Erfgoed inzicht 2016 1

Page 1

Erfgoed

inzicht

jong

geleerd Nummer 1|2016 In dit nummer: PAGINA 2 >>

Woord vooraf PAGINA 3 >>

De groeten van Klaasje PAGINA 6 >>

Luiers wassen of met de hand koffie malen PAGINA 8 >>

Arm en rijk op de Fraeylemaborg PAGINA 10 >>

Audiotour als erfgoedeductiemiddel PAGINA 11 >>

Jong in 1910/Hedde en Gepke PAGINA 13>>

Museumspoorlijn STAR PAGINA 15>>

Op raand van wad en laand PAGINA 16 >>

Op de bres voor het orgel PAGINA 19 >>

Agenda

Een uitgave van


k

Woord vooraf

REDACTIE ERFGOEDPARTNERS

Weet u nog welk museum u het eerst bezocht in uw leven en hebt u daar nog herinneringen aan? Grote kans dat u nog een kind was en met uw ouders of misschien met school een museum bezocht. Misschien was het in de buurt, wellicht wat verder weg, maar voor veel mensen is dat eerste museumbezoek onvergetelijk.

Erfgoedtrajecten Op dit moment zijn en worden dankzij financiële steun/subsidies van het samenwerkingsverband van Cultuureducatie met Kwaliteit Groningen (Fonds voor Cultuurparticipatie, de gemeente en de provincie Groningen) erfgoedtrajecten gerealiseerd. Erfgoedpartners en CultuurClick Groningen hebben in samenwerking met erfgoedinstellingen en basisscholen inmiddels al voor 10 gemeenten erfgoededucatietrajecten ontwikkeld. Hiermee komen jaarlijks 16.000 leerlingen in de provincie, dit is 60%, in aanraking met hoogwaardige erfgoedtrajecten in de eigen omgeving, zoals Arm en rijk op de Fraeylemaborg (pagina 8) en Jong in 1910; op stap met Hedde en Gepke (pagina 11).

Erfgoeddocenten Dankzij CMK heeft Erfgoedpartners ook erfgoeddocenten kunnen scholen. De erfgoedjuffen en – meesters kunnen worden ingezet door scholen en door erfgoedinstellingen voor het geven of het ontwikkelen van erfgoedlessen. Iedere erfgoedinstelling kan op deze manier op een relatief eenvoudige manier gebruik maken van een vakkracht. Over deze vorm van samenwerking leest u in het eerste artikel: De groeten van Klaasje. Verder in dit nummer komen erfgoedinstellingen aan het woord over hun ervaringen met erfgoededucatie. Is het niet lastig om een (museum)collectie, die vaak over een heel andere tijd gaat dan kinderen kennen, voor hen begrijpelijk en aantrekkelijk te maken? Welke middelen kun je daar voor inzetten? Ook zoomt dit nummer in op ‘onze’ orgels: ze zijn van wereldfaam, maar hoe zorg je ervoor dat jonge mensen geïnteresseerd raken in dit waardevolle erfgoed? Twee organisten geven hierover hun mening.

2


k TEKST: LIDIA KOOISTRA EN PETER RIEM / FOTO’S: ELMER SPAARGAREN

De groeten van Klaasje

Een educatief project met RHC Groninger Archieven rond het straatbeeld vroeger en nu Erfgoed is van belang voor mensen en mensen zijn van belang voor erfgoed. Daarom is het belangrijk om erfgoed bij de mensen te brengen en daar al mee te beginnen wanneer ze jong zijn. Veel Groningse kinderen komen inmiddels via school in aanraking met de erfgoededucatietrajecten. Zo maken zij op een kwalitatief goede manier kennis met het erfgoed in de eigen omgeving. Daarbij wordt soms gebruik gemaakt van vakdocenten (erfgoedjuffen en –meesters). Lidia Kooistra is zo’n erfgoedjuf. Zij voert het programma ‘De groeten van Klaasje’ uit, waarbij zij nauw samenwerkt met Peter Riem, publieksadviseur en educatief medewerker van Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven. De les ‘De groeten van Klaasje’ is een aantal jaren geleden ontwikkeld door Kim van Steenwijk. Zij heeft op een aansprekende manier de link weten te leggen tussen historisch beeldmateriaal en de directe leefomgeving van kinderen. Het programma is bedoeld voor leerlingen van groep 3 en 4. Om de herkenning, met name voor de wat jongere leerlingen, te vergroten, wordt in lessen vaak gebruik gemaakt van een fictieve figuur die dezelfde leeftijd heeft als de kinderen. Zo’n fictieve

Een paar jaar geleden heb ik met goed gevolg de cursus tot erfgoeddocent gevolgd bij Erfgoedpartners. Vorig jaar werd ik gevraagd het programma ‘De groeten van Klaasje’ op te pakken in de gemeenten Marum en Leek. Erfgoedpartners bracht mij in contact met publieksadviseur en educatief medewerker Peter Riem van het Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven. Van hem kreeg ik digitale fotobestanden voor een PowerPointpresentatie en afdrukken om in de klas aan de leerlingen te kunnen laten zien. In samenwerking met hem werden van bijvoorbeeld De Wilp, Tolbert en Nuis per dorp vijf foto’s geselecteerd die een beeld geven van het dorpsleven van een eeuw geleden. De foto’s laten uiteraard verschillen met het huidige straatbeeld zien. Zo kunnen de leerlingen waarnemen dat bijvoorbeeld grachten gedempt zijn, de kleding er vroeger anders uitzag, dat er weinig auto’s op straat waren en dat er weinig hoogbouw was. De rol van de medewerkers van de Groninger Archieven is daarbij erg belangrijk. In de Groninger Archieven worden niet alleen belangrijke beeldcollecties bewaard, maar het is ook hét kenniscentrum van de Groninger geschiedenis.

figuur is Klaasje, een meisje dat honderd jaar geleden leefde. Aan de hand van de figuur Klaasje wordt verteld over het leven in een dorp van ongeveer een eeuw geleden en de weerspiegeling daarvan in het straatbeeld. Centraal in deze les staan historische foto’s van de dorpen waar de kinderen wonen. Deze foto’s worden aangeleverd door Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven.

3


k Klaasje in Grootegast en Bellingwedde

Herkenning enthousiasmeert Vorig jaar heb ik verschillende keren de les ‘De groeten van Klaasje’ gegeven op basisscholen in de gemeenten Marum en Leek. Tijdens de les las ik de brief van Klaasje voor en toonde ik de leerlingen de foto’s met voor hen bekende plekken, die veel herkenning opriepen. Al vergelijkende herkenden de leerlingen in Leek de plaats ‘waar nu de kermis

Dit jaar zijn ook voor de gemeenten Grootegast en Bellingwedde versies van ‘De groeten van Klaasje’ ontwikkeld en ook hier zullen prachtige foto’s de leerlingen veel kunnen vertellen over het leven van toen en de geschiedenis van hun dorp. Hiervoor heb ik zelf een eerste selectie gemaakt en die doorgestuurd naar Peter Riem. Vervolgens hebben we deze selectie besproken en gewikt en gewogen welke foto’s geschikt zijn en welke niet. Uiteraard moet een afbeelding duidelijk en herkenbaar zijn, maar wat er op te zien is moet de leerlingen natuurlijk ook uitdagen tot het maken van toen-nu-vergelijkingen en inhoudelijk aansluiten bij het verhaal dat je als docent wilt vertellen. Dat daarbij soms lastige keuzes gemaakt moeten worden vanwege de veelheid aan mooie plaatjes is onvermijdelijk. Ten slotte is het aan mij om alle foto’s te verwerken in een PowerPointpresentatie en de historische beelden te vergelijken met het straatbeeld van nu. De opzetten voor de erfgoedlessen worden tijdig besproken met één van de medewerkers van Erfgoedpartners. Zo wordt een vinger aan de pols gehouden in de ontwikkelingsfase van de projecten. Vanaf april dit jaar worden de nieuw ontwikkelde lessen getest. Dat houdt in dat het programma rond april voor de eerste keer wordt gegeven op een testschool. Aan de hand van op- en aanmerkingen van enkele toehoorders en de leerlingen, wordt de les aangepast en verbeterd. Daarna wordt het in mei of juni nog een keer gegeven op een testschool. Na een laatste aantal wijzigingen wordt de les afgerond en is deze geschikt voor het opvolgende schooljaar.

Erfgoededucatie in eigen omgeving De erfgoedlessen zijn mijns inziens een stevige aanvulling op het lesmateriaal dat leerlingen op school krijgen. In de eigen omgeving van de leerlingen is vaak heel veel te vinden dat hen kan leren over cultuur- en erfgoedaspecten. In de meeste gevallen worden de erfgoedlessen ontwikkeld door twee of drie personen, de laatste tijd zijn dat vaak erfgoedmeesters of –

is’ en het gebouw waar nu ‘Zeeman’ in zit.

4


k RHC Groninger Archieven Cascadeplein 4 9726 AD Groningen (050) 599 2000 www.groningerarchieven.nl

Openingstijden: www.groningerarchieven.nl/overons/openingstijden-2

juffen. Zij werken bij het ontwikkelen van de projecten nauw samen met de erfgoedinstellingen en proberen rekening te houden met wat de medewerkers het liefst willen vertellen over ‘hun’ erfgoedinstelling. De ontwikkelde erfgoedlessen kunnen meestal meerdere jaren achter elkaar gegeven worden. Hoewel ze soms een kleine aanpassing nodig hebben, zijn ze niet tijd- of seizoensgebonden. Bij het ontwikkelen wordt uiteraard ook gekeken naar de kerndoelen die voor leerlingen van bijvoorbeeld groep drie en vier gelden en wordt rekening gehouden met bijvoorbeeld de Nederlandse en de Groningse Canon. Zo passen de lessen binnen het leertraject van de school en kunnen ze bijvoorbeeld een geschiedenis- of aardrijkskundeles vervangen. Lidia Kooistra is erfgoedjuf, Peter Riem is publieksadviseur en educatief medewerker van RHC Groninger Archieven

5


k

TEKST: STIJN VAN GENUCHTEN / FOTO’S: OLM HET HOOGELAND

Luiers wassen of met de hand koffie malen

Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum en erfgoededucatie Jaren geleden was ik betrokken bij een educatief project van het Nederlands Stoommachinemuseum in Medemblik. Om kinderen uit te leggen wat stoom is, werd een fluitketel als voorbeeld genoemd. Bij de eerste try out van het project verschenen er direct een stel kindervingers in de lucht: “Wat is dat, een fluitketel?”

Deze anekdote laat enerzijds zien dat je nooit te makkelijk kunt denken over de voorbeelden of metaforen die je hanteert bij de ontwikkeling van educatieve projecten. Anderzijds toont het aan dat er voor ons, musea, nog veel meer werk aan de winkel is dan we aanvankelijk dachten; waar wij ons inspannen om te laten zien hoe het leven er 150 jaar geleden uit zag, moeten wij ook al ons best doen om zaken van 20 jaar geleden uit te leggen.

Vroeger Openluchtmuseum Het Hoogeland heeft drie educatieprojecten die aan basisscholen worden aangeboden. Twee projecten zijn bedoeld voor de groepen 1, 2 en 3, een derde project is gericht op kinderen uit groep 5. Alle projecten zijn erg gewild en krijgen enthousiaste reacties van zowel docenten als ouders en kinderen. De projecten zijn uitgebreid getest, voordat ze aan scholen werden aangeboden. Daarbij werd het museum geconfronteerd met verrassende reacties van kinderen, die vaak minder bekend zijn met het verleden als werd verondersteld. Met name voor de jongste schoolkinderen beweegt het begrip ‘vroeger’ zich ergens tussen

6


k Bewaren Niet weten wat een fluitketel is mag niet worden versleten als een gebrekkige opvoeding van kinderen, maar als een belangrijke aansporing aan musea om kinderen vertrouwd te maken met de dingen die vroeger normaal waren en nu niet meer. Dat tijden naar het schijnt sneller veranderen en kennis daarmee sneller vervliegt dan in het verleden, onderstreept alleen maar het belang van musea die niet alleen objecten bewaren, maar ook historische concepten, visies en standpunten. En dat belang kan nooit genoeg worden benadrukt.

Openluchtmuseum Het Hoogeland Schoolstraat 4 9989 AG Warffum (0595) 42 22 33 www.hethoogeland.com www.facebook.com/HetHoogeland

Openingstijden 24 maart t/m 3 november di t/m za 10:00-17:00 uur en zo 13:00-17:00 uur

twee jaar en drie weken geleden. En zelfs voor kinderen in groep 5 is het meestal nog wat abstract om te bevatten dat stoomtreinen uit een ander tijdperk stammen dan dinosauriĂŤrs.

Beleving De ambitie van musea moet er daarom ook niet primair op gericht zijn om kennis over te dragen op schoolkinderen, maar vooral wat gevoel bij te brengen over het verschil tussen vroeger en nu, tussen oude en nieuwe objecten en waarom het belangrijk kan zijn om oude dingen te bewaren. Het behoeft bijna geen toelichting dat beleving hierbij een belangrijk middel kan zijn. Kinderen die op een ouderwetse manier luiers moeten wassen of met de hand koffie malen, zullen dat niet snel vergeten en doordrongen raken van de verschillen met het heden.

Feitelijk Naast beleven is vergelijken een goed gereedschap. De beeldspeurtocht die het museum heeft ontwikkeld voor schoolkinderen toont objecten uit de presentatie van het museum, met een drietal hedendaagse equivalenten. Zo kunnen de kinderen bij het geborduurde dubbelportret van Willem III en Emma kiezen uit een afbeelding van Tommie en Ieniemienie, van Willem-Alexander en MĂĄxima, en van Nick en Simon. Hoewel het koningspaar het juiste antwoord is, is het voor hedendaagse kinderen veel logischer om een van de andere afbeeldingen aan de muur te hangen. Zo biedt deze vraag niet alleen de mogelijkheid om feitelijke kennis over het koningshuis bij te brengen, maar prikkelt het kinderen ook met de vraag waarom ruim honderd jaar geleden het koningspaar in een particuliere woning aan de muur hing en waarom dat nu minder gebruikelijk is. Stijn van Genuchten is directeur van Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum

7


k

TEKST EN FOTO’S: ANNET WESTRUP/FRAEYLEMABORG

Kinderen en erfgoed; arm en rijk op de Fraeylemaborg Op de Fraeylemaborg proberen we op verschillende manieren kinderen in contact te brengen met ons landgoed. Het uiterlijk van de borg spreekt al zeer tot de verbeelding van kinderen: een kasteel! Dan volgen de associaties met ridders en prinsessen vaak vanzelf. Maar willen we verder dan dit beeld en kinderen werkelijk enige kennis over de Fraeylemaborg en haar bewoners laten verwerven en hen ons cultureel erfgoed laten waarderen dan zullen we iets anders aan moeten bieden. Voor het erfgoededucatietraject van Slochteren hebben we een onderdeel ontwikkeld voor groep 3 en 4 van het basisonderwijs. Met het thema ‘Arm en Rijk, wonen en werken op de Fraeylemaborg’, laten we kinderen kennis maken met het leven op de borg rond 1880. Met dit programma proberen we de kinderen te betrekken bij de rijke borgbewoners, hoe leefden ze, hoe woonden ze, welke kleding droegen ze. Daarnaast werkten er mensen voor de familie, hoe woonden zij, wat voor werk deden zij, en welke kleding droegen zij. Kinderen uit groep 3 en 4 van het basisonderwijs hebben weinig tot geen historisch besef en kunnen nog maar beperkt lezen en schrijven. Velen kennen de borg niet. Dat levert een uitdaging op.

Open einde Het bezoek aan de Fraeylemaborg wordt voorbereid op school. Ik neem de kinderen mee in een verhaal over Klaas, de zoon van de tuinman en Anna, de dochter van de borgheer. In het

8


k Foto: David Woltinge

Landgoed Fraeylemaborg Hoofdweg 30 9621 AL Slochteren (0598) 42 15 68 www.fraeylemaborg.nl

Openingstijden: Dinsdag t/m vrijdag van 10.00-17.00 uur; zaterdag, zondag en feestdagen van 13:00-17:00 uur Zaterdag en zondag van 11:00-17:00 uur (1 juli t/m 30 september 2016); nieuwjaarsdag gesloten Park: Gehele jaar open van zonsopkomst tot zonsondergang

verhaal komen verschillende aspecten aan de orde: arm en rijk, vroeger en nu. Het is een spannend verhaal met een open einde………, de ontknoping volgt bij het bezoek aan de borg. Het verhaal wordt door oude en nieuwe foto’s op het digibord geïllustreerd. Ook neem ik voorwerpen mee die in het verhaal voor komen. De interactie met de kinderen is hierbij erg belangrijk. Wat zie je? Wat zou het zijn? Hebben jullie dat thuis ook?

Hanna en Mademoiselle Bij het bezoek aan de Fraeylemaborg verdelen we de groep in een arm en rijk gedeelte. Beide groepen verkleden zich in passende kleding uit die tijd. De ‘arme’ kinderen mogen met Hanna, de dienstbode, mee naar de keuken en helpen met koperpoetsen en andere opdrachten. De ‘rijke’ kinderen leren hoe ze zich netjes moeten gedragen, krijgen les van een Mademoiselle en mogen in alle stijlkamers kijken. Daarna ruilen upstairs en downstairs. We laten de kinderen actief bezig zijn en de verschillen tussen vroeger en nu beleven. Door in de huid van kinderen rond 1880 te kruipen geven we ze een inkijkje in het leven op de Fraeylemaborg in vroegere tijden. De reacties van zowel de kinderen als de leerkrachten zijn erg positief. Op de vraag van de juf aan de klas: “Heb je nog een tip” antwoordde een jongetje van zes: “We moeten aan iedereen vertellen dat het zo mooi is op de Fraeylemaborg en dat iedereen er zelf naartoe moet om te kijken.” Annet Westrup is educatief medewerkster van Landgoed Fraeylemaborg in Slochteren

9


k

TEKST EN FOTO’S: MARJO BRANDSE/MENKEMABORG

Audiotour als erfgoededucatiemiddel op de Menkemaborg De Menkemaborg wil een beeld geven van de 18de eeuw. Hoofdpersoon in het verhaal is Gerhard Alberda, de oudste zoon en 11 jaar oud in 1775. Daarnaast is gekozen, niet voor zijn jongere broertje Goosen Geurt (9 jaar), maar voor zijn zesjarig zusje Susanna Elisabeth. Op deze wijze hebben zowel de oudere kinderen, als de jongere bezoekertjes een figuurtje met wie zij zich kunnen identificeren. Ook jongens en meisjes hebben zo een ‘speelkameraadje’.

Zoekspel

Sinds 2009 kunnen kinderen op de Menkemaborg met een junioraudiotour de borg bezoeken. Voor deze audiotour is een verhaal geschreven rondom leeftijdgenootjes,

In het uitschrijven van de verschillende scènes is gekozen voor een opzet, waarbij de verhaalfiguren zich richten tot de jonge bezoeker en zich minder met elkaar bezighouden. De bezoekende kinderen moeten zich vooral deelnemer voelen en geen toeschouwer. Bovendien is een zoekspel in de scènes ingebracht; in iedere kamer vraagt Gerhard (of zijn zusje Susanna) of de kinderen het familiewapen kunnen ontdekken. Spelenderwijs komen de kinderen zo van alles te weten over het leven op een Groninger borg in de 18de eeuw. De audiotour is een groot succes, zowel voor de individuele kinderen die met hun (groot)ouders de borg bezoeken, als voor de schoolklassen die binnen het erfgoededucatietraject van Erfgoedpartners en CultuurClick Groningen in de gemeente Eemsmond naar de Menkemaborg komen. De apparaatjes vertegenwoordigen immers hèt medium van de kinderen van vandaag. Ze krijgen ieder hun eigen exemplaar, te bedienen met een touchscreen. Vaak hebben de kinderen amper uitleg nodig. Ineens hebben zij de touwtjes in handen en de ouders volgen braaf. Zijn er schoolklassen op bezoek, dan is de ontvangst even rumoerig, maar zodra ze in groepjes met de apparaatjes op stap zijn, is het huis weer stil.

in wie de kinderen zich kunnen herkennen; kinderen van de familie Alberda, bewoners van de borg. De dialogen zijn door kinderen ingesproken.

10


k Museum Menkemaborg Menkemaweg 2 9981 CV Uithuizen (0595) 43 19 70 www.menkemaborg.nl

Openingstijden: maart tot en met september dinsdag tot en met zondag 10:00 – 17:00 uur oktober tot en met december dinsdag

Voor de leerlingen, die in het erfgoededucatietraject de Menkemaborg bezoeken is aanvullend digitaal lesmateriaal ontwikkeld, in de klas te gebruiken met het digibord. Naast interactieve quizzen zijn verschillende voorwerpen uit de borg op de cd-rom gekoppeld aan vensters van de Canon van Nederland –zoals over de atlas van Blaeu of buitenhuizen. In het erfgoededucatietraject wordt de junior audiotour ingezet voor groep 5 en 6. In de praktijk is gebleken dat individuele kleuters van 5 jaar er al mee uit de voeten kunnen en zelfs kinderen van 13 jaar vinden de audiotour vaak nog heel interessant.

Ontdekkingsmandje Voor de allerkleinsten is het afgelopen jaar een ontdekkingsmandje ontwikkeld. Kinderen krijgen bij hun bezoek een mandje mee. In iedere kamer mogen ze een voorwerp uit het mandje halen. De voorwerpen zijn gekoppeld aan kaartjes met een zoekopdracht. Zo kunnen de allerkleinsten in iedere kamer een voorwerp in hun handen houden; variërend van een fragiel porseleinen kopje tot een boekje met een veer om iets te schrijven. Het mandje is een ‘gezinsding’ en vooral een succes als er meerdere kinderen aan meedoen en het oudste kind de opdrachten voorleest.

tot en met zondag 10:00 – 16:00 uur Marjo Brandse is educatief medewerkster van de Menkemaborg in Uithuizen

TEKST/FOTO: HINDERI BOSMA

Jong in 1910 / Hedde en Gepke

Op 14 april 2014 werd de historische CazemierBoerderij in Tolbert (zie kader) feestelijk geopend. Ver voor de opening had het bestuur in hoofdlijnen aangegeven wat haar bedoelingen waren met de CazemierBoerderij. Eén van de hoofdlijnen was: jeugd. Ik zou die kar trekken, maar ik had daar geen enkele ervaring mee. In 2010 volgde ik tijdens de najaarsbijeenkomst van Kijkje in de keuken van Erfgoedpartners een workshop over een methode om basisscholen te betrekken bij de geschiedenis van hun streek. Het was een educatief verantwoorde methode die gemakkelijk kon worden afgestemd op de regionale ‘specialiteiten.’ Alles draaide om een koffertje. Met de kop vol ideeën, maar geen idee hoe te beginnen ben ik weer naar Tolbert teruggereden. Het geluk was daarna met mij.

Spelen en werken

Illustratie: Monique Beijer

De gemeente Leek was juist in die tijd bezig om het cultureel erfgoed binnen de gemeente bereikbaar te maken voor kinderen van de basisscholen. Ook hier hielp Erfgoedpartners. Het erfgoededucatietraject in de gemeente Leek kreeg de naam: ‘Tante van de Tijd’. De Stichting Oudheidkamer Fredewalda kon meedoen. Ons programma moest geschikt zijn voor de groepen 5 en 6. Opeens stonden we in het rijtje van het kerkhof van Midwolde, Anna van Ewsum, Bram van Nienoord, het Joodse Schooltje en de Schelpengrot. Een heerlijke uitdaging. Maar wat was er cultureel aan ons? Waar lag onze kracht? Wij waren niet van adel. Hadden geen slaapkamers met geschilderde panelen. Ja, bedsteden en een huuske op de deel zoals alle gewone mensen....! Maar dat wás het. Gewone mensen. Gewone kinderen. Het zou gaan over het leven van gewone kinderen op de boerderij en gewone kinderen in Tolbert, zo’n honderd jaar geleden: spelen en werken.

11


k Eind 2009 werd de Stichting Oudheidskamer Fredewalda uit Tolbert eigenaar van de historische boerderij, Hoofdstraat 27 in Tolbert. Hierna: CazemierBoerderij, hoewel deze naam pas van de laatste jaren is. De boerderij was tot 1994 nog volop in bedrijf, maar als in 2002 de laatste nazaat van Hedde en Gepke Cazemier komt te overlijden, is er geen opvolger. Fredewalda kan de boerderij kopen. Omdat veel historische elementen in de boerderij bewaard zijn gebleven krijgt het de status van Rijksmonument. Met veel subsidies, schenkingen en eigen werk werd de boerderij gerestaureerd en staat het nu te pronken, midden in Tolbert. Het vooreind is ingericht als museum, met als topstuk de ‘Maquette van Tolbert in 1926’. Het achtereind herbergt het Dorpshuis Tolbert. Maar eigenlijk is de hele boerderij, met de stookhut, de

Hedde en Gepke Met de beschikbare subsidie werd het educatief programma ‘Op stap met Hedde en Gepke, jong in 1910’ naar voorbeeld van het lesmodel van Erfgoedhuis Utrecht geschikt gemaakt voor ons. Ik heb allerlei klusjes bedacht die door kinderen kunnen worden gedaan. Een deel van de subsidie is uitgegeven aan kleding. Voor de jongens zijn kieltjes gemaakt van stof uit Staphorst. Voor de meisjes hebben we schortjes gemaakt. Het verhaal draait om de kleine Hedde en Gepke Cazemier. Ze zijn de kinderen van de ‘oude Gepke’. Ze wonen op de CazemierBoerderij. Aan de hand van hun belevenissen op de boerderij en in het dorp worden de kinderen van groep 5 en 6 meegezogen naar 100 jaar geleden.

Hoe verloopt het hele proces? De basisscholen die deelnemen aan het erfgoededucatietraject in de gemeente Leek kunnen zich aanmelden voor een bezoek aan de CazemierBoerderij. Ter voorbereiding van dit bezoek gaat een medewerkster van ons museum naar een school en neemt een oud koffertje mee. In het koffertje zitten een handleiding voor de meester of de juf en een foto van de oude Gepke, geboren in 1890. En ook foto’s van haar kinderen, kleinkinderen en zo tot nu. Verder een tijdsbalk en een schoolboek met oude liedjes. De klas gaat een week praten en werken over 100 jaar geleden. Er was nog geen gas en geen elektriciteit. Plassen deed je buiten of in de goot van de stal. De grote boodschap deed je buiten in het huuske. Je betaalde een brood met een paar centen, of je ruilde het tegen een paar eendeneieren. Er worden sommen gemaakt met oude gewichten. De foto’s uit het koffertje moeten netjes aan de tijdsbalk worden gehangen samen met de foto’s van hun eigen opa en oma en die van henzelf. Wat voor kleren droegen de kinderen van toen, waar speelden ze mee? Ze worden zelf Hedde en Gepke.

bijgebouwen en het erf een museum

www.fredewalda.nl

De klas komt binnen twee weken daarna op de boerderij. En met het teruggeven van het koffertje wordt het stokje doorgegeven aan de volgende school. Er zijn tot nu toe ruim 400 kinderen langs geweest. Op een enkeling na vonden ze het gewéldig!! Dat ze met hun handen aan oude spullen mogen komen, dat ze in de bedstee mogen. Maar de grote favoriet is nog steeds: het sokken stoppen. De meesters en juffen zijn vrijwel altijd erg lovend. Niemand verwacht dat in een gewone boerderij zoiets te vinden is. En ze hoeven er zelf niets voor te doen, want alles wordt door vrijwilligers verzorgd. Bijna alle scholen zetten daarna foto’s op de hun site. Een enkele keer komt er een bedankmail.

Openingstijden

Hinderi Bosma is educatief medewerker bij Fredewalda in Tolbert

geworden. Alles valt onder de grote paraplu van het thema: Leven en Werken in Tolbert.

Fredewalda Hoofdstraat 27,9356 AT Tolbert (0594)51 34 65

april tot en met oktober zaterdag en zondag 13.30-17.00 uur

12


k

TEKST: TIM GOORMAN/ FOTO: STAR

Sissen, roken en bonken; beleef een dagje stoom bij de STAR

Stoomtreinen zijn fascinerend – voor jong en oud! Dat is de kern van Museumspoorlijn STAR in Stadskanaal. De beleving van de oude techniek van een stoomlocomotief gaat bijna vanzelf: het sist, blaast, rookt, stoomt, zoemt, kortom: lééft! Zodra de zeventig jaar oude stoomlocomotief de werkplaats uitrolt wordt de aandacht getrokken. Kinderen wijzen, ouders pakken hun fototoestel of smartphone – het moment is daar. Langzaam rolt de locomotief over de sporen, vooruit, achteruit, om daarna met een zachte bons tegen de rijtuigen aan te rollen.

Museumspoorlijn S.T.A.R

Stoom leeft

Stationsstraat 3

Vol aandacht wordt de rangeerder gade geslagen die de koppeling en de luchtslangen vastmaakt – daarna dringen al snel de eerste blikken door de deuropening van het machinistenhuis. De vuurdeur gaat open – een helle gloed verlicht het machinistenhuis, terwijl de stoker geroutineerd vier, vijf, zes scheppen zwarte steenkool op het rooster schept. De rook uit de schoorsteen verandert geleidelijk van wit in lichtgrijs. Langzaam wordt het drukker op het perron: reizigers kijken naar de zwarte locomotief, andere stappen in. Dan klinkt uiteindelijk het snerpende fluitje van de conducteur: vertreksein. Het diepe geluid van de stoomfluit doet kinderen verschrikt met hun handen naar hun oren grijpen. De locomotief sist, rookt, bonkt – de trein rijdt. Het schouwspel is drie keer per dag, ontelbare keren per jaar waar te nemen in Stadskanaal en Veendam. Het moge duidelijk zijn: stoom leeft!

9503 AD Stadskanaal (0599) 65 18 90 www.stadskanaalrail.nl

Openingstijden In het hoogseizoen: woensdag, donderdag en zondag; beperkte rijdagen in vóór- en naseizoen.

13


k Zelf knippen Maar het is niet alleen het rijden met de historische stoom- en dieseltreinen met hun lange lint aan zorgvuldig gerestaureerde rijtuigen en wagens. Het is meer: het personeel in ouderwets uniform met stoffen of leren pet, de oude gebouwen, de kartonnen kaartjes – Willen jullie zelf knippen, vraagt de conducteur met een glimlach aan de kinderen, die even aarzelen maar daarna gretig de kniptang met beide handen beetpakken en met al kun kracht de tang inknijpen. Klik! Een klein vierhoekig gaatje verschijnt in hun kaartje. Met een grote grijns laten de kinderen hun kaartje zien aan papa en mama. Kortom, er gebeurt meer bij de STAR! Naast de beleving rondom de treinreis is het bezoek aan het museumgebouw interessant. De kaarten, de foto’s, de spullen in de vitrines, de videofilm: er is voor elk wat wils. De grote loods met oude treinen is een schitterend decor, met als blikvanger de cabine van het Blauwe Engel-treinstel die als werkende trein is ingericht. Hier kunnen kinderen, en zij die kind geweest zijn, zelf oefenen hoe het is om machinist te zijn. Het is wellicht overbodig om te zeggen dat de Blauwe Engel altijd veel belangstelling trekt. Geïnteresseerden – jong en oud – zijn tot slot regelmatig onder de indruk van de rondleidingen. Individueel, als bedrijf of voor een school: bij alle groepen zijn onze rondleiders even enthousiast. Speciaal voor scholen hebben we een educatief programma, met niet alleen kijken, maar ook doen. Dit valt altijd in erg goede aarde. De jeugd is de toekomst! Tim Goorman is educatief medewerker bij Museumspoorlijn STAR in Stadskanaal

14


k

TEKST: STICHTING BEHOUD ’T NIJKERKJE OOSTEINDE

De meester vertelt Leven op raand van wad en laand Voor de tentoonstelling ‘Leven op raand van wad en laand’ (2013) in ’t Nijkerkje van Oosteinde, gaf onderwijzer Jan Pijpker het volgende verhaal mee aan de kinderen van de basisschool Simonides in Roodeschool. Erfgoed is dichterbij dan je denkt!

Zo, daar zitten jullie nu, in het kerkje van Oosteinde. Je bent aan komen fietsen over de Hooilandseweg en als je straks terugfietst over de Greedeweg, dan heb je meteen door wat hier vroeger was. Omdat de wegen vroeger modderig waren en de boeren geen zin hadden om met hun rijtuig lang te rijden naar de kerk van Uithuizermeeden of nog erger vast te komen zitten, besloten ze op deze plek zo’n 150 jaar geleden een kerk te bouwen. Daarna kwamen er allemaal huizen en zo ontstond het dorp Oosteinde. Omdat de kerk nieuw was, noemden sommige mensen het ook wel Nijkerkje. Er kwamen winkels, een molen en een café. Tussen de Greedeweg en de Dijkweg kwamen wegen en die werden genoemd naar de boeren die eraan woonden. Klaas Wiersumsweg, Bruiningsweg, Toppinga’s weg, Derk Luddesweg. Omdat die weg vooral bij tegenwind zo lang was, werd die ook wel de Lange weg genoemd. Achter de dijk kwam later een nieuwe polder en de zeewering werd een slapersdijk. Voortaan moest je eerst door een polder voor je bij de kwelder en het wad was. Op de kwelder liepen de schapen en daarna kwam het wad met zijn prielen en geulen. Als we gingen vissen namen we het garnalennet, daarmee liep je tegen de stroom en de garnalen sprongen erin. Bij het botnet werkte je net andersom, je sloot een geul af en met stokken plonsde je in het water zodat de vis in de richting van het net zwom. Als de boei, die de getijden aangaf de andere kant op kantelde, was het tijd om terug te gaan naar de dijk. Het water stroomt eerst langs de dijk, terwijl verderop het wad nog droog is. Mensen die te lang wachtten, kregen een nat pak. Bijzonder was het als je thuis de garnalen in een pan kokend water gooide, van grijs werden ze mooi rood en niets smaakte zo lekker als een broodje garnaal achter het huis van Jan Timmer, de schilder van Oudeschip met wie ik mee mocht, het wad op. En nu zitten we hier in het kerkje, waar zoveel mensen al hebben gezeten, jullie opa’s en oma’s en het kerkje wordt niet meer gebruikt voor kerkdiensten, maar mensen hebben zich het lot van het kerkje aangetrokken en willen het graag behouden voor later.

15


k

TEKST: THEA POL/ FOTO’S: DIRK MOLENAAR/MARCEL LAMEIJER

Op de bres voor het orgel

Organisten Dirk Molenaar en Ludolf Heikens Het orgel heeft het niet gemakkelijk. Steeds minder mensen gaan naar de kerk en het orgel heeft te kampen met een imagoprobleem. Veel ex-kerkgangers associëren het instrument met gedwongen kerkbezoek op zondag. Hun kinderen krijgen daardoor op jongere leeftijd ook het fenomeen orgel niet mee. Maar als ze er wél mee te maken krijgen, dan hebben ze die negatieve ervaringen niet en staan ze heel onbevangen tegenover orgels. Ze vinden het zelfs reuzespannend. De redactie van Erfgoed inzicht sprak twee beroepsorganisten over hun ervaringen en was benieuwd naar hun ideeën om kinderen (weer) te interesseren voor het orgel.

Molenaar is tegenwoordig redacteur van het tijdschrift De Orgelvriend en schreef in het juli/augustus nummer

Dirk Molenaar (1947) knipte al als achtjarige orgelplaatjes uit de NCRV-gids. Van zijn vader, Hervormd predikant, kreeg hij zijn eerste lessen op het harmonium thuis. “Het enthousiasme ebde, vanwege het dàgelijks moeten oefenen, wel wat weg.” Het orgel in de kerk van Musselkanaal, de plaats waar Dirks vader toen ‘stond’, vond deze organist-in-spé heel wat interessanter. In Farmsum (bij Delfzijl) was Molenaar op zondagmiddagen urenlang met de organist daar op het Lohman-orgel aan het improviseren. Op zijn 18de jaar toog hij regelmatig naar de stad Groningen om les te krijgen bij Johan van Meurs op het prachtige orgel van de Der Aa-kerk. Dirk was inmiddels opgeleid tot onderwijzer aan de Pedagogische Academie in Appingedam, maar hij wilde liever niet als schoolmeester kennis overdragen, maar als orgeldocent. “Daarom ben ik vervolgens naar het conservatorium in Arnhem gegaan met orgel als hoofdvak”. Toentertijd duurde deze opleiding vijf jaar. Het laatste jaar combineerde Molenaar met het eerste jaar van de tweejarige opleiding Kerkmuziek.

van 2014 over die eerste ontmoeting met een echt orgel het verhaal ‘Het orgel van mijn jeugd’. “In 1957 werd mijn vader predikant in Appingedam. De kas van het orgel in de Nicolaïkerk was tot mijn verbazing helemaal leeg. In 1969 werd het orgel eindelijk gerestaureerd. Bij de opbouw en afwerking was ik dagelijks aanwezig en heb er toen veel geleerd.”

16


k Torenbeheerder Voorbeeld van een educatief programma “Piet Prestant” Het orgel van Uithuizen met uitleg over Piet Prestant. Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Sietze de Vries, (0594) 503 441 of e-mail info@sietzedevries.nl Informatie is te vinden op www.groningenorgelland.nl en www.sietzedevries.nl.

Sinds december 1979 is Dirk Molenaar woonachtig in Eenrum. “Ik lijk wel een beetje op een ouderwetse dorpsschoolmeester door mijn taken hier. Zo ben ik niet alleen organist maar ook koster en torenbeheerder (met het uurwerk).” Daarnaast was hij jarenlang verbonden aan de Muziekschool Westerkwartier in Leek als orgeldocent. Molenaars leerlingen waren zeker niet allemaal beginnende organisten. “Ik heb ook volwassenen op les gehad die zich wilden laten bijspijkeren. Eén privé leerling is zelfs 25 jaar bij mij geweest.” Bij de lessen let Molenaar er altijd goed op dat leerlingen het hele instrument en aanverwante zaken meekrijgen: van houtsoorten en meubelstijlen tot registratieprincipes en boventoonreeksen. Zo leren de leerlingen ook het binnenwerk van het orgel kennen.

Tegenstroom Tot in de jaren negentig waren jonge orgelleerlingen geen zeldzaam verschijnsel. Molenaar ziet een omslag bij de opkomst van het keyboard en de computer. “Tegenwoordig moet alles snel. Thuis oefenen is er niet meer bij, terwijl dit wel belangrijk is. Deze generatie heeft daar geen geduld meer voor. Het moet een soort instant-pudding zijn: meteen resultaat.” Hoe doorbreek je de negatieve situatie van desinteresse voor het erfgoed van kerk en orgel en hoe maak je mensen weer wat enthousiast? “Ik zie gelukkig dat er aarzelend een tegenstroom op gang begint te komen: oude kerkgebouwen hebben sfeer, geven rust, een orgel klinkt ‘tijdloos’. In de dorpen Eenrum, Den Andel en Westernieland (tot 1 januari jongsleden Protestantse gemeente Halfambt, nu gefuseerd met Winsum), is het proefproject ‘Kerk in het dorp’ gestart, waarmee we proberen zingeving en spiritualiteit terug te brengen in en om de kerk. Zo hebben we afgelopen november de heilige (sint) Martinus ‘te gast’ gehad. Na zijn vertrek vertelde de dankbare bedelaar de ouders met kinderen vervolgens van alles over ‘zichzelf’, waarna onder klokgelui de kinderen met hun lampionnen door het dorp gingen. Op zo’n manier kun je ouderen en kinderen weer wat bij de kerk betrekken. Zoek de kracht van het oudste gebouw van het dorp en breng dat eigene en bijzondere over aan jong en oud.”

Bezoekers aan de kerk in Eenrum krijgen van de organist naast het orgel ook het verhaal van de kerk en het dorp, die onlosmakelijk bij elkaar horen. “Je komt in een bestaand

De vader van Ludolf Heikens (1971) speelde orgel. “Ik vond dat interessant, vooral het voetenwerk.” Het was dusdanig inspirerend dat Ludolf besloot naar het conservatorium in Enschede te gaan, met als hoofdvak orgel. “Ik heb eerst de MEAO gedaan maar dat is niets voor mij.” Orgelopleidingen worden schaars aan conservatoria is Heikens opgevallen. De conservatoria in Enschede en in Arnhem bijvoorbeeld bieden het al niet meer aan. In Groningen is het nog wel mogelijk. “Dat komt omdat (kerk)orgel leren spelen niet eenvoudig is. Je moet er echt wat voor doen.” Dat orgels een imagoprobleem hebben is inmiddels een vrij algemeen probleem, en dat dit te maken heeft met ervaringen uit het verleden ook. Minder bekend voor buitenstaanders is, dat in wat traditionelere kerken, minder waarde lijkt te worden gehecht aan goede kerkmuziek. “Als het orgel maar speelt”, is een veelgehoord argument.

gebouw. Deze kerk staat hier al eeuwen, het was het eerste stenen gebouw in het dorp, denk je dat eens in! De 11de-eeuwse doopvont is de oudste van Noord-Nederland en Ostfriesland en de grote klok dateert van 1390. Sta daar eens bij stil.”

Demonstratieorgeltje voor scholieren Via de Duitse organist Harald Vogel is Ludolf Heikens betrokken geraakt bij het Organeum in het Duitse Weener (Oost-Friesland), het centrum voor orgelcultuur van de streek. “Ik doe dat als freelance musicus.” Het Organeum biedt onder andere rondleidingen, excursies en scholierenprogramma’s. Bij dat laatste wordt een demonstratieorgeltje meegenomen naar scholen en daar gedemonstreerd. De leerlingen mogen de pijpen aanraken en uitproberen (op

17


k Open Monumentendag Heikens is al jaren als organist verbonden aan het orgel van de NH-kerk van Midwolda, een bijzonder instrument. “Dit Hinszorgel is voor bijna 90% origineel. Ik ontvang orgelbouwers uit binnen- en buitenland die soms registers en houtsnijwerk kopiëren.” Het orgel staat ook in de belangstelling van organisten die graag een afspraak maken om te mogen spelen. In de provincie Groningen een gangbare praktijk, terwijl in andere provincies dit bijna ondenkbaar is. “Ik ga wel altijd even mee”, geeft Ludolf aan, “orgels zijn namelijk kwetsbaar.” Vooral op Open Monumentendag weten veel mensen de weg naar Midwolda te vinden. “Juist vanwege de roem van het orgel. Soms staan er wel 60 man om me heen.”

blazen dus). Ludolf houdt zich meer bezig met het rondleiden van toeristen langs orgels. Het startpunt is steeds Weener. “Ik vertel bij een rondleiding altijd eerst iets over de geschiedenis van Midwolda en de relatie met de kerk. Zo bepaalde de familie Hora van de Ennemaborg wie werd benoemd tot predikant en organist.

Scholen in Midwolda Enige jaren kende de NH-kerk van Midwolda een actieve predikant die het schoolbezoek aan de kerk zeer stimuleerde. “Nu is er alleen nog een brede school, maar dit dorp had tot voor kort twee basisscholen: de openbare- en de christelijke school. Opvallend genoeg bezochten ieder jaar alleen de oudste leerlingen van de openbare school onze kerk. Helaas stopte dit weer met het vertrek van de predikant. Ik heb wel het idee dat door deze bezoeken te stimuleren, de bewustwording van de waarde van het gebouw is toegenomen.” Ook aan Ludolf Heikens de vraag of de negatieve spiraal doorbroken kan worden, is er nog toekomst voor het orgel. Daarover is Heikens positief. “Ik heb momenteel vier leerlingen al zijn die allen veertig plus. Eén van hen is een treinmachinist die vol enthousiasme bezig is met zijn orgelstudie. Om thuis te kunnen studeren heeft hij zelfs een orgel gekocht.” De vraag of er ooit weer (of meer?) jonge mensen enthousiast gemaakt kunnen worden voor het orgel blijft en hoe je dat kunnen aanpakken blijft vooralsnog onbeantwoord. Niemand kan in de toekomst kijken, maar beide organisten zijn zeker niet wanhopig. Het Oost-Friese voorbeeld is misschien een inspiratiebron voor Groningen. ‘Onze’ orgels, die van wereldfaam zijn, zijn klaar voor nieuwe generaties!

18


k

Agenda Openluchtmuseum Het Hoogeland Warffum In het kader van het Toonderproject: inleiding en rondwandeling onder leiding van Erik de Graaf 23 april Erik de Graaf, leraar Duits, inwoner van Warffum en biograaf van Toonder senior vertelt over het leven van een ‘onecht’, arm jongetje, dat het uiteindelijk schopt tot kapitein op de grote vaart. Aansluitend geeft De Graaf een rondleiding door Warffum langs alle plekken die belangrijk waren in het leven van Marten Toonder senior.

Menkemaborg Uithuizen Dag van het Kasteel 16 mei De ‘bewoners’ zijn van 13:00 uur tot 17:00 uur even terug en geven de bezoekers echt het gevoel terug in de tijd te gaan. Ze zijn te vinden in de borg en in de tuin. Ze drinken een kopje thee in het theehuis, maken een dansje of doen een spelletje op het voorplein. In de kamers zitten ze rustig te lezen, een brief te schrijven, een spelletje te doen of te borduren. Leuk om mee te maken en de sfeer van toen te proeven.

Vesting Bourtange Slag om Bourtange 4 en 5 juni Een historische re-enactment waarbij de geschiedenis zo nauwkeurig mogelijk wordt gerecreëerd om deelnemers én publiek een authentiek beeld te geven van een andere tijd. Hoe is het om te koken op een open vuur? Hoe is het om door de barbier geschoren te worden? Hoe is het om de kruitdampen op een slagveld te ruiken? Allerlei dingen die je moet ervaren om ze te begrijpen en dat is precies wat re-enactors doen. Als publiek mag je alles van dichtbij bekijken, overal vragen over stellen en waar mogelijk zelf dingen uitproberen.

19


k Kloostermuseum Sint Bernardushof Watermanagement door monniken van Aduard seizoen 2016 Een tentoonstelling over het beheer van het water in het landschap en binnen het klooster. Kaarten laten een overzicht zien van de landschappelijke ontwikkeling tussen 1200 en 1600. Met behulp van een maquette worden verschillende uitwateringssystemen getoond. Er is een kop van een funderingspaal uit de 14e eeuw van de Steentil-brug. Hierover wordt op een videoscherm uitleg gegeven over de datering met de C14 methode.

Universiteitsmuseum Groningen Speurtocht naar graaf Adolf; een mysterie ontrafeld? Oldenburg als mogelijke locatie voor Adolfs laatste rustplaats tot eind mei Het is een van de grote raadsels in de vaderlandse geschiedenis: waar bevindt zich het graf van graaf Adolf van Nassau, broer van Willem van Oranje, die in 1568 op 27-jarige leeftijd sneuvelde in de slag bij Heiligerlee? De slag bij Heiligerlee was de eerste overwinning van de Nederlandse opstandelingen tegen de Spanjaarden in de Tachtigjarige Oorlog. Het lichaam van de graaf werd volgens de bronnen vlak na de slag opgebaard in het klooster Heiligerlee, daarna bijgezet op het kasteel te Wedde, en later overgebracht naar een ‘naburige stad’ in Duitsland. Welke stad dat was is eigenlijk tot op de dag van vandaag een raadsel. Emden wordt beweerd, maar dat is nooit bewezen. Aan de hand van geografische aanwijzingen, gegevens uit het Koninklijk Huisarchief en ander bronnenmateriaal lijkt nieuw historisch onderzoek te wijzen op Oldenburg als mogelijke locatie voor Adolfs laatste rustplaats.

20


k Verhildersum: “Kijken, ruiken, proeven en ontdekken� Voor scholen en gezinnen worden op Museum Landgoed Verhildersum leuke en interessante doe-activiteiten georganiseerd. De activiteiten zijn er op gericht dat kinderen samen met hun klasgenootjes, vriendjes en/of ouders het veld in gaan om te leren en te ervaren hoe lekker en gezond voedsel wordt gemaakt en hoe dat vroeger ging. Dat doen ze aan de hand van allerlei leuke opdrachten. Zo gaan ze in het weiland grassen en kruiden determineren, koetje loeren en wormen zoeken. Op de akker gaan ze aardappels rooien en aren tellen. In de boomgaard gaan ze op zoek naar woelmuizen en kijken ze of de torenvalk thuis is. Uiteraard gaan ze ook appels en peren vergelijken. Bij terugkomst in de boerderij gaan ze graan malen, en boter en mosterd maken. In de oude schuur is een speciale plek ingericht, waar de kinderen voedsel microscopisch kunnen onderzoeken. Gezinnen kunnen aan de hand van een Struunkaart zelfstandig verschillende spannende opdrachten doen. Op een aantal vaste woensdagen organiseren we voor gezinnen en families speciale Foodzoekers middagen. Voor basisscholen kunnen we een apart lesprogramma aanbieden. Het programma duurt circa 3,5 uur. Kijk voor meer informatie op www.verhildersum.nl of neem contact op met Verhildersum: (0595) 57 14 30.

Voor een uitgebreid overzicht van activiteiten: www.cultuurkalendergroningen.nl.

21


k Colofon Jong geleerd Jaargang 3, nummer 1, maart 2016 ISSN: 24-05-8270 Redactie: Thea Pol, Roely Klok Wilt u reageren of heeft u kopij: info@erfgoedpartners.nl Aan dit nummer werkten mee: Hinderi Bosma, Marjo Brandse, Stijn van Genuchten, Tim Goorman, Lidia Kooistra, Dette van der Molen (Oosteinde), Peter Riem, Annet Westrup Foto’s omslag: Elmer Spaargaren en de Menkemaborg Vormgevingsconcept en lay-out: www.gerarddevries.nl Erfgoed inzicht is het digitale tijdschrift van Erfgoedpartners, en verschijnt in de maanden maart, juni, september en december.

Erfgoedpartners Lopende Diep 8 9712 NW Groningen (050) 313 00 52

www.erfgoedpartners.nl

Foto: smartmobiletour.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.