Cornelis Nieuwland
Haven- en schepenfotografie Rotterdam 1905-1930
2
3
De unieke havenen schepenfotografie van Cornelis Nieuwland (1882-1967) door Frits Gierstberg
Traditie en vernieuwing Schepen op zee en in de haven hebben altijd tot de verbeelding gesproken van zowel de gewone burger aan wal als van schilders en fotografen. Schepen zijn symbolen van vrijheid, van het leven in verre oorden en van avontuur. Hun grootte en vorm, de vaak onzichtbare en daardoor geheimzinnige lading, de soms wonderlijke namen en hun exotische herkomst prikkelen tot op de dag van vandaag de fantasie van velen. Wie daarvoor gevoelig is, kan zijn of haar hart ophalen in de haven van Rotterdam: door een bezoek nu of met terugwerkende kracht via het werk van de vele fotografen die er werkzaam zijn geweest. De foto’s van Cornelis Nieuwland zijn in dit verband een mooi voorbeeld. Deze fotograaf was aan het begin van de vorige eeuw in de Maasstad en met name op Katendrecht actief. Een deel van zijn unieke archief is door de belangstelling en inspanningen van één enthousiaste schependocumentalist bewaard gebleven. In vroeger tijden beeldden schilders schepen af die bij stormachtig weer op volle zee de elementen trotseerden. De schepen op hun schilderijen stonden symbool voor de nietigheid van de mens tegenover Gods machtige schepping. Maar ook waren er schilders die in opdracht van de eigenaren die schepen portretteerden, met gehesen zeilen en in vol ornaat. Andere beeldden in olieverf complete historische zeeslagen uit. De maritieme schilderkunst is een artistiek genre op zich, dat zich in de tweede helft van de negentiende eeuw ook binnen de fotografie ontwikkelde. Maar fotografen waren niet geïnteresseerd in zeeslagen of impressies van schoeners op volle zee - onderwerpen die zich ook lastig lieten fotograferen. Zij richtten hun belangstelling veeleer op de moderne kant van de maritieme wereld, zoals de nieuwste stoomschepen en de mechanisering van de haven.
6
7
56
57
60
61
94
95
96
97
Omslag
Het ertsschip GRÄNGESBERG (1903) van de Rotterdamse rederij Wm. H. Müller en Co had veertien masten voor het snel laden en lossen van de lading. In 1916 verkocht aan de HollandAmerika Lijn en herdoopt in Beukelsdijk. In 1923 op de rotsen gelopen en verloren gegaan. Maashaven, ca. 1910-1914
Pagina 22/23
Pagina 36/37
Pagina 50/51
Het driemaster volschip BARMEN (1891), eigendom van Schröder, Hölken & Fischer te Hamburg. Rijnhaven, na 1918
De KNIRPS (1880) werd in Le Havre gebouwd voor Friedrich Krupp te Essen. Dit bedrijf had ook een kantoor in Rotterdam. Vanaf 1921 opgenomen in de vloot van Thomsen’s Havenbedrijf onder de naam Inspecteur. Nieuwe Maas, voor 1921
Landverhuizers aan dek van een schip van de Uranium Line. Nieuwe Waterweg, z.j.
Pagina 24
Pagina 2/3
De sleepboot Stella (1892) van de Internationale Sleepdienst Maatschappij trekt een lichter met bootwerkers ter hoogte van de Willemskade. Nieuwe Maas, voor 1917 Pagina 4/5
Voor de Parkkade liggen de sleepboten DORDRECHT (1912), WIELDRECHT en BARENDRECHT (1907). Allen van de heer Maarschalkerwaard die ze inbracht in de Stoomsleepdienst Volharding te Rotterdam. Nieuwe Maas, 1916 Pagina 25
De motorzeetjalk JANTJE (1909) ter hoogte van de Parkkade. Nieuwe Maas, z.j.
Pagina 38/39
Met een van de eerste laadbruggen van Thomsen’s Havenbedrijf wordt de lading van het Zweedse vrachtschip HAAKON (1907) overgeladen in een binnenvaartschip. In 1917 werd het vrachtschip getorpedeerd door een Duitse onderzeeboot. Maashaven, ca. 1911-1912
Het Duitse driemaster volschip BARMEN (1891) wordt de Rijnhaven uitgesleept. Nieuwe Maas, na 1918
Pagina 40/41
De stoomsleepboot CONSOLIDATION (1911) werd door de Rotterdamse werf P. Smit Jr. in opdracht van de Steenkolen-Handelsvereeniging gebouwd. Nieuwe Maas, 1920
Graanelevatoren zuigen de lading uit het ruim van het Britse vrachtschip RIO COLORADO (1903). Het stoomschip is in 1917 gezonken door een mijn van een Duitse onderzeeboot voor de monding van de rivier de Tyne in Groot-Brittannië. Rijnhaven, z.j.
Pagina 6
Pagina 28/29
Pagina 42
De ENGINEERING (1895) van Wilton werd vooral gebruikt voor het in- en uitdokken van schepen op de eigen scheepswerf. De sleepboot trekt de bok Titan, die een havenkraan gaat afleveren. Rijnhaven, z.j.
De POLITIE II was het eerste door stoom aangedreven vaartuig van de Rotterdamse rivierpolitie. Het vaartuig had een eigen radioverbinding met het politiebureau in de Parkhaven. Nieuw Maas, z.j.
De NEPTUN werd als Alpha (1896) gebouwd en in 1900 aangekocht door de Internationale Sleepvaart Maatschappij. De sleepboot trekt een kolentransporteur en werd in 1921 gesloopt. Nieuwe Maas, z.j.
Pagina 14/15
Pagina 30
Pagina 43
De sleepboot MERCURIUS (1899) van Thomsen’s Havenbedrijf brengt bootwerkers naar een locatie voor het lossen of laden van een schip. Nieuwe Maas, z.j.
Met een drijvende kolentransporteur wordt een lading uit het vrachtschip WAALHAVEN (1916) overgezet in een binnenvaartschip. z.j.
Pagina 31
Sleepboot TITAN (1906) kwam van de scheepswerf Gebr. Jonker te Kinderdijk. Vanaf 1912 eigendom van de Internationale Sleepdienst Maatschappij en in 1914 verkocht aan Rusland. Linker Veerdam, Katendrecht, ca. 1912-1914
De DOKWERKEN kwam in 1881 van de helling bij Diepeveen, Lels & Smit te Kinderdijk voor rekening van de Gemeente Rotterdam. Het vaartuig met de open stuurhut en het liggende stuurwiel werd ingezet voor diverse werkzaamheden. Nieuwe Maas, z.j.
Pagina 32/33
Pagina 46/47
Een onbekend Brits stoomjacht. Nieuwe Waterweg, z.j.
De Principe Di Piemonte (1907) werd in 1914 gekocht door de Uranium Line en werd de PRINCIPELLO. Het schip had accommodatie voor zestig passagiers in de tweede klasse en negentienhonderd passagiers in de derde klasse. In 1917 werd het schip voor de Ierse kust door een Duitse torpedo tot zinken gebracht. Maashaven, 1914
Het Noorderhoofd van de Nieuwe Waterweg. Hoek van Holland, z.j. Pagina 16/17
Een zeetjalk in de monding van de Nieuwe Waterweg. Hoek van Holland, z.j. Pagina 18
Stoomvrachtschip HOLLAND liep in 1923 van de helling bij de Scheepsbouw-Maatschappij Nieuwe Waterweg in Schiedam. Het schip voer vooral als kustvaarder in Oost-Afrika. In 1950 verkocht en als Border gesloopt in 1964 in Durban (ZuidAfrika). Hoek van Holland, z.j. Pagina 19
Het stoomraderschip KONINGIN WILHELMINA (1895) op reis vanuit Vlissingen met 49 passagiers en een bemanning van 52 personen liep in juli 1916 op een Duitse mijn bij het lichtschip Noord-Hinder voor de Zeeuwse kust. Nieuwe Waterweg, z.j. Pagina 20/21
Het vrachtschip ALKAID (1910) van Van Nievelt, Goudriaan & Co te Rotterdam. Het schip is vergaan tijdens een zware storm in 1926 bij Newfoundland in Canada. Nieuwe Maas, z.j. 124
Pagina 34
De LUNA (1885) van de Internationale Sleepdienst Maatschappij sleept hier de Graanelevator 3. Maashaven, z.j. Pagina 35
De havensleepboot TRITON (1900) werd gebouwd bij Wilton’s Machinefabriek en Scheepwerf in Rotterdam. De bijna twintig meter lange stoomsleper trekt hier de forse sleepkast Heinrich. Nieuwe Maas, z.j.
De Russische EKATERINA werd gebouwd als het Engelse stoomschip Mavis (1911). Op 16 september 1913 had het schip op de Nieuwe Waterweg een aanvaring met de Colmar en zonk. Na berging werd het schip opgeknapt en als EKATERINA verkocht aan een rederij in Riga. 1914 Pagina 54/55
Via een havenspoor kwamen landverhuizers aan bij de Uranium Line in Katendrecht. Deze fotoansicht verkocht Nieuwland aan de emigranten kort voor de Campanella naar de USA vertrok. Brede Hilledijk/Katendrecht, ca. 1910-1914
Pagina 26/27
Pagina 52/53
Pagina 56
Het mailschip BALOERAN (1929) van de Rotterdamsche Lloyd werd op de werf van de Maatschappij Fijenoord te Rotterdam gebouwd. Na 1940 werd het schip gevorderd en ingericht, waarna het in 1943 door Britse vliegtuigen voor IJmuiden tot zinken werd gebracht. Nieuwe Waterweg, z.j. Pagina 57
Het vrachtschip Themisto (1928) van Hudig & Veder uit Rotterdam werd gebouwd door Scheepsbouw-Maatschappij Nieuwe Waterweg in Schiedam en in 1963 als Spetsai Navigator gesloopt in Split (Joegoslavië). Nieuwe Waterweg, z.j. Pagina 58/59
Pagina 44/45
Pagina 48/49
De rangeermachine HSM 918 van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij was zeer geschikt voor de bochtige havensporen in Rotterdam. Brede Hilledijk, voor 1923
125
Het vrachtschip ALKAID (1910) van Van Nievelt, Goudriaan & Co uit Rotterdam. In 1926 vergaat het schip tijdens een zware storm ten oosten van Newfoundland. De bemanning wordt gered door het Duitse stoomschip Westphalia. Nieuwe Waterweg, z.j. Pagina 6o
Hr. Ms. torpedoboot Tangka (1903) werd gebouwd op de scheepswerf van Maatschappij Fijenoord te Rotterdam. Het 47 meter lange schip had 25 bemanningsleden en ruimte voor 40 ton cardiffkolen en werd in 1919 uit de vaart genomen. Nieuwe Waterweg, z.j. Pagina 61
De sleepboot ALEIDA JOHANNA II (1913) werd gebouwd bij de Arnhemsche Stoomsleephelling Maatschappij voor rekening van Boomkens & Co te Rotterdam. Oorspronkelijk was de sleper bedoeld voor de Rijnvaart, maar in de Eerste Wereldoorlog heeft ze ook als zeesleper dienst gedaan. Nieuwe Waterweg, ca. 1914-1918
Ruim duizend glasplaatnegatieven van haven- en schepenfotograaf Cornelis Nieuwland (1882-1967) zijn bij toeval bewaard gebleven. In zijn tijd was Nieuwland voor zover bekend de enige schepenfotograaf in Rotterdam. Hij woonde en werkte in de Rotterdamse havenwijk Katendrecht en fotografeerde tussen 1905 en 1930 vanaf de kades en vanuit een motorboot de snel uitdijende en levendige Rotterdamse haven. In opdracht van havenbedrijven en rederijen fotografeerde hij duizenden schepen uit alle windstreken en in allerlei soorten en maten: sleepboten, zeetjalken, graanelevatoren, stoomvracht-, rader- en zeilschepen met vaak onzichtbare en daardoor geheimzinnige lading en wonderlijke scheepsnamen als Fyglia of Tapperheten. De herontdekte foto’s van Nieuwland vormen een belangrijk historisch archief voor kenners en liefhebbers van de Rotterdamse haven en het maritieme erfgoed. Zijn opnamen hebben een uitzonderlijke fotografische kwaliteit en naarmate de tijd voortschrijdt, spreken ze steeds sterker tot de verbeelding.
w w w. u i t g eve r i j d i a f r a g m a . n l