Het beste deel komt nog

Page 1

HET BESTE DEEL KOMT NOG


Inhoud

Voorwoord  9 Beste Vriend  11 1. Dat tere kindje  13 2. Het lammetje  15 3. Een blij bezoek  17 4. Pijn  21 5. Kunt u vergeven?  23 6. De dwaasheid van God  27 7. Alice  29 8. Tommy  31 9. Toontje  33 10. Moeder  35 11. Pietje  39 12. Debbie  41 13. Estafette  45 14. Ziek, en toch door God gebruikt  47 15. Niemand is te slecht  49 16. Niwanda  51 17. Zijn schaap  53 18. Engeltje  55 19. Herinnering  57 20. Bezorgdheid  59 21. Onze tijden zijn in Gods hand  63 22. De dood voor ogen  65


23. Ben je bang om te sterven?  67 24. ‘Ga je naar huis?’  69 25. U hebt zijn Woord  71


Voorwoord

Door mijn vele reizen, door mijn boeken en films heb ik over de hele wereld veel vrienden gekre足gen. Soms zijn ze ziek, en wat zou het fijn zijn als ik hen dan kon opzoeken en troosten. Toen ik eens voor mijn zieke vrienden aan het bidden was, gaf de Heer me het idee hun een brief te schrijven; en dat was het begin van dit boek. Ik vroeg of de Heer me wilde leiden en me de goede gedachten wilde geven, zodat ik nog zou weten wat ik met zieken had beleefd. Velen hebben dikwijls eenzelfde soort probleem, eenzelfde soort leed, en daarom schreef ik alle herinneringen op zoals de Heer me die gaf. Ik hoop dat u dit boekje als een boodschap van de Heer zult lezen. Een boodschap, aan mij ge足geven, maar voor u bedoeld.

9


Beste Vriend

U bent een van de vele mensen die mij kennen, misschien wel een van de velen die ik op mijn reizen heb ontmoet, die mijn boeken hebben ge­lezen of mijn toespraken hebben gehoord. Daar­door is er tussen u en mij een relatie gegroeid. Ik heb de Heer gevraagd mij een kans te geven u te ontmoeten, en die heb ik gekregen, door dit boek. Hij heeft me herinnerd aan bezoeken die ik zieken heb gebracht en aan ervaringen die ik met zieken heb gehad. Ik ben er zeker van dat u in dit boek een antwoord zult vinden op de vraag: ‘Waarom?’ of een ander probleem waar u mee worstelt. Mijn vrienden hebben lijden moeten doorstaan, en nu heeft het u ook al getroffen. Ik heb de Heer gevraagd mij woorden van troost te geven, en die heb ik opgeschreven. Ik denk dat een van de verhalen die ik u hier vertel een antwoord voor u kan zijn. O, het was heerlijk dat de Heer me de gedachten en de antwoorden zo vlug gaf! Dus in zeker op­zicht is dit boek een groet, een boodschap van de Heer Zelf, die u liefheeft en uw leven in zijn handen houdt, die van elk leed en elk probleem op de hoogte is. Als u Hem niet kent, wil dit boek een uitnodi­ging zijn van de Heer, die heeft gezegd:

11


Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Matte端s 11:28

En als u Hem al kent, wil dit boek een bood足schap zijn van die Vriend die u en ik in Jezus hebben. Misschien bent u te ziek, te zwak om veel met Hem te praten, maar dan mag u uw zwakke hand leggen in de sterke hand van Hem die zei: Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Johannes 6:37

Zijn liefde voor u is groot!

12


1 Dat tere kindje

Gisteren ontmoette ik een vrouw die een kindje verwacht. Ik vind het altijd fijn om met zo’n moeder te bidden en Gods zegen te vragen voor het kind dat ze onder haar hart draagt. Ik zei: ‘Heer Jezus, U houdt al van dit kindje. U kent het en U kunt dat kleine hart al met uw lief­de vullen.’ Ik zei ook: ‘Heer wilt U het kindje en de moeder tijdens de zwangerschap kracht en gezondheid geven? En ook bij de geboorte? Ze­gen de dokters en de verpleegsters die haar zul­len helpen en geef hun wijsheid en liefde.’ Ik was blij dat ik dit kon doen, want ik weet dat de Heer onze gebeden hoort. Enige tijd later lag ik in de zon, en ik denk dat ik in slaap was gevallen, want ik had een droom. Ik praatte met het kindje waarvoor ik had gebeden. In dromen gebeuren vaak dingen die in werke­lijkheid onmogelijk zijn: het kindje praatte met me. Het zei: ‘Ik ben erg gelukkig dat ik op dit veilige plekje van de wereld ben. Het is zo warm en rustig onder Mama’s hart. Ik heb genoeg voedsel en ik verlang er helemaal niet naar om geboren te worden. Het leven zal zeker moeilijk en druk zijn. Nee, ik wil hier altijd blijven.’ In mijn droom antwoordde ik: ‘Je moet niet denken dat de geboorte verdrietig of verkeerd is. Het is een vreugde 13


om geboren te worden, want dan begint het leven, het echte leven. Je zult je moeders gezicht zien, en haar ogen die vol liefde naar je zullen kijken. Je zult haar armen om je heen voelen. Daarna zul je opgroeien en een groot mens worden. Als je dan een tijd geleefd hebt, komt er een moment dat je een andere ge­boorte zult moeten meemaken. Dat is wanneer je deze wereld verlaat en naar de hemel gaat. Het zal net zo zijn als wanneer je je plekje onder moeders hart verlaat en in dit leven komt. Dan zul je Jezus’ ogen zien; Hij zal je in zijn armen nemen en je brengen naar een prachtig huis dat Hij gereedge­maakt heeft voor allen die in Hem geloven.’ Ik werd wakker en moest lachen. Ik was blij met die droom. Hij was goed. Ik nam de Bijbel en las: Uw ogen zagen mijn vormeloos begin… Gij hebt mij in de schoot van mijn moeder geweven… Psalm 139:16, 13

14


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.