GLAMCULT // ISSUE 1 // FEB 2012

Page 1

FREE Issue 1, Februari 2012 Jaargang 9

Glamcult Independent Style Paper

“Nothing is as stable as change”




PALLADIUM BLANC COLLECTION L AUNCHING

2.indd 1

SPRING

2012


Since 1947, Palladium has been making boots for exploration – first for the French Foreign Legion and now relaunched for modern day explorers.

W W W. PA L L A D I U M B O O T S . C O M 10/01/2012 18:15


Issue 1

Cult

Update

Platform

Berton Hasebe

Visual Essays

8

Philippe Vogelenzang Meinke Klein

12

Festival

Interviews

Laura van Dolron Dearhunter Tim Hamilton Ellen Rogers Eleanor Amoroso Lana Del Rey Peaking Lights King Charles

5 Days Off

14 16 18 24 28 30 32 34

Update

Film Albums Stuff

Plus

36 42 48 51 53 54

Colofon Uitgever Hoofdredacteur Rogier Vlaming rogier@glamcult.com

Grafisch Ontwerp Glamcult Studio: Isabelle Vaverka Suzie Wempe

Chef- en Eindredactie Joline Platje joline@glamcult.com

Sales Sarah Johanna Eskens sarah@glamcult.com

Redactie Mode Steffie Henderson steffie@glamcult.com

Aan deze editie werkten mee: Anna Nita, Dorothy Vrielink, Eveline Schram, Lisa Whittle, Matthijs van Burg, Natasja Admiraal, Niels Wiese, Sandy Hayes, Tara Vierbergen, Vanessa Groenewegen

Redactie Film Maricke Nieuwdorp maricke@glamcult.com Creative Director Rogier Vlaming Art Director Marline Bakker marline@glamcultstudio.com

Fotografen David Schulze, David Sessions, Meinke Klein, Nicole Nodman, Philippe Vogelenzang, Pim Top, Robin de Puy, Shawn Brackbill

Cover Fotografie: Philippe Vogelenzang, Unit C.M.A. Styling: Thomas Vermeer, Unit C.M.A. Haar & make-up: Lydia Le Loux voor M.A.C., House of Orange Assistent fotografie: Merce Wouthuysen Assistent styling: Sarah Van Vliet Model: Nina Aurore, Ulla Models Top: Individuals Nothing is as stable as change   —   B ob Dylan Uitgever Glamcult Studio B.V. Postbus 14535 1001 LA Amsterdam T 020 419 41 32 F 020 419 66 54 info@glamcult.com www.glamcult.com

6

Distributie JAM Pers en Communicatie Cream PR Opgave en vragen over abonnementen Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900  -   A BOLAND of 0900  -   2 26 52 63 (€ 0,10 per minuut) Fax 0251 31 04 05 www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementsprijs bedraagt € 37 per jaar (10 nummers). Abonnementen binnen Europa € 59,50, buiten Europa € 79,50 per jaar. Een abonnement kan bij iedere editie in­g aan; het wordt afgesloten voor minimaal een jaar en wordt stilzwij­g end

verlengd tot wederopzegging. Opzeggingen dienen schriftelijk uiterlijk 6 weken voor het aflopen van de abonnementsperiode in bezit van Abonnementenland te zijn. Adreswijzigingen uiterlijk drie weken vooraf schriftelijk doorgeven aan Abonnementenland. Prijswijzigingen voorbehouden. © Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en /of vermenigvuldigd zonder de schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrechthebbenden. De uitgever is niet verantwoordelijk voor schade opgelopen door onjuiste verwerking in het blad. Glamcult, ISSN 1874  -   1 932



Cult

3

1

Alicia Freksa, Dunja  —   B ack, Hôtel Neuilly, 2011

Cellule no 3 (Prototype), 1992

2

Absalon

Alicia Freksa

Maarten Alexander X Rul3rs

4

Edgar Leciejewski, Gallerie Parotta Contemporary Art

Foto: Steven Shapiro, Warhol and Entourage, Collectie Hugo en Carla Brown

5

Art & OBJECT Rotterdam Collecting Warhol’s World

1

De biografie van kunstenaar Absalon, vernoemd naar de rebellerende lievelingszoon van Koning David, leest als een prozaïsch mysterie met een abrupt einde. In zijn korte leven leidde Absalon een no­m adisch bestaan dat zich vertaald heeft naar zijn Celulles—witte architec­to­ nische bouwsels, waaruit duidelijk zijn fascinatie voor geometrie en menselijke handelingen blijkt. Het dwangmatige karakter van de neutrale, witte, eenpersoonskoepels verbeeldt de behoefte van de kunstenaar zich af te schermen van het chaotische dagelijks leven. De overzichtstentoonstelling, waar de Celulles een belangrijk onderdeel van vormen, is overgenomen van het KW Institute for Contemporary Art in Berlijn en is vanaf februari te zien in Museum Boijmans van Beuningen.   11 feb t/m 13 mei, Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam www.boijmans.nl

2

Iedere eerste vrijdag van de maand in­ tro­­d u­ceert VOID het werk van een jonge kun­s te­n aar tijdens een get together in hun galerie aan de Ferdinand Bolstraat. Verwacht geen elitaire bedoening; het doel is om een podium te bieden aan opkomend talent en een plek te creëren waar kunst tegen een betaal­b are prijs te koop is. Begin februari is het de beurt aan het duo Maarten Alexander en Rul3rs. Fotograaf Maarten Alexander zoekt in zijn werk naar verstilling, en maakt bij voor­ keur portretten met een modische inslag. Middels reli­g ieuze en andere ico­n ische symbolen in zijn illustraties zoekt Rul3rs naar een manier om de confrontatie met de toeschouwer aan te gaan. Een sa­m en­ werking was voor beide een logisch gevolg na het zien van elkaars werk. Hun eerste serie portretten siert een muur van 300 m2 in Rotterdam en werd meteen wereld­w ijd door blogs op­g epikt. Als het aan de twee ligt, is dit echter pas het begin en zien we hun werk straks in openbare ruimtes over de hele wereld opduiken.

3

Alicia Freksa is pas 22 jaar oud, maar heeft toch al meerdere editorials (voor onder andere Alexis Magazine), en erg mo­ deverantwoorde series op haar n­ aam staan. Van deze serie springt voor­a l Hôtel Neuilly 2011 in het oog. Het model van deze serie, Dunja, is een franse mode­ ontwerper, van wie Alicia in 2010 haar uni­ seks collectie fotografeerde. “Sindsdien was ik ontzettend onder de indruk van haar uiterlijk”, aldus Alicia. En om die reden maakte zij een jaar later een serie van Dunja zelf. Deze affectie, of fascinatie, die Alicia met haar modellen kan hebben, is ook in de rest van haar werk terug te vinden. In de serie Ana & Lucien is de Duitse fotograaf bij­voor­b eeld van mening dat de schoonheid van model Ana beter tot zijn recht komt wanneer zij beweegt, en maakte naast de serie, daarom ook een video van haar. Alicia is nu in zowel Berlijn als München, hard aan het werk aan een nog indrukwekkender portfolio.   www.aliciafreksa.com

3 feb, 18.00  -   2 3.00, void amsterdam www.void-amsterdam.com www.maartenalexander.com www.cargocollective.com/rul3rs

4

In februari is de Wilhelminakade in Rot­ter­ dam the place to be voor kunst- en de­ signliefhebbers. In de vertrekhal van de Holland Amerika Lijn vindt dan een vijfdaagse beurs plaats die ruimte biedt aan 75 zowel ge­re­n ommeerde als nieuwe kunstgaleries uit binnen- en buitenland. Deze editie is er voor het eerst in de be­ nedenhal van Art Rotterdam een new art section ingericht. Hier mogen 15 jonge kunstgaleries tegen een vrien­d en­­­­prijsje hun favoriete opkomende kun­s tenaar presenteren. Op diezelfde tijd vindt enkele meters hier vandaan, in Las Palmas, OBJECT Rotterdam plaats, een designbeurs waar werken worden ge­toond uit verschillen de designdis­c i­p lines, zoals crafts, architec­ tuur, beeldende kunst en  —   n atuurlijk  —  design. Voor het publiek bestaat hier de mogelijkheid om naast het bewonderen van de objecten, deel te nemen aan de cursus My First Design Collection. Daarnaast zijn er verschillende ontwerpers en galeriehouders aan het woord, en is er dagelijks gelegen­h eid om te discussiëren over de Rotterdam Designprijs. 9 t/m 12 feb, Cruise Terminal & Las Palmas Rotterdam, www.artrotterdam.nl www.objectrotterdam.nl

8

5

Foto’s door Andy Warhol en foto’s van Andy Warhol. De Kunsthal Rotterdam pre­ sen­­teert in februari en maart de ten­toon­ stelling Warhol’s World, foto’s uit de collectie Cobra to Contemporary. Te zien is werk van de blonde legende als fotograaf èn beeld waarop de toupet­d ra­­­ ger zelf figureert. In zijn studio The Factory maakte hij aan de lopende band zeefdrukken van zijn super­s tars. Samen met het werk van Billy Name—de huisfotograaf van The Factory—,  e n andere ­fotografen uit die tijd, geeft de expo­­s itie een tijdsbeeld van de New Yorkse under­ ground scene. Op dat toneel dansten Debby Harry, Edie Sedgewick en de rest van Warhols entourage. Tot Warhol werd neergeschoten en de muziek een stukje zachter ging. De foto’s zijn afkomstig uit de particuliere collec­t ie From Cobra to Contem­p orary van Hugo en Carla Brown. Samen verzamelden zij bijna duizend werken vanaf de Cobrabeweging tot het heden.   4 feb t/m 1 apr, De Kunsthal Rotterdam www.kunsthal.nl


Cult

6

8

Kusama posing in Aggregation: One Thousand Boats Show Gertrude Stein Gallery, New York 1963 © Yayoi Kusama Studios Inc.

7

Serie Imprints 1, New York, 2011

Yayoi Kusama

James Loveday

Dusdin Condren

9

Foto: Rob Velker, Collectie Personatus, 2011

Deborah Turbeville: The Fashion Pictures, Rizolli New York, 2011

10

Jonathan Christopher

Deborah Turbeville

6

Voor iedereen die Yayoi Kusama in 2010 gemist heeft in Museum Boijmans Van Beuningen is er gelukkig de komende maanden mogelijkheid op een herkansing niet heel ver van huis. Tate Modern in Londen exposeert een omvangrijk overzicht van het werk van de Japanse kunste­n aar en laat de toeschouwer kennis maken met een groot gedeelte van haar breed georiënteerde oeuvre. Vooral bekend vanwege haar gebruik van stippeltjespatronen, bleef de 82-jarige Kusama zichzelf ont­w ikkelen en maakte zich de afgelopen decennia een veelvoud aan disciplines eigen zoals film-, schilder-, teken- en beeld­­h ouw­ kunst. In de internationale kunstwereld maakte zij vooral furore met haar ruimtevullende installaties, waarin de bezoeker wordt omgeven door duizenden kleurrijke, kleine, opgevulde objecten. Deze tentoonstelling is niet alleen een must voor iedereen die Kusama’s werk nog niet kent, maar zeker ook voor liefhebbers; in deze tentoonstelling is naast oud, ook nieuw werk opgenomen.

7

Zonder opleiding in fotografie, maar wel met een diploma geschiedenis op zak, begon James Loveday assistentie te verlenen aan fotografen in Londen en New York. Na drie jaar vond hij het genoeg geweest en besloot hij zich alleen nog maar te richten op zijn eigen foto­ grafie. Hij schiet mode en portretten van muzikanten, maar lijkt in zijn manier van werken niet veel onderscheid te maken tussen beide disciplines. Zijn mode­ shoots hebben de sfeer van bandfotografie, en omgekeerd laat hij echte bandleden weer als modellen poseren. Naast zijn werk in opdracht, voert Loveday ook eigen projecten uit. Hij deed onderzoek naar de mensen die Craigs­ list gebruiken  —   e en online netwerk waarop iedereen naar believen oproep­j es kan plaatsen  — ,  e n fotografeerde weken­ lang in Guatemala op een vuilnisbelt. www.jamesloveday.com

8

De Amerikaanse fotograaf Dusdin Condren is de afgelopen drie jaar druk bezig geweest met mode- en portretfotografie, maar heeft hiervoor geen enkele vorm van opleiding gevolgd. Sterker nog, hij heeft film en literatuur gestudeerd en behaalde zijn master in Russische literatuur. Dusdin zelf ziet wel parallellen: “Mijn richting was het modernisme uit de 20e eeuw, dus futurisme, constructivisme, theater en fine art. Ik denk dat dit zeker terug te zien is in mijn werk.” Imprints 1 is een fashion shoot die hij heeft gedaan samen met modeontwerper SHIN voor haar spring/summer 2012 collectie. Voor deze serie heeft hij zich laten inspireren door artiesten uit de 20e eeuw, zoals Man Ray en Rodchenko. Daarnaast heeft hij zich verdiept in het werk van hedendaagse fotografen, zoals Moriyama en Giacomelli. Het resultaat hiervan is een rauwe, mysterieuze serie, waarbij de grens tussen de ontwerp­kunsten van Shin en de fotografie-skills van Dusdin op een bijzondere manier is vervaagd.

9

De korrelige structuur van een nostalgische en ogenschijnlijk aangetaste foto omhelst de kaft van haar laatste fotoboek, dat een visuele samenvatting is van het fotografisch genre dat Deborah Turbeville zich eigen heeft gemaakt. Sterk schaduw-lichtspel, verhalende com­­ posities met verwijzingen naar de semiotiek van de schilderkunst, en het gebruik van analoge fototechnieken ken­m erken het werk van de voor­m alige mo­d e­ redac­teur. Het boek, door Deborah zelf samengesteld, is het eerste retro­­s pec­­t ief van haar werk dat wordt in­g e­l eid door de huidige redacteur van de Italiaanse Vogue. De redactie van het boek wordt uitgebreid met stukken van curator Nancy Hall-Duncan, die uitweidt over Turbevilles visie van eeuwige schoonheid. www.deborahturbeville.com

10

In zijn werk verkent Jonathan Christopher graag de meer macabere zijde van de mensheid. De mannenmodeontwerper laat zich bijvoorbeeld inspireren door de jacht of het ontleden van mensen en dieren. Ook het spelen met gender is een terugkerend onderwerp in zijn werk. Zo ook voor zijn laatste collectie Personatus. Hij doet dit onder andere door een vrouwelijk ontwerp te vervaardigen uit een mannelijke stof. Ambachtelijke handwerk­technieken zijn duidelijk zichtbaar in zijn collecties; handgeweven stoffen, macramé accessoires en handbedrukte prints kenmerken zijn werk. Jonathan studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Tijdens zijn studie deed hij ervaring op bij de Nederlandse ontwerper Francisco van Benthum. Na zijn bachelor behaalde hij zijn master in Fashion Design aan ArtEZ in Arnhem. Met de collectie Personatus werd hij door Marc Jacobs geselecteerd als één van de vijf finalisten voor de ‘Designer for Tomorrow 2011’-com­p e­t itie in Berlijn.

www.dusdincondren.com 9 feb t/m 5 jun, Tate Modern www.tate.org.uk/modern

www.jonathanchristopher.nl

9

Gc Update


Cult

11

City of Shadows, St. Petersburg, Vasileostrovskaya Metrostation (biedt dagelijks aan 400.000 arbeiders als enig station toegang tot het industrieterrein), 1992  -   1 994

Door Tara Vierbergen

11

Alexey Titarenko

10

De objecten die hij vastlegt, zijn zelden meer dan een waas  —   e en spoor van een verblekende herinnering. Hiermee creëert Alexey Titarenko een prikkel­ ende tweedeling in zijn werk die enerzijds anoniem is, maar tegelijkertijd vertrouwd voelt. Vergankelijkheid bestaat niet binnen de fotografie van Titarenko. Het gegeven dat fotografie het middel zou zijn om een beslissend moment vast te leggen, en de vaardigheid van een fotograaf enkel ligt in de mogelijkheid dit moment zo perfect mogelijk te grijpen, frustreert Titarenko. Zijn foto’s zijn niet zomaar bevroren beelden die vergeleken kunnen worden met trends binnen de kunst. Als je zijn foto’s op die manier benadert, ga je voorbij aan het feit dat de essentie van hun bestaan in het verleden ligt. Zijn tijdloze, spookachtige beelden roepen herinneringen op van zowel heden als verleden, ter­­­­wijl een ogenschijnlijk andere dimensie wordt betreden. Om tot dit resultaat te komen, hanteert Titarenko een extreem lange sluitertijd die hem al vanaf zijn achtste levensjaar intrigeert. Gewapend met zijn allereerste Komsomolets camera trok hij als jongeman St. Petersburg in, waar hij in 1962 werd geboren. Tijdens het fotograferen gaat Titarenko zeer zorgvuldig te werk, niets wordt aan het toeval overgelaten om die juiste emotie te vangen. Een dicht­ gevroren Neva, rook die langzaam opstijgt uit vervallen schoorstenen, een bleke winterzon. Eenmaal geschoten volgt er een enorme inspanning om het materiaal af te drukken. Door de tech­ nieken die hij gebruikt, krijgt elk beeld pas vorm nadat het is afgedrukt waar­b ij de fotograaf zich laat gelden als meester in het creëren van after effects. Gewapend met kwast, penseel en spons brengt de man discrete nuances aan in licht en schaduw. Veel van Titarenko’s beeldma­te­r iaal vindt zijn herkomst in de diepe geschiedenis van de stad waarin de fotograaf opgroeide, het voormali­g e Leningrad van communist Leonid Brezjnev. Zijn ouders hadden het niet bepaald breed. Er werd een krap appartement gedeeld met oma en de zus van zijn moeder. Opdat zoon Alexey zo weinig mogelijk tot last zou zijn in de vroege ochtend, leerden zijn ouders hem op 5-jarige leeftijd lezen. Van­d aag de dag gelden de vele boeken die hij las, van schrijvers als Fjodor Dostojevski en Aleksandr Solzjenitsyn, als grote in­s piratiebron voor zijn werk. Zelf bestempelt hij de foto’s die hij vast­l egt graag als op zichzelf staande romans waarvan het thema on­veran­d erd blijft: de Russische geschie­ denis van de twintigste eeuw, waarin een oneindige serie tragedies van verbijs­ terende omstandigheden plaatsvond.

Of dit nu de oorlogen betreft, de hongersnoden of de zogenaamde pe­r i­o den van fragiele vrede, deze schrijnende situaties hebben het karakter van de inwoners van Rusland gevormd. De aaneen­s cha­k eling van emoties die dit tot gevolg had, komt in Titarenko’s werk sterk naar voren. In 1978 werd de Rus op 16-jarige leeftijd het jongste lid van Zerkalo—een bekend fotografiegezelschap uit het toenmalige Leningrad—, en beleefde hij datzelfde jaar nog zijn eerste solo expositie. Omdat deze creatieve activiteiten geen verband hielden met Sovjet-propa­ ganda, diende de kans voor Titarenko om een publiekelijk artiest te worden zich pas aan op het hoogtepunt van de Perestrojka in 1989. In Ligovka 99—een expositieruimte die los stond van iedere communistische ideologie—maakte hij met zijn expositie Nomenclature of Signs zijn werk voor iedereen toegankelijk. Titarenko behaalde in 1983 zijn master in fine arts aan het Leningrad Institute of Culture (nu St.Petersburg State Uni­ versity of Culture and Arts). De eerste serie waar­m ee de fotograaf erkenning en roem verwierf, was City of Shadows die hij maakte na Nomenclature of Signs. Titarenko realiseerde zich plotseling dat hij al lange tijd worstelde met een zekere leegte, waardoor zijn creatieve impulsen het risico liepen zich vast te klampen aan ideeën die er niet langer toe deden. Terwijl Titarenko de Russische burgers gadesloeg, bemerkte hij dat zij, volgens hem, langzaamaan veranderden van in­ dividuele wezens in het resultaat van een misdadig regime; de mensen transfor­­ meerden van een glimlachend en ge­l uk­k ig uitziend volk in zwervende schaduwen. Destijds werd eigenwijsheid niet geduld en vreesde men continu voor eigen leven. De jonge fotograaf kwam tot het besef dat hij het lijden en de wanhoop van de mensen in zijn stad wilde uitdrukken. Het beoogde doel dat Titarenko met de ‘peopleghosts’ die in zijn foto’s te zien zijn heeft, is de kijker werkelijk te laten voelen hoe het er in communistisch Rusland aan toe ging. www.alexeytitarenko.com

Gc Update


live to work ork tto live work

www.wolverine-footwear.com


Berton Hasebe in zijn appartment in New York Lettervormen die in een robot én in een 3D diamantenpuzzle veranderen Ingegraveerde steen, gemaakt tijdens de master opleiding Type and Media aan de KABK Berton Hasebes boekencollectie Spread van een letterproef van Platform, ontworpen door Berton Hasebe en zijn vriendin Hyo Kwon

Door Suzie Wempe & Isabelle Vaverka Fotografie: Shawn Brackbill

Berton Hasebe De gerestylede Glamcult heeft een nieuw lettertype: Platform! De letter is pas een jaar oud en werd ontworpen door typograaf Berton Hasebe. Onze eigen grafisch ontwerpers interviewden de man en vroe­gen hem naar zijn grote voor­beelden en inspiratiebronnen.

Kun je iets vertellen over je achtergrond? Ik ben opgegroeid op Hawaï en ben naar Los Angeles verhuisd om grafisch ontwerp te studeren aan het Otis College of Art and Design. Na vijf jaar in LA verhuis­ de ik naar Nederland voor het Type and Media-programma aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag. In 2008 ben ik afgestudeerd en sindsdien werk ik in New York bij het ontwerpbureau Commercial Type. Hoe belangrijk was creativiteit in je jeugd? Mijn ouders zaten niet echt in de crea­ tieve wereld. Gelukkig zorgden ze er wel voor dat ik meedeed aan veel artistieke activiteiten. Op de middelbare school had ik de mogelijkheid om veel kunst­­vak­ ken te volgen. Ik heb het grootste deel van mijn leven dus veel creativiteit om me heen gehad. Als kind tekende ik op onze computer pixel voor pixel in Paint. Interesse in lettertypes had ik toen nog niet echt, maar de toewijding en het geduld dat je hiervoor nodig hebt wel. Waarom heb je ervoor gekozen om typograaf te worden? Na een tijdje kwam ik erachter dat het grootste deel van mijn werk als grafisch ontwerper typografisch was. Hierdoor ontstond het idee om de lettertypes voor mijn werk zelf te gaan ontwerpen. Ik vond de geschiedenis, diepte en complexiteit van letters ontwerpen interessant, en ik was geïntrigeerd door de normen waaraan een lettertype moest voldoen om als ‘origineel’ of ‘goed’ te worden beschouwd. Door mezelf in te schrijven voor het Type and Mediaprogramma aan de KABK kreeg ik de mogelijkheid me een jaar lang slechts op type design te richten. Dit is een re­latief klein veld—vergeleken bij andere kunstvormen—dus ik had niet verwacht een fulltime typograaf te worden na mijn afstuderen. Gelukkig kreeg ik een contract bij Commercial Type. Het ontwerpen van lettertypes is een behoorlijk precies werkje. Ben je weleens je geduld verloren? Zeker weten! Ik denk dat er een flinke dosis obsessie nodig is voor dit werk. Ik ben zwaar neurotisch over de details in mijn ontwerpen. Ik wil zo veel mogelijk controle hebben over ieder onderdeel van het project. Daarom was het ook een logisch gevolg dat ik mijn eigen lettertypes ben gaan ontwerpen. Er kan soms ongelooflijk veel werk gaan zitten in het publiceren van een lettertype. Een van de meest intense fases hiervan is de tekenspatiëring, waarbij je op zoek gaat naar exact de juiste afstand tussen elke letter. Tegen het eind heb je dui­ zenden tekenspaties van elke afzonder­ lijke stijl. Behoorlijk uitputtend.

12

Wat is het concept achter Platform? Platform komt voort uit mijn interesse in het dogmatisch karakter van modernistische geometrische lettertypes. Bepaalde aspecten hiervan gingen namelijk in tegen alles wat ik als typograaf had geleerd. Ik besloot deze tegenstellingen te gebruiken. Dit heeft als gevolg dat de letters van Platform onconventionele verhoudingen hebben en er een bepaald systeem toegepast moest worden om de letters toch naast elkaar te laten passen. De hoofdletters van Platform zijn gebaseerd op modernistische Nederlandse en Duitse schreefloze letters, maar zijn ook beïnvloed door klassieke Romeinse inscripties.

stijl heb, maar wat betreft lettertypes ben ik vooral geïnteresseerd in de warmte en imperfectie ervan. Hierdoor vind ik dat dingen vaak interessanter en menselijker worden. Ik blijf mezelf de vraag stellen of iets interessanter wordt door een imperfectie of simpelweg onbruikbaar.

Hoe lang heb je erover gedaan Platform te ontwerpen? Ik werkte er niet fulltime aan, maar het hele proces bij elkaar duurde ongeveer een jaar.

Welk advies zou je mensen geven die een carrière als typograaf ambiëren? Het kan erg moeilijk zijn om de stap te maken naar typografie. Ik denk dat het noodzakelijk is om veel geduld te hebben en te begrijpen dat het jaren kan duren voordat je daadwerkelijk iets zal produceren dat echt origineel is en een bepaald niveau van vakmanschap heeft. Ik denk dat het internet het heel makkelijk heeft gemaakt om dingen in een heel vroeg stadium te publiceren. Soms is er dan nog niet genoeg tijd aan besteed en behoeft het nog enige herzieningen. In dat licht raad ik aan om geduldig en selectief te zijn, voordat je werk publiceert.

Hoe ziet een normale werkdag er voor jou uit? Ik werk vooral aan projecten voor klanten van Commercial Type, die op zoek zijn naar een exclusief lettertype voor hun ont­ werp. Ik besteed ook veel tijd aan het uitbreiden van bestaande lettertypes, zodat deze opnieuw kunnen worden uit­ gebracht via Commercial Type. Eén dag per week werk ik aan persoonlijke projecten, en in die tijd werkte ik aan Platform. Wat is het mooiste aspect van je werk? Het zien van de toepassing van mijn let­ ter­t ypes. Het is vaak verrassend om te zien hoe ze opnieuw tot leven komen, wanneer ze gebruikt worden door an­ dere ontwerpers. En dat ze voor zoveel meer dingen gebruikt kunnen worden dan dat ik me in eerste instantie kon voorstellen. Waar komt het idee voor een nieuw lettertype meestal vandaan? Over het algemeen komt een nieuw lettertype niet alleen voort uit interesse in een bepaalde vorm, maar vooral uit de functie die het zou kunnen dienen. Ik denk dat het belangrijk is om bij te houden wat er op het gebied van grafisch ontwerp allemaal gaande is. Door te kijken wat anderen doen met lettertypes, zie ik ook beter wat ik zelf allemaal met andere vormen van typografie zou kunnen doen. Ik moet me hierop blijven richten om origineel en nuttig werk voor andere ontwerpers te maken. Is je persoonlijkheid terug te zien in je ontwerpen? Ik denk zeker dat mijn ontwerpen een weerspiegeling zijn van mijn persoonlijkheid, of het nu gaat om mijn grafische ont­ werpen of een soort lettertype. Ik weet niet of ik een duidelijke persoonlijke

Op wat voor manier stimuleert New York je creativiteit? Ik vind New York geweldig, omdat je continu tegen interessante dingen aanloopt in plaats van dat je ze zelf op moet zoeken. Het is hier zo makkelijk om naar een opening te gaan, of om iets te doen te hebben, simpelweg omdat er zoveel creatieve mensen om je heen zijn.

Welke ontwikkelingen heb je als grafisch ontwerper doorgemaakt de afgelopen jaren? Mijn eerste lettertype—Alda—heb ik zo ontworpen dat ik het kon gebruiken in mijn werk als grafisch ontwerper. Sinds ik voor Commercial Type werk en fulltime lettertypes ontwerp, ontwerp ik deze zo dat ze juist door andere grafisch ontwerpers gebruikt kunnen worden. Op welk moment in je carrière ben je het meest trots? Ik ben het meest trots op de twee laatste lettertypes die ik heb uitgebracht. Het is één ding om een nieuw lettertype te beginnen, maar het gehele proces dat volgt om het ont­w erp af te krijgen, vergt vervolgens ontzettend veel tijd. Ik ben er trots op dat ik dit bij beide lettertypes heb volgehouden. Welke droom wil je nog vervullen? Er zijn meerdere lettertypegenres waar ik nog mee aan het werk wil als typograaf. In deze zin heb ik dus nog genoeg lange­ termijnprojecten te vervullen. Helvetica, Times of Courier? Times. www.bertonhasebe.com

Gc Platform


Interviews

14 Laura van Dolron stuit steeds weer op haar diepe geloof in het goede

16 Dearhunter: “Ik zie mezelf niet als kunstenaar”

18 Tim Hamilton vervolgt zijn American Dream in Europa 28 Eleanor Amoroso showt haar macramé ontwerpen tijdens de Modefabriek

24 Ellen Rogers: “De dood is een van mijn muzen”

30 Een onzekere Lana Del Rey dealt met de keerzijde van succes

34 De excentrieke King Charles blijkt in een gesprek net zo uniek te zijn als op het podium 13


Door Joline Platje Fotografie: Pim Top

Laura van Dolron Laura Van Dolron omschrijft zichzelf als stand-up philosopher. Ze vindt eigenlijk dat ze niet helemaal thuishoort in de theaterwereld, maar is blij dat ze er toch een plekje heeft gekregen. In haar shows geeft ze met humor en mededogen haar mening over menselijke gedragingen, en gaat de idealist pur sang in gesprek met haar favoriete zwartkijkers, zoals Jean-Paul Sartre, Henry David Thoreau en Lars von Trier.

In tijden als deze is het fijn als er mensen zijn die goed over dingen nadenken en toch hoop bieden. Mensen die een ander geluid laten horen dan het gros van de denkers en steeds tot de con­­clusie komen dat er wel licht aan het einde van de tunnel is. Mensen die hun idealen niet laten varen. Laura is zo iemand: “Het is dubbel omdat ik niet geloof in vooruitgangsdenken, het toe­w erken naar een perfecte wereld. Maar ik kan wel bijzonder teleurge­s teld zijn als mensen onaardig blijken te zijn, of als het mensen niet lukt om tot elkaar te komen. Dan stuit ik steeds weer op mijn eigen diepe geloof in het goede. Als zoiets gebeurt, kan ik echt in de war of in paniek raken. Ik ga er eigenlijk altijd vanuit dat dingen goed zijn en goed komen. Die basis­aan­n ame maakt natuurlijk een idealist van me. Ik heb trouwens wel gehoord dat cynische mensen dichter bij de waarheid zitten, tenminste dat zeggen ze zelf altijd. Ik denk dan natuurlijk weer dat je die ook een beetje zelf maakt. Maar eerlijk is eerlijk, zij schatten toekomstige gebeurtenissen vaak wel realistischer in.” Laura neemt een hapje van het oatmeal cookie dat ze heeft besteld in het bageltentje waar ze graag haar ontbijt haalt, en vervolgt: “Ik ga wel graag met pessimisten om. Ik vind ze vaak erg sexy. Als klein meisje was ik echt een mega idealist! Maar toen ik als tiener jongens en brommers ontdekte, ontwikkelde ik een tweede stem. Ik kan heel goed met nihilisten door één deur, omdat ik wel de taalkundigheid en de humor heb om met hen mee te gaan. Diep vanbinnen denk

ik dan stiekem: ‘Ja, ja…. Uiteindelijk komt het wel goed.’ Ik kan die humor goed als gereedschap inzetten. Ik kàn wel zwart zijn. Als ik me daar­van bedien, geeft dat heel veel troost.” Hoewel Laura graag ‘moeilijke’ on­ derwerpen bespreekt, liggen haar voor­­ stellingen nooit zwaar op de maag. De manier waarop zij filosofie benadert, heeft iets luchtigs en werkt verlichtend, maar daarom niet minder gewichtig. Er zijn niet veel mensen die deze combinatie tot een succes weten te maken. “Mijn allergrootste held is Bill Hicks, een Amerikaanse stand-up come­d ian. Hij heeft heel dui­d elijk die darkness, maar hij heeft ook spirituele ambities. Dat zie je in de in de cabaret­ wereld natuur­l ijk heel weinig. Freek De Jonge heeft een tijdje bij de Bhagwan gezeten. Toen hij in kostuum het podium opkwam, begon ie­­d ereen te lachen, omdat ze dachten dat het een act was.” Laura’s ideeën zullen niet zo snel op zo’n manier worden wegge­l achen. Ondanks dat Laura veel grapjes maakt, is ze natuurlijk geen cabaretier. Vaak weet ze zelf van tevoren ook niet pre­c ies waar de mensen om zullen lachen en schrijft ze haar voorstellingen niet met punchlines in haar achterhoofd. “Ik denk dat mijn verhalen sowieso wel grappig zijn, omdat ik op een bepaalde manier hard voor mezelf ben. Dat is voor vrouwen, volgens mij, vrij uitzonderlijk. Ik denk dat vrouwen minder snel zichzelf naar beneden halen, omdat ze in de basis kwets­b aar­d er zijn dan mannen en vaker het onderspit delven. Het is gewoon nog steeds een mannenwereld waar we in leven en daardoor kunnen mannen het zich makkelijker veroorloven om zichzelf helemaal af te

maken. Het is vaak wel fijn dat mensen om sommige dingen moeten lachen. Als je je allerverdrietigste verhalen vertelt en mensen moeten lachen, dan betekent dat eigenlijk dat ze heel veel vertrouwen in je hebben. Het zou pas erg zijn als iedereen vol medelijden in de zaal zou zitten. Ik gooi namelijk echt mijn vuile ondergoed op het podium. Alles is zeer autobiografisch.” Het lijkt misschien onbegrijpelijk, maar soms zijn er toch mensen die een voor­s telling minder geslaagd vinden. “Ik ben er inmiddels vrij bedreven in geworden om de mensen die in het café een kritiekgezicht trekken een beetje te ont­ lopen. Er zijn weleens mensen die vinden dat ik mijn eigen ideeën teveel redigeer. Als ik iets stel, beweer ik namelijk vaak gelijk weer het tegenovergestelde. Hierdoor dek je jezelf natuurlijk een beetje in. Maar er zijn ook mensen die het te eerlijk vinden, te navelstaarderig eigenlijk. Als ik kritiek krijg, zit het meestal in die hoek. Ik denk dan altijd: ‘Ja, jij kan gewoon niet onder ogen zien dat je zelf ook zo bent.’ Ik denk dat dat mensen zijn die met dezelf­ de dingen worstelen, maar dit niet willen erkennen. Soms vinden mensen het ook te moralistisch. En dan wordt het woord moralisme vaak als scheldwoord gebruikt, terwijl ik dat op zich een neutraal woord vind. Ik bedoel, Hitler was een moralist, maar Martin Luther King ook. Als iemand zegt dat iets moralistisch is, dan kijken ze er vaak bij met een gezicht dat zegt: ‘En dat is erg!’ Maar ik beschouw het mee­s tal als constatering of als compliment. Sommige mensen vonden mijn laatste voorstelling ook clichématig. Maar ja, die was dan ook op het boeddhisme geënt. Ik bedoel, het cliché is onlosmakelijk

14

verbonden met die spirituele waarheden. Als iemand daar dan iets over zegt, krijg ik zin om een voorstelling te maken die ‘Cliché’s’ heet. Kritiek genereert vaak dus ook veel inspiratie.” Laura’s werk kenmerkt zich door dit optimisme. Een ander belangrijk onderdeel van haar teksten is het continu nuanceren van stellingen en aannames. “Als ik iets in een scène aanval, vind ik dat ik iets anders ook moet verdedigen. Cabaretiers maken vaak grappen, maar daar kun je dan niet uit destilleren: ‘Wat dan wel?’ Ik probeer me altijd af te vragen waarom ik boos wordt om iets. Dat is dan omdat iets wat ik wel de moeite waard vind, niet de ruimte krijgt of gerespecteerd wordt. Uiteindelijk vind ik niks echt stom, omdat ik overal de keerzijde van probeer te vinden. Iedereen heeft overlappingen, want met iedereen deel je eigenschappen. Vaak vind je de mensen met wie je je vervelende eigenschappen deelt het stomst. Ik pro­ beer altijd met compassie te kijken. Ik denk heel veel na en voer de hele dag dialogen met mezelf. Steeds als ik een stelling inneem, onderzoek ik daarvan de andere kant. Zo werkt mijn denken. Het boed­ dhisme biedt een fijne tegenhanger voor deze eigenschap. Het is voor iemand als ik heel gezond om ook het lichaam te laten spreken en daar naar te luisteren. Mijn werk daalt ook steeds meer af van het hoofd naar het hart; ik ben minder op zoek naar slim­m igheden. Ik wil eigenlijk kijken hoe je voorbij die intelligentie komt.” www.lauravandolron.com

Gc Interview


Samsøe & Samsøe x Traplite x Jimmy Birdy: fashion-meetsmusic-meets-art. Samsøe & Samsøe is recent een samenwerking aangegaan met twee bekende Deense artiesten en lanceert hierbij een limited edition T-shirt collectie voor dames en heren. De collectie is geïnspireerd op de muziek van DJ Traplite en gevisualiseerd door kunstenaar Jimmy Birdy. De T-shirt lijn is vanaf eind januari te koop bij Spoiled, Amsterdam. 26 Januari is de lancering van deze samenwerking. Bij dit event komen kunst, muziek en mode samen in een inspirerende omgeving. DJ Traplite wordt ingevlogen voor een gig, en er is een expositie met het werk van Jimmy Birdy. De collectie is daarna nog tot en met zondag 5 februari te koop bij Spoiled.

De gehele opbrengst van de T-shirt verkoop zal worden gedoneerd aan Get it Done. Donderdag 26 januari ,  17:00 tot 20:00 uur Spoiled, Wolvenstraat 19, Amsterdam www.samsoe.com www.getitdone.org


Warrior, inkt op papier, 2011

Door Natasja Admiraal Illustraties: Dearhunter

Dearhunter

16


Rorschach Cloud, digitale print op papier, 2011

Dearhunter Met haar vrije werk begeeft Hanneke Van Leeuwen alias Dearhunter zich op het snijvlak van illustratie, mode en kunst. Geïnspireerd door vrouwelijke vormen, structuren uit de natuur, sjamanisme en memo­ rabilia is het resultaat verfijnd maar met een rauw randje. “Mensen denken weleens dat mijn werk door een man gemaakt is.”

Een mensenlichaam met een paardenhoofd of een opengesperde dierenbek. Een vogel met een gepluimde sergeantshelm op zijn kop en bijbehorende strepen in zijn vacht. Of een hert gewapend met twee geweren: de Dear Hunter. Dieren gedragen zich menselijk en mensfiguren nemen juist dierlijke vormen aan in de schilderijen en illustraties van Hanneke van Leeuwen. Ze is gefascineerd door het thema jacht. Niet de sport zelf, maar het gevoel eromheen en de jachttrofeeën, van hertenkoppen tot aan geweien. Ik ontmoet haar bij de bijzondere fashion store van Margreeth Olsthoorn in een van de leukste straten van Rotterdam: de Witte de Withstraat. Op de begane grond hangen mode-items uit de collecties van Hussein Chalayan, Ann-Sofie Back, Henrik Vibskov en Maison Martin Margiela. De benedenverdieping staat in het teken van een expositie van Dearhunter. Hanneke van Leeuwen schuift de enige stoel in deze ruimte naar me toe, en neemt zelf genoegen met een keukentrapje. “Ik kom niet uit een typisch kunstenaarsgezin”, vertelt ze wanneer ik vraag naar haar achtergrond. Haar vader is juist heel analytisch ingesteld. Misschien heeft ze de creativiteit wel van haar opa, die glazenier was en dus gespecialiseerd in het maken van glas-in-lood ramen. Hoe dan ook, ze besluit illustratie te gaan studeren aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. “Tijdens mijn opleiding heb ik deelgenomen aan een uitwisselingsproject van een half jaar met de University

of Art and Design Helsinki. Ik wilde even helemaal weg uit Nederland”, legt Hanneke uit. “En inspirerend was het; de mensen, de muziek en het Scandinavisch design dat heel clean is zonder veel versiering.” Na haar studie maakt ze een tijdlang deel uit van het collectief Transister samen met Nelleke Boerkoel. Hoewel het duo goed op elkaar is ingespeeld en ze met hun modische rock ’n roll stijl geregeld redactionele opdrachten binnen­ halen, besluit Hanneke uiteindelijk toch om solo te gaan. “Nu ik zelfstandig werk, kan ik meer trouw zijn aan mijn eigen stijl. In tegenstelling tot vroeger werk ik de laatste tijd voornamelijk in zwart-wit. Vertrek­p unt is meestal de collages die ik maak als voorstudies voor het echte werk. Als ik tevreden ben over de compositie, dan werk ik dit later uit met inkt. Meestal ben ik met meerdere objecten tegelijk bezig, uren achter elkaar. Sommige werken nemen rustig een paar weken in beslag.” Voor de allerfijnste lijntjes gebruikt Hanneke Oost-Indische inkt en een kwast met slechts één haar. Om de gelaagdheid in haar werk te verkrijgen gebruikt ze water, veel water. Nadelig hieraan zijn de bobbels in het papier tegen de tijd dat het af is. Daar heeft ze inmiddels een oplossing voor gevonden: het papier wordt op het einde gewalst bij een lijstenmakerij. Haar intuïtieve werkwijze resulteert in scherpe beelden die nog altijd mo­d isch, maar in een bepaald opzicht ook vervreemdend zijn. “Ik haal veel inspiratie

uit mensfiguren en verzamel vintage en mooie structuren afkomstig uit de natuur.” Dat laatste komt duidelijk naar voren in haar portrettenreeks For We Are Beasts, waarbij krachtige gezichten zijn omgeven door een duister web van veren, schubben, haar, stekels en hier en daar een vrouwen­ been. Een serie waarin een vleugje sjamanisme doorschemert. Sierlijkheid zonder dat het lieflijk wordt. “Mensen die mij niet kennen denken vaak dat mijn werk door een man gemaakt is.” Naast memorabilia is Hanneke ge­fascineerd door natuurboeken en calei­d os­copen. Twee elementen die mooi sa­m en­komen in een wandtekening bij Margreeth Olsthoorn van grote bloemkoolwolken die gespiegeld een volledig symmetrisch beeld opleveren. Dearhunter exposeert daarnaast ook een hand­ gemaakte modecollectie met sieraden, tassen met prints van haar illustraties, epauletten met lange slierten in verf gedoopte stof en kledingstukken met grillig gebleekte structuren of een gebrande zoom. Hanneke: “Ideeën heb ik genoeg, maar doordat ik geen modeopleiding heb gevolgd ben ik technisch niet optimaal onderlegd. Om mijn techniek te verbeteren volg ik nu een coupeusecursus aan een snijschool.” Op de vraag wat ze doet om haar werk aan de man te brengen, antwoordt ze: “Dat is iets waar ik nog wel aan moet werken, ik ben beslist geen goede verkoper! Ik vind dat ook het minst leuke gedeelte van mijn vak, al hoort het

17

er nu eenmaal bij. Toch lukt het aardig doordat ik veel deelneem aan exposities, evenementen en vintage markten waar ik mijn kaartjes weggeef.” Zo exposeerde ze onlangs bij Void in Amsterdam en bij Popjugend in ’s Hertogenbosch. Zelf bezoekt ze ook geregeld tentoonstellingen van andere kunstenaars. “Ik was laatst bij een expositie van Louise Bourgeois in Den Haag en vond haar werk ongelofelijk inspirerend. Verder zijn magazines en internet belangrijke bronnen voor me en geeft de muziek van Patti Smith en The National een goede energie. Ik hou er ook van om rommelmarkten af te struinen op zoek naar gekke attributen. Zo heb ik thuis een hele verzameling hondenbeeldjes! En ik heb een zwak voor Tirol: de kleder­d rachten, de souvenirs… Waar dat vandaan komt, zou ik eerlijk gezegd niet weten.” Hoewel haar werk raakvlakken heeft met mode, illustraties en beeldende kunst noemt Hanneke van Leeuwen zichzelf geen kunstenaar. “Mijn werk bevat nooit een zware boodschap of kritische noot naar de maatschappij, ik streef er eerder naar de kijker te verrassen met mooie beelden. Om die reden zie ik mezelf niet als kunstenaar, maar als illustrator die het vak met veel vrijheid en vanuit een breed kader benadert.” www.dearhunter.nl

Gc Interview


Door Steffie Henderson Fotografie: David Schulze

Alle kleding: Tim Hamilton Redux autumn / winter 2011

Tim Hamilton

18


Tim Hamilton Na Amerika, is ontwerper Tim Hamilton hard op weg ook Europa te veroveren. Traditionele work­wear en sportieve invloeden vormen de basis voor zijn street smart tailoring. Dat zijn eerste collecties door de pers werden om­ schre­ven als ‘preppy’, nam Hamilton hen niet bepaald in dank af: “Ik heb een hekel aan dat woord; het staat voor alles waar ik tegen ben.” 19

Gc Interview


Tim Hamilton

Het verhaal van ontwerper Tim Hamilton klinkt vrij romantisch: een jongen uit een klein plaatsje in Iowa groeit op in een middenklasse gezin als jongste van zeven kinderen. Hij studeert aan de universiteit, maar droomt van een carrière als modeontwerper of acteur. Op zijn twintigste vertrekt hij voor een week naar Miami, maar belandt uiteindelijk in New York om er nooit meer weg te gaan. Terwijl hij als verkoper in de Ralph Lauren winkel werkt, wordt hij ‘ontdekt’ door de hoofdontwerpers, en krijgt hij een stageplek aangeboden bij het ontwerpteam. Drie maanden later wordt hij aangenomen als vaste ontwerper. Ontwerpen leert hij voor het grootste deel in de praktijk, maar in de avonduren studeert hij bij aan de Parsons New School of Design. Hij werkt na Ralph Lauren voor J.Crew en start uiteindelijk zijn eigen label. “Ik besef me goed dat ik veel geluk heb gehad in het begin”, vertelt Hamilton. “Waar ik opgroeide was niet veel te beleven. Juist omdat we zo afgeschermd leefden ging ik automatisch op zoek naar iets grootschaligers. Ik ben altijd heel visueel ingesteld geweest, en fotografie en mode bleken voor mij de perfecte uitlaatklep.” Na zijn afstuderen aan de Universiteit van Iowa weet hij dan ook niet hoe snel hij er moet vertrekken. “Toen ik naar Miami ging, had ik geen idee wat ik wilde. Iets met mode of acteren, maar ik wist niet op

welke manier.” Het antwoord kwam vrij snel. Tijdens—wat bedoeld was als—een korte stop in New York viel zijn oog op een vacature in de krant voor verkoper bij Ralph Lauren en besloot hij te solliciteren: “Ik ben niet opgegroeid met dat soort merken. Ik hoorde nooit bij de preppy league op school, dus ik was een beetje geïntimideerd. Maar de winkel stond bekend als een coole downtown con­ ceptstore. Ik werd meteen aangenomen.” Hij werkte er een jaar. “Door te werken in de retail kreeg ik een goed idee van de lifestyle en heritage van Ralph Lauren. Het was een geweldige tijd waarin ik veel heb geleerd en gereisd. Het bracht comfort en zekerheid in mijn leven.” Hamilton raakte bevriend met de hoofdontwerpers van het merk, die regelmatig in de winkel langskwamen. Ze waren onder de indruk van de stijl van Hamilton. “Het was rond de post grunge tijd, en ik was helemaal into flanellen shirts en denim; een beetje workwear-achtig.” Ze boden hem een stageplek aan in het ontwerpteam en Hamilton bleek talent te hebben. Na drie maanden was hij vast ontwerper. Het ontwerpen leerde hij zichzelf voor het grootste gedeelte aan, en daarnaast vulde hij zijn kennis aan met cursussen aan de gerenom­m eerde Parsons New School of Design. Na jaren ervaring te hebben op­g e­ daan bij grote Amerikaanse merken als

Ralph Lauren en J.Crew, besloot Hamilton in 2006 zijn eigen label op te richten. “Een droom die ik altijd heb gehad sinds ik begon met ontwerpen. Ik had alleen geen idee op welke schaal.” Lachend zegt hij: “Toen ik jonger was, hoopte ik hooguit op een lijn met T-shirts!” Na zijn vertrek bij J.Crew besloot Hamilton een capsule collectie van tien stuks uit te brengen, om te zien hoe de pers zou reageren. Het bleek een succes. “Dat heeft zeker deuren geopend. Het werken bij grote bedrijven gaat heel gestructureerd. Je werkt in grote teams en alles is supergoed geregeld. Je leeft en werkt in een bepaalde bubble. Als je van daaruit een eigen label begint, weet je niet wat je overkomt.” Hamilton pre­s enteerde zijn eerste twee seizoenen met bescheiden presentaties tijdens Fashion Week in New York. “Ik dacht in geen miljoen jaar dat ik ooit een show zou kunnen geven. J.Crew gaf nooit shows en bij Ralph Lauren stond het showas­­­pect ver af van het ontwerp­ proces. Ik heb daar dus nooit veel van meegekregen. Een presentatie leek mij de perfecte manier om je collectie te presenteren zonder teveel hoopla eromheen. Plus, als jonge ontwerper wilde ik ook niet te agressief uit de hoek komen. Ik wilde me eerst bewijzen, mijn plek verdienen.” Inmiddels draait het label al een paar jaar succesvol mee en werkt Hamilton samen met onder andere

20

brillenmerk Linda Farrow, warenhuis Bergdorf Goodman en kan hij verschillende kunstenaars op zijn naam schrijven. In 2009 werd zijn visie beloond toen hij de toonaangevende CFDA/Swarovski Award voor emerging menswear designer won. Terwijl Hamilton in zijn begintijd met een paar stagiairs vanuit zijn piepkleine appar­tement in New York werkte, is hij inmiddels neergestreken in Chelsea. “We zijn nog steeds met een klein groepje, niet meer dan tien mensen. Het creatieve team bestaat uit mijzelf en een paar stagiairs uit Europa en Japan. Mijn zus staat aan het hoofd van de zakelijke kant.” In 2009 maakte Hamilton op uitno­ di­g ing van het Franse Fashion Syndicate zijn debuut tijdens Paris Men’s Fashion Week. Hij werd hiermee de eerste Amerikaanse ontwerper met een mannenshow in de modestad. “Dat was heel uitzon­ derlijk en natuurlijk een grote eer. Daar kon ik geen nee tegen zeggen.” Toen hij een seizoen later besloot zijn eerste vrouwencollectie ook in Parijs te showen, waren de reacties gemengd. In een review van zijn show op style.com werd het een mysterie genoemd waarom hij zijn debuut zou willen maken in Parijs, en werd gesteld dat hij eerst tijd had moeten steken in het opbouwen van het DNA van zijn merk voor hij zijn plek in de modewereld probeerde te veroveren. Hamilton blijft nuchter onder dat soort kritiek. “Voor mij voelde het heel


Tim Hamilton

21

Gc Interview


Tim Hamilton

22


Tim Hamilton

logisch. Ik heb nooit zomaar een label gewild dat braaf tussen alle anderen past. Ik wil een stem op een meer globale manier. Waarom niet je horizon verbreden? Waarom niet showen in Parijs als je de kans krijgt?” De verschillen tussen beide steden spreken hem juist aan. “Parijs is natuurlijk de crème de la crème wat shows betreft. Er is veel meer druk, maar ook een ander soort waardering. Je wordt uitgedaagd om buiten de hokjes te denken en je fantasie achterna te gaan. In New York heersen andere verwachtingen. Het is veel zakelijker; inkopers en editors hebben veel meer inspraak.” Een ontwerper waar Hamilton graag een voorbeeld aan neemt als het aankomt op het leiden van een label is Rei Kawakubo. “Ik heb altijd bewondering gehad voor ontwerpers die zorgen voor verandering, die hun eigen regels maken. Zij is daar het perfecte voorbeeld van. Ze heeft een goedlopend label en blijft tegelijkertijd op een bepaalde manier tegendraads. Het is een slimme manier van het ontwikkelen van een creatieve geest.” Een terugkerend aspect in de collecties van Hamilton is militaire invloeden. “Dit komt voornamelijk van mijn vader vandaan. Hij is een oudgediende van de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast zijn mili­ taire invloeden natuurlijk een vast gegeven in de mannenmode. Denk maar aan een chino, een blazer of een parka. De versies

zijn ontelbaar.” Waar zijn vrouwen- en mannenlijn de eerste seizoenen nog vrij ver van elkaar afstonden, vloeien ze de laatste jaren steeds meer in elkaar over. “In het begin wilde ik per se dat er een verschil was. Ik had mijn ouders als voorbeeld. Mijn mannenbeeld was gebaseerd op mijn vader; klassiek Amerikaans. Mijn moeder daarentegen was nogal fashion forward, zeker in Iowa. Ze droeg veel zwart, kant en op de jaren ’60 geïnspi­reer­ de dingen. Ze was zich bewust van wat er zich in de wereld afspeelde, ze was ge­­­ in­teresseerd in kunst en gaf dansles. Mijn eerste collectie was een hommage aan haar; donker en vrouwelijk.” Door de jaren heen zijn de collecties steeds meer samen gaan smelten. Inmiddels presenteert Hamilton zijn beide collecties tegelijkertijd. “Voor mij is het belangrijk dat de com­ binatie van die twee werkt. Ik vertaal een hoop vanuit de mannencollectie door naar die voor vrouwen. Dat androgyne kan juist heel vrouwelijk zijn.” Het startpunt van een nieuwe collectie is waar Hamilton het meest plezier aan beleeft: “Als ik geweldige stoffen zie, weet ik al meteen waarvoor ik ze wil gebruiken. Als ik de stoffen heb uitgezocht, begin ik met het op papier zetten van mijn eerste gedachtes. Dat groeit weer uit tot een kleurenpallet, en daaruit ontwikkelen automatisch de details van de stukken. Het ontwerpproces is uiteraard wat ik het

leukste vind om te doen. Jammer genoeg gaat er niet de meeste tijd naar uit. Er zijn helaas teveel andere crappy factors die erbij komen kijken als je een eigen label hebt.” In 2009 vulde Hamilton zijn eerste lijn aan met een tweede: Redux. Gebaseerd op knitwear en outerwear, biedt de lijn geen basics, maar “greatest hits”, zoals de ontwerper het zelf liever noemt. “Het gaat heel goed, de Redux-lijn is inmiddels zelfs groter dan de main collectie.” Voor autumn/winter 2011 werkte de ontwerper veel met laagjes: zware gebreide truien over buttoned-up shirts, klassiekers als de trenchcoat en high waisted broeken. Waar hij in het begin van zijn carrière door de pers vaker werd vergeleken met Amerikaanse mannenmodeontwerpers als Thom Browne en Michael Bastian, wordt steeds duidelijker dat Hamilton geleidelijk aan een meer Europese richting uitgaat. De hoofdcollectie voor A/W 11 is geïnspireerd op het werk van de Amerikaanse kunstenaar Ross Bleckner, die bekend staat om zijn grote abstracte schilderijen met prints die aan bloemen doen denken. Hamilton ver­taalde een groot deel van de inspiratie naar abstrac­te bloemenprints op T-shirts, coltruien, blazers en broeken. Spelen met proporties is kenmerkend voor de ont­w erper; oversized trenchcoats worden afgewisseld met hoogwater broeken en lange geprinte coltruien met korte jasjes.

23

Naast de meer standout pieces zijn er ook wat klassiekere stukken zoals perfect gesneden leren jasjes en ribbroeken. Eyecatchers zijn de grove leren schoenen met koperen platform zool. Voor spring/ summer 2012 ging Hamilton een samenwerking aan met een andere conceptuele kunstenaar, de Amerikaan Seth Price. “We voelden ons beiden door elkaars werk aangetrokken. Ik heb me vooral laten inspireren door zijn serie Vintage Bomber waarbij bomberjacks vacuüm geseald worden en zo abstracte voorwerpen lijken te worden.” Samen creëerden ze een futuristisch ogende collectie vol uniseks stukken. Denk naast bomberjacks aan poncho’s, anoraks en leren shorts in een monochroom palet van zwart, wit, nude en blauw. Met een grote expositie in juni (waar hij helaas nog niets over kan zeggen) en een show tijdens New York Fashion Week in februari in het vooruitzicht, is het vast een gekkenhuis in de studio. “Ik heb nog geen idee wat ik ga doen. Wat zeg je? Nog acht weken? Is het echt? My God!”, reageert hij met een knipoog. www.timhamilton.com

Gc Interview


Foto uit de serie Garrison, 9 feb ’09

Door Joline Platje Fotografie: Ellen Rogers

Ellen Rogers

24


Ellen Rogers Vanaf het moment dat Glamcult kennis maakte met de Engelse Ellen Rogers, zijn we betoverd door het mysterieuze werk van de fotograaf. Haar vrouwelijk en vintage uitziende foto’s ademen een sinistere sfeer, en het is juist deze combinatie die haar werk zo interessant maakt. De jonge vrouwen die ze portretteert zijn verleidelijk mooi, haar kleur­gebruik is meisjesachtig, maar haar foto’s zijn eerder onheil­ spellend dan naïef. Het doorbladeren van haar onlangs uitgegeven boek met de titel Aberrant Necropolis, voelt als wandelen door het geesten­rijk der feeën. 25

Gc Interview


Foto uit de serie Gold Complexion, 8 jun ’10

Ellen Rogers

Dit interview had nogal wat voeten in de aarde. Op het moment dat we Ellen benaderde, was ze in Sardinië druk bezig met een fotoshoot. Eenmaal terug in Engeland was ze ook iedere dag aan het schieten en had ze eigenlijk geen tijd voor een interview. Bovendien is Ellen naar eigen zeggen “a bit of a control freak” als het op interviews aankomt, en wil daarom pertinent geen interviews over de telefoon doen. Na een aantal weken intensief heen en weer gemaild te hebben, stuurde ze de vragenlijst ingevuld terug. Even later besloot ze toch dat ze niet tevreden was met haar antwoorden, omdat ze deze niet genoeg doordacht zou hebben. Na zich honderden malen verontschuldigd te hebben, spraken we af dat ze in etappes mocht reageren. Tijdens het lezen van deze e-mails werd duidelijk dat Ellen nogal een denker is. Haar antwoorden zijn

intelligent, weloverwogen en maatschap­ pelijk betrokken. Ellen is totaal niet het type ‘wazige kunstenaar’, want hoewel haar foto’s er dreamy uitzien, is ze zelf niet bepaald een dromer. Ratio en logica zijn heel belangrijk voor Ellen. Ondanks dat haar werk vol symbolen en iconen zit, is ze een overtuigd atheïst en verkiest ze harde feiten altijd boven blind geloof. Ze kan dan ook behoorlijk droog uit de hoek komen. In een eerder interview ant­w oord­ de ze op de vraag wat haar favoriete kroeg is: “Ik drink niet, ik socialize niet, ik houd niet van mensen en café’s, laat staan van de wereld.” Ellen heeft vaak niet zoveel op met de huidige stand van zaken, en beseft zich dat zij als fotograaf een escapist is. Met haar werk creëert ze een tijdloze fantasiewereld, waarin begeerlijke jonge vrouwen in de duistere landschappen

van een dodenstad opdoemen. De dood is een terugkerend thema in haar werk. “Ik neem aan dat de dood één van mijn muzen is. Ik vind de dood heel mooi, maar ik denk wel dat het belangrijk is om dit in proportie te zien. Nutteloos lijden en sterven in een oorlog is niet mooi. Maar zonder de dood zouden we een hoop dingen niet hebben: we zouden ieder gevoel van melancholie missen, we zouden geen behoefte hebben om ons voort te planten en sowieso geen drive om te leven. Een reden om te verleiden en dingen te creëren, kan alleen ontstaan vanuit de acceptatie van de dood. Dit is zo sterk aan elkaar gerelateerd. Bovendien schept het orde in de chaos; uiteindelijk zijn er slechts twee dingen in het leven zeker en de dood is daar één van.” De dood is ook in het echte leven van Ellen een recent thema, afgelopen jaar verloor zij haar ge­l iefde moeder. Ze refereert vaak aan

26

dit verlies. Als Ellen een favoriete foto zou moeten noemen dan is dat de foto waar Hana—haar lievelingsmodel—als een prerafaëlitische schoonheid dood in een hemelbed ligt, omringd door de bloemen van haar moeders begrafenis. Schoonheid is voor Ellen vaak de gees­ telijke manifestatie in een persoon en haar moeder was daar in haar ogen de pure verwezenlijking van. Ellens vader vervulde in haar leven ook een belangrijke rol; hij was fotograaf. De kleine Ellen mocht hem vaak helpen tijdens zijn werk en groeide daarom op met grote eerbied voor het vakmanschap. Fotograferen is als een tweede taal voor haar en tot op de dag van vandaag maakt ze gebruik van sommige tech­n ieken die ze als jong meisje leerde. Ellen maakt nooit gebruik van digitale fotografie. Niet vanuit principiële over­ wegingen, maar gewoon omdat ze het


niet bij zichzelf vindt passen. Ellen ver­ zamelt allerlei vintage analoge camera’s en is dol op het werken in een donkere kamer. Na de middelbare school volgde ze een opleiding tot gra­f icus en be­haal­­­de daarna een master in fotografie aan de Goldsmiths universiteit in Londen. In de meeste interviews doet Ellen een beetje lacherig over haar studie. “Mijn opleiding is altijd een heikel punt voor me geweest. Ik ben niet bepaald blij met de kosten ervan en vooral niet met de schulden die je eraan overhoudt. Aan de andere kant was het ontmoeten van invloedrijke personen in de jaren dat ik me aan het vormen was van onmeetbaar veel groter belang dan ik me in eerste instantie realiseerde. Dat gaf een enorme stimulans en het hielp me herinneren dat er mensen zijn die succesvol zijn in een veld waarin ik wilde uit­ blinken. In het begin zag ik de hele tijd

Foto uit de serie The Leaf Room, 13 mei ’11

Foto uit de serie Charlotte Olympia's look Book, 8 aug ’10

Foto uit de serie Jamais Vu, 3 apr ’11

Foto uit de serie She has seen to it, 7 mrt ’10

Ellen Rogers

beren op de weg. Dus dan is het een hele positieve ervaring als een succes­ volle kunstenaar het idee ver­s terkt dat er een mogelijkheid bestaat.” Ellen probeert in haar werk steeds meer een politieke boodschap door te laten klinken, maar uit angst voor copycats durft ze hier nog niets over te zeggen. “Dit is iets dat binnenkort duidelijk zal worden.” Ellen begon ooit als kunstenaar, maar viel hopeloos voor de mode en ziet zichzelf tegenwoordig als modefotograaf. Ondanks de liefde voor de mode, heeft ze een sterke mening over het wereldje. “Mijn mening over het vrouwelijk lichaam is momenteel aan het veranderen. Ik stoor me ongelofelijk aan de mode-industrie en ik zou de gang van zaken graag willen veranderen. Ik raak dodelijk vermoeid en stomgeslagen door het schoonheidsideaal dat mij en mijn werk wordt opgedrongen. Het was nooit mijn intentie om

een verschil te maken, maar het vreet echt aan me. Ik geloof dat het duidelijk is dat de modellen in mijn werk meisjes zijn die van modellenbureaus komen. Dit betekent dat zij specifieke maten hebben. Dit komt omdat de meerderheid van mijn werk modegerelateerd is. De kleding is zo gemaakt dat het alleen deze maten past. Wat ik mooi vind aan een vrouwen­l ichaam is de macht die het uitstraalt. Het is nu aan mij de taak om te veranderen wie ik fotografeer, hopende dat de beelden in hetzelfde licht worden gezien.” www.ellenrogers.co.uk

27

Gc Interview


Door Eveline Schram Fotografie: David Sessions

Styling: Tom Eerebout Haar: Kieron Lavine Make-up: Celia Burton Model: Amber-Rose Peake Assistent styling: Ben Schofield

Eleanor Amoroso

28


Eleanor Amoroso Modeontwerper Eleanor Amoroso heeft vorig jaar de laatste hand gelegd aan haar afstudeercollectie, bestaande uit duistere, aan elkaar geknoopte creaties. Momenteel is ze in gesprek met de stylist van Florence Welch en toont ze deze maand haar nieuwste collectie tijdens de Next & Cutting Edge show van de Modefabriek.

Eleanor Amoroso heeft mode gestudeerd aan de Westminster University en sloeg met haar afstudeercollectie vorig jaar meteen de spijker op zijn kop: “Blow PR was naar mijn show komen kijken. En een paar maanden later namen ze contact met me op met de mededeling dat ze me graag wilde vertegenwoordigen als ik mijn eigen label wilde gaan starten. Dat heeft heel veel geholpen, want ik had nog geen idee wat ik wilde gaan doen na mijn afstuderen.” Bij het ontwerpen van haar col­ lecties, die bestaan uit zowel kleding als sieraden, heeft ze zich laten inspireren door Afrikaanse tribal. Hierdoor doen de modellen in haar shows denken aan een soort van African warriors, indrukwekkend en dramatisch. De stukken zijn allemaal honderd procent met de hand gemaakt door middel van macramé. Dit is een oude techniek, afkomstig uit het MiddenOosten, waarbij kleding en sieraden worden gecreëerd door het aan elkaar knopen van lange slierten of touwen. Volgens Eleanor is het belangrijk om je in de Londense fashion scene te kunnen onderscheiden van de rest. “Tijdens mijn studie heb ik geleerd mijn eigen identiteit te creëren, te doen wat ik wil en me niet te veel te laten beïnvloeden door dat waar andere mensen mee bezig zijn. Het fijne aan Londen is dat er zoveel verschillende ontwerpers zijn, die allemaal hun eigen ding doen. Daardoor zullen ze elkaar ook niet snel veroordelen. Ik vind het een heer­ lijke plek om te wonen.” Haar stage heeft ze gelopen bij mode­o ntwerpers Gemma Slack en Charlie Le Mindu, die samen een studio deelden. Zowel aan haar enthou­s iasme, als aan haar ontwerpen is te merken

dat ze het meest onder de indruk is van het werk van Le Mindu. “Hij maakte stukken met mensenhaar! Dat is een grote inspi­ ratiebron voor me geweest, want voor die tijd had ik er nog nooit aan gedacht om met ongebruikelijk materiaal te werken. Wat hij deed met dat mensenhaar... Dat is echt nog eens wat anders!” Naast de vergelijking met men­s en­h aar—lange zwarte slierten—is ook de naar eigen zeggen very dramatic look van Eleanors kleding te herleiden naar Le Mindu. Naast een bron van inspiratie is deze stage ook een goed voorproefje geweest voor haar eigen label. “Ik zag hier hoe ontwerpers te werk gaan, hoe ze bijvoorbeeld be­ ginnen aan een collectie, en hoe het eraantoe gaat in de studio. De ervaring die ik hier heb opgedaan heeft me ertoe aangezet voor mezelf te gaan werken, in plaats van voor een groot bedrijf.” Een eigen identiteit heeft Eleanor zeker opgebouwd met haar geheel met de hand in elkaar geknoopte collecties. “Het is een aparte manier van werken. Misschien niet de meest productieve manier, maar for the time being geniet ik ervan. Ik heb een hekel aan de gedachte kleding zo te moeten ontwerpen, dat het in grote oplages geproduceerd kan worden. Wat mijn ontwerpen speciaal maakt, is juist het feit dat ze handgemaakt zijn.” Waar ze kennis heeft gemaakt met deze arbeidsintensieve techniek, weet ze niet meer precies. “Ik ben het ooit een keer ergens tegen gekomen toen ik met m’n afstudeercollectie ging beginnen, ik had het daarvoor nog nooit eerder gezien. Ik ben het mezelf toen gaan leren en hoe meer ik erin opging, hoe interessanter het werd. Toen deze collectie uiteindelijk af was, was ik helemaal geobsedeerd

door macramé geraakt.” Doordat de kleding bestaat uit vele lange slierten, leek het gebruik van verschillende kleuren Eleanor geen goed idee. “Ik denk dat dit niet echt chic zou ogen. Verder ge­b ruik ik het liefst donkere kleuren en zwart. Zelf draag ik ook voornamelijk zwart, dit is mis­s chien ook wel de reden van mijn kleur­keuze. Mijn stijl is quite simple and laid back.” Toch zijn er bij haar spring/summer 2012 collectie een paar crèmekleurige items binnengeslopen. “Ik dacht dat wit wel leuk zou zijn voor de zomer. In eerste instantie was ik van plan de hele collec­t ie in het wit te maken, maar ik heb uiteindelijk toch besloten een aantal witte en een aantal zwarte stukken te maken.” Afgezien van de change of colours zijn er niet heel veel rigoureuze verschillen te ontdekken tussen deze en haar eerdere collectie. En dat klopt ook wel. “Dit is vooral een verdere ontwikkeling van wat ik eerder heb gedaan. Deze ontwerpen zitten complexer in elkaar, zijn meer sculptural. De vorige collectie was vlakker, deze bevat interessantere, spiraalachtige vormen.” De S/S 12 collectie zal zij presenteren tijdens de Next & Cutting Edge show van de Mode­fabriek. “Ik heb behalve een expositie in Milaan vorig seizoen, alleen nog maar shows in Londen gedaan, ik heb er dus echt zin in. Wat ik ervan verwacht? Dat mijn collectie gezien gaat worden door een heleboel mensen.” Bij haar eerste collectie stond techniek centraal, en bij S/S 12 speelde vorm de grootste rol. Voor haar aankomende collectie richt Amoroso zich op het gebruik van verschillende materialen. “Ik ga proberen zachtere stoffen te gebruiken dan de slierten. Dit wordt een winter­ collectie, dus deze moet dikker worden

29

en bovendien een groter deel van het lichaam bedekken. Over welke techniek ik ga gebruiken heb ik nog niet veel na­ gedacht. Dit komt vanzelf wel, wanneer ik begin.” Over de techniek wordt dan misschien nog niet nagedacht, maar over de toekomst wel degelijk. Tot nu toe heeft Eleanor alleen nog vrouwenkleding ontworpen. “Ik zou op zich wel mannenkleding willen ontwerpen, maar ik denk niet echt dat mannen dingen zoals dit zouden dragen. Ik zal me daarom hoofdzakelijk blijven richten op vrouwenkleding, maar wil zeker in de toekomst een aantal stukken voor mannen in mijn collecties.” Ook ligt het plan op tafel meer sieraden te gaan ontwerpen: “Ik zou hiervoor wel met een sieradenontwerper willen sa­m en­ werken. Misschien dat die mij kan helpen mijn droom­s tukken te ontwerpen. Voor mijn nieuwste collectie heb ik samen gewerkt met een Hongaarse schoenenontwerper, Julia Kaldy, en dit is me heel goed bevallen.” Bovendien bestaat de kans dat we binnenkort Florence Welch in een van haar creaties zien verschijnen. “Ik ben hier­over in gesprek met haar stylist, en hoop echt heel erg dat het doorgaat!” Maar naast het mannen-, sieraden- en Florence-plan is de rode draad van haar toekomstverhaal “om vooral door te gaan hoe ik nu bezig ben, want dat gaat allemaal quite well    ”. www.eleanoramoroso.com

Gc Interview


Door Joline Platje Fotografie: Nicole Nodman

Lana

del

30

Rey


Lana del Rey Hoewel alles erop wijst dat ze een wereldster wordt, is Lana del Rey zelf allang blij dat ze het optreden de avond voor ons ge­ sprek heeft overleefd. Het zijn zware tijden voor een frêle meisje als Lana. De mysterieuze zangeres creëerde een celebrity fanbase en tekende een waan­zinnige platendeal, nog voordat Video Games officieel als single werd uitgebracht. Maar zoals wel vaker, werd dit snelle succes haar niet Betoverend mooi is ze, ook wanneer ze tegenover je zit. Haar golvende haren lijken wel van zijde en als ze lacht geeft ze je een verlegen oogopslag vanonder haar zware zwarte wimpers. Een blik die de meesten wel kennen uit haar videoclip Video Games. Verder lijkt Lana zo op het eerste gezicht helemaal niet op het bad girl image dat in de media cir­ culeert. Integendeel, Lana blijkt flink geschrokken te zijn van de enorme bak lelijkheid die ze over zich heen gestort kreeg. “Het blijft zich opstapelen en iedere dag wordt het iets heftiger. Meestal gaat het wel goed met me. Ik ben heel erg blij dat ik iets doe dat ik leuk vind namelijk. Daar ben ik heel dankbaar voor, want thuis heb ik een hoop vrienden die zwaar handwerk moeten verrichten om de eindjes aan elkaar te knopen. Ik ben blij dat ik niet meer in die positie zit. Maar off the record, het is echt lastig”, verzucht een ietwat beduusd meisje. “Ik heb geen idee hoe ik met deze onzin om moet gaan. Iedere dag is er weer iets nieuws waar ik rekening mee moet houden. Ik ben nog maar net begonnen en ik ben nu al moe.” Voordat de 24-jarige zangeres haar debuutalbum Born To Die uitbracht, maakte Lana al een album onder haar eigen naam, Lizzy Grant. Toen het haar niet lukte om door te breken, besloot ze het roer om te gooien en zichzelf opnieuw uit te vinden. Lana verhuisde naar Londen, koos een andere naam en veranderde haar looks. Toen Lana Video Games op YouTube plaatste, kwam haar carrière plotseling en geheel tegen haar eigen verwachting in, in een stroomversnelling. Maar hoe groter de online buzz werd, hoe meer mensen zich openlijk negatief uitlieten over het uiterlijk van de ster-inwording. De lancering van it-girl Lana Del Rey zou één grote marketingstunt zijn. Met geen woord werd er gerept over haar kwaliteiten, maar des te meer werd er gespeculeerd over haar uiterlijk. Lana is zichtbaar aangeslagen door de hele discussie over haar uiterlijk, maar is gelukkig niet van plan zich uit het veld te laten slaan: “Natuurlijk ben ik best weleens bezorgd of ik als schrijver

door iedereen gegund en voelden sommige critici zich genoodzaakt toch vooral in te zoomen op haar zogenaamde minpunten. Gelukkig begint Lana de klappen van de zweep te kennen en blijft ze ondanks alles een schattig meisje met simpele behoeften.

wel serieus genomen word. Sommige mensen lijken mij meer als gimmick dan als schrijver te zien. Maar weet je? Ik ben een echte schrijver. Ik bedoel, ik ben zoveel andere dingen naast mijn verschijning. Ik draag natuurlijk wel make-up enzo, maar ik schrijf al mijn hele leven. En ik ben een echte zangeres. Ik houd oprecht van zingen. Hoe kan je iets zeggen over de integriteit van iemand, voordat je hem of haar hebt ontmoet? Ik ben trots op het album; ik heb een goede smaak en ik vind mijn liedjes leuk. Af en toe vraag ik me wel af wanneer er ooit over mijn muziek gepraat wordt. Maar goed, net als met alles hoop je dat zoiets je leven niet verneukt. Ik heb mijn hele leven nog voor me en ik ben pas net zangeres. Kom op, ik ben nog maar sinds kort terug op het podium!” En wat is het fantastisch om Lana live te zien. Overal raken haar concerten binnen een mum van tijd uitverkocht, zodat er in verschillende steden uitgeweken moest worden naar steeds grotere locaties. Lana is daar zelf nog heel onzeker over. Eerlijk is eerlijk, ze beweegt zich inder­ daad nog wat onwennig op het podium: “Ik vind het echt doodeng. Ik houd er bijvoorbeeld van om mezelf heel goed te horen op het podium. Als dat niet zo is, dan is dat vreselijk zenuwslopend voor me. Als ik achteraf hoor dat het goed ging, voel ik me er meestal wel okay over. Tijdens mijn liveshows voel ik me sowieso steeds beter, want mensen zwaaien naar me. En ze juichen nog voordat ik begin met zingen. Dat is me nog nooit over­ komen! Dat waardeer ik zeer, want erkenning is een mooi cadeau. Mijn publiek is echt heel lief voor me. Maar dat heb ik ook nodig, want ik heb al in geen twee jaar meer opgetreden. Voor mij persoonlijk is dat echt heel eng.” Deze breekbaarheid maakt Lana nou zo aantrekkelijk. Ook in haar muziek is dat wat ons raakt. Lana mag dan jong zijn, de oprechte pijn van een gebroken hart lijkt haar niet bespaard gebleven. Zoveel wordt wel duidelijk als je naar haar melancholische liefdeslied­­j es lui­s tert. Lana maakte een album vol harten­zeer en zwarte romantiek. Het meisje zelf

beschrijft het allemaal net iets luchtiger: “Net als de meeste zangers ben ik gewoon geïnspireerd door levenservaringen, de dingen die mij zijn overkomen, mijn relaties en de verschillende plaatsen waar ik heb gewoond. Ik was best jong en ik had opeens mijn eigen leven waarin ik zelf beslissingen moest nemen. De meeste liedjes op dit album zijn in de afgelopen twee jaar geschreven. Meestal terwijl ik gewoon aan het autorijden was. Voordat ik het wist, terwijl ik terugkeek op de dag, was ik dan een liedje aan het zingen.” En opeens zit er een nuchter meisje aan de andere kant van de tafel. Een meisje dat gezellig kwebbelt en veel minder op haar hoede is. Een meisje dat het leuk vindt om over haar muziek te praten, maar er zelf ook nog niet helemaal uit is wat haar artistieke drijfveren zijn geweest. “Muzikaal gezien ben ik geïnspireerd door wat heel veel mensen goed vinden. Ik zou willen zeggen de meesters van alle verschillende genres. Ik houd dus bijvoorbeeld van Frank Sinatra en van Nirvana en The Doors. Mijn muziek mag dan misschien niet echt zo klinken, maar dat zijn wel de bands die ik zelf goed vind”, zegt Lana goedkeurend. Ze vindt het geen probleem dat de muziek van haar muzikale helden in de verste verte niet te vergelijken valt met haar eigen sound. Het gaat haar om de kracht van de muziek. “Ik vind het ook echt interes­­­ sant hoe autobiografisch sommige be­roem­d e hiphop MC’s waren. En hoewel mijn leven weliswaar heel anders is, heb ik zo mijn eigen strubbelingen. Ik vind dat mijn muziek zich er niet goed voor leent om er op zo’n manier over te schrijven, maar ik luister wel graag naar hiphop. Ik denk dat het zo ongeveer de laatste vorm van goede muziek is. Natuurlijk zijn er wel wat andere interessante dingen aan de gang, maar als we het hebben over goede melodieën en het schrijven van een eerlijk verhaal dan is dat wel de laatste vorm.” Op dat moment valt er een kwartje: Lana ziet er op het podium uit als een jaren ’50 pin up, maar dan wel één met een enorme lading bling bling om. Ook wordt ze vaak beschreven als een Lolita from

31

the hood en soms ook als gangsta Nancy Sinatra. “Kijk daar heb je het weer, dat is ooit als grapje gezegd. Ik heb nog nooit fatsoenlijk naar haar albums geluisterd. Natuurlijk ken ik Bang Bang en These Boots Are Made For Walking, maar toch voel je je stom als je jezelf vanaf je zevende levensjaar als schrijver beschouwt en iedereen vervolgens blijft schrijven over iets dat gewoon een grapje was. Maar blijkbaar is dat een beetje hoe het gaat. Begrijp me niet verkeerd hoor, ik ben er niet de persoon naar om mijn platenlabel af te zeiken. Zij zijn echt goed voor me geweest! Ze laten me doen wat ik wil en ze hebben me geld gegeven. En dat is eerlijk gezegd gewoon heel fijn. Na jaren als jazz-zangeres in clubs te hebben gewerkt om rond te komen, ben ik wel klaar met worstelen. Zij hebben me m’n plaat laten maken en ze laten me helemaal vrij. Echt. Maar ja, aan alles zitten natuurlijk voor- en nadelen”, zegt ze wijselijk. Lana blijkt al met al een open en realistisch meisje dat zo langzamerhand door begint te krijgen wat er van haar verwacht wordt. Hoogstwaarschijnlijk is iedereen het gedoe rond haar image straks weer vergeten en ligt de wereld echt aan haar voeten. Toch is dat niet Lana’s grootste wens voor de toekomst. “Of de deuren nou openstaan of niet, mijn belangrijkste doel in het leven is om een goed persoon te zijn in mijn persoon­ lijke leven. Ik vind het leuk om te zingen, maar het is niet het allerbelangrijkste voor me. Het zal nooit mijn hele leven op­ slokken. Ik heb veel mensen om me heen die belangrijk voor me zijn. Ik wil hen graag tot dienst staan en dichtbij ze zijn. Daarnaast wil ik muzikaal geen compromissen sluiten en wil ik door blijven gaan met het maken van muziek die dichtbij me staat. That’s it. Ik heb gewoon geen grote ambities. Ik heb serieus al gedaan wat ik wilde en dat is dit album maken. En ik heb mijn videoclip in Parijs opge­ nomen, dat was mijn laatste wens. Ik ben een meisje met kleine wensen.” www.lanadelrey.com

Gc Interview


Door Sandy Hayes Fotografie: Robin de Puy

Peaking

32

Lights


Peaking Lights Een huwelijk tussen twee muzikaal gelijkgezinden zorgt soms voor de mooiste resultaten (denk: Fleetwood Mac en Sonic Youth  ). Een minder bekend voorbeeld is het dub-pop duo Peaking Lights. 936, het tweede album van echtpaar Aaron Coyes en Indra Dunis, wordt alom geprezen om hun originele mix van stijlen. Op het

werkvlak gaan ze goed. Datzelfde geldt voor hun privéleven; begin vorig jaar kwam zoon Mikko ter wereld. Onlangs stonden ze in de Amsterdamse OCCII, waar ze hun eerste show in lange tijd speelden. Voorafgaand aan het concert is er tijd voor een interview.

Terwijl ik sta te wachten met de fotograaf, galmen in mijn hoofd de trippy klanken van Peaking Lights. Ik heb een paar dagen hun album op repeat gehad en verkeer nu in een natuurlijk gedrogeerde staat, totaal ontspannen. Het maakt me daarom niet uit dat de band te laat is. Er rijdt een busje met Brits nummerbord langs en vijf minuten later staan Aaron, Indra, baby Mikko, nanny Claire en een behoorlijk gestreste tourmanager voor ons. Er moeten eerst een tiental synthesizers en versterkers worden opgesteld, dus wacht ik met Indra, Claire en de baby, terwijl de twee mannen aan het werk gaan. Een tamelijk conventionele taakverdeling. Na een uur over koetjes, kalfjes en baby’s te hebben gepraat, verplaatsen we ons naar boven voor het interview. Aaron wil graag toch nog wat meer doen met de opstelling van de apparatuur, dus Indra mag het woord voor hem doen. Ze vormen een leuk duo. Zij is langer dan hij. Hij ziet eruit als een punkrocker, terwijl zij meer een indie look heeft—zelfs een beetje tegen het hippieachtige aan. Zo’n vijf jaar geleden ontmoetten de twee elkaar in San Francisco. Indra zat toen nog in de band Numbers, die new wavey, post-punk liedjes maakte. Ze begonnen te daten en zaten af en toe samen te jammen. Aaron begon de psychedelic drone band Rahdunes. Nadat Numbers uit elkaar was, maakte Indra als drummer min of meer deel uit van de Rahdunes. Maar in 2008 trouwden Aaron en Indra en ruilden ze San Francisco in voor Madison (Wisconsin), Indra’s hometown. “Ik wilde dichter bij mijn oude vrienden en vooral mijn fa­m ilie zijn. Maar het was wel even een shock, want we kwamen aan tijdens één van de ergste sneeuwstormen in jaren.” Aan huis gebonden, begonnen ze muziek te maken en schreven hun eerste eerie psyched out pop tunes. Ze stuurden de thuis opgenomen demo Clearvoiant naar vriend Shawn Reed die het op zijn label Night People uitbracht. Peaking Lights was geboren. Die eerie sound bleef kenmerkend voor hun muziek, waarin ze dub-, psychedelic-, en Krautrockinvloeden mixen tot een eigen sound die af en toe het gevoel van de jaren ’90 en beelden van 24 Hour Party People oproept. Uiteraard wilden ze hun muziek live ten gehore brengen maar in het Midwestern Madison was daar niet veel gelegenheid voor. Dus creëerden ze deze zelf, zoals het een ware DIY band betaamt. Ze openden The Good

lopen dagen 936 nonstop draaide, hield ik ’s avonds een marathon The Walking Dead, dus dat had er wellicht mee te maken. “Oh, echt? Nou, dat bedoel ik. Laatst zei iemand ‘het doet me denken aan een hete zomerse zondagmiddag’, en jou doet het weer denken aan dans­e nde zombies. Echt zo cool dat iedereen er andere beelden bij krijgt.” Indra is excited terug te verhuizen naar sunny California. “Er is daar gewoon veel meer op het gebied van kunst; meer mensen, meer uitdagingen, meer mogelijkheden. We gaan aan de zee wonen en Aaron kan weer veel gaan surfen, wat hij al van jongs af aan doet. Hij was echt een kleine surfer dude”, lacht ze liefdevol. Zij groeide op in het Midwesten, dus surfen zat er voor haar niet in. “Nee dat niet, maar mijn jeugd is niet zo typisch Amerikaans als je zou denken. Mijn moeder was een new-age hippie, dus ik was op mijn zesde al vegetarisch. Mijn moeder was zeker weten de weirdo on the block. Ik had dus best wel een onconventionele levensstijl. Mijn ouders zijn immigranten uit Letland, dus we zaten ook in een Letse gemeenschap. Toen ik tien was, verhuisde mijn vader naar Texas en vanaf toen bracht ik elke zomer daar door. Ik vond het zo ontzettend cool om in mijn eentje met het vliegtuig te gaan!” Haar jeugd was nogal verschillend van de jeugd van haar band- en echtgenoot. Zijn ze ooit achter een parallel ge­ komen? Dat ze bijvoorbeeld allebei fan waren van dezelf­d e band of allebei verslaafd waren aan Tetris? “Hmm, nee, niet echt volgens mij. We waren wel allebei into punk, maar hij al op highschool en ik pas in mijn late tienerjaren. Ik drumde in bandjes, terwijl ik beïnvloed was door ­r iot grrrl en punk. Hij speelde toen gitaar in bandjes en was meer van de hardcore. Ik denk dat hij eerder into aparte muziek als psychedelic noise raakte dan ik. Hij maak­ te zijn eigen synthesizers die noisy feedback produceerden. Bij de eerste show die ik hem zag spelen was het alsof er een muur van geluid op me af kwam. Hij sprong de hele tijd en zette zichzelf een soort van in de fik”, lacht Indra. Het is juist de combinatie van hun verschillende muzikale achtergronden die geleid heeft tot hun huidige sound. Zijn noise verleden, liefde en verzameldrift van obscure afro-beat, dub, disco en psychedelische platen, zorgden voor de hypnotiserende dubinvloeden. Indra’s muzikale verleden kent meer structurele liedjes;

Style Shop; platenwinkel, vintage kledingzaak en podium ineen. Het eerste optreden was van Nika Danilova, de zangeres van Zola Jesus, die ook uit Madison komt, waarna er vele lokale bands volgden. “Het duurde even voor mensen begrepen wat we met de winkel aan het doen waren, maar al snel was de winkel een klein plaatselijk fenomeen. Natuurlijk waren we superklein vergeleken bij de dingen die gebeurden in de Bay Area, waar we vandaan kwamen, maar er was in ieder geval een plek voor. We hebben de winkel nu verkocht aan een vriend die er op dezelfde voet mee doorgaat, dus dat is een fijn idee.” Intussen begint baby Mikko een beetje te morren. Indra wil de nanny halen en vraagt of ik het erg vind even op hem te passen. Natuurlijk niet. Ik wacht met de baby op schoot tot zijn moeder terugkomt met Claire die de baby van me overneemt. Ik vraag Indra of het zwaar is, touren met een baby. “Tot nu toe gaat het wel, maar het blijft een baby, dus hij houdt geen rekening met ons”, lacht ze. “Het zal wel hectisch worden, maar het is maar een kleine tour die we nu doen. Als we de volgende doen, is hij alweer één jaar, dus dat zal wel gaan schelen. We brengen in het voorjaar een nieuw album uit en zullen daarna in ieder geval op SXSW staan.” Het album 936 staat vol spooky, druggy tracks. Tijdens het schrijven woonden Indra en Aaron in een afgelegen, omgebouwde schuur in de wijde natuur van Wisconsin. “We zaten echt in the middle of nowhere, omringd door dieren en natuur. ’s Nachts zie je daar van alles gebeuren in de sterren. We konden elke nacht UFO’s zien, geen idee of deze echt from outer space waren of iets militairs. Het was in ieder geval indrukwekkend! Ik denk dat de intensiteit van leven in totale duisternis in je onderbewustzijn kruipt.” Dat is ook wel terug te horen op 936. De schuur verruilden ze een tijd geleden al voor het centrum van Madison en nu staan ze op het punt naar Los Angeles te verhuizen. Daar zal het ongetwijfeld een stuk minder donker zijn ’s nachts. Zal dat de muziek beïnvloeden? “Misschien dat het wat zal veranderen in Cali. Maar uiteindelijk denk ik toch dat muziek vanuit je binnenste komt en dat externe invloeden niet de bovenhand voeren. Iedereen inter­p reteert het ook weer anders natuurlijk.” Dat doet me denken aan de dan­ sende zombies die ik voor me zie als ik Peaking Lights luister. Terwijl ik de afge-

33

zij hield zich meer aan specifieke conventionele voorschriften. Haar invloed zorgde ervoor dat het album niet één lange ontoegankelijke trip wordt, maar dat het uit verschillende melodieuze, dromerige nummers bestaat. Enkele hebben wel wat hitpotentie, zoals Hey Sparrow, waarvoor ook een videoclip is uitgebracht. Het is een aandoenlijke, kleurrijke, dromerige video waarin een klein meisje een vriendje bouwt van afval. Het is één van de vrolijkere nummers op het album en heeft zeker een stuk meer weg van een slome zondag­ middag dan van een groep dansende zombies. Helaas was baby Mikko nog te klein om de hoofdrol in de Hey Sparrow video te vertolken. Sowieso valt te bezien of hij in papa en mama’s muzikale voetsporen zal treden. Wie weet wordt hij wel een corporate lawyer. Hij heeft tenslotte twee generaties van vrije geesten om zich tegen af te zetten. Indra lacht: “Ja, daar hebben we het wel eens over. Wat als hij een Young Republican wordt?! Nou ja, als hij maar gelukkig is. Wie weet wordt hij wel een professionele basketballer. Dat zou cool zijn!” De naam Mikko, was dat lang zoeken? “Dat heb ik gedroomd. Serieus! We wisten niet hoe we hem moesten noemen. Toen droomde ik dat we hem Mikko Lorenzo noemden, en dat hebben we gedaan.” ’s Avonds in de OCCII is baby Mikko nergens te bekennen, die ligt lekker in het Lloyd Hotel. Zijn ouders zijn wel degelijk aanwezig, hoewel ze amper te zien zijn op het donkere podium. Een enkele spotlight valt af en toe op het gezicht van Indra. Een groot scherm vertoont kleurrijke, psychedelische projecties en het is dui­ de­l ijk dat de ogen daarheen moeten. Dit versterkt het drogerende effect van de muziek en de show is hierdoor best een belevenis. Het duo bedankt na een klein uur het publiek. Het is zaterdagavond, dus de meeste mensen gaan door—flink in de stemming gekomen om verder te partyen. Peaking Lights zelf gaat terug naar hun hotel, naar hun andere gezamen­ lijke project. Het is een bijzonder stel dat bijzondere muziek maakt, en een bijzondere show geeft. No way, dat baby Mikko met zulke ouders een Young Republican kan worden. www.peakinglights.com

Gc Interview


Door Vanessa Groenewegen Fotografie: Pim Top

King Charles De bij vlagen psychedelische glamfolk van Londenaar King Charles doet ons al sinds de superaanstekelijke single Love Lust (2009) uitkijken naar ’s mans debuut. Ook King Charles zelf wordt inmiddels gek van het wachten, zo laat hij Glamcult weten.

De West-Londenaar, gezegend met een geweldige haardos, geeft niet veel over zichzelf prijs: “Ik ben King Charles, geboren in een familie van wilde dieren. I am the lion, I am the killer.” En dat is waar we het mee moeten doen wat zijn achtergrond betreft. Aan fantasie duidelijk geen gebrek bij deze ietwat excentrieke jonge­ man. Zo ging hij rond zijn zeventiende graag als cowboy gekleed de straat op. Waar hij ook verscheen, of het nou op school was of in een club, altijd was hij gehuld in een cowboykostuum. “Maar ik was geen cowboy, hè?”, benadrukt hij. “Ik was een koning, verkleed als cowboy…” Het blijkt geen makkelijk interview te worden. Maar aangezien King Charles zulke catchy liedjes schrijft en hij het niet schuwt om zich voor een videoclip in een witte cat­s uit te hijsen en op een skateboard door de straten van Londen te scheuren, vergeven we hem zijn korte, soms bela­­c he­ lijke ‘I am the lion’-achtige antwoorden. Feit is wel dat hij in real life een stuk minder sympathiek overkomt dan op zijn eigen Facebookpagina, waar hij aankondigingen doet als: “I’m at Wembley: Take That­ —never seen so many girls dancing, I’m taking serious notes.” Of: “Supported The Scorpions last night in Switzerland. The winds of change were whispering heavy metal all the way home.” Of: “Went to the butcher for some fish and he told me I look better with my hair down. Happy as I am to have a butcher who notices and cares about my hair, it brings up a lifelong quandry; should I wear my hair up or down? Up or down?” Eigenlijk wilde King Charles dichter worden, maar dat vond hij zo pathetisch

klinken. Door een gitaar ter hand te nemen, kwamen zijn dichtersaspiraties wat minder pretentieus over. Muziek en tekst gaan nu hand in hand, wat hem betreft. “De tekst draagt de muziek en andersom. Het vult elkaar perfect aan.” Toch brengt literatuur hem nog steeds de meeste inspiratie. Oscar Wilde is daarbij veruit favoriet. In King Charles’ meest recente singles Bam Bam en Mississippi Isabel  —   b eide eind vorig jaar uitgebracht  —   , verschijnt hij dan ook geheel in dandy stijl, als een moderne Dorian Gray. En ook al was hij als kind nogal onder de indruk van de Spice Girls, muzikaal gezien voelt hij zich het meest verwant aan Bob Dylan. Want of hij nou een leeuw, een cowboy of dandy is, zijn verhalende songteksten zijn hoofdza­ kelijk realistisch van aard. In singles als Love Lust en Early Thoughts of Final Days (check die witte catsuit) bezingt hij de problemen van alledag (hartenzeer, prestatiedruk) in de meest prachtige bewoordingen. Zijn songwriting skills leverden hem in 2010 een prijs op; hij won de International Songwriting Competition. Deze prijs werd hem toegekend door een jury bestaande uit ondermeer Tom Waits, Timbaland en Jerry Lee Lewis. Ondanks zijn muzikale ambities studeerde King Charles oorspronkelijk socio­l ogie. Al vrij snel wist hij dat het niets ging worden met die studie. “Ik dacht dat ik geïnteresseerd was in menselijke gedra­g ingen, maar dat bleek toch tegen te vallen”, lacht hij. Hij stopte omdat het simpel­w eg niet lukte met studeren. “I sucked at it. Ik vond het ook veel te gedetailleerd.” Ondanks dat King Charles een echte boe­ ken­w urm is (er gaat tijdens het touren standaard een koffer boeken mee), was

studeren niet aan hem besteed en wilde hij alleen maar muziek maken. Met twee ouders die beiden hun geld verdienen als klassiek muzikant, is dat misschien ook niet vreemd: “Ik heb altijd naar de muziek die mijn ouders maakten geluisterd. Ik heb zelf ook jarenlang besteed aan het leren van klassieke muziek. Ik speelde onder ­a ndere cello en zong in het schoolkoor.” Gepusht werd hij niet, maar de passie van zijn ouders werd hem toch vrij dwingend op­ gelegd. “Uiteindelijk was het voor mij heel belangrijk andere stijlen te onderzoe­ ken en mijn eigen weg te vinden. Nu vind ik klassieke muziek weer leuk en vraag ik mijn moeder zelfs om pianolessen. Het ver­b aast haar nogal, omdat ik er vroeger echt een hekel aan had.” Na zijn mislukte poging tot studeren, keerde hij naar Londen terug als King Charles. Met een groepje bevriende muzikanten vormde hij de band Adventure Playground. De West-Londense hotspot Bosun’s Locker (capaciteit 40 man) werd de uitvalsbasis. De club, inmiddels ge­ sloten, vormde destijds het epicentrum van de Londense folkscene en lanceerde de carrières van ondermeer Mumford & Sons en Laura Marling, waar King Charles dan ook mee tourde. Het leverde hem al een aardige fanbase op, die geen genoeg kan krijgen van zijn liveshows. Want zo gepolijst als zijn clipjes zijn—voor de laatste twee tekende fotograaf en video­ clipregisseur Autumn De Wilde—zo ruig en schijnbaar ongecontroleerd gaat het er op het podium aan toe. King Charles laat letterlijk zijn hair down en ontpopt zich tot een Jimi Hendrix-achtige gitaarvirtuoos. Het is onmogelijk niet mee te gaan in de energie die hij brengt. Hoewel hij in

34

Nederland nog maar één keer heeft opgetreden, tijdens Lowlands in—hoe toepasselijk—de Charlie tent, heeft hij in de rest van Europa al behoorlijk wat po­ diumervaring opgedaan. Vooral aan een optreden in Letland koestert hij mooie herinneringen: “We stonden toen tijdens het Positivus Festival op het grootste podium dat ik in mijn leven heb gezien. Het was kolossaal. Niet alleen het podium was gigantisch, ook de crowd! Op het moment dat ik Love Lust aankondigde, kon ik, vanwege het oorverdovende gejuich van het publiek, mijn eigen drummer het begin van het nummer niet horen in­ zetten. Dat was ongelooflijk, alsof het mijn eigen territorium was.” King Charles is duidelijk een po­­ dium­d ier en zou het liefst elke dag voor pu­b liek spelen. Daarom vindt hij het maar wat frustrerend dat zijn debuut nog steeds niet verschenen is. “Het is een uitputtend en eindeloos proces geweest. Het is de bedoeling dat het album nu in de lente verschijnt. Ik ben er drie jaar geleden mee begonnen! Ik kan niet wachten tot de plaat er straks is en ik uitgebreid kan gaan touren.” Heeft hij naast zijn koffer vol boeken nog iets anders hard nodig, als hij straks weer on the road is? “Marilyn Monroe!”, roept hij uit. “En Charlie Chaplin. En Elvis in mijn koffer. Probeer hen eens samen voor te stellen op het podium. Dat zou fantastisch zijn!” www.myspace.com/kingcharlesuk

Gc Interview


Visual Essays

36 Philippe Vogelenzang I don’t want more choice, I just want nicer things

42 Meinke Klein It is never the fall that kills, it is the sudden stop at the end


I don’t want more choice,

I just want nicer things


Links Top, pantalon en schoenen Dries van Noten, jas Episode, coltrui COS

Rechts Uniform jas en pantalon Hermès, coltrui COS


Links boven Coltrui American Apparel Links onder Top, pantalon en schoenen Jean Paul Gaultier, coltrui American Apparel

Rechts Colbert Maison Martin Margiela, coltrui COS, pantalon Hermès, schoenen Converse




Links Jasje Chanel, coltrui American Apparel Rechts Rok en laarzen Chanel

Fotografie: Philippe Vogelenzang, Unit C.M.A. Styling: Thomas Vermeer, Unit C.M.A. Haar & make-up: Lydia Le Loux voor M.A.C, House of Orange Model: Nina Aurore, Ulla Models Assistent fotografie: Merce Wouthuysen Assistent styling: Sarah Van Vliet


It is never the fall that kills, it is the sudden stop at the end


Links Jas Walter van Beirendonck, overhemd Filippa K, leren broek Diesel Black Gold, schoenen Jelske Peterson, vintage horloge Rado, antieke ketting, armband en ring van stylist

Rechts Bruine jas Filippa K, rode jas vintage, broek Supertrash, schoenen Filippa K, sokken Paul Smith, riem Diesel, ketting H&M, coltrui, stok, armband en ring van stylist


Links Cape vintage, jurk Peet Dullaert, schoenen United Nude, horloge Rolex, ketting, armband en enkelbandje van stylist

Rechts Jas Givenchy, jurk Lanvin, rode armband Fendi, oorbellen Dji Dji Italia, ketting, schakelarmband en ring van stylist




Links Jas Balenciaga, vest Filippa K, rokje Surface to Air, loafers H&M, tas Kazmok, oorbellen als ketting Peet Dullaert

Rechts Overhemd Hugo Boss, sweater Diesel Black Gold, manchetknopen Viktor & Rolf, rokje Peet Dullaert, loafers H&M, pijpje Big Ben, riem van stylist

Fotografie: Meinke Klein, Unit C.M.A. Styling: Pascal-JoĂŤl Weber Haar en make-up: Chiao Li Hsu voor Clinique, House of Orange Model: Anine, Paparazzi Model Management Assistenten fotografie: Lathifa Lesteluhu & Ineke Botma Met dank aan Van Ravenstein en Superduper


5 Days Off Van 7 tot en met 11 maart 2012 vindt de twaalfde editie van 5 Days Off plaats in Paradiso en de Melkweg in Amsterdam. Het complete programma is bekend en is een mix van headliners en opkomende namen. Hierbij geven we je een toelichting op een aantal interessante acts!

Applescal

De 24-jarige Amsterdamse Brabander kan in de muziekwereld geen jonkie genoemd worden. Op zijn veertiende begon Applescal te experimenteren met software synthesizers. Zonder veel ervaring, maar met des te meer toewijding, leerde hij zichzelf het vak aan. En het werpt zijn vruchten af: sinds hij in 2008 de Grote Prijs van Nederland won, heeft hij meerdere EP’s op zijn naam kunnen zetten, brengt hij met sneltreinvaart remixen uit en heeft hij regelmatig live sets door heel Europa. Zijn tunes worden door andere DJ’s gesampled, bijvoorbeeld door Laurent Garnier. Hij past perfect bij de melo­d ieën van Gui Boratto, dus horen we hen samen op de laatste dag van 5 Days Off.

Sleigh Bells Tijd voor wat noise! Tijdens 5 Days Off worden er grenzen afgetast in de dance scene. In een heel andere hoek kunnen we noise-pop duo Sleigh Bells vinden. De band uit Brooklyn, New York, bestaat uit gitarist Derek E. Miller (met een muzikale achtergrond in een hardcore band) en zangeres Alexis Krauss. In februari komt hun nieuwe album Reign Of Terror uit. Op dag twee van het festival spelen ze in de Melkweg voor het eerst in Nederland hun nieuwe materiaal.

Gui Boratto De Braziliaanse producer en DJ Gui Boratto was al langer een grote naam in de elektronische muziekwereld, maar sinds vorig jaar is hij ook beter bekend bij het grotere publiek. Met zijn melodieuze techno voert hij een hele zaal met gemak mee naar hogere sferen. Bijna iedereen die van een feestje houdt, is weleens losgegaan op zijn beroemde track Beautiful Life. Tijd voor nieuw succes! Afgelopen september is zijn goed ontvangen nieuwe album III uitgekomen. Iets harder dan dat we van hem gewend zijn, maar nog steeds Boratto-style. In 2009 stond hij al op 5 Days Off in een kleinere zaal, dit jaar is hij een van de headliners.

Monolake Al vanaf de oprichting in 1995 is Monolake een vooruitstrevende artiest in de elektro­ nische muziek. Robert Henke, de man achter dit alias, neemt voor zijn optredens altijd zijn vaste visual artist mee, de Nederlander Tarik Barri. In Roberts eigen woorden is Monolake “muziek met veel bas, percussie en een diepe sound”. Binnenkort komt het langverwachte nieuwe album Ghosts uit. Monolake zal de vrijdagavond, de nacht die met DJ’s van het label Ostgut Ton in het teken staat van de Berlijnse muziekscene, aftrappen in de Melkweg. Er wacht ons een spectaculaire audiovisuele show, dus Monolake is een niet te missen concert bij 5 Days Off!

SBTRKT In 2011 is er niemand zo sterk van zero to hero gegaan als SBTRKT. Met een mix van dubstep, 2-step en Chicago house, heeft de Londense muzikant en producer Aaron Jerome een nieuw genre te pakken. Het publiek vindt het geweldig; wereldwijd staat hij avond aan avond in uitverkochte zalen. Te druk dus om Nederland regelmatig te bezoeken. De laatste keer dat SBTRKT hier was, afgelopen oktober, gaf hij samen met zijn vaste zanger Sampha nog een energiek optreden in TrouwAmsterdam. Bijna een half jaar later doet hij de hoofdstad weer aan tijdens 5 Days Off. Wij kunnen in ieder geval niet wachten.

48


5 Days Off

Jeff Mills

WhoMadeWho

Je zou kunnen stellen dat Jeff Mills een ware techno DJ legende is. Van de oude garde en de inside crowd weet iedereen wie The Messenger is. Al een paar decennia weet hij met zijn lange energieke sets, waarin hij soms zeventig platen mixt in één uur, grote indruk te maken op een internationaal publiek. Op woensdag zal hij in de Melkweg een nacht­v ullende set draaien ter ere van het 20-jarig bestaan van zijn label Axis records. Bovendien brengt hij in februari zijn nieuwe album uit. Reden genoeg om deze legende ­ in levende lijve te komen bekijken.

WhoMadeWho is het Deense antwoord op Hot Chip en Lcd Soundsystem. Het drietal wordt geleid door de falsetto stem van leadzanger Tomas Høffding. De verschillende muzikale achtergronden van de bandleden in Scandinavische rock, jazz en elektro­ nische muziek zorgt voor een verrassende combinatie. Of ze nou remixen of zelf geremixed worden, het lied Every Minute Alone bracht hen vorig jaar de doorbraak. In februari komt het nieuwe album Brighter uit. In ons land zullen ze dit voor het eerst te horen brengen tijdens de openingsavond van 5 Days Off.

The Field

The Gaslamp Killer

Het brein achter The Field, de Zweedse Axel Willner, bracht eind 2011 zijn derde album, Looping State Of Mind, uit op het Duitse label Kompakt. Samen met zijn band zal hij innovatieve samples, pulserende ritmes, synthesizers en repetitieve melodiepatronen produceren. Dit klinkt moeilijk, maar dat is het niet. Door middel van hetzelfde fragment te loopen en daar steeds iets aan toe te voegen, wordt je op dag één van het festival in een trance gebracht. Het belooft een hele ervaring te worden.

2011 was het jaar van The Gaslamp Killer, een DJ uit Los Angeles. Zijn dj-sets bruisen van energie en laten je broekspijpen wapperen. Zijn platenkeuze varieert tussen rauwe hiphop, instrumentale beats, dubstep en elektronica. In Amsterdam is hij een graag geziene gast. Vorig jaar was hij onder andere te bewonderen op Pitch festival en Lowlands. In 2009 stond hij voor het eerst op 5 Days Off, maar weinig mensen kenden hem toen al. Op de tweede dag van 5 Days Off wordt hij vergezeld door niemand minder dan Hudson Mohawke, Kutmah en de Nederlandse dj’s Jameszoo en Kramphaft.

5 Days On

Madeon Soms ontstaan er mooie dingen op YouTube. Maar wat betreft deze garçon is Justin Bieber er niets bij. De 17-jarige Franse house-pop remixprins Madeon maakte een remix van Deadmau5 track Raise Your Weapon en dat bracht hem wereldwijd succes. Songs van Alphabeat, The Killers en Pendulum volgden. Tijdens zijn live sets geeft hij met zijn Novation Launchpad (een muziekmixer die je simpelweg bedient met in verschillende kleuren oplichtende knopjes) moeiteloos zijn lievelingsliedjes een eigen stempel. Op de vierde dag van 5 Days Off is hij voor de eerste keer in Nederland te zien.

5 Days Off presenteert naast hun muziekprogramma ook een themaprogramma over het verschijnsel ‘uitgaan’. Onder de naam ‘5 Days On’ wordt dit onderwerp door middel van film, debat, fotografie en literatuur behandeld, en gaat 5 Days Off het experiment tussen elektronische muziek en de kunsten aan. Een onderdeel van dit verdiepingsprogramma is de show Echt Gebeurd, van cabaretier Micha Wertheim en schrijfster Paulien Cornelisse. Elke maand organiseren zij een zondagmiddag waarbij mensen op het podium korte, waargebeurde verhalen vertellen die ze zelf hebben meegemaakt. In het kader van 5 Days Off worden er op zondag 11 maart specifiek verhalen verteld over het uitgaansleven. Verder presenteert het festival een editie van Kamermans Kermis, een culturele pro­g rammaserie opgezet door De Balie en digitaal cultureel magazine De Optimist. Op interdisciplinaire wijze worden in deze programma’s verschillende thema’s behandeld. Speciaal voor 5 Days Off buigen twee schrijvers en een wetenschapper zich op vrijdag 9 maart over verlangen, plezier en het nastreven van het hoogste genot. Op het witte doek komen dronken bijen, hedonistische kunstenaars en succesvolle alcoholisten voorbij. Alles vindt plaats in De Balie, dé ontmoetingsplek van 5 Days Off voordat je de nacht in gaat!

Voor de gehele line-up en ticketinformatie kijk op: www.5daysoff.nl

49

Gc Festival


EXTRAORDINARY FILMS, UNIQUE LOCATIONS

Jameson houdt van film. Daar wordt geen geheim van gemaakt. Sterker nog; het is een voorliefde, die we graag met de wereld delen. De Jameson Film Experience is hier een voorbeeld van, een filmbeleving zoals oprichter John Jameson het zelf graag gezien zou hebben. In samenwerking met het International Film Festival Rotterdam brengt Jameson Irish Wiskey je een unieke serie filmevenementen waar jij als kijker in mee wordt gezogen, onderdeel van uitmaakt, door ge誰nspireerd wordt of gewoon heel hard om moet lachen.

JAMESON FILM EXpERIENCE N 4 COMINg SOON! LOCATION: ROTTERDAM - DATE: 3 FEBRUARY 2012

For more info & exclusive tickets join: facebook.com/jamesonfilmexperience

DRINKWIJZER.INFO

Glamcult_JFE4.indd 1

Geniet, maar drink met mate.

09-01-12 11:42


Film

Door Maricke Nieuwdorp

IFFR

Beats Rhymes & Life: The Travels of a Tribe Called Quest

Vanaf 19 januari Regie: Michael Rapaport

Van 25 januari tot en met 5 februari vindt de 41ste editie van het International Film Festival Rotterdam plaats. Naast feestjes en tentoonstellingen zijn er natuurlijk talloze onafhankelijke, artistieke en zelfs experimentele filmproducties te zien. Hier alvast enkele tips. Les Éclats (Ma Gueule, Ma Révolte, Mon Nom) Gritty documentaire over illegale immigranten die gestrand zijn in Calais, ­d e Noord-Franse plaats die de meest ­l ogische overstapplek is naar Engeland. De mannen—meestal jong en alleen—overleven aan de rafelranden van de ha­venstad, kamperend, en opgejaagd door de douane. Sylvain George verblijft tussen de zwervers tegen wil en dank en registreert fragmenten uit hun keiharde leven. Black & White & Sex Australische studioproductie in de traditie van klassieke Hollywoodfilms waarin een prostituee, gespeeld door acht verschillende vrouwen, uitgebreid vertelt over haar werk en leven. Maar ook de regisseur ontkomt er niet aan om met de billen bloot te gaan. IJzersterk acteerwerk en intelligente teksten. Uitdagend, stijlvol en inhoudelijk en visueel interes­sant tot het einde.

Stilleben Volwassen zoon ontdekt dat zijn vader naar de hoeren gaat en hen vraagt om zijn dochter te spelen. Pa blijkt in de schuur bovendien allerlei kinderfoto’s van de inmiddels vol­w assen dochter te bezitten, waar hij het ondenkbare mee uithaalt. Wanneer de broer zijn zus hiervan op de hoogte brengt, barst de bom in deze zo schijnbaar stabiele familie. The Great Northwest Filmmaker Matt McCormic treft in een rom­m elwinkel een plakboek aan, ge­m aakt door vier dames die anno 1958 een rondreis maakten door de Noordwestelijke staten van Amerika. McCormick besluit in 2010 exact dezelfde reis te maken en te ­f ilmen wat er veranderd is in die decennia en wat er—opmer­ kelijk genoeg  — hetzelfde bleef. Fantastische, experimentele documentaire, of ‘plakboekfilm’, vol adembenemende beelden van landschappen en cultuurveranderingen.

Wie had dat gedacht: een witte acteur duikt voor zijn documentairedebuut in de wereld van de beats & rhymes, en voelt zich er duidelijk als een vis in het water! Hij sprak iedere artiest die ertoe doet, por­t retteerde de leden van de voormalige band A Tribe Called Quest en filmde enkele sleutelmomenten in de vriendschap van de soms ruziënde heren. Alle geïnterviewden zijn het erover eens: A Tribe Called Quest is een van de invloedrijkste bands binnen het genre. Maar al in 1998 kwam er aan de samenwerking een einde. Vanaf 1990 maakten de super getalenteerde Q-tip, Phife Dawg en Ali Shaheed Muhammad vijf toonaangevende platen. (Het vierde lid, Jarobi White, stapte op na de eerste plaat). Rapaport gebruikt voor zijn evenwichtige portret archiefbeelden, interviews met de leden van de rapgroep en rake statements van artiesten als Pharrell Williams, Common, Mos Def en de mannen van De La Soul. De sfeerbeelden van Queens, waar de wortels van de rapgroep liggen, zijn prachtig en uiteraard is de film gevuld met fijne Tribe-muziek. It’s All About the Tribe. Documentaire

Black Out

I'm not a f**king Princess

Vanaf 26 januari Regie: Arne Toonen Met: Raymond Thiry, Kim van Kooten, e.a.

Vanaf 12 januari Regie: Eva Ionesco Met: Isabelle Huppert, Anamaria Vartolomei, e.a. L’art pour l’art is de filosofische stelling die uitgaat van het feit dat kunst slechts beoordeeld dient te worden op z’n technische aspecten en niet moet worden vervuild door, pak ’m beet, morele zaken. Het lijkt de lijfspreuk van de ietwat vreemde fotografe Hannah (Huppert), die een broertje dood heeft aan de kritiek dat haar 11-jarige dochter, in erotische poses, de ster uit haar werk is. Dochter Violetta hunkert naar liefde van haar vaak afwezige moeder en is dolblij wanneer die de fotografie ontdekt. Daarna wil Hannah namelijk ­n iets liever dan haar dochter portretteren: sexy opgemaakt en vaak (deels) naakt. In dit voor actrice en filmmaker Ionesco persoonlijke verhaal zien we hoe het kind aan de vooravond van haar puberteit

worstelt met dit gegeven. Ze lijkt eerst trots op haar muzeschap, maar voelt zich al snel ongemakkelijk. Ondertussen dralen hippe types uit de Parijse kunstwereld nieuwsgierig om de ‘kleine prinses’ heen, als it-girl du jour. Men laat zich mee­ slepen door het feit dat Hannahs beelden op dat moment ‘in’ zijn, vergetend dat er een kind bij betrokken is dat misschien liever niet met haar benen wijd geposeerd had. Het prachtig gefilmde drama (Eva Ionesco is tevens fotografe) toont in veelzeggende scènes aan hoe de filmmaker die periode heeft ervaren. Je voelt hoop en geluk, waarna je je met elke scène ongemakkelijker voelt. Het spel van vedette Huppert en jonge debutante Vartolomei is geloofwaardig en sterk. Uiteindelijk werd de kunstenares, die in real life Irina Ionesco heet, uit de ouder­ lijke macht ontzet, nadat ze haar toen 11-jarige dochter had laten poseren voor Playboy en de Spaanse Penthouse. Moeder en dochter commu­n iceren

slechts via advocaten. Terwijl Eva de beelden het liefst zou verbranden, wil Irina ze blijven publiceren. Deze kleur­ rijke, doch duistere film is Eva’s stijlvolle en alleszeggende antwoord. Karma is a bitch. Drama

51

Filmmaker Arne Toonen verraste ons, na strakke commercials en videoclips, heel aangenaam met zijn frisse verfilming van het ouderwetse kinderverhaal van Dik Trom (2010). Zijn misdaadkomedie, in de rappe stijl van Quentin Tarantino en Guy Ritchie, is een ander uiterste, maar ook dit genre lijkt hem te liggen. We volgen ex-crimineel Jos Vreeswijk (Thiry) die, net wanneer hij als brave burger in het huwelijk wil treden, met geheugenverlies ontwaakt naast een lijk. Hij blijkt betrokken bij een cokedeal en de buit lijkt op magische wijze verdwenen. Hij krijgt 24 uur om ’t spul terug naar de baas te brengen. Het wordt een dag vol deals met oude maten en pijnlijke confrontaties met new school bendes en andere criminele sukkels. Kan hij zich hieruit redden voor hij ‘ja’ zegt? We zagen Black Out in een onaffe versie; een beoordeling blijft dus even achterwege. Maar het is duidelijk dat de maffe gangstertypes lekker vet zijn en mogen werken met fijne teksten. Onze favorieten: Willy Wartaal als weinig getalenteerde hondentrimmer, opperbaas ‘opa’ en Alex van Warmerdam als kurkdroge rechercheur. Misdaadkomedie

My week with Marylin

Vanaf 8 februari Regie: Simon Curtis Met: Michelle Williams, Kenneth Branagh, e.a. De meeste actrices anno nu dromen van een prachtrol als filmster Marilyn Monroe, hoewel het ook een valkuil kan zijn; Miss Monroe staat door foto’s, bewegende beelden en wereldberoemde audiofragmenten, in het collectieve geheugen gegrift. Maar áls je het geloofwaardig doet, dan zet je je als actrice serieus op de kaart en pik je wellicht een Oscar­ nominatie mee. Die kans bestaat zeer zeker voor Williams. ‘Haar’ fragiele Marilyn is blaartrekkend onzeker, maar weet in een handomdraai toch hele zalen te betoveren met haar energieke charme. We spreken zomer 1965. Marilyn Monroe reist naar Londen om de hoofdrol te spelen in The Prince and the Showgirl, met als tegenspeler Sir Laurence Olivier (een fan­tastische Branagh). Door de ogen van een jonge productieassistent (Eddie Redmayne), op wiens memoires de film gebaseerd is, volgen we een moeizame filmproductie waarin Monroe afwisselend straalt en als een depressief vogeltje op de bank hangt. Drama

Shame

Vanaf 9 februari Regie: Steve McQueen Met: Michael Fassbender, Carey Mulligan, e.a. Videokunstenaar en filmmaker Steve McQueen had veel hoog te houden na zijn verbluffende filmdebuut Hunger (2008). Dit drama over een seksverslaaf­ de New Yorker is niet zo mindblowing, maar ontlokt toch alle emoties die McQueen naar boven wil halen. De Britse regisseur krijgt het voor elkaar dat de anders zo knappe Fassbender—zelfs met sixpack en puike pakken—een zeer onaantrek­kelijk figuur wordt. Fassbender speelt Brandon, een zakenman die zich de meeste uren bezighoudt met seks: met de daad, online porno en masturbatie. Wanneer zijn zus in zijn huis komt logeren, blijkt dat hij niet in staat is wat voor relatie dan ook in stand te houden. De man leeft voor de kick van seks, maar krijgt het niet voor elkaar om bij zijn gevoel te komen.­ Zoals verwacht is alles stijlvol in beeld gebracht, zelfs de full frontals van de protagonist en seksscènes die er niet om liegen. Toch zijn die beelden niet zo schok­kend of beklijvend als de extreem depressieve sfeer die als een dikke mist om de uiterst gesloten man hangt. Drama

Gc Update


FOR MORE INFORMATION PLEASE CHECK: WWW.PARADISO.NL OR DOWNLOAD THE PARADISO IPHONE APP


Albums Porcelain Raft

Trailer Trash Tracys

Casiokids

Lindstrøm The Maccabees

Six Cups Of Rebel

Strange Weekend

Given To The Wild

Ester

Aabenbaringen Over Aaskammen

Feedelity / Konkurrent

Secretly Canadian / Konkurrent

V2

Domino / Munich

Moshi Moshi Records / N.E.W.S.

De Noorse producer Hans-Peter Lindstrøm zoekt met dit vierde solo-album zijn grenzen op. Het genre is nog altijd electro­ nische dance, maar waar zijn eerdere samenwerkingen met onder andere Prins Thomas nog bijna ambient waren, bestaat Six Cups Of Rebel uit electronische ritmes om zenuwachtig van te worden. Eerste track No Release met vijf minuten orgel is het toppunt van eentonigheid en daarna blijven er inderdaad ‘zes kopjes rebellie’ over; spacey deuntjes waarmee hij trapt tegen commerciële dance. Quiet Place To Live heeft de meeste potentie om vaker gedraaid te worden. Op zijn eerdere albums waren de lange tracks zijn kracht, op dit album de valkuil. Jammer. Door Dorothy Vrielink

Porcelain Raft is Mauro Remiddi, een 27-jarige Italiaan met vele muzikale levens en reizen achter de rug. Zo doorkruiste Remiddi Europa als Klezmermuzikant in een circus, speelde hij piano op Broadway en musiceerde hij in NoordKorea. Het muzikaal meanderen klinkt door in Porcelain Raft; Remiddi’s veel­ zijdige en intrigerend androgyne stem voert je mee alsof je in een Lonely Planet leest en bij iedere bladzijde een deel van een stad of continent ontdekt. Porcelain Raft is melodieus dromerige shoe­ gaze-pop, ergens tussen Galaxi 500, Beach House en M83. Put Me To Sleep is meeslepend, Backwords zacht als vrouwen­l ippen, Is It Too Deep For You? sp(r)ookachtig mooi, en The Way In huilen-voor-mannen-pop. Wereldplaat. Door Matthijs van Burg

“I see this as the best record we’ve ever made”, aldus gitarist Felix White over het nieuwe album van The Maccabees. Wanneer een band zulke taal bezigt, is het oppassen geblazen. In het geval van The Maccabees komt daar bij dat de band grif toegeeft te zijn veranderd: “We’ve grown up as people and changed as a band.” En hoe laat het dan is… Debuut­ plaat van deze Londenaren Colour It In (2007) stond vol toegankelijke gitaarpop met post-punk invloeden (collega’s: Bloc Party, Futureheads) en werd door de Britse pers prima ontvangen. Opvolger Wall of Arms liet al een ander geluid horen, minder rechttoe rechtaan gitaarpop met hier en daar blazers en ‘moeilijke’ songstructuren. En bij de derde groeit de band dus verder. Krampachtig. The Maccabees zoekt met grote gebaren naar uitverkochte stadions vol Coldplay fans, tegelijkertijd wil het interessant doen door het experiment aan te gaan à la Arcade Fire. Luister eens naar Go, Heave of Ayla en het rekensommetje is simpel uitgelegd. Pelican is ook een mooi voorbeeld, inmiddels gretig opgepikt door 3FM. Airplay hoppakee. Prima natuurlijk; gewezen indie kid Johhny Borrel (Razorlight) lacht zich iedere maand suf om zijn royaltycheques. Given To The Wild klinkt onder de noemer ‘groei’ als een poging om credible en kredietwaardig te zijn. Prik. Mislukt. Door Matthijs van Burg

Bij de naam Trailer Trash Tracys denk je misschien aan een meidenbandje dat met ordinaire roze lippenstift, minirokjes, glittertopjes en grote gouden oorbellen het podium kort en klein slaat. Bij het zien van de hoes denk je dan misschien weer aan een paar op Special K trippende gasten uit Death Valley met Indiaanse voorouders die jaren ’90 country grunge maken. Wrong! Dit übercoole indiekwartet uit Engeland maakt warme wollige wegdroom-noise-pop van de juiste soort . En klinkt een beetje als een David Lynch soundtrack, gemaakt door Cocteau Twins featuring The Velvet Under­ ground en gemixt door The xx. Nice! Door Joline Platje

Na het horen van de aanstekelijke single Det Haster kon het derde album van het Noorse kwartet Casiokids bijna niet tegen­ vallen. Aabenbaringen Over Aaskammen (vertaald: de openbaring over de bergen) is een vrolijk geheel van poppy deuntjes gezongen door de fijne, hoge stem van zanger Ketil met titels die bijna niet uit te spreken zijn. De vier heren uit Bergen, waar ook The Whitest Boy Alive en Röyksopp vandaan komen, begonnen in 2005 zowel met het maken van organische muziek met instrumenten als cello, gitaar en conga als met het produceren van synthpop. Hun nieuwe sound klinkt naïef en volwassen tegelijk. Ze weten aanstekelijke melodieën te bedenken die telkens variëren, maar die toch duidelijk een samenhangend resultaat vormen. Een fijne plaat die zeker de verwachtingen waarmaakt. Door Dorothy Vrielink

Beth Jeans Houghton & The Hooves of Destiny

First Aid Kit Young Magic

Islet

Canyons

Yours Truly, Cellophane Nose

Keep Your Dreams (Modular)

Melt

The Lion’s Roar

Illuminated People

Mute Records / PIAS

Modular / N.E.W.S.

Carpark Records / Konkurrent

Wichita Records / PIAS

Shape Records / PIAS

In 2009 hoorden we voor het laatst iets van de zangeres die opviel met haar extreme pruiken, grote donkere kijkers en haar aparte geluid. Wat er in de tussentijd gebeurd is, blijft enigszins mysterieus. Ze werd verliefd op LA en liep vertraging op door ziekte. Het leverde in ieder geval genoeg inspiratie op voor Yours Truly, Cellophane Nose. Een album waarop Beth met de nodige humor op dichterlijke wijze haar liefdesleven, haar familie en haar dromen beschrijft. Het album werd geproduceerd door Ben Hillier, die eerder meewerkte aan albums voor Depeche Mode, Blur en Elbow. De bijna klassiek hoge en hese stem van Beth is erg bepalend en geeft de nummers een aangenaam folky karakter, maar er zijn zeker ook momenten waarop een elektronische, poppy of theatrale sound het voortouw neemt. Een album waarmee de 21-jarige met opgeheven hoofd het podium weer op kan.    D oor Anna Nita

Iedereen heeft het weleens meegemaakt dat een DJ heel gênant zijn stoffige saaie beats op laat leuken door een saxofonist. Bij sommige tracks op het debuut van het Australische duo Canyons lijk je die situatie opnieuw te beleven. Canyons maakt een soort indie disco; elektronica die duidelijk geïnspireerd is door de pop uit de eighties. Bij vlagen doen de grooves op Keep Your Dreams denken aan acts als !!!. Maar op een of andere manier beklijft het niet. Ook de productie van dit debuut valt niet altijd in de smaak. Hoe de zang bovenop de beats ligt, is nogal eigenaardig. Voor de één misschien lekker hip, voor de ander toch te nietszeggend. ­ Door Niels Wiese

Young Magic is een collectief onder leiding van Australiër Isaac Emmanuel. In oktober bracht Carpark Records (o.a. Toro Y Moi) een eerste single uit en nu is er debuutplaat Melt, opgenomen in maar liefst zeventien (!) steden all over the world. Young Magic is electropop met experimentele samples, moderne beats, niet-Westerse invloeden en klassieke songstructuren. Young Magic is mysterieus (check het artwork) en bij­zon­ der, maar ook te duiden in de tijd. Zo gaat The Dancer beyond Yeasayer en lijkt het in Sanctuary alsof SBTRKT met Twin Shadow samenwerkt. Night In The Ocean is dan weer een genre op zich (shoegazy electro met rapflow) en You With Air heeft hitpotentie. Melt = magic! Door Matthijs van Burg

De Zweedse zusjes Johanna en Klara Söderberg hebben sinds debuutalbum The Big Black and The Blues—met een dosis volwassenheid en levenservaring opgedaan tijdens het touren—flink aan de weg getimmerd om meer dan een waardige opvolger te maken. The Lion’s Roar laat nog perfecter klinkende har­m o­­ nieën horen en staat vol emotioneel doordringende teksten die hun leeftijd ruimschoots ontstijgen. De sound klinkt groots, folky en Amerikaans (in de meest positieve zin van het woord). Dit komt niet alleen door hun bijna foutloze Ame­ rikaanse tongval, maar ook door Mike Mogis (Bright Eyes), die het album met hen produceerde. Hij liet de meisjes in de ­s tudio experimenteren met een volledige band en nam de meeste nummers uiteindelijk in één take op. Het zorgt voor volwaardige folk, vanuit het hart gezongen, met subtiele arrangementen die de vocals ondersteunen en je meeslepen in een heer­l ijke country feel. Dit album gaat zeer zeker harten veroveren.  Door Anna Nita

De mogelijkheden van 2012 zijn eindeloos wat Islet betreft. Klaar voor je eigen verlichting in de muziekgeschiedenis? Dan ben je klaar voor Illuminated People. Een overkoepelende beschrijving kan niet gegeven worden; de band weigert zich te onderwerpen aan één specifiek genre. Maar misschien is dit grensver­ leggende album (lees: een redelijk onge­ regeld zootje), wel de toekomst. In het negen minuten durende openingsnummer Libra Man experimenteert de band er met hoorbaar plezier op los. Dit gaat door tot het eind; niet alleen worden tussen de nummers grote stijlverschillen gemaakt, ook in de nummers zelf bestaan de nodige spacende overgangen. Al voelt Illuminated People in het begin wat onwennig, uiteindelijk zal Islets grote experiment een bevrijdend gevoel achterlaten.  Door Anna Nita

53

Gc Update


Stuff Glamstuff winnen? Stuur een mailtje met je naam, adres en telefoon­ nummer naar glamstuff@glamcult.com. Laat ook duidelijk weten in het onderwerp welke prijs jij graag zou willen winnen! Winnaars krijgen per email bericht. Peaking Lights

936 3 CD’s

Canyons

Keep Your Dreams 3 CD’s

Palais Paradiso

3 x 2 kaarten voor The Talent Show in Paradiso Amsterdam op 16 februari

Trailer Trash Tracys

Ester 3 CD’s

Lana Del Rey

Born to Die 3 CD’s

Casiokids

Aabenbaringen Over Aaskammen 3 CD’s

Maarten Alexander & Rul3rs

Warhol’s World

2 x 1 T-shirt van Maarten Alexander & Rul3rs (maat S & L)

2 x 2 kaarten voor de tentoonstelling in de Kunsthal in Rotterdam van 4 februari t/m 1 april

Verkoopinfo American Apparel www.americanapparel.net

Dji Dji Italia www.djidjiitalia.nl

Hermès www.hermes.com

Lanvin www.lanvin.com

Surface to Air www.surfacetoair.com

Balenciaga www.balenciaga.com

Dries van Noten www.driesvannoten.be

Hugo Boss www.hugoboss.com

Maison Martin Margiela www.maisonmartinmargiela.com

Swatch www.swatch.com

Big Ben www.bigben.nl

Episode www.episode.eu

Ibana Rouge www.ibanarouge.nl

Palladium www.palladiumboots.nl

United Nude www.unitednude.com

Chanel www.chanel.com

Fendi www.fendi.com

Individuals www.individualsatamfi.nl

Paul Smith www.paulsmith.co.uk

Viktor & Rolf www.viktor-rolf.com

Converse www.converse.com

Filippa K www.filippa-k.com

Jarwo www.jarwo.com

Rado www.rado.com

Walter van Beirendonck www.waltervanbeirendonck.com

COS www.cosstores.com

Fred Perry www.fredperry.com

Jean Paul Gaultier www.jeanpaulgaultier.com

Rolex www.rolex.com

Wolverine www.wolverine-footwear.com

Diesel www.diesel.com

Givenchy www.givenchy.com

Jelske Peterson www.jelskepeterson.com

Samsoe & Samsoe www.samsoe.com

Diesel Black Gold www.dieselblackgold.com

H&M www.hm.com

Kazmok www.kazmok.com

Supertrash www.supertrash.com

54

Gc Plus


Ja, ik wil Glamcult! Ontvang Glamcult 10 keer per jaar voor € 37,- en loop voortaan geen enkele editie mis!

ELKE DO

CABLE

ELKE ZA

CTRL+ALT+DANCE

VR 27 JAN

SPEEDY J / PAUL RITCH / DVS1

ELECTRIC DELUXE #12 @ KLINCH

DO 2 FEB

LAMB

VR 3 FEB

DJ KRUSH @ KLINCH

MA 6 FEB

WILD FLAG

DO 9 FEB

JONATHAN WILSON

VR 10 FEB

NADA SURF

ZA 11 FEB

AWOLNATION

WO 15 FEB

THE WAR ON DRUGS

VR 17 FEB

EPROM / DESTO

ZA 18 FEB

HELEMAAL MELKWEG

DO 23 FEB

TUNE-YARDS

DO 23 FEB

BENGA & YOUNGMAN

VR 24 FEB

THE SOUNDS WITH SPECIAL GUEST THE LIM OUSINES

RWINA RECORDS @ KLINCH EEN AVOND & NACHT MET MUZIEK, DANS, FILM, PERFORMANCE, LITERATUUR & EXPOSITIES IN HET HELE GEBOUW

CABLE

WO 29 FEB

ST VINCENT

WO 29 FEB

BURAKA SOM SISTEMA @ SHUFFLE.PLAY

LET OP: DIT IS SLECHTS EEN SELECTIE VAN HET PROGRAMMA. HET VOLLEDIGE PROGRAMMA IS TE VINDEN OP WWW.MELKWEG.NL MELKWEG AMSTERDAM - LIJNBAANSGRACHT 234A

Ga naar www.glamcult.com en klik op subscription om je in te schrijven.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.