BĂĽthus Scheepvaartsmuseum voor Trondheim Gilles Willem
Promotoren: Wim Goes & Klaas Goris Co-promotor: Steven Schenk
Masterproef Architectuur Faculteit Architectuur KU Leuven campus Sint-Lucas Gent Academiejaar 2017-2018
-4-
Inhoudsopgave Introductie
5
Abstract
7
Situering en ontstaan
10
Keuze site
18 Geschiedenis site
20
Motivatie keuze
25
Bepaling programma
31
Inplanting site
32
Analyse site
37
Gids doorheen proces
40
Ontwerpproces
48
Studie dakvorm + structuur
85
Structuurmaquettes
100
Schematische opbouw
108
Kleine (licht-) toren
118
grote toren
120
Plannen
126
Snedes
136
Oppervlakte-inname
144
Ventilatie
146
Eindmaquette
154
-5-
Introductie Deze masterproef situeert zich binnen een ontwerpend onderzoek voor de masterstudio ‘Trondheim’, waarin opzoek wordt gegaan naar een totstandkoming van een relevant ontwerp die de Noorse stad Trondheim moet voorzien van een publiek gebouw die betekenis en levendigheid moet bijdragen aan de stad. Deze masterproef gebeurde onder begeleiding van promotoren Wim Goes en Klaas Goris. Deze reflectienota geeft een blik op de ontwerpmethode en totstandkoming van het ontwerp en heeft als doel een presentatie te zijn van doorslaggevende beslissingen om dit ontwerp te bekomen.
-7-
Abstract Dit ontwerp bevindt zich in Trondheim, Noorwegen. De derde grootste stad van Noorwegen volgens statistieken, maar niet volgens gevoel. Men probeert Trondheim opnieuw te laten leven door complexe masterplannen die de haven moeten veranderen in woongebied, maar tevergeefs en vaak zijn deze processen van zeer lange adem. Dergelijke doelen kunnen namelijk veel eenvoudiger bereikt worden, namelijk aan de hand van (publieke) architectuur. De gekozen site bevindt zich op een enorm belangrijk kruispunt in de stad en geschiedenis. Op deze plek ontstond letterlijk de stad Trondheim, daar de site het hoekpunt is waaruit de haven ontstond. Gelegen op het kruispunt tussen de oude stad, de haven en de nieuwe stadsontwikkeling ten westen van de haven. De site bevindt zich op de kruising tussen water en land, haven en rivier en cultuur en infrastructuur. Het programma van dit publiek gebouw moet als doel hebben om de stad terug herkenning te geven en dit met het bestaande patrimonium, respect voor de cultuur en (bouw-) tradities in het achterhoofd. Daarom werd gekozen om het bestaande scheepvaartmuseum, die reeds aanwezig is op de site, een nieuwe en vooral ruimer gebouw te bieden. Bovendien zou een scheepvaartmuseum een enorme surplus bieden voor een stad als Trondheim, dat tenslotte zijn ganse geschiedenis heeft te danken aan scheepvaart en maritieme activiteiten. Tijdens dit ontwerp werd geopteerd om een eigen methodologie te ontwikkelen die gevoelig omgaat met de context, geschiedenis en invloeden op en van de site. Zo werden oude loodsen, die ooit op de site stonden en dienst deden voor de havenactiviteiten, ingezet als ontwerptool en gemodificeerd naargelang externe factoren. Een nieuw soort architectuur proberen introduceren wordt op deze plek zeer moeilijk. Het ontwerpen zonder te ontwerpen. Er werd vastgesteld dat een dualiteit in vormentaal nodig is indien het doel, om een markering voor de stad en haar geschiedenis te genereren, bereikt wil worden. De eerder genoemde lood architectuur en de keuze om deze in te zetten als ontwerptool werkt op deze site. Echter werkte dit idee louter voor een industriĂŤle functie, die behalve economie niet veel meer bijbracht aan de stad. Voor een publiek gebouw, meer bepaald een scheepvaartmuseum, en voor de ambitie om van deze plek opnieuw een markering te maken voor de stad, zal dit niet werken. Om een bepaalde positie in te kunnen nemen in de stad en de geschiedenis, heeft het ontwerp een bepaalde allure nodig en vooral durf om positie in te nemen. Er dient te worden gezocht naar een counterelement of -elementen, die de horizontaliteit van de loodsen tegengaat.
Graag wil ik mijn promotoren Wim Goes en Klaas Goris bedanken voor hun kritische ingesteldheid, waardevolle adviezen en boeiende uitdagingen die ze mij boden tijdens dit ontwerpproces. Dank aan mijn copromotor Steven Schenk (Schenk Hattori Architecture Atelier) voor een boeiende reflectie en waardevolle input tijdens het semester. Ook bedank ik mijn ouders, familie en vrienden voor hun steun, advies en raad tijdens dit ontwerpproces en de afgelopen jaren tijdens deze Architectuuropleiding. Gilles Willem Gistel, juni 2018 -9-
-10-
Trondheim, de slapende havenstad
-11-
Situering en ontstaan
-12-
Trondheim in Europa
Trondheim in Noorwegen
Trondheim in Trøndelag
Trondheim aan Trondheimsfjord
-14-
Als derde grootste stad van Noorwegen kent Trondheim een rijke en bewogen geschiedenis. De stad is ontstaan door haar gunstige ligging, centraal in Noorwegen en mondt via de Trondheimsfjorden uit in de Noorse zee, die aanleiding geeft tot de Noordzee. Deze ligging zorgde voor een enorm gunstige handelspositie. De stad was tot 1217 zelfs de hoofdstad van Noorwegen. De kracht van de handelspositie van Trondheim lag in de ligging aan de Fjord enerzijds en aan de rivier Nidelva, die z’n weg doorheen de stad landinwaarts kronkelt, anderzijds. Langsheen deze waterweg ontstonden nederzettingen die dienden voor de opslag en verkoop van goederen. Deze nederzettingen kennen we vandaag als de traditionele pakhuizen die Trondheim uniek maakt. Vanuit deze handelszekerheid werd Trondheim uitgebouwd langs de rivier en Fjord en werd het een gezonde stad.
-15-
-16-
Al sinds het ontstaan van de stad is de ‘havenactiviteit’ een centraal begrip in Trondheim. De gunstige ligging dankzij (de Nidelva die Trondheim omringt en uitmondt in de Fjord) zorgde voor een enorme groei van de haveninfrastructuur doorheen de geschiedenis. De groei van het havengebeuren bracht ook de groei van vervoersmiddelen met zich mee (of omgekeerd). Wat oorspronkelijk werd vervoerd via (Viking)schepen met een platte bodem, was niet meer mogelijk voor grotere schepen die de Nidelva wilden bevaren om de pakhuizen te bereiken. Een havenuitbreiding was broodnodig om de havenactiviteit en –groei in Trondheim te verzekeren. Pieren en eilanden werden op kunstmatige manieren aangelegd en zo ontstonden brede en diepe dokken. De havenuitbreiding was gunstig voor de haveneconomie, maar minder gunstig voor de stad, zo blijkt. De stad Trondheim die uniek was omwille van haar directe en visuele toegang tot het Fjord en de rivier Nidelva die vanuit het binnenland Trondheim omringt en uiteindelijk uitmondt in het Fjord, was plots een van die troeven kwijt. Het gebaggerde eiland, die zowel havenfuncties als een trein- en autoverbinding voorziet, wordt aanzien als een planologische fout. De stad ligt niet langer aan het Fjord, de stad ligt nu verscholen achter de industrie. Enkel de Nidelva houdt de uniekheid die Trondheim ooit had min of meer in stand.
-17-
Zicht op de pakhuizen op de oevers van de rivier Nidelva
-18-
Ondanks de haveninfrastructuur die het zicht van Trondheim op het fjord (en omgekeerd) belemmerd, blijft het water toch prominent aanwezig in de stad. De Nidelva die vanuit het binnenland richting het Fjord zijn weg zoekt, maakt net alvorens het Fjord te bereiken, nog een terugkeer landinwaarts om vervolgens toch terug te kronkelen richting de zee. Deze beweging zorgt voor een lus die de (oude) stad omringt. Deze beweging van het water maakt Trondheim een schiereiland, een geborgen stad. Vanuit bepaalde assen uit het centrum, maar vooral langs de randen van de oude stad is het water aanwezig. Langs Kjøpmannsgata, de straat gelegen langs de pakhuizen, worden reeksen van pakhuizen afgewisseld met pleintjes die uitgeven op de Nidelva. Ook Ravnkloa biedt deze kwaliteit, deze was ooit het plein dat uitgaf op het fjord.
-19-
Site
-20-
Krigsseilerplassen
-21-
-22-
De oude binnenstad van Trondheim, oftewel het schiereiland, is compact bebouwt. Uitbreiding van de stad kan enkel wanneer men de grens van de oude stad verlaat en vanaf de andere oever van de Nidelva verder bouwt. Dit is dan ook gebeurd met als gevolg dat er rondom Trondheim een suburbane ontwikkeling aan de gang is gegaan en nog steeds is. Bij de keuze van de geschikte site is het dus belangrijk om een sterke relatie met de stad en haar geschiedenis te bewaren. Dit om een relevant ontwerp en programma te genereren die een positie durft in te nemen in de stad en geschiedenis en zo een meerwaarde biedt voor Trondheim, haar inwoners en bezoekers. De gekozen site, Krigsseilerplassen, lijkt hiervoor het meest geschikt. Op het hoekpunt van de oude stad, die ooit de haven langs de Nidelva introduceerde. De plek diende om boten te laten aanmeren, goederen te laden of lossen en op te slaan in de loodsen die er stonden. De site heeft de kwaliteit om opnieuw zicht te bieden op het water, de kenmerkende oude pakhuizen en een panoramische indruk van de nieuwe havenuitbreiding.
-23-
-24-
-25-
-26-
Op de kruising tussen water en land, haven en rivier, cultuur en infrastuctuur
-27-
-28-
De naam ‘Krigsseilerplassen’ werd pas in 1982 aan de plek toegekend. De naam betekend letterlijk ‘oorlogszeemansplein’ en herdenkt omgekomen zeemannen tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De kwaliteiten van het plein zou dagelijks een pak mensen moeten lokken om er te vertoeven of om van het panorama te genieten. Helaas is dit niet het geval. Uit statistieken, uitgevoerd door de Troheim Kommune, blijkt dat het plein nauwelijks wordt gebruikt om er te ontspannen of activiteiten te organiseren. Het verlaten en verwaarloosde karakter van de plek tijdens het sitebezoek maakte dit alleen maar duidelijker. Wat ooit dus een drukke en nuttige plek was voor de stad Trondheim, is nu een verlaten plek omringd door grootschalige gebouwen die de identiteit van de stad links lieten liggen.
-29-
-30-
-31-
Het huidige ‘Sjøfartsmuseum’
-32-
Bepaling programma. Om een programma te kiezen voor deze opdracht is het belangrijk om alle factoren af te wegen tegenover elkaar. Zo is context enorm belangrijk. Wat is nodig of wat kan nodig zijn om Trondheim een publiek gebouw te geven dat telt. Op de gekozen site staat een goed bewaard gebouw. Het gebouw heeft al meerdere functies gehad. Zo was het ooit een taverne voor werklieden om na hun klus terecht te kunnen. Maar daarvoor (omstreeks 1725) was het ook een geĂŻmproviseerde gevangenis. Momenteel dient het gebouw als scheepvaartmuseum. De collectie omvat kleine sloepen, modelbouw boten, schilderijen, kaarten en tal van typerende attributen. Na bezoek aan het museum bleek immers dat het museum dringend een uitbreiding nodig heeft. Bovendien zou een scheepvaartmuseum een enorme surplus bieden voor een stad als Trondheim, dat tenslotte zijn ganse geschiedenis heeft te danken aan scheepvaart en maritieme activiteiten.
-33-
-34-
-35-
-36-
-37-
De drie loodsen op de site
-38-
Zoals al eerder vermeld was de plek die gekozen is als site doorheen de geschiedenis een belangrijk punt. Vooral voor alles wat te maken had met havenindustrie. Als men de site van toen (ca. 1955) vergelijkt met nu, dan valt op hoe de site toen bebouwd was. Er was geen sprake van een plein, of recreatie op de uithoek van de oude stad. Alles diende de industrie. Het ‘plein’ was omsloten en gevormd door drie loodsen. De loodsen dienden voor opslag voor toekomende en/of vertrekkende goederen per boot. De gebouwen stonden strategisch op een verschillende zijde van het plot en vormden zo dus een binnenplein. Het binnenplein, of courtyard, was louter functioneel en had zijn nut voor het leveren en ophalen van goederen door vrachtwagens.
-39-
-40-
Fascinatie door de loods. De gekozen site is omringd door tal van verschillende types architectuur. Commerciële architectuur gaat de concurrentie aan met de ‘form-follows-function-architectuur’ van de industrie. De residentiële architectuur wordt gesplitst in de traditionele bouwwerken (tot ca. 1960) en de grotere wooncomplexen die zich ook willen meten aan de eerdergenoemde ‘FFF-architectuur’. Een nieuw soort architectuur proberen introduceren wordt op deze plek zeer moeilijk. Deze gedachtegang leidt tot de keuze om de omgeving én de geschiedenis (van de omgeving) in te zetten als ontwerptool. Het ontwerpen zonder te ontwerpen. Dit zorgt voor de fascinatie door de loods. Meer bepaald door de drie loodsen die oorspronkelijk op de site stonden.
-41-
Visserskaai in Hartlepool, Verenigd Koninkrijk
-42-
Gids doorheen het ontwerpproces. De fascinatie voor de loods werd versterkt bij het ontdekken van dit beeld van de visserskaai in Hartlepool, gelegen in het Verenigd Koninkrijk. Het beeld spreekt enorm aan puur vanuit haar eenvoud. Een loods gevormd door spanten, steunend op kolommen. En dit x aantal keren herhaald na elkaar, wat zorgt voor een ritme. Het landschap maak een knik, dus de loods ook. Of is het omgekeerd? Het staketsel die de kaai vormt, volgt het ritme van de kolommenstructuur van de loods. Een licht hellende dakconstructie om het regenwater en sneeuw op te vangen, zonder meer. Het gebouw begeleid de gebruiker/bezoeker langsheen het landschap en laat deze ontdekken zonder verplichting of forcering. De pure eenvoud is enorm boeiend. Het laat de gebruiker toe om het gebouw te begrijpen, wat zorgt voor een laagdrempelige sfeer en rust. Deze gedachtegang zal het ontwerp sturen, zowel in manier van werken als uiteindelijke intentie van de toegankelijkheid tot het gebouw.
-43-
-44-
-45-
-46-
Balans. De eerdergenoemde lood architectuur en de keuze om deze in te zetten als ontwerptool werkt op deze site. Echter werkte dit idee louter voor een industriĂŤle functie, die behalve economie niet veel meer bijbracht aan de stad. Voor een publiek gebouw, meer bepaald een scheepvaartmuseum, en voor de ambitie om van deze plek opnieuw een markering te maken voor de stad, zal dit niet werken. Om een bepaalde positie in te kunnen nemen in de stad en de geschiedenis, heeft het ontwerp een bepaalde allure nodig en vooral durf om positie in te nemen. Er dient te worden gezocht naar een counterelement of -elementen, die de horizontaliteit van de loodsen tegengaat.
-47-
Torre Nuova di Arsenale, Venetië; Italië
-48-
Een uitstekend voorbeeld van die balans is Torre Nuova di Arsenale in VenetiĂŤ. Een toren die ooit diende als controlepost op in- en uitgaand vracht- en oorlogsverkeer per boot. De toren staat er niet alleen, maar wordt geflankeerd door de loodsen van Arsenale. De toren neemt ook positie in. Positie als controlemiddel maar tegelijkertijd ook als element in het landschap. Torre Nuova zorgt voor een kadrage van het landschap en zonder dit element zou het achterliggend landschap wellicht geen of althans merkwaardig minder betekenis hebben.
-49-
-50-
De gedachtegang die bij de visserskaai in Hartlepool werd toegepast wordt geprojecteerd op Trondheim. Met die gedachte om de horizontale taal van de loodsen te counteren met een verticaal element, de toren als landmark / baken. Bovendien wordt er uitgeweken van de contour van de bestaande kaailijn. Dit om het baken, de toren, een plek te geven die zich zo ten volle profileert als landmark in de stad en haar geschiedenis. Net zoals de havenuitbreiding, die nieuwe lijnen zette in de stad, worden er voor dit project nieuwe lijnen bepaald. Een nieuwe geschiedenis.
-51-
Loods en toren smelten samen. De loods wordt aan elkaar geschakeld en plooit zich rond de toren. Vervolgens knikt de loods weg richt het water.
-52-
-53-
-54-
De loods komt tot stand door middel van een spantenconstructie.
-55-
-56-
-57-
Uitkragende dakenlandschap beschermt gebruiker en bezoeker en nodigt tegerlijkertijd uit.
-58-
Conclusie van dergelijke configuratie. De elementen loods vs. toren lijkt op deze plek te werken. Het op en neer gaan van het bestaande dakenlandschap van de typerende pakhuizen langs de Nidelva worden opgenomen als vormentaal in het ontwerp. Twee richtingen van deze op- en neergaande beweging komt samen op de hoek van de oude stad in het dak van de loods. De loods plooit zich rond de toren, die als landmark (of herkenningspunt, cfr. Identificatie) fungeert. Al staat deze landmark misschien niet juist ten opzichte van de stad, van de site?
-59-
Variant: De loods wordt beĂŤindigt met de toren.
-60-
Toren op de hoek. Vanuit een ander standpunt wordt de toren op de hoek van het ontwerp geplaatst, op de hoek van de oude stad, op de hoek waar ooit de haven ontstond. De toren staat niet werkelijk op de oude hoek, maar op de uitbreiding die de kaailijn onderging. Dit om nog meer het gevoel en de aanwezigheid van de oude stad en haar geschiedenis te markeren.
-61-
-62-
-63-
-64-
-65-
-66-
-67-
-68-
-69-
-70-
-71-
-72-
Teruggrijpen naar de geschiedenis als ontwerptool. Wat eerder werd vastgesteld, namelijk de wijze waarop de loodsen stonden ingeplant op de site, wordt opgenomen in het ontwerp. De courtyard, het binnenplein, die oorspronkelijk enkel van economisch en praktisch nut was, zal worden geĂŻmplementeerd met een nieuwe betekentis. Het binnenplein als ontvangst, uitnodiging voor het scheepvaartmuseum, het restaurant, de kaailijn en het panorama.
-73-
-74-
-75-
-76-
-77-
-78-
-79-
-80-
Vanuit twee assen kom je uit bij het scheepvaartmuseum. Als een trechter ontvangt het binnenplein de bezoeker en begeleidt ze naar de inkom van het museum, het restaurant of dient als begeleider richting de nieuwe kaailijn. De kaailijn maakt een uitspringende beweging, een beweging die kan worden aanzien als vreemd ten opzichte van de rechte kaailijn die er was. Maar deze beweging kan ook worden aanzien als vertrouwd met de uitsnijdingen die de ‘nieuwere’ kaailijnen van de havenuitbreidingen maken. Deze beweging maakt de bezoeker, gebruiker, passant, de stad bewust van de aanwezigheid van de grens waar ooit de stad was en vanaf waar ze is uitgebreid.
-81-
-82-
-83-
-84-
Een tweede baken. Er wordt een tweede, kleinere, toren toegevoegd. Zoals de grote toren een tegenstelling aanging met de horizontaliteit van de loodsen, gaat de kleinere toren een tegenstelling aan met de grote toren, op verschillende niveaus. Zoals al eerder aangehaald doet de grote toren dienst als baken en landmark die de hele geschiedenis en positie van de oude stad belicht. Ook zijn in de grote toren verdiepingen gestapeld die de collectie van het scheepvaartmuseum weergeven. De kleine toren heeft een ander doel en nut. Het doel van deze toren is om het gebouw te introduceren naar de stad toe, maar vanuit het straatbeeld. Vanuit kjøpmannsgata is de kleine toren het enige wat zichtbaar is. Een subtiliteit die uitnodigt om het ganse project te ontdekken. De kleine toren neemt op zijn beurt ook de vormentaal van de context aan en maakt het eigen aan zichzelf. Het nut van de kleine toren is om te circuleren binnen het museum en zorgt via een dakopening voor zenitale lichttoetreding in de noordelijke vleugel van het museum, op alle drie de verdiepen.
-85-
-86-
Studie naar dakvorm. De drie loodsen die de courtyard vormden waren drie verschillende loodsen, wellicht van drie verschillende eigenaars en op verschillende momenten gebouwd. Het zou dan ook een onlogische beslissing zijn om de loodsen die in dit ontwerp worden geschakeld een zelfde vormgeving te geven. De loodsen moeten uiteindelijk een verbindende en samenhorig karakter weergeven, maar zonder dat ze effectief een kopie zijn van elkaar. De drie loodsen ‘at random’ een excentrieke vorm geven zou een verkeerde ontwerpmanier zijn en zou geen enkele inhoud dragen. Daarom wordt opnieuw gekeken naar de context, wat er reeds is en waarop er moet of kan worden ingespeeld.
-87-
-88-
De vorm vertrekt vanaf de vormgeving en helling van de spanten. Er wordt gestart met een klassiek zadeldak. De meest basis vorm die we van een loods kennen dus. Dit wordt de eerste vleugel van de drie, de zuidelijke vleugel van de loodsen. Deze kant flankeert namelijk ook het Radisson Blu hotel die dezelfde vormentaal als die van de klassieke pakhuizen - met zadeldak - overneemt. De tweede vleugel van de loods, de oostvleugel, flankeert de kaai en vervolgens de rivier Nidelva. Dit wordt een plek waar het grootste deel van de dag de zon aanwezig zal zijn en dus waar het meest menselijke interactie constant zal zijn. Ook wanneer de weersomstandigheden slecht zijn moet deze flank deze kwaliteiten kunnen behouden. Dit leidt tot de keuze om een luifel toe te voegen aan de loods. Deze luifel biedt schaduw voor de zon, bescherming tegen regen en sneeuw en meer algemeen voor een beschermend element die zowel uitnodigt naar het gebouw toe als begeleidt langsheen de kaailijn. De derde vleugel, de noordvleugel, staat haaks op de tweede en loopt parallel met de eerste. Ze verbindt de grote toren met de kleine toren. Daar waar ze de grote toren ontmoet wordt ze haaks afgesneden, terwijl daar waar ze de kleine toren ontmoet ze er mee samen smelt en het dak een opwaartse beweging maakt richting de hoogte van deze toren. Men kan dus besluiten dat de simpele configuratie zo wordt aangepast aan de factoren van de context én het gebouw zelf, dat een ‘object trouvée’ eigen wordt gemaakt aan het ontwerp.
-89-
Studie naar dakvorm en stuctuur
-90-
-91-
-92-
-93-
-94-
-95-
-96-
-97-
-98-
-99-
-100-
Het ritme van de spanten zal worden overgedragen op de kolommen en het ritme van deze samen wordt dan ook op zijn beurt overgedragen op de structuur van de vernieuwde kaaimuur.
-101-
Studie naar structuur, strucutuurmaquettes.
-102-
-103-
-104-
-105-
-106-
-107-
-108-
-109-
Studie naar structuur, schematische opbouw.
-110-
-111-
-112-
-113-
-114-
-115-
-116-
-117-
-118-
De structuur past zich aan aan de context en het gebouw zelf, zoals als eerder aangehaald. Zo neemt de structuur van de noordelijke vleugel van de loods meer en meer de hoogte en profilering aan van de kleine (licht-) toren, naarmate deze de toren nadert. Dit resulteert in een verhoging van de nokbalk en een verandering van richting tegelijkertijd. Doordat de nok zich aansluit op de vorm van de toren, wordt de nokbalk gesplitst om de versmelting aan te gaan. Dit resulteert in een veranderende constructie die een interessante beleving veroorzaakt van de ruimte doordat alle structuur van binnenuit zichtbaar blijft.
-119-
De kleine (licht-) toren dwars doorgesneden
-120-
De kleine toren dient als middel om de hoofdcirculatie van de gelijkvloers naar -1 en vanaf daar naar +1 te voorzien en tegelijkertijd al deze niveaus gedeeltelijk te voorzien van binnensijpelend zenitaal licht. Dit is mogelijk door de toren te voorzien van een dakopening, volledig ontworpen naar de manier hoe het zenitaal licht zou moeten binnen geleid worden op een subtiele manier. Zo vloeit de binnenwand van de in situ uitgevoerde betonnen toren verder in de houten dakconstructie van de lood structuur. Dit zorgt ervoor dat licht dat binnen vloeit de plafonds streelt en zo de ruimte van zacht licht voorziet, zonder scherpe aftekeningen van schaduwwerking, etc. Ook zijn de wanden van de toren ontdubbeld en zorgt voor een publiek toegankelijke traphal die bovenaan zicht biedt op de stad (cfr. Duomo van Brunellesschi te Firenze) en een vluchtweg bij brand voor bezoekers van het museum.
-121-
-122-
De grote toren dient voor de expositie van het scheepvaartmuseum en een restaurant om te bezoeken al dan niet na een museumbezoek. Het aantal ruimtes dat het museum kan gebruiken in de grote toren telt vier verdiepingen. Men vertrekt vanuit de loods en komt zo terecht in de eerste zaal van de toren. De ruimtes in de toren zijn enorm bepalend qua structuur doordat een ritme van hoge betonnen (prefab) balken kort na mekaar gerepeteerd wordt. Dit met als reden om akoestiek onder controle te houden, om technieken in te verwerken en om het industrieel karakter van de omgeving voelbaar te maken in de ruimtes. De hoofdcirculatie in de grote toren neemt de volledige noordzijde van de toren in en is zo bedacht (aan de hand van deze studiemaquette op schaal 1/50) dat er meerdere parcours kunnen worden bewandeld in de toren en biedt dus een enorme vrijheid aan bezoeker en museumuitbater.
-123-
-124-
-125-
Interieurbeeld vanuit de grote toren (5de verdiep). Dit beeld toont hoe dit bovenste verdiep een dubbelhoge ruimte omvat en dus zou kunnen dienen voor de expositie van grotere attributen of het ophangen van elementen aan de structuur.
-126-
-127-
Plannen
-128-
B
A
B
A
5m 10m
-129-
25m
50m
-130-
A
LIFT
LIFT
B B
LIFT
LIFT
LIFT
LIFT
GOEDERENLIFT KEUKEN
GOEDERENLIFT KEUKEN
1m 2m
5m
Niveau -1
10m
A
-131-
A
LIFT
LIFT
Ø 150
B B
LIFT
LIFT
LIFT
LIFT
GOEDERENLIFT KEUKEN
GOEDERENLIFT KEUKEN
1m 2m
5m
Gelijkvloers
10m
A
-132-
A
LIFT
LIFT
B B
LIFT
LIFT
DEUR DICHT BIJ BRAND
LIFT
LIFT
DEUR OPEN BIJ BRAND
1m 2m
DEUR DICHT BIJ BRAND
5m
Niveau +1
10m
A
-133-
A
B B
DEUR DICHT BIJ BRAND
LIFT
LIFT
1m 2m
DEUR DICHT BIJ BRAND
5m
Niveau +2
10m
A
-134-
A
B B
DEUR DICHT BIJ BRAND
LIFT
LIFT
1m 2m
DEUR DICHT BIJ BRAND
5m
Niveau +3
10m
A
-135-
A
B B
DEUR DICHT BIJ BRAND
LIFT
LIFT
VIDE
1m 2m
DEUR DICHT BIJ BRAND
5m
Niveau +4
10m
A
-136-
A
B B
LIFT
LIFT
VIDE
1m 2m
5m
Niveau +5
10m
A
-137-
A
B B
1m 2m
5m
10m
Dak
A
9850
11000
Snede AA’, genomen doorheen de langsrichting van de noordvleugel en de twee torens, toont hoe de twee torens verbonden worden door de loods. In dat opzicht dat de loods zich op verschillende manieren verhoudt tot de twee torens. Zo is duidelijk te zien dat de nok groeit richting de kleine toren (en dus ook de oude stad) en ermee versmelt. Dit terwijl de loods geen beweging maakt richting de grote expotoren, behalve dan er louter dwars op toekomen. Zo versmelt de grote toren niet met de loods, maar staat ze er duidelijk mee in contrast, analoog met de industrie die in contrast staat met de stad.
-138-
+38.00
EX.
1500
INT.
1050
5200
8200
9700
200
2300
3100
4600
+24.80
3100
4600
+19.90
3100
4600
+15.00
4600
+10.10
3100
3100
12555
3400
4900
+5.20
EX.
4750
0.00
3250
INT.
-5.40
-139-
-140-
Snede BB' schaal 1/50 Gilles Willem
Dwarse snede BB’, genomen door de noordvleugel van de loods, geeft een aantal belangrijke aspecten mee van het ontwerp. Zo toont deze tekening aan hoe de kleine toren doorloopt over verschillende niveaus om deze te bedienen en te voorzien van natuurlijk licht. Ook de veranderende dak structuur, die zich geleidelijk aan aanpast aan de helling van de opening van de kleine toren, wordt hier in perspectief weergegeven. Een belangrijk aspect van de implementering van de technieken was om deze op een subtiele manier te integreren, zonder de zichtbare structuur te verstoren. Zo wordt een verticale wand geplaatst langs de noordzijde van deze vleugel. Deze vertrekt daar waar de knik van het dak zich bevindt om zo de subtiliteit te bekomen in de ruimte. Vervolgens ontstaat door deze ingreep een doorloopruimte die plaats biedt voor allerhande technieken, zoals de ventilatiekanalen, die de ruimte voorziet van verse lucht en vervuilde lucht afvoert.
-141-
Interieurbeeld vanuit de exporuimte in de noordvleugel, kijkend richting de kleine (licht-) toren.
-143-
-144-
Axonometrie van een fragment van de noordvleugel van de loods
-145-
Ruimtes en oppervlakte-inname Niveau -1 Ruimte
Aantal m²
WC Heren WC Dames WC Mindervaliden Herstellingsatelier Archiefruimte Exporuimte A (geen natuurlijk licht) WC Heren (restaurant) WC Dames (restaurant) WC Mindervaliden (restaurant) Afwasruimte (restaurant) Stockage (restaurant) Stockage onderhoudspersoneel Gasmeterlokaal Elektriciteit- en datalokaal Lokaal luchtgroep A Vuilnislokaal Technische ruimte sprinklerintallatie Circulatie kleine toren
18,5 13,4 4,5 110 52 738 30 18 4,5 28 13 7,5 26 36 141 65 200 91 Totaal Totaal + circulatiefactor
1596 2123
Gelijkvloers Ruimte
Aantal m²
Inkomruimte Museumshop Restaurant/Bar Keuken Archiefruimte Exporuimte B Kantoor Administratie WC’s Administratie Kitchenette Administratie Garage logistiek Laagspanningscabine Hoogspanningscabine Toegang logistiek Toegang polyvalente zaal Toegang restaurant
362 73 260 66 52 262 32 8 28 95 15,5 15,5 28 16 21 Totaal Totaal + circulatiefactor -146-
1334 1774
Niveau +1 Ruimte
Aantal m² 656 438 210 45 290
Exporuimte noordvleugel Exporuimte oostvleugel Polyvalente ruimte zuidvleugel Toegang ployvaltente ruimte Exporuimte toren +1 Totaal Totaal + circulatiefactor
1639 2180
Niveau +2 Ruimte
Aantal m² 290
Exporuimte toren +2 Totaal Totaal + circulatiefactor
290 385,7
Niveau +3 Ruimte
Aantal m² 267
Exporuimte toren +3 Totaal Totaal + circulatiefactor
267 355
Niveau +4 Ruimte
Aantal m² 244
Exporuimte toren +4 Totaal Totaal + circulatiefactor
244 324,5
Niveau +5 Ruimte
Aantal m² 230
Exporuimte toren +5
-147-
Totaal Totaal + circulatiefactor
230 305,9
Totaal gebouw
7448,1
Ventilatieberekening + kanalen Type
Publiek S (m2)
#pers
IDA 3 m3/h pp
Debiet m3/h
Luchtsnelh. m/s
A m2
A cm2
Straal cm
Diameter cm
Niveau -1 WC heren WC dames
Afvoer Afvoer
Reparatie Archief Exporuimte
Beide Toevoer Beide
7 5,00
25,00 25,00
175,00 125,00
4 4
0,01 0,01
121,53 86,81
6,22 5,26
12,44 10,52
11,00
330,00 67,60 8856,00
4 4 10
0,02 0,00 0,25
229,17 46,94 2460,00
8,54 3,87 27,99
17,09 7,73 55,98
110,00 52,00 738,00
295,20
30,00 1,30 30,00
369,00
147,60
30,00
4428,00
10
0,12
1230,00
19,79
39,58
92,25
36,90
30,00
1107,00
4
0,08
768,75
15,65
31,29
10,00 5,00
25,00 25,00
250,00 125,00
4 4
0,02 0,01
173,61 86,81
7,44 5,26
14,87 10,52
362,00
120,67
22,00
2654,67
8
0,09
921,76
17,13
34,27
362,00
120,67
22,00
2654,67
8
0,03
307,25
9,89
19,78
120,67
40,22
22,00
884,89
4
0,01
102,42
5,71
11,42
73,50
10,50
30,00
315,00
4
0,02
218,75
8,35
16,69
WC heren restaurant Afvoer WC dames restaurant Afvoer
Niveau 0 Inkom
Toevoer
Museumshop
Toevoer
Restaurant/bar
Beide
73,50
10,50
30,00
315,00
4
0,01
109,38
18,53
37,06
260,00
173,33
30,00
5200,00
4
0,36
3611,11
33,91
67,82
260,00
173,33
30,00
5200,00
4
0,18
1805,56
23,98
47,96
Keuken
Afvoer
65,80
6,58
30,00
197,40
4
0,01
137,08
6,61
13,21
Exporuimte A
Beide
262,50
26,25
30,00
787,50
4
0,05
546,88
13,20
26,39
262,50
26,25
30,00
787,50
4
0,02
182,29
7,62
15,24
32,00
3,20
30,00
96,00
2
0,01
133,33
6,52
13,03
2,00
25,00
50,00
4
0,00
34,72
3,33
6,65
Kantoor administratie Beide WC administratie
Afvoer
Kitchenette admin
Afvoer
28,00
2,80
30,00
84,00
4
0,01
58,33
4,31
8,62
Garage/logistiek
Beide
95,00
0,95
22,00
20,90
4
0,00
14,51
2,15
4,30
Expo vleugel Noord
Beide
336,50
134,60
30,00
4038,00
4
0,28
2804,17
29,88
59,77
362,00
120,67
22,00
2654,67
8
0,03
307,25
9,89
19,78
Expo vleugel Oost
Beide
300,00
120,00
30,00
3600,00
4
0,25
2500,00
28,22
56,43
polyvalent vleugel Zuid Beide
190,00
76,00
30,00
2280,00
4
0,16
1583,33
22,46
44,91
362,00
120,67
22,00
2654,67
8
0,05
460,88
12,12
24,23
Niveau +1
Expo toren
Beide
290
116
30
3480
4
0,241666667
2416,666667
27,74
55,48
290,00
116,00
30,00
3480,00
8
0,06
604,17
13,87
27,74
263
105,2
30
3156
4
0,219166667
2191,666667
26,42
52,84
263,00
105,20
30,00
3156,00
8
0,05
547,92
13,21
26,42
263
105,2
30
3156
4
0,219166667
2191,666667
26,42
52,84
263,00
105,20
30,00
3156,00
8
0,05
547,92
13,21
26,42
263
105,2
30
3156
4
0,219166667
2191,666667
26,42
52,84
263,00
105,20
30,00
3156,00
8
0,05
547,92
13,21
26,42
268
107,2
30
3216
4
0,223333333
2233,333333
26,67
53,34
268,00
107,20
30,00
3216,00
8
0,06
558,33
13,33
26,67
Niveau +2 Expo toren
Beide
Niveau +3 Expo toren
Beide
Niveau +4 Expo toren
Beide
Niveau +5 Expo toren
Beide
Totaal Debiet Luchtgroep A Luchtgroep B
-148-
45416,07 m3/h 23429,67 m3/h 21936,40 m3/h
-149-
A
LIFT
LIFT
B B
LIFT
LIFT
LIFT
LIFT
GOEDERENLIFT KEUKEN
GOEDERENLIFT KEUKEN
1m 2m
5m
Niveau -1
10m
A
-150-
A
LIFT
LIFT
Ø 150
B B
LIFT
LIFT
LIFT
LIFT
GOEDERENLIFT KEUKEN
GOEDERENLIFT KEUKEN
1m 2m
5m
Gelijkvloers
10m
A
-151-
A
LIFT
LIFT
B B
LIFT
LIFT
DEUR DICHT BIJ BRAND
LIFT
LIFT
DEUR OPEN BIJ BRAND
1m 2m
DEUR DICHT BIJ BRAND
5m
Niveau +1
10m
A
-152-
A
B B
DEUR DICHT BIJ BRAND
LIFT
LIFT
1m 2m
DEUR DICHT BIJ BRAND
5m
Niveau +2
10m
A
-153-
A
B B
DEUR DICHT BIJ BRAND
LIFT
LIFT
1m 2m
DEUR DICHT BIJ BRAND
5m
Niveau +3
10m
A
-154-
A
B B
DEUR DICHT BIJ BRAND
LIFT
LIFT
VIDE
1m 2m
DEUR DICHT BIJ BRAND
5m
Niveau +4
10m
A
-155-
A
B B
LIFT
LIFT
VIDE
1m 2m
5m
Niveau +5
10m
A
Eindmaquette op schaal 1/100, volgt de dwarse snede BB’
-156-
-157-
-158-
-159-
-160-
-161-
-162-
-163-
-164-
-165-
-167-