4 minute read

“Bij problemen is niets doen geen optie.”

Op het melkgeitenbedrijf van de familie Beumer was er vorig voorjaar behoorlijk wat lammeruitval. Uit sectie van ingestuurde dieren bleken de koperwaarden in de lever te hoog. Om de oorzaak hiervan te achterhalen, doen de melkgeitenhouders mee aan het koperstapelingsproject van GD. “Je wilt weten wat er aan de hand is, al was de uitval waarschijnlijk een combinatie van factoren”, stelt Eddie Beumer.

Het bedrijf van de familie Beumer in het Overijsselse Hellendoorn oogt modern en goed geoutilleerd. De 1.800 melkgeiten zijn gehuisvest in vier lange stropotten in een in 2009 gebouwde stal. In 2021 verrees aan de kopse kant van deze stal een aanbouw met daarin een 120-stands buitenmelker carrousel. In een ander, goed geïsoleerd en geventileerd gebouw op het erf is de lammeropfok gevestigd. Ze hebben de zaken goed voor elkaar, beaamt Eddie Beumer. Daar wordt dan ook hard voor gewerkt, stelt de melkgeitenhouder, die in 2003 de omschakeling maakte van een gemengd bedrijf met 20 koeien en 400 vleesvarkens naar toen nog 800 geiten. In 2009 werd vervolgens uitgebreid naar het huidige aantal dieren. Naast Eddie Beumer en zijn vrouw Irma zitten ook hun zoons Lars en Bram in het bedrijf.

De pasgeboren lammeren worden in handige bakken op hoogte gehouden.

Niet goed verklaren

De installatie van de nieuwe draaimelkstal leverde een behoorlijk stukje arbeidsverlichting op. “Eerst molken we in een 2x32 melkstal, dat kostte ons zo’n 10 tot 12 uur per dag.” Natuurlijk was het inmelken ervan wel een heel drukke periode. Achteraf denkt Beumer dat ze daardoor destijds misschien iets minder focus op de lammeropfok hebben gehad. “We hadden meer lammeren met diarree en er bleven er meer liggen.” Omdat ze niet goed konden verklaren waarom de dieren ziek werden, stuurden ze enkele dode dieren in voor sectie bij GD.

Daar kwam uit dat de koperwaarden in de lever te hoog waren. Wel 1.200 ppm (mg/kg droge stof)”, vertelt Lars. Dat terwijl er boven de 500 ppm al leverschade kan ontstaan. De melkgeitenhouders wilden natuurlijk graag weten waardoor dit werd veroorzaakt. Daarom kwam het project van GD, om inzicht te krijgen in koperstapeling in levers van het ongeboren geitenlam, de absorptie van mineralen tijdens de melkfase en interactie tussen moederdier en ongeboren lam, als geroepen.

Dieren insturen

Afgelopen najaar stuurden de melkgeitenhouders daarom weer dieren in, nu in het kader van het koperproject. “We moesten enkele gestorven hoogdrachtige geiten, doodgeboren lammeren en gestorven lammeren van vier tot zes weken oud insturen. Eigenlijk wilden ze ook nog wat oudere dode lammeren hebben, maar daarvoor zijn wij te laat aan het project begonnen”, vertelt Lars. “Door de levers van de dieren te onderzoeken, kunnen ze zien hoeveel koper erin is opgeslagen.”

In het koperproject is gekeken naar een mogelijk verband tussen de koperleverwaarden van moederdier en ongeboren lammeren, het verschil tussen leverkoperwaarden van ongeboren vruchten van eenzelfde moederdier en de relatie tussen koperopname en koperleverwaarden bij uitgevallen lammeren tot spenen. Eddie:

Marije Stomps, freelance redacteur

“Er is ook onderzoek gedaan op ons bedrijf naar zaken waaruit de dieren koper zouden kunnen opnemen. Ze wilden alles weten: wat we voeren, hoe ons water is, noem maar op.”

Koperleiding

Het water bleek mogelijk een boosdoener te zijn. “We hebben nog een stuk koperwaterleiding op het bedrijf, dat naar de wasbak in de lammerstal leidt. We hebben een tijdje geleden, eigenlijk uit gemak, een aantal keren melkpoeder voor de pasgeboren lammeren met dat water aangemaakt. Dat heeft mogelijk problemen veroorzaakt.” Uit monstername van water uit die kraan bleek inderdaad dat het kopergehalte te hoog was.

Nu letten vader en zoon er goed op dat dit water niet weer voor de lammeren wordt aangewend. Voor de zekerheid is, enige tijd later, nogmaals een monster genomen. Ook daarin was te veel koper aanwezig. “Ook al gebruiken we dat water alleen nog om onze handen te wassen, toch willen we die koperleiding gaan vervangen”, stelt Eddie, die meent dat het water waarmee het melkpoeder voor de oudere lammeren wordt aangemaakt geen probleem zou moeten opleveren. “In de opfokstal staan drinkautomaten. Het water daarvoor loopt door thyleenslangen, niet door de koperleiding.” der te maken met meer uitval dan verwacht, maar dan onder de hoogdrachtige geiten. “Ja, wel 15 procent. Hoe dat precies kwam, was moeilijk te zeggen. We gebruiken geen antibiotica bij de melkgeiten. We werken met melkers en zijn bang dat er een geit tussendoor glipt en er antibiotica in de tank komt. We zijn toen homeopathische middelen in gaan zetten. Niet dat we verder zo zweverig zijn, maar als het werkt: waarom niet”, klinkt het nuchter. De melkgeiten krijgen een kruidenmengsel door de brokken en een bolus als ze een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken. “Het werkt. We zakten, met de bolussen, naar 10 procent uitval en met de kruiden erbij daalde het verder naar zo’n 5 à 6 procent. Ook zien we minder baarmoederontsteking bij de melkgeiten, komen ze beter door het aflammeren, zijn ze vlotter en blijven minder vaak aan de nageboorte staan.”

Schakelen

Dat probleem is dus naar behoren opgelost. De melkgeitenhouders hopen dat dit ook zal opgaan voor het eventuele koperprobleem. “Tja, als je denkt dat je alles optimaal voor elkaar hebt, gebeurt er wel weer wat waardoor het minder gaat”, zegt Eddie nuchter. Het hoort volgens hem bij het ondernemerschap. “We hopen dat er wat uit het onderzoek komt en zullen daarop gaan schakelen. Want niets doen is geen optie.”

Combinatie van factoren

Het blijft volgens de melkgeitenhouder heel lastig om te zeggen waar het probleem nu feitelijk ligt. “De lammeren krijgen via een aantal bronnen koper binnen. Via het moederdier, via het melkpoeder, het water en later door de brok. Voorheen was het kopergehalte in melkpoeder ongeveer 2 ppm, maar toen redelijk wat lammeren kopertekort bleken te hebben, is dat opgeschroefd naar 9 ppm. Toen kwamen er gevallen van kopervergiftiging en is het teruggebracht naar 4 ppm. Ook aan brok wordt koper toegevoegd, maar het is heel lastig te zeggen om te zeggen waar een teveel aan koper vandaan komt”, stelt Beumer, die dan ook zeker benieuwd is naar de resultaten van het koperstapelingsproject.

“Ja, daarom doe ik mee, omdat je hoopt dat er wat uitkomt”, stelt hij. “Ik kan me goed voorstellen dat de lammeruitval die we hebben gehad, te maken had met een koperoverschot. Tegelijkertijd denk ik niet dat dit de enige oorzaak is geweest. Het is altijd en-en: een combinatie van factoren.” Beumer spreekt uit ervaring. Op het bedrijf had hij al eens eer-

Het water dat naar de drinkautomaten gaat, loopt via thyleenslangen, niet via koperleiding.

This article is from: