gevormd uit sterrenstof

Page 1


De Bijbeltekst in deze uitgave is, tenzij anders vermeld, ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004.

Gevormd uit sterrenstof Schepping, ontwerp en evolutie Dr. René Fransen ––––––– ISBN-13: 978-90-6353-5476 ISBN-10: 90-6353-5473 ––––––– © 2009 Uitgeverij Medema, Postbus 113, 8170 AC Vaassen Druk: Drukkerij De Groot, Goudriaan Omslag: Patrick Staal, Ede ––––––– All rights reserved. No part of this book may be reproduced in any form without permission in writing from the publisher. ––––––– Internet: www.sterrenstof.info


W

ij kennen Hem door twee middelen. Ten eerste door de schepping, onderhouding, en regering der gehele wereld, overmits deze voor onze ogen is als een schoon boek, in hetwelk alle schepselen, grote en kleine, gelijk als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen, namelijk zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, als de apostel Paulus zegt, Rom. 1:20; welke dingen alle genoegzaam zijn om de mensen te overtuigen, en hun alle onschuld te benemen. Ten tweede geeft Hij Zichzelven ons nog klaarder en volkomener te kennen door zijn heilig en Goddelijk woord, te weten, zoveel als ons van node is in dit leven, tot zijn eer en de zaligheid der zijnen. Artikel 2, Nederlandse Geloofsbelijdenis


Nawoord van de uitgever

D

it is misschien een schrikwekkend boek. Het is zeker een vertrouwenwekkend boek. Schrik wekt het, zo was al te merken in het voorbereidende traject, bij veel christenen omdat ze zich tot dusver veilig voelden binnen de omheining van hun eigen visie op schepping of evolutie. Let op het woordje ‘of’: het één of het ander, beiden konden niet samengaan, zo vonden (en vinden) velen. Vertrouwen wil René Fransen nu juist wekken door dit boek, althans: wantrouwen wegnemen. Hij stelt ons voor een basishouding aan te nemen waarin het wantrouwen aan twee kanten wordt weggenomen. Aan de ene kant: a priori nooit het minste of geringste wantrouwen ten opzichte van de Schrift. Aan de andere kant: niet a priori een houding van wantrouwen ten aanzien van de wetenschap. Nu is dat op zich echt niets nieuws. Sinds lange tijden staat het geformuleerd in artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, dat als volgt luidt: Wij kennen Hem door twee middelen. Ten eerste door de schepping, onderhouding, en regering der gehele wereld, overmits deze voor onze ogen is als een schoon boek, in hetwelk alle schepselen, grote en kleine, gelijk 303


als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen, namelijk zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, als de apostel Paulus zegt, Rom. 1:20; welke dingen alle genoegzaam zijn om de mensen te overtuigen, en hun alle onschuld te benemen. Ten tweede geeft Hij zichzelven ons nog klaarder en volkomener te kennen door zijn heilig en Goddelijk Woord, te weten, zoveel als ons van node is in dit leven, tot zijn eer en de zaligheid der zijnen. De beide boeken, Scheppingsopenbaring en Woordopenbaring, worden door mensen nooit onbevangen gelezen. Onze gedachten zijn niet een tabula rasa (‘schone lei’), zoals de middeleeuwers zeiden. Wij nemen onszelf mee, met al ons hebben en houden, als we de Bijbel en de schepping lezen. De beste keus is maar beginnen met de Bijbel, om te voorkomen dat je al beïnvloedt bent door de wetenschap nog vóórdat je de eerste Bijbelteksten gaat lezen. Laten we eens aannemen dat we nog niets gehoord hebben over de schepping, althans nog niet geluisterd hebben naar de massa van wetenschappers, bij uitstek de ‘lezers’ en vertolkers van de schepping. Beginnen we bij de Schrift. De Schrift

Kort, klip en klaar mag in enkele woorden het standpunt van de auteur genoemd worden: de Schrift heeft een onaantastbaar gezag, omdat God er de inspiratie aan verleent. Wat dat in concreto betekent, kan door de open en ootmoedige lezing van het Woord van God geweten worden. Waar wij assistentie nodig hebben om de verschillende verklarings-opties van een bepaald gedeelte of thema op ons netvlies te krijgen, luis304


teren wij naar theologen. Deze wetenschappelijke theologie moet verlicht zijn door de Geest, en toetsbaar aan de geschreven woorden van God. In de theologie is niet weinig nagedacht over de eerste hoofdstukken van de Bijbel. Er zijn zeker meer dan tien uitleggingsvarianten van Genesis 1 mogelijk, variërend van (in de ogen van de auteur van dit boek) een af te wijzen pantheïsme tot bijvoorbeeld een dag-tijdperktheorie, die hij evenzeer afwijst. (Voor een samenvatting: zie Willem J. Ouweneel, De Schepping van God, Evangelisch Dogmatische Reeks III, p. 38vv.) In dit boek wordt gekozen voor de zg. kaderopvatting. Ze houdt in dat de eerste hoofdstukken van Genesis een bewust literaire compositie zijn, opgebouwd om ons niet het hóe, maar het waaróm van de schepping te tonen. Deze opvatting wordt hier niet in detail uitgewerkt, terwille van de ruimte. Ze is geenszins nieuw, ze staat al te lezen in het vóóroorlogse boek van Noordtzij, Gods Woord en der eeuwen getuigenis (1936). Gezaghebbende auteurs hangen haar aan, zoals de Franse nestor van het calvinisme prof. dr. Henri Blocher, in Engeland o.a. Gordon Wenham, in Nederland dr. N.H. Ridderbos, en recenter: de gereformeerd (vrijgemaakte) emeritus-hoogleraar prof. dr. Jochem Douma en de evangelicale prof. dr. Willem J. Ouweneel. Let wel: ik noem deze namen niet omdat door hun autoriteit de discussie al beslist zou zijn, maar om daarmee duidelijk te maken dat deze visie volstrekt niet in dit boek voor het eerst wordt gelanceerd. Laat me het voorzichtig zeggen: neem rustig en zonder angst de tijd en de openheid om deze andere manier van lezen van het boek Genesis op je te laten inwerken. Als iemand het met Fransen (en mij) eens wordt dat dit de goede manier 305


van lezen van deze fundamentele hoofdstukken is, kan hij of zij vervolgens kennis nemen van de resultaten van het onderzoek van de schepping, en dat zonder bij voorbaat in conflict te moeten komen met wetenschappers die zich tot vertolkers daarvan maken. Want als de kaderopvatting juist is, bevatten deze hoofdstukken geen materiaal dat in strijd is met wetenschappelijke theorievorming zoals die zich bijvoorbeeld voordoet in de evolutiebiologie. Tegen evolutionisten die uit hun wetenschapsonderzoek wel degelijk ongeloofsargumenten destilleren, ten aanzien van het bestaan van God bijvoorbeeld, zal hij of zij wel ernstig bezwaar maken – want zulke mensen treden buiten hun eigen boekje. De wetenschap

De weergave van wat de schepping ons vertelt is vakwerk. Wij komen bijna allemaal onder de indruk van een heldere sterrennacht, de bergen, de bossen, de zeeën, de dierenwereld. Die taal in detail ontcijferen is echter werk voor biologen, geologen, fysici, astronomen enzovoorts. René Fransen is zo’n academisch gevormd bioloog, maar uiteraard is hij slechts één van de duizenden wetenschappers die hun licht hierover laten schijnen. Bij de lezing van het Woord hebben wij de Geest nodig. Bij het ontcijferen van de schepping hebben wij het eveneens nodig door dezelfde Geest verlicht te worden. In de meest extreme situaties van verduistering van mensenharten sluit men de luiken om alle licht van God buiten te sluiten. Die bedoeling om zo’n gods-vrije ruimte te creëren lag niet ten grondslag aan Darwin’s formulering van de evolutieleer in The Origin of Species (1859), maar het is niet voor tweeër306


lei uitleg vatbaar hoe opvolgers in het evolutionisme als o.a. Huxley, Dennett en Dawkins het bestaan van God arrogant en glashard ontkennen. Tegen deze en dergelijke denkers neemt René Fransen onverbloemd stelling. Maar hij wil niet a priori zijn wantrouwen uitspreken tegen de moderne wetenschap, en met name niet tegen zo’n veelomvattend systeem als de evolutionaire wetenschap. Zeker: er zijn ontzettend veel zwakke plekken in het evolutiedenken, maar er zijn ook talloze sterke en stevig onderbouwde elementen in datzelfde denken. Daardoor hoef je je dan als christen niet met de rug tegen de muur te laten duwen, maar integendeel: blijmoedig en vrijmoedig voortgaan, zelfs al heb je nog lang niet alle benodigde antwoorden gevonden. Wat stevig blijft staan

God is de almachtige Schepper, zijn daden dragen Goddelijke autoriteit. Mensen kunnen die daden echter eerbiedig onderzoeken, en dat is een enorm proces waarin wij mensen – concreet: de wetenschappers onder ons – nog láng niet mee klaar zijn. Gods woorden zijn gezaghebbend – maar zonder dat wij precies weten hóe wij daaraan de juiste duiding kunnen geven. Ook met de theologische exegese zijn we nog lang niet klaar. René Fransen staat zonder aarzeling voor de erkenning van beide punten. In de beide laatste hoofdstukken laat hij zich voorzichtig uit over deze terreinen. Wat de uitkomst zal zijn als het wetenschappelijke onderzoek in de komende jaren voortgang vindt (we herinneren ons dat hij bioloog is), daarover pretenteert hij niet alle definitieve antwoorden al in huis te hebben. Wat het resultaat is als het theologisch on307


derzoek voortgaat met de zoektocht naar de waarheid (we weten nog dat hij geen theoloog was), daarover waagt hij zich zelfs niet aan speculaties. Er zijn een aantal dingen die naar zijn idee onopgeefbaar zijn. God als Schepper van hemel en aarde, wezenlijk buiten en boven zijn schepping staande. De mens als beelddrager van God, en de uniciteit van Adam (op welke manier dat ook moet worden opgevat). De zondeval. Gods voortgaande bemoeienis met de regering en onderhouding van zijn schepping. Gods volkomen goedheid. De Bijbel als het gezaghebbende Woord van God. Het beeld dat in de laatste hoofdstukken geschetst wordt, is niet het laatste woord over de hier schetsmatig aangeduide onderwerpen, en dat is ook niet een pretentie die de auteur voert. Onontkoombaar moet echter vaststaan dat God de Schepper is. René Fransen gelooft (net als vele andere evangelicale christenen in Nederland) dat de schepping plaatsvond via een proces van evolutie. Die stellingname – ook wel theïstische evolutie genoemd – deelt hij met veel andere evangelische christenen. Een theïstisch evolutionist is niet een evolutionist die God eigenlijk niet nodig heeft, maar Hem bij het proces van de evolutie passief laat toekijken. In dit boek presenteert de auteur zich in de allereerste plaats als een theïst, een gelovige in de levende en almachtige God, die echter werkt door de processen die wij als evolutionair omschrijven. God is een bewegend en bewogen God. God is juist niet de god van de deïsten, die ervan uitgaan dat Hij eens en voor altijd alles geschapen heeft, en daarna niets meer doet, of hooguit nog alleen onderhoudswerkzaaamheden verricht. De Schepper-God van Wie zowel het Woord als de scheppingsopenbaring spreken, blijft in een grote en machtige 308


activiteit bezig in deze wereld. De achterkant van naspeurbare werkelijkheid is Gods handelen, dat wij nooit echt ten volle wetenschappelijk of theologisch in kaart zullen kunnen brengen. Worsteling

Tenslotte. Het uitgeven van dit boek is een hele worsteling geweest, waarover ik, als uitgever, maar ook als gelovige, eerlijk wil zijn. Lange jaren heb ik veel gezien in de strakke omkadering van een vorm van creationisme. Zelf geen exacte wetenschapper, ben ik al in en vroeg stadium betrokken geraakt bij de Evangelische Hogeschool (jarenlang was ik daar bestuurslid) en bij het tijdschrift Bijbel & Wetenschap, later ELLIPS, respectievelijk als redacteur, een tijdje zelfs als hoofdredacteur, en als uitgever. De discussie in de literatuur heb ik in de populair-wetenschappelijke literatuur gevolgd in de jaren zeventig en tachtig. Daarna onstond er een luwte, in de jaren negentig van de vorige eeuw, maar het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw barst de discussie weer in alle hevigheid los. Eerst rondom Intelligent Design, nu verschuiven de standpunten al weer aanmerkelijk. Is dit een hellend vlak? Daar heb ik me echt wel zorgen over gemaakt. De opkomende vrij-, los- en lichtzinnigheid bij de naoorlogse gereformeerden staat me nog scherp op het netvlies, en je zou er nachtmerries van kunnen krijgen. We hebben het in ons uitgeversteam en zelfs in het bestuur van onze stichting zeer diepgaand over gehad. Wat voor mij de doorslag geeft, is wat ik zou willen noemen het VERITAS-principe, verwijzend naar de naar buiten gerichte denkbeweging die sinds 2007 in Nederland is ge誰ntro309


duceerd, en verwoord in het boek van Kelly Monroe Kullberg, Veritas: geraakt door de waarheid. Dit beginsel houdt in dat de waarheid vrij onderzocht mag worden, zonder angstige omheiningen. We hoeven nergens bang voor te zijn: alle waarheid is van God. Van kakkerlakken tot kometen, van druivenvliegjes tot de Andromedanevel, van schepping tot een door God geleid evolutieproces mag alles voorwerp worden van onderzoek. Als we daarin maar eerbiedig én moedig onze gedachten onderwerpen aan onze God, en eerlijk de confrontatie met de Schrift, de wetenschap en met onszelf aandurven. Die eerlijkheid omvat zowel het onder ogen zien van wetenschappelijke data, als het eerlijk onder ogen zien van de feilbaarheid van alle vormen van uitleg van de eerste hoofdstukken van Genesis. Maar ook: het eerlijk onder ogen zien van onze angsten die samenhangen met de onzekerheid wanneer een letterlijk-historische uitleg bevraagd wordt (want, denken we dan: hoe weet je dan nog wat er wél betrouwbaar is?). Dit boek moet niet gezien worden als een soort ‘oplossing voor alle problemen’, maar als bijdrage aan de noodzakelijke discussie hierover. Noodzakelijk omdat we niet willen meewerken aan simplificering door alles te omarmen wat de wetenschap beweert bewezen te hebben, maar ook niet aan simplificering door de openbaring in de schepping weg te gooien omdat we geen weg weten met de uitlegkundige problemen. De lezer leze. Vaassen, december 2008 Henk P. Medema

310


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.