Meer bijstandsgerechtigden maatschappelijk actief Door welzijnssubsidies gerichter in te zetten, schakelen we meer dan ooit mensen met een uitkering in op vrijwilligerswerk. Toch worden nog veel talenten niet benut voor zinvolle inzet in de samenleving. We maken geld vrij om meer mensen met een uitkering te plaatsen op de bekende en beschikbare vrijwilligersplekken bij de vrijwilligersbank. Nu schort het nog te vaak aan specifieke deskundigheid en capaciteit om in gesprek met de instellingen randvoorwaarden te creëren die een plaatsing mogelijk maken. Goede begeleiding van de kandidaten op de vrijwilligersplek is essentieel. In eerste instantie pakken we dit initiatief projectmatig op, maar bij succes bedden we deze aanpak structureel in. Daar waar dit passend is maken zetten we deze mensen in ter ondersteuning van zorgstructuren in de wijk. Samengevat: Investeringsagenda arbeidsmarktvernieuwing: doelen inclusieve arbeidsmarkt (realisatie uiterlijk 2018) 1. Monitoren en verbeteren nieuw model ondersteuning arbeidsmarkt Investeren in specifieke dienstverlening werkgevers: deskundigheid jobcrafting en jobcarving borgen Kansen Social Return on Investment maximaal verzilveren Onderzoeken en inzetten van meer maatwerk voor specifieke doelgroepen Onderzoeken mogelijkheden en inzetten van aangepaste leerprogramma’s Ontwikkelen van applicatie voor ‘direct plaatsbaren (etalage-kandidaten) Experiment experimentenwet BZK 2. Jeugdwerkloosheid vrije zone ontwikkelen, implementeren en realiseren in 2017 Voor 1 juli 2015 opleveren van uitvoeringsplan Aanpak Wajongeren implementeren, monitoren en verbeteren Experiment ‘in- en uitfasering’ jong en oud 3. Uitbreiden Ondernemersakkoord Ondersteuning marketing en communicatie platform ondernemers (stimuleren netwerk) Voorlopig handhaven sturing en inrichting stimuleringsfonds. In 2016 onderzoeken en adviseren over meer private financiering en definitieve sturing en inrichting vanaf 2017 Ontwikkelen en implementeren online tool reshoring. Onderzoeken, adviseren en implementeren plan breed offensief reshoring 4. Meer bijstandsgerechtigden maatschappelijk actief Project ontsluiten vrijwilligersvacatures vrijwilligersbank

pagina 50


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

pagina 51


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

5.4

Eigentijdse arbeidsmarktinfrastructuur

De arbeidsmarkt verandert in een rap tempo. Complicerende factor is dat niet alleen de arbeidsmarkt, maar ook haar instituties en de wet- en regelgeving volop in beweging zijn. Het behoeft geen nadere uitleg dat regels en instanties daarbij achter lopen, waardoor ze de werking van de arbeidsmarkt vaak niet verbeteren. Gezien de veelheid aan uitvoeringsorganisaties in deze regio, maar ook de veelheid aan initiatieven en instrumenten is het in ieders belang deze complexiteit te reduceren. Ordening, meer samenhang en meer middelen naar mensen en bedrijven in plaats van organisaties en systemen is het devies. Gemeente Tilburg neemt hierin initiatief, maar is in het slagen afhankelijk van regionale partners. De triple helix stuurgroep Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt van Midpoint vormt de komende jaren de belangrijkste bestuurlijke kop en gaat helpen om vraagstukken meer ondernemersgericht aan te pakken en de verbinding met het onderwijs nog beter mogelijk te maken. Naast minder complexiteit is meer ruimte nodi g voor innovatie. Midden Brabant en Tilburg staan inmiddels op de kaart in Nederland op het terrein van arbeidsmarktvernieuwing, maar de onderliggende processen kunnen eenvoudiger en efficiënter. Er is meer ruimte nodig voor i nnovatie op basis van onderzoek, maar ook innovatie op basis van co-creatie waarin met partners en/of koplopers nieuwe initiatieven worden beproefd. Regels en instanties moeten een steun in de rug zijn van goede initiatieven, zeker als ze werkloosheid tegengaan. Vanuit bovenstaande ambitie werken we met deze stimuleringsagenda aan een aantal aspecten die hieronder de revue passeren en tezamen een arbeidsmarktinfrastructuur vormen die beter past bij wat de huidige tijd vraagt. Eenduidige en transparante arbeidsmarktinformatie Voor zowel een korte- als een langetermijnvisie is goede informatie over de arbeidsmarkt nodig. Nu zijn er veel verschillende databestanden beschikbaar en allemaal presenteren ze net even anders de informatie, hanteren ze verschillende definities of gaat de informatie onvoldoende diep. De huidige mismatch tussen vraag en aanbod toont aan dat het inzicht nog te beperkt is. We willen uiterlijk in 2016 een kwalitatief goede en eenduidige databank voor de regio Midden-Brabant en Tilburg hebben staan waarin waarop alle goede en relevante databestanden zijn aangesloten. Voorwaarde is dat deze makkelijk toegankelijk is voor werkzoekenden, werkgevers, kennisinstellingen, bestuurders en intermediairs. Ruimte voor innovatie: Kennisbank BV De gemeente Tilburg, de TiU, maar ook andere publieke partners steken veel tijd en middelen in de ontwikkeling nieuwe arbeidsmarktconcepten die inspelen op een veranderende arbeidsmarkt. Dit resulteert in het starten van nieuwe bedrijvigheid rondom arbeidsmarkt gerelateerde concepten. Op dit moment vloeien eventuele winsten die deze bedrijvigheid opleveren niet terug naar de partners die aan de wieg van de innovatie staan. Het idee is om een publiek private-samenwerking, een ‘Kennisbank bv’, te starten die een concept oppakt, uitwerkt, exploiteert en verder ontwikkelt. De bedoeling is om de revenuen van de arbeidsmarktvernieuwing terug te laten vloeien naar de regio zodat nieuwe innovaties voor de arbeidsmarkt mogelijk worden. Het is van belang dat enkele varia nten en financiering van organisatie- en exploitatiemodellen worden onderzocht, waarmee de concepten in de markt gezet kunnen worden en beschikbaar worden voor gebruikers en stakeholders. Zowel voor de TiU als de gemeente Tilburg is het van belang om goed de publieke kerntaken te scheiden van het winstoogmerk. Ruimte voor innovatie: Mijn toekomst Werkt Een ander initiatief dat inspeelt op de veranderende arbeidsmarkt is het inspiratiepark Mijn toekomst Werkt dat op ludieke wijze aandacht vraagt voor het werk van morgen. We werken mee aan de mogelijke realisatie van een technologisch hoogstaand inspiratiepark waar bezoekers een onvergetelijke dag uit beleven. Via games, animaties, films, spannende attracties, tentoonstellingen en simulatie ervaren de bezoekers op een stimulerende en interactieve manier hoe werk verandert en hoe je aan je eigen toekomst kunt werken. Bezoekers worden op een verrassende manier geconfronteerd met hun talenten, maken kennis met de nieuwste arbeidsvormen en innovatieve bedrijven en gaan de deur uit met een ePortolio dat als basis dient voor de rest van hun studie- en/of werkloopbaan. Ze kunnen met dit persoonlijke carrièredossier deel uitmaken van een online community om hun talent te laten groeien en de voor hen interessante contacten te leggen en te onderhouden. We starten met een pilot (in de Spoorzone) en werken zo aan verder draagvlak om met bedrijven, onderwijs en private partners een gezonde businesscase te krijgen. pagina 52


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Meer regie vanuit triple helix Met de verankering van het regionale arbeidsmarktprogramma binnen Midpoint Brabant is in december 2014 ook voor het eerst een triple helix stuurgroep Economie, Arbeidsmarkt en Onderwijs (EA&O) gevormd. Deze stuurgroep is voor de regional e arbeidsmarkt in de toekomst het belangrijkste orgaan en zal zich moeten bewijzen door daadkracht en regie. 2015 is voor de stuurgroep het jaar waarin ze de korte termijn en lange termijn agenda neerzet. Deze agenda stuurt op de belangrijkste opgave: hoe laten we de arbeidsmarkt in Midden Brabant beter functioneren en wat is daarvoor nodig gelet op de relatie met economische en onderwijsvraagstukken? De stuurgroep kan de doelen in veel gevallen niet direct zelf beïnvloeden, maar wel interventies plegen die de verantwoordelijke partijen die wel direct invloed hebben aanspreken. Denk aan lokale overheden, uitvoeringsorganisaties, werkgevers, private partijen of brancheorganisaties. Los van de inhoudelijke agenda wil de gemeente Tilburg via de stuurgroep EA&O voor de middellange termijn de volgende punten bereiken:    

Meer invloed en betrokkenheid van werkgevers op nu nog te vaak door publieke instanties gedomineerde vraagstukken: bijvoorbeeld publieke werkgeversdienstverlening Samenhang tussen de inclusie- en de mobiliteit-agenda. Minder ad hoc en tijdelijke initiatieven in de regio: meer samenhangend en duurzaam beleid Een beter voorbereide en gecoördineerde lobby vanuit publieke en private partners

Alhoewel voor de definitieve inrichting van het Regionale Werkbedrijf geen blauwdruk bestaat, verwachten we in 2015 deze schakel tussen mensen met een arbeidsbeperking en regulier werk definitief onder sturing van deze stuurgroep te brengen. Zodoende borgen we een goede vervlechting met de brede arbeidsmarktagenda , maar beantwoorden we bovenal hoe we de komende jaren met belangrijke partners als het bedrijfsleven, vakbonden en het UWV meer mensen met een arbeidsbeperking actief krijgen. Verwacht in deze regio met het Regionaal Werkbedrijf niet één centraal aangestuurde gezamenlijke uitvoeringsorganisatie voor arbeidsbeperkten. Maar wel een gezamenlijke aanpak en gezamenlijke agenda die de krachten bundelt voor deze doelgroep. Naar intensievere samenwerking in de regio Gemeente Tilburg heeft een belangrijke rol als centrumgemeente in regionale arbeidsmarktvraagstukken. Voor de komende jaren willen we een extra impuls geven aan de regionale samenwerking. Het vormen van een Regionaal Werkbedrijf is daarin een belangrijke ontwikkeling, maar er zijn meer ontwikkelingen die vragen om regionale samenwerking. Steeds vaker speelt de regionale context een belangrijke rol in de lokale afwegingen. Daarin wil Tilburg drie doelen bereiken: 1.

Efficiëntere samenwerking op uitvoeringsniveau in de regio; Forse bezuinigen en regeldwang vanuit Den Haag leiden tot krimpende budgetten bij de gemeenten Hart van Brabant. Steeds minder geld is beschikbaar om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen en bedrijven van de juiste talenten te voorzien. Gemeenten moeten keuzen maken in welke groepen mensen ze investeren. Regiogemeenten maken daarin hun eigen afwegingen en beleidskeuzen, maar hechten bovendien aan hun eigen identiteit en uitvoeringsorganen. Zo zijn er in deze arbeidsmarktregio 6 sociale diensten en 3 WSWorganisaties actief. De gemeente Tilburg stelt zich op het standpunt dat geld bespaard kan worden door beter samen te werken en toch lokaal maatwerk te bieden aan werkzoekenden en bedrijven. Geld dat op termijn vrijkomt en ingezet kan worden voor ondersteuning van werkzoekenden en bedrijven. Beter samenwerken betekent niet per definitie samengaan, maar Tilburg sluit dit op voorhand niet uit.

2.

Een kwalitatief hoogstaande gezamenlijke werkgeversbenadering. Het is niet meer van deze tijd dat werkgevers met verschillende voorwaarden worden geconfronteerd als ze kandidaten willen inschakelen die uit verschillende gemeenten komen. Werkgevers willen duidelijkheid, snelheid en eenduidigheid. En misschien nog belangrijker: ze willen de beste kandidaat voor de beschikbare plek.

3.

Bundeling van fondsen onder sturing van de stuurgroep EA&O. Op dit moment zijn verschillende fondsen beschikbaar op regionale schaal. Deze fondsen hebben allen een eigen beheer, toegang en s pecifieke doelstelling om de arbeidsmarkt te verbeteren. Ook zijn ze via verschillende routes tot stand gekomen. Dit pagina 53


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

is vaak afhankelijk van de vereisten die samenhangen om extra middelen te genereren. Gemeente Tilburg wil graag in samenspraak met regionale partners de komende jaren meer fondsen bundelen en meer focus ontwikkelen als het gaat om inzet van deze middelen in triple helix-verband. Zodoende ontstaat een meer gebalanceerde afweging waar welke middelen voor worden ingezet en ontstaan eenduidigere en eenvoudigere spelregels om toegang te krijgen tot deze middelen.

Strategie Diamantgroep Voor de Diamantgroep is een belangrijke periode van transitie aangebroken. Een duidelijke strategie ten aanzien van de ontwikkeling van de Diamantgroep vormt op meerdere fronten een belangrijke sleutel in de inrichting van de uitvoering van de lokale en regionale arbeidsmarktaanpak. De gemeente Tilburg is als enige GR-gemeente tot dusverre duidelijk over de te volgen koers: de Diamantgroep gaat terug naar haar kerntaak: leerwerkbedrijf en begeleidingsorganisatie voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Uitdaging is om de bestaande infrastructuur geschikt te maken en betaalbaar te houden voor een grotere diversiteit aan werkzaamheden en doelgroepen. Hierdoor ontstaat een mixmodel waarin zowel oud WSW’ers functioneren naast mensen die tijdelijk functioneren op activiteiten met als uiteindelijke doel om duurzaam uit te stromen naar de reguliere en niet publiek gefinancierde arbeidsmarkt. Sommige voorzieningen zullen niet meer passen (afgestoten/afgebouwd worden), andere met enkele aanpassingen geschikt gemaakt kunnen worden (voorportaal voor inschakeling op de reguliere arbeidsmarkt) en weer andere kunnen mogelijk verkocht worden aan de reguliere arbeidsmarkt (privatisering). Als het gaat om de oude voorziening WSW onderzoeken we in 2015 de mogelijkheden om efficiencywinsten te boeken om activiteiten en infrastructuur te bundelen met de andere twee WSW-organisaties in de regio Midden Brabant (Baanbrekers en WSD). Dit betekent niet dat de Diamantgroep niet mag meer mag ondernemen. Het ondernemerschap leunt alleen meer en meer op een meervoudig samengesteld financieringsmodel (namelijk financiering vanuit inleenvergoeding bedrijven, WSW-subsidie, reïntegratievergoeding en loonwaarde), een flexibelere bedrijfsvoering en een nadrukkelijkere focus op uitstoom van mensen uit de afhankelijkheid van dit publieke systeem. Het beleid betekent ook dat de ondernemingen als Groen BV en de Schoonmaakc orporatie op middellange termijn enkel en alleen blijven bestaan als de reguliere markt onvoldoende absorptievermogen en sociaal werkgeverschap laat zien. Hier hangt onlosmakelijk mee samen dat bij nieuwe initiatieven nadrukkelijker wordt afgewogen of het wel noodzakelijk is of de Diamantgroep in de rol van formele werkgever voor de doelgroep optreedt. We sluiten dit niet op voorhand uit aangezien de reguliere arbeidsmarkt nog onvoldoende deze doelgroepen opneemt, maar ook meer belangen meespelen (denk aan het aantrekkelijk blijven voor privatisering, maximale verzilvering van loonwaarde of een gezonde financiële bedrijfsvoering voor de Diamantgroep (en daarmee de GR-gemeenten)). Bij bovenstaande uitdagingen hoort een meerjarig transitieproces waarin werkgelegenheid voor de doelgroep behouden blijft (oud SW), kansen voor duurzame plaatsing op de reguliere niet publiek gefinancierde arbeidsmarkt maximaal benut worden (participatiedoelgroep) en de kosten voor de deelnemende gemeenten beheersbaar blijven. Dit krijgt voor de zomer vorm in een strategie (transitie)plan voor de Diamantgroep.

pagina 54


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Stimuleringsagenda arbeidsmarktvernieuwing: doelen eigentijdse arbeidsmarktinfrastructuur 1. Ontwikkelen van eenduidige en toegankelijke arbeidsmarktinformatie Ontwikkeling van databank die voor iedereen beschikbaar is 2. Ruimte bieden aan innovatie Ontwikkeling van kennisbank BV Ontwikkelen van inspiratiepark Mijn Toekomst Werkt 3. Meer regie vanuit triple helix Stuurgroep EA&O presenteert agenda Stimuleren van innovatieomgevingen (bedrijfscampussen, proeftuinen) bij bedrijven of kennisinstellingen 4. EfficiĂŤntere samenwerking uitvoeringsorganisaties en bundeling van fondsen in de regio Betere samenwerking op uitvoeringsniveau in de regio Verwezenlijking van eenduidige en gezamenlijke werkgeversdienstverlening Bundeling van fondsen 5. Toekomst Diamantgroep Ontwikkelen strategieplan/transitieplan Diamantgroep

pagina 55


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

pagina 56


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

5.5

Werkagenda arbeidsmarktvernieuwing Werkagenda Arbeidsmarktvernieuwing 2015-2018

Programmalijnen 1.Inclusieve arbeidsmarkt

Project of activiteit Uitbreiden Ondernemersakkoord: ondersteunen en verder ontwikkelen netwerk en platform ondernemers (o.a. communicatie/marketing) e Reshoring: lancering online tool voor bedrijven 1 helft 2015, vervolgens breed aanvalsplan ontwikkelen voor verbeteren ondernemersklimaat in de tweede helft 2015 Monitoren en versterken NOMA: SROI beter faciliteren, versterken deskundigheid job carving/job crafting, ontwikkelen app voor ‘ etalageklanten’, onderzoeken mogelijkheden voor maatwerk specifieke doelgroepen Jeugdwerkloosheid vrije zone: Opstellen plan voor 1 juli 2015, implementeren zone en resultaat bereiken voor 1 jan 2018 Meer bijstandsgerechtigden maatschappelijk actief: project ontsluiten vrijwilligersvacatures en matching vrijwilligersbank Experiment experimenteerwet BZK: experiment bevordert uitkeringsonafhankelijkheid voor bijstandgerechtigden en zzp 'ers met wisselende inkomsten

Status U, O

Rol Gemeente Faciliteren, Aanjagen

Betrokken Midpoint, BZW bedrijven OA

Investering Bedrijven OA, regiogemeenten, Tilburg TiU, bedrijven, regiogemeenten, Tilburg, ministerie ELI/SZW NOMA-partners, Tilburg

U, V

Faciliteren, Aanjagen

Midpoint, BZW, bedrijven, TiU

U, V

Initiator

Sagenn, UWV, Diamantgroep

O

Faciliteren, Aanjagen

V

Faciliteren

TiU, kennisinstellingen, BZW, Midpoint, zorginstellingen, UWV, Provincie Contour/De Twern, zorgaanbieders

Alle stakeholders waaronder Tilburg, Provincie, ESF Tilburg

V

Initiator

Belasting,

Rijk, Tilburg

pagina 57


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Programmalijnen 2. Mobiliteit en duurzame inzetbaarheid

Project of activiteit e Aanvraag 3 tranche sectorplan: aanvraag voorbereiden en indienen samen met bedrijfsleven (van werk naar werk-trajecten)

Status O

Rol Gemeente Initiëren, faciliteren, aanjagen

Betrokken Regiogemeenten, Midpoint, kennisinstellingen, BZW, bedrijven, O&Ofondsen

Ontwikkelen HCA bedrijfsleven: met bedrijfsleven en kennisinstellingen ontwikkelen van HCA voor de belangrijkste speerpuntsectoren. Speciale aandacht voor ontwikkeling HCA Techniek Onderzoeken betekenis HCA voor kennisinfrastructuur in Tilburg en regio: op basis van de toekomstige vraag naar talenten in kaart brengen of de kennisinfrastructuur versterkt kan worden Ontwikkelen en implementeren van een Transfercentrum: ontwikkelen en implementeren van dienstverlening aan bedrijven voor begeleiding/ondersteuning van mobiliteitsvraagstukken en duurzame inzetbaarheid Implementeren van Leerwerkloket: implementeren van het LWLoket en vervlechten met concepten Transfercentrum en Ondernemershuis Aanvalsplan behoud werkgelegenheid Zorg: obv conferentie een convenant en werkagenda opstellen die stuurt op behoud van werkgelegenheid in de zorg (zorgvraag verandert sterk komende jaren) Doorstartbeurs: onderzoeken en implementeren van de doorstartbeurs Aanboren onbenut potentieel: dienstverlening NOMA ook beschikbaar stellen voor niet uitkeringsgerechtigde werkzoekenden

U

Initiëren, faciliteren

BZW, Midpoint, kennisinstellingen, brancheverenigingen

V

Initieren, facilteren, aanjagen

Kennisinstellingen, Midpoint, bedrijfsleven

Gemeente Tilburg, kennisinstellingen

V

Initieren, faciliteren en aanjagen

UWV, BZW, Midpoint, bedrijfsleven, ministeries ELI, OC&W en SZW

Bedrijfsleven, O&Ofondsen, Rijk

U

Aanjagen

Agentschap SZW, UWV, kennisinstellingen, Midpoint

Rijk, regiogemeenten, Tilburg, bedrijfsleven

O

Initieren, aanjagen

Zorginstellingen, kennisinstellingen, Midpoint

Zorginstellingen, regiogemeenten, Tilburg

V

Aanjagen, faciliteren Initiëren

TiU, UWV, Midpoint

Nog onduidelijk

UWV, Sagenn, Diamantgroep

Tilburg

V

Investering Regiogemeenten, Tilburg, co-financiering bedrijfsleven en brancheverenigingen Midpoint, bedrijfsleven

pagina 58


Stimuleringsagenda Economie en Arbeidsmarkt 2015-2018

Programmalijnen 3. Eigentijdse arbeidsmarktinfrastructuur

Project of activiteit Eén databank arbeidsmarktinformatie: ontwikkelen van een eenduidige en voor alle stakeholders op de arbeidsmarkt toegankelijke databank met actuele arbeidsmarktinformatie Ontwikkelen van kennisbank bv: onderzoeken van mogelijkheid om in PPS construct arbeidsmarktvernieuwing mogelijk te maken. Revenuen vloeien terug om nieuwe innovatie mogelijk te maken. Ontwikkelen Inspiratiepark MTW: fasegewijs realiseren van het inspiratiepark in Tilburg

Status O

Rol Gemeente Aanjagen, Faciliteren

Betrokken Midpoint, ROA/ETIL, Brainport, kennisinstellingen, UWV, Provincie

Investering Regiogemeenten, Tilburg, UWV

V

Aanjagen, faciliteren

TiU, Provincie, Midpoint

TiU, private partijen, Tilburg, Midpoint

V, O

Faciliteren

Nog onduidelijk

Efficiëntere samenwerking uitvoeringsorganisaties en bundeling van fondsen in de regio Betere samenwerking op uitvoeringsniveau in de regio, stuurgroep EA&O versterken, fondsen bundelen en inrichten onder beheer stuurgroep EA&O Strategie Diamantgroep: opleveren van strategieplan en uitvoeren van transitie Diamantgroep

U, O, V

Initiëren, aanjagen

Provincie, TiU, Midpoint, BZW, Europa, kennisinstellingen Midpoint, regiogemeenten, Baanbrekers, ISD, Diamantgroep

U, O

Initiëren, aanjagen

Nog onduidelijk

Regionaal werkbedrijf: realiseren van de baanafspraken, maar ook verbinden met breder arbeidsmarktbeleid en onderzoeken mogelijkheden om gezamenlijke wg-dienstverlening regionaal neer te zetten

U, V

Initiëren, aanjagen, faciliteren

Diamantgroep, GRgemeenten, regiogemeenten, WSD, Baanbrekers Vakbonden, UWV, regiogemeenten, BZW, Midpoint, Sagenn, Diamantgroep

Reguliere capaciteit

Rijk, regiogemeenten, UWV, Diamantgroep, Tilburg, BZW

pagina 59


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.