6 minute read

Voetinstituut Penninx

Maatwerk in steun- en inlegzolen voorkomt houdingsklachten

Een goed ondersteunde lichaamshouding kan blessures en klachten voorkomen, zowel op het werk als in de vrije tijd. Voetinstituut Penninx is specialist in volledig op maat en naar functie uitgevoerde steun- en inlegzolen. En dat scheelt: ‘Het juiste fundament kan veel ellende voorkomen.’

“De goede voornemens komen er weer aan. En dat zien wij altijd terug.” Frank van Rooij, eigenaar van Voetinstituut Penninx, spreekt uit ervaring. “Mensen beginnen dan ineens fanatiek met sporten, waarna een sluimerende blessure al snel een ernstige klacht wordt.”

Voetinstituut Penninx, met hoofdzetel aan de Nieuwstraat 28 in Gemert, is gespecialiseerd in orthopedie en podotherapie. Orthopedische schoenen en op maat gefreesde inlegzolen verbeteren de houding. “Veel van die blessures zijn terug te voeren op een slechte houding”, vervolgt Van Rooij. “Wij zien veel voetzool- of hielspoorklachten. Maar ook problemen aan de enkel, knie of onderrug. Met een volledig op maat gemaakte steun- of inlegzool kunnen we veel ellende voorkomen of verhelpen.” En dat komt niet alleen bij het sporten van pas, voegt hij daar direct aan toe: “Als je houding problemen oplevert tijdens het hardlopen, geldt dat waarschijnlijk net zo goed voor je werk. Bijvoorbeeld als je de hele dag staand werk verricht. Een goede zool kan dus ook werkgeretaleerde klachten of zelfs ziekteverzuim voorkomen.”

Die steun- en inlegzolen worden bij Voetinstituut Penninx volledig op maat en in eigen huis vervaardigd. Voetinstituut Penninx kan daarbij bogen op ruim een halve eeuw aan ervaring. Het bedrijf werd in 1957 opgericht in ging zich al snel toeleggen op het verhelpen van voetklachten door middel van orthopedische schoenaanpassingen en podotherapie. Van Rooij werd in 2009 mede-eigenaar en nam het bedrijf in 2015 volledig over. Hij wijst op de ruime werkplaats en het rijk uitgeruste aanmeetcentrum waarover het Voetinstituut beschikt aan de Nieuwstraat 28 in Gemert.

“Hier doen we het eerste intakegesprek”, legt Van Rooij de procedure uit. Dat kan overigens ook op de aanmeetlocaties van Penninx in Deurne, Liessel, Son en Breugel en Helmond, waar het bedrijf samenwerkt met medisch specialisten van het Elkerliek ziekenhuis. “Ook doen we manueel voetonderzoek en voeren we een loopganganalyse”, vervolgt hij. “Daarbij onderzoeken we hoe iemand loopt, hoe zijn afzet is en hoe zijn houding. Naar aanleiding daarvan bepalen we hoe we de voet weer een stevig fundament kunnen geven.”

Op basis van een 2D- of 3D-scan wordt vervolgens een model gefreesd, dat volledig is afgestemd op de voetvorm. Dat model wordt uiteindelijk handmatig afgewerkt tot steungevende inlegzool, waarbij ook zaken als hardheid of materiaal een rol spelen.

“En het is belangrijk om te weten of de zool bedoeld is voor het sporten of voor op de werkvloer”, besluit Van Rooij. “Zolen voor werkschoenen leveren we bijvoorbeeld met SD-certificering, voor anti-statische keuringen. Mensen kunnen er bij ons op vertrouwen dat hun steun- of inlegzool in alle opzichten op maat en functioneel is.”

...Vervolg van pagina 7

Dankzij de digitale revolutie beschikken ze sneller over meer informatie. Ze kijken kritisch naar ontwikkelingen in de directe omgeving en dat is begrijpelijk en terecht. Dat wordt nog versterkt doordat ruimte om te wonen, werken en voedsel te produceren steeds schaarser wordt in ons land. Zaken als maatschappelijke meerwaarde en het effecten op de volksgezondheid wegen steeds zwaarder mee. Een goede omgevingsdialoog is essentieel. Als gemeente proberen we daarom inwoners en ondernemers gezamenlijk te betrekken bij de inrichting van het buitengebied. Agrariërs gaan ook vaker en eerder bij de buren op de koffie om te praten over hun plannen.”

De Brouwer: “Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder. Het is contraproductief om met de ruggen naar elkaar toe te staan. Dat geldt evenzeer voor de samenwerking met de gemeente en collega-ondernemers. Agrariërs weten elkaar meestal goed te vinden en dat leidt tot mooie initiatieven. Kennis en kunde uit de landbouw aan andere sectoren koppelen kan ook een win-win opleveren. Dan moet je elkaar wel kennen en weten wat de ander doet. Lokaal en regionaal bundelen overheid en belangenorganisaties daarom de krachten om branche-overstijgende contactmomenten te creëren.

Als aanspreekpunt voor agrarische bedrijven wil De Brouwer zoveel mogelijk duidelijkheid voor ondernemers creëren en ze verbinden met partners die kunnen helpen met hun vragen. “Er zijn ook regelingen die extern advies vergoeden, waardoor je samen met een expert je plan voor de toekomst scherp kunt maken.”

Die toekomst kan ook (deels) buiten de landbouw liggen. “Als het iets anders wordt dan moet het iets zijn wat past bij de ondernemer en de locatie. Dat kan een zonnepark zijn, maar ook bijvoorbeeld zorglandbouw, kinderopvang of bed and breakfast. Op meerdere vlakken liggen kansen.” [ ]

Generatiepact garandeert goede opvolging Wiel Verhaegh

Gemert-Bakel heeft op 2 november De ‘Beste Economisch Ambtenaar 2020’ uitgezwaaid. Wiel Verhaegh werkte zeven jaar als Accountmanager Bedrijven en Economie bij de gemeente. Vanwege zijn leeftijd en de ‘daarbij behorende ongemakken’ heeft hij zijn taken definitief overgedragen aan Suus Aben-Ter Burg.

Verhaegh was een ondernemende ambtenaar. Hij bracht kennis en kunde in die hij in het bedrijfsleven en bij andere gemeenten had opgedaan en maakte vaak lange en onregelmatige werkweken om vragen van ondernemend Gemert-Bakel zo goed mogelijk door de ambtelijke organisatie heen te leiden, bedrijven te bezoeken, ondernemers en organisaties te verbinden en hun belangen in en buiten de regio te behartigen.

Het Generatiepact, een cao-afspraak voor bedrijven en organisaties om jong talent klaar te stomen voor de volgende stap en oudere werknemers met veel kennis en ervaring zo lang mogelijk in de organisatie te houden, maakte het mogelijk de overgang naar een nieuwe accountmanager soepel te laten verlopen. Verhaegh kreeg de tijd om opvolger Aben in te werken. [ ]

...Vervolg van pagina 17

Zowel de productie als het product zelf blijft zich ontwikkelen. “Zo zal de lokale landbouw in toenemende mate de grondstoffen gaan leveren voor de gezonde voedingsmiddelen en supplementen die de industrie in de regio produceert, zoals de eerdergenoemde eiwitten en vitaminen.”

Er verandert volgens Simons meer. “De behoefte aan ruimte neemt alleen maar toe. We kunnen ook op zoek gaan naar manieren om zonder grond voedsel te produceren. Dat kan bijvoorbeeld door de hoogte in te gaan en door functies te combineren. Met indoorfarming, waarbij je van een leegstaand flatgebouw van een kantorencomplex een teeltlocatie maakt, zou je zonder dure landbouwgrond te gebruiken, toch verantwoord voedsel kunnen produceren. De Peel beschikt nu al over een van de grootste indoorfarms van Nederland.”

Omgekeerd is het ook mogelijk om -in regionaal verband- landelijk geteelde producten af te zetten, in omringende dorpen en steden. “De opkomende markt van voedselboxen en abonnementen biedt kansen,, maar het kan ook in de vorm van een vast, centraal verkooppunt. Zo kun je als consument dicht bij huis lokaal voedsel inkopen.”

Innovatiehuis de Peel ondersteunt projecten waarbij ondernemers zelf de kar trekken. “De innovatievraag moet uit de markt komen, wij kijken hoe we hierin kunnen faciliteren met ons netwerk of projectbegeleiding.”

Innovatiehuis de Peel zoekt naar mogelijkheden om agrarische en niet-agrarische ondernemers uit de Peelregio met elkaar te verbinden. Een van de projecten richt zich op jongere agrariërs, een ander op stoppende boeren. Die laatste groep wordt gelinkt aan technische bedrijven, die op zoek zijn naar mensen met technische kennis en kunde.

Dat is zinvol. Voor Simons staat namelijk vast dat er over tien jaar minder boerenbedrijven in de Peelregio zijn. “De grote stallen en kassen blijven bestaan in het buitengebied. Naast grootschalige agrarische bedrijven, die heel efficiënt produceren, zal er ruimte zijn voor natuur-inclusieve landbouw in combinatie met recreatie en toerisme. Zo bestaat nu het platform Land van de Peel dat een boost moet geven aan het toerisme en recreatie in de Peel. Het recreëren in het boerenleven is een van de onderdelen die de Peel zo bijzonder maakt. In delen van het buitengebied zullen landbouw en natuur meer elkaar verbonden zijn. Er ontstaat langzaam een nieuw beeld bij de functies van het buitengebied in de toekomst. Door stoppende bedrijven, nieuwe ondernemers en de ontwikkeling van nieuw beleid van gemeentes kunnen wij dit verder vormgeven.

Meer info: innovatiehuisdepeel.nl [ ]

This article is from: