Kostbaarder dan goud

Page 1

KOSTBAARDER DAN GOUD


Gods geboden – Gods geschenk voor elke dag In dit boekje staan louter geschenken voor iede­re dag van het jaar – elke dag brengt een kostba­re gave van God, namelijk een woord en een oproep van onze Heer, die met ons spreekt. We zullen met verbazing vaststellen, hoeveel van dergelijke geboden God ons, zo­ wel in het Oude als in het Nieuwe Testament, heeft gegeven en hoe de Tien Geboden van de Sinaï in het Nieuwe Testament weer helder opklinken. Met deze woorden heeft God Zijn hart voor ons ontsloten. We mogen weten wat Zijn hart beweegt, we mo­gen ook weten, wat Hij van ons verwacht. En door Zijn wensen te vervullen, bereiden we Hem vreugde en wordt ons vrede geschonken. Een korte uitleg van de geboden is bedoeld om ons te helpen de oproep te verstaan die ervan uit­gaat, maar meer nog het aanbod van Gods liefde aan te nemen dat in deze geboden is uit­ gedrukt. Want Gods liefde heeft ons geluk op het oog. Hij heeft ons de geboden gegeven en ons zo de weg gewezen, waarop we gelukkig 7


worden, namelijk de weg van de liefde tot God en de liefde tot de naaste. Als we werkelijk in deze liefde leven, worden we zelf gelukkig en door ons ook anderen. Bij alle geboden gaat het om de liefde en ze roepen ons op, alles na te laten wat tegen die liefde in­gaat, zoals moorden, stelen, echtbreken, laste­ren en der­ gelijke. Ze willen ons er dus voor bewa­ren om op welke wijze dan ook tegen de liefde te zon­ digen. Zo groot als het geschenk van deze geboden is, zo heilig is het ook, en wij moeten dit ge­ schenk hoogachten en heilig houden. We kun­ nen er daarom niet naar eigen goeddunken mee om­gaan. Gods geboden staan onwrik­ baar vast. We kunnen weliswaar trachten er­ aan te tornen, maar ze vallen niet, want ze zijn in God zelf ge­grond. We kunnen ze voor ongeldig en achter­haald verklaren, ze blijven toch van kracht. We kunnen ontkennen, dat ze bindend zijn voor ons leven, en tóch blijven ze bindend voor ons. En eens zullen we worden geoordeeld op grond van onze werken, dat wil zeggen, op grond van de vraag in hoeverre ons doen en laten bepaald zijn geweest door de 8


wil van God, zoals Hij deze in Zijn geboden aan ons heeft bekendgemaakt. Misschien trachten we ons aan die verplichting te onttrekken door te zeggen: Maar ik geloof in Jezus als mijn Verlosser en ik heb vergeving van mijn zonden ontvangen en daardoor zal ik ge­rechtvaardigd zijn. Ook dan echter blijft het woord gelden: ‘Wij moeten allen voor de rech­ terstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam ver­ richt heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad’ (2 Korintiërs 5:10). Het zijn echter de geboden van God, die ons zeg­gen wat goed en kwaad is. Veel gelovigen zijn vastgelopen, doordat ze van Gods gebo­ den zijn afgeweken (2 Petrus 2:20, 21). Wie van Gods ge­boden afwijkt, keert zich af van Jezus, de Gekrui­sigde. Want alleen als we de geldig­ heid van deze geboden aanvaarden, kunnen we tot zondebesef en berouw komen, omdat we steeds opnieuw merken, hoe vaak we falen en dat we ze niet kun­nen vervullen. Zo wor­ den we iedere keer weer in de armen van Jezus gedreven, naar de voet van Zijn kruis. Daaruit groeit een nieuwe, levende ge­loofsverbinding 9


met Jezus, onze Heiland, die onze zonden vergeeft en ons verlost van de macht van de zonde. Zonder de geboden van God is er dus geen er­kentenis van zonde en ook geen strijd ertegen. Zonder de geboden – en dus zonder erkentenis van zonde – heb ik ook Jezus niet nodig als mijn Verlosser. Dat is ook de reden, waarom zoveel gelovigen geen echt geestelijk leven hebben, geen bran­ dende liefde tot Jezus kennen en de blijdschap in Hem missen; waarom ze geen liefde kennen tot het verlorene, noch liefde voor hun vijan­ den – ja geestelijk veelal alleen maar vegete­ ren. Wie de maatstaf van Gods geboden niet zó se­rieus neemt dat hij voortdurend probeert daadwerkelijk ernaar te leven, wie niet bereid is zijn le­ven aan de maatstaf van deze gebo­ den te meten, wie niet in verdriet en oprecht berouw over zijn falen gelooft in de ontfer­ mende vergeving van Jezus en vertrouwt op Zijn genade – diens inner­lijk leven zal sterven. Helaas stellen talloze chris­tenen hun vertrou­ wen op een goedkope genade, dat wil zeggen: ze willen vergeving ontvangen zonder dat het hun iets kost, zonder dat ze ernaar streven de geboden te houden en zonder tranen van be­ 10


JANUARI Gods geboden zijn wegwijzers naar het leven en naar de blijdschap – geen verbodsborden


1 JAN UARI

Wees niet bevreesd, geloof alleen! Marcus 5:36 Geloof in de overwinning van Jezus en in Zijn beloften. Houd er rekening mee. Prijs deze overwinning dagelijks over wat u on­ mogelijk schijnt in uw eigen leven en bij het uitvoeren van uw taak in het Koninkrijk van God, dan zult u Zijn overwinning en de heer­ lijkheid Gods zien – hier en daarboven. God open­baart zich aan hen, die in geloof naar Hem op­zien.

2 JAN UARI

Zingt de Here, prijst Zijn naam, boodschapt Zijn heil van dag tot dag. Psalm 96:2 Zing God iedere dag uw lof toe, ook juist op die momenten, wanneer u er niet voor in de stemming bent, wanneer u onder lasten in u en om u heen gebukt gaat. Door het zingen en het prijzen van Zijn naam trekt u Gods 23


hulp naar u toe. Dan zult u ervaren, dat God zich over u ontfermt en uw leven met Zijn Geest van vrede en vreugde, met Zijn troost vervult.

3 JA NUARI

Kinderkens, laten wij liefhebben niet met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid. 1 Johannes 3:18 Wilt u metterdaad en in waarheid liefheb­ ben, denk dan aan de graankorrel, die in de aarde valt en sterft. Jezus’ liefde overwon, doordat Hij Zijn leven voor anderen afleg­ de. Ook voor u is er maar één weg om in de liefde te wande­len – en dat is te sterven aan uzelf, aan uw rechten en aanspraken in het dagelijks leven en in uw relatie met uw naas­ te. Alleen zo zul­len uw liefdevolle woorden echt zijn en het hart van de ander kunnen bereiken.

24


4 JAN UARI

En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmaskert ze veeleer. Efeziërs 5:11 Wilt u God of wilt u mensen behagen? Wie God wil behagen, moet bereid zijn de gunst van mensen te verliezen, wanneer het erom gaat een duidelijke waarschuwing te la­ ten horen ten aanzien van de werken der duister­nis. Zulke klare taal, bijvoorbeeld te­ gen het spotten met iets heiligs, iets godde­ lijks, iets goeds, verwacht de Heer van ons, omdat Hij dit heeft geboden. Alleen zij, die de geboden van God gehoorzamen, zullen Zijn zegen ont­vangen in hun leven, werk en dienst voor Hem.

5 JAN UARI

Sta af van toorn en laat de grimmigheid va­ ren, wees niet afgunstig – dat sticht louter kwaad. Psalm 37:8 25


Wrok en toorn zijn de bittere wortels, die ons hart vergiftigen. Dit gif stroomt vaak onzicht­baar van ons uit, zonder dat we ons ervan be­wust zijn. Het richt grote schade aan in de ziel van de ander, waardoor we schuldig tegen­over hem worden. Daardoor laden we Gods toorn op ons. Duld daarom geen bitterheid en verwijt in uw hart. Als u de ander niet ver­geeft, sluit u de toegang tot Gods hart voor u af.

6 JA NUARI

Opdat gij u behoorlijk gedraagt ten aanzien van hen, die buiten staan. 1 Tessalonicenzen 4:12 God wil al Zijn kinderen die nog buiten staan, bijeenbrengen in Zijn huis. Stoot hen niet af door uw gedrag en verhinder hen daardoor niet het Vaderhuis binnen te gaan, anders zullen ze bij het Jongste Gericht tegen u ge­ tuigen. Volg liever uw roeping, zodat door uw voorbeeld velen tot God worden getrokken en aangemoedigd Jezus te volgen. In uw leven 26


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.