KCO En Route

Page 1

En route


MARISS JANSONS, CHEF-DIRIGENT

CONCERTGEBOUWORKEST

GUSTAV MAHLER

symfonie nr. 2 rco 10002(2 cd, 1 dvd)

symfonie nr. 3 rco 10004 (2 cd)

BESTEL ZE NU VIA WWW.RCOLIVE.NL WEBSHOP OF KOOP ZE IN UW CD-WINKEL


En route 5

Met Xenakis op survival Luisteren – column Elmer Schönberger

6

De nieuwe koning Muziek – Thomas Adès past niet in evolutionaire kaders Bas van Putten

8

Stoppen is sterven Essay – Op weg in Amerika Auke Hulst

12

Gevlogen tot Parijs Film – De laatste reis van Matthijs Vermeulen Max Arian

14

Jezelf tegenkomen Nederlanders op reis Joost de Vries

17

Hoe harder hoe beter Column Bas van Putten

18

Programma

En route Inleiding Joost de Vries

pagina 8 Op weg in Amerika

4

pagina 12 Matthijs Vermeulen

pagina 17 Hoe harder hoe beter

Colofon De Groene Amsterdammer www.groene.nl Deze bijlage kwam tot stand in samenwerking met het Koninklijk Concertgebouworkest www.concertgebouworkest.nl

pagina 14 Jezelf tegenkomen

Hoofdredactie Xandra Schutte, Redactie Joost de Vries, Opmaakredactie Christine Rothuizen, Foto­redactie Simone Berghuys, Eindredactie Rob van Erkelens, Hugo Jetten, Jorie Horsthuis ­ Webredactie Katrien ­Otten, Medewerkers Max Arian, Auke Hulst, Elmer Schönberger, Bas van ­Putten Acquisitie Tiers Bakker Uitgever Teun Gautier Omslag Robert McIntosh, The Appian Way, 1967, Robert McIntosh / CORBIS

pagina 6 Thomas Adès 23.09.10 De Groene Amsterdammer 3


Robert McIntosh,

Robert McIntosh / CORBIS

The Appian Way, 1967

Inleiding

En route

Door Joost de Vries

Niet lang geleden kreeg ik bij De Groene

Amsterdammer een mail van een schrijver die aandacht vroeg voor zijn debuutroman. Het ging, schreef hij, over iemand die zijn hele leven achter zich laat en aan een reis begint. En die reis, legde hij uit, moest je niet alleen zien als een fysieke verplaatsing van A naar B, maar ook als een ‘metafoor voor persoonlijke groei’. Het was oprecht en niet pretentieus bedoeld, maar het was ook het type naïviteit waar je alleen maar respect voor kunt hebben, de manier waarop hij zich het bekendste thema uit de literatuurgeschiedenis toe-eigende alsof het zelfbedacht was. Want hoe verzin je nog een nieuwe variatie op het Odysseus-verhaal? Vorig jaar kwam de jonge Amerikaanse schrijver Zachary Mason in de buurt. Hij schreef The Lost Books of the Odyssey, een borgesiaanse bundel met verhalen die als labyrinten in elkaar doorlopen, alles met de premisse dat Odysseus Troje nooit heeft verlaten, maar dat hij is blijven plakken en zijn geld verdient als troubadour en de verhalen van de cycloop, de onderwereld en Circe de tovenares verzint. ‘It was when I was a guest in Tyre’, vertelt Masons Odysseus, ‘that I first heard another bard singing one of my songs and it occurred to me that I had in my hands the means of ­making myself an epic hero. What good is the truth when those who were there are dead or scattered? I took 4 De Groene Amsterdammer 23.09.10

to rearranging the events of Troy’s downfall, eliding my betrayals and the woman-­killing, and making a good tale of it.’ A good tale en een goed gevulde portemonnee. Want, leert Odysseus, zijn niet alle goeie verhalen reisverhalen? Bezing mij, o Muze, de vindingrijke man, die zeer veel rondzwierf, nadat hij de heilige stede van Troje verwoest had. Dat ‘rondzwierf ’. Daarmee bedacht Homerus, als hij inderdaad de Odyssee schreef, meteen de ultieme, meest tot de verbeelding sprekende, niet te overtreffen spanningsboog die er ooit in de westerse cultuur is losgelaten. De Aeneïs. Sinbad de Zeeman. In het eerste hoofdstuk vertrekt Don Quichot en gaat hij de wereld in. In zijn Goddelijke komedie klimt Dante door

Een begin- en eindpunt waar niet aan valt te ­tornen, en alles daar tussenin is vrij spel

het inferno en over de louteringsberg, op weg naar het paradijs. James Joyce’s Ulysses, waarschijnlijk de meest baanbrekende roman van de twintigste eeuw, is een lange wandeling door Dublin. Meer modern: The Road van Cormac McCarthy, of On the Road van Jack Kerouac (lees daarover het essay van Auke Hulst, verderop in deze bijlage). J.R.R. Tolkiens Lord of The Rings en The Hobbit – die laatste met de geweldige ondertitel There and back again. Daarheen en weer terug. Een man vertrekt en komt aan. Een begin- en eindpunt waar niet aan valt te tornen, en alles daar tussenin is vrij spel. De slotaflevering van de AAA-serie van het Koninklijk Concertgebouworkest – Avontuurlijk, Aangrijpend, Actueel – heeft als thema ‘En route’. De zomer nadert; de grote uittocht van Nederland naar buitenlandse vakantiebestemmingen zit er weer aan te komen. Een paar miljoen Nederlanders zijn en route. Centraal staat het werk van de Britse componist Thomas Adès (lees het profiel van Bas van Putten in deze bijlage), die met zijn orkestwerk Tevot het idee van de Ark van Noach aan de hele aardbol overbracht: de aarde die ons als een soort ruimteschip veilig door de chaos van de ruimte leidt. Een space odyssey van de hele mensheid. En let wel, na de zomer start een nieuwe AAA-reeks, met nieuwe Groene-bijlagen. Wordt wegens succes herhaald. 


Luisteren Met Xenakis op survival

Lebrecht Music & Arts / HH

Voor het horen van goede muziek hoef je niet naar het buitenland. Reizen kun je het best in de muziek. Door Elmer Schönberger

Ik had eindexamen gedaan en mij kort daarop samen met een vriend door mijn moeder laten afzetten bij knooppunt Hoevelaken. Vandaar zouden we naar Hammerfest liften. De eerste dag strandden we bij de grensovergang Denekamp, maar na omzwervingen in Zweden en Finland hebben we uiteindelijk, vele weken later, de noordelijkste stad ter wereld bereikt en daar, hoewel het hoogzomer was, bij nachtvorst gekampeerd. In de tent las ik Het proces van Kafka – ik kan het elke klappertandende rugzaktoerist in Hammerfest aanraden. Op weg naar het eeuwige daglicht fotografeerde ik, voordat ik nog maar een noot van Sibelius had gehoord, in de buurt van Helsinki het uit honderden stalen buizen opgetrokken monument dat een jaar eerder te zijner ere was onthuld. Op de camping van Lappeenranta maakte ik mijzelf wijs dat ik vrouwenstemmen klanken hoorde voortbrengen die ik op een ter voorbereiding aangeschafte grammofoonplaat met Finse volksmuziek als joiku’s had leren kennen. Intussen probeerde ik mijn reisgenoot, die hopeloos in Bob Dylan was, er vergeefs van te overtuigen dat Dylan echt niets met muziek te maken had. Maar één ding hield ik wijselijk voor mij: de obsessieve Kees de Jongen-achtige fantasie dat ik in het dunbevolkte Lapland als eminent vertolker van het Klavecimbelconcert in d mineur van Bach ontdekt zou worden. Nog maar kort tevoren had ik het stuk met minstens zoveel bravoure als misslagen met het amateur­ orkestje van mijn pianolerares uitgevoerd en ik wachtte gespannen het moment af waarop ik mijzelf in Sodankylä of Inari als redder in nood bekend zou maken aan het plaatselijke orkest

ken om de verschillen tussen daar en hier te vinden. Voor het horen van grote musici en orkesten hoef je het ook niet te doen, want die brengen zelf al hun halve leven in het vliegtuig door om ons, hooggeëerd publiek, wereldwijd te gerieven. Eigenlijk kan ik maar één reden bedenken om in het buitenland naar concerten te gaan: je bent er eindelijk anoniem en alleen, niemand vraagt wat je van het gehoorde vindt (met het gevolg dat je erachter komt dat je soms helemaal niets vindt of pas dagen later de aanzet tot een opinie formuleert) en als je geluk hebt vind je iets terug van de luisteraar die je ooit geweest bent – een onbeschreven blad, iemand zonder meningen en opvattingen, die zich weer vol in het middenrif kan laten raken door een symfonie van Beethoven of een sonate van Schubert. Nee, voor het echte reizen kun je beter in de muziek zijn. Met Scelsi op ontdekking in het binnenste van de afzonderlijke toon. Met Boulez op weg in wat hij een muzikaal universum-in-expansie noemt. Met Xenakis op survivaltocht in barre en barse toonlandschappen. Met Oestvolskaja op pelgrimstocht in nog veel barrere en barsere landschappen. Met Strawinsky per tijdmachine naar andere eeuwen die tegelijkertijd de zijne en de onze zijn. Met Messiaen op een alle windstreken omspannend ornithologisch avontuur. Met Bach verdwalend in de zesstemmige doolhof van een Ricercare. Met Debussy exotische oorden verkennend waar de componist zelf nimmer een voet gezet heeft. Met Schubert de ziel in kaart brengend van wie zich Wanderer noemt. En, heel belangrijk, voor al die dingen de tijd nemen, precies zo veel als nodig, variërend van de 2’33” stilte die Cage in zijn gelijknamige compositie inlijstte, tot de bijna-stilte van Feldmans bijna zes uur durende Tweede strijkkwartet. Maar zorg er wel voor dat je je bij Hoevelaken laat afzetten. Als je niet een beetje op weg wordt geholpen, loop je het risico voortijdig af te haken. ‘Maar overhaast je reis in geen geval./ ’t Is beter dat die vele jaren duurt’, zoals Kavafis ons op het hart drukt in het gedicht waarnaar Otto Ketting zijn opera Ithaka noemde. Ik heb goede herinneringen aan dit stuk, waarmee het Muziektheater in Amsterdam een kwarteeuw geleden van start ging. Misschien nog eens iets voor de Reisopera, als die tenminste niet binnenkort door de Haagse kunsthaters definitief de das wordt omgedaan. 

dat wegens plotselinge ziekte van de al even plaatselijke solist op het punt stond de geplande uitvoering van genoemd concert af te gelasten. En route! Sindsdien heb ik de horizonten van muziek en leven nog vaak zien verschuiven, maar toch zelden in onderlinge samenhang. Musici reizen veel want muziek, zo beweert men, is internationaal. Wat velen als een voordeel beschouwen, zie ik vooral als een nadeel. Waarom zou je naar de andere kant van de wereld reizen om precies hetzelfde mee te maken wat je van thuis al kent, en vaak nog beter ook. Niets is zo uniform en zo globaal als de concertpraktijk. Je belandt in een opwindende nieuwe stad in het lokale muziekof concertgebouw en je wordt ondergedompeld in een concertritueel dat in nagenoeg niets verschilt van wat je je leven lang al van thuis kent. In Londen kun je je pauzedrankjes al van tevoren bestellen, in New York nemen mensen hun jassen en tassen mee de zaal in, in Parijs wordt de Johannes-Passion van boventitels voorzien en in Moskou rennen fans uit het publiek naar het podium om de geliefde solist één roos aan te bieden, maar verder moet je over een krem­ linologisch onderscheidingsvermogen beschik-

Maar zorg er wel voor dat je je bij Hoevelaken laat afzetten

26.05.11 De Groene Amsterdammer 5


Millennium Images / HH

Column Hoe harder hoe beter

Je rijdt door de ­Rocky Mountains en opeens wordt het ­vioolconcert van ­Glazounov het grootste kunstwerk aller tijden. Door Bas van Putten

Onuitroeibaar is komkommernieuws over de gevaren van muziek in de auto. Een Britse autoclub onthulde in 2004 onheilspellend dat muziek met meer dan zestig beats per minuut een versnelde hartslag en verhoogde bloeddruk veroorzaakt, met alle consequenties van dien. Een hoog volume is ‘volgens onderzoek’ – hoe onderzoek je zoiets? – funest voor de reactiesnelheid. Tot de gevaarlijkste automuziek, las ik, behoren Wagners Walkürenritt, het Dies Irae uit Verdi’s Requiem en Firestarter van Prodigy. Ik had al dood moeten zijn. Als automobilist heb ik die verboden vruchten allemaal op mijn menu, hoe harder hoe beter. Wat heb ik aan een wetenschap die niet de moeite neemt te bewijzen dat ik mijn leven dank aan mijn boord­discotheek? Hoe metal-pep je tijdens lange reizen door de nacht sleept, hoe gedachten en belevenissen onderweg onuitwisbare herinneringen graveren in de ordinairste top10-hit, daar hoor je nooit een onderzoeker over. Geen woord over de intense, bestaansverlengende verbondenheid met Mozart in je kloostercel boven het wegdek, waar je alleen bent in een hoogst­persoonlijk paradise by the dashboard light. Geen woord over de pracht waarmee muziek en route bij dag en nacht je in- en uitzichten kroont, over hoe Bruckner in

de Alpen meewelft met de bergen of hoe Ravels Daphnis als een zachte hand de sterren van de hemel lijkt te plukken. Niets over het concentratieverhogende effect van een Bach-fuga. De wetenschap houdt het liever bij billenknijperige dreigingsanalyses, in de geest van de tijd die het leven verstaat als techniek van ontwijken. Je zou eens domweg gelukkig zijn. Ja, muziek is ook griezelig. Terwijl het net over onschuld ging toen tijdens een persgesprek in Utrecht de Poolse pianist Krystian Zimerman, een zorgelijk genie met de beste bedoelingen, medio jaren tachtig zijn vaderlijke verontrusting uitsprak over geweld in televisieseries. De Postbus 51-sfeer kantelde toen ik hem vroeg of een sonate van Beethoven niet even gevaarlijk was als de motherfucker die in Hill Street Blues zijn hele brotherhood om zeep helpt. Hij vond het niet voor niets een goede vraag. Muzikanten weten dat de tragiek van Beethovens Pathétique en de agressie van zijn Hammer­ klaviersonate zo hevig kunnen inwerken dat ze persoonlijk worden, de kleuren van een lijdensgeschiedenis die getuige de herkenning ook de jouwe was. Om die identificatieneiging van je af te schudden moet je sterk staan. De muziek geeft de geleende heroïek zo’n glans dat je erin zou willen blijven. Muziek kan je een moed influisteren die je niet hebt, een trots die je niet verdient, een narcisme dat je tot gevaar voor je omgeving maakt wanneer je na de slotmaat weer op aarde landt. Je bent teleurgesteld. Het paradijs heeft je verbannen. Je vindt dat je dat niet verdiende. Je was er zo thuis. Maar stel dat je eerlijk bent. Dan schrik je van jezelf. Daarom is muziek vooral onderweg riskant als in het vacuüm tussen A en B de ruimte ontstaat voor het eeuwigdurende gevecht tussen genot en geweten. Je bent tevreden weerloos

Muziek kan je een moed influisteren die je niet hebt, een trots die je niet verdient

onderweg tot de muziek je vraagt of je wel zeker wist dat je de juiste route had gekozen, of dat geluk wel echt het jouwe was. Dat overkomt je niet in de concertzaal, waar de muziek alleen maar kunst is. Nu komt het erop aan. Je weet dat het risico van ontluistering groot is, maar je moet het nemen. Muziek wordt een test voor je kracht, je gevoelens, je verstand, je zelfbeeld en je voorstellingsvermogen, je geloof. In juli 1992 reed ik in een Chevrolet Corsica door de Rocky Mountains, met naast mij mijn toenmalige geliefde. De avond viel. Het dichtstbijzijnde dorp was 35 kilometer verder, maar de radio had zowaar ontvangst. Midden in de bergen, op een smalle weg tussen de hemel­tergend lange dennen, pikte de antenne het viool­concert van Glazounov op. ‘Glazounov!’ riep zij. Ik was teleurgesteld. Het concert van Glazounov behoort tot de tientallen min of meer geslaagde, meeslepende, vervoerende concerten onder de toplaag. Na drie weken muziekonthouding hoop je op ten minste Beethoven of Brahms. Maar ik was snel in de ban. De uitvoering met Jascha Heifetz overtrof het stuk. De muziek werd tijdelijk uniek omdat er niets anders was. Er zijn geen woorden voor de gratie waarmee de noten versmolten met de wereld om en in ons. Het vioolconcert van Glazounov was dankzij bossen en bergen, de onmetelijke zomer en de avondlucht twintig minuten lang het grootste kunstwerk aller tijden. Maar het was geen muziek meer, het was ons verhaal. Toen ik haar zag en zij mij drong door wat we daar hoorden. Naast mij zat de vrouw met wie ik niet had moeten gaan en die daar net zo min als ik iets aan kon doen. Tussen ons in stonden illusies die we zo hadden gebagatelliseerd dat een onschuldige muziek de diagnose van de kloof moest worden, muziek die was zoals het tussen ons had moeten zijn, probleemloos lyrisch. Ik stopte de auto, we zwegen tot de laatste maat. We hoefden niets meer te zeggen. Het oordeel was geveld, de pijn was onthuld, het gevaar was bezworen. Tussen tafel en bed stond tot het echte afscheid Glazounov als in memoriam. Zo spijkerhard is Firestarter nooit geweest.  26.05.11 De Groene Amsterdammer 17


AAA-PROGRAMMA

EN ROUTE woensdag 15 juni

17.00 - 18.00 uur

vrijdag 17 juni

16.00 - 18.00 uur

Academisch-cultureel Centrum SPUI25

Concertgebouw, Spiegelzaal

Lezing door Leo Lucassen: Waarom zijn immigranten

Confrontaties: interdisciplinair middagprogramma

cruciaal voor Nederland? Over de sociaalhistorische

Het thema En Route van diverse kanten belicht

aspecten van steden, met de nadruk op migratie,

Presentatie Beeldende Kunst

integratie, sociale controle en sociale politiek.

door Marjan Boot, conservator toegepaste kunst en

Een nuchtere balans van vijf eeuwen immigratie.

vormgeving Stedelijk Museum

Muziek Wim Henderickx ON THE ROAD voor trompet en tape

Intermezzo

(wereldpremière), Wim Van Hasselt trompet

Muziek van Matthijs Vermeulen en Thomas Adès gespeeld

gratis toegankelijk - reserveren noodzakelijk via www.SPUI25.nl

door Carina Vinke, mezzosopraan, Eke Simons, piano en leden van het KCO De dialoog Een discussie over En Route met cabaretier Freek de Jonge, schrijver Auke Hulst en musicoloog Hans Ferwerda Dit middagprogramma staat los van het avondconcert en is voor iedereen toegankelijk. Kaarten à € 7,50 verkrijgbaar aan de kassa van het Concertgebouw of te reserveren via de Concertgebouwlijn. Concertgebouw, Koorzaal

19.15 uur

Inleiding op het concertprogramma Thea Derks vertelt over het concertprogramma. Alleen toegankelijk voor concertbezoekers. Kaarten zijn te bestellen via de Concertgebouwlijn of gratis af te halen bij de kassa.

15>19 JUNI 2011

Concertgebouw, Grote Zaal

20.15 uur

Holland Festival - Concert Koninklijk Concertgebouworkest dirigent Thomas Adès soliste Leila Josefowicz viool Vermeulen Proloog uit 'De Vliegende Hollander' Adès Vioolconcert 'Concentric Paths' (Nederlandse première) Adès Polaris, Voyage for Orchestra (opdrachtcompositie, Nederlandse première) Adès Tevot Kaarten vanaf € 21,- verkrijgbaar via www.concertgebouworkest.nl, via de Concertgebouwlijn of aan de kassa van het Concertgebouw. Guillermo Kuitca, Odessa. Stedelijk Museum

Concertgebouw Café

22.15 uur

Entrée Late Night Café Het Entrée Late Night Café gaat En Route door het Concertgebouw met muzikale optredens op onverwachte plekjes. In de entreehal strijkt Sleurkunst neer met hun kunstzinnige caravans en is er muziek van onder meer dj Leroy Rey. Het Entrée Late Night Café is gratis toegankelijk en staat open voor iedereen, ook voor niet-concertbezoekers.


zondag 19 juni

15.00 uur

Muziekgebouw aan ’t IJ - Holland Festival Kamermuziek Thomas Adès met leden van het Koninklijk Concertgebouworkest Lavinia Meijer harp, Kersten McCall fluit, Arno Piters klarinet, Ronald Karten fagot, Tjeerd Top, Marijn Mijnders en Junko Naito viool, Saeko Oguma altviool, Jérôme Fruchart en Julia Tom cello, Olivier Thiery contrabas Thomas Adès piano en dirigent Ives Tone Roads No. 1 Nørgard Harp Concerto no. 2: through thorns Adès Arcadiana (strijkkwartet) 1994 Dahl Concerto à tre (1947) Adès Pianokwintet Om 14.15 uur is er een inleiding op het concertprogramma door Renee Jonker en een gesprek met Thomas Adès. Kaarten à € 29,- / € 19,- / € 15,- verkrijgbaar via www.hollandfestival.nl, tel 020 573 7787, www.muziekgebouw.nl en aan de kassa van het Muziekgebouw.

Concertgebouwlijn 0900 671 83 45 (€ 1,- p. gesprek / adm. kosten € 2,25 p. kaart) Thomas Adès



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.