Haaglanden voetbal magazine 1e jaargang nummer 2

Page 1

1e jaargang • december 2014 • Nr. 2 www.haaglandenvoetbal.nl

De eerste helft

Haaglanden

voetbal Louis Wagner

arbiter met cultstatus

John Blok en Ron Cramer

cultuurbewakers van Scheveningen

Bert de Best

heeft nu anderhalve pet op

Aad Kila is geen handjesschudder

Het "voetbaldier" Eki Korte


+

=

Is uw club geïnteresseerd in een gratis presentatiegids, een clubkalender en tevens enige duizenden euro’s op de koop toe, neemt u dan contact op met ons. Postbus 1859, 2280 DW Rijswijk | Diepenhorstlaan 13, 2288 EW Rijswijk | T 070-30.777.50 | E info@sportconcepting.nl | www.sportconcepting.nl


1e jaargang • www.haaglan december 2014 • Nr. 2 denvoetba l.nl

Haagland

De eerste he

lft

voetbaenl

6

Inhoud

louis WagN

Er

arbiter me

JoHN BloK

cultuurbewa

t cultstatus

EN roN Cr

kers van sch

amEr

eveningen

heeft nu an

BErt dE BE

derhalve pe

st

t op

aad Kila is gEEN Ha NdJEss

04 Voorwoord naar evenwicht tussen leren, beter worden 06 “enZoeken plezier hebben” Het "voetb aldi

CHuddEr

er" Eki Kor te

20

36

38

50

10 “Voetballen met ‘eigen’ spelers is de kracht van Quick” 13 De stok betrokkenheid van de mensen bepaalt 15 ‘deDekracht van de club’ 18 “De ideale leeftijd voor een keeper kan omlaag” 20 ´Ik ben trots op wat ik heb bereikt´ 24 “De kracht van Nootdorp is de warmte en de derde helft” 27 Club in Beeld 30 ‘De club en de jongens zijn mijn motivatie’ 32 Het “voetbaldier” Eki Korte 34 Ontdek het geheim van optimaal presteren! 36 “Ik heb nu anderhalve pet op” 38 Voetbalfamilie houdt niet van grootspraak 42 Boegbeeld Theo Jansen vindt het tijd voor anderen 45 Welke verenigingen Twitteren er op los? Gijp en Kieft zijn niet half zo interessant als Linkerhof en 46 “Pronk” 48 Sjors Verhagen: de nuchtere, bescheiden leider van RKAVV “Het liefst in iedere linie een kapitein, 50 PdieietdeBoon: boel neerzet.” Het is mijn eigen schuld dat ik niet meer in de voetballerij 52 “werkzaam ben”

52

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 3


Voorwoord De reacties op het eerste Haaglanden Voetbal Magazine waren enthousiast. Dat was voor zowel SportConcepting als Haaglanden Voetbal het signaal om te evalueren. Komt er nog een uitgave? Die beslissing viel positief uit en daarom ligt nu de tweede glossy uitgave voor u, wederom zoveel pagina’s in full colour. Zo’n tweede uitgave was ook mogelijk door de enthousiaste reacties van onze redactieleden en de fotografen. Ook zij wilden de uitdaging van het tweede Haaglanden Voetbal Magazine aangaan. Dus praten over de onderwerpen. Ook in deze uitgave komen diverse personen uit het regionale voetbalwereldje aan het woord. Trainers, een scheidsrechter, een clubbestuurder, een technisch manager, een keeperstrainer, een teammanager, een speler, een oud-voetballer, etc. Aangevuld met columns en veel fraaie foto’s. Ook nu kozen SportConcepting en Haaglanden Voetbal ervoor om het blad – in een beperkte oplage – gratis te verstrekken bij alle voetbalclubs in de regio. Al bestaat ook nu weer de mogelijkheid, dat elke voetballiefhebber – ook al grijpt hij

Colofon Uitgave SportConcepting Peter Dejalle Postbus 1859 2280 DW Rijswijk 070-3077750 Hoofdredactie Ton Beije Dave Grondel Redactie Rob Blankenstein Pieter Donath Carel Goseling Marlon Kampie Roland van der Linden Chris Meijer Nico Mos Jan Wenteler Laurens de Wit

mis in de kantine – het blad kan lezen. Op de website van Haaglanden Voetbal is de volledige tekst digitaal te lezen. Nog steeds staat de markt voor gedrukte media onder druk. Toch zijn SportConcepting en Haaglanden Voetbal dit avontuur voor de tweede maal aangegaan. Het is duidelijk, dat het binnenhalen van advertenties en sponsoring cruciaal is voor zo’n project. Wij zijn de bedrijven die nu meedoen weer bijzonder erkentelijk. Haaglanden Voetbal ontwikkelt zich de laatste maanden nog verder. De bezoekersaantallen op de website nemen gigantisch toe en ook de reacties op de TV-programma’s (o.a. ‘Haaglanden Voetbal aan tafel’) zijn enthousiast. In het nieuwe jaar gaat Haaglanden Voetbal met dat programma ook ‘on tour’ naar de clubs in de regio. Dus wil ook uw club in 2015 graag een keer met uw leden de opname van zo’n TV-programma (met uw club nadrukkelijk in beeld) in de kantine meemaken, dan kan dat. Laat uw interesse even weten aan Haaglanden Voetbal en informeer naar de voorwaarden (redactie@haaglandenvoetbal.nl).

Internet, teletekst, TV en een glossy magazine... Daarmee is Haaglanden Voetbal nog niet uitgewerkt met activiteiten, want het maakt nu ook deel uit van de Nederlandse Sportboeken Club. Onlangs werden bij Sir Winston in Rijswijk de eerste vier boeken gepresenteerd. Over die nieuwe activiteit in dit blad ook een verhaal. Maar er is nog meer op komst. Interessant voor de verenigingen. Er zijn al contacten gelegd met bedrijven, die wellicht ook voor uw vereniging een interessant aanbod hebben. Natuurlijk staat straks ook het Haaglanden Voetbal Toernooi weer voor de deur. De inschrijving is al open gesteld en het loopt inderdaad weer storm. De loting is in februari. Ook voor alle andere categorieën komt er weer een toernooi. Naast de F-, E-, D- en C-jeugd dit seizoen ook voor de B-jeugd. En natuurlijk voor het vrouwen- en G-voetbal. De winnaar van het toernooi in 2014, Haaglandia, wordt door Haaglanden Voetbal ook gevolgd op haar trainingskamp in Portugal. Daar doet de club, met overigens ook HVC’10, SVC’08 en RVVH uit Ridderkerk,

Haaglanden Voetbal Magazine | Onafhankelijk Voetbalmagazine Fotografen Samir Beeldsnijder Frans de Best Angelo Blankespoor Sander de Hollander Folkert Hoogslag Marcel de Kler Aad van der Knaap Danny Ploegaert Fred Reuling Bert Tielemans Hans van der Valk Jan Wenteler Vormgeving Mandy van Dijk Advertentie acquisitie Bert van Oijen

4 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

Redactie-adres Haaglanden Voetbal Postbus 701 2280 AS Rijswijk redactie@haaglandenvoetbal.nl www.haaglandenvoetbal.nl Verspreiding Gratis bij voetbalclubs in regio Haaglanden (ook te lezen op website: haaglandenvoetbal.nl) Oplage 7.500

Copyright SportConcepting 2014. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


mee aan de strijd om de Algarve Cup, een toernooi van onze partner Trainingskampen.nl. Uiteraard volgen wij ook SVC’08 en HVC’10. Maar ook FC ‘s-Gravenzande, dat in dezelfde tijd in Albufeira verblijft. Maar ook clubs uit deze regio die voor Gran Canaria hebben gekozen voor een trainingskamp, zullen door een equipe gevolgd worden voor de website en TV-programma’s. Dat Haaglanden Voetbal dat alles mogelijk kan maken, dankt het aan zo’n geweldige groep van (vrijwillige) medewerkers, daartoe ook gerekend de vele enthousiaste clubwatchers. Veel leesplezier bij deze tweede uitgave. En... stel Peter Dejalle en zijn medewerkers van SportConcepting niet teleur als zij bij u of uw adverteerders/sponsors aankloppen om de verwezenlijking van dit blad mogelijk te maken. Maar u kunt zich natuurlijk zelf ook al melden! Tot een volgend Haaglanden Voetbal Magazine. Blijf ons ondertussen volgen op internet! Ton Beije Hoofdredacteur Haaglanden Voetbal

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 5


Jeugdtrainer René van Delft:

“Zoeken naar evenwicht tussen leren, beter worden en plezier hebben” Na ruim 17 jaar actief te zijn geweest als trainer bij de Jeugdopleiding van ADO Den Haag, is René van Delft inmiddels bezig aan zijn eerste seizoen bij de jeugd van het Delftse DHC, alwaar hij het vlaggenschip, de A1, onder zijn hoede heeft. De oudprofvoetballer van o.a. FC Den Haag en SVV Schiedam kreeg te maken met dusdanige veranderde werkomstandigheden, dat hij het verder ontwikkelen van talenten bij de jeugd van de Residentieploeg niet meer kon combineren met zijn werkzaamheden als ambtenaar bij de landelijke afdeling Huisvesting van de Belastingdienst. Tekst: Marlon Kampie Foto’s: Aad van der Knaap

6 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

De middag- en vooravondtrainingen op het ADO Den Haag jeugdcomplex ‘De Aftrap’ sloten niet meer aan bij zijn gewijzigde arbeidsconstellatie, zodat hij niet meer tijdig op het Zuiderpark complex aanwezig kon zijn voor het verder ontwikkelen van de talenten. De jeugdteams van de ADO Den Haag Jeugdopleiding trainen veelal aan het einde van de middag en in de vooravond. Van Delft vond bij het vlaggenschip van de DHCjeugd een nieuwe uitdaging, waar hij in de avonduren kan werken op het trainingsveld. Jeugdperiode als voetballer René van Delft, geboren Hagenaar, gehuwd met Denise en vader van twee zonen (Danny, 27 jaar en Jordy, 22 jaar) begon als welp en later als pupil samen met een broer, die later ook in de ADO-jeugd speelde bij de jeugdafdeling van de Haagse Sport Vereniging Celeritas. Zijn vader was daar jarenlang eerste elftalspeler. Bij de club op de hoek van de Leijweg en de Noordweg speelde hij tot zijn 12e jaar en werd toen door de toenmalige jeugdtrainer Huib Ruygrok van ADO gescout, zoals dat zo mooi heette. Voor de inmiddels 54-jarige trainer voelde de overgang toen naar de Jeugdopleiding van ADO Den Haag als

één van zijn eerste hoogtepunten in zijn voetbalcarrière. UEFA-jeugd René van Delft over zijn jeugdvoet­ balperiode bij ADO: “Ik begon in de C–jeugd en liep mijn opleiding door tot en met de A-junioren. In die jaren werd ik tevens geselecteerd voor het Nederlands elftal 14-15, 16-17 en de UEFA-jeugd. In Den Haag had je veel clubs met grote jeugdafdelingen zoals VIOS, Rijswijk, VUC en RVC. Hierdoor was het niveau van de opleiding hoog in Den Haag. Hoogtepunten in de C-tjes was dat je op zondag vaak een voorwedstrijd mocht spelen bij het eerste elftal. Onvergetelijk was dat ik op 12-jarige leeftijd een voorwedstrijd speelde in De Kuip tegen Feyenoord. Daarnaast trainde ik wekelijks in Zeist met de beste spelers van Nederland zoals Danny Blind, Martin van Geel, Ruud Gullit, Mark Wotte, om er maar enkelen op te noemen”. Koninkrijkspelen Verder zegt René van Delft over zijn jeugdtijdperk: “Naast de scouting door ADO, zie ik ook de ruim twintig interlands, die ik als jeugdinternational gespeeld heb in binnen- en buitenland met de vertegenwoordigende Oranje


een contract tekenen bij Feyenoord in Rotterdam. “Dat werd, hoe kan het ook anders, de club die mij de gelegenheid bood op de hoogste landelijke jeugdplatforms te voetballen, FC Den Haag. Ik startte in het tweede elftal, wat toen het C-team werd genoemd. Mijn trainer was Piet de Zoete en onder hem werd je vooral mentaal en conditioneel gevormd. Na twee jaar sloot ik aan bij het eerste elftal. Ik kwam als jonge 19-jarige speler bij het eerste elftal en was in totaal zes jaar als contractspeler verbonden aan FC Den Haag. Twee jaar eredivisie en vier jaar eerste divisie.”

jeugdselecties, ook als een apotheose in mijn voetballoopbaan. De voorwedstrijden bij het eerste elftal van FC Den Haag, daar genoot ik van. En het deelnemen aan de Koninkrijkspelen op Curaçao met de UEFA-jeugd, is ook een prachtherinnering. Het winnen van het achtlandentoernooi met het Nederlands Elftal 16-17 jaar in Saint Malo in Frankrijk en het wekelijks trainen in Zeist met de bovengenoemde en andere beste jeugdspelers van Nederland toen, maken dat ik het optimale uit mijn jeugdcarrière gehaald heb. Verder het gelukkig blessurevrij doorkomen van mijn jeugdperiode en degradaties die ik niet heb meegemaakt, maken die fase uit mijn voetbalcarrière compleet. Kortom, mijn hele jeugdtijd was eigenlijk één groot hoogtepunt.” Seniorenvoetballer René van Delft had voor een voetballoopbaan als prof er in zijn jeugd alles voor gelaten. Hij wilde immers slagen als broodvoetballer, hetgeen hem ook gelukt is. Zijn droom is uitgekomen om van jeugdspeler prof te worden. Na zijn jeugdperiode bij ADO – dat ondertussen een naamsverandering had ondergaan en doorging als FC Den Haag – kon de balvaardige middenvelder ook

Trainers “De grote namen van die tijd bij FC Den Haag, waar ik toen mee speelde waren Aad Mansveld, Lex Schoenmaker, Joop Koorevaar, Simon van Vliet, André Wetzel, Harry Melis, Dick Advocaat, Cees Tempelaar, Chris Treling, om er een aantal te noemen. Trainer was Piet de Visser. Na zijn vertrek heb ik diverse trainers vlak na elkaar gehad. Hans Kraaij sr. stopte al snel om gezondheidsredenen. Hierna kwamen Martin van Vianen, Piet de Zoete als interim trainer, Cor van der Hart en Rob Baan. Na mijn periode bij FC Den Haag heb ik nog een aantal jaren bij SVV – ook een BVO die tijd – in Schiedam gespeeld, samen met Chris Treling en Mark Wotte. De trainer van SVV, Dick Buitelaar, kende ik als trainer van het Nederlands Militair elftal, hij had mij toen naar Schiedam gehaald”. Debuut Zijn debuut in het eerste van FC Den Haag was in de zomer van 1978 in een oefenwedstrijd tegen Voorwaarts, een vereniging uit Suriname, die hier enkele oefenwedstrijden speelde tegen diverse eredivisieploegen. “Die wedstrijd was mijn eerste hoogtepunt als senior. Onder trainer Piet de Visser spelen met bovengenoemde spelers en vele anderen uit het seizoen 1978/1979, dat was mijn grote doel. Wat mij bijgebleven is? In één van de wedstrijden bij FC Den Haag (René van Delft speelde meer dan 135 officiële wedstrijden voor de geel/groenen en maakte 25 doelpunten -red.), in een bekerwedstrijd tegen Ajax, met de teruggekeerde Johan

Cruyff, speelde ik hem in een duel een bal door zijn benen, ‘panna’. Met Lex Schoenmaker en Achmed Kologlu heb ik een week stage gelopen bij West Ham United. Dit kwam na de Europa Cup-wedstrijden en het samenwerkingsverband met de Engelse club tot stand. Hier trainde ik met Trevor Brooking en Billy Bonds, twee grote namen toen in het Engelse voetbal. Wat ik mij ook herinner uit mijn tijd als prof is dat je als topscorer van de week een paar voetbalschoenen van het merk Cruijff kreeg met zijn persoonlijke handtekening erop. Ooit heb ik deze gewonnen door twee doelpunten in een wedstrijd te scoren. Die schoenen heb ik een tijdlang ook aan gehad.” Aad Mansveld Een leuke anekdote en herinnering die René van Delft heeft overgehouden uit zijn beginperiode bij FC Den Haag: “Als jeugdspeler kwam ik voor het eerst in de kleedkamer bij het eerste elftal. Ik kleedde me om voor de training en ging alvast naar het veld. Na de training kwam ik de kleedkamer weer binnen en zag dat al mijn kleren er niet meer hingen. Ik natuurlijk zoeken en wat bleek... ik was op de plek van Aad Mansveld gaan zitten. Omdat ik op zijn plek zat, had hij mijn kleren dus in het bad gegooid. Vaste plekken in de kleedkamer waren destijds heilig.” Operatie Terwijl René van Delft in zijn jeugdperiode bijna nooit te maken kreeg met ernstige blessures en degradaties, hebben in zijn profcarrière zwaarwegende kwetsuren, alsook degradaties wel voor dieptepunten gezorgd en een echte doorbraak in de weg gestaan. “In mijn eerste contractjaar bij FC Den Haag werd ik geconfronteerd met de ziekte van Pfeiffer. Toen ik weer fit was kreeg ik last van de knie. Tijdens de operatie bleek dat ik losse stukjes kraakbeen had, die toen verwijderd moesten worden. Dat kostte veel hersteltijd. Toch wist ik mij weer bij het eerste elftal te spelen. Dat jaar werd het eredivisieschap nog veilig gesteld. Het jaar daarop, in het seizoen 1980/1981, was mijn grootste anticlimax, met

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 7


degradatie naar de eerste divisie tot gevolg. Een tegenvaller was ook het afbranden van de Zuidtribune en het gooien van een bom op het speelveld in de wedstrijd tegen FC Utrecht. Na de ziekte van Pfeiffer en de operatie aan kraakbeenletsel in mijn knie, heb ik nooit meer mijn beste niveau gehaald. Fysiek en ook wel mentaal kwam ik tekort voor de top.” Trainerscarrière “Na mijn proftijd heb ik op het hoogste amateurniveau gespeeld bij DHC en RVC. Hierna ben ik op amateurniveau gaan afbouwen bij vv Monster, waar ik tegelijkertijd gestart ben met mijn trainerscarrière. In de Westlandse gemeente was ik naast eerste elftalspeler ook trainer van het derde en vierde elftal, alsook de B-selectie. In deze tijd heb ik de basis gelegd voor het trainerschap en heb ergens in de jaren 1990 mijn TC II, het huidige UEFA B, behaald. Ook het vooral plezier hebben in het voetballen, hoe gek het ook klinkt, na mijn profperiode bij de clubs vv Monster, RVC en DHC waren hoogtepunten in mijn seniorentijd”, aldus de huidige trainer van DHC A1. Jeugdtrainer ADO Den Haag Op de vraag wat de drijfveer was na een actieve voetbalcarrière zich op het trainersvak te gaan toeleggen, antwoordde René van Delft: “Ik vond het training geven bij de B-selectie van vv Monster zo leuk, dat ik mijzelf hierin verder wilde ontwikkelen. Op een gegeven moment werd ik door Mark Wotte gebeld, destijds hoofd opleiding bij – intussen weer een naamsverandering – ADO Den Haag. Hij vroeg of ik als oud-speler iets voor de jeugdopleiding van ADO kon betekenen en wat wilde doen. Zo ben ik gestart als jeugdtrainer op De Aftrap. In totaal ben ik 17 jaar werkzaam geweest in de jeugdopleiding van ADO Den Haag.” “Het geeft mij voldoening dat veel spelers die ik onder mijn hoede gehad heb in de jeugd bij ADO Den Haag zijn doorgebroken en hier in Nederland, dan wel in het buitenland actief zijn. Meest bekenden zijn Wesley en John Verhoek, Peter Jungsläger, Tommy Beugelsdijk, Charlton Vicento, Robin Buwalda, Roderick Gielisse, Papito Merencia, Mitchell de Vlugt, Maarten

8 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

van der Wand, Tjaller Atis, Damjan Dokovic, Alexander Bjelica, Nadir Cifti en nog veel meer. Leuk was recent nog te zien, dat Hector Hevel en Guy Smith hun debuut hebben gemaakt in het eerste elftal van ADO Den Haag.” Training bij DHC A1 Het doel van training geven bij een BVO en bij een amateurclub

is in de ogen van René van Delft verschillend en anders. “Bij ADO Den Haag proberen alle spelers, met hulp van de trainers, zich zodanig te ontwikkelen dat hun ambitie, betaald voetbal halen, bereikt wordt. Zij zetten hier bijna alles voor opzij. Het is enkel school en voetbal waarvoor zij dagelijks leven. Bij DHC A1 is het doel spelers te laten doorstromen


naar het eerste elftal, de talenten zijn immers reeds in een eerder stadium vertrokken naar ook andere BVO’s in de regio. Spelers van DHC spelen als hobby bij deze amateurclub en handelen, ieder op hun eigen manier en vermogen, daar ook naar. Het is voor mij in mijn eerste jaar bij de jeugd van DHC nog even zoeken naar de juiste balans. Hoe is het om weer

om te gaan met spelers van een amateurclub, na een lange tijd terug de B-selectie van vv Monster onder mijn hoede te hebben gehad? Dus jeugdspelers bij ADO Den Haag trainen om iets te leren om profvoetballer te worden en bij DHC zoek ik – en ook andere jeugdtrainers – naar het evenwicht tussen leren, vaak ook beter worden en plezier hebben.

Bij amateurverenigingen zijn de jeugdspelers niet gewend elke dag te trainen, zoals ik dat ook jarenlang gewend was. Daar zal ik mij als trainer op moeten aanpassen. Mede geholpen door de prima sfeer waarin ik werk, dito bestuur, en mijn trainingsstaf bij de A1, lukt het aardig”, besluit René van Delft het gesprek.

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 9


Frans Danen:

“Voetballen met ‘eigen’ spelers is de kracht van Quick” Met een onderbreking van één seizoen zwaait trainer Frans Danen (48) al elf(!) seizoenen lang de scepter bij hoofdklasser Quick. Tot en met vorig seizoen was hij ook nog hoofd jeugdopleiding. Nu houdt hij zich echter alleen met de eerste selectie bezig. “Toch werkte die dubbelfunctie prima, want ik zag direct wat er voor (goede) jeugdspelers bij ons rondliepen”. Tekst: Nico Mos Foto’s: Marcel de Kler

Quick doet het dit seizoen goed in de hoofdklasse. “Inderdaad en als we dan ook sinds tijden weer eens de derby tegen DHC winnend konden afsluiten. Ja, dan smaakt dat naar meer”, blikt Frans Danen kort terug. Frans Danen is getrouwd met Gertie en heeft een dochter, Angie (21) die korfbalt bij Die Haghe en een zoon Nickey (19), die bij Quick voetbalt. “Hij voetbalde aanvankelijk in het derde elftal, maar hij is sinds kort overgeheveld naar het tweede team. Ik vind het leuk dat anderen dat inzagen. Of hij het eerste elftal redt? Dat zou ik nu nog niet kunnen zeggen”.

10 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

Frans werkt sinds twee jaar als huismeester in Leiden. Hij werd na zijn ontslag bij Schaatscentrum “De Uithof” getipt door oud-voetballer bij ADO Pablo Plak. “Natuurlijk droom ik ook wel eens van de topklasse nu we weer meedoen in de kopgroep, maar tegelijkertijd moet je ook reëel zijn. Quick moet eerst zorgen een stabiele hoofdklasser te zijn, maar... alles wat we pakken kunnen, pakken we natuurlijk” (glimlacht). “Je was in het begin al eens 3 jaar trainer hier bij Quick, toch?” “Jazeker, maar na drie jaar had ik

problemen met het toen te voeren beleid en ging ik naar (toen nog) ’s-Gravenzandse FC. Ik zei echter toen ik vertrok ‘jullie kunnen mij altijd bellen voor advies of wat dan ook’. In december van dat jaar (2007) belde Quick, of ik wilde komen praten. Ik deed mijn verhaal toen, maar aan het eind van het gesprek zei het bestuur van Quick: ‘Frans jij moet het gaan doen’. Op zich had ik het naar mijn zin bij ’s-Gravenzande, maar ook na overleg met het thuisfront, keerde ik in het seizoen daarop weer terug op het oude nest en daar werk ik nu dus nog.” “Waanzinnig naar mijn zin” “Bij mijn terugkeer, Quick was toen tweedeklasser (Frans was in zijn eerste jaar gepromoveerd van de derde naar de tweede klas - red.), is mij gevraagd naast de seniorenselectie ook de A1 te trainen”, gaat Frans verder. Hij zit echt op zijn praatstoel. “Ik stond dan weliswaar nagenoeg heel de week op het veld, maar had het waanzinnig naar mijn zin. Het mes sneed ook aan twee kanten, want zo kon ik exact zien wat


Daarna keerde Frans Danen weer terug bij ADO, de amateurs wel te verstaan. “Daar heb ik twee jaar gespeeld en trainde tevens de A2jeugd. Na de trainers Ruud de Groot en Jan Reurings heb ik één jaar de ADO-amateurs getraind. Vervolgens ONA één jaar en daarna de ADO A1 twee jaar om daarna naar Quick over te stappen...”.

voor talenten Quick in huis had die de stap naar het eerste elftal konden maken. Na één jaar stopte ik bij de A1 en werd naast seniorenselectietrainer ook hoofd jeugdopleiding. Sinds dit seizoen focus ik mij echter helemaal op het eerste elftal. We hebben met Quick heel wat stapjes gemaakt de afgelopen jaren en daarvoor verdient de gehele organisatie een dikke pluim. Want in de selectie heb ik nu zeven verdedigers en vier aanvallers rondlopen, die hun opleiding in de jeugd bij Quick hebben genoten. Dat is dan ook tevens de kracht van Quick. Investeren in goede jeugdtrainers is een bewuste keuze, want dat verdient zichzelf uiteindelijk terug (Quick A1 en B1 spelen 2e divisie landelijk - red.). ADO/ Scheveningen “Volgt jij ADO Den Haag nog?” “Ja, natuurlijk. ADO is een deel van mijn leven en ik heb daar tenslotte 8(!) seizoenen gespeeld”. “Maar je koos wel het hazenpad, want je behoorde bij de ‘bende van zes.” “Dat blijft altijd een smetje op mijn carrière. En als je mij vraagt wat wij destijds verkeerd gedaan hebben? Ik weet het (nog steeds) niet”. De meeste jongens van die zes zijn goed terecht gekomen, zoals: Cor Lems trainer bij RVVH, Marcel Valk trainer ADO Dames, Albert van Oosten zit in de makelaardij, Danny Hoekman is als trainer werkzaam in Qatar en Leo Schellevis is de A1 trainer bij Laakkwartier. “Ik ging naar FC Eindhoven en werd topscorer in mijn eerste seizoen onder Sandor Popovich. In mijn tweede seizoen, onder Rob Jacobs, kreeg ik met hetzelfde te maken als waarom ik bij ADO weg moest. Ook daar werd ik zo aan de kant geschoven met nog een paar onder wie, Silvio Diliberto, na het verlies uit tegen Emmen”.

Martin Jol “Toen pikte trainer Martin Jol, die de ADO amateurs verruilde voor SV Scheveningen, je op!” “Klopt, ik had weliswaar een tijdje stilgestaan, maar mocht toch aantreden in de eerste wedstrijd thuis tegen FC Lisse ( 0-3 verlies - red.). Martin koos de week daarop uit bij IJsselmeervogels voor andere spelers en die wonnen, dus liet hij zijn team, waar ik geen deel van uitmaakte, intact. Never change a winning team was Jol’s gedachte natuurlijk. Maar goed, zonder morren heb ik mijn wedstrijden in het tweede team gespeeld. Zo werd ik ook weer topfit. Na de winterstop was ik een vaste waarde en heb mijn steentje bijgedragen aan het zaterdagkampioenschap en het algemeen kampioenschap (Frans scoorde uit bij Urk op magistrale wijze - red.). Twee jaar Scheveningen was een toptijd en Martin Jol was natuurlijk de bindende factor”.

Zaterdag/zondagvoetbal “Wij zouden geen tijd en ruimte hebben om op zaterdag te gaan voetballen. Trouwens, daar voelen wij ons niet toe geroepen, want Quick is een echte zondagvereniging – met de nadruk op vereniging”, gaat Danen in op de actuele situatie in West 2. “Natuurlijk trekt het zaterdagvoetbal, door de vele derby’s, meer toeschouwers, maar bij Quick mogen we ook niet klagen. Ik denk dat dit ook geldt voor RKAVV, HBS, Westlandia, Wilhelmus en HVV. Dat zijn ook echte verenigingen. Natuurlijk sluiten wij onze ogen niet en we weten dat dit speelt, maar ik zie het bij Quick niet zo’n vaart lopen. De bindingsfactor bij Quick is: goed niveau, vele extra’s zoals trainingskamp(en) etc., maar geen betalingen en daar wijken wij niet van af”, aldus de stellige motivering van Frans Danen, die nog steeds voldoende uitdaging ziet om door te gaan bij Quick. “Maar... mocht er een keer een zaterdagtopklasser op de stoep staan, dan ga ik natuurlijk altijd luisteren...”.

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 11


ND ER S

KA LE

J A JU AR BILEU BO MBO EK E K EN EN GI D AG

BO UM LE BI JU

’S DA EN

SE N

EN EK

E AG

EN

S

EK

ER

BO

AR

ND

JA

LE

KA

AG

EN

DA ’S

N

E DS

S A’ ND

GI

etbal o v n e gland r tzetting a a H t o Wens r tieve vo n toe e po s o z i n e e e et s van h

Diepenhorstlaan 13 2288 EW Rijswijk T 070-307 77 50 E debut@debut.nl www.debut.nl

Van Speykstraat 191 2518 GA 's-Gravenhage Telefoon (070) 346 12 81 www.joostbakker.nl

Landelijk Erkend Installatiebedrijf

Graaf Willem II Laan 18 2645 AJ DELFGAUW Tel. 015 - 2564591 Fax 015 - 2628391 info@vannielloodgieters.nl www.vannielloodgieters.nl 12 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

Zink-, koper-en loodwerk Centrale Verwarming Dakbedekking Waterleiding Gasleiding Riolering Sanitair


Column Jan Wenteler

De stok van schoenen. Dat hielp dan even, maar de trimloopjes waren niet meer aan mij besteed. Het voetballen kon ik ook wel vergeten. Niemand miste mij trouwens. Ik moest noodgedwongen ook afhaken bij de trimgroep op zaterdagochtend. Dat ging mij aan het hart. Het lopen is nu een martelgang geworden. Iedere stap doet pijn. Een ingrijpende operatie komt er aan. Ondanks angstaanjagende plaatjes in een informatief boekje. “U krijgt een Marco van Basten enkel”, zei de chirurg bij het eerste gesprek met een glimlachje. Klinkt goed: “een Marco van Basten enkel.”

Vroeger, toen ik nog jong en aantrekkelijk(?) was en wekelijks in een héél laag team bij het Pijnackerse DSVP voetbalde, deed ik ook vaak mee aan allerhande trimlopen. Mooi groen T-shirt, een glanzend zwart sportbroekje en flitsende witte sokjes. Ik kon er mee voor de dag komen. Een halve marathon? Geen probleem. Hoewel… Niet altijd. In de Delftse Hout, tijdens de ruim 21 kilometer lange trimloop, passeerde ik eens een wat oudere heer. Het was in de tweede ronde van 7 kilometer. Hij liep, zo te zien, wat moeilijk. Ik versnelde mijn pas en zei, in een opwellend gevoel van naastenliefde: “Kom op! Volhouden! Het gaat lukken!” Een magazijnbediende of zoiets bij de overheid, schatte ik in. Soepeltjes verdween ik uit zijn gezichtsveld… De derde ronde brak aan. Ter hoogte van de plek waar de rug zijn fatsoenlijke naam verliest, ontstonden wat merkwaardige scheuten. Wrijven hielp niet. Er kwam ook kramp in de rechterkuit. Knieën en enkels, alsof er zand tussen de gewrichten zat, bleken niet goed meer te scharnieren. Er zakte ook steeds meer zout

vocht in mijn ogen. Wrijven maakte het alsmaar erger. Nog ruim drie kilometer schatte ik. Links en rechts gingen ze me voorbij, de dames (!) en heren trimmers. De uitslovers! “Klap-klap-klap” hoorde ik achter mij. Het was het geluid van sportschoenen op asfalt. Het kwam steeds dichterbij. Een schaduw leek mij in een flits te passeren. Het was de ‘magazijnbediende’. “Kom op. Volhouden. Het gaat lukken.” Soepeltjes verdween hij uit mijn gezichtsveld… Het was in dié tijd dat mijn enkels gingen protesteren. Bij het voetballen ging ik met de regelmaat van de klok door de rechter enkel. Met nog maar eens een paar andere sportschoenen - “AERO” stond er veelbelovend en in grote letters op de doos - ging het lopen wel weer wat beter. Maar toch: zo nu en dan kwelde mij een stekende pijn in het rechter enkelgewricht: artrose! In mijn dagelijkse werk had ik een baan met nogal wat loopwerk. Onder mijn bureau stonden drie paar extra schoenen. Als de enkels het lopen tot een marteling maakten, wisselde ik

“Stok”, zeiden mijn kinderen in koor, “je moet een wandelstok nemen.” “Nee, dat verdom ik!” Het woord “stok” was nadien taboe. Het deed me ook denken aan “Het stokske van Van Oldenbarnevelt”, een gedicht van Joost van den Vondel nadat Van Oldenbarnevelt op het Binnenhof, en op gezag van Prins Maurits, was onthoofd. Zo ver zal het met mij niet komen, vermoed ik. Maar de stok is er nu. Het is een fraai zwart ding dat uit elkaar gehaald kan worden. Er is een plastic tasje bijgeleverd. “Handig, dan kan je hem achter op je fiets doen als je naar het voetballen gaat”, zei mijn eega enthousiast. Ik moet er nu eerst mee ‘oefenen’. Van de woonkamer naar het toilet of naar de brievenbus vice versa. De pijn blijft. Leunend tegen mijn bureautje staat hij vaak naast me, de stok. Soms denk ik dan “kom op, volhouden. Het gaat lukken” te horen. Onzin natuurlijk. Stokken praten niet. Binnenkort ga ik, in de geest van ‘de tand des tijds’, er mee naar buiten. U bent gewaarschuwd. Ik kan er mee meppen. En als het krukken worden heb ik zelfs twee mogelijkheden. Jan Wenteler

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 13


Schoonmaakbedrijf JJ Vrolijk ‘doet ’t streeploos’ is in 2009 opgericht door Jeffrey J. Vrolijk. Al vanaf de start was het doel: "tevreden klanten door kwaliteit en flexibiliteit" en dragen wij het motto Vrolijk ‘doet ’t streeploos’ hoog in het vaandel. Maar daarmee stopt het niet. We zijn nog dagelijks bezig met kwaliteitsverbetering! Als modern en professioneel schoonmaakbedrijf willen we ruimschoots kunnen voldoen aan de hoge eisen die onze opdrachtgevers stellen. We zijn er trots op dat we heel wat bedrijven tot onze uitgebreide klantenkring mogen rekenen. Showrooms, luxe wooncomplexen, autobedrijven, supermarkten, openbare diensten en andere instellingen weten onze uitgebreide dienstverlening te waarderen! Schoonmaakbedrijf JJ Vrolijk garandeert u natuurlijk steeds een perfecte service tegen concurrerende prijzen! Bent u nog geen klant? Neemt u dan contact met ons op voor een vrijblijvende offerte. Vertrouw gerust uw schoonmaakopdrachten aan ons toe en we zullen ze voor u in de juiste banen leiden. Want voor professionele kwaliteit tegen een betaalbare prijs, bent u bij schoonmaakbedrijf JJ Vrolijk ‘doet ’t streeploos’ aan het juiste adres. Tot binnenkort! JJ Vrolijk

t/m december komen wij graag een keer kosteloos langs voor een welkomst glasbewassing

06-22073166

14 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

Jeffre y en J acky doen ’t streep loos!


John Blok en Ron Cramer de cultuurbewakers van Scheveningen

‘De betrokkenheid van de mensen bepaalt de kracht van de club’ Ron Cramer en John Blok zijn vanaf hun kinderjaren aan SVV Scheveningen verbonden. Als spelers waren zij nauw betrokken bij het grootste succes uit de clubgeschiedenis. Als lid van de technische commissie en trainer waakt het duo over de cultuur van sportpark Houtrust. Tekst: Dave Grondel Foto’s: Samir Beeldsnijder

In de businessruimte van Scheveningen daalt John Blok naar de kantine om drie broodjes hamburger te halen. Het is donderdag dus clubavond. Buiten heeft het donker van de avond het hoofdveld verstopt. Beneden doen de spelers en de overige leden van de begeleidingsstaf zich te goed aan een hapje en een drankje. Waar John Blok zich als voetballer aan een overstap naar FC Den Haag waagde en als trainer tussentijds bij Quick Boys en VVSB heeft gewerkt, voelde Ron Cramer nooit de behoefte zijn voelhorens elders uit te steken. John Blok: “Ron en ik zijn in de zondagafdeling begonnen. Als tweedejaars B-junior maakte ik mijn debuut in zondag 2. Ik heb een tijdje in de A1 en in zondag 1 gespeeld. Martin van Vianen was toen trainer van het eerste. In die tijd zijn we als voetballer snel groot geworden. Daar zorgden die oudere spelers wel voor.”

‘Het zou fantastisch zijn wanneer we met ons bescheiden budget om de titel mee kunnen doen’ Ron Cramer: “Deed je het in die tijd in de A1 goed, dan was het min of meer een verplichting om op zondag mee te gaan met tweede. Dat is nu niet meer voor te stellen.” Toen Cramer zich aandiende bij de zondagselectie moest hij het opnemen tegen spelers als Karel Oosterbaan,

Sjaak de Bruin en Ron de Roode. Henk Dijkhuizen was zijn grote concurrent. De jonge Cramer moest wachten op een schorsing of een blessure van de verdediger om voor speeltijd in aanmerking te komen. “In mijn eerste seizoen speelde ik zo’n tien wedstrijden. Een jaar later stapte ik over naar de zaterdagtak.” Promotie naar de eerste klasse In 1991 scoorde Ron Cramer als jongeling het openingsdoelpunt in de met 2-1 gewonnen promotiewedstrijd tegen Go Ahead Kampen. Een wedstrijd die de geschorste John Blok aan zich voorbij zag gaan. Als eerste club uit de Haagse regio promoveerden de Scheveningers naar het allerhoogste amateurniveau. Wat in die jaren de eerste klasse nog was. Met het succes werden de eerste contouren van het huidige Scheveningen zichtbaar. Blok: “Ron en ik hadden een afspraak staan dat ik na mijn tijd bij FC Den Haag terug zou komen “naar Scheveningen. Ruud van der Linden was” de trainer. Jongens als Fred van Dokkum en Patrick Fieret maakten al deel uit van de selectie. De club was in die tijd veel minder professionel dan nu. In het eerste jaar zijn we niet gepromoveerd. Dat gebeurde een seizoen later. Dat was ook in de periode dat er flink wat spelers van buitenaf waren bijgekomen. Zoals Harold Tjaden, Dennis Luhulima. Maar dat waren ook wel jongens die op de één of andere wijze een band met de

club of spelers uit de selectie hadden. Jerry de Rijk maakte de overstap van SV’35. Dat nam zijn vader hem toen niet in dank af. Veel van die jongens van toen zijn nu nog altijd op de één of andere wijze bij Scheveningen betrokken. Of het nu als sponsor is of als voetballer. Dat zegt veel. Ook van de mensen rondom de selectie zijn er veel de club trouw gebleven. Zoals bijvoorbeeld Arie de Jager. Hij heeft de voorbije jaren diverse functies binnen de club bekleed.”

Ron Cramer is de aanvoerder en John Blok de informele leider Cramer: “De professionaliteit is echt met jaren gegroeid. Dat hebben we op een gezonde manier gerealiseerd.” In vergelijking met amateur­ grootmachten als IJsselmeervogels, Spakenburg en Kozakken Boys moet Scheveningen zich in de topklasse staande zien te houden met een veel kleinere huishoudknip. Voor Blok en Cramer is het dan ook geen vanzelfsprekendheid dat de club zich vooralsnog met speels gemak staande weet te houden op het hoogste amateurniveau. Blok: “De kracht van de club wordt voor een groot deel bepaald door de betrokkenheid van de mensen. Zij maken dat we met beperkte middelen ons staande weten te houden in de topklasse. Intern kijken we er ook anders naar. Wij zijn blij dat deze mensen iets voor ons willen doen en leggen de klemtoon juist niet op die beperkte middelen. De club heeft niet de multinationals uit Scheveningen achter zich staan. Maar mensen met kleine ondernemingen en bedrijfjes die het mogelijk maken dat we optimaal kunnen presteren. Ik vind dat best bijzonder. Dat geeft ons als technische staf en spelers ook weer de stimulans om er op zaterdag iets van te maken. Het is voor mij één van de redenen waarom ik het

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 15


‘Op de wind van gisteren kun je niet zeilen’ Ron Cramer en John Blok maakten als voetballers in 1996 het absolute hoogtepunt uit de clubgeschiedenis van nabij mee. De landstitel. Een prestatie om te koesteren maar niet een om veelvuldig met elkaar op terug te blikken. Blok: “Op de wind van gisteren kun je niet zeilen”, zeggen de Scheveningers. Ik heb me zelfs jarenlang geërgerd aan de vaantjes die we hebben weggegeven en waarop stond Scheveningen kampioen 1996. Dat hoeft voor mij niet. Waar we meer op terugkijken is de lol die we met elkaar hebben gehad.” Cramer: “Het hand in hand laten gaan van prestaties en gezelligheid ging in die tijd heel goed. Bij de toss stonden we vaak nog te dollen.” Blok: “Dave Kraaijenbrink stond als keeper altijd te schreeuwen knijpen, knijpen. Dat was ik op een moment zo zat, dat ik naar hem toe liep en hem zo in zijn borsten kneep. Wat doe je nu riep tie. Ik moest toch knijpen. Het terughalen van zulke anekdotes doe ik liever dan praten over de prestaties.” hier als trainer ook zolang weet vol te houden. Met elkaar een prestatie bereiken is vaak veel meer waard dan ergens een paar centen verdienen. Wij zoeken nu nog steeds naar mensen die het beste bij deze club passen en die meedenken in teamverband. Dat deden we in onze spelerstijd al. Scheveningen is een aparte club waar hard werken en normaal blijven doen tot de kerntaak hoort. Gelukkig voelt het huidige bestuur dit ook goed aan. Natuurlijk zijn we hartstikke trots op hetgeen we ondanks onze beperkte middelen presteren. Het is best opmerkelijk dat we zo makkelijk in de topklasse kunnen meedraaien wanneer je onze middelen afzet tegen de meeste clubs op dit niveau. Aan de andere kant blijven we wel kritisch naar onszelf kijken. Wat kan er beter en waar kunnen er nog stappen worden gemaakt? Daar liggen zeker nog voldoende uitdagingen die het ook voor mij als trainer aantrekkelijk maken om hier te blijven werken.” Cramer: “Wat ook een sterk punt is, is dat we toch ook op zijn tijd binnen de organisatie voor vernieuwing zorgen. Zo is Ben van Dam er als analist bijgekomen en hebben we ook de medische staf uitgebreid. We lopen er niet voor weg om elkaar als het moet ook flink de waarheid te zeggen. Er zijn vaak genoeg discussies. John staat bepaalde dingen ook wel eens niet aan. Daar wordt dan over gesproken. Ieder jaar dat we één of meerdere stappen kunnen maken stemt ons tevreden.” 16 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

Ambitie durven uitstralen De twee vrienden hebben tijdens hun schooltijd een jaar bij elkaar in de klas gezeten. Buiten het voetbal gaan ook de families met elkaar om. Toen John Blok in januari 2000 door een knieblessure een punt achter zijn spelerscarrière moest zetten en als trainer tussentijds Cock Jol opvolgde, had hij een absolute voorwaarde. “Ron moest nog minimaal een seizoen doorgaan als voetballer. Ik wilde als beginnend trainer één of twee jongens in het veld hebben lopen die ik blind kon vertrouwen. Door het onderlinge respect en de open communicatie is het voor mij nooit lastig geweest om als speler halverwege het seizoen te beginnen als hoofdtrainer na het vertrek van Cock Jol naar Rijnsburgse Boys.” Cramer: “John en ik hebben als voetballer mooie jaren met elkaar beleefd. Met de landstitel in 1996 hebben we het hoogst haalbare bereikt. Het zal toch fantastisch zijn wanneer John als trainer en ik als lid van de technische commissie deze stunt nog een keer zouden kunnen

herhalen. Hoe moeilijk dit ook is. Toch vind ik dat je zo’n ambitie moet durven hebben. Voor mij is dat absoluut een drijfveer. Maar wel altijd in het oog houdend, dat het presteren hand in hand moet blijven gaan met gezelligheid. Dat houden we nieuwe spelers die hier komen ook altijd voor.”

‘De club is steeds meer gaan leven’ Blok: “Ron en ik konden best aardig tegen een balletje trappen maar waren niet altijd de meest sympathieke spelers wanneer het er echt om ging. Toch kunnen we nog altijd overal binnenlopen. Het respect dat wij hebben opgebouwd komt onder meer voort omdat we altijd bij dit cluppie zijn blijven spelen.” Niet snel tevreden In het veld was Ron Cramer altijd de aanvoerder. Ondanks dat John Blok de mondigste van de twee Scheveningers is.


Blok: “Martin Jol zei altijd: Ron is de aanvoerder en John de informele leider. Het was bij ons altijd een soort samenspel. Ron is makkelijker benaderbaar door sponsoren en ook binnen het bestuur. Ik ben niet altijd de allergemakkelijkste. Dat weet ik van mezelf. Ik leg de lat altijd hoog. Voor iedereen. Dat is niet altijd gemakkelijk om mee om te gaan. Ik ben niet snel tevreden. Zo was ik ook als speler. Kees Rog (lid technische commissie – red.) zegt altijd, ik maak me pas zorgen wanneer jij zegt dat alles goed is. Dat is mijn karakter. Ik vind het ook moeilijk om van een overwinning te genieten. Na een wedstrijd ben ik vaak al weer bezig met de volgende wedstrijd.” Cramer: “John houdt de mensen met wie hij werkt constant scherp. Dat vind ik niet verkeerd. Zijn wensenpakket kan zeker niet altijd direct worden ingevuld. Soms moet het ook wel eens bij het bestuur in de week worden gezet. Ik kan altijd heel ver met John meegaan. Maar het blijft een gegeven dat deze club gebonden is aan een beperkt budget. Dat is soms best lastig. We slagen er vaak wel in om spelers die we niet direct over de streep kunnen trekken in een later stadium wel aan ons te binden. Door bijvoorbeeld de contacten warm te houden. Zo is dat met Levi Schwiebbe ook gelukt. Met hem ben ik altijd wel telefonisch of via de sms in contact gebleven. Uiteindelijk heeft dat hem wel over de streep getrokken.”

‘De professionaliteit is met de jaren gegroeid’ Dertig punten John Blok is ook het huidige voetbalseizoen weer begonnen met het principe dat het zo snel mogelijk vergaren van dertig punten de voornaamste doelstelling is. Zelfs toen de Scheveningers een periode in het seizoen zich wisten te meten met de top van de ranglijst hield hij vast aan deze doelstelling. Blok: “De buitenwacht heeft er vaak geen notie van wat er bij komt kijken om op dit niveau te voetballen. Vergeet niet, er degraderen ieder seizoen vier clubs. Kijk eens naar Katwijk. Een seizoen na het behalen van de landstitel vliegen ze er uit. Het seizoen er voor was Spakenburg bijna de pineut. Wie zijn wij dan wel

als Scheveningen om te zeggen ‘we zijn pas tevreden wanneer we bij de eerste vijf eindigen’. Dat gaat nergens over. Het ligt allemaal zo dicht bij elkaar. Nee, dat is geen indekken, maar puur de realiteit. Jack van Berg, de trainer van Barendrecht, zei het pas geleden nog. Waar ik mij zorgen om maak, is dat we allemaal wel een keer aan de beurt komen.” Cramer: “Ik sta elke thuiswedstrijd altijd op het korte kantje achter het doel met om mij heen de echte hondstrouwe supporters. Wanneer je die hoort over onze spelers, daar lusten de honden soms geen brood van. In het begin ging ik er nog tegen in. Maar daar ben ik mee gestopt. We koesteren deze mensen, laat dat voorop staan. Maar ik heb niet altijd het idee dat zij weten wat er wordt gevraagd om op topklasseniveau te kunnen voetballen. Ik ben er trots op dat we er de laatste jaren in zijn geslaagd om een selectie samen te stellen, die voor het grootste deel bestaat uit spelers uit de Haagse regio. In de tijd dat John Kila hier trainer was, hebben we de fout gemaakt om veel jongens van buiten de Haagse regio aan te trekken. Dat werkte niet. Het publiek vervreemdde zich van de eigen spelers. Toen John terugkeerde van zijn jaren bij Quick Boys en VVSB

hebben we ook afgesproken dat we dat nooit meer wilden laten gebeuren.” Blok: “Dat mensen kritisch zijn, dat hoort er natuurlijk ook wel bij. Dat is de charme van het voetballen. Dat de supporters ons elke uitwedstrijd met een bus volgen is toch fantastisch. Bij een uitwedstrijd komt het voor dat we op een parkeerterrein stoppen en een drankje nuttigen met elkaar. Daar kan ik echt van genieten. Wat dat betreft is de club veel meer gaan leven. Dat zie ik ook als een belangrijke stap voorwaarts.”

‘Joop van Toor kon fantastisch koppen’ Voor zowel John Blok als Ron Cramer geldt Joop van Toor als de voetballer waar zij als jonge gasten met bewondering naar keken. Cramer: “Joop kon zowel verdedigend als aanvallend fantastisch koppen.” Blok: “Joop was hier trainer van de A1 en is assistent van mij geweest. Zijn neef Mike zit nu in de selectie. Robert zijn broertje speelt in de A1.”

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 17


Trainer Leo de Boer:

“De ideale leeftijd voor een keeper kan omlaag”

Leo de Boer, ook als keeperstrainer actief bij SVC’08, met de beide doelverdedigers Milco Vermeer (links) en Joris van Harmelen (rechts).

Zijn hele voetballeven is Leo de Boer (48) keeper. Na prof te zijn geweest bij FC Den Haag en AZ stopte hij met actief keepen pas op 40-jarige leeftijd bij toen hoofdklasser Tonegido. Keeperstrainer was en is hij al vele jaren bij diverse clubs. Ruim drie jaar geleden startte hij een eigen keepersacademie om jeugdspelers op te leiden tot technische goede keepers. Vanzelfsprekend heeft hij ook een mening over het huidige niveau van de keepers in Nederland. Tekst: Pieter Donath

Wie met Leo de Boer spreekt, bemerkt direct dat hij een ‘voetbaldier’ is of nog meer precies ‘een keeper in hart en nieren’. De eigenaar van een schoonmaakbedrijf (zonder personeel) kan over het keepersvak goed en helder praten, maar nog liever staat hij op het veld om training te geven. Na zijn KNVB-keeperscertificaat ging hij training geven bij de voetbalschool van Hans Suiker tot hij drie jaar geleden zelf een keepersacademie begon. Op zondagmorgen worden van negen en tien uur op het complex van Forum Sport in Voorburg jeugdspelers de fijne kneepjes van het keepersvak bijgebracht. De keepersacademie is een soort familiebedrijf, want naast Leo zelf geeft ook zoon Rody (17) training en is zijn vrouw Linda aanwezig als gastvrouw en doet zij daarnaast het administratieve deel van de academie. Op de website www. leodeboerkeepersacademie.nl stelt Leo zich voor en is te lezen hoe kan worden ingeschreven voor de twaalf weken durende opleiding. Voetbalvirus Leo en Linda de Boer - de Jong hebben twee zoons. Naast ADO Den Haag A1 keeper Rody is Rico (21)

18 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

ook ‘besmet’ met het voetbalvirus. Hij speelt in de selectie van RKAVV in Leidschendam. Overigens maakt het gezin deel uit van de bekende Haagse voetbalfamilie De Jong. Leo’s schoonvader Jan de Jong was en is (nu VUC-jeugd) voetbaltrainer bij veel clubs in de regio. Zwager Jan de Jong is assistent-trainer bij RKAVV en zijn zoons Jari (RKAVV 1) en Bryan (Forum Sport A1) zijn eveneens besmet met het voetbalvirus. Het voert te ver om de hele stamboom van de familie De Jong te vermelden maar voetbal is, ook voor Leo zijn ooms en hun kinderen, heel belangrijk. Plezier Dit seizoen traint Leo de Boer op maandagavond twee seniorenselectiekeepers van Haaglandia zaterdag. “Steven Verstraeten kende ik al uit onze gezamenlijke Wilhelmus-tijd. Hij is een goede keeper en ik train hem met veel plezier”. Op twee andere avonden traint hij bij SVC’08 vier selectiekeepers. In voorgaande seizoenen waren dit keepers van Tonegido, VUC, Blauw-Zwart en Forum Sport. Helaas is het trainen van keepers van profclubs nog niet

gelukt. Leo: “Het moet je gegund worden. Ik heb wel eens met Maurice Steijn gesproken over een functie bij ADO Den Haag, maar toen werd gekozen voor Joop Hiele. Ik begreep dat voor hem werd gekozen gezien zijn staat van dienst als voormalig keeper van Feyenoord en het Nederlands elftal. Ook de huidige keeperstrainer van ADO Den Haag, Arno van Zwam, heeft via de KNVB meer krediet opgebouwd. Ook Ed de Goey werd boven mij gekozen als keeperstrainer van RKC Waalwijk. Ik heb daar geen moeite mee. Wel hoop ik ooit nog eens de kans te krijgen om keeperstrainer te worden bij een profclub”. Uitstraling Over de huidige generatie keepers in de Nederlandse top is Leo de Boer niet erg enthousiast. “Jasper Cillessen, Michel Vorm, Tim Krul en Jeroen Zoet zijn niet van het niveau Hans van Breukelen, Edwin van der Sar en Maarten Stekelenburg. Technisch zijn de huidige keepers wel goed, maar de uitstraling van bijvoorbeeld Cillessen haalt het niet bij Van der Sar”. Op de vraag of dit met de lengte van keepers te maken heeft antwoordt Leo: “Nee. Henk Timmer en Ronald Waterreus zijn ook niet erg groot, maar kwamen ‘pittiger’ over. Wat ik wel belangrijk vind, is een bepaalde bezetenheid voor het keepersvak. Onze zoon Rody vroeg mij als kleine jongen al om op zondagmorgen te gaan trainen. Ik vind overigens dat de ideale leeftijd voor een keeper omlaag kan. Nu wordt gezegd dat dit 26 jaar is. Maar als veldspelers bij Ajax al op 18 jaar goed genoeg zijn voor het Eredivisieniveau, dan kunnen keepers ook op jongere leeftijd goed genoeg zijn”.


Beenbreuk Zelf keepte Leo de Boer vier seizoenen als prof bij FC Den Haag en was tweede doelman achter Werner Kooistra (huidige keeperstrainer bij topklasseclub VVSB uit Noordwijkerhout) bij AZ Alkmaar. In die jaren had hij weinig geluk op enkele cruciale momenten in zijn carrière. “Bij FC Den Haag kreeg eerste keeper René Stam een knieblessure en ik was zijn beoogde vervanger. Precies toen brak ik mijn been en trok de club Ricardo de Jongh van Feyenoord aan. Later bij AZ zegde trainer Henk Wullems mij een basisplaats toe tegen Heracles, omdat Kooistra uit vorm was. Helaas werd de wedstrijd afgekeurd en na de winterstop kwam ik niet meer aan bod”. Op 28-jarige leeftijd kwam hij financieel niet rond met AZ en ging spelen bij het toen in de tweede klasse zondag uitkomende Blauw-Zwart in Wassenaar. “Mijn schoonvader was daar trainer en

zwager Jan de Jong speelde er. Wij waren redelijk succesvol en werden in de totaal zes jaar ook een keer kampioen”. Herinnering Bijzondere herinnering heb ik aan de wedstrijd tegen FC Kranenburg in 1999. Die club was bezig aan een opmars van de laagste naar de hoogste klasse van het amateurvoetbal met spelers als de gebroeders Grünholz, Albert van Oosten, John van Otterloo. Blauw-Zwart zorgde er voor door met 3-2 te winnen in de laatste wedstrijd, dat ze niet in één jaar doorstootten naar de eerste klasse”. Andere clubs waar Leo de Boer voor speelde waren Tonegido (jeugd), RKAVV, als 19-jarige naar FC Den Haag, AZ (3 jaar), SV Voorburg (1 jaar onder trainer Toon Brakus), RVC Rijswijk (nu Haaglandia), DWO uit Zoetermeer, Alphense Boys en hij sloot zijn keepersloopbaan af op 40-jarige leeftijd bij Tonegido in de

Hoofdklasse zondag. Opvallend is dat dit allemaal zondagclubs zijn. Leo de Boer: “In die tijd was het voetbalniveau op zondag hoger dan op zaterdag. Dit is de laatste jaren veranderd. Wellicht is dit de reden dat ik nu bij twee zaterdagclubs de keeperstraining verzorg?”.

Zoon Rody in voetsporen van pa Ook zoon Rody de Boer is helemaal bezeten van het keepersvak. Hij speelt in de A1 van ADO Den Haag en helpt zijn vader bij de keepersacademie. Ook maakt hij deel uit van de selectie van het Nederlands elftal Onder 18 jaar. Onlangs was hij van de partij met die Oranje-selectie tijdens een Vierlandentoernooi in het Turkse Antalya.

Leo de Boer (met zoon Rody) met keepers tijdens een zondag op de keepersacademie

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 19


Louis Wagner scheidsrechter met cultstatus

´Ik ben trots op wat ik heb bereikt´ Louis Wagner (59) is zonder meer de meest besproken scheidsrechter binnen de Haagse regio. In de loop der jaren heeft hij zich een geheel eigen stijl van arbitreren aangemeten. Of hij nu wordt bewonderd of verketterd. Hij blijft altijd de markante persoonlijkheid, die na de wedstrijd de derde helft niet aan zich voorbij laat gaan. “Ik ben nu eenmaal een cultfiguur.” Tekst: Dave Grondel Foto’s: Fred Reuling, Frans de Best & Sander de Hollander

Een bewolkte maandagmorgen in de Haagse vinexwijk Ypenburg. Op zijn gemak komt Louis Wagner aangewandeld. Handen in zijn broekzak, sigaartje in de mond en zijn ruitenpet op het hoofd. In café De Iep bestelt hij een kop koffie. Zijn telefoon blijft naast hem liggen en gaat niet uit. “Misschien word ik nog gebeld voor een midweeks oefenpotje.” Hij mag dan bijna zestig lentes tellen, voor het fluiten van een voetbalwedstrijd is hij nog dagelijks te porren. “Ik geniet van iedere wedstrijd en voel nog steeds die prikkels voor een wedstrijd als

20 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

toen ik veertig jaar geleden begon. Ik ben ook altijd minstens anderhalf uur van te voren aanwezig. Dan drink ik een bakkie koffie en eet lekker een tosti. Of het nu in de hoofdklasse is of bij de jeugd. Mijn voorbereiding is altijd hetzelfde. Meestal fluit ik twee wedstrijden in een weekend. Op zaterdag val ik meestal in bij wedstrijden als vervanger. Het niveau maakt mij echt niet uit. Op zondag zit ik in groep 1. Dus mag ik de hoofdklasse fluiten. Helaas geen topklasse. Daar baal ik van. Aanvankelijk werd er gezegd dat dit een podium voor jonge

scheidsrechters ging worden. Ik was er te oud voor. Oké. Daar had ik geen probleem mee. Maar als ik dan zie dat Cor van Elswijk wel op dat niveau mag fluiten, dan heb ik daar moeite mee. Niet dat ik het hem niet gun, maar omdat de KNVB mij de kans op de topklasse heeft ontnomen door niet eerlijk te zijn. Of ik de topklasse aan zou kunnen? Wat denk jij. Daar ben ik van overtuigd. Ik denk alleen niet dat het ooit nog zo ver komt.” Te streng voor de jeugd DSO 21 tegen DSVP 22 op veld 11 van de Zoetermeerse club. Dat was in 1977 de eerste wedstrijd van Louis Wagner als seniorenscheidsrechter. Het was de start van een bewogen carrière. “Ik floot jeugdwedstrijdjes, maar kreeg van de rapporteur het advies om naar de senioren over te stappen. Ik was te streng voor de jeugd. Ome Henk Ballegooyen stond bij mijn eerste wedstrijd als rapporteur in de stromende regen naar mij te kijken. Op mijn twaalfde floot ik al de welpen van VV Maasstraat. De club waar ik ook keepte. Op zondagmorgen heb ik mijn eigen vader nog gefloten. Nico Goedhart kwam samen met meneer Ruijgrok een keer bij mij kijken. Zij adviseerden mij om voor de HVB te gaan fluiten. Zo ben ik er op mijn zestiende ingerold. Na acht jaar mocht ik overstappen naar de KNVB. In Leiden kreeg ik een grote oranje badge met de KNVB leeuw erop en een oorkonde. Dat ging toen nog heel officieel. Doe je tegenwoordig twee seizoenen een beetje je best, zit je al in groep twee.”

´De KNVB heeft mij de topklasse ontnomen´ Op de C-lijst Als KNVB-scheidsrechter was de ster van Louis Wagner snel rijzende. Hij kwam op de C-lijst te staan. Een betaald voetbalcarrière diende zich aan. “Ik maakte als amateurscheidsrechter inderdaad snel naam. Ik kreeg driemaal een


HC Cup-finale toegewezen en in 2002 de KNVB-bekerfinale voor amateurs in De Kuip. Argon tegen Halsteren. Dat was toen nog de voorwedstrijd voor de grote KNVB bekerfinale Feyenoord – Volendam. Die werd gefloten door Jaap Uilenberg. Halsteren won. Voor de wedstrijd lagen er vijf ballen in de kleedkamer. Mijn assistenten, de vierde man en ik hadden voor de wedstrijd ieder een bal in onze tas gestopt als souvenir. Na de wedstrijd komt de terreinknecht binnen en vraagt waar die ballen zijn gebleven. ‘Ik zeg joh meneer. De gasten van Halsteren waren zo blij met die beker. Die hebben die ballen het publiek in getrapt. Ik zie het zo gebeuren en kon er niets meer aan doen. Gingen wij naar huis met ieder een bal in onze tas.” Het is niet de eerste anekdote die Louis Wagner deze maandag als een volleerd goochelaar uit zijn mouwen schudt. Zijn koffer met anekdotes puilt uit. Dat komt ook omdat Louis Wagner er naast het fluiten nog

een hobby op na houdt. Namelijk acteren in de derde helft. Op menig feestje na een wedstrijd behoorde de scheidsrechter bij degene die bij het verlaten van de kantine het licht uitschakelde. Het kostte hem ongetwijfeld een carrière in het betaald voetbal. “Ik ben nog wel gepromoveerd naar de C-lijst. SVV 2 – PSV 2 was mijn eerste wedstrijd. Jan Keizer was de rapporteur en Cees de Bruin de coördinator. Na de wedstrijd werd er op de kleedkamerdeur geklopt en kreeg ik de complimenten voor mijn optreden. Daarna heb ik nog twee wedstrijden in de eerste divisie gehad. Vlissingen - AGOVV en Haarlem - Telstar. Dat ging mij goed af. Na die wedstrijden had ik na een half uur de

bestuurskamer moeten verlaten om keurig naar huis te gaan. Maar ik ging dan altijd nog wat drinken met andere mensen. En daar kwamen de verhalen mee los, dat Lowietje weer dronken was vertrokken. Daar verspeelde ik mijn betaald voetbalcarrière mee. Tegenwoordig worden die betaald scheidsrechters allemaal begeleid door coaches en begeleiders. Dat had ik toen allemaal niet. Ik deed alles op eigen gevoel. Er is nooit iemand geweest die tegen mij zei joh Louis doe dat niet, want dat schaadt je loopbaan.”

Charles Corver het grote voorbeeld Alsof hij een pronkstuk uit het Haags Gemeentemuseum in huis heeft. Zo koestert Louis Wagner nog altijd een beoordeling die hij van scheidsrechter Charles Corver kreeg na een wedstrijd van DEVJO 6. “Die heb ik ingelijst. Corver was in die tijd mijn grote voorbeeld. Ik ging naar de kapper om mijn haar in hetzelfde model te laten knippen zoals hij het droeg. Ik had ook hetzelfde scheidsrechtersshirt als hij, met van die grote witte revers.”

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 21


Fluit u al lang? Het was vorig seizoen dat Louis Wagner na de winterstop op zaterdagochtend het verzoek kreeg om snel naar SHO te gaan voor het fluiten van het derde elftal tegen Strijen 2. “Na die wedstrijd krijg ik van de spelers de complimenten voor mijn fluiten. ‘Bent u al lang scheidsrechter’, vraagt een speler van SHO. ‘Welnee, zeg ik. Ik kom net van de cursus af en dit is mijn eerste wedstrijd’. ‘Meneer dan gaan wij de KNVB bellen’, zegt die jongen. Ik zeg, ‘Dat moet je doen. Zeg maar dat ik Louis Wagner heet’. Mijn vader is mijn beste maatje Tot drie jaar terug was zijn vader zijn vaste begeleider. Samen reisden zij door heel Nederland. “Als ik dan bijvoorbeeld in Emmen moest fluiten op zondag, dan vertrokken we op zaterdag al met de trein. Ik had toen nog geen rijbewijs. Dan boekten we een hotelletje. Als die ouwe dan ging pitten, bleef ik nog voetbal kijken op televisie. Geweldig. Mijn vader ging bijna nooit mee de bestuurskamer binnen. Dat hoefde voor hem allemaal niet. Maar die man vond het wel altijd prachtig om er bij te zijn. Sinds

22 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

drie jaar kan hij niet meer mee. Hij is dement. Al herkent hij mij bijna niet meer, ik ga toch elke vrijdag bij hem op bezoek. Hoe moeilijk het ook is. Ben ik niet geweest, dan fluit ik het weekend niet goed. Ik moet hem hebben gezien. Voor iedere wedstrijd haal ik zijn foto uit mijn koffer en kijk ik even naar hem. Dan heb ik toch het gevoel dat hij er bij is. Mijn moeder is drie jaar geleden overleden. Dat was een moeilijke tijd. In die periode degradeerde ik ook uit groep 1.” Spiegel voorhouden Wanneer Wagner merkt dat hij een wedstrijd minder op dreef is geweest, dan houdt hij zichzelf de volgende dag letterlijk een spiegel voor. “Dan sta ik in de badkamer en spreek ik mijzelf voor de spiegel bestraffend

toe. Daarmee pep ik mezelf weer op. Een kwartier lang. Die spiegel is mijn mentalcoach. Als ik dan zaterdag of zondag in de kleedkamer een spiegel zie hangen, dan kijk er nog een keer strak in en zeg ik: “Je weet wat we maandag afgesproken hebben.”

‘Je moet tegenwoordig zo goed opletten met wat je zegt’ Bescheiden jongen Gedurende zijn jeugd was Louis Wagner een bescheiden, zelfs verlegen jongen. De voetballerij heeft hem in de loop der jaren veel wijsheid meegegeven. “Ik ben geworden wie ik ben, doordat ik altijd mijn ogen goed de kost heb gegeven. Als keepertje bij

Met de bus mee In 1996 speelt Wilhelmus op het veld van SVV de promotiewedstrijd tegen EBOH. Als scheidsrechter is aangewezen Louis Wagner. “Ik kom in de week voorafgaande Wilhelmus voorzitter Ruud Meere tegen. Hij vraagt hoe ik naar Schiedam ging. Ik had nog geen auto dus ik moest met de trein en de bus. Waarom ga je niet met ons in de bus mee. Vraagt hij.” Zo gebeurde het dus, dat ik samen met mijn vader keurig met de bus werd opgehaald. Ik heb die wedstrijd naar eer en geweten gefloten. Wilhelmus won en promoveerde. Wij weer terug die bus in. Onderweg hebben we mijn vader afgezet op lijn zestien en zelf reed ik door naar de Wilhelmus-kantine. Heb ik nog een biertje mee gedronken.”


Maasstraat had ik het spel voor mij. Dat vond ik wel mooi, want dan kan ik alles overzien. Dankzij de voetballerij heb ik Engels en Duits leren spreken. Dat heb ik mezelf aangeleerd omdat ik onder de mensen ben gekomen. In de loop der jaren werd ik steeds brutaler en zelfverzekerder. Daar geniet ik nu altijd nog van. Alles wat ik in mijn leven heb bereikt, heb ik te danken aan het fluiten.”

‘Zonder mijn vrouw had ik nu in de goot gelegen’ Trots op cultstatus Het valt hem op dat de huidige generatie scheidsrechters teveel fluiten naar de theoretische kennis die zij vanuit de opleiding hebben meegekregen. “Die jonge gasten worden tegen het eind van de wedstrijd moe omdat zij veel te veel lopen. Wanneer zij dan bij de situatie aankomen zijn ze de regie kwijt over wat ze moeten doen en geven dan maar direct geel of rood. Pakken ze veel meer hun rust tijdens de wedstrijd, dan kunnen zij veel beter de situatie overzien. Je moet een wedstrijd leiden. Het is geen hardloopwedstrijd. En ik mis de humor bij die jongens. Het is tegenwoordig allemaal zo ontzettend serieus. Met een korte opmerking valt een hoop spanning weg te nemen. Soms roepen spelers weleens ‘scheids

twee man’. Dan zeg ik ‘nee hoor het zijn er 22. Ik heb ze voor de wedstrijd nog geteld en er komen misschien nog zes wissels in’. Of ‘scheids ze lopen te trekken’. Dan draai ik me om. ‘Joh, die tijd heb ik gehad’. Dat is humor. Al moet ik wel zeggen dat de huidige generatie voetballers een veel korter lontje. Je moet tegenwoordig zo goed opletten met wat je zegt. Dat is wel jammer. Maar dat neemt mijn plezier niet weg. Ik train nog altijd vijf tot zes maal in de week. Ik ben trots op mijn cultstatus als scheidsrechter. Maar ik zal er nooit misbruik van maken.”

Zestig jaar Dat hij volgend jaar de zestig lentes bereikt stemt Louis Wagner minder vrolijk. “Ja, daar zit ik echt mee. Dan klinkt ook zo oud hè. Poeh. Daar zie ik echt tegen op. Ik ben een ijdel mannetje. Ik zie er graag goed uit. In de wintermaanden ga ik wat vaker naar de zonnebank om mijn kleurtje te houden. Ik wil nog zeker tot aan mijn 62e blijven fluiten. Dan ben ik alles bij elkaar een halve eeuw scheidsrechter. Dat wil ik sowieso bereiken. Het is mijn leven. Dat ik dit heb mogen bereiken, heb ik ook te danken aan mijn zoon, dochter en vooral mijn vrouw Aleida. Zonder haar was ik op zeker in de goot beland. Zij heeft mij de afgelopen 36 jaar overeind gehouden.” Dronken als een maleier maar wel formidabel gefloten “Tijdens de carnavalsperiode kreeg ik VDL- ROAC in de vierde klasse toegewezen. De avond voor die wedstrijd had ik carnaval gevierd en ik was als een maleier zo dronken geworden. Toen ik bij VDL aankwam, zaten de glitters nog in mijn haar. Ik had een enorme drankkegel en een kater. Ik liep echt te zwalken over het veld. Dat rapport wordt helemaal niets, dacht ik bij mezelf. Na de wedstrijd komt de rapporteur binnen. ‘Meneer Wagner, mag ik u feliciteren. ‘Hoezo,’ zeg ik, ‘omdat de glitters nog in mijn haren zitten’. Nee, u heeft formidabel gefloten.”

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 23


John Karelse:

“De kracht van Nootdorp is de warmte en de derde helft” Als trainer zijn we hem eigenlijk alweer een beetje vergeten, al heeft hij zijn sporen meer dan verdiend. De laatste jaren is hij de verenigingsmanager van sv Nootdorp. Zijn hobby is muziek, al is hij met zijn band ruim een jaar geleden gestopt. John Karelse (65) was bereid één en ander uitvoerig toe te lichten. Tekst: Nico Mos Foto’s: Ton Beije

“Omdat ik alweer een tijd geleden gestopt ben met werken, ik werd als ontwerper uitgeleend aan diverse bedrijven, heb ik mij meer en meer in kunnen zetten voor de club en mijn passie, muziek maken. Sinds ruim een jaar ben ik echter gestopt met mijn band: Levi Joe. Ik was zanger/ gitarist en heb zeer veel optredens

24 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

gedaan onder meer toen Pink Poporganisator, Jan Smeets, 65 jaar was geworden. Wij speelden daar een Beatleset, die klonk als een klok. Ja, we speelden ieder weekend en ook dat werd wat teveel, maar... er volgt komend jaar nog een reünieconcert bij vv Wilhelmus. Meer nieuws daarover volgt nog”, opende John Karelse het

gezellige gesprek waarin diverse onderwerpen aan de orde kwamen. “Ik kon na mijn werk nog grof geld verdienen in Saoedi Arabië, maar dat wilde ik niet. Voor het voetbal kon ik in Amerika trainingswerk verrichten, maar ook dat trok mij niet en stuurde ik mijn broer (glimlacht). Mijn broer had maar een D-cursus gedaan en ging daar voetballers trainen, die op de High School zaten”. ‘En hoe liep dat af?’ “Ach, hij hield het uiteindelijk maar drie maanden vol”. Selectiemanager ‘Verenigingsmanager, wat moet ik mij daar eigenlijk bij voorstellen?’ “Ik ben weliswaar veel op de club, maar werk ook veel vanuit huis”, vervolgt John Karelse. “Ik ben selectiemanager voor Nootdorp 1, 2 en het onder 23 jaar team. Ik regel in feite alles op


gezegd, dat, als er een andere (top) club zou komen, ik daar heus wel open voor sta. Natuurlijk verschil ik wel eens van mening met de trainer (Bob Kootwijk - red.), die alles nog wel een stukje professioneler zou willen zien. Maar dan ga je een groot deel van de leden voor het hoofd stoten, die dat juist helemaal niet willen. Plus, als je wel die kant op zou gaan, kun je ook zomaar na twee jaar gebakken lucht moeten gaan verkopen. Dat willen we voorkomen”.

voetbaltechnisch gebied. Daarnaast regel ik de aankoop van (nieuwe) kleding om de twee jaar. Ik voer alle gesprekken met trainers, spelers, leiders, verzorgers etc. Ik stel het oefenprogramma, in overleg met de hoofdtrainer weliswaar, vast en regel trainingskampen c.q trainingsstages. Ook ben ik een schakel tussen het bestuur en de sponsoring”. ‘Gaan jullie eigenlijk nog op trainingskamp in de winterstop?’ “Nou, waarschijnlijk niet naar het buitenland en dat komt doordat het financiële plaatje het niet toelaat, omdat de gemeente de huur van de velden in Pijnacker-Nootdorp heeft verdubbeld. sv Nootdorp, Oliveo, DSVP en RKDEO hebben wel een advocaat ingeschakeld, maar we gaan aan het kortste eind trekken, hoor. De gemeente bepaalt gewoon, hoe anders ik het ook graag zou zien.”

‘Hoe staat de jeugd ervoor?’ “Toen ik hier kwam had sv Nootdorp één A- en één B-team en verder twee C-, drie D-, vier E- en vier F-teams. Als ik nu naar de jeugd kijk, dan hebben we (grote) stappen gemaakt. Vooral aan de onderkant, want we hebben nu twaalf E-, twaalf F-, zes D- en zes C-teams. Ik ben mij ervan bewust dat de B- en A-jeugd ook nog die stappen moeten gaan maken, maar heel langzaam groeien we naar de top. De E- en F-jeugd spelen nu al in de top. Natuurlijk is ook ons beleid erop gericht dat uiteindelijk een bepaald percentage van de jeugd in de selectie komt te voetballen. Ons derde team bijvoorbeeld is erg jong en daar spelen al B-junioren in”. Honkvast ‘Trainer bij vorige clubs en... honkvast!’ “Om met dat honkvast aspect te beginnen. Meestal als ik ergens instapte, waren er veel dingen

voor verbetering vatbaar, want ik wilde altijd het maximale rendement uit de club halen. Bij de één gaat dat sneller, maar bij de club waar ik werkte nam ik daar a. bewust de tijd voor, omdat ik b. de clubs waar ik dat wilde bewerkstelligen ook wel uitkoos en die moesten bij mij passen, zeg maar”. ‘Je bent bij sv Voorburg 6 jaar, bij RVC 4 jaar, bij Wilhelmus 7 jaar, bij sv Nootdorp 5 jaar en DWO 3 jaar werkzaam geweest. De dissonant in dit rijtje is TONEGIDO, slechts twee jaar ben je daar actief geweest’. “Dat klopt en ik zal zeggen hoe dat zat. TONEGIDO stond bovenaan, dat ging redelijk vanzelf. Ondanks dat wij punten pakten, zag ik dat TONEGIDO (nog) niet rijp was om een stabiele hoofdklasser te zijn. Op dat moment hing Wilhelmus aan de lijn. Zij hadden een zeer goed plan en wisten mij zo te raken, dat ik tekende bij Wilhelmus en daar uiteindelijk zeven jaar heb gewerkt (Karelse pakte in 1998 de HC Cup, dat toernooi had destijds een zeer grote uitstraling). De clubs waar ik als trainer heb gewerkt kun je splitsen: bij sv Voorburg veel plezier en gein gehad (tweemaal kampioen geworden - red.) en bij RVC heb ik een onwijs leuke tijd gehad. De huidige trainers André Lourens en Stefan Koegler heb ik daar als speler in mijn team gehad. RVC viert trouwens in februari haar 100 jarige bestaan, ondanks dat de club

Nootdorp ‘Wat maakt Nootdorp zo’n bijzondere club? Je bent al vijf jaar verenigingsmanager en daarvoor vijf jaar trainer geweest’. Karelse zonder na te denken: “De warmte die deze club uitstraalt en de derde helft. De sfeer die deze club uitademt ben ik eenmaal eerder tegengekomen en wel bij het toenmalige sv Voorburg. Het feit dat ik hier alweer elf jaar werkzaam ben, wil niet zeggen dat ik mijn ogen sluit voor andere clubs, integendeel. Ik heb wel eens tegen selectiecoördinator Marco de Jong

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 25


destijds met Kranenburg is gefuseerd tot Haaglandia. Bij TONEGIDO en Wilhelmus heb ik prestatief mijn beste tijd gehad”. ‘Een topzaterdagclub ontbreekt op jouw palmares’. Karelse: “Ik was wel vlak bij een contract bij Rijnsburgse Boys. Echter Wilhelmus hield mij aan mijn contract destijds en afspraak was bij mij afspraak. Al heb ik wel altijd spijt gehad, dat dat avontuur niet is doorgegaan. ’s Zaterdags ging ik daar en bij Quick Boys vaak kijken en ja dat is wel genieten geblazen, zeker bij de derby’s daar”. ‘Volg je nog oud-spelers die nu trainer zijn geworden?’ “Ja, altijd. Ik kijk zaterdag en zondag direct wat de uitslagen zijn. Ik had nooit gedacht dat Robin Knoester trainer zou worden (momenteel trainer bij

26 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

FC ’s-Gravenzande, al verlengt hij daar niet - red.). Wij hebben hem ook bij sv Nootdorp nog benaderd, maar FC ’s-Gravenzande was ons voor. Martin de Graaf doet het goed bij KMD (bovenaan - red.). Pierre Schulz, momenteel nog steeds hoofd jeugdopleiding bij Forum Sport en doet dat goed, want de jeugd aldaar is van een hoog niveau. Broer Gerard Schulz was als speler zo goed, die had ik wel bij een BVO verwacht. Aad de Mos wilden hem op zijn 17e jaar al hebben, toen hij trainer was bij RVC. Gerard speelde in één team met Karel Bouwens, die ging naar Feyenoord, maar ik heb altijd al gezegd: Feyenoord had Schulz moeten halen, want die was veel beter. Overigens bleef Gerard bij sv Voorburg. Hij had geen trek om bij RVC meer te gaat trainen (haha) en ik was daar blij mee”.

Zaterdag/Zondag voetbal John Karelse: “Ik zie langzaam het zondagvoetbal in West II op de schop gaan. Ik zag laatst Wilhelmus – RKDEO, een streekderby in de tweede klas en daar schrok ik van het niveau. Kijk, jonge talentvolle voetballers kiezen steeds meer voor een zaterdagclub, omdat ze dan lekker kunnen stappen op zaterdagavond. En dat begint pas leuk te worden om middernacht. De nivellering slaat dus in het zondagvoetbal steeds meer toe en steeds meer clubs zullen het voorbeeld van UVS, Blauw Zwart en Sportclub Feyenoord gaan volgen, let maar op mijn woorden”, aldus de oudtrainer.


Club in Beeld

Haaglanden Voetbal gaat binnenkort starten met een nieuwe serie: ‘Club in Beeld’. Een vereniging wordt nader belicht in woord en beeld. Ditmaal wordt het spits afgebeten door fusieclub HVC’10 uit Hoek van Holland. De club is ontstaan door een samengaan van Hoek van Holland en Hoekse Boys. De Hoekse Voetbal Club (HVC’10) is opgericht op 1 juli 2010 en neemt deel aan de zaterdagcompetitie van de KNVB en speelt sinds dit seizoen in de eerste klasse. De verenigingskleuren zijn blauw/ zwart. De wedstrijden worden gespeeld op het Gemeentelijk Sportpark ‘De Rondgang’, gelegen langs de Harwichweg en de Dirk van den Burgweg in Hoek van Holland. Foto’s: Danny Ploegaert

Op dat sportpark heeft de club nog niet zo lang geleden een prachtige nieuwe accommodatie in gebruik genomen. De beelden spreken voor zich! HVC’10 wil met haar 700 leden een warme en gezellige vereniging vormen, waarbinnen elk lid de voetbalsport op z’n eigen wijze, prestatief of recreatief, kan beleven. De club beschikt verder over vier velden, waaronder een verlicht grasveld en twee uitstekende kunstgrasvelden voorzien van wedstrijdverlichting.

HVC’10 neemt in KNVBcompetitieverband deel met 35 teams, zeven seniorenteams, een veteranenteam, een 7x7-team en een vrouwenteam. De jeugdafdeling telt 23 competitieteams, 2 meisjesteams (D-groep en C-groep) en een groot aantal mini´s. In de zomerperiode wordt een 7x7-competitie gespeeld op onze kunstgrasvelden.

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 27


28 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

HAAGLANDIA/WINSTON (zaterdag)


Staand v.l.n.r.: Steven Verstraten, Mourad Mghizrat, Ivailo Staal, Djamel Leeflang, Mitchel Jacobs, Ricardo de Vlugt Gehurkt v.l.n.r.: Karam Boukhari, Kevin Tabi, AndrĂŠ Thiebou, AndrĂŠ Rumampuk, Erkan Sensoy.

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 29


Wil aan de Wiel

‘De club en de jongens zijn mijn motivatie’ Al vijftien jaar is Wil aan de Wiel actief bij GDA. Inmiddels is de Hagenaar selectiemanager bij de zondagselectie van de Loosduiners. Hiervoor is hij jarenlang, naast voetballer, ook scheidsrechter geweest op het hoogste amateurniveau. “Ik vind het leuk om met die gasten bezig te zijn en daarvoor dingen te regelen.” Tekst: Chris Meijer Foto’s: Ton Beije

Aan de Wiel regelt dan uiteenlopende dingen. “Het is heel erg breed waar ik verantwoordelijk voor ben. Dat gaat van de kleding tot de bal gaat rollen, waaronder ook het aansturen van leiders die op de zondagselectie zitten. Ik vind selectiemanager wel

30 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

een groot woord en daar hecht ik niet zoveel waarde aan. Ik zit alleen niet zo dicht op het elftal als een leider”, vertelt de oud-scheidsrechter over zijn functie, die zichzelf ook ziet als één van de bewakers van de clubcultuur bij GDA.

“Ik probeer in alles wat ik regel de GDA-cultuur een beetje te behouden. Die cultuur wil ik zoveel mogelijk overeind houden. Maar dat doe ik niet alleen, maar ook samen met leiders van het eerste en tweede en het bestuur. Maar het begint meestal al met het vinden van een trainer die binnen de cultuur past”, stelt Aan de Wiel, die overigens geen rol speelt in het aannemen van een trainer. “Maar door mijn verleden in de voetbalwereld ken ik wel heel veel mensen, dus ze komen weleens bij mij terecht om te vragen of ik iemand ken.” Al jaren is Aan de Wiel actief in de voetbalwereld. Na zijn tijd als voetballer, werd hij scheidsrechter en belandde na een aantal jaren in de top van het amateurvoetbal. Toen


hij afzwaaide als scheidsrechter, sloeg GDA toe om hem als leider te strikken. “Mijn zoon voetbalde toen bij GDA in de F’jes. Ik werd door een lid van de technische commissie gevraagd of ik iets binnen de organisatie van GDA wilde gaan doen. In het begin was dat even aftasten hoe het zou gaan lopen en wat ik zou gaan doen. Toen ben ik begonnen als leider van de A1.” Zijn werk als teammanager is namelijk compleet anders dan Aan de Wiel’s verleden als scheidsrechter. “Er zijn totaal geen overeenkomsten tussen een teammanager/leider en een scheidsrechter. Als scheidsrechter ben je vooral een eenling. Je komt wel veel bij clubs en praat met spelers/ trainers en besturen. Daar steek je veel van op, ik heb veel bij clubs kunnen zien en vooral ook geluisterd. Die jarenlange ervaring binnen de voetbalwereld heb ik wel meegenomen hier naartoe. Maar uiteindelijk moet je daar toch je eigen weg in vinden, je moet veel meer op clubniveau denken.” “Maar dat moet je in de voetbalwereld sowieso wel. Ik vind het een leuke wereld om in te functioneren. Het is heerlijk om bezig te zijn met die gasten en de contacten die ik daardoor heb.” Desondanks was Aan de Wiel twee jaar geleden al bijna gestopt met zijn werk bij GDA. “Maar na gesprekken met het bestuur heb ik gezegd dat ik de dingen eromheen nog blijf doen. Ik zet in samenspraak de voorbereiding op papier, zorg voor de kleding en materialen. Daarmee zorg ik dat de trainer ongestoord zijn werk kan doen. Vroeger was ik zondagochtend om tien uur al bij GDA, maar nu heb ik daar wat meer ruimte in en dan kom ik later aan”, aldus de GDA’er. Naast zijn werk als selectiemanager is Aan de Wiel bij de Loosduiners ook fameus voor de trainingskampen die hij ieder jaar organiseert. “Dat vind ik natuurlijk ook fantastisch om te doen. Ik organiseer ze nu al zo’n dertien of veertien jaar. Gelukkig is alles vanuit GDA goed geregeld, financieel gezien. Door mijn ervaring is het voor mij nu een makkie om het trainingskamp te regelen en samen

met trainer/leiders bespreken we de accommodatie, een programma en alles eromheen, niet alles kun je sturen tijdens zo’n week, want ook wij hebben jaren geleden eens onze neus gestoten. Maar daar leer je weer van en dan zijn het doorgaans perfecte trainingskampen daar. Als scheidsrechter organiseerde ik samen met Mario van der Ende ook al trainingskampen, we gingen dan met 20 tot 25 scheidsrechters van de HSV (Haagse Scheidsrechters Vereniging) naar Papendal. Inmiddels kun je dus wel stellen dat ik aardig ervaren ben in het organiseren van trainingskampen”, vertelt Aan de Wiel over het jaarlijkse trainingskamp naar Gran Canaria. Ieder jaar reizen 25 man van de Loosduiners af naar het Spaanse eiland. Het gaat dan om 18 of 19 spelers en 6 of 7 man begeleiding. GDA is niet de enige club die in de winterstop afreist naar Gran Canaria. “Met Scheveningen (waar ook een aantal oud-GDA spelers in de selectie zit) heb ik goed contact en als het weer gaat spelen bespreek ik veel met Dave van der Zwan (teammanager van Scheveningen - red.) over de organisatie van het trainingskamp. Door al die jaren op Gran Canaria heb ik heel veel contacten opgebouwd, ook bijvoorbeeld met clubs als Barendrecht en Sportclub Feyenoord. Je zit daar toch samen, dus dan drink je toch samen een bakkie op het terras van het trainingscomplex.”

ik er nu weer plezier in. We hebben een heel leuke, hechte groep met de begeleiding binnen de zondagselectie van GDA. Samen met de leiders, verzorgers en trainers weten we allemaal wat we ervoor moeten doen en ook laten. Daarbij zijn de spelers en de club mijn motivatie om het te blijven doen, daarvoor doe ik het eigenlijk.” Tot slot blijft er één heikel punt over. Gaat zondagclub GDA mee in de trend in het amateurvoetbal? “Op dit moment spreekt het bestuur van GDA uit een echte zondagclub te zijn, de zaterdag is daarom ook minder gefaciliteerd. Maar ik denk dat er een moment komt, dat ook GDA er niet omheen kan dat het zaterdagvoetbal bij de spelers meer in trek raakt. Ik ben ervan overtuigd, dat de KNVB moet ingrijpen om de teloorgang van het zondagvoetbal te stoppen, bijvoorbeeld door samensmelting van zaterdag- en zondagvoetbal. Als de KNVB niet ingrijpt, denk ik dat ook bij GDA de roep uiteindelijk zo groot wordt dat we naar de zaterdag zullen gaan..”

Zo gaat GDA al voor de vijftiende keer onder leiding van Aan de Wiel op trainingskamp. De Hagenaar weet nog niet wanneer hij stopt. “Ik was al half gestopt, maar voorlopig heb

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 31


Het “voetbaldier” Eki Korte Na de kampioenschappen en de promotie in mei 2012 naar de eerste klasse van het zaterdagvoetbal, kwam het Pijnackerse DSVP in een vrije val. De ploeg van trainer Peter Klomp degradeerde tweemaal op rij en werd derdeklasser. Spelers die na de promotie naar de eerste klas naar DSVP gekomen waren, verdwenen een jaartje later weer net zo snel als ze verschenen. De tweede klas bleek nadien ook te hoog voor de blauw-witten. Na goed onderling overleg, zoals dat heet, stapte de trainer vervroegd op. Het baatte niet. Trainer van het tweede elftal, Henk van der Woude, kwam aan het roer, maar zag geen kans om de dreigende degradatie te ontlopen.

Eki Korte geeft uitleg aan de spelersgroep

Tekst & foto's: Jan Wenteler Na afloop van een wedstrijd met de pupil van de week Tiemen Omloo

Dit seizoen heeft ‘Hagenees’ Eki Korte (47) als hoofdtrainer het roer in handen. Korte, geboren in de bekende Haagse Schilderswijk, maar als kind al snel verhuisd naar Spoorwijk, kwam van het Zoetermeerse DWO. Hij bracht, in de drie jaar dat hij bij DWO werkzaam was, het eerste team van de vierde naar de tweede klas. “DWO had aangegeven om na drie jaar niet met mij door te willen gaan. Dat had ik niet verwacht. Al snel na deze beslissing van DWO ben ik in contact gekomen met DSVP waar ik, enkele jaren eerder, ook al eens mee gesproken had. Ditmaal werden we het eens. Niets móet, is het parool. De prioriteit ligt bij het terugbrengen van het spelplezier. Daar werken we als groep, met elftalleider Paul Jense en assistent-trainer Chiel Lentz, hard aan.” 32 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

Tegenvaller Een tegenvaller voor Korte was het feit, dat aan het eind van het vorige seizoen een aantal spelers vertrok of in een lager team ging voetballen. “Ja, jammer, enige routine zou wat mij betreft welkom zijn geweest. Maar”, zegt Korte, getrouwd en een zoon, Giovanni (door ADO Den Haag uitgeleend aan FC Dordrecht), “er kwam een groot aantal jeugdspelers over. De trainer van het A-elftal, Hans de Kroon, heeft goed werk afgeleverd. Ik ben bij DSVP met een groot aantal van die jonge gasten aan de slag gegaan. Ik werk nu met een heel jong team. De gemiddelde leeftijd is rond de twintig jaar.” Na een matige start, met twee nederlagen op rij, lijkt de ploeg ondertussen aardig op de rails te staan. “Het linkerrijtje - en als het even kan een periodetitel - zou mooi zijn”, vindt Korte, die in de loop der jaren ‘gepokt en gemazeld’ is als trainer in de Haagse regio. “Rustig bouwen aan een goed team”, is nu zijn devies. Voetbaldier Op jonge leeftijd is Korte al actief betrokken geraakt bij de voetbalsport. “Toen ik een jaar of vijf-zes was kwam Ome Dolf mij in Spoorwijk ophalen.

Met mij achter op zijn brommertje reed hij de hele stad door naar Archipel, in Wassenaar. Mijn eerste club dus. Daarna heb ik bij ADO Den Haag, vanaf de D-jeugd, de jeugdopleiding gevolgd met onder anderen Cees Tempelaar en Lex Schoenmaker als trainers. Beide trainers hebben, in positieve zin, een stempel gedrukt op het vervolg van zijn spelerscarrière. “Ik speelde in het C1-, het B1- en later, met het A1-team, zelfs regionaal.” Later haalde hij ook het eerste team van ADO Den Haag, het latere FC Den Haag. Gedurende twee seizoen maakte hij deel uit van de selectie en draafde met enige regelmaat ook op in de hoofdmacht van de groen-gelen. Hij promoveerde daarmee zelfs naar de Eredivisie. Ploeggenoten in de selectie van trainer Rob Baan waren onder anderen Martin Jol, Karel Bouwens, Ronny de Roode en Leo Schellevis. Dé Stoop was toen de voorzitter. Hij kwam, samen met Rob Baan, van FC Amsterdam overwaaien. “Een mooi koppel”, zegt Korte met een brede glimlach rond de lippen. “Maar toch, Rob Baan, dat kleine mannetje, was een goede trainer. Na Rob Baan kwam Pim van der Meent en die zag het niet in mij zitten. Ik ben toen naar Heracles vertrokken.” Na de twee Haagse jaren speelde hij een seizoen voor de ploeg uit Almelo.


VIOS Ondertussen (1985) was Rob Jansen trainer van VCS geworden. Onder deze bezeten voetbalman kwam Korte één seizoen uit voor VCS. Maar dan, in 1987, komt VIOS in beeld. Maar liefst dertien seizoenen speelde hij (rechtsbuiten, snel en een uitstekende voorzet) voor de in die tijd gerenommeerde Haagse club. Een groot aantal jaren was Dick van der Toorn daar trainer. Maar ook Wim van Laar, waar hij ook goede herinneringen aan bewaart. “Niet alleen voor het voetballen, maar ook voor het menselijke aspect had hij een open oog. Of er betaald werd? Ja, we kregen puntengeld. Maar bovenal was het een fantastische club.” We gingen van de vierde naar de eerste klas. Heerlijke voetbaljaren bij VIOS.” Later, in het seizoen 2004-2005, speelt hij nog een seizoen bij ’s-Gravenzandse VV, nu met Hans van Laar als trainer voor de groep en Korte als speler. Het zou zijn laatste seizoen zijn als speler, waarna hij het hoofdtrainerschap zou gaan vervullen. Trainer Na dit laatste seizoen als actief voetballer bij ’s-Gravenzandse VV (ongeslagen kampioen) ging Korte op als hoofdtrainer bij Cromvliet. Daarvoor was hij al jeugdtrainer geweest bij VCS en assistent trainer In gesprek met radio Lansingerland

Korte met college Wim Baggerman van Quintus

bij VIOS, onder de bevlogen andere Haagse trainer Roel Zandbergen. Na drie jaar Cromvliet (“een heerlijke en gezellige club en een echte eenheid van mensen”) en een seizoen ADOamateurs als trainer, gaat hij voor twee jaar aan de slag bij GONA, waarmee hij kampioen wordt en naar de derde klas promoveert. Het ook niet onbekende RAS (Rijks Ambtenaren Sportvereniging) is de volgende club die hij als hoofdtrainer dient. Hij brengt RAS naar de tweede klas. In die tijd speelde hij regelmatig tegen DSVP. “Dat waren altijd beladen wedstrijden. Om de één of andere reden lagen die ploegen elkaar niet. Ik zie dan ook niet snel een fusie tussen DSVP en RAS ontstaan”, zegt hij lachend. “Er was ook eens een incident met de spelerskaartjes, die waren we vergeten. We kregen er van de scheidsrechter een half uur voor om ze te laten brengen. Na exact dertig minuten zei hij: “Er wordt niet gevoetbald. Iedereen boos. Vijf minuten later waren de spelerskaartjes er.”

DWO Het Zoetermeerse DWO was dus de volgende club in het trainersrijtje. Tweemaal kampioen en van de vierde naar de tweede klas. “Ja, dat is mooi, temeer omdat we vorig jaar een punt in mindering hadden gekregen. We hebben elkaar nadien nog eens goed aangekeken. ‘We gaan er voor’ was de conclusie. Met als resultaat dat we toch gepromoveerd zijn.” Korte, werkzaam als accountant bij een farmaceutisch bedrijf dat insuline vervaardigt en op de markt brengt, met de hoofdvestiging in Denemarken, is ondertussen aardig thuis bij DSVP. “Ik heb het uitstekend naar mijn zin. DSVP is een grote en goed georganiseerde vereniging en ik heb een jonge en gretige ploeg tot mijn beschikking. Maar ook de andere trainers en begeleiding maken het werken zeer aangenaam. Veel posities in het team zijn zelfs dubbel bezet. We kunnen vrijuit spelen, bouwen ook aan een goede voetbaltoekomst voor DSVP.” En dan, tot slot: “Ja, ik ben een voetbaldier. Voetbal, ik zou niet zonder kunnen.”

Korte ziet dat het goed gaat

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 33


Persbericht

Ontdek het geheim van optimaal presteren!

schappers geeft Martijn Leonard aan hoe je met jouw Succes voor iedereen en en de juiste mindset een flow is kunt creëren. Eenweggelegd, flow talenten, n je niets liever doet dan iedereen wat je aanheeft het doen bent maar en je moet s optimaal presteert. wel eerst ontdekken wat je talenten zijn

jouw taLent

Het maximale uit jezelf, anderen of team halen zonder flow is onmogelijk! Elke Wat zijn JOUW talenten? sporter en coach zal daarom vertrouwd moeten raken met flow. Louis van Gaal Hoe ontwikkel je JOUW talenten? paste de kennis over flow perfect toe op het WK 2014 en liet het Nederlands Hoe benut je JOUW talenten? Elftal daardoor ver boven zichzelf uitstijgen! Elke speler sprak hij aan op s is voor iedereen weggelegd, iedereenbenadrukte heeft talenten, zijn talenten, het belang van je moet wel eerst ontdekken wat je talenten zijn en deze de mindset en beïnvloedde de acht FLOW lgens ten volle inzetten. factors zodanig dat in korte tijd een flow ontstond. t de nieuwste inzichten van de meest vooraanstaande

ontdek, ontwikkeL en benut jouw taLenten in je werk, studie en vrije tijd

Martijn Leonard

‘Dit boek geeft een uitstekend inzicht in hoe je plezier, talent en succes kunt combineren.’ Aldus Robin van Galen (Olympisch kampioen als coach in 2008).

talent Martijn Leonard

en deze vervolgens ten volle inzetten. In

eft jou onmisbare kennis bij het kiezen van de juiste studie, het boek ‘Jouw talent; creëer jouw flow’ eëren van jouw droombaan en is een must voor iedereen geeft Martijn Leonard vanuit de nieuwste reeft naar een gelukkig en succesvol leven!

inzichten van de meest vooraanstaande wetenschappers aan hoe je met jouw talenten en de juiste mindset een flow boek geeft een uitstekend inzichtininjehoe je plezier, kunt creëren sport, studie of werk. t en succes kunt combineren.’ Tevens introduceert dit boek een nieuwe en heldere definitie van het n van Galen (Olympisch kampioen als coach in begrip 2008) talent, wordt duidelijk hoe jij je het snelst kan ontwikkelen, hoe je het beste om kan gaan met zwakke punten en wat het verschil is tussen talent en toptalent!

Jouw creëer jouw

fLow

Bestel het boek op www.nextfootball.nl OVER DE AUTEUR Martijn Leonard MSc studeerde bedrijfskunde en sportpsychologie. Na zijn studie en sportieve loopbaan als voetballer bij o.a. Feyenoord Rotterdam werd hij medeoprichter van Next Talent (nexttalent.nl) en stichting Sporttalent Nederland (sporttalentnederland.nl). Tevens is Martijn al bijna tien jaar voetbalcoach en als sportpsycholoog werkzaam voor Leolympia (flowinsports.nl). Zijn voetbalacademie Next Football groeide in drie jaar uit tot de grootste van Delft en ook menig betaald voetballer wist de weg naar Next Football (nextfootball.nl) te vinden. Naast een unieke methode voor het trainen op techniek & inzicht, biedt Next Football professionele fysieke en mentale trainingen.

34 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft


PVC VLOEREN

GORDIJNEN en VITRAGE

JALOEZIEEN

SHUTTERS

Neem contact op met Jeroen Peeters voor een advies op maat! 06-41 42 48 13 J.C. Interieur, Hengelolaan 399, 2545JN, Den Haag 070-367 63 72 info@jcinterieur.nl

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 35


Bert de Best

“Ik heb nu anderhalve pet op”

De stap was zo mooi geregisseerd. Met HVC’10 promotie gemaakt en dan van het veld naar de functie van technisch coördinator bij SVC’08. Echter door het afhaken van hoofdtrainer Ron de Jager staat Bert de Best (50) toch weer op het veld. Hij vult de plek van hoofdtrainer in tot het einde van het seizoen. De Best geeft zelf tekst en uitleg over zijn functioneren als trainer en technisch coördinator. Tekst: Nico Mos Foto’s: Fred Reuling

(Opnieuw) hoofdtrainer “Dit is de meest logische stap”, ging Bert de Best in op de vraag waarom hijzelf is ingestapt als hoofdtrainer bij SVC’08, terwijl trainers als bijvoorbeeld Wim van Laar beschikbaar zijn en ook nog staan te popelen om te beginnen. “Je wilt niet weten hoeveel reacties wij hebben ontvangen om het trainerschap op zich te nemen”. En toch doe jij deze functie erbij? “Om meerdere redenen wel ja”, vervolgt Bert de Best. “Kijk, ten eerste wilde de spelersgroep mij graag voor de groep hebben, omdat ik natuurlijk geen onbekende ben 36 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

en ook de gehele voorbereiding van nabij heb meegemaakt. Ten tweede zitten we midden in de competitie en een nieuwe hoofdtrainer moet direct presteren en functioneren. Ten derde, normaal gesproken maakt een trainer kennis met de spelersgroep door de voorbereiding. En juist dat belangrijke aspect ontbreekt nu”. Je bent nu medio oktober ingestapt en ik ben heel benieuwd hoe het gaat met Ron de Jager, die uiteindelijk de functie van hoofdtrainer niet kon voortzetten. “Ron hopen we weer op de club terug te zien, maar dan hoogst­ waarschijnlijk in een andere functie.

Misschien iets bij de jeugd. We wachten eerst rustig af tot hijzelf weer geheel de oude is”. Je eerste wedstrijd als hoofdtrainer was de winst in een vriendschappelijk duel tegen Voorschoten’97 (2-0) en daarna de 1-0 winst op Die Haghe. “We hielden toen tweemaal de nul, dat was belangrijk in die fase en het was leuk om met 1-0 te winnen van Die Haghe, mijn oude club”. Wat zijn je doelstellingen? “De doelstelling vooraf was wel meedoen om de bovenste plaatsen. We beginnen weliswaar met een fikse achterstand, maar iedereen kan van


elkaar punten pakken en daar moeten wij als SVC’08 zijnde proberen ons voordeel uit te halen. De eerste periode bleek al snel verkeken, maar wie weet kunnen wij onze slag slaan in de tweede.” Technisch Coördinator “Ik heb mij al heel lang lopen oriënteren en mij daarbij afgevraagd wat wil ik nog in de voetballerij, na 14 jaar hoofdtrainerschap? En in feite kwam SVC’08 op mijn pad en ben ik de eerste weken met heel veel enthousiasme in deze, voor mij, nieuwe functie aan de slag gegaan”. Wat heb je de eerste weken zoal gedaan op dit gebied en wat ben je tegengekomen c.q. is voor verbetering vatbaar? “De eerste weken heb ik alleen rond gekeken, trainingen bijgewoond, daarnaast zoveel mogelijk alles in mij opgeslagen. Ik ga ook de aanzet geven tot een totaalplan. Dat wil zeggen selectie en de jeugdafdeling. De jeugd moet als het ware op een gegeven moment zo kunnen overstappen naar de selectie. De gehele jeugdopleiding is voor verbetering vatbaar. Vanaf de onderbouw zullen we stappen moeten maken, waar we dan bij de oudere jeugd de vruchten van kunnen plukken. Ik zie nu nog bij de B- en A-jeugd bepaalde trainingsvormen die al bij de jongste jeugd gegeven hadden moeten worden. Ik zeg altijd, als je ergens aan bouwt, moet je fundament goed zijn. Ik geef nu voor alle jeugdtrainers bepaalde themaavonden en vraag dan of ze trainingen van de selectie, waar die vormen aan bod komen, als toeschouwer willen bijwonen. Ik heb nu anderhalve pet op, want het technisch coördinatorschap blijf ik wel invullen op tactisch en

technisch gebied, maar Martin den Dulk en Cor Mooiman doen de verdere coördinatie”. Afscheid met de hoofdprijs “Ik heb het fantastisch naar mijn zin gehad als trainer van HVC’10 en wat is er mooier om met promotie afscheid te kunnen nemen?”, glimlacht Bert de Best. “HVC’10 is een mooie club en de club was – sinds ik mijn besluit kenbaar maakte te stoppen als hoofdtrainer – er even doodziek van. Ik ontving veel berichten, mailtjes etc. van niet alleen bestuursleden, maar ook van clubleden, die destijds vroegen of mijn besluit voor 100% vaststond. Als ik ook nu weer zie dat HVC’10, als promovendus, redelijk meedoet, al zal die wisselvalligheid er nog wel uit moeten. Maar vergis je niet in HVC’10 hoor! “Ik heb resultaten behaald bij mooie clubs” “Ik heb een fantastische tijd gehad bij Semper Altius”, vervolgt Bert de Best, zittend op zijn praatstoel. “Ik werd driemaal kampioen waardoor de club in het seizoen 2005/2006 zelfs op eerste klas niveau acteerde. Daarna kwam ik bij DHC en de club werd na 24 jaar weer eens kampioen. Ik heb daar mensen zien huilen van blijdschap. Ook bereikten wij het hoofdtoernooi van de KNVB-beker en gingen er pas in de halve finale uit tegen DOTO. Bij DHC heb ik negen jeugdige talenten laten doorstromen naar de selectie, dat ik een prima zaak vind. Zeker bij DHC, dat een prima jeugdopleiding heeft en daar dan ook meer van zou moeten profiteren. Daarna kon ik ook bij Nootdorp nog een kampioenschap vieren”. Bij HVC’10 is Bert de Best geen kampioen geworden, maar wel gepromoveerd. Wie weet waar dat (nog) toe leidt bij SVC’08?

Oom agent Je werkt bij de Politie Haaglanden en hebt onregelmatige diensten. Je baas heeft dus ook met de trainer Bert de Best te maken. Is dat één van de redenen dat je niet het hoogste trainerspapiertje wilt halen? “Deels heb je gelijk. Ik wil het wel halen, maar moet mij dan in zoveel bochten wringen voor wat betreft mijn werk, dat ik dat gewoonweg niet ga redden. Eén van de twee zal daaronder gaan lijden en daar pas ik voor. Wat doe je bij de Politie momenteel en wat voor functies heb je daar gehad de afgelopen jaren? “Ik ben agent en hoofdagent geweest. Ik heb bij de hondenbrigade gewerkt, negen prachtige jaren. Momenteel ben ik wijkagent in Wassenaar. Ik heb hiervoor deze functie uitgeoefend in Spoorwijk en dat is wel 180 graden anders hoor. In Spoorwijk kreeg ik te maken met ontspoorde jeugd, die mij dus niet zagen als agent. De kreet hé trainer hoe gaat het, was een veel gehoorde kreet. Die gasten zagen mij niet als agent, maar als trainer en sommigen kwamen vaak kijken naar de wedstrijden. Op het bureau wilden ze ook alleen maar met mij praten. Ja als je het zo bekijkt, is werken in Wassenaar compleet anders”. Tot besluit, je nieuwe job bij SVC’08, als technisch coördinator. Hoe is het één en ander in zijn werk gegaan? “Martin den Dulk van SVC’08 belde mij op en vroeg mij of ik in was voor deze functie. Kijk, ik ben geen onbekende bij de club (Bert voetbalde in 1998 en 1998 daar nog, met als trainer Wout Pronk - red.) en ben assistent trainer geweest bij SV’35, alvorens ik later naar DSO vertrok om de A-landelijk te gaan trainen. Ik vroeg wel bedenktijd, want ik moest wel een heel belangrijke beslissing gaan nemen en geloof mij, de uiteindelijk moeilijkste beslissing was om de stap van het veld te maken. Ik heb toch ja gezegd, ook omdat ik in die nieuwe functie een nieuwe uitdaging zie. Ik weet het, het klinkt als een cliché, maar het is gewoon zo”. Aldus Bert de Best, die nu dan toch weer terug is op het veld en even een paar maanden anderhalve pet op heeft.

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 37


Vader en zoon Baptiste hebben een hechte band

Voetbalfamilie houdt niet van grootspraak Als puber riep de toen bij Sparta spelende Kevin Baptiste eens tegen een vriendje dat hij beter kon voetballen dan hij. De volgende dag maakte vader Peter zijn zoon even goed duidelijk, dat hij van zulk gedrag niet was gediend. Bij de familie Baptiste is namelijk iedereen gelijk. Een portret van een echte voetbalfamilie. Tekst: Dave Grondel Foto’s: Fred Reuling

Kevin Baptiste komt deze vrijdagavond bij zijn ouders Peter en Margret op bezoek. Thuis had hij geen tijd voor het avondeten dus werkt hij op de bank snel wat junkfood naar

38 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

binnen. De hond is nieuwsgierig en kwispelt er lustig op los. Er wordt koffie geschonken waarbij de koekjes niet worden vergeten. Voetbal speelt een belangrijke rol bij de Baptiste

familie. Peter nam zijn zoons en vrouw op zondag altijd mee naar het voetbalveld. Zoals hij altijd met zijn vader mee ging. Hij speelde zijn wedstrijden bij BTC en VIOS als rechtsbuiten. Bij de overstap naar VCS maakte de toenmalige trainer Rob Jansen van hem een rechtsachter. “Dat vond ik niet erg, want voor mij liepen jongens als Gerald Sandel en Onno Sterk. Die konden ook een balletje trappen.” Op zondag voetballen en Chinees eten De zondagen waren in die tijd vrij overzichtelijk in huize Baptiste. Overdag met vader mee naar de voetbalclub en ’s avonds werd er


Chinees gehaald. “Wanneer het rust was dan rende ik het veld op en ging een balletje trappen. Pas als de scheidsrechter op het punt stond de tweede helft te hervatten liep ik weer van het veld. Na de wedstrijd rende ik weer snel het veld op. Dan bleef mijn vader een paar uur in de kleedkamer bij zijn teammaten en ik voetbalde tot het donker werd. Ik kwam altijd helemaal vies thuis”, herinnert Kevin zich. Het voetbalvirus van zijn opa en vader is bij hem meer in de vezels doorgedrongen dan bij zijn broer. “Die kijkt wel wedstrijden op televisie maar voetbalt zelf niet.” Chagrijnig van niet scoren Nog altijd voetbalt Peter Baptiste zijn wedstrijdjes op zondag met de veteranen van VCS. “Puur voor de gezelligheid. We verliezen vaker dan we winnen, maar ik heb nog elke wedstrijd de drang om te moeten scoren. Ik ben al tien jaar topscorer en ik doe erg mijn best om dat ook te blijven. Lukt het scoren niet, dan kan ik daar nog altijd behoorlijk chagrijnig van zijn,” lacht hij. Op zijn 36e stopte hij met selectievoetbal en begon bij VCS aan een trainerscarrière. “Met het tweede werden we een keer op

dezelfde dag kampioen als het eerste, waar Cees Tempelaar toen trainer van was. Dat vind ik nog altijd een herinnering om te koesteren. Ik ben tussentijds op mijn veertigste nog teruggevraagd in het eerste van VCS als speler door Gerard van der Mark, die tussentijds Wim Meutstege als hoofdtrainer opvolgde. Dat ging me nog aardig af ook. Als trainer van de zaterdag zijn we nog van de vijfde naar de vierde klasse gepromoveerd.” Na drie jaar trainerschap bij SEV werd Peter Baptiste gevraagd de A-jeugd van VCS te trainen. “Dat was geen succes. Ik moest jongens uit hun bed bellen en vragen of zij alstublieft wilden komen voetballen. Dat was niets voor mij. Ik heb het seizoen afgemaakt en ben gestopt. Ik ben nu geen trainer meer, maar als er een leuke uitdaging langskomt, dan sta ik daar zeker voor open.”

verantwoordelijk ben voor de dingen die ik doe. Als ik eens met de brommer van mijn moeder naar de training ging en ik kreeg een boete voor te hard rijden, dan moest ik die zelf betalen. Dus ging ik vakkenvullen bij Albert Heijn om aan het geld te komen. Ik zal mijn kinderen op precies dezelfde manier opvoeden als hoe mijn ouders dat hebben gedaan. Het heeft mij gemaakt tot degene die ik nu ben. Zo heb ik de kans gehad om vijf jaar in de jeugdopleiding van Sparta te spelen. Dat heeft me nog een trip naar Japan opgeleverd. In die periode zei ik ooit tegen een vriendje dat ik beter was dan hij omdat ik bij Sparta voetbalde. Toen mijn vader dat de volgende ochtend hoorde heb ik het nooit meer in mijn hoofd gehaald om zo uit de hoogte te doen. Dat soort gedrag werd bij ons thuis niet getolereerd. Ik stond gelijk weer met beide benen op de grond.”

Een hechte band De familieband is hecht. Kevin: “Ik praat veel met mijn vader als ik ergens mee zit. Zeker als het voetbal betreft. Hij heeft er verstand van. Mijn ouders hebben mij altijd opgevoed met het idee dat ik zelf

Nooit euforisch of negatief Peter Baptiste: “Wanneer Kevin niet goed heeft gespeeld, dan zeg ik dat tegen hem. Zonder daar heel diep op door te gaan, want dat weet hij zelf ook wel. We hoeven elkaar dan eigenlijk alleen maar aan te kijken.

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 39


Ik ben een rustig type die ook niet buiten zinnen raakt wanneer hij heeft gescoord. Dan zeg ik vaak niet meer dan mooie goal.” Kevin: “En dan zeg ik ja bedankt. Wat gaan we eten. Nee, euforisch of supernegatief is hij nooit geweest. Hij bleef altijd neutraal en dat kan ik alleen maar waarderen.” Nog altijd staan Peter en Margret op zondag bij Kevin langs de lijn. “Ik speel in de ochtend eerst zelf mijn wedstrijdje voordat ik naar HMSH ga. Daarna ga ik weer terug naar VCS om met mijn ploeggenoten nog een biertje te drinken. Of Kevin op mij lijkt als voetballer? De enige overeenkomst tussen beiden is de mentaliteit. Ik heb nooit op het middenveld gelopen. Dat was ook niets voor mij,” lacht Peter Baptiste. Emotioneel Twee seizoenen terug dreigde Kevin Baptiste door een zware gezichtsoperatie de kampioenswedstrijd van HMSH te missen. Dat het hem uiteindelijk lukte om nog tien minuten van de beslissingswedstrijd tegen Meerburg mee te maken riep ook bij zijn ouders veel emoties op. “In februari ben ik toen geopereerd. Ik had daarvoor eigenlijk al tegen de jongens gezegd dat voor mij het seizoen was afgelopen. Voor mij stond vast dat ik na een wedstrijd tegen Schipluiden niet meer zou terugkomen. Ik had zeker een half jaar nodig om te herstellen. Het begon er gaandeweg het seizoen echter steeds meer op te lijken dat we zouden gaan promoveren naar de eerste klasse. Dat maakte mij erg onrustig, want dat wilde ik eigenlijk niet missen. Ik ben toen na de operatie naar de fysiotherapeut gestapt. Ik wilde voetballen. Een test moest toen uitmaken of ik überhaupt weer op een loopband mocht gaan staan. In eerste instantie was mijn hartslag zo hoog dat ik niet eens op een loopband mocht staan. Twee weken later ben ik nog een keer naar die fysio gestapt in de hoop dat ik nu wel groen licht zou krijgen. Mijn hartslag bleek toen wel goed genoeg te zijn. Ik ben thuis gelijk mijn spullen gaan halen en naar de sportschool gereden en aan mijn fysieke gestel gaan werken. Na drie maanden van keihard werken was ik nog lang niet fit, maar ik had wel de kracht in mijn benen opgebouwd om vijf minuten

40 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

mee te kunnen doen tegen HVV op het veld van Scheveningen. Dat betekende toen zoveel voor mij. Een week later speelden we de kampioenswedstrijd tegen Meerburg. Op een gegeven moment stonden we met 5-1 voor en liet onze trainer Richard Douw mij de laatste tien minuten meedoen. Alex van den Boogaard ging er als oudste speler en aanvoerder af. Dat had hij van te voren al aangegeven. Ik kwam er in en deed mijn aanvoerdersband

weer om. Ik heb zo intens genoten van die tien minuten. Het in mijn voetbaltenue op de kampioensfoto staan deed mij toen zoveel dat ik er tranen van in mijn ogen kreeg. Ik was fysiek helemaal stuk en heb daarna drie dagen moeten slapen om bij te komen.” Peter Baptiste: “Als ouders stonden we toen ook met de tranen in de ogen langs de kant. De televisiebeelden van Haaglanden Voetbal kijk ik nog geregeld terug.


uitspoot. Ik stapte zonder certificaat op de brommer van mijn moeder om op tijd te zijn. Ik wilde die halve finale spelen dus ik nam het risico maar. Ik rijd weg uit Wateringse Veld en ben nog geen stoplicht verder of de benzine is op. Toen ben ik vanaf de Noordweg helemaal over de Dedemsvaartweg gaan lopen met die brommer in mijn hand. Klok kijken, rennen, klok kijken, rennen. Ik ging helemaal kapot. Helemaal bezweet kwam ik het complex opgerend. Ik had kunstgrasschoenen aan en die noppen waren gewoon versleten. De trainer en de jongens zaten mij aan te kijken. We krijgen de wedstrijdbespreking. Wat denk je wat er gebeurt? Ik zat gewoon op de bank omdat ik vier minuten te laat binnenkwam. Als er genoeg benzine in die brommer had gezeten was ik ruim op tijd geweest. Toen ik hoorde dat ik niet zou spelen kreeg ik echt tranen in mijn ogen van emoties. Uiteindelijk mocht ik er na de rust alsnog in. Ik zei tegen Emiel Blok, die naast mij zat, dat ik voor hem ging scoren. Vijf minuten voor tijd scoorde ik tegen UNIO de tweede treffer.”

Voor Kevin was het een heel emotionele tijd. Door veel met hem te praten hebben we hem zoveel mogelijk proberen te ondersteunen.” Zonder benzine Zijn eerste kennismaking met het voetballen op het hoogste niveau bij VCS staat Kevin Baptiste nog helder voor de geest. Zelfs al is dit al ruim tien jaar geleden. “Ik speelde in de A-jeugd toen een middenvelder uit

het eerste geblesseerd raakte. Ik was als rechtshalf zijn vervanger. Hans Honders was als trainer tevreden over mijn eerste invalbeurten. Ik heb daarna nog een paar keer op de bank gezeten. Toen diezelfde jongen serieus geblesseerd raakte kreeg ik meer kansen. Op dat moment gingen we de nacompetitie in. Ik wist dat ik de halve finale in de basis zou starten. Dat maakte dat de adrenaline die zondagochtend bijna mijn kruin

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 41


Boegbeeld Theo Jansen vindt het tijd voor anderen Theo Jansen behoort inmiddels bij het meubilair van DVV Delft. De 59-jarige Delftenaar is na dertig jaar afgezwaaid als secretaris bij de groen-witten. In die drie decennia maakte Jansen uiteenlopende dingen mee. “Ik vind het fantastisch om dingen te regelen en te organiseren van achter de coulissen.” Tekst: Chris Meijer Foto’s: Alex Pronk

Maar als secretaris was Jansen niet alleen verantwoordelijk voor het contact met andere clubs, maar voor zoveel dingen, dat zijn taken nu in drieën gedeeld worden. “Het verklaart wel dat het een grote taak was, maar ik kan het niet tot mijn 80e blijven doen”, stelt Jansen. Ondanks zijn grote taak is hij onbewust in zijn secretariswerk gerold. “Ik ben het niet bewust gaan doen, maar meer omdat mensen me vroegen het te gaan doen. Ik heb enorm leuke voetbaljaren gehad en wilde daarom wat terug doen voor de club. Dat was mijn drijfveer om het zo lang vol te houden. Mijn kinderen hebben ook bij DVV Delft gevoetbald, dus dit is wel het minste dat ik terug kan doen voor de club.”

Theo Jansen met de oorkonde behorende bij het lidmaatschap van Verdienste van de KNVB-zaken

Voor Theo Jansen stond het al een tijdje vast. Als DVV Delft haar honderdjarig jubileum zou vieren, zou de secretaris ook afzwaaien. “Ik heb drie jaar geleden al gezegd, als we het honderdjarig bestaan vieren, stop ik ermee. Het wordt nu tijd voor iemand anders. Ik wil ook vaker thuis zijn, na 45 jaar vrijwilligerswerk is het mooi geweest”, lacht Jansen over zijn afscheid. Al vanaf 1979 is hij actief voor DVV Delft. Waar hij begon als voetballer en secretaris van de zaalvoetbalafdeling, werd Jansen in 1984 secretaris. 42 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

Met alle taken die Jansen binnen DVV Delft vervulde, was hij twee à drie avonden van huis voor vergaderingen. “Het is een openbaring weer eens avonden thuis te zijn. Ik ga nu eens lekker een avond in een stoel zitten en TV kijken. Er zijn buiten het voetbal zoveel meerdere dingen. Maar sommige dingen ga ik natuurlijk wel missen, bijvoorbeeld het contact met mensen en andere verenigingen.”

“Zo heb ik al bijna twee jubilea meegemaakt, het 75-jarig en nu het aankomende honderdjarig jubileum. In de afgelopen dertig jaar heb ik heel veel mensen meegemaakt, zowel binnen als buiten de club. Ik heb het met heel veel plezier gedaan, anders houd je het niet zo lang vol”, vertelt de secretaris van DVV Delft. Jansen blijft op Sportpark Kerkpolder nog wel verantwoordelijk voor alle KNVB-zaken. “Dat zijn allemaal zaken die ik vanuit huis kan doen, vooral via de computer. Daarvoor hoef ik niet meer naar vergaderingen, dat scheelt al heel wat.”

“Het probleem is alleen dat bijna niemand meer zo denkt tegenwoordig. Men vindt contributie betalen voldoende en laat het vrijwilligerswerk links liggen. Natuurlijk hebben stadse clubs daar over het algemeen meer mee te maken. Maar mijn werk als secretaris is in de jaren ook wel enorm veranderd”, waarmee de Delftenaar doelt op het feit dat de zaken voor een secretaris tegenwoordig vooral via de digitale snelweg gaan. Waar vroeger het contact vooral verliep via de telefoon, worden tegenwoordig heel veel zaken via de mail geregeld. “Het lezen en beantwoorden van alle mailtjes is me na al die jaren ook wel tegen gaan staan. In één dag had ik gemiddeld zo’n 20 ongelezen berichten. Dan kan ik ze wel een dag niet lezen en beantwoorden, maar dan heb ik de volgende dag 35 berichten


Cas van Velzen, Theo Jansen en Ries van Dam

te lezen en beantwoorden. Ik vind het een afstandelijke manier van communiceren, minder persoonlijk. Juist het contact met mensen en verenigingen vond ik zo leuk aan mijn werk als secretaris”, aldus Jansen, die in zijn functie bij DVV Delft voor uiteenlopende zaken verantwoordelijk was. Naast zich bezighouden met strafzaken en reglementen van de KNVB, was hij als secretaris ook onderdeel van het dagelijks bestuur en verantwoordelijk voor het voorbereiden van bestuursvergaderingen. Een grote verantwoordelijkheid voor Jansen, waar volgens hem ook wel mindere punten aan zitten. “Als secretaris ben je altijd bezig met het oplossen van zaken. Dingen die mensen op zich zelf ook op zouden kunnen lossen. Ik moet die dingen oplossen omdat mensen dat van me verwachten als secretaris. Je hebt daarnaast ook een soort functie als boegbeeld. De vervelendste dingen zijn incidenten als vechtpartijen. Zo hebben we bijvoorbeeld weleens een dronken vader gehad, die op ons sportpark agenten en leden van DVV Delft verwondde. Die mochten we dan een jaar niet toelaten bij de club,

dat is wel moeilijk. Dan zie je een volwassen vader van achter het hek naar zijn zoon staan kijken..” Als ander ‘minder punt’ noemt Jansen het gevecht met de gemeente Delft om een kunstgrasveld bij de club. “Het is eigenlijk te raar voor woorden dat een club die als enige de naam van de stad draagt, als enige club geen kunstgrasveld heeft. Maar nu is er geen geld meer bij de gemeente om een kunstgrasveld bij ons neer te leggen. Het nadeel is dat er bij ons acht à negen weken per jaar niet getraind of gespeeld kan worden, omdat de velden dan afgekeurd zijn. Voorheen keurde ik ook nog weleens de velden, dan probeerde ik meestal toch de velden goed te keuren, omdat je wilt dat de jongens gewoon kunnen voetballen. Maar soms is dit helaas niet mogelijk, dus ben ik echt bang dat het een bottleneck wordt voor de toekomst...” Voor al zijn werkzaamheden voor de club, ontving Theo Jansen van de KNVB een gouden en zilveren speld. Hiermee is hij lid van de vereniging van gedecoreerden van de Nederlandse voetbalbond. Vrijdag 31 oktober jl. is hier nog een oorkonde bij gekomen,

namelijk Lid van Verdienste van de KNVB, een onderscheiding die maar zelden wordt uitgegeven. Daarnaast is de Delftenaar lid in de orde van Oranje Nassau. “Al die onderscheidingen zijn natuurlijk een enorme eer. Ik zie het als een stukje erkenning van de professionele voetbalwereld naar de vrijwilligers. Daarnaast voel ik me ook uitverkoren, dat ik die onderscheidingen heb mogen ontvangen. Voor die erkenning heb ik me al die jaren ingezet voor de maatschappij. Ik denk dat als iedereen dit zou doen, er veel meer begrip zou zijn in de maatschappij.” En zo is de cirkel weer rond en is de afzwaaiend secretaris van de Delftenaren weer terug bij de vrijwilligersproblematiek. DVV Delft is nog altijd hard op zoek naar een opvolger voor Jansen. “Het is een ervaringsfunctie, de vorige secretaris moet hierbij helpen. Ze kunnen me altijd bellen, want ik ben voorlopig nog niet weg bij DVV Delft. Ik zit ook nog in de jubileumcommissie. Maar iedere avond van de week vergaderingen bijwonen, is gelukkig verleden tijd.”

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 43


44 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft


Welke verenigingen Twitteren er op los? De populariteit van Twitter is aan het afnemen in het afgelopen jaar. Het aantal tweets daalt. Er vindt een verschuiving plaats van mensen die vertellen wat ze aan het doen zijn naar andere social-media netwerken zoals Facebook en Instagram. Wel zie je dat bedrijven Twitter gevonden hebben als communicatiemiddel en dat die communicatie groeiende is. Onder voetbalclubs is Twitter zowel internationaal als nationaal nog steeds een populair medium. Tekst: Roland van der Linden

Club HBS DUNO RKAVV FC ’s-Gravenzande Westlandia

Tweets 23700 7833 6355 5260 5117

Club svv Scheveningen FC ’s-Gravenzande HBS Westlandia VDL

Volgers 2005 1987 1876 1781 1676

Websites Voetbal Rotterdam Haaglanden Voetbal Voetbal in de Bollenstreek Leiden Amateurvoetbal Haags amateurvoetbal

Volgers 3202 1872 1415 1257 1193

The Big Five De grootste schare volgers is vooral te vinden bij de clubs uit de hoogste klassen. Scheveningen heeft van de regioclubs de meeste volgers. Het gaat hier dan niet om het algemene account van de vereniging maar die van de zaterdag 1 (@SchevZAT1). Met 2005 volgers bereiken zij met hun berichten de meeste mensen. Ook FC ’s-Gravenzande, HBS-Craeyenhout en Westlandia hebben meer dan 1500 volgers. Dit geldt ook voor VDL dat in de tweede klasse uit komt. Met 1676 volgers bezetten zij de vijfde plaats in de regioranglijst.

(Enthousiast) gestart Bij HVV Hercules komt Twitter niet echt van de grond. De jonge Haagse vereniging begon in 2012 onder de naam @hvvh1 en zond tot ver in 2013 54 tweets de wereld in. Op 31 januari bracht een belangrijk nieuwsfeit een nieuw twitteraccount @hvvhercules. De zeven volgers wachten nog steeds op het volgende bericht. De zondagafdeling van tweedeklasser TAC’90 is net begonnen aan Twitter. Sinds 30 oktober voeden zij de wereld met nieuwe berichten (@tac90zon). Nog weinig mensen hebben dit ontdekt.

Scheveningen heeft wel de meeste volgers maar het aantal tweets dat zij verzenden is in vergelijking met andere clubs nog bescheiden. Met 3093 tweets staan zij pas op een twaalfde positie net voor Quick en VDL. Eén club torent boven alle anderen uit en dat is HBS. Met 23700 tweets verzenden zij drie keer zoveel berichten als nummer twee DUNO. HBS is natuurlijk meer dan alleen voetbal. Op het account worden ook veel berichten getweet en retweet van de afdelingen cricket en hockey. RKAVV is op de derde plaats terug te vinden met een ruime voorsprong op FC ‘s-Gravenzande en Westlandia. Opvallend in de top tien zijn ook de zeer actieve vierdeklassers Loosduinen (4775) en RAS (4756).

BMT, De Ster, HDV, HPSV zijn net als een aantal andere verenigingen niet op Twitter terug te vinden. Wel kwamen we berichten tegen van sv Erasmus. Helaas bleek het account niet van de Haagse voetballers te zijn maar van de gelijknamige schaakvereniging uit Rotterdam. Websites Ook de regionale voetbalwebsites twitteren er lustig op los. Voetbal Rotterdam heeft ruim de meeste volgers (3202) en verzendt ook veruit de meeste tweets (25000). Haaglanden Voetbal is een goede tweede met 1872 volgers. Ook de tweets van Voetbal in de Bollenstreek en Leidenamateurvoetbal worden door velen gelezen. (NB: De gegevens zijn van 16 november.)

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 45


Nederlandse Sportboeken Club ambitieus van start:

“Gijp en Kieft zijn niet half zo interessant als Linkerhof en Pronk” Onlangs zag de Nederlandse Sportboeken Club het levenslicht. Initiator Chris ‘Blikkie Terug’ Willemsen: “Er is een groeiende behoefte aan het vastleggen van persoonlijke verhalen en gebeurtenissen in de sportwereld. Het gaat daarbij dan vaak over nationale en internationale personen. Maar de verhalen uit de regio zijn minstens zo interessant, om niet te zeggen veel boeiender. Daarom en omdat we ons voetbalculturele verleden moeten koesteren, hebben we de Nederlandse Sportboeken Club opgericht.” De NSC is een gezamenlijk project van drie partijen. Naast Willemsens denktank Chapter One zijn dat uitgeverij Free Musketeers en Haaglanden Voetbal. HV’s Ton Beije: “Het voetbalboek als medium sluit perfect aan op al onze andere

46 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

activiteiten. Er is zo ontzettend veel te vertellen en in boekvorm blijven de mooie verhalen langer bewaard. Dat doen we dus vanaf nu allemaal in de NSC, waarin overigens ook andere sporten aan de orde zullen komen.” Bijzondere inhoud, vriendelijke prijzen Over de kwaliteit van het Nederlandse voetbalboek is Willemsen vrij uitgesproken: “Het is goed dat Derksen en z’n kompanen het voetbalboek grote impulsen hebben gegeven. Maar inhoudelijk mag je hier en daar wel een vraagtekentje zetten. Gijp en Kieft zijn voor de Hagenaar niet half zo interessant als bijvoorbeeld onze autobiografie van Jan Linkerhof en de foto’s met toelichting van Rob Pronk in zijn eerste deel van de Haagse Voetbal Historie.”

“Behalve de inhoud,” voegt Beije toe, “is ook belangrijk dat de boeken van de NSC zeer voordelig zijn, ze kosten tussen de 15 en 20 euro. Ze liggen niet bij alle boekhandels, omdat sommige van hen zodanige marges vragen, dat daardoor de verkoopprijs omhoog zou moeten. En dat weigeren we, want onze boeken moeten aantrekkelijk geprijsd blijven. Overigens zijn ze simpel te bestellen via de webshops van Haaglanden Voetbal en Free Musketeers.” Dit jaar vier titels, vanaf 2015 elk jaar minstens acht De ambitie van de NSC is om elk kalenderjaar minimaal acht boeken uit te geven, maar dat zouden er wel eens meer kunnen worden. Willemsen: “Dit jaar gaan we van start met vier nogal uiteenlopende titels. Martin van Zaanen schreef fraaie HVV-verhalen.


De autobiografie van Jan Linkerhof tovert voortdurend een glimlach op de lippen. Jimmy Tigges weet niet alleen alles over voetbalgrammofoonplaatjes, hij heeft er ook een heerlijk boek over geschreven. En Rob Pronk geeft in het eerste deel van de Haagse Voetbal Historie prachtige geschiedenisles. Vanaf 2015 gaan we echt los. Minimaal acht nieuwe titels en we beloven dat ze stuk voor stuk meer dan de moeite waard zijn. Jazeker, de Nederlandse Sportboeken Club is van start gegaan en de regio Haaglanden zal het weten ook!�

Ondertekening contract door Jan Linkerhof: vlnr Ton Beije, Chris Willemsen en Jan Linkerhof

Bij de presentatie: vlnr Ton Beije (NSC), Wesley Sturrus (schoonzoon Rob Pronk), Jan Linkerhof, Roland van der Linden (NSC), Jimmy Tigges, Marianne Groenewegen (NSC), Chris Willemsen (NSC), Klaas van Eijkern (NSC) en Martin van Zaanen.

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 47


‘Sjors Verhagen: mr. RKAVV spreekt’

Sjors Verhagen: de nuchtere, bescheiden leider van RKAVV Hij rook aan het betaalde voetbal. Stond in het veld met Eljero Elia, Wesley Verhoek, Tim Krul, Nick Viergever. Terwijl die in volle stadions voor veel geld hun voetbalkunsten vertonen, speelt hij voor een paar honderd belangstellenden zijn wedstrijden in de eerste klasse van het zondag amateurvoetbal. Hij gaat er niet onder gebukt. Zijn gezin en zijn werk zijn belangrijker. Tekst: Carel Goseling Foto’s: Hans van der Valk

De verenigingsmanager noemt hem ‘de ideale schoonzoon’, een voorbeeld voor de jeugd en het gezicht van de club. Zelf moet hij erom lachen. “Dat is mooi om te horen”. Sjors Verhagen (27), rechter middenvelder van het Leidschendamse RKAVV, blijft bescheiden. Hij is een echte Leidschendamse jongen. Tot zijn tiende levensjaar speelde hij bij RKAVV in de jeugd. RKAVV, de vereniging van zijn vader Rob die daar in de tachtiger jaren furore maakte als spits. “Naar eigen zeggen was hij beter dan Cruyff”, lacht Sjors. Destijds viel de kleine rechtsbuiten de scouts van ADO op. Tot zijn zeventiende speelde hij voor de club uit het Zuiderpark. Toen haalde het Rotterdamse Sparta hem binnen. Twee jaar A1 volgden. Het betaalde voetbal lonkte toen FC Dordrecht, toen eerste divisie, zich meldde. In zijn eerste profjaar speelde Sjors in het tweede, het jaar erop zat hij in de selectie van trainer Gert Kruys. Sjors bracht het tot twee invalbeurten, tegen Fortuna Sittard en FC Volendam. In totaal 22 minuten speeltijd. Na zijn tweede profjaar verliet Sjors de Schapenkoppen. Zondaghoofdklasser Westlandia werd zijn nieuwe thuishaven. Sjors Verhagen over die overgang: “Er zijn zoveel goede voetballers die een contract in het betaalde voetbal willen. Het is altijd moeilijk inschatten of het lukt of niet. Er 48 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

was gewoon te veel concurrentie. Bovendien gaf ik mijn HBO-studie ‘personeel en arbeid’, en later ‘communicatie’ voorrang. Bij Westlandia kwam ik via een bekende van mijn broertje. Ik had er gelijk een goed gevoel bij. Een leuke sfeer, goede groep en dicht in de buurt. Het eerste seizoen werden we onder trainer Wilfred van Leeuwen meteen kampioen. Dat was wel lachen. Het tweede jaar speelden we in de middenmoot.” De lokroep van RKAVV werd echter te luid. “Die belden elk jaar wel. Ze hadden toen (medio 2010 - red.) een goed verhaal. Ze wilden met veel eigen jongens in het eerste gaan spelen, aangevuld met enkele ervaren spelers van buiten. Ze wilden op een hoger niveau komen. We werden meteen kampioen. Daarna volgden drie seizoenen hoofdklasse. Vorig seizoen zijn we er via de nacompetitie uitgevallen. Jammer. Dit seizoen zijn we opnieuw begonnen. Met veel nieuwe jonge spelers. Van de oude garde zijn er nog maar drie of vier over.” In de hoofdklasse eindigde RKAVV achtereenvolgens als vijfde, tiende en twaalfde. Sjors over dat ‘verval’. “Het eerste seizoen kende nog niemand ons. Dan speel je ook onbevangen. Het tweede seizoen zaten we al op het randje. Toen hebben we het net gered. Vorig seizoen was gewoon moeilijk. Kijk, je staat waar je hoort te staan. En we stonden gewoon niet hoog genoeg. Veel spelers zijn weggegaan.

Nu pakken we door met jongeren. Ik ben met mijn 27 de oudste veldspeler. Er zijn er nog een paar rond de 25, maar de rest is jonger dan 23 jaar.” Ondanks deze beleidswijziging is trainer Bas Steffens gebleven. Aan hem lag het misfortuin niet, meent Sjors Verhagen. “Hij maakt ons in zijn eerste jaar kampioen. Dat is een goed teken. Degradatie kan gebeuren. Aan hem lag het niet. Andere ploegen waren gewoon beter.” RKAVV is terug in de eerste klasse, een trede omlaag. Desondanks noemt hij het “nu leuk.” Het lijkt vreemd. “In de hoofdklasse was het meer tactisch, fysiek. Nu spelen we combinatievoetbal. In de eerste klasse kun je lekker voetballen. Er zitten zo’n zes tot zeven teams in, die het niveau niet halen. Vijf teams zijn aan elkaar gewaagd. Die gaan wel voor het kampioenschap. Goes, FC Boshuizen, Nieuwerkerk, IFC en wij. De eerste zes wedstrijden wonnen we. We werden dé te kloppen ploeg. Dat gebeurde dus uit bij FC Boshuizen. Jammer. We moesten weer een tandje bijsteken.” In het jonge team zit volgens Sjors Verhagen genoeg ambitie en rek om dat beetje meer energie vrij te maken. “We zijn als spelers erg close. Vrienden. Er zijn geen eilandjes. De sfeer is goed. Het eerste en tweede gaan ook leuk samen om. Er is veel plezier. Dat was de vorige seizoenen wel anders. Toen verloren we meer dan we wonnen.” RKAVV (850 leden, 9 senioren­ elftallen, 31 jongens jeugdteams, 10 dames meisjesteams en 8 zaalteams) noemt hij ‘een warme club’. Dat illustreert hij aan de hand van de talloze berichten, kaarten en persoonlijke bezoekjes nadat zijn vader medio oktober werd getroffen door een hartstilstand. “Dat tekent de sfeer. Er was echt enorm veel medeleven. RKAVV is meer dan voetbal. Ik ken ook iedereen op de club. En iedereen kent mij. Vorig


Trouwens, voor het geld moet je niet bij RKAVV te zijn.” Van een terugval in inkomsten bij de club door minder sponsoring merkt Sjors niets, ook al zijn buitenlandse trainingskampen geschrapt. “Ik vind dat niet erg. Trainingskampen in Nederland zijn ook prima, ook al is het wel leuk met veertig gasten een vliegtuig instappen en even weg.”

seizoen kwam mijn broer Jop ook in de selectie. Ik speel nu met hem samen. Dat is hartstikke gaaf. Hij is linksbuiten, ik rechtermiddenvelder. Mijn andere broer Roel is van RKAVV naar SEV gegaan. Maar we zijn echte RKAVV’ers.” Met vader Rob gaat het overigens weer goed. “Hij was naar Roel gaan kijken in hun bekerwedstrijd uit tegen FC Binnenmaas. Daar was hij naar toe gefietst. Toen gebeurde het. Dan is voetbal ineens bijzaak. Ik hoop dat hij nog heel veel wedstrijden van ons kan komen bekijken en ervan kan genieten. Ook van zijn kleinkinderen.’’ Kjaer, de zeven maanden oude zoon van Sjors en Sandra, hoort het kirrend aan. De kleine, genoemd naar de Deense verdediger Simon Kjaer (speler van OSC Lille - red.), is volgens Sandra, zelf ooit speelster bij RKAVV, voorbestemd om voetballer te worden en het shirt van FC Barcelona te dragen. Sjors: “We zien wel. Hij moet het zelf maar bepalen.” Sjors is nu aanvoerder. Als regisseur wil hij zichzelf echter niet bestempelen. Dat zijn eerder broer Job, Steven Sanchez, Rowendy Schoop en Daan de Blank. Als middenvelder is het coachen wel makkelijker, erkent Sjors. Daarbij komt zijn ervaring. “In het veld wil ik wel iedereen in het gareel houden. Ik gedraag me alleen niet anders dan buiten het veld. Ik ben rustig. Een grote mond in de kleedkamer? Ach, dat valt best mee.” Zijn filosofie? “Je best doen. Je hoeft nog niet eens goed te spelen. Als je je best maar doet. We hebben veel vaste

supporters. Die willen een fris team een leuke wedstrijd zien voetballen. Dan is het goed. En je doet het ook voor al die vrijwilligers die er zoveel tijd en energie in steken. Eigenlijk is alles voor je geregeld.” Stel dat het seizoen brengt wat veel RKAVV’ers en Leidschendamse voetbalfans hopen: terugkeer naar de hoofdklasse. Is RKAVV daar rijp voor? Sjors: “Moeilijk te zeggen. We voetballen best redelijk, alleen is het voetballen in de hoofdklasse alleen niet genoeg. Er komt ook een stuk mentale kracht bij. Maar het is ook fysieker en sneller. Als deze groep bij elkaar blijft, kunnen we best een leuke rol in de hoofdklasse als middenmoter spelen. We hebben dan bovendien een jaar meer ervaring opgedaan.” Zelf wil Sjors nog net zo lang blijven spelen als het leuk is. Dat wil zeggen op een goed niveau. Het betaalde voetbal heeft hij achter zich gelaten. “Dat red ik niet meer. Daar zitten ze niet meer op me te wachten. Het is bovendien een erg onzeker bestaan.’’ Ook aan een vertrek bij RKAVV denkt de middenvelder niet. “Het terrein is maar vijftien minuten fietsen van mijn huis”, verduidelijkt hij.

Sem, de hond van Sjors Verhagen, meldt zich alsof zij wil zeggen dat het nu wel mooi is geweest met dat gepraat van het baasje zonder aandacht voor haar. Over zijn sterke en zwakke punten is Sjors heel open. “Ik ben puur rechtsbenig, redelijk technisch en heb een goede wedstrijdmentaliteit. Scoren is een probleem, net als mijn linkerbeen.’’ Als trainer waar hij het meeste aan had, noemt Sjors spontaan Ruud Heus, de oud-Feyenoorder die hij bij FC Dordrecht tegenkwam. “Die zette je echt op scherp.” De commercieel medewerker bij een artwork en designbedrijf in Capelle aan de IJssel - “Ik ga met de scooter. Lekker geen last van files.” – wil nog wel iets kwijt over de nieuwe grasmat die RKAVV na dit seizoen krijgt: kunstgras. “Dat heeft wel iets. Daar kun je lekker op voetballen. Ons hoofdveld is in het begin van het seizoen goed, maar later niet meer. Voor technisch combinatiespel, wat wij willen spelen, is een goede ondergrond nodig. En je traint er ook op, dus je raakt er snel aan gewend.” Waarvan acte!

De bloei van het zaterdagvoetval versus de competitie op zondag relativeert hij. “Bij de jeugd trekt zaterdagvoetbal meer, maar op de zondag spelen ook grote clubs. Er valt er wel eens eentje weg, maar ook dat valt mee. Oké, bij de zaterdagclubs zit meer geld. En je kunt zaterdagavond makkelijker gaan stappen. Iedereen moet gewoon gaan voetballen op de dag waar hij de voorkeur aan geeft. De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 49


Piet Boon: “Het liefst in iedere linie een kapitein, die de boel neerzet.” Piet Boon, trainer van zaterdagderdeklasser sv Honselersdijk, al 25 jaar getrouwd met Sylvia. Samen hebben ze twee kinderen van 20 en 22 jaar, de één voetbalt bij HVC’10 en de ander bij Westlandia. Tekst: Rob Blankenstein Foto's: MFH-Design

Hoe ben je zelf op jonge leeftijd in aanraking gekomen met het voetbal? “Ik denk dat mijn hele familie voetbalgek is. Mijn vader en zijn broers, ze voetbalden zelf ook en dan ga je zelf als kind naar je vader kijken en neem je een bal mee en dan rol je er vanzelf in.” Mis je de voetbalvereniging Hoek van Holland nog wel eens? “Ja, ik denk dat we er een heel mooie en gezellige tijd hebben gehad. Jij kunt er natuurlijk ook over mee praten, want je bent mijn trainer geweest. Dat was toen echt een toptijd en als je er nu langs rijdt, dan is het veld weg en zie je dat het verpauperd is. Dan doet dat toch wel pijn.”

“De mentaliteit bevalt me uitstekend in het Westland” Even over de naam Boon. Ik ken Henk Boon (trainer Westlandia/za) en Leo Boon (WOS). Hoe liggen de familiewortels? “Leo is de broer van mijn vader en Henk z’n vader was de neef van mijn vader, dus zo liggen de wortels. We voetballen allemaal graag en we zijn ook gek van het spelletje en zeker op verjaardagen komen we elkaar nog wel eens tegen. Dan is het alleen maar voetbal wat de klok slaat.” Dan je trainerscarrière. Hoe ziet die er tot nu toe uit? “Ik denk dat de opbouw wel goed is geweest. Ik heb eerst bij Westlandia een jaar de C-jeugd gedaan en die 50 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

speelde in de regionale divisie. Daarna werd ik gevraagd om de B-jeugd te gaan doen en dat duurde twee jaar. We zijn toen gepromoveerd naar de tweede divisie regionaal en dat was een uitstekend niveau. In die tijd werd Wilfred van Leeuwen als jeugdcoördinator aangesteld en hij schoof daarna door naar de senioren en vroeg mij of ik zijn assistent wilde worden. Daar ging ik graag op in en we hebben toen een topperiode beleefd.” Wat voor type trainer ben je en hoe zou je jezelf willen omschrijven? “Ik eis wel volledige inzet van mijn spelers. Ik zeg altijd, als je van het veld afstapt dan moeten we elkaar aan kunnen kijken en moeten we kunnen zeggen dat we er alles aan gedaan hebben om de wedstrijd te winnen. Dat verwacht ik ook van de spelers. Maar daarbij ook een partij humor en plezier, dat staat bij mij ook wel hoog in het vaandel.” Nu werkzaam voor het vierde seizoen bij sv Honselersdijk, daarvoor trainer van het tweede zondagteam van Westlandia. Vergelijk de twee verenigingen eens! “Bij Westlandia is het allemaal veel professioneler en de spelers bij die club zijn toch van een hoger niveau. Dat is ook bij spelers die

in het tweede lopen te voetballen. Honselersdijk is een echte dorpsvereniging, waardoor we het ook met eigen jongens doen. Maar het mooie van beide verenigingen is, dat er een heleboel vrijwilligers rondlopen, die een enorme liefde voor de club hebben.” Steeds dicht bij promotie met sv Honselersdijk. Wat ontbrak eraan om tot nu toe die stap naar de tweede klasse te maken? “Ik denk toch een beetje de slimmigheid. Je zegt ook wel eens ‘dat beetje voetbalgogme’. We zitten er iedere keer tegenaan en we moeten het ook echt hebben van hard werken. Daarbij proberen we ook nog eens leuk te voetballen, maar op bepaalde momenten een slim overtredinkje maken, dan zijn we denk ik nog te lief.” Heb je voor jezelf al een besluit genomen of je toe bent aan een volgende uitdaging en ligt die dan sowieso in het Westland? “Nee, dat besluit heb ik nog niet genomen en in de voetballerij laat je alles op je afkomen, maar het dicht bij huis trainen, bevalt me uitstekend. Ook de mentaliteit bevalt me heel goed in het Westland, maar als er een leuke kans zich elders voordoet, dan sluit ik niks uit. Maar ik moet nu eerst


proberen om met sv Honselersdijk meer punten te gaan pakken, want dat is op dit moment prioriteit nummer één.”

“Ook een partij humor en plezier staat bij mij hoog in het vaandel” Je hebt een heel jonge groep. Is dat ook, tussen aanhalingstekens, het manco in dit lopende seizoen? “Klopt, je mist een paar echte leiders in het veld. We hebben een gemiddelde leeftijd van 21 jaar en een doelman is 30. Het niveau gaat een beetje op en neer. Je zou eigenlijk het liefst in iedere linie een kapitein willen hebben, die de boel neerzet.”

Zaterdag- versus zondagvoetbal, hoe kijk jij tegen die ontwikkelingen aan? “Ik denk dat de ontwikkeling in West 2 niet te stoppen is. Ik was toevallig pas even in Limburg en daar praten ze alleen maar over zondagvoetbal. Ik denk dat het toch wel iets specifieks is van ons district en ik denk ook dat het niet meer te stoppen is.” Zie jij je zoons nog vaak voetballen of schiet dat erbij in? “Het schiet er soms wel bij in, maar de jongste speelt bij HVC’10 in het tweede en dan kan ik soms een half uurtje kijken. Hij zit bij ons tweede in de poule, dus dan zie ik hem sowieso

twee keer aan het werk. Op zondag zit mijn andere zoon zo’n beetje tussen het eerste en tweede in, maar dan ga ik gewoon kijken, want dat vind ik juist leuk.” Wat is in jouw ogen de charme van het Westlandse voetbal? “De charme vind ik dat iedereen heel erg gedreven is, men wil heel graag van elkaar winnen. De Westlander is ook trots op zijn eigen club en als er een derby op het programma staat, dan is het na afloop gezellig met elkaar een biertje drinken en dan komt echt de derde helft goed op gang. Dat alles samen met de vrijwilligers is iets waar je enorm trots op kunt zijn.”

Heb jij het trainersvak zien veranderen in de loop der jaren? “Ja, dat denk ik wel. De spelers hebben nu zoveel dingen buiten het voetbal, dat het af en toe heel lastig is om de juiste snaar te raken en dat je soms meer de psychologische kant opgaat dan wat je hoofddoel als trainer is, namelijk het louter bezig zijn met het voetbalspelletje.”

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 51


Interview Aad Kila

“Het is mijn eigen schuld dat ik niet meer in de voetballerij werkzaam ben” In de jaren ’70 speelde hij in misschien wel het beste elftal van ADO en FC Den Haag aller tijden. In negen seizoenen kwam hij tot 261 Eredivisieduels waarin hij 20 doelpunten maakte. Na nog vier seizoenen voor FC Twente te hebben gespeeld, maakte hij op 29-jarige leeftijd een einde aan zijn profcarrière. Sindsdien is hij nooit meer langdurig in een andere functie in het profvoetbal teruggekeerd. En dat vindt Aad Kila tot op de dag van vandaag jammer. Tekst: Laurens de Wit Foto’s: Angelo Blankespoor & Sander de Hollander

Een gesprek met Aad Kila is een enerverende en plezierige ervaring. Vol trots vertelt hij over de jaren dat hij als profvoetballer actief was. De ene anekdote volgt dan op de andere. Ook krijgt hij een twinkeling in zijn ogen en verschijnt er een glimlach van oor tot oor op zijn gezicht, afgewisseld met de blik van een ondeugend Haags schoffie. “Als ik terugdenk aan die tijd denk ik vaak

“Mensen blijven ons herinneren omdat wij succes hadden”

‘wat heb ik toch een mooi leven gehad’,” glundert Kila. Het levensverhaal van Aad Kila werd in november 2013 vastgelegd als onderdeel van de ADO Den Haag voetbalbibliotheek in het boek ‘Aad Kila. Karakterman’. De hoofdpersoon was blij verrast toen hij hoorde dat er over hem een boek werd geschreven: “Het heeft mij gestreeld en het geeft aan dat ik toch wel iets heb betekend voor ADO en FC Den Haag. In het boekje heb ik alles verteld over mijn goede en slechte tijden.”

Eigen vervoer Tot op de dag van vandaag is Aad Kila met ADO Den Haag begaan en hij is dan ook als trouwe supporter bij elke thuiswedstrijd aanwezig: “Mijn vrouw en ik worden door ADO Den Haag goed behandeld. We hebben een mooie plek en we mogen alle ruimtes in. Ik kom bijvoorbeeld graag in de Brasserie Club waar de kleine business zit. Draaien ze Frans Bauer, heerlijk, en ja, dan sta ik ook wel eens te dansen.”

“Boskov liep ver voor op zijn tijd” of “Boskov en Jezek waren tactisch sterke trainers” Met andere oud-voetballers zoals Theo van den Burch, René Pas, Guus Haak en Joop Jochems vormt Kila een vast groepje dat de verrichtingen van de lokale trots aanschouwt. In het Kyocera Stadion en niet meer in het zo geliefde Zuiderpark. “Dat blijft vreemd, dat je nu eerst de hoofdweg over moet. Ik merk dat dat voor veel mensen uit Den Haag, met name ouderen, toch wel een drempel is om naar het stadion te gaan. Vroeger ging je de brug over en was je in het Zuiderpark. Maar ik begrijp heel goed dat het in deze tijd niet meer kan. Voetbal is een bedrijf geworden, dat was in onze tijd wel anders,” aldus Kila. Een voorbeeld hiervan is hoe destijds de wedstrijdbesprekingen gingen: “Wij gingen met eigen vervoer naar een restaurant om kip te eten. Daar kregen we dan een korte bespreking en vervolgens stapte je in je eigen auto en reed je naar het stadion toe voor de wedstrijd,” glimlacht Kila. Boslopen In de dertien jaar dat Kila als profvoetballer actief was, miste hij

52 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft


Uiteindelijk gaat het voetbal daar aan kapot omdat mensen op een gegeven moment verzadigd zijn,” betoogt Kila.

bijna geen wedstrijd. “Ik heb altijd heel bewust en als een prof geleefd, bijvoorbeeld door op mijn voeding te letten. Tot mij dertigste ging ik altijd vroeg naar bed, ook als ik een verjaardag of bruiloft had. Alcohol dronk ik zelden en met mate. Wij waren denk ik ook meer prof dan de spelers van nu. Wij trainden nog twee keer per dag en waren van ’s ochtends half tien tot ’s avond vijf op de club. Dat er nu maar één keer per dag getraind wordt verbaast me, het zal wel te maken hebben met de nieuwe tijd,” stelt Kila.

boekte. Die elftallen worden door de supporters onthouden omdat ze voor hen herkenbaar zijn. Mensen blijven ons ook herinneren omdat wij succes hadden. Daar sta ik soms wel van te kijken, overal waar ik kom herkennen mensen mij nog. En in onze tijd dronken we na een wedstrijd ook samen met supporters een biertje, daardoor was je als het ware één van hen,” betoogt Kila.

Vol lof spreekt Aad Kila over de trainers onder wie hij trainde: “Neem bijvoorbeeld Vuljadin Boskov, die liep ver voor op zijn tijd. Terwijl de Nederlandse trainers boslopen van twee uur oplegden, was hij al bezig met korte intervaltrainingen van een uur. En zowel Boskov als Vaclav Jezek waren tactisch zo sterk. Ik heb geluk gehad dat ik zulke trainers mee mocht maken, want daar werd je als speler natuurlijk alleen maar sterker van.” Maar ook een ondeugende anekdote mag niet ontbreken: “We waren een keer voor een Europacupwedstrijd op trainingskamp toen Aad Mansveld bij de doelpaal een scheet liet. Boskov zei toen: ‘De volgende keer kost het je 500’. Deed Aad het nog een keer. Nou, toen werd er wel mooi aan het eind van de maand 500 gulden van zijn salaris ingehouden,” glimlacht Kila.

Tienduizend keer hooghouden Aad Kila was een voetballer van een uitstervend ras. Een stofzuiger, net als Johan Neeskens en Willy van der Kerkhof. Noodzakelijk om het evenwicht in het elftal te bewaken. “Maar dat betekende niet dat wij niet konden voetballen, zoals soms onterecht het beeld is. Ik speelde ruim 300 wedstrijden in de Eredivisie en kwam uit in alle vertegenwoordigende jeugdelftallen van Oranje, dat bereik je natuurlijk niet als je niet kunt voetballen. Ik kan nu nog een bal tienduizend keer hooghouden,” zegt Kila.

“Ik kan nu nog een bal tienduizend keer hooghouden” “In mijn tijd speelden er bijna alleen maar Haagse jongens in het elftal. Datzelfde geldt voor het elftal waarmee John van den Brom een aantal jaar geleden succes

“Ik kon het niet meer opbrengen”

Kila vertelt niet alleen graag over zijn tijd als voetballer omdat hij er zulke mooie herinneringen aan heeft. En hoewel hij zeker niet van het mantra is dat vroeger alles beter was, ziet hij wel ontwikkelingen in het huidige voetbal waar hij zijn bedenkingen bij heeft. Neem bijvoorbeeld dat er op nagenoeg elke dag van de week wel een voetbalwedstrijd te zien is: “Vroeger speelden wij gewoon op zondag competitie en in de Europa Cup een thuis- en een uitwedstrijd. Nu is er elke dag van de week voetbal, onder druk van de commercie.

Verbazen doet hij zich ook over de wijze waarop spelers soms worden gescout: “In mijn tijd bepaalde de trainer wat voor type speler hij nodig had en ging de club op zoek naar zo’n speler. Een speler kan ook niet worden beoordeeld op basis van een video of door één persoon. Een team van verschillende mensen moet rapporteren, vervolgens evalueer je en neem je een besluit. Nu worden soms bevriende spelers gekocht en hebben trainers banden met makelaars. Dat snap ik echt niet, je moet niet de schijn van een bedrijf in een bedrijf hebben,” aldus Kila. Goot Nadat een transfer naar Feyenoord eerder niet was doorgegaan, vertrok Kila na negen seizoen uit de Hofstad naar het oosten des lands om voor FC Twente te gaan spelen. In zijn vierde seizoen voor de Tukkers overleed Kila’s vader na een jaar in coma te hebben gelegen. Vervolgens kreeg zijn schoonvader in Den Haag een ongeluk waardoor hij invalide werd. Kila stopte abrupt met het profvoetval: “Ik kon het niet meer opbrengen. Het jaar dat mijn vader in coma lag, heb ik heen en weer gereden tussen Enschede en Den Haag. Ik trok het niet om dat nog een jaar te doen. Ik koos toen voor mijn gezin in plaats van mijn voetbalcarrière.”

“Ik ben geen handjesschudder” Na het einde van zijn voetballoopbaan belandde Kila in een zwart gat. Mede door zijn eigen koffiehuis krabbelde hij uiteindelijk omhoog. “Het koffiehuis was voor mij een geweldige doorstart. Het liep goed omdat het er altijd over voetbal ging en er mensen uit de voetballerij langskwamen.” Na ruim een decennium in de horeca te hebben gewerkt, werd het voor Kila te zwaar om de lange werkdagen van zeven uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds vol te houden. Momenteel werkt Kila met veel plezier in sportwinkel AJ Sports. Meermaals benadrukt Kila dat hij een goed

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 53


leven heeft en heeft gehad. En hoe trots hij is op zijn vrouw, kinderen, schoonkinderen en kleinkinderen: “Ik heb een topgezin. Ik heb een vrouw uit duizenden, zij was er ook voor mij in de mindere perioden. Ik besef heel goed dat als ik haar niet had gehad, ik misschien wel in de goot had gelegen.”

“Zonder mijn vrouw had ik misschien wel in de goot gelegen” Tranen Dat hij nu niet in het profvoetbal actief is, lijkt Kila pijn te doen: “Ik merk dat nu ik ouder, ben dat als ik een bekerwedstrijd of Europese wedstrijd zie, ik tranen in mijn ogen krijg. Dan denk ik wel eens: ‘ik had in de voetballerij actief moeten blijven’.” In de jaren ’90 was Aad Kila kortstondig als jeugdtrainer en assistent-trainer werkzaam voor ADO Den Haag. “Ik heb altijd met plezier voor ADO Den Haag gewerkt. In de jeugd kwam ik er bij als het slecht ging en moest ik het overnemen van andere mensen. Nadat ik gestopt was met mijn koffiehuis werd ik assistenttrainer onder Rob Meppelink. Ik zag in die tijd een hoop dingen die niet goed gingen. Die kaartte ik dan aan 54 Haaglanden Voetbal magazine De eerste helft

omdat ik, net als Rob, het beste met de club voor had. Dat werd niet altijd als positief ervaren en misschien had ik meer mijn mond moeten houden. Maar zo ben ik, hart op de tong, eerlijk, maar altijd in het belang van de club. Toen Rob werd ontslagen was ik solidair en stapte ik ook op. Daar heb ik nu ik ouder ben wel spijt van. Door te zeggen ‘ik stop er mee’ heb ik zelf mijn kansen vergooid. Anders had ik misschien nu wel als scout bij ADO Den Haag rondgelopen,” stelt Kila hard oordelend over zichzelf.

was, merkte ik dat de jeugd tegenwoordig meer kan nadenken en relativeren. Ik was impulsiever. Relativeren leer ik eigenlijk nu pas.” Daarnaast denkt Kila dat hij ook financieel meer uit het feit dat hij oud-voetballer is, had kunnen halen: “Ik kijk niet met spijt terug, maar vind het wel jammer dat ik bepaalde zaken niet beter heb benut.” Desondanks is het gevoel dat elke keer weer overheerst bij de oud-middenvelder dat hij het goed heeft en tevreden terugkijkt op zijn leven.

“Ik denk dat ik een goede scout was geweest. Als oud-voetballer zie je toch bepaalde dingen. Ik weet inmiddels dat je het, als trainer of scout, niet alleen kunt, je hebt een team nodig. Als jeugdtrainer bij ADO Den Haag dacht ik misschien wel te vaak dat ik het alleen kon en dat ik de wijsheid in pacht had,” vertelt Kila. “Nadeel is ook dat ik geen handjesschudder ben. Er was een tijd dat ik mij bij ADO Den Haag minder liet zien en na een wedstrijd snel weg ging. Ik heb bij ADO Den Haag nooit echt doorgezet.”

“Ik heb een mooi leven gehad”

Fiets De conclusie die Kila voor zichzelf trekt is dat hij door zijn eigen schuld niet verder is gekomen in de voetballerij. “Toen ik jeugdtrainer

En hoewel hij 61 jaar is, oogt Kila nog topfit. Verbazen doet het dan ook niet dat hij vier keer in de week in de sportschool te vinden is: op werkdagen om acht uur ‘s ochtends en zondagochtend om negen uur. Zijn vervoermiddel is dan ook niet verrassend: de fiets. “Alles doe ik op de fiets, naar ADO Den Haag, naar mijn werk en naar de sportschool, echt alles. Mijn vrouw zegt wel eens ‘jij spoort niet’,” zegt Kila lachend. En dat het met de fysieke gesteldheid van Kila wel goed zit, blijkt na het interview. In looppas snelt hij over de boulevard van Kijkduin de avond in, op weg naar zijn fiets.


Touringcar bestellen? BOVO TOURS bellen!

BOVO TOURS beschikt over een zeer moderne vloot van goed onderhouden touringcars.Voor elke vervoerswens heeft BOVO TOURS de juiste touringcar in huis. Hierdoor kunnen wij u altijd de scherpste prijs aanbieden. De chauffeurs van BOVO TOURS brengen u snel, veilig en comfor tabel naar de leukste plaatsen in binnen- en buitenland. Ons vervoersgebied strekt zicht uit over geheel Europa. In feite is er nauwelijks een plaats te bedenken waar nog nooit een touringcar van ons is geweest!

De eerste helft Haaglanden Voetbal magazine 55


Ruim 35 jaar ervaring in schoonmaakonderhoud

Bedrijfsbeveiliging · Winkel- en Objectbeveiliging · Alarmopvolging Mobiele Surveillance · Portiers- en Receptiediensten · Branden Sluitronden

Uw specialist voor bedrijfskleding en meer

Schoonmaakmaterialen, -machines en facilitaire benodigdheden

Uw partner in Total Facility. www.mastergroup.nl

Master Cleaners + Master Security Schakelstraat 10 · 1014 AW Amsterdam · T (020) 684 88 01 Demco Schakelstraat 10 · 1014 AW Amsterdam · T (020) 614 32 93 · www.demcobedrijfskleding.nl Dem Schakelstraat 14 · 1014 AW Amsterdam · T (020) 486 06 10 · www.demcocleaningproducts.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.