Alles Telt Methodewijzer

Page 1

Reken-wiskundemethode voor het primair onderwijs

Methodewijzer

Aandacht voor elke leerling


Aandacht voor elke leerling

Heeft u soms ook het gevoel dat u zichzelf zou moeten delen? Alles telt biedt de oplossing! Met Alles telt kunt u de differentiatie namelijk gemakkelijk organiseren in de klas. Elke rekenles start u met de hele groep samen, alle leerlingen volgen uw groepsinstructie. Daarna verwerkt elke leerling de lesstof op zijn of haar niveau. Zo heeft u tijd voor de leerlingen die extra aandacht nodig hebben.

2

Alles telt, de reken- wiskundemethode voor groep 1 t/m 8 voor het primair onderwijs, is geheel vernieuwd. Met deze methodewijzer kunt u kennismaken met de complete 2e editie van Alles telt, bijvoorbeeld met de structuur, de materialen voor zwakke en sterke rekenaars, het taalbeleid, kwismeesters voor het automatiseren en het kleuterpakket. Met behulp van veel voorbeelden en praktische tips krijgt u een goed beeld van de methode. Namens het team van Alles telt, Sietske Zagers uitgever


Inhoud Deze methodewijzer geeft antwoorden op praktische vragen als Wat zijn de belangrijkste speerpunten? Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de 1e en de 2e editie? Hoe is de structuur opgebouwd? Wat is de structuur in een combinatiegroep? Wat is de structuur van een leerkrachtgebonden les? Wat is de structuur van een les voor zelfstandig werken? Wat biedt de methode op het gebied van observatie en toetsing? Welke mogelijkheden zijn er voor differentiatie? Welke rol speelt taal in deze rekenmethode? Hoe zijn de leerlijnen uitgewerkt? Welke informatie is er beschikbaar voor ouders? Hoe is het materiaal vormgegeven? Welke materialen biedt Alles telt voor de groepen 1 en 2? Welke materialen biedt Alles telt voor de groepen 3 t/m 8? Welke digitale producten biedt Alles telt? Hoe is de handleiding opgebouwd? Waar kan ik terecht met overige vragen? Kijk op www.allestelt.nl voor meer informatie en voorbeelden.

4 5 6 7 8 9 10 12 14 16 18 19 20 22 24 26 30

3


Wat zijn de belangrijkste speerpunten? Alles telt, aandacht voor elke leerling! Leren rekenen met Alles telt. Dat betekent volop differentiatie voor leerlingen op elk niveau. Ook is er een scala aan oefenmateriaal om de rekenvaardigheid onder de knie te krijgen. Het betekent ook gemak en overzicht voor de leerkracht. Dit zijn de drie belangrijkste speer­punten van de geheel vernieuwde methode. Elke leerling telt Praktische uitvoerbaarheid van differentiatie: – aanduiding van de moeilijkheid van sommen binnen een opgave – Plusschriften voor zeer goede rekenaars (groep 3 t/m 8) – Maatschriften voor zwakke rekenaars (groep 3 t/m 8) – taalbeleid voor lees- en taalzwakke leerlingen Gebruiksgemak telt Meer gemak voor de leerkracht: – digitale leerlijnen voor een totaaloverzicht van de opbouw van de stof – interactieve lessen voor het digitaal schoolbord – nakijken met ingevulde boeken en schriften – een praktisch overstapprogramma bij invoering

4

Rekenvaardigheid telt Nadruk op oefenen, memoriseren en automatiseren: – een unieke kwismeester voor het automatiseren – per les aanwijzingen voor 5 tot 10 minuten hoofdrekenen – per blok extra automatiseringsopgaven, herhalingsopgaven en verrijkingsopgaven – systematische herhaling en oefening van bekende stof – digitale oefensoftware


Tip De kwismeester is een opzetboek waarmee leerlingen in tweetallen oefenen met auto­ matiseren. De ene leerling ziet alleen de opgaven, de ander ook de antwoorden

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de 1e en de 2e editie? De 1e editie van Alles telt is verschenen in 2001 met de invoering van de euro. De methode Alles telt is de jaren daarna met name bekend geworden met de Maatschriften voor groep 5 t/m 8: eigen werkschriften voor zwakke rekenaars. Bijna duizend scholen hebben ervaring opgedaan met de complete methode Alles telt of met de Maatschriften als remediërend pakket naast een andere methode (het pakket Alles telt voor iedereen). Deze gebruikerservaringen zijn een belangrijk uitgangspunt geweest bij de ontwikkeling van de 2e editie van Alles telt. Dat heeft onder andere geleid tot het ontwikkelen van de kwismeesters, waarmee kinderen in tweetallen oefenen met automatiseren. Ook was er veel vraag naar Maatschriften voor groep 3 en 4, en Plusschriften met meer uit­dagende oefenstof voor de sterke rekenaars. De pakket­samen­stelling is daarom flink uitgebreid. Door goed te luisteren naar vragen vanuit de praktijk is de 2e editie van Alles telt een methode geworden die nog beter voldoet aan de verwachtingen van u als leerkracht. Hiernaast ziet u de belangrijkste verschillen tussen de 1e en 2e editie op een rij.

5

– minder variatie in oplossingsmanieren, onderwerpen en typen opgaven per les – meer aandacht voor automatiseren, onder andere met behulp van de unieke kwismeesters – Maatschriften en Plusschriften voor groep 3 t/m 8 – Taalbeleid voor lees- en taalzwakke leerlingen – Eigentijdse software, onder andere door het digitale schoolbord en compleet aangepaste oefensoftware


Hoe is de structuur opgebouwd? Opbouw van een leerjaar Het leerjaar is verdeeld in 6 blokken van ieder 6 weken. De methode bevat dus stof voor 36 weken per jaargroep.

blok 1 blok 2 blok 3 blok 4 blok 5 blok 6 5 lesweken 5 lesweken 5 lesweken 5 lesweken 5 lesweken 5 lesweken 1 toetsweek 1 toetsweek 1 toetsweek 1 toetsweek 1 toetsweek 1 toetsweek

Tip De toetsweek is er voor het afnemen van de toets en biedt daarnaast voldoende gelegen­heid voor remediëring, herhaling en verrijking.

6

Opbouw van een blok Een blok bestaat uit 5 lesweken en 1 toetsweek. Elke lesweek bestaat uit 5 lessen: 2 interactieve lessen (leerkrachtgebonden) en 3 lessen zelfstandig werken. Deze lestypen wisselen elkaar systematisch af. Elke dag is er dus een rekenles. Alles telt bestaat voor veertig procent van de tijd uit instructie en zestig procent zelfstandig werken. Blok Les Lestype Lesorganisatie Week 1 Les 1 Interactieve les Leerkrachtgebonden Les 2 Toepassen en oefenen Zelfstandig werken Les 3 Interactieve les Leerkrachtgebonden Les 4 Toepassen en oefenen Zelfstandig werken Les 5 Herhalen en oefenen Zelfstandig werken De verdeling van de lessen in week 2 t/m 5 is identiek aan die van week 1. Week 6 Week 6 is de toetsweek. In die week is gelegenheid voor: – Afname van de toets – Diagnostische gesprekken – Remediëring – Herhaling en verrijking

Opbouw van een les

Aansluiting tussen leerjaren

Een les duurt ongeveer 45 minuten. Alles telt heeft voor de verschillende lestypen steeds een vaste lesopbouw die er in het kort zo uit ziet:

Na de zomervakantie blijkt vaak dat de rekenvaardigheid van de leerlingen is weggezakt. Ook komt het soms voor dat de laatste lessen van het voorgaande jaar niet aan bod zijn gekomen. Alles telt biedt daarvoor de volgende oplossingen: – de eerste les begint altijd met een terugblik op het voorgaande leerjaar. – het eerste blok van een jaar bevat veel herhaling. – de groepsmap bevat 10 kopieerbladen met lessen uit het laatste blok van het voorgaande leerjaar.

Start van de les: mondeling rekenen

5 à 10 minuten

Leerkracht gebonden les of een les voor zelfstandig werken

35 minuten


Wat is de structuur in een combinatiegroep? Alles telt heeft een systematische afwisseling tussen de interactieve, leerkrachtgebonden lessen en de lessen voor zelfstandig werken. Elke leerkrachtgebonden les heeft bovendien 2 momenten van zelfstandig werken: halverwege de les en aan het eind van elke les. Hierdoor is de methode goed in te zetten in combinatiegroepen. Een kopieerblad met een instaples zorgt ervoor dat u in de combi足natie足足 groep vanaf de eerste rekenles samen aan de slag gaat. De vijfde les is in beide groepen een les zelfstandig werken. Deze les kan gebruikt worden voor extra instructie aan zwakke leerlingen.

Les 1 2 3 4 5 6

Groep A Leerkrachtgebonden les Zelfstanding werken Leerkrachtgebonden les Zelfstanding werken Zelfstanding werken Leerkrachtgebonden les

7

Groep B Instaples (zelfstanding werken) Leerkrachtgebonden les Zelfstanding werken Leerkrachtgebonden les Zelfstanding werken Zelfstanding werken

Tip Een kopieerblad met een instaples vindt u in de groepsmap.


Wat is de structuur van een leerkrachtgebonden les? Alle leerkrachtgebonden stof is in de methode te herkennen aan de blauwe kleur, zowel aan de navigatiebalk bovenaan de pagina, als bij de nummering van de opgaven. Tijdens de leerkrachtgebonden les doen alle leer­ lingen mee, zowel de zwakke als de goede rekenaars. De handleiding biedt mogelijk­heden om de vraagstelling aan te passen aan het niveau van de leerlingen, per fase van de les. In het schema hieronder ziet u de structuur van een leerkrachtgebonden les.

4

C

1

C

2

8

Tip Besteed aan het begin van elke les 5 tot 10 minuten aan hoofd­rekenen. In de hand­leiding vindt u daar­ voor voldoende ideeën. U kunt hiervoor ook de kwismeester gebruiken.

blok 1 Breuken.

les 3

5 druiven een kwart appel een halve banaan 8 aardbeien 1/4 sinaasappel 1/8 liter slagroom

Verdelen door te vouwen. Vouw in gelijke stukken. De leerkrachtgebonden les, of Meer de interactieve antwoorden. les, begint altijd met een kort moment van a In 2 stukken. gezamenlijk, mondeling hoofdrekenen. b In 4 stukken. c In 8 stukken. d Kan het nog anders?

Daarna wordt met de hele groep een rekenprobleem, nieuwe leerstof of een nieuwe toepassing verkend. Dit is één nieuw dat antwoorden. wordt behandeld aan de hand 3 altijd Verdelen door teonderwerp, knippen. Meer Verdeel een stuk touw eerlijk met je groepje. van het leerlingenboek.

C

Halverwege de les is er een moment voor zelfstandig werken. Hierdoor kan de aandacht even verlegd worden naar parallelgroep of naar 4 eenVoor hoeveel kinderen is erzwakke een stuk leerlingen. pizza?

C

Bij welke pizza zijn de stukken het grootst? 1 twee kinderen 2 vier kinderen 3 vier kinderen

4 drie kinderen

Daarna wordt nog een opgave samen gemaakt en wordt vooruitgeblikt naar de les van de volgende dag. De stukken zijn het grootst bij pizza 1, daarna pizza 4, daarna pizza 3 en daarna pizza 2.

Elke interactieve les eindigt metwerkschrift een zelfstandig Die opgave vinden blz. te 3 verwerken opgave. maatschrift blz. 4 en 5 de leerlingen in het werkschrift of Maatschrift (met uitzondering van groep 3). Als de leerlingen hiermee bezig zijn, is er weer tijd om leerlingen individueel te begeleiden of LB6a_B1L01.indd 3 om een overstap te maken naar de parallelgroep.

computer

06-02-2009 16:39:11


Wat is de structuur van een les voor zelfstandig werken?

Tip Tijdens het zelfstandig werken kunnen ook één of meerdere leer­lingen opgaven op de computer maken. De opgaven van de oefen­ software sluiten aan op de stof in het leer­lingen­ boek en werk­schrift of Maatschrift.

In de hele methode geeft de groene kleur aan dat een les of opgave zelfstandig gemaakt kan worden. Na elke interactieve les volgt een toepassingsles. Hierin verwerken de leerlingen de nieuwe stof die in de vorige les is aangeboden. Ze doen dat zelfstandig. De les toepassen en oefenen (tweede en vierde les van de week) staat op de rechterpagina van het leerlingenboek. Behalve in groep 3, daar staat deze les geheel in het werkschrift of het Maatschrift.

les 4

C

1

Welke getallen horen erbij? a

0

10

20

16

0

4

20

9

d

les 4 0

C

5

b

c

1

blok 1

blok 1

20

11

6

5

0

20

12

2

Welke getallen horen erbij? a

C

2

0

10

c

0

6

b Maak de sommen. a 5+2=7 4 16 5 + 320 = 8 0 5 + 1 = 6d 5+4=9

11

20

0

b 10 9 10 10 10

− − − −

d 20 20 20 20

− − − −

3 = 17 5 = 15 4 = 16 1 = 19

20

12

2

c 15 + 2 = 17 15 + 3 = 18 15 + 1 = 16 15 + 4 = 19

3=7 5 = 520 4=6 1=9

9

C

Maak de sommen. C 2 paar 4 Eerst maken de leerlingen in het rekenschrift een Wat erc onder de les stip? a 5 +opgaven 2=7 3 b 10 − 3 =staat 7 15 + 2 = 17 d 20 − 3 = 17 5 blok 1 5+3=8 10 − 55= + 5 5 = 10 15 + 3 = 18 b 1020−− 58= 15 a =2 c 12 + 8 = 20 d 20 − 6 = 14 die aansluiten bij de nieuwe stof van de leerkrachtgebonden les. 10 − 4 = 6 5+1=6 15 + 1 = 16 20 − 4 = 16 1020−− 17= 19= 3 19 + 1 = 20 20 − 2 = 18 5+4=9 10 − 19= + 9 1 = 10 15 + 4 = 19 1 Welke getallen horen erbij? Deze opgaven worden aangeduid met dichte rondjes C 2 + 8 = 10 10 − 6 = 4 17 + 3 = 20 20 − 7 = 13 a b staat er onder de stip? 6 + 4 Elke = 10 vijfde les 10van − 2 de = 8week is het 16 +vaste 4 = 20 − 9herhalen = 11 C 3 Wat moment20 van en a 5 + 5 = 10 b 10 − 8 = 2 c 12 + 8 = 20 d 20 − 6 = 14 9 + 1 = 10 0 10 − 7 = 3 19 +201 = 20 0 20 − 2 = 18 20 oefenen. In de4 20groep 3 en 4 zijn deze lessen in het werkschrift 16 17 + 3 = 20 2 + 8 = 10 10 − 6 =104 − 7 9= 13 6 + 4 = 10c 10 − 2 = 8 16 + 4 = 20 20 − 9 = 11 d Daarna volgen opgaven met bekende stof die geoefend wordt. opgenomen. 4 Deze Hoeveel stippen samen?Vanaf groep 5 in het leerlingenboek. De linkerpagina in het b 9 geeft herhalings­ c 9 opgaven over dde 10stof van de voorgaande d 14, 9 rode + 5 witte4 Hoeveel stippen samen? a 8 opgaven worden aangeduid metwant open rondjes leerlingenboek CD a 8 0 20 0 20 11 12 2 d 10 b9 6 c9 d 14, want 9 rode + 5 witte week, de rechterpagina biedt oefenstof over bekende leerstof. Ook in de sommen. C 2 Maak a 5+2=7 b 10deze − 3 = 7 les werken c 15 + 2 = 17 de leerlingen d 20 − 3 = 17 zelfstandig. In de handleiding staan 5+3=8 10 − 5 = 5 15 + 3 = 18 20 − 5 = 15 5+1=6 10 − 4 = 6 15 + 1 = 16 20 − 4 = 16 Als de leerlingen klaar zijn met de opgaven in het leerlingenboek, en suggesties voor een afsluiting. 5+4=9 10aandachtspunten −1=9 15 + 4 = 19 bij de 20 − 1opgaven = 19 5 Hoeveel stippen samen? CD worden ze verwezen naar opgaven in het werkschrift Tijdens deze dles a 7of het b 9 c 7 9 kunt u leerlingen die dat nodig hebben extra instructie onder de stip? C 3 Wat 5 staat erHoeveel stippen samen? a 5 + 5 = 10 b 10en − 8 hulp =2 c 12 + 8 =Zwakke 20 d 20 − rekenaars 6 = 14 Maatschrift. geven. maken deze vijfde les in het 9 + 1 =a 10 7 10 − 7 = 3 20 − 2 = 18c 7 b19 +91 = 20 d 9 e 6 2 + 8f =10 10 10Maatschrift. − g6 8= 4 17 + h3 12 = 20 20 − 7 = 13 6 + 4 = 10 10 − 2 = 8 16 + 4 = 20 20 − 9 = 11

CD

CD

4 Hoeveel stippen samen? CD Leerlingen die klaar zijn met de opgaven werkschrift, a 8worden b9 d 14, want 9in rodehun + 5 witte e 6 werkschrift 108 verwezen naar pagina’s in het leerlingenboek, waar C1 a nog meer opgaven staan: – Even snel: automatiseren en memoriseren 5 Hoeveel stippen samen? CD C2 a a 7 b 9 – Verder: herhalingsopgaven – Plus: verrijkingsopgaven (in groep 3 staan deze opgaven e 6 f 10 in het werkschrift) LB4a_B1L01.indd 4

blok 3

Reken handig. a 748 − 3 = 745 748 − 30 = 718 748 − 300 = 448 748 − 333 = 415

LB4a_B1L01.indd 4

C

g 8

11:25:48 c 23509-02-2009 − 2 = 233 bd 235 − 20 = 215 235 − 200 = 35 235 − 230 = 5

− 6 = 383 − 60 = 329 − 66 = 323 − 166 = 223

454 454 454 454

Les 20 oefenen

h 12 − − − −

5 CD

111 = 343 333 = 121 151 = 303 114 = 340

c 343

g 8

3

dwerkschrift 9

blz. 3

4

b

a

Aantal groepjes Kinderen per groep 2 computer 14 …

2

…7

4

28

4

…7

Kinderen

Aantal zakken

21

7 …

3

21

3 …

computer

7 …

40

5

8 …

1

2

maandag

-

4

11

18

25

dinsdag

-

5

12

19

26

13

20

woensdag

-

3

4

40

8 …

5 …

6

27

14

21

28

vrijdag

1

8

15

22

29

zaterdag

2

9

16

23

30

zondag

3

10

17

24

31

donderdag

-

7

Bolletjes per zak 09-02-2009 11:25:48

5

09-02-2009 11:25:48

6 CD

a

Reken uit. a 15 : 5 = 3 want 3 × 5 = 15 15 : 3 = … 5 want … 5 × 3 = 15 70 : 10 = … 7 want … 7 × 10 = 70 24 : 4 = … 6 want … 6 × 4 = 24

b 50 : 10 = … 5 want 5 × 10 = 50 40 : 5 = … 8 want 8 × 5 = 40 36 : 6 = … 6 want 6 × 6 = 36 64 : 8 = … 8 want 8 × 8 = 64

bd

c 81 : 9 = … 9 want 9 × 9 = 81 49 : 7 = … 7 want 7 × 7 = 49 32 : 4 = … 8 want 4 × 8 = 32 28 : 4 = … 7 want 7 × 4 = 28

Een scheurkalender. a Welke dag van het jaar is het? vrijdag 1 april b Op welke dagen is het vrijdag in april? 1, 8, 15, 22 en 29 c En op welke dagen zondag? 3, 10, 17 en 24 d Esra is op 20 april jarig. Op welke dag is het dan? woensdag

7 CD

Maak de sommen. 345 + 4 = 349 345 + 40 = 385 345 + 400 = 745 345 + 444 = 789

aa

b 543 + 9 = 552 543 + 99 = 642 555 + 99 = 654 567 + 33 = 600

even snel blz. 116 - 119

LB5a_B3L16.indd 5

14 …

28

bc

Welke maand is het? Hoeveel dagen heeft deze maand? En de vorige? 31, 28 Welke maand is hier afgedrukt? maart c Is het een schrikkeljaar? Nee, februari heeft 28 dagen. d Op welke dag valt 9 april en op welke 30 april? Beide op woensdag.

b

28

211

aa ab

28

h 12

bd

109

Reken uit hoeveel. Knip het touw in stukken. Hoeveel stukken van 4 meter kun je maken? 3 En hoeveel meter touw houd je over? 2 meter b

blz. 3

b 254

blok 3

aa

Kinderen

LB4a_B1L01.indd 4

C

b 389 389 389 389

Hoeveel kilometer c 7 is er gereden? a 100

werkschrift

De les zelfstandig werken wordt afgesloten met een bespreking van eventuele problemen die tijdens de les naar voren zijn gekomen. Ook wordt er een samenvatting gegeven van de belangrijkste leermomenten. Deze afsluiting staat beschreven in de handleiding.

computer d 10 f les 1020 herhalen

blz. 3c 9

09-02-2009 11:12:21

LB5a_B3L16.indd 6

verder

48 : 6 = 8 42 : 7 = 6 54 : 9 = 6 56 : 8 = 7

c 123 + 456 = 579 321 + 654 = 975 427 + 98 = 525 472 + 98 = 570

blz. 120 - 123

plus

bd

334 + 76 = 410 505 + 55 = 560 761 + 158 = 919 135 + 246 = 381

blz. 124 - 127 computer

09-02-2009 11:12:21


10

Wat biedt de methode op het gebied van observatie en toetsing? Observatie Tip In de toetsweek kunt u elke dag een paar leerlingen de toets achter de computer laten maken. Zo kunt u ook met weinig computers digitaal toetsen.

In de handleiding staan bij elke les aanwijzingen voor observatie en extra hulp. Deze aanwijzingen sluiten nauw aan bij het leerproces van de betreffende les. Ook tijdens het zelfstandig werken is obser足vatie belangrijk. Elke leerkrachtgebonden les heeft twee momenten van zelfstandig werken: halverwege en aan het eind van de les.

Periodieke toetsen De methode biedt zes toetsweken per jaar. De eerste dag van de toets足week van elk blok is voor het afnemen van de bloktoets. In totaal zijn er zes bloktoetsen. De toetsen zijn er in de vorm van kopieerbladen (in de groepsmap), een toetsboekje en in een digitale variant. In het toetsboekje zijn extra toetsen opgenomen, zoals bijvoorbeeld een automatiseringstoets, met ruimte voor registratie en feedback voor ouders. De digitale toetsen hebben dezelfde opbouw en inhoud als de papieren toetsen.


Signaleren van rekenproblemen De toetsopgaven bevatten de nieuwe onderwerpen van het afge­lopen blok. Met behulp van de toetsen kunnen rekenproblemen bij leerlingen geconstateerd worden. Toch is de toets alleen een eerste signalering. Met diagnostische gesprekken ná de toetsen kan meer inzicht verkregen worden in de rekenproblemen van de leerlingen. Hiervoor staan gedetailleerde aanwijzingen in de handleiding bij de toetsen, die u vindt in de groepsmap.

Tip Als u een digitale toets afneemt kijkt de computer de toets voor u na én worden voor iedere leerling opgaven uit de oefen­software geselecteerd op basis van het toetsresultaat.

Afhankelijk van het resultaat op de toets volgen de leerlingen in de toetsweek hun eigen route. De mogelijkheden zijn:

Onvoldoende, onder de 40%-norm – diagnostisch gesprek – hulpgesprek aan een individuele leerling of in kleine groepjes – kopieerblad met herhalingsopgaven – Spelplein

Voldoende, tussen de 40% en 80%-norm – oefensessie op de computer – pagina’s ‘Verder’ uit het leerlingenboek – kopieerblad met herhalingsopgaven – Spelplein

Zeer goed, boven de 80%- norm – pagina’s ‘Plus’ uit het leerlingen­boek – Plusschrift – Spelplein

Gedifferentieerde toetsen Vanaf groep 5 zijn er aparte toetsen voor leerlingen die in het Maatschrift werken. Ook hiervan is een digitale variant beschikbaar. Als een leerling op een Maatschrifttoets regelmatig boven de 80%-norm scoort, kan deze leerling overstappen naar het minimum­ traject van de reguliere methode.

Tussentijdse evaluatiemomenten Buiten de zes bloktoetsen kunnen de prestaties van de leerlingen wekelijks worden beoordeeld, door de herhalings- en oefenlessen. Dat zijn de lessen 5, 10, 15, 20 en 25. In de handleiding zijn bij de lesbeschrijvingen van deze lessen normeringstabellen opgenomen. Bij het opstellen van de normeringstabellen wordt er uitgegaan van de situatie dat alle leerlingen alle opgaven maken.

Voorbereiding op CITO-toetsen De auteurs hebben bij het schrijven van de methode goed gekeken naar de meest recente versie van de LOVS-toetsen en de eindtoets van het CITO. Door de specifieke formulering en een vergelijkbaar type opgave op diverse momenten als oefenopgave in de methode op te nemen, zijn leerlingen beter voorbereid op de CITO-toetsen.

11


b

c 8 × 5 = 5 × 8 = 40 cent

9 × 20 = 20 × 9 = 180 cent

WelkeC mogelijkheden zijn er voor differentiatie? Keer de sommen om en reken ze uit. 8×1=1×8= 8 8 × 2 = 2 × 8 = 16 8 × 3 = 3 × 8 = 24 8 × 4 = 4 × 8 = 32

a

b 8 × 6 = 6 × 8 = 48 8 × 7 = 7 × 8 = 56 8 × 8 = 8 × 8 = 64 8 × 9 = 9 × 8 = 72

c 6 × 4 = 4 × 6 = 24 b 9 × 10 = 10 × 9 = 90 3 × 7 = 7 × 3 = 21 9 × 6 = 6 × 9 = 54 9 × 5 = 5 × 9 = 45 7 × 6 = 6 × 7 = 42 De differentiatie en is 9 × binnen 2 = 2 × 9 Alles = 18 telt biedt extra stof7op × elk 8 = niveau 8 × 7 = 56

eenvoudig uitvoerbaar. De zeer zwakke rekenaars werken in een eigen Maatschrift,Welke dat het reguliere vervangt. Voor de zeer goede sommen hebbenwerkschrift dezelfde uitkomst? naasthet elkaar. rekenaars isZet erze naast reguliere werkschrift nog het Plusschrift. Daarnaast zorgt een heldere bewegwijzering in het leerlingenmateriaal 3×8 9×4 4×9 4×4 4 × 10 ervoor dat elke leerling zijn eigen leerroute kan volgen, op zijn eigen 6 × 4vanaf de tweede helft van niveau. De meeste opgaven 5 × 8 zijn namelijk 2×8 3×6 groep 4 onderverdeeld in subopgaven.

C

2×9

CD a

4 × 4 = 2 × 86 × 6 4 × 10 = 5 × 8

Wat staat er onder de stip? 3 × 6 = 18 b 8 × 4 = 32 5 × 3 = 15 7 × 6 = 42 7× 1 = 7 6 × 5 = 30 4 × 4 = 16 5 × 10 = 50

3×6=2×9 6×4=3×8 c 3 8 6 8

werkschrift a = minimumtraject

6×6=9×4=4×9

× 4 = 12 × 3 = 24 × 6 = 36 × 5 = 40 blz. 10

b

7× 9× 9× 6×

3 = 21 4 = 36 5 = 45 6 = 36 computer

b,c = regulier traject d = plus traject

LB5a_B1L21;29.indd Sec1:2

12

24-10-2008 14:35:40

Het is niet verstandig om deze interne differentiatie zonder meer voor te schrijven. Beter is het de leerlingen zo veel mogelijk alle opgaven te laten maken. Alleen als blijkt dat sommige opgaven voor een leerling echt te makkelijk of te moeilijk zijn, of als een leerling het tempo niet aankan, kan worden besloten de leerling bepaalde rijtjes over te laten slaan.

Convergente differentiatie Convergente differentiatie betekent dat de groep zo veel mogelijk bij elkaar wordt gehouden. Alle leerlingen doen dus mee aan de groepsinstructie. Door daarnaast veel momenten van zelfstandig werken aan te bieden, wordt ruimte gemaakt voor extra instructie aan leerlingen die dat nodig hebben.

Tip De Maatschriften van groep 3 en 4 kunnen eventueel als preteaching of als extra oefenstof worden ingezet.

Oefenopgaven voor zeer zwakke rekenaars Voor een deel van de leerlingen zal het reguliere niveau te hoog blijken. Daarom biedt de methode voor deze leerlingen verwerking en oefening op een lager niveau in de Maatschriften. De Maatschriften in groep 3 t/m 5 bieden meer hulp ten opzichte van de reguliere werkschriften. De doelen zijn wel gelijk aan elkaar. Vanaf groep 6, nadat alle basisvaardigheden aan bod zijn geweest, verandert het concept van de Maatschriften. De niveau­verschillen worden groter en de doelen worden bijgesteld. Belangrijk uit­gangspunt is dat ook zwakke rekenaars in aanraking komen met alle rekenstof, dus ook met breuken en procenten, maar wel aangepast aan hun niveau. De Maatschriften in groep 6 t/m 8 bieden daarnaast meer herhaling van de basis­vaardigheden ten opzichte van de reguliere werkschriften.


Oefenopgaven voor zeer goede rekenaars Voor de snelle en goede rekenaars is er extra oefen- en verrijkingsstof te vinden in de leerlingenboeken: pagina’s ‘Verder’ en ‘Plus’. Voor de zeer goede rekenaars is er een extra werkschrift: het Plusschrift. Hierin staan pittige en uitdagende opdrachten, vaak in de vorm van een puzzel of een rekenraadsel. Hierbij wordt zo min mogelijk voor­ uitgelopen op de stof van de jaargroep.

Les 20 oefenen

CD C 5

46

blok 3

Tip Zeer goede rekenaars mogen de minimum opgaven overslaan, zodat zij versneld door de stof kunnen gaan.

109

blok 6

Reken uit hoeveel. a a Knip het touw in stukken. 10 Hoeveel Vul in. stukken van 4 meter kun je maken? 3 En hoeveel meter touwbijhoud je over? 2 meter Welke getallen horen de figuren? b Kinderen 28

Aantal groepjes Kinderen per groep 14 …

+

14 …

28

…7

4

28

4

…7

Aantal zakken

21

7 …

3

21

3 …

7 …

40

=

5

=

=

+

Kinderen

40

= 14

13

8

2

=

bc

C C D

2

+

28

4

Bolletjes per zak

+

8 …

8 …

=

2

5 …

10 Vul in. voorbeeld Plusopgave groep 4 6 Reken uit. a 15 : 5 = 3 want 3 × 5 = 15 b 50 : 10 = … 5 want 5 × 10 = 50 15 : 3 = … 5 want … 5 × 3 = 15 40 : 5 = … 8 want 8 × 5 = 40 70 : 10 = … 7 want … 7 × 10 = 70 36 : 6 = … 6 want 6 × 6 = 36 24 : 4 = … 6 want … 6 × 4 = 24 64 : 8 = … 8 want 8 × 8 = 64 figuren? Welke getallen horen bij de + c 81 : 9 = … 9 want 9 × 9 = 81 d 48 : 6 = 8 7tijdens want 7 ×het 7 =zelfstandig 49 42 :in 7 =hun 6 eigen tempo. Als + :7=… Leerlingen 49 werken werken 32 : 4 = … 8 want 4 × 8 = 32 54 : 9 = 6 ze klaar zijn28met opgaven ze doorver­ : 4 =de 7 want 7 × 4 =worden 28 56w : 8ezen = 7 naar de pagina’s …

a

Tempodifferentiatie

Spelplein

b

Het Spelplein is een onderdeel van de oefensoftware. Op dit Spelplein zijn allerlei spellen te vinden met een verschillende moeilijkheids­graad, ‘Even snel’, ‘Verder’ en ‘Plus’ aan het eind van elk blok. waaruit leerlingen kunnen kiezen als ze klaar zijn met de opgaven in hun werkschrift. Tijdens het spelen van een spel is het de bedoeling om 7 Maak de sommen. 410 volgend level te bereiken, waarbij de opgaven steeds moeilijker a a 345 + 4 = 349 b 543 + 9 = 552 c 123 + 456 = 579 b d 334 + 76 = een 345 543 + 998= 642 321 + =654+= 975 505 + 55 = worden. 560 = + 40 = 385 = 14 4 De scores van de leerlingen worden geregistreerd.

CD

345 + 400 = 745 555 + 99 = 654 427 + 98== 525 761 + 158 = 919 345 + 444 = 789 567 + 33 = 600 472 + 98 = 570 135 + 246 = 381 = + even blz. 120 - 123 plus blz. 124 - 127 computer = snel blz. 116 - 119 verder 2

LB5a_B3L16.indd 6

voorbeeld verwijzing onder aan een pagina

PSgroep4_blok6_cmyk.indd 5

09-02-2009 11:12:21

09-02-2009 14:12:58


Welke rol speelt taal in deze rekenmethode? Het niveau van taalvaardigheid verschilt per leerling. Taalgericht onderwijs is daarom ook bij rekenen erg belangrijk. Het is belangrijk om te weten of de problemen bij een specifieke leerling te wijten zijn aan gebrek­kige begripsvorming of aan het niet snappen van de opgave door een niet toereikende woordenschat.

14

Taalbeleid Alles telt heeft een sterk en herkenbaar taalbeleid in de methode verwerkt. Dit is gebeurd in samenwerking met het Freudenthal Instituut. Het taalbeleid bestaat uit de volgende componenten:

Taaltips In de handleiding worden bij elke les taaltips gegeven. Deze tips kunnen gaan over reken­woorden, contextwoorden of school­ taalwoorden. Ook kunnen ze betrekking hebben op het leren begrijpen van de instructietaal.

Een woordweb Halve gare De helft Een tweede deel

0,5

1/2

Twee halven – één hele

De eeste helft van een voetbal­wedstrijd

Half


15

Rekenwoorden en lastige woorden In de handleiding worden bij elke les reken­woorden en lastige woorden opgesomd. Deze woorden zijn mogelijk lastig voor een deel van de leerlingen. Hierdoor kan voorafgaand aan de les na worden gegaan of er leerlingen zijn met wie deze woorden voor­besproken moeten worden.

Woordenschatopgaven In het leerlingenboek en de schriften zijn in enkele lessen taal­op­gaven opgenomen. Leerlingen kunnen met deze speciale opgaven laten blijken dat zij de diverse rekenbegrippen kennen.

Voorbereiding op talige CITOopgaven De Citotoetsen hebben een eigen vorm van taligheid. Bij de ontwik­ keling van de 2e editie van Alles telt is goed gekeken naar de meest recente versie van de LOVS-toetsen en de eindtoets van het CITO. Door de specifieke formulering en een vergelijkbaar type opgave op diverse momenten als oefenopgave in de methode op te nemen, zijn leerlingen beter voorbereid op de CITO-toetsen.

Voorbeeld ‘omtrek’ is een lastig rekenwoord Voorbeeld Een woordenschat­ opgave: ‘De klok wordt een uur vooruit gezet. Wordt het dan vroeger of later?’


Hoe zijn de leerlijnen uitgewerkt? Alles telt sluit aan op de LOVS-toetsen en de eindtoets van het CITO en voldoet aan de tussendoelen uit Tal (Tussendoelen Annex Leer­lijnen). Alles telt voldoet hiermee aan alle kerndoelen voor rekenen. Bij de ontwikkeling van de 2e editie van Alles telt is rekening gehouden met de aanbevelingen uit de eindrapporten van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen taal en rekenen (onder voorzitterschap van Dhr. Meijerink, 2008). Bij het uitwerken van de leerlijnen is kritisch gekeken naar de beschrijving van de referentieniveaus (1F en 1S). Het reguliere programma dekt de doelen van het niveau 1S. De stof in de Maatschriften dekt de doelen van het niveau 1F.

leerdomein

16

Tip Een uitgebreid overzicht van de leerlijnen is opgenomen in de digitale module van de groepsmap.

getalrelaties en getalbegrip basisvaardigheid optellen basisvaardigheid aftrekken basisvaardigheid vermenigvuldigen basisvaardigheid delen cijferend optellen cijferend aftrekken cijferend vermenigvuldigen cijferend delen breuken kommagetallen procenten verhoudingen rekenmachine lengte en omtrek oppervlakte inhoud/volume gewicht meetkunde geld tijd tabellen en grafieken Overzicht leerdomeinen

1-2 •

3 • • •

4 • • • • •

groep 5 • • • • •

6 • • • • • • • • • •

• • • • •

• • • • • • • •

• • • • • • • •

• • • • • • • •

• • • • • • • •

• •

7 • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

8 • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •


optellen Groep 6

Groep 7

5+2 40 + 80 200 + 100 300 + 12 + 7

aftrekken 245 + 182 7 120 300 427

11 567 + 289 856

5–2 40 – 80 200 – 100 100 – 40 +3

vermenigvuldigen 245 – 182 3 – 40 100 63

6212 732 – 245 487

Groep 8

herhalen en oefenen

herhalen en oefenen

Maatschrift

11 567 + 289 856

6212 732 – 245 487

16 x 74 -> 6x4 6 x 70 10 x 4 10 x 70

74 x 16 24 420 40 700 1184

2 74 x 16 444 740 1184

herhalen en oefenen

x

132 4 8 120 400 528

delen splitsend delen 112 : 2 = 100 : 2 + 12 : 2 delen met rest 47 : 5 + … r …

17

delen met nullen 40 : 2 40 : 20 400 : 200 eerst 966 : 42 966 840 126 126 0

dan, ook met rest

20 x 3x

42

966 84 126 126 0

23

966 84 126 126 0

23 20 x

herhalen en oefenen

966 : 42 966 840 126 126 0

20 x 3x

42

3x ook met rest

Uitwerking van het cijferen

In de 2e editie van Alles telt wordt vanaf groep 6 per leerkracht­ gebonden les één oplossingsmanier aangeboden. De leerlijnen voor het cijferend rekenen worden stapsgewijs opgebouwd, met als eind­doel het aanbieden van de meest verkorte vormen in groep 7. In het schema is te zien dat er in groep 6 een overgang plaatsvindt van het splitsend rekenen naar het traditionele cijferen. De toegevoegde waarde daarvan is dat leerlingen nog even met hulpsommen zien welke berekeningen ze maken. Daarmee kan makkelijker de overstap naar een kortere manier gemaakt worden. In groep 8 wordt er flink geoefend met de meest verkorte vormen van het cijferen, oftewel het traditioneel cijferen.


Welke informatie is er beschikbaar voor ouders? Informatie voor ouders over het rekenonderwijs

18

Het rekenonderwijs is de afgelopen jaren sterk veranderd. Het rekenonderwijs is heel anders dan de ouders het zelf hebben gehad. Ouders, met name van kinderen uit de jongste groepen, stellen regelmatig vragen hierover op school. Op www.allestelt.nl zijn de verschillen tussen ‘vroeger’ en het huidige rekenonderwijs op een rij gezet met bijbehorend een aantal voorbeelden. Hiermee kunt u ouders informeren.

Overzicht: wat leert uw kind met Alles telt? Op www.allestelt.nl kunnen ouders nalezen wat een kind op school leert met Alles telt. Per jaargroep en per blok worden de onderwerpen beschreven die in deze periode aan bod komen. Daarbij worden opgaven als voorbeeld gegeven.

Tips voor ouders die met hun kind willen rekenen Op www.allestelt.nl staan ook tips voor ouders die thuis met hun kind willen rekenen. Er worden een aantal suggesties en spelletjes voor thuis gegeven, om de rekenvaardigheid van hun kind te stimuleren.

Tip Op www.allestelt.nl staat informatie over onder­werpen waar ouders belang­stelling voor zouden kunnen hebben.

Toetsschrift In het toetsschrift staat informatie voor de ouders over de stof in het leerjaar. U kunt hier als leerkracht ook aantekeningen bij maken.


Hoe is het materiaal vormgegeven? C les 8

blok 4

8

1

allemaal klokken.

half 1

half 5 11 uur

Alles telt is een overzichtelijke methode. Dat moet ook blijken uit de vormgeving. Daarom is gekozen voor een rustige vormgeving, met een goede balans tussen tekst en beeld.

les 8

blok 4

8

3 uur

1 Rust de klokken. pagina half 1 half 3 7allemaal uur C 1 op De lijnenhalf tussen de opgaven zorgen ervoor dat de opgaven 5 niet met elkaar gaan interfereren. 11 uur

8 uur

C

2

hoe laat is het? 3 uur

les 5 herhalen

blok 2

48

2 Kleurgebruik 7half uur3 half half 6 half 11 half 8 half34 De groepskleuren komen telkens terug op de pagina (in de beelden) en de sommen. CC 13 a aMaak hoe laat is het? b �×� � × � 27 � × � 35 �×� 30 zorgen zohoeveel voor rust. later is9het op de groene klok? �×�

C

8 uur 12

2

� × � 15 hoe laat is het? � × � 18

��

40

��

36

��

36

��

45

��

42

��

45

�� × �

50

��

48

��

54

b d ? × ? 3 × 8 = 24 ? × ? �×� 28 3 uur 9 uur half 10 een half uur �×� � × � ?×? 32 64 32 een half uur later later � × � 72 ?×? �×� ?×? 36 5 × 8 = 40 half 3 half 6 half 11 half 8 half 4 �� × � 80 ?×? �� × � 40 6 × 8 = 48 �� × � 3 hoe laat is het? LB3b_B4L01.indd 7 Het ontwerp getest kleurenblindheid. hoeveelis later is het opop de groene klok? 2 Wat zijn de buursommen? Reken die uit. b 6 × 6 5 × 6 = 30 en 7 × 6 = 42 a a 4 × 4 3 × 4 = 12 en 5 × 4 = 20 5 × 5 4 × 5 = 20 en 6 × 5 = 30 8 × 8 7 × 8 = 56 en 9 × 8 = 72 6 × 3 5 × 3 = 15 en 7 × 3 = 21 7 × 4 6 × 4 = 24 en 8 × 4 = 32 3 × 6 2 × 6 = 12 en 4 × 6 = 24 4 × 6 3 × 6 = 18 en 5 × 6 = 30 3 Functioneel gebruik van beelden c �×� half 3 �×�

56

C

7 × 9 = 63 8 × 9 = 72 9 × 9 = 81 90 09-02-2009 11:16:53

C

c 9opgaven × 9 8 × 9 = 72wordt en 10 × 9gebruik = 90 7 × 7 6 × 7 van = 42 en 8 × 7 = 56 Binnen de gemaakt functionele fotografie: b d9 uur half6 3× 8 5 × 8 = 40 3enuur7 × 8 = 56 4 × 9 3 × 9 = 27half en 10 5 × 9 = 45 een half uur een half bijvoorbeeld van 8 × een 6 7 × 6foto = 42 en 9 × een 6 = 54 echte maatbeker. 9 × 6 8 × 6 = 48 en 10 × uur 6 = 60 9 × 5 8 × 5 = 40 later en 10 × 5 = 50

C

3

LB3b_B4L01.indd 7

Pannenkoeken bakken. Voor 8 pannenkoeken heb je ongeveer een halve liter melk nodig. Hoeveel pannenkoeken kun je bakken van 1 liter melk? 16 b Hoeveel pannenkoeken kun je bakken van 2 liter melk? 32 c Hoeveel pannenkoeken kun je bakken van 3 liter melk? 48 d Hoeveel pannenkoeken kun je bakken van 2 en een halve liter melk? 40

aa b

8 × 9 7 × 9 = 63later en 9 × 9 = 81

09-02-2009 11:16:53

Illustratieve tekeningen komen nauwelijks voor. Hier is ook weer bewust voor gekozen in verband met rust op de pagina. Bij de keuze van de beelden is nadrukkelijk rekening gehouden met de belevingswereld van de leerlingen. Ook met diverse geloofs­opvattingen en multiculturele aspecten is zoveel mogelijk rekening gehouden. LB5a_B2L01.indd 5

09-02-2009 11:13:54

Op de voorzijde staan gefotografeerde kinderen. Op de achterzijde hun digitale varianten, die in het computerprogramma gebruikt worden.

19


Welke materialen biedt Alles telt voor de groepen 1 en 2? Alles telt biedt voor groep 1-2 de volgende materialen: – een ideëenmap voor de leerkracht met suggesties voor rekenwiskundige activiteiten, inclusief een audio-cd met reken- en telliedjes – een knieboek met vertelplaten – een computerprogramma

Tip In de map is een minimum programma opgenomen. Zo weet u met welke activiteiten u de kinderen goed voorbereidt op groep 3.

20

De ideëenmap Deze map biedt suggesties voor rekenwiskundige activiteiten. De activiteiten zijn als volgt ingedeeld: – activiteiten voor in de kring – activiteiten voor in de speelwerkles – activiteiten voor buiten of in het speellokaal – activiteiten voor in de hoeken – activiteiten op thema’s U kunt zelf beslissen op welke manier en in welke volgorde u de suggesties gebruikt. Alle activiteiten zijn op dezelfde manier opgebouwd en beschreven: – materiaal – doelen – voorbereiding – startactiviteit (optioneel) – verloop van de activiteit – observatiepunten – makkelijker – moeilijker – wiskundig domein en aspect en positie binnen de leerlijn


Tip In de ideeënmap wordt ook aandacht besteed aan het inzetten van liedjes en prenten­boeken voor reken­wiskundige activiteiten.

7 In de suggesties voor activiteiten met groep 1 en 2 staat steeds een van de volgende eenleerlijnen belangrijke centraal: rol. Het gaat er in de onderbouwperiode dus vooral om dat u veel situaties creëert en activiteiten aanbiedt. Deze situaties moeten de kinderen – getalbegrip kansen bieden voor het ontdekken van de samenhang tussen betekenissen en – meetkunde gebruikswijzen van getallen in de wereld van alledag. Kleuterrekenen betekent – meten dus inspelen op spontane situaties, maar ook rekenactiviteiten op gang brengen en kansen creëren voor ontwikkeling. Dit moet doelgericht gebeuren, maar wel – tijdsbegrip geïntegreerd in voor kleuters betekenisvolle en herkenbare situaties.

Bij het volgen van de ontwikkeling van kleuters en het stimuleren waar nodig, biedt Alles telt ondersteuning op de volgende wijze: – per activiteit worden observatiepunten gegeven – per activiteit zijn er suggesties voor het makkelijker of moeilijker maken

In de map is ook een ontwikkelingsvolgsysteem opgenomen gericht op de rekenwiskundige ontwikkeling van kleuters. Het omvat onder andere de volgende onderdelen: – een minimumprogramma met een goede spreiding van de rekenwiskundige activiteiten over het jaar – observatieformulieren per leerlijn – een didactisch groepsplan – een formulier voor een individueel handelingsplan – een volgkaart, waarmee de individuele rekenwiskundige ontwikkeling De leerlijnen De map met suggesties voor activiteiten in groepmet 1 en 2daarbij heeft de volgende leerlijBij alle activiteiten staat de leerlijn weergegeven in beeld wordt gebracht nen: aangegeven aspecten worden geoefend. – welke getalbegrip Een ontwikkelingsgerichte benadering

Getalbegrip is de basisu voor leren rekenen: inzicht in detestructuur, deniet Alles telt helpt om dehet wiskundige ontwikkeling van kleuters accentueren, andere ontwikkelingsaspecten: opbouw, degeïsoleerd, plaatsenmaar en in desamenhang betekenismet van getallen. Het is een leidend – De persoonlijke zingeving staat centraal. – Alles De interesse, en mogelijkheden van de kinderennadrukkelijk vormen het principe van telt enbehoeften dat is ook in het kleuter-rekenen uitgangspunt. zichtbaar. De opbouw vanontwikkeling de leerlijnen met de – De wiskundige hangtkomt samenovereen met andere ontwikkelingsgebieden. – van Kleuters hebben een actieve, eigen inbreng. beschrijving TAL (Tussendoelen Annex Leerlijnen), opgesteld onder – Het accent ligt op groei en wendbaarheid van wiskundig inzicht. verantwoordelijkheid hetvan expertisecentrum voorderekenen en – Een actievevan inbreng de leerkracht stimuleert wiskunde: hetontwikkelingsmogelijkheden Freudenthal Instituut.van de kleuters.

– meetkunde – meten – tijdsbesef Bij alle activiteiten ziet u de leerlijn. Daarbij wordt steeds aangegeven welke aspecten van de betreffende leerlijn worden geoefend.

21

Leerlijn getalbegrip

Voorbeeld van de leerlijn getallenbegrip Leerlijn meetkunde

Leerlijn meten

Leerlijn tijdsbesef

De vertelplaten De opbouw van de leerlijnen komt overeen met de beschrijving van TAL (Tussendoelen Annex Leerlijnen), opgesteld onder verantwoordelijkheid van het expertiTer ondersteuning van de thema’s is een knieboek met vertelplaten secentrum voor rekenen en wiskunde: het Freudenthal Instituut. gemaakt. Dit knieboek bestaat uit 9 grote tekeningen die elk een thema In het schema hierna staan deze tussendoelen. weerspiegelen. Bij de tekening staat een inleiding en een aantal vragen om de aandacht van de kinderen te richten. Alles telt groep 1 en 2

Het computerprogramma 02_KL_C1_p005_022_Jaar groep_intro.indd 4

10-02-2009 17:02:06

De leerlingen wandelen rond in een virtuele school. Zij kiezen een werkplek zoals bijvoorbeeld de bouwhoek, een winkeltje of de kring. Daar doen ze verschillende activiteiten. Er zijn filmpjes over basale rekenwetenswaardigheden (tellen, cijfers, getallen, figuren, de klok en dergelijke). Ook is er een knusse luisterplek waar een aantal telliedjes van de audio-cd kunnen worden beluisterd en bekeken.

Voorbeeld van een vertelplaat


Welke materialen biedt Alles telt voor de groepen 1 t/m 8?

Pakketsamenstelling

22

Groep 1-2

Groep 3

Groep 4

Groep 5 t/m 8

Leerlingenboek

2

2

2

Werkschrift

4

2

1

Antwoordenboek leerlingenboek en werkschrift

2

2

2

Toetsschrift

1

1

1

Maatschrift

3

3

3

Antwoordenboek Maatschrift

1

1

1

Toetsschrift Maatschrift

1

Plusschrift

1

1

1

Antwoordenboek Plusschrift

1

1

1

Kwismeester

2

2

2

Handleiding (met lesbeschrijvingen)

1

1

1

Groepsmap, incl. toetsen (met digitale leerlijnen )

1

1

1

1

1

1

1

1

1

KleuterideeĂŤnmap

1

Vertelplaten

1

Computerprogramma

1

Software voor het digibord

Tip De werkschriften zijn te bestellen per sets van 5 stuks. Zowel de Maatschriften als de Plusschriften zijn te bestellen per stuk.


Leerlingenboek

Toetsschrift

Er zijn per leerjaar 2 leerlingenboeken, een deel A en deel B. Ze bevatten leer­kracht­ gebonden lessen en lessen zelfstandig werken. In leerlingenboek A zitten de lessen uit blok 1 t/m 3. Leerlingenboek B beslaat de lessen van blok 4 t/m 6. Na elk blok zijn er extra pagina’s Even snel (auto­ matiseren), Verder (herhalingsopgaven) en Plus (verrijkingsopgaven) opgenomen (vanaf groep 4).

Met de toetsschriften kunnen leerlingen de bloktoetsen maken. De schriften bevatten verder extra toetsen en informatie voor ouders. Er zijn: - reguliere toetsschriften (groep 3 t/m 8) - toetschriften bij de Maatschriften (groep 5 t/m 8)

Antwoordenboek

Werkschrift In groep 3 en 4 vindt de verwerking voornamelijk plaats in de werk­schriften. Vanaf groep 5 is er nog maar één werkschrift per leerjaar. De opgaven in het werkschrift hebben een vaste volgorde. In de werkschriften staan de opgaven die wat lastig in een rekenschrift te maken zijn, zoals opgaven met tabellen, tekenwerk en meetkundige opgaven.

Met de antwoordenboeken van Alles telt kunnen de leerlingen even­tueel zelf hun werk nakijken. De antwoord­boeken zijn namelijk de ingevulde variant van boeken en schriften. Er zijn drie verschillende antwoordenboeken: – combinatie inhoud van het leerlingenboek en het werkschrift – inhoud Maatschrift – inhoud Plusschrift

Kwismeester

Maatschrift Voor de zwakke rekenaars is er een speciaal werkschrift, het Maat­schrift. De oefenstof in het Maatschrift sluit aan bij die van het leerlingenboek, maar het niveau is aangepast aan leerlingen die minder aankunnen. Bovendien biedt het Maatschrift meer oefening van de basisvaardigheden. Bijna alle verwerking van de leerstof vindt plaats in het Maatschrift, zodat een extra rekenschrift niet nodig is.

ISBN 978-90-06-63227-9

a

9 789006 632279

De kwismeester is een opzetboek waarmee de leerlingen in twee­tallen elementaire automatiserings­ oefeningen doen. De ene leerling geeft de som op, de andere geeft het antwoord. Zo is oefenen niet alleen zinvol, maar ook gewoon leuk.

23

Handleiding De handleiding bestaat uit zes losse katernen, één per blok. Hierin staan de lesbeschrijvingen en suggesties voor het mondeling rekenen, lesverloop en andere lessuggesties.

Plusschrift Leerlingen die goed kunnen rekenen, worden in eerste instantie opgevangen met de Pluspagina’s in het leerlingenboek. Zeer goede rekenaars, die ook daar snel klaar mee zijn, kunnen verder werken in het Plusschrift. In het Plusschrift is leerstof opgenomen die net weer iets moeilijker is. Het gaat om uitdagende stof met rekenpuzzels, doordenkertjes, raadsels en dergelijke.

Groepsmap De groepsmap bevat onder andere de algemene inleiding, een jaargroepinleiding en alle kopieerbladen. Een belangrijk onderdeel is de digitale module, waar u automatisch toegang toe krijgt.


Welke digitale producten biedt Alles telt? De digitale module van de groepsmap Een belangrijk onderdeel van de groepsmap is het digitale overzicht van de leerlijnen binnen Alles telt. In een totaaloverzicht staat in welke jaren en blokken nieuwe stof voor een leerlijn aangeboden wordt. In de leerlijn breuken bijvoorbeeld is snel te zien welke breuken in groep 6 aan de orde komen en waar die aan de orde komen. Ook is te zien hoe de leerlijn verder loopt in de volgende leerjaren. Ook de algemene inleiding bij Alles telt is digitaal toegankelijk gemaakt door animaties, illustraties en geluid. Met een handig zoeksysteem kan snel de informatie gevonden worden die nodig is. Behalve de algemene inleiding en het overzicht van de leerlijnen bevat de digitale module van de groepsmap ook een printversie van alle kopieerbladen en de toetsen voor de betreffende jaargroep.

24

Tip Voor het gebruik van de software wordt een licentie­overeenkomst afgesloten. De prijzen van de licenties zijn afhankelijk van de school­grootte. Er kan worden gekozen tussen het betalen van een bedrag per jaar of een éénmalig bedrag voor alle jaren.

Oefensoftware en toetsen De software van Alles telt heeft, net als de hele methode, een jaar­ structuur van 6 blokken. Binnen de blokken sluit de oefen­software aan bij de 5 lesweken. In de lay-out wordt dezelfde markering toegepast als in het leerlingenboek om de herkenbaarheid zo groot mogelijk te maken. De software vervangt niet helemaal het leerlingen­boek of het werkschrift en heeft een andere functie. Elke oefensessie start bijvoorbeeld met een animatie die aansluit bij de instructie van de leerkracht, maar deze niet vervangt. Eventueel kan de leerkracht de animatie klassikaal gebruiken op het digitale schoolbord in de interactieve les. De oefensoftware is vooral gericht op: – het oefenen en toepassen van rekenstrategieën – het automatiseren, dus het verhogen van de snelheid en de vaardigheid in het toepassen van rekenstrategieën De software is voorzien van uitgebreide feedback. Een leerling die een eerste fout maakt, krijgt de melding om de opgave nog eens te proberen. Wie dan opnieuw een fout maakt, ziet de verkorte uitleganimatie, toegespitst op de opgave en krijgt een derde kans de opgave te maken. Gaat het dan weer verkeerd, dan wordt het goede antwoord gegeven. In de leerkrachtmodule worden de prestaties van de leerling gevolgd. Er zijn twee soorten oefensessies: – oefensessies die gekoppeld worden aan de interactieve les met de aansluitende les toepassen en oefenen – oefensessies die gekoppeld worden aan de les herhalen en oefenen Het computerprogramma zet automatisch de juiste sessie klaar. De leerlingen kunnen dus geheel zelfstandig werken. Leerkrachten kunnen ook zelf oefensessies samenstellen. Als bijvoorbeeld een leerling extra moet oefenen met de tafels, dan kan eenvoudig een selectie van tafeloefeningen klaargezet worden. Dat kan zowel voor een individuele leerling als voor een groepje leerlingen. Met behulp van de leerkrachtmodule kan het leerlingenwerk worden voorbereid. In de basisprogrammering zet het computerprogramma de oefensessie klaar voor de leerling. Als de leerling heeft ingelogd, komt de juiste oefensessie in beeld. Het programma kan ook zo worden ingesteld dat de leerling een keuzevrijheid heeft. De leerling kan dan zelf haar of zijn blok, les en oefeningen kiezen. Ook kunnen leerlingen rechtstreeks naar het Spelplein. De resultaten van de leer­lingen worden opgeslagen, zodat het mogelijk is de prestaties te volgen.


Tip Via een tijdelijke licentie kunt u alle digitale producten een aantal maanden gratis en vrijblijvend uitproberen. Een tijdelijke licentie vraagt u aan bij de klantenservice (zie achterzijde methodewijzer).

Software voor het digitale schoolbord De toetsen van Alles telt zijn er ook in een digitale variant. Deze toetsen hebben dezelfde opbouw en inhoud als de papieren toetsen. Per opgave is een norm vastgesteld. Op basis van die norm geeft het computerprogramma een advies over het vervolgtraject van de desbetreffende leerling. De digitale toetsen bieden ook een groeps­ resultatenoverzicht en (individuele) handelingsplannen.

Voor het digitale schoolbord is software beschikbaar met alle pagina’s van het leerlingenboek en het werkschrift. Ook biedt Alles telt voor het digitale schoolbord allerlei praktische rekentools, zoals een rekenrek, allerlei standaard oefenvormen, geld, klok, getallenlijn, inhoudsmaat, blokjes en dergelijke. Als u een licentie heeft voor de oefensoftware, kunnen vanuit de software via het digitale school­bord de animaties met de uitleg van de leerstof getoond worden.

Het Spelplein is een aan de oefensoftware gekoppelde website met allerlei uitdagende rekenspellen. De spellen zijn gekoppeld aan een jaargroep en kunnen vrij gekozen worden door de leerlingen. De spellen worden regelmatig aangevuld met een nieuw spel.

25


Hoe is de handleiding opgebouwd? Tip Elke handleiding start met een leerstofoverzicht van het blok.

Hier wordt de leerlijn aangegeven.

Hier worden de leerdoelen opgesomd.

26

Hier staat een omschrijving van de materialen die nodig zijn.

Dit symbool geeft aan dat dit onderdeel hoort bij het Maatschrift.

Hier staan suggesties voor 5 tot 10 minuten hoofd足 rekenen en schattend rekenen.


Hier staat een korte omschrijving van de les.

Hier staan onderdelen van het taalbeleid: een taaltip, rekenwoorden en lastige woorden.

27


Hier leest u het lesverloop van de leerkracht­gebonden­ les.

De opgavekopjes van de interactieve les worden hier herhaald: in één oogopslag is duidelijk waar u moet zijn.

28


Hier worden aandachts足 punten bij de les voor zelfstandig werken gegeven.

Hier worden tips voor observatie en extra hulp gegeven.

Hier worden extra lessuggesties gegeven voor spelletjes, liedjes, raadsels en uitdagende rekenproblemen.

29 Per opgave of serie opgaven krijgt u concrete aanwijzingen en tips.

Hier wordt aangegeven hoe u de les kunt afronden.


Waar kan ik terecht met overige vragen? Hieronder kunt u uw eigen vragen en opmerkingen noteren:

Tip Via www.allestelt.nl kunt u zich opgeven voor het gratis Alles telt servicebulletin.

30

Voor uw vragen of opmerkingen over de 2e editie van Alles telt kunt u contact opnemen met de klantenservice van ThiemeMeulenhoff: ThiemeMeulenhoff primair onderwijs Postbus 7 7200 AA Zutphen T 088 - 800 20 17 E po@thiememeulenhoff.nl I www.thiememeulenhoff.nl Kijk ook op www.allestelt.nl

Zichtzending aanvragen? Op www.allestelt.nl kunt u een zichtzending aanvragen. (kies: Informatie aanvragen)


Alles telt Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Auteurs Alles telt: Hilde van Bemmel, Tosca Berendsen, Marijke Bertu, Els van den Bosch - Ploegh, Colette van den Broek, Petra van den Brom - Snijders, Jan Coumans, Willeke Feenstra, Sandra Hessing, Mirjam van Gemert, Brugt Krol, Yvonne Leenders, Anita Lek, Jeannette Nijs - van Noort, Marieke van Osch, Ad Plomp, Ruud Rouvroye, Jacqueline Sewalt, Wim Sweers, Anne Coos Vuurmans Vormgeving en beeldverwerving: LaVerbe, Nijmegen ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor: Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwassen­educatie en Hoger Beroepsonderwijs. Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl ISBN: 978 11 112 4973 1 Actienummer: 5793 © ThiemeMeulenhoff, Utrecht,/Zutphen, 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jo het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reprorechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

31


Alles telt Aandacht voor elke leerling! Elke leerling telt Praktische uitvoerbaarheid van differentiatie. Gebruiksgemak telt Meer gemak voor de leerkracht.

www.allestelt.nl

Rekenvaardigheid telt Nadruk op oefenen, memoriseren en automatiseren.

Voor uw vragen of opmerkingen over de 2e editie van Alles telt kunt u contact opnemen met de klantenservice van ThiemeMeulenhoff: ThiemeMeulenhoff primair onderwijs Postbus 7 7200 AA Zutphen T 088 - 800 20 17 E po@thiememeulenhoff.nl I www.thiememeulenhoff.nl

5793 978 11 112 4973 1


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.