NL Digitaal

Page 1

Herbert Blankesteijn

NL DIGITAAL

Jongeren Jongerenvan van1313tot tot16 16jaar jaargebruiken gebruikensmartphones smartphonesen ensociale sociale media mediaintensief, intensief,maar maarhoe hoedie diedingen dingenwerken, werken,ofofwat wathun huninvloed invloed isisop opde demaatschappij, maatschappij,kan kanze zeweinig weinigschelen. schelen.En Endat datterwijl terwijl informatietechnologie informatietechnologietegenwoordig tegenwoordigeen eenspilfunctie spilfunctieininelk elk bedrijf bedrijfen enelke elkeopleiding. opleiding.Je Jekunt kunterermaar maarbeter beterwél wéliets ietsvan van weten, weten,alalwas washet hetmaar maarvoor voorjejekansen kansenop opde dearbeidsmarkt. arbeidsmarkt.

Behalve Behalveeen eenboek boekkomen komenereronline onlineelementen elementenzoals zoalsvideo’s, video’s,infoinfographics graphicsen engames gamesom omalles allesextra extrainzichtelijk inzichtelijken enverteerbaar verteerbaartete maken. maken.

Auteur AuteurHerbert HerbertBlankesteijn Blankesteijnheeft heeftvoor voorzoiets zoietsde deperfecte perfecteachterachtergrond. grond.Opgeleid Opgeleidals alsnatuurkundige natuurkundigemaakte maaktehij hijradioprogramma’s radioprogramma’s . Hij voor VPRO . Hijwas wastien tienjaar jaarlang langtv-regisseur tv-regisseurbij bijHet Het voorkinderen kinderenbij bijde deVPRO Klokhuis NL Klokhuis−−geliefd geliefdbij bijkinderen kinderenén énvolwassenen volwassenen−−en enschreef schreefen en NLDigitaal Digitaalwil wiljonge jongemensen mensendat datvoorhouden voorhoudenmaar maarwe wedoen doendat dat presenteerde liever BNR presenteerdecomputercursussen computercursussenvoor voorTeleac. Teleac.Nu Numaakt maakthij hijbij bijBNR lieverdoor doorzezetetevermaken vermakendan dandoor doormet methet hetvingertje vingertjetetezwaaien. zwaaien. We radioover overict ictvoor voorondernemers. ondernemers.Hij Hijschrijft schrijftover overtechniek, techniek,zowel zowel Wemaken maken40 40ofof50 50essentiële essentiëlezaken zakenuit uitde deonline onlinewereld wereldtastbaar. tastbaar. radio voor Niet KIJKals alsvoor voorhet hetvakblad vakbladDe DeIngenieur. Ingenieur.Geknipt Gekniptdus dusvoor voorNL NL voorKIJK Nietdoor doorerergewichtig gewichtigover overtetedoen doenen eningewikkelde ingewikkeldetermen termentete gebruiken Digitaal:speels speelsgenoeg genoegom omjongeren jongerenaan aantetespreken sprekenen enverantverantgebruiken(zoals (zoals‘Cloud’, ‘Cloud’,‘Big ‘BigData’ Data’ofof‘Internet ‘InternetofofThings’), Things’),wel weldoor door Digitaal: woord tetelaten woordgenoeg genoegom omook ookvoor voorondernemers ondernemers‘in ‘inhet hetvak’ vak’teteboeien. boeien. latenzien zienwat wathun hunplaats plaatsisisininde dejeugdige jeugdigebelevingswereld. belevingswereld.

over big data, cybercrimes en virtual reality

NL NL DIGITAAL DIGITAAL

Over Overbig bigdata, data,cybercrimes cybercrimes en envirtual virtualreality reality

NL DIGITAAL

Herbert Blankesteijn

NL DIGITAAL Herbert Blankesteijn

Over big data, cybercrimes en virtual reality


0605 Opzet 2.1.indd 1

20-04-16 15:38


NL DIGITAAL

0605 Opzet 2.1.indd 1

20-04-16 15:38


© 2016 Fontaine Uitgevers/Herbert Blankesteijn ISBN 978 90 5956 1010 1

Deze uitgave is mede mogelijke gemaakt door: Hoofdsponsors

Boekverzorging: Yolanda Huntelaar, Werkplaats Amsterdam

SIDN

Zakelijke leiding en fondsenwerving: Henk Leenaers, Lijn43, Utrecht

Ziggo

Projectcoördinatie: María Camarasa, Lijn43, Utrecht

Ministerie van Economische Zaken

Deze uitgave is onderdeel van een cross-mediale productie.

Partners

De bijbehorende digitale publicatie bevat – in aanvulling op tekst en

Amsterdam Internet Exchange

beeld uit dit boek – vele interacties, animaties en audio- en vide-

CIO Platform Nederland

ofragementen.

ECP, Platform voor de Informatiesamenleving

De bijbehorende themapagina op Kennislink.nl biedt extra verdie-

Nederland ICT

ping en zorgt voor aansluiting bij het onderwijs.

NLkabel NLnet Foundation

Inhoudelijke adviezen:

Stichting Digitale Infrastructuur Nederland

Mathieu Andriessen, NLkabel Erik Barendsen, Radboud Universiteit Nijmegen en Open Universiteit Arie van Bellen, ECP, Platform voor de Informatiesamenleving Lotte de Bruijn, Nederland ICT Thomas de Haan, Ministerie van Economische Zaken Mark van Heck, Uitleg & Tekst Roelof Meijer, SIDN Remco Pijpers, Kennisnet Maarten van Steen, ICT-onderzoek Platform Nederland en Universiteit Twente Michiel Steltman, Stichting Digitale Infrastructuur Nederland Giovanni Stijnen, Science Center NEMO Ronald Verbeek, CIO Platform Nederland

0605 Opzet 2.1.indd 2

20-04-16 15:38


NL DIGITAAL Herbert Blankesteijn

Over big data, cybercrimes en virtual reality

0605 Opzet 2.1.indd 3

20-04-16 15:38


Inhoudsopgave

ARPAnet. Toen er nog geen internet was Auteursrecht. Muziek is toch gratis? Big Data. Speld nodig? Dan eerst een hooiberg Bitcoin. Stiekem betalen Ik facebook dus ik besta Breedband. Nooit meer wachten Burgerjournalistiek. Wie brengt het nieuws? Chatten. Dat heb ik je nog zo geappt! Cloud. De handigste plek voor je foto’s: Amerika Cybercrime. Klik, u bent beroofd. Cyberpesten. Pesten was nog nooit zo makkelijk Deep web. De achterbuurt van internet Delen. Eerlijk zullen we alles vermenigvuldigen Domeinnamen. Punt.nl, dot.com en kijk.tv Dotcom-crash. Iedereen zou rijk worden Draadloos. Oma, waarom heb jij draden in je huis? 17. E-mail. Jonge mensen mailen niet 18. E-Privacy. Ik heb niks te verbergen 19. Gaming. Een spel, dat is net zoiets als een game 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.

0605 Opzet 2.1.indd 6

20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34.

Hoaxes. Het staat online dus het is waar Informatiestress. Teveel tekst, teveel video’s Infrastructuur. Als het maar werkt Integratie. Appen over filmpjes, facebooken over muziek Interactiviteit. Kop dicht en luisteren! Internet Hall of Fame. Deze meneer is een BI-er Internet of Things. Zegt de auto tegen de verwarming: We zijn onderweg! Internetbankieren. Mamma, wat zijn dat, centjes? Netneutraliteit. Voorrang? Dat doen we niet op internet Offline. Wat is erger dan geen eten? Precies Online dating. Vlinders in je smartphone Online kaarten. U bevindt zich hier Open source. Kopiëren en downloaden zoveel als je wilt Peer-to-peer. Eerlijk duurt het langst, illegaal het kortst Providers. Mag ik van u tien kilo internet?

20-04-16 15:38


35. RSS en andere webfeeds. Een krant, een zender, speciaal voor jou 36. SEO. Vechten om bezoekers 37. Skype. Tien cent per minuut? Om te práten? 38. Smartphones & tablets. Hoe internet draagbaar werd 39. Emoticons. Smile! 40. Snowden. Wie kijkt er over je schouder mee? 41. Sociale netwerken. Als jij mij volgt, dan like ik jou 42. Spam. Deze kop werd mogelijk gemaakt door... 43. Streaming. Weet je nog? Radio en televisie? 44. Techgiganten. De grote vijf van het internet 45. Virtual reality. De echte wereld is maar saai 46. Wearables. Aan mijn lijf geen internet 47. Webwinkels. Kopen, kopen, niet kijken 48. Wet van Moore. De wet van Méér, steeds Méér 49. Wikipedia. Hoe weet Wikipedia dat? 50. World Wide Web. Hoe internet bruikbaar werd 51. Zoekmachines. Zoeker zoekt zoekmachine

0605 Opzet 2.1.indd 7

20-04-16 15:39


Zegt de auto tegen de verwarming: We zijn onderweg! Internet verbindt mensen, bijvoorbeeld via Facebook, maar waarom zou het daarbij blijven? Internet verbindt ook mensen met dingen. Zo kun je al heel wat apparaten bedienen vanaf je smartphone: bewakingscamera’s, lampen, een thermostaat. Maar waarom zou het dáárbij blijven? Ze noemen het The Internet of Things (IoT) en deskundigen mogen graag zeggen dat dat héél belangrijk wordt voor de economie. Net als andere modebegrippen, zoals The Cloud en Big Data. Carrièreadvies: gebruik deze drie begrippen in één zin en je maakt diepe indruk. Bijvoorbeeld: ‘Het Internet of Things brengt Big Data naar The Cloud.’ Zonder gekheid, het is wel degelijk een trend dat voorwerpen op eigen houtje internet gebruiken. De tijd dat alleen computers een verbinding hadden en dat mensen met die computers elkaar zaten te e-mailen, ligt ver achter ons. Het is niet eens erg nieuw, want al eind jaren ‘90 kon je via internet door camera’s kijken en deze camera’s soms ook besturen. Je zou kunnen zeggen dat de mobiele telefoon een van de eerste ‘dingen’ is geweest die een eigen internetaansluiting kregen. Al vinden sommige

0605 Opzet 2.1.indd 8

20-04-16 15:39


mensen juist dat een smartphone niets anders is dan een klein uitgevallen computer. Maakt niet uit; er zijn veel meer voorbeelden. In diezelfde jaren ‘90 liep het enthousiasme over internet en wat je ermee kon doen een beetje uit de hand. Makers van consumentenapparatuur riepen dat je koelkasten op internet kon aansluiten, dat een koelkast zijn eigen inhoud kon bijhouden en op eigen gezag via internet melk kon bijbestellen als die dreigde op te raken. Het kan zeker, maar uitgerekend die koelkast is er nooit gekomen. Waarschijnlijk omdat niet alles wat kan, in een echte behoefte voorziet. Het is bijvoorbeeld best lastig om alles wat in en uit de koelkast gaat langs een scanner te halen voor het voorraadbeheer, als je ook zelf kunt zien dat de melk bijna op is. Allerlei andere zaken kwamen er wel. Zo brengt Philips lampen op de markt van het merk Hue, die je via een app kunt in- en uitschakelen, dimmen en programmeren. Google maakt de thermostaten van Nest waarvoor hetzelfde geldt. De auto’s van Tesla hebben internet. In deze auto’s zit meer software dan staal, en ze worden ‘s nachts geüpdate. Zo kan het gebeuren dat op een ochtend je auto meer features heeft dan de vorige dag, zuiniger omgaat met de accu, of dat er een bug is verholpen. Hetzelfde kan tegenwoordig met nieuwe modellen van de robotstofzuigers van Roomba want ook die zijn voorzien van een internetverbinding. Grappig is dat de lampen van Hue en de thermostaten van Nest bediend worden door mensen, terwijl er bij de updates van Tesla en Roomba geen mens meer te pas komt. Daar communiceren apparaten met elkáár. Je kunt erop wachten dat op een dag je auto zelf contact opneemt met de verwarming zodat het huis op temperatuur is als je aankomt.

0605 Opzet 2.1.indd 9

20-04-16 15:39


0605 Opzet 2.1.indd 10

20-04-16 15:39


Sommige ‘dingen’ zijn altijd binnen het bereik van de huis-wifi. Andere hebben meer aan een mobiele verbinding, denk aan een halsband met gps die aan het baasje doorgeeft waar de hond of de kat uithangt. Nou zit niet iedereen erop te wachten om voor hond of kat een duur mobiel data-abo af te sluiten. En dat houdt het Internet of Things een beetje tegen. Gelukkig is daarvoor sinds kort een oplossing in de maak. Of eigenlijk twee. In september 2015 had Amsterdam een wereldprimeur: The Things Network. Een soort apart draadloos internet, speciaal geschikt voor ‘dingen.’ Dingen kijken namelijk geen video en hebben dus aan vrij langzame verbindingen vaak genoeg. The Things Network is gratis en heeft dekking in heel Amsterdam via ruim tien toegangspunten, die worden aangeboden door (internet-) bedrijven. Het is langzaam maar voor typische IoT-toepassingen geeft dat dus niet. Als jouw ding meer snelheid nodig heeft (een hd-bewakingscamera bijvoorbeeld) dan neem je maar wél dat dure abonnement bij een echte provider.

soortgelijke Things Networks van de grond gekomen. De initiatiefnemer, de Nederlandse ondernemer Wienke Giezeman, verwacht dat met een gratis netwerk een lawine van interessante toepassingen zal ontstaan. Een voorbeeld is een bal met een vochtsensor, die Amsterdamse booteigenaren op de bodem van hun vaartuig kunnen achterlaten. Ze krijgen dan automatisch een digitaal bericht als hun bootje water maakt. En de tweede oplossing is van kpn . Het voormalige staatsbedrijf legt in Nederland net zo’n netwerk aan, maar dan direct landelijk dekkend en betaald - voor mensen en bedrijven die niet kunnen wachten. Bijvoorbeeld boeren en dierenartsen, die van plan zijn koeien op internet aan te sluiten om hun gezondheid op afstand in de gaten te houden: ‘the connected cow.’ Zijn koeien ook dingen? Misschien niet. Hoe dan ook, internetten zullen ze.

Intussen zijn in verschillende steden in bijvoorbeeld de VS, Engeland, Australië, India, Brazilië en Zuid-Afrika

Hetzelfde kan tegenwoordig met nieuwe modellen van de robotstofzuigers van Roomba want ook die zijn voorzien van een internetverbinding.

11

?

Zegt de auto tegen de verwarming: we zijn onderweg!

0605 Opzet 2.1.indd 11

20-04-16 15:39


0605 Opzet 2.1.indd 12

20-04-16 15:39


Toen er nog geen internet was Hier volgt een test. Hoe lang is het geleden, denk je, dat burgers van Nederland geen internet hadden? Even denkpauze, dan komt hier het antwoord: net iets meer dan twintig jaar. Rond 1995 kwam internet beschikbaar voor gewone mensen – eerst nog alleen op de pc, want smartphones bestonden nog niet.

Evolutie van de PC

13

Artikelen van luie journalisten beginnen nog wel eens met ‘Internet valt niet meer weg te denken’ of zoiets. Maar dat kan wel degelijk. Je kunt internet zelfs wegdoen: gewoon door je telefoon uit te zetten (of alleen de data, als je zin hebt in de instellingen te duiken, dan kun je in elk geval nog bellen). Geen Facebook. Geen Snapchat. Geen Tinder. Geen Whatsapp. Geen Wikipedia, geen Google en ga zo maar door. Kijken hoe lang je dat volhoudt. Maar je gaat er niet dood van, dat ook weer niet. Er is een leuke serie op YouTube, Kids React, waarin kinderen reageren op oude apparaten die ze onder ogen krijgen. Bijvoorbeeld een oer-pc die nog geen internet had. ‘Hoe wist je dan wat voor huiswerk je had?’ vraagt een van die kinderen verbijsterd. Nou simpel, dat werd je verteld in de klas en dat schreef je dan op in een a-gen-da van papier. Iets opzoeken deed je in boeken, soms zelfs in een bibliotheek. Als je iets wilde kopiëren naar je werkstuk, moest je het woord voor woord overschrijven. Mensen die elkaar wat te melden hadden zochten elkaar op, ze belden elkaar of ze schreven brieven. Wat een tijd. Twintig jaar en een beetje geleden.

Toen er nog geen internet was

0605 Opzet 2.1.indd 13

20-04-16 15:39


In 2015 pingde Reddit gebruiker Achilean 5 uur lang alle IP-adressen op internet. Van alle adressen die een reactie gaven, genereerde zijn computer deze kaart.

0605 Opzet 2.1.indd 14

20-04-16 15:39


0605 Opzet 2.1.indd 15

20-04-16 15:39


1995 dus. Eigenlijk is de eerste internetprovider voor het publiek in Nederland, Xs4all, opgericht in 1993 in Amsterdam. Maar het duurde even voordat dit bedrijf en de concurrenten die later kwamen, het hele land bestreken. Was er vóór die tijd dan helemaal geen internet? Jawel, eerder had je al NLnet, dat sinds 1989 internet aanbood aan bedrijven. Dáárvoor had je weer... Om een lang verhaal kort te maken, het allereerste stukje van wat nu internet is, werd in 1969 tot stand gebracht, bijna vijftig jaar geleden. In Amerika werden op initiatief van het Pentagon (het ministerie van Defensie) computers van vier verschillende universiteiten met elkaar verbonden in een soort ruitvorm. Sommige mensen zeggen dat het erom ging een systeem van verbindingen te ontwikkelen dat een aanval met atoombommen kon overleven. Maar in ieder geval konden nu wetenschappers die op grote afstand van elkaar zaten, toch makkelijk data uitwisselen, elkaar berichten sturen, en dus beter samenwerken. De naam van dat netwerk was in eerste instantie ARPAnet. arpa (Advanced Research Projects Agency) was en is het onderdeel van het Pentagon dat, nou ja, geavanceerd onderzoek doet.

16

0605 Opzet 2.1.indd 16

arpa net was een groot succes en groeide razendsnel, totdat

het 20 jaar later internet heette en zo ongeveer alle universiteiten ter wereld omvatte, en vele bedrijven daarbij. Maar als je een privépersoon was, had je daar niks aan. Tot halverwege de jaren ‘70 had je ook zeker geen computer trouwens. Apple introduceerde computers voor consumenten in 1977. Blijkbaar was het volkomen vanzelfsprekend dat computers met elkaar verbonden gingen worden want de eerste mogelijkheid daarvoor werd in 1978 in het leven geroepen. Dat was het Bulletin Board System (BBS) en je mond zal waarschijnlijk openvallen van verbazing als we uitleggen hoe dat werkte. Een bbS was een computer die was aangesloten op een of meer telefoonlijnen. Je kon met jouw computer dat bbS

Digitaal Nederland – Onze moderne wereld in bits and bytes

20-04-16 15:39


bereiken als je bij je computer een modem had. Daarmee kon jouw computer het bbS opbellen en dan kon je in het bbS data achterlaten. Je had openbare gebieden, waar je bijvoorbeeld zelfgemaakte software kon neerzetten die iedereen mocht downloaden (bijna iedereen die toen een computer had, kon ook programmeren). Denk niet aan muziek of foto’s. De eerste modems waren duizenden keren zo langzaam als het huidige internet en zouden uren nodig hebben om één foto of liedje te up- of downloaden. De computers zelf konden ook niets met beeld en geluid. De beeldschermen bijvoorbeeld hadden meestal maar één kleur - zwartwit of iets in groene tinten – en vertoonden alleen letters, cijfers en andere symbolen.

Er is een belangrijk verschil tussen dit dataverkeer via telefoonlijnen en het huidige internet. Die telefoonlijn kun je je voorstellen als een spoorlijn: er rijdt één trein op heen en weer, zodat twee partijen met elkaar kunnen communiceren. Internet lijkt veel meer op een wegennet, waar datapakketjes, elk met hun eigen bestemming, hun weg op zoeken, invoegend en uitvoegend. De laatste manier, dat kun je je voorstellen, is veel efficiënter omdat de verbindingen worden gedeeld (al levert het ook wel eens files op). Vandaar dat dataverkeer tegenwoordig veel goedkoper is dan in 1980, zelfs nu we per persoon ongelooflijk veel meer data consumeren dan in die goeie ouwe tijd. Het internet dat ruim 20 jaar geleden beschikbaar kwam, kwam voor veel mensen dus als geroepen. Xs4all hoopte binnen een jaar 500 klanten te hebben, maar had ze binnen een dag. Het was wel een heel ander internet dan nu. Geen Spotify. Geen YouTube. Dat konden de verbindingen en de apparaten nog lang niet aan. Maar ook geen malware en geen cyberpesten. Dat was allemaal nog niet uitgevonden. En ook niets mobiels; je moest ervoor in je stoel blijven. Het moest nog groot groeien. Maar de kiem was gelegd.

Je kon op een bbS ook berichten achterlaten, geadresseerd aan andere gebruikers. Dat waren altijd mensen in de omgeving want inbellen van ver weg (zelfs in hetzelfde land) was veel te duur. Die berichten bleven dan wachten tot de geadresseerde inbelde. Er is nog wel eens een soort e-mail bedacht waarbij berichten van bbS naar bbS naar een ander werelddeel konden hoppen, maar zo’n bericht kon dagen of weken onderweg zijn - ongeveer even lang als een brief of kaart.

17

Die telefoonlijn kun je je voorstellen als een spoorlijn: er rijdt één trein op heen en weer, zodat twee partijen met elkaar kunnen communiceren.

Toen er nog geen internet was

0605 Opzet 2.1.indd 17

20-04-16 15:39


De wet van Méér, steeds Méér Wat maakt dat elk jaar de nieuwe gadgets meer kunnen dan de vorige? Hoe krijgen fabrikanten je zo gek om steeds weer de laatste smartphone te willen? Dat heeft te maken met de Wet van Moore. Deze ‘natuurwet’ zegt dat elk jaar weer méér elektronische onderdelen kunnen worden geperst op de chips die al die apparaatjes laten werken.

Verder zijn nieuwe smartphones altijd sneller. De draadloze internetverbinding kan per seconde meer data aan- en afvoeren zodat bijvoorbeeld video’s vlotter afspelen. Het toestel reageert sneller als je ergens op klikt. Het geheugen is wéér groter. Het scherm is scherper en misschien ook groter. Allemaal voor dezelfde prijs of zelfs minder. Het lijkt normaal, die razendsnelle ontwikkeling van

De nieuwste iPhone kan altijd meer dan de vorige. Zo had de iPhone 4S in 2011voor het eerst Siri, waarmee je opdrachten aan de iPhone kon geven door er gewoon tegen te praten. De iPhone 6 (2015) heeft als nieuwtje de mogelijkheid om ‘contactloos’ te betalen, dus door het toestel vlakbij een betaalapparaat in de winkel te houden. Om allerlei redenen is dit nog even geen gemeengoed, maar de techniek ervoor zit wel in zo’n mobieltje.

elektronische apparaten. We zijn niet anders gewend. Maar het was niet altijd zo. De telefoon is in 1876 uitgevonden en veranderde honderd jaar lang nauwelijks, behalve dan van vorm. En voor alle zekerheid: de enige functie was om mensen met elkaar te laten praten... Dus wat is er

Evolutie van de telefoon

1900 18

0605 Opzet 2.1.indd 18

1910

1920

1929

Digitaal Nederland – Onze moderne wereld in bits and bytes

20-04-16 15:39


opeens gebeurd, in de tweede helft van de twintigste eeuw?

Gordon Moore, werkzaam bij Intel, in 1975

Het antwoord is dat iets eerder nog, in 1947, de transistor werd bedacht. Een transistor is in feite een schakelaar zonder bewegende onderdelen, gemaakt van een materiaal dat familie is van zand: silicium. Eén transistor werkt als schakelaar maar als je een groot aantal slim met elkaar verbindt, kun je daarmee de gekste dingen doen, zoals stroom versterken of verzwakken, radiosignalen ontvangen of uitzenden, of berekeningen uitvoeren. De eerste transistor paste net in een jampot maar dat was vooral omdat hij met de hand was gemaakt. Het bleek niet zo moeilijk hem kleiner te maken. En nog kleiner. En nog kleiner. Radio’s hoefden niet meer zo groot te zijn als een magnetronoven - formaat pocketboek was veel handiger. Ze werden zo zuinig dat ze niet meer aan het stopcontact hoefden - ze konden daardoor op batterijen werken en je kon ze meedragen. Computers krompen van de afmetingen van een slaapkamer naar die van een koelkast. Was dat even handig!

Gordon Moore was een van de oprichters van Intel, een bedrijf dat deze geïntegreerde circuits (of chips) maakte. Hij constateerde in 1965 dat elk twee jaar het aantal transistors op een chip was verdubbeld, terwijl de kosten per chip zelfs waren gedaald. Omdat hij geen reden zag waarom deze trend zou stoppen, voorspelde hij dat dit nog wel zo’n tien jaar zou doorgaan. In 1975 verwachtte hij daarom het duizelingwekkende aantal van 65.000 transistors op één chip. Moores voorspelling heette al snel de Wet van Moore.

Omdat in één elektronisch apparaat al snel tientallen van die transistors verdwenen, kwamen de bouwers op het idee zoveel mogelijk transistors alvast op één onderdeel aan te brengen in een zogenoemd geïntegreerd circuit. Dat lukte. Eerst met tientallen, later zelfs met honderden tegelijk.

1960 19

1980

1985

2007

2010

De wet van méér, steeds méér

0605 Opzet 2.1.indd 19

20-04-16 15:39


De Wet van Moore bleef gelden tot 1975 en ook daarna. Inmiddels weten Intel en andere chipbedrijven miljarden transistors op een chip te krijgen. Die tweejaarlijks verdubbelingen brengen ons telkens krachtiger computers en smartphones maar ook bijvoorbeeld tv’s, camera’s, robots, satellieten en drones die tot steeds meer in staat zijn. En dat terwijl ze kleiner worden en goedkoper. Kan dit tot in het oneindige doorgaan? Nee en ja. Nee omdat transistors intussen weinig groter meer zijn dan de kleinste onderdeeltjes die de natuur kent: atomen. Zoals Intel zelf heeft erkend is het tempo van de Wet van Moore lager geworden sinds 2012. Het wordt moeilijker; de grens is in zicht.

Radio’s hoefden niet meer zo groot te zijn als een magnetronoven formaat pocketboek was veel handiger.

20

0605 Opzet 2.1.indd 20

Digitaal Nederland – Onze moderne wereld in bits and bytes

20-04-16 15:39


Ja, omdat de techniek zich zal blijven ontwikkelen. Al een aantal jaren probeert de industrie chips vooral zuiniger te krijgen. Op die manier kunnen ze hun werk doen zonder te smelten en zonder hun accu in een paar uur leeg te trekken. Dan stop je meer chips in één apparaat en heb je alsnog hogere prestaties voor hetzelfde geld, of minder. Stel dat de chips niet sneller meer kunnen, dan valt er nog veel te winnen door software zuiniger en sneller te maken. Daar is de afgelopen decennia niet erg op gelet omdat de processors toch wel sneller en de geheugens toch wel groter werden. Het kan allemaal nog veel slimmer. Bovendien zijn er rekentechnieken in ontwikkeling die op heel andere manieren snelheidswinst boeken. Quantumcomputers en dna -computers doen – op heel verschillende manieren – vele berekeningen voor de prijs van één. Zulke nieuwe methoden worden al heel lang als veelbe­ lovend gezien. De meeste deskundigen verwachten dat ‘computers’ – hoe ze ook zullen werken - nog tientallen jaren sneller zullen worden. Hoe de iPhone 40 er in 2050 uit zal zien is niet te voor­ spellen. Maar dat een iPhone 6 dan net zo meewarig zal worden bekeken als een telefoontoestel uit 1980 nu, dat staat wel vast.

21

De wet van méér, steeds méér

0605 Opzet 2.1.indd 21

20-04-16 15:39


Quantumcomputers en dna -computers doen – op heel verschillende manieren – vele berekeningen voor de prijs van één.

0605 Opzet 2.1.indd 22

20-04-16 15:39


0605 Opzet 2.1.indd 23

20-04-16 15:39


NL DIGITAAL De smartphone achterstevoren, ondersteboven en binnenstebuiten

Jongeren van 13 tot 16 jaar gebruiken smartphones en sociale media intensief, maar hoe die dingen werken, of wat hun invloed is op de maatschappij, kan ze weinig schelen. En dat terwijl informatietechnologie tegenwoordig een spilfunctie in elk bedrijf en elke opleiding. Je kunt er maar beter wél iets van weten, al was het maar voor je kansen op de arbeidsmarkt. NL Digitaal wil jonge mensen dat voorhouden maar we doen dat liever door ze te vermaken dan door met het vingertje te zwaaien. We maken 40 of 50 essentiële zaken uit de online wereld tastbaar. Niet door er gewichtig over te doen en ingewikkelde termen te gebruiken (zoals ‘Cloud’, ‘Big Data’ of ‘Internet of Things’), wel door te laten zien wat hun plaats is in de jeugdige belevingswereld. Behalve een boek komen er online elementen zoals video’s, infographics en games om alles extra inzichtelijk en verteerbaar te maken. Auteur Herbert Blankesteijn heeft voor zoiets de perfecte achtergrond. Opgeleid als natuurkundige maakte hij radioprogramma’s voor kinderen bij de vpro. Hij was tien jaar lang tv-regisseur bij Het Klokhuis − geliefd bij kinderen én volwassenen − en schreef en presenteerde computercursussen voor Teleac. Nu maakt hij bij bnr radio over ict voor ondernemers. Hij schrijft over techniek, zowel voor kijk als voor het vakblad De Ingenieur. Geknipt dus voor NL Digitaal: speels genoeg om jongeren aan te spreken en verantwoord genoeg om ook voor ondernemers ‘in het vak’ te boeien.

0605 Opzet 2.1.indd 24

20-04-16 15:39


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.