Frontaal
DRIEMAANDELIJKS MAGAZINE VAN HET GENTS MILIEUFRONT – JAARGANG 20 - ZOMER - 2017 – NR. 2
Circulatieplan voor & na Lokaal winkelen in Gent
Verkiezingen
Materiaal ontlenen
Gent: 2025
in de Pastory
Frontaal is het driemaandelijks tijdschrift van het GentsMilieuFront vzw (GMF). Jaargang 20 – zomer 2017 – nr. 2 GMF is een politiek onafhankelijke milieuvereniging die actief is in Gent en omgeving. GMF wil mee vorm geven aan een stedelijke samenleving waar ‘duurzaam’ de logische, natuurlijke keuze is op alle niveaus. Om dit te bereiken richt GMF zich in de eerste plaats tot de lokale overheden, de inwoners en het bedrijfsleven uit de regio via sensibilisering, kritische analyse, adviesverlening, beleidswerk en actievoeren. Het Gents MilieuFront concentreert zich op stedelijke thema’s zoals afval, energie, mobiliteit en klimaat. GMF is lid van de Bond Beter Leefmilieu. Lidmaatschap GMF Lid word je door overschrijving van 5 euro (of liefst meer) of 12,50 euro (gezinslidmaatschap) op BE93 0011 4993 2067 van GMF vzw. We rekenen per kalenderjaar. Voor vragen over je lidmaatschap, adreswijziging, domiciliëringen, permanente opdrachten of fiscale attesten: phc9000@gmail.com Verantwoordelijke uitgever Sam Van den plas, Maria Hendrikplein 5/201, 9000 Gent Redactie Adelheid Vanhille, An Van Hemeldonck, Bea Merckx, Britta Bolte, David De Pue, Dennis Licht, Erik Grietens, Gert Arijs, Gwen Bouchier, Iris Verschaeve, Leen Vermeire, Linde Jacobs, Lisa Marechal, Lucie Evers, Pieter Van den Brande, Pieter Verstraete, Ruben Voets, Sabine Huyghe, Sanne Jans, Stefaan Claeys, Steven Geirnaert, Toby Lauwerier Ontwerp – Lay-out Sarah Dosogne - Adelheid Vanhille & Emma Vanhille Foto’s Vermeld bij artikel. Foto voorpagina: An Van Hemeldonck Illustratie achterpagina: www.studiobaviaan.be Huisfotograaf: www.gertarijs.be Reacties op artikels info@gentsmilieufront.be Copyright Overname van artikels wordt aanbevolen, mits bronvermelding. Drukkerij Graphius, Gent Gedrukt op 100 % kringlooppapier met inkt op vegetale basis en solventvrij.
09 242 87 51 info@gentsmilieufront.be www.gentsmilieufront.be
Secretariaat GMF
09 242 87 54 info@milieuadvieswinkel.be www.milieuadvieswinkel.be Steven Geirnaert Iris Verschaeve Stefaan Claeys Ida Lievens Pieter Verstraete Cristina Mafteiu
OPENINGSUREN Permanent documentatiecentrum MilieuAdviesWinkel ma, di, woe: 9 > 12.30 uur 13 > 16.30 uur do en vrij : op afspraak Wil je bouwadvies? Maak dan eerst een afspraak.
Koningin Maria Hendrikaplein 5/201 – 9000 Gent
2
Frontaal // zomer 2017
Edito Een betonstop voor Gent
H
et stadsbestuur werkt aan een nieuw plan voor de ruimtelijke ordening in Gent. Met deze structuurvisie wil de stad een betonstop op maat van Gent invoeren. Dat wil niet zeggen dat er in Gent niet meer gebouwd kan worden. Integendeel. De Gentse bevolking zal de komende jaren nog stevig groeien. Dat vraagt om duizenden bijkomende woongelegenheden. Het is wel de bedoeling om compacter en meer in de hoogte te bouwen. Zo kan de schaarse open ruimte in en rond de stad gespaard blijven. En is er ruimte voor de zo noodzakelijke parken, natuur, bos en stadslandbouw. Dichter bij mekaar wonen is goed voor het klimaat. Compacte bouwvormen vragen minder energieverbruik en bieden meer kansen voor lokale energienetten. Het bestaande warmtenet aan de voormalige SPE-centrale wordt uitgebreid naar het Tondelier-project. En aan de Oude Dokken komt een warmtenet op basis van een vergistingsinstallatie, gecombineerd met restwarmte van het zeepbedrijf Christeyns. Voorbeelden die navolging verdienen. Om onze klimaatdoelstellingen te halen, zullen vroeg of laat ook de bestaande gasnetten moeten omgebouwd worden tot dit soort van groene warmtenetten. Een uitdaging waar nu nog te weinig over nagedacht wordt. Met meer mensen op dezelfde oppervlakte wonen, betekent echter ook meer verkeer. Ook daarvoor is dichter bij mekaar wonen cruciaal. Als winkels en allerhande diensten te voet of met de fiets bereikbaar zijn, wordt de auto overbodig. In een stad van korte afstanden kan het niet dat winkels naar de rand van de stad verhuizen, waar ze enkel nog per auto bereikbaar zijn. Randstedelijke winkelcentra zoals The Loop of afgelegen campussen van universiteiten en scholen passen niet in een duurzame stad. Wat wel nodig is, is een fijnmazig netwerk van fietsverbindingen, extra tramlijnen en het ombouwen van autoparkings in het centrum. Zo blijft de compacte stad voor iedereen leefbaar en bereikbaar.
Erik Grietens
Inhoud
Driemaandelijks magazine van het Gents MilieuFront – jaargang 20 – zomer – nr. 2
2 4 7 8 10 12 14 16 17
Edito Allez, Circulez! De mening van 5 Gentenaars voor en na het circulatieplan GMF voert actie voor duurzame mobiliteit Inspiratie voor de stad van de toekomst
18 19 20 22
Divestment of investeren?
23 25
Nieuwe Gentenaar aan het woord
26
Sint-Jacobs autovrij
28
Vergeten groene plekjes Domein Claeys-Bouüaert
30
Stilstaan bij bewegen Veelgestelde vraag aan de MilieuAdviesWinkel Geveltuinbrigade in actie Doe mee aan Gent Zonnestad Container vol vis en groenten
Stemmen aan de kassa Lokaal winkelen
32 33 34 39 40
Verhalen uit de oude doos GMF 20 jaar À la saison: Radicchio rosso Gent 2025 Column Het groen achter de oren Stadslandbouw: zullen we of zullen we niet…? Activiteiten GMF wordt 20
Materiaal uitleendienst in de Dampoortwijk Gec verbouwt
8
23
32
25 3
Allez, Circulez! Indrukken van vijf Gentenaars voor en na de invoering van het circulatieplan
Vele ogen keken op vele manieren naar 3 april 2017, de D-day voor de invoering van het Gentse circulatieplan. De belangrijkste veranderingen hierbij zijn de uitbreiding van het autovrije gebied, de indeling van de stad in 6 zones via de zogenaamde ‘knippen’ en de gewijzigde rijrichting in 77 straten. Op het moment dat je deze Frontaal leest, zijn de aanpassingen al twee maanden van kracht. GMF ging echter nog voor de invoering op zoek naar indrukken van vijf Gentenaars. Maakte het circulatieplan hen aanvankelijk blij, bang of boos? Zou hun eigen mobiliteit erdoor beïnvloed worden en wat zagen zij als algemene gevolgen voor de stad? Een maand later toetsten we hun verwachtingen aan de nieuwe situatie. Tekst en foto’s: An Van Hemeldonck
Toch werd zelfs in haar klas grondig gediscussieerd over het circulatieplan, waarbij er heel wat tegenstand was, vooral omtrent de ‘knippen’. Joanita beweert evenwel stellig: ‘Veel mensen zijn bang voor verandering, maar aanpassingen zijn net nodig om de stad leefbaar te houden.’
Mark (65 | Vrijwilliger Kringwinkel Brugse Poort | GentOostakker)
Joanita (15 | Leerlinge aan het Lyceum | Gent-Tolhuis)
Voor: Joanita gebruikt vooral de tram en de bus om zich te verplaatsen, waarbij haar voorkeur uitgaat naar de tram, omdat ‘die altijd voorrang heeft op de auto.’ Ze vreest echter dat bij de invoering heel wat automobilisten opnieuw hun weg dienen te zoeken, wat chaos zal veroorzaken ten nadele van de doorstroming van het openbaar vervoer. Daarnaast denkt ze dat het circulatieplan de oorzaak is van de vele werken in de stad, want zelfs haar schoolroute was een tijdje onderbroken. ‘Ik moest me dan aanpassen, maar dat ging eigenlijk wel gemakkelijk.’ Tot slot juicht Joanita de uitbreiding van het voetgangersgebied toe: ‘Het is veiliger wanneer er minder auto’s zijn.’ Na: Volgens Joanita is het stadscentrum echt aangenaam en veilig geworden, voornamelijk vanwege de toegenomen ruimte voor voetgangers. Bovendien heeft ze het gevoel dat trams en bussen nu vlotter kunnen doorrijden en dat deze zeker niet minder passagiers vervoeren.
4
Frontaal // zomer 2017
Voor: Mark neemt een gematigde houding aan tegenover de geplande veranderingen. Hij noemt positieve aspecten, zoals de reductie van fijn stof in de autovrije zones en de aansporing tot gebruik van fiets en openbaar vervoer. Toch ziet hij te weinig P+R’s aan de stadsrand en daarbij onvoldoende shuttlebusjes. Het grootste minpunt vindt hij echter de ontbrekende aandacht voor minder mobiele mensen: ‘Er dreigt in het centrum een tekort aan parkeerruimte voor ouderen of mensen met een handicap.’ In de Kringwinkel vreest hij dan weer voor minder bezoekers
// Het is fijn om sterker aangezet te worden de (bak)fiets te nemen in plaats van de auto // vanwege de veranderde bereikbaarheid. Voor zijn eigen mobiliteit is Mark reeds maanden geleden overgeschakeld op de bus en zijn echtgenote gebruikt al geruime tijd de elektrische fiets. Na: ‘Ik ben best tevreden over het circulatieplan, zolang de stad aandacht blijft besteden aan de knelpunten die vanuit de bevolking geformuleerd worden.’ Hierbij beschouwt Mark de beperkte parkeerruimte voor minder mobiele mensen nog altijd als de sterkste tekortkoming. Rond de Vooruit en de Minard blijken er slechts twee plaatsen voorbehouden, terwijl daar toch heel veel bezoekers komen. Mark bemerkt wel beduidend meer busgebruikers,
waardoor hij hoopt dat De Lijn haar dienstregeling zal uitbreiden, zeker in de late uren. Verder droomt hij van een groter aantal fietsstraten – o.a. Dampoortstraat – om zo het verhoogde aantal fietsers op te vangen. Voor de Kringwinkel heeft het circulatieplan alleszins geen negatieve verandering gebracht: ‘Er zijn nog steeds voldoende leveringen, klanten en medewerkers.’
Bart & Katrijn (40 & 37 | Uitbaters hostel | Papa & Mama van Nel (5), Pippa (3) en Suze (1) | Gent-Zuid) Voor: ‘We zijn blij met een bange kanttekening, want we verwachten
veel frustratie bij de invoering van het circulatieplan, omdat iedereen op zoek moet naar nieuwe routes.’ Algemeen beschrijven Bart en Katrijn het Gentse verkeer als te vol, te chaotisch en te vervuilend. Dat vinden ze jammer voor zichzelf, maar vooral voor hun kinderen. De gasten van hun hostel gunnen ze eveneens een leefbare stad zonder autodrukte en uitlaatgassen. Bart en Katrijn raden de toeristen altijd aan het openbaar vervoer te gebruiken en willen nu bekijken wat die bussen en trams precies voor hun eigen gezin kunnen betekenen. ‘We denken sowieso niet dat we minder mobiel zullen zijn of bepaalde uitstappen en stadsdelen zullen vermijden. Het is in
// Ik hoop vurig dat de handelaars creatief blijven om klanten aan te trekken en zeker niet uit het stadscentrum verhuizen //
5
// Hopelijk zullen nog meer mensen voor prive- en professionele activiteiten de fiets nemen // feite zelfs fijn om sterker aangezet te worden de (bak)fiets te nemen in plaats van de auto en zo de luiheid aan de kant te schuiven.’ Na: Vermits de stad merkelijk minder belast is met vervuilend autoverkeer, zijn Bart en Katrijn erg opgetogen over het circulatieplan. Daarenboven bleef de gevreesde chaos uit en waren de nieuwe routes snel gevonden: ‘Intussen komen we nog overal waar we willen, soms echter via een andere weg of met een ander vervoermiddel.’ De gasten bereiken nog steeds gemakkelijk het hostel en bewegen zich zoals voorheen vlot door de stad, te voet of met het openbaar vervoer. Bart en Katrijn vinden een tram- of busticket wel erg duur, waarover ze trouwens ook de toeristen geregeld horen klagen: ‘Een lagere prijs zou gegarandeerd meer mensen motiveren om het openbaar vervoer te kiezen.’
Luc (58 | Zelfstandig ondernemer | Gent-Centrum)
Voor: Omwille van de leefbaarheid van de stad heeft Luc een goed gevoel over het circulatieplan. Als bewoner van het nieuwe autovrije gebied maakt hij zich daarentegen veel bedenkingen. Zo vreest hij dat familie en (oudere) vrienden ertegen opzien om op bezoek te komen, wegens de dure parkeertarieven en de grotere afstand tot het kleinere aantal parkeerplaatsen. Ook blijkt de 6
Frontaal // zomer 2017
aanvraag voor de bewonersvergunningen erg complex. Daarnaast is Luc bang dat handelaars het centrum zullen verlaten, zodat de centrumbewoners uiteindelijk buiten de stad om boodschappen moeten. Dat kan niet de bedoeling zijn, te meer omdat ‘de ring niet klaar lijkt om extra verkeer te slikken.’ Luc zal alleszins nog vaker fietsen en twee keer nadenken alvorens de auto te nemen. Na: Voor zichzelf is Luc tevreden: ‘Onze straat is veel rustiger geworden nu we in het autovrije gebied wonen en ook de problemen met de vergunningen zijn door de stad opgelost. Ons huis blijft vrij vlot bereikbaar.’ Over de algemene toegankelijkheid van Gent maakt hij zich echter nog steeds dezelfde zorgen. Luc vindt de parkeertarieven in het centrum te hoog en ziet op de ringwegen te lange wachtrijen staan. Bovendien hoort hij veel middenstanders – zowel winkeliers als horeca-uitbaters – klagen dat er minder volk over de vloer komt. ‘Ik hoop vurig dat ze allen creatief blijven om klanten aan te trekken en zeker niet verhuizen. Gratis openbaar vervoer binnen de stadsring kan hierbij een hulp zijn.’
Karen (34 | Gezinsbegeleidster | Gent-Kleine Ring) Voor: Omdat Karen erg veel fietst, kijkt ze enthousiast uit naar het circulatieplan: ‘Hopelijk wordt het centrum een nog fijnere, openere én veiligere plek.’ Op de ringwegen vreest ze helaas voor
aanhoudend drukker verkeer, waardoor de concentratie fijn stof zal toenemen. Omdat ze de Dampoort een ‘verschrikking’ vindt voor zowel fiets als auto, gebruikt Karen graag sluipwegen, vooral wanneer ze zich voor het werk in en rond Gent verplaatst. Ten gevolge van de ‘knippen’ zal dat niet meer lukken: ‘Zo zal de stad een onbekende voor me worden.’ Alleszins wil Karen zich bij slecht weer eerder in haar regenpak dan in haar auto hijsen. Daarnaast zal ze zo veel mogelijk werkgerelateerde huisbezoeken per fiets afleggen. Na: De verwachtingen van Karen zijn uitgekomen! Ze noemt Gent nu zeer prettig om te fietsen, al kunnen sommige punten – o.a. de kasseien aan het Van Eyck-zwembad – wat fietsvriendelijker. Intussen ondervond Karen al meermaals dat de binnenstad met de wagen absoluut bereikbaar is gebleven: ‘Ik ben hierbij blij verrast door de duidelijke wegaanduidingen voor automobilisten.’ Daarnaast maken de nieuwe verkeerslichten de Dampoort een stuk veiliger, hoewel Karen er toch meer drukte en langere files ziet. Hoe dan ook is ze optimistisch: ‘Ik hoop dat nog meer mensen voor privé- en professionele activiteiten de fiets zullen nemen, om zo te genieten van de ademruimte die het circulatieplan aan het stadscentrum geeft.’
.
GMF voert actie voor duurzame mobiliteit Gents MilieuFront is al sinds twee jaar voorstander van het circulatieplan. Ondanks alle mogelijkheden voor verbetering zet het plan volgens ons een eerste stap om het autogebruik in de stad te laten dalen. Tekst: Steven Geirnaert
W
e zien nu al sinds de eerste weken na de invoering dat Gentenaars en handelaars zich aan het aanpassen zijn. Aanpassen is moeilijk, zeker bij een plan van deze omvang. Daarom willen we zeker de moeilijkheden die handelaars en inwoners momenteel ondervinden niet minimaliseren. Toch zijn we ervan overtuigd dat veel van de problemen die de laatste weken in de pers verschijnen vooral tijdelijk zijn. We geloven dat een bruisende stad als Gent met zijn rebelse en vooruitstrevende karakter bij uitstek de stad in Vlaanderen is waar dit circulatieplan een succes kan worden. Daarom heeft Gents MilieuFront de afgelopen weken en maanden intensief campagne gevoerd rond duurzame mobiliteit. Hieronder een kort overzicht van onze acties. Veel van onze acties deden we samen met Fietsersbond Gent.
1.
Op 14 februari maakte GMF een lijst met kruispunten (van het Vlaams Gewest) bekend waar volgens ons ook rechtsaf door rood mag gereden worden. Rechtsaf door rood is nu al toegestaan op een aantal ‘Gentse’ kruispunten.
2.
Op 19 maart organiseerden we samen met nog een aantal organisaties een grote fietstocht pro leefbare stad. Met 1000 deelnemers was het één van de grootste manifestaties in Gent van de laatste jaren.
3.
Op 23 maart brachten we onze studie uit over de oversteekbaarheid van de ring. Hoe meer verkeer er op de ring komt hoe moeilijker het is als fietser en voetganger om de ring te kruisen. GMF wil dat de stad en het Vlaams Gewest erover waakt dat de kleine ring geen stadsmuur mag worden.
4.
Op 3 april, de eerste dag van het circulatieplan, deelde GMF tulpen uit aan fietsers aan de Verlorenkost: welkom in het nieuwe, meer autoluwe Gent.
5.
Op 18 april lanceerden we ons onderzoek naar de modal split, de manier waarop mensen zich verplaatsen bij handelaars. Uit onze steekproef bleek dat handelaars het gebruik van voetgangers en gebruikers van openbaar vervoer onderschatten. Het gebruik van automobilisten en fietsers onder hun klanten wordt overschat.
6. Op 2 mei gaven we snoepjes aan fietsers in de Kalandenberg, een winkelwandelstraat waar je niet meer mag fietsen tussen 11 en 18u. We gaven zure beertjes aan fietsers en chocolade draakjes aan mensen met de fiets aan de hand. Meer details over onze acties vind je op www.gentsmilieufront.be
7
GMF-reporter vanuit Kopenhagen
Inspiratie voor de stad van de toekomst Wonen in Europa’s gelukkigste hoofdstad
We wonen dan wel in Denemarken, toch blijven we dankzij (sociale) media op de voet volgen wat er in Gent reilt en zeilt. Het nieuwe circulatieplan heb ik met grote interesse gevolgd en ik ben reuze benieuwd hoe het er nu ‘voorbij de knip’ aan toe gaat. Ruimte geven aan fietsers, zonder gemotoriseerd verkeer volledig te bannen, geeft een bijzondere dynamiek aan een stad. Kopenhagen is daar het schoolvoorbeeld van. Tekst: Linde Jacobs Foto’s: Andreas Raun Arneberg (onder), Bjarke Ingels Group (rechts boven), Danish Agriculture and Food Council (rechts onder)
N
atuurlijk is hier nog autoverkeer: om naar school te gaan bijvoorbeeld, steken we elke ochtend een zesvaksbaan vol spitsverkeer over. ’s Morgens worden we regelmatig wakker gemaakt door luidruchtige vuilniskarren of Carlsberg-leveranciers die de drukte van de dag voor willen zijn. Maar over het algemeen is de binnenstad een oase van rust. Je waant je niet in een hoofdstad met meer dan een half miljoen inwoners. Het is best inspirerend om een tijdje in een ander land te wonen. Je ziet subtiele verschillen, je pikt ideeën op en botst op kleine en grote initiatieven waarvan je hart sneller gaat slaan omdat ze cool of gedurfd of ronduit bijzonder zijn. Sommige ideeën lijken simpel en zó kopieerbaar naar Gent, andere zijn zo fenomenaal dat je er hard op hoopt dat ze de hele wereld tot voorbeeld zullen dienen.
8
Frontaal // zomer 2017
Markt op fietswielen
Elke dag vertrekken vanuit een centraal depot in Kodbyen (het meatpacking district van Kopenhagen), vijf marktkraam-fietsen. Ze zijn gevuld met lokaal geproduceerde groenten, fruit, vlees,
vis en zuivel, en fietsen telkens naar een andere wijk. Op die manier krijgt de Kopenhagenaar de kans om dichtbij huis duurzaam geproduceerd voedsel te kopen dat per fiets door de stad werd vervoerd. “Het is een uitdaging om het koopgedrag van mijn stadsgenoten te veranderen,” zegt initiatiefnemer Christian Astorp, “maar als Kopenhagenaren geen toegang hebben tot ecologische voeding van topkwaliteit, wie dan wel?” Zijn idee past perfect binnen het doel van de stad om tegen 2025 CO2-neutraal te worden.
Afvalfabriek als trekpleister
’t Is nog even afwachten tot december van dit jaar, maar dan gaat ze open: de skipiste en publieke ruimte Copenhill (of Amager Bakke). Op de steile helling van
85 meter hoogte zal iedereen terecht kunnen voor een potje skiën (op een zwarte, blauwe en groene piste), voor een picknick of gewoon om te genieten van een prachtig uitzicht over de stad. Dat Copenhill eigenlijk het dak is van de gloednieuwe afval-energiecentrale ARC, maakt dit tot een fenomenaal prestigeproject. ARC verwerkt sinds 1970 afval en is eigendom van vijf gemeenten. Deze gemeenten delen het kostenplaatje van 500 miljoen euro voor de bouw van de nieuwe fabriek, vlak naast de oude. De capaciteit van Copenhill is drie keer zo groot als zijn verouderde voorganger, en is uitgerust om op hyperefficiënte manier afval om te zetten in energie. Uit de schoorsteen zal van tijd tot tijd een ring van rook uitgeblazen worden. Een nul, die symbool staat voor de zero-uitstoot van het gebouw. De fabriek zal zo ‘schoon’ zijn, dat het een aantrekkelijk park wordt, perfect voor een uitje met het hele gezin. ARC speelt met deze aanpak in op de uitdagingen van de stad van de toekomst: Copenhill biedt een oplossing voor zowel de schaarste aan energiegrondstoffen als voor de behoefte aan open ruimte. De architect, Bjarke Ingels, vertelt dat hij met dit idee van een haast science-fictionachtige droom werkelijkheid heeft gemaakt: “als de fabriek er eenmaal staat, is de wereld veranderd. Dan is dit geen gek idee meer, maar wordt zo’n aanpak plots overal mogelijk.” Ik hoop alvast keihard met hem mee.
Pisner, bier met een groene bijsmaak
Wie vorige zomer op het Roskilde Festival regelmatig een plasje maakte, kan dit jaar genieten van een biertje dat hij/ zij zelf heeft helpen produceren. Onder de leuze ‘Don’t waste your piss, Danish farmers can turn it into beer again’ verzamelde de Deense Landbouw- en Voedselraad 54.000 liter urine die moet helpen bij het brouwen van bier. Uiteraard niet als rechtstreeks ingrediënt, wel als meststof voor het gerstgewas. “Deense boeren zijn goed in circulaire economie. Via beercycling gebruiken ze de festivalurine die normaal wegstroomt om er opnieuw bier mee te maken. Er gaat haast niets verloren,” legt Karen
Haekerup, manager van de Landbouwen Voedselraad uit. De 60.000 flesjes van het speciale bier, dat de naam PISner kreeg, worden gebrouwen in samenwerking met Norrebro Bryghus, een brouwerij in hartje Kopenhagen. Proeven kan vanaf juni 2017. Een idee voor de Gentse Feesten? Santé!
.
9
Divestment of investeren? Ben jij al een duurzaam investeerder?
Het lijkt ongewoon voor milieubewuste burgers om na te denken over economische hefbomen voor een meer duurzame, milieuvriendelijke wereld. Omdat het begrip ‘divestment’ - als eis van de milieubeweging naar de bedrijven en overheden - werd gelanceerd is het misschien niet slecht om eens stil te staan bij die financiële benadering als hefboom voor verandering. Tekst: Lucie Evers Illustratie: Britta Bolte
D
ivestment, of desinvesteren, betekent letterlijk dat de investeerder het kapitaal terug trekt uit een sector, activiteit of organisatie omdat de activiteit ongewenste resultaten oplevert, bijvoorbeeld in termen van uitbuiting en milieubelasting. Duurzaam investeren is dan weer het ter beschikking stellen van (werk)kapitaal aan sectoren, activiteiten of organisaties die gewenste resultaten boeken zoals duurzame dienstverlening, minder milieu impact en correcte arbeidsomstandigheden. Zowel voor duurzaam investeren als voor divestment kijkt de milieubeweging eerst en vooral naar institutionele kaders én naar de grote spelers in de markten (kapitaalverstrekkers en grote bedrijven), daar waar dus structureel veranderd kan worden. In sé vraagt de milieubeweging aan het kapitaal om zich anders te gedragen, zich ‘ethisch juister’ te gedragen. De hefboom die ze daarbij inzetten is de bewuste burger die mee de markt aanstuurt als consument en dus invloed heeft op het (finaal) rendement van kapitaal. Dat is een zeer indirecte relatie. En eigenlijk van weinig invloed. Vandaar ook de roep naar wetgevende initiatieven, minstens transnationaal. Maar ook
10
Frontaal // zomer 2017
daar is nog maar weinig oren naar. De vraag naar divestment is legitiem maar het is een negatieve benadering én een politieke eis. Maar wat kunnen wij zelf doen, hier en nu?
Wat we zelf wel kunnen doen?
Laten we eens inzoomen op de burgers zelf en kijken hoe zij wel effectief en voldoende invloed kunnen uitoefenen over welk ‘economisch weefsel’ tot stand komt met een duurzame samenleving voor ogen. Want burgers zijn niet alleen belangrijk voor het aansturen van markten aan de consumentenkant, ze worden steeds belangrijker in het aansturen van de kant van de producenten. In zekere zin zijn de Gentenaren nu al ‘prosumers’, consumenten die mede hun eigen diensten en producten produceren. Zeker voor een duurzame en veerkrachtige lokale economische infrastructuur is het belangrijk niet te wachten op divestment van de ene partij en/of de investeringen van een andere partij om te komen tot oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken, duurzame producten en diensten of zelfs nog maar betaalbare woningen.
Ook als duurzame consument krijg je vaak adviezen over waar je vooral niet moet kopen, en veel minder waar je dan wel moet/kan kopen. Laten we het vooral hebben over wat we wél kunnen doen, naast duurzaam consumeren en veel delen. Laten we er even van uitgaan dat elk gezin eigenlijk een mini-bedrijf is. En dat zo’n bedrijf kosten heeft die betaald worden met inkomen (omzet) maar ook investeringen heeft die het financiert met vreemd vermogen. Aan de andere kant is er vermogensopbouw (sparen en beleggen) en dus een financieel rendement. Hoe dat financieel rendement tot stand komt, daar is vaak weinig over geweten. Maar wat als je de kans krijgt om te investeren met rendement waarvan je de oorsprong wel kent? Wat als je kiest voor investeren met betrokkenheid? Wat als je zelf - met jouw centen- bepaalt welke organisaties, winkels, bedrijven er kunnen werken en dus producten en diensten produceren? Burgers zien zichzelf nauwelijks als ‘economisch actor’ of als ‘investeerder’, terwijl de meeste burgers een grote invloed uitoefenen op de werking van de reële economie en niet alleen als consument. Dat vele burgers nauwelijks economisch geletterd zijn heeft daar natuurlijk ook mee te maken.
Spaartegoeden
Ter illustratie, de overmatige spaartegoeden zijn één van drie oorzaken dat er tekort is aan liquide middelen in de huidige economie. Er moeten steeds meer transacties plaats vinden met steeds minder transactiemiddelen, wat een een druk legt op de snelheid waarmee de transacties moeten plaats vinden en de snelheid waarmee het geld
moet circuleren. Dat mechanisme is allesbehalve duurzaam te noemen: de laagste inkomens komen niet eens toe aan alle noodzakelijke transacties terwijl de consumptie intensiteit nog toeneemt. Hoe kan een burger, u en ik, ingrijpen op de kapitaalsvorming binnen de reële economie? Heel eenvoudig, door niet langer te sparen maar uw centen ter beschikking te stellen van mensen, organisaties, bedrijven die wél gaan voor duurzaamheid: zowel in de processen als in wat zij uiteindelijk produceren als resultaat. Ook maatschappelijke resultaten horen daarbij. Het middenveld heeft er belang bij om te komen tot een ‘gemengde’ financiering, zeker nu steeds meer burgers het sociaal contract hebben opgezegd en niet langer het vertrouwen geven aan de staat als organiserend en herverdelend mechanisme. Ook daar is het wenselijk dat burgerkapitaal toelaat dat organisaties hun eigen financiële veerkracht kunnen organiseren. Je kan dus eisen dat de grote jongens ‘hun geld weg trekken’ en ‘anders investeren’, je kan wetgevende initiatieven eisen die de voorwaarde scheppen voor het aansturen van kapitaal en hoe zich dat beweegt. Je kan als consument het marktaandeel van ‘slechte’ bedrijven helpen verkleinen. Maar dat zijn allemaal heel indirecte manieren om verandering tot stand te brengen.
Op een postieve manier je centen inzetten
Een directe impact heb je door zelf te investeren! Door op een positieve manier centen in te zetten in de verwezenlijking van een lokaal veerkrachtig economisch weefsel met mensen die
werkbaar werk hebben en met diensten en producten die niet gebaseerd zijn op uitbuiting van mens en aarde, hier en elders. Dat klinkt misschien romantisch, maar in Gent zie je toch steeds vaker bedrijven en organisaties ontstaan of groeien, gefinancierd door burgerkapitaal. De coöperatieve werkvorm is in de meeste gevallen uitstekend geschikt om consumenten van diensten ook als aandeelhouder en met mede medezeggingschap te laten denken en handelen. Zo is bijvoorbeeld veel duidelijker waarom een product of dienst de prijs moet hebben die het heeft... De lijst van initiatieven opsommen zou ons te ver leiden, maar voor alle belangrijke ‘levensthema’s’ zijn er kleine
en minder kleine organisaties en bedrijven die op zoek zijn naar werkkapitaal: mobiliteit, wonen en energie, landbouw en voeding, cultuur en zingeving, hulp en zorg… Misschien moeten we eens een app bouwen die jullie door dit landschap kan leiden? En misschien moeten we beginnen met dit te crowdfunden via het platform van Stad Gent? En misschien krijgen we dan beter beheer van de commons: gemeenschappelijke investeringsgoederen die voor de gemeenschap produceren en democratisch beheerd worden. Ergens tussen privébezit en overheidsfinanciering in...
.
11 11
Nieuwe Gentenaar aan het woord Onze manier van dromen en van consumeren moet veranderen In deze rubriek laten we ‘Nieuwe Gentenaars’ hun licht schijnen op het milieu. Welke boodschappen en ideeën met betrekking tot het milieu brengen zij uit hun thuisland mee naar Gent? Wat kunnen we van elkaar leren? Frontaal hoort het graag! Tekst: H. V. Foto: Iris Verschaeve
I
k arriveer op mijn fiets bij César. Hij zit voor zijn woonst in de zon, door de open ramen en deuren weerklinkt een podcast van Diana Uribe over de Afrikaanse geschiedenis. De liefde bracht deze 30-jarige politicoloog van het zonnige Sahagún, een dorp in de staat Hidalgo in Mexico, naar Gent. Na wat heen en weer gereis, woont hij nu al vier jaar hier.
Fracking als belangrijkste milieuprobleem in Mexico
Het grootste probleem op vlak van het milieu speelt zich volgens mij momenteel af in het zuiden van het land, waar er naast enorm veel mooie natuur ook veel olie is, zeer belangrijk voor de Mexicaanse economie. De nieuwe methode om olie te winnen is momenteel fracking. Dat vormt een groot probleem omdat het de bodem enorm vervuilt. 20 jaar na de fracking kan er op die bodems nog altijd bijna niets groeien. Ik vind het een erg complex probleem: 12
Frontaal // zomer 2017
olie is belangrijk voor onze economie, maar de toekomst van het zuiden van Mexico wordt bedreigd door het gebruik van deze techniek. Als men zo verder doet, is er geen toekomst meer voor het zuiden van Mexico en zijn boeren.
Effecten van de klimaatverandering in Mexico
Het milieubewustzijn groeit in Mexico. Er zijn grote verschillen tussen de regio’s. In het noorden is er woestijn en heeft men momenteel enorme problemen met de watervoorraad. In het centrum is er dan weer te veel regen en het regenseizoen verschuift. Normaal gezien regent het tussen mei en juli. Maar nu begint het seizoen soms al in februari en duurt tot augustus. En dat is iets volledig nieuws de laatste 5 jaar. Het vormt een probleem voor de landbouw en de voedselproductie… En in het zuiden zijn er orkanen. Vroeger was er elke 20 jaar een grote orkaan, nu bijna om de 5 jaar. De gevolgen van de klimaatverandering zijn er zeer concreet en duidelijk voelbaar. De Mexicaanse overheid is zich hiervan bewust. Zo is er sinds 4 jaar een ministerie van ecologie met een groot budget dat vooral wordt gebruikt voor onderzoek over klimaatverandering. Men probeert de problemen eerst te begrijpen om later oplossingen te kunnen vinden.
Wat wij in België kunnen leren van Mexico op vlak van milieu
Van het moderne Mexico kan men hier niets leren. De moderne Mexicaanse steden zijn enorm vervuild. Dat is de slechte kant van de moderniteit ten top.
Maar van het oude Mexico, de dorpen in het zuiden en het westen, kunnen we leren. Zij hebben een diepe connectie met de aarde. Het is deel van hun identiteit. België heeft natuurlijk een andere geschiedenis en is een postindustriële maatschappij, maar ik zie hier toch ook dat veel mensen een nieuwe connectie met de natuur zoeken. En dat stemt me positief over de toekomst van dit land. Als de natuur belangrijk is in je leven, zal je er ook graag voor zorgen. Voor veel mensen lijkt dat niet zo een grote verandering, maar in mijn ogen is dat alles: je perspectief, hoe je denkt over je leven in en met de natuur. Veel Belgen zien zichzelf als volledig gescheiden van de natuur. De natuur als iets dat daar is waar de stad ophoudt. Maar de natuur zit binnen in ons, wij zijn een deel van de natuur. Dat is iets wat we hier opnieuw zouden moeten leren, iets dat we verloren zijn.
Het circulatieplan
Ik vind het absoluut positief dat men het aantal auto’s in de binnenstad probeert te beperken. Maar ik begrijp ook de andere kant van het verhaal. Veranderingen in ons dagelijks leven en onze gewoonten zijn in het begin altijd moeilijk. Zeker als ze van buitenaf worden opgelegd. Maar ik denk dat men momenteel overdrijft. Mensen doen in hun commentaren online alsof ze in Noord-Korea wonen of zo. (Lacht) ‘Totale dictatuur, waar is onze vrijheid?’ Ik denk dat het tijdelijk zal zijn, dat mensen zich zullen aanpassen. Het is altijd zo: veranderingen zijn moeilijk voor sommigen, makkelijker voor anderen. Maar het is de enige manier om te besturen,
// Ik vind het nog altijd grappig om mensen in pak op de fiets te zien. In mijn hoofd rijden elegant geklede mannen en vrouwen altijd in een auto // om de richting van een stad te kunnen veranderen en iets aan de milieuproblemen te kunnen doen.
Gemeenteraadsverkiezingen
In de komende 10 jaar zou ik graag zien dat het belangrijkste milieuprobleem in Gent wordt aangepakt. En voor mij is dat niet de levensstijl van de mensen, maar de industrie en de vervuiling die daarmee samengaat. Het is zoals Mexico met zijn olie en fracking. Er is veel geld mee gemoeid, maar het vormt een groot probleem naar de toekomst toe. We moeten erover praten, discussiëren, onderzoek doen en op een bepaald moment de dingen veranderen. Het concept ‘milieu’ moet belangrijker worden dan het concept ‘individuele vrijheid’ of ‘de vrijheid van de bedrijven’. Het milieu is een collectief belang. Onze mentaliteit én de wetten moeten op termijn veranderen. Natuurlijk kiest iedereen voor goedkoop en vervuilen is vaak goedkoper. Op korte termijn. Maar op lange termijn zal het ons enorm duur komen staan. In Bolivia bijvoorbeeld kwam er een wetswijziging, heeft men ‘de rechten van moeder aarde’ opgesteld, een nieuw politiek concept. Men kan een officiële rechtszaak aanspannen met betrekking tot de rechten van de natuur. Rechten geven aan de natuur lijkt me een erg goed idee dat we overal zouden
moeten toepassen in het kader van onze collectieve toekomst.
Nieuwkomers
Ik denk dat het thema migratie in Europa groter en groter wordt omdat de Europese bevolking voelt of denkt dat de regeringen meer zorgen voor de nieuwkomers dan voor de eigen inwoners. En ik begrijp dat gevoel wel. In de VS stelt zich hetzelfde probleem met betrekking tot de Mexicanen. Mensen voelen dat hun inkomen alsmaar lager wordt in verhouding tot de kosten die leven met zich meebrengt en nieuwe partijen springen daar dankbaar op door te zeggen dat dit komt door de nieuwkomers. Maar zo eenvoudig is het jammer genoeg niet. Bij het thema milieu wordt niet zo vaak in de richting van de nieuwkomers gekeken. Weinigen zijn actief rond dit thema. Nieuwkomers zijn meestal arme mensen, met een lage scholingsgraad. En als ik kijk naar Mexico zijn het ginder ook de arme mensen die weinig onderwijs genoten die geen tijd hebben om bezig te zijn met het milieu. Ze proberen werk te vinden, eten op tafel te krijgen, de huur te betalen… Hun focus ligt op overleven. Bij vele nieuwkomers is dit niet anders, ze hebben erg veel stress in hun levens. Daarom zijn ze weinig tot niet geëngageerd. Actief burgerschap is moeilijk voor nieuwkomers. Ze bevinden zich in een totaal nieuwe
context, met een andere sfeer, andere taal, een nieuw gevoel… Er kruipt veel energie in al dit nieuwe. Wij kunnen dit veranderen als we hun situatie begrijpen en beseffen dat nieuwkomers in de loop van de tijd hier echt thuis zullen zijn en een actieve, geëngageerde rol in de maatschappij zullen beginnen spelen. Maar vele mensen denken dat nieuwkomers geen echte Belgen zijn. Dat kan misschien ook veranderen. Het idee dat een Belg iemand is wiens familie al meer dan 100 jaar hier woont, 2 eeuwen geleden afkomstig uit een klein dorp, moeten we loslaten. Want natuurlijk is het dan moeilijk om te integreren. Dat is in elk land zo. Als wij in Mexico zouden zeggen ‘Mexicanen zijn enkel die mensen die pikant eten, tequila drinken, sombrero’s dragen…’ en we tegen eender wie die bv.niet pikant eet zouden zeggen ‘Jij bent geen Mexicaans burger’, dan is integratie niet mogelijk. We kunnen een nieuw idee van een maatschappij creëren. Niet focussen op het verleden van mensen, maar op de toekomst. In de toekomst is er plaats voor iedereen, niet enkel in België, maar ook in Mexico en overal. Nieuwkomers zijn dan misschien omwille van hun situatie nog niet actief, maar ze zijn niet blind. Milieuproblemen treffen iedereen.
.
13
Winkelen bij de Buurderij
Stemmen aan de kassa Lokale producten kopen in en rond Gent
“Aan de kassa stem je voor een bepaald systeem” is een bekende uitspraak. Appelsap bij Ohne kopen is bijvoorbeeld een stem voor korte keten productie, appelsap van Minute Maid is daarentegen een stem voor… megaconcern Coca-Cola. Wie voor het eerste product kiest, vindt in en rond Gent nog veel meer kleinschalige alternatieven met aandacht voor lokale en eerlijke productie. Deze initiatieven zijn je loon en je stem meer dan waard! Tekst: Leen Vermeire Foto: Dennis Licht
14
Frontaal // zomer 2017
Tien multinationals
In 2012 ging een ontluisterende grafiek de wereld rond: honderden schijnbaar verschillende voedingsmerken zijn verbonden aan 10 overkoepelende multinationals, waaronder Unilever, Coca-Cola, Kraft. Door te winkelen dragen we via dochterbedrijven bij aan de groei en de macht van enkele megalomanen. Dankzij de enorme geldtoevoer zijn deze niet alleen groot, maar ook heel machtig. Zo kunnen ze lobbyen en politieke campagnes steunen die hun eigen belang behartigen. Dit heeft uiteraard gevolgen voor onze gezondheid, economie, werk-
// Direct bij de boer bestellen is voordelig voor jezelf en voor de boer // omstandigheden en het milieu. Wie liever zijn zuurverdiende centjes niet aan deze giganten wil geven, kan daarom winkelen bij de lokale producent. Zo weet je waar je geld terechtkomt, verklein je de voedselkilometers en zet je je inkomen aan het werk voor een duurzamere wereld. Tijd om de mogelijkheden in en rond Gent eens op een rijtje te zetten! De nadruk in onderstaand overzicht ligt op lokale producten, waarbij de afstand tussen producent en consument letterlijk en figuurlijk klein is. Dit kan tegelijk biologisch of afvalarm zijn, maar is dit niet automatisch en vice-versa.
Lokaal winkelen
Gewoonten vergen vaak wat tijd om te veranderen. Waarom niet met een kleine stap beginnen en vaker winkels met lokale producten bezoeken? Zo zijn er binnen de Gentse ring onder andere Vers, Ohne, Beomarkt, Tavontuur en Lousbergmarkt en in de Brugse Poort Akker & Ambacht. In al deze winkels vind je een ruim aanbod aan voeding en soms zelfs non-food, dus kan je in één keer al je boodschappen doen. Er is ook goed nieuws voor pendelaars en buurtbewoners van Gent-Sint-Pieters. Ohne opende recent een tweede winkel in de Elisabethlaan! In deze tweede vestiging is er naast voeding meer aandacht voor huishoudelijke artikelen, zoals keuken-en badkamergerief, bekers, tandenborstels,… Een beetje verder van het centrum zijn er ook enkele winkels die meer gespecialiseerd zijn in een bepaald marktsegment, zoals kruidenwinkel Tizano in Gentbrugge, de winkel van bioboerderij Blauw Kasteel in SintMartens-Latem en Slagerij Raemdonck in Wondelgem.
Bij de boer bestellen
Klaar om een stapje verder te gaan en rechtstreeks bij de boer te bestellen? Dit is voordelig voor jezelf, want je verliest de meerprijs van een winkel als tussenkanaal en ook voordelig voor de boer, aangezien die kan produceren op bestelling en verzekerd is van een wekelijks publiek. Er is een overvloed aan mogelijkheden en afhaalpunten, dus in elke buurt en gemeente is er wel iets te vinden. Om te beginnen zijn er de gekende Voedselteams, waarbij je rechtstreeks bij boeren en producenten kan bestellen uit een heel ruim aanbod, waaronder ook afgewerkte producten, zoals brood en pizza. De bestelling wordt samen met die van je buren verwerkt en wekelijks is er een afhaalmoment, waarbij verwacht wordt dat je ook zelf eens vrijwillig coördineert. Gent en omstreken heeft al een heel ruim netwerk van Voedselteams waarbij je kan aansluiten. Toch geen in de buurt? Je kan er ook zelf één opstarten! Wie naast zijn bestelling ook nog eens graag de boeren ontmoet, kan online bestellen en afhalen op de wekelijkse boerenmarkt van Boeren & Buren. Zo vind je elke
donderdagavond de Buurderij in DOK, met een bar en soms ook workshops. Binnenkort opent er ook een tweede Boeren & Buren markt in Nieuw Gent.
Aan de slag
Met deze ideeën kunnen we onze eerste stappen buiten het reguliere winkelcircuit wagen en beginnen proeven van het lokaal aankopen. In de volgende Frontaal schakelen we een versnelling hoger en kijken we naar online bestellen met thuislevering, aankopen op de boerderij, groente- en fruitpakketten, zelf voor boer spelen... en nog veel meer.
.
Meer info De beroemde merkengrafiek: convergencealimentaire.info Lokaal winkelen: versgent.be, ohne. be, beo-markt.be, lousbergmarkt.be, akkerenambacht.be, blauwkasteel.be, slagerijraemdonck.be Bestellen bij de boer: voedselteams.be, boerenenburen.be
Bloemen? Ook de gemiddelde bloem van de florist legt veel transportkilometers af. Vaak wordt ze in twijfelachtige arbeidsomstandigheden op een ander continent gekweekt. Geniet je liever van lokale en biologische bloemen, dan kan je terecht bij Fleur-Couleur uit Landegem. Je vindt hun bloemen op de Lousbergmarkt, bij Akker en Ambacht, bij Bloembinderij Orchidee in Lovendegem en tijdens even weken op de biomarkt aan station Gent-Sint-Pieters. Ze kunnen ook bloemen verzorgen voor je feest. Liever direct aan huis geleverd? Bestel dan online bij het nieuwe Blommm.be, dat vanuit DOK kunstig samengestelde boeketjes creëert en levert, mét FleurCouleur-bloemen. 15
Materiaal uitleendienst Dampoortwijk In de voormalige pastorij van de Heilig Hart kerk is een buurtwerking ontstaan, de Pastory, en de materiaal uitleendienst kreeg er een vaste stek. Tekst en foto: Sabine Huyghe
D
e Dampoortwijk is niet de rijkste buurt van Gent en dat uit zich vaak in de kwaliteit van de woningen. Onder de noemer ‘Dampoort knapT OP!’ werden enkele jaren geleden subsidies verdeeld om een 10-tal huizen op te knappen. De huiseigenaars hadden bij hun renovatie natuurlijk materiaal nodig en zo werd het idee voor een
uitleendienst geboren. In de voormalige pastorij van de Heilig Hart kerk was ondertussen een buurtwerking ontstaan, de Pastory, en de uitleendienst kreeg er een vaste stek. Ook vzw Sivi, een vereniging waar armen het woord nemen, is betrokken bij beide projecten. Medewerker Bart geeft een woordje uitleg. ‘Elke vrijdag
van 16u tot 19u kunnen de bewoners hier terecht om materiaal uit te lenen. Dat materiaal kochten we aan met een schenking van een privé-fonds. Na een rondvraag bleek dat vooral verkeersborden, een hakselaar, een hogedrukreiniger en steunpalen goed van pas zouden komen. Verder hebben we ook grote stukken als een slijpschijf, een haagschaar, een drilboor en een stelling van 8 meter. Kleinere stukken zoals hamers, zagen en dergelijke verzamelden we via een ruiltocht en kregen we ook spontaan gedoneerd.’
Buurt versterken
Bart verduidelijkt hoe de uitleendienst precies werkt: ‘Om iets te ontlenen, dien je eerst lid te worden, dat kost 20 euro. Wie recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming van de mutualiteit, kan gratis lid worden. Voor de grote stukken vragen we een waarborg van 50 euro, maar wie het moeilijk heeft om die er te leggen, helpen we toch verder. Net als bij veel buurtinitiatieven vinden de mensen uit de middenklasse
// Er blijkt veel vraag uit andere buurten naar een gelijkaardig project // 16
Frontaal // zomer 2017
in de het makkelijkst de weg naar de dienst, terwijl het eerder onze bedoeling is om de minder gegoeden te bereiken. Ik trek dan ook bewust tijd uit om die mensen naar hier te krijgen. Ons succes zit verder in de linken met andere organisaties die mensen naar ons doorverwijzen. Van elk lid wordt ook een polaroidfoto gemaakt. Zo verhoogt het persoonlijk contact, want de uitleendienst is er om het sociale weefsel te versterken. Met een gemiddelde van 78 uitleningen per jaar hoeven de commerciële verhuurders zich dan ook geen zorgen te maken.’
Handige Freddie
De uitleendienst draait net als de rest van de Pastory op vrijwilligers. Eén daarvan is Freddie, die gespecialiseerd is in reparaties. Dankzij hem wordt het materiaal steeds goed onderhouden. Ook heeft hij altijd handige tips om bijvoorbeeld de zagen te slijpen of stukken van een machine te vervangen. Er blijkt veel vraag uit andere buurten naar een gelijkaardig project. In Nieuw Gent is er een goed draaiende uitleendienst met vooral klein materiaal en in de Rabotwijk is er eveneens één. In de buurt Muide-Meulestede werd ooit het initiatief genomen, maar is dat door omstandigheden terug uitgedoofd. Wie weet lukt het er in de toekomst wel.
.
Meer info www.pastory.be/atelier-uitleendienst/
Gec verbouwt Na meer dan twee jaar puzzelen met architecten aan GEC-the-next-generation wordt midden augustus eindelijk de sloophamer boven gehaald! Tekst: Robrecht Cardyn Illustratie: GAFPA
A
cht maanden lang zijn niet alleen GMF en alle huisgenoten van het Gents Ecologisch Centrum hier aan de slag, maar wordt er hier dan ook eens écht gewerkt: het hele gelijkvloers wordt vernieuwd, uitgebreid en opengewerkt tot een open Bio & FairTrade Belevingsruimte, gedeeld door Lekker GEC en de Wereldwinkel, met ruimte voor pop-up-initiatieven. De inkom- en trappenhal wordt opengewerkt om het huis en de hurende organisaties zoals GMF duidelijker en toegankelijker voor te stellen aan het brede publiek. Lekker GEC en de Wereldwinkel bereiden samen met GEC een promotie- en wervingscampagne voor. Daar hoor je zeker nog van! Zo komt er mogelijk een wedstrijd om een Nieuwe Naam voor Het Huis & Project te vinden… In afwachting alvast deze oproep: Ideeën, voorstellen en andere input is altijd welkom!
Meer info gecgent@gmail.com
17
Sint-Jacobs autovrij Joie de vivre in het hart van de stad
De Sint-Jacobskerk was in de middeleeuwen de kerk van de pelgrims. In haar buurt bevond zich een herberg voor bedevaartgangers op weg naar Santiago de Compostella. De herbergen die er nu gevestigd zijn, hebben een meer werelds karakter. Zelfs nu het circulatieplan van kracht is, kunnen gemotoriseerde pelgrims met de Gentse binnenstad als bestemming hun wagen kwijt vlak naast de kerk, op de pleintjes Bij SintJacobs en het Beverhoutplein. Bij de invoering van de voetgangerszone, in 1997, bleef de wijk rond Sint-Jacobs toegankelijk voor wagens. De aanzienlijke uitbreiding van de autovrije zone bij de invoering van het mobiliteitsplan heeft de pelgrimskerk niet opgeslokt, en dat is een gemiste kans. Tekst en foto: David De Pue
18
Frontaal // zomer 2017
S
int-Jacobs hoort bij het Gentse stadscentrum. De kerk zelf is erfgoed om te koesteren: de torentweeling aan de Romaanse westgevel en de octogonale vieringtoren met spits zijn beeldbepalend voor het historische hart van Gent. De vele kroegen rond de kerk zijn het ideale decor voor een avondje uit. Het driehoekige pleintje bij cafĂŠ Trefpunt is het epicentrum van de Gentse Feesten, heilige grond waar Gentse troubadours zoals Walter De Buck en Luc De Vos grote sier maakten. Aan de andere zijde van de kerk is het elk weekend gezellig snuisteren op de vlooienmarkt. In de nabijgelegen Baudelokapel in de Ottogracht, waar een negenjarige Mozart in 1765 het orgel beroerde, kan je nu terecht voor streetfood in een sacrale omgeving. De Vlasmarkt is de verzamelplaats voor de nachtuilen van allerlei slag. Sint-Jacobs is kortom de bohemienwijk van Gent. In de Sint-Jacobsnieuwstraat kunnen ze dankzij het circulatieplan iets vrijer ademhalen: er zal wellicht minder
fijnstof in deze streetcanyon rondzweven dan voorheen. Een autoluwe binnenstad gaat echter over veel meer dan over luchtkwaliteit. Het gaat over verkeersveiligheid, over de esthetiek van het straatbeeld en bovenal over de kwaliteit van de ruimte. Niemand kan zich vandaag nog voorstellen dat de Graslei en het Emiel Braunplein vroeger dienst deden als parking, laat staan dat er mensen zijn die terug willen naar die tijd. Denk eens alle auto’s weg op de pleinen rond Sint-Jacobs. Wis de spuuglelijke rotonde uit. Stel je in de plaats daarvan toegankelijke, uitnodigende en bedrijvige pleintjes rond de kerk voor. Een walhalla voor spelende kinderen, keuvelende oudjes en uitrustend werkvolk. Beeld je in dat je met je kameraden een spelletje petanque speelt op het Beverhoutplein, sous les platanes, gevolgd door een verkwikkend aperitief op een van de vele terrasjes in de buurt. Een autovrij Sint-Jacobs: meer ruimte voor het goede leven.
.
Vergeten groene plek jes Domein Claeys-Bouüaert
Sommige groenzones staan duidelijk op de kaart, maar zijn door hun relatieve afstand toch onbekend bij het grote publiek. Zo ook het Domein Claeys-Bouüaert in Mariakerke. Het omwalde kasteelpark is één van de aangenaamste groenplekken rond Gent, en is een omweg meer dan waard! Tekst: Leen Vermeire Foto: Peter Geysemans
D
e ingewikkelde naam danken we aan de bouwheer van het recentste kasteel in de 19e eeuw: u raadt het, de heer Claeys-Bouüaert. In de jaren ‘70 werd het domein aan de gemeente verkocht, waarna het werd opengesteld voor iedereen. De omvangrijke landschapstuin vormt nu een aangenaam wandel- en rustgebied. Verschillende vijvers en brugjes, aangename grasweiden, en eeuwenoude beuken-, -eiken en -lindenbomen zorgen voor verrassingen om elke hoek.
Voor elk wat wils
op de weide, of liever rusten op een bankje aan de vijver? Daarnaast vind je er ook een speeltuin en volkstuintjes, en voor de ingang een mooie dreef door de grasvelden. Het kasteel zelf wordt gebruikt als het Centrum voor Jonge Kunst, met regelmatig gratis tentoonstellingen, en een klein cafeetje dat op woensdag en in het weekend in de namiddag opent. Je hoort het, het domein heeft alles te bieden voor een gezellig uitstapje op een zonnige dag!
.
De verscheidenheid van het park biedt zo aan elk wat wils: een frisbee gooien
19
Stilstaan bij bewegen Pleidooi voor verwondering, tegen vliegcultuur
Laatst vroeg een vriend me of ik nog eens naar Afrika zou gaan. Ik dacht daar over na en kon me geen identiteit inbeelden om Afrika te bezoeken. De typische toerist? Een vluchtende exotist? Vrijwilliger, liefdadige of voyeur? Ik zag me niet als mezelf naar Afrika gaan en zou daar verloren rondlopen, want de cultuur en het klimaat zijn compleet anders. Dan zou ik zijn als een vis op het droge, of een landrot in het water. Wie heeft daar wat aan? Tekst: Ruben Voets Illustratie: Britta Bolte
I
k woon in Afrika. Mijn straat is overwegend bewoond door Somaliërs, wat een fijne boel is. ’s Avonds zitten ze buiten op straat en babbelen ze heel luid en ze lachen heel veel. Ze lopen elkaars huizen in en uit. Die zijn verbonden met een wirwar van draden die de Afrikaanse informatie via schotels moeten opvangen en naar binnen voeren. In plaats van broeken dragen ze rokken met kleurrijke motieven. In mijn naïeve gedachten hebben ze in hun land geen telefoon, deuren en lampen. Hun deuren staan altijd open, ook in de winter. Hun lampen branden altijd, ook waar ze slapen, en ze bellen erg luid en lang terwijl hun linkerarm alles verbeeldt wat ze zeggen. We glimlachen vriendelijk naar elkaar, slaan soms een babbeltje maar we blijven vreemden voor elkaar. Niets drijft ons dichter, dus lijkt het mij ironisch om naar Afrika te reizen. Veel mensen reizen om zichzelf beter te leren kennen. Dat wordt vaak op feestjes besproken in erg clichématige bewoordingen. Dan moet ik altijd even weg naar de nachtwinkel om tabak en spirituele healing. India, Cambodja en Zuid-Amerika zijn goede plaatsen
20
Frontaal // zomer 2017
om jezelf te vinden, versta ik uit al die gesprekken. Voor het geval je jezelf ergens kwijt bent geraakt. Vroeger heb ik zelf nog gereisd in Afrika en Zuid-Amerika. In Afrika zat ik op het dak van een organisch lemen ‘kasteeltje’. Ik zag de melkweg en er sprong een bidsprinkhaan in mijn haar aangetrokken door de petroleumlamp. Ondertussen legde Doudou de betekenis van een terugkerende nachtmerrie uit. Zo’n mooi moment had ik nooit tussen de pattatenvelden kunnen beleven. Het is interessant om vanop de savanne aan je rijwoning te denken. Het idee van jijzelf en je omgeving kan helemaal veranderen vanuit een nieuw blikveld. Ernstige vragen over je identiteit rijzen naar boven. Dat heet dan een cultuurschok, een effect dat onze blik kan verruimen. Als ik echter het tempo zie waarin vluchten worden geboekt naar bestemmingen met ronkende namen, leg ik gemakkelijk associaties met kicksport, verslaving, kortweg escapisme. Ik snap niets meer van mezelf als ik te veel met vreemde blik naar mezelf kijk. Het helpt om mijn geestelijk doolhof te relativeren en te
navigeren, maar verhelderend voelt het niet. Bovenop de chronische identiteitscrisis hou ik het graag eenvoudig. Met het verglijden van de tijd groeit de ruimte die wij bevatten. Eerst ontdekken we de baarmoeder, dan thuis, dan de straatjes naar school, bakker en nonkel. Later het dorp, omliggende dorpen en de meest nabije stad, dan volgt eventueel een verre studentenstad. Voor veel mensen voelt België aan als een groot dorp. De meeste steden heb je al eens bezocht, je kent de tussenliggende dorpen, hebt een vaag idee van de loop van de rivieren. Later maak je waarschijnlijk reizen naar Frankrijk, Italië en andere Europese landen. Veel later verkleint die ruimte weer. Mijn grootmoeder is omringd door Sanseveria’s, parachute-plantjes, Ficus en Chinese munt. Haar blik rust hele dagen op de tuin waar bloemen groeien en de mussen spelen rond het drinkbakje. Haar horizons zijn kruinen van berk en wilg. Ik denk dat ze onder het gras kan zien en voorbij de horizon kan kijken, want ze praat nog steeds vol verwondering over het panorama en het leven van mussen. Als haar ogen doven zullen ze misschien het steriele plafond van een kamer in een rusthuis zien. Haar ogen zullen gesloten zijn in de zeshoekige architectuur van een kist, met dezelfde verhoudingen tegenover het lichaam als een baarmoeder. Grootmoeders ruimtebeleving lijkt me een mooie spiraal van bewustwording in de ruimte, die zich eerst naar buiten ontplooit en dan weer in zichzelf keert. Nu katapulteren we onszelf veel en snel ver weg. Daardoor slaan we tientallen landen over, we weten niet wat er tussen ligt, het suist ons onverschillig voorbij. Zo verliest onze geest het anker in de haast. Daar is het om te doen,
even ontsnappen als het anker een keten wordt. Stel dat een natuurlijke ruimtebeleving spiraalvormig beweegt, dan trekken we met onze vliegende verplaatsingen snijlijnen door deze spiraal. Later thuis zijn er splinters van onze geest verspreid in Nepal, Thailand en Peru. Deze splinters ( beelden, verlangens, gedachten) die geënt zijn op achtergelaten gebied vinden daar geen punt van bevestiging, hun lichaam is het aan 1000 kilometer per uur afgetrapt. Ze zoeken krakend hun weg terug naar het hoofd waarvan zij ideeën zijn. Rond ons hoofd spannen elastieken die de splinters weer willen samentrekken. De zetel lijkt te klein, de wereld te groot en het hoofd trekt. Plots wordt elke stad van België een boerengat, worden de straten saai, is België een kutland met een belachelijk klimaat. Frankrijk is de moeite niet, de koffies te klein. Na
een tijd gaan de reisverslagen over het sanitair, over de prijs van het eten en het verkeer. We kijken niet meer zoals kinderen. Onze ogen hebben te veel gezien en zijn alles moe. Hoe meer reizen, hoe softer de cultuurschok. Plekken worden ingericht als postkaarten en selfie-achtergronden, cultuur en authenticiteit wordt aangebracht met lakverf, de gevels zijn binnenkort polyurethaanschuim. We krijgen een cultuur van poseurs en toeschouwers, een theater met als dubbele bodem een kassaschuif. Iedereen vindt toerisme lelijk en niemand is een toerist. Als een penseel lopen we over alle kleuren van het tablet, en langzaam mengt het magenta, het cyaanblauw en het lila tot een doffe toon. Een ander nadeel is de CO2-uitstoot.
Wat iedereen weet maar weinig mensen bezighoudt, wat ik weiger te begrijpen. Voor mensen die graag kleinkinderen willen lijkt deze uitstoot mij een relevant nadeel. Een redelijk conservatieve beenhouwer zei me eens dat groen-stemmers de grootste voetafdruk hebben. Terwijl anderen naar de plaatselijke kroeg gaan, naar zee, de Ardennen en Frankrijk, vliegen de alternatievelingen de oceaan over, ze zien de wereld graag anders en moeten allicht ver gaan om dat te kunnen zien, zo zei hij. Ik vond dat best wel grappig. Stilstaan bij de dingen, je mag dat gerust letterlijk nemen. Reisbureaus zouden beter slechts kinderlijke verwondering verkopen. En ik sta op de verhoogde berm van een verlaten station. In de grijze motregen bewonder ik de kraaien in de populieren en zie hoe een hond zijn territorium afbakent. Mijn heerlijk fucking België. 21
Dakisolatie en luchttoevoer in stookplaats op zolder Veel gestelde vraag aan de MilieuAdviesWinkel
Vraag: Ik plan mijn zolderdak te isoleren. Op die zolder staan de verwarmingsketel en de gasgeiser voor het warm water in de badkamer. Als ik alles netjes luchtdicht maak, dan vrees ik problemen met de aanvoer van zuurstof voor de verbranding. Wat moet ik voorzien om verse lucht aan te voeren? Is een rooster voldoende? Of moet ik een heel ventilatiesysteem voorzien? Tekst en foto: MAW
Isoleren zonder aandacht voor luchtdichtheid heeft geen zin
Buitenlucht die via spleten en kieren het gebouw kan binnentreden doet de investering in isolatiemateriaal gedeeltelijk teniet. Aan de warme zijde van uw isolatiemateriaal (de binnenzijde dus) dient er sowieso een dampscherm geplaatst
22
Frontaal // zomer 2017
te worden om inwendige condensatie in het isolatiemateriaal te vermijden. Het is dit dampscherm (of damprem) dat luchtdicht moet worden aangebracht. Dit kan met een aangepaste dampdichte folie, waarbij alle naden en aansluitingen luchtdicht worden afgekleefd of door middel van OSB-platen, waarbij de naden eveneens best worden afgekleefd.
Een OSB-plaat van 12,5 mm wordt als voldoende luchtdicht beschouwd en is meteen ook een steviger afwerking (geen risico op doorprikken luchtdichtheid). Op dat moment is jouw zolder dus goed geĂŻsoleerd en luchtdicht. Wat dan met de installaties die in deze ruimte staan opgesteld? Als deze zuurstof opnemen uit deze ruimte, dan dreigt inderdaad een conflict met de luchtdichtheid. Geen extra zuurstof betekent een reĂŤel en ernstig risico op CO-intoxicatie! Extra zuurstof voor de ketel/geiser is dus essentieel. Dat kan: ketels zijn tegenwoordig van het condenserende type en hebben een dubbele afvoerbuis (buis-in-buis). Door de binnenste buis verdwijnen de rookgassen, in de buitenste buis neemt de ketel zijn zuurstof, rechtstreeks van buiten dus. Indien je met een ketel zit die zijn zuurstof nog rechtstreeks uit de (zolder)ruimte haalt (oude types), valt het sterk aan te bevelen de ketel te vervangen door een nieuw, condenserend type. Zelfs zonder bijkomende plaatsing van isolatie zal dit reeds een hoger rendement (en lagere energiefacturen) opleveren: - Condenserend dus warmterecuperatie uit rookgassen - Modulerend (oude ketels schieten aan of uit (alles of niks)). Nieuwe types moduleren tussen pakweg 15 en 100%, conform het gevraagde vermogen. - Geen waakvlam meer vanwege elektronische ontsteking. Geen onnodige warmteproductie dus wanneer er geen warmtevraag is.
Geveltuinbrigade in actie Gents MilieuFront heeft in de paasvakantie twee geveltuintjes aangeplant. De aanplant van de geveltuintjes kaderen in de voorbereiding van ons projectvoorstel Geveltuinbrigade. Isolatie kan dan nadien perfect worden uitgevoerd, zonder risico op zuurstoftekort voor de ketel. Weet dat dergelijke types heden zelfs verboden zijn om nog in nieuwe installaties te integreren! De zuurstof voor ketels moet nu altijd rechtstreeks van buiten komen.
Stappenplan
Ideaal stappenplan wordt dus: 1. Ketel vervangen als die nog van het oude type is dat zuurstof rechtstreeks uit ruimte haalt. 2. Isoleren van zolderdak en bijzondere aandacht aan luchtdichtheid. 3. Genieten van een lagere elektriciteits- en gasfactuur en een aangenamer binnenklimaat.
Tot slot
Bij het vervangen van de ketel of bij het isoleren en luchtdicht maken van het dak is het raadzaam meteen ook de opties te bekijken in functie van een zonneboiler of PV-panelen. Minstens de nodige wachtleidingen voorzien, bespaart je later nieuwe breekwerken doorheen de dakconstructie.
.
M
et de geveltuinbrigade willen we op simpel verzoek geveltuinen aanleggen. Onze geveltuinbrigade bestaat naast leden van GMF en vluchtelingen uit: een bakfiets gevuld met werkmateriaal, compost, planten, klimhulp en veel goesting. Het projectgeveltuinbrigade is nu ingediend bij de Stad. We legden als test al eens twee geveltuinen aan. Maar nu is het wachten op de beoordelingsperiode van de stad. Najaar 2017 wordt er over de projecten beslist.
.
www.eurabo.be
***
2012 bio-ecologische bouwpartner
www.eurabo.be - info@eurabo.be - tel +32 (0)55 23 51 40
Doe mee aan Gent Zonnestad Gents MilieuFront wil overal zonnepanelen
Zonnepanelen zijn opnieuw een rendabele investering, maar toch kan niet iedereen hiervan genieten. Misschien ben je huurder en heb je geen eigen dak? Of ben je appartementsbewoner? Of heb je wel een dak, maar geen budget? Tekst: Bea Merckx Foto: Bart Lasuy
E
nerGent, een burgercoĂśperatie uit het Gentse, zoekt, samen met jou, naar een haalbare formule. Bovendien herinvesteert Gents MilieuFront voor elk GMF-lid dat met Gent Zonnestad! zonnepanelen legt, 50 euro in de campagne zelf. Gedacht wordt
aan avondjes bij mensen thuis om zonnepanelen op een zo laagdrempelig mogelijke manier te promoten.
Waarom kiezen voor de zonnepanelen van EnerGent?
De zonnepanelen van EnerGent zijn duurzaam in de breedste zin van het woord: ze zijn betaalbaar, ecologisch verantwoord, recycleerbaar en werden geproduceerd in sociaal rechtvaardige omstandigheden. EnerGent onderhandelde met de installateur, Linea Trovata, een groepsaankoopprijs. Bovendien kosten zonnepanelen nu gemiddeld 65% minder dan in 2010. Een gezin met een verbruik van 3.000 kWh/jaar betaalt maandelijks een kleine 70 euro voor elektriciteit. Met EnerGent-zonnepanelen betaalt zo’n gezin maandelijks nog een kleine 30 euro. Zo kom je op een terugverdientijd tussen 7 en 11 jaar.
Meedoen?
In deze Frontaal vind je een folder van Gent Zonnestad. Meld je aan op www. zonnestad.gent of bel medewerker Jeroen Baets op 0468/28 61 23 (en zeg dat je Gent Zonnestad kent via Gents MilieuFront).
.
// Gents MilieuFront ondersteunt de campagne Gent zonnestad // 25
Een container vol vis en groenten Urban Smart Farm
Wie vorige zomer rondstruinde op DOK, de Gentse werfplek voor verpozing en creatieve manoeuvres, zag hem daar misschien al staan: een omgebouwde zeecontainer met zonnepanelen op het dak. In die container huist de Urban Smart Farm, een slimme boerderij waar kruiden, vis en groenten groeien. Tegenwoordig staat de Farm op bedrijventerrein De Punt in Gentbrugge, alwaar bezielers Pascal De Bondt en Kenny Vandenbroucke kantoor houden. Tekst: Pieter Van den Brande Foto’s: Urban Smart Farm
I
k werkte in de gastronomie en had al lang een grote interesse voor clean tech – duurzame technologie zeg maar,’ vertelt Pascal. ‘In mijn tuin had ik een kleine opstelling gebouwd met kruiden en vissen. De mest van de vissen doet de kruiden groeien, en de planten zuiveren het water van de vissen. Tijdens mijn opzoekingswerk kwam ik in contact met allerlei mensen, onder andere van de Universiteit Gent. Op die manier is Kenny ook bij het project betrokken geraakt. De container op DOK was een pilootopstelling. Ze leverde ons de korteketenprijs van de stad Gent op waardoor we het nu iets serieuzer kunnen aanpakken.’
26
Frontaal // zomer 2017
Kopieer de natuur
Hoewel er wat technologie inkruipt, is het concept van aquaponics (de combinatie van landbouw en viskweek) vrij eenvoudig: je bootst zo goed mogelijk een natuurlijk ecosysteem na. Vliegenlarven worden opgekweekt op afval en dienen als voer voor de vissen en schaaldieren in de aquaria. Bacteriën zetten de mest van die vissen om in nuttige voedingsstoffen voor planten, die op hun beurt het water zuiveren. Je oogst bestaat dus uit groenten en vis; je grondstof is hoofdzakelijk afval. ‘We streven zo veel mogelijk naar een gesloten systeem,’ legt Pascal uit. ‘Ons ideaal is om geen afval te produceren en geen CO2 uit te stoten.’ En daar gaan ze behoorlijk ver in. Als de container in de zon staat, kan alle energie voor de pompen en de verlichting door zonnepanelen opgewekt worden. De planten groeien in een biologisch afbreekbaar groeimedium, de kiemgroenten in matten van gerecycleerd materiaal. Hun bedrijfsvoertuig is een omgebouwde elektrische fiets, waarmee ze leveren aan lokale horeca – uiteraard in herbruikbare verpakkingen. ‘Er kruipt wat denkwerk in, en het is niet altijd meteen duidelijk wat de meest duurzame keuze is, maar dat maakt het ook wel uitdagend.’
Slim
Wat maakt de Urban Smart Farm zo slim? ‘Visbestanden over de hele wereld zijn bedreigd door overbevissing. Als we vis willen blijven consumeren moeten we het anders aanpakken,’ stelt Pascal. ‘Onze vissen krijgen behalve larven ook nog wat aangemaakt voer, maar we kijken erop toe dat dit geen vismeel bevat. Het zou weinig zin hebben om de oceaan leeg te vissen om onze kweekvissen te voederen.’ De groenten groeien onder LED-licht, dat met zonne-energie opgewekt wordt. Kenny en Pascal geven toe dat dat een beetje een omweg is. ‘Maar we streven ernaar om het ganse jaar een stabiele productie te hebben. Dat kan in ons klimaat enkel door het natuurlijk licht aan te vullen met kunstlicht. Bovendien kan je op die manier in verschillende lagen werken, erg handig in een stedelijke context waar de ruimte beperkt is.’ Doordat het water circuleert, verbruikt de Urban Smart Farm aanzienlijk minder water dan een traditionele viskwekerij. Om al deze redenen werd
het project dan ook geselecteerd door Bond Beter Leefmilieu als één van de tien voorbeeldprojecten voor circulaire economie – een mooie erkenning. Is dit dan dé oplossing voor de landbouw? ‘Het is een stukje van de oplossing,’ nuanceert Kenny. ‘Hoe dan ook is er een trend naar een meer geïntegreerde landbouw, die minder afval produceert en zuiniger met grondstoffen omspringt. Dat kan op het platteland met duurzame landbouw die zorg draagt voor de bodem, of in de stad met systemen als het onze.’
Dromen
De erkenning die ze krijgen, doet hen dromen van meer. Kenny en Pascal zijn volop bezig met een nieuw project in Drongen, waarbij ze forel, aardbeien en kruiden combineren. ‘Je kan veel creativiteit kwijt in het ontwerpen van aquaponics-systemen, zolang je maar de regels van een natuurlijk ecosysteem respecteert. Zo willen we wel eens experimenteren met wieren en schelpdieren. Maar ik ken ook mensen die vissen
en planten met konijnen combineren. Er is dus ontzettend veel mogelijk, al zijn sommige teelten natuurlijk minder evident. Vruchten vragen bijvoorbeeld veel meer mest, en knolgewassen doen het niet zo goed in hydrocultuur.’ In Drongen geven ze de kennis door aan jongeren die in een time-outtraject zitten. Dat doen ze in samenwerking met vzw Apart. De jongeren leren de vissen en planten verzorgen, leren de technologie kennen, en krijgen ondertussen ook zin om zelf iets te ondernemen. Daarmee krijgt de Urban Smart Farm meteen ook een educatieve en sociale kant. Kenny vertelt tot slot dat ze volop bezig zijn met het oprichten van een CVBA. ‘We willen producenten, restauranthouders en consumenten verenigen in een coöperatieve van Gentse initiatieven rond aquaponics.’ Aan grote dromen en ambities geen gebrek bij deze twee ondernemers.
.
27
Verhalen uit de oude doos GMF bestaat 20 jaar
GMF blaast dit jaar 20 kaarsjes uit. In 1997 richtten een aantal vrijwilligers en geëngageerde Gentenaars uit bezorgdheid over de toestand in de wereld en Gent het Gents MilieuFront (GMF) op. Wat begon als een vriendenclubje is nu een volwassen vereniging met 1500 leden, tientallen vrijwilligers, zes personeelsleden, talloze activiteiten en pittig beleidswerk. In elke Frontaal van 2017 halen we herinneringen op. Tekst: Adelheid Vanhille en Steven Geirnaert
2003 - Project Sint-Pietersstation
In de zomer van 2003 organiseerde GMF een infoavond over de geplande ontwikkelingen aan het Sint-Pietersstation. We kregen hier massaal respons op met een volle zaal! Pas later kwamen de officiële infovergaderingen vanuit de projectverantwoordelijken. We dienden bezwaar in bij alle mogelijke officiële inspraakmomenten. We gingen in 2007 zelfs naar de Raad van State. Dit project kwam er uiteindelijk zonder echte participatie van de buurt. De grootschaligheid, de grote parkeergarage aan het Sint-Pietersstation, de nieuwe ontsluitingsweg direct naar de parkeergarage en het tekort aan fietstallingen zijn enkele van de punten waar GMF aandacht voor vroeg. De buurtverenigingen rond Gent-SintPieters waren altijd nauw betrokken en hebben nu qua leefbaarheid de fakkel overgenomen van Gents MilieuFront. GMF telt wel nog jaarlijks de fietsen aan Gent-Sint-Pieters en vraag systematisch om meer stallingen.
2003 - Start duurzaam bouwadvies
Al sinds 1 mei 2003 geeft de MilieuAdviesWinkel advies om energie- en milieuvriendelijk te (ver) bouwen. We startten met bouwadvies in Gent en geven ondertussen in opdracht van de stad Gent en de provincie Oost-Vlaanderen bouwadvies in de volledige provincie Oost-Vlaanderen. In 2013 gaf de MilieuAdviesWinkel 77 uur bouwadvies. In 2016 was dat opgelopen tot bijna 2900 uur!
28
Frontaal // zomer 2017
2003 - Promotie wasbare luiers
Over het gebruik van katoenen luiers bestonden heel wat vragen en vooroordelen. Een aantal vrijwilligers startten in 2003 een project op met als doel om de wasbare luiers te promoten en zo de afvalberg te verkleinen. We maakten een info-map met de voor- en nadelen, zorgden voor een netwerk van ouders die vragen beantwoorden, gaven infoavonden, en lobbyden bij de Stad voor een subsidie. Op enkele jaren tijd kwamen de herbruikbare luiers meer in het vizier van de jonge ouders én sinds 2013 is er subsidie voor de aankoop van de luiers vanuit Stad Gent.
2004 - Eerste energiescans
De eerste energieaudits - nu zouden we ze energiescans noemen - startten in 2004 in het kader van de Energiewijkenwedstrijd. Onze MilieuAdviesWinkel voerde deze energieaudits in opdracht van de Stad Gent uit. Het resultaat van zo’n energieaudit is een kant en klaar advies om je woning energiezuiniger te maken. Tussen midden maart en midden juli voerden we 600 energie-audits uit in 11 wijken van de 19e eeuwse gordel. Winst voor het milieu én voor de Gentenaar! GMF doet geen energieaudits meer. Deze audits worden nu - in andere vorm - onder andere uitgevoerd door REGent.
Nieuwe website van MAW De MilieuAdviesWinkel, het service punt rond duurzaam bouwen en wonen van Gents MilieuFront, heeft een volledig nieuwe site. Je vindt er alles over onze werking en ons aanbod. op www.milieuadvieswinkel.be. Wil je beroep doen op de MilieuAdviesWinkel? Contacteer ons gerust op 09 242 87 59 of info@milieuadvieswinkel.be
29
À la saison: Radicchio rosso Lokale groenten in de kijker
Vanaf de zomer bevat het groentepakket bij mij thuis week na week een of twee van die paarse kroppen, die vaak onaangeroerd blijven liggen. Reden genoeg om op zoek te gaan naar iets lekkers om met deze bladgroente te maken. Tekst en foto’s: Britta Bolte
Het zuiderse zusje
Radicchio komt oorspronkelijk uit Noord-Italië en werd daar al in de 16de eeuw geteeld. Het behoort zoals witloof tot de cichorei-gewassen. De smaak is licht bitter, nootachtig en hartig. In België komen de kroppen van juni-juli tot in het najaar vers van de velden en de rest van het jaar zijn ze veelal verkrijgbaar uit serres. De buitenste bladeren van de plant zijn groen, zeer bitter en niet geschikt voor consumptie. Ze worden dan ook al op het veld verwijderd. Radicchio is niet enkel mooi maar ook gezond door zijn vele bitterstoffen, vezels, mineralen, en vitamine C. Bij ons wordt radicchio vooral als decoratie en in slaatjes gebruikt, maar de Italianen maken er (warme) gerechten in alle variaties van.
In de keuken
Let er bij aankoop op dat de blaadjes vers en knapperig zijn en de stengel lichtgekleurd (en zeker niet bruin!) is. De kroppen bewaren redelijk goed tot één week, verpakt of afgedekt in de groentebak van de koelkast. De stengel kan meegegeten worden (klein gesne30
Frontaal // zomer 2017
den) maar bevat evenals de bladnerven de meeste bitterstoffen. Voor een mildere smaak snij je best deze delen weg óf leg je de blaadjes even in lauw water. Radicchio kan gewassen en gedroogd worden als sla. Op de pagina hiernaast vind je twee recepten. De recepten zijn vegetarisch en/of veganistisch.
Inspiratiebronnen La cucina verde - de heerlijkste Italiaanse groentegerechten (Carlo Bernasconi en Larissa Bertonasco) Vegan - meer dan 130 veganistische recepten (Sue Quinn)
Radicchio-risotto met tahinroom 4 porties
Tahinroom
80 g (witte) tahin 6 blaadjes gehakte munt 150 g sojayoghurt (ongezoet) Fijngeraspte schil van 1 biologische citroen 2 el citroensap 4 el warm water 2 el gistvlokken 2 teentje knoflook ½ tl zout (evt. meer naar smaak) 1 tl olijfolie 2 tl sojasaus 1 mespuntje pikante paprikapoeder 1 el balsamicoazijn Peper naar smaak. Roer alle ingrediënten tot een glad romig mengsel, breng op smaak en zet apart.
Voor de rijst
300 g radicchio (ca. 1 krop) 320 g carnaroli-rijst 50 g margarine (bakken en braden) 100 ml witte wijn 1 liter groentebouillon 3 el gehakte peterselie zout, zwarte peper Was de radicchio grondig en snij hem in ca. 1 cm grote stukjes. Snij de ui in kleine stukjes en bak met de helft van de margarine in een pan tot ze glazig zijn. Doe de radicchio erbij en stoof nog 5 minuten op een laag vuur, doe dan de rijst in de pan en roer 2 minuten. Voeg de witte wijn toe en laat inkoken, voeg dan de warme groentebouillon toe en laat de risotto koken tot hij beetgaar is. Tenslotte de peterselie en de rest van de margarine erdoor mengen, met zout en peper op smaak brengen, de tahinroom erdoor mengen en meteen serveren.
Fruitige radicchiosalade met tofeta
2 grote of 4 kleine porties
Voor de sla
Voor de slasaus
Was en droog de radicchio en snij de blaadjes in smalle repen. Schil en fileer de sinaasappels en snij elk stukje in twee. Rooster de pijnboompitten op een laag vuur. Snij de fetakaas in kleine blokjes of gebruik blokjes tofeta. Snij de bieslook met een schaar in kleine stukken.
Pers de sinaasappel en het teentje look en meng ze samen met de andere ingrediënten tot een saus. Breng op smaak met peper en zout en giet over de sla.
1 krop radicchio 2 ½ sinaasappel 100 g pijnboompitten geroosterd 150 g tofeta (zie recept hieronder) of fetakaas 1 handvol bieslook
Sap van ½ sinaasappel 1 teentje (verse) look, geperst 2 el olijfolie 3 el balsamicoazijn 2 tl appeldiksap 1 tl mosterd Peper en zout
Tofeta - een veganistisch alternatief voor feta 1 blok tofu (~ 300 gram) 1 luchtdicht potje (bv weckpot)
Om tofeta te maken moet je ervoor zorgen dat de tofu goed droog is. Haal hem uit de verpakking, laat hem even uitlekken en leg hem dan met keukenpapier bedekt tussen twee snijplankjes, leg op de snijplanken een zwaar gewicht zodat de tofu goed platgedrukt wordt en al het vocht er uit kan lopen. Laat 30 minuten staan. Snij de tofu dan in kleine blokjes
Voor de marinade
Sap van 2 citroenen (ca. 60 ml) 90 ml olijfolie 60 ml wijnazijn ½ tl harissa 60 ml sojasaus Ca. 100 ml water Peper naar smaak Meng deze ingrediënten samen in een kom 3 tenen knoflook 1-2 tl zeezout 1 el olijfolie 1 el gistvlokken 1 handvol verse oregano of 2 tl gedroogde oregano 10 takjes verse tijm of 1 tl gedroogde tijm
Plet deze ingrediënten eerst in een vijzel, voeg de massa dan bij de marinade en roer goed door. Doe de tofu-blokjes in een luchtdichte pot en overgiet met de marinade zodat ze goed bedekt zijn. Laat tenminste 2 uur in de koelkast trekken, na 2-3 dagen ontwikkelt de volle smaak. Je kunt telkens zoveel blokjes eruit halen als je nodig hebt, de andere bewaren nog tot een week in de marinade.
31 31
Gent 2025 Campagne gemeenteraadsverkiezingen van Gents MilieuFront
Begin 2019 treedt een nieuw stadsbestuur aan. Gent is al de wijste stad van de wereld, maar de uitdagingen voor Gent en de wereld blijven enorm. Tekst: Steven Geirnaert Illustraties: www.studiobaviaan.be
H
oe gaan we de oprukkende klimaatverandering een halt toeroepen? Hoe krijgen we onze lucht weer proper? Hoe kunnen we ons consumptiepatroon verduurzamen? Hoe zorgen we ervoor dat dit een verhaal is van iedereen? Gents MilieuFront lanceert daarom een plan om goede ideeën te verzamelen en daarrond campagne te voeren. We hangen de campagne op aan een droombeeld van de stad in 2025. We plannen de komende maanden een intensieve campagne rond de beste ideeën voor de volgende legislatuur en met 2025 als eindmeet.
32
Frontaal // zomer 2017
Gents MilieuFront verzamelt ideeën
Welk tof, vooruitstrevend of visionair idee wil jij dat de Gentse politiek in de volgende legislatuur waarmaakt? De flyover afbreken? Een speelstraat in elke wijk? Een ringtram op de R40? Laat het ons weten! Heb je zelf ideeën over hoe Gent er in 2025 moet uitzien? Mail ze ons naar info@gentsmilieufront.be (met als onderwerp ‘Gent 2025’) of vul de enquête in op onze pagina gentsmilieufront.be/gent2025.
Lobbying
De bedoeling is dat we alle ideeën bundelen en voorleggen aan de politieke partijen. De beste ideeën verwerken we tegen najaar 2017 tot een memorandum. Rond sommige thema’s of goede ideeën gaan we ook een aparte campagne uitwerken. In het najaar leggen we alle Gentse politieke partijen ook een tiental ja/neevragen voor. Door middel van concrete vragen dwingen we partijen tot uitspraken. We publiceren alle antwoorden (met hun motivatie) op onze website.
Naar een stad van de toekomst
Het uiteindelijke doel is dat de ideeën uit onze bevraging, campagne en lobbyronde overgenomen worden door politieke partijen en dat die uiteindelijk hun weerslag krijgen in de partijprogramma’s en het bestuursakkoord voor de volgende legislatuur. Zo maken we Gent nog wijzer.
Meewerken?
Wil je meewerken aan de ideale stad? Wil je meewerken met onze ‘Gent 2025’-campagne? Laat dan iets weten op info@gentsmilieufront.be
.
Het groen achter de oren Beetje verdikt?
H Tekst en foto: Lisa Marechal
et leven is lastig. Als mensen me dan ook nog vragen hoeveel fietsen ik eigenlijk heb, krijg ik het benauwd. Keer op keer moet ik nadenken over het antwoord. Dat zegt genoeg zeker? Ik voel dan ook een onweerstaanbare drang om me te verantwoorden. Ik heb er vier. Op nummer een rij ik bijna elke dag. Ik kan er een kar aan hangen, ik rij ermee naar mijn werk en ik ga ermee op vakantie. Dat is de fiets die ik mijn fiets noem. Het is een degelijke reisfiets van een bekend merk. Nummer twee is mijn vorige nummer een, van in de tijd dat nummer een nog de enige was. Een goede stadsfiets, maar niet speciaal. Die gebruik ik als ik mijn fiets aan het station moet stallen omdat ik de trein neem. Soms leen ik hem uit of rijdt er een logé op. Nummer drie is een oude koersfiets waar ik liefde en geduld in gestoken heb. Die neem ik als de zon schijnt en ik een latte ga drinken in een hippe koffiebar. Nummer vier is de goedkoopste plooifiets op de markt. Een plooifiets kon gewoon niet ontbreken in mijn collectie en heel af toe wordt hij zelfs gebruikt. Ik zou hier willen stoppen. Vier is een prima aantal. Helaas heb ik ook nog een verzameling fietsen waarmee ik ooit nog eens iets van plan ben, maar dat vertel ik dus niet. Ik stop hier. Eerlijkheidshalve moet ik er toch nog bij vertellen dat ik me net een beetje heb laten gaan bij het kopen van een nieuwe fiets. Nummer een wordt van zijn troon gestoten. Ik was er nochtans
best tevreden over. Hij bracht me al op mooie plaatsen en ik had er nooit een lekke band mee. Nooit. Maar ja, hoe zal ik het zeggen? Jongens en speelgoed? Onlangs besloot ik dat nummer een begon te verslijten en dat hij te zwaar was. Dat verslijten, daar zit een kern van waarheid in, maar aan zijn gewicht is niets veranderd. Ik had ooit een volslagen stompzinnig lief dat er na een paar maanden achter kwam dat hij me te dik vond. Aan mijn gewicht was nochtans niets veranderd sinds hij me had leren kennen. Iedereen maakt fouten. Een nieuwe fiets die volledig aan mijn wensen voldoet, kost gemakkelijk drieduizend euro. De mijne is dus tweedehands, maar kost nieuw nog een heel pak meer. Gisteren parkeerde iemand zijn fiets naast de mijne met de woorden: “Amai, dat is nogal een machine. Een eer om naast te parkeren!” Ik moet toegeven dat ik daar een misplaatst trots gevoel van kreeg. Hoe je het ook draait of keert, ik had die nieuwe fiets echt heel hard nodig. Vergelijk het met gezinnen die werkelijk een tweede auto nodig hebben omdat ze op het platteland wonen voor de schone lucht.
.
33
Stadslandbouw: zullen we of zullen we niet…? Dubbelinterview met Frank en Joksie
Zeker niet stadslandbouw! Dat schreef Frank Maes vorig jaar toen GMF input vroeg voor het nieuwe beleidsplan aan haar leden, mensen uit het middenveld en andere belanghebbenden. De vraag was op welke thema’s GMF de komende jaren moest inzetten. Zeker stadslandbouw!, schreef Joksie Biesemans. Zoveel tegenstelling, dat vroeg om een hartig gesprek. Tekst: Toby Lauwerier
Frontaal: We beginnen bij het begin. Wat zie jij als stadslandbouw?
Frank: Wel, dat is inderdaad de kwestie. We schoffelen heel wat onder de noemer stadslandbouw. Gaat het over de hobbymoestuiniers die met de handen in de aarde zitten op een privaat of collectief stukje grond? Of over professionele landbouwers die aan landbouw doen binnen de grenzen van de stad? En tot hoever reikt die stad dan? Tot in Nevele misschien? Is dan – zeker in een landje als het onze – niet alle landbouw stadslandbouw? Misschien is dat wel oké. Het meeste volk hoort in de steden en in de dorpskernen te wonen. Alleen de boeren wonen in dat geval nog verspreid op het platteland. Maar goed, ik denk dat we het nu vooral hebben over de bestaande initiatieven en de potenties in en rond Gent.
Frontaal: Heeft stadslandbouw zijn plaats binnen een stad als Gent? Frank: In een stedelijke omgeving zijn parken, wilde natuur en mensvrije 34
Frontaal // zomer 2017
gebieden levensbelangrijk. Ik noem het wel eens ‘vrijplaatsen’: plaatsen die geen echte functie hebben, maar er alleen voor de lol zijn en voor de wilde beesten en planten. Daar is vooral open ruimte, een schaars goed in de stad. Toch geloof ik sterk dat mensen nood hebben aan open ruimte. Je kan er even afstand nemen van de drukte van de stad. De vraag is hoe je die open ruimte invult. Ik vind het in een stedelijke context waardevoller om ruimte te voorzien voor natuur dan voor stadslandbouw. Neem bijvoorbeeld de Bourgoyen. Vroeger waren die voor een deel verkaveld in moestuinen. De open ruimte werd op die manier geprivatiseerd. Akkoord, veel moestuinen worden in groep bewerkt, maar toch denk ik dat natuur er veel meer voor iedereen is. Zelfs voor wie nooit in de Bourgoyen wandelt: het gebied heeft hoe dan ook een gunstige invloed op de luchtkwaliteit in Gent. Ook de intrinsieke waarde – de biodiversiteit - is belangrijk en ik denk dat die biodiversiteit nog altijd groter is op natuurpercelen en in natuurgebieden
dan op terreinen waar aan landbouw gedaan wordt, onder welke vorm dan ook. Joksie: Voor mij hoeft landbouw natuur niet in de weg te staan, en omgekeerd. Het beeld dat mensen van landbouw en voedselproductie hebben is vaak eenzijdig. Landbouw is veel meer dan een veld dat geploegd wordt en waarop dan een gewas groeit. In bermen, langs wandelpaden en in kleine groene hoekjes in de stad groeien eetbare planten waar mensen zomaar aan voorbij lopen. We moeten meer kansen geven aan permacultuur en ruimte scheppen voor voedselbossen waar natuurlijke processen door mensen actief geoptimaliseerd worden. Natuurbeheer en het creëren en behouden van interessante biotopen kost soms veel geld en dat vind ik vreemd. Bij permacultuur, die zowel nuttig is voor de voedselvoorziening als voor natuurwaarde zorgt, wordt gewerkt aan productieve ecosystemen die in staat zijn organische stof op te bouwen in de bodem. Zo neemt het producerend vermogen op haar beurt toe, maar ook de biodiversiteit wordt steeds rijker. Anderzijds merk je dat in veel zogenaamde natuurlijke biotopen de biodiversiteit toch afneemt, ondanks de bescherming. Bovendien kampt het huidig bos- en bermbeheer duidelijk met zorgwekkende nitraatoverschotten, de wilde flora en fauna worden verdrongen door brandnetel, braam en grassen. Frank: Ik zie vanuit maatschappelijk oogpunt enkel een educatieve rol voor stadslandbouw weggelegd. Anderzijds
Naam: Frank Maes Frank ondersteunt als bewegingscoach de vrijwilligerswerking in Oost-Vlaanderen bij Natuurpunt
Naam: Joskie Biesemans Joksie is onder andere oprichtste r van de Gentse Buurderij, waar je producten rechtstreeks van lokale boeren kunt kopen.
Joksie en Frank spreken beiden in eigen naam.
heb ik er niets op tegen dat de stad als experimenteerruimte gebruikt wordt. Ik wil zeker niemand tegenhouden die een dakmoestuin wil beginnen. Wie in de aarde wil wroeten, moet dat kunnen, maar ik verzet me met klem tegen de illusie die soms gewekt wordt dat dat soort stadslandbouw het voedselprobleem kan oplossen. Joksie: Dakmoestuinen en radijsjes in de berm gaan het voedselprobleem inderdaad niet oplossen. Ze creëren wel een mooie brug om stadsmensen met voedselproductie én met natuur te verbinden. Het is belangrijk in te zien dat stadslandbouw niet enkel gaat over voedselproductie. Mensen krijgen een radicaal andere en verfrissende kijk over hoe we agro-ecologische projecten en groene corridors kunnen integreren in een verstedelijkt Vlaanderen. Laten we niet wachten op de betonstop…
Frontaal: Welke houding moet GMF aannemen ten opzichte van stadslandbouw? Frank: GMF is altijd een pionier
geweest en de vereniging moet volop voor die rol blijven gaan. GMF moet experimenten een kans geven en promoten. Toch mag stadslandbouw niet dogmatisch benaderd worden. Er moet steeds ruimte blijven voor debat. Dat jullie een dissidente stem als die van mij aan het woord laten vind ik alvast een heel mooie zaak! Joksie: Ik was vorig jaar betrokken bij het GMF-project ‘Ruimte voor Zooi’ waarbij we een stukje grond in Gentbrugge bewerkten om op een kleinschalige manier de potenties van korte-ketenlandbouw te onderzoeken. Ik vond het een heel waardevol en wezenlijk project. Gangbare landbouw verbruikt tien calorieën aan energie om er één aan voedsel te produceren, en toch blijven we dat efficiënte landbouw noemen, vreemd! Met Ruimte voor Zooi lieten we zien dat we ketens kunnen verkorten. Boeren kunnen ook lokaal afzetten. Het is een win-win op verschillende vlakken. Ik hoop dat GMF ook in de toekomst inzet op dergelijke projecten!
Frontaal: Ik kan jullie beiden niet verdenken van een gebrek aan sympathie voor het groene gedachtengoed. Waar vinden jullie elkaar?
Frank: Uiteindelijk delen de felle verdedigers van stadslandbouw en de eerder koele minnaars waaronder ikzelf dezelfde bezorgdheid. Er schort vanalles aan de manier waarop ons voedsel geproduceerd wordt. We willen beiden eenvoudigweg een betere landbouw. Ik kijk hiervoor naar de bestaande landbouwgebieden en niet naar de stad. Een groot deel van het landbouwareaal wordt nu ingenomen door maisvelden bestemd voor de veeteeltindustrie. Als we met z’n allen onze vleesconsumptie drastisch beperken, kunnen we onze landbouwgronden op een heel andere manier gaan gebruiken en komt er ook ruimte voor wilde natuur.
Frontaal: Hoe sta je ten opzichte van nieuwe technieken, onder de noemer van het ecomodernisme, om voedsel te produceren? 35
Frank: Ik heb er geen probleem mee dat mijn tomaten in een hoogtechnologische toren gekweekt worden. Gevoelsmatig kan het mij niet schelen dat die tomaat niet gerijpt is onder de warme zomerzon in de volle grond, zolang hij maar gezond is, goed smaakt en de milieuimpact van het productieproces te verantwoorden is. Je mag me trouwens een ecomodernist noemen, maar persoonlijk denk ik zo weinig mogelijk in vakjes en etiketten. Joksie: Ik sta zeker open voor nieuwe technieken om voedsel te produceren, op voorwaarde dat het allemaal ecologisch gebeurt, bijvoorbeeld wat betreft de energiebron van dergelijke systemen.
Frontaal: Welke keuzes maak je als het over voeding gaat? Frank: Met ons gezin eten we zoveel mogelijk biologisch en vegetarisch,
al durft mijn dochter wel eens van overtuiging te veranderen. Biologische landbouw blijft overigens een soms misleidende term, onder andere omdat het niets zegt over bijvoorbeeld de voedselkilometers. Joksie: Ik koop voedingswaren al lang uitsluitend bij lokale producenten, bijvoorbeeld via de Buurderij. Ik denk dat we op die manier als individu en consument invloed kunnen hebben over hoe ons voedsel geproduceerd wordt en geloof sterk in bottom-up veranderingen. Jammer genoeg moeten de nodige budgetten wel steeds van hogerhand komen. Bovendien verliest de overheid zich teveel in studiewerk en theorie. Concrete acties blijven vaak uit, of er is te weinig voeling met wat op het terrein gebeurt. En dat geldt niet in het minst voor stadslandbouw. Alle theorie ten spijt, de handen moeten de grond in! Frank: Bottom-up of top-down, dat vind
ik een moeilijke. Als het over voedselproductie, maar ook veel andere maatschappelijke problemen gaat, denk ik dat het systeem moet veranderen en dan zal het individu volgen. Ik geloof sterk in de rol van de overheid als regulator. Joksie: Ik wil zeker niemand de les spellen over hoe ecologisch te leven. Toch denk ik dat samen met mij een groeiende groep mensen gelooft dat ze zelf een toekomst kunnen creëren waarbij natuur, landbouw en herstellende systemen hand in hand gaan. Frank: Anderzijds ben ik eerder sceptisch over mensen die ergens ver weg van de stad – in pakweg de Pyreneeën – ecologisch gaan leven. Daar is namelijk helemaal niets ecologisch aan. Want stel je voor dat we dat allemaal zouden gaan doen. Dan zijn de Pyreneeën naar de wuppe!
.
VOOR MENSEN MET EEN PASSIE IS ER ALTIJD EEN MARKT! Overdekte markten, je kent ze ongetwijfeld van uw reizen naar het Zuiden. In grote en kleine steden zijn ze een dagelijkse bron van inspiratie voor elke huiskok. De Lousbergmarkt heeft dezelfde intentie en is een unieke samenwerking tussen 4 lokale bedrijfjes die gaan voor kwaliteit en vakmanschap. Dat alles speelt zich af in het unieke decor van de vroegere kaasmakerij Het Hinkelspel.
DOCHTERS VAN DE JAEGHER jongleert met dagverse ingrediënten van de markt. In hun kantine ben je de ganse dag welkom voor take away of om er ter plaatse te ontbijten, lunchen en brunchen.
DE VROENTE Ervaren en jonge krachten van drie boerderijen telen voor u smaakvolle biodynamische groeten en fruit.
OPEN VAN MA
COPAIN bakt dagelijks desembrood en beschouwt lange rijstijd als een must voor kwaliteit.
HET HINKELSPEL maakt al meer dan rauwmelkse biokazen.
tem ZA VAN 8 u - 18 u
F. Lousbergskaai 33 - 9000 Gent | www.lousbergmarkt.be | 09/2242096
37
Hier kan jouw advertentie staan. Interesse? Contacteer ons op info@gentsmilieufront.be
OHNE NATUURLIJK ONVERPAKT GROENDAKEN NATUURDAKEN DAKMOESTUINEN
PUUR • LOKAAL • ORGANISCH • VLEESVRIJ • ECOLOGISCH •
ALLE DAGEN OPEN
09U00 - 18U00
OP VRIJDAG TOT 19U00
www.canopy-greenroofs.be info@canopy-greenroofs.be
GMF-leden ontvangen 5% korting
09/247 48 49 9000 Gent
A c t ivi t ei t en Meer info over de activiteiten en de meest recente lijst op www.gentsmilieufront.be/kalender
Lessons from Finland
22.06.2017. Critical Mass en GMF nodigen uit: Matti Koistinen, voorzitter van de Finse fietsersbond, geeft ons een inkijk in hoe Finnen zich verplaatsen. Over waarom de meeste Finnen voor fietsen in -30 hun hand niet omdraaien. Of hoe veilige fietsinfrastructuur wél degelijk fietsgedrag beïnvloedt! Vraag hem de oren van het hoofd op deze interactieve gespreksavond in hartje Gent. De Jeugdherberg zorgt voor een gevulde bar! English spoken.
Wanneer? Donderdag 22 juni, 19u Locatie? Zaal in Jeugdherberg De Draecke, Sint-Widostraat 11, 9000 Gent Prijs? Vrije bijdrage
Kajaktocht door centrum van Gent tijdens Gentse Feesten
15.07.2017. Zin om Gent eens vanuit een ander perspectief te leren kennen? Op zaterdag 15 juli organiseert GMF opnieuw een kanotocht door het centrum van Gent. We varen met 2 persoonskajaks. Inschrijven online is noodzakelijk! Sportverzekering in orde via Sport Bloso Vlaanderen.
20 Jaar GMF! Feest 02.09.2017.
Wanneer? Zaterdag 2 september Locatie? Buurtloods de Muide, Patrijsstraat 10, 9000 Gent
Weg met de (afval)berg: tips en tricks
14.09.2017. Van minder afval word je blij: je spaart er geld mee uit, je leven wordt eenvoudiger én het is beter voor het milieu. Afvalarmer leven, hoe begin je eraan? Hoe bereid je je voor op een verpakkingsvrije winkeltocht? Of hoe zet je afvalarme koffie? De praktische tips van schone stadsmeisjes Nele en Ortja zetten je op weg. Erna vertelt Vanessa ons hoe je zelf gemakkelijke bepaalde huishoudproducten kan maken, op een ecologische en economische manier. Laat je inspireren! I.s.m. Buurtwerk Macharius
Gent autovrij
17.09.2017. Bezoek ons op de autovrije dag in het centrum van Gent en geniet van de vele activiteiten. Wanneer? Zondag 17 september Locatie? Centrum van Gent
Hou je ogen open voor… Filmfestival de Groene Loper in november Kledingruil met GMF Korteketenfietstocht
Wanneer? Donderdag 14 september, 19.30u Locatie? Louisazaal, Tarbotstraat 61A, 9000 Gent Prijs? Vrije bijdrage Graag inschrijven online - www.gentsmilieufront.be of via Buurtwerk MachariusHeirnis Buurtwerking.MachariusHeirnis@stad.gent / 09 225 217
Wanneer? Zaterdag 15 juli, 13.30u Locatie? Vertrekken aan de Stropkaai, ter hoogte van de Burggravenlaanbrug. Prijs? €12 voor GMFleden / €15 voor niet-leden Inschrijven online via het inschrijvingsformulier voor 5 juli. Max. 30 personen. 39
Frontaal
DRIEMAANDELIJKS MAGAZINE VAN HET GENTS MILIEUFRONT – JAARGANG 20 – 2deTRIMESTER 2017 V.U.: Sam Van den plas, Maria Hendrikplein 5/201, 9000 Gent – Erkenningsnummer: p806132 – Afgiftekantoor: 9000 Gent 1
2 september 2017 2 september 2017 Buurtloods De Muide Buurtloods De Muide Een feest met receptie, inspirerende key note en dansen... Een feest met receptie, inspirerende key note en dansen...
Gents Milieu F ront
V.U.den Sam VanMaria den Plas, Maria Hendrikplein 5/201, Gent • Vormgeving: studiobaviaan.be V.U. Sam Van Plas, Hendrikplein 5/201, 9000 Gent9000 • Vormgeving: studiobaviaan.be
r de
in m Re
GMF GMF WORDT 20! WORDT 20!