Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden�
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (GBM) pcfruit vzw Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek Afdeling Ecologie christof.debaer@pcfruit.be
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Inhoud •
1. Inleiding
•
2. Techniek en onderdelen van een spuittoestel
•
3. Voor het spuiten
•
4. Tijdens het spuiten
•
5. Na spuiten
•
6. Besluit en referenties
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
1. Inleiding •
Gewasbeschermingsmiddelen (GBM) zijn onmisbaar in de bescherming van gewassen tegen ziekten en plagen in moderne land- en tuinbouw.
•
Maar gewasbeschermingsmiddelen vereisen een omzichtig en verantwoordelijk gebruik en toepassing om gezondheids- en milieurisico’s te vermijden (en erkenningen te behouden).
•
Toepassen van GBM in een competitieve markt is bijgevolg een balans zoeken tussen deze verschillende factoren (zie schema rechts).
Kosten
(op arbeid, uitrusting,…)
Omgeving (gezondheid & milieu)
Efficiëntie (biologische werking gewasbescherming)
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.1. goed en veilig spuittoestel • • • • • • • • • • • • • • •
kan verschillende soorten vloeistoffen verspuiten; biedt een ruime keuze in spuitvolumes. Let vooral op voldoende pompcapaciteit bij hoge gewenste spuitvolumes; kan worden uitgerust met spuitdoppen voor verschillende dopdebieten en druppelgroottes; garandeert een goede bedekking van het gewas; heeft een eenvoudig te regelen spuitdruk tussen 1 en 6 bar voor veldspuiten. Voor boomgaardspuiten is een drukbereik van 3 tot 12 bar aangewezen; heeft een spuitboom waarvan de hoogte eenvoudig te regelen is; heeft een stabiele spuitboom (scharnierend, zelfcorrigerend of instelbaar); kan worden bediend vanuit de cabine; is gemakkelijk, veilig en snel klaar te maken voor transport; heeft een goede, het liefst automatische regeling van het spuitvolume en de spuitdruk; respecteert de basisbeginselen van veiligheid: afgeschermde aftakas en afscherming van overige draaiende delen (b.v. ventilator); benadert zo goed mogelijk de Europese standaard EN 12761 op gebied van vormgeving en prestaties. Deze norm somt technische eisen op waaraan het spuittoestel moet voldoen om de risico’s voor de omgeving te minimaliseren.
(bron: Code goede landbouwpraktijken: gewasbescherming) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - veldspuit •
Veldspuit voor volle grond toepassing – Gedragen, getrokken of zelfrijdend – Spuitdoppen op 50 cm afstand – Veldspuit met luchtondersteuning •
een luchtzak met gaten zorgt over de volle breedte van de spuitboom voor een naar onderen gerichte luchtstroom die de drift reduceert en voor een betere indringing in het gewas zorgt. De lucht wordt aangevoerd door een grote ventilator.
– Rijenbespuiting •
door alleen in de rij te spuiten, kan u de hoeveelheid spuitmiddel sterk reduceren. Het onkruid tussen de rijen kan eventueel mechanisch verwijderd worden. Voor laagstaande gewassen gebruikt u één spuitdop per rij. Voor hogere gewassen is het aangewezen om een spuitdop links en rechts van het gewas te voorzien. Door een spuitinstallatie op een schoffelmachine te bouwen, kan u in één bewerking schoffelen en spuiten tegelijk.
– Strokenbespuiting •
bij een behandeling met niet-selectieve herbiciden tussen de rijen schermt u de rij af met beschermkappen of bladlichters. U kan de strokenspuit ook gebruiken voor onderbladbespuiting. In sommige uitvoeringen worden daarvoor verlaagde doppen gebruik
– Onkruidstrijker •
dit systeem wordt gebruikt voor onkruid dat boven het gewas uitkomt. Het niet-selectieve herbicide wordt niet gespoten, maar aan het onkruid gestreken met een horizontale staaf die permanent met spuitmiddel wordt bevochtigd. Op deze manier is de emissie naar de lucht minimaal en komt het middel alleen terecht op het onkruid zelf.
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - veldspuit •
Veldspuit zonder luchtondersteuning (links)
•
Veldspuit met luchtondersteuning (rechts) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - veldspuit
• Rijenbespuiting (links met kap, rechts met extra dop links en rechts) versus volle veld bespuiting (midden).
• Voordelen – Middelbesparend (30-50%) – Betere verdeling mogelijk (vooral onderzijde)
• Nadelen – Rijen moeten recht en evenwijdig liggen Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - boomgaardspuit •
De boomgaardspuit – Type ventilatoreren • Een axiaal- of schroefventilator produceert grote, turbulente luchtvolumes bij lage luchtdruk. De turbulentie bevordert bladbewegingen. Dit is op zijn beurt gunstig voor indringing in de boom en depositie op het blad. De luchtuitstroom is asymmetrisch. Dit wordt soms opgevangen door platen die de wervelingen breken. Bij sommige ventilatoren van dit type kan men de hoek van de ventilatorbladen vergroten of verkleinen. Op die manier kan men een groter luchtvolume verplaatsen maar dit vergt uiteraard ook meer vermogen van de trekker. • Een centrifugaal- of radiaalventilator produceert lucht met een hoge snelheid en hoge druk, maar lage luchtvolumes. • Een dwarsstroomventilator zuigt lucht aan parallel met de richting van uitstoot. Het produceert weinig turbulente lucht met lage volumes, lage drukken en lage snelheden.
– Belangrijk aspect is het vermogen van de ventilator. Schroefventilatoren vergen globaal gezien minder vermogen. Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - boomgaardspuit – luchtbegeleiding
• Bij de schroefventilatoren is de basisbehuizing voorzien van een radiale uitstroom van lucht loodrecht op de aanzuigrichting. De luchtsnelheid is omgekeerd evenredig met de uitstroomopening. Sommige axiale spuittoestellen bieden de mogelijkheid om de uitstroomopening aan te passen aan het ontwikkelingsstadium van het gewas. Tijdens de bloei neemt men de opening maximaal. Op die manier bekomt men een kleinere en minder agressieve luchtsnelheid. Als de bomen in vol behang zijn, kan de uitstroomopening terug versmald worden om de luchtsnelheid te verhogen en de indringing te verbeteren. • Bij toestellen met centrifugale ventilatoren is er soms een interne schuif die men kan sluiten of openen om op die manier minder lucht aan een hogere snelheid of meer lucht aan een lagere snelheid te leveren. • Het eenvoudigste systeem van luchtverdeling zijn de deflectoren: twee plaatjes die de lucht richten Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - boomgaardspuit
• Daarnaast zijn er nog verschillende meer complexe systemen: – Blaasmonden al dan niet in combinatie met interne deflectoren. – Dwarsstroomblaasmonden om het dwarsstroomprincipe te benaderen. – Gerichte blaasmonden die de lucht per dop afleveren om zeer gericht te kunnen werken. • Dergelijke opbouwstukken worden ook gebruikt om alle lucht naar één kant te richten of om neerwaarts struikgewassen te spuiten. Ook voor meer-rijensystemen worden dergelijke hulpstukken toegepast. • Tabel: Karakteristieke luchtsnelheden en -debieten in functie van het type ventilator. Type ventilator Debiet (m³/u) Axiaal 25.000 tot 60.000 Centrifugaal 10.000 tot 25.000 Dwarsstroom 20.000 tot 40.000
Snelheid (km/u) 108 tot 180 162 tot 288 94 tot 105
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - boomgaardspuit • Centrifugaal en schroefventilator (axiaal)
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - boomgaardspuit • dwarsstroomtechniek
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - boomgaardspuit • Turbo en toren toestellen
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - boomgaardspuit • 3-rijen boomgaardspuit
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen - boomgaardspuit • tunnelspuit
• • •
afgeschermd spuiten, boom rondom om overkapt Oplossing om drift maximaal te beperken met 30 % recirculatie van spuitvloeistof Praktische problemen (hoogte bomen, besturing, wendakker) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.2 soorten spuittoestellen
• Overzicht belgische markt gebaseerd op enquête pcfruit
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel
2.3. onderdelen van een milieuvriendelijk spuittoestel • • • •
• •
een spuittank (400 – 4000 liter) waarin het gewasbeschermingsmiddel gemengd wordt met water tot de ‘spuitvloeistof een vultrechter bevestigd op werkhoogteaan de machine. Wanneer de tank met water wordt gevuld, worden de gewasbeschermingsmiddelen via een injector mee in de tank gezogen een fustreiniger (‘induction hopper’). Dit is een spoelinrichting in de vultrechter. Via een spoelkop met krachtige waterstraal worden zo de laatste resten uit de lege verpakkingen verwijderd een spoelwatertank (50 – 400 liter), soms ook ‘schoonwatertank’ genoemd. U kan de spoelwatertank gebruiken om de spuitresten in de tank en het vloeistofcircuit te verdunnen. Na ieder spuitwerk dient de spuitmachine in meerdere beurten (minstens 3) gereinigd te worden met water uit de spoelwatertank en dient dat spoelwater verspoten te worden aan een hogere rijsnelheid over het reeds behandelde gewas. Hierdoor zal ook de concentratie van het fytoproduct in de hoeveelheid water die in de pomp achter blijft drastisch dalen (tot minder dan 1% bij correct spoelen in 3 beurten). Dan zal de ‘verontreiniging’ vanuit de spuitpomp bij de volgende vulling van de poelwatertank minimaal zijn een handenwastankje (15 - 25 liter) dat ook ‘schoonwater’ bevat maar dan bedoeld om de handen te wassen. Dit tankje kan enkel extern gevuld worden, het mag in geen geval met de spuitpomp gevuld worden een terugloop in de aanzuigleiding die voor menging van de spuitoplossing in de tank zorgt. Een nadeel hiervan is dat u de tank niet volledig leeg kan spuiten. Door de terugloop in de aanzuigleiding aan te brengen, kan u de tank echter volledig reinigen.
(bron: Code goede landbouwpraktijken: gewasbescherming)
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel
2.2. onderdelen van een milieuvriendelijk spuittoestel
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden�
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel
2.2. onderdelen van een milieuvriendelijk spuittoestel SPOELWATERTANK
OVERSCHOT tankoplossing
Verdunbaar TECHNISCH RESTANT in de tank, de pomp en gedeelte van leidingen
Niet verdunbaar TECHNISCH RESTANT (dood volume) in de leidingen en spuitboom Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen • • •
Het doel van de doppen is het vernevelen van de spuitvloeistof in druppels om in samenspel met de luchtondersteuning een goede verdeling mogelijk te maken. Essentieel is een goede druk – dop combinatie om sleet te beperken en om een goed druppelspectrum te bekomen. Zuivere doppen zonder sleet zijn noodzakelijk voor een goede verdeling. Doppen zijn een klein maar zeer belangrijk onderdeel van een spuittoestel. Hun belangrijkste functie is het vernevelen van de vloeistof in kleine druppeltjes. Het debiet van een spuitdop is afhankelijk van: – De spuitdruk – De grootte van de dopopening (gaatje of spleetje)
• •
• • •
Het debiet van gelijke doppen moet gelijk zijn. De afwijking mag maximum 10 % van het gemiddelde van de afgifte van alle doppen bedragen. Indien men regelmatig met kleine volumes water werkt (< 200 l/ha) of met verlaagde doseringen, is het aangeraden veeleisender te zijn op de kwaliteit van de doppen en op het filteronderhoud. De keuze van doppen (merk, type, kleur) moet voor beide kransen symmetrisch zijn. Als de druppeltjes gevormd worden door de spuitoplossing onder druk door de spuitdoppen te persen spreekt men van ”drukverneveling” en “hydraulische spuitdoppen”. Een ander principe om druppeltjes te vormen is “luchtverneveling”. De lucht zorgt niet alleen voor transport maar ook voor de druppelvorming door aan de rand van een nevelelement de druppeltjes af te breken van de vloeistoffilm. De vloeistof wordt onder lage druk (1 bar) naar dit nevelelement gevoerd. Hoe groter de luchtsnelheid hoe kleiner de druppeltjes.
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen KETSDOP (lage druk)
LUCHTMENG DOP
Turbo Teejet
(lage druk)
SPLEETDOP (lage druk) Driftguard
Lage Volumes water
Hoge Volumes water
WERVELDOP – (Hoge Druk) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - ALT, project STOP emissie Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen - soorten •
Spleetdoppen – – – – – – – – – – –
voor de meeste toepassingen geschikt vooral veldspuiten (3/4). weinig driftgevoelig, zeker als de lage druk geven een smal, ellipsvormig spuitbeeld geven een goede vloeistofverdeling in de breedte bij een dubbele overlapping het systeem is gevoelig voor zwiepen (horizontaal bewegen), minder aan pendelen (verticaal bewegen). smalle ellipsvormige uitstroomopening waardoor de spuitvloeistof als een plat vlies naar buiten treedt Om te voorkomen dat de puitbeelden tegen elkaar aanbotsen, vormen de doppen een kleine schrankhoek met de spuitboom van 7 tot 10 . De optimale spuitdruk ligt ongeveer tussen 2 en 4 bar. De tophoek bedraagt veelal 110 graden waardoor met een beperkte spuitboomhoogte van ongeveer 50 cm een goede vloeistofverdeling kan bekomen worden. standaard versus driftreducerende spleetdoppen Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen - soorten •
Luchtmengdoppen – werken op basisvan het venturi-principe. De spuitvloeistof wordt door een vernauwing geperst waarin ook een klein kanaaltje naar buiten uitmondt. Door de vernauwing wordt een onderdruk gecreëerd en lucht wordt via het kanaaltje aangezogen. Deze lucht vermengt zich met de spuitvloeistof. Hierdoor wordt er een grover druppelspectrum gevormd dat minder driftgevoelig is. – Ze geven grote met lucht gevulde druppels die weinig driftgevoelig zijn. – Om een goede aanzuiging van de lucht mogelijk te maken, dient u bij de meeste van deze types een hogere werkdruk (3 tot 8 bar) te handhaven. – In ruimteculturen zoals boomgaarden adviseert men minimum 100 liter water per meter gewashoogte (maximaal tot net voor afdruipen) of 300 liter water per ha standaardboomgaard. – Dit type doppen is aan te raden vanaf windsnelheden van meer dan 5 km/u. Ook in de nabijheid van oppervlaktewateren of ‘gevoelige’ gebieden (recreatie, natuur, bewoning) zijn deze doppen aan te raden, op zijn minst in het spuitspoor grenzend aan deze gebieden. Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen - soorten •
Werveldoppen
– Werveldoppen produceren een groter aandeel fijne driftgevoelige druppels (< 100 μm) dan spleetdoppen, zodat u dient op te letten voor emissie. Werveldoppen hebben een breder druppelgroottespectrum en dus meer kleine driftgevoelige druppels in vergelijking met spleetdoppen. – geven een cirkelvormig spuitbeeld, waardoor u ook met overlapping geen gelijkmatig spuitbeeld kunt verkrijgen – zijn gevoelig aan pendelen, minder aan zwiepen – Werveldoppen worden steeds minder gebruikt op landbouwspuiten maar worden wel nog zeer frequent gebruikt in de fruitteelt. Ze worden wel gebruikt bij nevelspuiten om de druppels door de luchtstroom tot in het dichte gewas te blazen. – Hun spuitbeeld is niet scherp begrensd en hun tophoek is kleiner (62 – 90 ) dan bij een standaard spleetdop en is tevens drukafhankelijk. Hierdoor is het moeilijker om een goede dwarsverdeling te bekomen en is een grotere spuitboomhoogte noodzakelijk (b.v. 80 cm). – soms ook nog gebruikt voor rijenbespuitingen of bij bespuitingen met een rugspuit. – Recent ook luchtaanzuig - werveldoppen met grover druppelspectrum (driftreducerend), bijvoorbeeld de Albuz TVI
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen - soorten •
Ketsdoppen – Bij ketsdoppen ontstaat de spuitnevel doordat de vloeistofstroom met grote kracht tegen een wand geworpen wordt. – De vloeistofverdeling voor een individuele ketsdop is nagenoeg rechthoekig, wat een probleem kan opleveren om een goede vloeistofverdeling te bekomen. – Ze worden voornamelijk gebruikt bij rugspuiten en op veldspuiten om vloeibare meststoffen en bodemherbiciden te verspuiten. – TeeJet slaagde erin om een ketsdop (Turbo TeeJet) te ontwikkelen die de vloeistofverdeling van een spleetdop sterk benadert waardoor een betere vloeistofverdeling over de volledige breedte van de spuitboom kan bekomen worden. – Tophoek van 110 zorgt voor betere overlap. – Luchtaanzuig (grovere druppel) en luchtondersteunde ketsdoppen (druppelspectrum bestuurbaar voor 1 dop vanuit trekker door regelbare menging lucht van compressor en spuitvloeistof. Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen - druppelspectrum •
•
De meeste doppen produceren een bepaald druppelbereik. Het druppelspectrum van een dop wordt meestal beschreven met de Volume Mediaan Diameter. Dit wil zeggen dat de helft van het verspoten volume samengesteld is uit druppeltjes met een diameter die kleiner is dan die diameter en de helft van het volume uit druppeltjes met een diameter die groter is. Deze diameter wordt meestal uitgedrukt in µ (micro)-meter. 1 µ-meter = 0,001 mm Op basis van deze VMD worden druppels ingedeeld in klassen.
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen - druppelspectrum
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel
2.4. spuitdoppen – verband druppelspectrum en druk
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
2. Techniek van een spuittoestel 2.4. spuitdoppen - druppelspectrum •
Voor toepassingen in de fruitteelt kan men volgende richtlijnen aanhouden (tenzij anders vermeld op het etiket), ideale druppelgrootte en optimale verdeling van product:
Product Insecticide Fungicide •
• • •
Druppelgrootte (VMD) 200 - 300 µ 100 - 250 µ
Minimum aantal druppels 20 – 30 /cm² 50 – 70 /cm²
Met kleine druppels (< 100 µ) bekomt men: – Een betere bedekking. – Meer drift en verdamping. – Minder indringing. Té kleine druppels (<100µ) zijn af te raden. Kleine druppels ontstaan bij hoge druk in combinatie met kleine doppengroottes. Omdat insecticiden en fungiciden vaak tezamen worden verspoten, beschouwen we een ideaal druppelspectrum tussen de 100 en de 400 µ. Met dit spectrum bereiken we een goede geleiding in de luchtstroom en toch voldoende afzetting op de bladeren. Bovendien bepaalt het werkingsmechanisme van het product (systemisch of contact) en de beweeglijkheid en het voedingsgedrag van de plaag eveneens het ideale druppelspectrum. Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Kritische controle punten VOOR behandeling Transport, stockage, management, spuitbeslissing, IPM, vullen, …
TIJDENS behandeling GAP, wind, spuit uitrusting (gebruik, toestand, instellingen), …
NA behandeling Spoelen & wassen (in veld –erf, stalling spuitapparatuur, … Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van (bron: Sint-Truiden” Phytofar, fytofarmaceutische producten
BE)
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.1. inleiding
Succesvolle gewasbescherming = juiste productkeuze + juiste moment (weerbericht) + juiste dosis + goed afgestelde spuitapparatuur
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.2. dosering •
Klassieke toestellen = 35 tot 85% middel op bespoten boom Reden : – ondersteuningslucht niet doelgericht – te grote snelheid van lucht in het gewas – onjuiste druppelgrootte – slechte verdeling van doppen over gehele hoogte van boom
•
Dwarsstroomtechniek => voldoet meer aan de voorwaarden N.B. Dosisverlaging fungiciden tot 25 %, enkel bij lage schurftdruk.
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.2. een eenvoudige test !!
Bovenkant Blad
Onderkant Blad
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ? • Optimale hoeveelheid vloeistof (l / ha) Boomvolume ( m³ / ha) Boomhoogte (h) x Diameter kroon (m) x 10.000 (m²/ha)
= Rijafstand (m)
Watervolume ( l / ha) = Boomvolume (m³/ha) x 0,02 (l/m³)
In de praktijk : 150 tot 300 l/ha fungiciden 1000 l /ha insecticiden / acariciden Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ? • Aantal doppen - Kies aantal doppen in functie van gewas en parasiet. - Sluit doppen die over of onder het doel spuiten.
• Tractorsnelheid (km / u) – Snelheidsmeters # werkelijke snelheid – Maximale rijsnelheid =
Ventilatorcapaciteit (m³/u) x F
= 1000 x Spuitbreedte of rijafstand (m) x boomhoogte(m) waarbij F (factor) :
3 tot 3,5 voor open gewas en 2,5 tot 3 voor dicht gewas
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ? -
Eenvoudige test om rijsnelheid te kennen: * halfgevulde sproeitank (wielslip) * gewenste versnelling * aftakastoeren (540) * recht stuk rij * Rij 100 m en meet exacte tijd
100 (m) x 3600 (s/u) Rijsnelheid (km/uur) = 1000 (m/km)x T (sec) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ? • Spuitduur per ha, i.f.v. plantsysteem (min) •
Oppervlakte perceel (m²) =
x 0,06 Rijafstand (m) x Rijsnelheid (km/u)
• Debiet (l / min) Volume (l/ha) x Rijsnelheid (km/u) x Spuitbreedte (m)
= 600 Debiet/dop= Totaal debiet (l/min) /aantal doppen (n) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ? • Hoeveelheid spuitoplossing: – Bij elke dop, een welbepaalde werkdruk – Druktabellen • Dopafgifte • Druk (5 – 15 bar voldoende) • Dop : Albuz – Teejet
• Voorbeeld 1 (1 ha = 10.000 m²) gegevens: Jonagold perceel, plantafstand : 3,5 x 1,25 m Boomhoogte : 3,5 m, Kroondiameter : 1,25 m Aantal doppen : 2 x 8 doppen
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ? •
Boomvolume = (3,5 m x 1,25 m x 10000) / 3,5 m = 12.500 m³ / ha
•
Watervolume = 12.500 m³/ha x 0,02 l/m³ = 250 l / ha
•
Rijsnelheid = (100m x 3600s) / (1000m x 55,4s) = 6,5 km / uur
•
Spuitduur = (10000m² / 3,5m x 6,5km/u) x 0,06 = 26, 4 min / ha
•
Debiet = (250l/ha x 6,5km/u x 3,5m) / 600 = 9,48 l/min : 16 doppen = 0,59 l/min/dop
Zie Tabel : Albuz 210 (bruin) bij 8 bar
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ?
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ? • Voorbeeld 2 gegevens : Men wenst 500 l/ha verspuiten, 2 x 8 doppen, snelheid 6,5 km/u, plantafstand 3,5 m
– Spuitduur : 27 min – Dopafgifte : => 500 l / 27 min = 18,52 l/min => 18,52 / 16 doppen = 1,16 l/min/dop Zie Tabel : Albuz 215 (oranje) bij 7,5 bar
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ?
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ? Zelf Testen
Debietmeter
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.2. Hoe een spuittoestel afstellen ? •
Luchtondersteuning
•
Bij nieuwere toestellen staan luchtsnelheid en -debiet weergegeven voor de verschillende ventilatorstanden (meestal 1 of 2 standen). Volgende vuistregels kunnen helpen
•
– Richt de luchtstroom op het doel. Afhankelijk van het toestel kan dit uitgevoerd worden met behulp van deflectorplaatjes en met het richten van de uitstroommonden. Als referentie wordt aangenomen dat 25 cm boven de hoogste koppen er geen luchtondersteuning meer hoeft te zijn. – Blaas 10 tot 15 schuin omhoog. – Blaas door de boom, maar niet verder. Hou hierbij rekening met wisselvallig weer en let ook op de koppen van de boom. Deze moeten voldoende geraakt worden. Bij te hard rijden (> 8 km/h) kan de lucht bovenaan afgebogen worden en raakt ze de koppen niet meer (o.a. voor perenbladvlo-aantasting). – Verander de luchtondersteuning door te spelen met het aantal toeren op de aftakas (tussen 400 en 540 toeren per minuut; oppassen voor voldoende menging, hou rekening met de invloed op de rijsnelheid). Bij een aantal modellen kan men de luchtondersteuning regelen door de ventilatorschuif te openen of te sluiten. – Bij rustig weer kunnen de uitstroommonden achterwaarts geplaatst worden (10 tot 15 ). Op die manier leggen de druppels een langere weg af doorheen het gewas en worden ze meer uitgefilterd. – Vóór en in de bloei wordt vaak om de andere rij gespoten. Hou rekening met het feit dat dit op langere termijn de infectiedruk kan verhogen. De indringing in de tweede rij is niet meer zo goed als de plantafstand 3m en meer bedraagt. Bovendien gaat veel product op de grond verloren. Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.3. dosis uitdrukkingen
• Op basis van grondoppervlakte Voor gewasbeschermingsmiddelen die voor 1996 nog geen herziening of verlenging van erkenning hebben, wordt op de volgende wijze van dosisuitdrukking nog steeds op het etiket vermeld : * ofwel in kg product of kg actieve stof/ha * ofwel in % of in g (kg) per 100 l water, uitgaan van een berekeningsvolume van 1500 l
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.3. dosis uitdrukkingen
• Op basis van loofwandoppervlakte Gewasbeschermingsmiddelen die na 1996 wel een herziening van erkenning hebben gehad of nieuwe middelen die na 1996 erkend werden, wordt volgende dosisvermelding gebruikt : kg product / ha fruithaag of voor een type boomgaard (3 m hoog en 3,5 m tussen de rij). => Loofwandoppervlakte = L x H x 2 * L = totale boomlengte van het perceel (m) of beplante oppervlakte / afstand tussen de rijen * H = hoogte van het gewas (m) * 2 = factor voor beide zijden van de haag
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.3. dosis uitdrukkingen
=> Voorbeeld : type boomgaard (1 ha) (10000/3,5) m x 3 m x 2 = 17.142 of 1,71 ha fruithaag Dosisvermelding etiket : 0,88 l/ha fruithaag 0,88 l/ha x 1,71 ha = 1,5 l/ha grondoppervlakte
• Op basis van boomvolume * TRV (Tree Row Volume) berekeningssysteem * Dosis afhankelijk van boomvolume * In België dit systeem niet erkend.
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.4. Veiligheid - Inleiding
• Gevaren bij gebruik van sproeistoffen – Opname via de huid : vaak onderschat => vnl EC-formulaties (solventen die vetten oplossen)
– Opname via de mond : beperkt => laat middelen in de originele verpakking
– Opname via de ademhaling : => meest voorkomende oorzaak van vergiftigingen => middelen onder fijne druppel verspoten !!! LEES STEEDS HET ETIKET !!!
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.4. Veiligheid – voor u, de andere(n) en het milieu •
Tijdens (voor)bereiding en spuiten – Draag handschoenen tijdens bereiding – Nooit eten : vergiftiging uitstellen roken : versnelde opname alcohol : bloedvaten ruimer open; snellere opname – Niet in aangezicht wrijven vb. neus krabben – Middel op huid : afspoelen met lauw water en wassen – Gebruik een scherp mes of schaar voor openen – Bereiding : buiten met wind in de rug binnen enkel met afzuiging – Hou rekening met klimatologische omstandigheden
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.4. Veiligheid – voor u, de andere(n) en het milieu •
Maatregelingen bij vergiftiging – Bewusteloos : * op de zij leggen, nooit op de rug (verstikking bij het braken) * nooit braken : sommige producten branden, 2 x beschadigen
– – – – –
Geen ademhaling : mond aan mond ademhaling Geen hartslag : hartmassage Spuitvloeistof in de ogen : 15 min. spoelen met stromend water Opname via de huid : overvloedig wassen en bevuilde kleren uit Opname via mond : actieve kool geven (absorbeert gif) => geen melk geven, bevat vetten, versnelde opname
- Anti-gifcentrum : 070 / 245 245, Spoed : 100 of 112
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.5. Opslag van middelen • Wettelijke vereisten – – – – – – – – –
Achter slot en grendel Droog en verlucht Goed verlicht Brandveilig : gemetselde ruimte (9 cm dik = 1 uur vuurbestand) Koel maar vorstvrij Gescheiden van woonruimte, stallen en opslagplaatsen Goede staat van orde en netheid Deur draait naar buiten open Aanduiding op de deur : waarschuwingsteken “Vergif” en verbodsteken “Open vuur, vlam en roken verboden”
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.5. Opslag van middelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.5. Opslag van middelen Brandveilige deur
met pictogrammen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.5. Opslag van middelen Niet absorbeerbare rekken
Opvangbak bij lekkage
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.5. Opslag van middelen
• Aanbevelingen – Lijst met nuttige telefoonnummers (lokaal en tel.) (huisdokter, anti-gifcentrum, apotheek, spoedgevallen) – Vermijd grote voorraden – Vermijd resten en overschotten – Vloeibare formuleringen niet langer dan 2 jaar bewaren – Fungiciden, insecticiden en herbiciden scheiden – Plaats poeders boven vloeistoffen – Gebruik voor de rekken leggers die niet absorberen – Zorg dat er absorberend materiaal aanwezig is
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.5. Opslag van middelen • Aanbevelingen
– Voorzie blusapparaat (ABC poeder, 6 kg) – Voorzie stromend water en de mogelijkheid om de ogen te spoelen buiten het lokaal – Voorzie opbergplaats werkkledij en filters buiten het lokaal – Voorzie E.H.B.O.-kit buiten het lokaal – Gekeurde elektrische installatie – Vloeibare gewasbeschermingsmiddelen in plastic bakken plaatsen op de rekken
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.6 Mengen van bestrijdingsmiddelen • Biologische verenigbaarheid => Voordelen :
– – – –
Tijdsbesparing : meerdere parasieten bestrijden Resistentie voorkomen : eidodend en bewegend Verbreding van werkingsspectrum : herbiciden Dosisverlaging omwille van versterken effect : combinatie preventief en curatief schurftmiddel
=> Mengen van producten met identieke werking geeft : contactherbicide met systemisch bladherbicide
geen zin !!!
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.6 Mengen van bestrijdingsmiddelen • Chemische verenigbaarheid – Bij menging van producten moet men rekening houden met antagonisme. De werking van een product wordt nadelig beïnvloed door het andere, zonder dat er gewasschade optreedt (Mg <-> Mn, kalk met sulfaten). – Het toevoegen van oplosmiddelen, anti-schuim producten en dergelijke heeft meestal een positief effect. – Mengtest : dosis van elk product dat nodig is voor 1 are in 1 liter water mengen. Na 15 min gaat men de oplossing beoordelen.
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten
3.6 Mengen van bestrijdingsmiddelen •
Volgorde van menging afh. Formulering
1 1 product WP SC WP SL WP WG SL
+2 2 product
(1+2) + 3 3 product
EC EC SC EC SL SL SC
EC
=> WP : Spuitpoeder (captan) => WG : water disp. concentraat => SC : suspensie concentraat (Scala) => SL : met water mengbaar (Confidor) => EC : emulsie concentraat (topaz)
EC EC
BLADVOEDING als LAATSTE in vat Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3. Voor het spuiten 3.7 besluit
Het beheersen van goede toepassingstechniek wordt beloond met : • • • • • •
Het gebruik van minimale effectieve dosis. Mogelijkheid tot gebruik van lager watervolume per ha. Minder verbruik van gewasbeschermingsmiddelen. Verlaagd drift- en afdruippercentage. Minimale residu’s. Verhoogde veiligheid.
NB : VLIF steun spuittoestel
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 definitie bufferzone • • • • • • •
Braakzone in akkerbouw Min 1m (veldspuit), min 3m (boomgaardspuit) niet nodig indien beide eigenaars overeenkomen (! MRL appel -peer) Kantdoppen (akkerbouw) erkend Lijsten driftreducerend materiaal (fytoweb) Muur van paloxen, rietkraag op de kant toegelaten Wanneer het wateroppervlak water bevat op het moment van de bespuiting! (voorheen permanent water) Bij rioolgracht geen bufferzone
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones
Tijdens het spuiten: • 1m-3m, bufferzone, (EU 5-6m tot 9m) • Windrichting drift – windstil (‘s morgens - ’s avonds) • Dopkeuze • Run off (begin - einde rij) • Regen na behandeling • Lekkende doppen, leidingen • Behandeling beek-grachtkanten
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones
Maatregelen ter beperking van de verontreiniging van oppervlaktewater door gewasbeschermingsmiddelen.
Concrete gevolgen voor de fruitteler.
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones •
•
Verdwijnen ‘ oude ’ GBM, Probleem bij erkenning ‘ nieuwe ’ GBM, => EU richtlijn 91/414, schadelijk voor waterorganismen (vissen, zoetwaterkreeft, algen) => LD50 waarde = lethale dosis bepalen van een produkt voor alle waterorganismen waarbij 50 % van de dieren afsterft max 1% van de LD50 mag in oppervlaktewater terecht komen. In België: erkenning = JA of NEE
HOE oplossen? ⇒
Driftreducerende maatregelen
MAAR: groot aantal percelen: GEEN oppervlaktewater in de buurt
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones
2015 in werking treden van de kaderrichtlijn water Dir 2000/60/EC WFD Per a.s
0,1mg/l in drink en grondwater;max 0,5mg 1g/10 miljoen l. water 4mm op de omtrek van de aarde 1 hartslag/ 317 jaar
→ geen aanwezigheid → geen rekening met giftigheid ⇛ uit de markt nemen van GBM Belangrijk 40-90% oorzaak directe verliezen Puntbezoedeling. Oplosbaar door: GLP - opleiding - bewustmaking
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen • •
Alle maatregelen die kunnen beletten dat spuitdruppels of GBM in het algemeen tijdens de toepassing ervan in oppervlaktewater terecht kunnen komen. # maatregelen denkbaar : – – – – – – – –
• •
Het in acht nemen van een niet behandelde bufferzone langs het wateroppervlak Het gebruik van bepaalde spuittoestellen en anti-driftdoppen Het aanpassen van de boomgaardomgeving: hagen, schermen van riet, muur van paloxen Het voorkomen van plaatselijke verontreinigingen tijdens bereiding en onderhoud Het gebruik van goede landbouwpraktijken Het bepalen van driftreductiepotentieel tijdens technische controle Het verbeteren van spuittechniek Het instellen van braakzones
Erkende maatregelen staan op het web => WWW.PHYTOWEB.FGOV.BE Gelden voor bepaalde GBM met risico op giftigheid voor waterorganismen.
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen •
Bufferzone = niet behandelde strook in de nabijheid van een wateroppervlak. Vegetatie heeft geen belang.
•
Wateroppervlak = beken, rivieren, drainagekanalen, plassen, vijvers en sloten die op het moment van de bespuiting water bevatten. Bedrijfseigen waterbekkens zijn
niet opgenomen in deze definitie. Rioolbeek is tevens niet opgenomen. •
Breedte van de bufferzone = minimale afstand die moet in acht worden genomen tussen de laatste bespoten rij en de oever van het oppervlaktewater.
•
Algemene afstandregel t.o.v. oppervlakken die niet moeten behandeld worden : minimum 3 m voor boomgaardsproeiers en 1 m voor veldspuiten.
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen op etiket (m) Bufferzone van:
5m met
10 m met
20 m met
20 m 50%
Klassieke Techniek
20m 75%
20 m 90%
30 m 90%
Driftreducerende Techniek
Klassieke Techniek
5
10
20
30
40
50
150
50% DriftReductie
3
5
15
20
30
40
75
75% DriftReductie
3
3
10
15
20
30
50
90% DriftReductie
3
3
5
10
15
20
30
99% DriftReductie
3
3
3
3
3
3
10
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – appel
Afstandsregel (meter)
50 % driftre ductie
75 % driftre ductie
90 % driftre ductie
99 % driftre ductie
Middelen
klassiek 0%
Bufferzone van 5 meter met klassieke techniek
Candit, Runner
5m
3m
3m
3m
3m
Bufferzone van 10 meter met klassieke techniek
Topsin M 500 SC, Shavit, Insegar
10 m
5m
3m
3m
3m
Bufferzone van 20 meter met klassieke techniek
Confidor, Warrant, Belem, Fenycarb, Flint, Frugico, Sanmite WP, Scala, Steward, Topsin M 70 WG, Agricim carbaryl
20 m
15 m
10 m
5m
3m
Bufferzone van 20 meter met 50 % driftreducerende techniek
Tracer, Vision
30 m
20 m
15 m
10 m
3m
Bufferzone van 20 meter met 75 % driftreducerende techniek
Apollo, Naja, Envidor, Gazelle, Mospilan
40 m
30 m
20 m
15 m
3m
Bufferzone van 20 meter met 90 % driftreducerende techniek
Bellis, Bazooka, Kohinor 200SL Calypso, Sevin, Chorus, Peropal, Masai WP, Syllit, Cuprex 50%, Merpan 80 WG
50 m
40 m
30 m
20 m
3m
Bufferzone van 30 meter met 90 % driftreducerende techniek
Cascade DC, Zolone Flo, Dodex, Dodifun, Hydro WG, Kocide Opti, Koperhydroxide WG, Torque WP
150 m
75 m
50 m
30 m
10 m
Etiket
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – peer
Afstandsregel (meter)
Middelen
klassiek 0%
50 % driftreductie
75 % driftreductie
90 % driftreductie
99 % driftreductie
Bufferzone van 5 meter met klassieke techniek
Candit, Runner
5m
3m
3m
3m
3m
Bufferzone van 10 meter met klassieke techniek
Topsin M 500 SC, Insegar
10 m
5m
3m
3m
3m
Bufferzone van 20 meter met klassieke techniek
Fenycarb, Flint, Scala, Steward, Sanmite WP, Topsin M 70 WG, Frugico
20 m
15 m
10 m
5m
3m
Bufferzone van 20 meter met 50 % driftreducerende techniek
Tracer
30 m
20 m
15 m
10 m
3m
Bufferzone van 20 meter met 75 % driftreducerende techniek
Apollo, Envidor, Gazelle, Naja; Mospilan
40 m
30 m
20 m
15 m
3m
Bufferzone van 20 meter met 90 % driftreducerende techniek
Bellis, Chorus, Calypso, Cuprex 50%, deltamethrin, Peropal, Masai WP, ,Syllit,Vertimec, Talstar 8SC, Dithane WG & M45, Manfil, Milcozebe 75 WG, Dequiman MZ WG, Merpan 80 WG, Prozeb Trimangol 80 & WG
50 m
40 m
30 m
20 m
3m
Bufferzone van 30 meter met 90 % driftreducerende techniek
Bistar, Starion 80SC Multistar 80SC, Cascade DC, Torque WP, Zolone Flo, Dodex, Dodifun, Hydro WG, Koperhydroxide WG, Dithane M22, Hermozeb 80WP
150 m
75 m
50 m
30 m
10 m
Etiket
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – Fruitbedrijf SOAP Afstand tot water (m) Perceel n Naast loods
N >150
Z
Boomgaard Spuit
O
W
>150
>150
>150
OK
>150
>150
>150
OK
Wittekerke
>150
Buren
100
50
10
3
Oppassen
Familie
20
>150
>150
>150
Oppassen
Kampioenen
>150
>150
>150
>150
OK
Thuis
>150
>150
>150
>150
OK
• Welke producten ga ik gebruiken ? Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones –Voorbeeld
A Etiket: Bufferzone van
20 m met klassieke techniek
Afstand A Water-perceel
Gebruik ?
≥20 m
OK
<20 & ≥15 m
50% driftreductie
<15 & ≥10 m
75% driftreductie
<10 & ≥5 m
90% driftreductie
<5 & 3 m
99% driftreductie Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – Spuitkwaliteit
Luchtmengdop
ketsdop (TT)
werveldop
Gebruik van driftreducrende doppen : * doppen testen !! (verstoppingen) * goed doorspoelen na aanpassing machine * water (min 300 l) en druk (luchtmeng > 6, lage druk: max 4) * luchtondersteuning bovenaan (zware druppels) * filter : minimum 50 mesh, 80 beter
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – spuitkwaliteit werveldop
TT spleetdop
venturidop
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – spuitkwaliteit
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – spuitkwaliteit Spuitkwaliteit
Kleur
Drift
Werking
Zeer fijn (ZF)
Rood
zeer goed
Fijn (F)
Oranje
zeer goed
Medium (M)
Geel
Grof (C)
Blauw
goed, maar
Zeer Grof (VC)
Groen
?
Extreem Grof
Wit
?
goed
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – spuitkwaliteit
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – DRIFT: lucht 2001
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Concentration in the air at 10 m outside orchard
10
10
9
9
8
8
7
7
height (in m)
height (in m)
Concentration in the air at 5m outside orchard
6 5 4
6 5 4
3
3
2
2
1
1
0
0 0
100
200 300 (µg NaFl/m²) AI
HC
400
500
0
100 200 300 (µg NaFl/m²)
400
AI HC Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
500
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – spuitkwaliteit
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – spuitkwaliteit overzicht 140 proeven 120 115
relative
110 105 100 95 90 85 80 0
20 Vergelijking antidrift40doppen - standaard doppen (=100) in appel (alle ziekten en plagen)
60
80
100
120
Individuele proeven
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
140
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 35
4.1 bufferzones – spuitkwaliteit overzicht 140 proeven
30
Alle resultaten op alle targets 25
Doppenproeven appel 1995-2002 - alle data 130 Data Vetnuri dop relatief (Standard nozzle = 100)
frequentie (%) 20
15
10
5
0
80
82
84
86
88
90
92
94
96
98
100 102 104 106 108 110 112 114 116 118 120
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van Relatieve vergelijking in % fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – spuitkwaliteit “veldspuit”
“boomgaardspuit”
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten 4.1 bufferzones – spuitkwaliteit
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen • •
Standaard: Luchtaanzuigdop met 80/90° tophoek Problemen met lengte luchtaanzuigdoppen (bv Munckhof)? Lage druk dop bv Teejet DG 80° (antidrip druk)
•
Problemen met watervolume (bv dwarsstroom met meer dan 8 doppen)? lage drukdoppen met tophoek 110/120° en niet meer alle dopposities benutten. Onder voorbehoud (één jaar in test): Opletten voor constructie-onderdelen in spuitscherm
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
4. Tijdens het spuiten
4.1 bufferzones – driftreducerende maatregelen 99% * Tunnelspuit met haag * Tunnelspuit met aangepaste doppen
* Dwarsstroom met groendetectiesensoren met aangepaste doppen
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Aantal aangetroffen bestrijdingsmiddelen als actieve stof (Vlaanderen, 2006)
Bron: VMM
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Overschrijdingen van de PNEC-waarden voor bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater (Vlaanderen, 2006)
Bron: VMM Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
1. Wat is het probleem? Overschrijdingen van de MAC-waarden voor bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater (Vlaanderen, 2006)
Bron: VMM Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
1 5. Na het spuiten 5.1. inleiding •
Herziening erkenningen • Verdwijnen erkenningen • Beperkingen, zoals bufferzones
• •
Reductieprogramma’s Europese Kaderrichtlijn Water – Kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in 2015 in orde •
De hoeveelheid aanwezige actieve stof in het oppervlaktewater mag niet giftig zijn voor het waterleven. Geen overschrijdingen meer van PNEC en MAC • In drinkwater – Maximaal 0,1 microgram/liter per actieve stof. – Maximaal 0,5 microgram/liter alle actieve stoffen samen.
• Overschrijding = verdwijnen erkenning !!!
– Deze kaderrichtlijn werd in Vlaanderen vertaald in het decreet Integraal Waterbeleid.
•
Voor meer info STUDIEDAG ADLO “WATER EN GBM” 20 maart 08 Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
• Internationale studies tonen aan dat 40%-90% van concentraties GBM in oppervlaktewater te wijten is aan puntbronnen !!! • Diffuse bronnen = voornamelijk spuitdrift • Wat zijn puntbronnen? – – – – – –
Lozing van spuitresten Lozing van spoelwater en reinigingswater Morsen bij afmeten en voorbereiding van de spuitmiddelen Overlopen van het spuittoestel bij het vullen Lekkende spuitdoppen, leidingen, filters, verbindingen … VOORNAMELIJK TIJDENS VULLEN EN SPOELEN OP HET ERF !!! Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
5 stroombekkengebieden in Hessen, DE
van diffuse bronnen
33
35
25
5
23
van puntbronnen 67
65
75
95
77
20km²
7 km²
area
1900 km² 25km²
50 km²
Presented by Prof. FredeCursus Univ.“Erkend Giessengebruiker at TOPPS Oct en/ofForum verkoperGermany van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden” 2006 (changed)
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Morsen tijdens mengen
28 %
Uitkuisen tank
8%
12 %
Zegel bus Modder van tractor banden
17 % 10 %
25 %
Extern reinigen spuittoestel Morsen – spoelen verpakking
(Bron: Resultaten van Jaar 1 Aventis Cherwell Study, ADAS, UK) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
De zegel van een fytoverpakking kan tot 1 g actieve stof bevatten. Dit is voldoende om 10 000 m3 water te vervuilen. Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Vullen van het spuittoestel met GBM op het bedrijf Groot risico op afspoeling van GBM naar oppervlaktewater, hetzij rechtstreeks in een gracht of beek, hetzij via riolering. 100 90
% landbouwers
80 70
55,6
60 50 40
28,4
30 20
12,4
10 0 onverhard oppervlak
verhard oppervlak
verhard oppervlak met afvoer naar riool
2
0,8
0,8
plaats w aar w ater w ordt opgevangen
plaats w aar w ater w ordt opgevangen en gezuiverd
andere
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Vullen van het spuittoestel met GBM op het bedrijf Heel wat landbouwers hebben een vulplaats die dicht bij oppervlaktewater is gelegen. 25
% landbouwers
20
15
10
5
0
verhard oppervlak <5m
6-10m
verhard oppervlak met afvoer naar riool 11-20m
21-50m
> 50m
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding Ongevallen op het bedrijf
Ongevallen zijn snel gebeurd! De gevolgen ervan worden echter vaak onderschat. 60
50
% landbouwers
43,2 40
42,0
37,7
30
20
12,3
14,2
10
0,6 0 lekken morsen GBM bij morsen GBM bij overlopen tank lekken afmeten vullen bij vullen spuitapparatuur spuitapparatuur tijdens vullen tijdens transport
andere
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Reinigen van het spuittoestel op het bedrijf Groot risico op afspoeling van gecontamineerd reinigingswater naar oppervlaktewater. 60
% landbouwers
50
39,9
40
35,9
30
20
14,1 10
6 1,2
2,8
0 onverhard oppervlak
verhard oppervlak verhard oppervlak met afvoer naar riool
plaats w aar w ater w ordt opgevangen
plaats w aar w ater w ordt opgevangen en gezuiverd
andere
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Reinigen van het spuittoestel op het bedrijf De reinigingsplaats is vaak dichtbij oppervlaktewater is gelegen. Vul- en reinigingsplaats is meestal op dezelfde plaats gelokaliseerd. 20
% landbouwers
15
10
5
0
verhard oppervlak
<5m
6-10 m
verhard oppervlak met afvoer naar riool 11-20 m
21-50 m
> 50 m
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
SPOELWATERTANK
OVERSCHOT tankoplossing
Verdunbaar TECHNISCH RESTANT in de tank, de pomp en gedeelte van leidingen
Niet verdunbaar TECHNISCH RESTANT (dood volume) in de leidingen en spuitboom Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
Wat indien u te weinig spuitoplossing heeft aangemaakt? Een correcte berekening van de hoeveelheid spuitoplossing die men nodig heeft is zeer belangrijk om overschotten te vermijden. 50
% landbouwers
40 32,2 30
27,5
20
17,2
10
16,3
6,9
0 maak steeds meer dan nodig
neem extra water mee
heb extra water in het veld
neem water uit spoel- of schoonwatertank
andere
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. inleiding
• De externe contaminatie draagt in belangrijke mate bij tot de totale vuilvracht, vooral bij boomgaardspuiten – Boomgaardspuiten 0.3-0.8% verspoten hoeveelheid = 75 – 200 g as/ha jaar (25000 g as/ha jaar voor appel). – Veldspuiten 0.02%-0.5% verspoten hoeveelheid = 0.4 – 10 g as/ha jaar (2000 g as/ha jaar voor akkerbouw) • Interne contaminatie (Wehmann 2006) (ISO 22368) – 0.21% - 1.04% (gemiddeld 0.36%) van originele spuitoplossing voor veldspuiten – 0.01% - 0.21% (gemiddeld 0.14%) van originele spuitoplossing voor boomgaardspuiten Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer • 90% oplossing ligt in dagelijkse routine, de toepassing van de goede landbouwpraktijken • Goede landbouwpraktijken – wat doen met spuitresten: – Spoelen in het veld !!! • Intern reinigen in 3 beurten of TOPPS Clean • Ook extern reinigen
– Resten van middelen die u niet kunt wegwerken door verspuiten op het veld, kan u laten vernietigen, ophalen of opruimen door een erkend ophaler-verwerker van gevaarlijk afval.
• Vermijd spuitoverschotten (= teveel spuitoplossing) – Goede afstelling van spuittoestel – Spuitcomputer – Maak niet meer dan u nodig heeft Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer De uitrusting van het spuittoestel kan vaak nog beter om puntvervuiling te vermijden. schoonwatertank
49,6
handwastank
63,3
spoeldop
26,3
reinigingsapparatuur
14,5
antidrupsystemen
70,6
vulapparatuur
47,1
fustenreiniger
40,8
andere
0,3 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
% spuittoestellen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer Vulapparatuur
Fustenreiniger
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer externe reiniging
Spoeldop voor interne reiniging
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer 1) Tank voor wassen van de handen 2) Schoonwatertank Na het spuiten, kranen veranderen voor interne en externe reiniging met schoonwatertank 2)
1)
Eerst grondig intern spoelen en versneld verspuiten, dan met restwater buiten-
Kost
kant afspuiten
- 10 m darm + spuitlans + koppelstukken = ± €100 - + slanghaspel = ± €400
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer Restwater van intern reinigen met pomp sproeier over biozuivering m.b.v. snelkoppelingen einde van elke krans + pomp
Snelkoppeling op einde van krans
Snelkoppeling op pomp Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van
fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer
• Veranderingen na intensieve training - Reinigen in het veld Wölfersheim 4 Ortschaften/Kläranlagen Hessen 5 stroombekkengebieden in Hessen,in DE A B C D (Wetterau)
-82%
-70%
-61%
-69%
-80%
Presented by Prof. Frede Univ Giessenat TOPPS Forum Germany Oct 2006 (changed)
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
Presented by Prof. Frede Univ Giessenat TOPPS Forum Germany Oct 2006 (changed) Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer
Presented by Prof. Frede Univ Giessenat TOPPS Forum Germany Oct 2006 Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer • Bij aankoop van spuittoestel ook rekening houden met: SPOELWATERTANK
OVERSCHOT tankoplossing
Verdunbaar TECHNISCH RESTANT in de tank, de pomp en gedeelte van leidingen
Niet verdunbaar TECHNISCH RESTANT (dood volume) in de leidingen en spuitboom
- SPOELWATERTANK (10 x verdunbaar technisch restant) - TOTAAL TECHNISCH RESTANT (zo klein mogelijk) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer 300
Maximum 5816 g vuilvracht AS per 20 spoelbeurten
290,80
Hoeveelheid actieve stof (g)
275
Gemiddeld 98,6% reductie door 3-voudig spoelen in veld
250 225
Gemiddeld 2901 g vuilvracht AS per 20 spoelbeurten
200 175 150
145,05
Minimum 976 g vuilvracht AS per 20 spoelbeurten
125 100
Gemiddeld 39,8 g vuilvracht AS per 20 spoelbeurten
75 48,80
50
44,72 13,14
25
20,67 4,19
2,84
12,78 0,42
1,99
0,08
0 0
1
2
3
Aantal keren spoelen in het veld
A
maximum
gemiddelde
minimum
Berekende belasting van actieve stoffen van gewasbeschermingsmiddelen op waterzuiveringssystemen op het erf bij een standaard tankoplossing van 1000 g actieve stof in 250 liter per spuithectare gebaseerd op totaal restvolume, verdunbaar restvolume en het volume van de spoelwatertank voor 94 veldspuiten.
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer Maximum 800 g vuilvracht AS per 10 spoelbeurten
300
Hoeveelheid actieve stof (g)
275
Gemiddeld 99% reductie door 3-voudig spoelen in veld
250
Gemiddeld 43,8 g vuilvracht AS per 10 spoelbeurten
225 200 175 150
Minimum 159 g vuilvracht AS per 10 spoelbeurten
125 100
Gemiddeld 4,2 g vuilvracht AS per 10 spoelbeurten
80,00
75 50
41,54 15,92
25
6,54
3,34
0,68
2,85
0,97
0,08
1,69
0,42
0,01
0 0
1
2
3
Aantal keren spoelen in het veld
B
maximum
gemiddelde
minimum
Berekende belasting van actieve stoffen van gewasbeschermingsmiddelen op waterzuiveringssystemen op het erf bij een standaard tankoplossing van 1000 g actieve stof in 250 liter per spuithectare gebaseerd op totaal restvolume, verdunbaar restvolume en het volume van de spoelwatertank voor 23 boomgaardspuiten. Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van
fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer Actual rinsing tank volume of 163 sprayers compared with the minimum rinsing tank volume (10% of spray tank volume) stated by the European Standard EN 12761 500
rinsing tank volume (L)
450 23 tree crop sprayers = 44% 76 field crop sprayers = 68%
400
61%
350 300 250 29 tree crop sprayers = 56% 35 field crop sprayers = 32%
200
39%
150 100 50 0 0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
4500
Spray tank volume (L) tree crop sprayers
field crop sprayers
EN 12761
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
500
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer Actual rinsing tank volume of 141 sprayers compared with the minimum rinsing tank volume (10 times dilutible volume) stated by the European Standard EN 12761 800
Rinsing tank volume
700 34 tree crop sprayers = 72% 65 field crop sprayers = 69%
600
70%
500 400 300 13 tree crop sprayers = 28% 29 field crop sprayers = 31%
200
30%
100 0 0
10
20
30
40
50
60
70
Dilutable volume (L) tree crop sprayers
field crop sprayers
EN 12761
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
80
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer turn on the pump to the boom sections backflow fill the tank with fluorescent dye (e.g. 0.01 % sodium fluorescin)
spraying
Spoel procedure
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
Roterende spoeldoppen Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer add fresh water with rinsing nozzle
Remaining liquid in the system is nearly pure water
„press“ the non dilutable residues out of the system (hoses)
Spoel procedure Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van
Taking samples every 30 sec. fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
cleaning a cannon/mistblower Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer
100,00
[%] 90,00 80,00
70,00
Cleaning success (results) – Cannon 9 l/min H2O – IDK & TR – 2,2 l tank residue (10,5 %)
60,00
50,00
100,85
100,00
40,00 66,64
Spray mixture
30,00
20,00
60 l
39,65 26,47
10,00
18,31 10,52
7,44
4,42
3,27
2,90
1,33
0,89
0,83
0,85
210
240
270
300
330
360
390
420
0,00 30
60
1 min
90
120
2 min
150
180
3 min
4 min
Cursus “Erkend gebruiker 5 min 6 min en/of verkoper 7 min van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
[sec.]
Brühe
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Field sprayer – 600 l – 12 boom
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer
100,00 %
Cleaning success (results) – field sprayer (600 l) 80 l H2O (1 x 80 l) – 12 m boom – Airmix 03 – 1,7 l tank residue (8,5 %)
[%]% 90,00 80,00 %
70,00 %
60,00 %
50,00 %
100,0
100,0
3 min
40,00 %
80 l
30,00 %
Spray mixture
20,00 %
10,00 % 12,2
8,6
7,2
6,7
4,8
5,4
60
90
120
150
180
0,00 % 5
30
1 min
2 min
3 min
[sec.]
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Tank
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer
100,00 %
Cleaning success (results) – field sprayer (600 l) 80 l H2O (4 x 20 l) – 12 m boom – Airmix 03 – 1,8 l tank residue (6 %)
[%]% 90,00
80,00 %
20 l
70,00 %
60,00 %
50,00 %
10 min through splitting100,0
20 l
40,00 %
20 l
30,00 % 54,2
Spray mixture
20,00 %
10,00 % 15,2
14,8
15,4
18,2
13,9 2,6
3,0
2,3
2,9
0,5
0,5
0,5
0,5
0,1
0,1
105
120
135
150
165
180
195
210
225 [sec.]
240
0,00 % 15
30
45
1 min
60
75
90
1 min
Cursus “Erkend van 1 min gebruiker en/of verkoper 1 min fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
+ additional time for filling the fresh water into the tank
Tank
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer
100,00 %
Cleaning success (results) – field sprayer (600 l) 10 l/min H2O – 12 m boom – AirMix 03 – 1,6 l tank residue (7,5 %)
[%]% 90,00 80,00 %
70,00 %
60,00 %
50,00 %
100,0
99,1
40,00 %
40 l
30,00 % 43,2
20,00 %
4 min
24,1
10,00 %
Spray mixture
10,2 4,3
1,6
0,7
0,3
0,2
0,1
0,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
150
180
210
240
270
300
330
360
390
420
450
480
0,00 % 30
1 min
60
90
120
2 min
3 min
4 min
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van 5 min 6 min 7 min fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
[sec.] Brühe
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer •
Goede landbouwpraktijken = laat spuitresten verdund achter in het veld.
•
Maar knelpunten:
– Geen mogelijkheid tot spoelen bij gebrek aan spoelwatertank. – Geen optimale reiniging door • Beperkte volumes spoelwater • Grote hoeveelheden interne technische restvolumes (Standaards). • Externe contaminatie
– Morsen tijdens het vullen op het erf – Praktische belemmeringen • Residu, MRL overschrijding • Gewasschade • …
•
Mogelijke oplossing zijn systemen voor de behandeling van spuitresten op het erf, maar enkel als laatste stap van de goede landbouwpraktijken. Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer •
•
•
•
Evaporatie – Toegepast in zuiderse landen – Verplaatsing probleem – geen optie Chemische degradatie – Photocatalyse – Oxidatie, ozonisatie – … Opvang op het erf en uitspreiden op het veld – Bijvoorbeeld in de mesttank – Geen “behandeling” Fysico-chemisch – Floculatie & sedimentatie – Actieve koolfiltratie – Voorbeeld: Sentinel (WMEC Ltd)
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer •
Ten slotte, biozuiveringssystemen – goedkoop, zelf te maken – Gemakkelijk in gebruik – Lage energiebehoefte – Efficiënt en duurzaam, maar binnen bepaalde OPERATIONELE LIMIETEN
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer • Biologische afbraak door micro-organismen (MO) – “white rot fungus”: enzymatische willekeurige afbraak – bacteriën: specifieke (co-metabolisme) afbraak (mineralisatie)
• Actief filtersubstraat = biomix – Grond van het veld als (bron van aangepaste MO) – Stro als voedingsbron (C/N verhouding 1) – Potgrond of turf als vochtregulator • Open versus gesloten systeem – Vocht noodzakelijk, saturatie vermijden – 1 m³ substraat verdampt 500 liter water / jaar, GBM in blijven in systeem Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer verdamping
gesloten
geen effluent
Filter
INPUT
Recirculatie optioneel open
verdamping
INPUT
Filte r
doorsijpeling
effluent of percolaat Recirculatie optioneel
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer • Zweden, Denemarken – biobeds
Praktijk Piloot
• Verenigd Koningrijk – Omlijnde biobeds
Few
• Frankrijk
6
– Phytobacs & Biobacs
• België – Biofilters en Phytobacs
10
1500
1
1
1 2 5
2
35
100 6
Bron: Jens Husby (Bayer CropSience) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
BIOBED
PHYTOBAC
BIOFILTER CRA
hergebrui k
BIOFILTER PCF
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
Biobed (Visavi) Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
Biobac (Mybatec)
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer • Gemiddeld – 4% in percolaat – 93% biodegradatie – 3% retentie
• Problemen – Zeer mobiele moleculen – Zeer persistente moleculen
• Maar onderzoek ! bij verschillende gebruiksfluctuaties ! – – – – –
Debiet, hydraulische belasting Diepte substraat Concentratie Aantal AS Substraten
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - wetgeving • Spoelen in het veld tot een verdunning van 1/100 van de spuitoplossing. De restanten kunnen gedraineerd worden in het veld, maar rekening houden met afstand tot water en de frequentie. • Wanneer spoelen niet mogelijk is, moet alles terug naar erf, opgevangen worden en behandeld worden. – Het restwater behandelingssysteem moet officieel erkend zijn, en deze kunnen verschillen per teelt. Enkel de phytobac is erkend voor alle teelten. •
Bron: Julie Maillet-Mezeray (ARVALIS - Institut du végétal) Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - wetgeving • • • • • • • • • • • • • •
Environmental Agency LINED BIOBED SYSTEM CONDITIONS: Impermeable pavement and sealed drainage system required to direct all liquids to biobed Biobed sited at least 10m from watercourse and 50m from spring, well or borehole Lining must be impermeable Contents must be suitable for treatment and turfed 15,000 litres a year treatment limit per biobed No more than 1500 litres of secure, covered pre-treatment storage Biobed material (mix of straw, compost and biologically active soil) to be stored securely for 12 months before spreading Spreading no closer to water than as for biobed siting (see above) No spreading on recently frozen, waterlogged, flooded or snow-covered land NVZ rules must be followed if applicable Maximum annual dressing 50t/ha No more than 50cu m stored at any one time No waste stored more than three years Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
buffer Biofilter Opvang percolaat
Planten unit
zuiver water
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van Kraan scheiding regenwater en fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
spoelwater
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. oplossingen - restbeheer
Spoelwater (l)
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
TOTAAL
2005
0
1846
2245
300
0
0
300
4691
2006
0
1100
2850
1050
300
0
300
5600
2007
300
2550
3050
0
0
0
232
6132
2008
300
600
3100
300
0
700
0
5000
Jaar
Aantal spoelbeurten
Aantal spoelingen in veld
2005 2006 2007 2008*
15 20 19 15
0 2 6 7
Hydraulische vuilvracht op het erf (l)
Hydraulische belasting op de filter (l)
4678 5600 6132** 5013
4678 5300 6361 3528
Theoretische chemische vuilvracht op het erf (g as)*** 1705 2559 1058 1026
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer • • •
•
17 spoelbeurten op erf = 6123 liter – 11 maal gespoeld in veld in 2007 ! 41.6% in april, 49.7% mei Hydraulische belasting op filter = 6337 liter – Rest in buffer 900 liter – + 1200 liter regenwater opgepompt in buffer 4020 liter opgevangen percolaat
Spoelwater (l)
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
TOTAAL
2005
0
1846
2245
300
0
0
300
4691
2006
0
1100
2850
1050
300
0
300
5600
2007
300
2550
3050
0
0
0
232
6132
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer
• •
Carex paniculata en Carex acutiformis overleven. 2317 liter verdampt op 263 dagen (regen niet beschouwd) – Geschatte netto bijdrage Carex spp. = 790.7 liter – Per unit (zonder planten) = 380 – 400 liter Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer – Op basis van dosis – respons experimenten (na 76 dagen): • Beste evapotranspiratie = Salix Triandra (V95.022) • Onbehandelde Salix triandra (V95.022) 658 mm in 100 dagen of 6.58 mm/dag • Onbehandelde Carex paniculata 395 mm in 100 days of 3.95 mm/dag
600
total water use (mm)
500
400
300
200
100
0 0
1
2
3
4
5
6
7
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden” Carex paniculata Salix V95.022 Hedera helix log(1+dose(g ai/ha))
5. Na het spuiten
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5.1. oplossingen - restbeheer •
Buffer vormt een essentieel onderdeel van de installatie
•
Goede retentie voor 21 van de 28 geanalyseerde actieve stoffen >99% – Probleemmoleculen • meestal mobiele moleculen, vooral bentazon en metribuzin • sulcotione en mesotrione niet mobiel
•
Buffer en substraat draagt ook geschiedenis mee van vorige jaren. – Voor buffer ingecalculeerd, voor biofilter niet
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer 6
5
mg/kg dry matter
4
3
2
1
0
inoculated planted spoil
inoculated soil Linuron
MCPA
IPU
sterile soil
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
3 5. Na het spuiten 5.1. oplossingen - restbeheer
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten 5.1. oplossingen - restbeheer
Cursus â&#x20AC;&#x153;Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truidenâ&#x20AC;?
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - wetgeving • Gebrek aan regelgeving voor restwater behandelingssystemen in Vlaanderen isKNELPUNT voor preventie van puntvervuilingen – Wat doen met afval • Substraat: uitcomposteren? uitspreiden op veld? • Percolaat: hergebruik of uitspreiden op veld? Gebruik planten waar mogelijk?
– Gebruiksvoorwaarden • • • •
Spoelen in veld: hoeveel? buffertank Dimensionering van systeem volgens vuilvracht … Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer • De landbouwer is er zich niet van bewust dat morsen van kleine hoeveelheden grote gevolgen kan hebben. • Voor de preventie van puntbronnen vooral dagelijkse routine aanpassen (= gratis!!!) • De uitrusting van de spuittoestellen kan nog heel wat verbeteren naar het vermijden van puntvervuiling (rol fabrikanten en normen) • Vul- en spoelplaatsen op een verhard oppervlak vormen een groot risico op puntvervuiling – Vul en spoel zoveel mogelijk Cursus in het veld !!! “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
5. Na het spuiten
5.1. oplossingen - restbeheer • Restwater behandeling op het erf – Noodzaak, niet alles mogelijk in veld – Enkel als laatste stap van de goede landbouwpraktijken !!!
• Biozuiveringssystemen – – – –
Meest haalbaar voor meeste land- en tuinbouwers Veel internationale ervaring Binnen operationele context en limieten Knelpunten: • probleemmoleculen • gebrekkige wetgeving in Vlaanderen Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”
Techniek en methodiek voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
6. Referenties • code goede landbouwpraktijken: gewasbescherming • www.topps-life.org – Brochures en BMP’s
• www.phytoweb.be – Driftreducerende maatregelen – erkenningen
Cursus “Erkend gebruiker en/of verkoper van fytofarmaceutische producten Sint-Truiden”